21
Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep Amaris, locatie De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Utrecht, mei 2019 V2010663

Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep Amaris, locatie

De Veste, dependance De Beer

in Naarden op 7 februari 2019

Utrecht, mei 2019

V2010663

Page 2: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 2 van 21

Inhoud

1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding bezoek 3 1.2 Beschrijving Amaris en locatie De Beer 4

2 Conclusie 5 2.1 Overzicht van de resultaten 5 2.2 Resultaten per thema 5 2.2.1 Persoonsgerichte zorg 5 2.2.2 Deskundige zorgverlener 5 2.2.3 Sturen op kwaliteit en veiligheid 6 2.3 Conclusie bezoek 6

3 Wat zijn de vervolgacties 7 3.1 De vervolgactie die de inspectie van u als zorgaanbieder verwacht 7 3.2 Vervolgacties van de inspectie 7

4 Resultaten 8 4.1 Thema Persoonsgerichte zorg 8 4.1.1 Resultaten 8 4.2 Thema Deskundige zorgverlener 11 4.2.1 Resultaten 11 4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid 15 4.3.1 Resultaten 15

Bijlage 1 Methode 19

Bijlage 2 Beoordeelde documenten 21

Page 3: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 3 van 21

1 Inleiding

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd bracht op 7 februari 2019 een

onaangekondigd vervolgbezoek aan Amaris Zorggroep (Amaris), locatie De Beer

(De Beer) in Naarden.

De inspecteurs toetsen of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in

wetten, professionele standaarden, veldnormen en in het veld vastgestelde

kwaliteitskaders. Het toetsingskader is slechts een selectie hieruit. Mochten de

inspecteurs het tijdens het bezoek nodig vinden ook andere thema’s te onderzoeken

dan doen zij dit. De inspecteurs benoemen de onderzochte thema’s dan apart in dit

rapport. De inspectie schrijft haar rapporten in de tegenwoordige tijd. Dit doet zij

om de leesbaarheid te verhogen.

De begrippen die gebruikt worden in dit rapport zijn vastgelegd in een verklarende

woordenlijst.

Bij de observaties, rondleiding, het inzien van documenten en de gesprekken letten

de inspecteurs op de volgende thema’s: persoonsgerichte zorg, deskundige

zorgverlener en sturen op kwaliteit en veiligheid.

Waar de inspectie naar kijkt ligt vast in een toetsingskader.

1.1 Aanleiding bezoek

Inspectiebezoek 26 april 2018: locatie De Veste, dependance De Beer.

Op 26 april 2018 bezocht de inspectie locatie De Veste, dependance De Beer van

Amaris. Deze locatie voldeed niet aan een groot aantal normen voor kwaliteit en

veiligheid van zorg.

Inspectiebezoek 4 juni 2018: locatie Theodotion.

De bevindingen van het bezoek aan De Beer maakten dat de inspectie wilde toetsen

of Amaris op andere locaties wel aan de normen voor kwaliteit en veiligheid voldoet.

Zij bracht daarom op 4 juni 2018 een verbredingsbezoek aan Theodotion. Deze

locatie voldeed (grotendeels) niet aan 9 van de 15 getoetste normen.

Bestuursgesprek 28 augustus 2018.

De bevindingen van de bezoeken aan De Beer en Theodotion bevatten op

verschillende normen overeenkomsten. Daarom nodigde de inspectie de raad van

bestuur van Amaris op 28 augustus uit voor een gesprek. Tijdens dit gesprek gaf het

bestuur aan de door de inspectie geconstateerde tekortkomingen te herkennen. Het

bestuur geeft verder aan dat Amaris aan het begin staat van een grootschalig en

ambitieus verbetertraject. Hierin worden de geconstateerde tekortkomingen

meegenomen.

Op basis van de verzamelde informatie vraagt de inspectie twee resultaatsverslagen

op. Eén verslag richt zich specifiek op De Beer en is op 15 november 2018 door de

inspectie ontvangen. Eén verslag richt zich op alle locaties van Amaris en is op

1 februari 2019 door de inspectie ontvangen.

Ter toetsing van de verbetermaatregelen die op De Beer zijn getroffen brengt de

inspectie een vervolgbezoek aan De Beer.

Dit rapport is niet los te zien van het rapport van het bezoek op 26 april 2018 en is

ook terug te vinden op de website van de inspectie onder publicaties.

Page 4: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 4 van 21

1.2 Beschrijving Amaris en locatie De Beer

Stichting Amaris Zorggroep

Amaris biedt onder andere thuiszorg, wonen & zorg, revalidatie & behandeling en

welzijn & services. De organisatie heeft 13 zorglocaties actief in de regio’s Gooi &

Vechtstreek en Eemland.

De Beer

De Beer is een kleinschalige woonvoorziening voor mensen met dementie. De Beer

maakt onderdeel uit van locatie De Veste. De Beer heeft als dependance van deze

locatie een aanmerking in de zin van de Wet Bijzondere opname psychiatrische

ziekenhuizen (Bopz). De Beer is een gesloten setting met een centrale voordeur en

een hek, beide afgesloten met een codeslot. Hoewel De Beer formeel valt onder De

Veste, draait de locatie zelfstandig. De warme maaltijd komt wel van de keuken op

De Veste. Zorgverleners regeneren het eten in de keukens op de verschillende

woongroepen.

De locatie kent drie kleinschalige woongroepen van acht cliënten per etage. De drie

woonkamers hebben ieder een ander thema, bijvoorbeeld landelijk of klassiek. De

gangen onderscheiden zich van elkaar door middel van kleuren. Op de eerste etage

heeft De Beer vogeltjes.

Ten tijde van het bezoek ontvangen 23 cliënten zorg. Voor 15 cliënten wordt de zorg

gefinancierd via een ‘Volledig pakket thuis’ (VPT). 12 cliënten hebben een VPT 5 en

één cliënt heeft een VPT 7. Eén cliënt heeft een VPT 4. Voor deze cliënt is een VPT 5

aangevraagd. Verder hebben zeven cliënten hebben een zorgprofiel (VV), zes met

een VV5 en één met een VV7. Alle cliënten ontvangen zorg inclusief behandeling.

Van de 23 cliënten is voor vijf cliënten onbekend of zij een Bopz-indicatie hebben,

bij twee cliënten zijn hierover in het zorgplan afspraken gemaakt.

Bij De Beer werkt 22,6 fte aan zorgverleners. Hiervan is 10,8 fte verzorgende IG,

5,3 fte niveau helpende plus en 6,5 fte niveau 1. Daarnaast is de locatie bezig met

het aantrekken van verpleegkundigen. In de tussentijd vallen drie verpleegkundigen

van andere locaties van Amaris voor (totaal) 12 uur per week in. Deze

verpleegkundigen hebben een coachende functie.

Sinds juni 2018 stuurt een teammanager De Beer aan. Zij is voor 20 uur

beschikbaar voor de locatie.

