12
Doelgroepparticipatie Homo- en biseksuele mannen informeren elkaar >3 Interview Joep Lange Medicatiepreventie > 6 nummer 22 herfst 2011 Portret Vrijwilliger Eric Borgers > 10 Gastcolumn Marijke Wijnroks La luta continua... > 11

Schorer Magazine

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Nederlands instituut voor homoseksualiteit, gezondheid en welzijn

Citation preview

1

Doelgroepparticipatie

Homo- en biseksuele mannen informeren elkaar >3

Interview Joep LangeMedicatiepreventie > 6

nummer 22 herfst 2011

PortretVrijwilliger Eric Borgers > 10

Gastcolumn Marijke WijnroksLa luta continua... > 11

ien jaar geleden heeft Schorer haar hulpverlening aan lesbische vrouwen, homomannen, biseksuelen en transgenders (LHBT) be-eindigd. De gedachte was dat reguliere instellingen als het RIAGG

deze hulp zouden bieden. Na publicatie van de schokkende suïcidecijfers onder LHBT-jongeren (Steeds gewoner, nooit gewoon: Sociaal en Cultu-reel Planbureau 2010) is de vraag of dit wel voldoende is gebeurd. Bekend is dat veel LHBT-jongeren de reguliere hulpverlening niet weten te vinden of de drempel te hoog vinden. Coming out problemen worden vaak niet herkend, een kwart van de bezoekers van steunpunt Veilige Haven heeft te maken met eergerelateerd geweld en tachtig procent van de mannen met hiv kampt met psychische klachten. Enerzijds is de groep met psychi-sche problemen onzichtbaar, anderzijds is binnen de beroepsgroep ho-mospecifieke deskundigheid onzichtbaar. Binnen die beroepsgroep staat neutraliteit voorop. Psychiaters zijn opgeleid voor alle groepen cliënten. Seksuele identiteit is geen standaard onderwerp tijdens de intake. Is ho-mospecifieke geestelijke gezondheidszorg dan toch weer nodig?

Inmiddels heeft Schorer nauwere samenwerking gezocht met de GGZ. In een eerste verkennend gesprek hebben de psychiaters laten weten, ge-troffen te zijn door de omvang van de psychische problemen binnen de doelgroep. Het ontbreekt het werkveld echter aan oorzakelijke kennis om adequaat te kunnen reageren.

Om maatschappelijke uitval en suïcide van LHBT te voorkomen, is aan-dacht voor hun problemen noodzakelijk. En daar komt Schorer in beeld. Schorer wil in de toekomst een scharnierfunctie vervullen tussen de doel-groep en andere organisaties en zo zorgen voor goede doorverwijzingen, de problematiek in kaart brengen en professionals toerusten. De eerste- én tweedelijns hulpverlening moeten voor LHBT toegankelijker worden.

Bovenstaande betekent niet dat Schorer opnieuw een hulpverlenings-functie wil vervullen. Primair wil Schorer zich inzetten voor een roze netwerk. Een LHBT-hulpvrager moet zo snel mogelijk bij de juiste hulp-verlener terechtkomen. De gerichte deskundigheidsbevordering van de reguliere gezondheidszorg wil Schorer de komende jaren stimuleren en mede vormgeven. Zo werkt onze scharnierfunctie twee kanten op en bie-den we de doelgroep een roze voordeur naar de hulpverlening.

Ruud Weggemansdirecteur

Roze voordeur

COLOFON

uitgaveSchorerPostbus 158301001 NH Amsterdam(020) 573 94 [email protected]

hoofd- en eindredactieJacob van Megen

vormgevingMarjolein RamsMonique Smit

redactieassistentieYvonne Benjamens

redactieraadPaul van BeekLiesbeth DanielsEsther van Doorne Jos HolwegJustin de Vries Wim Zuilhof

aan dit nummer werkten meeBernardo EekhoutMaria KonijnenbeltMarijke WijnroksEjay de Wit

coverfotoJan van Breda

fotografieEvert ElzingaPhil NijhuisBram PetraeusKoen van Weel

drukwerkSpringer & Lippes drukkers

oplage3.000

issn1574-1486

Schorer is het Nederlands instituut voor homoseksualiteit gezondheid en welzijn.

