23
Screeningsinstrument Diversiteits- en genderneutraal taalgebruik Beleidscel Diversiteit en Gender www.ugent.be/diversiteitengender [email protected]

Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

Screeningsinstrument Diversiteits- en genderneutraal taalgebruik

Beleidscel Diversiteit en Gender

www.ugent.be/diversiteitengender

[email protected]

Page 2: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

2

1. Doelpubliek ………………………………………………………………………………………………………. 4

2. Zelfstandige naamwoorden ………………………………………………………………………………. 6

3. Voornaamwoorden …………………………………………………………………………………………… 8

4. Adjectieven ……………………………………………………………………………………………………… 10

5. Werkwoorden …………………………………………………………………………………………………. 12

6. Bijwoorden en voegwoorden …………………………………………………………………………… 14

7. Afkortingen, letterwoorden …………………………………………………………………………….. 16

8. Tekstniveau ……………………………………………………………………………………………………… 18

9. Studenten en personeelsleden aan het woord ………………………………………………… 20

10. Beeldmateriaal ………………………………………………………………………………………………… 22

Page 3: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

3

1. Waarom een screeningsinstrument? Begin oktober 2008 ging de beleidscel Diversiteit en Gender van start aan de UGent. Het doel van deze beleidscel is om de in-, door- en uitstroom van studenten en personeelsleden uit verschillende kansengroepen te bevorderen. Het is dan ook van groot belang dat in de interne en externe communicatie aandacht besteed wordt aan tekst- en beeldmateriaal, zodat álle studenten en personeelsleden zich aangesproken voelen. Als pluralistische universiteit is het belangrijk dat teksten en beeldmateriaal de waarden en normen waar de UGent voor staat uitdragen. Taal is echter niet neutraal. Auteurs die vanuit een diversiteitperspectief schrijven zijn zich ervan bewust dat lezers met verschillende achtergronden een niet bedoelde duiding aan de tekst kunnen geven. Eenzelfde tekst kan immers vanuit verschillende perspectieven gelezen worden en zo (onbewust) bepaalde groepen in- of uitsluiten. Een aantal maatregelen kan de stereotype weergave van verschillende bevolkingsgroepen verhinderen. Dit betekent dat vanzelfsprekendheden in vraag gesteld moeten worden om teksten meer lezergericht en toegankelijk te maken.

2. Doel van het screeningsinstrument Het doel van het screeningsinstrument is om een aantal vanzelfsprekendheden in het taalgebruik bloot te leggen en oplossingen aan te reiken om documenten diversiteits- en genderneutraal te maken. In dit document wordt ingegaan op de moeilijkheden van een neutraal taalgebruik, en de grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk dat het screeningsinstrument in de eerste plaats een gebruiksvriendelijk instrument is. Daarom bevat dit document ook een checklist die toelaat om een tekst binnen een kort tijdsbestek te screenen op eventuele diversiteits- en genderongelijkheden.

3. Wat wordt gescreend? Het screeningsinstrument richt zich in de eerste plaats op geschreven materiaal: reglementen, vacatures, beleidsdocumenten, informatiebrochures… Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de manier waarop studenten en personeelsleden in beeld gebracht worden.

Page 4: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

4

1. Doelpubliek

Indien Ja/Nee

Suggestie

1.1. Richt de tekst zich tot een specifieke groep studenten en/of personeelsleden?

Ja

Motiveer deze keuze. Waarom richt de tekst zich niet tot alle studenten en/of personeelsleden?

Nee

Ga er niet van uit dat alle lezers zich als vanzelfsprekend kunnen identificeren met het standpunt van de auteur. Ga na of de inhoud op iedereen van toepassing is. Vermijd stereotypen.

