22
A.R.Nr. 3°5.873 Rep.Nr. t.oo}l Z"'î; le blad. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN VIERENTWINTIG APRIL TWEEDUIZENDEN ZEVEN. DERDE KAMER Bediendecontract Tegensprekelijk Definitief In de zaak: NV FUTSITSU SERVICES (voorheen NV ICL Belgium, voorheen NV ICL Sorbus), met zetel te 1831 DIEGEM, Mommaertslaan 16A en ingeschreven in het handelsregister te Brussel onder nummer 252 147; Tegen: Appellante, geintimeerde op hoger beroep, vertegenwoordigd De Vuyst loco Mr. E. Laevens, Brussel; incidenteel door Mr. B. advocaat te C A Geïntimeerde, appellant op incidenteel hoger beroep, vertegenwoordigd door Mr. A. Vermoortele loco Mr. N. Willemet, advocaat te Brussel; *' *'

Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

A.R.Nr. 3°5.873

Rep.Nr. t.oo}l Z"'î;le blad.

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL

ARREST

OPENBARE TERECHTZITTING VAN VIERENTWINTIG APRILTWEEDUIZENDEN ZEVEN.

DERDE KAMER

BediendecontractTegensprekelijkDefinitief

In de zaak:

NV FUTSITSU SERVICES (voorheen NV ICLBelgium, voorheen NV ICL Sorbus), metzetel te 1831 DIEGEM, Mommaertslaan 16A eningeschreven in het handelsregister teBrussel onder nummer 252 147;

Tegen:

Appellante, geintimeerde ophoger beroep, vertegenwoordigdDe Vuyst loco Mr. E. Laevens,Brussel;

incidenteeldoor Mr. B.advocaat te

C A

Geïntimeerde, appellant op incidenteelhoger beroep, vertegenwoordigd door Mr. A.Vermoortele loco Mr. N. Willemet, advocaatte Brussel;

*'

*'

Page 2: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

,

A.R.Nr. 35.873 2e blad.

Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel hethiernavolgend arrest:

Gelet op deondermeer op:

stukken van de rechtspleging en

ter14

het eensluidend verklaard afschrift van hetvonnis uitgesproken op tegenspraak door de 12ekamer van de Arbeidsrechtbank te Brussel op 20juni 1997 (AR nr 74494/90) waarvan geenbetekeningsakte wordt voorgelegd;het verzoekschrift tot hoger,beroep ontvangen opde griffie van het Arbeidshof op 19 augustus1997;de besluiten van geintimeerde, ontvangengriffie op respectievelijk 14 januari 1999,april 2000, 28 december 2001 en 23 mei 2006;de besluiten van appellante, ontvangen tergriffie op respectievelijk 14 april 1999, 6oktober 2000 en 27 juni 2002;het bundel met stukken vanwege appellante partijontvangen ter griffie op 15 maart 2007;

Gehoord de partijen in hun middelen en verdedigingop de openbare terechtzitting van 20 maart 2007.geintimeerde partij legde een bundel neer waarna dedebatten gesloten werden en de zaak in beraad werdgenomen.

I. FEITEN EN PROCEDUREVOORGAANDENDe heer C trad op 1-11-85 in dienst' van devennootschap voor een stageperiode aIs "salestrainee". Op 4-5-86 sloten partijen eenarbeidsovereenkomst waarbij hij in dienst werdgenomen aIs "salesman".Voigens de termen van de overeenkomst bestond zijntaak in "het opzoeken en opsporen van nieuwecliënten, steeds met het oog op de verkoop, hetverhuren of het onderhouq van computermateriaal ICLvoor rekening van, in naam van en onder het gezag deleiding en het toezicht van ICL-Belgium".Hij werd ingedeeld bij reL European Institutions, deafdeling die gericht was op het afsluiten van

Page 3: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

, A.R.Nr. 35.873 3e blad.

contracten met Europese instellingen voor de ICL-informaticaproducten.

een vastvariabelhem door

Het overeengekomen loon bestond uitmaandelijks gedeelte van 65.000 F en eencommissieloon volgens het commissieplan datde "sales manager" zou overhandigd worden.Volgens art. 11 van de overeenkomst was hetcommissieloon verschuldigd voor ieder vast endefinitief arder dat door ICL-Belgium geldig werdaanvaard. Indien het arder niet werd uitgevoerd doorde schuld of de nalatigheid van de werknemer was hetcommissieloon niet verschuldigd.Het zou worden berekend op de nettoprijs voorkomendop de bestelbon na aanvaarding door ICL-Belgium.

Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement(EP) een aanbesteding bij inschrijving aangekondigdm.b.t het project OVIDE II, een op maat gemaaktinformatie- en communicatienetwerk bestemd voor deleden van het Europees parlement. Het betrof eennetwerk dat met gebruik van videotextechnieken o.m.toegang zou verlenen tot de agenda's vanvergaderingen van het parlement, van de comités envan de politieke partijen, de evolutie van dewetgeving zou tonen met inbegrip van de standpunteningenomen door de verschillende partijen.ICL sloot een partenariaat-akkoord met VICORP enGSI am aan de voorwaarden van de aanbesteding tekunnen voldoen. Zij dienden gezamenlijk een voorstelin op 15-10-87. ICL zou instaan voor de hardware,VICORP voor de software en GSI voor dienstverlening.

