6
UNIVERSITEIT UTRECHT Absolute Pitch Melodie en Ritme Willemijn Heeren Marijn Tibboel 4154754 10-10-2014

Schrijfopdracht, Absolute Pitch

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Schrijfopdracht

Citation preview

Page 1: Schrijfopdracht, Absolute Pitch

UNIVERSITEIT UTRECHT

Absolute Pitch Melodie en Ritme

Willemijn Heeren

Marijn Tibboel

4154754

10-10-2014

Page 2: Schrijfopdracht, Absolute Pitch

Marijn Tibboel 4154754

1

Absolute Pitch

Absolute Pitch (AP) is de vaardigheid een muzikale noot te benoemen in de

afwezigheid van een referentienoot. Een gering aantal mensen beheerst deze vaardigheid en

het ontstaan van AP is onduidelijk. Desalniettemin wordt er veel onderzoek naar AP gedaan,

door onder meer Diana Deutsch. Samen met Kevin Dooley, Trevor Henthorn en Brian Head

heeft zij een onderzoek opgezet naar de verbinding tussen AP en toontalen. Eerder

onderzoek heeft aangetoond dat de beginleeftijd waarop men start met muzikale training

een negatieve relatie heeft met de mogelijkheid AP te verwerven. De mogelijkheid deze

vaardigheid te ontwikkelen is het grootst onder degenen die muzikale training hebben gehad

voor de leeftijd van 5 jaar, waarbij de mogelijkheid afneemt naarmate de leeftijd toeneemt

en erg klein wordt bij degenen die vanaf een leeftijd van 10 jaar aan muzikale training zijn

begonnen. Deze relatie tussen de mogelijkheid tot het verwerven van AP en de beginleeftijd

waarop men start met muzikale training heeft tot het vermoeden geleid dat er een kritische

periode betrokken is bij de verwerving van AP. Aangezien er een parallel is te zien is in het

tijdsbestek van de verwerving van AP en dat van taalverwerving wordt er gesuggereerd dat

AP oorspronkelijk verpakt was met andere kenmerken van spraak, waardoor het erg

beïnvloed kan zijn door de kritische periode van taalverwerving. Door dit idee werd de

hypothese geformuleerd dat in culturen waarin men een toontaal spreekt, kinderen AP voor

de tonen van hun taal samen met andere kenmerken van hun taal verwerven in de kritische

periode. Wanneer zij starten met muzikale training zullen deze kinderen AP voor muzikale

tonen verwerven op dezelfde manier als dat ze dat zouden doen voor tonen uit een tweede

toontaal. Uit eerder onderzoek (Deutsch et al., 2006), waarin toontaal sprekers (uit China)

en niet-toontaal sprekers (uit Amerika) werden getest in hun mate van AP, is gebleken dat

Page 3: Schrijfopdracht, Absolute Pitch

Marijn Tibboel 4154754

2

het prestatieniveau in AP van toontaal sprekers het prestatieniveau van niet-toontaal

sprekers overtreft. Zowel in de leeftijdscategorie van <5, 6-9, als 10>. Ondanks dat de

opgestelde hypothese waar blijkt te zijn, hangen deze bevindingen af van een genetische

verklaring. Om te weten of AP wordt beïnvloedt door een op taal gebaseerde kritische

periode hebben Diana Deutsch, Kevin Dooley, Trevor Henthorn en Brian Head een

onderzoek opgezet waarbij genetische factoren constant zijn gebleven.

Het verloop van de procedure was als volgt. Bij de proefpersonen werd een test

afgenomen waarin de mate van hun AP werd vastgesteld, waarna zij een vragenlijst moesten

invullen – wat onder meer hun muzikale training en hun mate van het vloeiend spreken van

een toontaal betrof. Op basis van de vragenlijst werden de proefpersonen opgedeeld in vier

groepen: nontone (Amerikanen die alleen een niet-toontaal vloeiend spraken), tone very

fluent, tone fairly fluent en tone nonfluent (Amerikanen van Oost-Aziatische afkomst,

waarvan beide ouders vloeiend een toontaal spraken). Tevens werden de proefpersonen

opgedeeld in subgroepen op basis van de begintijd van hun muzikale training. Door deze vier

groepen – en hun subgroepen – te vergelijken, werden de bijdragen van genetisch erfgoed

en land van muzikale opleiding, op de mogelijkheid AP te verwerven, geanalyseerd. Uit de

resultaten komt ten eerste naar voren dat het verschil in prestatieniveau in AP tussen de vier

groepen niet genetisch van aard is. Daarnaast is het verschil in prestatieniveau in AP niet

afhankelijk van het land waarin muzikale training wordt verkregen. Ten slotte wordt uit het

onderzoek duidelijk dat continuïteit in het spreken van een toontaal een belangrijke factor is

in de mogelijkheid AP te verwerven. Echter laat dit onderzoek de vraag open hoe AP

ontstaat onder mensen die geen toontaal spreken.