Sinds 7 januari 2019 biedt De Beer zorg met behandeling. Een specialist

ouderengeneeskunde (SO) is eindverantwoordelijk voor de medische zorg. Deze SO

vervulde voorheen een consulterende functie. Ook is een vaste psycholoog

betrokken bij De Beer.

Page 5: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 5 van 21

2 Conclusie

Dit hoofdstuk start met een samenvatting. Hierin vindt u een overzicht met daarin

de beoordeling hoe de inspectie de geleverde zorg ziet.

Vervolgens geeft de inspectie haar conclusie over De Beer. Een toelichting op de

scores per norm staat in hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk beschrijft de inspectie op

basis van welke bevindingen de scores op de normen zijn gegeven.

In hoofdstuk 4 ziet u het oordeel op normniveau terug van het bezoek van 7

februari 2019.

2.1 Overzicht van de resultaten

Onderstaande diagrammen laten u per thema zien hoe de inspectie uw locatie

beoordeelt.

2.2 Resultaten per thema

2.2.1 Persoonsgerichte zorg

De Beer heeft gewerkt aan randvoorwaarden voor persoonsgerichte zorg. Zo

begeleiden contactverzorgenden nu per persoon minder cliënten. Ook leggen

zorgverleners de informatie over de levensloop, wensen en behoeften van de cliënt

in het cliëntdossier vast. Zorgverleners zijn hierdoor beter in staat om

persoonsgerichte zorg te bieden.

Daarnaast investeert De Beer in het verhogen van de zorginhoudelijke kennis van

zorgverleners. Zorgverleners hebben meer oog voor wat de cliënt nodig heeft, zowel

ten aanzien van bejegening als ten aanzien van eigen regie.

2.2.2 Deskundige zorgverlener

Zorgverleners binnen De Beer werken methodisch en betrekken kennis over de

cliënt bij het maken van professionele afwegingen. De multidisciplinaire

samenwerking is verbeterd. Wel is er blijvende aandacht nodig voor het niveau van

klinisch redeneren van zorgverleners en de deskundigheidsmix van het personeel.

Door het vergroten van deze zorginhoudelijke kennis worden zorgverleners minder

afhankelijk van de overige disciplines.

De SO is verantwoordelijk voor de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen en zet

in op het zo min mogelijk beperken van de bewegingsvrijheid. De ingezette

maatregelen worden cyclisch geëvalueerd en bijgesteld. Wel moet in Bopz-beleid

duidelijker worden vastgelegd wat de verschillen zijn tussen cliënten met een Bopz-

indicatie en de vrijwillig opgenomen cliënten binnen De Beer.

Thema 1:

Persoonsgerichte

zorg (5 normen)

Thema 2:

Deskundige

zorgverlener (7 normen)

Thema 3: Sturen op

kwaliteit en

veiligheid (5 normen)

Page 6: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 6 van 21

2.2.3 Sturen op kwaliteit en veiligheid

Binnen De Beer wordt op verschillende lagen aan verbetering gewerkt. Het

management van De Beer heeft actuele kwaliteitsinformatie tot haar beschikking. Zij

gebruikt deze informatie voor een systematische bewaking, beheersing en

verbetering van de kwaliteit en veiligheid van zorg. Daarnaast werken zorgverleners

en management samen aan het verbeteren van een veilige cultuur om zo tot leren

en verbeteren te komen. Hierbij is het van belang dat de locatie meldingen en

klachten cyclisch gaat gebruiken voor het verbeteren van de zorg.

2.3 Conclusie bezoek

Over alle getoetste normen, verdeeld over de verschillende thema’s, ziet de

inspectie dat De Beer de benodigde verbeteringen voortvarend heeft opgepakt. De

zorg bij de Beer voldoet op 12 van de 14 getoetste normen grotendeels aan de

norm. Op twee van de getoetste normen voldoet De Beer grotendeels niet aan de

norm. De inspectie ziet dat het management inzet op het verhogen van de

deskundigheid van haar zorgverleners. Zij doet dit enerzijds door scholing te

organiseren, en anderzijds door nabij de teams te zijn en hen te coachen in de

ontwikkelingen binnen de organisatie. Ook zet het management in op de verdere

borging van de ingezette verbetermaatregelen om zo het leveren van goede zorg te

continueren.

De Beer heeft hard gewerkt aan verbeteringen in de kwaliteit van zorg. Dit is terug

te zien in de beoordeling van de normen. Zowel het management als zorgverleners

weten waar zij staan in het verbeterproces. Zij tonen zich transparant over wat zij

gedaan hebben, maar ook over wat hen nog te doen staat. Dit maakt dat de

inspectie vertrouwen heeft in de verdere verbeterkracht van de locatie.

Page 7: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 7 van 21

3 Wat zijn de vervolgacties

In dit hoofdstuk leest u wat we van u als zorgaanbieder verwachten.

Daarna leest u wat de inspectie zal doen naar aanleiding van dit bezoek.

3.1 De vervolgactie die de inspectie van u als zorgaanbieder verwacht

Als zorgaanbieder moet u voldoen aan de normen uit wet- en regelgeving en

veldnormen.

De inspectie gaat ervan uit dat u ook gaat voldoen aan de normen waaraan u tijdens

het inspectiebezoek ‘grotendeels niet’ en ‘grotendeels’ voldeed. De inspectie

verwacht ook dat verbetermaatregelen zo nodig op andere locaties worden

getroffen.

3.2 Vervolgacties van de inspectie

De Beer heeft, na het vorige bezoek, de urgentie gevoeld en is voortvarend aan de

slag gegaan. De inspectie constateert dat De Beer de nodige stappen heeft gezet en

verbeteringen heeft doorgevoerd. De inspectie sluit daarom en op basis van de

bevindingen en conclusies in dit rapport het toezichttraject voor deze locatie af.

Hiermee sluit de inspectie tevens het toezichttraject op Amaris Zorggroep af.

Dit betekent dat de inspectie Amaris Zorggroep in 2019 niet opnieuw bezoekt tenzij

de inspectie meldingen krijgt of andere signalen opvangt dat de kwaliteit en de

veiligheid van de zorg niet op orde is. Dan kan de inspectie opnieuw op bezoek

komen.

Page 8: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 8 van 21

4 Resultaten

In dit hoofdstuk staat per thema hoe de inspectie de geleverde zorg per norm

tijdens het bezoek van 26 april 2018 heeft beoordeeld. Vervolgens ziet u hoe de

inspectie de geleverde zorg per norm beoordeelt ten tijde van dit bezoek. De

inspectie scoort tijdens het bezoek of De Beer wel, deels of niet voldoet aan de

normen om zo te komen tot een beoordeling per thema. Per thema zijn het oordeel,

de normen en de bevindingen weergegeven. Achtereenvolgens komen alle

beoordeelde thema’s aan bod.

