16
WWW.ROBVANDOESELAAR.NL BACHDAG AMERSFOORT PROGRAMMA SLOTCONCERT ZATERDAG 11.10.2014

Programmaboekje slotconcert bachdag

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Het programmaboekje van het slotconcert van Bachdag Amersfoort 2014

Citation preview

WW

W.R

OBVA

NDOE

SELA

AR.N

L

BACHDAGAMERSFOORTPROGRAMMASLOTCONCERT

ZATERDAG

11.10.2014

Nieuw Bach Ensemble, onder leiding van Krijn KoetsveldSt. Joris Kamerkoor, onder leiding van Bas RamselaarRien Donkersloot, orgel

Nieuw Bach Ensemble:Orkestsuite no. 1, BWV 1066

Rien Donkersloot, orgel:‘Christ unser Herr zum Jordan kam’, BWV 684Fughetta super ‘Dies sind die Heil’gen zehn Gebot’, BWV 679‘Wir glauben all an einen Gott’, BWV 680

Sint Joris Kamerkoor:‘Immortal Bach’ - Knut Nystedt

Nieuw Bach Ensemble:Motet ‘Jesu meine Freude’

PAUZE

Sint Joris Kamerkoor:Delen uit ‘Acht Geistliche Gesänge’, Max Reger

Rien Donkersloot:Preludium und Fuge in e moll, BWV 533

Nieuw Bach Ensemble:Mendelssohn - Psalmen 43 en 2 Orkestsuite no. 2, BWV 1067

PROGRAMMASLOTCONCERT

JORISKERK

De orkestsuites behoren tot het relatief be-scheiden œuvre van Bach voor orkest. Hij schreef er in totaal vier. Ze behoren met de Brandenburgse Concerten tot zijn meest gespeelde instrumentale werken. De suites hebben een vorm die in het tweede kwart van de 18e eeuw populair was. Ze openen met een ouverture, waarna een reeks galanterieën volgt: dansen en andere muzikale vormen.

Over de ontvangst door het publiek van de orkestsuites van Bach is niets bekend; we wetenzelfs niet voor welke gelegenheid de werken geschreven zijn en waar ze zijn uitgevoerd.

Orkestsuite 1 Ouverture - Courante - Gavotte I alternativement / Gavotte II - Forlane - Menuet I ; alternativement / Menuet II - Bourrée I alternativement / Bourrée - Passepied I/II

Deze eerste suite is in opzet het meest tradi-tioneel, met een courante en een groep van vier dansen die ‘alternativement’ worden gespeeld. Dat laatste wil zeggen dat de eerste dans na de minder weelderige tweede dans wordt herhaald. Dit gebruik gaat terug naar de com-ponist Lully (1632 - 1687), maar was rond 1715 in Frankrijk al uit de mode.

Orkestsuite 2 Ouverture / Lentement - Rondeau - Sarabande - Bourrée I alternativement / Bourrée II - Polo-naise / Double - Menuet - Badinerie.

Het gebruik van een solo traverso maakte deze suite meer in lijn met de geldende mode, die ook al uit Frankrijk was overgewaaid. De tra-verso was zeer in trek en er zijn indertijd talloos veel werken voor geschreven. De fl uit verdub-belt in de Ouverture de partij van de viool of heeft een solistische rol. In de langzame statige Sarabande komt een canon voor tussen fl uit, eerste violen en bas. Voor de Bourrée II schreef Bach een solopartij voor de traverso, met een lichte begeleiding. In de Polonaise speelt de fl uit de melodie in de octaaf en heeft zij een versierende partij in de Double boven het door de continuo gespeelde dansthema. Het Menuet, waarin de fl uit de violen volgt, wordt gevolgd door de bekende Badinerie, waarin de fl uit een briljante partij is toebedeeld.

ORKESTSUITES BWV 1066 EN 1067

De Noorse componist, dirigent en organist Knut Nystedt (geboren in 1915) studeerde compo-sitie bij o.a. Aaron Copland. Hij was organist aan de Thorshov kerk in Oslo en van 1964 tot 1985 docent koordirectie aan de Universiteit van Oslo. Van 1950 tot 1990 was hij dirigent van het vocaal ensemble Det Norske solistkor en van 1964 tot 1985 van de Schola Cantorum van de Universiteit van Oslo.