beleidscolumn

T

2

DOELGROEP- PARTICIPATIE>

Nieuwe Interventie >

Schorer Magazine 22 herfst 2011 3

Jonge homo- en bimannen hebben vaker onbeschermde seks dan heteroseksuele leeftijdsgenoten. Schorer en TNO Kwaliteit van Leven starten in 2012 een nieuwe interventie om veilige seks onder deze mannen te bevorderen door de weerbaarheid van de doelgroep te vergroten. Er is gekozen voor een community aanpak: voor en door homo- en biseksuele mannen. tekst Maria Konijnenbelt beeld ANP

4

eks, hiv en soa zijn lastige ge-spreksonderwerpen. Doelgroep-participatie is een methode om ze toch op tafel te krijgen. Maar

wat is precies doelgroepparticipatie, en waarom is het zo belangrijk in de hiv/soa-preventie?

Nicole van Kesteren, onderzoekster bij TNO: ‘Doelgroepparticipatie is een breed begrip, je hebt er allerlei gra-daties in, van zelfmobilisatie tot puur informatie halen bij de doelgroep. Het is zo’n sterke methode, omdat het leidt tot weerbaarheid van de doelgroep. Die krijgt daardoor grip op de eigen seksuele gezondheid. Het succesvolle Amerikaanse Mpowerment Project is gericht op jonge homo- en bimannen met als doel veiliger seks te bevorderen. Dit wordt nagestreefd door de zienswij-ze van de community zo te veranderen dat deze veiliger gedrag ondersteunt, waarbij zij voor zichzelf een gezonde omgeving creëren.’

NetwerkanalyseSchorer en TNO baseren zich op de Diffusie van innovatie-theorie (Rogers, 1983; 1995) en de Sociale netwerkbena-dering (Berkman & Glass, 2000; Heaney & Israel, 2002). Deze theorieën gaan er van uit dat gedragsverandering onder leden van een bepaald sociaal netwerk het meest waarschijnlijk is als de leden van dat sociale netwerk zien dat peers dit gedrag overnemen en in de praktijk naleven. Het Mpowerment Project faci-liteert dit proces door via sleutelfiguren uit de doelgroep de vrij-veiligbood-schap te verspreiden onder jongeren en hen met elkaar hierover in gesprek te la-ten komen en blijven. Een goede sociale

netwerkanalyse is essentieel. In die analyse wordt nauwkeurig onderzocht waar de doelgroep precies zit - online en offline - en welke taal er wordt ge-sproken. Van Kesteren: ‘Als je eenmaal de juiste mensen te pakken hebt, kun je hun achterban bereiken. Hiervoor zijn sociale media van cruciaal belang.’ De sociale netwerkanalyse is het startpunt, want zo’n Mpowerment project kan niet één-op-één overgenomen worden uit een ander land. ‘De Amerikaanse maatschappij zit nou eenmaal anders in elkaar dan de Nederlandse’, zegt de onderzoekster.

InterventiestructuurIn Amerika is veel ervaring opgedaan met de community-aanpak. Het bijzon-dere van deze aanpak is dat er gebruik wordt gemaakt van bestaande netwer-ken en dat er een interventiestructuur wordt opgezet. Vervolgens voert de doelgroep zelf de interventie uit. De homo- en bimannen waar Schorer zich

S

‘De weg er naar toe is minstens zo belangrijk als het einddoel’

in Nederland op richt, formuleren straks hun eigen vrij-veiligboodschap, ze organiseren zelf outreach-activiteiten. Van Kesteren: ‘Het wordt niet zozeer een project voor hen, maar van hen.’ En hierin zit ’m de kracht. In Amerika blijkt dat deze aanpak daadwerkelijk heeft ge-leid tot een afname van onbeschermde anale seks en tot het bevorderen van positieve sociale normen ten aanzien van veilige seks. In de Amerikaanse opzet wordt, zoals bij elk wetenschappelijk onderzoek, gekeken of de doelstelling van het pro-ject is gehaald: heeft het geleid tot een afname van onbeschermde anale seks onder jonge homo- en bimannen? Scho-rer en TNO hebben er nog een doel-stelling aan toegevoegd. Van Kesteren: ‘Wij willen daarnaast nog weten: is het community-gevoel door dit project ge-groeid, is er meer saamhorigheid binnen onze doelgroep? Je zou kunnen zeggen dat wij de weg ernaartoe minstens zo belangrijk vinden als het einddoel.’