In werkelijkheid was men reedsvan de aanbesteding op de hoogtevoorafgegaan was door het OVIDEscheen te beantwoorden aangebruikers.

voor de publicatievan dit project datl project dat nietde noden van de

De heer C had reeds voorafgaande contacten metde Eruopese parlementsleden en ambtenaren am hunprecieze wensen te kennen en een bestek te kunnenvoorbereiden. Zodra de aanbesteding werdgepubliceerd kreeg de heer Consoli de opdracht am deaanbesteding verder uit te werken. Er werd op hemeen beroep gedaan wegens zijn relaties met de ledenvan de Commissie en van het Europees parlement.Behalve de heer C, was een heel team vantechnici, informaticl, managers, salesman enverantwoordelijken van GSI en VICORP betrokken bijdit project. Het was de sectie European Institutions

Page 4: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

A.R.Nr. 35.873 4e blad.

die daarvoor werd ingeschakeld onder leiding van ICLBelgium en ICL Benelux waarvan het geheel vanuit ICLLonden werd gemanaged.

Van de kandidaten die inschreven op de aanbestedingwerd een viertal weerhouden in een "short-list".Hen werd verzocht een model voor te leggen waarnaeen tweede selectie zou volgen.

Op 11-7-88 deelde de directie van deInformaticadienst van het Europees Parlement aanICL-Londen mee dat men overwoog het consortium ICL-VICORP-GSI te weerhouden. Dit werd afhankelijkgesteld van het voorstellen van een "vitrine" vanhet project. Intussen zou een ontwerp vanovereenkomst worden voorbereid en ter ondertekeningworden voorgelegd in geval van akkoord vanwege deEuropese Overheden.

Na de voorstelling van het model, werd hetconsortium rond ICL aIs enige kandidaat weerhouden.In een brief van 14-10-88 schreef de heerB Directeur van de Informaticadienst vanhet Europees Parlement aan de heer C

"Ingevolge het grote sucees van de demonstraties vande vitrine Ovide II georganiseerd in het EuropeseParlement te Straatsburg op 11,12 en 13 oktober enin afwachting van de ondertekening van deovereenkomst die het Europese Parlement aan hetconsortium bindt, zou ik het zeer op prijs stellenindien u een gelijkaardige demonstratie zou kunnenorganiseren te Brussel op 21 oktober aanstaande;"

Op 17-10-88heer Cuitgevoerde

wenste de heer Forrest van ICL Londengeluk voor het grote sucees van

demonstratie.

dede

De officiële onderhandelingen gingen van start beginnovember 88. Het kwam echter niet tot degezamenlijke ondertekening van een akkoordprotocoltussen het EP en ICL daar er moeilijkheden rezenover enkele essentiële punten. Uiteindelijk verbrakhet EP de onderhandelingen in januari 89.

De heer C toonde zich ontevreden metbetrekking tot de gerezen moeilijkheden die deondertekening van een akkoord in de weg stonden engaf te kennen dat hij niet langer bij het projectbetrokken wenste te worden.

Page 5: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

A.R.Nr. 35.873 5e blad.

Met een a-angetêkende.brief van. 6-10-89 stelde devennootschap een einde aan z~Jn arbeidsovereenkomstmet een opzeggingsvergoeding gelijk aan 6 maandenloon die zou ingaan op 1-11-89 doch hij werdvrijgésteldvan prestaties.

De heer C,vennootschapvorderde:

metspande een gedingdagvaarding van

aan tegen de30-10-90. Hij

berekend op

958.664 BEF aIs verbrekingsvergoeding onderaftrek van het reeds betaalde nettobedrag van120.832 BEF410.856 BEF aIs uitwinningsvergoeding3.109.589 BEF aIs commissieloon460.219 BEF aIs vertrekvakantiegeldhet commissieloon.

Met het bestreden vonnis van 20-6-97 veroordeelde deArbeidsrechtbank de vennootschap tot betaling van:

567.323 BEF aIs opzeggingsvergoeding344.077 BEF aIs uitwinni~gsvergoeding

en beval de heropening der debatten voor wathetgevorderde commissieloon betrof opdat partijen haarinlichtingen zouden verstrekken m.b.t. het aandeelvan ICL, GSI en VICORP in het consortium dat tussenhen werd opgericht met betrekking tot het OVIDE II.project. De vennootschap beweerde immers dat heteventueel verschuldigd commissieloon slechts inverhouding kon staan tot haar eigen aandeel in hetproject.

II. VORDERINGEN IN HOGER BEROEPDe vennootschap steIde. hoger .beroepverzoekschrift van 19-8-97.

Zij vordert in hoofdorde:

in met

het bestreden vonnis te vernietigente zeggen voor recht dat de vordering van de heerCo verjaard is en dat de som van 321.021 BEFonder aIle voorbehoud uitbetaald, door haar nietverschuldigd is en dient te worden teruggestortmet degerechtelijke intresten erop sedert debetaling.

_ de heer C te veroordelen tot de kosten vanhet geding ..

Page 6: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

A.R.Nr. 35.873

In ondergeschikte orde verzoekt zij:

6e blad.

- het bestreden vonnis gedeeltelijk te vernietigenrecht doende op de hoofdvordering: te zeggen voorrecht dat zij geen commissieloon. verschuldigd isnoch bijkomend vakantiegeld, dat zij m.b.t hetOvide II project geen fout beging in de zin vanart. 1382 BW zodat de vordering totschadevergoeding van de heer C op basis vandat artikel dient te worden afgewezen, dat zJ.]evenmin een uitwinningsvergoeding verschuldigd isbij gebreke van aanbreng van cliënteel.recht doende op haar tegenvordering, dezeontvankelijk en gegrond te verklaren en de heerC te veroordelen haar een bedrag te betalenvan 369.640 BEF netto wegens nog verschuldigdebedragen en te zeggen voor recht dat dit bedraghet openstaande saldo van de opzeggingsvergoedingcompenseert.