De normen worden in een vierpuntsschaal aangegeven in kleuren.

De kleuren hebben de volgende betekenis:

Donker groen: De locatie/afdeling voldoet aan de norm.

Licht groen: De locatie/afdeling voldoet grotendeels aan de norm.

De instelling is goed op weg; verbetering is mogelijk.

Geel: De locatie/afdeling voldoet grotendeels niet aan de norm.

De instelling heeft een start gemaakt maar is nog niet op het

gewenste niveau; verbetering is noodzakelijk.

Rood: De locatie/afdeling voldoet niet aan de norm.

De instelling heeft nog helemaal niets gedaan of geregeld;

verbetering is noodzakelijk.

Blauw: De norm is niet getoetst.

4.1 Thema Persoonsgerichte zorg

Het startpunt voor het geven van de zorg zijn de wensen en verlangens van de

cliënt. Kent de zorgverlener de cliënt, kent hij zijn geschiedenis, weet hij wat de

cliënt belangrijk vindt en wat de cliënt niet wil? Is er sprake van een evenwichtige

en respectvolle relatie tussen een cliënt en de zorgverlener? Luistert de zorgverlener

goed naar de cliënt en zijn naasten? En belangrijker, staan de wensen en verlangens

van de cliënt centraal? Geeft de zorgverlener hier gehoor aan? De cliënt heeft de

regie en wordt daarbij ondersteund door zijn naasten en de zorgmedewerkers.

4.1.1 Resultaten

Norm 1.11

Iedere cliënt heeft inspraak in en afspraken over de doelen van de zorg,

behandeling en ondersteuning.

Volgens de inspectie voldeed De Beer tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan

de norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet De Beer grotendeels aan deze norm.

De Beer organiseert iedere zes maanden een multidisciplinair overleg (MDO). Hierbij

is de psycholoog, de contactverzorgende, de familie en waar mogelijk de cliënt zelf

aanwezig. De SO is één keer per jaar bij het MDO aanwezig. De inspectie ziet tijdens

dossierinzage dat zorgverleners doelen en acties formuleren vanuit het oogpunt van

de cliënt.

1 Dit artikel geldt niet voor cliënten die zorg ontvangen op grond van artikel 3.3.3 Wlz (persoonsgebonden budget /PGB).

Het recht op een zorgplanbespreking en een zorgplan zoals omschreven in de Wlz geldt niet voor deze groep cliënten.

Page 9: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 9 van 21

Waar De Beer eerst werkte met EVV’ers, werkt zij nu met contactverzorgenden.

Voor iedere woongroep zijn er drie verzorgenden IG die contactverzorgende zijn.

Iedere contactverzorgende is verantwoordelijk voor drie cliënten. Zorgverleners

geven aan dat dit hen rust en ruimte biedt om zich beter te focussen op de wensen

en behoeften van de cliënten.

De Beer werkt sinds december 2018 met het formulier ‘Wensen en gewoonten –

vragenlijst aanvang zorg’. In dit formulier wordt onder andere gevraagd naar de

levensloop van de cliënt, woon- en leefomstandigheden, hobby’s en interesses en

mentaal welbevinden en autonomie. De cliënt of diens informeel netwerk vult het

formulier bij opname in. De inspectie ziet dat zorgverleners de verzamelde

informatie opnemen in het Elektronisch Cliëntdossier (ECD) en de zorgkaart. Op de

zorgkaart staan zorgafspraken die niet in het zorgleefplan thuis horen. Het gaat hier

bijvoorbeeld om onderwerpen die bedoeld zijn om de dagelijkse zorg aan de cliënt te

kunnen bieden en of een cliënt graag aangesproken wordt met zijn voor- of

achternaam. De inspectie ziet de zorgkaarten in het ECD terug.

Wel ziet de inspectie dat deze zorgkaarten er alleen zijn voor cliënten die nieuw

opgenomen zijn bij De Beer. Voor de cliënten die al langer op de locatie wonen

moeten de zorgverleners de zorgkaarten nog maken.

Norm 1.21

Zorgverleners kennen de cliënt en zijn wensen, behoeften, mogelijkheden en

beperkingen.

Volgens de inspectie voldeed De Beer tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan

de norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet De Beer grotendeels aan deze norm.

De inspectie hoort tijdens verschillende gesprekken dat zorgverleners de cliënten

kennen en van het merendeel weten wat hun zorgbehoeften, mogelijkheden en

beperkingen zijn. De inspectie ziet tijdens observaties dat zorgverleners de

informatie uit de zorgkaarten gebruiken tijdens de dagelijkse zorg. Zo ziet de

inspectie bij een cliënt die recent bij de Beer is komen wonen in het dossier staan

dat deze cliënt snel overprikkeld raakt door harde geluiden. Om rustig te worden

brengen zorgverleners hem naar zijn kamer en zetten klassieke muziek op. De

inspectie ziet in de rapportage dat zorgverleners deze actie kennen en ook

uitvoeren.

Daarnaast hoort de inspectie van verschillende gesprekspartners dat de SO de

cliënten goed kent. Zij heeft met de verschillende families van cliënten gesproken en

komt twee keer per week op de Beer. Ook ziet de inspectie in de dossiers dat de

psycholoog is betrokken bij de cliënten. Na een nieuwe opname komt zij binnen

twee weken kennis maken met de cliënt. De inspectie ziet rapportages van dit

kennismakingsmoment terug in het dossier.

Daarentegen hoort de inspectie dat zorgverleners soms nog beperkt informatie over

de cliënt kunnen vertellen. Een zorgverlener vertelt dat de uitvraag over ‘Wensen en

Gewoonten’ zo van belang is omdat zij dan de cliënten beter leren begrijpen. De

vragenlijst hebben zij daarom bij cliënten en/of familie onder de aandacht gebracht.

De inspectie ziet in de dossiers bij sommige cliënten dat zorgverleners de ‘Wensen

en Gewoonten’ nog niet in beeld hebben gebracht. Voor sommige cliënten hebben

zorgverleners al wel informatie ontvangen maar nog niet verwerkt in het ECD.

Page 10: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 10 van 21

Norm 1.3

Cliënten voeren binnen hun mogelijkheden zelf regie over leven en welbevinden.

Volgens de inspectie voldeed De Beer tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan

de norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet De Beer grotendeels aan deze norm.

De inspectie ziet tijdens observaties dat zorgverleners meer oog hebben voor de

eigen regie van cliënten. Zo ziet de inspectie dat een cliënt tijdens de maaltijd

onrustig is. Deze cliënt wil steeds opstaan. Zorgverleners proberen hem te

stimuleren weer te gaan zitten, maar als hij dit niet blijkt te willen laten zij hem

opstaan en rondlopen. Een andere cliënt die geen zin meer heeft om aan tafel te

blijven zitten en te eten, laten zij van tafel gaan. De cliënt gaat de krant lezen in

een luie stoel.

