Upload
martin-smalbrugge
View
214
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
FORUM
‘Sticken’ wellicht zinvol , maar (hetero)anamnese onmisbaar!
samenvatting oratie van bijzonder hoogleraar Chronische Zorg Jos Schols
Martin Smalbrugge � Jaap Smit � Stofkooper Arjeh
Discussiepunten en vragen mailen naar:
Uitspraken, gedaan in deze rubriek vallen buiten de
verantwoordelijkheid van de redactiecommissie of de
uitgever.
Wij danken Van de Sande voor zijn reactie op ons
artikel ‘De diagnostiek van urineweginfecties bij ver-
pleeghuispatienten revisited: is ‘sticken’ zinvol?’ 1 Wij
maken er uit op dat hij de strekking van het artikel
mogelijk niet geheel begrepen heeft en gaan graag in op
een aantal punten uit zijn reactie.
Hij schrijft ons toe dat we een semi-gestructureerde
lijst van symptomen als gouden standaard voor de dia-
gnose urineweginfectie (UWI) gebruiken en die vergelij-
ken – ook nog eens ongeblindeerd – met het ‘stick-
onderzoek’. Echter, de semi-gestructureerde lijst was
een hulpmiddel om te scoren op basis van welke klachten
de verpleeghuisarts tot de klinische verdenking UWI
kwam en vervolgens ‘stick-onderzoek’ inzette. De lijst
bestond uit symptomen waarop veelal de verdenking op
een UWI gestoeld wordt (pollakisurie, strangurie, buik-
pijn, temperatuur >37.5 graden Celcius, (toename)
incontinentia urinae, troebele of stinkende urine) en
kon aangevuld worden met andere klachten. Ons doel
was vervolgens niet om de ‘klinische verschijnselen’ en de
uitkomst van het ‘stickonderzoek’ met elkaar te vergelij-
ken. Wij hadden een besliskundige onderzoeksvraag:
leidt, bij klinische verdenking op een UWI, ‘stick-onder-
zoek’ als 2e stap tot aanpassing van de klinisch gestelde
diagnose UWI.Kortom, onderzoek naar de waarde van
een veel voorkomende handelwijze (beslisboom) binnen
de verpleeghuisgeneeskundige praktijk. Blinderen zou dit
onderzoek onmogelijk maken (dan ken je de 1e stap niet).
Een volgende kwestie die Van de Sande aanstipt is de
waarde van een positieve stick-test. Hij schrijft ‘een posi-
tieve nitriettest maakt een bacteriurie waarschijnlijk. Een
negatieve leucocytenesterase test maakt een UWI veel
minder waarschijnlijk.2, 3 Wellicht is daardoor in het
onderzoek van overbehandeling sprake geweest.’
Dat een positieve nitriettest een bacteriurie waar-
schijnlijk en een negatieve leucocytenesterase test een
UWI minder waarschijnlijk maken, bestrijden wij niet.
Echter in 67 van 74 verrichte stickonderzoeken waren
beide testen positief, in 2 gevallen alleen de nitriettest en
5 gevallen alleen de leucocytenesterase-test. Om op basis
van deze getallen (5 uit 74) van overbehandeling te spre-
ken komt ons wat overdreven over.
Een derde punt dat hij aanstipt is dat gedragsverande-
ring als symptoom slechts 11 keer genoemd wordt. Het
ging hierbij meestal om delirant gedrag (onrust/verward-
heid of juist apathie).
Het zou kunnen dat in ons onderzoek op het punt van
anorexie, vermoeidheid en dergelijke sprake is geweest van
onderdiagnostiek. Deze onderdiagnostiek, indien aanwe-
zig geweest, oplossen begint o.i. echter bij meer alertheid t.
a.v. de genoemde symptomen en vervolgens op basis van
deze symptomen inzetten van ‘stickonderzoek’. Meer
Martin Smalbrugge (*)Stichting reactiveringsen verpleeghuis Bovenwegen, ZeistMartin Smalbrugge (tevens Afdelingverpleeghuisgeneeskunde/EMGO Vumc), Jaap Smit, ArjehStofkooper, verpleeghuisartsen. [email protected]
1 Smalbrugge M, Smit J, Stofkooper A. De diagnostiek van urine-weginfecties bij verpleeghuispatienten revisited: is ‘sticken’ zinvol?Tijdschrift voor Verpleeghuisgeneeskunde 2005; 30: 8-12.2 Nicolle LE. Management of urinary tract infection in the elderly.Home Health Care Consultant 2001;8:10-20.3 Timmermans AE, Walter AEGM, Duijn NP van et al. De dia-gnostische waarde van urineonderzoek in de huisartsenpraktijk.Huisarts Wet 1996;39:165-8.
Tijdschrift voor VerpleeghuisGeneeskunde (2005) 30:101–102
DOI 10.1007/BF03075080
13
‘sticken’ zonder deze sturing door klinische symptomen is
o.i. een heilloze weg gezien de hoge prevalentie van asymp-
tomatische bacteriurie.Een vierde punt dat Van de Sande
noemt is de maximaal toegestane tijdsduur tussen opvan-
gen van urine en inzetten van stick-onderzoek. Wij kun-
nen hem geruststellen: stickonderzoek is volgens de
regelen der kunst verricht. Wij zijn het echter met hem
eens dat gezien de ontwikkelingen binnen ons vakgebied
(‘verpleeghuisarts’ wordt ‘arts voor ouderen en chronisch
zieken’ die op vele plekken werkzaam is) ons centraal
verrichte stickonderzoek geen haalbare zaak meer is.
De werkwijze die hij voorstelt: verpleging/verzorging
of nurse practitioner inventariseren klachten/symptomen
onderschrijven wij van harte. Wij achten de kans echter
groot dat bij goede scholing van die disciplines (conditio
sine qua non) de klachten uit de door ons gebruikte semi-
gestructureerde lijst waarschijnlijk ook voor hen een
belangrijke basis zullen zijn om stick-onderzoek in te
zetten. Dit maakt eens te meer duidelijk hoe waardevol
juist de (hetero) anamnese is!
De vraag is dan ook of de door hem voorgestelde
werkwijze, die wij onderschrijven, tot heel andere resul-
taten zal leiden dan die wij vonden. Nader onderzoek
daarnaar lijkt dringend gewenst.
102 Tijdschrift voor VerpleeghuisGeneeskunde (2005) 30:101–102
13