De heer C stelt incidenteel hoger beroep in.Hij vordert het bestreden vonnis te hervormen:

in de mate dat het de heropening der debattenbeveelt om partijen toe te laten uitleg teverschaffen over het respectief aandeel van dedrie leden van het consortium in de uitwerking vanhet Ovide II project.in de mate dat de Arbeidsrechtbank zijn vordering.tot het bekomen van het vertrekvakantiegeld opcommissieloon niet heeft ingewilligd en devennootschap te veroordelen tot betaling van eenbedrag van 460.219 BEF als vertrekvakantiegeldberekend op de verschuldigde en onbetaaldecommissielonen.

Standpunt van de vennootschap

De vennootschap beroept zich op de verjaring van devordering ingeleid door de heer C . Aangeziende overeenkomst onmiddellijk werd beëindigd bijbrief van 6-10-89 meent zij dat de vorderingingeleid bij dagvaarding op 30-10-89 niet werdingesteld binnen de bij art. 15 WAO voorzieneverjaringstermijn.

Zij meentzijn daarstand isgeplaatst

verder geen commissieloon verschuldigd teer volgens haar geen akkoordprotocol totgekomen en er geen bestelling werd

door het Europees Parlement aangezien de

Page 7: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

A.R.Nr. 35.873 7e blad.

onderhandeHingen werden verbroken tijdens de pre-coiltractuele,fase. Er was .danook volgens haar geensprake van een definitief en vaststaand order waaropde heer C commissie zou kunnen vorderen.

Het akkoordprotocol dat na lang onderhandelen op 22-1-89 werd voorgelegd werd immers geweigerd op 27-1-89 hetgeen op 15-2-89 door de secretaris generaalvan het. Europees Parlement .werd bevestigd. Hetuiteindélijk contract werd gesloten met eenconsortium onder leiding van de Britse groep SD-Scicon.Zij benadrukt dat het akkoordprotocol bovendienenkel kon worden goedgekeurd door de personen vanbeide partijen, die bevoegd waren hen te verbinden.Zij mee~t dat haar geen fout in de zin van art. 1382BW kan worden verweten voor het niet tot stand komenvan het project en dat evenmin een inbreuk op art.16WAO door de heer C wordt bewezen.

Het consortium tussen de drie vennootschappen zouook nooit verder gestalte hebben gekregen daar deafspraken tussen partijen, wegens het afspringen vande onderhandelingen (met het Europees Parlement)niet werden gefinaliseerd. Zij meent dat deArbeidsrechtbank derhalve ten onrechte de heropeningder debattenheeft bevolen am het aandeel van elkvan de drie vennootschappen, in het consortium tekennen met het oog op het bepalen van hetcommissieloon.

Zij meent evenmin een uitwinningsvergoedingverschuldigd te Zl]n nu de heer C nietaantoont cliënteel te hebbenaangebracht.

Zij betwist dat haar eigen tegenvordering zou kunnenverjaard zijn daar deze reeds in de dagvaarding tersprake kwam en de Arbeidsrechtbank ten onrechteheeft geineend deze niet te kunnen inwilligen daarzij niet in het dispositief van haar conclusie werd

',herhaald.

Standpunt van de heer (

Aangezien de vennootschap de arbeidsovereenkomstslechts vanaf 1-11-89 heeft willen beëindigen iS,devordering volgens hem niet verjaard. Hij beweerttrouwens nog de gehele maand, oktober prestaties tehebben geleverd. hetgeen blijkt uit de uitbetalingvan het loon voor de maand oktober 89.

Page 8: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

A.R.Nr. 35.873 8e blad. r

Bovendien heeft de vennootschap volgens hem aan eeneventuele verjaring van de vordering verzaakt doorhet vonnis van de Arbeidsrechtbank uit te voeren watde beslissing over de opzeggingsvergoeding betreft.

Volgens de heer C was er een akkoord over allebasiselementen van de overeenkomst Ovide II en ishet de schuld van de vennootschap indien dedefinitieve overeenkomst niet werd ondertekend. Hijmeent op grond van art. 90 van de wet op dearbeidsovereenkomsten van 3.7.1978 (WAO) en hettussen partijen afgesloten commissieplan aanspraakte kunnen maken op commissieloon of in ieder gevalop een schadevergoeding op basis van art. 1382Burgerlijk Wetboek, gelijk aan het gederfdcommissieloon wegens de schuld, de nalatigheid oflichtzinnigheid van de vennootschap die de reden wasvan de verbreking van het contract door het EuropeesParlement. Hij meent dat de vennootschap zich tevensschuldig heeft gemaakt aan een inbreuk op art. 16WAO.

Hij betwist eveneens de beslissing van deArbeidsrechtbank tot heropening der debatten om hetaandeel van elk van de drie vennootschappen in hetconsortium te kennen met het oog op het bepalen vanhet commissieloon. Volgens hem heeft de vennootschapdaarmee reeds rekening gehouden op het ogenblik datde commissieafspraken werden gemaakt daar deonderhandelingen op dat ogenblik reeds ver warengevorderd.