Schorer Magazine 22 herfst 2011 5

Nieuwe Interventie<

Het Mpowerment wordt uitgevoerd voor en door homo- en biseksule mannen (community aanpak). Dat door inzet van lesbische vrouwen, homomannen, biseksuelen en transgenders de weerbaarheid van die doelgroepen toeneemt is niet nieuw. Een circuit party als Rapido, de Kiss Inn op het homomonument, samenwer-ken aan een boot voor de Gay Pride Parade vergroten de zichtbaarheid, de saamhorig-heid en de weerbaarheid van de doelgroep ook. Leerman-nen die Marokkaanse jongeren rondleiden langs bekende en minder bekende homoplekken in Amsterdam, en een activis-tisch netwerk voor homoman-nen met hiv (sectie Poz&proud van de Hiv Vereniging Ne-

derland), werken ook aan de zichtbaarheid en de acceptatie van een seksuele minderheden. Hierdoor wordt het maatschap-pelijk draagvlak verbreed. Door de toename van respect en begrip voelt de doelgroep zich gesterkt, waardoor de weer-baarheid toeneemt.

In veel projecten van Scho-rer, zoals Schorer Buddyzorg, Veilige Haven en Café Zilver is het weerbaar maken van de doelgroep een streven. Het afgelopen jaar heeft Schorer haar werk voor transgenders uitgebereid met de opname van Transvisie. Ook hier speelt vrijwillige inzet van de doel-groep zelf een belangrijke rol in het vergroten van de weerbaar-heid van transgenders.

Weerbaarheid

6

tekst Ejay de Wit fotografie Bram Petraeus

nder de naam iPrEx is onderzoek gedaan naar de effectiviteit van Pre-Exposure Prophylaxis (PrEP) met een combinatie van tenofovir en emtricita-bine onder serodiscordante homostellen. Deze

combinatie kennen we onder de merknaam Truvada. Die stu-die was heel succesvol, vooral bij deelnemers bij wie via het bloed aangetoond kon worden dat ze therapietrouw waren. De iPrEx studie toont aan dat bij mannen met aantoonbare geneesmiddelenspiegels (een maat voor therapietrouw) de effectiviteit 92 procent is. In Nederland gebeurt er weinig met PrEP op het gebied van preventie. Onderzoek wordt hier niet gedaan. Dat is nooit gelukt. We hebben dat wel geprobeerd. Jaren geleden ben ik met Schorer gaan praten om te kijken of er ani-mo was voor zo’n onderzoek in Amsterdam, maar daar was geen behoefte aan. Dat lag niet aan Schorer. Zij heeft onderzoek gedaan onder jonge homomannen en daar kwam uit dat men er niet voor voelde. Het was in de tijd dat sommige mensen lipoatrofie kregen en men was bang voor de bijwerkingen. De middelen die bij PrEP gebruikt worden ken-nen die bijwerkingen echter niet.’

Toepasbaar‘Een studie doen is niet meer nodig. PrEP kan worden toegepast als preventie. We weten dat er onder jonge homomannen een toe-name is van nieuwe hiv-infecties. Het zou heel wat waard zijn als we dat omlaag kunnen brengen. Voor een groep mannen biedt PrEP meer kans van slagen dan condooms. Zij moeten erop gewezen worden dat ze zich op een andere manier kun-nen beschermen. We moeten accepteren dat er een groep mannen is die geen condooms gebruikt en van daaruit moe-ten we verder denken. Maar we zouden goed moeten kijken wat daarvan de consequenties zijn. PrEP beschermt niet tegen

andere soa en het is niet honderd procent effectief, al komt het in de buurt als je heel trouw slikt. Er wordt nu onderzocht of het ook tussentijds gebruikt kan worden. Dan zou je een dosis voor en een dosis na mogelijke blootstelling aan hiv moeten nemen.’

Nadeel‘We gebruiken nu dezelfde middelen voor zowel preventie als behandeling van hiv-infectie. Dat is een nadeel van PrEP. Het moet consistent gebruikt worden en je moet zeker weten dat iemand nog geen hiv heeft, anders krijg je bij massale inzet

geheid geneesmiddelenresistentie. Idealiter zouden het aparte medicijnen moeten zijn. In plaats van Truvada had ik liever maraviroc ge-zien voor PrEP. Dit middel komt uit een heel andere klasse hiv-remmers en het wordt nau-welijks gebruikt voor behandeling. We zou-den dat medicijn kunnen opofferen voor PrEP. Wanneer er dan resistentie optreedt heeft dat geen gevolgen voor de behandeling van hiv-infectie. Maar in de internationale preventie-wereld ontbreekt coördinatie. Dat soort be-slissingen wordt niet genomen.’