Nystedt schreef kerkmuziek, werken voor orgel,orkest en koor en verder liederen, symfonieën, kamermuziek en toneelwerken. Hij wordt beschouwd als een van de meest invloedrijke hedendaagse Noorse componisten en geniet als zodanig internationaal respect. Hij experi-menteerde met nieuwe vocale technieken, maar streefde tegelijk naar toegankelijkheid van zijn werken voor uitvoering door amateurkoren.

Als componist nam Nystedt een stabiele positiein gedurende een lange periode van snel ver-anderende muzikale stromingen en inzichten.Hij gebruikte zijn artistieke vakkennis voor de toepassing van nieuwe ontwikkelingen in zijn muziek. Zijn persoonlijke stijl is kleurrijk en tegelijkertijd zeer genuanceerd. Hoewel zijn wortels in het gregoriaans liggen, is zijn toe-wijding aan de oervorm van de kunstzang van groot belang.

‘Komm süßer Tod’ is een variatie op het begin van het gelijknamige koraal van Johann Sebastian Bach ‘Komm süßer Tod, komm sel’ge Ruh’ (BWV 478), waarbij, na een geza-menlijk begin, vijf koren dezelfde originele melodie in verschillende tempi zingen. Het koraal behoort tot de bekendere werken van Bach vanwege de prachtige melodie en har-monie en is behalve door Nystedt ook toege-past door Max Reger en Leopold Stokowski.

Komm süßer Tod, komm sel’ge Ruh! Komm, führe mich in Friede.

KNUT NYSTEDT ‘IMMORTAL BACH’

Motetten zijn meerstemmige vocale composi-ties op een religieuze, niet-liturgische tekst, ont-leend aan de bijbel - en in het protestantisme ook aan de koralen. Ze worden uitgevoerd door koor a capella, wat overigens niet betekent dat er geen instrumenten meespelen: het was in Bachs tijd gebruikelijk dat de zangers door een orgel of continuogroep (orgel, cello, violone) werden ondersteund en soms speelden ook instrumenten mee, colla parte, dat wil zeggen zonder zelfstandige partij maar de vocale par-tijen volgend.

Motetten golden in de tijd dat Bach als cantor in Leipzig werkte (1723 - 1750) als achterhaald, passé. Ze werden nauwelijks meer gecom-poneerd. Veel populairder waren de cantates naar Italiaans model; in hun da-capo aria’s, recitatieven, orchestrale ouvertures, koren en koralen konden alle nieuwe barokke technieken worden toegepast. Motetten waren armeluis-muziek geworden, ze werden nog slechts als introïtus tot de eredienst gezongen, door zangers die nog niet voor de cantates ge-schikt waren. Van Bach werden voor dat doel dus ook geen eigen composities verwacht: het koor kon putten uit een rijke verzameling motetten van oude meesters in de biblio-theek van de Thomaskirche. Voor de weke-lijkse eredienst, maar ook als een koning of adellijk persoon stierf of werd geboren, of een nieuw stadsbestuur aantrad, componeerde Bach een cantate. Zijn bekende motetten schreef hij dan ook waarschijnlijk slechts voor enkele particuliere opdrachtgevers gedurende zijn eerste tien jaar in Leipzig: huwelijken, be-grafenissen of herdenkingsdiensten voor voor-name burgers in de Leipziger St Nicolaaskerk. Maar terwijl de cantates met hun tijdgebonden teksten na Bachs dood snel werden vergeten,hebben zijn motetten zich gedurende de 18e

eeuw en de Romantiek permanent op het repertoire van de Thomaskirche gehandhaafd en werden ze het eerst uitgegeven. Bekend is dat Mozart in april 1789 in Leipzig, zeer geïm-poneerd door een uitvoering van ‘Singet dem Herrn’, uitriep ‘Hier is wat van te leren’ en zich alle partijen (partituren bestonden niet) liet brengen om ze te bestuderen.

We kennen van Bach zes ‘klassieke’ motetten,BWV 225 - 230, en twee die pas recent als van zijn hand zijn erkend. Van Jesu, meine Freude is geen handschrift van Bach bekend. We weten niet voor wie en wanneer het stuk is gecomponeerd, al is het duidelijk begrafenis-muziek uit zijn eerste tien Leipziger jaren. De afwijkende bezetting (vijfstemmig in plaats van dubbelkorig) en het ongebruikelijke ‘ver-knippen’ van de bijbeltekst kan wijzen op een externe opdrachtgever.

