Upload
others
View
6
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Aandrijfcomponenten \ Motion Control \ Systemen \ Service & Reparatie
MOVIDRIVE®
Applicatie „Vliegende zaag“
Handboek
A5.J56
Uitgave 04/200411227788 / NL
SEW-EURODRIVE – Driving the world
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 3
1 Belangrijke aanwijzingen....................................................................................... 4
2 Systeembeschrijving ............................................................................................. 52.1 Toepassingsgebieden.................................................................................... 52.2 Toepassingsvoorbeeld ................................................................................... 62.3 Programma-identificatie ................................................................................. 7
3 Ontwerp................................................................................................................... 83.1 Voorwaarden.................................................................................................. 83.2 Functiebeschrijving ........................................................................................ 93.3 Materiaallengte en baansnelheid meten ...................................................... 133.4 Procesdata-structuur.................................................................................... 14
4 Installatie............................................................................................................... 164.1 Software....................................................................................................... 164.2 MOVIDRIVE® MDX61B............................................................................... 174.3 Businstallatie MOVIDRIVE® MDX61B......................................................... 194.4 MOVIDRIVE® compact MCH4_A ................................................................ 26
5 Inbedrijfstelling..................................................................................................... 295.1 Algemeen..................................................................................................... 295.2 Voorbereiding............................................................................................... 295.3 Programma "vliegende zaag" starten........................................................... 305.4 Parameters en IPOS-variabelen .................................................................. 485.5 Aandrijving starten ....................................................................................... 525.6 Tipbedrijf ...................................................................................................... 535.7 Referentiebeweging ..................................................................................... 545.8 Positionering ................................................................................................ 555.9 Automatisch bedrijf ...................................................................................... 56
6 Bedrijf en service ................................................................................................. 606.1 Volgordediagrammen................................................................................... 606.2 Storingsinformatie ........................................................................................ 666.3 Foutmeldingen ............................................................................................. 67
7 Index...................................................................................................................... 69
00
I
4 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
1 Belangrijke aanwijzingen
MOVIDRIVE®1 Belangrijke aanwijzingen
Documentatie • Leest u dit handboek zorgvuldig door voordat u met de installatie en inbedrijfstellingvan de MOVIDRIVE®-applicatieregelaar met deze applicatiemodule begint.
• Het onderhavige handboek veronderstelt de aanwezigheid en de kennis van de MO-VIDRIVE®-documentatie, vooral van het MOVIDRIVE®-systeemhandboek.
• Verwijzingen zijn in dit handboek met "→" aangeduid. Zo betekent bijvoorbeeld (→hfst.X.X) dat u in hoofdstuk X.X van dit handboek aanvullende informatie vindt.
• De inachtneming van de documentatie is de voorwaarde voor een storingvrij bedrijfen de honorering van eventuele garantieaanspraken.
Veiligheidsaan-wijzingen en waarschuwingen
Let beslist op de onderstaande veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen!
• Dit handboek is geen vervanging voor de uitvoerige technische handleiding!• Installeren en in bedrijf stellen is alleen toegestaan door elektrotechnisch ge-
schoold personeel met inachtneming van de geldende veiligheidsvoorschrif-ten en de technische handleiding MOVIDRIVE®!
Dreigend gevaar door stroom.Mogelijke gevolgen: dood of zeer zware verwondingen.
Dreigend gevaar. Mogelijke gevolgen: dood of zeer zware verwondingen.
Gevaarlijke situatie.Mogelijke gevolgen: lichte verwondingen.
Schadelijke situatie.Mogelijke gevolgen: beschadiging van het apparaat en van de omgeving.
Gebruikertips en nuttige informatie.
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 5
2ToepassingsgebiedenSysteembeschrijving
2 Systeembeschrijving2.1 Toepassingsgebieden
De applicatiemodule "vliegende zaag" is vooral geschikt voor toepassingen, waarbij be-wegend eindloos materiaal op lengte moet worden gesneden. Overige toepassingenzijn synchroon materiaaltransport, vulstations, "vliegende stempels" of " vliegende mes-sen".
Voor de volgende branches is de applicatiemodule "vliegende zaag" bijzonder geschikt:• houtverwerking• papier, karton• kunststof• steen• klei
In principe zijn er twee soorten toepassingen mogelijk:• Parallel werkende zagen; er is een aandrijving nodig voor de zaagslede (meebewe-
gen met het materiaal) en een tweede aandrijving voor de zaagbeweging.• Diagonaal werkende zagen; hier is maar één aandrijving nodig; de zaagslede be-
weegt diagonaal op de materiaalrichting.
De "vliegende zaag" kent de volgende kenmerkende voordelen:• gebruikersvriendelijke bedieningsomgeving;• alleen de voor de "vliegende zaag" vereiste parameters (productlengte, inkoppel-
weg) moeten worden ingevoerd;• geleide parametrering in plaats van omslachtige programmering;• monitorbedrijf biedt optimale diagnose;• de gebruiker hoeft geen programmeerervaring te hebben;• geen tijdrovende inwerkperiode.
6 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
2 ToepassingsvoorbeeldSysteembeschrijving
2.2 ToepassingsvoorbeeldVliegende zaag Een typisch voorbeeld van een toepassing voor de "vliegende zaag" vindt u in de hout-
verwerkende industrie. Lange spaanplaten moeten op lengte worden gezaagd.
1. Aandrijving voor de beweging van de zaagslede langs de lengteas (richting van hetmateriaal).
2. Aandrijving voor de zaagbeweging.
05839BXXAfbeelding 1: "vliegende zaag" in de houtverwerkende industrie
1. 2.
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 7
2Programma-identificatieSysteembeschrijving
2.3 Programma-identificatieU kunt met het softwarepakket MOVITOOLS® het toepassingsprogramma, dat hetlaatst in de MOVIDRIVE®-regelaar is geladen, identificeren. Ga daartoe als volgt tewerk:• verbind de pc met de MOVIDRIVE® via de seriële interface;• start MOVITOOLS®;• start "Shell";• start in Shell "Display/IPOS-information...".
• Het venster "IPOS status" wordt geopend. U kunt aflezen welke applicatie-softwarein de MOVIDRIVE® is geladen.
06710AENAfbeelding 2: IPOS-informatie in Shell
06711AENAfbeelding 3: indicatie van de actuele versie van het IPOS-programma
8 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
3 VoorwaardenOntwerp
3 Ontwerp3.1 VoorwaardenPc en software De applicatiemodule "vliegende zaag" is als IPOSplus®-programma gemaakt en vormt
een bestanddeel van de SEW-software MOVITOOLS. Om MOVITOOLS te kunnen ge-bruiken heeft u een pc nodig met het besturingssysteem Windows® 95, -Windows® 98,Windows NT® 4.0, Windows®Me of Windows® 2000.
Regelaar, moto-ren en encoders
• RegelaarDe "vliegende zaag" kan alleen met de MOVIDRIVE®-apparatuur van de technolo-gie-uitvoering (...-0T) worden gebruikt. Bij de MOVIDRIVE ® MDX61B kan de rege-laar naar keuze via klemmen of via een bus worden aangestuurd. Bij MOVIDRIVE®
compact MCH4_A is aansturing via klemmen niet mogelijk. U kunt de standaard aan-wezige systeembus, de PROFIBUS-DP-interface (MCH41A), de INTERBUS-LWL-interface (MCH42A) of een veldbus-gateway gebruiken.De "vliegende zaag" functioneert niet zonder encoderterugkoppeling en kan daaromniet met de MOVIDRIVE® MDX60B werken.
• Motoren en encoders– Voor bedrijf met de MOVIDRIVE® MDX61B met DEH11B of MOVIDRIVE® com-
pact MCH4_A: asynchrone servomotoren CT/CV (encoder standaard inge-bouwd) of draaistroommotoren DR/DT/DV met encoder (Hiperface, sin/cos ofTTL).
– Voor bedrijf met de MOVIDRIVE® MDX61B met DER11B: synchrone servomoto-ren CM/DS met resolver.
• Toegestane bedrijfssoorten (P700)– Asynchrone motor (CT/CV/DR/DT/DV): CFC-bedrijfssoorten, in de bedrijfssoor-
ten VFC-n-CONTROL kan de "vliegende zaag" niet worden toegepast.– Synchrone motor (CM/DS): SERVO-bedrijfssoorten.
Aansturing viaMogelijk met MOVIDRIVE®
MDX61B compact MCH41A compact MCH42A
klemmen ja, met optie DIO11B nee nee
systeembus ja, zonder optie ja, zonder optie ja, zonder optie
PROFIBUS-DP ja, met optie DFP21B ja, zonder optie nee
INTERBUS-LWL ja, met optie DFI21B nee ja, zonder optie
INTERBUS ja, met optie DFI11B ja, met optie UFI11A ja, met optie UFI11A
CANopen ja, met optie DFC11B nee nee
DeviceNet ja, met optie DFD11B ja, met optie UFD11A ja, met optie UFD11A
Bij MOVIDRIVE® MDX61B met aansturing via bus: bij bedrijf met aansturing via busmag de optie "Uitbreidingskaart type DIO11B" niet ingestoken zijn. Is de optie DIO11Bgeplaatst, dan kunnen de virtuele klemmen niet via de bus worden aangesproken.
Strikte voorwaarde:de slave-aandrijving mag niet slippen.
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 9
3FunctiebeschrijvingOntwerp
3.2 FunctiebeschrijvingFunctiekenmer-ken
De applicatie "vliegende zaag" heeft de volgende functiekenmerken:• Besturing via klemmen, systeembus of veldbus: Bij de MOVIDRIVE® MDX61B
kunt u de "vliegende zaag" willekeurig via binaire ingangsklemmen, via de systeem-bus of via de veldbus aansturen. Bij de MOVIDRIVE® compact MCH4_A is alleen desysteembus of veldbus mogelijk.
• Productlengtebesturing zonder materiaalsensor, productlengtebesturing metmateriaalsensor of lengtemarkering-besturing: u kunt kiezen tussen product-lengtebesturing of lengtemarkering-besturing. Bij de productlengtebesturing kunt ubovendien een materiaalsensor toepassen, de lengtebesturing start.Bij de productlengtebesturing zonder materiaalsensor meet een baanlengte-opne-mer de lengte van het te knippen materiaal. Deze informatie wordt door de regelaarverwerkt en voor de start van de zaagslede gebruikt. Op het materiaal hoeven geenlengtemarkeringen te zijn aangebracht.
Bij de productlengtebesturing met materiaalsensor meet eveneens een baanlengte-opnemer de lengte van het te knippen materiaal. Er wordt bovendien gebruik ge-maakt van een materiaalsensor. Bereikt het te knippen materiaal deze sensor, danwordt de lengtebesturing gestart. Op het materiaal hoeven geen lengtemarkeringente zijn aangebracht. Het kan echter nodig zijn, dat er aan de voorkant van het mate-riaal een markering is, die de materiaalsensor kan zien.
50703AXXAfbeelding 4: productlengtebesturing zonder materiaalsensor
50701AXXAfbeelding 5: productlengtebesturing met materiaalsensor
10 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
3 FunctiebeschrijvingOntwerp
Bij de lengtemarkering-besturing leest een sensor de markeringen op het materiaal.Deze informatie wordt als interrupt in de regelaar verwerkt en voor de start van dezaagslede gebruikt.
• Snijrandbeveiliging en "opening trekken": Met de functie "opening trekken" wordtde zaagslede kortstondig oversynchroon met het materiaal verplaatst, voordat hetzaagblad wordt weggetrokken. Daardoor wordt er een opening gevormd tussenzaagkant en zaagblad en wordt voorkomen, dat sporen van het zaagblad op dezaagkant achterblijven. Deze functie is geschikt als snijrandbeveiliging voor gevoeligmateriaal. Bovendien kan deze functie gebruikt worden voor het apart leggen van hetgezaagde materiaal.
• Directe zaagbewerking door handmatige interrrupt. Door een "0"-"1"-flank opeen binaire ingang wordt de zaagslede direct gestart.
• Omvangrijke diagnose: tijdens bedrijf worden u alle belangrijke gegevens op demonitor getoond zoals bijvoorbeeld actuele productlengte, materiaalsnelheid ensnelheid zaagaandrijving.
• Eenvoudige koppeling aan de overkoepelende besturing (plc).
Bedrijfssoorten De functies worden met drie bedrijfssoorten gerealiseerd:• Tipbedrijf (DI1Ø = "0" en DI11 = "0")
– Bij "1"-signaal op de binaire ingang DI13 "tippen +" draait de motor van de zaag-slede met de draairichting "rechts". Bij "1"-signaal op de binaire ingang DI1 "tip-pen -" draait de motor van de zaagslede met de draairichting "links". Houdt u errekening mee of u een 2- of een 3-traps reductor gebruikt.
– Bij "0"-signaal op de binaire ingang DI15 "hoge snelheid" verloopt het tipbedrijf inkruipsnelheid. Bij "1"-signaal op de binaire ingang DI15 "hoge snelheid" verloopthet tipbedrijf in hoge snelheid.
