118
DOO ARIE LOO """'L .- U-' I 'vv.>·. .. :J •..

T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

DOO

ARIE LOO

~":,.~~:T·I"'-·u·'~,'r- """'L.- U-'I'vv.>·. fi~'--{zD~&· ..:J •..

[)"O,(-}'~R',

H,'\A,:R,'.I>r~ -,I~"{)·,"()'·N··~J-?·~r·'·:E'NS,

Page 2: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt
Page 3: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Wieker Lui

vertelsel in 't Mastreechs door

HARIE LOONTJ ENS

met in inleijing vaan

Dr. Win Roukens

en achterin lies vaan

waiird en einige aander

aanteikeninge.

Hoof-letters geteikend door de

sjrijver.

Oetgegeve door 't „Fonds voor Heemkunde" in Lutteraoi - 1946

Page 4: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Dit verhool woort ingesiik es antwoorcl

op cle priesvraag in 1941 oetgesjreve,

door V . E. L. D. E. K. E, VEREINE-GINGTOT IN STANDHAWWINGEN BEVORDERING VAAN DELIMBoRGSE DIALEKTE, oonder

motto: „BUJ LUI IN E BUJ LAND"en bekroend met cle V .E.L.D.E.K.E.PRIES 1941 , T—oor de Jury Dr.

J. Enclepols, Mastreech ; Pastoer

L. Linssen, Mastreech ; Dr. W. Roukens

Nijmegen.

Page 5: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

INLEIDING

Mijn Limburg spreekt een eigen taal,God gaf elk land de zijneEn laat ze rijk zijn, laat ze kaalZe is Limburgs en ze is de mijne.

(Naar Gezelle)

Toen het Bestuur van V.E.L.D.E.K.E. in 1941 eenstem-mig het voorstel van den hoofdredacteur aannam om'n prijsvraag uit te schrijven voor een verhaal in eenvan de Limburgse dialecten, ging het daarbij uit vande volgende gedachten:1. In de goed weergegeven volkstaal leeft het zuiverst

de geest, de ziel van het Limburgse yolk.2. Een goed geschreven verhaal in dialect is de duide-

lijkste vertolker van enkele zijden van de streek-volksaard en is veelal de beste, de zuiverste vormvoor de beschrijving van een deel, speciaal van hetinnigste, der cultuur van een streekvolk in zijn ge-

heel en dient niet slechts voor de uitbeelding vanhet vulgus.

3. Een goed geschreven streekverhaal zal wekken endoen groeien het respect voor onze dialecten als-mede het gepaste gebruik ervan bij mondeling enc.q. schriftelijk verkeer.

4. De lektuur ervan, speciaal door de Limburgsejeugd, zal de waarde leren kennen van een stukecht Limburgs en dus Nederlands gerneenschaps-leven.

5. Het onderwijs zal bij de lektuur ervan — opvallen-der en veelal gemakkelijker dan bij het spreken —de verhouding tussen dialect en A.B. Nederlandsdoen zien alsmede de moeilijkheden, die de Lim-burger bij het hanteren van het A.B. heeft te over-

3

Page 6: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

winnen. Zodoende zal het 't gebruik van goed Ne-derlands meer en gemakkelijker stimuleren dan totnog toe het geval was.

Om al deze redenen stelde V.E.L.D.E.K.E. aan even-tuele inzendingen de volgende eisen :

„Het verhaal moet zich afspelen in Limburg d.w.z.milieu, personen, omstandigheden, gebruiken, cul-tuur, de sfeer en de geest moeten een weergave zijnvan een stuk Limburgs leven in heden of verleden.Iedere sociale bring mag beschreven wcrden, mitszijn verbondenheid met het Limburgse land, methet Limburgse streekvolk blijke".

Dat licrie Loontjens erin geslaagd is een verhaal teschrijven dat aan de gestelde verwachtingen beant-woordt, moge blijken uit het feit dat de beoordelings-commissie „niettegenstaande enkele bezwaren met be-trekking tot de compositie, de psychologische verdie-ping en karaktertekening, de inzending Wicker Ltd,als zijnde de beste, eenstemmig heeft bekroond," als-mede uit de nadere toelichting, die luidt: „Het verhaalWicker Lui heeft ongetwijfeld voortreffelijke eigen-schappen. De typering is goed, de sfeer en de geestzijn inderdaad de weergave van een stuk Limburgsleven. De humor is van een goede soort. De taal is frisen natuurlijk; de beeldspraak en de zinswendingenvertonen een benijdenswaardige oorspronkelijkheid."

Wanneer de schrijver ons gebracht heeft een goede lite-raire bijdrage tot de kennis van de leefwijze, de aarden de taal van het Limburgse yolk, dan is zulks nietalleen te danken aan zijn letterkundig talent. Zijn bre-de heemkennis en zijn warme heemliefde, die over elkebladzijde een blijde glans werpt, is een faktor van grotebetekenis.

Page 7: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Ruimer dan bij de andere personen spreekt deze laat-ste bij den , jongen medicus Smeets, die, zoals hij onswordt uitgebeeld, wel niet als representant van hetgros der Limburgse artsen kan worden beschouwd,ma ar beslist wel den ex-Jong Limburger uitbeeldt, diedokter werd. In Pa Lemeer is de doorsnee Limburgseburgerhuisvader beter getypeerd. — Eerst zien wij hemin de geest genieten van de rijkdom aan schoonheiden kracht van het Zuidlimburgse lente-heuvelland-schap. Later staat hij met zijn verloofde Tonia „bovenop de berreg in bewoondering veur 't land, wat ouch inde winter z'n sjoenheid bezit, meh noe fijnder, rOstigeres in de zomer." Doch hij wil niet slechts genieten vande schoonheid van Limburg, hij wil ook als man die temid dPn van.zijn yolk met zin yolk leeft, zijn land enyolk leren Kenner' en daarom gaat hij naar het heem-kundekamp, waar over bodem en plantengroei, taal enaard van zijn heemstreek wordt gesproken.' Daar, bij degloed van het kampvuur, welt de „ode" op Maastrichtin hem op, die hij met enthousiasme voordraagt.

„In Mastreech dao bin iech geboreBij 't roesje vaan de Maos,Iech leep wie iech klein wacr verloreIn de sjeem vaan de Sintervaos...."

Den Zuid-Limburgsen mens laat Loontjens ons zienmet z'n kracht en z'n zwak! Den Boer, die hard werktin de zware lOss van de heuvels, die „SakkernOnde"roept, als zijn werk niet vlot, maar onmiddellijk da cr-op weer een hartelijk „Goddaank" laat horen, als demoeilijkheid overwcnnen is; den Boer, die 'n ruwe„vloek" uitstoot, als zijn paard niet naar ztn zin trekt,maar die bij het passeren van 't veldkruis met eerbiedzijn gebruind, stoer hoofd ontbloct; terwijl hij ploeg-staart en teugels in een hand houdt. Den eenvoudigenwerkman en middenstander, die ter elfder ure al de

5

Page 8: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

leden van de zangvereniging afsjouwt om door de on-misbare muziek aan 'n priesterfeest, een feest van dehele buurt, de nodige luister bij te zetten, die zijn reli-gieuze blijheid op Paas- en Kerstfeest als zanger bijhet kerkkoor moet uitjubelen en vochtige ogen krijgtvan aandoening bij het horen van de engelenstem inde nachtmis, maar die in z'n feestroes van de weer-omstuit te veel potten „Mastreechter aaid" omwipt,„zatemanswawwel" uitkraamt en vergeet dat zijnvrouw en kinderen met 't middageten op hem zittente wachten; die de Bronkdag als grote feéstdag viert,de gewijde palm achter het crucifix steekt, maar ookop Zondag z'n „duiven melkt", in de kroeg bij 't ver-werken van veel potten bier „Opt" (kaartspeelt) envreigelt; die met ondeugende, soms fijne humor denman van buiten erdoorhaalt, wanneer deze zich nietvoldoende aan de gemeenschap kan aanpassen.Hij beeldt de burgervrouw uit, die een voorbeeldigehuismoeder is, heel - de buurt met raad en daad bij-staat, in de kerk 'n kaars opsteekt als er voor een„naoberse" hulp van boven nodig is, maar tegelijker-tijd „kletst en sjokkeert", zoals.... ze dat wel overalin de dorpsgemeenschap doen!Zeer verstandig was het van den schrijver land enlui uit te beelden van dat deel van Limburg, dat hijhet beste kent: van het Zuid-Westen. Het zuidelijkMaastricht met zijn blij yolk: den zonnigen Wijke-naar, wien de Sint Servaas- en Wilhelminabrug metde Luikse en Rijnlandse geest van Momus in denschaduw van de „Sintervaos" verbinden.Wanneer men den auteur een verwijt wil waken, danzal het dit moeten zijn: dat hij het verhaal schreef opdagen, dat alleen licht en zon en lath om hem heenwaren. Hij is zozeer gefascineerd door een bijzondergezegende Limburgse familie „wie v'r 'rs heij zoe-

6

Page 9: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

vaol kinne", dat geen donkere wolk de kans krijgt deblauwe Limburgse hemel to versomberen.Zeker, er zijn in ons gewest ook zwarte en somberezielen, veel zelfs; er zijn er die minder gelukkig doorhet leven gaan dan Pa en Ma Lemeer en de hunnen;er zijn er die minder tevreden, minder sociaal zijndan de personen die wij bier leren kennen; er zijnschijnheiligen en eeuwige „vreigefeers"; er zijn onbe-zorgde en zorgeloze vaders die hun zaak laten verlo-pen; er zijn verslaafde drinkers die een geheel gezinongelukkig maken, alien typen die ons o.a. MarieKoenen, Jac Schreurs, Paul Haimon en Maas in hunwerken hebben getekend.

Maar deze alien heeft Loontj ens niet willen uitbeel-den! Hij wilde speciaal voor de jonge generaties vanons yolk voor deze en de komende tijd beschrijven ge-zonde krachten die in de famine, in de buurt-, dorps-en gevvestgemeenschap leven en die Eris en krachtigzullen blijven als wij putten uit de bron der goedeecht-Limburgse traditie. Hij wil het Licht dat in denLimburger is laten stralen in een donkere, somberetijd, hij wil ons geven de mooiste, gezondste herinne-ringen uit zijn jongensjaren, die de Limburger mis-schien alleen ten voile kan aanvoelen, maar dieiedere Nederlander moet leren kennen en waarderen,ondanks de disederata in deze eerste, grotere proevevan proza van den schrijver.

Heeft dit gezond realisme niet meer reden van be-staan clan, de zgn. realistische romans en novellenvan de tweede helft der 19e eeuw, die beter onwerke-lijk, ongezond pessimistisch konden heten? Heeftwerk als Wieker Lui niet meer reden van bestaanvoor een jong optimistisch geslacht, dat eeuwigeidealen kent, gedragen door gezonde mensen die in

Page 10: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

zon van het geloof het leven met een opgewekt gelaataandurven?

Het is de in de provinciestad nog levende gezendegecst der derrsgemeenschep, die leeft in absoluteharmonie met de centrale kracht in deze gemeen-schap: de kerk, zoals deze ons in wetenschappelijkewerken in binnen- en buitenland vaker werd gete-kend.Zo gezien is het feit dat de godsdienst een belangrijkelement vormt vanzelfsprekend. Ware het anders,het verhaal zou on-Limburgs en on-Nederlands zijn.Iedereen die het ware Limburg, de ziel van Limburgkent, zal deze eerlijke werkelijkheidszin van denschrijver moeten waarderen.

Het is nu eenmaal zo dat een heerzoon, zoals o.a. ookin Marie Koenens: De Kerrel In de Voor blijkt eeneer en trots is voor heel de familie en niet 't minst bijde lagere volksgroepen. In werkelijkheid is in heel . ensgewest de Bronkd.ag — de voorname kerkelijke feest-dag tevens de Kermis een zeer voorname wereld-lijk e feestdag, een dag van lekker eten en drinken, vanveel vlees, veel via en veel bier! Zoals de ernstigeAswoensdag na, de dolle Carnaval komt, zo gaat destemmige, geestelijke ommegang aan het werelds enluidruchtig genoegen der kermis vooraf. Het schenkenvan een der bekende Zuid-Limburgse volkscrucifixenaan den neomist, de kerstiegende, de legende van hetkruis van Wijk, de gebruiken met de gewijde palmen,de Kerst- en Driekoningengebruik en, het neerleggenvan een veldboeket bij een Veldkapelletje, 't aanstekenvan de „boezjee" in de kerk bij een operatie van 'nbuurtgenoot, dit alles hoort met de bijzondere deer derPaasklokken op Zaterdag in de Goede week en dernachtmis met de Franse, Nederlandse, Duitse en dia-

8

Page 11: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

lectische Kerstliederen tot de specifieke Limburgsesfeer.Wat ons vooral treft is het diepe meeleven o.a. van PaLemeer met het Kerlielijk leven, zoals dat speciaal bijde Broonk en op Kerst- en Paasdag blikt. En Lemeer isin deze slechts een representant van heel 't stadsdeelWijk, ja van nagenoeg heel Limburg. Niet slechts dereligieuze gebruiken zijn typerend gekozen, ook deprofane zijn regionaal karakteristiek. Het is typischLimburgs als na 'n vergadering of kerkelijke diPnst„e paar tatfelkes nog 'ne slaag gOnge tOppe" in dekroeg. Een Wieker Broonk of kermis zonder „wortele-vlaoi" zou onnatuurlijk zijn. De duivenliefhebberij(„duivenmelk erij" zeggen ze in Limburg) is nergens zOin aanzien als in cnze Zuidelijkste provincie en hetaangrenzende Belgie. Al is het gebruik van de „gooikamer" (de zaal zeggen ze elders) alleen bij feesten,processie, kermis en Nieuwjaar, niet specifiek Lim-burgs, tOch is 't typerend.De ►pgewektheid, vralijkheid en blijmoedigheid derLimburgers, die zowel in afstamming als in religiehaar verklaring vindt, beheerst eigenlijk het hele ver-haal en als de personificatie daarvan kunnen we PaLemeer beschouwen, in wien de moeder „zie good hu-

z'n blijheid, z'n zcnnigheid ekstimeerde". Het ver-wondert ons niet, dat de neomist als geschenk „geinelijens-Christus, meh de Keuning-Christus" hebben wil:het droevige, sombere schuift de Limburger liefst op-zij! Daarom neemt ook het feesten en het genieten vanhet a ardse in Wieker Lui een ruimere plaats in dandit in het Noorden het geval is. Bij de „Wieker Broonk",die als „'ne lierremis op 'n arrep" is, hoort het „drOp-ke", het „glaas beer", de „lekkere middag" en de „wor-televlaor !Dat de humor en het komische ons op bijna elke blad-

9

Page 12: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

zijde tegenlachen spreekt dan ook wel vanzelf.De jongens Lemeer willen van hun zus weten of , haarvrijer „roei, zwarte of blauw haore" heeft; en zelfsvraagt de kleine Pie „nao de maot vaan zien sjeunveur te weite of de mat groet gem* is". Als Pie nietgediend is van de hulp van z'n zus, die een E.H.B.0.-cursus volgt, dan zegt hij: „gaank diech ierste oonge-liik bij h011ep". Bestelt de Hollander Braam, die inWijk moeilijk kan acclimatiseren, bij een bijeenkomstvoor de regeling van een buurtfeest, limonade — dievoor den Limburger.... suikerwater is! — dan vraagtSja,Opkes „Weurste dao noets kraank vaan?" En looptStevens wat onwennig en stijf in z'n deftig zwart paken hoge boord, dan klinkt 't: „Stevens heet minstens 'nvlaoieplaat aofgeslik.... Kiek ins wie rechop en stieftot 'r lop". En als het lid van het feestcomite Braamop de dag der eerste Mis van den jongen Lemeer watlaat en niet helemaal nuchter thuiskomt en tegen zijnvrouw alsmaar over de heerlijke limonade praat, dan„wis 'r neet tot SjdOpkes 'm stiekum 'ne kOnjak d'rinhad gesjiid". Komt bij een van de dochters van Lemeervoor eerst „zoe'ne kleine peuter" dan komt voor hemook wat nieuws; wat? „Meh Ma, daan maag iech bijGrameer slaope!"Hierbij sluit de situatiekomiek aan.Wanneer Pau WObbe in de kroeg met veel „zatemans-wawwel", in 't „bewustzijn" van zijn „overwicht" thuiszit te beweren dat hij niet op etenstijd thuis behoeft tezijn; dat zijn vrouw met de kinderen wel zal eten endat ze „hdOm zienen tuijel dan verschijnt op 'tzelfde moment het zoontje om hem uit naam van moe-der. ... uit de kroeg te halen, zeggende: „Pa, geer mootnao hoes komme veur 't vleis te snije.... veer zitte tewachte met ete!" Wij zien WObbe met ongelofelijke on-handigheid bezig, als hij bij gelegenheid van de eerste

10

Page 13: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Mis van den jongen Lemeer en op Processiezondag eenboord moet omdoen en begrijpen de uitroep: „Miel-jaar! hOb iech miech dao mote wOrrege veur in datbensje te komme." Als hij dan later thuiskomt na hetfeest met potten „Mastreechs aaid" te hebben „geze-gend", kunnen wij ons voorstellen dat hij „noe hiele-maol ruizing had met de knuipkes'' en dat de helpendehanden van zijn vrouw hem van die ruzie moesten ver-lossen. En wij kunnen niet anders dan lachen, wan-neer de kleine Pie, die op de W.C. zit en er het slot nietmeer of kan krijgen, dan pas met hulp van buiten door't raampje verlost kan worden als hij a-1 zijn klerenheeft uitgetrokken. „P011ekernaaks, wie 'ne kwakvos,heij en dao roedgesjoord langs 't hout en euver de latejhadde z'm op de steiweeg gekrege."En evenmin als wij vallen over deze onschuldige rea-listische situatie-komiek, geeft ondanks het „Meh foj"van moeder het nogal realistische Driekoningenliedjeaanstoot, dat Pa Lemeer in 'n echt vrolijke stemminglaat horen:

Op einen dreijkeuningenaovendToen sloog 'ne bekker zie wief, enz. (blz. 70).

Wij kunnen niet zeggen dat Loontjens hiermee, op dezeplaats, het gevaar niet kon ontwijken waarvoorSchaepman reeds de dialectschrijvers waarschuwde:„Het geestige wordt licht boertig, het eenvoudigeplat." Al moeten wij zeggen dat met dit ene geval degrens van het aanvaardbaré is bereikt!Al spreekt de liefde van den schrijver voor zijn heem-taal reeds duidelijk uit het feit dat hij Wieker Lui in't „Mastreechs" schreef, toch heeft hij deze nog wil-len accentueren door de houding van enkele personen,door enkele feiten in 't werk zelf. Hij weet dat in hetdialect de vertrouwelijkheid en gemoedelijkheid, de op-rechtheid en de poezie van het ongekunstelde yolk

11

Page 14: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

klinkt. Hij kent de waarde van van Ginnekens woordvoor zijn gewest- en plaatsgenoten: „In dialect....hebben we onze vroegste ervaringen een naam gege-yen, en zolang die naam niet trilt in onze ocren, wcrdtdat rijke beeld in onze fantasie niet gewekt, maarklinkt hij ook maar even, dan rijzen als bij toover-slag een galerij van beelden uit mijn kinderjaren". Endit is het wat de taal van Loontjens in dit werk nogbekoorlijker maakt: voor velen der lezers tovert zijom de inhoud, die hen naar de onbezorgde jeugdterugvoert cf die de jeugd het bekoorlijke van haarheemleven bewust doet worden, de glans en zacht-held van een schone drown.Dokter Smeets blijkt een goed kenner der volksziel,wanneer hij zegt dat 't verkeerd is, de mensen bij eenconsult in 't Nederlands aan te spreken: „daan zien

mieste lui al de kluts kwiet." En de jonge neomistvan de familie Lemeer begrijpt dat het dialect als 'tware de familieband vormt voor de buurtbewonersen daarom spreekt hij hun na de kerkelijke plechtig-heden toe in 't „Mastreechs": vaan Wick, luivaan mien straot...." en „dadelik voolte ze weer tot'r vaan hun waor."Dat de schrijver een gezonde kijk op 't gebruik van 'tdialect en van de verhouding van streektaal tot 'tA.B. heeft, blijkt uit 't feit dat hij hekelt zowel hen diezich onbeholpen van het A.B. bedienen waar het nietnodig is, als ook hen die het A.B. te onpas blijven ge-bruiken, omdat zij zich niet aan de Limburgse sfeerwillen aanpassen.De nachtmis op Kerstdag geeft den schrijver de gele-genheid de reflex van de Maastrichtse t2altoestandenin de kerk te karakteriseren, zoals die ± 1900 was. Wijhoren vooral Franse kerstliederen, zoals in Kerkradein die tijd hog meestal Duitse liederen gezongen wer-

12

Page 15: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

den; daarnaast enkele Nederlandse en 'n enkel halfMaastrichts, half Nederlands dat evenwel alleen....thuis gezongen werd:

Keersnach is 't Kinneke geboreEn 't hreet ziech boont en blauw,En 't had zien hummeke verloreEn 't bubbelde vaan de kaw,Sus, sus klein kindje teer, enz. (blz. 62).