De inspectie ziet dat zorgverleners een afweging maken tussen veiligheid en

kwaliteit van leven. Zo is er een cliënt die graag buiten gaat wandelen. Eerder kon

zij zelfstandig met de sleutel naar buiten. Echter, zij is in de afgelopen week door

duizeligheid drie keer gevallen. Na overleg tussen contactverzorgende, SO en de

cliënt zelf is besloten dat zij niet meer zelfstandig in het trapportaal kan lopen.

Daarom gaat nu iedere middag een zorgverlener met deze cliënt naar buiten om een

stuk te wandelen. De inspectie ziet deze afspraken terug in het zorgleefplan en ziet

zorgverleners ’s middags met deze cliënt naar buiten gaan.

In het dossier zijn de acties rondom welzijn specifieker dan tijdens het vorige

bezoek. Zo heeft een cliënt het doel: ‘ik heb een gestructureerde dagindeling met

twee activiteiten’. In de actie bij dit doel is uitgeschreven welke activiteiten dit

kunnen zijn: ‘activiteiten aanbieden, in de ochtend bijvoorbeeld tijdschrift/krant

lezen en lichte klassieke muziek luisteren. In de middag na het eten rusten en

vervolgens ondernemen de dochters een activiteit.’

Wel ziet de inspectie dat zorgverleners nog geneigd zijn taakgericht te werken.

Verschillende gesprekspartners vertellen dat de ommezwaai naar persoonsgericht

werken tijd kost. Zo ziet de inspectie tijdens observaties dat zorgverleners nog de

tafel voor cliënten te dekken, terwijl zij dit nog goed zelf zouden kunnen. In een

andere huiskamer dekken zorgverleners de tafel niet, en krijgen alle cliënten soep

met een omelet op brood. Andere keuzemogelijkheden voor het beleg op brood

staan niet op tafel en biedt de zorgverlener ook niet aan.

Norm 1.4

Cliënten ervaren nabijheid, geborgenheid, vertrouwen en begrip. Zij worden met

respect behandeld.

Volgens de inspectie voldeed De Beer tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan

de norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet De Beer grotendeels aan deze norm.

Uit verschillende gesprekken en documentinzage blijkt dat De Beer geïnvesteerd

heeft in scholingen over dementie en onbegrepen gedrag. Daarnaast organiseert de

psycholoog voor elke woongroep iedere zes weken een omgangsoverleg. Hieruit

komen omgangadviezen of benaderingsplannen. De inspectie ziet deze terug in het

dossier. Gesprekspartners vertellen dat deze stappen de bejegening van cliënten

verbetert. Zorgverleners zelf geven dit ook aan. Zij vertellen zich meer bewust te

zijn van hoe het voor een cliënt is om dementie te hebben. Tijdens een observatie

ziet de inspectie dit terug. Eén van de cliënten loopt zoekend over de afdeling. Een

Page 11: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 11 van 21

zorgverlener loopt naar de cliënt toe, pakt hem bij zijn handen en kijkt hem aan. Ze

vraagt hem: ‘wat zoekt u’? De cliënt focust op de zorgverlener en wordt rustiger.

Daarna kan de zorgverlener hem afleiden en gaat met hem een boterham eten. De

inspectie ziet deze benaderingswijze terug in het dossier.

Verder ziet de inspectie dat De Beer werkt met een nieuw werkrooster. Dit betekent

dat zorgverleners niet meer allemaal tegelijkertijd pauze hebben. Hierdoor zijn er

voldoende zorgverleners aanwezig tijdens de lunch. Een zorgverlener vertelt ook dat

zij per 1 februari 2019 hebben afgesproken dat de zorgverleners in principe bij de

cliënten aan tafel lunchen.

De inspectie hoort en ziet tijdens het bezoek dat er binnen De Beer een hoog

ziekteverzuim is. Dit maakt dat de locatie regelmatig gebruik maakt van

invalkrachten. Zorgverleners vertellen dat het regelmatig niet lukt om de

invalkrachten vanuit de vaste flexpool te betrekken. Dit maakt dat zij nieuw zijn

voor cliënten en zij volgens gesprekspartners in de bejegening minder goed

aansluiten. Ook ziet de inspectie tijdens de observatie dat zorgverleners tijdens de

lunch allerlei andere taken uitvoeren terwijl cliënten nog zitten te eten. Zo ruimt een

zorgverlener alvast de tafel af, lopen zorgverleners heen en weer om iets uit de

keuken te pakken en wordt de vaatwasser uitgeruimd. Dit maakt dat cliënten steeds

om zich heen kijken en de lunch onrustig verloopt.

Norm 1.5

Cliënten worden ondersteund om hun informele netwerk in stand te houden of uit te

breiden.

Deze norm is tijdens het vorige bezoek niet getoetst.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

4.2 Thema Deskundige zorgverlener

De zorgaanbieder zet voldoende en deskundige medewerkers in. Hij schoolt,

ondersteunt en stimuleert hen structureel.

De samenstelling van het personeel past bij de cliënten voor wie wordt gezorgd. De

zorgmedewerkers zijn hiervoor voldoende deskundig. Zij weten ook wanneer hun

deskundigheid niet voldoende is. Daarnaast zijn zorgmedewerkers in staat om

samen te werken. De zorgaanbieder zorgt voor een omgeving waarin

zorgmedewerkers methodisch kunnen werken. De zorgmedewerker is in staat

methodisch te werken. Methodisch werken garandeert dat het verbeteren van de

kwaliteit van de zorg continu onder de aandacht is van alle medewerkers.

Methodisch werken houdt in dat er wordt gewerkt volgens de Plan-Do-Check-

Act(PDCA)-cyclus:

- Plan: kijken naar de werkzaamheden en plannen hoe deze kunnen worden

verbeterd.

- Do: de verbeteringen uitvoeren.

- Check: beoordelen of het resultaat van de veranderingen het gewenste resultaat

oplevert.

- Act: de werkzaamheden bijstellen aan de hand van de gevonden resultaten.

Het methodisch werken is ook van toepassing op het thema Sturen op

kwaliteit en veiligheid.

4.2.1 Resultaten

Norm 2.1

Zorgverleners maken hun professionele afwegingen over de benodigde zorg,

ondersteuning en risico’s op basis van de wensen, behoeften, mogelijkheden en

beperkingen van de cliënt.

Page 12: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 12 van 21

Volgens de inspectie voldeed De Beer tijdens het vorige bezoek niet aan de norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet De Beer grotendeels aan deze norm.

Uit gesprekken en dossierinzage blijkt dat zorgverleners de wensen, behoeften,

mogelijkheden en beperkingen van de cliënt veelal betrekken bij het maken van

professionele afwegingen. In verschillende zorgleefplannen ziet de inspectie dat

zorgdoelen- en acties zijn afgestemd op wie de cliënt is en wat hij belangrijk vindt.

