Upload
phamduong
View
243
Download
1
Embed Size (px)
Citation preview
03-03-1962 Leeuwarder courant: hoofdblad van Friesland.
Film “ De zwarte tampon” - De vlakdruk of lithografie is de
jongste der druktechnieken en vormt het laatste deel van “De
zwarte tampon”. In 1798 vond Senefelder deze techniek uit op
zoek naar een methode om zijn eigen geestesprodukten zelf te
kunnen drukken. Maar Senefelder heeft de bloeitijd der
lithografische prentkunst niet beleefd. We zien satirische litho’s
van Honoré Daumier...
“Le bois est cher et les arts ne vont pas.”
Litho: Honoré Daumier, 1833 .
23-03-1963 De Telegraaf - Lof der kritiek voor grafiek van
Kruiningen - Graficus Harry van Kruiningen is om zijn vele
verdiensten door de Nederlandse critici officieel geprezen. Eind
april zal men in de Leidse Lakenhal en daarna ook elders in het
land, zijn belangrijkste verdienste kunnen zien: zijn bijdrage tot
de ontwikkeling van de Nederlandse grafiek.
“Het eigenlijke werk is op een avond gebeurd”, grinnekt hij,
“maar dan begint het pas: zes keer moet iedere plaat gedrukt
worden en als er dan 25 exemplaren van moeten komen, kun je
nagaan wat er allemaal aan vastzit. Kijk: je krijgt er brede
knuisten van. Het is net als bij het eten van een bord
boerenkool; je verorbert een heel bord vol, maar het gaat om die
paar bestanddelen, zoals vitaminen e.d.” Hij is veelzijdig:
begonnen als schilder, gestaald in de grafiek, schreef hij
tussendoor kinderboekjes... GRAFIEK is dus zijn belangrijkste
bezigheid: “Ik geloof dat ik nu zo’n 10.000 drukken heb
gemaakt”, hij was ook de eerste die met kleur begonnen is.
“Daar ben ik nu van af, ik ben weer helemaal op zwart-wit
overgegaan. Je wordt zo gauw esthetisch, zo verfijnd. Gelukkig
heb ik het bijtijds gevoeld”, zegt hij eerlijk...
“Achnaton de grote hymne aan Aton” Litho: Harry van Kruiningen.
23-07-1963 De Telegraaf - PIET CLEMENT redde een handwerk van de ondergang.
Hij heeft de hedendaagse kunstenaar de mogelijkheid hergeven om de steendruk te beoefenen. De
steendruk is een grafische techniek, die vrijwel geheel verdrongen is door de veel snellere en minder
all-round vakman-schap vereisende offsetdruk. Zodat er op het ogenblik nog maar enkele bedrijven
zijn, waar men de steendruk aanwendt. En dat dan nog uitsluitend commercieel, d.w.z. voor
etiketten, postpapier, naamkaartjes e.d. Piet Clement heeft een atelier geschapen, waar de
steendruk op artistieke grondslag beoefend kan worden... Wat de materiaal-moeilijkheden betreft:
bijna alles wat hij nodig heeft, is niet of heel moeilijk te krijgen. Stenen bijvoor-beeld. Die zijn
tijdens en na de oorlog bij duizenden weggegooid als zijnde waardeloos. Nu moet hij voor een
nieuwe steen van 70x100cm zo rond de driehonderd gulden betalen. Want alle fabrieken, die dit
materiaal maken, liggen toevalligerwijs in Oost-Duitsland. Hij beschikt nog maar over één
slijpsteen.Waarom zijn er zoveel
kunstenaars tot de steendruk terug-
gekeerd? Want om enkele landgenoten
te noemen als Ad Veldhoen, Nico
Wijnberg en Metten Koornstra,
Diederer en Constant Nieuwenhuys zijn
tegenwoordig enthousiaste
steendrukbeoefenaars. Om een
complex van redenen. De kleur kan
“hoger van pigment” zijn. Omdat het
een directe druk-methode is. Je kunt
een grotere graad van kleurechtheid
bereiken. En ook omdat je er “vrijer”
op kunt werken, wanneer je tenminste
voldoende durf bezit...
“Labirismen” Litho Constant, 1962
Druk: P. Clement, A’dam.
31-10-1964 Leeuwarder courant. Meesterlijke litho’s van De Toulouse-Lautrec
Ruim 20 prenten uit de tijd toen in Frankrijk de steendruk haar triomphen vierde wachten nu op
bezoek van liefhebbers. Honderd
jaar geleden werd graaf Henri de
Toulouse-Lautrec geboren.
Voornamelijk aan zijn sublieme
tekenkunst wordt gedurende een
viertal weken de expositie gewijd.
De heer D.C. Stigter kwam enkele
jaren geleden door een gelukkig
toeval in het bezit van een twaalftal
litho’s, die De Toulouse-Lautrec
omstreeks 1893 voor een Frans
blad maakte. Bij het bekijken van
de in rusige passe-partouts
gepresenteerde afdrukken
realiseert men zich niet dat deze
soms ragfijne tekeningen kranten-
illustraties zijn. Een rijkdom aan
toonverschillen, een scala van
lijnvoeringen van krachtig tot zeer
subtiel, een virtuoos spel van licht
en donker en altijd een lichtvoetige
beweeglijkheid van lichamen werd
moeiteloos met het vette krijt op
de lithografische steen getekend.
En met deze luchtige en toch spanningsvolle virtuositeit riep de tekenaar het Montmartre van het
Parijs uit het einde der 19de eeuw op. De dancings, cabarets en theaters komen er zo goed als
zonder aanduiding tot leven...
20-01-1965 Limburgsch dagblad Prenten, hoe langer hoe meer een geliefd verzamelobject.
Een onderwerp, waarover de “leek” soms de meest vreemde ideeën op nahoudt, is de prentkunst,
ook wel grafische kunst genoemd. Het onderscheid tussen een houtsnede,een ets, een koper- of
staalgravure is voor de meeste mensen even klaar als het verschil tussen het ene en het andere
letterteken in het Chinees. Het is daarom wellicht niet oninteressant om op dit onderwerp iets nader
in te gaan, temeer waar oude prenten hoe langer hoe meer een geliefd verzamelobject aan het
worden zijn. Prenten van kleinere meesters zijn soms nog wel voor een bescheiden bedrag te koop
en daarom bereikbaar ook voor de verzamelaar, die niet duizenden guldens kan spenderen...
Voor steendruk of lithografie gebruikte men een Solnhofer kalksteen. Op deze steen wordt met vet
krijt of met lithografische inkt de tekening
aangebracht. De koolzuurhoudende kalksteen
vormt met inkt of krijt een chemische verbinding,
die niet aangetast wordt door salpeterzuur. Wordt
nu de steen met salpeterzuur gewassen dan
ontstaat een chemisch proces waardoor de niet
betekende gedeelten de vette drukinkt niet kan
opnemen in tegenstelling tot de delen van steen,
die met krijt of inkt bedekt waren. Op deze wijze
kunnen dus afdrukken worden vervaardigd...
11-02-1966 de Telegraaf – Steendruk - In de
Bols Taverne wordt in de reeks “Kunstenaars van
nu” de grafiekcollectie getoond van steendrukker
Piet Clement. Zij omvat prenten van o.a.
Chailloux, Constant, Couzijn, Diederen, Ten Holt,
Koornstra, Lodeizen, Lucebert, Sierhuis, Verhoog
en Westerik. Clement is de enige officiële
steendrukker in ons land. Vele kunstenaars laten
hun prenten door hem drukken. Zij laten één
afdruk van hun prenten in de drukkerij achter,
zodat de geëxposeerde collectie een grote
variatie te zien geeft.
“Sybille” Litho van Lucebert, 1959.
24-11-1966 De Tijd – FRANSE PRENTEN IN LEIDEN - In het Stedelijk museum De Lakenhal is
woensdagmiddag in het kader van de Franse week, een
tentoonstelling van Franse prenten uit de 19de eeuw geopend. In
zijn openingswoord gaf de heer H.J. Mühl van het universitair
prentenkabinet een globaal overzicht van de prentkunst die in
Frankrijk in de afgelopen eeuw een nieuwe periode heeft
doorgemaakt. Litho’s van o.a. Corot, Daubigny, Odilon Redon, Ensor
en Gustav Doré zijn er te bezichtigen...
“Salon des Cent” -Litho van James Ensor, 1898.
21-02-1967 Friese koerier
KUNST-EXPOSITIE IN
GORREDIJK - In het 1ste
noodgebouw achter de Ulo-
school te Gorredijk wordt
een tentoonstelling
gehouden met o.a. een
steendruk van Karel Appel...
Figuur in Blauw/Zwart” Litho van Karel Appel, 1960.
18-04-1967 Limburgsch dagblad. Vandaag beginnen we
met een strip van Pieter Kuhn, de schepper van de
legendarische-befaamde Kapitein Rob. Pieter Kuhn, van wie
in twintig jaar tijds 72 stripverhalen verschenen, werden
geboren in A’dam op 22 mei 1910. Na zijn studie aan de
kunstnijverheidsschool Quellinus en aan de Rijksacademie
voor Beeldende Kunsten te Amsterdam werd hij bij drukker
Senefelder opgeleid tot litho-graaf. Op 11 december 1945
verscheen de 1e Kapitein Rob. ’t Idee voor deze strip werd tijdens de oorlogsjaren geboren. Zijn
tekeningen muntten uit in technische detaillering.
Zelf was hij een enthousiaste zeiler en men kon
hem veelvuldig in aktie zien op de Loosdrechtse
plassen. Veel van zijn stripverhalen, die ook in
buitenlandse bladen werden afgedrukt,
verschenen in boekvorm en bereikten een groot
lezerspubliek. Hij overleed plotseling op 21
januari 1966 op 55 jarige leeftijd.
Tekenaar: Pieter Kuhn Kapitein Rob nr. 1. 1946
22-04- 1967 De Tijd: dagblad voor Nederland.
De Fantastische Philomene van
Pim van Boxsel.
Een FANTASTISCH getekend stripverhaal zonder
woorden en ballonteksten, dat is de nieuwste
uitgave van de Steendrukkerij De Jong en Co te
Hilversum. Het boek viel uit de vaardige teken-
hand van de illustrator Pim van Boxsel en is een
bijzonder relatiegeschenk van de drukkerij, die
het liet uitkomen in de reeks Kwadraat-Bladen,
die de roem van de Nederlandse steendruk met
een goed gevoel voor traditie wil hoog houden...
Philemone is een vrouw die ineens uit de hemel
komt vallen en allerlei rare avonturen mee-
maakt...“
“De wonderlijke avonturen van Philomene”
Ontwerp: Van Boxsel - Steendruk: De Jong & Co.
03-06-1967 De waarheid. STEENDRUKKEN. In zwart tekenen, in kleur denken.