Zou dit misschien een reminiscentie zijn aan een oudvolledig Maastrichts Kerstlied ?Terecht vraagt de schrijver zich af: waarom welFranse en Duitse en Nederlandse liederen en geenMaastrichtse? En ik twijfel er niet aan of in de eerst-volgende kerstnachten zullen liedjes die zo goed devolkstoon getroffen hebben als 't volgende in de Maas-trichtse kerken weerklinken:

Dao is e Keend geboreKyrieleis,

E blOmke tOssen 't koreZoe steit 't gans verlore,

Kyrieleis.Het gehele verhaal door heeft de schrijver in woord-keus, zinsbouw, beeldspraak enz. de torn van hetdialect der Maastrichtse burgerij goed getroffen. Eenenkele keer heeft hij aan de invloed van het A.B. indit cultuurdialect iets to veel toegegeven; zo b.v. wan-neer hij zegt: „Die blijdschap kulmineerde in 't feit,wie 'r enz." (blz. 84); „de kedetsjes gOnge drin wiekook" (blz. 66); „d'n tiler dee noe veurzitterde" (blz. 75).Zowel wat de psychologische uitbeelding als wat hetdialect betreft is goed weergegeven de scene tussenPau WObbe en zijn „awwe kammeraot Lewie Krie-mers", die „en door de vreugjaorszon en door de drop-kes waore verzeild geraak in 'ne zatemanswawwel,vol vaan de deepste vrundsjapssentimentaliteit....",

13

Page 16: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

die zo ruw verbroken werd door de woorden van hetplots 't café binnenkomende zoontje: „Pa, geer mootnao hoes komme veur vleis te snije.... veer zittete wachte met ete....". Niet minder goed is de humo-ristische duivenmelkersscene in: „Vergadering ennog get".Over het algemeen is het frisse, oorspronkelijke, raak-plastische van de goede volkstaal en het fijn onder-scheidende, fijnaanvoelende van den literator inwoordbeeld, klank en ritme kenmerkend voor inhouden vorm van het gehele verhaal.Wordt het kruisbeeld volgens Limburgse gewoonte,in de voorkamer opgehangen, of gaan de mensen tecommunie, dan beet het Zuidelijk vertrouwelijk, res-pectievelijk: „dao kump de menazjemeister te haan-ge" en „de lui gOnge hun gedaag hawwe". Staat eenboomgaard in bloei, dan „drage de greun weie wittebroedsbekette vaan bleuiende buim" en de herfstim-pressie van een met bomen bezette straat geeft hijweer met de woorden: ,,de buim verlore weer hunsjoen kleijer en d'n herrefs toemelde door de straote".Goed zijn de woorden „kretsde" en „opwikse" gekozenin: ,,Pa kretsde d'n trap nao d'n iksaol op" voor: gingde trap naar 't koor op en „iech moot miene slipjasnoe al opwikse veur de Paose" voor: ik moet mijnslipjas nu al in orde maken. Hoe beeldend is het met-smaak-drinken van een glas bier uitgedrukt in: „deelekde ziech zjus de sjoem vaan ziene knievel vaan enuii glaas aaid" en hoe kan men het voorbijgaan vande carnaval beter tekenen dan met de woorden: „d'ntoemel vaan de Vastelaovend waor veurbijgeroesj".Als het einde van een bedrijf van .een drama ziet detoneelminnende Limburger het invallen van de avonden daarom zegt hij: „De stad die meui gewerrek waor,kraog haOr rOs en d'n aovond trok de valgordijn aof".

14

Page 17: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Duidelijk spreekt de Paassfeer en Paasstemming vanden katholieken Maastrichtenaar, als Loontjens dedoodse biechtstoelen op de volgende manier ziet: „Debeechsteul zien opgeboend, ze zien neet mie oet wie 'ndoedse wachkamer, meh winke vruntelik noe 'rs indezen tied zoevai51 mote weuren opgeboend"; en alshij de Zaterdagochtend vOOr Pasen beschrijft met dezin: „Es smOrregens de klokke trOkkomme oonder alde gloria's vaan al de kêrreke, este de klokkeklaankepreufs in de loch nao de daog vaan zwiege"; en als hijde vreugde en het genot van de eerste kip na het langevasten uitzingt met de woorden: ,Es 't twellef ore isweurd de piep gestop en 't vlemke vaan de zwegeldans 'nen alleluja met de rouk vaan d'n tobbak, deeweer zjwaamp nao de lange vaste".Uit dit verhaal van Loontjens blijkt dat heem niet al-leen iets uiterlijks maar ook iets innerlijks is, eengeestelijk bezit, iets wat ten voile alleen gekend enbegrepen kan worden door de kennis van de manierwaarop hij bestaat, leeft in de geest van hem die zich-zelf in de heem echt thuisvoelt. Niet ieder beleeft deheem op dezelfde manier, zodat hij, ofschoon de ge-meenschap erin meetrilt, een sterk persoonlijk com-plex is.Zo is het te verklaren dat b.v. Olterdissen en Loon-tjens hun heem, Maastricht, anders weergeven. BijOlterdissen wordt, zowel wat de inhoud als de vormvan zijn werk aangaat, het vulgus meer geaccen-tueerd: dat is o.a. meer zijn heembezit geworden; inLoontj ens' werk leeft meer de burger, de burgersfeer,de burgertaal als heemelement; zodat ze elkaar omzo te zeggen aanvullen wat betreft de uitbeelding vande Maastrichtse heem.Een Maastrichtse Camera Obscura van Olterdissenzou er anders uitzien dan Wieker Lui van Loontjens,

15

Page 18: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

omdat hun heembeeld niet hetzelfde is en kan zijn.De typen Pa en Ma Lemeer, dokter Smeets, WObbee.a. waarop ik hier niet nader wilde ingaan, zijn an-ders dan die welke Olterdissen zou hebben uitgebeeld,zoals trouwens uit diens prozaschetsen blijkt.Het heemleven is ook wat de taal betreft een andergeweest en in deze staat Loontjens — misschien ookdoor zijn onderwijzersopleiding dichter bij Vlaam-se figuren als G. Gezelle en F. Timmermans dan bijOlterdissen en Schleiden, die realistischer, meer„volks'•', minder „literair" gestileerd zijn.Voor heemkundigen, dialectologen, volkskundigen enletterkundigen is Wieker Lui een lezenswaardig boek-je, dat in een zcnnige sfeer, met gezonde humor, ineen frisse persoonlijke stijl op de persoonlijkheid vaneen jong Limburgs dialectschrijver en op den Maas-trichtenaar en Limburger een bijzonder alhoewelgeen nieuw licht werpt.Voor den Limburger, speciaal voor de Limburgsejeugd, is het een bron van genot naar vorm en inhoud,is het vooral een frisse bron van bezinning en kracht,`vier behoud tot heil moge strekken van Limburg enNederland.

Dr. Win. Roukens;Hoofdredacteur „Veldeke"

Nijmegen Oct. 1943.

16

Page 19: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Get vtidraof

V/at Geer gaot leze is e simpel ver-terse! in . 't Mastreechs euver [eel' enleid in 'n straot vaan Wiek, euver

femilie wie v'r 'rs zoeveieil heij kinne.

Dao is niemand apaart becioeld. Me-sjiens vinclt ecler get vaan z'n eige

of z'n naobersiap d'rin trok.

tech slreef 't es jong oet de studvaan Sintervaos, de Ster der Zee en 'tZwart Kruus vaan Wiek en draag 't op

,won mien awwers.

Page 20: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt
Page 21: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

DE BLINNEN DERREM

oe! En noe diech heij aon dee kant vaande taofel en diech aon dee. En noe boe-zjeert ziech geine mie, verstande!"Dat leste zag Ma Lemeer al in 't deurge-

spaan, want dao stOng 'ne klant op d'n here en ze mOsweer zOrrege tot ze achter haOr winkelbaank kaom.Wie koed ze toeniers in de kamer ouch had gekeke,noe stOng ze weer met MOT vruntelikste geziech veurde klant en gereefde e bitteke later 't kwaart kilo sOk-ker en oonderhaafoons kies.Binnen in de kamer zaote de twie misdiedegers, dieMa zoe kolerig hadde gemaak, euver hun beukske enkajee gebuig en d'n eine beloerde d'n aandere. Meh esJeu keek, daan doog Pie zien ouge touw ezzof heerziene kristelier vaan boete lierde en es Pie keek, loer-de Jeu nao 't buffet es zeukden heer dao 'n ,hiel lestigwaOrdsje veur zienen thema.Boeveur ze ziech obbins aon 't houwe waore gewees,dat wiste ze zellef neet. Ze hadde ziech get geenseldeuver e stOk gom wat in de laoi vaan 't buffetsje laog.Toen had Pie Jeu 'ne Mks gegeve, of Jeu Pie, dat waorneet oet to make gewees, meh ze waore ziech beginnete -worstele en wie ze ziech good vashadde haolde Mahun vaanein aof met e paar flinke watsje.En es Ma houjde, daan veuldeste dat. Miejer es vaanPa.

De giftigheid vaan hun alle twie waor bekeuld en wieMa get later binnekaom, zaog ze e paar iefertige jon-geskOp euver hun werrek bezig en grimslachde ze eve-kes. Toch doog ze weer dadelik ezzof ze koed waor, wieJeu, tOsse z'n vinger door nao haOr loerde en wie Pie

19

Page 22: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

perbeerde hdOr hand te kiftOre, die kort bij 'm op detaof el steunde.„Nein", zag Ma obbins „de lesten tied zeet g'r niks aor-dig oonderein. Meint d'r mesjiens of 't plezerig is veurmiech um vaan oet de winkel dat laweit aon te hure?Me zouw ziech sjaome veur de lui!"„Heer...." bees Jeu.„Heer.... of heer, dat kump neet d'rop aon. De lêstentied zeet d'r erreg lestig en Pa en iech dinke hel d'reu-ver um uuch alle twie nao e pensjenaat te sjikke. Geerverstaot uuch wie kat en hoond. En daan, geer mootbeginne get te vveure, vaan liere kump heij op die ma-neer niks, gaar niks."'t Woord pensjenaat waor al dekser es vogelversjrik-ker geplaots op 't veld vaan hun straobenderij, mehvaanaovend zag Ma 't aanders es aanders. Ze hoortetot 't meines waor en bij Pie — de jongste kaomede traone.„Nein jonges, geer moot get verstendiger weure. Jeuis noe twellef en kin 't vollegend jaor nao de mulo,meh allein hoof 'r neet nao 't pensjenaat. Geer gactmet euren twieje. Pa en iech htbbe al alles zoe bittekegeranzjeerd. Noe wet d'r 't. Allah , gei gebeuks dao-euver! Geer gaot En...."Weer kloonk de winkelbel.

„Wat e weer, toert medam?"„Nouw, zoe mote v'r 't nog mer get zien te hawwe.Ezzebleef twie pakke zwegele, 'n duuske broune wiksen e pu.pke bloutsel."„Zal 't dat zien?"De zwegele, wiks en bloutsel verdwijne in de ridde-kuul vaan de medam, die oonderwijl e praUsje maaken vertêlt tot Zjulia vaan Plentekes vaan bij hitOr hovemet haiire blinnen derrem nao „Klavarie" moot.

20

Page 23: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

„Ze hObbe dee nuijen dokter debij gehaold vaan oet dePersee. Heer is dadelik gekomme. lech waor zjus daowie 'r kaom, 'nen aordige mins. Zoe vruntelik en wegespriekelik. Heer heet Zjulia op hilare boek geduijdtot ze keekde.„Keekde ze?”„Nou en of.... En toen zag 'r; „Iech dach 't wel"en 'r neumde 'ne gelierde naom, zoe get vaan appele-sietes...."„En waor dat blinnen derrem?''„Dat heet 'r us later op de, gaank verttld aon Zjuliahear Ma en miech. Ze habbe dadelik Plentekes zellefopgetellefeneerd en noe geit ze met 'nen taksi euve' 'neurke weg.... Ao jeh.... gemmiech nog 'ne Kilogreun zeip. Die zouw iech gans vergete.... En zoe da-delik zag . 'r, in tot 'r op hitOre boek duijde tot 't 'm deeblinnen derrem doog....''„Jao, die dokters allewijl.... En nog get aanders?"„Neint, daanke.... Jao iech waor le s met m'n koppijnnao Lamberiks gewees.... iech weit neet of iech 'tuuch al ins verteld hOb.... meh iech had al lang lasdevaan. Wie iech haiim alles gezag had, boe iechmiech euver klaogde, heet 'r miech hoonderd

„Uetgevraog?"De medam bees ziech intressant te veule.„Jao, euver miene maan, euver mien awwers, wie iechmien kinder had gelirege en nog vaoi miejer. En 'tsjoenste kump nog. Wie 'r dat allemaol had opgesjre-ve mOs iech miech oetdoen!"„Oetdoen? Veur eure kop?"„Affeh, iech heb 't gedoon. Iech vroog 'm ouch al watdat demet te maken had, meh 't nttsde niks huur.Heer heet miech behoujd en heij en dao geduijd en toenkOs iech miech weer aontrekke.... Kin zoe toch niks

21

Page 24: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

vinde, zag Sjik miech mOrrege ins e fleske....Iech snapde neet gaw gen,* wat 'r meinde, meh toenzag eur water."„Eur water?"„Iech hob 'm gevraog wievaell tot heer kraog vaan deveziet, meh op dat water zit 'r nog te wachte."„En eur koppijn?''„Die hOb iech nog.... Meh, wie kin dee noe aon miewater zien of iech koppijn Mb en boevaan? Iech't dadelik aon Lerang vaan miech gezag, meh dee gaofLamberiks ouch nog geliek".„Jeh,.... eigelik. ze weite toch wel wat ze welle."„Iech gaon mesjiens nog ins nao dee nuije touw. 't Liekmiech 'ne rezonabele mins. Wel nog get joonk, meh deewet mesjiens alweer get miejer. Es 'r evels me watermoot hObbe.... dat krijg 'r neet. ... Dee flawwe killJao en noe zitte ze bij Plentekes alweer met dee blinnenderrem vaan Zjulia. Goddaank tot ze in e Maids zienveur de koste, want de mOs tegeswoordig mer komme.Dat kos miech get.... Die errem Zjulia. Iech had tochzoe met te doen wie ze dee keek gaof, wie d'n dokterhaOr op haOre boek duijde.... De hoofs mer get tekriege...."Ma Lemeer luusterde mer haaf mie nao 't verhooleuver Zjulia, want in de kamer hoort ze get vreemps.Ze sjroevelde ziech al get nao dee kant op en wie demedam nog gein ind aon de blinnen derrem kos vinde,verekskuizeerde ze ziech met te zegke tot ze... . Me-dam mOs 't 'r neet koelik numme.... meh met haOrpermissie....De klant gOng weg en Ma stOng in de kamer, boe twiejongeskOp vlaak nevenein benkelik laoge te beuke op 'ttaofelkleid, de beuk en de kajees.Ze wis neet of ze zouw lache of kriete, meh daan pakdeze ze in 'n mojerlikke umerming, duijde ze tegen haOr

22

Page 25: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

aon, aon eder kant eine en met 'n dikke stum hoort zeziech zellef zegke:„Alloh lObbesse. Zeet geer noe jonges! Dat beuke h011epuuch niks. Geer gaot nao pensjenaat. Zeet blij tot Ma enPa uuch dat kinne geve. Later zOlt d'r us daankbaarzien. Doot die traone weg en rent mer ins de straot op.Dadelik weurt Zjulia Plentekes nao Kalvarie gebrachmet haOre blinnen derrem. Da's vaO1 erreger es nao 'tpensjenaat.... Es ze weg is gaot d'r nao de kerrek enstek bij 't Zwart Kruus 'ne boezjee aon veur Zjulia....Heij is e

Zellef maakde ze ziech e kruus en beijde ziech 'nenOnze Vader veur Zjulia en eine veur habre twie jonges,die ze toch neet gere legit weggoon. Mesjiens waor nogwel get aanders d'rop te vinde.Pie en Jeu stOnge — d'n eine bij d'n aandere d'n erremeuver de sjouwers — bij 't hoes vaan Plentekes tewachte op Zjulia en haOre blinnen derrem.

MA

aor nog 'n echte awwerwetse straotboe-in de winkel vaan. Ma Lemeer laog.De straot waor flink breid en begOs aoneine kant met de kerrek. Ze had ha,Or

slachters-, bekkers-, greunte- en kruijeneerswinkels;twie kaffees en weijer 'nen touwsleger, 'nen heuiwinkelen 'n zaak boe alle boere oet d'n umtrek hun kloompekaome hole. TOssen al die winkels laoge e paar groeteren kleinder hoezer en heij en dao e maggezijn. In 'tmidde vaan de straot, boe 't breijer waor es aon detwie oetinde waor 'n oetspanning, „De gouwen tieger".

23

Page 26: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Vreuger waor dat 'ne boE renhoof gewees en noe krao-ge, veural op Vriedag — de groete merretdaag — devoorlui dao hun kemissies gebrach, die ze daan vaandao métnaome nao Meerse, Vallekenberreg, He'errele,Groonsveld, Eisde en nao miejer plaotse in d'n umtrek.Allewij1 kaom nog mer 'nen inkele voormaan met kaaren peerd, dO aandere hadde hun peerd verkoch of ge-pensjeneerd en zaote noe achter 't stuur vaan hunnevrachwagel, dee, groet of klein vaan maot, metnaomwat mOs beztirreg weure.De straot waor degelik awwerwets.De naobers kOste ziech oonderein en deilde same hunleef en leid. Dao waor gein broelof of me vierde ze met.Neet tot ederein genuujd woort, meh me voolt 't aones e groet femiliefies es weer e nui hoeshawwe woortgestiech. Dao waor weijer gein krenkde of' me leefdemet, gein begraffenis of me gong saovens de roeze-krans beige en truusde we good es 't gong.'t Waor allemaol gemeind wat me doog.Zeker, dao woort ouch geklets en gesjOkkeerd. Boe luiwoene weurd gepraot en boe gepraot weurd heet me 'tgere euver aander lui, meh es ziech gehollepe mOsweure, daan waor, wat me zoe oonderein al ins had,vergete. Dao woort daan neet mie euver gesproke. Mewaor toch in de wereld veur ziech te hellepe!Bij e kemuniefies of broelof kraog me es naobergassoms 'nen eige lepel of versjet neve z'nen teleur en 'nevollegende kier bij iemand aanders weer zoe. Me hol-leri ziech en liende oonderein. Wat me zellef te liortkaom, dat had me wet bij de naobers. Boeveur zouwme 't daan goon heure in 'ne winkel?Ma Lemeer wis vaan dat hellepe met te spreke. Jeh,es me zellef kommtrs heet en klandiezie vaan zoe getde ganse straot, wat deit me daan al neet.

24

Page 27: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Ze waor noets te Bier gewees veur 'nen aandere e ple-zeer te doen en 't had haOr daan ouch good gegaange.Ze waor zoeget de mojer gewoorde vaan vaal minse inde straot. Ze had 'ne breie kiek op de zake en op de lui.Hoort ze allemaol aon. Oet de prdOtsjes vaan d'n cine,naom ze wat ze meinde tot good waor en dao hollep ze'nen aandere, met weijer.De winkel leep good. Wie ze troujde had ze neet ge-dach tot ze achter de winkelbaank htiOr leve zouwsliete.Ze waor in Belze bij de zusters gewees veur get Fransen nejje te liere en wie ze daovaan trOkkaom had zenejjeers welle weure, meh al gaw hollep ze met in dewink el vaan haOr awwers. In haOre jongen tied waor't e sjoen meitske gewees, dat zaog me noe nog wel,al waor ze daan al mie es vief en twintig jaor getroujd.'t Waor 'n frisse versjijning in de winkel en ouch esze oetgOng mock me haiir zien.Nog eve nao tot haiir jonges wegwaore zaot ze in dekamer en hoar gedachte waore bij de Plentekesse, boenoe alweer leid waor. Ze las strak toch eve denaotouw goon, zoe gaw es Tonia toes waor. Daan mOs diemer effekes op de winkel lêtte.Gere doog Tonia dat wel neet. Ze waor oonderwijzeresen studeerde noe veur Frans. 't Meitske had 'n gooibetrekking bij de zusters. Oonder de Baoge en wêrrekdeflink veur hd•tr akte, meh in de winkel stlinge htiOrhan verkierd.Nein, euver Mar kinder had ze neet te klaoge, god-daank. En euver haOre maan gaaroet neet.Frens waor indertied wie z'm lierde kinne 'ne jong'n gooi peziessie op 't greet febrik es s .,:rijver, en daowaer 'r in d'n tied vaan hunnen trouw opgeklummeldtot sjef.Wie ze troujde — nog stOng deen daag UZI. es 'n sjoen

25

Page 28: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

sjelderij veur de ouge — waore ze bij Meat awwers bovegoon woene heij in 't hoes. En zoe waor 't gekommetot wie haiir Ma kraank woort, zij Ong hellepe oonderen laanksamerhand, nao Ma hatiren doed, waor haOrgans hoeshawwe oonder terech gekomme. Pa kaom bijhaOr in en zie bij Pa. Tot Slivvenhier ouch dee weg-haolde en zie de winkel gans euvernaom met alles watd'rum- en d'raonhOng.Daankbaar keek ze nao 't leste pertret vaan MOr zeskinder, wat ze haiir op haOre 'este mei, met Sint Leciehadde gegeve.Harie, haiiren ajdste, dee — es God habr 't gelOk gief —'t vollegend jaor zal weure priester gewijd. Dee waornoe op 't simmenarie in Remund. Daan Tonia, 22; Lies-ke 20 — die waor op e kantoer; Fieneke 16 — noe op dehoeshaaidsjaol, dat zouw haor höllep weure in de win-kel. TOsse die twie waor e plaititske leeg. Dao had nog emeitske mote stoon, boe Slivvenhier al hiel vreug 'ningelke vaan gemaak had. Daan .k•mme MOr twie jon-ges, 12 en 10 jaor, die noe 'n keers waore goon aonstekeveur Zjulia„ , die nao Kalvarie mOs....

De bel vaan de winkel reep haOr weer nao vatire enweer gereefde ze haOr waor, wie al zoeva61 jaore. Weerhoort ze de klachte aon vaan hdOr naoberse, de bek-kersvrouw Steves, die sukkelde met eint van bkinder.„Gaot ins met 'm nao de nuijen dokter. Dat moot zoe'negooie zien".„Veer hObbe al zoevdtil dokters gehad".„Jao, meh zoe'ne nuije, dee wet alweer get miejer es'nen aandere. Heer zaog toch mer dadelik tot Zjuliavaan Plentekes get aon de blinnen derrem had. Zoe'njong aofgelierde lui die hObbe weer gans aanders ge-lierd es de awwere"

26

Page 29: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

„Veer hObbe al zoevaiil geperbeerd. Verleije Zoondagis Steves nog te voot nao Riekholt gewees nao de Pao-ters. Meh me kOs 't nog ins perbere met dee nuije”.„Iech zouw dao gei graas euver laote greuie. Geer, kint'm jao opbelle veur ins tot bij uuch te komme. D'n tel-lefoon heij is veur de ganse naobersjap, dat wêdder".„Iech zal de maan ins d'reuver spreke. Gooien daag".

