73
Schoolgids OBS De Kleine Beer augustus 2010 SCHOOLGIDS VAN OPENBARE BASISSCHOOL DE KLEINE BEER BERLICUM 1

Schoolgids 20102011

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Schoolgids OBS De Kleine Beer 201-2011

Citation preview

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

SCHOOLGIDS VAN

OPENBARE BASISSCHOOLDE KLEINE BEER

BERLICUM

1

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

1. Woord vooraf

Geachte ouders/verzorgers,

Voor u ligt de schoolgids van de Openbare Basisschool “De Kleine Beer “.

Deze gids bevat algemene organisatorische, maar ook onderwijsinhoudelijke informatie over onze school. Wij hopen u hiermede een beter inzicht te geven in het functioneren van onze school.De gids laat u als ouder zien wat u van onze school mag verwachten en wat de school voor haar leerlingen wil betekenen.U vindt in de gids informatie over de opzet van ons onderwijs, de zorg voor de leerlingen, wat wij van ouders verwachten en wat de resultaten zijn van ons onderwijs. Indien u van mening bent dat er nog onderwerpen ontbreken, laat het ons dan weten.

Wij hebben deze gids gplaatst op onze website ( www.dekleinebeer.net ) . Daar kunt u hem raadplegen. De gids wordt jaarlijks bijgesteld. Mocht u daar prijs opstellen dan kunt u de schoolgids uitgeprint ontvangen.

Wij hopen dat de schoolgids u voldoende duidelijkheid verschaft om uw keuze te kunnen maken en om ons onderwijs kritisch te blijven volgen.Mocht u echter nog vragen hebben, of eens een kijkje in onze keuken willen nemen, neemt u dan gerust contact met ons op.

Namens het team

Con SmithDirecteur

2

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

2. Onze school

De Openbare Basisschool “De Kleine Beer” heeft als adres: Westerbroek 2 te Berlicum. Zij is telefonisch te bereiken onder nummer 073-5037005. Het e-mailadres van de school is: [email protected] website van de school kunt u vinden onder: www.dekleinebeer.net. Daarnaast hebben wij nog een website die veel informatie geeft over onze werkwijze bij de wereldverkennende vakken: www.watjevanberenlerenkan.nl

In 2005 heeft de school haar laatste uitbreiding ondergaan. Gelet op de perceelgrootte zijn we toen de hoogte in gegaan. De basisschool is gehuisvest in een modern gebouw en bestaat uit 8 leerjaren, verdeeld over 8 klassen, waarvan één klas zich op de 1e verdieping bevindt.In het gebouw zijn ondergebracht 9 leslokalen, waar via grote openslaande deuren delen van de gangpartij bij het lesgebeuren kunnen worden betrokken. Eén leslokaal wordt als extra lesruimte door alle groepen gebruikt.Verder is er een speelzaal, die gecombineerd met een kleine af te scheiden ruimte, dienst kan doen als gemeenschapsruimte voor voorstellingen en festiviteiten. De personeelskamer is bij de laatste verbouwing ook uitgebreid zodat hij nu voldoet aan de eisen gelet op het aantal personeelsleden en stagiaires. De interne begeleider beschikt over een eigen werkruimte die tevens gebruikt wordt door de remedial teacher, sociaal verpleegkundige, schoolmaatschappelijk werkster en logopediste.Daarnaast is er een werkruimte voor de conciërge en systeembeheerder, een serverruimte en een directiekamer. Naast de directeur zijn er 4 fulltime leerkrachten, 8 parttime leerkrachten, een vakleerkracht muziek, een IB-leerkracht, een administratief medewerkster, een systeembeheerder, een interieurverzorgster en een conciërge aan de school verbonden.

3

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

De eindverantwoording voor het schoolgebeuren berust bij het schoolbestuur. Het schoolbestuur wordt gevormd door de Stichting Openbaar Onderwijs Maas & Meierij ( STROOMM ).

Deze stichting is op 1 januari 2007 gevormd en beheert openbare scholen in de gemeenten Boxtel, Haaren, Maasdriel, Sint-Michielsgestel, Vught en Zaltbommel.Het bestuur bestaat uit vijf leden. Daarnaast beschikt de stichting over een algemeen directeur; de heer F. Krajenbrink.

De dagelijkse leiding van de school is in handen van de directeur, de heer Con Smith. De Kleine Beer is een openbare school. Openbaar onderwijs is geen neutraal onderwijs.Een openbare school houdt zich niet afzijdig van levensbeschouwelijke opvattingen, integendeel: de school is een ontmoetingsplaats voor alle kinderen uit onze samenleving. Hierbij wordt dan ook geen onderscheid gemaakt.

Het aantal leerlingen varieert tussen de 210 en 240 leerlingen.

3. Waar staan we als school voor. Onze missie en visie

1. MissieDe Kleine Beer begeleidt de leerlingen om op een eigen wijze, zelfsturend, zelf verantwoordelijk te zijn voor hun eigen leerproces.Wij willen een ontmoetingsplaats zijn voor alle kinderen uit onze samenleving. Ons onderwijs is erop gericht dat kinderen waardering kunnen opbrengen voor zichzelf en anderen, ongeacht sekse, leeftijd, geloof, ras en levensovertuiging. Sociale aspecten kunnen de doorslag geven voor deelname aan het onderwijs op onze school i.p.v. deelname aan het speciaal (basis ) onderwijs dat onderwijskundig misschien beter toegerust is voor specifieke problemen geestelijk zowel als lichamelijk.Wij staan voor een open communicatie met alle betrokkenen bij onze school. De leerlingen moeten zich gelukkig voelen op school, waardoor ze gemakkelijker de onderwijstaken aankunnen.

2.VisieDe visie krijgt gestalte door inhoud te geven aan de vier kernwaarden en die uitgedragen worden door zowel leerkracht, leerling en ouder.

zelfstandigheid creativiteit

4

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

veiligheid diversiteit

De zelfstandigheid komt tot uiting door uitdagende leer- en werkvormen te creëren, die zijn ingebed in een eigen leerroute en wordt begeleid door de leerkracht. De leerroute willen wij voor de leerling, leerkracht en ouder nog zichtbaarder maken door de invoering van een digitaal portfolio. De leerlingen maken gebruik van elkaars capaciteiten door open communicatie.

De creativiteit komt tot uiting door een inspirerende leeromgeving, die de mogelijkheden biedt de leerlingen op een creatieve manier te laten experimenteren/ leren. Dit vraagt van de leerkracht om te werken met een breed scala van didactische werkvormen.In de komende vier jaar zullen wij een breed scala aan verwerkingsvormen beschikbaar hebben voor onze leerlingen en ook voor andere scholen.Wij willen ons ontwikkelen als weetschool voor collega-scholen omdat wij ervan overtuigd zijn dat het in het belang van kinderen is dat opgedane ervaring breed beschikbaar wordt gesteld.Om dit doel te bereiken is vanaf augustus 2007 de website www.watjevanberenlerenkan.nl voor een ieder beschikbaar.

Het aspect veiligheid komt tot uiting door samenwerking en samenspel in een voor ieder sociaal emotioneel veilige omgeving. Leerlingen worden uitgedaagd om zich te uiten en met respect en open om te gaan met de mogelijkheden en onmogelijkheden van hun medeleerlingen en van henzelf. Het is belangrijk dat onze leerlingen in staat zijn als totale persoonlijkheid zo goed mogelijk te kunnen functioneren.

Binnen het adaptieve onderwijs is er aandacht voor diverse levensbeschouwelijke, sociale en culturele oriëntaties. Maar ook op maatschappelijke participatie en persoonlijke ontplooiing. Dit kan onder andere vorm krijgen door te werken met een verscheidenheid aan projecten en ze te leren omgaan met hun eigen verantwoordelijkheid aangaande normen en waarden. Op deze wijze krijgt het begrip diversiteit zijn inhoud.

Natuurlijk moeten deze vier kernwaarden niet los van elkaar gezien worden. Alleen in een goede samenhang met elkaar kunnen wij invulling geven aan modern onderwijs.

3. Verschillende vormen van leren en onderwijzen.Uit het voorgaande komt reeds tot uiting dat de leerkracht moet beschikken over de vaardigheden om een groot scala van activiteiten te realiseren, waarbinnen de kinderen met hun mogelijkheden actief lerend bezig zijn.Er is namelijk een groot aantal factoren die meebepalen of kinderen tot leren komen.

5

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

Een uniforme leersituatie waarbinnen steeds op dezelfde wijze wordt geprobeerd om leergedrag van kinderen uit te lokken, voldoet niet. Immers niet alle kinderen leren op dezelfde manier. Bovendien vraagt elke vorm van leren ook een daartoe geëigende situatie. Het leren van kennis en feiten kan in een overdrachtssituatie goed tot zijn recht komen. Het leren van bepaalde sociale vaardigheden als het leren waarderen en accepteren van elkaar kan slechts via situaties waarin kinderen ervaring hiermee op kunnen doen.Het komen tot probleemoplossend handelen kan slechts als kinderen in reële situaties komen waarin zij oplossingen moeten leren vinden voor problemen.Het opdoen van bepaalde kennis en vaardigheden kan soms pas lukken als voldoende aangesloten wordt bij de belangstelling en motivatie van kinderen.Deze opvattingen komen tot uiting via verschillende werkvormen en activiteiten.

4. Externe structuren mogen de ontwikkeling niet beperken.Kinderen moeten in de gelegenheid worden gesteld continuïteit in hun ontwikkeling, dus ook in hun verblijf op school te kunnen beleven en ervaren.Continue ontwikkeling moet worden opgevat in termen van: zonder onnodige of niet wenselijke hindernissen. We gaan ervan uit dat het doubleren op de basisschool tot een minimum beperkt moet blijven. Het blijkt in de onderbouw wel eens zeer wenselijk te zijn om een brede basis te vestigen bij kinderen waarop zij verder kunnen bouwen.In de praktijk wordt er voor gewaakt dat negatieve bijeffecten van doubleren als verveling, verlies van motivatie, wordt voorkomen door het kind uit te dagen om te werken op zijn niveau.Als kinderen doubleren dan wordt zoveel mogelijk getracht om ze in het volgende schooljaar te laten werken op het niveau waarop het kind zich bevindt, zodat niet alles hoeft te worden overgedaan. Hier is dan ook geen doubleren in de strikte zin des woords van toepassing.Bij het beoordelen van het doubleren ja of nee wordt niet alleen gekeken naar bepaalde prestaties, maar worden alle aspecten grondig bekeken, in goed overleg met de ouders.

We gaan ervan uit dat er geen abrupte overgangen tussen leerjaren meer zijn. Weliswaar blijft elke leerkracht iemand met een eigen verantwoordelijkheid en kan de overgang van de een naar de ander best wel eens problemen opleveren. Anderzijds doen kinderen hierdoor ook ervaringen op, die erg welkom zijn. In werkelijkheid krijgen ze ook te maken met meerdere volwassenen die ieder een eigen stijl hebben van doen en denken.Wel proberen we een rode draad in het optreden van de leerkrachten te bepalen, bijvoorbeeld t.a.v. straf, beloning, zelfwerkzaamheid en werkvormen.

6

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

5. Het onderwijsleergebeuren moet doortrokken zijn van de leef-, belevings- en ervaringswereld.Voor zover mogelijk willen we proberen in het onderwijs op onze school aan te sluiten bij datgene wat het kind aan ervaringen, belevingen en interesses mee naar school brengt.Voor de jongste kinderen is dat in het algemeen goed te realiseren. Het wordt echter moeilijker naarmate in het onderwijs kennis, vaardigheden en technieken aan bod moeten komen, die lang niet altijd als even plezierig worden ervaren.Zo worden bij het reken-, taal- en spellingsonderwijs vaak onderwerpen en inhouden aangekaart, die niet altijd in de belangstellingssfeer van de kinderen liggen.Bij de wijze waarop de instructie wordt gegeven en bij de keuze van de inhouden proberen we wel zoveel mogelijk aan te sluiten bij het bekende, in de hoop dat daardoor de kinderen zoveel herkenningsmomenten zien dat de belangstelling spontaan getrokken kan worden.Verder zijn er een aantal momenten waarbij de kinderen zelf een grote inbreng hebben, waardoor aansluiting bij de leef-, belevings- en ervaringswereld gegarandeerd is.

6. Voortdurende peiling noodzaak voor goede ontwikkeling.De basisschool richt zich op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen.Daarbij wordt een groot aantal doelstellingen beoogd. Ter controle om uit te maken of doelstellingen worden bereikt, zijn beoordelings- en waarderingsmomenten noodzakelijk. De beoordeling en waardering van prestaties worden individueel bekeken.

7. Het kind heeft rechtenBij het onderwijs op onze school respecteren wij bepaalde rechten die het kind heeft. Het kind heeft recht op een bepaalde mate van vrijheid en ook het recht op geborgenheid. Wij hopen dat wij via onze wijze van omgaan met de kinderen het klimaat kunnen scheppen, waarbinnen kinderen zich vrij en geborgen kunnen voelen, waarin ze zich gerespecteerd en gewaardeerd weten, waarin ze zich kunnen uiten en hun eigen gedragswijzen en opvattingen kunnen ontplooien.

7

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

8

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

4. Daar werken we voor

We zijn een basisschool in Nederland en streven als zodanig alle doelstellingen na, die daarmee samenhangen. Het blijft echter mensenwerk en we stellen daarom, zonder de andere doelen uit het oog te verliezen, onze prioriteiten.

Ons belangrijkste uitgangspunt is, dat kinderen zich gelukkig voelen op school. Er heerst een open sfeer en gevoelens mogen geuit worden. Als we dat kunnen bereiken, dan zullen kinderen gemakkelijker de onderwijstaken op school aankunnen.Het is dus heel belangrijk dat onze leerlingen in staat zijn als totale persoonlijkheid zo goed mogelijk te kunnen functioneren. We willen ze leren omgaan met hun eigen verantwoordelijkheid aangaande waarden en normen.Ze moeten eveneens leren dat het soms noodzakelijk is eigen belangen en rechten op de achtergrond te stellen en beschikbaar te zijn voor anderen. In dat proces moeten ze begeleid worden door de onderwijsgevenden.

