3

Click here to load reader

SAMENVATTING Uitgeverij Malmberg thema Mens en milieu ...biologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/.../Bvj-5V-T3-samenvatting.pdf · thema Mens en milieu Samenvatting doelstelling 1 Je moet

  • Upload
    vannhan

  • View
    212

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: SAMENVATTING Uitgeverij Malmberg thema Mens en milieu ...biologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/.../Bvj-5V-T3-samenvatting.pdf · thema Mens en milieu Samenvatting doelstelling 1 Je moet

thema 3 Mens en milieu

Samenvattingdoelstelling 1Je moet in een context de voornaamste oorzaken en gevolgen van de milieuproblemen kunnen noemen.• Oorzaken:

– de enorme bevolkingstoename (hoge bevolkings-druk);

– een versterkt beroep op ecosysteemdiensten doorde veranderde wijze van leven, o.a. grote industriëleproductie, chemische en technische ontwikkeling,grootschalige landbouw, veranderde infrastructuuren welvaartsgroei.

• Gevolgen:– vervuiling van lucht, water en bodem door afvalstof-

fen;– uitputting van de natuurlijke energiereserves en

grondstoffen;– aantasting van het landschap, o.a. door de

omzetting van natuurlijke ecosystemen in kunst-matige ecosystemen (bijv. weilanden);

– sterke vermindering van het aantal soorten plantenen dieren (veel soorten worden met uitstervenbedreigd).

doelstelling 2Je moet in een context manieren kunnen noemen waarop een optimale productie van voedsel kan worden verkregen.• Door bemesting van de bodem met stalmest of

kunstmest.• Door het oogsten van voedingsgewassen en uitspoeling

worden mineralen (voedingsstoffen) aan de kringloopvan stoffen op landbouwgrond onttrokken.

• Door te bemesten worden mineralen (vooral stikstof-houdende mineralen en fosfaat) toegevoegd.

• Door bodembewerking (ploegen, eggen).• Door bescherming van voedingsgewassen tegen ziekten

en plagen door chemische of biologische bestrijding.• Chemische bestrijding door middel van pesticiden

(bijvoorbeeld insecticiden).• Voordeel pesticiden: effectieve bestrijdingsmethode.• Nadelen pesticiden:

– Sommige pesticiden zijn niet soortspecifiek (zedoden veel soorten organismen).

– Er ontstaan resistente populaties (de individuen zijnongevoelig voor een bepaald pesticide of voor degebruikte concentratie).

– Sommige pesticiden zijn persistent (ze worden zeerlangzaam afgebroken): er vindt accumulatie plaats.

• Biologische bestrijding:– Door gebruik van natuurlijke vijanden: bijv. de

bestrijding van witte vliegen met sluipwespen.– Door lokken met geuren (bijv. sekslokstoffen) en

geluiden: de gelokte dieren worden gedood of onvruchtbaar gemaakt.

– Door vruchtwisseling (wisselteelt): plantenziektenworden voorkomen door nooit twee jaar achtereenhetzelfde gewas op een bepaald stuk grond teverbouwen.

• Op verschillende manieren wordt de opbrengst verhoogd.– Door veredeling ontstaan voedingsgewassen met

een combinatie van gunstige eigenschappen (bijv.grote vruchtbaarheid en hoge voedingswaarde).

– Door recombinant-DNA-technieken ontstaanvoedingsgewassen met gunstige eigenschappen(bijv. ziekte- en plaagresistente voedingsgewassen).

– Door kunstmatige inseminatie (KI): sperma van eenstier met gunstige eigenschappen wordt ingebracht in de baarmoeder van koeien.

– Door in-vitrofertilisatie (IVF) worden bevruchteeicellen verkregen afkomstig van ouderdieren met gunstige eigenschappen.

– Door klonen van genetisch geschikte dieren.

doelstelling 3Je moet in een context verschillen kunnen noemen in de wijze van voedselproductie in de gangbare landbouw en de biologische landbouw en kunnen uitleggen dat er bij de voedselproductie veel biomassa verloren gaat.• Gangbare landbouw.

– Monoculturen: op grote landbouwarealen wordt éénsoort gewas verbouwd.

– Intensieve veehouderijen: op een klein oppervlak worden veel dieren gehouden (bio-industrie).

• Biologische landbouw.– Er zijn geen monoculturen: kleine arealen grond met

verschillende soorten voedingsgewassen wisselenelkaar af.

– Er worden geen pesticiden gebruikt: ziekten enplagen worden bestreden met natuurlijke vijanden.