Medam Steves vertrok en Ma Lemeer prakkezeerdeeuver 't leid en de krenkdes vaan de lui. Goddaank totSlivvenhier haOr dao nog al vaan , spaorde. De kinderwaore good gezoond.... Allein zie zellef meh datwaore de jaore.... Mer neet aon dinke....Nog e klei jaiirke, daan waor 't fies in hoes. Dao zouweze get vaan make.... Daan, met de kommende Paose,zouw — es 't God beleefde — haOre jong zie groet ge-lOk kriege.... 'nen Hierzoon. 'ne Jong vaan haOr aond'n altaor....Kos ze Slivvenhier wel daankbaar gem* zien?

D'N DOKTER

paar weke later gOng op 'ne middagoonder 't spreekoor d'n tellefoon bij dejongen dokter. Benuijd en ouch alweerget achterdochtig naom 'r d'n hore

vaan d'n haok. Heer waor al zoe delis opgebeld veurget wat met de praktiek niks te make had.... en wer-rekelikke pasjente waore nog raar..„Hier dokter Smeets.... Hoe zegt Sprekmer Mastreechs ezzebleef. Dat verstaon iech eve good

Jao zeker, strak zal iech even aonkomme...."Stom vaan 'm um dao zellef in 't Hollands te beginne.

27

Page 30: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Daan zien de mieste lui al de kluts kwiet. Dat minskeouch al. „Menneer d'n dokter de kleine jonge van onsis gaar niet goed. We hebbe al dekser eens een dok terdebij gegad wie hij nog kleinder was, maar of U nouwe'ens woudt kome kijke...."Ze meinde allemaol tot heer geine Mastreechteneerwaor. Toch waor heer heij gebore. En bijnao niemand— es zjus zien femilie — wis tot zien awwers ras-echteMastreechteneers waore. Heer heel vaan de stad en,vaan de lui en zjus daoveur had heer ziech heij geves-tig. Drei maond woende heer noe al heij.En noe zal vaanmiddag zien derde hoesbezeuk weu-re.Op zie spreekoor kraog heer tot noe touw vief pasjenteen eine kier woort 'ne mins aongerije vlaak veur ziendeur. Es dat 'n hoes of tien weijer gebdOrd waor haddeze htiOra mesjiens gaar neet debij gehaold. Noe hadtouwvallig 'ne jong nao de plaat op z'n deur geweze engezag tot heij 'nen dokter woende.Heer rappeleerde ziech nog eder geval wat heer to be-handele had gekrege.De ierste drei weke: niks.Daan op zie spreekoor, eindelik 'nen hier. 'ne Vreemdemet get in z'n oug. D'ringewejd. Ouch bij haOrn, d'nierste de 13ste, ingewejd. D'roetgehaold. Twie g011e.Twiede geval: 'n maog vaan e paar hoezer weijer met'ne verbranden errem. Kokende malek d'reuver ge-krege. Levertraonzallef. Rekening veur Mevrouw.Derde geval: 'n Mama met e jungske. Woende pas InMastreech. Nog geinen dokter gegad. Loupend uurke.DrOppelkes. Twie g011e. Kin 'ne klant weure.Veerde geval nao e paar weke —: weer 'n Ma mete jungske. Naobers. Jungske speulentere 'ne stek doorzienen hiemel gestoete. Lang aon gewêrrek. Good aof-geloupe. Rekening sjikke.

28

Page 31: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Vijfde geval: zjus weg. Noe pas op zie spreekoor ge-wees. Had die medam al ieder gezeen bij 'n hoesbezeukmet biinnen derrem. Eigelik pasjent vaan dokter Lam-beriks. Va01 koppijn. Moot water sjikke. Die ierste vijfzouw heer wel altied blieve onthawwe.Daan zien drie hoespasjente: Drie weke geleije bijPlentekes gerope veur de dochter. Blinnen derrem.kalvarie.Iegistere: Mevrouw vaan sjuins tegeneuver 'm neetgood gewoorde. In peziesie. ROs. MOrrege tragoon.En daan noe: Steves, bekker. Jungske neet good. Sjijntal lang te sukkele. Liek miech tot die gere vaan dokterverandere. Zien wat 't is. 't Waor wel kazjeweel, vaanz'n ach pasjente drei oet die ein straot. Die gewoenverbrand- en stoetgevalle Olden 'r neet mEt bij de aan-dere. Meh iers dat meitske, toen die medam metkoppijn en noe dat bekkersjungske. 't Bees daan tochte goon. Al zal 't nog 'nen hielen toer zien um 'n prak-tiek op te bouwe. Meh alle begin is lestig en drei maondis nog gei laank begin.'t Waor aanders e vervelend levensje zoe.Heer waor blij tot 'r ziene motor had en heer nao 'tspreekoor kos oetvlege, nao boete. Toes gooien daagzêgke. Zoe effekes nao zien diirrep, e paar oor loupesvaan de stad aof, boe ziene Pa hoof vaan sjaol waor.Zien dOrrep, hoeg bove op 'ne berreg, midden in 't ZuidLimbOrgs land! Wiedeweg hOng tegen 'nen doonkelenachterfong e lint vaan zëllever: de Maos. En daoveurbos en weie en bouwland. Velder in alle nuanseringevaan geel en greun. Mozaiek vaan vlake stiikker, ne-venein gelag in de delle en op de berg....Es 'r z'n ouge touw doog, daan zaog 'r 't riepend koreen veulden 'r de keulte vaan de wind es 'r euver 'neveldweeg rijde, of door e bospeedsje leep nao de del

29

Page 32: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Doyen op d'n tup vaan de umhoegloupende straotstoont hun kêrrek en met aander tores oet d'n umtrekstaok ouch dee vaan hun fjer boven alles oet.... Metde kanadasse in de Maosweie zien ze es wachters in't landsjap....„Hot-ju", sjriewt de Boer nao gespaan veur zien kaar.Spiere, boonke vaan spiere zêtte ziech op. Sjrap stoonde pu in d'n drek vaan de weeg. Me huurt 't knoorsjevaan de tan op 't gebeet.... • Knerrepend sjore de ket-telsjakele euver- en tegenein.... De Boer en de knechduije met aon de rajersprote.... 't Welt neet.... Ao,'t werrek is zwoer op de vette klei en de zwoere leim„V'r dujen 'm nog ins opnuuj aan, Lambet!"Kalmerend klop de Boer de „Voes" en de „Witte" ophunne kop. 'r Versjuif nog get aon d'n haom en deboekband en daan: „Hot-ju!" Zellef stoon 'm de aojersdik op de kop es welle ze de krach vaan z'n erm laotezien. Erm wie pãO1! Dao houste met 'nen hamel noggein blOts in!Daan obbins, es 't nog neet geit, 'ne vlook.... De hoeren de knech, allebei hObbe ze eine d'rop gezat 'neSakkernOnde.... dee de peerd nog ins deit aontrekkeen hun spiere trêlle deit oonder de blinkende hoed....Dao geit de kaar 'ne SakkernOnde boe-op 'ne va,61 hartelikkere„Goddaank" volleg, miejer gemeind es al die vleuk,die niks zien es 'n uting vaan krach, vaan welle, vaanneet kinne en soms ouch vaan leihertigheid, kompassieof blijdsjap.De LimbOrgse boer! 'ne SakkernOnde veur de peerden tegeliekertied deit 'r z'n meats aof veur 't kruus aonde boum op d'n dreijsprunk vaan de weeg....Zwoer werrek in de delle en op de berg, boe 't koregreuit.... Kore, dat de zon drink, die in lachende

30

Page 33: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

gooijigheid landsjap besjijnt.... Kore, wat us zon-goud trokguuf in z'n voile weerde en zoe vrabg endaOg deit aon de Boer en 't vollek....Kore, dat tej weer opsteit es regesjoor op sjoor 't neer-duijde en doog knele, es 't te vermetel de kop had op-gestoke, veur Hatim, dee meister is vaan eder dink....Kore, dat soms plat lik es hagel d'rop sloog en daanneet guuf wie aander jaore z'ne vollen inhaaid....Dokter Smeets kiek nao 'n sjêlderij Bove z'ne burn.„Koreveld in LimbOrg".Koreveld in gezegend land!Boerelui, vergreuid met hun geudsje, de leim en develder!Heer heel devaan • Miejer es vaan de stad?Ao, dat kOs 'r lestig zëgke.Zie werrek doog 'r toch liever heij.Meh 't leve boete, dat waor aanders Rouwer jaoMeh ouch deper! Met fundaminte, vas en sterrek, wiemellegerblizik!Gezon gedachte en gezoond vollek! Gezoond wie degroond, beboujd vaan vajer op keend....Strak zal 'r weer ziene motor numme en euver de veld-weeg goon, boe 't lestig is te rije, mehsboe 'r ziech veult,jong vaan LimbOrg, dee aon 't sjoene vaan zie landpreuf en snOp, zoe wieste snOps en eve lekker tips aone glaas sjuimend aaid beer in de voile zomer!

TONIAuffrouw.... iech bin dokter Smeets, Maagiech ezzebleef vaan d'n tê1lefoon gebruuk ma-

Qi ke? 't Is veur 't jungske vaan de bekker heijneve...."

„Ezzebleef dokter. Heij in de gaank.... Zeet d'r?

31

Page 34: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Tonia Lemeer — Ma waor even 'n kemissie doen —had 'nen hier de winkel in zien koxnme en heel, e bit-teke koed, op aon haor oonregelmaotige werrekwaLrdin 't Frans.Noe wachde ze veur de winkelbaank on neet d'racbtertot d'n dokter met 't gesprek veerdig waor.'t Leek 'nen aordige mins zoe. Le had 'm dadelik ge-kind. Ein vaan htiOr vrundinne had 'r gezag wee 'twaor, wie 'r veur hun in de larrek zaot.Ze wis neet wie ze 't had, meh ze geluifde tot ze gere epraOtsje met 'm wouw make. 't Waor lestig veur datneturelik te zêgke en mesjiens waor 't get aonstellerigvaon haor, meh toch....„WievãO1 bin iech Uuch sjOldig juffrouw?" vroog d'ndok ter wie 'r veerdig waor.„Meh netuurlik niks, dokter. Veur 'ne naober en veuralin zoe geval is dat niks es 'nen deens."„Nouw, daanke daan."„Dokter.... wat iech vraoge wouw.... es 't neet teastrant is.... Is 't erreg met de jong vaan Steves?"„Erreg.... wat is erreg, juffrouw! 't Jungske is flinkkraank. Iech geluif tot de awwers 't get vernaolessighObbe en dat kin soms verkierde gevollege hcbbe. Iechhad de jong gere nao Kalvarie en daoveur...."„Dat is d'n twiede...." hoort Tonia ziech zelf zegke,meh ze woort vuurroed wie ze 't gezag had.„Inderdaod", veel d'n dokter hdOr lachend in de reijeen tegeliekertied dach 'r: wat 'n aordig geziechske beetdat keend, „inderdaod, dat is d'n twiede pasjent deeiech heij oet de straot weg moot laote bringe op e paarweke tied".Tonia, get Naan haiir verbouwereerdheid bekommezaog 'm noe vrij aon, wie ze guutsig zag: „Geer krijgdao toch zeker gein previezie vaan?" Noe keek heir of'r koed wouw weure, meh wie 'r die lachende ouge

32

Page 35: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

zaog en 't verneukeratief geziechske vaan 't meitske,wat dao zoe geistig get veur de veui goeide, toenslikden 'r z'n koejigheid in en gaof lachend es ant-woord: „Dao zouw 't haos op goon liekene".„Boe-op?" vroog Ma Lemeer, die zjus binnekaom en 'tlêste had gehuurd. Ze zaog noe ins good nao deevreemden hier en keek Tonia vraogend aon.„Ma.... dat is dokter Smeets. Iech zal mer zêgke denuijen dokter oet de Per. see. Heer is evekes kommetellefenere veur heij neve".„Aongenaom dok ter. Is zoe erreg met de jong?Meh noe d'r toch heij zeet, noe hoof iech ouch neet naoUuch touw to komme. Iech had Uuch gere ins gespro-ke...."„Miech? Dat kin medam.... Es dokter, of zoe mer?"„Nein es dokter! Veur mien eige".„Maag iech daan eve iers nao Steves goon? Daonaokom iech bij Uuch.... en.... nao iech hoop zoonderpreviezie veur Kalvarie, juffrouw." Dit lêste tot Tonia,die met e verlege lechske en e vuurroed kiipke ziechtrOktrok achter de winkel.„Tot dalik daan, medam.",.Ezzebleef, dokter".Tonia wis neet wat hatir euverkaom. Ze waor besjeempen bang tot Ma habre roeie kop zouw zien. Gaw doogze MOr beuk bejein.„Iech gaon nao Bove Ma. Es d'r miech nudig hOb, roop(.1 'r mer eve es geine vaan de aandere heij is."Met waor ze al d'n trap op.Wied goeide ze de vinster vaan hdOr kamer ope, die,euver d'n achterbouw vaan 't hoes, oetziech gaof opde Maos.Aon d'n euverkant laog 't parek. Mie nao rechs detores vaan SlevrouwelUrrek, daan die vaan Sinter-vaos en dao vlaak neve wis ze hdOr sjaol.

33

Page 36: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Hoonderde kiere had ze al genote vaan dat oetziechen vaan de teikening in daker en hoezer aon d'n euver-kant vaan 't water: aaid Mastreech.

Noe laog alles in de late zon vaan de zomermiddag.Meh ze wis ouch wie 't oetzaog in aander tije vaan 'tjaor. Daan kraog alles 'n aander aônziech. Zoe sjoenwie vaandaog waor 't haiir nog noets veurgekomme.Ze wis neet wat 't waor, meh ze zouw welle zingeWat, dat kaom neet d'rop aon.... Zoe mer.... klaan-ke.... en daan danspeskes make.... en ins zwejjemet hdOr erm.... vokalizere op a en oe en ee.... open neer...., en op en neer en....Toen oonderins de groete vraog. Boeveur? Jeh!Boeveur?Umtot ze met deen dokter had gesproke? 'ne Jongemins, dee ze 'nen inkele kier had gezeen! Ze had 'mdadelik simpatiek gevoonde, meh kaom die blij stum-ming allein daodoor? Allein daodoor, door 'nen bier,dee ze eine kier spraok?„Gek.... gek, gek biste keend!!" sjelde ze haereige oet. Boeveur?Boeveur had Ma hdOr zoe aongezeen? En Ma....God, Ma mOs d'n dokter hObbe.... veur haOr eige....en zie had nog neet ins gevraog wat 'r mankeerde....Lielikken egowis.... die ziech op liet drejje door 'ninkel prdOtsje met 'ne puur vreemde mins, dee ze naovaandaog mesjiens neet mie spreke zouw.'... en diedaodoor haOr eige Ma vergaot.... en heij wie 'n bal-letdanseVes peskes steit te make en met haOr erm tezwejje.... Vie had ze 't kinne doen? Ma vergete, diein alles zoe good is veur hun allemaol en die me-sjiens....Ze verweet ziech vaan alles.Toen gOng ze nao oondere en op d'n trap beijde ze met

34

Page 37: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

e bang hart: „Zjezeke, laot 't neet te erreg zien metMa."... . en oonwellekeurig dach ze aon de previezieveur Kalvarie.

PAe depe basstum vaan Pa vOlde oonderins dewinkel met 'ne „gooien aovend same."Ma gereefde, gehollepe door Fieneke, deklante. Ze wouw gere opsjete umtot ze eder

ougenblik d'n dokter kOs verwachte en ze haOre maannog mOs zegke tot 'r zouw komme.Tonia had Ma nog niks kinne vraoge en wachde in dekamer. Lies waor ouch al toes en de jonges spaiildenog op straot.Pa snoufde de veerse koffieloch op. Zoe bekske. koffie,dat waor toch mer get fijns es 'r vaan kantoer kaom.'t Doog 'm altied good, of 't winter of zomer waor.„Wat has tiech 'n roei kleur keend," zag 'r tege Tonia.„Dat h6b iech haOr ouch al gezag," kaom Lieske de-tOsse.„Aoch Pa,. .. . de nuijen dokter waor heij veur op tebelle veur de jong vaan Steves.... en noe heet Ma 'mgevraog veur heij te komme veur haOr zellef. Wet Geerddo get vaan? Boeveur is dat?''„Zo, heet ze 't eindelik gedoon. Nein keend, maak diechmer neet oongerOs. Ma heet de leste daog zoe'n pijn inhaOre rtik. Meh de wets wie ze is: neet vaO1 d' reuverzegke en vaan geinen dokter welle weite."De kalm stum vaan Pa doog Tonia hatir oonrOs weerget zakke. 't Waor daan mer te hope tot 't neet zoeerreg waor, meh toch kOs zie ziech dat vaan toenstrakneet vergeve.Ze keek door de glaze deur nao Ma, die achter de win-

35

Page 38: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

kelbaank de klante hollep. En oonderins 't waor haOrnog neet ieder opgevalle zaog ze tot Ma meuieroetzaog en ouch awwer. 'nen Trek vaan zOrreg of pijnlaog euver hatr geziech en Tonia kas mer neet debijtot ze dat noe pas opmerrekde. 't Mas inderdaod getvaan de lêste daog zien..Pa droonk ziene koffie. Eindelik had Ma daan ziene zingedoon en d'n dokter laote komme. „'t Zal wel euver-goon" en „Iech zal wel ins zien" had ze eder kier gezag.Dat kas 'r vaan vreuger oet de ierste jaore vaan zienentrouw. Toen hadde ze miech get eweg gesukkeld. Daogen weke tot zien vrouw neet good waor. Ze heel ziechaltied op tot 't alderlêste. Daan pas d'n dokter gehaolden jeh, daan waor 't gemeinlik: 't bed in. Wie ziensjoenawwers nog leefde had 'r dao h011ep aon, meh la-ter stung 't hoeshawwe wel ins bittEke op ziene hop.Daan pakden 'r zellef met aon, vroeg ziech verlof op 'tfebrik, kookde zellef en hollep in de winkel. Altied had'r ziene gooie zin bewaord, en veel 't sorns he! es 't eigesukkel nao 't aander kaom en heer noedh011ep biasnumme, toch heel 'r de hop hoeg en perbeerde ouch indie meuilikke tije de zon te zien op eder dink.

Waor jummers neet aanders! Es Slivvenhier 't zoesjikde, daan kaste wel ins moppere in d'n eige en diechwel ins aofvraoge: boeveur noe alweer, meh wat hollepdiech dat?Goddaank waor 't de lêste jaore beter gegaange. Veur-al wie ze oet de klein kinder waore. Trouwens, de zoushdOr noets aongezeen habe tot ze sukkelde. Ze zaogaltied oet wie 't iewig leve en heel haiir good humor.Noe kaom daan d'n dokter. Vreuger had ze 'nen aonvalvaan neerstein gehad en noe klaogde ze weer euverpijn in de rOk. Alle, gein zOrreg veur d'n tied! De kin-der waore noe groet, op de twie jongste nao, dus die'caste mèthellepe es 't nudig zouw zien. Lies en Fien

36

Page 39: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

mOste daan mer toes blieve en veur winkel en hoes-hawwe zerrege.... Dao waor 'r werechtig alweer vaanalles aon 't ranzjere. Dat waor 'nen echten trek vaan'm. Veuroetloupe. 't Waor te hope tot neet nudigwaor. Meh toch, al had 'r natuurlik neet gere tot z'nvrouw zouw komme te ligke, es d'n dokter haer inbed duijde en haer kôs inprinte tot ze ziech oet de zaakzouw trOktrake en kallem mOs goon leve, daan be-reikden 'r mesjiens zoe wat 'r al jaore had gedruimp.Weg oet de winkel en nao eige hoes in. Heer hadtoch zien verdeenste en de winkel brach toch ouch nogop es dee daan door z'n kinder woort gedreve.Vaanaovend op de rippetiessie vaan 't kérrelikoer nogins poise aon Baddings of dee dat hoes tegeneuver hunneet kwiet wouw. Dao woende noe 'n aw-jongjuffrouwdie kamers verheurde aon koshiere, meh 'r wis tot dieziech gere inkoch in 't dameshees op 't Kloester. Dathoes beveel 'm. 't Waor ordentelik groet en had zellefsnog 'n hatfke, al waor dat mer 'ne sjollek grcet.Oet de straot wouw 'r neet. Neet veur zien eige en neetveur zien vrouw. Heer waor geweenci gewoorde aonde naobersjap en 'r wouw neet gere toesje,mêt 'n aan-der. Z'n vrouw waor heij gebore en getoge en die zouwzeker neet wegwelle. Nein, es 'r 't kôs veerdig krioge,daan 'n hoes heij in de straot. Boete, acn de rand vaande stad waore sjoen, nui hoezer gen6g, met flinke haef-kes vaör en achter en alderlei nuikes d'rin en d'raon,meh heer wis 't vaan iemes op kantoer, dee dao ge-heurd had, wie gezê1lig 't dao kôs zien. D'n einekes d'n aandere neet. Eder leefde op z'n eige. Dee kol-lega vaan 'm woende neven iemand vaan hoeg oet 'tNoord.e, dee nog aon de loch heij mes gewene en dao-neve 'ne Mastreechteneer dee oonderins Hollandsspraok umtot ziene nacber voont tot me in de komver-zaassie mie nao vaOre Ines laote komme tot me heij

37

Page 40: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

toch ouch in Nederland woende en me dus ouch merein taol mOs spreke.Dao zjeneerde me ziech zoe bitteke veur zellef z'nendrekbak aon de deur te zette. Mieljaar, dat waor getveur habm! De zous d'n deure en vinsters good motetouw hawwe este herrense kies •aots, umtot de naobersneet aon de reuk geweend waore en aanders koelikzouwe valle.In z'n eige lachden 'r euver dat idee.Nein, dat hops heij tegeneuver, dat mels 'r zien te krie-ge! Es Ma noe mer wouw. Heer waor al zoedeksd'reuver begOs, meh nein huur, ze zwoor bij habre win-kel. Dao wouw ze nog neet oet. En toch, noe kaommesjiens de kans.Ins hure wat d'n dokter zag.Ouch get, veur dee jonge mins te laote komme. Mehech weer get veur z'n vrouw. Ze had 'm al vaan alleseuver dee nuijen dokter verteld en ze had 'm nog noetsgezeen. Meh, 'r mOs good zien, zag ze. 't Waor zoe echzien vrouw weer: Jong hoeshawwes en jong aonspen-ners, dao had ze e zwaak veur. Dao leefde ze in allesin meta Es dee jongen dokter haOr inderdaod beveel,daan kOs 'r zeker devaan zien, tot 'r klante .zouw krie-ge en vaol , want Ma zOrregde daan wel tot 'r bekindwoort. Sjaoi zouw 't 'm noets doen.Heer waor toch erreg benuid wat deep dokter zouwzegke, want al had 'r tegeneuver Tonia ouch alles viedeweg gegoeid, toch knaogde get oonriis in 'm euverwat 't zouw zien en zenewechtig beg& 'r door de kamerte loupe. Heij en dao zat 'r get rech op de sjouw of op 'tbuffet, trok ins aon 't taofelkleid en friemelde aon z'nhorlozjekettel.Tonia keek op vaan MO/. book. Ze lc& Pa en wis watdat beteikende es 'r zoe roondleep en niks doog es getwat neet nudig waor. Zouw 't met Ma daan toch