Vaste krachten kennen deze zorgdoelen en –acties ook en voeren deze uit.

In het dossier ziet de inspectie dat zorgverleners de uitkomsten van

risicosignaleringen, MDO’s en rapportage beter gebruiken voor het evalueren en

bijstellen van doelen en acties. Gesignaleerde risico’s ziet de inspectie merendeels

terug in het zorgplan of in de afsprakenkaart. Een zorgverlener vertelt verder dat zij

de inventarisatie van psychische risico’s samen met de psycholoog invult.

De inspectie ziet een overzicht van de vrijheidsbeperkende maatregelen die De Beer

inzet. De SO is eindverantwoordelijk voor deze maatregelen en evalueert deze

iedere drie maanden. De inspectie ziet de evaluaties in het ECD terug. Daarnaast

ziet de inspectie dat zorgverleners voorafgaand aan het inzetten van een maatregel

alternatieven afwegen. Zo is er een cliënt waarbij uit de overdracht van het vorige

huis bleek dat hij valgevaarlijk was. Uit observaties van zorgverleners blijkt echter

dat deze cliënt nog prima loopt. Wel gaat de cliënt scheef lopen als hij moe is.

Daarom is de inzet van een bedsensor multidisciplinair besproken. Toch is besloten

de bedsensor niet in te zetten, aangezien de cliënt nog niet gevallen is.

Wel hoort de inspectie dat er een aantal cliënten binnen De Beer wonen die geen

Bopz-indicatie hebben. Dit betekent dat deze cliënten vrijwillig binnen de locatie

verblijven. De inspectie ziet niet in alle gevallen een duidelijke individuele

risicoafweging met betrekking tot het wonen achter een gesloten deur. Bij navraag

blijkt deze er in de meeste gevallen wel te zijn. Dit is niet navolgbaar vastgelegd in

het individuele dossier van de cliënt. Zo heeft een cliënt volgens gesprekspartners

een sleutel zodat zij zelfstandig naar buiten kan. Echter, dit staat niet vermeld in

het zorgplan. Verder ontbreken, net als bij het vorige inspectiebezoek, in de

cliëntdossiers de Bopz-indicaties. Dit maakt dat zorgverleners zelf niet kunnen zien

wie wel en wie niet een Bopz-indicatie heeft. Ook de SO is hier niet van op de

hoogte. Zij geeft aan ervan uit te gaan dat bij de cliënten waarbij zij een

vrijheidsbeperkende maatregel inzet een Bopz-indicatie beschikbaar is.

Norm 2.2

Zorgverleners werken methodisch, passend bij hun functieniveau. Dit hele proces

wordt inzichtelijk vastgelegd in het cliëntdossier.

Volgens de inspectie voldeed De Beer tijdens het vorige bezoek niet aan de norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet De Beer grotendeels aan deze norm.

Alle verzorgenden IG hebben een mappentraining gevolgd. Dit hield in dat

zorgverleners uitleg kregen over hoe zij met het ECD om moeten gaan. Ook

ontvangen de zorgverleners coaching on the job in methodisch werken van de coach

van Waardigheid & Trots. Zorgverleners vertellen dat zij door de coaching en

scholing nu weten hoe een zorgleefplan eruit hoort te zien. De inspectie ziet dit

terug tijdens dossierinzage. De dossiers zijn in veel gevallen compleet. De

wensen/problemen, doelen en acties zijn actueel en bruikbaar. De acties sluiten aan

op de doelen en zijn zo geformuleerd dat zorgverleners ze als uitgangspunt voor de

dagelijkse zorg kunnen nemen. Zo ziet de inspectie het dossier van een cliënt die

recent haar heup gebroken heeft. Zij kan inmiddels weer lopen, maar is hier zelf nog

angstig voor. Het doel is: ‘mevrouw heeft zo min mogelijk last van angstgevoelens,

Page 13: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 13 van 21

naar aanleiding van haar heupoperatie’. De acties hierbij zijn: ‘als mevrouw

angstgevoelens uit (gilt) kun je haar gerust stellen door uit te leggen wat je gaat

doen.’ ‘Mevrouw wil graag door bekende medewerkers geholpen worden.’

De inspectie ziet daarentegen ook dat zorgverleners in hun rapportage nog

onvoldoende aandacht hebben voor psychosociale aspecten in de zorg. De

rapportages die de inspectie ziet zijn vooral praktisch van aard en nog taakgericht.

Zij gaan veelal over de somatische zorgvragen van de cliënten. Daarnaast blijkt uit

dossierinzage dat de afspraken die uit cliëntbesprekingen en omgangsoverleggen

komen en niet in een benaderingsplan worden opgenomen, in de rapportage worden

gezet. Deze informatie is na een tijdje niet goed meer terug te vinden. Hierdoor

lopen zorgverleners het risico informatie te missen. Zo ziet de inspectie in een

zorgplan bij actie ’ benadering volgens benaderingsplan’. Het benaderingsplan blijkt

bij inzage gedateerd. Een zorgverlener vertelt dat het benaderingsplan wel is

geëvalueerd in een omgangsoverleg. Echter, de nieuwe afspraken over de

benadering staan niet in het benaderingsplan, maar moeten zorgverleners opzoeken

in de rapportage.

Norm 2.3

De zorgaanbieder zorgt dat zorgverleners ruimte krijgen om systematisch te

reflecteren op goede, veilige en persoonsgerichte zorg voor de cliënt. Van daaruit

kunnen zij verbeteringen toepassen.

Volgens de inspectie voldeed De Beer tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan

de norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet De Beer aan deze norm.

Sinds half januari werkt De Beer met een nieuw werkrooster. De ingeplande

diensten hebben nu ruimte voor een mondelinge overdracht. Daarnaast komen de

zorgverleners tijdens iedere dienst twee keer samen om de stand van zaken te

bespreken. Verder staan zorgverleners, zowel gedurende de dagdienst als de

avonddienst, met zijn tweeën op de groep. Dit maakt dat zorgverleners onderling

kunnen overleggen, bijvoorbeeld als een cliënt onrustig gedrag laat zien.

Sinds 1 juni 2018 organiseert de psycholoog ook per woongroep een structureel

omgangsoverleg. Tijdens dit overleg bespreken zorgverleners casuïstiek en delen zij

met elkaar waar zij tegenaan lopen.

Daarnaast is binnen De Beer vanuit het Amarisbrede plan ‘Samen bouwen = Samen

doen’ gestart met het meer verzelfstandigen van de teams. Dit doet de locatie door

middel van bordbesprekingen. Tijdens deze besprekingen staan zorgverleners

samen stil bij wat zij als team nodig hebben, wie welke taken uitvoert en hoe dit

verloopt. De teammanager vertelt hier nu nog bij aanwezig te zijn om de teams te

ondersteunen.