Beschikbaarheid‘In Europa is bij de European Medicines Agency het proces gaande tot registratie van Truvada voor gebruik als PrEP. Ik denk dat het

over een jaar beschikbaar kan zijn in Nederland, als we er een beetje aan trekken. Er zijn vorig jaar opnieuw teveel jonge ho-momannen geïnfecteerd geraakt met hiv. Daar mogen we echt wel vaart achter zetten. We hebben te maken met geneesmid-delen waar dossiers van zijn, dus registratie voor de toepassing ervan als PrEP hoeft niet zoveel tijd te kosten. Iemand moet die kar gaan trekken. Schorer, Aids Fonds, Hiv Vereniging en GGD zouden daar een belangrijke rol in kunnen spelen.’

Er bestaan preventiemethoden die het risico op hiv-infectie verminderen. Eén daarvan is Pre-Exposure Prophylaxis (PrEP). Joep Lange, klinisch onderzoeker en gespecialiseerd in de behandeling van hiv-infectie, vindt dat deze methode niet onbenut mag blijven.

interview

‘O

‘Laat deze preventie-methode niet onbenut”

Schorer Magazine 22 herfst 2011 7Schorer Magazine 22 herfst 2011 7

<

‘PrEP biedt een nieuwe

mogelijkheid tot bescherming’

<

8

Op donderdag 24 novem-ber worden de uitkomsten van Schorer Monitor 2011 gepresenteerd in La Place vergadercentrum in Utrecht. Noteer deze datum alvast in uw agenda en roep uw col-lega’s in het werkveld op om hetzelfde te doen.

Schorer Monitor is het jaarlijkse onderzoek over ge-zondheid, welzijn en seksua-liteit onder mannen die seks hebben met mannen (MSM).

Schorer voerde het onder-zoek dit jaar uit samen met TNO Kwaliteit van Leven.

De resultaten uit Schorer Monitor zijn een belangrijke inbreng voor het landelijke hiv/soa-preventiebeleid voor MSM. Het hiv/soa-werkveld is van harte uitgenodigd om bij de presentatie van de uitkomsten aanwezig te zijn en mee te discussiëren over de consequenties van de uitkomsten voor het hiv/soa-

preventiebeleid. De aanbevelingen die hieruit voortkomen wor-den ook dit jaar opgesteld in samenspraak met een adviescommissie, bestaande uit afgevaardigden uit het werkveld, waaronder GGD-medewerkers, onderzoekers en doelgroeporganisaties. Doel hiervan is om de aanbevelingen gedegen te verankeren in het werkveld en verantwoordelijkheden te verhelderen.

Meer weten? Voor vragen over Schorer Monitor en/of de presentatie kunt u contact opnemen met Eva Roos, preventiemedewerker hiv/soa-bestrijding, (T) (020) 573 94 44 (E) [email protected]

Roze Belweek van startVan 3 tot en met 7 oktober vindt de Roze Belweek plaats. In die week kun-nen roze ouderen, familie, vrienden en hulpverleners wensen en ideeën kwijt over welzijn en geluk, discrimi-natie en afwijzing, en toekomstplan-nen en -wensen. Roze 50+ Nederland (ANBO, COC Nederland, MOVISIE en Schorer) organiseert de belweek om meer inzicht te krijgen in de leef-, woon- en zorgomstandigheden van roze ouderen. D66-Tweede Kamerlid Pia Dijkstra is ambassadeur voor de Roze Belweek.

Gratis telefoonnummerTijdens de Roze Belweek van 3 tot en met 7 oktober kunnen roze ouderen én vrienden, familie en hulpverle-ners hun verhalen kwijt via het gratis nummer 0800-6236233 of via een vragenlijst op www.roze50plus.nl. Eind oktober worden de resultaten gepresenteerd in een groenboek, met ervaringen en wensen. Dit groenboek vormt de basis voor discussies en

plannen van beleidsmakers, professio-nals in zorg en welzijn én roze oude-ren zelf.