Page 4: Schrijfopdracht, Absolute Pitch

Marijn Tibboel 4154754

3

Hoe komt het dat, onder niet-toontaal sprekers, een aantal individuen die vroeg

beginnen met muzikale training AP wél verwerven, terwijl de meeste anderen, met gelijke

beginleeftijd en duur van muzikale training, deze vaardigheid niet verwerven? Het antwoord

op deze vraag wordt gegeven door Diana Deutsch en Kevin Dooley in een onderzoek waarbij

niet-toontaal sprekers met elkaar worden vergeleken door middel van een AP test en twee

digit span testen. In dit onderzoek hebben alle proefpersonen een AP test gedaan – die gelijk

was aan de test uit het onderzoek dat hierboven beschreven is – waarna ze werden

ingedeeld in groepen: AP bezitter, niet AP bezitter. Na de AP test hebben alle proefpersonen

een auditieve digit span test en een visuele digit span test gedaan, waarbij rijen van cijfers

verbaal herhaald moesten worden in dezelfde volgorde als dat ze verschenen waren. De

hypothese die werd geformuleerd: AP bezitters die geen toontaal spreken hebben een

ongewoon groot auditief geheugen span, inclusief geheugen voor spraakgeluiden. Dit zou de

ontwikkeling van connecties tussen toonhoogtes en de vroeg in hun leven uitgesproken

labels daarvan vergemakkelijken, waardoor de verwerving van AP wordt bevorderd. De

resultaten toonden aan dat AP bezitters de niet AP bezitters overtroffen in de auditieve test,

maar dat de twee groepen een redelijk gelijke prestatie hebben neergezet in de visuele test.

Hieruit kan geconcludeerd worden dat de auditieve span van een groep AP bezitters

significant groter is dan dat van een groep niet AP bezitters, die gelijk in leeftijd, beginleeftijd

van muzikale training en duur van muzikale training zijn. Deze conclusie geeft aan dat AP is

geassocieerd met een ongewoon groot auditief geheugen span, inclusief geheugen voor

spraakgeluiden. Op zijn beurt kan dit leiden tot het vergemakkelijken van de ontwikkeling

van connecties tussen toonhoogtes en de vroeg in hun leven uitgesproken labels daarvan,

waardoor de verwerving van AP wordt bevorderd. Dit is dan ook het antwoord op de vraag

waarom sommige niet-toontaal sprekers wél AP verwerven, terwijl de meeste met gelijke

Page 5: Schrijfopdracht, Absolute Pitch

Marijn Tibboel 4154754

4

beginleeftijd en duur van muzikale training dat niet doen. De twee groepen verschilden niet

significant op de visuele digit span test, dus het voordeel van AP bezitters is beperkt tot de

auditieve modaliteit. Een alternatieve verklaring van de bevindingen, dat AP bezitters een

grotere auditieve digit span hebben, kan zijn dat het een resultaat is van het hebben van AP

in plaats van een oorzaak. AP bezitters kunnen aanspraak maken op informatie van AP

wanneer zij geluiden waarnemen. Dit extra gereedschap kunnen zij gebruiken in het

terughalen van spraakgeluiden uit hun geheugen.

Dus, in culturen waarin men een toontaal spreekt, verwerven de kinderen AP voor

tonen van hun taal samen met andere kenmerken van hun taal in de kritische periode.

Wanneer zij starten met muzikale training zullen deze kinderen AP voor muzikale tonen

verwerven op dezelfde manier als dat ze dat zouden doen voor nieuwe tonen uit een

tweede toontaal. Het feit dat dit waar is, is niet genetisch van aard en ook het land waar

kinderen hun muzikale training hebben verkregen is niet van invloed bij het verwerven van

AP. Een belangrijke factor in de verwerving van AP is continuïteit in het spreken van een

toontaal. Naar aanleiding van de vraag waarom sommige niet-toontaal sprekers wel AP

verwerven, terwijl de meeste met gelijke beginleeftijd en duur van muzikale training dat niet

doen is opnieuw onderzoek gedaan, waaruit bleek dat de auditieve span van een groep AP

bezitters significant groter is dan dat van een groep niet AP bezitters, die gelijk in leeftijd,

beginleeftijd van muzikale training en duur van muzikale training waren. Deze resultaten

geven aan dat AP is geassocieerd met een ongewoon groot auditief geheugen span, inclusief

geheugen voor spraakgeluiden. Dit kan op zijn beurt leiden tot het vergemakkelijken van de

ontwikkeling van connecties tussen toonhoogtes en de vroeg in hun leven uitgesproken

labels daarvan, waardoor de verwerving van AP wordt bevorderd. Voor verder onderzoek

zou het interessant zijn om te kijken of mensen die een toontaal vloeiend spreken ook een

Page 6: Schrijfopdracht, Absolute Pitch

Marijn Tibboel 4154754

5

grotere auditieve span hebben dan mensen die tamelijk vloeiend of niet vloeiend zijn in een

toontaal.

Referenties

Deutsch, D., & Dooley, K. (2013). Absolute pitch is associated with a large auditory digit span:

A clue to its genesis. Acoustical Society of America, 133 (4), 1859-1861.

Deutsch, D., Dooley, K., Henthorn, T., & Head, B. (2009). Absolute pitch among students in

an American music conservatory: Association with tone language fluency. Acoustical

Society of America, 125 (4), 2398-2403.