Upload
dongelen
View
5.776
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Citation preview
SCRUM Verdiepingscollege Guido Swildens, 21 september 2011
SCRUM achtergrond • Agile managementmethode • Itera=ef methodieken • Zelforganiserende, cross-‐func=onele teams
• ABoms=g uit Rapid Applica=on Developement (rappid prototyping).
• Staat aan het andere kant van het spectrum managementmethodes (plan-‐gedreven en gedisciplineerde methoden)
Waarom SCRUM VOOR
• Hogere produc=viteit door “opknippen” van taken • Makkelijker prioriteiten kunnen leggen • Korte termijnen met duidelijk backlog • Dagelijkse controle op voortgang en comm.
TEGEN • Leunen op ervaring en inzicht van scrum master bij vaststellen sprint doel • Interne machtsstrijd kan team lamleggen
SCRUM rollen • Scrum master • Verantwoordelijk voor het wegnemen/ ondersteunen van het team zodat doelen gehaald worden.
• Verantwoordelijk voor het SCRUM proces • Verantwoordelijk voor het scherp houden van het team
• Product owner (opdrachtgever) • Verantwoordelijkheid voor de waarde van het eindproduct • Schrijf “user stories” • "As a <role>, I want <goal/desire> so that <benefit>” • As a user, I want to search for my customers by their first and last names.
• Team (projectleden) • Verantwoordelijk voor het eindresultaat • Liefst zelf-‐organiserend of team leader
Scrum in de praktijk (1) 1. Vaststellen aantal sprints en product backlog; 2. Elke sprint begint met een planningsbijeenkomst (op ma):
• Selecteren wat er moet gebeuren; • Prepareer het Sprint Backlog, =jd bepalen om taken uit te
voeren, met het hele team. • Bepaal en bespreek hoeveel taken mogelijk zijn om uit te
voeren =jdens de komende sprint. • Maximaal één dag; • Alle benodigde features komen vanuit het Product backlog in
het Sprint backlog te staan door deze op te breken in taken. Dit Sprint backlog is een geprioriteerde set van werkzaamheden uit te voeren om de gestelde doelen te behalen. Gesorteerd op belangrijkheid (MoSCoW)
Scrum in de praktijk (2) • Er wordt commitment uitgesproken voor het sprintdoel =jdens de planningsbijeenkomst: “een bruikbaar en werkend deelproduct (features)”.
• In backlog wordt bijgehouden welke features worden opgepakt en welke blijven liggen (frozen features).
3. Daily Scrum • Op =jd! • Scrum master heef leiding; • Korte bespreking; • Zelfde =jd, zelfde loca=e, elke dag! • 3 vragen: Wat heb je gedaan sinds gisteren? Wat ben je van plan vandaag te gaan doen? Zijn er problemen waardoor je niet in staat bent je doel te behalen?
• Belangrijk dat de Scrummaster assisteert bij het oplossen van de problemen maar wellicht is het verstandig dit buiten de dagelijkse mee=ng te doen.
Scrum in de praktijk (3) 4. Scrum of Scrums (elke dag na scrummee=ng)
• Per discipline bij elkaar gaan ziien: • Wat hebben we gedaan sinds de laatste keer? • Wat gaan we doen totdat we elkaar weer zien? • Is er iets wat ons beperkt of ons tegenzit? • Gaan wij andere disciplines in de wielen rijden?
5. Sprint Review Mee=ng (vrijd.) • Op vrijdag aan het einde van de sprint
Scrum in de praktijk (4) • Doornemen en bekijken van de features die voltooid en onvoltooid zijn.
• Presenteren van het voltooide werk aan de opdrachtgever (demo)
• Vier uur =jdlimiet 6. Sprint terugblik (ma)
• Iedereen reflecteert op de vorige sprint • Procesverbeteringen voorstellen • 2 vragen: wat ging goed vorige sprint? Wat kunnen we verbeteren volgende sprint?
• Maximaal drie uur. 7. Burn Down Chart • Overgebleven werk op backlog van huidige sprint. Elke dag updaten voor op=male overzichtlijkheid.
Werkvorm • Ontwikkelen van Product Backlog vanuit opdrachtomschrijving.
• Groepjes van twee personen.