9
1 Ratten Ratten in de val in de val Efficiënte rattenbestrijding door de afdeling Water van Aminal afdeling Water Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Ratten - Sint-Pieters-Leeuw...eerste categorie en via deze opdracht ook de bestrijding van ratten November 2002 D/2002/3241/319 Delen uit deze brochure mogen vermenigvuldigd worden

  • Upload
    others

  • View
    3

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Ratten - Sint-Pieters-Leeuw...eerste categorie en via deze opdracht ook de bestrijding van ratten November 2002 D/2002/3241/319 Delen uit deze brochure mogen vermenigvuldigd worden

1

RattenRattenin de valin de val

Efficiënte rattenbestrijding door de afdeling Water van Aminal

afdeling Water

Ministerie van deVlaamse Gemeenschap

Page 2: Ratten - Sint-Pieters-Leeuw...eerste categorie en via deze opdracht ook de bestrijding van ratten November 2002 D/2002/3241/319 Delen uit deze brochure mogen vermenigvuldigd worden

3

Deze brochure is een uitgave van

de afdeling Water van AMINAL

Redactie en fotografieMarc Van der Weeën, Paul Thomas, Guido Lieben, Jan Stuyck, Goedele Verbeylen, Rollin Verlinde en Marc Slootmaekers

Coördinatie en eindredactie Véronique Vens

VormgevingLuk Guillaume ([email protected])

Verantwoordelijke uitgever Jean-Pierre Heirman, AMINAL, Albert-IIlaan 20, 1000 Brussel

De afdeling Water staat in voor:• het opmaken en overleggen van

beleidsplannen• het ontwikkelen van wetgeving voor

het beheer van oppervlaktewater, grondwater en drinkwater

• het uitbouwen van kennis over het watersysteem

• het organiseren van maatschappelijk overleg via de bekkenwerking

• het sensibiliseren rond duurzaam watergebruik

• het beheer van watervoerende lagen en onbevaarbare waterlopen van de eerste categorie en via deze opdracht ook de bestrijding van ratten

November 2002 D/2002/3241/319

Delen uit deze brochure mogen vermenigvuldigd worden en/of openbaar gemaakt als de bron uitdrukkelijk vermeld wordt. Deze brochure wordt gratis verspreid.

Gedrukt op niet-chloorgebleekt gerecycleerd papier.

In het huidige klimaat van toenemende belangstelling voor de natuur en stijgendmilieubewustzijn wekt een georganiseerde bestrijding van ratten misschien vragen op.De drijfveer voor de systematische aanpak is de ravage die deze dieren kunnen aanrichten.

Waarom ratten bestrijden?

De muskusrat en de beverrat en inmindere mate de bruine rat wordenbestreden omwille van graafschadeaan dijken, oevers, wegen en andereaarden constructies. Ze kunnen hunbouw uitbreiden tot een complexgangensysteem met meerdere tun-nels en ingangen op verschillendeniveaus. Dit kan oeververzakkingenen dijkdoorbraken veroorzaken.Daarnaast veroorzaken muskusraten beverrat ook belangrijke vraat-schade. Zowel landbouwgewassen(maïs, graan, bieten, …) als denatuurlijke plantengroei moeteneraan geloven. Bij hoge densiteitenkan de situatie uit de hand lopen.Zo zijn beide soorten, die vooraloever- en waterplanten (en in hetgeval van de beverrat ook wortels)

De bruine rat beschadigt vooral voedselvoorraden of knaagt bedradingenvan elektriciteitsinstallaties stuk.

Muskusratpijpen langs de Bergenvaart in het Franse grensgebied.

Page 3: Ratten - Sint-Pieters-Leeuw...eerste categorie en via deze opdracht ook de bestrijding van ratten November 2002 D/2002/3241/319 Delen uit deze brochure mogen vermenigvuldigd worden

4

Bestrijding van de zwarte en de bruine rat (Rattus rattus en Rattus norvegicus)

Art. 45. Zodra de verantwoordelijkevaststelt dat zich op zijn goederenratten bevinden, moet hij onmiddel-lijk voor de verdelging ervan zorgen.

Art. 46. De gouverneur van de provincie bepaalt het tijdstip en hetgebied waarbinnen een verdelgings-campagne moet plaatshebben. Hijbepaalt eveneens in overleg met deDienst de daartoe nodige maatrege-len.

Bestrijding van de muskusrat (Ondatra zibethicus)

Art. 47. De verantwoordelijke diemuskusratten voor de eerste maalvaststelt of na een uitroeiingscam-pagne opnieuw vaststelt, is verplichtdit aan de burgemeester aan tegeven.

Art. 48. Het is verboden muskusrat-ten te fokken of ze levend te hou-den, te vervoeren of te verhandelen.De verantwoordelijke kan de mus-kusratbestrijding toevertrouwen aaneen derde die steeds in het bezitmoet zijn van een geschreven mach-tiging met gelegaliseerde handteke-ning.De verantwoordelijke, openbaarbestuur, kan de muskusratbestrijdingtoevertrouwen aan een derde diesteeds in het bezit moet zijn van detoelating. Het openbaar bestuurmoet de Dienst inlichten over degegeven toelatingen.

Art. 49. Iedere verantwoordelijke is

verplicht zijn medewerking te verle-nen wanneer een uitroeiingscampag-ne wordt georganiseerd door eenopenbaar bestuur. Deze medewer-king omvat onder meer de verplich-ting fuiken, klemmen, alsook bestrij-dingsmiddelen en andere tuigen opzijn goed te gedogen en bij de plaat-sing en het toezicht ervan door offi-ciële muskusrattenverdelgers of dedoor het openbaar bestuur aange-

duide gespecialiseerde ondernemin-gen behulpzaam te zijn.Het openbaar bestuur dat een uit-roeiingscampagne organiseertpleegt voorafgaandelijk overleg metde Dienst over de modaliteiten vande bestrijding.Iedere verantwoordelijke is gehou-den bij de bestrijding de eventueleaanwijzingen van de Dienst te vol-gen.