• Referentiebeweging (DI1Ø = "1" en DI11 = "0")Door een referentiebeweging tot een van de beide eindschakelaars wordt het refe-rentiepunt vastgelegd. Bij "1"-signaal op de binaire ingang DI12 "start" wordt de re-ferentiebeweging gestart. Het "1"-signaal moet voor de gehele duur van de referen-tiebeweging op DI12 staan. Bij de inbedrijfstelling kunt u een referentie-offset invoe-ren. Met de referentie-offset kunt u het machinenulpunt wijzigen, zonder de eind-schakelaar te moeten veranderen. Daarbij geldt de formule:nulpunt van de machine = referentiepunt + referentie-offset
50700AXXAfbeelding 6: lengtemarkering-besturing
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 11
3FunctiebeschrijvingOntwerp
• Positionering (DI1Ø = "0" en DI11 = "1")De bedrijfssoort "positionering" dient voor de positiegeregelde beweging van dezaagaandrijving tussen startpositie en parkeerpositie. Bij "0"-signaal op de binaire in-gang DI13 wordt de startpositie geselecteerd. Bij "1"-signaal op de binaire ingangDI13 wordt de parkeerpositie geselecteerd. Bij "1"-signaal op de binaire ingang DI12"start" wordt de positionering gestart. Het "1"-signaal moet voor de gehele duur vande positioneerbeweging op DI12 staan.Blijft DI12 = "1" en wordt met DI13 een andere positie geselecteerd, gaat de aandrij-ving direct naar de nieuwe positie.
• Automatisch bedrijf (DI1Ø = "1" en DI11 = "1")Bij de inbedrijfstelling voert u in, of de productlengtebesturing zonder materiaalsen-sor, de productlengtebesturing met materiaalsensor of de lengtemarkering-besturingactief is.– Productlengtebesturing zonder materiaalsensor: Met een "0"-"1"-flank op de bi-
naire ingang DI12 "start" (procesuitgangsdata PO1:10) wordt het automatisch be-drijf gestart. Het "1"-signaal moet voor de gehele duur van het automatisch bedrijfop DI12 (PO1:10) staan. Na de "0"-"1"-flank op DI12 "start" wordt ook de materi-aallengte gemeten.– Aansturing via klemmen: Selecteer uit de productlengten-tabel (→ inbedrijf-
stelling) de gewenste productlengte binair gecodeerd via de binaire ingangDI15 ... DI17. De bedrijfssoort (productlengtebesturing zonder materiaalsen-sor, productlengtebesturing met materiaalsensor of lengtemarkering-bestu-ring) wordt bij de inbedrijfstelling ingesteld en kan tijdens bedrijf niet wordenomgeschakeld. Om een andere bedrijfssoort in te stellen, moet u de inbedrijf-stelling opnieuw doorvoeren.
– Aansturing via bus met 1 procesdatawoord (1PD): Selecteer uit de product-lengten-tabel (→ inbedrijfstelling) de gewenste productlengte binair geco-deerd via de procesuitgangsdata PO1:13 ... PO1:15. De bedrijfssoort (pro-ductlengtebesturing zonder materiaalsensor, productlengtebesturing met ma-teriaalsensor of lengtemarkering-besturing) wordt bij de inbedrijfstelling inge-steld en kan tijdens bedrijf niet worden omgeschakeld. Om een andere be-drijfssoort in te stellen, moet u de inbedrijfstelling opnieuw doorvoeren.
– Aansturing via bus met 3 procesdatawoorden (3PD): U kunt de productlengtewillekeurig via de veldbus instellen. U kunt via de veldbus de bij de inbedrijf-stelling ingestelde bedrijfssoort (productlengtebesturing zonder materiaalsen-sor, productlengtebesturing met materiaalsensor of lengtemarkering-bestu-ring) ook tijdens bedrijf omschakelen.
– Productlengtebesturing met materiaalsensor Met een "0"-"1"-flank op de binaireingang DI12 "start" (procesuitgangsdata PO1:10) wordt het automatisch bedrijfgestart. Het "1"-signaal moet voor de gehele duur van het automatisch bedrijf opDI12 (PO1:10) staan. Na de "0"-"1"-flank op DIØ2 "sensor" (= materiaalsensor)wordt ook de materiaallengte gemeten.– Aansturing via klemmen: Selecteer uit de productlengten-tabel (→ inbedrijf-
stelling) de gewenste productlengte binair gecodeerd via de binaire ingangDI15 ... DI17. De bedrijfssoort (productlengtebesturing zonder materiaalsen-sor, productlengtebesturing met materiaalsensor of lengtemarkering-bestu-ring) wordt bij de inbedrijfstelling ingesteld en kan tijdens bedrijf niet wordenomgeschakeld. Om een andere bedrijfssoort in te stellen, moet u de inbedrijf-stelling opnieuw doorvoeren.
12 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
3 FunctiebeschrijvingOntwerp
– Aansturing via bus met 1 procesdatawoord (1PD): Selecteer uit de product-lengten-tabel (→ inbedrijfstelling) de gewenste productlengte binair geco-deerd via de procesuitgangsdata PO1:13 ... PO1:15. De bedrijfssoort (pro-ductlengtebesturing zonder materiaalsensor, productlengtebesturing met ma-teriaalsensor of lengtemarkering-besturing) wordt bij de inbedrijfstelling inge-steld en kan tijdens bedrijf niet worden omgeschakeld. Om een andere be-drijfssoort in te stellen, moet u de inbedrijfstelling opnieuw doorvoeren.
– Aansturing via bus met 3 procesdatawoorden (3PD): U kunt de productlengtewillekeurig via de veldbus instellen. U kunt via de veldbus de bij de inbedrijf-stelling ingestelde bedrijfssoort (productlengtebesturing zonder materiaalsen-sor, productlengtebesturing met materiaalsensor of lengtemarkering-bestu-ring) ook tijdens bedrijf omschakelen.
– Lengtemarkering-besturing: Bij "1"-signaal op de binaire ingang DI12 "start" (pro-cesuitgangsdata PO1:10) wordt het automatische bedrijf gestart. Het "1"-signaalmoet voor de gehele duur van het automatisch bedrijf op DI12 (PO1:10) staan.
Na een geslaagde zaagbeweging kan met de functie "opening trekken" het zaagbladvan de snijrand afgetrokken worden. Bij "1"-signaal op de binaire ingang DI13 (pro-cesuitgangsdata PO1:11) wordt de functie "opening trekken" gestart. Bij de inbedrijf-stelling stelt u de grootte van de opening in.Bereikt de aandrijving de omkeerpositie, dan kan de terugkeerpositionering begin-nen. Bij "1"-signaal op de binaire ingang DI14 "terugkeerpositionering" procesuit-gangsdata PO1:12) wordt de aandrijving naar de startpositie teruggereden. Dit "1"-signaal kan continu aan blijven staan. Bij het bereiken van de productlengte of bij devolgende signaalflank op de binaire ingang DIØ2 "sensor" start de zaagslede op-nieuw.
Ingangen Tipbedrijf Referentiebewe-ging
Positionering Automatisch bedrijf
PO1:8 / DI10 "0" "1" "0" "1"
PO1:9 / DI11 "0" "0" "1" "1"
PO1:10 / DI12 - Start referentietra-ject
Start positionering Start automatisch bedrijf
PO1:11 / DI13 Tippen + - Start parkeerpositione-ring
Opening trekken
PO1:12 / DI14 Tippen - - - Terugekeerpositione-ring
PO1:13 / DI15 Hoge snelheid - - Productlengte 20
PO1:14 / DI16 - - - Productlengte 21
PO1:15 / DI17 - - - Productlengte 22
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 13
3Materiaallengte en baansnelheid metenOntwerp
3.3 Materiaallengte en baansnelheid metenOm de productlengte voor de zaagbeweging te kunnen instellen, moet de baansnelheidbekend zijn. De baansnelheid kan op twee manieren worden vastgesteld:• Een encoder wordt slipvrij op de materiaalbaan zo dicht mogelijk bij de "vliegende
zaag" gemonteerd. Deze encoder wordt als externe encoder ( = master-encoder) opX14: van de zaagsledeaandrijving aangesloten. Aan de hand van de incrementeletrajectinformatie van de externe encoder worden de snelheid en de materiaallengtevastgesteld.
• De incrementele trajectinformatie van de motor-encoder op de aandrijving van demateriaaltoevoer wordt voor de vaststelling van de baansnelheid en van de materi-aallengte gebruikt. Hiertoe is X14-X14-verbinding nodig tussen de MOVIDRIVE®-ap-plicatieregelaar van de baanaandrijving met de MOVIDRIVE®-applicatieregelaar vande zaagsledeaandrijving.
Voor een voldoende nauwkeurige bepaling van de baansnelheid en van de materi-aallengte moet de verhouding van de trajectresolutie motor-encoder/externe enco-der kleiner dan 20:1 zijn.
14 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
3 Procesdata-structuurOntwerp
3.4 Procesdata-structuurU kunt de applicatiemodule "vliegende zaag" ook via een busverbinding aansturen.Hierbij worden alle MOVIDRIVE®-veldbusopties en de standaard beschikbare systeem-bus (Sbus) ondersteund. Bij de aansturing via bus worden de virtuele klemmen binnenstuurwoord 2 toegepast (→ MOVIDRIVE® veldbusapparaatprofiel).
Proces-uitgangsdata
De proces-uitgangsdatawoorden hebben de volgende inhoud:• PO1: stuurwoord 2
Attentie: bij de aansturing via bus mag de MOVIDRIVE®-optie "uitbreidingskaart typeDIO11B" niet geïnstalleerd zijn!Bijzonderheden bij het bedrijf met 3 procesdatawoorden:• De waarden van PO2 "setpoint productlengte" en PO3 "minimale omkeerpositie"
worden met de schalering "0,1 × gebruikerseenheid" naar de regelaar overgedragen.
04427AXXAfbeelding 7: data-uitwisseling met procesdata
PO = proces-uitgangsdata PI = proces-ingangsdataPO1 = besturingswoord 2 PI1 = statuswoord 2PO2 = setpoint productlengte (IPOS PA-DATA) PI2 = actuele waarde productlengte (IPOS PI-
DATA)PO3 = minimale omkeerpositie (IPOS PA-DATA) PI3 = actuele positie zaagaandrijving (IPOS PI-
DATA)
E Q
PE
PA
PA1
PE1
PA2
PE2
PA3
PE3
Minimale omkeerpositie: de vroegst mogelijke positie van de zaagslede, waarbij de aan-drijving kan worden ontkoppeld en terugkeer naar de startpositie mogelijk is.
virtuele ingangsklemmen vast bezet15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
virtuele klem 8DI17 → P617
regelaarblokkering/vrijgave
virtuele klem 7DI16 → P616
vrijgave/Snelstop
virtuele klem 6DI15 → P615 vrijgave/stop
virtuele klem 5DI14 → P614 /houdregeling
virtuele klem 4DI13 → P613
integratoren-omschakeling
virtuele klem 3DI12 → P612
omschakeling para-meterset
virtuele klem 2DI11→ P611 fout-reset
virtuele klem 1DI1Ø → P610 gereserveerd
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 15
3Procesdata-structuurOntwerp
• PO2: setpoint productlengte
• PO3: minimale omkeerpositie:
Proces-ingangsdata
De proces-ingangsdatawoorden hebben de volgende inhoud:• PI1: statuswoord 2
• PI2: actuele productlengte
• PI3: actuele waarde zaagaandrijving
PA2 setpoint productlengte15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
[0,1 × gebruikerseenheid]
PO3 minimale omkeerpositie15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
[0,1 × gebruikerseenheid]
virtuele uitgangsklemmen vast bezet15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
virtuele klem 8DO17 → P637
eindtrapvrijgegeven
virtuele klem 7DO16 → P636
regelaarbedrijfsgereed
virtuele klem 6DO15 → P635
PO-gegevensvrijgegeven
virtuele klem 5DO14 → P634
actueleintegratorset
virtuele klem 4DO13 → P633
actueleparameterset
virtuele klem 3DO12 → P632
storing/waarschu-wing
virtuele klem 2DO11→ P631
eindschakelaar rechts actief
virtuele klem 1DO1Ø → P630
eindschakelaar linksactief
PI2 actuele productlengte15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
[0,1 × gebruikerseenheid]
PI3 actuele positie zaagaandrijving15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1 0
[0,1 × gebruikerseenheid]
16 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
4 SoftwareInstallatie
4 Installatie4.1 SoftwareMOVITOOLS De applicatiemodule "vliegende zaag" is onderdeel van de software MOVITOOLS (ver-
sie 3.0 en hoger). Om MOVITOOLS op uw computer te installeren gaat u als volgt tewerk:• Leg de MOVITOOLS-cd in de cd-drive van uw pc.• Activeer "Start/Run...".• Voer "Drive-letter van uw cd-drive:setup" in en bedien de Enter-toets.• Het setup-menu van MOVITOOLS wordt gestart. Volg de aanwijzingen, u wordt au-
tomatisch door de installatie geleid.
U kunt MOVITOOLS nu met de programma-manager starten. Als er een MOVIDRIVE®
op uw pc is aangesloten, kies dan de juiste interface (PC-COM) en stel de peer-to-peer-verbinding in. Met <Update> wordt de regelaar in het venster "Connected Inverters"weergegeven.
Technologie-uitvoering
De applicatiemodule "vliegende zaag" kan met de MOVIDRIVE®-regelaars in de tech-nologie-uitvoering (-0T) worden gebruikt. Met de apparaten in de standaarduitvoering (-00) kunnen de applicatiemodules niet worden toegepast.