Het is de tweede keer dat deze bel-week plaatsvindt. De eerste belweek die vijf jaar geleden werd georga-niseerd, was het startschot van een grote en meerjarige campagne om

roze ouderen zichtbaar te maken. De resultaten ervan zijn gebundeld in het Groenboek Belweek Roze Ouderen 2006.

Meer weten? Voor vragen over de Roze Belweek kun je terecht bij Wim Zuilhof, senior medewerker hiv/soa-bestrijding, (T) 020 57 39 455, (E) [email protected]

update

2010 20132011 2012

geef je bloot

schorermonitor.nl

flyer_A7_2011.indd 1 09-03-2011 14:43:22

Vooraankondiging

fOTO

BE

TTin

a n

Eu

Ma

nn

/c

OLO

MB

O

9Schorer Magazine 22 herfst 2011

Factsheet hiv/soa bij MSM De nieuwe editie van de Schorer factsheet hiv en soa bij MSM is onlangs verschenen. In deze factsheet worden gegevens uit de meest recent gepubliceerde rapportages over hiv en soa bij mannen die seks hebben met mannen (MSM) geordend en samen-gevat. De centrale onderwerpen van de factsheet zijn: prevalentie van soa en hiv bij MSM en het testgedrag van deze doelgroep. De factsheet geeft een kort en helder overzicht van de stand van zaken in 2010 en is goed te gebruiken als onderbouwing van het hiv/soa-preventiewerk. De factsheet is te downloaden op schorer.nl.

Meer weten? Voor vragen over de factsheet kun je terecht bij Tobias Dörfl er, senior medewerker hiv/soa-bestrijding, (T) 020 57 39 443, (E) t.dorfl [email protected].

Folder transgenderdiscriminatieTransgender Netwerk Nederland (TNN) heeft een voorlichtingsfolder over discriminatie ontwikkeld. Hierin vinden transgenders informatie over verschil-lende vormen van discriminatie en over de stappen die je kunt ondernemen

wanneer je gediscrimineerd bent. Met de publicatie hoopt TNN dat transgen-ders die te maken krijgen met discri-minatie de weg naar anti-discrimina-tiebureaus, politie en/of de Commissie Gelijke Behandeling beter kunnen vin-den. Melding van discriminatie vanwege genderidentiteit of genderuiting kan ook via het online meldpunt van TNN. TNN wil zo zicht krijgen op de discrimi-natie die transgenders ervaren.

Bestellen De voorlichtingsfolder is te bestel-len door een mailtje te sturen naar [email protected] onder vermelding van: folder discriminatie.

Wat doen Nederlandse gemeenten aan de emancipatie van lesbische vrouwen, homomannen, biseksuelen en transgen-ders (LHBT)? Wat kunnen ze eraan doen? In De roze gemeentegids (Movisie 2011) vinden gemeenten en lokale belangenor-ganisaties handreikingen voor de vorm-geving van LHBT-emancipatiebeleid. Op terreinen als WMO ouderen, jongeren, migranten, veiligheid, onderwijs en sport bevat de gids concrete voorbeelden, adviezen en achtergrondinformatie.De roze gemeentegids is een naslag-werk ter inspiratie voor gemeenten om voortvarend kansen, veiligheid en ontwik-keling te bieden aan lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen en transgenders. Dit om de sociale accep-tatie van LHBT te bewerkstelligen en er voor te zorgen dat wat in de wet staat ten aanzien van non-discriminatie en gelijke rechten, ook tot het normen- en waardensysteem van de maatschappij en haar deelnemers gaat behoren. De roze gemeentegids is samengesteld uit drie onderdelen: een overzicht van wat lokale overheden kunnen doen aan LHBT-eman-cipatiebeleid, praktijkvoorbeelden die gemeenten al uitvoeren, en De Monitor lokaal LHBT-emancipatiebeleid, waar-mee gemeenten worden ondervraagd over hun intenties, plannen en concrete uitvoering.