Art. 50. Muskusratten, in strijdbevonden met artikel 48, worden inbeslag genomen en op kosten vande overtreder, overeenkomstig deaanwijzingen van de Dienst, ver-delgd, hetzij door de overheidsper-soon die het misdrijf vaststelt, hetzijop diens verzoek, door de burge-meester.Onder “De verantwoordelijke” wordthier verstaan “de eigenaar, de huur-

der, de gebruiker, publiek of privaat-rechtelijke persoon, die, in welkehoedanigheid ook, een recht uitoe-fent of cultuurgronden, braakliggen-de gronden, bossen of wouden, ofelk ander terrein daarin begrepen degronden van nijverheidsinstellingen,gebouwen, opslagplaatsen, vervoer-middelen en elk ander voorwerp datkan drager zijn van schadelijke orga-nismen”.

Bestrijding van de beverrat (Myocastor coypus)

Beverratten worden langs de water-lopen bestreden in het kader van deregelgeving over het “onderhoudvan de waterlopen”, om schade tebeperken en te voorkomen. Erbestaan echter verschillendeVlaamse, federale en Europeseregelgevingen die de bestrijding vande beverrat impliceren.

Beverratten zijn exoten. Op hetogenblik komen beverratten inVlaanderen in lage densiteiten voor;bij grotere densiteiten zou de scha-de aan moerasvegetaties (verande-ring in soortensamenstelling doorselectief foerageren en betreding)wel aanzienlijk kunnen worden. Ookmuskusratten kunnen in moerasge-

bieden bij hoge densiteiten – die zenu al bereikt hebben in sommigegebieden – een nefaste invloed heb-ben op het biotoop.

Ze moeten bestreden worden vol-gens het B.Vl.R. 21/4/93 betreffendede introductie in de natuur van niet-inheemse diersoorten (B.S. 31/7/93),het Verdrag van Rio de Janeiro van5 juni 1992 inzake biologische diver-siteit, de Convention on theConservation of European Wildlifeand Natural Habitats (Bern, 19/9/79)en de Habitatrichtlijn (Richtlijn92/43/EEG van de Raad van 21 mei1992 inzake de instandhouding vande natuurlijke habitats en de wildeflora en fauna).

Natuur- en bosreservaten: speciale toelating vereistVolgens het Decreet van de Vlaamsegemeenschap van 21/10/97betreffende het natuurbehoud enhet natuurlijk milieu (gewijzigd doordecreet van 19/7/02) is het bv. ver-boden bestrijdingsmiddelen tegebruiken in GEN en GENO.

Anderzijds dienen de wilde inheem-se flora en fauna en hun habitatsbeschermd te worden. Aangezien debeverrat en de muskusrat, maar ookde bruine rat hieraan schade kunnentoebrengen, dienen deze bestredente worden. In erkende natuurreser-vaten mogen enkel dieren gedood ofgevangen worden en bestrijdings-middelen gebruikt worden mits eenontheffing is opgenomen in hetgoedgekeurd beheersplan.

Afwijkingen van de verbodsbepalin-gen van dit decreet kunnen door deVlaamse regering ter voorkomingvan belangrijke schade aan cultuur-gewassen, vee en huisdieren, bossenen visserij worden toegekend.

Hetzelfde verbod om dieren te ver-delgen, te verplaatsen of te vangengeldt in bosreservaten (Bosdecreet13 juni 1990). Wat deze reservatenen bossen beheerd door afdelingBos & Groen betreft, moeten denodige afspraken gemaakt wordenmet de beheerscommissies en deprovinciale woudmeesters, die hunmachtiging moeten geven ombestrijding toe te laten.

De Wet van 2 april 1971,betreffende de bestrijdingvan voor planten en plant-aardige producten schade-lijke organismen, en zijnKB’s (25 augustus 1971, 5januari 1981, 19 november1987, 14 augustus 1989, 3mei 1994) gebieden expli-ciet de bestrijding van brui-ne rat en muskusrat in vol-gende artikelen:

Bestaande wetgeving

lusten, o.a. in Noord-Amerika ver-antwoordelijk voor het kaalvretenen omwoelen van duizenden hecta-re moerasgebied, de zogenaamde“eat outs”. Ze versnellen erosie enverhinderen de natuurlijke regene-ratie. In Nederland slaagde debeverrat erin de soortensamenstel-ling van natuurlijke plantenge-meenschappen te wijzigen, doorbetreding en het selectief verorbe-ren van zeldzame soorten. Door hetvraatgedrag van muskus- en bever-rat kunnen paaiplaatsen voor vissenen voortplantingsplaatsen voorinsecten, mollusken en amfibieënverdwijnen en kunnen broedplaat-sen van vogels vernietigd worden.Er is niet alleen een indirecteinvloed op insecten, mollusken(zoals Zwanenmossels), amfibieënen vissen; deze organismen staanzelf ook op het menu van zowelmuskus- als beverrat.

Terwijl muskus- en beverrat deganse plant neerhalen en opeten ofals nestmateriaal gebruiken, heeftde bruine rat het minder op de vol-ledige plant gemunt; ze heeft het

vooral voor de zaden (zoals maïs-korrels). De bruine rat beschadigtvoornamelijk voedselvoorradenen goederen in landbouwbedrij-ven en opslagplaatsen door aan-vreten en contamineren (met uit-werpselen, urine en haren). Zeknaagt aan allerlei verpakkings-en isolatiemateriaal en bedra-ding. Ze rooft ook eieren en jon-gen van grondbroedende vogels.

Naast de materiële schade die zekunnen toebrengen, zijn rattenook drager van pathogenen (zoalsLeptospira icterohaemorrhagiae,Salmonella spp., Toxoplasma gon-dii, mond-en-klauwzeervirus,kattenlintworm, leverbot,Hantavirose, …) die overgedragenkunnen worden naar vee, huis-dieren en mensen. Vooral debruine rat is een grote verspreidervan ziekten, omdat ze ookopdaagt in landbouwomgeving,industrieterreinen en in gebou-wen en daardoor de leefomge-ving betreedt van vee, bevolkingen huisdieren.

5

Ook in Vlaanderen volgt de bruine rat overal waar mensen gaan wonen.