Norm 2.4

Zorgverleners houden, passend bij hun functieniveau, relevante ontwikkelingen in

hun vakgebied bij om goede, veilige en persoonsgerichte zorg te kunnen bieden aan

de groep cliënten waaraan ze zorg verlenen.

De norm is tijdens het vorige bezoek niet getoetst.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

Norm 2.5

De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar zijn,

afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele zorgvragen.

Page 14: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 14 van 21

Volgens de inspectie voldeed De Beer tijdens het vorige bezoek niet aan de norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet De Beer grotendeels niet aan deze norm.

Binnen De Beer geldt de afspraak dat er minimaal één verzorgende IG aanwezig is.

Verschillende gesprekspartners geven aan dat dit het absolute minimum is en dat

De Beer probeert deze situatie te voorkomen. Toch hoort de inspectie dat het nog

regelmatig voorkomt dat er tijdens een dienst één verzorgende IG voor het hele

huis aanwezig is. Zorgverleners geven aan dat bepaalde taken, zoals het delen van

medicatie, hierdoor moeilijk uitvoerbaar zijn. Ook hoort de inspectie dat De Beer

kampt met een hoog ziekteverzuim. Dit maakt dat de locatie regelmatig onbekende

uitzendkrachten inzet. Zorgverleners geven aan dat het werken met uitzendkrachten

hen extra werk oplevert.

Uit gesprekken en inzage in de bezetting blijkt dat De Beer nog steeds een gebrek

heeft aan verpleegkundige kennis. De locatiemanager zet in op het werven van

verpleegkundigen, maar zij geeft aan dat het nog niet lukt het team op volle sterkte

te krijgen. Verschillende gesprekspartners geven aan dat de betrokken artsen bij de

start van de behandelfunctie zorgen hadden over het klinisch inzicht van het team.

Gesprekspartners vertellen dat de betrokken SO op dit moment nog twee ochtenden

in de week op de locatie aanwezig is. Dit, omdat zorgverleners nog niet altijd in

staat zijn zelfstandig risico’s te signaleren. Eén zorgverlener is verantwoordelijk

voor het verzamelen van de signalen en loopt de artsenvisite met de SO. De SO

geeft aan dat de zorgverleners steeds beter filteren wat relevant is en wat niet.

Door de verpleegkundigen van andere locaties in te zetten probeert De Beer het

niveau van klinisch redeneren van de overige zorgverleners op te hogen. Daarnaast

heeft de Beer afspraken gemaakt met het Ambulant verpleegtechnisch team (AVT).

Het AVT dient als achterwacht wanneer er complexe zorgvragen zijn.

Op dit moment werkt De Beer met minimaal twee zorgverleners per woongroep. Een

aantal van deze zorgverleners zijn woonassistenten. Uit gesprekken en

documentinzage blijkt dat vanaf maart alle woonassistenten een omscholing volgen

tot zorgassistent. Dit maakt dat zij basis zorgtaken, bijvoorbeeld rondom voeding,

kunnen uitvoeren. Zorgverleners geven aan minder werkdruk te ervaren dan

voorheen.

De Beer heeft geïnvesteerd in de doelgroepspecifieke kennis van zorgverleners.

Verschillende gesprekspartners geven aan dat dit in de bejegening zichtbaar is (zie

ook 1.4). De inspectie ziet dit terug in observaties en dossiers.

Ook ziet de inspectie dat de teammanager scholingen organiseert voor de

zorgverleners binnen De Beer. Zij doet dit door behoeften van zorgverleners in het

moment te inventariseren. Er is nog geen duidelijke planning voor scholingen in

2019 aanwezig.

Norm 2.6

Zorgverleners handelen volgens de afspraken zoals beschreven in protocollen,

richtlijnen en handreikingen. Zij weten wanneer zij wel en niet kunnen afwijken om

goede, veilige en persoonsgerichte zorg te kunnen bieden.

Volgens de inspectie voldeed De Beer tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan

de norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet De Beer grotendeels aan deze norm.

Zorgverleners handelen merendeels volgens interne afspraken. Dit is onder andere

terug te zien in het werken met het cliëntdossier en de inzet van

Page 15: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 15 van 21

vrijheidsbeperkende maatregelen. Ook ziet de inspectie dat zorgverleners vaker

melding doen van incidenten cliënten (MIC).

Zorgverleners vertellen dat zij, na gevolgde knoppentraining en coaching on the job,

beter weten hoe het ECD werkt. Ook zijn zij op de hoogte van het bestaan van het

kwaliteitshandboek met daarin de werkwijzen en protocollen van Amaris. Zij

vertellen beter op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen maar ook de werkwijze.

De inspectie vraagt een zorgverlener om een protocol op te zoeken. De betreffende

zorgverlener kan dit protocol makkelijk vinden.

De inspectie hoort daarnaast ook dat zorgverleners door de vele veranderingen

soms nog zoekende zijn hoe zij met de nieuwe werkwijzen moeten omgaan. Zij

geven aan nog te moeten wennen aan de nieuwe afspraken en dat dit nog tijd kost

om verder te implementeren.

Norm 2.7

Zorgmedewerkers werken multidisciplinair en schakelen tijdig disciplines en

specifieke expertise in van binnen of buiten de organisatie. In deze samenwerking

worden duidelijke afspraken gemaakt wie waarvoor verantwoordelijk is.

Volgens de inspectie voldeed De Beer tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan

de norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet De Beer grotendeels aan deze norm.

De Beer is sinds 7 januari 2019 gestart met zorg met behandeling. Dit maakt de

verantwoordelijkheidsverdeling binnen de locatie duidelijker. De SO is medisch

eindverantwoordelijk voor de cliënten en is twee keer per week aanwezig om visite

te lopen en vragen te beantwoorden. Daarnaast is een vaste psycholoog aanwezig

om cliënten en zorgverleners te begeleiden en ondersteunen in het omgaan met

onbegrepen gedrag en dementie. Uit verschillende gesprekken blijkt dat deze vaste

structuren zorgen voor helderheid bij zorgverleners. Gesprekspartners geven wel

aan dat zij nog moeten wennen aan de nieuwe werkwijze en dat het soms lastig is

om in te schatten voor welke zorgvragen zij de SO kunnen benaderen.

Behandelaren hebben toegang tot het ECD en kunnen hierin rapporteren.

Zorgverleners volgen de rapportage van behandelaren goed op. Wel ziet de

inspectie dat het communiceren via rapportage over (met name)

gedragsproblematiek nog weinig gebeurt. Uit de planning van komende scholingen

blijkt dat de teammanager voornemens is in maart of april een training rapporteren

te organiseren.

4.3 Thema Sturen op kwaliteit en veiligheid

Goede zorg en deze goed houden begint bij een goed management. Managers

sturen op de kwaliteit van zorg en coördineren en controleren wat er gebeurt op de

werkvloer. Onvoldoende sturing door het management betekent risico’s op de

werkvloer die zorgmedewerkers niet altijd kunnen voorkomen.