Aangezien zijn arbeidsovereenkomst als eenovereenkomst voor handelsvertegenwoordiging moetworden beschouwd, gelet op de inhoud van zijnfunctie, meent hij aanspraak te kunnen maken op eenuitwinningsvergoeding daar hij zeker klanten heeftaangebracht en de vennootschap niet bewijst dat hijgeen nadeel leed door verlies van cliënteel. Hijmeent dat niet vereist is dat een groot aantalklanten werd aangebracht aangezien het om de verkoopvan dure systemen ging.

De tegenvordering van de vennootschap is volgens hemverjaard.

"*

Page 9: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

A.R.Nr. 35.873

..III. BEOO~DELING

1.'ONTVANKELIJKHEID VAN HET HOGER BEROEP

ge blad.

Nu geen betekeningsakte van het bestreden vonniswordt voorgelegd. kan worden aangenomen dat hethoger beroep' tijdig isingesteld. Het is regelmatignaar vorm en ook aan de andereoritvankelijkheidvereisten is voldaan. Het isderhalve ontvankelijk.

2. TEN GRONDE

alOntvankelijkheidhoofdvordering.

van de oorspronkelijke

De vennootschap beroept zich voor het eerst in graadvan beroep op de verjaring van de oorspronkelijkevordering.

De vennootschap heeft met haar aangetekende briefvan 6-10-89 te kennen gegeven dat dearbeidsovereenkomst op 1-11-89' zou worden beëindigdmits betaling van een opzeggingsvergoeding, De heerC beweert tot die datum nog te hebben gewerkten devennootschap be'taalde in ieder geval nog loonuit. Dat de heer C er niet toe gehouden wasnog prestaties te leveren impliceert overigens nogniet dat de arbeidsovereenkomst op 6-10-89 ookdaadwerkelijk beëindigd was. De'vennootschap heeftzelf de beëindiging van de arbeidsovereenkomst op 1-11-89 bepaald en de heer C heeft daartegenniet geprotesteerd. De opzèggingsvergoeding werdtrouwens pas na die datum uitbetaald.De vordering werd ingeleid bij dagvaarding van 30-10-90. hetzij binnen de bij, art. 15 WAO bepaaldeverjaringstermijn. De Arbeidsrechtbank heeftderhalve terecht beslist dat de vordering niet,verjaard was.

bl Oritvankelijkheidvan de tegenvordering

De vennootschap heeft haar tegenvordering ingesteldbij conclusie neergelegd,op 101.92.

Ten onrechte meent zJ.] dat de vermeldingheer C in de dagvaarding die hij opuitbracht dat er een bedrag van 320.000

door de30-10-90BEF ten

Page 10: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

A.R.Nr. 35.873 10e blad.i

onrechte werd ingehouden op zijn loon, detegenvordering zou hebben gestuit. De dagvaardingstuit inuners slechts de verjaring van de vorderingdie zij inleidt en van deze die daarin virtueelbegrepen zijn. De vordering van de vennootschap isuiteraard niet virtueel begrepen in een door de heerConsoli ingestelde vordering.

De heer C stelt terecht dat dietegenvordering, die weI degelijk een aparterechtsvordering en geen zuiver verweer tegen dehoofdvordering betreft, werd ingesteld buiten debij art. 15 WAO voorziene verjaringstermijn enderhalve verjaard is.

Aangezien de vennootschap, voor zover het Hof zouoordelen dat de hoofdvordering niet is verjaard dedoor de Arbeidsrechtbank toegekendeopzeggingsvergoeding niet betwist en dit vonnistrouwens reeds gedeeltelijk heeft uitgevoerd, is zijderhalve er niet toe gerechtigd compensatie toe tepassen op het door haar nog verschuldigde bedrag opbasis van haar tegenvordering, nu deze verjaard is.

c) Het conunissieloon

Art. 90 al 1 van de WAO bepaalt dat hetconunissieloon verschuldigd is voor ieder order diedoor de werkgever wordt aanvaard, zelfs indien opdie order geen uitvoering volgt, behalve in gevalvan niet uitvoering door de schuld van dehandelsvertegenwoordiger.

De arbeidsovereenkomst bevatte een gelijkaardigebepaling volgens dewelke het conunissieloonverschuldigd was voor ieder vaststaand en definitieforder dat geldig door de werkgever werd aanvaard.

Bij de aanvaarding van het ordereen bestelling plaatst, kom destand.

waarmee een klantovereenkomst tot

In een dergelijke complexe aangelegenheid aIs hetOvide II project, is het tot stand komen van deovereenkomst omslachtiger en gaat Zl] doorgaansgepaard met langdurige onderhandelingen waarbij heelwat personen betrokken zijn.

De vraag is of er tussen IeL en het EuropeesParlement een overeenkomst tot stand was gekomen op

Page 11: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

A.R.Nr. 35.873 11e blad.

enkelein eenF

grond waarvan de heer C.....r.. . aanspraak kon maken op

commissieloon. Volgens de heer C was dit weIhet geval en sloten de partijen in ieder geval eenprotocolakkoord, een voorovereenkomst of "head ofagreement" waarin de voornaarnste elementen van deuiteindelijke overeenkomst waren opgenomen waaropzij niet meer terug konden komen. De vennootschapbetwist dit.

In de onderhandelingen tussen ICL en het EuropeesParlement over het project Ovide II werden eenaantal stadia doorlopen, zoals gebruikelijk bij eenproject van die omvang en complexiteit.De aanzet werd gegeven door de bekendmaking van deaanbesteding door het Europees Parlement in juli 87waarbij een aantal voorwaarden werden vooropgesteldwaaraan de ingediende voorstellen dienden tebeantwoorden.Daarop werd tussen ICL, VICORP en GSI besloten sarnente werken aan de realisatie van een ontwerp. Welkeafspraken er tussen hen precies werden gemaakt, isniet duidelijk.