We begonnen eigenlijk aan het verkeerde eind. Dat kon niet anders. Steendrukker Piet Clement was
in zijn nieuwe werkplaats – aan een van de oude Amsterdamse grachten – druk bezig de laatste
hand te leggen aan een opdracht die nog àf moest. “Al moet ik er een hele nacht aan door blijven
werken.” Hij sjouwde met grote zware plakken Beierse kalksteen heen en weer, smeerde ze in met
een etsmiddel, deed er wat terpentine op, schuurde af en toe met een puimsteentje wat weg en
sponsde zorgvuldig het gladde oppervlak van de steen met water schoon. Het “waarom” van deze
laatste bewerkingen hoorden we voor het eerst. Wat er allemaal aan vooraf was gegaan vertelde hij
ons met stukjes en beetjes onder het werk door. Steendrukker, een mooi, maar ingewikkeld beroep.
“Waarom dit vak ? Omdat het me trekt. Het beroep van steendrukker is vrijwel uitgestorven. Twaalf
jaar geleden, toen ik van de grafische school kwam, was ik al een van de laatste leerlingen. Nu kun
je het vak alleen nog maar in de praktijk leren. Twee jaar heb ik in een steendrukkerijtje gewerkt,
dat inmiddels ook al niet meer bestaat. Ja, misschien dat er hier of daar in ons land nog een steen-
drukker is. Die drukt dan hoofdzaak nog etiketten. Maar wat ik doe, uitsluitend voor kunstenaars
werken, gebeurt niet meer.” Waarom het een practisch uitgestorven beroep is, valt te verklaren.
Steendrukken vereist niet alleen grote vakbekwaamheid, het is ook een zeer bewerkelijke druk-
methode. Er gaan veel arbeidsuren in zitten, omdat het vrijwel uitsluitend uit handwerk bestaat. Om
het zakelijker te zeggen, het is een te dure methode, die in de slag met de modernere technieken
ten onder is gegaan. Tot aan de uitvinding van de nieuwe, snellere en dus goedkopere methoden
was het de enige manier om meerkleurig drukwerk te
vervaardigen. Bewerkelijk. Ook de kunstenaar ontdekte het
al vrij spoedig na de uitvinding – door de Duitser
Senefelder – als een nieuwe manier van expressie. Al mag
men dan de steendruk het in de commercie van nieuwe
methoden hebben verloren, van zijn positie onder de
kunstenaars heeft het tot op de dag van vandaag geen
centi-meter afgestaan. “Bij steendruk blijft de intensiviteit
van het kunstwerk veel groter. Dat komt omdat het een
directe drukmethode is. Het papier komt rechtstreeks in
aanraking met de verf die op de steen is aangebracht. Met
de steendruk kun je welhaast alle tonen en schakeringen
van een kleur op het papier krijgen. Daarom wordt het ook
door veel kunstenaars gebruikt”. Netjes op een rijtje, als
boeken in een kast, staan de grote platen kalksteen op hun
smalle kant in het rek. In verschillende afmetingen en in
allerlei dikten. De kalksteen bezit bepaalde eigenschappen
die deze voor dit werk zo bijzonder geschikt maakt. De oude
tekening is met carborundum van de steen afgeslepen en
nu staan de platen te wachten tot de volgende kunstenaar
op het prachtige gladde oppervlak zijn tekening gaat zetten. Hij heeft dan zijn ontwerp – in kleuren
– al klaar en tekent dit in zwart – met speciale verf of krijtstift – op de steen over. “Hij moet in
zwart tekenen, maar vaak in kleur denken,” zegt Piet Clement hiervan. Voor iedere kleur wordt een
aparte steen genomen. Daar komt dan niet de gehele tekening op te staan.Per steen alleen dàt
detail dat op het ontwerp dezelfde kleur heeft en dit ook op de afdruk moet krijgen... Samen met de
kunstenaar moet de drukker de juiste kleuren verf vinden en dat allemaal voordat steen en papier
de pers ingaan. Een ingewikkeld vak, waarvan Piet Clement ons niet precies vertellen kan waarom
hij het gekozen heeft. “Waarom? Nou, het vak trekt me. De gehele dag etiketten drukken was niets
voor mij. Dat soort werk gaat toch wel door. Maar hier heb je steeds opnieuw met mensen te maken,
die allemaal weer anders zijn en die allemaal hun eigen vorm en stijl hebben. Hiermee heb ik het
gevoel dat ik iets – een raar woord misschien, maar ik
weet zo gauw geen beter – cultureels doe, dat ik
meehelp om kunst onder de mensen te brengen. Want ik
hoop natuurlijk, dat wat ik maak ook aan de wand komt”.
13-05-1968 Het vrije volk - Kunst v. Aad de Haas.
Ik ben eigenlijk vanuit de grafiek gekomen: lino’s, litho’s,
etsen. Alles wat zwart-wit is. Mijn grootmoeder was een
Bourgogne. Het waren praktizijns en graveurs. De eerste
steendruk van de overwintering op Nova Zembla was
een uitgave van Bourgogne...
“Jacob worstelt met de engel”
Litho: Aad de Haas, 1953/1955.
21-09-1968 De tijd - SMEETS Drukkerijen. Grootste rotatie- offset van Europese continent.
Toen Henri Smeets (62), directeur-eigenaar van Smeets Drukkerijen N.V. in Weert het oog had laten
vallen op de grote uitgevers-activiteiten van de Europese tak van Time en Life in Parijs, rustte hij
niet, voordat men in Parijs van het bestaan van zijn drukkerijen wist. Tussen 1952 en 1959 reisde
hij tweemaal per jaar naar Parijs, steeds weer met betere drukmonsters totdat men in Parijs een
drukorder plaatste. Verleden jaar rolden er van de persen in Weert drie en een half miljoen fraaie
boekwerken voor Time/Life. Wie in de Nederlandse drukkerswereld over Smeets-Weert spreekt,
weet dat hij over een heel speciale categorie van topdrukkers spreekt. Een in arbeid van generaties
opgebouwd bedrijf, dat nu een samenwerking heeft aangegaan met de Verenigde Nederlandse
Uitgeversbedrijven N.V. Matheus Smeets was de grondlegger. Hij reisde in 1830 naar Antwerpen en
Duitsland. Van de ene plaats bracht hij een handpersje mee en van de andere de nodige ervaring
om de uitvinding van de Duitser Aloys Senefelder, die het procédé van de lithografie had ontdekt,
met succes in de praktijk toe te passen. Beide feiten zijn bepalend geweest voor de ontwikkeling van
Smeets Drukkerijen tot een toonaangevend bedrijf op het gebied van offset. Vooral de huidige
directeur Henri Smeets, had een groot aandeel in de expansie van het bedrijf. Toen hij in 1931
belast werd met de leiding van de drukkerijen werkten er 250 personeelsleden. Op dit moment niet
minder dan negenhonderd, van wie tweehonderd in de rotatie-afdeling.
Het cijfer van afgeleverde drukwerken is van enige tienduizenden tot
meer dan één miljoen vellen kleurendruk per werkdag gestegen. Henri
Smeets, die de ontwikkeling van zijn bedrijf tot 1960 aanduidt met de
term “sterke groei” en daarna met “stormachtig” schrijft het succes toe
aan het constant vasthouden aan twee overgeërfde principes: het op
de voet volgen van de nieuwste ontwikkelingen op technisch en
commercieel terrein en het streven naar kwaliteitsverbetering. Drie
mijlpalen markeren de ontwikkeling: 1925, 1950 en 1960. In 1925
kwamen de eerste snelpersen in gebruik; in 1950 de eerste
vierkleurenpersen en in 1960 volgden de meest moderne offset-
rotatiepersen. Een technische outillage, waarmee op kwaliteitsgebied
alles te bereiken viel...
De oprichter Mathaeus Smeets 1805-1853
08-08-1970 Nieuwsblad van het Noorden.
GOYA, EEN GENIALE SCHILDER EN EEN SYMPATHIEKE WILDEBRAS - Eigenlijk heb ik Goya mijn
levenlang nooit helemaal begrepen. Ik bewonderde zijn werk vóór de tweede wereldoorlog in Spanje,
in 1963 op een overzichtsten-toonstelling in Londen
en nu in Den Haag (Mauritshuis): een geniale
schilder en sympathieke wildebras, die in zijn jeugd
soms moest vluchten, één keer van Saragossa naar
Madrid en later nog eens met een troep
stierenvechters naar Italië... Goya is één van de
grootste grafici; hij gebruikt de pas als reproductie
technieken uitgevonden aquatint en steendruk direct
voor artistieke clairobscur-effecten: de “caprichos”,
de stierenvechten, de verschrikkingen van de oorlog,
etc.
“Los desastes de la guerra” – Goya, 1863.
22-01-1971 Leeuwarder courant: hoofdblad voor
Friesland.
Historische Ganzenbrief van Piet Krediet – In het laatst van de 17de eeuw woonde te Heeren-
veen een drukker Lambert van Spanjen. In 1681
verscheen bij hem o.a. de “Oprechte Leeuwarder
Almanach” voor dat jaar. In 1803 vond ik in Heerenveen
een zekere Jan Spanjaard, die dunkt me een
afstammeling van Lambert geweest moet zijn. Hij had nl.
ook een drukkerij. Hij had zijn bedrijf in een pand, waar
nu de zaak Berkemeijer aan de Dracht is. In deze
drukkerij en boekbinderij werkte als jongeman ene Jacob
Christoffel Krediet, geboren 12 febr. 1799 te Sneek en in
1821 getrouwd met Trijntje Uilkens de Vrij. In april 1824
nam hij het bedrijf over van weduwe Spanjaard. “Hij zal
de affaire continueren onder de fa. J. Spanjaard & Comp.
Huis Oranjewoud –Litho P.Krediet,ca1880.
Uit het echtpaar Krediet- De Vrij werd Gerrit (18-7-1822) geboren en werd later ingewijd in de
steen- en boekdrukkerij. Later kreeg hij de zaak over... Het werkstuk “Reis door Friesland” was een
bewijs van de vaardigheid en de vakbekwaamheid van deze jonge lithograaf Krediet (toen 24-25
jaar), die maanden aaneen in Friesland rondzwierf om tekeningen te maken en die later uit te
werken en op steen aan te brengen. Het tekenen en het op de steen brengen moet de bescheiden
kunstenaar vele en vele uren hebben bezig gehouden. Volgens een mededeling moest hij ook nog
een ongelukje overwinnen. De steen werd bij een kachel geplaatst om te drogen. Of de hitte te
groot was of de afstand te klein is geweest, de kostbare steen sprong uiteen.. Hij heeft een zo goed
mogelijke overdruk gemaakt en daarvan heeft hij 4000 exemplaren gedrukt. A raison van een
kwartje per stuk (duur in die tijd) vlogen ze de deur uit... Piet Krediet had het in zijn bedrijf te druk
om eigen ideeën te kunnen uitwerken. Eerst bij zijn
vader, daarna in zijn eigen drukkerij te Leeuwarden. Het
steendruk-werk eiste de gehele man. Allerlei drukwerk
kon toen alleen in steendruk worden vervaardigd...
17-08- 1971 Het vrije volk - WALLY ELENBAAS.
De kenners in binnen- en buitenland bewonderen zijn
prenten, lithografie of steendruk, om hun prachtige,
tintelende, pikant tegen elkaar afgewogen kleuren en om
hun naar het mythologische verwijzende “voorstellingen”,
bootjes, menselijke gestalten die een eredienst
verrichten zonder dat je weet welke...