Jesu, meine Freude was destijds een zeer populair protestants kerklied, dat in 1653 werd gepubliceerd op een tekst van Johann Franck en een melodie van Johann Crüger. Bach gebruikte de tekst en melodie van dit koraal uit de Lutherse zangbundel ook veel in zijn can-tates en in orgelbewerkingen.

Hij bouwt Jesu, meine Freude op zes couplet-ten van het koraal en wisselt deze af met vijf teksten uit hoofdstuk 8 van de Romeinenbrief van de apostel Paulus. Waarschijnlijk heeft Bach of zijn opdrachtgever zelf de teksten uit-gekozen voor een theologische overweging bij de vragen van dood en leven.

MOTET ‘JESU, MEINE FREUDE’ (BWV 227)

1. Jesu, meine Freude, Jezus, mijn vreugde, meines Herzens Weide, lusthof van mijn hart, Jesu, meine Zier, Jezus, mijn sieraad ach wie lang, ach lange ach, hoe lang toch ist dem Herzen bange is mijn hart bang und verlangt nach dir! En verlangt het naar u! Gottes Lamm, mein Bräutigam, Lam van God, mijn bruidegom außer dir soll mir auf Erden buiten u zal mij op aarde nichts sonst Liebers werden. niets dierbaarder zijn.

2. Es ist nun nichts Verdammliches Er is dus niets te veroordelen an denen, die in Christo Jesu sind, aan degenen die in Christus Jezus zijn, die nicht nach dem Fleische wandeln, die niet het vlees volgen sondern nach dem Geist. maar de Geest.

3. Unter deinem Schirmen Onder uw beschutting bin ich vor den Stürmen kunnen de aanvallen aller Feinde frei. Van alle vijanden mij niet deren. Laß den Satan wittern, Laat de satan maar razen laß den Feind erbittern, laat de vijand maar woeden, mir steht Jesus bei! Mij staat Jezus bij! Ob es itzt gleich kracht und blitzt, Of het nu bliksemt of dondert, ob gleich Sünd und Hölle schrekken: of zonde en hel mij ook angst aanjagen: Jesus will mich dekken. Jezus zal mij beschermen.

4. Denn das Gesetz des Geistes, Want de wet van de Geest der da lebendig machet die levend maakt in Christo Jesu, in Jezus Christus hat mich frei gemacht heeft mij vrij gemaakt. von dem Gesetz der Sünde van de wet van de zonde und des Todes. en de dood.

5. Trotz dem alten Drachen, Ondanks de oude draak, Trotz des Todes Rachen, ondanks de muil van de dood, Trotz der Furcht darzu! Ondanks de angst daarvoor! Tobe, Welt, und springe, Ga maar tekeer, wereld, en spring maar, ich steh hier und singe ik sta hier te zingen in gar sichrer Ruh. in alle rust. Gottes Macht hält mich in acht; Gods macht behoedt mij; Erd und Abgrund muß verstummen, aarde en afgrond moeten verstommen, ob sie noch so brummen. hoe ze ook grommen.

6. Ihr aber seid nicht fl eischlich Gij echter zijt niet in het vlees sondern geistlich, maar in de geest, so anders Gottes Geist in euch wohnet. voorzover Gods Geest in u woont. Wer aber Christi Geist nicht hat, Wie echter Christus’ Geest niet heeft der ist nicht sein. behoort Hem niet toe.

7. Weg mit allen Schätzen! Weg met alle kostbaarheden! du bist mein Ergötzen, gij zijt mijn genoegen Jesu, meine Lust! Jezus, mijn lust! Weg ihr eitlen Ehren, Weg nutteloze eer en aanzien, ich mag euch nicht hören, ik wil jullie niet horen, bleibt mir unbewußt! blijf buiten mijn bewustzijn! Elend, Not, Kreuz, Schmach und Tod, Ellende, nood, kruis, hoon en dood soll mich, ob ich viel muß leiden, zullen mij, hoeveel ik ook moet lijden, nicht von Jesu scheiden. niet van Jezus scheiden.