MuskusratMuskusrat BeverratBeverrat Bruine ratBruine rat

Graafschade aan dijken, oevers, spoorwegen, wegen en andere aardenconstructies, met oeververzakkingen en dijkdoorbraken als gevolg

Vraatschade aan landbouwgewassen(maïs, graan, bieten, …)

Vraatschade aan oever- en waterplanten

Wijzigen soortensamenstelling planten-gemeenschappen (o.a. selectief opetenzeldzame plantensoorten)

Verdwijnen van paaiplaatsen vissen envoortplantingsplaatsen insecten, schelpdieren en amfibieën en vernietiging broedplaatsen vogels, doorvraat aan oever- en watervegetatie

Roven van eieren en jongen van grond-broedende vogels

Aanvreten en contamineren met uit-werpselen, urine en haren van voedsel-voorraden en goederen in landbouw-bedrijven en opslagplaatsen

Knagen aan allerlei verpakkings- en iso-latiemateriaal en bedrading

Overdracht van pathogenen (zoals leptospirose- en toxoplasmose-verwekkers, Salmonella, mond-en-klauwzeervirus, kattenlintworm, leverboten hantavirussen) naar mens, vee enhuisdieren

• veel •• zeer veel

•••••••••

•••••••••

••

••••••••

De schade die ze aanrichten

Page 4: Ratten - Sint-Pieters-Leeuw...eerste categorie en via deze opdracht ook de bestrijding van ratten November 2002 D/2002/3241/319 Delen uit deze brochure mogen vermenigvuldigd worden

6 7

Wie aandachtig de wetgeving in verband met de ratten-bestrijding leest, stelt vast dat nagenoeg iedereen deplicht heeft ratten te verdelgen. Van een gecoördineerdeaanpak is er op het eerste zicht nauwelijks sprake. Ook de controles op deze individuele bestrijding laten tewensen over. Dat de huidige werkwijze niet doeltreffend is,blijkt uit de talrijke grote rattenpopulaties (zowel muskus-ratten als bruine ratten) die op vele plaatsen blijvend aangetroffen worden.

Vooral in periodes van langdurigewateroverlast, als de ratten hun nor-male verblijfplaats moeten verlaten,zijn er klachten die zouden wijzenop rattenplagen. Voorzichtige schat-tingen gaan in de richting van meerdan 5 miljoen bruine ratten inVlaanderen. In de resultaten van een onderzoekdat in 1995 uitgevoerd werd inopdracht van afdeling Water, formu-leerde de KUL een voorstel voor deoptimalisatie van de rattenbestrij-ding. Als belangrijkste knelpuntenwerden de versnipperde aanpak enhet gebrek aan resultaatsgerichtebestrijding naar voor gebracht. Naaraanleiding van deze conclusies engeconfronteerd met de tot dan toeblijvend hoge rattenpopulatie,besliste de Vlaamse Regering begin2000 om de rattenbestrijding op dewaterlopen in beheer van hetVlaamse Gewest, nl. de bevaarbareen 1e categorie onbevaarbarewaterlopen, gecoördineerd dooréén instantie (afdeling Water vanAMINAL) te laten uitvoeren. De terespecteren bestrijdingsresultatenwerden vastgelegd en de methodevoor controle werd bepaald.

Honderd voltijdse medewerkersstaan nu bij de afdeling Water conti-nu in voor de uitvoering van dezeopdracht. Negentig rattenbestrij-ders voeren dagelijks de actieveresultaatsgerichte bestrijding uit.Zes andere ervaren bestrijders heb-ben als voltijdse opdracht prospec-ties en resultaatscontroles uit tevoeren. Voor de globale coördinatiestaan vier personen in. Naast de samenwerkingsovereen-komst tussen de vier Vlaamsewaterbeheerders (AdministratieWaterwegen en Zeewezen, NVZeekanaal, Dienst voor deScheepvaart en AMINAL, afdeling

zou het aantal ratten laag te houdenzijn door via biotoopverbetering hetaantal predatoren (allerlei marter-achtigen) te laten toenemen.Onderzoek rond predator-prooirela-ties toont aan dat het de prooienzijn die het aantal predatoren rege-len en niet andersom. Soms suggereert men het introdu-ceren van een voor ratten dodelijkeziekte. Met dergelijke initiatievenmoet men echter extreem voorzich-tig zijn, omdat niet geweten is welkeandere diersoorten ook onder dieziekte zullen lijden.Een andere mogelijkheid zou fertili-teitscontrole zijn. Door het intro-duceren van gesteriliseerde dierenwil men voorkomen dat de dierenzich voortplanten en dat er directnieuwe dieren bijkomen, zoals wan-neer een dier gedood wordt en ereen plaats vrijkomt. Voor kleine,geïsoleerde populaties zou dit een

Water) wil het Vlaamse Gewest ooksamenwerkingsovereenkomstenafsluiten met de provincies. Debedoeling hiervan is ook hen, alsbeheerders van onbevaarbarewaterlopen 2e categorie, aan te zet-ten om resultaatsgericht ratten tebestrijden.Met gemeenten en andere terrein-beheerders wordt overlegd om derattenbestrijding op elkaar af testemmen. Met de Nederlandse,Franse en Waalse rattenbestrijdersworden afspraken gemaakt voorsamenwerking in de grensgebieden.Na drie jaar rattenbestrijding ineigen beheer is de rattenpopulatielangs de bevaarbare en de 1e cate-gorie onbevaarbare waterlopen on-der controle. Dit wil zeggen dat deopgelegde resultaatsnormen op eeneconomisch en ecologisch verant-woorde wijze worden gehaald. Niet-tegenstaande deze positieve resulta-ten blijft de afdeling Water toch nogmeer dan 40.000 muskusratten perjaar vangen. Deze ratten migrerenvanuit omliggende wateren naar dewaterlopen onder beheer van deafdeling Water. Deze vaststellingtoont aan dat er blijvend nood isaan welomschreven richtlijnen enduidelijke afspraken met alle water-loop- en terreinbeheerders. Enkelals iedereen dezelfde normen han-teert en resultaatsgericht werkt,kunnen de rattenpopulaties effec-tief onder controle blijven.