Litho van Wally Elenbaas, 1967
26-11-1971 Nieuwsblad van het Noorden.
Duitse rollenzegels - Verder zal 20 januari een 25pf. herdenkings-zegel verschijnen 14 april een
25pf. zegel ter nagedachtenis van Alois Senefelder, die 175
jaar geledende lithografie uitvond.
19-05-1972 Leeuwarder courant. SENEFELDER
HERDENKINGSZEGEL
Op 14 april gaven de Westduitse posterijen een postzegel uit
ter herdenking van Alois Senefelder (1771-1834), die 174 jaar
geleden de
steendrukkunst uitvond.
De enige drukkerij, die de
naam Senefelder nog in
ere houdt, is gevestigd in
Purmerend. De historie
van deze drukkerij staat
op de keerzijde van het hier boven afgedrukte vouwblad,
waarvan nog een beperkt aantal exemplaren met
eerstedagafstempeling verkrijgbaar is bij: N.V. Drukkrij
Senefelder, Van IJsendijkstraat 150, Postbus 30, Purmerend.
26-05-1972 De Waarheid – GRAFISCHE KUNST SLAAT
VLEUGELS UIT - Er is een interessante expositie Nederlandse grafiek na 1945, een belangwekkende
keuze uit het naoorlogse kunstleven op het terrein van de grafiek in het Centraal Museum te
Utrecht... De kleurenlitho van César Domela Nieuwenhuis, de lithografie van Willem Hussum “Wit op
Wit”, de in 1971 met brede penseelstreken op steen gebrachte kleurenlithografie van Bram van
Velde geven een verbluffend bij-de-tijd-zijn wat betreft hun stilistische en technische opvattingen...
Litho: Domela César “Wit op Wit”- Litho: Willem Hussum. Litho: Bram van de Velde
26-03-1974 De waarheid - Rijksmuseum exposeert
Franse steendrukken uit de 19e eeuw.
In het prentenkabinet van het Rijksmuseum in A’dam is
een tentoonstelling te zien over de ontwikkeling van de
lithografie in Frankrijk in de negentiende eeuw. De
vroegste litho (steendruk) die wordt geëxposeerd is van
Vivant Denon, die gemaakt is vlak na de uitvinding van
dit procédé in 1796 door Senefelder in München. Op de
tentoonstelling is duidelijk te zien dat rond het jaar
1816 de Franse kunstenaars grote belangstelling
kregen voor de nieuwe techniek. Zij werkten zelf op
steen, maar lieten hun drukken dikwijls vervaardigen
door drukkers, die al spoedig “Baron Denon and Mauzaisse”
begrepen, dat het grote Litho: Denon, 1819.
publiek belangstelling voor
hun produkten kreeg. Reden, waarom zij hier en daar winkeltjes
openden, waar men litho’s los of in serie kon kopen. De mogelijkheden
die deze nieuwe techniek bood, werden in de negentiende eeuwse
Frankrijk binnen weinige jaren geestdriftig toegepast. Kunstenaars
vonden er een nieuwe mogelijkheid in, hun beelden – en daarmee hun
ideeën – in veelvoud naar buiten te brengen, eerst eenvoudig in zwart-
wit, wat later als men de techniek beter is gaan beheersen ook met toon
en tenslotte, te beginnen met Manet, in méér kleuren.
“Polichinelle” - Litho: Édouard Manet, ca.1875.
Vele grote kunstenaars uit de vorige eeuw hebben zich bezig gehouden
met het lithograferen. Al naar hun aard behandelden zij vele en velerlei
onderwerpen: landschapsbeelden, portretten, satirische (dikwijls
cartoonachtige) prenten, tijdschrift- en boekillustraties, affiches – om er
slechts enkele te noemen. Men vindt op de tentoonstelling, die op één na
alleen werken toont uit het eigen bezit van het Rijksprenten-kabinet
(waaronder enkele bijzonder fraaie drukken) dan ook prenten van grote
meesters als Géricault, Delacroix, Daumier,Manet, Redon, Degas, Gauguin,
Pisarro, Cézanne, Toulouse Lautrec (“Le jockey”), Bonnard, Vuillard en
vele anderen. De tentoonstelling is chronologisch ingericht, waardoor een
goed beeld ontstaat van de ontwikkeling van de lithografie: van zwart-wit,
via het gebruikmaken van een tintplaat naar de kleurenlitho en de van de
steendruk afgeleide zincografie (een identieke procedure, waarbij in plaats Le Jockey, 1899.
van een lithografische steen gebruik wordt gemaakt van een plaat zink). De laatste litho van
Toulouse -Lautrec.
16-04-1974 De waarheid - Geschakeerde kunstuiting 100 Jaar Franse litho’s in het Rijksmuseum.
Het Rijksprentenkabinet heeft een zeer interessante tentoonstelling ingericht van Franse litho-
grafieën uit de 19e eeuw. Een goede gedachte, omdat het juist de Franse kunstenaars uit die periode
geweest zijn, die de lithografie tot een zelfstandige en veel geschakeerde kunstuiting gemaakt
hebben. Lithografie is een z.g. oppervlaktedruk, d.w.z. er wordt niet gekerfd of gesneden in hout of
metaal... Dit procédé werd in 1798 uitgevonden door Aloys Senefelder uit München als een goed-
kope reproduktiemethode. In Duitsland werd het procédé dan ook voor-namelijk commerciëel
gebruikt. De Franse kunstenaars hebben de lithografie tot een zelfstandige kunstvorm ont-wikkeld.
Napoleon’s generaal Baron Lejeune zag de
lithografie-techniek in München. Terug in Parijs
slaagde hij er in de kunstenaars Vernet, David
en Denon in de techniek te interesseren. Pas
toen Lasteyrie en Engelmann, beiden opgeleid
door Senefelder, zich met de ethno-grafie
gingen bemoeien, werd de belangstelling echt
groot. In 1816 richtten zij ethnografische
winkels op in Parijs en vanaf die datum
floreerde de litho.
Lasteyrie Engelmann
Op de tentoonstelling zijn vele beroemde
voorbeelden te zien, zoals Delacroix’s illustraties
voor de Faust van Goethe, waar Goethe zelf heel
gelukkig mee was. Ook prachtige dierstudies van
Delacroix en zeer stemmige landschappen van
Isabey. Ook van Ingres is er nog een litho, zodat
in feite de hele 19e-eeuwse kunst uit Frankrijk
daarbij te zien is. Een ander hoogtepunt zijn de
prachtige litho’s van Daumier, die verschenen in
het politiek-satirische weekblad Caricature.
Schitterende kunstwerken en ook felle
aanklachten tegen de dictatuur en willekeur van
het corrupte regiem van de z.g. “burger-koning”
Louis Philippe.Van wat later zijn er de beroemde
bladen van impressionisten als Manet en Renoir,
een prachtige symbolische serie van Redon, de
beroemde danseresjes van Degas en de baadster In 1827 creëerde Delacroix 17 litho’s
van Cézanne. voor een Franse editie van Goethe’s Faust.
En niet te vergeten de beroemde
litho’s van Toulouse-Lautrec, die ook de
kleurenlitho ontwikkelde. Het is te veel om op
te noemen, het is aan te raden het zelf
allemaal te gaan zien. Op de tentoonstelling
ziet men dan één eeuw Europese kunst-
geschiedenis in die tijd – weliswaar toegespitst
op de lithografie, maar met de gaafste
voorbeelden daarvan die te vinden zijn.
Kleurenlitho van Paul Cézanne,
gedrukt door Auguste Clot.
27-04-1974 Nederlands dagblad
Franse litho’s in Amsterdam.
Het prentenkabinet is helemaal aan zijn
bewuste aandacht ontgaan. Wel heeft hij, als
hij de rechteringang nam voor het betreden
van het Rijksmuseum, mogelijk enkele zijpassen gemaakt in een reeks gangen, waar allerlei
produkten hingen van wat men noemt: de grafische technieken. Daar hingen mogelijk etsen,
houtsneden en litho’s.Kijk – en toen was hij in de voorportalen van dit “kabinet”.Tot 2 juni van dit
jaar bieden deze gangen de mogelijkheid voor de bezoeker, kennis te maken met een zeer selecte
en boeiende serie litho’s uit het deel van het museum hier samengebracht, dat men het
Rijksprentenkabinet noemt.Vooral de negentiende eeuw heeft zich geworpen op de litho. In het
laatst van de achttiende eeuw – om precies te zijn in 1796 – had de Duitser Senefelder te München
de eerste litho’s, de eerste zwart-wit steendrukken gemaakt. Hij staat dan ook te boek als de vader
van de lithografie.Frankrijk heeft in de negentiende eeuw in zijn grote stromingen van classicisme,
van romantiek, van impressionisme en expressionisme tientallen kunstenaars gekend, die onder de
scholieren reeds een zekere bekendheid hebben gekregen en die tezamen het picturale aangezicht
van Frankrijk hebben gevormd als men dat zo in een niet al te fraaie dictie mag zeggen... Het laatse
procédé, dat ik bij Bulder heb leren kennen, is de litho. Hij heeft er betrekkelijk weinig mee gewerkt.
Toen hij in 1963 afscheid nam van zijn arbeid als docent aan de Academie Minerva te Groningen in
verband met het bereiken van “de pensioengerechtigde leeftijd” had hij nog grote plannen. In zijn
atelier lagen nog stapels lithografische stenen op bewerking te wachten. Een jaar later, op 30
januari 1964, stierf deze kunstenaar van formaat en bescheidenheid. ... De stenen zijn naar de
Academie in Groningen gegaan...Wie een wandeling maakt door de gangen van het
Rijksprentenkabinet zal eerst wat moeten wennen en acclimatiseren. De eerste indruk van het
getoonde werk, dat chronologisch is opgehangen, zal niet overweldigend zijn. En het is of ik Bulders
stem achter me hoor zeggen “ik val er niet van om! ” Maar een excursie naar deze expositie zal naar
mijn oordeel de geduldige en enigszins ingewijde kijker steeds meer “los” werken en zelfs in
vervoering kunnen brengen. Geen wonder! Wanneer ik stel, dat alle grote kunstenaars uit de vorige
eeuw op de steen hebben gewerkt, dan zeg ik meer dan ik kan verantwoorden. Van Gogh heb ik
gemist. Ik attendeer op het werk van Degas en Piscaro. Op dat van Emille Bernard, bekend door zijn
correspondentie met Vincent van Gogh. Verder op dat van kunstenaars als Manet en Gaugin – allen
figuren uit de periode van het impressionisme. Ik noem Puvis de Chevannes; de grote Cézanne, die
het impressionisme een zeker halt toe riep. Ik zie, dat ik in mijn haasten al belangrijke figuren als
Gustaaf Doré en Jean Baptist Camilli Corot heb gepasseerd. Maar Pissaro trekt reeds mijn aandacht
en niet te vergeten de merkwaardige figuur van Henri de Toulouse Lautrec. Laat ik eindigen met
het noemen van Pierre Bonnard en de poitillist Paul Signac, die ook in de litho nog zijn aard en
stippeltechniek niet kan verloochenen.