Page 5: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

5

1. Doelpubliek Wanneer een tekst zich tot een algemeen lezerspubliek richt, mag er geen onderscheid gemaakt worden naar sekse, etniciteit, sociale klasse en andere persoonskenmerken. Zorg ervoor dat de inhoud op alle bevolkingsgroepen van toepassing kan zijn. Wanneer een (deel van de) tekst slechts van toepassing is op een bepaalde groep, is het goed om aan te geven waarom dit het geval is. In de Westerse wereld wordt de blanke, heteroseksuele, hoger opgeleide man als norm gebruikt. Hierdoor worden andere bevolkingsgroepen vaak onbewust als afwijkend en ondergeschikt afgeschilderd. Dit komt sterk tot uiting in zogenaamde tweedelingen waarbij mensen ingedeeld worden in binaire opposities: rijk/arm, man/vrouw, autochtoon/allochtoon, Westers/niet-Westers, valide/invalide. De betekenis van de twee termen komt tot stand in relatie tot elkaar: vrouw = niet-man, zwart = niet-wit. Eén van beide termen wordt het ijkpunt, is vanzelfsprekend. Mensen die de gewaardeerde eigenschap wel bezitten, behoren tot de normgroep. De andere term vormt de uitzondering.1 Zo bevat een tekst in onze samenleving vanzelfsprekendheden die erop neerkomen dat blanke mannen neutraal zijn, terwijl andere categorieën het uitzonderlijke vertegenwoordigen. Deze mannelijke norm wordt onder meer duidelijk in de woordcombinatie ‘werkende moeder’. De combinatie ‘werkende vader’ komt zelden of nooit voor omdat dit als een evidentie wordt beschouwd.2 Hoewel een auteur de mannelijke vorm misschien louter als ‘algemene’ vorm gebruikt, kan het zijn dat een bepaalde groep lezers zich niet kan identificeren met de tekst. Om de heterogene groep studenten en personeelsleden op een gelijkwaardige manier te bereiken, moeten ze op eenzelfde manier beschreven of aangeduid worden. 3

1 Botman, M. en M. Hermans, Burgers in Beeld. Beeldvorming naar gender en etniciteit in overheidsbeleid. De

Haag, E-Quality, 2002. 2 Klare Taal: http://docweb.khk.be/KlareTaal/

3 Bügel, K. en Sanders, P.F., Richtlijnen voor de ontwikkeling van onpartijdige toetsen, Cito/Arnhem, 1998, p. 20.

Page 6: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

6

2. Zelfstandige naamwoorden

Indien Ja/Nee

Suggestie

2.1. Staan in de tekst mannelijk of vrouwelijk gemarkeerde woorden? bv. geneesheer, vroedvrouw

Ja

Kies voor een neutrale vorm van het zelfstandig naamwoord. bv. afdelingshoofd Als er geen neutrale vorm bestaat, kies dan voor de mannelijk ongemarkeerde vorm. bv. student, medewerker Als er geen ongemarkeerde vorm bestaat, gebruik dan de gemarkeerde vorm met de toevoeging (m/v). bv. vroedvrouw (m/v)

Nee

Ga na of er voor de ongemarkeerde woorden neutrale termen bestaan. Zo ja, gebruik de neutrale term. bv. leerkracht i.p.v. leraar

2.2. Gebruik je haakjes, schuine strepen of dubbelvormen? bv. medewerk(st)er, medewerker/medewerkster, medewerker en medewerkster

Ja

Kies voor een neutrale vorm van het zelfstandig naamwoord. Als er geen neutrale vorm bestaat, kies dan voor de mannelijk ongemarkeerde vorm.

Nee

2.3. Gebruik je samengestelde woorden met ‘man-‘ of ‘vrouw-‘? bv. mankracht

Ja

Zoek een genderneutraal alternatief.

