8
Programma PRIJS 1,50 [Vrienden NNO gratis] dirigent Stefan Vladar Piano ralPh Van raat Bruckner Symfonie nr. 5

Programmaboekje Bruckner 010

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Programmaboekje 010 Bruckner Fiumara

Citation preview

Page 1: Programmaboekje Bruckner 010

Programma PR I J S € 1, 50 [ Vr iendenNNOgr at i s]

di r ig ent Stefan Vl adar

P iano r alPh Van r a at

BrucknerSymfonie nr . 5

Page 2: Programmaboekje Bruckner 010

B r u c k n e r S v i j f d e S y m f o n i e | n n o 2

BrucknerS Vijfde Symfonie

donderdag 11 maart | 20.00 uur *Drachten | De Lawei

vrijdag 12 maart | 20.15 uur * Groningen | De Oosterpoort

Dirigent Stefan VladarPiano Ralph van Raat

Fiumara Aerial voor piano en orkest (wereldpremière)in opdracht van het NNO en het

pauze

Bruckner Symfonie nr. 5 in Bes gr.t.

* Gratis lezing om 19.00 uur.

het noord nederlandS orkeSt

Het Noord Nederlands Orkest (NNO) is het grootste regionale Nederlandse symfonieorkest, waarvan Michel Tabachnik sinds 2005 chef-dirigent is. Met Groningen als standplaats verzorgt het orkest zo’n 120 concerten per seizoen in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe, maar ook op belangrijke podia in de rest van Nederland, waaronder het Concertgebouw in Amsterdam en de Doelen in Rotterdam. Het NNO treedt ook regelmatig op in het buitenland, zoals in 2007 in Salle Pleyel en Cité de la Musique in Parijs en in september 2009 in Perugia, Italië, tijdens het 64e Festival Sagra Musicale Umbra. Het NNO is regelmatig te beluisteren tijdens radio-uitzendingen en heeft afgelopen vijf jaar diverse CD’s op gerenommeerde labels uitgebracht. De programmering van het orkest onderscheidt zich door durf en originaliteit In elk seizoen zijn cross-overs te vinden met andere muziekstijlen - zoals jazz en popmuziek - naast bijzonder samengestelde programma’s van barok tot 21e-eeuws. Daarnaast organiseert het NNO samen met Grand Theatre/Prime-concerten elk jaar een festival rondom een prominente hedendaagse componist. Kijk voor de meest actuele informatie over onze concerten op www.nno.nu.

Wij hebben dit programmaboekje met uiterste zorg samengesteld. Wij hebben daarbij steeds getracht mogelijke rechthebbenden te achterhalen. Indien u onverhoopt meent rechten te kunnen doen gelden, dan verzoeken wij u dit kenbaar te maken.

Page 3: Programmaboekje Bruckner 010

B r u c k n e r S v i j f d e S y m f o n i e | n n o3

Stefan Vladar (1965, Wenen) studeerde af aan de Wiener Musikhoch schule bij Renate Kramer-Preisenhammer en Hans Petermandl. In 1985 won Vladar als jongste deelnemer het Internationale Beethoven Pianoconcours in Wenen. Dit was de start van een internationale carrière, die hem naar zeer veel orkesten over de wereld bracht. Onder leiding van dirigenten als Abbado, Chailly, Dohnanyi, Fedoseev, Frühbeck de Burgos, Marriner, Plas son, Végh en De Waart speelde Vladar met onder meer de Wiener Philharmo niker, het Koninklijk Concertgebouworkest, het Chicago Symphony, de Academy of St. Martin-in-the Fields, de Camerata Academica Salzburg, het Tonhalle-Orchester Zürich, het Chamber

Orchestra of Europe en het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Stefan Vladar is regelmatig te gast op vooraanstaande festivals zoals de Salzburger Festspiele en de Mozartwoche Salz burg. Sinds enige jaren is Stefan Vladar ook actief als dirigent. Hij dirigeerde onder meer de Wiener Symphoniker, het Wiener Kammerorchester, de Württembergische Philharmonie, het Orchestra Haydn Bolzano en het Brucknerorchester Linz. Sinds mei 2008 is Stefan Vladar chef-dirigent van de Wiener KammerOrchester. Hij dirigeerde diverse door de pers enthousiast ontvangen concerten van het NNO.