Alternatievebestrijdingsmethodes?Naast bestrijding met mechanischmateriaal of met vergif worden vaakalternatieve methodes beschrevenom een rattenpopulatie onder con-trole te houden. In vele gevallenzijn deze opties niet efficiënt. Debiologische bestrijding kan hiervooreen aantal voorbeelden leveren. Zo

optie kunnen zijn, maar hoeveeldieren dienen er gevangen, gesteri-liseerd en terug uitgezet te wordenom de ganse Vlaamse populatieonder controle te krijgen…? Eenandere vorm van fertiliteitscontroleis het verspreiden van hormonaleproducten die, eens door de rattenopgegeten, de voortplanting ver-minderen. Dit wordt volop onder-zocht, maar deze techniek staat nogniet op punt. Ook hier geldt o.a. datmen niet weet op welke anderediersoorten deze hormonen eeninvloed zullen hebben.Een realistisch alternatief is de indi-recte bestrijding. Dat houdt in dathet biotoop onaantrekkelijkgemaakt wordt voor ratten. Dit kandoor te zorgen dat er minder etenvoorhanden is, door geen afvalho-pen te laten liggen, geen resten vanlandbouwgewassen achter te latenop de akkers, voedselvoorraden

mechanische bestrijding om dedensiteiten zeer laag te houden enze in sommige gebieden zelfs uit teroeien, mits de rattenbestrijdersover voldoende vakkennis beschik-ken. Een actieve en intensieveopvolging van het gebied is eenstrikte noodzaak om nieuwe migre-rende ratten onmiddellijk weg tehalen en zo populatie-uitbreiding tevoorkomen.

De beverrat beperkt zich op hetogenblik hoofdzakelijk tot een po-pulatie langsheen de Grensmaas(inkomend vanuit Nederland) eneen geïsoleerde populatie in deomgeving van Zonhoven. Door dezachte winters van de laatste jarennemen de aantallen en het versprei-dingsgebied toe. In Vlaanderenbehoort een volledige uitroeiingmet mechanische vangmiddelen totde mogelijkheden en is dat ook aante raden. Zo kunnen we voorkomendat het scenario van de muskusratzich voor de beverrat herhaalt. Eensdeze uitroeiing gebeurd is, zal eenvervolgbestrijding langsheen degrenzen volstaan.

De bruine rat is erg schuw en komtop de meest onmogelijke plaatsenvoor, waardoor het moeilijk is om zemet mechanische middelen tebestrijden. Wil men de bruine rat-tenpopulatie onder controle krijgen,dan is een betere aanpak aan debron (zoals op landbouwbedrijven,industrieterreinen, bewoondegebieden, stortplaatsen en rioolstel-sels) vereist. Een intensieve bestrij-ding van de bruine rat langs dewaterlopen heeft weinig zin, als zein aanpalende gebieden niet vol-doende onder controle gehoudenwordt. De ratten gaan zich dan indie andere gebieden voortplantenen terug de waterlopen koloniseren,waardoor de bestrijdingsinspanningdaar grotendeels teniet wordtgedaan. Dit wil niet zeggen dat debruine rat niet bestreden moet wor-den langs de waterlopen.Kweekhaarden langs waterlopenmoeten zo snel en efficiënt mogelijkaangepakt worden.Wetenschappelijk onderzoek zalhopelijk in de nabije toekomst dui-delijker uitwijzen in welke mate,waar en hoe bruine rat optimaalkan aangepakt worden.

goed af te schermen en zeker nietbij te voederen (zoals bv. gebeurt infunctie van de jacht).

De bestrijdingsaanpak van deafdeling WaterDoor hun grote reproductiecapaci-teit en omdat ratten ook een groteverspreidingscapaciteit hebben (10km en meer), zal het niet-bestrijdenin een bepaald gebied zorgen vooreen kweekhaard, van waaruit de rat-ten de omliggende gebieden snelterug gaan koloniseren. Een rest-populatie van enkele dieren is dusvoldoende om alle omliggendegebieden op de kortste keren terugte besmetten. Daarom is het eennoodzaak dat er overal met dezelfdeintensiteit bestreden wordt, andersis er een continue instroom vanuitgebieden waar niet of onvoldoendebestreden wordt. Voor de muskusrat volstaat een

Archieffoto met winterhutten van de muskusrat (links) langs gemeentelijke waterloop.

De bestrijding in Vlaanderen

Page 5: Ratten - Sint-Pieters-Leeuw...eerste categorie en via deze opdracht ook de bestrijding van ratten November 2002 D/2002/3241/319 Delen uit deze brochure mogen vermenigvuldigd worden

9

Alleen actieve bestrijdinggeeft garantiesMet actieve bestrijding bedoelen wedat het materiaal geplaatst wordt opplaatsen waar sporen van rattengevonden worden: grondklemmen,conibearklemmen, lokaasklemmen,klepfuiken en levendvangkooienworden uitgezet aan de ingang vande pijp of op de wissel, of in deonmiddellijke omgeving vanbewoonde nesten of verse sporen.Dit materiaal wordt intensief opge-volgd en verwijderd van zodra deratten gevangen zijn. Deze benade-ring vraagt rattenvangers die erva-ren zijn in het vinden van sporenvan ratten en voldoende vertrouwdzijn met de ecologie van de soorten.Bij passieve bestrijding worden opregelmatige afstanden op het ter-

Ze kunnen ook bij passieve bestrij-ding gebruikt worden (bv. om tijdensde trekperiode migrerende muskus-ratten te onderscheppen); dan wor-den ze meestal op vlotten uitgezet.Lokaasklemmen worden zeer selectief gemaakt door volgendezaken toe te passen :

1) door het gebruik van wortel alslokaas in plaats van appel wordenpraktisch geen watervogels bijgevan-gen;

2) een pikbeveiliging zorgt ervoor dat de klem enkel afgaat als er aanhet lokaas getrokken wordt en nietwanneer erin gepikt wordt.Daarnaast worden enkel klemmengebruikt die voldoende mechanischwerken en niet onvoorzien afgaan;

3) bij passieve bestrijding worden deklemmen meestal per 2 tot 4 op eenvlot geplaatst, om enkel dieren tevangen die zich in het water begeven.Deze vlotten worden gebruikt opmoeilijk bereikbare plaatsen, waar deklemmen niet op het land kunnengeplaatst worden en op plaatsen meteen schommelende waterstand, waarde klemmen gemakkelijk onderwater komen te staan;

rein materiaalposten uitgezet, metde bedoeling de ratten te lokken(lokaasklemmen, levendvangkooienen vergif) of te onderscheppen(platte en ronde fuiken wordengeplaatst in duikers en in de zwem-baan van de ratten; buisfuiken wor-den ingegraven in de oever, menspreekt van schijnduikers). Dezemethode speelt vooral in op migre-rende ratten. Dit mechanisch vang-materiaal levert vooral in voor- ennajaar (de trekperiodes van de mus-kusrat) vangsten op. De methode isminder arbeidsintensief en de rat-tenvangers moeten hiervoor weinigdeskundigheid hebben over de eco-logie van de rattensoorten en hetplaatsen van materiaal.