Ons onderwijs moet gericht zijn op oriëntatie enerzijds door middel van ervaringen in de werkelijkheid, anderzijds door middel van confrontatie met onderwerpen en problemen waarvoor de belangstelling gewekt kan worden. In het onderwijs wordt rekening gehouden met de specifieke behoeften van het kind.

Het onderwijs op De Kleine Beer is er verder op gericht dat kinderen waardering kunnen opbrengen voor zichzelf en anderen, ongeacht sekse, leeftijd, geloof, ras en levensovertuiging.

Verdraagzaamheid is een belangrijk thema binnen de diverse aspecten van ons onderwijs.

In onze school is plaats voor iedereen. Sociale aspecten kunnen de doorslag geven voor deelname aan het onderwijs op onze school i.p.v. deelname aan het speciaal onderwijs dat onderwijskundig misschien beter toegerust is voor specifieke problemen geestelijk zowel als lichamelijk. Dit alles begrenst door onze mogelijkheden en onmogelijkheden.

Ons basisonderwijs is adaptief onderwijs. Dit houdt in dat er een goede wisselwerking moet zijn tussen leerkracht en leerling en dat de leerling zich door de werkwijze in de klas voldoende uitgedaagd voelt. Het onderwijs moet tegemoet komen aan de drie basisbehoeften van ieder kind: ·

competentie - ik kan iets autonomie - ik kan het alleen relatie - er is altijd iemand om mij te

helpen

Enkele belangrijke werkvormen die wij gebruiken zijn:

9

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

- het takensysteemHet werken met uur-, dag- en weektaken is gericht op de bevordering van de zelfstandigheid van onze leerlingen. Het doet een beroep op de verantwoordelijkheid van leerlingen voor hun eigen leerproces. In de onderbouw wordt gestart met kleine, korte taken, die via uur- en dagtaken in de middenbouw uitgroeien tot volledige weektaken in de bovenbouw. Deze werkvorm wordt toegepast voor de aspecten werken met ontwikkelingsmateriaal, vakgebieden taal, rekenen en spelling. Differentiatie vindt plaats door voor iedere leerling afzonderlijk bepaalde extra taken op de overzichten op te nemen.Taakopdrachten worden in aanvang bij groep 3 op het bord vermeld; vrij snel groeien we toe naar individueel per leerling op papier of digitaal, waardoor een verdergaande differentiatie tot de mogelijkheden behoort.In de onderbouw vindt er een klassikale instructie plaats, die in de loop der schooljaren steeds meer een individueler karakter krijgt. Klassikaal wordt aangeboden wat efficiënt is. Het keuzemoment m.b.t. het verwerken van de taak komt steeds meer te liggen bij de leerling.

- het circuitmodelHet circuitmodel biedt mogelijkheden om aan de basisbehoeften van leerlingen optimaal te kunnen voldoen. Kinderen leren zelfstandig te werken, samenwerken, keuzes te maken en zelfoplossend bezig te zijn. Het circuitmodel biedt ook mogelijkheden om in te spelen op te individuele mogelijkheden van kinderen gelet op cognitie en werktempo. Het circuitmodel wordt toegepast in diverse groepen en voor alle leerstofgebieden. Daarnaast is het een veel gebruikte werkvorm bij projecten.In het circuit worden methodegebonden- en zelfontwikkelde materialen gebruikt. Er wordt tevens regelmatig gebruik gemaakt van de computer.Belangrijk is dat niet ieder jaar materialen opnieuw moeten worden vervaardigd. Om dit te ondervangen heeft iedere groep een (digitale) circuitmap met reeds vervaardigde circuits.

- het werken met opdrachten en doelenBij de wereldoriënterende vakken krijgen de leerlingen van de groepen 5 t/m 8 (digitaal) opdrachtkaarten aangeboden of moeten zij aan de slag met doelen die gesteld worden rondom onderwerpen. Zij kiezen, soms individueel of een andere keer in groepjes, voor de wijze waarop zij het zich eigen maken van het onderwerp gaan aanpakken. Ze maken een keuze in de verwerkingsvorm, maar regelmatig wordt er ook gestuurd door de leerkracht om een diversiteit in het gebruik van verwerkingsvormen te garanderen.In deze schoolplanperiode zal er gewerkt worden aan het invoeren van taaldoelen bij deze opdrachten, zodat toegepast taal voor de leerlingen steeds een duidelijke omlijnd geheel gaat worden.

10

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

Bij deze werkvorm wordt een optimaal gebruik gemaakt van de computer, die hierbij dus een uitstekend hulpmiddel is geworden. Het digitale schoolbord kan de leerlingen behulpzaam zijn bij hun wijze van presentatie. Deze werkwijze wordt voorbereid in de groepen 1 t/m 4 door de leerlingen een grote mate van zelfstandigheid bij te brengen en ze te leren omgaan met de moderne media.

De werkvormen die aangeboden worden, moeten zo wisselend zijn, dat kinderen daardoor hun mogelijkheden of hun beperkingen kunnen ontdekken. Het is niet bezwaarlijk voor kinderen om

te ontdekken dat er verschillen zijn, maar wij moeten ze sturen in het leren omgaan met die verschillen. We bieden leersituaties aan, die verschillend van aard zijn; de kinderen zullen over problemen moeten nadenken en moeten leren omgaan met informatiebronnen en met de computer. Het zal noodzakelijk zijn dat de leerkracht steeds meer de functie krijgt van iemand die op het juiste moment "de helpende hand "biedt.

Dit alles trachten wij te bereiken in de daarvoor wettelijk gestelde tijd.Leerlingen van de groepen 1 t/m 8 moeten gedurende hun schoolloopbaan in totaal 7520 uur naar school. Bij wet is geregeld dat er uitsluitend voor de leerlingen van de groepen 1 en 2 een vierdaagse schoolweek tot de mogelijkheden behoort. In de andere leerjaren mag er buiten de reguliere vakanties en feestdagen slechts 7 maal per jaar een vierdaagse schoolweek zijn.De school tracht lesuitval tot een minimum te beperken. Zieke en anders afwezige leerkrachten worden vervangen. Op het moment dat er geen vervangkrachten beschikbaar zijn, zullen wij de leerlingen van de betreffende groep verdelen over andere groepen. De leerlingen zullen slechts in uiterste noodzaak naar huis gestuurd worden.In de afgelopen jaren is dat nog nooit nodig geweest.

11

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

12

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

5. De kwaliteit van onze school

De resultaten van het onderwijsleerproces bewaken we qua inhoud op onderstaande wijze.Op onze school wordt een toetskalender gebruikt die is ingepast in het leerlingvolgsysteem. Door landelijk genormeerde toetsen te gebruiken bekijken we of de leerlingen in vergelijking met het landelijk niveau goed presteren. Mocht dat niet het geval zijn dan bekijken we of we ons onderwijs bij moeten stellen op een of meerdere van de onderstaande punten:

- organisatie : moet er een andere organisatievorm gekozen worden

- instructie : moet deze bijgesteld worden- aanbod : moet de leerstof aangepast worden

Hierbij houden wij ons wel voor ogen dat wij veel leerlingen hebben, die extra zorg nodig hebben en dat een landelijke vergelijking niet altijd reëel is. Belangrijker is om bij de landelijke genormeerde toetsen te letten op de vooruitgang die individuele leerlingen hebben gemaakt. Het groepsgemiddelde is daarbij niet van uitzonderlijk belang.Ons onderwijs is kwalitatief goed te noemen, als wij in staat zijn om leerlingen minimaal op hun eigen niveau te laten presteren en ze uit te dagen. De landelijk genormeerde Cito-toetsen hebben daarnaast het bezwaar dat zij erg veel vragen van het leesniveau van leerlingen. Op deze wijze scoort een leerling die problemen heeft met lezen ook lager op een rekentoets waarbij een uitgebreide vraagstelling is opgenomen. Momenteel zijn wij aan het experimenteren om bepaalde toetsen mondeling af te nemen. Daarnaast worden steeds meer toetsen met behulp van de computer afgenomen. Dit doet steeds meer recht aan de individuele capaciteiten van onze leerlingen.

Door middel van zelfevaluatie wordt ook bekeken of de resultaten van het onderwijsleerproces worden bereikt. Dit wordt gedaan aan de hand van de Cito-toets in groep 8. Hiervan worden de resultaten bekeken en vergeleken met voorgaande jaren. We kijken of de groep steeds op hetzelfde onderdeel uitvalt. Als dit het geval is bekijken we of deze onderdelen in de leerstof onvoldoende aan bod komen en of daardoor aanpassing van de leerstof noodzakelijk is.De directie en de IB- leerkracht bespreken een en ander in de personeelsvergadering. Er wordt dan bekeken in welke groepen aanpassing van de leerstof gewenst is.

Bij het kiezen van een nieuwe methode bekijken we of de zwakke elementen van de oude methode in de nieuwe methode beter aan bod komen.

In verband met een goede bewaking van ons onderwijs is in het schooljaar 2008/2009 samen met de andere basisscholen van ons bestuur de Kwaliteitsmeter Primair Onderwijs afgenomen.

13

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

Een brede meting waarbij vragenlijsten moesten worden ingevuld door directie, leerkrachten, ouders en leerlingen. De resultaten van de meting kunnen worden aangewend voor een eventuele tussentijdse aanpassing van het onderwijssysteem. Belangrijk is het wel om onze doelstellingen heel duidelijk te blijven communiceren met alle betrokkenen. Deze schoolgids kan daaraan een goede bijdrage leveren.

14

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

6. Wat leren de kinderen op school

De eerste steen, gelegd tijdens de bouw van het nieuwe schoolgebouw op 10 april 1992, heeft als opschrift:

Bouwen aan een gelukkige toekomst

Vanuit de missie en visie, welke in de vorige hoofdstukken staan, zal duidelijk zijn dat het kind uitgangspunt is. Taak van de school is mee te werken aan de toekomst van de kinderen, samen met u: ouders/verzorgers.Het is voor kinderen van belang dat er afwisseling zit in de activiteiten. Er moet een goed evenwicht zitten tussen inspannende en rustgevende activiteiten. Op die manier zijn prestaties het evenwichtigst. We proberen hier een goede balans in te vinden door het rooster zo uitgebalanceerd mogelijk samen te stellen. Op het lesrooster staan alle activiteiten die op school structureel plaatsvinden.

De kerndoelen

Artikel 9 lid 5 WPO geeft aan: Ten aanzien van de onderwijsactiviteiten, genoemd in het eerste tot en met vierde lid, worden bij algemene maatregel van bestuur kerndoelen vastgesteld. En in artikel 9 lid 6: Voor de school geldt de eis dat zij tenminste de kerndoelen bij haar onderwijsactiviteiten als aan het eind van het basisonderwijs te bereiken doelstellingen hanteert. Hierna volgt een beschrijving van de leerstofgebieden waarvoor kerndoelen geformuleerd zijn en hoe deze op onze school aan de orde komen

Nederlandse taalHieronder wordt begrepen:

Mondeling taalonderwijsSchriftelijk taalonderwijs met inbegrip van het vakgebied lezenTaalbeschouwing waaronder strategieën

Mondeling taalonderwijsHiervoor gebruiken wij de volgende materialen:

Groep 1 en 2Methode: - ”Hallo, ik ben Bas” en “Bas, ga je mee”, uitgeverij: J.J. Groen en Zoon.

15

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

- “Wat zeg je?” Methode voor auditieve taalontwikkeling voor groep 1 en 2. Uitgeverij: BubbeldeBub Etten-Leur.

Groep 3 t/m 8 Methode : TaalleeslandUitgeverij : Bekadidact

Taalleesland is een methode die de volgende uitgangspunten hanteert: geïntegreerd taalonderwijs met onderscheiden taalaspecten een thematische aanpak aandacht voor de creatieve en communicatieve functie van taal gerichte instructie er is gekozen voor het basisstof-extra stof-keuzestofmodel om tegemoet

te komen aan verschillen in tempo, niveau en belangstelling. taalleesland bevordert het zelfstandig werken goed te gebruiken in combinatiegroepen

De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:

Groep 1 en 2Doelstelling:- het uitbreiden van de woordenschat: dit wordt gedaan door middel van verhalen, taalspelletjes, versjes, prentenboeken, kringgesprekken enz. - Identificatiemogelijkheden: Bij een verhaal identificeert het kind zich met de personen die hierin voorkomen. Met de keuze van verhalen enz. moet hiermee rekening worden gehouden.- Tegemoetkomen aan het plezier voor klank-ritme-en rijmwoorden.- Oefening van het geheugen: Middels het aanleren van versjes en verhalen navertellen.- Het leren luisteren: Luisteren is een zeer complexe activiteit, waarin het opnemen en het begrijpend verwerken van informatie een belangrijke functie vervullen. Tijdens het weekend-kringgesprek op maandagmorgen mag iedere week een ander kind in de "vertelmap" tekeningen maken over hetgeen de kinderen vertellen. Verder wordt het leren luisteren nog gestimuleerd middels het geven van opdrachtjes waarna uitvoering daarvan; het luisteren naar verhalen en deze

16

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

uitbeelden; luisteren naar geluiden (o.a. in de luisterhoek)- Logisch denken bevorderen: Dit wordt gedaan door o.a. raadsels, de kinderen een verhaal af laten maken en door taalspelletjes.- Nauwkeurig waarnemen: * het leren onderscheiden van lettergrepen b.v. uit hoeveel stukjes bestaat wa-ter * nazeggen van langere zinnen en woorden -Ontwikkelen van de fantasie: * de kinderen een verhaal af laten maken of zelf een verzinnen * dramatiseren * poppenkast door de kinderen * poppenhoek, boekenhoek- Zelfvertrouwen aankweken: Als een kind beter kan praten en zich beter kan uiten in zijn taal zal hij ook meer zelfvertrouwen krijgen.