Nee

Page 7: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

7

2. Zelfstandige naamwoorden – functiebenamingen Zelfstandige naamwoorden zonder mannelijke of vrouwelijke suffix zijn ongemarkeerde of generieke vormen. Ze kunnen aan beide biologische geslachten refereren, ook al hebben ze grammaticaal gezien een mannelijk dan wel vrouwelijk geslacht. Omdat het mannelijke nog steeds de norm is, klinken woorden die taalkundig gezien neutraal zijn, de taalgebruiker mannelijk in de oren (vb. expert, dokter, loodgieter). Omdat het gebruik van haakjes en dubbelvormen de tekst onnodig zwaar maken, opteren wij er voor om de neutrale vorm te gebruiken. Zo kan je in plaats van ‘lera(a)r(es)’ of ‘leraar/lerares’ beter de neutrale vorm ‘leerkracht’ kiezen. Wanneer geen neutrale vorm beschikbaar is, kan je kiezen voor de mannelijke generieke term met toevoeging van (m/v). Voor het gebruik van functiebenamingen stellen we dus volgende stappen voor:4 Stap 1: Stel vast onder welke categorie de benaming taalkundig valt: 1. Neutraal: termen als -kundige, -kracht, -hoofd... bv. leerkracht, afdelingshoofd 2. Mannelijk gemarkeerd: termen met -heer, -man, -gast, -jongen... bv. timmerman, geneesheer, leerjongen 3. Mannelijk ongemarkeerd: termen die neutraal gebruikt kunnen worden en taalkundig vervrouwelijkt kunnen worden bv. leraar, arbeider, docent, student, medewerker, consulent 4. Vrouwelijk gemarkeerd: termen met -vrouw, bv. vroedvrouw Stap 2 :Voer per categorie volgende aanpassingen uit: 1. Neutraal: Laat de benaming staan bv. afdelingshoofd 2. Mannelijk gemarkeerd: Vervang de benaming door een neutrale vorm (bv. arts i.p.v. geneesheer) Indien er geen neutrale vorm bestaat, gebruik een mannelijk ongemarkeerde vorm Indien er geen mannelijk ongemarkeerde vorm bestaat, gebruik dan de mannelijk gemarkeerde vorm met de toevoeging (m/v) bv. timmerman wordt timmerman (m/v) 3. Mannelijk ongemarkeerd Vervang de benaming door een neutrale vorm als die bestaat bv. leraar wordt leerkracht, verpleger wordt verpleegkundige Indien er geen neutrale vorm bestaat, laat de mannelijk ongemarkeerde vorm staan bv. begeleider kinderopvang 4. Vrouwelijk gemarkeerd Vervang de benaming door een neutrale vorm als die bestaat bv. lerares wordt leerkracht, verpleegster wordt verpleegkundige Indien er geen neutrale vorm bestaat, gebruik de mannelijk ongemarkeerde vorm bv. secretaresse wordt administratief medewerker Indien er geen mannelijk ongemarkeerde vorm bestaat, gebruik de vrouwelijk gemarkeerde vorm met de toevoeging (m/v) bv. vroedvrouw wordt vroedvrouw (m/v)

4 Dit stappenplan werd ontwikkeld in het kader van het ESF project “Gender in CO.BR.A (GECO)” en kwam tot

stand in een werkgroep, waarin leden zetelden van de VDAB, Ascento, UGent, Amazone vzw, SERV en Flora vzw. Lievens, S. e.a., Gezocht vroedvrouw (M/V), Beschrijving van een gendermainstreamingsproces in een institutionele setting – Gender in het Competentie- en Beroepen Repertorium voor de Arbeidsmarkt (CO.BR.A.), Academia Press: Gent, 2007.

Page 8: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

8

3. Voornaamwoorden

Indien Ja/Nee

Suggestie

3.1. Maak je gebruik van het zelfstandig voornaamwoord ‘hij’ of ‘zij’ en bezittelijk voornaamwoord ‘zijn’ of ‘haar’ om naar iemand te verwijzen?

Ja

Wanneer de tekst op lange termijn niet aangepast wordt, kies je beter voor een neutraal alternatief. Op die manier blijft de tekst correct. bv. ‘de directeur geeft de toestemming’ i.p.v. ‘de directeur geeft zijn toestemming’. Bij teksten die op regelmatige basis herschreven worden, kan wel met zij/hij verwezen worden naar de persoon in kwestie.

Nee

Maak je gebruik van generieke voornaamwoorden? Gebruik onderstaande alternatieven.

3.2. Maak je gebruik van de generieke termen hij/zijn/hem? bv. Van de student wordt verwacht dat hij zijn formulier indient.

Ja

Vervang de generieke term door één van volgende alternatieven: 1) gebruik meervoudsvormen

bv. Van de studenten wordt verwacht dat ze hun formulier indienen.

2) gebruik een lidwoord i.p.v. ‘zijn’ bv. het formulier 3) gebruik jij of u bv. Je moet het formulier indienen 4) gebruik de passieve vorm bv. Het formulier moet ingediend worden

Nee

3.3. Gebruik je een zin als ‘overal waar hij staat mag hij/zij gelezen worden’?

Ja

Het gebruik van dit soort zinnen wordt sterk afgeraden. Vermijd het gebruik van hij in de tekst.