Voorlopig is de enige efficiënte enverantwoorde manier om de mus-

gebieden – toont ze hiermee aandat een efficiënte muskusrattenbe-strijding zonder gif mogelijk is. Dekritische succesfactor is echter datde rattenvangers over de nodigekennis beschikken voor het toepas-sen van de actieve bestrijding.

De mechanische vangmiddelen diedoor de afdeling Water gebruiktworden om muskusratten te bestrij-den, worden specifiek gekozen infunctie van de veldomstandighe-den:• LokaasklemmenDeze worden hoofdzakelijk gebruiktbij actieve bestrijding. Ze wordenuitgezet op plaatsen waar de mus-kusrat uit het water komt, op dewissel of bij de ingang van de pijp.

Een criterium voor certificatie vandodende vallen wordt de tijd tot hetoptreden van bewusteloosheid engevoelloosheid. Deze moet onderde 300 sec. blijven (mogelijk verderingekort tot 180 sec.). Hierdoor zul-len fuiken vermoedelijk niet meeronder water gebruikt mogen wor-den.

MuskusratGemeenten en provincies bestrijdenmuskusratten in vele gevallen metgif. De afdeling Water doet dat uit-sluitend met mechanisch materiaal(klemmen en fuiken). Gezien deafdeling Water op haar waterlopende opgelegde resultaatsnorm haalt –ondanks de continue instroom vanmuskusratten uit de omliggende

Momenteel is in Vlaanderen – in het kader van ratten-bestrijding – het gebruik van elke soort fuik of klemtoegestaan, behalve de wildklem (verboden volgensVerordening (EEG) Nr. 3254/91 van de Raad van 4november 1991), die enkel de poot van het dier vast-grijpt en het dier (tijdelijk) in leven laat. Volgens de - inde maak zijnde - Europese Richtlijn betreffende hethumaan gebruik van vangmiddelen, moet elk type vang-middel tegen juni 2007 gecertificeerd worden.

Welk materiaal is doeltreffend?

Beschrijving van de soorten

Bestrijdingsmiddelen

Vlnr: grondklem, lokaasklem en conibearklem

Rattus norvegicus

0.45 kg

nest onder allerlei materiaal

burcht die kan bestaan uit zeer complex gangensysteem

ca. 9 cm

meestal boven water

het ganse jaar

2-5

1-15

3-4 maand

tot 4 jaar

vnl. binnen 100 m van nest

tot 3.3 km (op 1 nacht)

plantaardig voedsel (zaden, granen,bieten, …), insecten, vlees, eieren,wormen, jonge vogels, kleine knaagdieren, slakken, schelpdieren,amfibieën en afvalresten

ten noorden van de Kaspische Zee(ex-USSR)

steppes

laag voedselaanbod, zelfregulatie en predatie

begin 18e eeuw hier terecht gekomen via natuurlijke areaal-uitbreiding en via scheepvaart

gans Vlaanderen, vooral waar bewoning is (cultuurvolgers)

hoge densiteiten waar mensen voedsel onafgedekt stockeren envoedselafval achterlaten

geen steile oevers

bij steile oevers

diameter pijpen

ingang

periode

# nesten per jaar

# jongen per nest

laagste leeftijd

plaats

habitat

onder controlegehouden door

hoe hier geraakt?

verspreiding

evolutie

Wetenschappelijke naam

Gemiddeld gewicht

Nest

Voortplanting

Levensduur

Territorium (Home range)

Migratie-afstand

Voedsel

Herkomst

Vlaanderen

MuskusratMuskusrat BeverratBeverrat Bruine ratBruine ratBruine rat

Ondatra zibethicus

1.1 kg

hol binnenin hoop planten die boven water uitsteekt

burcht die kan bestaan uit zeer complex gangensysteem

10-15 cm

meestal onder water

seizoensgebonden (maart-augustus)

2-3

1-15

4 maand

tot 4 jaar

vnl. binnen 25 m rond burcht

tot 10 km en meer

vnl. oever- en waterplanten, landbouwgewassen, soms insecten,schelpdieren, vissen en amfibieën

Noord-Amerika

alle mogelijke aquatische habitats(ze zijn goed bestand tegen koude)

niet (bereikt ook hier hoge densiteiten)

begin 20e eeuw ingevoerd voor pels

gans Vlaanderen

tussen 1950-70 gans Vlaandereningenomen, sindsdien vrij constant

Myocastor coypus bonariensis

6-7 kg

plat bladernest op oever of in riet,waar ze bovenop gaan zitten

burcht die kan bestaan uit zeercomplex gangensysteem

20-25 cm

meestal op of boven waterniveau

het ganse jaar

2-3

2-13

3 maand

tot 12 jaar

vnl. binnen 400 m van burcht

tot 75 km

vnl. oever- en waterplanten, wortels,wortelstokken en wortelknollen,landbouwgewassen, soms insecten,schelpdieren, vissen en amfibieën

Noord-Argentinië (Zuid-Amerika)

sub-tropische aquatische habitats(ze zijn slecht bestand tegen koude),zoet en brak water

predatie (kaaiman, jaguar, poema,ocelot) en droogte/overstroming

eind 19e – begin 20e eeuw ingevoerd voor pels, vlees, vegetatievrij houden van grachten

vnl. Grensmaas en omgevingZonhoven

vrijlevende populaties sinds jaren’70, laatste jaren sterke toenamedoor afwezigheid strenge winters

kusratten- en beverrattenpopulatielangs de waterlopen onder controlete houden een actieve bestrijding,gebruik makend van mechanischvangmateriaal. Voor de populatiesbruine ratten gebeurt dit met gif. De bruine rat wordt bestreden metgiftige lokazen, die omwille van vei-ligheidsredenen afgeschermd inbuizen worden uitgelegd.