“Ballerina” “Le Soir – Le Jetee de Flessingue”
Litho van Edgar Degas, ca.1922 kleurenlitho van Paul Signac, 1898.
Ik wil er verder op attenderen, dat de litho, vooral als ze voorgeprepareerd wordt op papier en
daarna overgebracht op de steen, een oneindig aantal mogelijkheden biedt. Ik wijs U op het
landelijke tafereel “De zaaier” van Millet, op de aangrijpende prent van Manet “De terechtstelling
van Maximiliaan”,interesssant affiche van Pierre Bonnard uit 1896 voor de expositie van de “Salon
des Cents”. Mijn totaalindruk is, ook door de kleurenlitho’s, die hier aanwezig zijn, dat de
kunstenaar in de litho zich volledig kan uitleven: romantisch; strak en met zware lijnen; verijld en
verdroomd, geestig en charmant, vloeiend en krachtig, overweldigend en benauwend door de
tegenstelling der partijen en door de verschrikking van het uitgebeelde. Maar evengoed realistisch in
een uitdrukking van landschappelijk schoon en van stedelijke pracht.Daarom – als U dezer dagen
toch het Rijksmuseum aandoet sla dan deze interssante expositie vooral niet over. Als U de tijd er
voor neemt gaat er een nieuwe wereld voor U open. De wereld van de lithografie in al haar
mogelijkheden.
“De zaaier” “De executie van Keizer Maximiliaan” Affiche:“Salon des Cent”
Litho: Millet ca.1850 Litho:Manet, 1868. Litho:Bonnard, 1896.
29-005-1975 De Telegraaf – De “missie” van Piet Clement - De Amsterdamse steendrukker, is
de laatste tijd bijzonder actief in de weer als propagandist voor de Nederlandse Grafiek. Zijn aan de
Prinsengracht 845 gevestigde Printshop, het commerciële verlengstuk van zijn drukkerij, is een
vertrouwd adres voor de Nederlandse liefhebbers van de grafiek. Zij kunnen er werk aantreffen van
o.a.Diederen,Lataster, Postma, Flor, Jan Cremer, Lucebert. In “stock” of op wisselende exposities...
20-09-1975 De Telegraaf - Kunst op zijn Amerikaans - Bij de drukkerij Henkes en Senefelder in
Purmerend heb ik de Canadees Jack L.Cray (48) ontmoet. Jack is de meest bekende zeeschilder van
het Amerikaanse vasteland en dankt zijn succes aan het feit, dat hij 20 jaar geleden op een
piepklein bootje naar New York kwam. Dat was al eerder vertoond, maar Jack bleef op het scheepje
wonen en woonboten kende men daar nog niet in die tijd. Zo kwam Jack in het nieuws en daar hij
zijn schildersatelier aan boord had automatisch ook zijn artistieke activiteiten. Nadat hem gevraagd
werd John F. Kennedy een schilderij aan te bieden, volgde het sneeuwbaleffect. Hij was geslaagd in
de wereld der zeer rijken. In het begin kon hij het zelf amper geloven. Toen prins Bertil van Zweden
naar zijn huis in Nova Scotia kwam en zich voorstelde, zei Jack: “Ja zeker, en ik , ik ben koning
Faroek”. Jack is nu lid van de exclusieve Sailfish Club op Florida. Daar ontmoette hij Peter Pulizer,
die hem aanraadde in Nederland lithografieën van zijn doeken te maken voor de stakkers, die de
originelen niet betalen kunnen. Want Jack verkoopt niets onder de 50.000 dollar. De reprodukties
gaan nu weg voor het eenvoudige bedrag van 500 dollar per stuk. Er worden er in Purmerend ook
maar 500 van gemaakt en de drukplaat heeft Jack donderdag eigenhandig met een mes vernietigd.
Hij kreeg dit idee door de vernieling van de Nachtwacht. “De dader moet niet naar een inrichting”,
aldus Gray, “voor zo iemand moet de gevangenis worden opgetild. Hij moet eronder worden gelegd
en dan het gebouw weer op zijn plaats”. Hier spreekt een echte kunstvriend! Om de litho’s te maken,
moest men het 75.000 dollardoek “East Ironbound Winter” uit Florida laten overkomen. Daar hangt
het in een restaurant. Niet zo maar een eettentje, begreep ik. “Er staan meer Rolls-Royces voor de
deur dan er Dafs in Nederland zijn”, verzekert Gray. De eigenaars eisten dat er een advocaat mee-
ging en er werden twee eersteklas-tickets gekocht.
Een voor de “lawyer” en een voor het super-
kunstwerk. Door het bedrijf van kunstpromotor jhr.
Jan Six werd een reproduktie gemaakt en de
vervaardiging der litho’s begeleid. Jan Six kreeg dan
ook een litho van het typisch Amerikaanse
kunstwerk (stijl Famous Artists School) met de
opdracht aan Jan Six de tienden. Want Jack Gray
had uitgerekend dat zijn Nederlandse collega
Rembrandt precies tien generaties geleden de
voorvader van Jan Six had geportretteerd.
18-02-1976 De waarheid
BIJZONDERE TENTOONSTELLING IN AMSTERDAM.
De veelzijdigheid van Picasso
De tentoonstelling van Picasso, die momenteel in de
Amsterdamse galerie Kamp is te zien omvat ook
litho’s... Picasso, altijd vol nieuwsgierigheid naar
wat hij met zijn handen en zijn vak kon, leerde in
1945, op 64 jarige leeftijd, de meesterdrukker
Mourlot kennen, die hem weer opnieuw de liefde
voor de steendruk bijbracht. Zijn totale produktie in
deze oeroude techniek bedroeg tot dan toe niet
meer dan 27 platen. Het zouden er spoedig meer
worden.
“Le vieux Roi” – Litho van Picasso, 1959.
13-03-1976 De waarheid – Maison Descartes A’dam.
Haarscherp werk van Toulouse Lautrec.
“Gezicht op het uitgaansleven”, dat is de titel van een tentoon-
stelling van lithographieën van Toulouse Lautrec.
Het is de expositie van een collectie die eigendom is van het
Gemeentemuseum van Den Haag. Bij de tentoonstelling op de
Vijzelgracht zijn een dikke vijftig litho’s te bewonderen. De
steendruk is een techniek die Lautrec de mogelijkheid gaf om
zijn talent voor het snel schetsen van haarscherpe tekeningen
op nuttige wijze toe te passen in het milieu waarin hij zich het
liefst ophield, het uitgaansleven van Parijs. Het resultaat: veel
illustraties bij- of omslagen van programma’s voor cabarets en
toneelstukken, veel schetsen van scènes en personen uit de
Moulin Rouge en andere vermaakcentra van Parijs.
“Le Missionnaire – Le Loge au Mascaron”
Litho: Toulouse Lautrec, 1897.
15-06-1976 Leeuwarder courant: hoofdblad voor Friesland.
Binnenkort zit er een luchtje aan uw drukwerk.
AMSTERDAM – Binnenkort zal ook in Nederland aan bepaald druk- of reclamewerk een luchtje zitten,
gelukkig meestal een prettig geurend luchtje. Het is in Amerika en Engeland al enige tijd op de
markt en wordt thans in ons land geïntroduceerd onder de titel “microfragrance” door drukkerij
Henkes-Senefelder in Purmerend...
07-01-1977 Nieuwsblad van het Noorden
NA 100 JAAR 1.750.000 KEER GROTE BOS
Levenswerk van Groninger leraar dijt steeds uit.
Ze moeten meer geven dan de gesteldheid der
landen, de grenzen, de verdeling en ligging der
plaatsen; ze moeten het land en zijn bewoners
leren begrijpen in de ware zin des woords: “Ze
moeten den leerling opwekken tot nadenken over
de betrekking tusschen land en volk; ze moeten
stof tot verwerken en gelegenheid tot denken
geven”. Meester P.R. Bos (1847-1902), leraar aan
de Groningse Rijks-HBS, praat over de kaarten in
zijn eerste atlas “Schoolatlas der Geheele Aarde”,
nu iedere Nederlander bekend als de Grote Bos...
Bos was meer dan alleen auteur. Vooral in de
begin-periode reisde hij met zijn “papieren
kinderen”, zoals hij zijn atlassen en boeken
noemde, langs scholen om er bekendheid aan te
geven. Hij liet zich ook in met de technische
Europa in de 13e druk van de Bosatlas details het kaart- en atlas maken(lithografie en
Kleuren lithografie: J.B. Wolters, 1897 steendruk)...
26-09-1977 De waarheid
Fin de siècle met een vleugje humor – Prachtige
tentoonstelling van werken van Van Hoytema.
Een uiterst realistische getekende apenfamilie, in
goedmoedige verveling bijeen... Van Hoytema leefde van
1863 tot 1917, een periode waarin de beeldende kunst
zich in stroomversnelling bevond. Verschillende
stromingen vaak voorzien van theoretische manifesten
wisselden elkaar in snel tempo af. Moderne
reproductietechnieken, waaronder de steendruk –
lithografie, werd gebruikt in verkoopbare kunst: affiches,
illustraties in boeken, kalenders en ansichtkaarten. Een
ideale tijd voor iemand die gek was van tekenen, zijn
ogen wijd open hield en de verschillende stijlen kon
gebruiken voor zijn eigen doeleinden en voorliefdes. Zo
iemand was Theo van Hoytema...
“Drie apen op een boomstronk”
Litho: Theo van Hoytema.
11-11-1977 Het vrije volk: democratisch-soc. dagblad.
Belangstelling voor lithografie herleeft.
Op twee tentoonstellingen in kunstzaal Zuidwordt de
herleefde belangstelling bij vrij veel jonge kunstenaars
voor de lithografie gesignaleerd.Tegelijkertijd wordt
daarmee een overzicht van de Rotterdamse lithografie
geboden. Er is zoveel werk van jongeren als ouderen te
zien. De bedoeling is: naar voren brengen hoe een reeks
kunstenaars van de techniek van de litho gebruik maakt en hoe zij zowel in zwart en wit als in kleur
bijzonder overtuigende resultaten weten te bereiken. De vraag naar de herleefde belangstelling doet
dan ook weinig terzake. Sinds de ontdekking van de litho, de steendruk, door Senefelder aan het
einde van de achttiende eeuw, hebben talrijke kunstenaars zich in die techniek verdiept en de
mogelijkheden beproefd. Een democratische techniek bij uitstek, omdat de oplage van een prent
praktisch onbegrensd is en de prijs dus aanmerkelijk lager ligt dan voor unica. Het is waar dat de
opkomst van de zeefdruk in het begin van de jaren zestig de litho leek te verdringen, maar zoals het
dikwijls gaat met bepaalde noviteiten, ontstaat er na verloop van tijd toch weer een zeker verlangen
om terug te keren naar technieken die hun bruikbaarheid hebben bewezen. Bovendien, ook in de
beeldende kunst is een golfbeweging waar te nemen van stijlen en technieken, die, als deze
eenmaal het hoogtepunt hebben bereikt, vaak tientallen jaren later weer in aanzien raken. Hout- en
linosneden hebben dergelijke hoogtepunten ook gekend en worden soms opnieuw onverklaarbaar
populair, waarom zou het met de steendruk anders zijn? Een kunstenaar als Wally Elenbaas heeft
zich bijna zijn leven lang in deze techniek senang gevoeld. Hij heeft nu een grote tentoonstelling in
de Doelen ter gelegenheid van zijn 65ste jaar. Ook in kunstzaal Zuid liggen enkele kenmerkende
bladen van hem. Van de enkele jaren geleden gestorven graficus Jaap Kraanen is er, om tot Zuid
terug te keren, een hele wand met prenten. Fascinerend blijft zijn wonderlijke verbeelding en
nerveuze handschrift.