38

Page 41: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

„Es d'n dokter kump laot 'm daan in de gooi kamerbove. Iech zal dao op 'm wachte” en Pa verdween naode kamer bove de winkel. Vaan dao zaog 'r de straot,die in de zomeraovend ziech oetriisde in de late zon. 'nStraot met haOr leef en leid. Achter edere gievel deehOng tegen 'nen aandere en achter eder gordijn vaaneder roet woende lui met hun zOrreg en hun plezeer.Eder hoeshawwe kraog zie kruus en noe ouch me-sjiens weer dat vaan haOm. Kruiskes waoren 'rs alzoevabl gewees en heij dees kamer kOs mêtsprekeeuver vabl dinger, blije en dreuvige.Wie 'r troujde en ze heij kaome woene, waor dit hunhoeskamer en in tije vaan krenkde stOng dao e bedveur z'n vrouw of ein vaan de kinder. Noe waor 't degooi kamer, allein gebruuk bij fieste, bij 'ne mei, debroonk, met Keersmes of nuijaor. Vatil waor veranderdin de kamer, meh ein dink waor gebleve op de plaotsboe heer 't had neergehaange e paar daog veur hunnentrouw. De kruzefiks. Heer kraog 'm es broedskedo vaan'ne vrund, 'ne beeldhouwer. Geine Lijens-Christus,meh de Keuning-Christus, vol gooijigheid en leef de.Dee hOng nog op dezellefde plaots.„Dao kump de menazjemeister to haange" had 'r toen-dertied tegen z'n aonstaonde vrouw gezag en samehadde ze ziech e kruus gemaak en Zien h011ep ge-vraog. En good had Heer gezOrreg. Daankbaar waor 'rveur alles. Ouch veur de kruiskes. En wat noe mOskomme, dat kaom daan mer. Es Slivvenhier 't goodvoont, daan voont heer 't ouch good, al waor 't somshel....Heer wis neet wat aon 'm waor. Boeveur die oonriis?Allah, waor dat noe nudig? D'n dokter waor nog neetgewees en....Zoe waor 'r noe! In 't begin alles zwoer en zwart enduuster zien, of eigelik daan al es d'r nog gei begin

39

Page 42: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

waor! En es 't leid daan dekser in al zien gruudde enzwuurte op 'm drade, daan kOs 'r met 'ne blije eachalles drage. Meh altied die oonrOs vaan te veure, diemaakden, 'm daan kapot. Kaom deen dokter noe mer,daan wis 's 'r boe 'r aon waor.'t Woort wie laanger wie erreger. Heer wis dat. Wat'r ouch gong doen noe, niks zouw 'm aoflije. Strak, es'r wis wat 't waor, daan kös 'r aonpakke en alles dcenwat nudig waor.Heer rappeleerde ziech vaan jaore trok, wie Lieske cfTonia, of waor 't Harie gewees, nein toch Lieske, wiedie....„Ezzebleef dokter.... Pa, heij is d'n dokter. Ma kumpdadelik."Tonia had de deur opegedoon en Pa stOng tegeneuverde jongen dokter.„Lemeer."„Dokter Smeets. Aongenaom."

WIEKER BROONKlij en vol fiesvrabg goeide de klokkeoet de Wiekertore hun klaanke euverT**-de stad.„Huurste de klokke?"

„En of! Es 't noe mer good weer blijf!" Dat reep meziech touw in Wiek.„Huurste de klokke van Wiek?" vroge ze ziech oonder-ein in Mastreech, want euver de Maos trokke de 1;laan-ke! Euver de brOgke: De kinder vaan Sint Gieles repedie vaan Sintervaos um mOrrege te komme. Daanwaor 't Wieker Broonk! Vaan alle persessies, die in destad loettrake heel Wiek allein nog aon d'n a wwenaom vas.

40

Page 43: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Wicker Broonk, dat is wie 'ne kerremes op 'n clOrrep,met 'n fijn persessie, z'n hellige huiskes, drOpke englaas beer, z'ne lekkere middag en z'n wortelevlaoi.Nog lojde de klokke!De klaanke toemelde neer langs d'n tore en blevehaange in 't wintergreun wat de langs opklummelde.Binne;iin trêlde alles met.Huur de klokke euver de stad!Neet zoe sjoen en zwoer es „Grameer" oet de Sinter-vaos, meh toch met get apaarts, veural op de veur-aovend vaan de Broonk.Huurt noe die klokke! Ze rope! Alle lui, mask Uuchveerdig! Seert eur vinsters en deure en stek de veen-del oet! MOrrege broonke v'r!De straot waor veerdig.De bekkers hadde gein han genOg gehad veur de vlaoie.En wat waor neet zellef gebakke?Op de mieste plaotse waore de kiekoete leeg veur mOr*rege de Slevruikes, Sint Zjoezeps, Sint Antoniusse enTreeskes in te zette, met aon weerskante de kandela-hers met keerse en e bekêt blomme of 'ne sjoene blom-pot.Achter op de steiweeg of in de kelder stOng 'ne was-kOrref vol struisel: blommebleedsjes, stOkskes greunen gesnitseld pepier in alderlei kleure.Oonder acn de straot had me de groete stOkker vaan 'thllige huiske al veerdig stoon. De manslui oet de nao-bersjap hadde, m?t die vaan de aander straot, allesvaan de zolder acfgehaold bij Mevrouw vaan Hoes-selt, boe 't eder jaor weer woort opgeborrege.De lui hadde gooi zin! Wee zouw ouch neet? De rooksal 'ne rosbuf dee woort aongebroje en in mennig hoes-hawwe waor al e stOkske vlaoi gepreuf zoe oet 'tvuuske veur ze te kaOre.

41

Page 44: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

De stOppe woorte nog ins aongeveeg, ins gaw door degot gekrets en toen waor alles veerdig.De straot wachde.MOrrege kaom Heer weer langs, boe alles um drejt,boe alles vaan kump en alles vaan is.En zouste dao neet op wachte?Zouste daan neet d'n beste kleijer aondoen, d'ne slip-jas oethole en de veendel oetsteke? Zouste daan neetmetgoon in deen ierestoet en stappe, fjer wie 'ne me-nister, op de maot vaan de meziek in die lang reij vaanbruudsjes, broedersjappe en konkergaassies? En zou-ste daan neet um die fiesvrabg gans te beleve apaartdrOpke drinke en diech te good doen aon 'ne rosbufmet paolertsjes of 'ne kallefsboog? Zouste op zoe'nendaag neet 'n apaart stOk vlaoi ete? E stOk rieste, broenen gelig vaan Bove, dun vaan leer, meh met 'n spijsvaan twie vinger dik, boe op gesnitselde amandelezien gestruijd; stOk zwarte, good besOkkerd; 'n am-per stOkske linzetoert veur d'n iemeujetige smaak vaande wortelevlaoi get te verdrieve? Want 'n wortelevlaoilas debij zien! Daoveur waor 't fies vaan de wortele-hoer!

Ma Lemeer zaot Bove in de gooi kamer in 'ne gemeke-likke stool en streek met e vloere deukske Pa z'nenhoegen hood op. Zoe noe en daan aosemde ze ins d'reu-ver en vreef daan dadelik weer, veur alle habrkes sjoengeliek te kriege en 'm good te laote blinke. Op taofellaog 't wit strikske, Pa z'n glassees en ze punsjesbensje.Veur de res zouw Lieske zOrrege.Hadde ze haOr dao evekes te graze gehad! Foj, foj! Daozaot ze miech noe werechtig op d'n daag veur de Broonkniks te doen in haOr gooi kamer. D'n dokter had 'r "nendaag of tien in bed geduijd en noe moth ze daan sinse paar daog weer op, meh nog gaar neet nao oondere.

42

Page 45: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

De vollegende week zouw 'r wel ins zien, had 'r ge-zag.1-15,Or meuijigheid vaan de lêsten tied waor aanderswel euver, allein voolt ze ziech nog e bitteke laam.Meh dat kaom vaan 't ligke. Die nere en die bein vaan'r, kOs ze dao mer aanderê veur kriege. Affeh, 't hadouch alweer• zien gooi kante gehad, want de kinderholiepe ziech boetegewoen oonderein. Ze had hiel erregdetegenop gezeen wie ze haOre winkel oetmOs, mehtoch waor ze achteraof besjouwd blij deveur. Lies enFieneke waore toes gebleve en hadde ziech mer watgood geweerd met hunnen twieje en Tonia had zoevãO1meugelik haiir opgepas en veur 't hoeshawwe gezOr-reg. En haiire maan! Dee had ziech weer op ziech Le-meers dedoor gehoujd. Es ze get in 'm ekstimeerde,daan waor 't zie good humor, z'n blijheid' en z'n zon-nigheid, z'n opbaOring en ze kallem riddenere es ziesoms gans d'roet waor.En noe mock ze daan in 'ne zedeleer zitte aon de vin-ster. Ederein oet de straot had haOr gooien daag ge-knik en al ins get nao Bove gerope door de ope vin-ster.Vaand,aog veural had ze met haOr straot mêtgeleef.Mie nog es aanders. Ze had vlaoie zien bringe en hole.Ze had slachtersjonges zien op- en aoffietse; de kiekoe-te had ze zien leegmake en in hdOr eige hoes de lochkinne opsnouve vaan fien gebraods. Goof keukeloch!Noe wis ze tot habre maan met bezig waor in de keu-ke. Dat doog 'r gere es ges apaarts waor. Dao had 'r al-tied z'n aordigheid in gehad.Neet tot 't 'ne keukepieter waor, meh e pasteike make,'n sjoen sjotel en zoe get, dat waor zie werrek. En mOr-rege zouw 'r vas en zeker weer met gans get apaartsveur. d'n daag komme. Dat kOs ze noe al wel raoje.Dao kaome habr twie jonges nao Bove. Ze waore nao

43

Page 46: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

de zwumsjaol gewees en roke fris nao zeip en zon. Zewaore allebei rnessendeender en mOste mcrregevreug op en zoe get de gansen tied in de ktrrek zien.„Ins kieke, zeet d'r good zuver?" vroos Ma lachentere.Ze mOs.ze ins bij hdOr hObbe alle twie, hdOr straoben-ders. Jeu, dee perbeerde z'n haore achtereuvergekempte lc riege en Pie met z'ne stroevelekop, boe gein eraon te behole waor, al zouw Tonia met kosmetik, veurin de persessie devaan make wat ze„Komp ins heij alle twie ! Zo, noe zet diech deen hoegenhood ins veurziechtig op de slaopkamer en pak diechdat bensje en strikske.... Neet voel make huur!"De jonges freuzelde e bitteke en Ma merrekde wel totze get hadde.„Ma," bees Jeu, „dat pensjenaat.... mote v'r...."„Jeh jonges, dat geluif iech wel. Dao is nog niks gedis-sedeerd met dat kraank zien vaan miech, meh 't zaltoch devaan komme.... Zoe geit 't neet good.... Maheet 't te drdi en daan zouw iech nog dekser kraankweure."„Laot habin daan heij," kaom obbins rizzeluut d'najdste „en laot miech nao de broeders goon."„Wouwstiech.... broeder weure „Jao, heh Pie, op de Bejjert".Dao zaot Ma wel evekes vaan te kieke. Dat had zehielemaol neet gedach.... meh dat had ze vaan Harieouch neet, wie dee keplaon wouw weure.Vd61 tied veur get 'd'reuver te zêgke kraog ze neet,want de deur zwejde ope en dao stOng hdOren acn-staonde keplaon in 't gespaan. Flinke struise 1 erel.Nog mager tuinend in z'nen toog, meh met 'n echtelevensvraOg in z'n ouge. Gistere waor 'r op vekansiegekomme.„Allebener! Dao zit eus Make ziech te zonne en alvas

44

Page 47: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

oet to rOste veur mOrrege...." en tege en breurkes:„Zo, zuvergewasse batteraover„Harie.... vraog diech of Ma en Pa 't good vinde."„Wat jong, wat mote ze good vinde?"„of iech...."„of hij bruider mag worden of wie ze ook wel zeggenkwik" kaom. Pie astrant op ziech Mastreechs-Hollansdet6sse.„Is dat meines Jeu?"„Jao en Ma geluif miech neet".„Boeveur zouw iech diech neet geluive jong? Meh 'tkump zoe oonverwachs. En Pa wet nog hielemaol niksdevaan."„Zek geer 't 'm Ma."„Dat beet miech nog ins iemand gevraog, he Harie?"„Jao Ma en 't is Goddaank terech gekomme."De twie jonges woorte met 'n kemissie nao oondere ge-sjik en dao gOnge ze, Pie met 't bensje en 't wit striks-ke, Jeu met d'n hoegen hood, dee 'r blij op z'ne kop zatoonderwijl 'r met de glassees zwejde.Ma en Harie zaote noe allein in de kamer en Ma veuralwouw 't gesprek doorzette euver Jeu, meh dao gongde deur aiweer ope en dao stOng Tonia met dokterSmeets.„Ezzebleef dokter. Ma, d'n dokter wouw Uuch getvrapp-cb"„Miech? lech dach.... Geer tout toch pas de kom-mende week trOkkomme."„Jao medam.... meh nump miech neet koelik totiech zoe vrij bin.... iech.... zeedder.... M'n awwerskemme merrege nao miech touw vetir de WiekerBroonk, meh de persessie kump neet door de Perseeen zouw 't noe neet goon tot ze heij aon de vinster...."„Meh netuurlik geit dat dokter. Boeveur neet? Daftis ptaots genOg.. . Meh zêt Uuch eve.... Aoh jeh, dee

45

Page 48: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

kint d'r nog neet, da's mienen ajdste.... Harie..Noe pas stelde ze haOre jong veur en d'n dokter — ale bitteke eige aon de femilie veulde ziech al gawtoes.E wie Pa Lemeer nao Bove kaom en - es veurpreufkeveur rnOrrege. e fijn sjeutelke veur Ma met opbrach,had de jongen dokter, dee toch niks mie te doen had,gei bezwoer veur 'n sigaar op te steke, zellefs e beu-tremke met te ete en later, wie Ma al nao bed waor,met Pa en Harie 'n dr6pke te drinke op veurhand vaande Broonk.

Aon taofel zaot 'r neve Tonia. Wie 'r es dokter gekom-me waor had 'r neet bezunder vabl aondach aon haOrgesjoonke, meh vaanavend,.zoe in de femiliekrink boe-in heer oonverwachts waor opgenome, zaog 'r daoe flink, fris meitske veur ziech. Modes, meh toch neetkwezelechtig. Geistig, wie ze bij Lemeer zoe bittekeallemaol waore. Plaogend en get vreigelechtig. Wat'm veural opveel waore hdOr sjoen, ierlikke ouge.Heer waor ouch neet vaan stein. En wie 'r .saovenseffekes met haOr knOtsde en droonk op de gezoondheidvaan Ma, toen dOrrefden 'r in die sjoen doonkel ougeevekes, hiel deep kieke.Wie 'r nao hoes gOng Jeep 'r iers e strabtsje urn. HeerJeep door straote boe al veendele oethOnge en heij endao al 'ne kiekoet waor verseerd.\Vie 'r toes veur z'n deur stOng en de sleutel in 't sleu-telgaat staok, inOs 'r in z'n eige lache, want 't doorden

eigelik te lang ie tot 't mOrrege waor.En e bitsje later zag 'r tege ziech zellef in, de spiegelvaan de kapstok: „Smeets.... jong.... de has ge-luif iech lielik te pakke. Steek d'n tong ins oet en laotmiech d'ne pOls ins- veule."

46

Page 49: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

VEKANSIEimbOrg had weer 'n invazie.TrOp aon trop kaome de vekansiegengerslofgezak nao 't Zuije. Dikke stekker metpin hollepe de lui vaan 't vlake land eusberg beklummele!

Hotels en pensions waore vol en op de bergweie stoon-te tente. Dat waoren 'rs die zellef hun pOtsje kookde enneet miejer oetgaove es get aon eerappele, greunte enrnêllek bij de Boer en aon broed bij de bekker. Die kam-peerders hadde hun fietse volgelaoie met dekes enketele en ze bevollekde alle meugelike en oonmeuge-likke plaotse. „Boterammereizegers" neumden hun de'lui.LimbOrg zellef had ouch vekansie.Die 't kOste doen gOnge nao 't boeteland. Wee mer 'neninkelen daag d'roet wouw had gelegenheid genOg veurmet 'n otobiis nao Spa, de Ardenne of d'n Eifel te goon.De res bleef toes.Wandeltochte veur de jdOg woorte georganizeerd enmennige Ma waor blij es ze MOT. kinder 'nen daagkwiet waor, die oonder good geleije de weeg woort ge-lierd door de sjoen umstreke en zoe de leefde woortbijgebrach veur 't eige heim.Bij Lemeer toes hadde ze zoeget allemaol vekansie.Harie maakde dêkser oetstepkes met de jong-studente,de twie jongste waore daag aon daag op rot, wandeldemet de sjaol, g6nge nao de Sint Pietersberreg of laogelangs de Maos te loere op stekelbeerskes. Tonia Ongnao 't Heemkundekamp in Nunhem. In aw boerderijvaan 't kastiel Sint Elizabeth waoren 'rs vatil vaan 'tyak bejeingekomme en dao, midde tOsse de bOs vaan't Leudal, woort praktiese heemkunde beoefend.Dao woorte ekskurzies gemaak en lezinge gehawwe

47

Page 50: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

op de binneplaots; dao hoort me wat LimbOrg aonsjoenigheid bezit in z'n taol en z'n gebruke en saovensbij e kampvuur, boe de lui oet d'n umtrek met aon-zaote, kloonke de leedsjes op vaan eus good land enluusterde me nao 'ne verteller, dee de sage en legendesvaan Limburg opnui levetig doog weurP....Ederen daag waore bezeukers dao. Hoeg geistelikke,offisjeel hiere en gewoen lui. LimbOrgers die ziech fn-tresseerde veur eus heim. En allemaol luusterde zegere nao de lol en d'n erns, nao de LimUrgsen humorvaan Slivvenhier z'n pappenheimers en nao de gesjie-denis vaan 't aaid hertogdom, vol vaan fel verweer entej vashawwe es iemand raakde aon wat de Limbt;rgerhellig waor.Dao waor 'ne paoter, dee vertelde vaan de LimbOrgseleugeneers, vaan die lui, die ziech zellef haos geluifde,die door kOste sloon, totste diech aofvraogs boe z'tvaandan haolde.Dao waor de serjeuze mins met de volle leefde veurde LimbOrgse groond, dee euver d'n opbouw vaan 'tland spraok en met 'n kolleksie stein en fossiele 'ngaof, zoe mer veur de voes weg, aon al wat dao waor,aon gelierde en aandere.Dao 0aof 'nen docent oet Nijmege kolleezje in deopeloch en fiezelde de ziel vaon eus vollek oet Wein, totederein e stOkske devaan woort en me veulde tot mezoe waor: 'n deil vaan 't groet LimbOrgs verband.Dao waore LimbOrgse sjrijvers, die in de klaankevaan de eige taol land en vollek bezOnge en aon vdOlede ouge opende veur de sjoenigheid vaan de eigespraok....

Tonia snOpde vaan dat alles. Ze waor toch al in 'nblij stumming heij nao touw gegaange, umtot ze nogzjus veur tot ze weggOng d'n dokter had gesproke en

48

Page 51: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

neettoer.... WW1 wilerd zien veur e vol hart neetnudig. Ze had get gemêrrek, get wat smeulde vaan-aof de Wieker Brocnk — of eigelik al e bitteke ieder

meh 't waor e vOrke, boe-in d'n dokter zellef hadgeraocheld en zie geluifde tot ouch bij jao,vas en zeker ouch bij meh heer had bitOrnog gaaroet niks gezag.En toen obbins, de veurlêsten daag vaan 't kamppufde 'ne motor euver de Nunhemse bosweeg en stOngdao dok ter Smeets op de binneplaots boe ()bondergroete belangstelling eine vaan de deilnummers 'newêlle knien ruusterde boven e vOrke.

wis neet of ze besjeemp mOs zien of mOs lacheof wat ouch.Blij waor ze in eder geval. Ze gong neet .dadelik nao'm touw, nein dat neet, en heer maakde ouch gein ap-prensie veur hatir direk aon te spreke. Ze zaog tot derector, dee de geistelikke leijing vaan 't kamp had,

veurstelde aon versjellende Mere, boemêt 'r dade-lik in gesprek waor en nao 'n tiedsje pas — ze mOszjus m' t goon hellepe veur de koffie kaom 'r naohtiOr touw.„Dag julfrouw Lemeer.... De kompeleminte vaanallemaol bij uuch toes.... Iech waor vaanmtrrege nogeve dao.... Mer e bezeuk oet vruntelikheid bij eurMa."„Daanke dokter.... en ha Geer toen gezag tot d'rheij nao touw gOnk?"„Jao zeker,.... iech hcb 'n tiedsje met Eur Ma zittete praote.''Tonia woort gerope. De boteramme mOste gesmeerdweure.... Ze waor zenewechtig, blij en ouch e bitte-Ice koed. Boeveur waor heer neet dadelik nao haiirtouwgekomme? Heer had hatr jao seffens gezeen....Meh boeveur kaom heer eigelik heij?.... De 'este

49

Page 52: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

kier wie z'm spraok had 'r niks d'reuver gezag enheer wis toch tot zie zouw goon.... Boeveur zouwheer wel zien gekomme? Intresseerde haOm 't kamp?....Of zouw heer toch '

Ze mérreke neet tot ze 'ne sOkkerpot vOlde met zaaiten dee zoe nao de sjeur brach, boe lang taofele veer-dig stoonte, volgelaoie met boteramme vaan wittemik en boere-roggebroed. De koffiereuk wandelde totboete en veur tot de bel gOng veur binne te kommehadde al versjeije deilnummers plaots genomme.D'n dokter zaot bij de gaste aon de hooftaofel tOssen'ne MonseinjOr in en de rector.Tonia bedeende dao.„Geer sOkker, MonseinjOr?'„Jao keend."„En Geer dokter? Vaan de rector weft iech 't."„Gere ke....", meh toen verslikden 'r ziech en maak-de juffrouw devaan.Allein de rector had 't gemerrek en trampden 'm oon-der de taofel ins op z'n veui en Tonia gaof 'm in haOrverbouwereerdheid drei sjOpkes.... zaait.De rector preufden 't ierste get. Heer voont de koffieflaw en pakde ziech nog e lepelke oet de sOkkerpot.De aander hiere keke ouch al ins op wie ze gedroonkehadde, meh dorreve niks te zêgke. Tot de rector insgood in de sOkkerpot keek, opst6ng en even 't woordvroog.In e geistig sjpietske boe-in heer 't zeute en 't flawwevaan 't leve, wat dekser gezaaite Dabs weure, naovaOre brach, merrekden heer op tot hunne kant „ge-zaaite" waor gewoorde en gaof heer lachend de zaait-pot aon Tonia, die ink 'ne roeie kop nao de keukegOng en zOrregde veur sOkker en nuije koffie.D'n dokter had gelache met haiir verdaoling en vroogof ze hun allemaol zoe'n flaw kerels voont, meh ze

50

Page 53: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

had gaw haOr antwoord veerdig en plaogend vroogz'm: „Geer....gere sOkker he? 't Waor goddaankgei resep wat koed kOs."„Dee zit!" woort gerope en gelache, boemet de zaait-kwestie vaan de baon waor.