De hoeveelheid gif die uitgelegdwordt in de beschermbuizen isafhankelijk van de opname-intensi-teit. Om milieuredenen moet over-maat vermeden worden. Onderzoek heeft aangetoond dathet nagenoeg onmogelijk is om metpassieve bestrijding een hoge rat-tenpopulatie voldoende te reduce-ren om schade te voorkomen en deopgelegde resultaatsnorm te halen.

8

Page 6: Ratten - Sint-Pieters-Leeuw...eerste categorie en via deze opdracht ook de bestrijding van ratten November 2002 D/2002/3241/319 Delen uit deze brochure mogen vermenigvuldigd worden

10

4) om te voorkomen dat de lokaas-klem langs de achter- of zijkantbenaderd wordt (ze zou in zo'ngeval wel kunnen afgaan door pik-ken of doordat de watervogelserdoor lopen), wordt een draadkapof minstens een afscherming aan deachterzijde van de klem voorzien ofwordt ze in een uitholling in deoever geplaatst. Ook vlotten metlokaasklemmen kunnen van draad-kappen worden voorzien om water-vogels te beschermen.

• Grondklemmen en conibearklemmenDeze worden enkel bij actievebestrijding gebruikt. Om neven-vangsten te vermijden, worden zevoor de pijp en onder watergeplaatst. Wissels worden door eenhele reeks diersoorten gebruikt enzijn dus te vermijden. Ook wordende klemmen zeer regelmatig nage-keken, verwijderd zo gauw er eenvangst is en verplaatst bij daling vanhet water. In landbouwgebied kanbelangrijke vraatschade ontstaanwanneer de afwateringsgrachten

• Ronde fuiken (met keelopening)• Platte fuiken

(met klepdeur in keelopening)Deze fuiken worden in duikers en inde zwemgangen van muskusrattengeplaatst om voorbijkomende die-ren te onderscheppen. Ook voordeze fuiken moet regelmatig nage-keken worden of ze nog steedsonder water staan. Ondeskundigeplaatsing kan nevenvangsten vanallerlei vissoorten als gevolg hebbenen de gedeeltelijke versperring vanduikers en andere doorgangen,waardoor grotere vissen moeilijkkunnen passeren.

• BuisfuikenBij een vroegere bestrijdingsaanpakwerden nogal eens buisfuiken inge-graven in de oever om voorbijko-mende muskusratten te onder-scheppen. Voor het plaatsen en hetonderhouden is weinig deskundig-heid vereist. Buisfuiken dienenregelmatig nagekeken en onderhou-den te worden om dichtslibbing tevoorkomen.

droogstaan. Als de klemmen nietonder water geplaatst worden, ver-hoogt de kans op nevenvangsten(vooral bunzing). Het vangmateriaalaan de buitenkant afschermen (bv.met een draadkap) kan in zo'n gevalsoelaas brengen – omdat de mus-kusratten van binnen komen enandere dieren zoals bunzingen vanbuiten. Een alternatief is gebruikmaken van klepfuiken.

• KlepfuikenDeze fuiken worden voor de ope-ning van de pijp geplaatst. Ook ditmateriaal moet regelmatig nageke-ken en eventueel terug onder dewaterlijn geplaatst worden. Wordenze boven water gebruikt, dan moe-ten ze dagelijks nagekeken wordenom de gevangen muskusratten nietvan honger en uitdroging te latenomkomen. Voordeel t.o.v. klemmenis dat hiermee meerdere rattentegelijk kunnen gevangen worden.

Onder: de Beverrat werd begin 20e eeuw uit Argentinië ingevoerd voor zijnpels en zijn vlees. Helemaal beneden:een exemplaar in een levendvangkooi.

Gifbuis voor de bestrijding van de bruine rat.

De bruine rat (boven) migreerde begin 18e eeuw op een natuurlijke manier van de Kaspische Zee naar hier en voedt zichzowel met planten en zaden als met eieren, kleine dieren en afval.

Opening diam. 10 voor bevestiging met ketting

Opening diam. 10 voor bevestiging met ketting

Opening 150 x 100(met geronde hoeken)

HDPE buis DN 125 en3.9

700

200

150

10

5 5

10

10010

10

117,

2

60

125

3,9

28,6

28,6

HDPE buis DN 125 en3.9in de lengte doorgezaagd

Beschermbuis voor giftig lokaas(Ontwerp Aminal, afdeling Water)

HDPE plaat dikte 10 mm

Page 7: Ratten - Sint-Pieters-Leeuw...eerste categorie en via deze opdracht ook de bestrijding van ratten November 2002 D/2002/3241/319 Delen uit deze brochure mogen vermenigvuldigd worden

1312

De kans op nevenvangsten kan bijwisselende waterstanden groot zijndoordat deze fuiken dan droog kun-nen komen te staan en gezien zepermanent geplaatst blijven.Muskusratten kunnen wennen aanpermanent geplaatst vangmateriaal,zodat het steeds nodig zal blijven deratten ertussen weg te vangen. Er isook kans op ziekten en/of besmet-tingen bij overig waterwild en men-sen als de dode muskusratten en denevenvangsten lange tijd in hetwater blijven.

De bruine ratOp het ogenblik is alleen gif vol-doende efficiënt voor het bestrijdenvan de bruine rat. De afdeling Waterplaatst de gifblokken in polyethy-leenbuizen die op regelmatigeafstand (± 500 m) langs de waterlo-pen gelegd of gehangen worden.Deze buizen verhinderen het weg-spoelen van het vergif en sluiten —door de kleine ingangsopeningen (6 cm) — ook vergiftiging van eenaantal andere diersoorten uit. Er isechter zeer weinig geweten overwelke andere kleine (zoog)dierenvan het vergif eten en in welke matepredatoren secundaire vergiftigingoplopen. Wetenschappelijk onder-zoek moet hier meer duidelijkheidover brengen. De buizen worden regelmatig nage-keken en enkel als het lokaas vol-doende aangevreten is, wordt er eennieuwe blok in de buis gelegd.Sinds deze aanpak door de afdelingWater werd ingevoerd, zijn denevenvangsten van bruine rat invangmateriaal voor muskusrat sterkgedaald.