– Geen intensieve veeteelt: scharrelkippen enscharrelvarkens.

– Producten van de biologische landbouw hetenecologische voedingsmiddelen.

• Biomassaverlies:– Bij omzetting van planten naar dieren en verder

treedt verlies van biomassa op. Dat effect is sterkerbij zoogdieren dan bij insecten.

188188 1

© Uitgeverij MalmbergSAMENVATTING

Page 2: SAMENVATTING Uitgeverij Malmberg thema Mens en milieu ...biologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/.../Bvj-5V-T3-samenvatting.pdf · thema Mens en milieu Samenvatting doelstelling 1 Je moet

SAMENVATTING thema 3 Mens en milieu

doelstelling 4Je moet in een context de kringloop van koolstof in hoofdlijnen kunnen beschrijven, je moet uitgebreide schema’s hiervan kunnen interpreteren en je moet in staat zijn de relatie te leggen tussen deze kringloop en het begrip duurzame ontwikkeling.• Producenten nemen koolstofdioxide uit de lucht op en

produceren hiermee organische stoffen.– Planten en cyanobacteriën zijn producenten.

• Consumenten nemen de organische stoffen van andereorganismen als voedsel op.– Dieren zijn consumenten.

• Reducenten breken organische resten af tot anorgani-sche stoffen.– Schimmels en heterotrofe bacteriën zijn reducenten.

• Door verbranding van fossiele brandstoffen komt extrakoolstof (CO2) in de koolstofkringloop.

doelstelling 5Je moet in een context de kringloop van stikstof in hoofdlijnen kunnen beschrijven, je moet uitgebreide schema’s hiervan kunnen interpreteren en je moet in staat zijn de relatie te leggen tussen deze kringloop en het begrip duurzame ontwikkeling.• Producenten nemen stikstof vooral op in nitraationen.

– Stikstofassimilatie: uit nitraationen en glucoseworden stikstofhoudende organische verbindingen(bijv. eiwitten) opgebouwd.

• Consumenten scheiden stikstof uit met hun urine (als ammoniak, ureum of urinezuur).

• Reducenten breken organische stikstofhoudendeverbindingen af tot o.a. ammoniak.

• Nitrificerende bacteriën zijn actief in een zuurstofrijkebodem.

• Nitrietbacteriën zetten ammoniak en ammoniumionenom in nitrietionen.

• Nitraatbacteriën zetten nitrietionen om in nitraationen.• Denitrificerende bacteriën zetten nitraationen om in

gasvormige stikstof (N2).• Denitrificerende bacteriën zijn actief in een zuurstof-

arme bodem.• Stikstofbindende bacteriën zetten gasvormige stikstof

om in ammoniak. Met ammoniak kunnen aminozurenworden gesynthetiseerd.– Stikstoffixatie kan alleen plaatsvinden onder

anaerobe omstandigheden.– Stikstofbindende bacteriën komen vrij levend in de

bodem voor en in de wortelknolletjes van vlinder-bloemige planten.

• Groenbemesting: het verbouwen van vlinderbloemigeplanten op grond die arm is aan nitraationen.

doelstelling 6Je moet in een context de belangrijkste oorzaak en de gevolgen van de versterking van het broeikaseffect en een mogelijke oplossing daarvan kunnen noemen.• Belangrijkste oorzaak van de versterking van het

broeikaseffect:– toename van de verbranding van fossiele brandstof-

fen: stijging van de CO2-concentratie in de atmosfeer.• Gevolgen van versterking van het broeikaseffect:

– klimaatverandering: stijging van de gemiddeldetemperatuur op aarde;

– stijging van de zeespiegel, doordat zeewater zal uitzetten en een deel van het poolijs en het ijs opgletsjers zal smelten: laaggelegen gebieden lopenhet gevaar onder water te verdwijnen;

– droogte in bepaalde gebieden (woestijnvorming) engrote kans op hittegolven, orkanen en overstromin-gen;

– stijging van de waterdampconcentratie in deatmosfeer door toename van de verdamping uit oceanen: versterking van het broeikaseffect.

• Mogelijke oplossingen:– het duurzaam opwekken van energie (alterna-

tieve energie) zoals zonne-energie, windkracht, waterkracht, geothermische energie en getijden-energie.

doelstelling 7Je moet in een context oorzaken en gevolgen van eutrofiëring van water en een mogelijke oplossing daarvoor kunnen noemen.• Zelfreinigend vermogen van water: mineralisatie van

organische afvalstoffen door reducenten.• Eutrofiëring: sterke toename van de hoeveelheid

mineralen (vooral fosfaat en nitraat) in oppervlaktewa-ter, waardoor voedselrijk (eutroof) water ontstaat.