Groep 3 t/m 8- kringgesprekken- presentaties - het geven van informatie over een bepaald onderwerp of

gebeurtenis- het uitbrengen van een verslag - samen praten over een thema- een mening vormen op basis van argumenten- luisteren naar en reageren op een voorgelezen verhaal

Schriftelijk taalonderwijsHiervoor gebruiken wij de volgende materialen:

Aanvankelijk lezenGroep 3Methode : Lang zullen ze lezenUitgeverij : Bekadidact

Voortgezet lezen Groep 4 t/m 8Methode : TaalleeslandUitgeverij : BekadidactTechnisch doel : De leerlingen vaardigheden bijbrengen welke de ontwikkeling en

verbetering van het lezen tot doel hebben.

17

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

Begripsdoel : De leerlingen leren omgaan met geschreven tekst waarbij middels logisch denken, inzicht en beter begrip verkregen wordt. De leerlingen meningsvormend bezig laten zijn en daardoor een kritische en beoordelende houding bevorderen.Belevingsdoel : Het spelenderwijs hanteren van de taal, mede daardoor motiveren tot lezen en het in stand houden en/of bevorderen van het leesplezier.

TaalMethode : TaalleeslandUitgeverij : Bekadidact

De onderdelen die hierbij aan de orde komen zijn - Leesbegrip- Stellen- Leesbeleving

De werkwijzen die wij hiervoor hanteren zijn:

Aanvankelijk Lezen- Klassikale aanpak met individualiseringEr is gekozen voor een gezamenlijke start bij elke nieuwe leseenheid en als regel bij elke instructieles. Tempo- en niveauverschillen worden deels binnen de lessen zelf, deels door de opbouw van het weekprogramma opgevangen.De laatste les van elke leseenheid staat in het teken van zelfstandig werken met speelleermateriaal waarmee de leesdoelen van de leseenheid nog eens op een andere manier herhaald worden. Ook is er een serie leesboekjes met een doorlopend verhaal ontwikkeld, waarbij de tekst in leestechnische zin nauwkeurig is afgestemd op de letter- en woordopbouw in de leergang. Deze boekjes lenen zich uitstekend voor zelfstandig lezen. Enerzijds door leerlingen die er op een gegeven moment aan toe zijn en anderzijds door leerlingen bij wie de ontwikkeling van de leesvaardigheid wat trager verloopt. In dit laatste geval kunnen deze leerlingen een leesboek met hetzelfde of een lager nummer uit de parallelserie lezen. Hiermee wordt enerzijds voorkomen dat er ook een te hoog niveau gelezen wordt en is anderzijds een herhaling van recent behandelde leesdoelen gegarandeerd.

DifferentiatieBij de methode Lees maar mee is er een goede mogelijkheid tot differentiatie.Het spelmateriaal (les 8) biedt een mogelijkheid voor de kinderen die al kunnen lezen om zelfstandig daarmee te werken op een eerder tijdstip dan de rest.

18

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

Er zijn werkbladen die geheel zelfstandig gemaakt kunnen worden, terwijl de andere kinderen wat extra uitleg krijgen.Er zit bijna bij elke les extra leeswerk.Helemaal in het begin van Lees maar mee staat er al tekst bij plaatjes die bedoeld is om bv. de leesrichting te leren of het begin en eind van een woord aan te wijzen. Kinderen die al kunnen lezen, lezen deze tekst wel.

Op deze manier blijven de al lezende kinderen toch zoveel mogelijk betrokken bij het klassikale gebeuren. Zo zijn ze betrokken bij het thema, het inleidende verhaal en andere activiteiten.

Voortgezet lezenDe volgende leesvormen komen voor: Technisch-expressief lezen Groepslezen Voorbereidend studerend lezen Forumlezen Omgaan met informatiebronnen; in dit toegevoegde werkboek komen

verschillende belangrijke aspecten van de moedertaal aan de orde.

TaalLeesbegrip

- Informatie en meningen vergelijken en beoordelen in verschillende teksten

Stellen- Het schrijven van teksten of tekstdelen met uiteenlopende functies- Het schrijven van samenvattingen

Leesbeleving - Het praten over verhalen of gedichten aan de hand van richtvragen.

Taalbeschouwing waaronder strategieënHiervoor gebruiken wij de volgende materialen:Methode : TaalleeslandUitgeverij : Bekadidact

19

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:

In elke leseenheid komen de volgende aspecten aan de orde:woordvorming, zinsbouw. woordsoorten, woordenschat, interpunctie, taalspelletjes en tal van andere onderwerpen.Ook het aspect spelling makt onderdeel uit van dit kerndoel.Het doel van het spellingonderwijs is, dat leerlingen in staat zijn en bereid zijn het spelsysteem correct toe te passen.In iedere leseenheid worden steeds enkele spellingdoelen aangeboden en beoefend. De woorden die tot de spellingdoelen behoren zijn ontleend aan de eigen woordenlijst.

Engelse taal:Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen in de groepen 6 t/m 8:EngelsMethode : Real English, Let's do itUitgeverij : Bekadidact

DoelEen eerste oriëntatie op het Engels, die tracht een zekere en stevige basis te leggen voor de verdere taalontwikkeling van het kind.De basis leggen voor de ontwikkeling van communicatieve vaardigheden, maar daarnaast ook de grondslag voor een elementair, grammaticaal structureel inzicht en een voldoende woordenschat.

De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:

Er wordt gewerkt aan: de uitspraak m.b.v. cd's de spreekvaardigheid om structureren in te oefenen de luistervaardigheid de schrijfvaardigheid de leesvaardigheid de toetsing, vooral bedoeld om inzicht in functies en structureren te

toetsen en de relatie

20

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

woordbeeld-betekenis. uitbreiding van de woordenschat d.m.v. woordenlijsten en

samenvattingen van functies enstructuren.

Franse taal:Hiervoor gebruiken wij in de groepen 1 t/m 8 de volgende materialen:

woordkaarten digitale prentenboeken liedjes onderdelen uit Franse methoden

Doel:Wij zien Frans op de basisschool als een ontmoetingstaal. Kinderen komen fragmentarisch in contact met deze taal. Het is niet onze bedoeling om grammatica te gaan onderwijzen.

De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:

luisteren naar digitale prentenboeken en woorden inleren door regelmatige herhaling

het op verschillende plaatsen in de school ophangen van woordkaarten rondom thema’s of direct gerelateerd aan voorwerpen. Dit in samenhang met Nederlands en Engels.

het zingen van Franstalige liedjes. Het leren van zinnen en woordjes die de kinderen de mogelijkheid

geven om met anderen middels deze taal contacten te leggen.

Rekenen/wiskundeHieronder wordt begrepen:

Wiskundig inzicht en handelenGetallen en bewerkingenMeten en meetkunde

21

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen:

Groep 1 en 2Diverse ontwikkelingsmaterialen die ingezet worden tijdens de lessen arbeid met ontwikkelingsmateriaal.

Groep 3 t/m 8 Methode : Wis en RekenUitgeverij : Bekadidakt.

Doelstelling :Het rekenonderwijs is erop gericht dat kinderen kennis, vaardigheden, inzichten en attituden verwerven, waardoor ze in staat mogen worden geacht rekenkundige problemen op te lossen.

De kinderen moeten inzicht hebben in wat ze doen. We leggen de nadruk op het doorzien van relaties met de werkelijkheid.Het resultaat is niet meer alleen belangrijk, maar ook van groot belang is de manier waarop over vraagstukken en problemen wordt gedacht. Het rekenen moet herkenbaar en toepasbaar zijn in het dagelijkse bestaan.

De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:

Doceren : de leerkracht geeft informatie of opdrachten aan de leerlingen

Response : de leerlingen voeren gezamenlijk dezelfde opdracht uit

Leergesprek : een doelgericht gesprek tussen leerkracht en leerling, vaak in

vraag- en antwoordvorm. Klassengesprek : een meningsvormend gesprek tussen leerkracht

en leerlingen, en/of leerlingen onderling

Individueel werk : leerlingen werken voor zichzelf aan vragen en opdrachten

Groepswerk : de leerlingen werken in groepjes aan vragen en opdrachten

22

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

Oriëntatie op jezelf en de wereldHieronder wordt begrepen:

Mens en samenlevingNatuur en techniekRuimteTijd

Bij dit kerndoel komen de volgende vakgebieden aan de orde: verkeer; natuur en techniek met daarin begrepen wereldoriëntatie , aardrijkskunde en geschiedenis. In deze vakgebieden zitten alle aspecten van de kerndoelen verwerkt.

verkeerHiervoor gebruiken wij de volgende materialen:

VerkeerMethode : Klaar…overUitgeverij : Wolters-Noordhoff

Doel:

Aandacht besteden aan de vijf rollen waarin de kinderen kunnen geraken tw speler, wandelaar, fietser, als passagier en als gebruiker van het openbaar vervoer. In gedrag en techniek leren de kinderen die rollen correct uit te voeren. Incidenteel komen ook andere aspecten van veiligheid aan bod, zoals sociale redzaamheid in en om het huis en veiligheid in en om de school.

De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: gezamenlijk bespreken van de verschillende aspecten die in de

diverse groepen aan bod komen. Individuele verwerking van de stof

Natuur en techniekHiervoor gebruiken wij de volgende materialen:

Methode : Natuur Buiten GewoonUitgeverij : Stichting Natuur Gewoon

Doel:Informatie en waarneming en beleving staan centraal bij de kennismaking met onze natuurlijke leefwereld. Aan de hand van een

23

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

aantal thema’s wordt de natuur verkend en komen de kinderen meer te weten over een aantal onderwerpen. Ze leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren te onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. Ze leren over de bouw van planten en dieren en mensen en over de vorm en de functie van hun onderdelen

Methode : Ontdekkasteel

Doel:Leerlingen uitnodigen techniek te ontdekken. De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren.

De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: leergesprek klasse- en kringgesprek groeps- en individuele verwerking.

AardrijkskundeHiervoor gebruiken wij de volgende materialen:

Methode : Wijzer door de wereld (groep 5 t/m 8)Uitgeverij : Wolters-Noordhoff

Doel:Leren met plezier, oplossingsgericht denken en het aanleren van respect voor de medemensen en de natuur. De geleerde topografische kennis wordt toegepast in realistischecontexten.

De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:Gebruik van de thema’s die aanbod komen in de methode, maar bieden de leerlingen dan opdracht- en doelenkaarten aan en de kinderen verwerken de stof na soms een klassikale introductie.Vele verwerkingsvormen zijn mogelijk. Hiervoor verwijzen wij naar de website die wij hiervoor hebben ontwikkeld: www.watjevanberenlerenkan.nl

Geschiedenis

24

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen:

Methode : Wijzer door de tijdUitgeverij : de Ruijter

Doel:De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van diverse tijdperken en over de belangrijkste historische personen en gebeurtenissen. Ze leren ook zaken met elkaar te verbinden.Beide aspecten worden aangeboden in chronologische volgorde

De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:

Gebruik maken van de thema’s die aanbod komen in de methode, maar bieden de leerlingen dan opdracht- en doelenkaarten aan en de kinderen verwerken de stof na soms een klassikale introductie.Vele verwerkingsvormen zijn mogelijk. Hiervoor verwijzen wij naar de website die wij hiervoor hebben ontwikkeld: www.watjevanberenlerenkan.nl

Levensbeschouwelijk onderwijsHiervoor gebruiken wij de volgende materialen:

Methode : Kleur Uitgeverij : Kwintessens

Doel:

We willen leerlingen laten reflecteren op en communiceren over hun gevoelens, meningen en ideeën over de maatschappij. Waar hoor ik bij? Waar doe ik aan mee? Wat vind ik ervan? Kleur is gericht op de veelkleurigheid van de samenleving wat betreft afkomst, traditie en geloof. Kleur geeft stem aan de eigenheid van elk kind en de diversiteit binnen de eigen groep, de school, de woonomgeving en de maatschappij. Iedere tien weken start er een nieuwe lessenserie levensbeschouwing vanuit sociaal-emotionele thema’s.

‘Wat moet ik doen?’ ‘Wat wil ik nastreven?’ ‘Wat is de zin van dingen en situaties die ik tegenkom?’ Dit soort vragen stellen, beantwoorden en leven is voor Kleur de essentie van levensbeschouwing.De methode Kleur wil kinderen ondersteunen in hun levensbeschouwelijke ontwikkeling. Daarbij belicht zij verscheidene godsdiensten en levensvisies. Ieder kind ontwikkelt zo een eigen kijk op

25

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

het leven en maakt zelf keuzes wat zinvol, mooi, waar en echt is.

Kleur gaat uit van sociaal-emotionele thema’s die dicht bij de kinderen staan. Maar Kleur vult die thema’s in vanuit levensbeschouwing en verbindt de werelden van verstand, gevoel en verbeelding: Ontmoeten, (Zelf)vertrouwen, Omgaan met gevoelens, Omgaan met conflicten, Samen leven, Kiezen en doorzetten.

Kleur is gericht op de veelkleurigheid van de samenleving wat betreft afkomst, traditie en geloof. Kleur geeft stem aan de eigenheid van elk kind en de diversiteit binnen de eigen groep, de school, de woonomgeving en de maatschappij.

De lessen gaan over steeds verschillende onderwerpen. In de lessen komen verhalen en beelden uit allerlei godsdiensten en culturen aan de orde. Binnen de school als minisamenleving, waar kinderen zich erkend en veilig voelen, biedt Kleur ruimte voor de persoonsvorming van de leerling.