Ret consortium van die drie vennootschappen diendeop 15-10-87 een gezamenlijk voorstel in.

In een volgende fase gaf het Europees Parlement tekennen dat het uit de lijst van de ingediendevoorstellen, het voorstel van het Consortium sarnenmet dat van drie andere bieders had weerhouden. Deconcrete voorstelling ervan aan de parlementaireoverheden zou dan een beslissende factor zijn voorde uiteindelijke selectie.

De presentatie van het voorstel, waarvoor de heerC instond, was succesvol. Ret EuropeesParlement gaf op 11-7-88 te kennen dat het door hetconsortium ingediende voorstel haar voorkeur kreegen geselecteerd werd om te onderhandelen over dedefinitieve overeenkomst waarvan de duurtijd doorpartijen op 5 jaar was geraamd en die voor hetEuropees Parlement een investeringskost van15.564.495 Ecu met zich meebracht en een jaarlijksekostprijs van 1452.360 Ecu.

De onderhandelingen met het oog op'het afsluiten vaneen overeenkomst, startten op 9-11-88.Tijdens de onderhandelingen rezendiscussiepunten. Deze worden uiteengezetdocument van 23-2-89 opgesteld door de heerm.b.t een briefingmeeting.

Page 12: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

A. R. Nr. 35. 873 12e blad. ,rCL stelt dat de kostprijs van het voorgesteldepakket 7,6 miljoen Ecu bedroeg over een periode van5 jaar, doch dat het Europees Parlement pas tijdensde week van 16 en 17-11-88 voor het eerst eenspecifieke lijst meedeelde van de items voor eenVoorlopig en Definitief systeem (de P en D lijst)waarin meer voorzieningen waren opgenomen die in hetsysteem moesten geïntegreerd worden danoorspronkelijk voorzien en waarop rCL haar prijshad berekend, zonder dat de totale kostprijs 7,8miljoen Ecu mocht te boven gaan (plafondprijs). Ditbleek voor het consortium niet haalbaar. Hetvoornaamste bezwaar van het consortium was dat zijzich tot een vaste prijs en vaste leveringsdatamoesten verbinden waaraan fikse strafbedingen warenverbonden indien ze niet werden nageleefd, zonderdat in detail was vastgelegd wat precies geleverddiende te worden

Eind november zou een akkoordprotocol wordenafgesloten over de essentiële punten die in hetdefinitieve contract zouden moeten worden opgenomen(lijst van de functionele bijzonderheden, prijs,waarborgen, datum van het ter beschikking zijn vande diensten) waarover een principeakkoord zoubereikt zijn tijdens de verschillendeonderhandelingsrondes, doch dit protocol werd nietbekrachtigd door de algemene directie van rCL.

Een overeenkomst kan slechts tot stand komen vanafhet ogenblik dat de partijen of de personen die zijhebben aangewezen om hen te vertegenwoordigen en hente verbinden het eens geworden zijn over aIle puntenvan de overeenkomst. Het blijkt dat slechts deAlgemene Directie van rCL te Londen bevoegd was omde vennootschap te verbinden. Dit wordt door de heer( niet tegengesproken.

Er blijkt niet dat een schriftelijk protocolakkoorddoor de partijen werd ondertekend.

WeI werd door de Directeur rnformatica van hetEuropees Parlement een ontwerp van overeenkomstopgesteld op basis van de punten waarover tijdens deonderhandelingen op 28-11-88 een overeenkomst zouzijn bereikt. Zo wordt althans gesteld in een briefvan het Europees Parlement van 27-1-89.

Dat er werkelijk een akkoord bestond over die puntenstaat niet vast. Bovendien kon enkel de algemene

Page 13: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

A.R.Nr. 35.873

directie vanv~rbinden.

ICL te Londen de

13e blad.

vennootschap

In een brief van 7-12-88 deelde de heer H vanICL Londen, in opdracht van de heer F die dealgehele verantwoordelijkheid droeg mee dat "hetconcept van een voorovereenkomst ("heads ofagreement") voor het eerst werd besproken op 5december 1988 doch dat het door de EP voorgesteldontwerp het consortium voor belangrijke problemenstelde die eerst moesten worden besproken met departners vooraleer ICL bindende afspraken kon makenen dat de aangelegenheden van die aard waren dat zijde goedkeuring behoefden van het hoogste niveaubinnen ICL zodat het onmogelijk was tegen 9 decembereen bevestiging te geven.Hieruit blijkt duidelijk dat er nog geenovereenstemming was bereikt over de volledige inhoudvan het protocolakkoord.

De woordvoerderantwoordde bijdaarmee niet eens

van hetbrief vanwas daar:

Eruopees8-12-88 dat

Parlementhij het

het concept van protocol akkoord de puntenbevatte waarover een akkoord werd bereikt tijdensde onderhandelingen te Londen en dat het niet gingom een nieuw feit of een nieuw voorstel van het EPdat hij geschokt was vast te stellen dat na drieonderhandelingsrondes het EP kennelijk nog niet deverantwoordelijken van ICL had ontmoet.dat na de onderhandelingen in Londen, voor ICLgematerialiseerd door de telex van de heer Cin naam van de heer T er geen problemen zoudenmoeten zijn om die akkoorden op schrift testellen.