Nee

3.4. Gebruik je woordcombinaties als hij/zij, zijn/haar?

Ja

Het gebruik van haakjes maakt de tekst onnodig zwaar. Probeer de woordcombinaties te vervangen door een van bovenstaande alternatieven.

Nee

Page 9: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

9

3. Voornaamwoorden Dat lezers grammaticaal neutrale substantieven toch als mannelijk ervaren, heeft o.m. te maken met het gebruik van persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden (bv. Als de student zich wil inschrijven, moet hij zijn inschrijvingsformulier indienen bij de bevoegde instanties). Hoewel hij/zijn/hem grammaticaal generieke termen zijn, versterken ze de eenzijdig mannelijke interpretatie van de lezer. Schuine strepen als in ‘hij/zij’ en ‘zijn/haar’ maken een tekst moeilijk leesbaar en worden afgeraden. Alternatieven zijn:

het gebruik van meervoudsvormen bv. Als de studenten zich willen inschrijven, moeten ze hun inschrijvingsformulier indienen bij de bevoegde instanties

het gebruik van een lidwoord in plaats van een bezittelijk voornaamwoord bv. De student moet het inschrijvingsformulier indienen bij de bevoegde instanties.

het gebruik van jij of u bv. Je kan het inschrijvingsformulier indienen bij de bevoegde instanties.

het gebruik van de passieve vorm bv. Het inschrijvingsformulier van de student moet ingediend worden bij de bevoegde instanties.

Bij teksten die niet jaarlijks aangepast worden, moet uitgegaan worden van een langetermijnvisie. Dit betekent bijvoorbeeld dat reglementen ook nog correct moeten kunnen gelezen worden als een bepaalde functie in de toekomst niet meer door dezelfde persoon bekleed wordt. Gebruik dus bovenstaande alternatieven i.p.v. hij of zij zelfs als de persoon in de huidige functie een man of vrouw is (bv. de directeur geeft de toestemming i.p.v. de directeur geeft zijn toestemming). Bij teksten die op regelmatige basis herschreven worden, kan wel met zij of hij verwezen worden naar de persoon in kwestie. Sommige auteurs plaatsen bovenaan hun tekst de zin ‘Overal waar hij staat mag hij/zij gelezen worden’. Omdat de lezer onbewust toch een mannelijk standpunt zal innemen, wordt het gebruik van dit soort zinnen sterk afgeraden.

Page 10: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

10

4. Adjectieven

Indien Ja/Nee

Suggestie

4.1. Gebruik je adjectieven die verwijzen naar geslacht, etniciteit, sociale afkomst of andere persoonskenmerken? bv. vrouwelijke directeur, allochtone student

Ja

Ga na of deze informatie absoluut noodzakelijk is. Zo niet, gebruik enkel het zelfstandig naamwoord, zonder adjectief.

Nee

4.2. Heb je bij het gebruik van adjectieven rekening gehouden met een diversiteits- en genderneutraal taalgebruik?

Ja

Nee

Ga na of de gebruikte adjectieven bestaande stereotypen bevestigen. Zou je deze adjectieven ook bij andere groepen gebruiken? Gebruik adjectieven enkel wanneer ze noodzakelijke informatie bevatten. Zorg voor een zakelijke beschrijving van kenmerken.

Page 11: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

11

4. Adjectieven Adjectieven spelen vaak een stereotyperende rol in teksten. Zo wordt in ‘een vrouwelijke voorzitter’ en ‘een allochtone student’ door de toevoeging van ‘vrouwelijke’ en ‘allochtone’ bevestigd dat het om een normafwijkende situatie gaat. Daarnaast worden andere bijvoeglijke naamwoorden gebruikt afhankelijk van het geslacht, etniciteit, sociale afkomst, enz. Gebruik adjectieven enkel wanneer ze noodzakelijke informatie bevatten en zorg voor een zakelijke beschrijving van kenmerken.

Page 12: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

12

5. Werkwoorden

Indien Ja/Nee

Suggestie

5.1. Heb je bij het gebruik van werkwoorden rekening gehouden met een diversiteits- en genderneutraal taalgebruik?

Ja

Nee

Ga na of de gebruikte werkwoorden bestaande stereotypen bevestigen. bv. hij geeft leiding/zij begeleidt Beschrijf activiteiten van verschillende groepen met vergelijkbare werkwoorden.