8. So aber Christus in euch ist, Indien Christus in u is, so ist der Leib zwar tot dan is het lichaam wel dood um der Sünde willen; vanwege de zonde, der Geist aber ist das Leben maar de geest is leven um der Gerechtigkeit willen. vanwege de gerechtigheid.

9. Gute Nacht, o Wesen, Goede nacht, alles das die Welt erlesen, wat door de wereld is verkozen, mir gefällst du nicht. Ik moet er niets van hebben. Gute Nacht, ihr Sünden, Goede nacht, o zonden, bleibet weit dahinten, blijf ver weg, kommt nicht mehr ans Licht! Kom niet meer tevoorschijn! Gute Nacht, du Stolz und Pracht! Goede nacht, o trots en pracht! Dir sei ganz, du Lasterleben, O verdorvenheid, ik wens je gute Nacht gegeben! Een heel goede nacht!

10. So nun der Geist des, Als nu de Geest van degene der Jesum von den Toten die Jezus uit de dood auferwekket hat, in euch wohnet, heeft opgewekt, in u woont so wird auch derselbige, dan zal degene, der Christum von den Toten die Christus uit de dood auferwekket hat, heeft opgewekt, eure sterblichen Leiber uw sterfelijke lichamen lebendig machen, um des willen, levend maken omdat dass sein Geist in euch wohnet. zijn Geest in u woont.

11. Weicht, ihr Trauergeister, Wijk, rouw en droefheid, denn mein Freudenmeister, want mijn vreugdemeester, Jesus, tritt herein. Jezus, komt binnen. Denen, die Gott lieben, Voor hen die God liefhebben muß auch ihr Betrüben moet ook hun verdriet lauter Zukker sein. zoet zijn Duld ich schon hier Spott und Hohn, Al lijd ik hier ook onder spot en hoon dennoch bleibst du auch im Leide, toch blijft gij ook in mijn lijden, Jesu, meine Freude. Jezus, mijn vreugde.

(vertaling Eduard van Hengel)

In het veelzijdige werk van Felix Mendelssohn Bartholdy (1809 - 1847) neemt de geestelijke muziek een belangrijke plaats in. Naast de twee oratoria Paulus en Elias schreef hij een grote hoeveelheid cantates, motetten en andereliturgische muziek. Opvallend is hierbij het grote aantal verklankingen van psalmteksten en het veelvuldige gebruik van de ‘tijdloze’ bezetting van koor a capella. Deze twee elemen-ten komen op meesterlijke wijze samen in de Drie Psalmen opus 78, welke hij eind 1843 tot begin 1844 schreef voor het Berlijnse Dom-koor, waar hij zijn afnemende krachten vooral gebruikte voor het componeren van motetten en psalmzettingen.

De Drie Psalmen werden pas na zijn dood, in 1849 gepubliceerd. Deze meesterwerken behoren tot Mendelssohns grootst opge-zette a capella composities. Ze gebruiken de ambitieuze bezetting van een achtstemmig dubbelkoor.

Mendelssohn componeerde Richte mich, Gottin een homofone wijze, met diverse unisono-passages voor zowel de mannen als de vrouwen. Beide groepen openen in Psalm 43 in een somber D-klein. Ze komen pas samen bij de woorden “Sende dein Licht und deine Wahrheit”, een lichtstraal van hoop in F-groot. Mannen en vrouwen zingen eerst nog een maat

na elkaar om zich tenslotte aan het einde te verenigen in een gezamenlijk gebed. Bij de woorden ‘Dass ich hineingehe zum Altar Gottes, zu dem Gott, der meine Freude und Wonne ist’ wisselt Mendelssohn op een Bach-achtige manier van metrum: de vierkwartsmaat wordt een soepele 3/8-maat. De ‘Freude und Wonne’ maakt echter al weer snel plaats voor twijfel en een terugkeer naar de somberheid van het begin (‘Was betrübst du dich, meine Seele...’). Het psalmmotet besluit koraalachtig in een stralend D-groot.

Warum toben die Heiden, is een episch aan-gelegde verklanking van Psalm 2.