De gifstoffen die de afdeling Watergebruikt zijn goedgekeurd enerkend door het Ministerie vanSociale Zaken, Volksgezondheid enLeefmilieu (voor niet-landbouw-kundig gebruik) of het Ministerievan Middenstand en Landbouw

(voor landbouwkundig gebruik).Het zijn anti-coagulantia, die ingrij-pen op het vitamine-K-metabolis-me en bloedstolling tegengaan. Eenvoordeel hieraan (in vergelijkingmet acute giffen) is dat de rattenniet direct sterven na inname vanhet vergif (het duurt een vijftaldagen voor ze dood zijn) en dus ookhet verband niet meer leggen tussenopeten van lokazen en sterfte. Dezeanti-coagulantia kunnen opgedeeldworden in 3 groepen: eerste-, twee-de- en derde-generatie gifstoffen.

Eerste-generatie gifstoffen (waarvande belangrijkste warfarine, chlorofa-cinon, difacinon en coumatetralyl)worden snel afgebroken en uitge-scheiden, waardoor de kans kleineris dat ze opgenomen worden doorpredatoren. De rat moet er wel vol-doende van eten om een dodelijkedosis binnen te krijgen. Nadeel isdat er gemakkelijk resistentieoptreedt tegen deze gifstoffen (watal bekend is vanaf de jaren ’50),vooral bij sterk geïsoleerde popula-ties (zoals bedrijven) waar geeninstroom is van niet-resistente die-ren. Hierdoor worden deze gifstof-fen nu nog weinig gebruikt.

Hierna kwamen de tweede-genera-tie gifstoffen (o.a. bromadiolone endifenacoum), waar toen nog geenresistentie tegen bekend was, maardie minder gemakkelijk afbreken.Omdat sinds de jaren ’90 ook hierresistentie tegen optrad, werden dederde-generatie gifstoffen ontwik-keld (o.a. brodifacoum en difethia-lone). Deze krachtige gifstoffen worden opgeslagen in de lever endoden de rat al na één portie.Nadeel is dat het product bijna nietafgebroken wordt en dus gemakke-lijk opgenomen kan worden in hetmilieu en door predatoren. Dezegifstoffen worden op het ogenblikvooral gebruikt bij de bestrijdingvan zwarte rat en huismuis in geslo-

ten populaties (bv. landbouwbedrij-ven) waar resistentie optreedt tegeneerste- en tweede-generatie gifstof-fen. Omwille van de risico’s op primaireen secundaire intoxicatie wordenop dit ogenblik door de afdelingWater enkel tweede generatie gif-stoffen gebruikt. De kans op resis-tentie is in het open veld waar-schijnlijk kleiner dan in de geslotenpopulaties in bedrijven.Rattenpopulaties langs waterlopenkennen een voortdurende immigra-tie van niet-bestreden dieren uitnaburige populaties. Naast hetgebruik van tweede-generatie gif-stoffen, worden de giftige lokazendie de afdeling Water gebruikt, gese-lecteerd op basis van nog een aantalandere criteria, zoals watervastheid,opname, verkruimeling, kleur, ...

Er is zeer weinig geweten over demate waarin de bruine rat migreerttussen waterlopen, landbouw-,natuur- en bewoonde gebieden endus ook over de mate waarin debruine rat verantwoordelijk kan zijnvoor de verspreiding van pathoge-

nen tussen deze gebieden. Weweten ook (nog) niet of een hogepopulatiedensiteit in bv. eennatuurgebied zal leiden tot eenhoge populatiedensiteit in nabijge-legen bewoonde gebieden, ofandersom. Maar zelfs indien er eensterke uitwisseling is tussen de ver-schillende gebieden, zal de bruinerat het meeste voedsel steeds inbewoonde gebieden vinden, en duseerst en vooral daar (bij de bron)moeten aangepakt worden. Bruine ratten bestrijden in natuur-gebieden zonder dat er voldoendebestreden wordt in bewoondegebieden zou weinig zinvol kunnenzijn. Via wetenschappelijk onder-zoek trachten we in de nabije toe-komst een antwoord te vinden opdeze vragen.

De beverratVoor de bestrijding van de beverratwerkt de afdeling Water met coni-bearklemmen (160 mm), die ietsgroter zijn dan de conibearklem-men voor muskusratten (120 mm).Kleinere beverratten worden ook alsnevenvangst in klemmen voor mus-

kusratten gevangen. Ook levend-vangkooien worden gebruikt.

• Conibearklemmen (160 mm)Deze klemmen zijn geschikt voorhet vangen van zowel kleine alsgrote beverratten. Een probleem isechter dat bijna alle beverrattengevangen worden in pijpen dieboven het waterniveau liggen. Debeverrat maakt zijn pijpen namelijkop of boven het waterniveau, integenstelling tot muskusrat die zijningangen eerder onder het waterni-veau graaft. De klemmen voor debeverrat moeten dus in de meestegevallen boven water geplaatst wor-den, waardoor de kans op neven-vangsten toeneemt.

De nevenvangsten worden beperktdoor de klemmen langs de buiten-zijde af te schermen. De klemmendienen deskundig te wordengeplaatst en moeten dagelijks wor-den nagekeken; een gevangenbeverrat dient zo snel mogelijk ver-wijderd te worden. Bij ondeskundi-ge plaatsing kunnen deze groteklemmen gevaarlijk zijn, zowel voor

de rattenvangers als voor eventuelewandelaars. Er dienen steeds gepas-te veiligheidsmaatregelen getroffente worden (bv. waarschuwingsbor-den plaatsen).

• LevendvangkooienHet voordeel van de levendvang-kooien is dat nevenvangsten weerlosgelaten kunnen worden. Hetnadeel ervan is dat ze dagelijksmoeten nagekeken worden, watarbeidsintensief is. Ze zijn ook grooten niet gemakkelijk te plaatsen inmoeilijk toegankelijk terrein. Eenander nadeel is dat de gevangenbeverratten achteraf nog gedoodmoeten worden.