06510BENAfbeelding 8: MOVITOOLS-venster
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 17
4MOVIDRIVE® MDX61BInstallatie
4.2 MOVIDRIVE® MDX61B
06501ANLAfbeelding 9: aansluitschema MOVIDRIVE® MDX61B met optie DIO11B en optie DEH11B of DER11B
X22:
X23:
X14:
DEH11B DER11B
X15:
TF1DGNDDBØØ
DOØ1-CDOØ1-NODOØ1-NC
DOØ2VO24VI24
DGND
123456789
10
123456789
10
123456789
MOVIDRIVE MDX61B®
/Eindschakelaar rechts/Eindschakelaar links
X13:
X10:
DIØØDIØ1DIØ2DIØ3DIØ4DIØ5
DCOMVO24DGNDST11ST12
123456789
1011 RS-485 -
RS-485 +
= +-24 V
DI1ØDI11DI12DI13DI14DI15DI16DI17
DCOMDGND
DO1ØDO11DO12DO13DO14DO15DO16DO17DGND
=+ -24 V
DIO11B
DEH11B
X14
X15
11
1515
88
99
11
88
99
1515
DER11B
X14
X15
11
66
55 9
9
1515
11
88
99
X12:DGNDSC11SC12
123
SBus
motor-encoder:Bij DEH11B: HIPERFACE, sin/cos of 5 V TTLBij DER11B: resolver 6-polig, 3,5 V , 4 kHz(Aansluiting technische handleiding
)
MOVIDRIVE MDX61B®
ingang externe ecoder (HIPERFACE, sin/cosof 5 V TTL) of van de X14-X14-verbinding(aansluiting technische handleidingMOVIDRIVE MDX61B)
®
Systeembus 0VSysteembus HighSysteembus Low
IPOS-ingang: mode 2^0IPOS-ingang: mode 2^1IPOS-ingang: overeenkomstig tabelIPOS-ingang:IPOS-ingang:IPOS-ingang:IPOS-ingang:IPOS-ingang:0 V X22: DI1Ø...DI17
IPOS-uitgang: mode 2^0IPOS-uitgang: mode 2^1IPOS-uitgang: aandrijving synchroonIPOS-uitgang: opening gereedIPOS-uitgang: productlengte 2^0IPOS-uitgang: productlengte 2^1IPOS-uitgang: productlengte 2^2IPOS-uitgang: positie bereikt
0V-potentiaal binaire signalen
Vrijgave/snelstop/Regelaarblokkering
Directe zaagbewerking/resetSensor lengtemarkering
0 V X13:DIØØ...DIØ5
+24V-ingang
TF-/TH-ingang
Relaiscontact/storing
VerbreekcontactMaakcontact
/Rem
Aandrijving naar referentiepunt verplaatst
+24V-uitgang
+24V-uitgang
0V-potentiaal binaire signalen
0V-potentiaal binaire signalen
overeenkomstig tabelovereenkomstig tabelovereenkomstig tabelovereenkomstig tabelovereenkomstig tabel
0V-potentiaal binaire signalen
0V-potentiaal binaire signalen
AC_eff
18 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
4 MOVIDRIVE® MDX61BInstallatie
Ingangen Tipbedrijf Referentiebeweging Positionering Automatisch bedrijfDI1Ø "0" "1" "0" "1"DI11 "0" "0" "1" "1"DI12 - Start referentietraject Start positionering Start automatisch bedrijfDI13 Tippen + - Start parkeerpositionering Opening trekkenDI14 Tippen - - - TerugkeerpositioneringDI15 Hoge snelheid - - Productlengte 20
DI16 - - - Productlengte 21
DI17 - - - Productlengte 22
Uitgangen Tipbedrijf Referentiebeweging Positionering Automatisch bedrijfDO1Ø "0" "1" "0" "1"DO11 "0" "0" "1" "1"
DO12 Master en slave in syn-chroonloop
Master en slave in syn-chroonloop
Master en slave in syn-chroonloop
Master en slave in syn-chroonloop
DO13 Opening trekken gereed Opening trekken gereed Opening trekken gereed Opening trekken gereedDO14 Productlengte 2^0 Productlengte 2^0 Productlengte 2^0 Productlengte 2^0DO15 Productlengte 2^1 Productlengte 2^1 Productlengte 2^1 Productlengte 2^1DO16 Productlengte 2^2 Productlengte 2^2 Productlengte 2^2 Productlengte 2^2DO17 Positie bereikt Positie bereikt Positie bereikt Positie bereikt
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 19
4Businstallatie MOVIDRIVE® MDX61BInstallatie
4.3 Businstallatie MOVIDRIVE® MDX61BOverzicht Let u voor het installeren van de bus op de aanwijzingen in de betreffende handboeken
van de veldbus, die ingesloten zijn bij de veldbus-interfaces. Raadpleeg voor het instal-leren van de systeembus (SBus) de aanwijzingen in de technische handleiding.
06504AXXAfbeelding 10: bustypen
BUS-
S1
BIO
PIO
DFD11B
Mod/
DEVICE-NET
S2DR(0)DR(1)NA(0)NA(1)
NA(2)NA(3)NA(4)
10NA(5)
X30
OFF
Net
12345
P R O F I
B U S
PROCESS FIELD BUS Device NetSBus
DFO11B
PD(2)PD(1)PD(0)NA(6)
NA(5)NA(4)NA(3)NA(2)
NA(1)NA(0)DR(1)DR(0)
BUSOFF
STATE
GUARD
COMM
S1
11
012
34
CANopen
12
34
12
34
nc
R
S2
X30 CANopen
3
0
12
34
DFI21BINTERBUS
DFP21BPROFIBUS
DP
ADRESS
X30PROFIBUS
DP
DFI11BINTERBUS
Attentie: bij de aansturing via bus mag de MOVIDRIVE®-optie "uitbreidingskaart typeDIO11B" niet geïnstalleerd zijn!
20 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
4 Businstallatie MOVIDRIVE® MDX61BInstallatie
PROFIBUS (DFP21B)
Uitvoerige informatie is opgenomen in het PROFIBUS-documentatiepakket, dat u bijVector Aandrijftechniek kunt bestellen. Dit documentatiepakket bevat, als hulp bij hetontwerp en voor de eenvoudige inbedrijfstelling, de GSD-bestanden en de type-bestan-den voor MOVIDRIVE®.
Technische gegevens
Stekerbezetting
Optie Veldbus-interface PROFIBUS type DFP21B
Artikelnummer 824 240 2
Hulpmiddel voor inbedrijfstelling en diagnose Bedieningssoftware MOVITOOLS en programmeerapparaat DBG11B
Protocolvarianten PROFIBUS-DP volgens EN 50170 V2 / DIN E 19245 T3
Ondersteunde baudrates Automatische baudrate-herkenning van9,6 kBaud ... 12 MBaud
Aansluiting 9-polige Sub-D busBezetting volgens EN 50170 V2 / DIN 19245 T3
Busafsluiting Niet geïntegreerd, moet in de PROFIBUS-steker gereali-seerd worden.
Stationsadres 0...125 met DIP-switch instelbaar
GSD-bestand SEW_6003.GSD
DP-ident-nummer 6003 hex = 24579 dec
Massa 0.2 kg (0.44 lb)
1. Groene LED: RUN2. Rode LED: BUS FAULT3. DIP-switch voor de instelling van het stationsadres4. 9-polige Sub-D bus: busaansluiting
PROFIBUSDP
RUN
BUSFAULT
2222
0123
222
456
DFP
X30
ON
ADDRESS
nc
PROFIBUSDP
06506AXXAfbeelding 11: bezetting van de 9-polige Sub-D steker volgens EN 50170 V2
(1) 9-polige Sub-D-steker
(2) Signaalleidingen twisten!
(3) Geleidende verbinding tussen stekerbehuizing en afscherming vereist!
3
8
4
5
6
9
RxD/TxD-P (B/ )B
RxD/TxD-N (A/ )A
CNTR-P
DGND (M5V)
VP (P5V)
DGND (M5V)
(1)
(2)
(3)
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 21
4Businstallatie MOVIDRIVE® MDX61BInstallatie
INTERBUS met optische kabel (DFI21B)
Uitvoerige informatie is opgenomen in het documentatiepakket INTERBUS-optische-kabel , dat u bij Vector Aandrijftechniek kunt bestellen.
Technische gegevens
Aansluitgegevens
Optie Veldbusinterface INTERBUS type DFI21B (optische kabel)
Artikelnummer 824 311 5
Hulpmiddel voor inbedrijfstelling en diagnose Bedieningssoftware MOVITOOLS, programmeerapparaat DBG11B en CMD-Tool
Ondersteunde baudrates 500 kBaud en 2 MBaud, omschakelbaar via DIP-switches
AansluitingRemote-bus ingang: 2 F-SMA-stekerRemote-bus uitgang: 2 F-SMA-stekerOptisch geregelde glasvezel-interface
Massa 0.2 kg (0.44 lb)
1. DIP-switches voor procesdata-lengte, PCP-lengte en baudrate2. Diagnose-LEDs3. Optische kabel: Remote IN4. Optische kabel: aankomende remote-bus5. Optische kabel: Remote OUT6. Optische kabel: afgaande remote-bus
DFIINTERBUS
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Positie Signaal Richting Aderkleur optische kabel
3 Optische kabel Remote IN
Ontvangstdata Oranje (OG)
4 Aankomende remote-bus
Zenddata Zwart (BK)
5 Optische kabel Remote OUT
Ontvangstdata Zwart (BK)
6 Afgaande remote-bus Zenddata Oranje (OG)
22 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
4 Businstallatie MOVIDRIVE® MDX61BInstallatie
INTERBUS (DFI11B)
Uitvoerige informatie is opgenomen in het INTERBUS-documentatiepakket, dat u bijVector kunt bestellen.
Technische gegevens
Stekerbezetting Aanduiding van de aderkleuren overeenkomstig IEC 757.
Optie Veldbusinterface INTERBUS type DFI11B
Artikelnummer 824 309 3
Hulpmiddel voor inbedrijfstelling en diagnose Bedieningssoftware MOVITOOLS en programmeerapparaat DBG11B
Aansluiting
Remote-bus ingang: 9-polige Sub-D-stekerRemote-bus uitgang: 9-polige Sub-D busRS-485 overdrachtstechniek, 6-aderig afgeschermd en paarsgewijs getwiste tweedraadsverbinding.
Moduul Ident E3hex = 227dec
Massa 0.2 kg (0.44 lb)
1. DIP-schakelaar voor de instelling van de hoeveelheid procesdata2. 4 x groene LED: Diagnose-LEDs3. 1 x rode LED: diagnose-LED4. 9-polige Sub-D-steker: remote-bus ingang5. 9-polige Sub-D bus: remote-bus uitgang
DFI11BINTERBUS
1.
2.
3.
4.
5.
04435AXXAfbeelding 12: bezetting van de 9-polige Sub-D-bus van de aankomende remote-buskabel
en van de 9-polige Sub-D-steker van de afgaande remote-buskabel
(1) 9-polige Sub-D bus van de aankomende remote-buskabel
(2) Signaalleidingen twisten!
(3) Geleidende verbinding tussen stekerbehuizing en afscherming vereist!
(4) 9-polige Sub-D-steker van de afgaande remote-buskabel
(5) Pin 5 met pin 9 doorverbinden!
6
1
7
2
3
/DO
DO
/DI
DI
COM
E Q
(1)
(2)
(3)
6
1
7
2
3
5
9
/DO
DO
/DI
DI
COM
(4)
(2)
(3)
(5)
GN
YE
PK
GY
BN
GN
YE
PK
GY
BN
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 23
4Businstallatie MOVIDRIVE® MDX61BInstallatie
CANopen (DFC11B)
Uitvoerige informatie is opgenomen in het CANopen-documentatiepakket, dat u bij Vec-tor Aandrijftechniek kunt bestellen.
Technische gegevens
Stekerbezetting
Optie Veldbusinterface CANopen type DFC11B
Artikelnummer 824 317 4
Hulpmiddel voor inbedrijfstelling en diagnose Bedieningssoftware MOVITOOLS en programmeerapparaat DBG11B
Ondersteunde baudrates
Te selecteren met DIP-schakelaars:• 125 KBaud• 250 KBaud• 500 KBaud• 1000 KBaud
Aansluiting9-polige Sub-D-stekerAansluiting volgens CiA-standaardTweeaderige getwiste kabel volgens ISO 11898
Busafsluiting Met DIP-schakelaars bij te schakelen (120Ω)
Adresbereik 1 ... 127 te selecteren met DIP-schakelaars:
Massa 0.2 kg (0.44 lb)
1. DIP-schakelaars voor procesdata-lengte, Module-ID en baudrate2. Indicatie- en diagnose-LED’s3. DIP-schakelaar voor het bij- en afschakelen van de busafsluitweerstand4. 9-polige Sub-D-steker: busaansluiting
DFO
PD(2)PD(1)PD(0)NA(6)
NA(5)NA(4)NA(3)NA(2)
NA(1)NA(0)DR(1)DR(0)
BUSOFF
STATE
GUARD
COMM
S1
11
012
34
CANopen
12
34
12
34
nc
R
S2
X30 CANopen
3
0
12
34
1.
2.
3.
4.
06507AXXAfbeelding 13: aansluiting van de 9-polige Sub-D-bus van de buskabel
(1) 9-polige Sub-D bus
(2) Signaalleidingen twisten!
(3) Geleidende verbinding tussen stekerbehuizing en afscherming vereist!
6
7
2
3
DGND
CAN High
CAN Low
DGND
(1)
(2)
(3)
24 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
4 Businstallatie MOVIDRIVE® MDX61BInstallatie
DeviceNet (DFD11B)
Uitvoerige informatie is opgenomen in het DeviceNet-documentatiepakket, dat u bijVector Aandrijftechniek kunt bestellen.
Technische gege-vens
Klemmenbezetting De bezetting van de aansluitklemmen is in de DeviceNet-specificatie volume 1, Appen-dix A beschreven.
Optie Veldbusinterface DeviceNet type DFD11B
Artikelnummer 824 312 3
Hulpmiddel voor inbedrijfstelling en diagnose Bedieningssoftware MOVITOOLS en programmeerapparaat DBG11B
Ondersteunde baudrates
Te selecteren met DIP-schakelaars:• 125 KBaud• 250 KBaud• 500 KBaud
Aansluiting5-polige Phoenix-klemAansluiting volgens DeviceNet-specificatie(volume I, Appendix A)
Toegestane leidingdoorsnede Overeenkomstig DeviceNet-specificatie
BusafsluitingToepassing van busstekers met geïntegreerde busafsluit-weerstand (120Ω) aan het begin en aan het einde van een bussegment.