Page 13: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

13

5. Werkwoorden

Werkwoorden drukken handelingen uit. Voor eenzelfde handeling kunnen echter verschillende werkwoorden gebruikt worden, afhankelijk van de interpretatie die de auteur eraan geeft (bv. praten, babbelen, discussiëren). Werkwoorden die activiteiten van de normgroep beschrijven houden vaak een grotere mate van belangrijkheid in dan de alternatieven die voor andere categorieën gebruikt worden (bv. hij geeft leiding/ zij begeleidt).

Page 14: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

14

6. Bijwoorden en voegwoorden

Indien Ja/Nee

Suggestie

6.1. Heb je bij het gebruik van bijwoorden en voegwoorden rekening gehouden met een diversiteits- en genderneutraal taalgebruik? bv. maar, toch, eigenlijk, zelfs, echter, wel, ook, ondanks

Ja

Nee

Bijwoorden kunnen de interpretatie sterk sturen. Ga na of de gebruikte bijwoorden en voegwoorden de interpretatie van de zin al dan niet rolbevestigend maken. bv. Zelfs vrouwen maken er gebruik van. Allochtone studenten kunnen zich ook inschrijven.

Page 15: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

15

6. Bijwoorden en voegwoorden

Bijwoorden en voegwoorden hebben weinig betekenis op zich, maar kunnen de interpretatie van een zin sterk beïnvloeden. Woorden die de betekenis ongemerkt sturen zijn onder meer: maar, toch, eigenlijk, echter, wel, ook, ondanks, zelfs. bv. Zelfs vrouwen maken gebruik van de computers. bv. Ook allochtone studenten kunnen zich inschrijven voor deze cursus. bv. Ze heeft een functiebeperking, maar we zijn tevreden over haar prestaties.

Page 16: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

16

7. Afkortingen, letterwoorden,

jargon

Indien Ja/Nee

Suggestie

7.1. Zijn de gebruikte termen algemeen gangbaar en bekend?

Ja

Nee

Wanneer de tekst specifiek jargon bevat, kan je bij moeilijke begrippen aanvullende informatie geven. Dat maakt de tekst ook toegankelijk voor lezers met een beperkte voorkennis van het onderwerp.

7.2. Bevat de tekst afkortingen of letterwoorden?

Ja

Schrijf de afkorting één keer voluit en zet de afkorting er tussen haakjes achter. vb. Raad van Bestuur (RvB)

Nee

Page 17: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

17

7. Afkortingen, letterwoorden Afkortingen of letterwoorden vragen vaak een zekere voorkennis van de lezer. Indien de tekst bedoeld is voor een heterogene groep lezers, is het beter onbekende afkortingen of letterwoorden te vermijden. Een oplossing is om de term eerst voluit te schrijven, met de afkorting tussen haakjes, bv. Raad van Bestuur (RvB).

Page 18: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

18

8. Tekstniveau

Indien Ja/Nee

Suggestie

8.1. Tips voor een heldere en toegankelijke tekststructuur.

Maak gebruik van korte paragrafen. Voorzie voldoende tussentitels.

8.2. Staat er tekst tussen haakjes?

Ja

Probeer de haakjes weg te laten en de betreffende tekst als aparte zin op te nemen. Gebruik de haakjes enkel als het om relevante informatie gaat.

Nee

8.3. Bevat de tekst voornamelijk lange en complexe zinnen?

Ja

Gebruik korte, heldere zinnen. Maak van de bijzinnen hoofdzinnen.

Nee

8.4. Werk je roldoorbrekend bij het geven van voorbeelden?

Ja

Nee

Let er bij het geven van voorbeelden op dat niet enkel de normgroep gebruikt wordt. Door roldoorbrekende voorbeelden te geven, worden andere groepen zichtbaar gemaakt.

Page 19: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

19

8. Tekstniveau Wanneer een auteur een heterogene groep lezer voor ogen heeft, moet de tekst zo helder en toegankelijk mogelijk zijn. De opbouw van een tekst speelt een rol in de leesbaarheid ervan. Gebruik korte zinnen en korte paragrafen. Voorzie voldoende tussentitels. Het gebruik van haakjes en gedachtenstreepjes kunnen een tekst moeilijk leesbaar maken. Als ze niet absoluut noodzakelijk zijn, kunnen ze beter vermeden worden.