4.3.1 Resultaten

Norm 3.11

De zorgaanbieder stelt de persoonsgerichte zorg en ondersteuning centraal en borgt

de veiligheid van de cliënt.

Volgens de inspectie voldeed De Beer tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan

de norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet De Beer grotendeels aan deze norm.

Page 16: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 16 van 21

De inspectie ziet het kwaliteitsplan van Amaris Zorggroep van 2019 in. Hierin staat

de visie op persoonsgerichte zorg beschreven. Het uitgangspunt van deze visie is

‘Ken je cliënt’. Zowel in het dagelijks contact tussen de zorg en cliënten als in de

dossiervoering moet het kennen van de cliënt het startpunt zijn. Naast deze visie

werkt Amaris het plan ‘samen bouwen = samen doen’ uit. De basis van dit plan is

om de dialoog tussen zorgverleners en cliënten als uitgangspunt te nemen, zodat

het werken waarde toevoegt voor beide partijen. De inspectie ziet dat het

management van De Beer beide visies kent. De Beer is op haar eigen manier bezig

met het in de praktijk brengen van beide visies.

Uit de bevindingen van het vorige bezoek en verschillende gesprekken bl ijkt dat de

locatie van ver moest komen. Gesprekspartners vertellen dat de omslag naar

persoonsgericht werken langzaam gaat. Toch ziet de inspectie verbeteringen, onder

andere in het gebruiken van informatie over de cliënt om die cliënt als uitgangspunt

te kunnen nemen van de zorg. Ook ziet de inspectie dat zorgverleners cliënten meer

persoonsgericht bejegenen (zie thema 1) en daarmee uitvoering geven aan de visie

van Amaris.

Norm 3.2

De zorgaanbieder gebruikt (bijna)incidenten, (bijna)fouten en klachten voor de

verbetering van de zorg.

Volgens de inspectie voldeed De Beer tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan

de norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet De Beer grotendeels niet aan deze norm.

De inspectie hoort en ziet dat zorgverleners regelmatig een MIC invullen. Zij doen

de melding in een formulier in het ECD. Door de vragen op dit formulier in te vullen

maken zorgverleners een eerste analyse van het incident. Binnen De Beer is één

zorgverlener aandachtsvelder MIC. Zij verzamelt en analyseert de meldingen. Een

kwaliteitsmedewerker maakt de kwartaaloverzichten. De overzichten die de

inspectie inziet geven een kwantitatieve weergave van de meldingen. Het overzicht

geeft voor de locatie de hoeveelheid meldingen aan, verdeeld in categorieën:

agressie (verbaal en fysiek), een ander incident, gevaarlijke situatie die kan leiden

tot één van de bovenstaande incidenten, medicatie incident, stoten, botsen, knellen

en vallen. De inspectie ziet geen kwalitatieve analyse naar basisoorzaken terug. Dit

maakt het voor de inspectie niet inzichtelijk op basis waarvan verbeteracties zijn

voorgesteld en daarmee of de verbeteracties passend zijn.

Zorgverleners geven aan dat MIC-meldingen terugkomen tijdens de

bordbesprekingen. De inspectie ziet een overzicht van bespreekpunten van de

laatste bordbespreking in. Hierop komen de MIC-meldingen niet terug.

Norm 3.3

De zorgaanbieder bewaakt, beheerst en verbetert systematisch de kwaliteit en

veiligheid van de zorg.

Volgens de inspectie voldeed De Beer tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan

de norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet De Beer grotendeels aan deze norm.

De inspectie ontving voorafgaand aan het bezoek een resultaatsverslag van De

Beer. Dit resultaatsverslag is gemaakt op basis van het Kijken en IJken instrument

dat de teams binnen Amaris gebruiken om per norm te kijken waar zij staan. Het

team van De Beer heeft een uitgebreidere analyse gemaakt, op basis van de

Page 17: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 17 van 21

bevindingen van het laatste inspectiebezoek. De teammanager,

kwaliteitsmedewerker en de coach van Waardigheid & Trots hebben meegewerkt aan

het opstellen van dit resultaatsverslag.

De resultaten uit het verslag komen overeen met de situatie zoals de inspectie die

op de bezoekdag aantreft. Bij het inspectiebezoek zijn het management en

kwaliteitsmedewerkers aanwezig. Zij hebben in beeld welke aspecten van de zorg

goed verlopen en wat nog verbeterd moet worden. Zo geven zij aan dat de cultuur

rondom bijvoorbeeld communicatie en rapportage nog beter kan. De inspectie ziet

dit terug in het resultaatverslag, maar ook dat de Beer hier aandacht voor heeft in

de plannen voor het komende jaar. Gesprekspartners geven aan dat de situatie ten

opzichte van de vorige keer sterk is verbeterd, maar zij realiseren zich ook dat zij er

nog niet zijn. De coach van Waardigheid & Trots zal De Beer helpen met de verdere

ontwikkeling en implementatie van verbeteringen.

Daarnaast ziet de inspectie dat De Beer het systeem van meldingen en klachten nog

niet voldoende gebruikt voor het cyclisch verbeteren van de zorg.

Norm 3.4

De zorgaanbieder schept binnen de locatie en het team van zorgverleners

voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.

Volgens de inspectie voldeed De Beer tijdens het vorige bezoek grotendeels niet aan

de norm.

Tijdens dit vervolgbezoek voldoet De Beer grotendeels aan deze norm.

De teammanager van De Beer geeft aan dat de locatie voor een grote

verbeteropdracht stond toen zij begon. Zij vertelt van buiten naar binnen gewerkt te

hebben. Dit betekent dat zij zich in eerste instantie gericht heeft op het opzetten

van nieuwe structuren, waaronder het opnieuw indelen van contactverzorgenden,

het opstarten van omgangsoverleggen en roostering.

De inspectie ziet en hoort dat zorgverleners beter in staat zijn naar het effect van

eigen gedrag op de zorgverlening te kijken. Zo is bij het nemen van pauzes

uitgangspunt of dit voor de cliënten ook kan. Waar zorgverleners vroeger extra

pauzeerden voor het uitlaten van de hond nemen zij nu een cliënt mee die graag

buiten wandelt.

Zowel de bordbesprekingen als de omgangsoverleggen geven de zorgverleners meer

ruimte om te reflecteren op het bieden van goede en veilige zorg voor de cliënt.

Binnen De Beer is er geen structurele reflectie- of intervisiemogelijkheid voor

zorgverleners. Zorgverleners vertellen ook betrokken te zijn bij de verbeterplannen

en dat er door de scholing meer bewustwording is gekomen. De inspectie bemerkt in

de gesprekken met zorgverleners eveneens een actieve en lerende houding.