Nao de koffie woort nao 't Leudal gewandeld en oon-gemerrek waore dokter Smeets met de rector bijTonia en haOr gruupke gekomme. En al gaw, of 'taofgesproke waor, had de rector de aandere bij ziechen d'n dokter leep allein met Tonia.En toen hoort ze boeveur 'r gekomme waor. Allein,gans allein veur haOr.„Dus toch," dach ze gelakig.„Iech . haw vaan diech Tonia," zag 'r gans invoudigen zie voont 't hiel gewoen tot 'r neet mie juffrouwzag.„'t Is gein bevleging vaan de lêste daog, dat wetsteouch wel.''Ze waore vaan d'n trop aofgedwaold en gOnge alleinweijer. De zon laog euver de struuk vaan 't Leudal.De beek sjroevelde zich laanksaam door de zand.Twie veugel vloge ziech speulend achternao en ach-ter e bOske, midde t6sse de vroog vaan de zomer, metveer hun e gouwe koreveld, gaove ze ziech d'n ierstepuun.„De rector wis boeveur iech kaom. Da's 'nen awwevrund vaan miech vaan op 't kolleezje. Vaannachlozjeer iech bij haOm en mOrrege goon veer met ustwieje same nao hoes."„Meh toes.... wat zouwe ze....„Dien Ma wet alles devaan. Iech hOb 't MOr gezag enouch bij miech toes hOb iech ze ingeliech.... Iech dor-ref dat doen vaan to veur, veur tot iech diech getvroog, umtot iech wis...."

51

Page 54: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

„Eigelik waste niks 1,,„loch wel.... zjus wiestiech vaan miech.”„En es iech noe neet had gewêld?''„Ich wis totste wouws, daoveur spreke dien ouge tetier."Ze waore tragewandeld en in de kapel vaan 't kamp,de vreuger gooi kamer vaan de boerderij, boe Sliven-hier wachde achter z'n deurke, kneelde daank baartwie jong lui, kinder vaan 't land wat Heer zoe leefheet, gebore in de stad vaan Sintervaos, Zienenlige Bissjop, dee tot heij in Nunhem preekde en 'n gransloog veur eus veurawwers te duipe.

's Aovens bij 't Kampvuur wouw ouch dokter Smeets— dee neet mie neve Tonia waor oet le sloon ziechlaote hure. Heer waor daankbaar veur wat 'r had ver-krege en uudde dat in 'n diliklamaassie op Mastreech:

In Mastreech dao bin iech geboreBij 't roesje vaan de Maos.Iech leep wie iech klein waor verloreIn de sjeem vaan de Sintervaos,De Sint Matijs en SlevrouweEn spiiOlde bij Mink eleers;Op de Merret hcb. tech miech gehouweEn door de stanketsels gepeers.Iech leep door de huip vaan de hOtsjesVaan roed en vaan wit boeremoosEn trok um de hoejerpOtsjesVaan de wijfkes.... Dat waor de sjoos!Iech ruuk nog de kies en d'n hiering,De keui en de speebek, 't fruitEn huur nog 'ch doog zjus 'ne piering.gun inn aangel d'n duuli boot zien fluit.Op de lieg, lang, platte kareVaan Rego zie groet febrik

52

Page 55: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Dao hcb iech miech op laote vaneEn voolt vaan de voormaan de smik.Iech .leek geer nao de beut en de sjepeIn 't kenaal of de Bassing,De lui, die deveur trokke en lepeStoon nog in mien herinnering.Iech dwaold' in de geng vaan de berregMet e boezjieke in e sta. bleek,Mien Ma voont dat altied zoe erreg,Meh niks wat miech fijnder toen leekEs te getse en sjra -avlend te zeukeIn 't sjiemerig leech nao de weeg.Soms beg& eine benklik te beta eMeh dee liraog boete miestentijds sleeg.In de Werreke zeukde iech slengskes,Sallemanders en koelekCp ouch,Iech kroop met doer aw vestinggengskesEn doog al ins get wat neet doug.Iech reipde zoe geer door de stracte,Selbrikde op Vrietof of Plein,Of gocide ma mien kammeraote'n Us plaogend klikske oettrein.Iech wandelde geer door eus paarkeLangs Vief lap en de aw Zwaonegrach;Iech zaog 't verdwijne vaan de aarkeWie de Aw BrOk woort acfgeslach.Iech zaog in verseerde straotePersessies en optOch zoe blijEn klummelde soms gans verlaoteNao Berreg of Franse Batter*

In M -aistreech dao b!n iech geboreBij 't roesje vaan de Maos,Miene jongen tied sjijnde verlcreEs iech wied vaan mien stad of waos,

53

Page 56: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Meh in miene geis stoont geteikend:Mien aw stad en haOr sjoen sielhoewêt,De tores nao d'n hiemel touwreikend,Dat beeld draag iech altied nog met;En ouch nog de foonklende klaankeVaan habr spraok, zoe sjoen wie meziek!Wee moot iech veur dat alles bedaanke?

'ch Waor, Goddaank, Treechter awwers riek!

D'n dokter stoont in de sjien vaan 'n stalluuch en zienstum had opgekloonke tege de aw vaan de hoer-derij, boe spookechtig de vlamme op spaOlde vaan 'tvuur.Wie geweente sloot de rector d'n aovend met gebed,meh daov6iir zag 'r e waOrdsje es aofsjeid, want mOr-rege zouw dao mesjiens neet zoe'n goof gelegenheidmie veur zien..Me had LimbOrg beter liere kinne en 't nog miejer leefgekrege dees daog, zag 'r es slot, meh heer wouw nogget apaarts vertelle. Twie jong lui hadde ziech lierekinne — al waor 't daan neet door 't kamp — en ziechouch leef gekrege en vaandaog waor dat heij in ordegekomme....E gemOmpel en stel gevraog oonderein. 't Waor goodtot 't duuster waor en 't vuur laanksaan oetstorref,want aanders had me dadelik kinne zien wee bedoeldwoort.De rector gOng weijer: „Twie jong lui, die later 'n eigehoeshawwe z011e stiechte, 'n eige katap, met es leiderde groete Maan, Dee alle zege gief. En daan hoop iech,"zoe besloot 'r „tot ins de kinder vaan dat hoeshawwez011e kinne zegke, wie d'n touwkomstige vajer heijvaanaovend dikklameerde: „V'r waore Goddaank —Treechter awwers riek!"

54

Page 57: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Noe woort ziech gefilisiteerd. De perfiesja's waore neetvaan de loch en wie kamp al lang tot it's waor, laogin de lozjeerkamer bij de rector 'ne jonge mins nogwakker en sleep in 't pension veur de dames vaan 'tkamp e meitske, wat ziech in slaop had gebeijd aonhaOre roezekrans, dee ze daankentere nao Slevruikesjikde.D'n daag vaan 't vertrek kraog Tonia naomens alledeilnummers e groet veldboekk vaan alle meugelikkeblomme en plante oet de umgeving.Ein hellef naom ze met nao hoes en de aander helleflag ze bij e veldkapelke wie ze eve oetrOsde bij 't naohoesrije, achter op de motor vaan.... haiiren dokter.

VERHUISastreechter kêrremes waor veurbij en dezomer naom zoe laanksaam aon aofsjeid.'t Leste fruit in de weije woort geplijk ende vriichte laoge op groete huip.

De buim verlore weer hun sjoen kleijer en d'n herrefstoemelde door de straote.Pa Lemeer had eindelik ziene zin weite door te drieveen met h011ep vaan d'n dokter — dee noe es aonstaon-de sjoenzoon nog get mie te vertellen had — had 'r Mazoe wied gekrege tot ze 't hoes vaan Baddings tegen-euver hun hadde gekoch.De aw-jongjuffrouw die 't geheurd had waor al d'roet.Alles mOs get opgeknap weure en verrevers en tappe-seerders hadden hun bês d'rop gedoon. 't Gaof noe 'ndrade vaan pOtse, aofpakke en inpakke. 't Waor geinweij verhuizing, meh ze brach toch haiir werrek metvaan alle kante. Tege d'n aovend woort elleke kier ein

55

Page 58: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

en aander euvergedrage en de naobers hollepe gere 'nhensje met. Veur de groete stiikker zOrregde de maan-der vaan de verhuizing. De res kaom zoe wel euver.Ma waor zoe wied opgeknap tot ze met kOs regele en....wie noei ze ouch oet U6re winkel gong, toch knikdeze ins daankbaar nao Slivvenhier, wie Dee es ierste fn't nui hoes waor binnegedrage en 'n sjoen plaots hadgekrege Bove de sjouw in de hoeskamer.Jeu waor nao de broeders op d'n Toongerseweeg, Harieweer nao Remund en de res hollep met. Lies en Fie-neke bleve veur good toes vaan kantoer en sjaol enzouwe veurluipig same de winkel doen. Veurluipig,want nao tot Tonia met ht:Oren dokter waor goon vrije,waor Lies op 'nen aovend, wie Ma en Pa Bove bejeinzaote, nao hun touw gegaange en waor met hii.Ore Zjefveur d'n daag gekomme.„Goddaank," zag Pa later tege z'n vrouw „dao is te-minste gein achterbaksigheid bij. Lies is nog wel getjoonk, meh liever zoe es dat gedoons achter de rtk."Ma waor e bitteke verbouwereerd gewees.... zoe'ntwie 'nins ouch,.... meh wie Lies met traone in ht.:trouge en 'ne vuurroeie kop nog veur ha,Er stoont, lachdeze die traone weg: „De kumps zjus good op tied demet,noe kin dee Zjêf nog mêthellepe aon de verhuizerij....Meh kom 'm us mer iers ins laote zien."Ie 't Zoondag waor had Lies al get vracge euver htiCreZjCf gehad. Ze wouwe weite of 'r roei, zwarte of blauwhacre had.... zellefs de kleine Pie plaogde hdiir dem? ten vroog nao de mact vaan z'n sjeun veur to weite cfde mat groet genOg waor. Niemand kOg 'm en dao hadze plezeer in. Dat waor toch nog acrdiger es met Tcnia.ZoondaggemOrrege nao de Chef-creme's kacm ze met'm. 't Gans hoeshawwe waor kompleet. ,.Op eus twiegeistelikke hiere nao" zag Ma. Zjêf veel m? t en al gawwaor 'r in de gezê1lige krink vaan 't hoeshawwe opge-

56

Page 59: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

nome. Sjoen heer 'n gooi betréiking had op 'n ekspe-diessiekantoer had 'r zjeniejigheid in 't veurstel umlater met , z'n Lies de winkel euver te numme. HeerpOlsde z'n awwers d'reuver, e paar weke later waoredie ins komme praote en me had ziech gevoonde. Vaantrouwe zouw veurluipig netuurlik nog gein sprackzien. Lies en Fieneke zouwe same in de zaak blieve endaan later de jong koppel. Zje f intresseerde ziech alwel daonig veur alles en zouw zoe noe en daan wel insgeremp mote weure. DLit mOs zoe komme.... en datverandere veer daan zoe....„Allemaol good" zag Ma, „later jong. 't Geit zoe ouchnog."En Pa grimslachde, ins, dach aon zienen eige jongentied trOk, sjoen heer toen gaar niks veulde veur dezaak en mOmpelden 'm get tege vaan: „Mlle en Aokezien neet op einen daag geboujd."

Geine dee z'n han miejer verkierd stoonte veur met tehellepe, es d'n dol ter, dee me bij allemaol Guus hedde.„Jong, jong," zOchde Ma ins „este zoe met d'n pasjentedoogs es met get aon te pakke of op te haange, daanwis iech 't wel.",Heer _hoof die toch ouch neet op te haange, Ma", ver-diedigden 'm Tonia.Déks kaom 'r neet aon. 'nen Inkelen aovend door deweek en daan Zoondags. Zoe laanksaam aon had 'rzellef al 'n acrdige praktiek gekrege en zoe noe endaan mOs 'r plaotsverva anger zien veur 'neMa had 'm nog al get pasjente bezOrreg. Neet alleinraoide z'm acn umtot 't hi6re sjoenzoon zouw weure,meh zie zellef waor good- door 'm gehollepe, de jongvaan Steves waor aon 't opknappe en daan ZjuliaPlentekes hatre blinnen derrem, dat waore veural delinger die bij haOr rnettelde. Allein die vaan Frevaos

57

Page 60: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

met haOr koppijn, die waor ze nog neet kwiet, meh zehad ouch nog altied neet haOr water gesjik.En daan mOs 'r zoe good zien bij bevallinge.` Dat hadze noe al e paar kiere gehuurd. Zellefs vaan de wijs-vrouw wis z't en die zag toch neet zoe gaw get dao-euver. Meh 'r mOs eigelik getroujd zien.... zoe'nejoonkmaan es dokter is toch eigelik ouch niks....meh dat kaom wel in orde.

StOk veur stOk waor d'n hoesraod euvergedrage. Degorclijne 1.1•5ngen al; zeil waor al gelag en eindelik op

sjoenen Oktoberaovend heel Ma haiiren diffinitie-yen aontree. Ze hadde e fieske devaan gemaak. BlOm-kes heij en dao en veur Slevruike 'ne sjoene pot Sint-katrijnsblomme. Bove de deur vaan de hoeskamerhOng e,sjeld:

Allemaol welkom in 't hoesEn veult Uuch gaw mer heij weer toes!

Dat zouwe ze wel! Al stoont alles ouch get aanders ge-ranzjeerd, 't waore toch de vertroujde meubele en de-zellefde pertrette en sjelderije. En 't veurnaomstewaor: de sfeer waor 'tzellefde gebleve en die zouwouch zoe blieve in de touwkoms. Allein misde Ma dewinkelbel en voont z't door d'n daag get stel, mehdaan wupde ze ins gaw euver nao de winkel en hollep'n hensje met es 't drOk waor. Dat voonte ze gans ne-tuurlik en Pa lachde ins demet. 't Zouw laanksamer-hand wel sliete, meinden en 'r had geliek.'t Bovehoes vaan de winkel zouw veurluipig verheurdweure en Pa had — zoonder tot - iemes 't wis — nogeve stelgestande in eder kamer en wie 'ne fillem waoralles wat ze beleef hadde in hunnen trouw aon 'm.veurbijgegaange. Bij al d'n toemel en d'n oondereinvaan de verhuizerij had 'r soms e raar geveul gehad,get tristigs, meh dat had 'r weggelache met 't blij

58

Page 61: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

veuroetziech tot 't veur zien vrouw beter waor tot zehatir ros kraog,Aoh, me liet in eder woening get vaan zien eige ach-ter; de giefs get aof boeste vaan gehawwe hObs.Heer st6ng in de gooi kamer, vreuger hun hoeskamer• • • • Dáó in d'n hook had 't weegske gestande vaan 'tkleint wat hun waor gestorreve.... Wie 'r d'n trapaofgOng zaog 'r obbins weer zienen ajdste oonder aonde trejje ligke.... es kleine jong, met e look in zienekop.... D'raofgevalle.... hiel lang geleije....Op de steiweeg sjoot 'r in 'ne lach.... Heer dach aonde allegaassie, wie Pie neet vaan 't huiske aofkOs 't Sjewke vaan binne sjuifde neet Ma waorin de winkel en had 't sjriewe pas laat gehuurd Vaan alles hadde ze geperbeerd, meh gei mwajengveur aon die sjaw te komme.... En toen — nog zuut'r veur ziech — is Pie door 't vinsterke mote klum-mele. Met z'n kleijer aon Ong 't neet. Die doog 'r dao-veur mer oet en gaof ze vaan te veure aof.... en ein-delik lOkden P011ekernaaks, wie 'ne kwakvos heij en dao roed gesjoord langs 't hout en euver delatej hadde z'm op de steiweeg gekrege. D'n daag de-nao had de smeed de deur mote opebreke.... Deenaovend waore ze allemaol deneve klant gewees

Met de verhuizerij had Tonia haOr studie veur 't Franslaote vare. „Doeg mer get miejer aon 't hoeshawwe,dat hObste noe beter nudig", had Ma gezag.Guus zaog gere tot ze 'ne kursus vollegde veur iersteh011ep bij oongeltik. Es doktersvrouw kOs 't noets koedes ze dao get vaanaof wis. Ze zouw 'm al ins kinnehellepe, meh wie Pie ins erreg gevalle waor en met 'nekapotte knee toes kaom, waor ze erreg oonhendig metverbinde. Ze doog 'm get vatil jodium d'rop, tot 'rsjriewde vaan de pijn en obbins zag 'r, giftig eweg:

59

Page 62: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

„Gaank diech, ierste oongelOk bij h011ep!”Heer wis neet wat 'r verkierd had gezag, meh langentied heet Zonia dat mote hure en zellefs Guus placg-den 'r demet.... en dat wouw get zêgke!

KEERSMES

itte Keersmes gief 'ne greunePaose.Es dat aaid spreekwoord woer is,daan zouw de Paose zoe greunweure es 't mer einigsins kOs, wantde Keersmes leet aon wittigheid

niks te winsen euver.Al 'n week geleije waor 't aon 't snieje gegaange en't verebed vaan de ingele waor oetgestruijd op de eerd,dik en denzig. De winter wacr op 'n weerdige maneeringezat. Me kitis weer ins vaan winter spreke nao aldie kwagkeljaore vaan rege en zoe get kaw boestebesjeemp veur his veur kaw te neume.In de straote hOng, zjus wie in de hoezer, 'n keers-stumming. Me kin zoe lestig diffienjere wat dat is,meh al dat leech in de kiekoete, met heij en dao getgeglinster vaan zelleverstruisel en naogemaakde snie;'t acntrekkelii ke vaan 'ne sOkkerbekkerswinkel metaongekleide toerte boe „Zalig Kerstfeest" cf „NoCI"op steit geduijd, meh gaar gei Mastreechs, met z'nsjoklate en sOkkere harte veur Nuijjacr; 't lokken-de vaan. 'nen draankwinkel met z'n ,fine" dit en datveur vaan 't aaid nao 't nui in te viere, dat alles gaddiech e fiesgeveul wat nog woort verhuug doer 't ge-bej:er vaan de klokke, die 't keersgebãO‘e inlojdeeuver de stad

60

Page 63: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Pa waor bij de broun paoters goon beechte en wie 'rtrckkaom euver 't Kloester dat waor ziene weeg,tOsse de twie larreke door — spablde de karreleongvaan de Sintervaos. Geveulsmins es 'r waor bleef 'rstoon luustere. \Vat kOs 't 'm versjele tot 't sniede!%Vie 't 'm te erreg woort waor 'r in e pertaol goonstoon, boe 'r bleef tot 't klokkespeul oetwaor.... Datbrach 'm pas in stumming!Hoeg toet de loch, tOssen al die snievlobke door, kacmede toene gewandeld. Finn klaanke wie vaan 'n awspeuldoes zOngen 't „Stine Nacht" euver de aw hoezervaan 't Kloester en zien umgeving. Daan toemelde devrUigde langs de mcr vaan de grijs kattedraal en deSint Jaan nao oondere in 'ne jubelende „Gloria" en Pafantezeerde ziech prelaote, kanunnikke, kei-zers en keuninge en trOppe vaan vollek, die euver 'tliloester kaome vaan oonder de Baoge door en de Ber-regpoort ingeinge vaan de Sintervaos, veur Keersmeste viere bij 't graaf vaan d'n ierste bissjop vaan Mas-treech.De „Gloria" waor verkloonke en dao, fien wie 'n

pêrelde 'n aaid Bretons herdersleedsje doorde stelte. Heer kOs 't vaan vreuger; had 't zellef eskraol gezOnge en nog waor 't ein vaan de miesgeleefdekeersleedsjes bij 'm toes:

Quand le Jesus venait au monde,Le bon sauveur au bathe blonde

Heer zOng 't met, stet veur zien eige en bij 't slot had'r wel midden op 't plein wale goon stoon en hel-opwêlle smétzinge:

Iou, iou, iou, sonnent les bignouxCar le divin maitre va renaitre,Iou, iou, iou sonnent les bignoux,Car le divin maitre va revenir chez nous.

61

Page 64: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Zoe waor 'r noe. 'r Zouw kinne beuke vaan gepakhe!d.'t Waor ouch .zoe sjoen, zoe al-iewig sjoen! Tot heerdat noe zoe had getroffe! Dat aaid stiik Mastreech,bedek door de snie, wat get apaarts kraog oonder 'tleech vaan de lanteries; die twie kerreke en daan datklaankespeul, dee karrelejong, dee nog naospaOlde inz'n hart! Neuriejend gOng 'r nao hoes met de melodievaan de lêste nommer in z'ne kop:

Noel, noel,Chantons le Redempteur!