FELIX MENDELSSOHN BARTHOLDY RICHTE MICH, GOTT EN DER 2. PSALM

Der 2. Psalm (1843)Warum toben die Heiden Waarom razen de heidenenund die Leute reden so vergeblich? en praten de volken zo vergeefs?Die Könige im Lande lehnen sich auf, De koningen der aarde komen in opstandund die Herrn ratschlagen miteinander en de heersers spannen samenwider den Herrn und seinen Gesalbten. tegen de Heer en zijn gezalfde.Laßt uns zerreißen ihre Bande, Laat ons hun ketenen verbrekenund von uns werfen ihre Seile! en hun boeien van ons werpen!Aber der im Himmel wohnet, lachet ihrer, Maar Hij, die in de hemel woont, lacht hen uit,und der Herr spottet ihrer. en de Heer bespot hen.Er wird einst mit ihnen reden in seinem Zorn Hij zal eens tot hen spreken in zijn toornund mit seinem Grimm wird er sie schrecken. en met zijn gramschap zal hij hen doen schrikken.

Der dreiundvierzigste Psalm (1844)Richte mich, Gott, und führe meine Sache wider das unheilige Volk. Und errette mich von den Falschen und bösen Leuten. Denn du bist der Gott, du bist der Gott meiner Stärke, warum verstössest du mich? Warum lässest du mich so traurig gehen, wenn mein Feind mich dräng? Sende dein Licht und deine Wahrheit, dass sie mich leiten zu deinem heiligen Berge, und zu deiner Wohnung. Dass ich hineingehe zum Altar Gottes, Zu dem Gott, der meine Freude und Wonne ist, und dir, Gott auf der Harfe danke, mein Gott. Was betrübst du dich meine Seele, und bist so unruhig in mir? Harre auf Gott! Denn ich werde ihm noch danken, dass er meines Angesichts Hülfe, und mein Gott ist.

Psalm 43Doe mij recht, o God, en voer mijn rechtsgedingtegen een volk zonder godsvrucht; doe mij ontkomen aan de man van bedrog en onrecht. Want Gij zijn de God mijner toevlucht; waarom verstoot Gij mij? Waarom ga ik in het zwart vanwege des vijands onderdrukking? Zend uw licht en uw waarheid; mogen die mij geleiden, mij brengen naar uw heilige berg en naar uw woningen, zodat ik kan gaan tot Gods altaar, tot de God mijner jubelende vreugde, en U love met de citer, o God, mijn God!

Wat buigt gij u neder, o mijn ziel, en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven, mijn Verlosser en mijn God!

Het Nieuw Bach Ensemble (NwBE), opgericht in 2009, is een klassiek muziekensemble uit Amersfoort met een veelzijdig repertoire. De kern van het repertoire is muziek van 1600 - 1800, de tijd van Bach, maar er staat ook regelmatig ander repertoire op het programma: Brahms, Monteverdi, Gabrieli of Schütz.

Het uitgangspunt van het NwBE is zo trouw mogelijk te blijven aan de bron. Het ensemble wil de muziek zo authentiek mogelijk uitvoerenen zich continu verbeteren en ontwikkelen. Alle solisten zijn klassiek geschoolde musici, de koor- en orkestleden semiprofessionals met een grote liefde voor klassieke muziek. Het Nieuw Bach Ensemble wil een podium bieden aan jonge solisten, bevlogen orkestmusici en ervaren amateurzangers.

Het NwBE beweegt soepel zich tussen traditieen vernieuwing. Traditie: Jaarlijks verzorgt het ensemble een uitvoering van de Johannes Passion in Amersfoort, Loenen en Amsterdam. Vernieuwing: Het NwBE werkt graag samen met

fi lmers, dichters, verhalenvertellers en beeldendkunstenaars. Krijn Koetsveld, als bevlogen diri-gent van het Nieuw Bach Ensemble, maakt van ieder concert een ware belevenis.

Het NwBE hecht grote waarde aan een warme relatie met het publiek. Zo zoekt het NwBE bijzondere uitvoeringsplekken op door mee te werken aan openingen van tentoonstellingen, door deel te nemen aan operavoorstellingen van Holland Opera, en door een bijdrage aan de Bachdag Amersfoort. Daarnaast zoekt het NwBE samenwerkingsverbanden met profes-sionele gezelschappen als Le Nuove Musiche.