Kunstzinnige oriëntatie

De volgende vakgebieden komen hier bij aan de orde:Muziek; tekenen, handvaardigheid. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan het verwerven van kennis over en het krijgen van waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.De komende periode zal een cultuurbeleidsplan onderdeel gaan uitmaken van dit aspect.

MuziekHiervoor gebruiken wij de volgende materialen:

Hiervoor maken wij geen gebruik van een methode. De lessen worden door een vakleerkracht gegeven met het volgende doel:kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om muziek te beluisteren, te beoefenen en om met elkaar over muziek te kunnen spreken.

Samen met de andere vormingsgebieden zoals dramatische expressie, tekenen, handvaardigheid, spel en beweging, draagt de algemene muzikale vorming bij tot de ontplooiing van de persoonlijkheid door:

26

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

- ontwikkeling van creatieve vermogens,- schepping van waarnemingsvermogen,- ontwikkeling van gevoelsleven,- aanleren van muzikale kennis en vaardigheden en stimuleren van een muzikaal ontvankelijk gedrag.

De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:

a- stimulerende werkvormen Stimulerende werkvormen richten zich op het belevingsaspect van muziek (subjectief)

b- structurerende werkvormen Structurerende werkvormen richten zich op het inzichtelijk maken van : melodie, ritme, dynamiek, klankkleur, harmonie, vorm in de functie van muziek (objectief)

Hoe zit muziek in elkaar ? Met welk doel is muziek gemaakt ?

c- confronterende werkvormen Confronterende werkvormen houden directe contacten met muziek en hun uitvoerders in.

TekenenHiervoor gebruiken wij de volgende materialen:

potlood, kleurpotlood houtskool waskrijt plakkaatverf ecoline viltstift oost-indische inkt krijtMet behulp van deze materialen worden verschillende onderwerpen uitgewerkt met als doel:de kinderen leren om waarnemingen, gevoelens en verbeelding te uiten m.b.v. beeldende middelen, hierbij lettend op techniek, beheersing en creativiteit

HandvaardigheidHiervoor gebruiken wij o.a. de volgende materialen:

klei kosteloos materiaal

27

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

papier en karton hout

De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:- circuitvorm- individuele verwerking bij diverse opdrachten van natuur,

techniek, aardrijkskunde en geschiedenis.

BewegingsonderwijsHiervoor gebruiken wij de volgende materialen:

Een zelf ontwikkelde lessenmap met als doel:Leerlingen op een verantwoorde manier laten deelnemen aan de omringende bewegingscultuur enleren de hoofdbewegingen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen te laten ervaren en uitvoeren.De leerlingen leren eveneens samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deel te nemen; afspraken te maken over het reguleren daarvan en het inschatten van eigen bewegingsmogelijkheden en daarmee rekening te houden bij de activiteiten.

De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:- circuitvorm- spel

Computers op school : Er zijn op school ongeveer tachtig computers beschikbaar voor de leerlingen. De groepen 3 t/m 8 hebben zes tot negen computers tot hun beschikking; de kleutergroepen beschikken over ieder 4 computers. Alle computers zijn aangesloten op een netwerk, waarvoor een systeembeheerder is aangesteld. Op alle computers kan gebruik worden gemaakt van Internet. Een lokaal is ingericht als computerlokaal met 25 computers; in deze ruimte kunnen de kinderen terecht voor zelfstandig werken of klassikaal voor het afnemen van Cito-toetsen.

De kinderen kunnen de computers gebruiken om informatie op te vragen voor bijvoorbeeld werkstukken. De school heeft ook een eigen homepage op Internet, te vinden op www.dekleinebeer.net. De kinderen van de groepen 5 t/m 8 krijgen via de school een eigen e-mailadres, mits ouders daarvoor toestemming geven.In de school is er een serverruimte ingericht, waar dagelijks back-ups worden gemaakt.

28

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

Alle groepen beschikken over een Activboard, waarmee op een zeer moderne wijze onderwijs kan worden gegeven.

De programma's kunnen vele vakken betreffen: bijvoorbeeld rekenen: het werken met tafels. Topografie: het leren van plaatsen in Nederland, Europa en de rest van de wereld. Verkeer: het leren van verkeersborden.Ook voor de onderbouw zijn er programma's aanwezig, waarmee aan de leervoorwaarden gewerkt kan worden: bijvoorbeeld het maken van mozaïeken, het zoeken van verschillen in afbeeldingen, waarmee respectievelijk de oriëntatie in de ruimte en het nauwkeurig leren kijken wordt geoefend. Voor de schooladministratie, systeembeheerder, ICT coördinator, stagiaires en interne begeleiding hebben we aparte computers ter beschikking.

29

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

Contacten met ouders m.b.t. de leerstofWij vinden het uitermate belangrijk om regelmatig contact te hebben met de ouders aangaande vorderingen van hun kind.

RapportenDe leerlingen van groep 3 t/m 8 krijgen driemaal per jaar een rapport. In groep 2 twee keer per jaar. Dit rapport wordt meegegeven op het hetzelfde tijdstip dat de leerlingen van de groepen 3 t/m 8 het tweede en derde rapport meekrijgen De indeling van het rapport is als volgtOp de eerste pagina staat de indruk die de leerkracht heeft over de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerling.In de omschrijving zijn twee tegenstellingen aangegeven. Op het moment dat er in het midden gescoord is, wil de leerkracht aangeven dat uw kind in de groep op dit betreffende onderdeel niet extra opvalt. Veel kinderen zullen dus in het midden scoren. Een plaatsing van het bolletje meer naar de buitenzijde wil aangeven dat het aangegeven aspect afwijkt van het groepsgemiddelde.De aspecten die aan de orde komen zijn:

- Over jezelf- Hoe je omgaat met anderen- Werkhouding en verzorging

Op de volgende pagina’s worden de leerstofgebieden beoordeeld. Voor de groepen 3 en 4 gebeurt dit bij alle vakken middels een waardering en in de groepen 5 t/m 8 wordt er een cijfer gegeven voor de onderdelen taal, spelling, Engels ( vanaf groep 6 ),schrijven, rekenen en de wereldoriënterende vakgebieden. Het cijfer is altijd samengesteld op het aangegeven niveau van de leerling en geen rekenkundig gemiddelde. In het cijfer zijn meerdere aspecten opgenomen.Overige onderdelen worden beoordeeld met een vijfpuntsschaal of met een waardering (onvoldoende; matig; voldoende; ruim voldoende of goed).

Bij het vakgebied lezen wordt aangegeven op welk niveau de leerling leest. Dit is een grove indeling die aangeeft het niveau van lezen afgezet tegen het midden of einde van een leerjaar.Bv Uw kind zit in groep 5 en leest op niveau M6 dwz dat de leesprestatie van de leerling te vergelijken is met kinderen die zitten in groep 6 en lezen op het niveau dat gemeten is in februari/maart. Het kind heeft dus een voorsprong op dit onderdeel.Bij meerdere vakgebieden wordt een indicatie van het niveau waarop de leerling werkt. Voor het merendeel van de kinderen zal dit aansluiten bij het leerjaar waarin zij geplaatst zijn, maar ook dit kan een afwijking geven naar boven of beneden.

Vanwege het feit dat wij het belangrijk vinden dat kinderen taal kunnen toepassen binnen andere vakgebieden, wordt er na de algemene

30

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

taalonderdelen ook nog een beoordeling over de toepassing binnen de wereldoriënterende vakken gegeven. Dit aspect wordt beoordeeld bij de werkstukken die de kinderen maken. Dit geldt ook voor het onderdeel spelling .Bij spelling en rekenen worden een drietal categorieën aangegeven die in het betreffende leerjaar extra veel aandacht vragen. Bij het derde rapport zal er uiteindelijk een beoordeling zijn voor alle drie de aspecten.

Bij wereldoriëntatie wordt vanaf groep 5 een onderscheid gemaakt in een drietal aspecten. Mens en samenleving ( aardrijkskunde ); ruimte en tijd ( geschiedenis ) en natuur en techniek.Wij hebben voor deze benamingen gekozen omdat zij op deze wijze zijn benoemd in de kerndoelen die door het Ministerie worden aangegeven en ook terug te vinden zijn in ons schoolplan.

Gelet op het feit dat wij een school zijn die landelijk toonaangevend is op het gebied van ICT en nieuwe media is er een aparte beoordeling opgenomen voor dit aspect.Het begrip informatiebronnen moet ruim worden bekeken; bij dit onderdeel wordt ,naast de wijze van gebruik van informatieprogramma’s op internet ,ook gekeken naar het omgaan met computerprogramma’s behorende bij de vakgebieden taal en rekenen.

Bij vele vakgebieden is een toelichtingvak aanwezig. Alleen als de leerkracht het wenselijk vindt om de beoordeling nader toe te lichten zal hier iets ingevuld worden. Dit zal voorafgegaan worden door R1; R2 of R3, verwijzend naar het rapport waarbij de opmerking behoort.

Het rapport sluit af met een bladzijde waarop de leerkracht de mogelijkheid heeft iets persoonlijks toe te voegen. Wij streven ernaar om hierbij niet in algemeenheden te vervallen.

Het rapport wordt met de leerlingen meegegeven medio november, eind maart en in de op één na laatste week van het schooljaar. Naar aanleiding van de eerste twee rapporten worden er ouderavonden gehouden. Deze data worden vermeld in ons informatieboekje en onze site. De rapportage in de groep 1 gebeurt grotendeels d.m.v. huisbezoeken. Buiten deze tijdstippen om kan elke ouder desgewenst informatie krijgen over de vorderingen van zijn of haar kind. Het initiatief tot zo'n gesprek kan uitgaan van de leerkracht of van de ouders.

HuiswerkOm kinderen te leren met huiswerk om te gaan, wordt vanaf groep 5 in beperkte mate huiswerk opgegeven. De leerlingen van de groepen 5 t/m 8 krijgen huiswerk aangeboden rondom de zaakvakken. Dit huiswerk wordt minimaal 2 weken van te voren opgegeven.

31

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

Vanzelfsprekend wordt in de klas aandacht besteed aan de manier waarop dit huiswerk geleerd moet worden en gaan wij om met verschillen. Leerlingen die moeite hebben met automatiseren en daardoor vaak ook met het leren van gegevens bij de zaakvakken, worden extra begeleid.In groep 8 krijgen de leerlingen voor iedere dag wat huiswerk. Op deze wijze willen wij enigszins voorbereiden op de regelmaat van het voortgezet onderwijs.In overleg met ouders krijgen sommige leerlingen extra werk mee naar huis om samen met hun ouders nog wat te oefenen of vanwege het feit dat zaken op school niet goed zijn verwerkt.

32

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

7. Ieder kind is er één

Een van de uitgangspunten van onze school is dat de kinderen verschillend zijn, maar ook gelijkwaardig.Globaal gezien doorlopen alle kinderen in hun ontwikkeling een aantal stadia. De wijze waarop dit gebeurt, is heel verschillend. We onderkennen dat de aangeboden leerstof niet door alle kinderen in hetzelfde tempo verwerkt kan worden, hoe wij ons onderwijs ook inrichten.We streven ernaar dat leerlingen in 8 jaar de basisschool kunnen doorlopen, maar zijn ons er terdege van bewust dat dit niet altijd reëel is; in sommige gevallen zeker niet ten gunste van de leerling. Soms moeten wij constateren dat het noodzakelijk is de voortgang in het leerproces, cognitief gezien, te stabiliseren ter wille van alle andere ontwikkelingsaspecten, zoals sociaal-emotionele ontwikkeling. Doubleren is dan een zeer acceptabele zaak voor onze school.

In dit hoofdstuk willen wij aangeven op welke wijze de zorgverbreding op "De Kleine Beer " georganiseerd is.

Organisatie op schoolniveauOp dit moment zijn wij druk doende met de doorgaande lijn ten aanzien van de zorgverbreding. Al enkele jaren geven wij les volgens het model Adaptief onderwijs. In eerste instantie hebben wij het aspect circuitmodel aangepakt om op deze wijze meer tijd beschikbaar te hebben voor leerlingen die extra aandacht nodig hadden. Op deze wijze wordt de zelfstandigheid van leerlingen gedurende een bepaalde tijd sterk vergroot. Het circuitmodel is nu doorgevoerd in alle groepen en functioneert goed. De doelstelling is enigszins gewijzigd. De extra zorg voor leerlingen in de groep is niet meer het enige uitgangspunt. Daarnaast zijn sociale aspecten en differentiatie belangrijk geworden.

We werken met uur-, dag en weektaken in de verschillende groepen om op deze wijze de leerlingen nog beter op hun eigen niveau en tempo te kunnen benaderen. De taken worden samengesteld naar aanleiding van de prestaties en vermogens van de leerlingen. Op deze wijze sluiten we steeds beter aan bij de basisbehoeften van de kinderen. Het werken met deze taken geeft de leerkracht eveneens steeds meer mogelijkheden om individueel aandacht te besteden aan de leerlingen in de groep.

- het werken met opdrachten en doelenBij de wereldoriënterende vakken krijgen de leerlingen van de groepen 5 t/m 8 opdrachtkaarten aangeboden of moeten zij aan de slag met doelen die gesteld worden rondom onderwerpen.Zij kiezen, soms individueel of een andere keer in groepjes, voor de wijze waarop zij het zich eigen maken van het onderwerp gaan aanpakken.Ze maken een keuze in de verwerkingsvorm, maar regelmatig wordt er ook gestuurd door de leerkracht om een diversiteit in het gebruik van verwerkingsvormen te garanderen.

33

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

In deze schoolplanperiode zal er gewerkt worden aan het invoeren van taaldoelen bij deze opdrachten, zodat toegepast taal voor de leerlingen steeds een duidelijke omlijnd geheel gaat worden. Bij deze werkvorm wordt een optimaal gebruik gemaakt van de computer, die hierbij dus een uitstekend hulpmiddel is geworden. Het digitale schoolbord kan de leerlingen behulpzaam zijn bij hun wijze van presentatie.