Jao, laote v'r zinge! Dat mOste alle lui doen met deKeersmes! 1-16er teminste kOs neet aanders en toes wis'r, tot z't allemaol gere doge en hoorte. En mOrrege-vreug um vief oor Keersmes! 'n Sjoen mês hadde zegelierd, zesstummig met de jonges debij. En daan oon-der de twie stel mêsse keersleedsjes. Iers e paar metde krablkes en daan mOste die weg um veur de her-derkesmes weer tit& to zien. Wat ze ingestudeerd had-de leet 'r nog ins de revu passere en toen kaom 'r ob-bins tot de konkluzie tot ze twie twie ganse— Hol-lanse nommers kOste en de res allemaol Frans en epaar Duitse. Dat waor wel altied zoe gewees. Vreugerhoorste bijnao gaaroet gein Hollans. De lêste jaorewaor 't get miejer begOs. Heer rappelerde ziech oetziene jongen tied allein:

Staat op herder Coridon't Is zo klaar gelijk de zon,

wat heer in Slevrouwekerrek had gezOnge met 'nenaandere en daan

De herderkes lagen bij nachte Toes zOnge ze nog 't haaf Mastreechs-Hollans:

Keersnach is 't kinneke geboreEn 't kreet ziech boont en blauwEn 't had zien hummeke verlore

62

Page 65: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

En 't bubbelde vaan de kaw,Sus, sus klein kindje teerHoud op en schrei niet meerWant 't is voor Onze Lieven HeerKom morgenavond weer.Gaank nao Bove,Hool get. kole,Hool get hout,Zjezekinneke heeft zo koud.

Eigenaordig tot zoe wienig Mastreechse keersleedjeswaore. 't Veurig jaor had e kraOlke eint gezOnge, e kleisimpel dingske, meh 't had de lui toch gepak. Daowaore t'rs die voonte tot 't neet mOs in de kerrek. Mehboeveur gei Mastreechs en wel Frans en Duits en Hol-lans? Zouw Slivvenhierke daan neet luustere nao eMastreechs leedsje? Zouwe veer mesjiens ouch Hol-lans of get aanders mote spreke met HaOm es veerbeijde en HaOm get vroge?Pa had 't fijn gevoonde wie die vertroujde klaankevaan de eige spraok door de kêrrek kloonke en bovenop d'n iksaol hadde ze wel gemerrek tot 't st61, doed-stel waor in de kêrrek. De lui voolte: dat waor getvaan hun eige! Eige klaanke in hun eige kêrrek, op'n eige fies

Toes waore Tonia en. Harie met de jonges bezig veur 'tkribbeke op to zêtte. Jaor op jaor kaom dezellefde stalvaan de zolder aof met de beeldsjes. De stal zellef INaoroongeveer zoe aaid es Harie. Ziene Grampeer had 'mnog gemaak wie de jong e paar jaor aaid waor. Al'laser es ins waor 'r opgeknap, waor nui pepier ge-plak op de loker die de muis d'rin hadde gevrete enboe de verref d'raof waor had Pa met e nui streekskeweer de aw kleur gebrach. De beeldsjes hadde ze noets

63

Page 66: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

aanders gekind. Ein erremke vaan 't kinneke hOngget lieger es 't aander. Dat waor met liem opnui d'raon geplak. `Vie F ieneke en Jeu 't ins same vashaddeen 't alle twie tegeliek op 't stru wouwe lêgke wacr't gebroke. De kop vaan de zwarte keuning liCste drej-je wieste wouws, want dee zaot met e zwegelestekskevas. Dat had 'r te daanke aon Harie, want es kleinejong had 'r apseluut wêlle zien of de keuning ouchvaan binne zwart waor. D'n os misde ein oer, meh datzaog me neet, dee laog toch achterin. Al zoe (Ins hadme gezag veur nui beeldsjes te koupe, meh ze waoreallemaol aon die gehech en eder jaor bleef 't we. 2.ehadde ouch altied dezellefde plaots, Slevruike en SintZjoezep links en rechs vaan 't kinneke, d'n eine licr-der dao en dëó get mie 'nao vaOre.... de sjiitpkes ver-spreid door de stal....Tonia struijde nog get snie op 't mos boven op 't daaken Jeu slingerde nog 'ne kralle-krans in de keersboum,dee in 'nen hook vaan de kamer, achter 't liribbeke,stOng te blinke met zie klatergoud en alleverstreng engroete, glaze bolle....Dein aovend Ong me vreug nao bed. In de achterka-mer stOns. de tacfel al gedek veur mcrrege nao denachnOs. Daan zouwe ze same koffiedrinke. OuchGuus en Zjêf zouwe heij komme. 'n Pan spek met ciersmaakde dawn en Ma had ouch veur stumpkes gezOr-reg. Die móste bij edere Keersmes zien. Pa kraog diebij de keine vaan 't zaanlikoer nao de m?.'s en die tra-diessie had 'r, veural wie de kinder groeter woorte,ouch in zien hoeshawwe gebrach....

'ne Witte Keersmes gief 'ne greune-Paose!Dao druimde Ma nog vaan wie de wêkker um veer oreaofleep. Ze zaog 'ne Paose zoe vol zonnesjien en greentot 't haOr hart good doog en in die vraOg stOng 'n

64

Page 67: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

altaor in gouwe leech en haore jong doog zien ierstemês

a uui,de de wekker 'n groete hand op zie geratel ensprOng dadelik 't bed oet. Heer gong de kinder rope enhad wel e bitteke leid veur ze allemaol zoe vreug wak-ker te kriege, melt ze kaome toch op tied in de kêrrek,boe Pa d'n trap nao d'n iksaol opkretsde, Harie opde koer gong zitte, Jeu en Pie es messendeenders nacde sakristei mOste en de res met Ma in de femiliebaankplaots voont. Kort daobij zaote de twie aonstaondesjoenzaans, boevaan Zjêf bij Guus had komme slaopeveur met dee op tied te zien.Mechtig zat oLbins d'n 011eger in. FiesvrdOg, vreij enblijdsjap jubelden oet z'n toene.... Gods vraOgde isgekomme in Gods zoon.... Beijt noe minse,'t Keend is rejaol en gief wat 't geve kin.... Beijt veuralles.... veur de hoonderde Binger vaan ederen daag....en vraog vreij veur uuch zellef en ederen aandere....D'n inzat waor oet.... nog e stél veurspeul.... en daozOng e kritOlke, in 't Mastreechs, 't leedsje boe Pa naoverlank had:

Dao is e Keend geboreKyrieleis,

E blemke tassen 't koreZoe steit 't gans verlore.

Kyrieleis. 1)

Wee zouw bij 'n rein kinderstum op zoe'ne mOrregeneet oonder d'n indrok komme? De ktrrek vaan Wickluusterde met.... met al zien lui, die daankentereveur de Keersmes dee ze weer mochte mêtmake hungedaag gOnge hawwe wie de mês begOs.\Vie de ierste messe oet waore kaome de lui al nao bin-ne veur de herderkesmes. In 't pertaol vaan de kerrek

„Veldeke", nommer 74, December 1938.

05

Page 68: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

waor 't e gedrings vaan belang en euver en tweerwinsde me ziech dao al 'ne Zaolige Keersmes.Tonia en Lies waoren ierste nao hoes gegaange enwie de aandere binnekaome sjijnde op de koffietaofel

flikkerend leech vaan keerse en vOng 'n gezelligewerremde hun op.De kedetsjes gOnge d'rin wie kook.Pa kaom eve later. Dee had al koffie gehad met dezengers en z'n stumpkes al op. Um 10 ore las 'r weerin de kerrek zien veur de hoegmes.De twie messendeenders waore zoe get de ganse mOr-rege aon de slaag en kaome pas nao de 'este mes naohoes. Die hadde hun poorsie gehad met de kraole.Dao hOng 'n fiesstumming in hoes en die zouw blieve,de gansen daag doot, tot saovens touw.Ma keek ins de taofel roond. Ze waor Goddaank weergans in orde. Dat voolt ze noe wel 't beste.Haos waor weer e jaor um. Ze zouwen 't good kinnenaofslete. Vol daank veur wat Slivvenhier hun weer hadgegeve, meh ouch met 'n vraog veur v5,451 zege vol-legend jaor es habren ajdste zie groet gelOk hoopde tokriege.'t Sniede nog gestiedig door. Vlokke wie wetsjes lagteziech neer, dik op-ein.Meh, laot mer snieje! 'ne Witte Keersmes gief 'negreune Paose!

DREIJKEUNINGeer stOng de taofel gedêk in dekamer. Neet zoe fien es met deKeersmes, meh toch hOng nog getvaan dat fies in 't hoes. 't Waordreijkeuninge.

Nuijjaor waor veurbijgegaange met z'nen aonluip vaan

66

Page 69: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

femilie en bekinde en eder had d'n aandere e ZaoligNuijjaor gewins en Pa had Bans apaart — get watnoets doog e sjpietske gehawwe, wie ze smOrregensallemaol bejein waore.„Vrouw, kinder en aonstaonde sjoenzaOns," had 'r ge-zag, „e nui jaor steit veur us. Wat 't bringe zal, dat wetallein Slivvenhier. Laote veer hope tot 't good maagzien en laote veer 'm vraoge.... sterrekde veur diechHarie in de leste maonde veur dien wijing.... vablgoods veur uuch, Tonia en Lies en eur aonstaondemaander.... en daan drink iech dit drOpke veural opde gezoondheid vaan Ma.... tot ze in haiir rOs ouchros maag vinde en tot ze nog lang bij us maag blieve.Iech bin geine sjpietser.... meh kinder.... iech Mobdat noets zoe gezag, es geer 't leve nump, wie veer 'tmet us twieje genomme hObbe.... daan hoop iech, totgeer later d'rop maag trOk zien wie veer, heh Ma?"

Tonia waor Been daag met haOren dokter nao dee zienawwershoes gegaange. 't Had nog aonhawwend ge-gesnied en heer had 'r gevraog e paar stevige sjeunmet to numme of stievelkes. Boeveur wis ze toen neet,meh smiddags had heer haOr metgenome, 't land open de bos in.Ze hadde geloupe door de snie, euver velder boe deblaankheid laog oetgespreid en geinen trej nog 't vlakehad gesjdOrd; door 'de bos, boe de besniede buim esechte keersbuim stOnge en allein e spoor vaan 'nenhaos klein stippelkes had achtergelaote in al 't witteBoven op de berreg ha-clde ze stel gestande in bewoon-dering veur 't land, wat ouch in de winter z'n sjoenheidbezit, meh noe fijnder, rOstiger es in de zomer. Daanis 't voile boerebedrief wêrrekzaam in 't veld en op dehaiif en noe, oonder die witte deke, rCis alles oet veur 'tkommende vretigjaor.

67

Page 70: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

't DOrrep oonder hun met de besniede daker, boe alleinde rouk oet de sjouwe get leve aon gaof, had toch zienaofwisseling vaan kleure behawwe. DOffer gamvaan tinte es in de vol zomerzon. 't Leek wel of allesmie bejeinhoejerde en z66 werremde zeukde in de kaw.Euver de Maos hOng 'ne nievel en sjiemerig stoonte inde winterloch de kanadasse, dao boe ze wiste tot 'tLuikerland Sta stoonte ze met hun twiejebejein. 1 wie sterreke jong lui, die 't pure preufde vaan't landsjap in de fijn vreesloch....„Keend, iech ht,b diech eus lensje welle laote zien in ziewinterkleid en iech bin blij totste mit miech gedwaoldhas vaanmiddag. Veer met zien twieje zien gegaangeboe nog niemand leep. Eus vootstep stoon geprint in desnie en veer laote ze achter, es get wat is gewees enneet mie trOkkump.... Nein, niks zegke eve.... Vëfirus heet al dat wiste gelege, blaank en zuver.... 't Be-dek 'n touwkoms.... Dao dach iech aon vaanmOrregewie d'ne Pa dat zag.... en heij, boven op de winterseberreg vaan mien dOrrep vraog iech diech Ionia: dOr-refste de touwkoms met miech aon?.... Dit jaor nog....?"Dao perelde . get in Tonia lidOr ouge....„Tao jong.... en maag 't altied wit blieve wat veur uslik. . en...." met 'n oplevend snuutske.... ,,mageveer ouch in de kaw us blieve werreme aon eus leef-de...."Blij waore ze triikgegaange.... Allein 'ne krej had 'nekwaak gegeve wie ze ziech puunde in die winterse um-geving.... boe ze gans allein stOnge met um hun nikses blaanke witheid.

Noe waor 't dreijkeuninge en midden op taofel stung'ne groete keuningskook.Ze zaote allemaol bejein en Pa — es ajdste las 'mdoorsnije. Veurziechtig perbeerden 'r es 'r 't wets de-

68

Page 71: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

door duijde of 'r neet op de boen stoedde, want daanzouw de aordigheid d'raof zien, umtot me daan wisboe ze zaot.Dikke klunsjes skker laoge op de broune kook. Rezie-ne staoke heij en dao verlokk end de tOssendoor.... Debekker had zien bes d'rop gedoon. 't Waor get fijns! 'nBriosj in 't groet.Pa waor veerdig en Ma spreidde 'n groete serv4 euverde kook.* Daan naom Pie, umtot 'r de jongste waor, estOk d'roonderoet. Dat waor veur d'n iersten errememins dee sanderendaogs aon de deur kaom. Zoe wouw't aaid gebruuk en dat heel me in iere.... En noekraog eder — nog altied vaan oonder de servet estOkske. 't Woort al ins beloerd of me ncrregens deboen zaog zitte, d'n eine beet al ins flink d'raon en d'naandere act veurziechtig mct klein bufkes, tot obbinsPa 'ne sjriew gaol umtot 'r op get hels had gebete eninderdaod köste ze haom de keuningskrcen opzêtteSjoender leds 't neet.... Al gaw had 'r plaogentere Maes keuningin gekoze.... Harie woort ceremoniemeis-ter en ouch eder vaan de aandere kraog z, pOske: Offi-sjeel woorte Ma en Pa in 'ne zedeleer ge1nstalleerd enes keuning en keuningin gehOldig. Nee kacm de stum-ming d'rin en oet naom vaan de keuning gaol de cere-moniemeister versjeije opdrachte. Tonia zaot al veurde piano en es ierste z6ng Pa deen aovend.,.Iech w61 es keuning 't veurbeeld geve," zag 'r.Heer zOng ze levelingsleed, 'n aaid Mastreechs stlikske:

De winter kump en deit us beve,De winter kump en dao is noed.

en wie 'r 't slot had gezOnge:

Zouw iech miech daan mote sjaomeTot iech in Mastreech gebore bin....

69

Page 72: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

bees 'r obbins:

Op einen dreijkeuningenaovendToen sloog 'ne bekker zie wief

„Sjeiste oet!" reep Ma. „Foj, is dat ouch al get?" mehde res had 't leedsje euvergenome en zOng weijer:

Al met 'ne spaonse knOppelAl boven op haiir lief.De vrouw begOs te preuteleEn sj... 'ne pot vol kDe maan begOs te kijveEn sj... 'ne pot vol sjijve.

Noe kraog eder zien bdOrt.' Dao woorte ernstige en lol-lige leedsjes gezoonge. Ke.ersmes waor nog neet langveurbij en de aw kantiekskes kloonken op bij 't stelkewat nog altied opstoont. En in die sfeer besloot Haried'n aovend met 'n Keerslegende, die 'ne vrund vaan 'mhad gemaak.Laank in zienen toog stOng 'r dao en rOstig kloonk zienstum, wie vaan 'ne middeliewse vertê1ler:

Dit is 'n aaid vertêlsel.Deep laog de nach euver 't LimbOrgs land. E blaankwit bekroende de berg en bloonk op in de wintersemaonesjien.'t Waor Keersnach, lang, hiel lang geleije.De boerenhoof „Op de Lin" laog in vreidzaamVreug waor d'n halfing met zien hoeshawwe nao bedgegaange, want 't zouw smOrregens vreug daag zienveur nao de nachmés te goon. Mojer had veur 't slaopegoon 'n sjotel broed veerdig gemaak, allemaol stOkskes

70

Page 73: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

roggebroed. Die sjotel mOs de jongste boete zêtte. Datwaor then al in LimbOrg 'n aaid gebruuk, want datbroed, wat op Keersdaag aon 't vie weurd gegeve, isgezegend door 't Keerskinneke en besjerremp de boerz'ne stal tege krenkdes.Meh de jong had 't vergete en obbins sjrOk 'r oet zienenierste slaop wakker en dach d'raon. Wat noe begeos?'t Broed mOs boete stoon! En toen stOng 'r op, hiel stel,tot niemes 't zouw hure, trok zien brook en ziene keelaon, sloog 'n w011e deke urn en bij 't leech vaan demaon sjravelde heer in d'n duuster nao de keuke. Daostaok heer ziech 'n stalluuch aon, naom de sjotel engOng nao de stal. Toen veel 'm in wat Vajer vaan-aovend vertêld had: tot in de Keersnach es 't twellefore waor de sjaiip begOste to rope en al de bieste. Me-sjiens zouw heer dat noe hure, want 't mets naoventrintmiddernach zien. Heij en dao in de stal lufde 'n kooihaOre kop op bij 't sjijnsel vaan de luuch, meh allesbleef weijer rOstig. Heer waor niks bang, gaar niks.Ouch neet wie 'r de zwoer sjaw vaan de staldeur ope-sjuifde en heer boete stOng, riejelend vaan de kaw.Dao kloonk vaan de kêrrek vaan Beek d'n ierste slaagvaan twellef ore en wiedeweg hoort heer de klok vaanSjummert. En dao obbins zaog heer achter de sjeur,boven 't sjob e leechske blinke. Nuijsjierig gOng 'r d'ropaof, bubbelend vaan kaw en azjietaassie. Wat zouw datzien? Z'n sjotel broed zat 'r neer en op zien tiene leep'r nao 't leech. En dao, oonder 't sjob, waor 't Keersmes.Heer wis neet tot eder jaor Slevruike en Sint Zjoezep'n aander streek opzeukde boe Slivvenhier obbenuitsbij de lui kaom wie in de ierste Keersnach en tot ditjaor LimbOrg en hunnen hoof waor oetgezeuk veur ditblij gebatire.Nog e paar passe en dao zaog 'r 't.In de aw voorkrib, die Vajer had aofgedaank, laog e

71

Page 74: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Kinneke. Slevruike zaot beijend deneve en Sint Zjoezeplaos in 'n aaid, dik book. Heer zaog hunnen eigen osen d'n ezel vaan Zjeng vaan Frens, dee swinters bij hunop stal stOng. En boven 't sjob 'n staar, die him deweeg had geweze.Gans verbouwereerd stOng heer te kieke en toen kraogSint Zjoezep 'm in de gate. Dee winkden 'm nao binne.Heer wis neet boe 'r de mood vaandanlde, mehOng en hoort zien eige zêgke: ,.Zaolige Keersmes."Met trok heer de w011e deke vaan zien sjbuwers acf engaof die aon Slevrouw veur 't Kinneke te alike, want(int Moe te riejele vaan de kaw.„Iech zal wel aon de Mam zegke wat iech demit ge-doon hOb," zag 'r en Slevruike daankden 'm met 'neknik.„Boe bistiech vaan, jong?" vroog Sint Zjoezep.„Tech bin de jongste vaan Lemme vaan ..Op de Lin."„Zjus," zag Sint Zjoezep en sloog ze book weer epe.,Luuster jeng, luuster good wet heij gesjreve steit.

Es 't Keerskinneke in LimbOrg is. zal die nach dejongste jong vaan Lemme vaan ,.Op de Lin" Item-me en aon 't Keend 'n wolle deke bringe. Heer zalde vajer weure vaan 'n grocte femilie, die doorgons LimbOrg geit woene. Vii61 vaan zien nlokom-melinge z011e trejje in d'n derns vaan God, 'Oageistelikke. paoters en zusters. Twie vaan die gels-telikke z011e hoeg geplaots weure. Eine wiedeweg,in e land boe missjennrisse z011e w?Treke veur 'tgelouf en eine heij in Limb'erg. Dee zal 'n staar 5nzie waope drage, de staar vaan de Keersnnch. destaar vaan Slevrouw en heer zal zien s,ieOpkesleije es 'ne gooien herder op de zjuste weeg. ver-leech door die staar. die veural in duuster We zalsjiine wie e gouwe, hiemels leech en heer zal zienwie 'ne vajer veur zien kinder.

72

Page 75: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

En dit zal blieve in 't geslach vaan de jengste jongvaan Lemme: de naom Lemme zal bewaord blie-ve en zienen ajdste jong zal de naom drage vaanW011em, umtot heer 'n w011e deke heet gegeveSlivvenhierke, Dee kaaid in zie kribbeke laog opd'n hoof „Op de Lin."

Sint Zjoezep sloog 't book touw en Slevruike naom 'tKinneke in MOren errem en hollep 't e kruisk e teikeneop de veurkop vaan dee 't dekde met 'n walledeke.

Dit is 't aaid verttlsel.En de jong doog wie 't 'm waor gezag. Zien femiliewoort gezegend en gaof \Tab' vaan hatr kinder aon d'ndeens vaan Slivvenhier. En noe dreug eine devaan destaar in zie waope en leijt zien kinder op de veiligeweeg. 't Kruiske, geteikend op de veurkop vaan zieneneuver-euver grampeer, sjrijf heer op de kiipk es vaaneus kinder, die dat wage mètdrage es 'n iereteike, deepIngegruffeld, zoe deep, tot ze de leefde veur 't Keenden z'n Wing Mojerke werrem in hun hart z011e bewao-re, tot zege vaan eus good, sjoen LimbOrg.

VERGADERING EN NOG GET

'n toemel vaan de Vastelaovend waor veur-: bijgeroesj.