WWW.NIEUWBACHENSEMBLE.NL

HET NIEUW BACH ENSEMBLE

Meer dan Bach alleen

Krijn Koetsveld (1953), studeerde orgel, piano, orkest- en koordirectie (bij Frans Moonen) en kerkmuziek aan de Conservatoria van Den Haag en Rotterdam. Om zich verder te verdiepen in barokke en klassieke instrumentale en vocale muziek volgde hij daarna masterclasses bij Gustav Leonhardt en Nikolaus Harnoncourt.

In het verleden dirigeerde Krijn Koetsveld onder meer het Nederlands Kerkmuziek Ensemble, het Groot Omroepkoor en het Nederlands Kamerkoor. Hij is gastdirigent en repetitor geweest van het Nederlands Radio Kamer-orkest, het Groot Omroepkoor, het Barok Festi-val en het Conservatorium in Malmö (Zweden), Turijn (Italië), Wroclaw (Polen) en Lugano (Zwit-serland).

Krijn Koetsveld was van 1983 tot 2009 dirigent van het Nederlands Bach Ensemble, waarmee hij vooral het repertoire voor koor en orkest uit de barok en de klassieke periode uitvoerde.

In 1986 richtte hij de Stichting Van Wassenaer Concours op, die een tweejaarlijks festival voor Oude Muziek organiseert, met als kern een concours voor ensembles oude muziek.

In 2004 heeft hij samen met een aantal andere musici het ensemble Le Nuove Musiche op-gericht, een professioneel ensemble dat zich

concentreert op de muziek van rond 1600, de madrigalen en het begin van een nieuwe tijd: de barok. Met de eerste uitvoering in het kader van het Internationale Van Wassenaer Concours in 2007 heeft ensemble Le Nuove Musiche een vliegende start gemaakt. Concerten door heel Nederland werden gegeven en plannen voor de eerste buitenlandse tournees worden gesmeed. Het voorlopige hoogtepunt was een concert in de kleine zaal van het Concert-gebouw in Amsterdam. In 2008 zijn het vijfde en zesde boek madrigalen van Monteverdi opge-nomen. Deze serie wordt nu voortgezet en in 2017 zal een uniek project worden afgerond met alle negen boeken, integraal opgenomen.

Krijn Koetsveld was als hoofdvakdocent koor-directie en studieleider professionele ensemble-zang verbonden aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht, waar hij van 1995 tot 2001 lid was van het faculteitsbestuur. Van 2001 tot 2006 was hij artistiek leider van het Con-servatorium van Enschede. Na zijn afscheidvan het muziekvakonderwijs heeft hij zich bekwaamd als trainer/coach, waarbij creatieve werkvormen veel aan bod komen.

KRIJN KOETSVELD

Rien Donkersloot werd in 1985 geboren te Rotterdam. Zijn eerste orgellessen kreeg hij van Arie van den Berg uit Barendrecht. Vervolgens studeerde hij bij Arjen Leistra. Rien Donkerslootbehaalde als amateur reeds 1e , 2e en 3e prijzenop orgelconcoursen. Hij studeerde orgel aan het Rotterdams Conservatorium. In juni van 2006 behaalde hij het diploma 1e fase cum laude, hoofdvakdocent was Bas de Vroome.

Tevens behaalde hij het diploma kerkmuziek Hij studeerde voor het diploma 2e fase bij Ben van Oosten en Bas de Vroome. In juni 2008 sloot hij deze studie cum laude af. Hij volgde orgel-cursussen bij Michel Chapuis, Andres Cea Galan, Harald Vogel, Olivier Latry, Zsigmond Szathmary en Thomas Trotter.

In 2003 won hij de 3e prijs op het orgel-concours voor orgelstudenten in Brielle. In 2004 won hij het orgelconcours te Leiden voor conservatoriumstudenten in de categorie romantiek/20e/21e eeuw. In september van 2005 won hij de 1e prijs op het orgelconcours voor orgelstudenten in Brielle.

Rien is organist van de Maranathakerk te Rotterdam-Zuid, de dorpskerk in Rhoon en van de Laurentiuskerk te Mijnsheerenland. Sinds maart 2012 is Rien organist van de St. Joriskerk in Amersfoort. Hij is bestuurslid van de Bach-dag Amersfoort.