“Handleeskunde” - Litho: Wally Elenbaas, 1950. “Insecten” - Litho: Jaap Kraanen jaren ’70.
Dichterlijk van kleur zijn de litho’s van Daan de Dikkenboer, een
uitzondering als wij die onder ogen krijgen omdat hij met
exposeren nooit voorop loopt en bij het werk duidelijk zijn eigen
tempo bepaalt. Op de tweede tentoonstelling komen weer
ouderen en jongeren aan bod, onder wie de dit jaar overleden
Wim Motz, een een pionier als Piet
Roovers, de old-timer Piet van
Stuivenberg, Koos van Vlijmen, en de
tekenaar van de Rotterdamse haven en
ende Londense underground Ed van
Zanden.
“Sleepboot”
Litho:Dikkenboer,1958
“Lyrische compositie”
Litho:Wim Motz,1961
Abstracte compositie - Litho:Roovers,1960. “Riviergezicht R’dam” Litho:Van Zanden,1964.
Een goed idee om zijn werk te presenteren en de kijker er van te doordringen dat Rotterdam op
lithografisch gebied zeker niet achterloopt.
25-01-1978 De waarheid
De romantische landschappen van Wijnand Nuyen.
In het Haags Gemeentemuseum is behalve prenten van
Escher ook veel ouder werk te zien. Ook de schilders
van de Nederlandse Romantiek zijn er vertegenwoordigd,
met de jonggestorven Wijnand J.J. Nuyen (1813-1839)
aan de kop. Deze is er nu eens uitgelicht ...Naast schil-
der was Nuyen ook een vroege beoefenaar van een gra-
fische techniek, die vlak voor 1800 door de Duitser
Senefelder was uitgevonden: de lithografie of steendruk.
Net als zijn collega Koekoek lithografeerde hij al rond
1830 landschappen; een serie illustraties voor roman-
tische bladmuziek levert de nodige afwisseling. Al het
grafisch werk is tentoongesteld. Nuyen werd geïnspi-
reerd door buitenlanders, wie hij op zijn reizen leerde “Sloep voor de kust” Litho van Nuyen.
kennen. Litho’s van de Fransman Isabey hebben hem
wel het meest gepakt, wat een reeks kustgezichten met slecht weer tot gevolg had..
10-11-1978 Nieuw Israelisch weekblad.Antiekbeurs Delft laat
dit jaar veel goeds achter.
Het Oude en Nieuwe Testament, Griekse en Romeinse mythologie,
Chinese en andere beschavingsgeschiedenissen, technieken en
materialen van allerlei aard, kortom kennis op elk gebied van
vroeger en huidig leven komt te pas en wordt vergroot op de
Delfste beurs, nu eens in algemene zin, dan weer toegespitst op
één bepaald ogenblik of voorwerp... Ook aan druktechnieken kon
men zijn hart ophalen: te zien waren politieke- en spotprenten in
kleur als “laatste stuiptrekkingen van de ets” voordat, na de
uitvinding door Senefelder in omstreeks 1800, de steendruk de
wereld veroverde: vooral Honoré Daumier, de kampioen van de
anekdote, bouwde de lithografische kunst tot ongekende hoogten
uit...
“De terugkeer van Hugo uit ballingschap”
Litho van Honoré Daumier, 1878.
03-05-1979 Leeuwarder courant: hoofdblad van Friesland.
Nieuwe aanwinst voor het Fries Grafisch Museum.
LEEUWARDEN – Het Fries Grafisch Museum heeft gisteren zijn
bezit uitgebreid met een steendrukproefpers. Voor een bedrag
van ƒ750 kon een steendrukproefpers worden overgenomen van
de heer R.J. Schotanus uit Doetichem. Deze pers is ongeveer
vijftig jaar geleden gebouwd door de firma Druckma uit Leipzig. De steendruk is een voorloper van
de offset-druk en werd aan het eind van de achttiende eeuw door Aloys Senefelder uitgevonden.
Bij het Fries Grafisch Museum is men vooral daarom zo verguld met de steendrukproefpers, omdat
er daardoor meer mogelijkheden ontstaan voor het geven van cursussen. Dan komt er trouwens ook
een kreatief medewerker bij het museum in dienst, die deze cursussen gaat begeleiden. Hieraan
kunnen maar een beperkt aantal cursisten deelnemen: maximaal zes per curus. Gehoopt wordt, dat
door het aantrekken van de steendrukproefpers ook kunstenaars gebruik gaan maken van de
faciliteiten van het museum...
Het Fries Grafisch Museum kon trouwens nog een belangrijke nieuwe aanwinst melden, namelijk een
“Letterproef van Johannes Enschede uit 1768”. Voorzitter Fridtjof Hamel van het museum betitelde
dit als “iets unieks”. Het Grafisch Museum kreeg deze “Letterproef”, samen met een “autovol” ander
nog niet uitgezocht materiaal aangeboden door de heer J. Lugtenburg uit Apeldoorn, onder
voorwaarde dat het museum de geschonken artikelen nooit zal verkopen.
25-05-1979 Leeuwarder courant - Daalder, Geerdink en Wicherson in Coopmanshûs.
Jonge lithografen in Franeke- Er zijn niet zo geweldig veel grafische kunstenaars meer die
gebruik maken van de lithografie of steendruk. Vooral sinds de stormachtige opkomst van de
zeefdruk in de beeldende kunst lijkt de klad erin gekomen te zijn, al ligt daar niet direct een
oorzakelijk verband tussen. Maar mogelijk zou men meer zijn toevlucht tot de litho hebben genomen
als de zeefdruk er niet geweest was. Er is nog een reden voor de achteruitgang van deze techniek.
Het wordt namelijk steeds moeilijker om aan een goede lithosteen te komen. De steensoort, van een
zeer speciale poreuze kalkachtige formatie, is grotendeels afkomstig uit de groeven bij het Beierse
Solnhofen en deze vindplaats is zo langzamerhand uitgeput geraakt.Soms komt er nog wel eens iets
te voorschijn van een drukkerijzolder... Het is daarom plezierig
dat het Coopmanshûs te Franeker werk laat zien van drie jonge
lithografen, zo rond de dertig: Herman Geerdink, Frank Daalder
en Johan Wicherson. Niet vanwege het feit dat zij gebruik maken
van een uitstervende techniek – dat zou alleen maar pure
nostalgie zijn – maar omdat het zo’n bijzonder gevoelige
techniek is, die heel fijne nuances toelaat. Geerdink is de
krachtigste van het drietal: hij zet stevige vormen op tegen een
dessin-achtige achtergrond. De vormen zijn geïnspireerd op
allerlei eetbare dingen, zoals wortels, pasteitjes, hammen, enz.
Overigens wel zodanig gestileerd dat je eerder met zelfstandige
vormen te doen hebt dan met afbeeldingen.
“Zwaan”
Litho van Herman Geerdink, 1978.
03-11-1979 Leeuwarder courant: hoofdblad van Friesland
Copy Art - Innovatie, het zoeken naar en het invoeren van iets
nieuws, is niet beperkt tot de industrie. Ook de kunstenaars
experimenteren voortdurend en grijpen iedere kans aan om hun
creativiteit weer eens anders op uit te leven. Een voorbeeld uit
het verleden is de lithografie, of wel de steendruk. Deze techniek
werd in 1796 door Alois Senefelder ontwikkeld voor het ver-
menigvuldigen van bladmuziek. Zijn medewerkers pasten de methode onmiddellijk toe in hun vrije
grafische werk. Het duurde niet lang of de litho-
grafie werd beschouwd als een volwaardig artistiek
uitdrukkingsmiddel, naast de techniek van de hout-
snede en de etsen. In onze tijd doet zich een ana-
loge ontwikkeling voor, ook op basis van een tech-
niek in eerste instantie bedoeld voor het reprodu-
ceren. Niet lang nadat de eerste kopieerapparaten
voor kantoorgebruik op de markt kwamen, werden
ze door beeldende kunstenaars als nieuw en boei-
end uitdrukkingsmiddel geadopteerd. Op dit mo-
ment is er in de Verenigde Staten al een aan-
zienlijke produktie van wat men is gaan noemen
Copy Art. Een beetje rare naam: Kopie-kunst.
Kunst is geen kopie. Kopieën heten nimmer kunst.
In Amerika wordt bedoeld, kunst die met behulp
van een kopieermachine wordt voortgebracht.
American Art Copy, gesigneerd door A. LaRochelle
Aanvankelijk sprak men wel van xerografie. Het proces van droog-schrijven, waar kopiëren op neer
komt, heet in het Grieks namelijk xeros graphein. Bovendien maakte de firma Rank Xeros de
kopieermachine populair, waardoor de merknaam soortnaam werd. De produkten van de Copy Art
worden prints genoemd. Nu kan de kunstenaar een kopieerapparaat normaal gebruiken, dus zonder
in te grijpen in het kopieerproces. Het gaat hem er dan om het origineel zo goed mogelijk weer te
geven. Hij kan echter ook manipuleren, dit wil zeggen tijdens het kopieerproces veranderingen
aanbrengen in de programmering van het apparaat. Hij kan de belichtingstijd veranderen, of de
toevoer van de “toner”. Het manipuleren kan zijn gericht op het veranderen van het beeld. Voor al
deze handelingen hebben de Amerikaanse artiesten bijpassende namen gevonden. Nog interes-
santer is dat er tegenwoordig ook apparaten zijn, waarmee kleuren kunnen worden gekopieerd. Dat
wordt gerealiseerd door het tegelijkertijd gebruiken van de drie primaire kleuren: rood, geel en
blauw. De kunstenaar die met zo’n apparaat werkt, kan niet alleen het evenwicht tussen de kleuren
beïnvloeden, maar ook elke kleur afzonderlijk. Zo kan hij realiseren wat hem voor ogen staat.
De afbeeldingen die op deze wijze worden gemaakt, worden bovendien gekenmerkt door de speci-
fieke kenmerken van het gebruikte apparaat. De afdrukken die op verschillende kopieerapparaten
van eenzelfde origineel worden gemaakt, wijken onderling dan ook af. Zoals een ets niet lijkt op een
plaat waarmee hij is gemaakt, wijkt ook de afdruk die op een kopieerapparaat is gemaakt verder
altijd een beetje af van het origineel. De meeste kunstenaars die deze techniek toepassen, werken
niet volgens een tevoren nauwkeurig bepaald programma. Ze gebruiken als het ware de
kopieermachine als een schilder zijn palet. Omdat kopiëren razendsnel gaat, kan men zijn invallen
meteen realiseren. Dat komt de originaliteit ten goede. De resultaten van dit alles zijn nu voor her
eerst in ons land te zien. De Nederlandse fabrikant van kopieerapparaten, Océ van der Grinten,
heeft werk van achttien Amerikaanse kunstenaars naar hier gehaald...