De lêste konfetties wacren oet de gOtte ge-keerd en 'n ink el serpenti h6ng nog ver-

, dwaold to wejje in 'ne bourn of aon 'ne Ian.-teriepaol. Eder had op zien maneer vastelaovend ge-hawwe en 't boont gewiemel in de straote, met 'ne good-ineingezadden optoch hadde de lui evekes oet hunne

73

Page 76: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

gewoenen doen gebrach. Daoriao waor 't assekruiskeveur hunne kop gesjreve en de vaste met kies en hie-ring en bOkkeme had z'nen intrej gedoon in de hoes-hawwes.Zoe laanksamerhand gong 't op Paosen aon en einvaan de ierste weke vaan de vaste kraoge de bewoe-ners vaan de. straot e breefke toesgebrach, oondertei-kend door dreij lui, veur op 'ne Goonsdaggenaovend in„De gouwen tieger" te komme. Allein bij Lemeer toesen in de winkel hadde ze geint gekrege. Toch wiste zedevaan aof en 't waor hun vreemp te doen ezzof zevaan Sint Jaan kaome.'t Waor vergadering veur de ierste mês vaan Harie.De kaffee leep vol. Zoe get niemand mankeerde. Ach-ter ein vaan de taofele zaote de dreij initiatiefnummersen ze warren 't nog neet eins wee vaan hunnen dreijede vergadering zouw lei.je. Eindelijk stOng einen op enverzeukde stêlte.„Dames en Heren," begOs 'r. „Wij hebben gemeend ge-gad. .. . he.... voor eens allemaal bijeen te moeten ko-men he.... voor eens te bespreken he.... waddof wezullen doen he.... as de jong van Lemeer.... dienouw kaplaan gaat worden hê.... as die kaplaanwordt.... en zijn eerste this doet.... heAocherrem, de zweit stOng de mins al op z'ne kop, mehheer woort al dadelik rOstiger, wie z'm oet de vergade-ring de raod gaove veur mer Mastreechs te spreke. Datgong 'm beter aof, meh 't gebaiirde neet, zoonder 'nhiel klei proteske vaan 'nen Hollender, dee al versjeijejaore in de straot woende. 't Waor 'ne bleike mins, deee batinsje had aon 't spoor, aon alle gooi werreke met-doog, 'n hiel hoeg bensje droog met e klei knievelke enniks es limmenaat droonk. Wie 'r ziech dee vaanaovendbestêlde vroog 'm de slachter SjdOpkes, dee neven 'mzaot: „Weurste dao noets kraank vaan?"

74

Page 77: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Zoe stellekes aon waor 'r in de naobersjap opgenome,meh dêkser es ins hadde z'm te graze gehad, want alhiel gaw had me in de gater gekrege tot m'n 'm e bit-teke vatil kOs wiesmake. Zoe waor veur de vergaderingde sjeunmeker WObbe, dee zellef knaarries trok, met'm euver die bieskes aon de geng gewees en 'r had 'mverteld, tot 'r ins 'n proof had genome met 'n pop die'r 'n doeve-ei had oondergelag. Zjus wouw 'r 'm oet-lêgke wat veur maotregele heer ailemaol had gen.omeurn 't met dat bieske tot e good ind te bringe, wie devergadering waor begOs.D'n Hollender zie protes hollep neet vabl.„Geer verstaot us toch, toert?"„Ja, dat wel, heel goed zelfs, maar wanneer ik iets wilzeggen, dan zal ik toch Hollands moeten spreken."„Doeg dat mer gerOs, Braam," zoe hêdden 'r „veer z011ediech niks doen!" reep iemand vaan achteraon oet dekaffee.„Noe daan dames en hiere, noe mote v'r iers e kom-mitee keze." Al dadelik e gegoons vaan stumme. Deezag get en dee. Eine wouw dames d'rin en 'nen aandereweer neet, die mOste veur de bruudsjes zOrrege. Deevoont vief maan gem* en dee wouw 'rs zeven hObbe,tot eindelik 'ne jonge mins 't woord' vroog en kraog enveurstêlde veur allemaol in e groet kommitee zittingte numme, wee teminste get deveur voolt, en zoev5,61meugelik werrek te doen, meh oonder leijing vaan dedreij hiere die dao zaote, met nog e paar aandere enleefs jong lui. 't Kaom in orde!D'n hier, dee noe veurzitterde wouw dat neet blievedoen en toen woort de jonge van Loon, dee al zoegood gesproken had, dat bdOnsje touwbedach. 'ne Sik-kertaris, penningmeister en apaarte lui veur de ver-sering woorte aongeweze en eindelik gevraog weeziech op wouw geve veur sent op te hole. Ouch dat

75

Page 78: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

kaom in crde en nao nog euver d'n eventuweel te lou-pe kedo te hObbe gesproke, boe me netuurlik iers veurmts zien, wievalil geld me bejeinkraog, woOrt de ver-gadering geslote en alvas métgedeild tot 't groet kom-mitee euver 'n week weer zouw bejein komme en vasteplanne zouwe veurgelag weure.De dames en de mieste hiere gOnge nao hoes.E paar taöfelkes gOnge nog 'ne slaag tOppe en, 't wêr-rekkommitee sloog dadelik de han inein en heel deierste bestuursvergadering.

Wetbe had 'n uigske geknik tege bekker Steves en noge paar aandere en die hadde dadelik in de smieze totde sjeunmekcr get met Braam had. Me sjaarde ziechbejein en in4 groete belangstelling vollegde ze de tech-niese oeteinzetting vaan WObbe euver 't doeve-ei oon-der de knaarriepOp.Es WObbe tege Braam spraok doog 'r dt op ziech Hol-lans en tege de aandere spraok 'r Mastreechs.„Steves, is 't woer cf meet, heet dee Ilia arrie vaanmiech dat doeve-ei oetgebreuid, jao of nein?",En cf," zag Stoves met 't serjeuste geziech.,.Zie Jo nouw, je wouw me eerst niet gegloof hebbe....daar heb je de bewijze.... ik heb het jong dadelik aanhem gegeve....."Steves stOng bekind es 'nen iersten doevemClleker. Datwis Braam ouch.Diekser es ins had 'r Zoondags met stoon te kieko esde doeve mOste triikkomme en 'r waor ouch al ins bijSteves nao d'n doevespieker opgekrets bove de bek-kerij, veur de slaag to zien.„Je weet toch wel Braam" zag Stoves „die lichtenden-kele, die ik je toen heb late zien, die toen gepaard wasmet die brikrcje waar ik later die witpen en die schul-lever uit heb gekrege, nouw dat was ze. 't Is een mooie

76

Page 79: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

zije geworde, maar ik kan niet iederen hore bij haarzette".Braam waor e bitteke verpOpzak. Nog geluifden 'rmet, meh de bekker waor 'ne ,serjeuze mins en umzien belangstclling toch to laote blieke vroog 'r aonWOhbe of 't allemaol good waor gegaange.Dee Iekde ziech zjus de sjoem vaan ziene knievel vaane nui glass aaid en nao 'nen trik aon zien piep vertel-;den 'r weijer:„Goed gegaan? Ik heb dekser in de rats devoor ge-zete dat het beesje niet drop kon blijve zitte en zouwdrafschijvele, maar 't heef 't volgehouwe.... Ik heb'n tans deks 't voer in moete duwe.... een beetje fijn-geknauweld en trouwes iederen dag zijn ers Jena komekiike.... wah Gielisse, wie delis bistiech wel gekommeen Jaokops en Sjii4kes en diech snider?"Ze beaomden 't allemaol en nog had Braam niks inde gater.„lliere.... ezzebleef 't is euver tied...." kaom d'nhospes vertélle.„Nog eve.... wach nog effekes...." meh twie deen-ders kaomen- in en de kaffee leep leeg.Boete, oonder 'n lanterie, vertelde WObbe weijer. Braamwouw nao hoes, want zoe laat maakden 'r 't noets.,„Nee Braam, nouw luister gauw wijer. Ze heef dropblijve zitte wie ik al zag.... De duif is uitgekome endie heef Steves gekrege, maar de pop deej toch zoraar.... Ik heb haar toen eens nagezien en geloof me,'t beêsje haw twee kwaarte aan zijn derrejêr gekregezo groot wie een priester en daar is 't van kapot ge-gaan...."„Twee wat.... ?"Meh WOLbe waor al nao hoes in d'n duuster en de aan-dere waoren ouch obbins weg.

77

Page 80: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Braam stOng eve te kieke. Zouwe z'm daan toch tegraze hObbe gehad?Heer meinde tot 'r zoe good Mastreechs kOs verstoon,meh dat waor 'm te mechtig. Toch had 'r gere geweitewat dat bieske gekregen had, meh wie 'r sanderen-daogs op 't kantoer aon eine vroog wat „twee kwaartewie een priester" waore, kOs dee 'm ouch, geinen oet-

geve.Braam heet langen tied gemeind tot 't get te makenhad met 't priesterfies, want vaan priesterpruimkeshad 'r noets gehuurd en kweerte had 'r ouch noetsaon han of veui gehad, wel stelzwiege aon z'nendêrrej 6r.

WoBBE

zouw nao de famfaar „Sint Joezep" goon,

much Pau WObbe waor in 't wêrrekkom-

itee opgenome en heer zouw veur demeziek zOrrege. Dat welt zêgke, heer

nao „Kunst na Arbeid" en de „Keunink-likke" en zien wee vaan die dreij ze kOste kriege. DaomOs, wie de aw tradiessie waor, toch meziek bij zienes ze de neomis nao hoes brachte vaan oet de kêrrek.Heer had ziech daonig deveur geweerd en waor deleste week aovend aon aovend op sjouw gewees en ...'r had suukses gehad. Alle dreij zouwe ze komme!„Sint Joezep" smOrregens, urn twellef ore kaom„Kunst na Arbeid" 'n sernaat bringe — die mOsteiers in Slevrouwe 'ne jonge geistelik aofhole — ensaovens de „Keuninklikke". 'r Waor nog weijer ge-gaange zoonder tot de aandere get devaan aof wiste.Heer nib's veur de meziek zOrrege, ze zouwen 'rs ouchkriege.

78

Page 81: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Waor Pallernzoondag en 't vreugjaor hOng in deloch. De gewijde pametekskes waore met nao hoes ge-brach oet de kerrek en achter kruzer en wiewaters-bekskes gestoke. Gistere waor Harie gewijd en dreijmaan vaan 't kommitee waore nao Remund geweesurn de nuije priester alvas naomens de ganse naober-sjap te filisitere. WObbe had neet met welle goon.„Iech hob oonmeugelik tied", had 'r gezag. „Dao isvaol werrek blieve ligke met al die veurbereijinge endaan.... iech moot m'ne slipjas noe al opwikse veurde Paose.... Dao kin iech neet met op reis goon....Es ze miech daomet in. Remund zaoge zouwe de luiminstens beginne te zinge vaan: In 't groene dal...."De dreij aofgevaardigde- hadde saovens al verslaagoetgebrach euver de geweldige plechtigheid, boe zenog e gedeilte vaan hadde metgemaak. Ouch haddeze Harie nog gezag tot e bedraag euver waor en totheer ziech zellef nog get mOs oetzeuke wat 'r bij dekedo vaan de straot, 'ne sjriefburo met 'n bokekas,zouw kriege.WObbe gOng vaandaog en leste kemissie aofmake.Heer waor op weeg nao de Hecks-bar. Dao Bove hadde zaank vaan Wiek rippetiessie. Oonderweeg trof 'r'nen awwe kammeraot, Lewie Kriemers, en dee gongmet 'm met en zouw oonder op 'm wachte. WObbe bOf-de. 't Gans Bestuur vaan de Zaank waor dao en alleswaor al gaw aofgehandeld. Me zouw ziech in verbin-ding stelle met de „Keuninklikke" en same saovens'n sernaat bringe.Noe waor 'r veerdig met zien taak. Had 'r dat effekesfijn veurein gebOks!Oonder in de kaffee droonk 'r ziech 'n drOpke met deveurzitter en toen nog eint. Dao kaomen 'rs nog twiebij en wie 'r bij Kriemers aon taiifelke zaot had 'r 'rsal versjeijen op. Dee had ouch neet met eint blieve

79

Page 82: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

zitte.... me droonk nog eint op 't aonstaond fies....eint op 't sjoen weer.... en zce laanksamerhqndwaore die twie.... en door de vreugjaorszon U -1 doerde drOpkes verzeild geraak In 'ne zatemanswawwel,vol vaan de deepste vrundsjapssentimentaliteit„'t Is toch e groet geltik veur bij Lemeer.... zoe'nejong he? Dao hoop iech later ouch op.... En daanLewie.... daan.... Zuug, es miech dat gelok besjo-ren is.... es iech.... Noe neet veur get to zegke....wah.... ?"„Dat weit iech Pau, dat weit iech...."„Noe daan.... es iech deen daag beleve maag,....daan.... daan.... geluif miech.... de kins miechjao geluive....„Veer kinnen us jao al langer es vaandaog!...."„Zjus.... en zoe woer es heij dat drOpke veur miechsteit.... es miene Peer zaoliger.... God gief 'm d'nhiemel...."„Dat mein iech ouch Pau...."„Es dee nog leefde.... daan zag 'r zjus wat iech noezek.... deen daag.... es dee kump.... daan motede vrun bejein zien.... en veer zien vrund, wah Le-wie?"„Gebriidér Pau.... gebriider.... Dao mien handd'rop.... m'n hand.... die allein 'ne vrund weurdgegeve.... en die is veur diech....",Dat weit iech Lewie.... dat welt iech....",,En dat welt zegke.... met die hand.... die veer usgeve.... tot wie veer heij zitte.... zoe wie veer 'tmeine...."„Veer.... veer kinnen us toch al langer es vaan-daog...."„Tao en wat woer is is woer.... en veur de woerheidkom iech op.... Niks wat iech miech beter rappeleer

80

Page 83: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

vaan mien Meer zaoliger.... God gief • haOr d'n hie-mel...."„Dat mein iech ouch Lewie.... Bring us nog eint hos-pes...."„E good mins gewees.... altied vablste good.... Diegaof haOr hummen eweg.... es ze iemes e plezeerdemêt kOs doen.... en zouwe veer daan.... wah?„Nein Lewie.... noets neet.... noets.... en es iech't veerdig krijg.... daan weurd deen daag get watstenog noets has metgemaak...."„Dat weit iech Pau, dat weit iech...."„Iech 110 nog met niemes d'reuver, gesproke.... iechhob 't nog aon niemes gezag.... diech bis d'n alder-ierste.... op diech kin iech aon...."„Veer kinnen us toch al langer es vaandaog...."„Da6veur.... en iech haw vaan diech.... wie vaanmien eige broor.... en dee kin iech 't neet zegke....wie iech 't diech noe„Dat mein iech ouch Pau...."„....en noe bin iech blij tot iech 't diech gezag hi51)en tot ouch nog iemes aanders is.... dee 't aonveultwie iech...."„En dat neet allein Pau meh es me zoe get heetdaan welt me dat..... veur ziech oetdrage.... en daanmoot dat vaan 't hart aof.... Wie dêks hob iechneet 'i"

„Dat weit iech Lewie.... dat weit iech...."„En diech waos altied d'n ierste.... altied d'n ierstedee iech get zag.... 't Nuijste waor altied veurPau...."„Veer kinnen us jummers al langer es vaandaog...."„M'n innigste zuster.... zaog sours aon mie geziechtot get waor.... es iech get had.... en zoe delis heetze miech gezag gegad.... Zêk miech noe.... watste

81

Page 84: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

wels zegke.... meh nein, diech wis 't altied 't ier-ste.... diech kOs iech vertrouwe...."„Dat mein iech ouch...."„Diech bis 't zellefste wie iech bin.... Geine mins dee't wet behalleve diech en iech.... veer met z'n twie-je twie han op eine boek Diech mienevrund.... en iech dee vaan diech...."„Wir rind gebriider.... tot in alle ievigheid ame....en daoveur Lewie.... es deen daag dao is.... boeiech op hoop.... daan weurd dat 'nen daag.... zoeget is nog nie dagewesen.... Veer" z011en us nog eintlaote komme heh? En daoveur zek iech 't diechierste.... d'n innigste biste dee 't weite maag...."„Dat weit iech Pau.... dat weit iech...."„.... en diech kin iech vertrouwe...."„Veer kinnen us.... jao al langer es vaandaog...."„.... en deen daag jong.... Zuug, mien vrouw is egood wief.... Dao hob iech 't met getroffe.... Iechhoop tot Slivvenhier 1 -0,br nog lang bij miech liet...."„Dat mein iech ouch Pau...."„Alles deit ze veur 't hoeshawwe.... Geluifste.. ..dewas.... alles zellef.... Iech zek zoe delis.... numdiech h011ep.... meh nein.... biste gek.... niks....E good vrommes.... en noets get zegke.... neetdat I Ouch neet es 't ins get later weurd zoe Zoon-dags.... Ze it al met de kinder.... en liet miech mie-nen tuijel.... E good vrommes.... al good wat d'raonis...."Oonder 't lêste heet ziech 'ne jong door de kaffee naoWObbe touwgesjieveld, dee obbins e bitteke verpOpzakkiek en de jong huurt zegke:„Pa.... g'r moot nao hoes komme veur 't vleis tesnije.... veer zitte te wachte met ete...."

82

Page 85: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

HARIEaor . dat jaor 'ne late Paose!'t Vreugjaor had iers mer stellekes aon

r;\ 'ne greune sjien getrokke euver de nognaakse buim, meh oonderins waor 'tlosgebroke en alles stOng noe to proon-

ke met 'n nui frisheid.De weie droge witte broedsbekette vaan bleuiendebuim.De merrekdes tot 't Paose gong weure. Neet allein aonde natuur, meh ouch aon de lui en de hoezer. Dao waorop de dOrrepe gewit en getaard. De kêrreke woorte op-gepOts. De vroului, door de Pastoer opgerope, hObbeoonder leijing vaan de pastoersmaog gewêrrek metdeuk euver de kop geboonde veur de stOb. 't Spinne-weefsel is vaan de miir gehaold met beurstele aon langstekker; ze hObbe de vloer gesjroomp en gesjoord metzeipluter, tot de plevuize blinke en me vaan gladdig-heid haos d'reuver oetsjievelt; de beechsteul zien opge-boend, ze zien neet mie oet wie 'n doedse wachkamer,meh winke vruntelik noe t'rs in dezen tied zoevatilvaan binne mote weuren opgeboend.In de hoezer haange zuver gordijne. Dao is de groetepOts ouch achter de rOk.Nog e paar daog en de vasten is oet! Noe ruuk allesnog nao zeute bOkkeme, smeert me sjroep en weikekies op z'n boteram, meh daan kump Paose!

Harie stoont veur de vinster vaan zie kemerke op 'tsimmenarie en keek oet euver de bleui vaan d'n hoof.Nog e paar daog en 'r zouw zien plechtige ierste Mesdoen in Wiek, in de kêrrek boe 'r geduip waor en z'nKemunie, had gedoon.

83

Page 86: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Heer daankde Slivvenhier veur 't groete wat 'r hatimgegeven had en memoreerde nog ins bij zien eige delêste weke veur de wijing. Veural dach 'r aon de retrai-te, die 'm 't priesterleve nog mie es aanders veur ougehad gebrach es get geweldigs. Get sjoens en dreuvigs;get zwoers, haos te zwoer veur minselikke sjouwers,meh dat liech zouw weure door de h011ep vaan Habmaon wee 'r noe gans touwbehoort Ougenblikkevaan twiefel waore de leste jaore op 't simmenariedekser gewees, meh noe veural oonder de retraite had'r ziech sterrek geveuld en verlank nao de wijingsdaag.En wie de Bissjop hatim de han had opgeleg en heerwierdig bevoonde waor met al de aandere um gans in-voudige knech te weure vaan de groete Meister, toenwaor 'e gelok euver 'm gekomme en gans, gans had 'rziech aon God opgedrage.... zie werrek.... alles....ouch zie leve es 't mOs....Wie 'r d'n ierste kier ziene zege moch geve aon z'nawwers, z'n breurs en zusters, toen waor 'r zoe intensblij gewees.... en die blijdsjap kulmineerde in 't feitwie 'r d'n daag denao in de intiem kapel vaan de Broe-ders in Wiek z'n ierste stel mês had geleze veur zienfeinilie en heer de kemunie moch geve aon allemaol.Heer moch dat! Heer, Harie Lemeer.... Domine nonsum dignus.... Waor heer die ier wierdig, veur Sliv-venhier te geven aon z'n eige awwers, die dao mettraone in de ouge aon de kemuniebaank zaote?'t Waor 'n week gewees vaan de deepste emoossies enPaosdaag zouw 't groets gebabre goon aofslete Heer had zien ideaal bereik.... en daan euver e paarmaond hoopden 'r keplaon te weure en te kinne w6r-reke. Es de Bissjop 'm mer neet heij of dao perfessermaakde. Die mOste d'r netuurlik ouch zien, meh datwaor toch neet wat 'r ziech vaan 't priestersjap hadgedruimp. Heer wouw zoe gere in de vol zielzOrreg

84

Page 87: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

zitte en parochiewerrek doen.... Kristelier.... patter-naat. ... beech hure.... hellepe in meuilikke ougen-blikke.... bijstoon bij 't aofsjeid oet dit leve.... leijingen raod geve veur die 't 'm zouwe vraoge.... Meh, 'rleep d'n tied veuroet! Mer iers ins aofwachte wat Sliv-venhier veur 'm had weggelag.'rlde ziech z'n eige al veur op 'n dOrrep en daan indezen tied vaan 't jaor, met nui leve en nui greun.Paosweek op e LimbOrgs dOrrep!De lui die gans de liturgie vaan de gooi week met-maakde! En daan de blije Paoszabterdag en Paosdaag!Es smOrregens de klokke trOkkomme oonder Al de glo-ria's vaan Al de kêrreke; este de klokkeklaanke preufsin de loch nao de daog vaan zwiege; este eier roondge-struijd ligke op alle meugelikke en oonmeugelikkeplaotse, daan weurd boete neet vatil mie gedoon.Ao, 'r kin ziech dat zoe fijn veurstê1le.Me keert nog heij en dao get voel bejein, reek nog inseuver de kiezel vaan de hdOfkes en sjOffelt nog e bit-teke in de moostums. Es 't twellef ore is weurd de piepgestop en 't vlemke vaan de zwegel dans 'nen allelujamet de rouk vaan d'n tObbak, dee weer zjwaamp naode lange vaste....Smiddags trek Vajer ziech e beter peksken aon en geitnao de stad veur to beechte of heij of dao nao de pao-ters. Main is smOrregens al bij Pastoer of keplaon ge-wees....En daan Paosdaag! Blij lui in e blij land, wat LimbOrghet! 't Land, boevaan de lui nog get in ziech hObbevaan de tej herders, die laoge roontelum Bethlehem;vaan hun eige hellige, die heij duipden en .preekde,lang veur tot me in aander streke vaan eus land wiswat hêllige waore; vaan de kruusridders boevaan v'rnog de kastiele kinne, ridders, die wegtrokke nao 't

85

Page 88: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Hellig land, wie Sint Bernardus gepreek had op Sle-vrouweplein . . . .Dao waor 'r met zien gedachte weer in zien eige .stadtrOk. Slevrouweplein.... Slevrouwekerrek Sle-vruike Ster der Zee.... Klein kapel vatjraon in d'n aw-wen tempel, boe 'r zoe dêks kneelde en h011ep vroog indaog vaan bangen twiefel.... Klein kapel met 't beeld,vertroujd aon edere Mastreechteneer, boeveur heerdaankbaar d'n daag nao zien wijing gebeijd hadEn Zoondag zal 'r daan zien ierste hoegmes zinge inz'n eige kêrrek.... Heer wet wie de straot heet same-gewêrrek wie ze ziech weer ins oonderein hObbe ge-voonde, al die lui, die hamel en pitstang en verfkwaskinne hantere.... en heer wet tot alles wat ze dogeneet allein veur haOrn persoenlik weurd gedoon, mehveural um uting te geve aon de blijdsjap tot weer einevaan hun in d'n deens vaan God is opgenome.Dao veel 'm in tot 'r nog mOs sjrieve euver dee kedodee 'r nog debij kraog. 'r Zouw 'ne kruzefiks numme,meh wis nog neet wat veur eine. Foto's had 'r gekregevaan dee vaan Bemele, vaan Bun, vaan Elsloo, vaande lange Slivvenhier oet de Sintervaos en 't ZwartKruus vaan Wiek en ein veur ein bekeek 'r , ze nogins.... Kruzer, aaid en sjoen, die verweerd waore aon'ne bouin of tege de moer vaan 'n kêrrek; kruzer boede makers in eder get apaarts hadde gelag.Kiek dee vaan Elsloo.... 'ne Boerechristus.... Inein-gesjtOk liechaam met 'n geweldige oetbeelding vaan 'tlije.... gemaak door 'nen arties of 'ne boeremins, deede kuns in ziech droog veur met zie steekmets leve tegeve aon e simpel stiik hout en dee Slivvenhier gezeenhad es 'ne mins vaan eus boereland, dee gewêrrek haden geploeterd in de LimbOrgse klei en toen gelije, zoedeep es 't lije mer kOs zien.... Dee vaan Bun daotege-euver waor fijnder, met 'ne stelle lath vaan berOs-

86

Page 89: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

ting.... 'n zuver oetdrOkking vaan 't „'t Is volbrach"....Dee vaan Bemele met get edels in de kop en 't ganslief .... Dee vaan....Ao, ze waoren allemaol eve sjoen en lestig waor dekabs, tot 'r eindelik dach aon zien eige kerrek, methaOr eige Zwart Kruus, wat es klei keend al zoe'nenindrOk op 'm maakde en boevaan de legende haijinaltied imponeerde.Harie zat ziech aon zien taofel en sjreef aon 't kom-mitee tot 'r z'n kaiis had bepaold. Es Wiekeneer zouw'r ouch 't kruus vaan Wiek numme.