Deze werkwijze wordt voorbereid in de groepen 1 t/m 4 door de leerlingen een grote mate van zelfstandigheid bij te brengen en ze te leren omgaan met de moderne media.

De werkvormen die aangeboden worden, moeten zo wisselend zijn, dat kinderen daardoor hun mogelijkheden of hun beperkingen kunnen ontdekken. Het is niet bezwaarlijk voor kinderen om te ontdekken dat er verschillen zijn, maar wij moeten ze sturen in het leren omgaan met die verschillen.

We bieden leersituaties aan, die verschillend van aard zijn; de kinderen zullen over problemen moeten nadenken en moeten leren omgaan met informatiebronnen en met de computer. Het zal noodzakelijk zijn dat de leerkracht steeds meer de functie krijgt van iemand die op het juiste moment "de helpende hand "biedt.

In het hele leerproces is het belangrijk dat de goede ontwikkeling in de gaten wordt gehouden d.w.z. dat het peilen van de vorderingen noodzakelijk is. Dit gebeurt door observatie, methodegebonden toetsen en het leerlingvolgsysteem. Mochten de resultaten daartoe aanleiding geven, dan krijgen de kinderen een aangepast programma. Dit wordt zoveel mogelijk in de klas uitgevoerd, daarbij is de hulp van stagiaires van de opleiding voor helpende welzijn of onderwijsassistent erg belangrijk.

Natuurlijk blijven er leerlingen die extra aandacht nodig hebben, hoe het systeem ook wordt opgezet. Gedurende vele jaren hebben wij gewerkt met extra zorg voor leerlingen, gegeven door een extra leerkracht buiten de groep. Onze school is een school waarin veel leerlingen worden opgevangen met leer- en gedragsproblemen. Tevens hebben wij oog voor leerlingen die boven het groepsniveau presteren. Deze enorme verschillen tussen leerlingen noodzaken ons steeds meer om ons onderwijssysteem te verfijnen.

34

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

In de praktijk bleek het werken met de extra hulp buiten de groep niet altijd efficiënt te werken. Leerkrachten bleken onvoldoende op de hoogte te zijn van de stof die buiten de groep werd aangeboden. Dit ontstaat zeer gemakkelijk, hoe goed het overleg ook is. Leerkrachten blijven graag op de hoogte van de vorderingen van leerlingen o.a. om ouders goed te kunnen informeren. Ons systeem was hiervoor niet optimaal.De groepsleerkracht verzorgt nu zelf de extra zorg aan leerlingen binnen de groep.De leerkracht stelt, samen met de IB’er handelingsplannen op en kan direct aansluiten bij de dagelijkse praktijk.

Regelmatig wordt er overleg gevoerd tussen de groepsleerkracht en de IB-er over deze zorgleerlingen. Incidenteel gebeurt dat ook in ons teamoverleg. Op deze wijze houden wij elkaar op de hoogte van de vorderingen van deze specifieke leerlingen. Iedere leerkracht houdt een registratie bij van de vorderingen van de leerlingen. Deze registratie blijft bewaard in een leerlingenmap die gedurende de gehele loopbaan van de leerling hem of haar volgt. Deze informatie wordt steeds meer gedigitaliseerd.Om de vorderingen van alle leerlingen bij te houden maken wij gebruik van methodegebonden toetsen. Wij hebben wij een toetskalender, waarop de toetsen en het tijdstip van afname van de niet-methodegebonden toetsen vermeld staan. Wij maken veelal gebruik van het Cito-leerlingvolgsysteem.

De IB’er kan gebruik maken van de Permanente Commissie Leerlingenzorg ( P.C.L. ). Zij kan hier problemen voorleggen aangaande leerlingen van onze school en andere deskundigheid inroepen. Deze commissie maakt deel uit van het samenwerkingsverband. Het uitgangspunt blijft om leerlingen met gedrags- en/of leerproblemen zo lang als verantwoord is, te begeleiden op onze school. Op deze wijze hopen wij de verwijzing naar de Speciale school voor Basisonderwijs tot een minimum te beperken. Wij zijn de mening toe gedaan dat iedere leerling het recht heeft op onderwijs in zijn of haar directe leefomgeving.

Het kan dus voorkomen dat de school niet de begeleiding kan bieden die nodig is voor het kind. In overleg met de ouders kan een verwijzing plaatsvinden naar de school voor Speciaal Basisonderwijs. De ouders dienen daartoe hun kind aan te melden bij de P.C.L. van het Samenwerkingsverband Vught e.o.(W.S.N.S.). Op basis van de gegevens, waaronder een rapport van een psychologisch en/of orthopedagogisch onderzoek, neemt de P.C.L. een besluit. Bij een positief besluit geven zij een beschikking af en kan worden overgegaan tot aanmelding bij de Speciale school voor Basisonderwijs. De beschikking kan ook worden omgezet in een zorgcontract. Dit houdt in dat het kind op de basisschool blijft. De school krijgt vanuit het samenwerkingsverband zorguren waarin zij het kind wat extra begeleiding kan bieden. Deze vorm van begeleiding is beperkt en echter alleen mogelijk wanneer het kind in staat is binnen de groep van de basisschool te functioneren en de school de begeleiding

35

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

verantwoord vorm kan geven. Voor meer informatie over het Samenwerkingsverband Vught e.o. kunt u terecht bij de Intern Begeleider van onze school. Informatie kunt u bovendien vinden op de website van het samenwerkingsverband: www.wsns.nl

Leerlinggebonden financieringHet kan voorkomen dat bij een kind sprake is van een specifieke stoornis en/of handicap waardoor zeer specialistische begeleiding nodig is die de basisschool niet kan bieden. In verreweg de meeste gevallen gaat het hier om kinderen waarbij door specialistische instituten een diagnose is gesteld. In zo'n geval heeft het kind recht op een plaats in het speciaal onderwijs waarbij dan tegemoet gekomen kan worden aan de speciale (onderwijs)behoeften van het kind. Ouders kunnen hiervoor een indicatie aanvragen bij een Commissie van Indicatiestelling(C.v.I.) bij een Regionaal Expertise Centrum (R.E.C). Wanneer de commissie een positieve indicatie afgeeft kunnen de ouders overgaan tot aanmelding bij een school voor speciaal onderwijs die verbonden is aan het R.E.C. Ouders kunnen de mogelijkheid bespreken of het kind op de betreffende basisschool kan blijven. Wanneer de basisschool na uitvoerig overleg akkoord gaat, kunnen de ouders gebruik maken van een Leerling Gebonden Financiering (de zogenaamde rugzak). In de praktijk betekent dit dat de basisschool extra formatie kan inzetten t.b.v. van het kind en ook dat er vanuit het R.E.C ambulante begeleiding geboden wordt ter ondersteuning van de leerkracht van de groep waarin het kind zit. Het kan ook voorkomen dat de basisschool na uitvoerige bestudering van het dossier en zorgvuldige afweging het niet verantwoord vindt het kind op de basisschool te laten blijven en zal dan de ouders adviseren alsnog over te gaan op plaatsing op een school binnen het Speciaal Onderwijs.

Meer- en hoogbegaafde kinderenAl vele jaren zijn wij de overtuiging toegedaan dat deze categorie van leerlingen eveneens gerekend moet worden tot zorgleerlingen.Via ons onderwijssysteem, waarin veel opdrachten worden gegeven die aansluiten bij kinderen individueel, worden deze leerlingen gedeeltelijk wel op hun niveau aangesproken.Wij komen echter steeds meer tot de overtuiging dat dit sterker moet door verdergaande differentiatie op maat in de groep middels compacten en verrijken. Dit schooljaar zal hier meer aandacht aan worden besteed.Het afgelopen schooljaar heeft er een pilot gedraaid rondom de inrichting van een Plusklas.Deze pilot heeft er toe geresulteerd dat wij dit schooljaar definitief van start gaan met een Plusklas voor de leerlingen van de groepen 5 t/m 8 op dinsdagochtend vanaf 1 oktober t/m begin juni. De leerlingen van de groepen 3 en 4 zullen instromen vanaf 1 februari. Deze klas zal onder leiding staan van de hoogbegaafheidscoördinator.Selectie vindt plaats door een commissie in nauw overleg met de leerkrachten. Ouders wordt om toestemming gevraagd.

36

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

8. Niet bij kennis alleenDe meeste tijd wordt op onze school besteed aan het onderwijs, maar natuurlijk is er ook tijd voor andere activiteiten. Zij zijn uitermate belangrijk voor de sociale aspecten binnen de schoolgemeenschap.Binnen leerstofgebieden wordt regelmatig aandacht besteed aan projecten. Vooral het kleuteronderwijs maakt hier veelvuldig gebruik van. Minimaal tweemaal per jaar is er een gezamenlijk project voor de gehele school. En natuurlijk besteden wij aandacht aan seizoensgebonden feesten zoals Kerstmis en Pasen. Wij waarborgen hierbij ons openbare karakter. Overige activiteiten die jaarlijks terugkeren zijn:

SchoolkampGroep 8 gaat op schoolkamp. De bestemming is Vakantieboerderij “ Hoeve Ten Vorsel” in Bladel. Hiervoor wordt een bijdrage gevraagd, die jaarlijks wordt vastgesteld.

BerenshowVijf keer per jaar verzorgen de groepen 1 t/m 4 en 5 t/m 8 optredens. Steeds mogen de ouders van een bepaalde groep bij de Berenshow aanwezig zijn. Dit kan een optreden zijn met alle leerlingen van de groep of met enkele groepjes. Soms wordt er een Berenshow met de gehele school georganiseerd ter gelegenheid van bepaalde feesten of een gezamenlijk project.

Schoolreis/onderbouwdagVoor de leerlingen van groep 1 t/m 3 wordt een feestelijke dag romdom een thema georganiseerd tegen het einde van het schooljaar. De groepen 4 t/m 7 gaan op schoolreis. Hiervoor is, afhankelijk van de bestemming meestal een bedrag van maximaal € 25,00 verschuldigd.

Vrije roostertijdAlle vakken zijn op school via het rooster ingedeeld. Op de vrijdagmiddag, meestal één uur, bepaalt de leerkracht zelf wat er gaat gebeuren. Activiteiten kunnen ontspannend zijn van aard: spelen van gezelschapsspelen lezen/tekenen afmaken van werkstukjes van handvaardigheid spelen met meegebracht speelgoed spelen op de computer

Het kan echter ook voorkomen, in drukke tijden, dat een bepaald vak afgewerkt moet worden.

37

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

9. Wikken en wegenOnderwijs is een steeds veranderend proces. Wij proberen zo goed mogelijk om te gaan met de veelheid aan leerstof die per leerjaar verwerkt moet worden.Wij gebruiken methodes om de leerstof aan te bieden, maar blijven wel heel kritisch kijken naar deze leerstof. Middels kleine projecten proberen wij verouderde elementen uit de leerstof bij te stellen. In hoofdstuk 6 hebt u de inhoud van ons leerstofpakket kunnen lezen.

Het blijft voor iedere school altijd een proces van wikken en wegen hoe om te gaan met de veelheid aan materialen die scholen wordt aangeboden. Wij proberen zo goed mogelijk met deze stroom om te gaan en nauwkeurig te bekijken of aangeboden projecten wel of niet bruikbaar zijn.Aan het einde van acht jaar basisonderwijs moeten tenslotte wel de kerndoelen bereikt zijn, maar dit behoeft niet altijd te verlopen via de methode. Enige vrijheid moet daarbij mogelijk zijn.

Overgang basisonderwijs- voortgezet onderwijs.Zoals de ontwikkeling binnen het basisonderwijs een ononderbroken ontwikkeling moet zijn, moeten we ook zorgvuldig omgaan met de overgang naar het voortgezet onderwijs. Het is zowel voor kinderen als ouders een hele stap, waarbij we bij de informatieverstrekking en advisering rekening houden met de steeds verschillende individuele situatie. De procedure die gevolgd wordt, is de volgende:De overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs wordt voorbereid door middel van een beroepenproject wat in groep 8 plaatsvindt. In groep 8 wordt in december een informatieavond gehouden waar over de verschillende vormen van voortgezet onderwijs wordt gesproken en de Cito-toets wordt toegelicht. De leerlingen wonen samen met hun ouders deze avond bij. In januari is er een avond in Berlicum op een van de basisscholen waar de scholen voor voortgezet onderwijs zich presenteren en waar men vragen kan stellen. Verder houden de scholen in deze periode allemaal open dagen.In februari is dan de Eindtoets Basisonderwijs van het CITO. Omtrent dezelfde periode worden de gesprekken gevoerd tussen de school, vertegenwoordigd door de leerkracht van groep 8 en de directeur, en de ouders. Ook het kind wordt hierbij uitgenodigd. In deze gesprekken wordt

38

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

het schooladvies gegeven m.b.t. het vervolgonderwijs. De leerkracht van groep 8 stelt dit advies samen in nauwe samenwerking met de directeur en de leerkracht van groep 7.Daarna volgt de periode van aanmelding voortgezet onderwijs.

Uitstroom ook in relatie tot instroom.De Kleine Beer heeft een groot aantal leerlingen die worden aangemeld vanwege de visie op onderwijs. Wij willen kinderen zoveel mogelijk individueel benaderen. Dit heeft tot gevolg dat er een groot aantal leerlingen op onze school zit met een diversiteit aan leerproblemen. Veel kinderen hebben een dyslexie-of dyscalculieverklaring of zijn gediagnosticeerd op een ander leer- of gedragsaspect.Over het algemeen levert dit voor ons onderwijs geen probleem op, maar kan bij het uitsluitend kijken naar de gemiddelde resultaten wel van invloed zijn. Een goede analyse van de landelijk genormeerde toetsen is derhalve van groot belang.