Page 20: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

20

9. Interviews

Indien Ja/Nee

Suggestie

9.1. Komt een heterogene groep mensen aan het woord?

Ja

Nee

Let op een evenredige representatie van studenten en personeelsleden. Laat ook vrouwen, allochtonen, oudere studenten en mensen met een functiebeperking aan het woord komen. Maak minder zichtbare groepen studenten en personeelsleden zichtbaar. Schuif hen eens naar voor als rolmodel.

9.2. Worden de geïnterviewden op een stereotype manier naar voren geschoven?

Ja

Vermijd stereotypen. Probeer roldoorbrekende en genuanceerde vragen te stellen.

Nee

Page 21: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

21

9. Studenten en personeelsleden aan het woord Een goede manier om de diversiteit aan de UGent naar buiten te brengen, is om studenten en personeelsleden aan het woord te laten. Let hierbij op een evenredige representatie en vermijdt stereotypen. Leg in interviews met vrouwen niet steeds de nadruk op het gezinsleven, wanneer dit bij de geïnterviewde mannen ook niet gebeurt. Een andere bestaande valkuil is dat de mannelijke professor voorgesteld wordt als de vernieuwer, de onderzoeker, daar waar de vrouwelijke professor hoofdzakelijk in haar rol als docent of studiebegeleider (i.e. rol als moeder en opvoedster) aan bod komt. Er wordt een genuanceerder beeld gecreëerd wanneer men tevens andere groepen dan de normgroep aan het woord laat vanuit hun positie als deskundige. Op die manier kunnen andere doelgroepen optreden als rolmodel. Toon mannen en vrouwen in verschillende contexten en rollen. Benadruk de aanwezige diversiteit. Ga bewust op zoek naar roldoorbrekende voorbeelden.

Page 22: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

22

10. Beeldmateriaal

Indien Ja/Nee

Suggestie

Aantal Wordt het fotomateriaal in een publicatie of op een website gedomineerd door één bepaalde groep personeelsleden en/of studenten?

Ja

Ga op zoek naar afbeeldingen van andere groepen. Zorg er voor dat alle doelgroepen op een evenwichtige manier aan bod komen.

Nee

Context Heb je rekening gehouden met de context waarin het beeldmateriaal werd opgenomen?

Ja

Nee

Controleer of de context van de foto al dan niet rolbevestigend is. Zo worden mannen vaker dan vrouwen in een werksituatie afgebeeld. Ga na of de context voor alle groepen van toepassing kan zijn. Indien dit niet het geval is, pas de context dan zo aan dat die diversiteits- en genderneutraal wordt.

Actief/passief Worden mannen systematisch actief afgebeeld, daar waar vrouwen een passieve rol vervullen? bv. De vrouw kijkt naar een proef, die door een man wordt uitgevoerd.

Ja

Toon mannen en vrouwen in verschillende contexten en rollen. Benadruk de aanwezige diversiteit. Vermijd stereotypen. Breng mannen en vrouwen op een fysiek even hoge plaats in beeld.

Nee

Naam en functie Wordt iedereen die op een foto afgebeeld staat, met naam en functie vermeld?

Ja

Zorg ervoor dat de titel, naam en functie correct en consequent vermeld worden.

Nee

Vermeld steeds de juiste titel, naam en functie.

Page 23: Screeningsinstrument - FARO · 2020. 9. 2. · grammaticale oorzaken ervan. We zijn ons er echter van bewust dat teksten vaak onder tijdsdruk geschreven worden. Het is dan ook belangrijk

23

10. Beeldmateriaal

Hou bij afbeeldingen van studenten en personeelsleden in publicaties rekening met roldoorbrekende situaties. Beeld vrouwen af in een actieve beroepshandeling (vb. vrouw achter de computer, in een laboratorium, tijdens het lesgeven) i.p.v. in een passieve voorstelling (vb. vrouw als ‘opvulling’ van de ruimte, vrouw toekijkend bij de actieve man).

Toon mannen en vrouwen in verschillende contexten en rollen. Benadruk de aanwezige diversiteit. Ga bewust op zoek naar roldoorbrekende voorbeelden.