01-08-1980 Limburgsch dagblad.
De offset is ontwikkeld uit de steendruk of lithografie.
De Duitser Senefelder vond deze techniek uit. Het beeld
wordt met vetkrijt of vette inkt rechtstreeks op de steen
getekend, nadat deze eerst vlak gemaakt is of gegreind. Door
het greinen krijgt de steen een fijn korrelig oppervlak. Het is
dan mogelijk om grijstonen te drukken. Toulouse Lautrec
koos voor dit procédé om monumentaal en kleurrijk te
kunnen werken...
Kleurenlitho van Toulouse-Lautrec,1899
31-05-1980 Limburgsch dagblad.
Jubileum Smeets –Prins Claus zal woensdag 4 juni met zijn
aanwezigheid het 150-jarig jublleumfeest opluisteren van
Smeets Offset B.V. in Weert... Aan hem zal daarbij een herin-
neringsgeschenk werden aangeboden, bestaande uit litho’s,
welke samen door het thema lijn, kleur en vorm een triptiek
vormen. De litho’s werden vervaardigd door de kunstenaars
Elffers, Eckhardt en Roos en op steendruk gedrukt door
Rento Brattinga.
01-08-1980 Limburgsch dagblad.
Aart van Dobbenburgh bewogen lithograaf.
SLENAKEN – In het gemeentehuis van Slenaken is werk te
bezichtigen van de 80-jarige lithograaf/ aquarellist Aart van
Dobbenburgh uit Bentveld. Een bijzonder knap tekenaar, die
daardoor in brede kring bekendheid geniet. Hij was eerder
docent aan de koninklijke academie in Den Haag. Zijn werk
bevindt zich in het Rijksprentenkabinet Amsterdam, Museum
Boymans Rotterdam, Gemeentemuseum Den Haag, Teyler
museum Haarlem en zelfs in een Portugees museum. In 1963
verscheen een biografie met litho’s bij de Erven Thijl Zwolle en
in 1976 bij Nygh en van Ditmar Den Haag, een boekwerk met 48
reproducties van zijn litho’s. Van Dobbenburgh is Amsterdam-
Portet van dochter Marthy mer, werd opgeleid aan de
kunstnijverheidsschool Quellinus te
Litho: Van Dobbenburgh, 1959 Amsterdam. Hij tekende
portretten van de hoofdfiguren bij
Tolstoi’s “Oorlog en Vrede”,
dat in 1949 verscheen, en andere romanfiguren. Een 35-tal litho’s bevinden zich in het Tolstoi-
museum in Moskou, hij ontving ook de Tolstoi-medaille en is ridder in de orde van Oranje Nassau.
Een gevestigd kunstenaar die zich behalve als vakman ook als karaktertekenaar laat kennen Zijn
mededogen met al het levende spreekt uit zijn werk. Gezichten en handen boeien hem ongemeen.
14-05-1981 Nieuwsblad van het Noorden - De lithografie -Er wordt op een gepolijst stuk steen
getekend, de vrijgebleven gedeelten worden verfafstotend gemaakt, en men kan gaan drukken. Dat
is de steendruk of lithografie, kort voor 1800 in Duitsland uitgevonden... Met lithografisch krijt of
inkt wordt op de vlakke steen een voorstelling
aangebracht. Met krijt kun je een krijttekening
maken; met pen en inkt een pentekening, en met
penseel en inkt een aquarel. Zo kan er spontaan
en vlot worden gewerkt, en het resultaat kan heel
verscheiden zijn door de drie tekentechnieken die
de kunstenaar ter beschikking staan. Er volgen
dan wat chemische ingrepen om de onbetekende
gedeelten van de steen verfafstotend te maken.
Het principe waarvan men gebruik maakt is, dat
water en vet elkaar afstoten.
Chromo litho “Het Iersche Paard”, 1898.
naar schilderij v.Eerelman.
Litho: Goffart en Schoenbeck.
De voordelen van de steendruk ten opzichte van de andere technieken zijn: de vrije en vlotte
manier van tekenen; de mogelijkheid van grotere oplage omdat de steen minder snel slijt; de
mogelijkheid om snel te drukken. Zo kan de prent goedkoper worden... In Rotterdam maakte in
1812 Jacobus Weiland de eerste Nederlandse litho en van daaruit nam de nieuwe tech-niek in
Nederland een grote vlucht. Er was natuurlijk altijd behoefte geweest aan prenten. De fotografie
bestond nog niet en toch wilde men afbeeldingen verspreiden: portretten van vorsten en bekende
persoon-lijkheden; gezichten op steden, dorpen en gebouwen; de ver-beelding van rampen, feeste-
lijkheden, veldslagen; ook kaar-ten en boekillustraties. Al deze gebruiksgrafiek moest liefst
nauwkeurig en natuurgetrouw zijn; de kunstwaarde was minder belangrijk... De litho nu was
aanvankelijk vooral van beteke-nis omdat daarmee de gebruiks-grafiek sneller en in grotere op-laag
kon worden geproduceerd. In de loop van de 19e eeuw gingen daarvan vooral de geïllustreerde
tijdschriften en de goedkopere boeken profiteren. Wie de oudere Groninger Volksalmanakken kent,
ziet de illustraties in steendruk voor zich. Voor de reproductiegrafiek werd de kleurenlitho of
chromolithografie toegepast, die later zulke prachtige bladen zou leveren als kunstgrafiek. Hier
werden meerdere stenen gebruikt, er moest dus meermalen worden gedrukt. Eerst een
contoursteen voor de lijntekening, dan toonstenen voor de verschillende tinten. Men kwam soms tot
wel twintig stenen. Maar het resultaat was dan
ook: net een schilderij. De paardenrassen van
Eerelman zijn zo uitgegeven. De Nederlandse
lithografen leverden goed en vaak fraai werk.
Hun produkten stonden in kwaliteit niet achter
bij de buitenlandse. Het kwam hier alleen
allemaal wat later. Enkele namen: C.C.A. Last
(1808-1876) was uitermate productief en
veelzijdig. Hij heeft werkelijk van alles gemaakt.
Voor Groningen belangrijk is de serie kleuren-
litho’s die hij rond 1860 maakte van mooie
plekjes in de stad. De uitgevers Scholtens &
Roelfsema boden de prenten aan in een map en
ze hadden groot succes.
Kleurenlitho van de stad Groningen, 1860 van
A.L. Scholtens/ H.R. Roelfsema
Er zat nog een klein schandaal aan deze uitgave vast. Last lithografeerde alle twaalf prenten en
bracht ze onder zijn eigen naam uit, hoewel hij zelf maar twee aquarellen ervoor had gemaakt. De
rest was van A.J. van Prooyen, wiens naam niet werd vermeld. De litho’s zijn intussen prachtig.
Charles Rochussen (1814-1894) was
behalve graficus ook schilder en een van
Nederlands beroemde romantici. Ook hij
was zeer vruchtbaar, zij het minder
veelzijdig. Zijn belangstelling ging vooral
uit naar de Nederlandse geschiedenis. Hij
heeft veel historische romans en luxe
uitgaven geillustreerd en van hem zijn ook
de eerste school platen met onderwerpen
uit de geschiedenis.
“Kasteel te Haamstede, dat in vlammen opgaat,1525”
Litho: v. C.W. Mieling - Naar tekening v.Rochussen., 1854.
Rond 1880 heeft dan de fotografische reproductietechniek de
gebruiksgrafiek grotendeels verdrongen. De grafiek wordt
vrijwel uitsluitend kunstgrafiek. Etsen en litho’s worden
kunstwerken voor verzamelaars. De oplage wordt soms bewust
klein gehouden. Dat is niet het geval bij de politieke
spotprenten van bijvoorbeeld Braakensiek (1858-1940), die hij,
soms als bijlage van het weekblad “De Amsterdammer” maakte.
“De Amsterdammer”, ± 1902
Jan Toorop was schilder, etser en lithograaf. De affiche van de
Delftse slaolie is van hem, waaraan de Jugendstil in Neder-
land de naam slaoliestijl ontleent. Zijn vergeestelijkte
symbolische composities zijn een Nederlandse bijdrage aan
het symbolisme.
Affiche “Delftsche Slaolie”, 1893
Litho van Jan Toorop.
Theo van Hoytema (1863-1917) is
grafisch gezien een top in Nederland.
Zijn decoratieve voorstellingen van
dieren en planten, soms in een paar
lijnen, hebben Europese allure. Ons is
hij bekend vooral door zijn
dierenkalenders uit de jaren kort na
1900, en nu jaarlijks heruitgegeven als
Hoytema-kalender. Tekst en afbeelding
zijn verweven als bij een middeleeuws
getijdenboek.
Maurits Escher (1898-1972) is de
laatste van de groten die ik wil noemen.
Veel houtsneden, maar ook litho’s
maakte hij, van een fabuleuze precisie, irreëel en fantastisch, met verbluffende
perspectivische grapjes.
Onbetaalbaar vandaag de
dag.Een rechthoekige binnenplaats wordt begrensd
door een gebouw dat wordt overdekt door een
nooit eindigende trap. De bewoners van deze
woonwijken hebben de rituele plicht om die trap te
beklimmen voor een paar uur per dag. Het lijkt
erop, dat als ze moe zijn, ze mogen draaien zodat
ze via de trap afdalen in plaats van omhoog gaan.
Maar beide richtingen zijn even nutteloos... Bij
verschillende antiquairs kunt u zulke kunstprenten
vinden. Zij zijn in oorsprong bedoeld als
verzamelobject of wandversiering. Wat u ook kunt
vinden zijn de gezellige “oude prenten” die
eigenlijk gebruiksgrafiek zijn en dus niet
oorspronkelijk gemaakt om in te lijsten. Ze zijn
vaak uit boeken gesneden, wat eigenlijk barbarij is.
Maar het publiek vraagt erom dus de
prentenhandelaar ziet winst...
“Klimmen en dalen” - Litho: Escher, 1960.
24-
012-1982 Leeuwarder courant – Wenskaarten door de
jaren heen – Met de hartelijke groeten.
Waar of wanneer op de wereld de allereerste
prentbriefkaarten verschenen, is niet duidelijk.
Verschillende landen eisen de primeur op van de in-
serie-gedrukte kaarten. Daarom is ook enige
voorzichtigheid geboden wanneer we de Engelsman
George Buday citeren, die in zijn History of the
Chrismas Card stelt dat de eerste kerstkaart in 1843
in Engeland is ontstaan. De kunstenaar J.C. Horsley
zou de eersteling toen hebben gemaakt voor een
zekere Henry Cole, die een en ander als steendruk in
Londen liet vermenigvuldigen. Die steendruk-of litho-
was aanvankelijk dè manier voor het vervaardigen
van prentbriefkaarten...
28-01-1983 De Telegraaf.