De verwijzingen naar het voortgezet onderwijs zijn erg breed. We verwijzen elk jaar weer kinderen naar alle vormen van voortgezet onderwijs. In onderstaande tabel ziet u de verwijzingen van de afgelopen vijf jaar.

Groep VMBO: adviezen als VMBO basisberoepsgericht, kaderberoepsgericht en alleen VMBO; in de HAVO adviezen zijn ook de VMBO-T/Havo adviezen geteld en bij de VWO adviezen zijn meegerekend de HAVO/VWO adviezen

Vorm van V.O

04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10

VSO 01 llnVMBO 11 lln 07 lln. 16 lln. 13 lln. 12 lln. 07lln.HAVO 08 lln. 11 lln. 08 lln. 09 lln. 11 lln. 12 llnVWO 08 lln. 10 lln. 13 lln. 16 lln. 11lln. 15 lln.

39

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

10. School en thuis

Relatie ouders - school

Aard van de relatie ouders - school.Ouders en schoolteam hebben tot taak het kind te vormen en op te voeden. De eerste verantwoordelijkheid ligt bij de ouders, maar de leerkrachten hebben vanuit hun gedelegeerd gezag ook een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van opvoeding en onderwijs.De opvoedingssituatie thuis en op school zal en kan nooit volkomen gelijk zijn, alleen al vanwege het feit dat op school het kind steeds met andere kinderen in de groep verkeert. Dit kan soms spanningen met zich meebrengen, waardoor bepaalde maatregelen genomen moeten worden. Het schoolteam respecteert de wijze waarop ouders hun kinderen willen opvoeden. Zij zal proberen voor zover mogelijk aan te sluiten bij de thuissituatie. Anderzijds is het ook wenselijk dat ouders in hun aanpak rekening houden met de manier waarop in de school de kinderen worden behandeld.Voor een kind is het van wezenlijk belang dat het continuïteit ervaart in de wijze waarop de volwassenen uit zijn of haar leefwereld het tegemoet treden.

40

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

Er zijn echter ook grenzen, die gesteld worden door de groepssituatie of door bepaalde eisen die vanuit het schoolwerkplan worden gesteld. Het zal daarom van groot belang zijn dat bij bepaalde conflicten gezocht wordt naar oplossingen. We streven ernaar om deze oplossingen niet eenzijdig vanuit het team te laten gebeuren, maar via onderling overleg.

Klachtenregeling.In het kader van de kwaliteitswet heeft iedere school met ingang van 1 augustus 1998 een klachtenregeling. De klachtenregeling geeft ouders en personeel individueel recht om te klagen over gedragingen (en het nalaten daarvan) van het bevoegd gezag of het personeel. Ook is het mogelijk om te klagen over de gedragingen van andere ouders of leerlingen.De regeling ligt ter inzage op school.

Preventie seksuele intimidatie.Tot op dit moment heeft iedere school nog een contactpersoon ter preventie van seksuele intimidatie. Seksuele intimidatie is ongewenste aandacht in de vorm van verbaal, fysiek of non-verbaal gedrag.Wat is de taak van de contactpersoon? Bij de contactpersoon kan een ouder of kind terecht met een vraag of klacht over seksuele intimidatie. De contactpersoon heeft volledige geheimhoudingsplicht. Zij vangt de ouder of het kind op en verwijst indien nodig door naar de vertrouwenspersoon. Regeling ligt ter inzage op school.

De contactpersonen voor onze school is: Tessa van Zadelhoff.

Landelijke Klachtencommissie:Postbus 1623440 AD WoerdenTelefoonnummer 0348-405245Fax 0348-405244

41

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

Betrokkenheid van de ouders bij het onderwijs.a. met betrekking tot individuele leerlingen.- Gesprekken tussen ouders en leerkrachten; in principe zijn

gesprekken altijd mogelijk op initiatief van ouders en/of leerkrachten. Dit kan op school of thuis plaatsvinden. Voor de goede voortgang van het onderwijs is het noodzakelijk dat deze gesprekken niet onder lestijd plaatsvinden.Het team stelt ouders graag in de gelegenheid om hun kind binnen het schoolgebeuren gade te slaan. U hebt het gehele jaar door de gelegenheid om lessen bij te wonen. De enigste voorwaarde die wij stellen is dat u minimaal een week van te voren aan de desbetreffende leerkracht bekend maakt dat u graag een kijkje wil nemen. Dit kan natuurlijk ook per e-mail.Op deze manier kunnen ouders veel beter zelf het tijdstip bepalen en is men niet gebonden aan een aantal dagen.Mocht het door u gewenste tijdstip echt niet uitkomen, dan zal de leerkracht u dat vanzelfsprekend even berichten.

Ouders die geen binding hebben met onze school, maar toch graag een kijkje komen nemen, in verband met een mogelijke plaatsing van een kind op school, kunnen hiervoor altijd contact opnemen met de directie. Het bijwonen van de lessen kan dan plaatsvinden, maar dat geldt uitsluitend voor de ouders. Mocht een plaatsing van een leerling definitief zijn, dan kan ook de leerling gedurende een of twee schooltijden komen kennismaken en kijken.

- De groepsleerkracht van groep 3 t/m 8 rapporteert in de loop van het jaar over de vorderingen van het kind d.m.v. rapporten, welke de leerlingen driemaal per jaar meekrijgen.

- Groep 2 krijgt 2x per jaar een rapport mee naar huis en wel in de maanden maart en juni/juli.

- In groep 1/2 vindt verder eenmaal in de periode dat een kind in deze groep zit, een huisbezoek plaats.

- Belangstelling hebben voor wat het kind op school beleeft d.m.v. aandacht besteden aan meegebrachte werkjes luisteren naar de verhalen die de kinderen kwijt willen. ondersteunen van eigen initiatieven van de kinderen. begeleiden bij het uitvoeren van bepaalde opdrachten die in de

school worden gesteld ( o.a. materialen meebrengen voor projecten, huiswerkopdrachten en spreekbeurten.)

b. met betrekking tot de groep:- Informatieavonden over speelleermateriaal en de verschillende

vormingsgebieden en de werkwijze binnen de groep.- 15 -Minutengesprekken. Na het eerste en tweede rapport vinden er

voor alle ouders 15-minutengesprekken plaatst. De bedoeling van deze avond is het bespreken van de vorderingen van de leerlingen in een persoonlijk gesprek met de leerkracht.

- Om de contacten tussen ouders en leerkrachten eenvoudiger te maken, blijven de leerkrachten op maandag- en donderdagmiddag van

42

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

15.15 - 15.30 uur in de klas. Iedere ouder kan dan even binnenlopen, indien hij of zij daar behoefte aan heeft.

- Adviesgesprekken. Deze gesprekken vinden plaats in de maand februari en duren ongeveer 20 minuten. Tijdens dit gesprek maakt de betrokken leerkracht van groep 8 het advies duidelijk over de juiste vorm van voortgezet onderwijs. Hierbij is de directeur aanwezig. De desbetreffende leerlingen mogen deelnemen aan dit gesprek; de ouders beslissen hierover.

- Overige contactmogelijkheden. Bezoeken van o.a. tentoonstellingen van werkstukken van de kinderen; bijwonen van een musical.

43

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

c. met betrekking tot de school. - Ouderavonden met algemene onderwerpen. Deze worden

georganiseerd door of in nauwe samenwerking met de MR- Schoolkrant. Het doel is informatie verstrekken over school,

activiteiten, MR.. Tevens worden er werkstukken van kinderen in geplaatst. De directeur is eindverantwoordelijk voor de inhoud van de schoolkrant.

- Berenbabbels. Deze verschijnt ongeveer 10 x per jaar. - Schoolgids. Deze verschijnt onder verantwoordelijkheid van de

directie. De MR krijgt de schoolgids voorgelegd ter instemming. Ouders kunnen de schoolgids raadplegen op de website van de school. Indien zij daar prijs op stellen kunnen zij een gedrukt exemplaar ontvangen. Daarnaast verschijnt jaarlijks een informatieboekje met belangrijke data waarvan alle ouders een exemplaar ontvangen.

d. ouderparticipatie.Ondersteunende activiteiten, zoals:- mede organiseren van en hulp verlenen bij feestelijke gebeurtenissen,

uitstapjes, e.d.- jaarlijkse schoonmaak van materialen,- aankleding van de school rondom een feest of jaargetijde,- hand- en spandiensten met als doel het verbeteren van het

onderwijsresultaat, zodat de leerkracht meer tijd heeft voor haar of zijn pedagogische taak,

- het bieden van specialistische kennis en/of ervaring.

e. richting geven.Naast ondersteunende en assisterende activiteiten kunnen de ouders ook mede richting geven aan het onderwijs in de school. Wanneer de ouders op deze manier meedoen is het wel noodzakelijk dat zij weten op welke manier met hun inbreng wordt omgegaan. Dat betekent dat elk van de betrokken partijen haar standpunt motiveert en dat bij de beslissing die genomen wordt, in de motivatie wordt opgenomen wat met de diverse argumenten is gedaan. Omdat het in de meeste gevallen zal gaan om zaken die in school spelen, zal in laatste instantie de verantwoordelijkheid bij de directie of het team liggen.

Overige contactena. MedezeggenschapsraadDeze bestaat uit drie gekozen ouders en drie teamleden. De directeur vertegenwoordigt het bestuur bij de vergaderingen en is als adviseur aanwezig. De taak van de medezeggenschapsraad is het behartigen van de belangen van de leerlingen, leerkrachten, ouders en de school. Zij heeft in deze een beleidsmatige taak.De bevoegdheden liggen vast in het medezeggenschapsreglement. De raad geeft informatie over haar activiteiten middels de op school

44

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

aanwezige memoborden, de internetsite en in een speciale rubriek in de schoolkrant. De vergaderingen zijn overwegend openbaar.Voeling met de achterban, de ouders die hen hebben gekozen, wordt zeer op prijs gesteld. Opmerkingen, ideeën en suggesties worden zeer gewaardeerd. Neemt u dus gerust contact met hen op.

45

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

b. klassenoudersIedere groep heeft minimaal 1 klassenouder die hand- en spandiensten verricht. Op het moment dat de groep op excursie gaat of er speciale activiteiten binnen de groep plaatsvinden waarbij ouders worden ingeschakeld, neemt de groepsleerkracht contact op met de klassenouder. In samenspraak worden de nodige extra helpende ouders geregeld.

46

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

11. School en omgeving

Externe contacten Wij vinden het belangrijk, zeker binnen onze kleine woongemeenschap, goede contacten te onderhouden met de andere basisscholen in de gemeente Sint-Michielsgestel en in de kernen Berlicum en Middelrode in het bijzonder. Het contact met de scholen in de gehele gemeente loopt voornamelijk via het overleg Lokaal Onderwijs, waarvan de directeur deel uit maakt.

Wij onderhouden verder contacten met de onderstaande (onderwijs)instellingen.- Kinderdagverblijf en naschoolse opvang, voor naschoolse opvang en

overleg- peuterspeelzaal - scholen voor voortgezet onderwijs: deze contacten worden

onderhouden door de directeur, of door de groepsleerkracht van groep 8. Met alle scholen waarnaar onze leerlingen uitstromen heeft de school regelmatig contact. Daarnaast ontvangen wij van de leerlingen de cijferlijsten.

- Speciaal Basisonderwijs: leerlingen die verwezen worden, gaan naar de Speciale school voor Basisonderwijs Hertog van Brabant in Vught. Contacten worden onderhouden door de IB-er.

- Inspectie: deze contacten worden onderhouden door de directie.- bureau van school- en beroepskeuze, uitsluitend voor leerlingen

waarvan de ouders het wenselijk achten of bij een twijfeladvies.- Samenwerkingsverband Vught e.o. Deze organisatie probeert op een

verantwoorde manier het aantal verwijzingen naar het SBO terug te brengen.

- overige contacten: Schoolarts

Personen van de afdeling Jeugdgezondheidszorg o.l.v. de schoolarts, onderzoeken de kinderen tijdens de groei naar volwassenheid. In groep 2 is er een onderzoek door de schoolarts, in groep 7 worden de leerlingen door de sociaal verpleegkundige gezien voor een vervolgonderzoek. Wanneer er tussentijds controle nodig is, kunnen herhalingsonderzoeken plaatsvinden. Ook op verzoek van de ouders of de leerkracht kan dit extra onderzoek plaatsvinden.

Sociaal verpleegkundige:De sociaal verpleegkundige houdt op een vast tijdstip op de school een spreekuur. Dit spreekuur is bestemd voor leerlingen, ouders en leerkrachten van de school. Aandacht wordt besteed zowel aan vragen op lichamelijk gebied zoals horen, zien, groei en ontwikkeling, als vragen op opvoedkundig gebied. Voorbeelden zijn bedplassen en pesten. Als het nodig is kunnen er controles plaatsvinden.

47

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

De data dat de verpleegkundige op school komt worden aangekondigd op de memoborden en in de agenda van de schoolkrant.

JeugdtandzorgTweemaal per jaar komt de "Dental Car" bij de school. Alle hierbij aangesloten kinderen krijgen dan hun halfjaarlijkse controle en eventuele behandeling. Dit alles gebeurt onder schooltijd, maar de behandeling kan wel eens buiten schooltijd vallen. Ook na 17.00 uur en in het weekend kan men de afdeling Jeugdtandzorg bereiken via het telefoonnummer, dat in de adressenlijst vermeld staat.

LogopedieAlle vijfjarige kleuters worden gescreend door de logopediste van het samenwerkingsverband in nauw overleg met de leerkracht..De ouders worden hiervan tevoren op de hoogte gesteld. Ook kan onderzoek plaatsvinden op verzoek van ouders of leerkrachten. Bij noodzaak van behandeling wordt er met de ouders overlegd en kan een doorverwijzing plaatsvinden. Tijdens schooltijd vindt het onderzoek plaats en buiten schooltijd wordt er behandeld.