De teammanager vertelt dat zij zich in de komende periode wil richten op de

verbetering van de onderlinge communicatie in het team. Gesprekspartners

vertellen dat de veiligheid binnen het team beter is dan zij was, maar nog verdere

verbetering behoeft. In april/mei wil de teammanager daarom een scholing

‘communicatietechnieken’ aanbieden. Dit om zorgverleners te leren dat zij met

elkaar en niet over elkaar moeten praten.

Page 18: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 18 van 21

Norm 3.51

Zorgverleners handelen naar de gemaakte afspraken om tot een

evenwichtig samenspel te komen tussen zorgverlener, cliënt en informeel

netwerk om goede, veilige en persoonsgerichte zorg te kunnen leveren.

De norm is tijdens het vorige bezoek niet getoetst.

Deze norm is tijdens het vervolgbezoek niet getoetst.

Page 19: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 19 van 21

Bijlage 1 Methode

De inspectie toetst of de zorg wordt gegeven zoals is voorgeschreven in wetten,

veldnormen, professionele standaarden en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders.

Om tot een goed onderbouwd oordeel te komen, gebruikt de inspectie tijdens het

bezoek verschillende informatiebronnen. Door de informatie uit deze bronnen te

vergelijken en te wegen, beoordeelt de inspectie of de door De Beer geboden zorg

voldoet aan relevante wetten, veldnormen, professionele standaarden en in het veld

vastgestelde kwaliteitskaders. In de bevindingen beschrijft de inspectie per norm

welke informatiebronnen zijn gebruikt om tot dit oordeel te komen en welke

methode zij daarvoor gebruikt heeft.

Inspecteurs beoordelen op de werkvloer of de zorgaanbieder goede zorg verleent.

Om een beeld te krijgen van deze locatie starten de inspecteurs met een kort

gesprek met de eindverantwoordelijke van die dag of de leidinggevende. Daarnaast

vindt een rondleiding door de locatie plaats waardoor de inspecteurs zich een beeld

kunnen vormen van de leefsituatie van de cliënten en de werksituatie van de

zorgmedewerkers. Daarna zijn de inspecteurs voor een groot deel van de tijd op de

afdelingen of in de woningen aanwezig. In verschillende huiskamers observeren de

inspecteurs cliënten en zorgmedewerkers. Tijdens de observatie kijken de

inspecteurs hoe zorgmedewerkers de cliënten aanspreken en hoe het contact tussen

de cliënten en zorgmedewerkers is. Verder kijken de inspecteurs waarom

vrijheidsbeperkende maatregelen worden ingezet. Wat valt op en waar hebben de

inspecteurs vragen over?

De inspecteurs voeren door de dag heen gesprekken met zorgmedewerkers,

behandelaren, cliëntvertegenwoordigers en cliëntenraadleden. Ook worden

cliëntdossiers en documenten ingezien.

Overlegvormen kunnen bijgewoond worden zoals bijvoorbeeld een multidisciplinair

overleg of een overdrachtsmoment.

Tijdens het bezoek heeft de inspectie de volgende informatiebronnen

gebruikt:

- Twee cliëntvertegenwoordigers van verschillende afdelingen;

- Observatie van cliënten op twee huiskamers, zie uitleg over de methode

hieronder;

- Gesprekken met uitvoerende medewerkers van verschillende huiskamers;

- Gesprekken met één behandelaar;

- Gesprekken met het management;

- Inzage in zes cliëntdossiers van verschillende huiskamers;

- documenten, genoemd in bijlage 2;

- een rondgang door locatie De Beer.

Page 20: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 20 van 21

Uitleg observatiemethode SOFI

De inspectie maakt gebruik van een gestandaardiseerde methode om cliënten te

observeren als extra informatiebron. Deze methode heet SOFI, Short Observational

Framework for Inspection. Dit hulpmiddel is ontwikkeld door de Universiteit van

Bradford en CQC (de Engelse Inspectie voor de Gezondheidszorg).

Krijgt de cliënt overdag activiteiten aangeboden die hij of zij zinvol of leuk vindt?

Spreekt de zorgmedewerker de cliënt aan op een manier die de cliënt plezierig

vindt? Hoe de cliënt de zorg ervaart, maakt onderdeel uit van de kwaliteit. Cliënten

kunnen vaak moeilijk zelf aangeven wat hun wensen zijn. Hoe kan een inspecteur

dan beoordelen of de zorg aansluit bij de wensen van deze cliënt?

Met SOFI zitten twee inspecteurs ieder in een huiskamer. Zij observeren hoe

zorgmedewerkers reageren op een cliënt, en andersom. Stimuleren de

zorgmedewerkers activiteiten voor cliënten? Wordt met de cliënten gepraat, een

liedje gezongen, een spelletje gedaan, gewandeld? Hoe is de stemming van cliënten,

hoe betrokken zijn zij bij hun omgeving?

Na de observatie volgt een gesprek met de zorgmedewerkers waarin situaties die de

inspecteurs hebben gezien aan de orde komen. Zo krijgen de inspecteurs een beter

beeld hoe de individuele cliënten de zorg ervaren.

Wilt u meer weten over SOFI dan kunt u dit lezen op de website van de Universiteit

van Bradford.

Page 21: Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Zorggroep …...Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019 Pagina 2 van 21 Inhoud 1

Rapport van het inspectiebezoek aan De Veste, dependance De Beer in Naarden op 7 februari 2019

Pagina 21 van 21

Bijlage 2 Beoordeelde documenten

- Overzicht van de zorgprofielen van cliënten van De Beer, print d.d.

7 februari 2019;

- Overzicht van fte’s van zorgverleners en behandelaars van De Beer, print

d.d. 7 februari 2019;

- Overzicht van ziekteverzuim en personeelsverloop van De Beer, print d.d.

7 februari 2019;

- Overzicht van scholing in het afgelopen jaar aan de zorgverleners van De Beer en

de planning voor het lopende jaar, print d.d. 7 februari 2019;

- Informatie m.b.t. inzet behandeling bij KSW De Beer, print d.d. 7 februari 2019;

- Overzicht van MIC-meldingen en daarvoor ingezette verbeteracties van De Beer

van de laatste 12 maanden, print d.d. 7 februari 2019;

- Meldingen als verbeterinstrument, print d.d. 7 februari 2019;

- Samen aan de slag! Strategisch plan 2017-2019, Amaris Zorggroep, d.d.

1 april 2017;

- Plan van aanpak Waardigheid & Trots: Eigenaarschap voor kwaliteit, Amaris

Zorggroep, print d.d. 7 februari 2019;

- Resultaatsverslag Amaris Zorggroep, locatie De Beer d.d. 22 november 2019;

- Resultaatsverslag Amaris Zorggroep, d.d. 1 februari 2019;

- Kwaliteit voor en door iedereen; Kwaliteitsplan 2019 Amaris Zorggroep, print

d.d. 2019.