Instelbaar adresbereik (MAC-ID) 0...63 te selecteren met DIP-switch
massa 0.2 kg (0.44 lb)
1. LED display2. DIP-schakelaar voor het instellen van het knooppuntadres (MAC-ID) en de baudrate3. 5-polige Phoenix-klem: busaansluiting
BUS-
S1
BIO
PIO
DFD
Mod/
DEVICE-NET
S2DR(0)DR(1)NA(0)NA(1)
NA(2)NA(3)NA(4)
10NA(5)
X30
OFF
Net
12345
1.
2.
3.
Klem Betekenis Kleur
X30:1 V- (0V24) Zwart (BK)
X30:2 CAN_L Blauw (BU)
X30:3 DRAIN Blank
X30:4 CAN_H Wit (WH)
X30:5 V+ (+24 V) Rood (RD)
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 25
4Businstallatie MOVIDRIVE® MDX61BInstallatie
Aansluiting Systeembus (SBus 1)
Met de systeembus (SBus) kunnen max. 64 CAN-bus-deelnemers met elkaar verbon-den worden. De SBus ondersteunt de overdrachtstechniek overeenkomstig ISO 11898.Uitvoerige informatie over de systeembus vindt u in het handboek "Seriële communica-tie", dat bij Vector Aandrijftechniek verkrijgbaar is.
Aansluitschema SBus
Kabelspecificatie • Gebruik een tweeaderige, getwiste en afgeschermde koperen kabel (datacommuni-catiekabel met afscherming van koper). De kabel moet aan de volgende specificatiesvoldoen:– aderdoorsnede 0,75 mm2 (AWG 18)– leidingweerstand 120 Ω bij 1 MHz– leidingcapaciteit ≤ 40 pF/m (12 pF/ft) bij 1 kHzGeschikt zijn bijvoorbeeld kabels voor CAN-Bus of DeviceNet.
Afscherming aarden
• De afscherming moet aan beide zijden met groot contactoppervlak aan de elektroni-ca-schermklem van de regelaar of van de masterbesturing worden aangesloten; deeinden van de afscherming moeten bovendien met DGND worden verbonden.
Kabellengte • De toegestane totale kabellengte is afhankelijk van de ingestelde SBus-baudrate(P816):– 125 kBaud → 320 m (1056 ft)– 250 kBaud → 160 m (528 ft)– 500 kBaud → 80 m (264 ft)– 1000 kBaud → 40 m (132 ft)
Afsluitweerstand • Schakel aan het begin en aan het einde van de systeembus-verbinding altijd de sy-steembus-afsluitweerstand bij (S12 = ON). Bij de andere regelaars de afsluitweer-stand afschakelen (S12 = OFF).
Alleen bij P816 "SBus Baudrate" = 1000 kBaud:In het netwerk van de Systeembus mogen geen MOVIDRIVE® compact MCH4_A-rege-laars met andere MOVIDRIVE®-regelaars vermengd worden.Bij baudrates ≠ 1000 kBaud mogen de regelaars wel vermengd worden.
06182ANLAfbeelding 14: systeembusverbinding
X12:DGNDSC11SC12
123
S 12S 11
S 13S 14
ON OFF
X12:DGNDSC11SC12
123
S 12S 11
S 13S 14
ON OFF
X12:DGNDSC11SC12
123
S 11
S 13S 14
S 12
ON OFF
Besturingskop
Systeembus 0 VSysteembus High
SysteembusAfsluitweerstand
Systeembus Low
Besturingskop
Systeembus 0 VSysteembus High
SysteembusAfsluitweerstand
Systeembus Low
Besturingskop
Systeembus 0 VSysteembus High
SysteembusAfsluitweerstand
Systeembus Low
• Tussen de regelaars, die met de Sbus worden verbonden, mag geen potentiaalver-schil optreden. Vermijd een potentiaalverschil door passende maatregelen, bijvoor-beeld door de massa van de regelaars met een aparte leiding te verbinden.
26 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
4 MOVIDRIVE® compact MCH4_AInstallatie
4.4 MOVIDRIVE® compact MCH4_A
05863ANLAfbeelding 15: aansluitschema MOVIDRIVE® compact MCH4_A
X14:
X15:
X30: (MCH41A)
X10:
X11:
X12:
DIØØDIØ1DIØ2DIØ3DIØ4DIØ5
DCOMVO24DGND
DOØ1-NO
DBØØDOØ1-C
DOØ1-NCDOØ2/AO1
VI24DGND
REF1AI11AI12AI21
AGNDREF2SC11SC12DGNDSC11SC12
123456789
1011
123456789
1234567
1
5
6
9
MOVIDRIVE MCH®compact
= +-24 V
PR
OF
I
BU
SP
RO
CE
SS
FIE
LD
BU
S
SBus
SBus
X14
Enc
oder
I/OX
15E
ncod
erIN
X10
X11
X12
Remote INX30 IN
Remote INX31 OUT
Remote OUTX32 IN
Remote OUTX33 OUT
1234567891011
123456789
1234567
U CC
BA
RD
TR
FO
1F
O2
L
1234567891011
123456789
1234567
REF1AI11AI12AI21AGNDREF2SC11SC12DGNDSC21SC22
DIØØDIØ1DIØ2DIØ3DIØ4DIØ5DCOMVO24DGND
DBØØDOØ1-CDOØ1-NODOØ1-NCDOØ2VI24DGND
X10
X11
X12
MCH 42A
X30:(MCH42A)opt. kabel Remote INOntvangstdata
X31:(MCH42A)Zenddata
X32:Ontvangstdata
(MCH42A)
X33:Zenddata
(MCH42A)
/RegelaarblokkeringVrijgave/snelstopSensor lengtemarkeringDirecte zaagbewerking/reset/Eindschakelaar/Eindschakelaar0 V X10:DIØØ...DIØ5+24V-uitgang0V-potentiaal binaire signalen
Maakcontact /storing
/RemRelaiscontact /storing
Verbreekcontact /storingAandrijving naar referentiepunt verplaatst+24V-ingang
+10 V
n2(0...10V)/
-10 V
TF-/TH-ingang0 V analoge signalen
Systeembus HighSysteembus Low
Systeembus HighSysteembus Low
MOVIDRIVE ®
PROFIBUS-DP-aansluiting
MOVIDRIVE ®
INT
ER
BU
S o
ptis
che
kabe
l aan
slui
ting
MO
VID
RIV
E®
Ingang externe encoder (HIPERFACE, sin/cosof 5v TTL) of X14-X14 verbinding(Aansluiting technische handleidingMOVIDRIVE ® compact MCH)
0 V analoge signalen
0V-potentiaal binaire signalen
Motor-encoder (HIPERFACE, sin/cos of 5V TTL)(Aansluiting technische handleiding
compact MCH)
(Aansluiting technische handleidingcompact MCH)
opt. kabel Remote IN
opt. kabel Remote OUT
opt. kabel Remote OUT
(tec
hnis
che
hand
leid
ing
com
pact
MC
H)
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 27
4MOVIDRIVE® compact MCH4_AInstallatie
Stekerbezetting PROFIBUS-DP (MCH41A)
Let op de aanwijzingen in de technische handleiding MOVIDRIVE® compact (MCV/MCSof MCH).
Stekerbezetting INTERBUS opti-sche kabel (MCH42A)
Let op de aanwijzingen in de technische handleiding MOVIDRIVE® compact MCH.
04915AXXAfbeelding 16: bezetting van de 9-polige Sub-D steker volgens EN 50170 V2
(1) X30: 9-polige Sub-D-steker(2) Signaalleidingen twisten!(3) Geleidende verbinding tussen stekerbehuizing en afscherming vereist!
3
8
4
5
6
9
RxD/TxD-P (B/ )B
RxD/TxD-N (A/ )A
CNTR-P
DGND (M5V)
VP (P5V)
DGND (M5V)
(1) (2)
(3)
05208AXXAfbeelding 17: aansluiting optische kabel
Aansluiting Signaal Richting Aderkleur optische kabel
X30 optische kabel Remote IN(aankomende remote-bus)
Ontvangstdata Oranje (OG)
X31 Zenddata Zwart (BK)
X32 optische kabel Remote OUT(verdergaande remote-bus)
Ontvangstdata Zwart (BK)
X33 Zenddata Oranje (OG)
X1
4X
15
X10
X11
X12
X30
X31
X32
X33
1234567891011
123456789
1234567
U CC
BA
RD
TR
FO
1F
O2
L
X1
4X
15
X30
X31
X32
X33U C
CB
AR
DT
RF
O1
FO
2
L
OG
OG
OG
BK
BK
BK
28 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
4 MOVIDRIVE® compact MCH4_AInstallatie
Systeembus (SBus) MCH
Uitvoerige informatie is opgenomen in het handboek "Systeembus (SBus)", dat u bijVector Aandrijftechniek kunt bestellen.Met de systeembus (SBus) kunnen max. 64 CAN-bus-deelnemers met elkaar verbon-den worden. De SBus ondersteunt de overdrachtstechniek overeenkomstig ISO 11898.
Kabelspecificatie • Gebruik een tweeaderige, getwiste en afgeschermde koperen kabel (datacommuni-catiekabel met afscherming van koper). De kabel moet aan de volgende specificatiesvoldoen:– aderdoorsnede 0,75 mm2 (AWG 18)– leidingweerstand 120 Ω bij 1 MHz– leidingcapaciteit ≤ 40 pF/m (12 pF/ft) bij 1 kHzGeschikt zijn bijvoorbeeld kabels voor CAN-Bus of DeviceNet.
Afscherming aarden
• De afscherming moet aan beide zijden met groot contactoppervlak aan de elektroni-ca-schermklem van de regelaar of van de masterbesturing worden aangesloten; deeinden van de afscherming moeten bovendien met DGND worden verbonden.
Kabellengte • De toegestane totale kabellengte is afhankelijk van de ingestelde SBus-baudrate(P816):– 125 kBaud → 320 m (1056 ft)– 250 kBaud → 160 m (528 ft)– 500 kBaud → 80 m (264 ft)– 1000 kBaud → 40 m (132 ft)
Afsluitweerstand • Schakel aan het begin en aan het einde van de systeembusverbinding altijd de af-sluitweerstand bij (S12 = ON). Bij de andere regelaars de afsluitweerstand afscha-kelen (S12 = OFF).
Alleen bij P816 "SBus Baudrate" = 1000 kBaud:In het netwerk van de systeembus mogen geen MOVIDRIVE® compact MCH4_A-rege-laars met andere MOVIDRIVE®-regelaars vermengd worden.Bij baudrates ≠ 1000 kBaud mogen de regelaars wel vermengd worden.
05210ANLAfbeelding 18: systeembus-verbinding MOVIDRIVE® compact MCH4_A
X10: X10: X10:
S 12 S 12 S 12S 11 S 11 S 11
ON OFF ON OFF ON OFF
123456789
1011
123456789
1011
123456789
1011
SC11 SC12DGNDSC21SC22
SC11 SC12DGNDSC21SC22
SC11 SC12DGNDSC21SC22
Besturingskop Besturingskop Besturingskop
Common Common Common
Systeembus High Systeembus High Systeembus High
Systeembus High Systeembus High Systeembus High
Systeembus Low Systeembus Low Systeembus Low
Systeembus Low Systeembus Low Systeembus Low
SysteembusAfsluitweerstand
SysteembusAfsluitweerstand
SysteembusAfsluitweerstand
• Tussen de regelaars, die met de Sbus worden verbonden, mag geen potentiaalver-schil optreden. Vermijd een potentiaalverschil door passende maatregelen, bijvoor-beeld door de massa van de regelaars met een aparte leiding te verbinden.
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 29
5AlgemeenInbedrijfstelling
5 Inbedrijfstelling5.1 Algemeen
Voorwaarde voor een succesvolle inbedrijfstelling is het juiste ontwerp en een foutlozeinstallatie. Uitvoerige aanwijzingen voor de configuratie kunt u vinden in de systeem-handboeken MOVIDRIVE® MDX60/61B en MOVIDRIVE® compact.Controleer de installatie, ook de aansluiting van de encoder, aan de hand van de instal-latievoorschriften in de technische handleiding van de MOVIDRIVE® en in dit handboek(→ hoofdstuk Installatie).
5.2 VoorbereidingNeem voor de inbedrijfstelling de volgende stappen:• Koppel de regelaar via de seriële interface aan de pc.
– Bij MDX61B: Xterminal via optie UWS21A met PC-COM.– Bij MCH4_A: TERMINAL via optie USS21A met PC-COM.
• Installeer de SEW-software MOVITOOLS (versie 3.0 en hoger).• Stel de regelaar met "MOVITOOLS/Shell" in bedrijf.
– MDX61B of MCH4_A met asynchrone motor: CFC-bedrijfssoorten.– MDX61B of MCH4_A met synchrone motor: SERVO-bedrijfssoorten.
• Selecteer in de menuregel "MOVITOOLS/Shell/Startup/Select Technologie Func-tion..." de technologiefunctie "ISynch".
• "0"-signaal op klem DIØØ "/CONTROLLER INHIBIT/".
05864AENAfbeelding 19: regelaar in bedrijf stellen
00
I
30 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
5 Programma "vliegende zaag" startenInbedrijfstelling
5.3 Programma "vliegende zaag" startenAlgemeen • Start "MOVITOOLS/Shell".
• Start "Startup/Flying saw".
Eerste inbedrijfstelling
Wordt de "vliegende zaag" voor het eerst gestart, dan verschijnen direct de venstersvoor de inbedrijfstelling.