Parochie Sint-Norbertus Plaatselijk festiviteitencomité‚ Plaza Cultura Coördinator BOS-Impuls Rijkspolitie Schijndel Incidenteel met verschillende bedrijven in de omgeving voor het

maken van excursies. Europees Platform voor het Nederlands Onderwijs te Haarlem. Gemeente Sint-Michielsgestel Skipos Schoolmaatschappelijk Werk Centrum voor Jeugd en Gezin

Opvoeden doe je samen!Terwijl je kind groter wordt en zich ontwikkelt blijft ook het opvoeden verrassend. Soms loop je tegen vragen of dilemma’s aan. Of merk je juist dat jouw aanpak uitstekend werkt. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) denkt graag met je mee over keuzes in het opvoeden en is geïnteresseerd in je ervaringen.In het komende schooljaar verschijnt de CJG-Nieuwsbrief voor ouders met artikeltjes over opvoeden en ervaringen van ouders. Heb je vragen over opvoeden? De groepsleerkracht of Intern begeleider op school kijkt met je mee. Wat ook kan: bel met 0800 – 644 14 14 of mail naar het CJG via het vraagformulier op de website www.cjg-gestel.nl. Dat kan over van alles gaan. Ideeën voor een verjaardagsfeestje of –traktatie, computergebruik door kinderen, het eigen willetje van je dochter, bij scheiding of als je zorgen hebt over je kind. Heb je een andere mening dan je partner? Bespreek het eens met anderen en bel gewoon een keer

48

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

naar het CJG. Gratis. Daar zijn we voor. En als het even kan krijg je direct antwoord. Heb je liever een persoonlijk gesprek? In dat geval maken we een afspraak met je. Zie ons maar als helpdesk, een servicebalie voor ouders. Maar dan wel eentje die veel beter bereikbaar is dan die van je kabelteevee . . . !Heb je vragen over het CJG zelf, wil je je ervaringen met ons delen of meewerken aan de Nieuwsbrief, mail in dat geval naar [email protected].

49

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

12. Overige informatie

Schooltijden

groep 1 t/m 4: Groep 5 t/m 8

Maandag, dinsdag, donderdag Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag08.30 - 12.00 uur 08.30 - 12.00 uur13.15 - 15.15 uur 13.15 - 15.15 uurWoensdag: 08.30 - 12.15 uur Woensdag: 08.30 - 12.15 uurVrijdag : 08.30 - 12.00 uur

Regels bij binnenkomst

's Morgens en 's middags is er op de speelplaats toezicht vanaf 10 minuten voor aanvang van de lessen. Wilt u daar rekening mee houden bij het naar school sturen van de kinderen?5 Minuten voor het begin van de lessen gaan de kinderen en de leerkrachten naar de klassen. Uitzonderingen hierop zijn de kinderen van groep 1/2; zij mogen minimaal 15 minuten voor aanvang de klas in. Als het regent, mogen de kinderen de school binnen, maar pas 15 minuten voor aanvang van de lessen. Op deze wijze is toezicht en overzicht beter gewaarborgd.In verband met toezicht op het plein vragen wij u vriendelijk ervoor te zorgen dat uw kind zeker niet te vroeg naar school vertrekt.

Kleuterpauze

Op het midden van de ochtend is er in groep 1/2 een rustpauze ingebouwd. Kinderen kunnen dan hun meegebrachte tussendoortje en/of drankje in de kring nuttigen. U kunt uw kind ook opgeven voor schoolmelk, welke dan op deze tijd kan worden opgedronken (zie rubriek "schoolmelk"). Geeft u zelf eten of drinken mee naar school , wilt u dan zorgen dat alles goed hanteerbaar is voor de kinderen. Graag alles voorzien van naam. Geef beslist niet teveel: één tussendoortje is meestal voldoende.

Snoepen op school

Onder lestijd is het niet toegestaan om te snoepen. Dit om bewust mee te werken aan het voorkomen van tandbederf. Geeft u daarom uw kind geen snoep mee naar school.

50

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

Bij een verjaardag kan hierop een uitzondering worden gemaakt. De jarige kan dan, als u dat wilt, de klasgenootjes trakteren. Wij stellen uw medewerking bij het geven van een gezonde traktatie zeer op prijs.

Schoolmelk/fruit

In de groepen 1 t/m 8 kan men facultatief schoolmelk drinken. Dit wordt geregeld door de Schoolmelkunie.Men kan kiezen tussen Optimel frambozen, halfvolle melk, chocolademelk of yoghurtdrank.Het is ook mogelijk om een abonnement te nemen op schoolfruit.Indien U Uw kind wilt laten deelnemen, kunt U op school hiervoor een inschrijfformulier verkrijgen of aanmelden via www.campinaopschool.nl Soep

De leerlingen van de groepen 7 en 8 en de overblijvers kunnen een drietal soorten soep kopen.Via de bank kunnen de ouders geld overmaken voor een strippenkaart. De prijs van deze strippenkaart bedraagt € 10,00 voor 28 keer soep.Soep is niet meer los verkrijgbaar.

Overblijven

Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag kan er in de middagpauze worden overgebleven.Hierbij zijn vaste krachten aanwezig, waarbij wij uitgaan van 1 overblijfkracht per 15 leerlingen. De kosten bedragen bij 1x overblijven € 1,60 p.p. U kunt voor het overblijven ook gebruik maken van een strippenkaart. De prijs van een strippenkaart bedraagt € 17,50 voor 15 keer overblijven. De kaarten zijn uitsluitend per bank verkrijgbaar. U maakt het bedrag over op onze bankrekening o.v.v. ‘strippenkaart overblijven’. De kaart wordt op school bewaard en afgestempeld als uw kind overblijft. Kaarten gelden per kind en blijft meerdere jaren geldig.

Zoals u thuis regels hebt tijdens het eten, zijn er gedurende het overblijven eveneens regels.Deze zijn in overleg met de overblijfkrachten vastgesteld en zijn als volgt:- De leerlingen van de groepen 4 t/m 8 spelen eerst buiten tot 12.20

uur.- De leerlingen van de groepen 1 t/m 3 gaan direct naar het overblijven

en beginnen alvast met eten.- Als om 12.20 uur de oudere kinderen naar binnen komen, eten ze

gezamenlijk verder.- Bij slecht weer is er gelegenheid om binnen te spelen; hiervoor is

voldoende spelmateriaal aanwezig.

51

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

- Het overblijven geschiedt in de ruimte tussen de leslokalen. ( zie plattegrond )

- Het is niet de bedoeling dat de leerlingen tijdens het overblijven in de klassen komen.

De overblijvers zijn verzekerd en vallen hierdoor onder de eindverantwoordelijkheid van de schoolleiding.

Verzekering

Alle kinderen van de school zijn verzekerd. .Wanneer is de verzekering van kracht?o Gedurende het verblijf in het schoolgebouw of op de daarbij behorende

terreinen tijdens de officiële schooluren, alsmede tijdens het gaan van school en naar huis en omgekeerd en tijdens het overblijven.

o Dit alles geldt gedurende ten hoogste één uur vóór en na schooltijd.o Tijdens het verblijf op sportvelden en in gymnastiekzalen, mits in

klassikaal verband en onder toezicht.o Tijdens schoolreizen, schoolkamp, ouderavonden, schoolfeesten,

excursies, uitstapjes in schoolverband en tijdens deelname aan sportwedstrijden e.d., mits en zolang leerlingen onder toezicht staan van een door de schoolleiding aangewezen leraar of leid(st)er.

o Schadeformulieren zijn ook op school verkrijgbaar.o Verdere afhandeling van schadeclaims moet gebeuren met onze

verzekeringscontactpersoon, welke u vindt op de adressenlijst.o De verzekering voorziet niet in vergoeding van schade aan kleding,

brillen, fietsen, e.d.

Tijdschriften via school.

Het is mogelijk om een abonnement te nemen op een aantal tijdschriften via school.De kinderen krijgen aan het begin van het schooljaar informatie mee naar huis.

Boeken mee naar huis.

Soms krijgen kinderen boeken van school mee naar huis om bijvoorbeeld extra werk te maken. Wilt u er a.u.b. op toezien dat deze spullen worden vervoerd in een tas, aangezien slijtage anders onnodig plaatsvindt. Zoals U weet zijn boeken duur en ons budget beperkt.

Schoolfonds.

52

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

Het schoolfonds bestaat om activiteiten te bekostigen, welke niet worden vergoed door de overheid, zoals:

o projecteno traktaties bij verschillende evenementen.o kosten voor de speurtocht en andere feestelijkheden.o Zeker in deze tijd, waarin ook binnen het onderwijs op de kleintjes

moet worden gelet, kan iets extra's alleen als we verzekerd zijn van uw bijdrage.

Zeker in deze tijd, waarin ook binnen het onderwijs op de kleintjes moet worden gelet, kan iets extra's alleen als we verzekerd zijn van uw bijdrage. Deze vrijwillige bijdrage die van u wordt gevraagd is € 20,00 voor het eerste kind uit een gezin. Voor elk volgend kind wordt een bedrag van € 17,50 gevraagd. Met de ouders wordt jaarlijks een overeenkomst aangegaan omtrent deze bijdrage.

Bankrekeningnummer.

Betalingen aan school kunnen via de bank gebeuren. Wilt u in alle gevallen vermelden waarvoor de betaling geschiedt en voor welke leerling?

Rabobank Berlicum 1221.30.030

t.n.v. O.B.S. "De Kleine Beer"Westerbroek 25258 SG Berlicum.

Schoolkrant.

Vijfmaal per jaar verschijnt onze schoolkrant, waarin kinderen, ouders, leerkrachten hun stem laten horen. De verschillende organen welke rechtstreeks bij de school betrokken zijn, zoals MR en Bestuur, laten regelmatig van zich horen via de schoolkrant.

Toelating, schorsing en verwijdering.

Op de dag dat kinderen 4 jaar worden kunnen zij gaan deelnemen aan ons onderwijs. Zij zijn pas verplicht onderwijs te volgen op het moment dat zij 5 jaar worden.Enkele weken voordat een leerling 4 jaar wordt kan hij of zij 3x komen kijken om alvast kennis te maken met de school en de leerkracht. Zij krijgen daarvoor een uitnodiging van hun toekomstige leerkracht.

Beleid met betrekking tot leerlingen met een rugzakje Toelatingsbeleid voor kinderen met een positieve beschikking van de C.V.I. (Commissie Van Indicatiestelling) :

Uitgangspunt:

53

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

In principe zijn alle kinderen welkom op onze school, ook als ze speciale zorg nodig

hebben. De school heeft tot taak: de optimale ontwikkeling van alle kinderen.

Als de school de optimale ontwikkeling niet meer kan garanderen, adviseert de school de ouders het kind voor te dragen aan de P.C.L. of aan de C.V.I. , afhankelijk van de zwaarte van het probleem. Als de P.C.L. een positieve beschikking afgeeft, kan het kind geplaatst worden op de S.B.O. Als de C.V.I. een positieve beschikking afgeeft wordt het kind geplaatst op een school binnen het R.E.C. (Regionaal Expertise Centrum) of krijgt het kind op verzoek van de ouders een ‘rugzakje’ en kan daarmee plaatsing op een reguliere basisschool verzoeken.Alvorens de school overgaat tot plaatsing van een kind met een rugzakje vindt er een zorgvuldige afweging plaats. Plaatsing van een dergelijke leerling mag de ontwikkeling van het kind niet schaden. Hoewel onze school tegemoet wil komen aan de ontwikkelingsbehoefte van de leerling, zijn sommige kinderen beter op hun plaats in het speciaal onderwijs.De school zal aan de hand van de volgende grenzen aangeven of het kind al dan niet plaatsbaar is. Naast de grondslag van de school en de opnamecapaciteit die voor alle kinderen geldt, geldt in deze specifieke gevallen:

Verstoring van de rust en veiligheid Strijdigheid van verzorging/behandeling van de leerling en het

verzorgen van onderwijs Verstoring van het leerproces voor andere kinderen. Toerusting van de gebouwelijke situatie

Om tot een zorgvuldige afweging te komen, hanteren de scholen in het Samenwerkingsverband Vught e.o.(basisscholen in Vught, Haaren en Sint-Michielsgestel ) het volgende stappenplan:1. Aanmelding door de ouders/verzorgers bij de directeur van de

school, ondersteund door een dossier. Tevens toestemming van de ouders om informatie bij derden op te vragen.

2. Melding van de aanmelding bij de directeur van het samenwerkingsverband en eventueel bij het bestuur .

3. De directeur en het team bespreken de verzamelde informatie en de mogelijkheden binnen de school eventueel. i.s.m. het R.E.C.

4. De directeur bespreekt met ouders/verzorgers de stand van zaken, de voor- en de nadelen en eventuele knelpunten. Wellicht is verder onderzoek nodig

5. Indien er sprake is van verder onderzoek wordt aanvullende informatie opgevraagd, vindt overleg plaats met de ouders/verzorgers, eventueel met het bestuur.

6. De directeur neemt een formeel besluit. De directeur van het samenwerkingsverband wordt over het besluit geïnformeerd.

7. Ouders worden op de hoogte gesteld van het besluit, waarvan zij een gemotiveerd schriftelijk verslag ontvangen.

8. Wanneer het kind wordt geplaatst stelt de school binnen een maand na de inschrijving in samenspraak met de ouders/verzorgers en het

54

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

R.E.C. een handelingsplan op. Hierin moet worden opgenomen wanneer herindicatie en evaluatie plaats zullen vinden.Na overeenstemming met de ouders over het handelingsplan wordt

het kind geplaatst.9. Wanneer de school een kind niet wil plaatsen en de

ouders/verzorgers zijn van mening dat een school hun kind met een handicap op onredelijke gronden niet wil plaatsen, bestaat de mogelijkheid om de Adviescommissie Toelating en Begeleiding in te schakelen en zonodig kunnen zij naar de rechter stappen.

