5
SEPT2016 - REGIONAAL CULTUURMAGAZINE BERLARE - BUGGENHOUT - DENDERMONDE - LEBBEKE - WETTEREN - WWW.ZONE-C.BE ROLAND IN ZICHT! STRAFFE VERTELLER VIC DE WACHTER

ROLAND - Cultuurcentrum Belgica Dendermonde · Boom. Daar zag Roland van Campen-hout als zoon van een veel te vroeg ge-storven saxofonist het levenslicht. ... van Charles Trenet

  • Upload
    buianh

  • View
    221

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

SEPT2016 - REGIONAAL CULTUURMAGAZINE BERLARE - BUGGENHOUT - DENDERMONDE - LEBBEKE - WETTEREN - WWW.ZONE-C.BE

ROLANDIN ZICHT!

STRAFFE VERTELLER

VIC DE WACHTER

Tekst: Frederik Goossens

ROLAND IN ZICHT!ROLAND & DEEP BLUE SEA - BLUES VAN DE ROLLENDE ZEE.

©To

on A

erts

88

Roland van Campenhout is al een tijdje de rechtmatige pensioenleeftijd voorbij, maar laat je niks wijsmaken. Hij is voor eeuwig jong, steeds hongerig naar nieuwe muzikale ontmoetingen, naar on-gekende geluiden en onbewandelde paden. Voor zijn nieuwste tournee langs de Vlaamse CC’s laat hij zich inspireren door de zee: blues- en folksongs over het wijde sop. Of, volgens Roland zelf, liedjes over “maandenlange eenzaamheid, weg van vrouw en kind. Als dat geen blues is dan weet ik het niet.”

De Vlaamse blues heeft haar wortels in Boom. Daar zag Roland van Campen-hout als zoon van een veel te vroeg ge-

storven saxofonist het levenslicht. Met muziek in de aderen, droomde de jonge Van Campenhout van een leven buiten de steenbakkerijen. Aange-stoken door de wilde romantiek die hij vond in de lectuur van Jack Kerouacs On the Road, werd hij een verwoed jazzliefhebber. Maar uiteinde-lijk zouden de blues zijn levensgezel worden. Of hij nu samen met Miek & Roel op het podium stond, met zijn eigen Bluesworkshop, met Arno, Wannes Van de Velde of Rory Gallagher, blues zijn de rode draad in alles wat hij doet.

We ontmoeten Roland – een van die iconische muzikanten die geen familienaam behoeft – in een zonnig Gent. Hij is in een spraakzame en nostalgische bui en - nog voor we een vraag kunnen stellen over zijn nieuwste project – be-gint hij te vertellen over de good old days.

Roland: “Al van jongsaf was ik bezeten door jazz. Ik was een echte beatnick die enkel naar de avant-garde bebop luisterde. John Coltrane en Miles Davis waren mijn helden. Ik ging op pelgrimage naar het jazzfestival van Comblain-La-Tour om er Coltrane of Cannonball Adder-

ley live te zien. Die concerten hebben mijn le-ven veranderd. Of ik zelf ook jazz wou spelen? Daarvoor moet je een vingervlugge techniek hebben en ik wist al vlug dat dat niet aan mij besteed was. België is een land van fenomenale jazzgitaristen; Django Reinhardt, René Thomas, Freddy Sunder, Toots Thielemans of mijn goede vriend Philip Catherine... Noem maar op. Daar hoefde nu niet meteen nog eentje bij (lacht). Trouwens, ik kan meer dan voldoende feeling leggen in één akkoord.”

Je kwam er snel achter dat jazz het bed deel-de met de blues. Uiteindelijk werd die muziek jouw levensgezel.Roland: “Rond het begin van de jaren zestig ontstond er een curieus muzikaal fenomeen dat skiffle werd genoemd: akoestische folk en bluesmuziek gespeeld in de geest van de grote, zwarte Amerikaanse muzikant Leadbelly. In Engeland had je Lonnie Donegan, die in onge-

©To

on A

erts

“OFWEL IS HET GOED, OFWEL IS HET

SLECHT. IK HEB GEEN GEDULD MEER

VOOR DIE HOKJESMENTALITEIT”

9

veer elke stad navolging had. Honderden jonge kerels begonnen er gitaar te spelen. Daar zijn wel een aantal toffe groepjes uit ontstaan die later nog goed hebben geboerd. En ook ik had de microbe te pakken. Dan ging ik vanuit Gent op bedevaart naar Antwerpen om Ferre Grig-nard te zien spelen in café de Muze. Schrik dat ik had van die mens! Een lieve kerel, hoor, maar hij keek altijd zo kwaad, vond ik. Eventjes later heb ik in Londen Jimi Hendrix zien spelen. Bij mijn terugkomst heb ik meteen een elektri-sche gitaar en een grote Marshall versterker gekocht...”

En dat in een tijd dat het grote folkicoon Bob Dylan nog van het podium werd ge-jouwd omdat hij zijn gitaar inplugde?Roland: “Inderdaad! Er werd toen nog veel meer nagedacht over wat wel en wat niet kon. Geluk-kig is die tijd voorbij. Ofwel is het goed, ofwel is het slecht. Althans, zo is dat voor mij. Ik heb geen geduld meer voor die hokjesmentaliteit.”

Als ik je discografie bekijk, dan valt het op dat je al hebt samengespeeld met muzikan-ten uit alle continenten en alle generaties.Roland: “Ja, dat houdt me jong en bij de pinken. Zo’n ontmoetingen gebeuren vaak heel toe-vallig en intuïtief. Het moet klikken. Gelukkig spelen jonge muzikanten ook graag samen met mij. Ik denk dat dat komt omdat ik nog steeds voor nieuwe ervaringen open blijf staan. Ik wil niet avond na avond hetzelfde doen. Dan begint muziek spelen veel te veel op werk te lijken.”