Verder heeft hij een uitgebreide lespraktijk en is hij actief als (koor)begeleider. Van zijn spel ver-schenen vier cd’s, die in de pers zeer positiefwerden ontvangen. Vorig jaar verscheen een cd met laat-romantisch en vroeg-modern repertoire, opgenomen op het orgel van de Oude Kerk in Delft. Deze cd kreeg het pre-dicaat ‘CD van de Maand’, op de website www.orgelnieuws.nl. In oktober 2010 ver-scheen de cd ‘Dutch Organmusic’, met Neder-landse orgelmuziek uit de 20e eeuw.

WWW.RIENDONKERSLOOT.NL

RIEN DONKERSLOOT

Bas Ramselaar werd in 1961 geboren te Amersfoort. Onder leiding van zijn vader Wim Ramselaar zong hij al op zesjarige leeftijd mee in verschillende koren. Tussen 1985 en 2001 was hij vast lid van het Nederlands Kamerkoor. Hij maakte jarenlang deel uit van het solisten-ensemble van de Nederlandse Bachvereniging. Recentelijk was hij betrokken bij de opnames en concerten rond de Leidse Koorboeken met het Egidius College en de Madrigaalboeken van Claudio Monteverdi met Le Nuove Musiche. Als concertzanger zong hij meer dan twintig jaar op de grote Nederlandse en buitenlandse podia. Talrijk zijn zijn radio-, tv- en cd-opnamen met werken uit verschillende stijlperioden.

Vanaf 1995 is hij als dirigent verbonden aan het St. Joris Kamerkoor. Tussen 2001 en 2012 was hij dirigent van Toonkunst Amersfoort. Verder is Bas Ramselaar sinds 2001 de vaste dirigent van de Bach Cantorij Baarn en Orkest. Daarnaast is hij artistiek leider/dirigent van het Basilius College uit Zeist en sinds 2010 dirigent van het koor en orkest van de Stichting Rondom de Kantates in Amersfoort. Naast al deze activiteiten is hij regelmatig werkzaam als zangpedagoog, co-repetitor en docent stem- en koorvorming.

Het St. Joris Kamerkoor, opgericht in 1985, is een gemengd kamerkoor met 28 leden en richt zich op de uitvoering van religieuze muziek

op hoog amateurniveau. Het koor organiseert twee eigen concertseries per jaar. Daarnaast wordt het koor regelmatig voor concerten uitgenodigd. Recent was dat bijvoorbeeld in Doesburg met een Festival of Lessons and Carols (Martinikerk, december 2012), in Haar-lem, op uitnodiging van de Andriessen De Klerk Stichting (St. Josephkerk, april 2013) en Laren-NH in het kader van het Korenfestival aldaar (St. Jansbasiliek, juni 2013). Enkele malen per jaar werkt het koor mee aan de vespers in de Sint Joriskerk te Amersfoort.

Het repertoire bestaat uit muziek vanaf de middeleeuwen en renaissance (o.a. Gombert, Byrd, Sweelinck), barok (Schütz, Purcell, Bach) en romantiek (Brahms, Bruckner, Rheinberger)tot de 20e en 21e eeuw. Verschillende heden-daagse componisten, o.a. Daan Manneke,Wijnand van Klaveren en Enrico Vlasveld hebbennieuwe stukken aan het koor opgedragen.

BAS RAMSELAAR

zelf. Naast het openingskoraal van Matthias Claudius zijn het voornamelijk gedichten uit de 15e en 16e eeuw en enkele anonieme teksten uit de tijd van de kruisvaarders. Uit de teksten blijkt hoezeer de verschrikkingen van de oorlog Reger hadden aangegrepen. Er spreekt een roep om hulp uit en een diep vertrouwen dat die hulp alleen van God verwacht kan worden.

Delen uit ‘Acht Geistliche Gesänge’, opus 138 (1914)

Max Reger (1873-1916) was een bekend orgelvirtuoos en dat is hoorbaar in zijn Acht geistliche gesänge, waarin hij stemgroepen als orgelregisters ‘in- en uitschakelt’.

Reger werd op 11 mei 1916 dood aangetrof-fen in zijn hotelkamer in Leipzig met de gecor-rigeerde versie van de Acht geistliche Gesänge op zijn bureau. Zijn relatief korte, turbulente leven vol musiceren en componeren had hem zowel geestelijk als lichamelijk totaal uitgeput.