Stefan Vladardir igent

Page 4: Programmaboekje Bruckner 010

B r u c k n e r S v i j f d e S y m f o n i e | n n o 4

Ralph van Raat (1978) studeerde na het behalen van het International Baccalaureate-diploma piano aan het Conservatorium van Amsterdam bij Ton Hartsuiker en Willem Brons en Muziekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Tijdens de conservatoriumstudie, die hij in 2002 Cum Laude afsloot, werd Ralph van Raat toegelaten tot ‘De Voorziening voor Excellerende Musici’. Van Raat studeerde in het kader van zijn pianostudie bij Claude Helffer in Parijs, Ursula Oppens in Chicago (Northwestern University) en bij Pierre-Laurent Aimard in Köln (Musikhochschule Köln). Bovendien volgde hij vele masterclasses in binnen- en buitenland, een aantal daarvan mogelijk gemaakt door een beurs van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Ralph van Raat behaalde vele prijzen bij diverse concoursen:

hij ontving onder meer de (Philip Morris) Kunstprijs 2003; de Elisabeth Everts Prijs 2005 en de Borletti-Buitoni Fellowship 2005. Daarnaast gaf Van Raat solorecitals in Europa, het Midden-Oosten, Azië en de Verenigde Staten en hij speelde als solist met diverse ensembles en nationale en internationale orkesten, waaronder het Nieuw Ensemble, het Radio Symfonie Orkest van Frankfurt, het Nederlands Radio Symfonie Orkest, het Radio Kamer Orkest en de London Sinfonietta. Ralph van Raat werkt regelmatig samen met componisten en een aantal van hen heeft composities aan hem opgedragen. Sinds 2003 is Ralph Steinway Artist en vanaf 2006 heeft Van Raat een exclusief platencontract bij het internationale platenlabel Naxos. Van Raat speelde met groot succes de wereldpremière van Michel Tabachniks Pianoconcert bij het NNO.

ralPh Van ra atP iano

s t e u n h e t o r k e s tw o r d v r i e n d v a n h e t n n om e e r in fo ve rkri jgba ar bi j de vrie n de n balie e n op www.nno.nu

Page 5: Programmaboekje Bruckner 010

B r u c k n e r S v i j f d e S y m f o n i e | n n o5

anthony fiumara

Aerial voor piano en orkestAerialHere Come the PlanesR & R

Het bijvoeglijk naamwoord Aerial betekent letterlijk ‘(in of vanuit de) lucht’. De lucht uit de titel staat bij mij voor het gewichtloze, voor het loskomen van de grond, voor het onbelemmerde uitzicht op de horizon. Toen ik met de eerste aanzetten Ralph van Raat bezocht, reageerde hij blij verbaasd op de titel. Of ik wist dat vliegen zijn hobby was: nee. Tegenwoordig heeft Van Raat zelfs vlieglessen in gemotoriseerde toestellen en heeft hij bijna zijn brevet gehaald. Zo af en toe stuurt hij me per mail een foto van zichzelf, breed grijnzend in een vliegtuigje boven Nederland. Ik zal geen flauwe grapjes maken over de dubbele betekenis van het woord ‘vleugel’. We hebben die avond veel over de muziek gepraat die ons na aan het hart ligt: de (post)minimal music van Steve Reich en John Adams bijvoorbeeld, maar we hadden het ook over Iannis Xenakis, over jazz en over popmuziek. Ik liet hem de popsong O Superman van Laurie Anderson horen en hij liet me op zijn beurt opnames horen van Keith Jarrett en Chick Corea op elektrische piano.Die elektrische piano’s zijn in het eerste deel van het concert terechtgekomen. In het prelude-achtige deel met dezelfde titel als het concert, doet Ralph een delay na op de akoestische vleugel. In de elektrische muziek is een delay een echo-apparaat dat maakt dat iedere aangeslagen toon nog even ritmisch