Vanwaar komt het idee om zeemansliederen te spelen?Roland: “Dat komt niet van mij, maar van Ser-

ge Feys, onze toetsenist. Ik heb wel heel mijn leven iets gehad met de zee; die romantiek van het wijde sop, van nieuwe horizonten, het hypnotische geluid van het water dat op het strand spoelt… Ik heb bovendien ook een grote voorliefde voor de havenstad Oostende. Daar heb ik vijftien maanden lang mijn legerdienst doorgebracht bij de zeemacht. Pas op, veel van de zee heb ik toen niet gezien, zo vanachter mijn bureau. Wel heel wat ander vocht in het drukke uitgangsleven van de stad (lacht).”

Alsof toeval niet bestaat, ben je nu ook met Smory & De Visschers betrokken in nog een ander project dat over de zee én over Oos-tende gaat.Roland: “Ja, het thema van de zee achtervolgt mij de laatste twee jaren. Niet dat het me stoort. Wist je dat ik onlangs nog de rol van een Oostendse visser heb gespeeld in de film Cargo? Als Smory & De Visschers hebben we zes vissersliederen opgenomen, gezongen in het Oostends dialect. Die zijn terechtgekomen op een cd’tje dat hoort bij een fotoboek met portretten van afgeleefde smoelen van vissers. Die zijn gemaakt door Stephan Vanfleteren voor de tentoonstelling Engelen van de Zee in het NAVIGO visserijmuseum in Oostduinker-ke. Ik wou die liedjes zelf niet zingen, omdat mijn 'Westvloams' daarvoor bijlange niet goed genoeg is. Dus zingt Luc Dufourmont van The Idiots, een fan-tas-tische band die vroeger The Ugly Papas heette, mee. Man, ik zweer het u, dat is een goed plaatje geworden!” “Trouwens, voor je het vraagt: 'smory' is een gerecht van gestampte aardappelen met kar-nemelk en garnalen, blijkbaar. Ja, ik heb veel bijgeleerd de laatste tijd (lacht).”

10

Maar er zullen geen Oostendse liedjes te ho-ren zijn tijdens The Deep Blue Sea?Roland: “In alle talen en in alle landen zijn er lie-deren over de zee geschreven. De keuze is einde-loos. Iedereen kent natuurlijk de beroemde shan-ty’s uit de Ierse en Engelse volksmuziek. Ook in de Bretoense folk of in het Franse chanson vind je talloze voorbeelden. Denk maar aan La Mer van Charles Trenet. Via het internet had ik na-tuurlijk meteen een heel repertoire aan zeeman-sliederen samen kunnen zoeken. Maar dat inte-resseerde me niet. Ik vind het leuk om in boeken te neuzen, of om voor mijn platenkast te staan en nog eens wat oud vinyl te draaien. Zo ben ik tot een heel persoonlijke selectie gekomen.”

Voor welk repertoire heb je gekozen?Roland: “Ik ben in de muziek van mijn jeugd ge-doken. Zo ben ik al jarenlang een grote bewonde-raar van Joseph Spence. Hij was een fenomenale gitarist uit de Bahama’s wiens muziek heel wat invloed heeft gehad op mensen als Ry Cooder. Van Spence heb ik ondertussen een drietal lp’s volledig grijs gedraaid. Wat een techniek, wat een souplesse, wat een feeling, en wat een stem had die man! Ik krijg al kippenvel door gewoon nog maar zijn naam uit te spreken. Spence is wat mij betreft een god. Van hem speel ik Out on the Rolling Sea, een gospel.”“Een ander liedje dat ik al vele jaren ken, is The Sinking of the Titanic. Dat speelde ik al met mijn eerste skiffle-groep. Het is een verdoken protest-lied met een ironische, bijna sarcastische bood-schap. De laatste strofe gaat over een zwarte me-demens die op het allerlaatste moment niet meer als passagier meemag op de Titanic. Het is met andere woorden een dikke, vette middenvinger naar alle racistische blanken.”

“Daarnaast vond ik nog een ander liedje uit de Bahama’s. Sloop John B. werd er ter plaatse op-genomen door Alan Lomax (beroemde Ameri-kaanse folklorist en musicoloog en één van de eerste die veldopnames maakte van volksmu-ziek van over de hele wereld, nvdr). Iedereen kent het natuurlijk als die grote hit van The Be-ach Boys, maar onze versie is alweer iets heel anders.”

Je gaat opnieuw met een indrukwekkende batterij aan talent op de baan.Roland: “Ja, een wreed schoon orkestje, al zeg ik het zelf. Met aan de drums Isolde Lasoen (Daan, Isolde et Les Bens) die trouwens ook een mooi stukje tweede stem kan zingen. Mirko Ba-novic (Arsenal, Arno) speelt bas en Serge Feys (Arsenal…) toetsen. En ook Patrick Riguelle doet mee – nog ne mens waar ge niet kwaad op kunt zijn.”

Het is een redelijk eclectische en elektrische bende.Roland: “Ja, het gaat er soms stevig aan toe. Wat niet belet dat ik iedereen van het podium kan sturen en alleen met mijn akoestische gitaar verderga. Alles kan en alles mag. Ik haat setlists, ik haat repeteren en ik haat het om twee keren hetzelfde te doen. Zoals het hoort, hé.”

INFO

ZeemansliederenRoland and the Deep Blue Seevrijdag 25 november om 20.00 u.CC Belgica, Dendermonde

11