De roze gemeentegids is te downloaden of aan te schaffen via movisie.nl/publicaties

Beleid voor lesbische vrouwen, homomannen, biseksuelen en transgenders

De roze gemeentegids

<

LHBT-emancipatiebeleid

PAS VERSCHENEN

10

vrijwillig

‘Een buddy laat de cliënt in zijn waarde, probeert hem of haar niet te veranderen en geeft duidelijk zijn ei-gen grenzen aan. Er voor de ander zijn is het doel. Naast mijn commerciële en dienstverlenende werk wilde ik me sociaal/maatschappelijk inzetten. Een vriend raadde me aan om als buddy te gaan werken. Ik sta stabiel in het le-ven en zit lekker in mijn vel. Dat is een uitstekende basis om buddy te wor-den en zo een bijdrage te leveren aan de weerbaarheid van mensen in nood. Bij veel buddyzorgcliënten ontbreekt levenslust. Als buddy lever ik een bij-drage aan het terugvinden van die le-

venslust. Een klik tussen de buddy en de cliënt is dan belangrijk. Als buddy van Schorer kun je na een kennisma-kingsgesprek aangeven of je met de cliënt verder wilt. Ik heb sinds 2006 dezelfde transgendercliënt. Naast één goede vriendin heeft ze verder nie-mand. Toen ik haar ontmoette, werd ze door de medebewoners en verple-gend personeel volkomen genegeerd. Nu helpt ze mee in de huishouding en wordt ze begroet. Naast de uitstap-jes die we maken naar bijvoorbeeld Artis of de beautysalon, koken we samen. Soms verschoon ik haar bed en maak ik de koelkast schoon, want

door de bezuinigingen blijven basaal schoonmaakwerk nog weleens lig-gen. Ik zie aan haar dat ze helemaal is opgebloeid en uit haar isolement is gekomen. Haar zin om te leven is weer helemaal terug. Het is mooi om te zien dat haar glimlach terug is. Voor mijn buddywerk word ik vanuit Schorer erg goed begeleid. Dat vind ik belangrijk en komt de professionaliteit van mijn werk ten goede.’

‘Het is mooi dat haar glimlach terug is’2011 is het Europees jaar van het vrijwilligerswerk. Vrijwilligers van Schorer zetten zich belangeloos in voor de roze gemeenschap. Eric Borger werkt als buddy bij Schorer Buddyzorg. Wat beweegt hem? tekst Bernardo van Eekhout fotografie Bram Patraeus

11Schorer Magazine 22 herfst 2011

p 5 juni was het dertig jaar geleden dat voor het eerst gerapporteerd werd over een mysterieuze ziekte die vooral jonge homomannen trof. Randy Shilts schreef een fascinerend boek over de eerste jaren van de aidsepide-

mie And the Band Played On (1987). Shilts schrijft op indringende wijze over de be-ginjaren - de angst, de onduidelijkheid, maar vooral ook de onverschilligheid van de overheid en de politieke spelletjes rondom wat aanvankelijk vooral als homoziekte werd bestempeld. Zoals Shilts stelde: ‘Aids was allowed to happen’.

Tijdens het moeizame onderhandelingsproces over de Politieke Verklaring van de High Level Meeting on HIV/Aids, die begin juni 2011 in new York plaatsvond, dacht ik vaak aan het boek van Shilts. We weten inmiddels veel meer over hiv en aids, het aantal nieuwe infecties en de sterfte neemt wereldwijd af nu steeds meer men-sen succesvol worden behandeld. Wat niet veranderd is, is dat incompetentie en apathie nog steeds duizenden mensenlevens kosten. Homomannen worden overal ter wereld disproportioneel getroffen door hiv. Die kwetsbaarheid heeft vooral te maken met de discriminerende en stigmatiserende omgeving, waarin velen van hen leven met individueel risicogedrag. feiten die veel overheden liever negeren.

Onder veel druk is uiteindelijk een verwijzing naar de key populations, waaronder homomannen, in de Politieke Verklaring opgenomen. Een bitterzoete overwinning, want deze minimale verwijzing, en de argumenten van de oppositie waren tenen-krommend. in de woorden van de Vaticaan-woordvoerder: ‘…deze verwijzing geeft de valse indruk dat bepaalde vormen van onverantwoordelijk gedrag moreel ac-ceptabel zouden zijn.’

Diepe zucht, er is nog een lange weg te gaan. Maar ik ben er des te meer van over-tuigd dat aidsbestrijding zonder homo-emancipatie niet mogelijk is. La luta continua…

Marijke Wijnroks(rechts) werkt bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken als aidsambassadeur.

La luta continua...

gastcolumn

O