nastuitert. Het orkest is in het openingsdeel eigenlijk de reverb of nagalm van de piano. Op de achtergrond spelen harp en celesta een continu motiefje, als een slaggitaar in de verte. Laurie Andersons O Superman vormt de basis voor het tweede deel (Here Come the Planes). Ik heb een paar motieven uit die song naar mijn hand gezet en gecombineerd met mijn eigen materiaal. Het is eenvoudige muziek geworden, een soort liedje op een chaconne in de lage instrumenten. Een chaconne is een baslijn die telkens herhaald wordt en waarboven dat liedje zich langzaam ontvouwt. Het slotdeel (R & R, onder andere een toespeling op Ralphs initialen) is het snelst. De piano opent het deel en is er eigenlijk voor het eerst alleen aan het woord. Maar het duurt niet lang of het orkest vergezelt hem en groeit stap voor stap aan. Het is alsof de motor van het vliegtuig in dit deel langzaam aanloeit om ten slotte in de laatste maten uit zicht te verdwijnen. Aerial is niet echt een ‘concert’ geworden, in de zin dat de piano en het orkest hier niet tegenover elkaar staan om met elkaar te wedijveren (de eigenlijke betekenis van het woord ‘concertare’). Het is eerder zo dat ze elkaar aanvullen en versterken in een sonore totaalklank. Daar houd ik van.

Anthony Fiumara

Page 6: Programmaboekje Bruckner 010

B r u c k n e r S v i j f d e S y m f o n i e | n n o 6

De Vijfde symfonie vertegenwoordigt in menig opzicht een unieke plaats binnen het oeuvre van de Oostenrijkse componist Anton Bruckner. In de eerste plaats vormt dit werk in de reeks van negen officieel genummerde symfonieën (Bruckner schreef, de studie-symfonie in f en de zogenaamde ‘Nulde’ symfonie meegerekend, au fond elf symfonieën) om met Cornelis van Zwol te spreken ‘het scharnierpunt’. Voorts is het religieuze karakter - en zulks moet niet in confessionele zin worden opgevat, want het gaat hier niet om kerkmu ziek - waarvan deze symfonie doordesemd is, heel opvallend. Dit blijkt niet alleen uit het veelvuldig optreden van koraalthema’s, maar tevens uit de architectuur. De in 1991 overleden musicoloog en Brucknerkenner Leopold Nowak - die ook de oervader is van de Tweede wetenschappelijke tekstkritische uitgave van Bruckners muzikale nalatenschap - heeft in een fascinerend artikel over de finale van de Vijfde symfonie weten aan te tonen dat de afmetingen van dit deel stuk voor stuk vallen terug te voeren op het getal 30. Een getal, dat is ‘doorvertaald’ naar de verhoudingen tussen de grote en kleine segmenten waaruit dit imposant klinkende bouwwerk is opgetrokken. Dit laatste in het bijzonder maakt Bruckner tot een muzikale pendant van de grote kathedraalbouwers van weleer, die hun monumentale godshuizen naar analogie van dergelijke verhoudingen concipieerden. Tegelijkertijd vertoont Bruckner door deze strikt doorgevoer de

interne logica een duidelijke verwantschap met het componeren uit de 15e en 16e eeuw, waarin het denken in dit soort verhoudingen tevens aan de orde van de dag was. Dat Bruckner dit erfgoed ook nog naadloos heeft kunnen belichamen in een strikt overzichtelijke klassieke sonate-vorm zonder dat er van onverschillig welke stijlbreuk dan ook sprake is, maakt onze bewondering voor deze symfonie alleen maar groter. Heel apart is dat de langzame introductie tot het eerste deel en die tot de finale groten-deels identiek zijn. Een duidelijke hint aan het adres van Beethoven - men denke aan de finale van diens Negende symfonie! - is voorts dat de thema’s van de voorgaande delen tijdens de langzame inleiding tot de finale even kort de revue passeren. Als er trouwens wel een symfonie is, waarin de betrokkenheid van de delen op elkaar een feit is, dan is het wel Bruckners Vijfde. Zo is het thema van het scherzo niets anders dan een verklei ning van dat uit het Adagio en is het zangthema van de finale niet denkbaar zonder het ‘wienerische’ en Ländler-achtige tweede thema van het Scherzo. Tenslotte worden de thema’s van het eerste deel in het ongenaakbare slotdeel op een verrassen-de wijze naar een hoger plan getransfor-meerd en in een grandioos contrapun tisch netwerk geïntegreerd, met als apotheose een oogverblindende coda, die tot de meest overrompelende episodes uit de 19e eeuwse symfonische literatuur behoort. In het licht

anton Bruckner (1824 - 1896)

Symfonie nr. 5 in Bes gr.t. (1875/76 - 1878)Introduction: Adagio - AllegroAdagio: sehr langsamScherzo: Molto vivaceFinale: Adagio - Allegro