Dit schrijven, uitgaande van een contractpartij,vormt geen bewijs dat er een volledig akkoordbestond over aIle punten van het ontwerp dat doordie partij werd opgesteld.Dat de woordvoerder van het Europees Parlement erinderdaad niet op de hoogte van was of moest zijndat de onderhandelaars de vennootschap nietdefinitief konden verbinden staat niet vast. Inieder geval lijdt het geen twijfel dat de personendie namens ICL onderham:l.eldendaar weI van op dehoogte waren. Mocht het Europees Parlement hiervaninderdaad niet op de hoogte zijn geweest, dan rijstde vraag of de onderhandelaars geen fout begingendoor de contractpartner daarover niet in te lichten.

Page 14: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

A.R.Nr. 35.873 14e blad.

In een brief van 12-12-88 bevestigde de heer Forrestvan ICL Londen nogmaals dat het protocolakkoord("heads of agreement") niet kon worden ondertekendomdat eerst met de partners van het consortium moestonderhandeld worden om na te gaan of zij zich kondenengageren om de eisen van het Europees Parlementvolledig in te willigen. Hij beloofde er dringendwerk van te maken en de nodige inspanningen te doenom hun akkoord te bekomen.

Op 14-12-88 werd vervolgens instructie gegeven omopnieuw contact op te nemen met de heer Bdirecteur informatica van het Europees Parlementopdat hij ermee zou instemmen in te gaan op de eisenvan ICL Lv.m. het definiëren van de voorzieningendie binnen de Ovide II dienst moesten geleverdworden en een realistische grens aan het strafbedingte stellen.

Uit de brief van 14-12-88 van de heer T waarinhij verslag doet van zijn contact met de heerB blijkt nogmaals dat op die datum nogsteeds geen eensgezindheid bestond over eenvoorovereenkomst. Hij behandelt daarin de puntenwaarop de heer E aanpassingen aanvaardde.Nadat het protocol-akkoord op sommige punten werdgewijzigd legde het EP het op 15-12-88 opnieuw vooraan ICL doch rCL meende dat dit ontwerp nog steeds.niet tegemoet kwam aan haar voornaamste bezwaar nI.dat ze ertoe gehouden was een vaste prijs entijdschema na te leven, terwijl de voorzieningen nogsteeds niet volledig waren gespecificeerd.

Een laatste onderhandelingsfase had plaats op 27-12-88. Er zou mondeling. zijn overeengekomen dat hetprotocol zou worden ondertekend mits het EuropeesParlement een brief met de interpretatieve puntenvan ICL zou aanvaarden. Binnen ICL ontstond echterdiscussie orntrent de vraag of een dergelijke briefvoorrang kon hebben op de terrnen van hetprotocolakkoord

In een brief van 15-2-89 door het EP gericht aan dedirectie van ICL worden de verschillende fases in de.onderhandelingen nogmaals overlopen en ook daaruitblijkt dat nooit een vol~edig akkoord over de inhoudvan de voorovereenkomst werd bereikt.

Bij briefDirecteur

van 5 -1-89, stelde de heer 1van de inforrnaticadiensten namens het

Page 15: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

'. A.R.Nr. 35.873 15e blad.. ~ .-.

Europees Parlement, ICL een ultimatum am voor 13-1-89 zijn beslissing mee te delen - ofwel te verzakenaan het project ofwel het akkoord protocol teondertekenen, zoniet zou het Europees Parlement hetproject intrekken.

ICL aritwoordde op 12-1-89 dat het bereid was hetprotocolakkoord te ondertekenen met opgave van depunten waarover op 27-12-88 overeenstemming wasbereikt en met een voorbehoud over de prijs in devorm van een bijlage III aan het protocolakkoord.

Ret Europees Parlement antwoordde op 19-1 dat debijlage III onaanvaardbaar was en dat 'het ervanuitging dat de vennootschap aan het .projectverzaakte. Ret Europees Parlement achtte die bijlageonaanvaardbaar omdat het, daardoor geen enkelewaarborg mèer. had wat de nakoming van de termijnenen de inhoud van de overeenkomst betrof en haarcontractueel het recht werd ontnomen eventueleschade te kunnen inroepen indien latereonderhandelingen mislukten.

Uiteindelijk werd het protocolakkoord voor ICLondertekendop 21-1-89, nadat daarin de bijlage IIIwas opgenomen zoals door ICL gewijzigd in die zindat het prijsvoorbehoud werd opgeheven doch met devermelding dat de gedetailleerde opgave van devoorzieningen slechts faciliteiten ("facilities")kan bekomen tot de plafondprijs.

Met een aangetekende brief' van 27-1-89 antwoorddehet Europees Parlement dat het niet bereid was terugte komen op het standpunt dat het reeds per briefvan 19-1-89 had meegedeeld, namelijk dat het zichgeen eenzi]dig door ICL opgesteld document, debijlage III zou laten opdringen en het bevestigdedat de onderhandelingen tussen partijen definitiefbeëindigd waren

Ret Europees Parlement' weigerde opnieuw teonderhandelen en de termen van het akkoordprotocolopnieuw ter discussie te stellen.

Ret Rof dient vast te stellen dat tussen partijennooit een voorovereenkomst ("head of agreement")werdondertekend waarin zij ~et eens waren geworden overde .essentiële bestanddelen van hun uiteindelijkeovereenkomst en waarop zij niet meer kondenterugkomen, op straffe van contractueleaansprakelijkheid.

Page 16: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

A.R.Nr. 35.873 16e blad.