Verschillende onderzoeken tonenaan dat deze levendvangkooien hetmeest effectief zijn als ze met meer-dere samen op een vlot geplaatstworden, aangezien beverratten aan-getrokken worden door drijvendeobjecten. Het plaatsen van de kooi-en op de uitklimplaats waar de wis-sels het water ingaan, is ook doel-treffend.

Vlnr: ronde fuik, platte fuik en twee klepfuiken voor muskusratten.

De muskusrat veroorzaaktdoor zijn ondergronds gangensysteem eengevaar voor dijkbreuken.

Page 8: Ratten - Sint-Pieters-Leeuw...eerste categorie en via deze opdracht ook de bestrijding van ratten November 2002 D/2002/3241/319 Delen uit deze brochure mogen vermenigvuldigd worden

15

Gezien de hoge reproductie- en dispersiecapaciteit vanratten, zal het niet of onvoldoende bestrijden in eenbepaald gebied zorgen voor een kweekhaard, van waar-uit de ratten de omliggende gebieden snel terug gaankoloniseren. Een restpopulatie van enkele dieren is vol-doende om alle omliggende gebieden op de kortstekeren terug te besmetten. Daarom moet er overal metdezelfde intensiteit bestreden worden.

Via een aantal initiatieven wordtsamenwerking aangemoedigd:

- de afdeling Water is sinds eind2001 trekker van de werkgroep“coördinatie rattenbestrijdingVlaanderen”. Binnen deze werk-groep worden met de Vlaamse pro-vincies en gemeenten afsprakengemaakt om de rattenpopulaties inVlaanderen op een economisch en

de afdeling Water wordt uitgevoerd;

- AWZ, Dienst voor de Scheepvaarten NV Zeekanaal hebben eenSamenwerkingsovereenkomst metde afdeling Water, waarbij de afde-ling Water de rattenbestrijding uit-voert en verantwoordelijk kangesteld worden in geval van schadeten gevolge van ratten in en langsde waterlopen in beheer bij voor-noemde beheerders als de resul-taatsnorm niet gehaald wordt;

- de afdeling Water bestrijdt de rat-ten in alle gebieden binnen eenbufferzone rond de bevaarbare en1e categorie onbevaarbare water-lopen. Buiten deze bufferzonebestrijdt de afdeling Water via eensamenwerkingsovereenkomst in allenatuurgebieden (en bijhorendeperimeter) in eigendom of beheer

bij de afdelingen Natuur en Bos &Groen en de terreinbeherende verenigingen (Natuurpunt vzw,Stichting Limburgs Landschap vzwen Durme vzw). Omdat continu enmet dezelfde intensiteit bestrijden innatuurgebieden tot verstoring vanbepaalde dier- en plantensoorten kanleiden, bestaat de mogelijkheid omjaarlijks gedurende een periode (2 tot4 maanden) minimaal te bestrijden.De afdeling Water gaat daarom in denatuurgebieden buiten de bufferzoneniet bestrijden tijdens deze sper-periode.

- de afdeling Water werkt mee aanEuropese samenwerkingsovereen-komsten in het kader van Interreg 3met Nederland, Frankrijk en Walloniëom in de grensgebieden tot een effi-ciënte en resultaatsgerichte ratten-bestrijding te komen.

Rattenbestrijding, afdeling Water

Paul Thomas, afdelingshoofdafdeling Water Emile Jacqmainlaan, 20 bus 51000 Brusseltel: 02/553 21 11fax: 02/553 21 05

Marc Van der Weeën, algemeen coördinator: 02/553 21 47

Controle restpopulatie

Freddy Dequeecker, teamleidercontrole west: 0478/79 51 53

Roger Jacobs, teamleider controle oost: 0478/79 51 56

Bestrijding

Paul Coppens, technisch coördinator west0478/79 51 51

Guido Lieben, technisch coördinator oost0478/79 51 52

Kurt Andries, teamleider IJzer0478/79 51 59

Peter Schuermans, teamleider Brugse Polders0478/79 51 66

Gilbert Seghers, teamleiderBenedenschelde West0478/79 51 80

Paul Hillen, teamleiderBenedenschelde Oost0478/79 51 86

Dirk Cuvelier, teamleider Leie0478/79 51 92

Deni De Smet, teamleiderBovenschelde & Dender0478/79 51 98

Marc Jennis, teamleider Dijle & Zenne 0478/79 52 06

Paul Baré, teamleider Demer0478/79 52 14

Joris Van de Velde, teamleider Nete zuid0478/79 52 24

Jef Geerts, teamleider Nete noord0478/79 52 30

Leon Van Broeckhoven, teamleider Maas Limburg0478/79 52 36

Cyriel Primus, teamleider Maas Antwerpen0478/79 52 43

Eddy Huysmans, teamleider Gentse kanalen0478/79 51 72

Databank

David Melkebeek02/553 21 06ecologisch verantwoorde wijze

overal onder controle te krijgen;

- de provincies kunnen de“SamenwerkingsovereenkomstVlaamse Gewest – Provincies”ondertekenen, wat inhoudt dat ze –in ruil voor een subsidie per meterwaterloop – op een resultaatsge-bonden wijze gaan bestrijden naaranalogie met de bestrijding die door

Bekken Gentse kanalen

Beneden-Scheldebekken

Maasbekken

Maasbekken

MaasbekkenIJzerbekken

Bekken Brugse polder

LeiebekkenBoven-Scheldebekken

DenderbekkenDijlebekken Demerbekken

Netebekken

Bevaarbare waterloopCategorie 1

Bekken

14

Oeverschade aangericht door debeverrat. Voor de uitgang van zijnpijp plaatsen we een conibearklem.Links: een beverrat weegt gemakkelijk 6 kilogram.

Een uniforme aanpak: resultaat verzekerd

Page 9: Ratten - Sint-Pieters-Leeuw...eerste categorie en via deze opdracht ook de bestrijding van ratten November 2002 D/2002/3241/319 Delen uit deze brochure mogen vermenigvuldigd worden

1

De muskusrat, voor zijn pels begin 20e eeuw bij ons ingevoerd uit Noord-Amerika, plant zich zeer snel voort: tot drie

nesten per jaar met gemiddeld 6 à 7 nakomelingen.

afdeling Water

Ministerie van deVlaamse Gemeenschap