Schorsing/verwijderingLeerlingen kunnen van school worden gestuurd voor een tijdje; schorsing, of voorgoed; verwijdering. Dit kan gebeuren als een kind zich ernstig misdraagt. We spreken dan van wangedrag. De beslissing over verwijdering of schorsing wordt genomen door het schoolbestuur. Voordat dit besluit kan worden genomen, moeten eerst de groepsleerkracht en de ouders worden gehoord. Voordat tot definitieve verwijdering kan worden overgegaan moet het schoolbestuur eerst proberen om een andere school voor de desbetreffende leerling te vinden.Alleen als dit niet lukt, en daar moet het schoolbestuur tenminste 8 weken zijn best voor doen, mag de school de leerling de toegang tot de school weigeren.

Groepsindeling

Op basis van het aantal leerlingen van het voorafgaande schooljaar krijgt de school van het ministerie formatie toegekend. In combinatie met het aantal beschikbare lokalen (gemeentelijke regeling) wordt het aantal groepen bepaald. Daarnaast kunnen nog allerlei regelingen zoals bijvoorbeeld verplichte inzet van een bepaald deel van de formatie een rol spelen. Vervolgens kijken we naar het aantal leerlingen per leerjaar en bepalen dan wat de meest wenselijke en haalbare verdeling is. Dit wordt vervolgens voorgelegd aan de MR.

In het kader van het personeelsbeleidsplan worden er met alle leerkrachten gesprekken gevoerd waarbij zij tevens kunnen aangeven naar welke groep(en) hun voorkeur of belangstelling uit gaat. Uiteindelijk beslist de directeur, daarbij rekening houdend met de belangen van de school als organisatie en de specifieke bekwaamheden van leerkrachten.

Er is een grote kans dat uw zoon of dochter in de tijd dat ze bij ons op school zitten één of meerdere keren in een combinatieklas komt te zitten of dat de groep verdeeld moet worden over verschillende leerkrachten. Bij de verdeling letten we vooral op:

o Een goede verdeling van het aantal leerlingen per groepo Een evenwichtige verdeling van jongens en meisjes en

zorgleerlingen

55

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

o Zorgen dat iedere leerling voldoende mogelijkheden voor kontakten heeft, hetgeen iets anders is dan vriendjes en vriendinnetjes. Bovendien wil dat bij kinderen nog wel eens van de ene op de andere dag veranderen.

Voor de beoordeling gaan we af op wat de leerkracht op school van het kind ziet. Daar wordt uiterst zorgvuldig naar gekeken. U zult begrijpen dat het voor de school als organisatie onmogelijk is om een verdeling te maken op basis van individuele wensen van ouders of kinderen. Na vaststelling van de verdeling is het dan ook praktisch onmogelijk wijzigingen aan te brengen omdat de ene wijziging een andere tot gevolg heeft en er dan een soort domino-effect ontstaat.

56

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

Gedragsregels

Wij hanteren gedragsregels met betrekking tot het voorkomen van seksuele intimidatie tussen leerkrachten en kinderen en kinderen onderling. De gedragsregels zijn bedoeld ter voorkoming van ongewenst gedrag waarbij seksuele benadering een rol speelt. Bij naleving van de opgestelde regels draagt de school zorg voor een open en veilig klimaat waarbij men met respect met elkaar omgaat.

Het pedagogisch klimaat: - We zijn er alert op dat er géén bijnamen gebruikt worden die

negatief uitgelegd kunnen worden,- seksueel getinte grappen en seksistische opmerkingen zijn nooit

aanvaardbaar,- discriminerende grappen en opmerkingen worden niet

getolereerd,- leerkrachten moeten reageren op aanstootgevend taalgebruik,- obscene en negatieve gebaren worden niet gehanteerd,- aanstootgevende posters, affiches e.d. hangen we niet op,- aanstootgevende kleding wordt niet toegestaan.

Troosten en belonen:Lichamelijk contact dient zoveel mogelijk te worden vermeden. Wel moet er ruimte blijven voor troosten en het scheppen van een veilig klimaat voor kinderen. Eveneens moet men rekening houden met de leeftijd van de kinderen waar het gaat om lijfelijk contact. Het op schoot nemen, een schouderklopje, een aai over de bol, enz. is afhankelijk van de individuele leerling. Wanneer een leerling aangeeft dat hij/zij er niet van gediend is, moet dit ten enen male achterwege blijven. Bij leerlingen die zelf lichamelijk contact zoeken dient men alert te zijn. Ook in conflictsituaties dient men zo veel mogelijk lichamelijk contact te vermijden.

Persoonlijk contact tussen leerkracht en leerlingen:Wanneer de leerkracht met een kind alleen is moet de lokaaldeur altijd open blijven zodat zij zichtbaar zijn. Als nablijven, om wat voor reden dan ook, langer duurt dan 5 à 10 minuten, dan moeten de ouders hiervan op de hoogte zijn. Zonder medeweten van de ouders nodigen leerkrachten géén kinderen bij hen thuis uit. Bij stoeien dient de nodige terughoudendheid betracht te worden.

Toezicht in kleedlokalen:Jongens en meisjes kleden zich in de kleedlokalen van de gemeentelijke sportzaal gescheiden om. Wanneer kinderen niet in staat zijn zichzelf om te kleden en er zelf om vragen, kan een leerkracht hulp bieden tijdens het omkleden. Vanaf groep 4 kunnen kinderen beter gestimuleerd worden elkaar te helpen. Tijdens omkleden/gymmen wordt er rekening gehouden met kinderen uit andere culturen. Begrip voor het zich ontwikkelend schaamtegevoel bij jongens en meisjes is vanzelfsprekend.

57

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

Lichamelijke hulp:Uitzonderingen daargelaten, gaan we er van uit dat kinderen vanaf groep 2, géén hulp van leerkrachten nodig hebben wanneer ze naar het toilet gaan. Gehandicapte kinderen worden geholpen conform de afspraken met ouders en/of instanties. Vanaf groep 3 kleden de kinderen zich zelfstandig om. Wanneer er hulp geboden moet worden, bijvoorbeeld tijdens maandsluiting/gymmen, helpen de kinderen zoveel mogelijk elkaar. Tijdens het geven van de gymlessen zijn veiligheidsgrepen verplicht.

Buitenschoolse activiteiten:Regels tijdens het schoolkamp:- Jongens en meisjes slapen gescheiden.- Jongens en meisjes komen niet bij elkaar op de slaapkamers.- Jongens en meisjes douchen niet gezamenlijk.- De begeleidende leerkrachten slapen en douchen niet bij of met de

kinderen.- Er worden door de begeleidende leerkrachten geen nachtzoenen

gegeven.- Eén op één relaties worden zoveel mogelijk vermeden.- De begeleidende leerkrachten zijn alert op seksuele intimidaties

tussen kinderen onderling.- In geval van heimwee mag een begeleidende leerkracht een kind met

een troostend gebaar hulp bieden.

Verlof

In de leerplichtwet staat vermeld dat een kind vanaf 5 jaar verplicht is de school te bezoeken als er onderwijs wordt gegeven. In een aantal gevallen is echter een uitzondering op deze regel mogelijk:

a. gewichtige omstandighedenHieronder vallen situaties die buiten de wil van de ouders/verzorgers en/of leerling liggen. Hierbij kan gedacht worden aan:- verhuizing van gezin- overlijden bloed- of aanverwanten ( 1e en 2e graad )- huwelijk bloed- of aanverwanten ( 1e en 2e graad )- feest van bloed- of aanverwanten ( jubileum ) ( 1e en 2e graad )- ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten. ( 1e en 2e graad )Voor de duidelijkheid vermelden we hieronder enkele situaties die niet onder gewichtige omstandigheden vallen:- familiebezoek buitenland- vakantie in goedkopere periode- uitnodiging van familie en vrienden om buiten de reguliere

schoolvakantie op vakantie te gaan- eerder vertrek of latere terugkomst in verband met (verkeers)drukte.- verlof voor een kind omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij

zijn.- Speciale verjaardagen ouders bv 50 jaar.

58

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

- Deelname aan sportactiviteiten, niet georganiseerd door de school

b. vakantie onder schooltijdIn verband met de specifieke aard van het beroep van (één) van de ouders kan een verzoek om verlof buiten de reguliere vakantie worden ingediend. U moet gebruik maken van het speciaal daarvoor bestemde formulier, dat verkrijgbaar is bij de directeur. Bij dit verzoek moet een werkgeversverklaring worden bijgevoegd waaruit de specifieke aard van het beroep blijkt.Dit verlof kan slechts éénmaal voor ten hoogste 10 dagen worden verleend. De eerste twee weken aansluitend aan de zomervakantie mag er door de directeur geen verlof worden verleend.

c. verlof in verband met religieuze verplichtingen.Wanneer een leerling plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst- of levensovertuiging bestaat de mogelijkheid om bij de directeur verlof aan te vragen.

59

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

De directeur neemt zelf een beslissing over de verlofaanvraag voor maximaal 10 schooldagen, maar moet zich daarbij houden aan bovenstaande regels. Als het een aanvraag van meer dan 10 schooldagen betreft wordt deze doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar van de woongemeente van de leerling. De leerplichtambtenaar neemt in overleg met de school een besluit. Wanneer ouders toch zonder toestemming van de directeur verlof nemen, dan is deze genoodzaakt uw kind te noteren als zijnde ongeoorloofd afwezig en dient hij dit door te geven aan de leerplichtambtenaar van de gemeente.

Ziek op school.

Wanneer uw kind ziek wordt op school zoeken we contact met de ouders, met het verzoek het kind op te halen. Indien er geen contact gemaakt kan worden en het naar onze mening noodzakelijk is, dan raadplegen we een huisarts.

Ziek melden.

Wij verzoeken u dit zo spoedig mogelijk te doen. Liefst vóór aanvang van de lessen. Dit vanwege het feit dat wij anders gaan denken dat er onderweg iets met uw kind gebeurd zou kunnen zijn. Na 08.45 uur bellen wij naar huis als wij geen ziekmelding hebben gehad. U kunt uw kind telefonisch ziek melden en vervolgens zal de informatie de betreffende leerkracht doorgeven worden.Wij verzoeken u vriendelijk deze melding niet door vriendjes of vriendinnetjes te laten doen.Geeft u het ook tijdig door als uw kind naar de huisarts of specialist moet? Wij vinden het erg prettig als deze bezoeken zoveel mogelijk ’s middags plaats kunnen vinden.

Aanmelden nieuwe leerlingen

Begin maart is er een informatieavond voor ouders van nieuwe leerlingen op alle scholen in Berlicum/Middelrode. Het betreft dan leerlingen die voor 1 oktober het daarop volgende jaar 4 jaar worden. Hierover wordt t.z.t. een artikel in het weekblad “De Brug“ geplaatst.Enkele weken voordat een leerling 4 jaar wordt kan hij of zij 3x komen kijken om alvast kennis te maken met de school en de leerkracht. Zij krijgen daarvoor een uitnodiging van hun toekomstige leerkracht. Bij tussentijdse verhuizing e.d. is aanmelden op ander tijdstip uiteraard ook mogelijk.

60

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

Gymnastiekonderwijs.

Groep 1/2 heeft lessen spel en beweging in de eigen speelzaal. Voor wat betreft de kleding, moeten de kinderen van groep 1/2 beschikken over gymschoenen met klittenband. Deze gymschoenen worden op school bewaard.

Voor de groep 3 t/m 8 worden alle lessen gegeven in sporthal "De Run". De kleding van de kinderen moet bestaan uit een sportshirt en gymbroek of een gympakje. Hemden moeten kinderen uitdoen. Vanuit hygiënisch oogpunt is het voor deze groepen verplicht gymschoenen te gebruiken, welke niet buiten gedragen worden.Wilt u erop toezien dat de schoenen stevig zijn en (vanwege de veiligheid) voorzien van een antislipzool.

De kinderen kunnen op donderdagochtend hun gymspullen mee naar school nemen en deze donderdagmiddag na de gymles weer mee naar huis nemen om ze te laten wassen.Is de leerling de gymspullen vergeten, dan kan er niet mee worden gedaan. Wilt u s.v.p. een briefje meegeven of ons op een andere manier laten weten wanneer uw kind niet deel kan nemen aan de gymnastiekles ?

Luizencommissie.

Op dinsdag na iedere vakantie worden de kinderen gecontroleerd op hoofdluis. Deze controle wordt uitgevoerd door een groep ouders.De uitslag van de controle wordt gemeld aan de directeur, die zonodig actie onderneemt.Zie voor het hoofdluisprotocol onze website.

61

SchoolgidsOBS De Kleine Beeraugustus 2010

13. Bijlagen bij deze schoolgids

Veel informatie in deze schoolgids zal niet ieder jaar aangepast moeten worden. Op de webpagina van onze school vindt u steeds de bijgewerkte versie. Een aantal data en gegevens zijn wel aan veranderingen onderhevig. Het betreft:o Adressenlijsto Data inleveren kopij schoolkranto Groepsindeling en plattegrondo Personele bezettingo Data rapporten en ouderavondeno Samenstelling MR en klassenouderso Onderbouwdag/schoolreisje/schoolkampo Thema-avondeno Vakantieroostero Vergaderingen Medezeggenschapsraado Berenshowo Gymnastiekonderwijso Muziekonderwijso Data overige activiteiten

Deze gegevens zullen jaarlijks worden opgenomen in het informatieboekje voor het betreffende schooljaar.

Heeft u na het lezen van onze schoolgids vragen en/of opmerkingen? Dan kunt u contact opnemen met de directeur. De heer Smith is bereikbaar via telefoonnummer 073-5037005, of mailt u naar [email protected].

62