Er kwam nooit een overeenkomst met het EuropeesParlement die het project verder zette met eenandere bieder. Het Europees Parlement heeftkennelijk geen stappen ondernomen tegen rCL wegenscontractbreuk van harentwege.

van eeneen

zoalsin de

Het Hof meent dat derhalve geen sprake isvast en definitief order waarop de heer Crecht op commissieloon zou kunnen vestigenbedoeldin art. 90 al 1 van de WAO enarbeidsovereenkomst.

Met betrekking tot art. 90.werd in de voorbereidendewerken .overwogen dat wanneer na complexe enlangdurige onderhandelingen geen overeenkomst werdbereikt,geen comniissieloon zou verschuldigd zijn opgrond van die bepaling, tenzij overeengekomen zouzijn dat de werkgever ook de inspanningen van dewerknemer zou belonen. (verslag Senaat, 1962-63, 56-60)

De heer C meent in ondergeschikte ordegerechtigd te zl.Jn op een schadevergoeding gelijkaan het gederfde commissieloon daar het niet totstand komen van het contractmet het EuropeesParlement enkel te wijten zou zijn aan een fout vanrCL.

Uit de stukken blijkt .dat: het spaak lopen van deonderhandelingen in een ver gevorderd stadiumverband hieId met het feit dat het EuropeesParlement althans volgens rCL nog nieuwespecificaties had aangebracht (en nog konaanbrengenl die geintegreerd moesten worden in hetproject zonder dat rCL zijn prijs in verhouding konaanpassen.Dit raakt het voorwerp en derhalve de essentie zelfvan de overeenkomst en het kan rCL niet ten kwadeworden geduid aanpassingen te hebben gevraagd diehaar voldoende waarborgen gaven en de zekerheid datzij haar verbintenissen zou kunnen nakomen.Bovendien diende zij hierover ook garanties van haarpartners te bekomen.Kennelijk bestortd er weI discussie.over de vraag ofhet Europees Parlement nieuwe elementen hadtoegevoegd aan hetgeen oorspronkelijk was voorzien,.doch aangezien er een aanpassing gebeurde van deoorspronkelijk voorziene prijs komt dit weIwaarschijnlijk voor. Het Europees Parlement heeftkennelijk geen stappen ondernomen om een

Page 17: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

A.R.Nr. 35.873 17e blad.

wanprestatie van rCL tijdens de preeontraetuele fasete laten sanetioneren.Ret Rof aeht op grond van de voorliggende stukkenniet bewezen dat rCL, door, weliswaar op de vaIreep,te hebben geijverd voor het opnemen van waarborgenin de overeenkomst, om haar belangen en die van haarpartners veilig te stelIen, een fout heeft begaan,waarop de heer ( een reeht op sehadevergoedingzou kunnen putten.

Ret blijkt alhebben gemaakt

evenmin dat rCLaan een inbreuk op

ziehart.

sehuldig16WAO.

zou

d) De Uitwinningsvergoeding

Art. 101 WAO onderwerpt de toekenning van deuitwinningsvergoeding aan volgende voorwaarden:

de werknemer moet de hoedanigheid vanhandelsvertegenwoordiger bezitten.langer dan één jaar in dienst te zijn van deondernemingde werknemer mag de arbeidsovereenkomst niethebben beëindigd tenzij om dringende reden en magniet om dringende reden ontslagen zijnde werknemer moet eIiënteel hebben aangebraeht.

Enkel over die Iaatste voorwaarde bestaat erbetwisting.sleehts wanneer de arbeidsovereenkomst eeneoneurrentiebeding bevat kan dehandelsvertegenwoordiger zieh beroepen op eenvermoeden van aanbreng van eliënteel. Dit was niethet geval zodat de heer C de bewijsIastdraagt.

volgens de voorbereidende werken moet het begripaanbreng van eIiënteel ruim geinterpreteerd worden.Onder aanbreng van eIiënteel verstaat men dat dehandelsvertegenwoordiger bij z~Jn indiensttredingeIiënteel heeft meegebraeht dat hij reeds voordienhad verworven, of dat hij tijdens zijntewerksteIIing nieuw eIiënteel werft of het bestaandeliënteel verder uitbreidt hetzij in aantal hetzijwat de omvang van de bestellingen betreft. (ParI.St. Senaat,1962-1963, nr.185 p. 94, Ann. ParI.Senaat 1962-63, zitting 4-6-1963, p 1249)

Er is niet vereist dat het bekomen van bestellingenuitsIuitend aan de tussenkomst van dehandelsvertegenwoordiger is toe te sehrijven. Ret

Page 18: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

A.R.Nr. 35.873 18e blad.

volstaat dat hij hierbij een effectieve roI heeftgespeeld. (A. De Theux, o.c. p 3)

Aanbreng van cliénteel veronderstelt een nietonbeduidend aantal klanten doch het is niet vereistdat dit aantal aanzienlijk zou zijn.De rechter zalin concreto oordelen rekening houdend met de aardvan de handelsactiviteit, de verkochte goederen endiensten, de markt, de tijd gevergd voor decontacten en onderhandelingen en de duur van. hetverkoopproces, de mogelijkheid van toekomstigebestellingen (Cass.15-6-88,TSR 88, 297).