05866AENAfbeelding 20: programma "vliegende zaag" starten
00
I
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 31
5Programma "vliegende zaag" startenInbedrijfstelling
Stuurbron, veld-busparameters, procesdata-beschrijving
• Stuurbron: bij aansturing via bus wordt automatisch "FIELDBUS" of "SBUS" inge-steld. Bij aansturing via klemmen wordt automatisch "TERMINALS" ingesteld.
• Veldbusparameters: stel de veldbusparameters in. Niet verstelbare parameters zijngeblokkeerd en kunnen hier niet worden veranderd.
• Procesdata-beschrijving: stel de functie van procesuitgangsdatawoord PO2 in. Ukunt naar keuze de volgende functie instellen:– Geen functie: instellen bij lengtemarkering-besturing en bij bedrijf met 1 proces-
datawoord ( 1PD). De productlengten zijn als tabelwaarde beschikbaar.– Setpoint productlengte: instellen bij bedrijf met 3 procesdatawoorden (3 PD) en
productlengtebesturing. De productlengte wordt als variabele via de bus doorge-geven.
Bij instelling "geen functie" heeft procesuitgangsdatawoord PO3 eveneens geenfunctie. Bij instelling "setpoint productlengte" heeft PO3 de functie "minimale om-keerpositie". De minimale omkeerpositie is de vroegstmogelijke positie van de zaag-aandrijving, waarbij de aandrijving kan worden ontkoppeld en terugkeer naar destartpositie mogelijk is.
05867AENAfbeelding 21: stuurbron, veldbusparameters, procesdata-beschrijving instellen
00
I
32 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
5 Programma "vliegende zaag" startenInbedrijfstelling
Berekening van de master-schalering
• Diameter aandrijfwiel of spindelspoed: selecteer, of u "Diameter of driving wheel"of "Spindel pitch" wilt invoeren. Voer de waarde in [mm] in. Er wordt rekening gehou-den met 3 plaatsen achter de komma.
• Overbrengingsverhouding reductor (i-reductor): voer de overbrengingsverhou-ding van de reductor in. Er wordt rekening gehouden met 3 plaatsen achter de kom-ma.
• Overbrengingsverhouding voortrap (i-voortrap): indien u een voortrap gebruikt,voer dan de overbrengingsverhouding van de voortrap in. Gebruikt u geen voortrap,voer dan de waarde 1 in. Er wordt rekening gehouden met 3 plaatsen achter de kom-ma.
• Encoderresolutie [Inc]: voer de resolutie van de motor-encoder in incrementen inovereenkomstig het typeplaatje.
• Master-schalering berekenen: klik op het schakelvakje <Calculation>, het pro-gramma berekent dan de pulsen per weg in de eenheid [incrementen/mm].
• Stijfheid synchroonloopregeling: u kunt de stijfheid van het regelcircuit voor desynchroonloopregeling instellen. Als standaardwaarde wordt 1 ingesteld. Heeft deslave-aandrijving neiging tot oscilleren, stel dan een waarde kleiner dan 1 in. Kan deslave de master niet volgen (volgfout), stel dan een waarde groter dan 1 in. Veranderde waarde met kleine stappen, bijvoorbeeld 0,01. De gebruikelijke waarde ligt tussen0,7 ... 1,3.
05872AENAfbeelding 22: parameters voor de berekening van de master-schalering instellen
• Gebruikerseenheid [Inc/...]: standaard wordt de gebruikerseenheid "mm ingesteld.Bij bewegingstrajecten groter dan 6,50 m moet u een grotere eenheid, bijvoorbeeld"cm", invoeren. De omrekeningsfactor moet u dan met de hand wijzigen, bijvoor-beeld"60" in plaats van "6" bij wegeenheid "cm" in plaats van "mm".
00
I
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 33
5Programma "vliegende zaag" startenInbedrijfstelling
Berekening van de slave-schalering
• Diameter aandrijfwiel of spindelspoed: selecteer,of u "Diameter of driving wheel"of "Spindel pitch" wilt invoeren. Voer de waarde in [mm] in. Er wordt rekening gehou-den met 3 plaatsen achter de komma.
• Overbrengingsverhouding reductor (i-reductor): voer de overbrengingsverhou-ding van de reductor in. Er wordt rekening gehouden met 3 plaatsen achter de kom-ma.
• Overbrengingsverhouding voortrap (i-voortrap): indien u een voortrap gebruikt,voer dan de overbrengingsverhouding van de voortrap in. Gebruikt u geen voortrap,voer dan de waarde 1 in. Er wordt rekening gehouden met 3 plaatsen achter de kom-ma.
• Slave-schalering berekenen: klik op het schakelvakje <Calculation>, het program-ma berekent dan de pulsen per weg in de eenheid [incrementen/mm].
• Richtingsverandering: gebruik deze instelling, als de slave tegengesteld aan demaster loopt. Gebruik niet de parameter P350 "Change direction of rotation".
• Diagonale zaagbeweging: als u een diagonale zaag toepast, geef dan de gewenstehoek aan tussen de bewegingsrichting van de zaag en die van het materiaal. Met decorrectiewaarde kunt u de zaaghoek exact afstemmen. Geef als correctiehoek max.±10% aan, de resolutie is 0,01%. Als u geen diagonale zaag toepast, geef voor hoeken correctie altijd de waarde 0 aan.
05870AENAfbeelding 23: parameters voor de berekening van de slave-schalering instellen
00
I
34 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
5 Programma "vliegende zaag" startenInbedrijfstelling
Tipbedrijf, referen-tietraject en positi-onering
• Tipbedrijf: stel de parameters "Rapid speed", "Slow speed" en "Ramp" in.• Referentiebeweging:leg de positie van de software-eindschakelaars, de referentie-
offset en het type referentietraject vast. Met de referentie-offset kunt u het machi-nenulpunt wijzigen, zonder het referentiepunt te moeten veranderen. U kunt de vol-gende types referentietraject instellen:– Type 0: referentie-opdracht bij de volgende nulimpuls van de encoder– Type 3: referentie-opdracht op de rechtse eindschakelaar (neergaande flank van
de eindschakelaar)– Type 4: referentie-opdracht op de linkse eindschakelaar (neergaande flank van
de eindschakelaar)– Type 5: geen referentiebeweging, de actuele positie is het machinenulpunt
• Positioneerparameters: stel de parameter "Positioning speed", "Positioning ramp","Home position" en "Parking position" in.De startpositie is de rustpositie voor de "vlie-gende zaag"'. Vanuit de startpositie wordt de zaagbeweging gestart. De parkeerpo-sitie kunt u gebruiken om de "vliegende zaag" voor onderhoudswerkzaamheden bui-ten het werkgebied te brengen.
05873AENAfbeelding 24: parameters voor tipbedrijf, referentietraject en positionering instellen
00
I
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 35
5Programma "vliegende zaag" startenInbedrijfstelling
Parameters voor de zaag
In dit inbedrijfstellingsvenster legt u vast, op welke manier de "vliegende zaag" wordtaangestuurd. U kunt de volgende instellingen maken:
• Productlengtebesturing zonder materiaalsensor: geef de productlengte op. Voorde trajectmeting van het materiaal wordt óf een externe encoder op de baan óf demotor-encoder van de baanaandrijving gebruikt. Bij besturing via klemmen(MDX61B met optie DIO11B) of via veldbus (veldbus of systeembus) met 1 proces-datawoord (1PD) kunt u bij de inbedrijfstelling max. 8 productlengtes vastleggen. Devoor de betreffende zaagbeweging bedoelde productlengte moet u binair gecodeerdmet de binaire ingangen DI15, DI16 en DI17 (aansturing via klemmen) of de proces-uitgangsdata PO1:13, PO1:14 en PO1:15 (aansturing via bus met 1 PD) selecteren.Bij besturing via veldbus met 3 procesdatawoorden (3PD) kunt u de productlengtemet procesuitgangsdatawoorden PO2 variabel via de veldbus opgeven.
• Productlengtebesturing met materiaalsensor: u geeft net als bij de productleng-tebesturing de productlengte op. Een sensor achter de zaagaandrijving activeert debesturing. Het sensorsignaal wordt op de binaire ingang DIØ aangesloten. Bereikthet materiaal deze sensor, wordt in relatie met de ingestelde productlengte de zaag-slede gestart. Let bij het opgeven van de productlengte op de volgende regel:productlengte ≥ sensorafstand + inkoppelweg(sensorafstand = afstand tussen startpositie van de zaag en materiaalsensor)
50703AXXAfbeelding 25: productlengtebesturing zonder materiaalsensor
00
I
36 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
5 Programma "vliegende zaag" startenInbedrijfstelling
[1] = sensorafstand[2] = inkoppelweg
• Lengtemarkering-besturing: op het te zagen materiaal moeten lengtemarkeringenzijn aangebracht. een sensor moet de lengtemarkeringen herkennen. Het sensorsig-naal wordt naar de binaire ingang DIØ2 gevoerd en start de zaagslede.
[1] = sensorafstand lengtemarkering[2] = inkoppelweg
53658AXXAfbeelding 26: productlengtebesturing met materiaalsensor
53660AXXAfbeelding 27: lengtemarkering-besturing
[2][1]
[2][1]
00
I
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 37
5Programma "vliegende zaag" startenInbedrijfstelling
Productlengtebesturing zonder materiaalsensor:
• Inkoppelweg: Geef de lengte op in [mm] van de inkoppelweg. Tijdens de inkoppel-beweging wordt slave-aandrijving (= zaagslede) in synchroonloop naar de master-aandrijving (= materiaaltoevoer) gebracht.
• Productlengte [mm]: bij besturing via klemmen en via bus (systeembus of veldbus)met 1 procesdatawoord (1 PD) moet u hier de gewenste productlengte invoeren. Ukunt maximaal 8 verschillende productlengten opgeven. Via de binaire ingangenDI15 ... DI17 (aansturing via klemmen) of via de procesuitgangsdata PO:13 ... PO:15(aansturing via bus met I PD) selecteert u dan de gewenste lengte.
Bij aansturing via veldbus met 3 procesdatawoorden (3 PD) is deze productlengte-tabel niet nodig. U geeft de productlengte met procesuitgangsdatawoord PO2 varia-bel op via de veldbus.
05874AENAfbeelding 28: parameters voor de zaag bij productlengtebesturing zonder materiaalsensor
(aansturing via klemmen of via bus met 1 procesdatawoord (1 PD)
Binaire ingang of procesuitgangsdata PO1
Productlengte nr.
1 2 3 4 5 6 7 8
DI15 of PO1:13 "0" "1" "0" "1" "0" "1" "0" "1"
DI16 of PO1:14 "0" "0" "1" "1" "0" "0" "1" "1"
DI17 of PO1:15 "0" "0" "0" "0" "1" "1" "1" "1"
00
I
38 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
5 Programma "vliegende zaag" startenInbedrijfstelling
Productlengtebesturing met materiaalsensor:
Bij de productlengtebesturing moet u bovendien de volgende waarden invoeren:• Sensorafstand: voer de afstand tussen de startpositie van de zaag en de materiaal-
sensor in [mm] in.• Reactietijd sensor: voer de reactietijd van de materiaalsensor in [ms] in. Deze
waarde beïnvloedt de inkoppelbesturing van de zaagaandrijving.
05875AENAfbeelding 29: parameters voor de zaag bij productlengtebesturing met materiaalsensor
(aansturing via klemmen of via bus met 1 procesdatawoord (1 PD)
00
I
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 39
5Programma "vliegende zaag" startenInbedrijfstelling
Lengtemarkering-besturing:
• Sensorafstand: voer de afstand tussen de startpositie van de zaag en de marke-ringssensor in [mm] in.
• Reactietijd sensor: voer de reactietijd van de markeringssensor in [ms] in. Dezewaarde beïnvloedt de inkoppelbesturing van de zaagaandrijving.
05880AENAfbeelding 30: parameters voor de zaag bij lengtemarkering-besturing
00
I
40 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
5 Programma "vliegende zaag" startenInbedrijfstelling
Terugpositioneren en opening trekken
• Parameters voor het terugpositioneren: na geslaagde zaagbeweging moet dezaagaandrijving weer naar de startpositie teruggereden worden. Deze bewegingwordt terugpositioneren genoemd. Hiervoor moet u verschillende parameters instel-len.– Zacht terugpositioneren: "Ja" of "Nee". "Ja" betekent, dat de terugkeerpositione-
ring met de kleinstmogelijke acceleratie en zo mogelijk zonder schokken verloopt.Daardoor wordt de mechanische constructie van de installatie ontzien en dewachttijd in de startpositie bekort.
– Maximum toerental bij terugpositioneren: geef in [r/min] aan, met welk maximummotortoerental de terugkeerpositionering moet verlopen. Let erop, dat het toelaat-bare maximumtoerental (→ P302) niet wordt overschreden.
– Minimale integrator omkeerpositie: geef in [s] aan, met welke minimale integrator-tijd de aandrijving voor de terugkeerpositionering moet accelereren.
– Minimale omkeerpositie: geef in [mm] aan, vanaf welke positie de zaagaandrij-ving op het signaal voor het terugpositioneren moet reageren.
• Opening trekken: met de functie "opening trekken" wordt het zaagblad na geslaag-de zaagbeweging van het materiaal weggetrokken. Op deze manier kunt u de zoge-naamde "snijrandbeveiliging" realiseren. Het wegtrekken van het zaagblad voorkomtextra sporen op de zaagrand. Met deze functie kunt u bovendien het gezaagde ma-teriaal apart zetten, zodat het gemakkelijker verder verwerkt kan worden.– Opening trekken: "tijdgestuurd" of "gerelateerd aan de weg" "Tijdgestuurd" bete-
kent, dat de opening met de waarden "Synchronization speed" en "Synchroniza-tion ramp" wordt opgebouwd. "Gerelateerd aan de weg" betekent, dat de openingmet de waarde "Master distance value" wordt opgebouwd.