Reger schreef de acht geestelijke liederen (waarvan het St. Joris Kamerkoor vanavond de delen 3, 5, 6 en 7 uitvoert) nadat hij bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog tot zijn teleurstelling was afgekeurd voor militaire dienst. De teksten voor de gezangen koos hij

MAX REGER

KREUZFAHRERLIEDIn Gottes Namen fahren wir,seiner Gnaden begehren wir,nun helf uns die Gottes Kraftund das heilig Grab,da Gott selber inne lag.Kyrieleis.

Sanktus Petrus der ist gut,der uns viel seiner Gnaden tut,das gebeut ihm die Gottes Stimme.Fröhlich nun fahren wir!Nun hilf uns, edle Maria, zu dir.Fröhlich und unverzagt!Nun hilf uns, Maria, reine Magd.

In Gods naam gaan wij,Zijn genade wensen wij,nu moge ons helpen Gods krachten het heilige graf,waar God zelf in lag.Kyrieleis.

Sint Petrus, hij is goed,die ons veel genade brengt,dat gebiedt hem Gods stem.Vrolijk nu vertrekken wij!Help ons, edele Maria, naar U.Vrolijk en onbevreesd!Nu help ons, Maria, reine maagd.

SCHLACHTGESANG

DAS AGNUS DEI

O lam Gods, onschuldigaan de stam van het kruis geslagen,altijd verdraagzaam bevonden,hoewel U werd veracht:alle zonde hebt U gedragen,anders zouden wij moeten vrezen,ontferm U over ons, o Jezus.

Mit Gottes Hilf sei unser Fahrt!Maria halt uns in der Wart!Sankt Peter unser Hauptmann sei!Unsere Sünde Herre Gott verzeih,daß wir ewgen Todes frei!Kyrie eleison.

Dank sei dir, dank dem heiligen Gott,des Himmels Fürst, Herr Sabaoth!Allgegenwärtig Dreifaltigkeit,steh uns bei zur Gerechtigkeit!Lob und Dank sei dir geseit.Kyrie eleison.

Nikolaus Hovesch (Decius) (†1541)

Matthias Kemnat (ca. 1470)

Met Gods hulp zij onze tocht!Moge Maria over ons waken!Sint Petrus zij onze hoofdman!Onze zonden Heer God vergeve,dat wij vrij zijn van de eeuwige dood!Kyrie eleison.

Dank zij U, dank de heilige God,de vorst van de hemel, Heer Sabaoth!altegenwoordige Drievuldigheid,sta ons bij voor gerechtigheid!Lof en dank zij U gebracht.Kyrie eleison.

Die Nacht ist kommen,drin wir ruhen sollen;Gott walts zu Frommennach sein’m Wohlgefallen,daß wir uns legenin sein’m G’leit und Segen,der Ruh’ zu pfl egen.

Treib, Herr, von uns ferndie unreinen Geister,halt die Nachtwach’ gern,sei selbst unser Schutzherr!Schirm beid, Leib und Seel’unter deinen Flügeln,send’ uns dein’ Engel!

Laß uns einschlafenmit guten Gedanken,fröhlich aufwachenund von dir nicht wanken;laß uns mit Züchtenunser Tun und Dichtenzu dein’m Preis richten!

Petrus Herbert (†1591)

De nacht is gevallenwaarin we moeten rusten;God heerst erover voor vrome mensennaar zijn welgevallen,opdat wij ons onder zijn geleide en zegente ruste leggen.

Houd ver van ons, Heer,de onreine geesten,wil ’s nachts waken,wees zelf onze beschermer.Behoed beide, lichaam en zielonder Uw vleugels,zend ons Uw engelen.

Laat ons inslapenmet goede gedachten,met vreugde ontwakenen ons van U niet afwenden;laat ons in alle eer en deugdons handelen en dichtenaan U opdragen!

NACHTLIED

O Lamm Gottes, unschüldigam Stamm des Kreuzes geschlachtet,allzeit gefunden düldig,wiewohl du wurdst verachtet:All Sünd hast du getragen,sonst mößten wir verzagen,erbarm dich unser, o Jesu.

DE BACHDAG AMERSFOORT WERD MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR DEZE BEDRIJVEN,

FONDSEN EN ORGANISATIES. VÉÉL DANK!

AMERSFOORT EN OMSTREKEN