De uitwinningsvergoeding beoogt dehandelsvertegenwoordiger te vergoeden voor hetverlies van cliënteel ten gevolge van de beëindigingvan de arbeidsovereenkomst dat hij zijn werkgeverheeft aangebracht en zodoende zelf niet meer kanbezoeken. (Cass. 20-3-2000, CDS 2001 P 246, zie ooknoot D. Rijckx onder dit Cassatiearrest, p 249 enD. Rijckx, het juridisch statuut van dehandelsvertegenwoordiger, Or. 2004 p 123; A. DeTheux, représentation commerciale, conditionsd'octroi de l'indemnité d'éviction, CDS 94 P 1 enaldaar in voetnoot vermelde verwijzingen.)

Vanaf het begin van z1.]n tewerkstelling heeft deheer C zich geconcentreerd op het bezoeken vande Europese Instellingen en vanaf 87 heeft hij zich'uitsluitend bezig gehouden met de uitwerking van deaanbesteding voor het Europees Parlementm.b.t. hetOvide II project.

Bij zijn aanwerving had ICL haast geen contactenbinnen de Europese instellingen. In een memorandumvan 3-9-84 vermeldt Z1.] dat zij in het verleden"zerà-relaties" met het Europees Parlement had.

In een metnovan 1-5-87 stelde zij een lijst op metEuropese "doelgroepen" die zij aan iederevertegenwoordigèr bezorgde. Aan de heer C ~erdhet Europees Parlement, het Europees Gerechtshof enhet Hof dêr Auditoren, de opzoekingcentra, hetAigemeen Secretariaat en de Gerechtelijke diensttoevertrouwd.

Door zijn volgehouden contacten bij het EuropeesParlement en de Europese parlementsleden heeft deheer Consoli ervoor gezorgd dat een voorstel kon.worden uitgewerkt op de aanbesteding van het OvideII project waardoor ICL werd geselecteerd voor het

Page 19: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

A.R.Nr. 35.873 1ge blad.

project eninzet totgeraakt.

de onderhandelingen waren mede door z~Jneen definitief akkoord in een eindfase

Het betrof een belangrijk project met een duurtijdvan 5 jaar en voor een belangrijk bedrag.

Nu het contract met het Europees Parlement niet totstand kwam, kan het niet aIs een aangebrachte klantworden beschouwd zodat de heer ( het na debeëindiging van de arbeidsovereenkomst kon blijvenbezoeken.Hij stelt trouwens zelf in conclusie dat hij na debeëindiging van de arbeidsovereenkomst met dezeklant verder is blijven onderhandelen voor rekeningvan zijn nieuwe werkgever, de firma Bull.

De heer C toont enkel aan dat hij op 29-12-86en 28-7-87 nog twee belangrijke bestellingenbevestigde bij de Europese Commissie, DG IV,waarvoor hij een belangrijk commissieloon ontving.Volgens de vennootschap was de Europese Commissie alklant bij ICL. Er dient echter rekening meegehouden worden dat de Europese Commissie uitverschillende directies bestaat en dat het verwervenaIs klant van een van die directies nog nietimpliceert dat men ook de andere directies aIs klantheeft.Hoe dan ook acht het Hof het aanbrengen van die.klant onvoldoende om aIs aanbreng van cliënteel tekunnen gelden in de zin van art. 101 WAO

Het Hof acht de toekenningvoorwaardenuitwinningsvergoeding derhalve niet vervulduitwinningsvergoeding niet verschuldigd is.

*

*

voor dezodat de

Page 20: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

A.R.Nr. 35.873

OM DEZE REDENEN,

Ret Arbeidshof,

Gelet op de wet van 15 juni 1935 op hettalen in gerechtszaken, zoals totgewijzigd, inzonderheid op artikel 24,

Rechtsprekend op tegenspraak,

20e blad.

gebruik derop heden

Verklaart het principaal en het incidenteel hogerberoep beide ontvankelijk, verklaart het principaalhoger beroep hoger beroep gegrond in de mate het deuitspraak van de Arbeidsrechtbank met betrekking tothet recht op commissieloon en de toekenning van eenuitwinningsvergoeding aanvecht, het incidenteelhoger beroep gegrond in de mate dat het eenheropening der debatten aanvecht.

Rervormt het bestreden vonnis.

Verklaart de vordering van de heer Cbekomen van commissieloon, vakantiegeldeen uitwinningsvergoeding ongegrond.

tot hetdaarop en

Verklaart de in ondergeschikte orde ingesteldevordering tot het bekomen van schadevergoedingwegens het derven van commissieloon eveneensongegrond.

Bevestigt het bestreden vonnis voor het overige.

Stelt de verjaringtegenvordering.

vast van de ingestelde

Veroordeelt de heer C tot de kosten in hogerberoep, tot op heden als volgt begroot:

- voor appellante:- rechtsplegingsvergoeding hoger beroep € 267,73

- voor geïntimeerde:- rechtsplegingsvergoeding hoger beroep € 285,57

Aldus gewezen en uitgesproken opterechtzitting van de derde kamer vante Brussel op vierentwintig aprilzeven.

de openbarehet Arbeidshoftweeduizend en

Page 21: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

A.R.Nr. 35.873

Waren aanwezig:

G. BALIS:

J. LINDEMANS:

M. WAMPERS:

L. COEN:

21e blad.

Kamervoorzitter.

Raadsheer in Sociale Zaken alswerkgever.

Raadsheer in sociale Zaken alswerknemer-bediende.

Griffier.

G. BALIS.

Page 22: Rep.Nr. t.oo}l Z'î; ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST · Na beraadslaging, veIt het Arbeidshof te Brussel het hiernavolgend arrest: ... Op 21-7-87 werd er vanwege het Europees Parlement

l

i