05881AENAfbeelding 31: parameters voor terugpositioneren en "opening trekken" (tijdgestuurd) instellen
00
I
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 41
5Programma "vliegende zaag" startenInbedrijfstelling
– Gap: geef in [mm] aan, hoe groot de opening moet zijn.– Synchronization speed (alleen bij "tijdgestuurd"): motortoerental voor het tijdge-
stuurde "opening trekken". Let erop, dat de "Synchronization speed" groter moetzijn dan de baansnelheid.
– Synchronization ramp (alleen bij "tijdgestuurd"): acceleratie-integrator voor hettijdgestuurde "opening trekken".
– Master distance (alleen bij "gerelateerd aan de weg"): legt het materiaal deze af-stand af, dan is de actie "opening trekken" beëindigd.
Wijzigingen opslaan
U wordt verzocht de ingevoerde gegevens op te slaan. De inbedrijfstellingsgegevensstaan dan in uw systeem voor verdere bewerking ter beschikking.
05881AENAfbeelding 32: parameters voor terugpositioneren en "opening trekken" (gerelateerd aan de
weg) instellen
04444ANLAfbeelding 33: wijzigingen opslaan
00
I
42 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
5 Programma "vliegende zaag" startenInbedrijfstelling
Download Druk op "Download", automatisch worden alle noodzakelijke instellingen in de regelaardoorgevoerd en het IPOS-programma "vliegende zaag" gestart.
Omschakelen naar de monitor
Na het downloaden wordt u gevraagd of u naar de monitor wilt omschakelen.
Met "Ja" schakelt u om naar de monitor en kunt u daar in de gewenste bedrijfssoort star-ten. Met "Nee" komt u in MOVITOOLS/Shell.
05882AENAfbeelding 34: download-venster
05884ANLAfbeelding 35: monitor Ja/Nee
00
I
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 43
5Programma "vliegende zaag" startenInbedrijfstelling
Monitor Wordt de "vliegende zaag" na een eerste inbedrijfstelling opnieuw gestart, dan komt demonitor direct met de statusweergave.• Bedrijf zonder bus: u kunt kiezen tussen "Status" en "State".• Bedrijf met veldbus/systeembus: u kunt behalve "Status" en "State" ook "Fieldbus
proces data 1" en "Fieldbus proces data 2" laten weergeven.
Status
Hernieuwde inbedrijfstelling
Druk op "Startup", als u een hernieuwde inbedrijfstelling wilt doorvoeren. De inbedrijf-stellingsvensters verschijnen (→ Initial startup).
05913AENAfbeelding 36: monitor "vliegende zaag", statusweergave
00
I
44 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
5 Programma "vliegende zaag" startenInbedrijfstelling
Toestand In de weergave "State" ziet u in een extra venster de mogelijke toestanden van de "vlie-gende zaag". De afbeelding toont de actuele toestand en in welke richting het omscha-kelen van een toestand mogelijk is.
05914AENAfbeelding 37: monitor "vliegende zaag", toestandsweergave
00
I
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 45
5Programma "vliegende zaag" startenInbedrijfstelling
Bedrijf met veld-bus/systeembus
Bij bedrijf met veldbus/systeembus kunt u bovendien de veldbusprocesdata laten weer-geven.
Veldbusproces-data 1
Uitsluitend bij bedrijf met veldbus/systeembus:
05915AENAfbeelding 38: monitor "vliegende zaag", veldbusprocesdata 1
00
I
46 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
5 Programma "vliegende zaag" startenInbedrijfstelling
Veldbusproces-data 2
Uitsluitend bij bedrijf met veldbus/systeembus:
05916AENAfbeelding 39: monitor "vliegende zaag", veldbusprocesdata 2
00
I
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 47
5Programma "vliegende zaag" startenInbedrijfstelling
Aansturing vanuit de monitor
In de weergave "veldbusprocesdata 2" kunt u naast een puur monitorbedrijf ook eenaansturing simuleren.• "0"-signaal op klem DIØØ "/CONTROLLER INHIBIT/".• Activeer daartoe boven "PO1: Control word" het vakje "Control".• U kunt nu de afzonderlijke bits van het stuurwoord (PO1) activeren en deactiveren
en waarden voor de proces-uitgangsdatawoorden PO2 en PO3 invoeren.• Druk op "Send PO", om de stuurwoorden naar de regelaar te verzenden.
De regelaar voert nu overeenkomstig deze invoer het bewegingscommando uit.
05917AENAfbeelding 40: besturing simuleren
• U kunt met DIØØ "/CONTROLLER INHIBIT" = "0" van "Control" omschakelen naar"Monitor".
• Om het programma "vliegende zaag" te beëindigen, moet "Monitor" actief zijn.
00
I
48 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
5 Parameters en IPOS-variabelenInbedrijfstelling
5.4 Parameters en IPOS-variabelenDoor de inbedrijfstelling worden de volgende parameters en IPOS-variabelen automa-tisch ingesteld en bij het downloaden in de regelaar geladen:
Parameter number P... Index Description
100 8461 Setpoint source
101 8462 Control signal source
228 8438 Feed forward filter (DRS)
240 8513 Synchronous speed
241 8514 Synchronous ramp
600 8335 Binary input DI01
601 8336 Binary input DI02
602 8337 Binary input DI03
603 8338 Binary input DI04
604 8339 Binary input DI05
605 8919 Binary input DI06 (MDX61B only)
606 8920 Binary input DI07 (MDX61B only)
610 8340 Binary input DI10
611 8341 Binary input DI11
612 8342 Binary input DI12
613 8343 Binary input DI13
614 8344 Binary input DI14
615 8345 Binary input DI15
616 8346 Binary input DI16
617 8347 Binary input DI17
620 8350 Binary output D001
621 8351 Binary output D002
622 8916 Binary output D003 (MDX61B only)
623 8917 Binary output D004 (MDX61B only)
624 8918 Binary output D005 (MDX61B only)
630 8352 Binary output D010
631 8353 Binary output D011
632 8354 Binary output D012
633 8355 Binary output D013
634 8356 Binary output D014
635 8357 Binary output D015
636 8358 Binary output D016
637 8359 Binary output D017
700 8574 Operating mode
803 8595 Parameter lock
813 8600 SBus address
815 8602 SBus timeout delay
816 8603 SBus baud rate
00
I
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 49
5Parameters en IPOS-variabelenInbedrijfstelling
819 8606 Fieldbus timeout delay
831 8610 Response FIELDBUS TIMEOUT
836 8615 Response SBus TIMEOUT
870 8304 Setpoint description PO1
871 8305 Setpoint description PO2
872 8306 Setpoint description PO3
873 8307 PI1 Actual value description
874 8308 PI2 Actual value description
875 8309 PI3 Actual value description
876 8622 PO-data enable
900 8623 Reference offset
903 8626 Reference travel typ
920 8633 SW limit switch CW
921 8634 SW limit switch CCW
960 8835 Modulo function
IPOS variable Description
H0 Control signal source for IPOS program
H1 PO2 description
H2 Slave type
H3 Slave value
H4 i gear unit slave
H5 i additional gear slave
H6 Slave pulses
H7 Slave distance
H8 Diagonal angle
H9 Master type
H10 Master value
H11 i gear unit master
H12 i additional gear master
H13 Master pulses
H14 Master travel
H15 Stiffness
H16 MFilterTime
H17 GFMaster
H18 GFSlave
H19 Unit slave 1
H20 Unit slave 2
H21 Unit master 1
H22 Unit master 2
H26 Rapid speed
H27 Creep speed
H28 Jog ramp
H29 Software limit switch CW – user
Parameter number P... Index Description
00
I
50 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
5 Parameters en IPOS-variabelenInbedrijfstelling
H30 Software limit switch CCW – user
H31 Use hardware limit switch
H32 Reference offset – user
H33 Reference travel type - user
H34 Travel speed
H35 Ramp
H36 Home position - user
H37 Home position
H38 Parking position – user
H39 Parking position
H41 Automatic mode for IPOS-program
H42 Engaging distance – user
H43 Engaging distance
H44 Label sensor distance – user
H45 Label sensor distance
H46 Sensor delay time – user
H47 Sensor delay time
H48 Number of cut lengths for IPOS-program
H49 Cut length 1 - user
H50 Cut length 1
H51 Cut length 2 – user
H52 Cut length 2
H53 Cut length 3 – user
H54 Cut length 3
H55 Cut length 4 – user
H56 Cut length 4
H57 Cut length 5 - user
H58 Cut length 5
H59 Cut length 6 – user
H60 Cut length 6
H61 Cut length 7 – user
H62 Cut length 7
H63 Cut length 8 – user
H64 Cut length 8
H65 Number of actual cut lengths
H66 Automatic mode – user
H70 Smooth repositioning
H71 Travel speed
H72 Ramp
H73 Minimum reversing position – user
H74 Minimum reversing position
H75 Maximum reversing position – user
H76 Maximum reversing position
H77 Minimum cut length – user
H78 Minimum cut length
IPOS variable Description
00
I
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 51
5Parameters en IPOS-variabelenInbedrijfstelling
H79 Maximum master speed - user
H80 Maximum master speed
H81 Speed unit
H82 Pulling a gap
H83 Gap – user
H84 Gap
H85 Gap master distance – user
H86 Gap master distance
H90 Bus type for GetSys command
H91 Master encoder resolution
H92 Diagonal cut correction
H93 Material sensor distance – user
H94 Material sensor distance
IPOS variable Description
Deze parameters en IPOS-variabelen mogen na de inbedrijfstelling niet meer wor-den veranderd!
00
I
52 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
5 Aandrijving startenInbedrijfstelling
5.5 Aandrijving startenSchakel na het downloaden met '"Ja" om naar de monitor van de "vliegende zaag". Metde klemmen DI1Ø en DI11 bij aansturing via de klemmen resp. de bits 8 en 9 van "PO1:Control word" bij busbesturing kunt u de bedrijfssoort kiezen.
Bedrijfssoorten
• Tipbedrijf (DI1Ø = "0", DI11 = "0") draairichting gezien naar de A-zijde van de mo-tor.– DI13 = "1": de motor draait rechtsom.– DI14 = "1": de motor draait linksom.– DI15 = "0"/"1": tipbedrijf in het lage en hoge toerental.– Let er met betrekking tot de draairichting op of u een 2- of een 3-traps-reductor
gebruikt.
• Referentiebeweging (DI1Ø = "1", DI11 = "0")– Met DI12 = "1" referentiebeweging gestart.– Door de referentiebeweging tot één van beide eindschakelaars wordt het referen-
tiepunt vastgelegd. Met de referentie-offset, die bij de inbedrijfstelling ingesteldwordt, kunt u het nulpunt van de machine veranderen, zonder de eindschakelaarte moeten wijzigen.
– Dan geldt de formule: nulpunt van de machine = referentiepunt + referentie-offset
• Positionering (DI1Ø = "1", DI11 = "0") – Met DI12 = "1" positionering gestart.– DI13 = "0"/"1": startpositie/parkeerpositie wordt bereikt.– De positionering dient voor de positiegeregelde beweging tussen start- en par-
keerpositie.
• Automatisch bedrijf (DI1Ø = "1", DI11 = "1")– Met DI12 = "1" het automatische bedrijf gestart.– Met DI14 = "1" wordt de aandrijving naar de startpositie gereden.– Aansturing via klemmen of veldbus met 1 procesdatawoord (1PD): bij de inbedrijf-
stelling van de vliegende zaag legt u vast, of in het automatische bedrijf de pro-ductlengtebesturing of de lengtemarkering-besturing actief is.
Let op de volgende aanwijzingen om de aandrijving te kunnen starten. Dit geldt voor allebedrijfssoorten:• De binaire ingangen DIØØ "/CONTROLLER INHIBIT/" en DIØ3 "ENABLE/RAPID
STOP" dienen een "1"-signaal te krijgen.• Alleen bij aansturing via veldbus/systeembus: Zet het besturingsbit PO1:0
"CONTROLLER INHIBIT/ENABLE" = "0" en de besturingsbits PO1:1 "ENABLE/RA-PID STOP" en PO1:2 "ENABLE/STOP" = "1".
BedrijfssoortKlem (bij busbedrijf virtuele klem in het stuurwoord PO1)
DI1Ø (PO1:8) DI11 (PO1:9)
Tipbedrijf "0" "0"
Referentiebeweging "1" "0"
Positionering "0" "1"
Automatisch bedrijf "1" "1"
00
I
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 53
5TipbedrijfInbedrijfstelling
5.6 Tipbedrijf• DI1Ø (PA1:8) = "0" en DI11 (PA1:9) = "0"Opgave van de draairichting gezien naar de A-zijde van de motor. Let er met betrekkingtot de draairichting op of u een 2- of een 3-traps-reductor gebruikt.DI13 = "1" = motor draait rechtsom (CW)DI14 = "1" = motor draait linksom (CCW)DI15 = "0" = tipbedrijf in lage snelheidDI15 = "1" = tipbedrijf in hoge snelheidHet hoge en lage toerental en de integratoren worden bij de inbedrijfstelling van de vlie-gende zaag ingesteld.