ITALIAANSE AANDACHT VOOR “WENDINGEN” - In de
Rotterdamse Bouwcentrum is de tentoonstelling “Wendingen
1918-1931”, gewijd aan het bekende tijd-schrift uit die
periode, te zien. De samenstellers van het overzicht zijn
Giovanni Fanelli en Ezio Godoli. De expo-sitie is voor de
eerste keer in Florence gehouden. Er blijkt wel uit, dat
“Wendingen” ook internationaal in de belangstelling staat.
Prof. H. Th. Wijdeved, oprichter en van 1918 tot 1927
hoofdredacteur van het tijdschrift schreef in de inleiding van
de tentoonstellingscata-logus: “Door de quadraatvorm,
raffiabinding, typogra-fie en iedere maand een eigen
omslagontwerp in steen-druk straalde de verschijning een
unieke sfeer uit, die bij uitgevers en drukkers kritiek, maar
bij het kunstzinnig publiek bijval opleverde...
Wendingen jaargang 5 no.2 – Litho:Jan Sluijters
29-03-1984 Leeuwarder courant: hoofdblad van Friesland.
TOEKOMST VAN “FLACH” BELANGRIJKER DAN HISTORIE - De vermaarde Sneker drukkerij Flach bv
bereikt in juni de indrukwekkende leeftijd van honderdtien jaar... Andreas Flach begon een drukkerij
aan de Kleine Kerkstraat, dat zijn opvolgers in 1916 inruilden voor een ruimere plaats aan de toen
nauwelijks bewoonde Leeuwarderweg. Ook schakelde men van boekdruk over op steendruk, een
procédé dat, met name wat betreft kleuren, meer mogelijkheden biedt...
02-07-1984 De waarheid – Waar woord en beeld elkaar raken... Eén van de plaatsen in
Nederland, waar dergelijke ontmoetingen plaatsvinden is het grafisch atelier in Utrecht... Pronkstuk
is een snelpers voor steendruk. Deze in 1930 gebouwde machine, “een soort locomotiefje”, zegt
graficus/beheerder Hans Laban teder, is het resultaat van een expeditie naar Denemarken...
17-09-1984 De waarheid - Gevarieerde grafiek vraagt om omschakeling.
Realistische en constructivistische prenten en daarbinnen ook nog de nodige verschillen zijn te zien
op de tentoonstelling van Duitse grafici in het Van Reekummuseum in Apeldoorn. Duitsland heeft
meer dan menig ander land een traditie op grafiekgebied. De lithografie kwam uiteindelijk ook door
Aloys Senefelder in München aan het licht. Deze tentoonstelling laat grafiek zien vanaf de Tweede
Wereldoorlog… In hun vertaling van de wereld om hen heen maken de realistisch werkende
kunstenaars gebruik van duidelijk herkenbare voorstellingen. Soms blijft het hier bij, maar ook
gebeurt het dat de kunstenaar deze beelden omtovert naar zijn eigen droombeelden of
surrealistische verzinsels. Zo ontstaat bijvoorbeeld “Mr. Hyde” van Bernard Jäger. Hij geeft zijn
mens- en dierachtige figuren weer als een soort dwarsdoor-snedes, waarbij alles wat achter de huid
te zien zou zijn, ook weergegeven is. Ze doen sterk denken aan dwarsdoorsnedes uit medische
encyclopedieën en doen in alles een beetje “ziek” aan. Een bordje “14 contructivisten” kondigt aan
dat het gebied der constructivisten betreden wordt. Deze categorie kemerkt zich door composities,
op geometrische vormen gebaseerd. Josef Albers onderzoekt de werking van één enkele
geometrische vorm, het vierkant in combinatie met kleur. Günter Fruhtrunk laat verschillende
geometrische vormen binnen één vlak zien.
“This Way” Uit de “White Line Square” serie. “Black/White/blue”
Litho: Jäger, 1971. Litho: Albers, 1966. Litho: Fruhtrunk, 1969.
22-09-1984 Limburgsch dagblad -Nicolaas Wijnberg - Bij hem thuis moeten ze vroeger twee
keukens hebben gehad. Die van zijn moeder, waar met kennis en flair het eten werd bereid en die
van zijn vader, de Amsterdamse meesterdrukker, waar de zure dampen hingen van inkt en gom.
Suikergoed, salpeterzuur. Wijnberg stond er als kind bovenop. Snoof, keek en stak op. Voor de
galerie van de Heerlense Stadsschouwburg stelde hij een gevarieerde expositie samen, bestaande
uit een in warme kleuren gehouden lithografie, op smaak gebracht volgens oude huisrecepten,
aangevuld met krachtige, smaakbevordende ingrediënten als erotiek en andere varia.…
“Picnic aan het water”- Litho:Wijnberg 1947 Litho: Wijnberg, 1980
Nicolaas Wijnberg Amsterdam, 1918 – Laren, 2006. Een Nederlands kunstenaar en choreograaf. Hij
was lithograaf, net als zijn vader, maar maakte ook schilderijen, affiches, decors, tekeningen,
illustraties en boekontwerpen. Ook deed hij aan
beeldhouwen.
01-03-1985 Nieuwsblad van het Noorden. - KUNST
De litho-techniek (steendruk) leent zich uitstekend
voor het verkrijgen van tonale effecten. Mart
Kempers bracht met zijn kleuren-litho “Fietser” veel
schakeringen groen aan, met als enige contrast het
fel-oranje truitje van de voortploeterende wielrenner.
Carlotte Mutsaers en Klaas Gubbels bedienden zich
ook van de litho-techniek, zij werken echter niet in
tonen, maar zeer lineair...
“Fietser” – Litho: Mart Kempers, 1983
“Piëta” – Litho: Ch.Mutsaers,1984 Litho: Klaas Gubbels, 1984.
26-03-1985 Limburgsch dagblad - KUNST KIJKEN.
Galerie Ger Ruyters in Hoensbroek presenteert een
uitgebreide grafiektentoonstelling met etsen,
lithografieën en houtsneden uit de 19e en 20ste
eeuw. Deze werken zijn door een hele reeks
vooraanstaande kunstenaars gemaakkt, zoals o.a.
Corneille...
“Woman and yellow bird”- Litho Corneille,1984.
Boven zijn winkel in Brunssum heeft Rob
Rozenman een galerie ingericht. Daar loopt
momenteel een tentoonstelling van steendrukken
van Saskia van Dijk...
Dame met paraplu
Litho: S. van Dijk
18-11-1985 Het vrije volk.
Een tentoonstelling van
oude Artis-affiches., Het
laatste kunstaffiche van
Artis, een steendruk van
een neushoorn-vogel van
omstreeks 1947....
Ontwerper:
Lindenberg.
05-12-1985 Leeuwarder courant
Veel animo voor grafisch atelier -Vandaag is de akte
gepasseerd van de Stichting Grafisch Atelier Friesland. Dat
is al weer een stap in de richting van de totstandkoming van
een grafisch atelier voor de beroepskunstenaars in dit
gewest. Lenos en Noordermeer vormen samen met Van den
Berg en Ket het bestuur. Kunstenaars kunnen gebruik maken van de apparatuur... Een litho-pers
kost bijvoorbeeld ƒ10.000, de inrichting van een compleet lithografisch atelier komt al gauw op
ƒ15.000 tot ƒ20.000. “Dat kan vrijwel geen kunstenaar opbrengen, iedereen is chronisch arm”, zegt
Lenos. Zo’n grafisch atelier, waarvan er in Nederland omstreeks twintig bestaan, is dè oplossing...
06-12-1985 Nederlands dagblad – Teleac brengt cursus “Grafische Technieken”.
Vanavond begint Teleac met een cursus “Grafische Technieken”. De uitzendingen duren een half uur.
Bij “vlakdruk” wordt onder andere de zeer bewerkelijke steendruk uit de doeken gedaan...
12-03-1986 Het vrije volk
Grafiek-aanwinsten in museum Boymans
Museum Boymans- van Beuningen exposeert
met een selectie uit de grafiek-aanwinsten van
de laatste vijf jaar in de prentenzaal. De veertig
prenten – de meeste in kleur – dateren over het
algemeen uit de 19de eeuw en het begin van de
20ste eeuw en zijn van de hand van Nederlandse,
Franse, Engelse en Duitse kunstenaars. De
tentoonstelling geeft een beeld van de
vernieuwingen in de 19de eeuwse prentkunst met
werk van grootheden als Vallotton en minder
bekende kunstenaars zoals de pioniers op het
gebied van de lithografie: Corbould.
“The Ball Room at Eglinton Castle”
Litho: Corbould, 1839.
De grote Engelse karikaturist zoals Rowlandson is met een
representatieve prent vertegenwoordigd. Deze kunstvorm
beleefde in Engeland een hoogtepunt aan het eind van de 18de
eeuw.
Litho: C.J. Winter naar tekening v.Rowlandson,1869.
06-06-1986 De Telegraaf.
Grafiek van IMPRESSIONISTEN en tijdgenoten.
Uit het enorme bezit van het Rijksprentenkabinet wordt
gedurende de zomermaanden een selectie prenten van
impressionisten en tijdgenoten tentoongesteld. Centraal op
deze presentatie van Franse grafiek staan de kunstenaars, die
in 1874 voor het eerst samen in Parijs exposeerden en bij die
gelegenheid de naam “Impressionisten” kregen...
Renoir kreeg pas werkelijk belangstelling voor het
impressionisme, toen de lithografie, de steendruk, populair
werd. Deze techniek kreeg rond de eeuwisseling geleidelijk
meer aandacht...
04-12-1986 Het vrije volk.
Litho’s te koop voor HVV-lezers.
Lost future is de titel van de litho (steendruk) die
Louis Looyschelder nu voor Het Vrije Volk gemaakt
heeft. De gerenommeerde Amsterdamse
steendrukker Rento Brattinga heeft de oplage van
honderd prenten inmiddels afgeleverd. Ze worden
verkocht voor vijfenzeventig gulden per stuk. “Via de
krant”, vertelt Louis Looyschelder (bijna 41) “kan ik
het publiek bereiken dat niet naar galeries komt. Zelfs
de mensen die een prent kopen, komen in het
algemeen niet naar galeries of de artotheek. Nu
kunnen ze toch in contact komen met mijn werk.”
13-11-1987 Nieuw Israëlietisch weekblad
Openhartige melange van alle eeuwen in
de Rai -Niet alleen het credo dit jaar van
Amsterdam Culturele hoofdstad van Europa,
heeft het denkbeeld gericht om tot een
weergaloos nationaal evenement te komen op
het gebied van oude en moderne kunst...Een
ieder kreeg zijn kans om mee te doen aan
deze manifestatie...
De grafische kunstenaar David Schneur, een
joodse Duitser die voor de Tweede
Wereldoorlog de wijk nam naar Palestina,
maake de steendruk “Parasol”...
18-04-1988 Het vrije volk. Oorebeek werkt in niemandsland.