Page 7: Programmaboekje Bruckner 010

B r u c k n e r S v i j f d e S y m f o n i e | n n o7

van dit alles is het dus bepaald niet vreemd dat dit werk van Bruckner voorheen met tal van bijnamen is bedacht, zoals de geloofs-, de katholieke, de middel eeuwse, de koraal-, de contrapunti sche en de tragische symfonie. Geen van alle titels overigens, die door Bruckner zijn verzon nen. De enige benaming die de componist ooit zelf voor zijn Vijfde symfonie heeft gebezigd is ‘Die Phantastische’, en ook hiermee is geen woord teveel gezegd.De ontstaansgeschiedenis van de Vijfde is niet minder opmerkelijk: anders dan men geneigd is te veronderstellen was niet het openingsdeel als eerste gereed, maar het Adagio, waaraan Bruckner op 14 februari 1875 begon te werken. Vanaf 16 april van hetzelfde jaar schaafde hij aan het Scherzo. Vervolgens kwam de finale aan de beurt en pas daarna het eerste deel, waarachter de componist in het voorjaar van 1876 een punt zette. Een belangrijk verschil met Bruckners tot op dat moment voltooide symfonieën is de omstan digheid, dat de Vijfde aanzienlijk minder grondig is herzien. Wel werd het opus in 1877 nog eens onder de loep genomen, zij het niet zodanig dat er echt een tweede versie is ontstaan (zoals later bij de Achtste symfonie). Vermelding verdient wel dat de orkestbezet ting met een bastuba is uitgebreid. Bruckner droeg de aldus totstandgekomen partituur op aan de minister van onderwijs Karl Ritter von Stremayr. We spreken nu van november 1878. Niettemin heeft het tot 8 april 1894 moeten duren vooraleer het werk aan de klinkende realiteit werd getoetst. Op die datum hield Franz Schalk de symfonie in Graz ten doop. Bruckner was toen echter al te ziek om naar genoemde stad te reizen. Wel heeft hij in 1887 te Wenen een door Franz Schalk en Franz Zottmann vertolkte versie voor twee piano’s bijgewoond.

Volledigheidshalve zij gemeld, dat de première van de symfonie een uitvoering van een speciaal voor die gelegenheid door Schalk vervaardigde en sterk gecoupeerde versie betrof. Zo ontbraken er in de doorwerking van de finale maar liefst 122 maten en wat méér is: voelde Schalk zich gedwongen om de orkestbezetting te laten versterken met een extra groep koperblazers plus bekkens en triangel teneinde zo de coda van genoemde finale van een apart cachet te voorzien. Bijna nog vreemder komt ons thans de aanwijzing in de Schalk-partituur voor om de koperblazers te verzoeken om zich gedurende het ten beste geven van het koraalthema in de finale van hun zetels te verhef fen. Zulks ter bewerkstelliging van ‘een groter effect’. Zoveel is duidelijk: edities als die van Schalk hebben nu slechts een historische betekenis. Toch dient niet vergeten te worden, dat ze de weg geëffend hebben voor de uitvoeringspraktijk van Bruckners muziek. Of een stuk als de Vijfde zonder de inspanningen van Schalk ooit ingang zou hebben gevonden, is hoogst twijfelachtig. Een feit dat aan de aanvechtbaarheid van Schalks ingrepen - waarmee de samenhang van de structuur vanzelfsprekend enorm geweld wordt aangedaan - als zodanig uiteraard niets afdoet. Pas op 20 oktober 1935 klonk te München onder supervisie van Siegmund von Hausegger de originele - toen net door Robert Haas in de ‘Erste kritische Gesamtausgabe’ verschenen - versie van de Vijfde symfonie. De in 1951 in de Tweede ‘Gesamtausgabe’ gepubliceerde en door Leopold Nowak verzorgde editie wijkt hier niet noemenswaardig vanaf.

Archief NNO

Page 8: Programmaboekje Bruckner 010

B r u c k n e r S v i j f d e S y m f o n i e | n n o 8

TSJAIKOVSKI SYMFONIE NR. 6PATHéTIQUE

13/05 | Drachten | De Lawei | 20.00 uur

14/05 | GroninGen | De oosterpoort | 20.15 uur

15/05 | rotterDam | De DoeLen | 19.30 uur

strauss TIjl UIlENSPIEgEl

sibeLius VIOOlcONcERT

tsjaikovski SYMFONIE NR. 6 - PATHéTIQUE

DIRIgENT micheL tabachnik

VIOOl barnabas keLemen

ONTwERP: lS ONTwERPERS BNO, gRONINgEN