06256AENAfbeelding 41: tipbedrijf
00
I
54 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
5 ReferentiebewegingInbedrijfstelling
5.7 Referentiebeweging• DI1Ø (PA1:8) = "1" en DI11 (PA1:9) = "0"DI12 = "1" start de referentiebeweging.Door de referentiebeweging tot één van beide eindschakelaars wordt het referentiepuntvastgelegd. Met de referentie-offset, die bij de inbedrijfstelling ingesteld wordt, kunt uhet nulpunt van de machine veranderen, zonder de eindschakelaar te moeten wijzigen.Dan geldt de formule: nulpunt van de machine = referentiepunt + referentie-offset
06258AENAfbeelding 42: referentiebeweging
00
I
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 55
5PositioneringInbedrijfstelling
5.8 Positionering• DI1Ø (PA1:8) = "0" en DI11 (PA1:9) = "1"DI12 = "1" = start de positionering.DI13 = "0" = positioneerbeweging naar de startpositie.DI13 = "1" = positioneerbeweging naar de parkeerpositie.De positionering dient voor de positiegeregelde beweging tussen start- en parkeerposi-tie.
06259AENAfbeelding 43: positionering
00
I
56 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
5 Automatisch bedrijfInbedrijfstelling
5.9 Automatisch bedrijf• DI1Ø (PA1:8) = "1" en DI11 (PA1:9) = "1"DI12 = "1" = start automatisch bedrijf.DI14 = "1" = start terugkeerpositionering. Aansturing via klemmen of veldbus met 1 procesdatawoord (1PD): bij de inbedrijfstellingvan de vliegende zaag legt u vast, of in het automatische bedrijf de productlengtebestu-ring of de lengtemarkering-besturing actief is.
Productlengte-besturing
Bij actieve productlengtebesturing wordt de gewenste productlengte op twee manierenopgegeven:1. Bij aansturing via klemmen binair gecodeerd via de binaire ingangen DI15 ... DI17.
Er zijn maximaal acht verschillende productlengten mogelijk.2. Bij besturing via de veldbus of systeembus wordt de productlengte met de procesuit-
gangsdata PO1:13, PO1:14 en PO1:15 opgegeven.
06260AENAfbeelding 44: automatische bedrijf met productlengtebesturing
00
I
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 57
5Automatisch bedrijfInbedrijfstelling
Procedure van de productlengte-besturing
Houd de volgende procedure aan bij de productlengtebesturing:• Zet "1"-signalen op de binaire ingangen DIØØ "/Controller inhibit" en DIØ1 "Ena-
ble/rapid stop".• Alleen bij aansturing via veldbus/systeembus: programmeer de volgende besturings-
bits:– PO1:0 "Regelaarblokkering/vrijgave" = "0"– PO1:1 "Vrijgave/snelstop" = "1"– PO1:2 "Vrijgave/stop" = "1"
• Aansturing via klemmen of veldbus met 1 procesdatawoord (1PD): Selecteer de ge-wenste productlengte met DI15 ... DI17 of PO1:13 ... PO1:15.
• Veldbus met 3 procesdatawoorden (3PD): geef met procesuitgangsdatawoord PO2de productlengte op.
• Start het automatisch bedrijf met DI12 (PO1:10) "Start" = "1". Het "1"-signaal moetvoor de gehele duur van de positionering aan staan.
• Zet een "1"-signaal op de binaire ingang DI14 (PO1:12) "terugkeerpositionering ".Het signaal moet minstens aan staan tot de startpositie is bereikt.
• De aandrijving beweegt nu naar de startpositie en blijft daar, tot de ingestelde mate-riaallengte is bereikt. Bij productlengtebesturing zonder materiaalsensor wordt na de"0"-"1"-flank op DI12 "start" de materiaallengte gemeten. Bij productlengtebesturingmet materiaalsensor wordt pas na de "0"-"1"-flank op DIØ2 "sensor" de materiaal-lengte gemeten.
• Is de materiaallengte bereikt, dan koppelt de aandrijving automatisch in en synchro-niseert zich met het te zagen materiaal. Tijdens de synchroonloop is de binaire uit-gang DO12 (PI1:10) "Aandrijving synchroon" = "1" gemaakt.
• Bereikt de aandrijving de ingestelde omkeerpositie, dan kan door "1"-signaal op debinaire ingang DI14 (PO1:12) "Terugpositioneren" de teruggaande beweging wor-den gestart. De aandrijving wordt ontkoppeld en gaat positiegeregeld terug naar destartpositie.
• Bereikt de aandrijving de startpositie, dan wordt de binaire uitgang DO17 (PI1:15)"Startpositie bereikt " = "1" gemaakt. De aandrijving blijft positiegeregeld staan.
Let op de volgende aanwijzingen:• Op de binaire ingang DI14 (PA1:12) "Terugpositioneren" kan het "1"-signaal continu
aan staan. De aandrijving wordt dan bij het bereiken van de minimale omkeerpositieontkoppeld en gaat terug naar de startpositie.
• Blijft DI14 (PO1:12) "Terugpositioneren" = "0", dan blijft de aandrijving in synchroon-loop.
• Moet na een geslaagde zaagbewerking het materiaal apart gelegd worden, gebruikdan de functie "Opening trekken". Ga daartoe als volgt te werk:– Zet een "1"-signaal op de binaire ingang DI13 (PO1:11) "Opening". Na het berei-
ken van de minimale omkeerpositie wordt een offset in relatie met de ingevoerdeinbedrijfstellingswaarde ingesteld. Dit "1"-signaal kan continu aan blijven staan.
– Heeft de aandrijving de offset-waarde bereikt, dan wordt de binaire uitgang DO13(PI:11) "Opening gereed" = "1" gemaakt. De aandrijving blijft in synchroonloop.
• Wordt de productlengte zo klein gekozen, dat de materiaaltoevoer bij het bereikenvan de startpositie de productlengte reeds heeft overschreden, wordt de fout F42"Volgfout" gegenereerd. Oplossing: materiaaltoevoer verkleinen.
00
I
58 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
5 Automatisch bedrijfInbedrijfstelling
Lengtemarkering-besturing
Bij actieve lengtemarkering-besturing wordt de gewenste productlengte bepaald doorde afstand van de lengtemarkeringen. De lengtemarkeringen moeten zich bevinden ophet te zagen materiaal en worden door een sensor gelezen.
06262AENAfbeelding 45: automatisch bedrijf met lengtemarkering-besturing
00
I
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 59
5Automatisch bedrijfInbedrijfstelling
Procedure van de lengtemarkering-besturing
Houd de volgende procedure aan bij de lengtemarkering-besturing:• Zet "1"-signalen op de binaire ingangen DIØØ "/Controller inhibit" en DIØ1 "Ena-
ble/rapid stop".• Alleen bij aansturing via veldbus/systeembus: programmeer de volgende besturings-
bits:– PO1:0 "Regelaarblokkering/vrijgave" = "0"– PO1:1 "Vrijgave/snelstop" = "1"– PO1:2 "Vrijgave/stop" = "1"
• Start het automatisch bedrijf met DI12 (PO1:10) "Start" = "1". Het "1"-signaal moetvoor de gehele duur van de positionering aan staan.
• Zet een "1"-signaal op de binaire ingang DI14 (PO1:12) "terugkeerpositionering ".Het signaal moet minstens aan staan tot de startpositie is bereikt.
• De aandrijving gaat nu naar de startpositie en blijft daar, tot een "0"-"1"-signaalflankop binaire ingang DIØ2 "Sensor" zaagbewerking start.
• De aandrijving wordt automatisch ingekoppeld en synchroniseert zich met het te za-gen materiaal. Tijdens de synchroonloop is de binaire uitgang DO12 (PI1:10) "Aan-drijving synchroon" = "1" gemaakt.
• Bereikt de aandrijving de ingestelde omkeerpositie, dan kan door "1"-signaal op debinaire ingang DI14 (PO1:12) "Terugpositioneren" de teruggaande beweging wor-den gestart. De aandrijving wordt ontkoppelt en gaat positiegeregeld terug naar destartpositie.
• Bereikt de aandrijving de startpositie, dan wordt de binaire uitgang DO17 (PI1:15)"Startpositie bereikt " = "1" gemaakt. De aandrijving blijft positiegeregeld staan.
Let op de volgende aanwijzingen:• Op de binaire ingang DI14 (PA1:12) "Terugpositioneren" kan het "1"-signaal continu
aan staan. De aandrijving wordt dan bij het bereiken van de minimale omkeerpositieontkoppeld en gaat terug naar de startpositie.
• Blijft DI14 (PO1:12) "Terugpositioneren" = "0", dan blijft de aandrijving in synchroon-loop.
• Moet na geslaagde zaagbewerking het materiaal apart gelegd worden, gebruik dande functie "Opening trekken". Ga daartoe als volgt te werk:– Zet een "1"-signaal op de binaire ingang DI13 (PO1:11) "Opening". Na het berei-
ken van de minimale omkeerpositie wordt een offset in relatie met de ingevoerdeinbedrijfstellingswaarde ingesteld. Dit "1"-signaal kan continu aan blijven staan.
– Heeft de aandrijving de offset-waarde bereikt, dan wordt de binaire uitgang DO13(PI:11) "Opening gereed" = "1" gemaakt. De aandrijving blijft in synchroonloop.
00
I
60 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
6 VolgordediagrammenBedrijf en service
6 Bedrijf en service6.1 Volgordediagrammen
Voor de volgordediagrammen gelden de volgende voorwaarden:• inbedrijfstelling juist uitgevoerd• DIØØ "/CONTROLLER INHIBIT" = "1" (geen blokkering)• DIØ1 "ENABLE/RAPID STOP" = "1"
Tipbedrijf
Bij aansturing via een veldbus/systeembus dient u in het stuurwoord PO1 de volgendebits in te stellen:• PO1:0 = "0" (CONTROLLER INHIBIT/ENABLE)• PO1:1 = "1" (ENABLE/RAPID STOP)• PO1:2 = "1" (ENABLE/STOP)
06255AXXAfbeelding 46: volgordediagram tipbedrijf
DI1Ø = mode-selectie (1) = start tipbedrijf, rechtsomDI11 = mode-selectie (2) = omschakeling lage snelheid → hoge snelheidDI13 = rechtsom (3) = omschakeling hoge snelheid → lage snelheidDI14 = linksom (4) = start tipbedrijf, linksomDI15 = lage snelheid/hoge snelheid n1 = toerental lage snelheid voor tipbedrijfDBØØ = /rem wordt tijdens de inbedrijfstelling ingesteld
n2 = toerental hoge snelheid voor tipbedrijfwordt tijdens de inbedrijfstelling ingesteld
n [1/min]
n1
n2
0
-n1
-n2
DI1Ø
DI11
DI13
DI14
DI15
(1) (4)(2) (3)
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 61
6VolgordediagrammenBedrijf en service
Referentie-beweging
06439AXXAfbeelding 47: volgordediagram referentiebeweging
DIØ4 = /eindschakelaar rechts (1) = start referentiebewegingDIØ5 = /eindschakelaar links (2) = eindschakelaar links bereiktDI1Ø = mode-selectie (3) = referentiepunt bereiktDI11 = mode-selectieDI12 = referentiebeweging startenDOØ2 = as gerefereerd
n [1/min]
n1
0
DIØ4
DI
DI1
DI11
DI12
Ø5
Ø
DOØ2
(1) (2) (3)
62 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
6 VolgordediagrammenBedrijf en service
Positioneer-beweging
06440AXXAfbeelding 48: volgordediagram positioneerbeweging
DI1Ø = mode-selectie (1) = start positioneerbewegingDI11 = mode-selectie (2) = doel = startpositie bereiktDI12 = positioneerbeweging starten (3) = parkeerpositie wordt als doel geselecteerdDI13 = doel voor de positioneerbeweging kiezen (4) = doel = parkeerpositie bereikt"0" = startpositie, "1" = parkeerpositieDO17 = doelpositie bereikt
n [1/min]
n1
-n1
0
DI1Ø
DI11
DI12
DI13
DO17
(1) (2) (4)(3)
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 63
6VolgordediagrammenBedrijf en service
Automatisch bedrijfProductlengtebe-sturing zonder materiaalsensor
06441AXXAfbeelding 49: volgordediagram automatisch bedrijf productlengtebesturing zonder materiaal-
sensor
DI1Ø = mode-selectie (1) = start materiaaldetectie, productlengte wordtDI11 = mode-selectie overgenomen, lengte geldt vanaf nuDI12 = automatisch bedrijf starten (2) = start terugkeerpositionering DI13 = opening trekken (3) = startpositie bereiktDI14 = terugpositioneren (4) = productlengte bereikt, start zaagbewerkingDI15 = productlengte binair gecodeerd, 2^0 (5) = synchrone toerental bereikt, productlengte voorDI16 = productlengte binair gecodeerd, 2^1 de volgende zaagbewerking wordt uitgevoerdDI17 = productlengte binair gecodeerd, 2^2 (6) = minimale omkeerpositie bereikt, start openingDO12 = aandrijving in synchroonloop trekkenDO13 = opening trekken gereed (7) = opening trekken gereedDO17 = startpositie bereikt (8) = zaagbewerking voltooid, daar DI14 = "1" direct
start terugkeerpositionering (9) = startpositie bereikt
n [1/min]
n1
-n1
n2
0
DI1
DI11
DI12
DI13
DI14
DI15
DI16
DI17
Ø
DO12
DO13
DO17
(2) (3) (4) (6)(5) (7) (8) (9)(1)
64 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
6 VolgordediagrammenBedrijf en service
Productlengte-besturing met materiaalsensor
06457AXXAfbeelding 50: volgordediagram automatisch bedrijf productlengtebesturing met materiaal-
sensor
DIØ2 = signaal materiaalsensor (1) = start materiaaldetectie, productlengte wordtDI1Ø = mode-selectie overgenomen, lengte geldt vanaf nuDI11 = mode-selectie (2) = start terugkeerpositionering DI12 = automatisch bedrijf starten (3) = startpositie bereiktDI13 = opening trekken (4) = productlengte bereikt, start zaagbewerkingDI14 = terugpositioneren (5) = synchrone toerental bereikt, productlengte voorDI15 = productlengte binair gecodeerd, 2^0 de volgende zaagbewerking wordt uitgevoerdDI16 = productlengte binair gecodeerd, 2^1 (6) = minimale omkeerpositie bereikt, start openingDI17 = productlengte binair gecodeerd, 2^2 trekkenDO12 = aandrijving in synchroonloop (7) = opening trekken gereedDO13 = opening trekken gereed (8) = zaagbewerking voltooid, daar DI14 = "1" direct DO17 = startpositie bereikt start terugkeerpositionering
(9) = startpositie bereikt
n [1/min]
n1
-n1
n2
0
DI11
DI12
DI13
DI14
DI15
DI16
DI17
DIØ2
DI1Ø
DO12
DO13
DO17
(2) (3) (4) (6)(5) (7) (8) (9)(1)
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 65
6VolgordediagrammenBedrijf en service
Lengtemarkering-besturing
06442AXXAfbeelding 51: volgordediagram automatisch bedrijf lengtemarkering-besturing
DIØ2 = sensorsignaal lengtemarkering (1) = start terugkeerpositionering DI1Ø = mode-selectie (2) = startpositie bereiktDI11 = mode-selectie (3) = start zaagbewerkingDI12 = automatisch bedrijf starten (4) = minimale omkeerpositie bereikt, start openingDI13 = opening trekken trekkenDI14 = terugpositioneren (5) = opening trekken gereedDO12 = aandrijving in synchroonloop (6) = zaagbewerking voltooid, daar DI14 = "1" direct DO13 = opening trekken gereed start terugkeerpositionering DO17 = startpositie bereikt (7) = startpositie bereikt
n [1/min]
n1
-n1
n2
0
DIØ2
DI1
DI11
DI12
DI13
DI14
Ø
DO12
DO13
DO17
(1) (2) (3) (4) (5) (6) (7)
66 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
6 StoringsinformatieBedrijf en service
6.2 StoringsinformatieHet foutengeheugen (P080) bewaart de laatste vijf foutmeldingen (fouten t-0...t-4). Deoudste foutmelding wordt bij meer dan vijf opgetreden fouten gewist. Op het tijdstip vande storing wordt de volgende informatie bewaard:opgetreden fout• status van de binaire in-/en uitgangen • bedrijfssituatie van de regelaar• status van de regelaar • temperatuur van het koellichaam • toerental • uitgangsstroom• effectieve stroom • belasting van het apparaat • tussenkringspanning • uren van in-schakeling • vrijgave-uren • parameterset • motorbelasting.Afhankelijk van de aard van de storing zijn er drie uitschakelreacties; de regelaar blijft instoringssituatie geblokkeerd:• Directe uitschakeling:
De regelaar kan de aandrijving niet meer afremmen; de eindtrap wordt in geval vanstoring hoogohmig en de rem valt direct in (DBØØ "/rem" = "0").