Een oase voor fijnproevers. Dat is de tentoonstelling van Willem
Oorebeek in het museum Boymans- van Beuningen. Zijn werk behoort
tot het beste dat nu in Nederland wordt gemaakt. Het verdiend meer
dan alleen nationale belangstelling... de lithografie (steendruk) treedt
hier buiten haar oevers. Je zou kunnen zeggen dat Oorbeek opereert in
een niemandsland. Hij heeft zich aan een aantal beperkingen van de
grafiek ontworsteld, maar hij blijft profiteren van zijn grote
vakmanschap in deze techniek...
“A prima vista” – Litho: Willem Oorebeek.
23-04-1988 Nieuwsblad van het Noorden.
Litho Koningin in Groninger etalage.
Oranje boven. Dat is de strekking van een
vrij opvallende etalage die kunsthandelaar
Sibbele Ongering van de maand wijdt aan
koningin Beatrix. Niet de inmiddels
overbekende reproducties van de Beatrix-
portretten stelen de show, maar een litho
van Beatrix zelf. Een absoluut unicum. De
gelukkige bezitter, de Stichting Grafisch
Centrum Groningen, heeft de steendruk 14
jaar lang buiten de publiciteit weten te
houden. Alleen de cursisten wisten, dat de
toemalige prinses bij haar werkbezoek in
1975 aan de provincie Groningen zich bij
het Centrum had laten verleiden tot een
snelle, expressieve schets van een
snaterende vogel. De vervolgens
afgedrukte litho bleef de enige in haar
soort. Na het vertrek van de prinses liet een vertegenwoordiger van de commissaris der Koningin
nadrukkelijk weten, dat de litho niet verder afgedrukt mocht worden. Met spijt in het hart hield het
bestuur zich daaraan. Nu het Grafisch Centrum met opheffing bedreigd wordt maakt het bestuur
kenbaar, dat zij onder de cursisten in ieder geval kininklijk aanzien heeft genoten.
29-10-1988 Limburgsch dagblad.
Fah toont grafisch werk van Alechinsky.
Galerie Fah in de Brusselsestraat in Maastricht toont van de meester
grafiek. De grafiek heeft in het oeuvre van Alechinsky een grotere
plaats en van een zorgvuldig drukproces getuigen ook de bij Fah
geëxposeerde bladen, die allen door Alechinsky met de hand lijken
gesigneerd... Heel boeiend is de steendruk met logogram van
Chritian Dotremont, met wie Alechinsky zeer bevriend was. De prent
bevat van Dotremont een handgeschreven gedicht waaraan ze haar
titel dankt “Seismografische armslag”.
“Maurée haute”
Litho: Alechinsky, 1977
27-11-1989 Ned. Dagblad - Willem Hendrik van de Berg
Dit is een mooie litho(steendruk) van Willem Hendrik van
den Berg, die in 1886 geboren werd en het vak leerde van
zijn vader, die leraar tekenen was aan de Academie voor
Beeldende Kunsten in Den Haag, die hij later ook zelf
bezocht.
Portret arbeider - Litho:W.van den Berg
11-08-1990 Ned. Dagblad - Affiches Van Caspel op expositie.
In het Amsterdams Historisch Museum wordt een overzicht
gegeven van de reclame-affiches die Johann Georg van Caspel
(1870-1928) voor verschillende opdrachtgevers heeft gemaakt.
Van Caspel begon zijn loopbaan als ontwerper van aanplakbiljetten
min of meer toevallig. Een door hem gemaakte muurdecoratie voor
de Oportobar in de Zoutsteeg bij het Damrak werd opgemerkt door
een directielid van drukkerij Amand, die daarop Van Caspel vroeg
een poster te ontwerpen. Het resultaat beviel zo goed dat hij een
vaste aanstelling bij de drukkerij (die vanaf 1898 Senefelder
heette) kreeg.
“De schoone slaapster in het bosch”
van Johann Georg van Caspel, 1898.
Van Caspel liet zich volgens het museum inspireren door de stijl die internationaaal populair werd
door Art Nouveau-kunstenaars als de Fransman Jules Chéret, de Tsjech Alphonse Mucha en de Belg
Privat Livemont.
De toenemende specialisatie van Drukkerij Senefelder op het terrein van aanplakbiljetten maakte
het Van Caspel niet alleen mogelijk in kleur, maar ook op ongekend groot formaat te werken.
Chéret ,1895 Mucha,1897 Privat-Livemont, 1896
19-10-1990 Leeuwarder courant: hoofdblad van Frielsand.
VAN CASPEL IN DRENTS MUSEUM
Johann Georg van Caspel (1870-1928) is een van de kunstenaars uit het tijdperk rond 1900 wier
werk wat in de vergetelheid is geraakt. Toch kan hij worden beschouwd als de eerste Nederlandse
affichekunstenaar; in buitenlandse publikaties wordt hij zelfs aangeduid als de grondlegger van de
Nederlandse affichekunst. Hij kreeg zijn opleiding aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in
Amsterdam, kwam daarna terecht op het atelier van Maurits van der Valk dat een ontmoetingspunt
was voor schilders als Breitner en Witsen. In deze omgeving ontwikkelde hij zich tot een knap
portret-, figuur- en decoratieschilder. In 1895 kwam hij echter in contact met C.J. Schuwer, de
directeur van de Steendrukkerij voorheen Amand, een paar jaar later omgedoopt tot
Stoomsteendrukkerij Senefelder. Deze onderkende zijn talent als grafisch ontwerper en vroeg hem
daarom ontwerpen te leveren voor affiches.
Van Caspel ontwierp zijn eerste affiche voor de Amsterdamse Rijwiel- en Machinefabriek “De Hinde”
en met dit ontwerp , duidelijk beïnvloed door het werk van Amerikaanse affichekunstenaars, bewees
hij dat het mogelijk was om kunst in de reclame te integreren.
Affiche van Hinde Rijwielen,
eind 19e eeuw.
ontwerp J.G. Caspel
Al dadelijk in 1895 trok hij
met zijn affiches veel
aandacht. In 1896 al op een
internationale affiche-
tentoonstelling in Reims en
het jaar daarop behalve op de
“Internationale
Tentoonstelling van
Reclamemiddelen” in het
Amsterdamse Paleis voor
Volksvlijt ook op een affiche-
tentoonstelling in het
toemalige St. Petersburg.
Zeven jaar is Van Caspel vast
in dienst geweest bij de
drukkerij Senefelder en heeft
hij vooral in de Jugendstil tal van
affiches ontworpen voor zeer
uiteenlopende produkten als zeep,
thee, cacao, fietsbanden, olie- en
smeermiddelen, gasgloeilichten,
groenten en vleeswaren, en ook voor
verzekeringsmaatschappijen, dag-,
week- en geïllustreerde bladen. Maar
hij ontwierp ook ander soortig klein
drukwerk, zoals boekomslagen,
kalenders, brochures,
reclamevignetten en advertenties.
Affiches: van Caspel ca.1900
26-10-1990 Nieuwsblad van het Noorden.
De Nederlandse Mucha -Johann Georg van Caspel
(Amsterdam 1870- Laren 1928) was Nederlands eerste
belangrijke affiche-kunstenaar en dat wist tot dusverre alleen
een select groepje van collectioneurs. Van Caspel bezondigde
zich een enkele keer –zijn extatische Phryne-poster is een
goed voorbeeld – aan een regelrechte imitatie van de
ontegenzeggelijk veel briljantere, Weense ontwerper Mucha...
Affiche “Phryne” van Van Caspel, 1899
Speciale herdenkingszegel
220 jaar geleden werd Senefelder geboren.
14-08-1992 Leeuwarder courant: hoofdblad van Friesland.
JAN VAN DER MEULEN EXPOSEERT IN BLEEKHUIS DRACHTEN
Oorspronkelijk werkte hij als lithograaf binnen de grafische industrie,
maar sinds 1969 is hij beeldend kunstenaar. Zijn litho’s zijn gedrukt
in veel kleuren en kennen daarmee veel drukgangen. Hij doet echter
alles met één steen en omdat er in zijn zelfgebouwde lithopers geen
rijver zit, maar een rubber rol, zie je in ieder werk dezelfde
oneffenheden.
“Drie kruizen” – Litho: Van der Meulen,1980
In 1989 ontwikkelde Van der Meulen een methode om litho’s te
maken met behulp van een plaat roestvrijstaal en dat biedt hem tal
van nieuwe mogelijkheden. Zijn uitbundige, kleurige en vrolijke
beeldtaal leent zich uitstekend voor de grote formaten die nu binnen
zijn bereik liggen; hij wordt zelfs niet beperkt door het formaat van
de pers, want de staalplaten laten zich ook handmatig afdrukken.
De staaldruk geeft de litho’s een
duidelijk ander uiterlijk dan de
steendruk: er is geen korrelige
structuur en zo hier en daar lijkt
de inkt niet helemaal goed te
pakken, wat druppelachtige
vlekken oplevert. De kunstenaar
maakt van die vlekken dankbaar
gebruik en neemt ze als verras-
send extraatje op in het beeld
dat daardoor alleen maar leven-
diger wordt. Een tentoonstelling
om onbekommerd van te
genieten, hoewel hier en daar
ook een flinke dosis ironie achter
de feestelijke kleuren schuilt.
Staaldruk: Van der Meulen.
11-03-1994 Leeuwarder courant: hoofdblad van Friesland - Poëzie Centraal
De boekenweek, die van woensdag tot en met zaterdag 26 maart duurt, staat dit jaar in het teken
van de dichtkunst. “Poëzie centraal” luidt het thema Grote dichtkunst zal niemand het noemen,
maar in het leven van het opgroeiende meisje – poesie-albums voor jongens zijn zeldzaam – staat
het zeker centraal. Al was het maar om de mooie plaatjes. Er was inmiddels een nieuw soort plaatje
op de markt. In 1796 had Aloys Senefelder een vlakdrukmethode met stenen ontdekt, die hij
lithografie noemde. Aanvankelijk werd die vooral gebruikt voor het drukken van muziek, maar later
ook voor landkaarten, want de mogelijkheden voor kleurendruk waren enorm. In het midden van de
vorige eeuw bloeide de lithografie: Henri de Toulouse-Lautrec was pionier van de kleurenlitho’s. De
decoratieve kunsten profiteerden daarvan. Duitse, Engelse, Franse en Amerikaanse drukkers legden
zich toe op etiketten voor sigarenkisten, devotieplaatjes en tenslotte prentjes die banketbakkers
gebruikten om suikerwerk mee te versieren en die ook in een poëziealbum niet misstonden.
Daar kwamen de katjes met bolletjes wol, de
kinderspelen, de engeltjes, de overvloedige
bloementuiltjes, de hartjes, de kransjes, de
devoot op een kussen knielende kindertjes, de
vrouwenkopjes, de kerstmannetjes, de exo-
tische dieren, de huisdieren met mensen-
kleren aan. Eerst los te koop, later vellen vol.
De druktechniek stond toe dat er wat reliëf in
de plaatjes kwam en in een ver verleden werd
ook op zijde gedrukt of bladgoud in het
plaatje verwerkt. In onze eeuw verschraalde
dat allemaal, door de crisis van de jaren
dertig, door de Tweede Wereldoorlog, door
andere druktechnieken en de massaproduktie.
Maar de albums overleefden het allemaal en
de bloemetjes bleven het meest populair.