• Oorzaken van eutrofiëring:– Overbemesting met stalmest: een deel van de

mest spoelt van het land af en komt terecht inoppervlaktewater waarna mineralisatie volgt.

– Op het land spoelt na mineralisatie van de stalmest een deel van de mineralen uit naar het grondwateren komt vervolgens terecht in oppervlaktewater.

– Bemesting met kunstmest: een deel van demineralen komt rechtstreeks door afspoeling of door uitspoeling via het grondwater terecht inoppervlaktewater.

• Gevolgen van eutrofiëring:– omzetting van voedselarme wateren en

bodems in voedselrijke: verandering van desoortensamenstelling in ecosystemen;

– sterke toename van sommige soorten waterplanten,

2

© Uitgeverij Malmberg

Page 3: SAMENVATTING Uitgeverij Malmberg thema Mens en milieu ...biologievoorjou.prd.vo.malmberg.nl/.../Bvj-5V-T3-samenvatting.pdf · thema Mens en milieu Samenvatting doelstelling 1 Je moet

SAMENVATTING thema 3 Mens en milieu

o.a. kroos en bepaalde soorten algen, waardoor waterbloei ontstaat.

• Gevolgen van waterbloei:– Door de algengroei wordt het water troebel.– Ondergedoken waterplanten sterven, doordat ze

minder licht ontvangen: grote hoeveelheden organi-sche afvalstoffen.

– De algen sterven na enige tijd. Dit leidt tot grotehoeveelheden organische afvalstoffen in het water,waardoor reducenten zich snel vermeerderen.

– Doordat de reducenten veel zuurstof gebruiken,ontstaat zuurstofgebrek. Daardoor sterven veel dieren, wat leidt tot nog meer organische afvalstof-fen.

– Uiteindelijk kan stinkend, dood water ontstaan.• Rioolwaterzuivering:

– mechanische zuivering: filtering en voor- ennabezinking;

– biologische zuivering: afbraak van organisch afval door reducenten;

– chemische zuivering: o.a. defosfatering.• Uitgangspunt van oplossingen: duurzame ontwikkeling

van de relatie tussen mens en milieu.– Bijv.: Cradle to Cradle.

doelstelling 8Je moet in een context maatregelen voor natuurbehoud, natuurbeheer en natuurontwikkeling kunnen noemen.• Je kunt de verschillen tussen behoud, beheer en ontwik-

keling aangeven.– Behoud is het handhaven van een door veel mensen

gewenste situatie in een gebied.– Beheer is het door ingrijpen handhaven (zie

behoud) of creëren van een gewenste situatie in eengebied.

– Ontwikkeling is de natuur haar gang laten gaan, naeen aanvankelijke ingreep.

• Maatregelen ter bescherming van natuur en landschap:– areaalvergroting van natuurgebied door de ecologi-

sche hoofdstructuur;– beheer van natuurgebieden door de overheid en

organisaties (o.a. Vereniging Natuurmonumenten);– introductie van nieuwe soorten in een natuurgebied.

doelstelling 9Je kunt beschrijven of je maatregelen die een duurzame relatie tussen mens en milieu bevorderen aanvaardbaar vindt.• Je kunt van elke maatregel de belangrijkste voor- en

nadelen beschrijven.• Je kunt beschrijven waarom je de voor- of de nadelen

het zwaarst vindt wegen.

competenties/vaardighedenJe hebt in een of meer contexten:• geleerd om informatie te selecteren en te interpreteren;• geoefend om een beargumenteerd oordeel te geven

over een situatie in de natuur en daarin onderscheidte maken tussen wetenschappelijke argumenten,maatschappelijke overwegingen en persoonlijkeopvattingen;

• geleerd op het gebied van duurzaamheid redeneringente hanteren waarbij wordt uitgewerkt wat de gevolgenzijn van interne of externe veranderingen in een levens-gemeenschap of ecosysteem;

• geleerd om te analyseren op welke wijze natuurweten-schappelijke en technologische kennis wordt ontwik-keld en toegepast.

Over de volgende competentie/vaardigheid zijn geen vragen opgenomen in de diagnostische toets.Je hebt in een of meer contexten:• geoefend in het opzoeken van gegevens op internet.

190190 3

© Uitgeverij Malmberg