• Snelstop:Het afremmen van de aandrijving verloopt via de stop-integrator t13/t23. Bij het be-reiken van het stop-toerental valt de rem in (DBØØ "/rem" = "0"). De eindtrap wordtna afloop van de invaltijd van de rem (P732 /P735) hoogohmig.
• Noodstop:Het afremmen van de aandrijving verloopt via de noodstop-integrator t14/t24. Bij hetbereiken van het stop-toerental valt de rem in (DBØØ "/rem" = "0"). De eindtrap wordtna afloop van de invaltijd van de rem (P732 /P735) hoogohmig.
Reset Een foutmelding kan opgeheven worden door:• Het uitschakelen en opnieuw inschakelen van de netvoeding.
Advies: voor de net-magneetschakelaar K11 een minimum uitschakeltijd van 10 saanhouden.
• Reset met de binaire ingang DIØ3. Door de inbedrijfstelling van de "vliegende zaag"wordt deze binaire ingang met de functie "Reset" geprogrammeerd.
• Alleen bij aansturing via veldbus/systeembus: "0"→"1"→"1"-signaal op bit PO1:6 inhet stuurwoord PO1.
• In de manager MOVITOOLS de reset-knop bedienen.
• Handmatige reset in MOVITOOLS/Shell (P840= "YES" of [Parameter] / [Manuel Re-set]).
• Handmatige reset met DBG60B (MDX61B) of DBG11A (MCH4_A).
Timeout actief Wordt de regelaar via een communicatie-interface (veldbus, RS-485, of SBus) aange-stuurd en werd de netvoeding uit- en weer ingeschakeld of een fout-reset uitgevoerd,dan blijft de vrijgave zo lang inactief, tot de regelaar via de met time-out bewaakte com-municatie weer geldige data ontvangt.
02771AENAfbeelding 52: reset met MOVITOOLS
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 67
6FoutmeldingenBedrijf en service
6.3 FoutmeldingenIndicatie De fout- resp. waarschuwingscode wordt in BCD-gecodeerde vorm weergegeven,
waarbij het volgende indicatiepatroon wordt aangehouden:
Na reset of als de fout- resp. waarschuwingscode weer de waarde '0' aanneemt, scha-kelt de indicatie over naar bedrijfsweergave.
Foutenlijst De volgende tabel is een selectie uit de complete foutenlijst (→ Technische handleidingMOVIDRIVE®). Alleen de fouten, die speciaal bij deze applicatie kunnen optreden, wor-den opgevoerd.Een punt in de kolom "P" betekent, dat de reactie programmeerbaar is(P83_foutresponse). In de kolom "Reactie" is de fabrieksinstelling van de foutreactievermeld.
01038AXX
knippert, ca. 1 s
indicatie uit, ca. 0,2 s
tientallen, ca. 1 s
indicatie uit, ca. 0,2 s
eenheden, ca. 1 s
indicatie uit, ca. 0,2 s
Foutcode Aanduiding Reactie P Mogelijke oorzaak Maatregel
00 Geen fout -
07 UZ-overspan-ning
Directe uit-schakeling Tussenkringspanning te hoog
• deceleratietijden verlengen• kabel naar remweerstand controleren• technische gegevens van de remweerstand con-
troleren
08 n-bewaking Directe uit-schakeling
• toerentalregelaar resp. stroomregelaar (in bedrijfssoort VFC zonder encoder) werkt tegen de instelgrens aan van-wege mech. overbelasting of faseuit-val in net of motor.
• encoder niet correct aangesloten of verkeerde draairichting
• bij koppelregeling wordt nmaxover-schreden
• belasting reduceren• ingestelde deceleratietijd (P501 resp. P503) ver-
hogen• encoderaansluiting controleren, event. A/A en B/B
paarsgewijs verwisselen• voeding van de encoder controleren• stroombegrenzing controleren• event. integratoren verlengen• motorkabel en motor controleren• fasen van de netvoeding controleren
68 MOVIDRIVE® – Vliegende zaag
6 FoutmeldingenBedrijf en service
10 IPOS-ILLOP Noodstop
• onjuist commando bij de IPOSplus®-programma-uitvoering herkend
• onjuiste voorwaarden bij de pro-gramma-uitvoering
• controleer inhoud programmageheugen en indien nodig corrigeren
• het juiste programma in het geheugen laden• controleer programmavolgorde (→ IPOSplus®-
handboek)
14 Encoder Directe uit-schakeling
• encoderkabel of afscherming niet cor-rect aangesloten
• kortsluiting/draadbreuk in de encoder-kabel
• encoder defect
Encoderkabel en afscherming op juiste aansluiting, kortsluiting en draadbreuk controleren.
25 EEPROM Snelstop Fout bij het aanspreken van de EEPROM of van de geheugenkaart.
• fabrieksinstelling oproepen, reset doorvoeren en opnieuw parametreren.
• Bij hernieuwd optreden de serviceafdeling van Vector Aandrijftechniek raadplegen.
• geheugenkaart vervangen
28 Fieldbustimeout Snelstop •
Er heeft binnen de geprojecteerde aan-spreekbewaking geen communicatie tus-sen master en slave plaatsgevonden.
• communicatieroutine van de master controleren• veldbus time-out-tijd (P819) verlengen/bewaking
uitschakelen
29 Eindschake-laar bereikt Noodstop In bedrijfssoort IPOSplus® werd een eind-
schakelaar bereikt.• traject controleren• gebruikersprogramma corrigeren
31 TF-sensor GeenReactie •
• motor te heet, TF is aangesproken• TF van de motor niet, of niet correct
aangesloten• verbinding tussen MOVIDRIVE® en de
TF in de motor onderbroken• doorverbinding tussen X10:1 en X10:2
ontbreekt
• motor laten afkoelen en fout resetten• aansluitingen/kabel tussen MOVIDRIVE ® en TF
controleren• als geen TF aangesloten wordt: doorverbinding
tussen X10:1 en X10:2• P835 op "No response" zetten
36 Optie ont-breekt
Directe uit-schakeling
• type optiekaart niet toegestaan• keuze setpoint-bron, stuurbron of
bedrijfssoort voor deze optiekaart niet toegestaan
• verkeerd encodertype voor DIP11A ingesteld
• juiste optiekaart aanbrengen• juiste keuze gewenste waarde instellen (P100)• juiste wijze van aansturen instellen (P101)• juiste bedrijfssoort (P700 resp. P701) instellen• goede encodertype instellen
42 Volgfout Directe uit-schakeling •
• encoder verkeerd aangesloten• integratortijden te kort• P-aandeel van de positieregeling te
klein• toerentalregelaar verkeerd geparame-
treerd• waarde voor de volgfouttolerantie te
klein
• aansluiting encoder controleren• integratoren verlengen• P-aandeel groter instellen• toerentalregelaar opnieuw parametreren• volgfouttolerantie vergroten• bedrading encoder, motor en fasen van de voe-
ding controleren• mechanische constructie op stroeve loop contro-
leren eventueel op een blokkering gereden
94 EEPROM checksum
Directe uit-schakeling
Storing regelaarelektronica; event. door EMC-beïnvloeding of defect. Apparaat ter reparatie aanbieden.
Foutcode Aanduiding Reactie P Mogelijke oorzaak Maatregel
MOVIDRIVE® – Vliegende zaag 69
7
7 Index
Aaandrijving starten 52
aansluitingsysteembus (SBus) 25
automatisch bedrijf 56lengtemarkering-besturing 58productlengtebesturing 56
automatisch bedrijf, productlengtebesturing metmateriaalsensor 64
automatisch bedrijf, productlengtebesturing zondermateriaalsensor 63
automatisch bedrijf, lengtemarkering-besturing 65
Bbeschrijving vliegende zaag 5
Ffoutmeldingen
foutenlijst 67indicatie 67
functiebeschrijving 9
functiekenmerken 9
Iidentificatie 7
inbedrijfstelling 29algemeen 29download inbedrijfstellingsgegevens 42eerste inbedrijfstelling 30lengtemarkering-besturing 36, 39master-schalering 32parameters en IPOS-variabelen 48parameters voor de zaag 35productlengtebesturing met materiaalsensor 35, 38productlengtebesturing zonder materiaalsensor
35, 37programma starten 30slave-schalering 33stuurbron, veldbusparameters, procesdata-
beschrijving 31terugpositioneren, opening trekken 40tipbedrijf, referentietraject, positionering 34voorbereiding 29
installatie 16CANopen 23DeviceNet 24INTERBUS 22INTERBUS met optische kabel 21MCH4_A 26MDX61B met busaansturing 19MDX61B met klemmenaansturing 17MOVITOOLS 16PROFIBUS 20software 16systeembus 25technologie-uitvoering 16
Kklemmenaansturing 17
Mmonitor 43
bedrijf met veldbus/systeembus 45
Oontwerp
automatisch bedrijf 11bedrijfssoorten 8, 10materiaallengte, baansnelheid 13MDX61B met busbesturing 8pc en software 8positionering 11procesingangsdata 15procesdatastructuur 14procesuitgangsdata 14referentiebeweging 10tipbedrijf 10regelaar, motoren en encoders 8voorwaarde 8
Ppositionering 55, 62
productlengtebesturing 56
programma-identificatie 7
procesingangsdata 15
procesdatastructuur 14
procesuitgangsdata 14
Rreferentiebeweging 54, 61
reset 66
Sstarten van de aandrijving 52
storingsinformatie 66
systeembusbeschrijving 5
systeembus (SBus)aansluiting 25
Ttimeout 66
tipbedrijf 53, 60
toepassingsgebieden 5
toepassingsvoorbeelden 6
Vveiligheidsaanwijzingen 4
volgordediagramautomatisch bedrijf, lengtemarkering-besturing 65automatisch bedrijf, productlengtebesturing met
materiaalsensor 64automatisch bedrijf, productlengtebesturing zonder
materiaalsensor 63positioneerbeweging 62referentiebeweging 61tipbedrijf 60
volgordediagrammen 60
Wwaarschuwingen 4
Hoe we de wereld in beweging houden
Met mensen die snel en goed denken en samen met u werken aan de toekomst.
Met een service die wereldwijd onder handbereik is.
Met aandrijvingen en besturingen die uw productiviteit vergroten.
Met veel knowhow van de belangrijkste branches van deze tijd.
Met compromisloze kwaliteit die een storingvrij bedrijf garandeert.
Met een wereldwijde aan-wezigheid voor snelle en overtuigende oplossingen. Overal.
Met innovatieve ideeën die morgen al de oplossing voor overmorgen in zich hebben.
Met internet dat u 24 uur per dag toegang biedt tot informatie, waaronder software-updates.
Aandrijfcomponenten \ Motion Control \ Systemen \ Service & Reparatie
SEW-EURODRIVEDriving the world
SEW-EURODRIVE GmbH & Co KGP.O.Box 3023 · D-76642 Bruchsal/GermanyPhone +49 7251 75-0 · Fax +49 7251 [email protected]
www.sew-eurodrive.com