De porteer kaom 'm zegke tot iemand veur 'm daowaor en wie 'r in de spreekkamer kaom, waor dat neeteine, meh zaoten 'rs dao twie: Guus en Zjêf, z'n aon-staonde zwatigers.„Dao kiekste vaan op, heh?"„En of Wie komp geer heij?"„Veer mOste diech eve spreke, alle twie."En dao hoort Harie wat ze allebei vaan plan waore....Binnen e paar maond trouwe.... Guus leep al langermet 't plan roond, meh had toch nog get welle wach-te.... Meh noe waor Zjef e paar daog geleije bij 'mgekomme, dee 'n sjoen vertegenwoordiging vaan 'ngroete firma kOs kriege, meh die mOste iemandbe dee zellef 'ne winkel had veur 'nen dippo vaan hunartikele en.... heer mOs getroujd zien. Ze hadde inseuverlag, ouch met hun meitskes en gedach tot zedaan mer same op einen daag mOste trouwe, dat waordaan ein, broelof en ein koste. Tonia en Lieske dorre-ven evel mer neet zoe dadelik bij Ma en Pa daomêtaonkomme en hadde gevraog Harie in d'n errem tonumme. Daoveur waore ze nao Remund gekomme.„Wat tunks diech? Zouwe Ma en Pa de tege zien?"„De tege? Meh nein, daan zouwe ze toch ouch tegen

87

Page 90: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

eur vrijaasj zien gewees.... Ze z011en 't get gaw vin-de.... en daan zoe vlaak nao die fieste...."Heer belaofde hun veur te hellepe . en Ma en Pa ins tepoise, zoe gaw meugelik.... 'r KOs de twie jonggein oongeliek geve urn zellef 'n eige hoeshawwe op tezêtte.... Wel waor Lieske nog tamelik joonk.... mehze hadde jummers hun broed....Wie ze weg waore en 'r weer op zien kamer zaot mOs'r in zien eige lache: „Noe bin iech nog neet ins ke- .

plaon en dao weurd miech al mod en h011ep gevraogKeplaonswerrek in eige femilie.... Es dat noets erre-ger weurd es zoe get, daan geit 't nog al...."

E bitteke later kloonk z'n sjoen baritonstum door 'tkemerke en oefenden heer aon de plechtigste prefatieveur kommende Zoondag.

1ERSTE MPSaosdaag!In 's Hieregaodsvreugde waor 't in destraot al e rewaasj gewees. Vaan wied'n daag in de loch waor had me alstumme gehuurd. De 'este hand

woort aon de verseringe gelag. De blommis vaan op deWal waor met palleme gekomme en lawweleerbuim;veur de deur hOng de behanger e groet baldekijn metlang drapperieje en rolde 'ne breie luiper dweers euverde stop; vaan bij de wagelemeker oet 't wêrrekhoeshaolde me de lêste stOkker vaan d'n ierebaog dee alopstOng en de sjêlder Kaspers gaof nog 'n aonwijzingveur 't sjêld wat bove de deur hOng en get sjijf waorgegaange.De veendele kaome te veursjijn! Wee geine vaste stek

88

Page 91: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

had staok 'm oet de zoldervinster of ploeiden 'm urnde vinsterbaank. De zon braok door en brach obbins'ne glood dee good doog en alles doog blinke en sjittere.'n Gedeenstige naoberse keerde nog ins veur 't hoesvaan Lemeer en de manslui gOnge nao hoes. 't Woortlaanksamerhand tied veur ziech te goon aondoen. Heijen dao kaom al e bruudsje nao boete, frêl-wit dingske,hennekes in witte hejske§, de vingers oetgespreid,kruunsje op de kop met krolle.Vaan bij bekker Steves brachte ze e paar mandele metkedetsjes, zjus wie de slachter SjdOpkes met z'ne kneche paar sjotele rollaad en gekookde sjink, sjoen opge-seerd met bubbelende zju en pitterselie op de taofelbinne ranzjeerde....De gange straot had de leste weke metgewerrek. Daowaor gezeeg, gesjaof, getummerd en geverref. Jongmeitskes hadde slingers gemaak; ederein doog wat 'rkOs en in de groete werrekplaots vaan de wagelemekerwaor 't soms 'ne reunie gewees vaan al wat metdoogDe straot waor wie ein femilie I Meh waor 't daanouch gei femiliefies? Waor 't neet eine vaan hun deepriester woort? 'ne Jong, dee heij gespaOld en geravothad, dee bij ederein al ins muiske. had getrokke enzie jongesspeul gespaiild had met hun kinder, op hun-ne stop en op hunne nere? Eine oet hun straot aon d'naltaor! Zoe gans kort bij Slivvenhier, dee haiim noe demach had gegeve veur de waOrd vaan 't groet mis-terie oet te spreke en vaan krach te doen zien! De zoushaos zjeloes weure op de awwers, die dat gelOk krao-geFemiliefies op LimbOrgse maneer! Eder had gedoonwat 'r kos. Me leet weer ins zien wat met samewêrre-king te bereike waor.

89

Page 92: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

De bruudsjes trokke al nao de sjaol tegeneuver de likr-rek. De femilie Lemeer waor al nao de pastorij en noekaom 't kommitee links en rechs nao boete.Hoeg heui, zwarte pakker, witte bensjes en strikskesin versjeije modelle.... Mode vaan twie, dreij ginne-raassies.... Zwart in alle nuanseringe, tot op 't greuneaof Meh wat kiek me daonao? Op zoe'nen daag is't egaol of 't eint get zwarter is es 't aander en 't aanderget modieuzer es 't eint.... Me geit 'ne jonge geistelikaofhole en chit is 't veurnaomste....De mieste hiere waoren al tot aon de kêrrek gegaan-ge. Dao stOng ouch 't larrekkoer al boete, boe Palid vaan waor. Zjus wie de blij klokkeklaanke d'n tiedaongaove tot me de neomis ping hole, kaom WObbeaon met 'ne vuurroeie kop.„Mieljaar!.... hob iech dao mote wOrrege veur in datbensje te komme Es m'n vrouw miech neet hadgehollepe waor iech nog neet heij.... MOste ouch zoe'nwaffele vaan han zien.... en dao mOste daan zoe ben-sje en al die wittigheid met aonfriemele...."Dao kaome de messendeenders en de geistelikke oetde kêrrek en zengers, bruudsjes en kommitee sloteziech bij hun aon.Sja,Opkes zag oonderins tege WObbe, „Steves heet min-stens 'n vlaoieplaat aofgeslik. Kiek ins wie rechop ensjtief tot 'r lop."„Biste gek.... z'n vrouw - 'wet te \Tab' stijssel in z'neuverhumme gedoon.... Dat kraak este d'raon kumps....mOste mer ins oplette es 'r ziech strak oonder de mesop zien boors houjt...."

Aon de pasterij stOng 't vol vollek. 't KerrekkoerbegOs 'ne Magnificat en dao — midde tOssen al de geis-telikke, die bekleid waore met de fijnste paramintevaan goudbrokaat kaom Harie nao boete, in 't zwart,

90

Page 93: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

nog get tenger in de langen euverjas. Heer woort naode kerrek geleid en kraog dao pas de meskleijer aon.Vlaak echter 'm z'n awwers. Ma, bleik met 'ne zene-wechtigen trek op haOr geziech, vol, beurentig vol vaanemoossie en Pa kallem, beheers, met blijdsjap in z'nouge. Daan vollegde breurs en zusters, weijer femilieen 't kommitee. Bruudsjes struijde blOmkes.... Mech-tig zat in de kerrek d'n olleger in.... Klaanke klum-melden op langs de pilere en bleve haange in 't ge-wOlfsel, smolten inein tot 'n iel meloclie en preludeer-den eve veur de Vidi Aquam....Breid zegende Harie de lui.... z'n awwers.... 't kom-mitee . . . . ederein. 'r Waor blij in z'n hart en zouw dewiewaterskwas welle zwejje tot eder apaart de zegevoolt.'t Zaankkoer zOng 'n mes vaan 'ne jonge_Mastreechte-neer, nui kompeziessie die vabl belaofde veur laterwerrek.In z'n preek wees deke ouch dao-op, tot heij bij deierste mes vaan 'ne Mastreechse jong veur d'n ierstekier die mes woort gezoonge.Harie z'n sturr had flink gekloonke wie 'r de Gloria in-zat, meh bij de Credo — nog even oonder d'n indrOkvaan de preek — waor 'r haos deneve gewees.Ma kOs ziech haos neet beije. Ze had habre noster inde han en keek mer nao d'n altaor. Nog kOs ze haiirgelOk neet op.... meh oonder de konsekraassie Ong'n deep gebed nao Slivvenhier, Dee dao gekomme waorin ,de Hellige hostie. ... door haiire jong.De mes waor oet en boOte stOng „Sint Joezep" al tewachte. Daan trok me, de meziek veurop, gevolleg door't kommitee, de bruudsjes en al de aandere nao 't ver-seerd hoes.Langs de straot op de trotwaars stoonte de lui te kieke.De femilie Lemeer waor bekind en ederein wouw op

91

Page 94: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

die maneer tuine tot me métleefde. Veur 't hoes, oonder't baldekijn, zagte twie naobermeitskes e versje op.„Goddaank is 't Mastreechs," fluusterde Harie tege d'ndeke, dee neven 'm stoont. Gemeinlik waor dat e ge-diech wat de ein of aander zuster oet 'ne bundel „Gele-genheidspoezie" haolde, get bijsjaofde en passendmaakde veur deginnige veur wee 't bestump waor.Nein, daan kloonke de Mastreechter klaanke sjoender!'t Waor 'n orrizjineel gediech wat pakde door z'n waOrden zegking.Dao woort nog vaO1 gesjpiets, de kedo woort aongebojeen toen daankde de neomis, ouch in 't Mastreechs.„Lui vaan Wiek," had 'r gezag. „Lui vaan mienstraot...." en dadelik voolte ze weer tot 'r vaan hunwaor. En wie 'r op 't leste breid z'ne zege gaof en Ederneerknielde, waor mennigein oonder d'n indriik.'t Waor 'ne blijen daag veur allemaol!'t Kommitee heet deen daag hiel laat gegete, meh daohadde de mieste vrouwe op gerekend ZellefsBraam waor laat toesgekomme en had 't mer aonhaw-wend tege z'n vrouw euver „heerlijke limonade", meh'r wis neet, tot SjdOpkes 'm stiekem 'ne kOnjak d'rinhad gesjOd....In de femiliekrink waor 't Oin blijdsjap. 's Middags aond'n dinee brach Harie daank aon allemaol, memoreer-de alle zeorreg vaan Ma en Pa en hoopde op 'ne blijtouwkoms veur hun, met allemaol same, kinder....en aongetroujde kinder.... „Wel" zag 'r tege de twieleestes „kin iech uuch nog neet es vol femilie betitele,meh iech ,hoop uuch binnekort werkelik zwabgers tokinne netime...."Dat waor 'n aonluipke, dat hadden 'rs dadelik veer inde gater en wie Ma ins roondkeek zaog ze e paar roeikelp en Tonia en Lieske dorreve neet ha,Ore kant oet-loere....

92

Page 95: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Saovens wie ze allein waor met Pa en ze same nog insd'n daag doornaome, veel 't haOr 'nins in.„Wat tunks diech vaan Guus en Zjêf? Haste niksgemêrrek wie Harie dat zag aon taofel? Tonia enLieske kraogen obbins 'ne roeie kop."„Wie meinste?"„Iech geluif tot Harie dat neet mer zoe-zoe zagmeh iech zeen aonkomme tot veer eus dOchter me-sjiens gawwer kwiet zien es v'r meine...."Pa sna* pde vaanaovend neet zoe gaw get.... 'r Waorm.eui..... en daan e stevig glaas wien.... meh eindelikdrOng 't tot 'm door.„En es ze noe ins, wiestiech meins gaw z011e trouwe?Wat daan nog Ma? Haste get tege de jonges?Noe daan? Dat hObbe v'r vaan te veure zien aon-komme heh, tot ze ins zouwe weggoon.... Veer zienouch joonk gewees heh? awwer es Toniawaors diech ouch neet wie veer troujde...." En daanplaogentere.... „En haste oets spiet gehad.... ?"Dao kOs Ma niks op zegke.... en zoe voont Harie eveurgespit land wie 'r e paar daog denao met z'n aw-wers euver 't bezeuk in Remund en d'n dobbelen trouwspraok.

WObbe glunderde wie in de val-aovend de „Keunin-klikke" en „Wieker Eindrach" hun sernate kaomebringe. In „De gouwen tieger" waor 't daonao 'n dradevaan belang. Eder muzikant en zenger kos dao z'nbOngskes inwissele veur e glaas beer. WObbe had zeoetgedeild en had z'n han vol werrek. Ze bensje waorflaw gevalle en hOng wie e lummelke um zienen halsen wie 'r toeskaom mess zien vrouw 'm weer hellepeveur 't oet te doen, want noe had 'r hielemaol ruizingmet de knuipkes.

93

Page 96: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

MA EN PA

1 had de greune Paose va61 be-lofte ingehawwe veur 't vreug-jaor, toch waor 't daonao mieze-rig gewoorde. De ierste weke kOsde zon mer neet doorkomme enwaor 't nog get sjoeverechtig,

meh naotot de ieshêllige nog ins gewandeld haddeeuver de velder en de moostums woort 't beter.'t Waor eve nao Pinkstere, wie op 'nen aovend Ma enPa bejein zaote achter in 't habfke. Dao waor 't noelekker. 't Laog es stadstuinsje daan ouch gans tOssede mOr.Deen daag had de zon lekker gesjijnd en de werremdehOng nog tOsse de hoezer. 't Duusterden al. Op straotwaor alles stet. Allein 'n bel vaan 'nen iesmaan en 'nekriet vaan e keend oet ein vaan de naobershoezer waoralles wat nog leve brach.Pie waor nao bed en de aandere waore neet toes.„'t Is toch gaw...." zag Ma obbins *en Pa wis dadeliktot z't had euver de aonstaonde dobbel broelof. Euvere paar weke zouwe hun twie dOchter 't hoes oetgoon.Ma had geliek gekrege.... Harie had hun iers d'reu-ver gesproke.... toen Guus en Zjef.... ze hadden allesgood euverlag en hun touwstumming gegeve.Noe waore de jong lui drijk bezig hun eige heim ineinto zette.„Jeh Ma.... iech hob diech al ins gezag.... veer zienouch joonk gewees en wouwe ouch gere getroujd zien...Gief Slivvenhier us neet va,61 goods in eus kinder?"„Dat is zoe...." En same dachte ze aon hunne pries-terzoon en aon al de ier die me hun bij zien wijing hadaongedoon.

94

Page 97: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

„Daan zitte v'r euver 'ne gooie maond zoe get gansallein.”„Da's werelsloup.... de begins allein en sjijs gemein-lik allein oet.... meh laote v'r blij zien tot eus kinder't zoe good hObbe getroffe.... Jeu zal 't wel oethawwebij de broeders; Harie heet z'n ideaal bereik en eustwie meitskes goon ouch geine blinne weeg op....Guus z'n praktiek geit good, heer heet 't zellefs drOken Zjêf en Lies houwe ziech wel dedoor. Die hObbe de

boe veer toch ouch altied good eus broed inhadde.... en daan dee nuijen dippo...."„Iech weit 't wel en iech bin ouch daankbaar deveurmeh wat is op e jaor tied vaiil gebaiird."„Biste dao daan neet kontent veur?"„Ao jewel, dat wetste wel beter...."„Noe daan...."Weer 'n stelte Eder met zien eige gedachte zaotedao twie lui, die ziech begrepe en tradachte aon huneige leve, met ze plezeer en ze leid, z'n dreuf en zeblij....„Lecie," beg& Pa weer — en 't waor zelde es 'r deenaom gebruukde „iech zouw haos sentimenteelweure op zoe'nen aovend.... meh es veer nog ins obbe-nuits kOste beginne, zouwste 't daan aanders wellehObbe es wie 't gewees is? Nein heli? Daoveurkin iech miech zoe indinke in 't gelOk vaan eus kin-der.... en wetste wat iech weer zeen, gebatire?"„Jeh?"„Tot mesjiens euver e jaor Ma weer bezig is wie vreu-ger met strikke en krossjere aon zoe'n hiel, klein din-ger veur 'ne Dao haste noe tiedveur...."„De lops nog al aordig veuroet...."„Wat veuroet Zoe'ne kleinen hummel deeste weerins kins knoevele, dao spits iech miech op! Daan vrouw

95

Page 98: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

hObbe Vr nog get in de femilie bijgewonne in plaotstotste met niks euverblijfs."Pa vertelde vtreijer en ouch Ma moonterde op bij zie ge-fantezeer.

D'n duuster veel al mie en mie. De stad, die meui ge-werrek waor kraog hit& rOs en d'n aovend trok de val-gordijn aofMa stoont op veur nao binne to goon.„Wetste tot veur miech daan ouch get nuits begint"zag Pa obbins met get lachends in zien stum „es bijTonia of Lies zoe'ne kleine peuter kump 9 Nein9Meh Ma, daan maag iech bij Grameer slaope!"

96

Page 99: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Get ctrachteraon

Dit is wat oongeveer op e jaor tiedgebatircle in 'n straot vaan Wiek, bij' n femilie wie v'r, `rs h,eij zoevad kinne.

Blij iui in e blij land!

Gooi Li in mien aw stad, boe Sin-tervaos euver waak, de Ster der Zeeveur beijt bij Heieim, Dee storf veur usen Dee v`r veriere in 't Zwart Kruusvaan Wiek.

19' November 1942.Fiesciaag vaan Sint Lies.

97

Page 100: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Woordenlijst

Aaark boogajdste oudsteal-iewig door en door, geweldigallebeniir (A la bonheur), komaan, zo zie ik

't graag!allewijl tegenwoordigamper 1. nauwelijks, 2. zuuraofslete afsluitenaojers aderenaongekleide toerte opgemaakte taartenaonspenners jonge beginnersaoseme ademenaots (de) at (jij)apprensie (op) kans (op)astrant nieuwsgierig, op 't brutale af,

vrijmoedigaw-jongjuffrouw oude vrijsterawwers oudersawwerwêts ouderwetsazjietasie agitate

B

bdOnsje baantjebatteraove scheldnaam: kwajongen, vroeger:

1. kolenkoopman, 2. los werkmanbeechsteul ► Enkelv: beechstool) biechtstoelenbejeinhoejerde bij elkaar hoktenbeket bouquetbeloerd (volt. deelw. v. beloeren) bekekenBelze Bilsen in Belgisch Limburgbenkelik vreselijk, geweldigbensje boordbesjeemp beschaamdbeuke huilen, hard schreeuwen, schreien,beutremke boterhammetjebeurentig vol boordevolbiste ben jebitteke beetjebleek blikblots deukboe waarboek buikboeste waar jeboeveur waaromboezjee kaars (bougie)boezjere bewegen, verroeren

98

Page 101: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

bOkkeme bokkingenbOngskes bonnetj esbrikroje Maastrichts-Nederlands:

[brikroeje-steenrodebriosj (brioche) gebakbroedsbekêtte bruidsbouquettenbroonk processiebruider M.-Ned. voor broederbruudsj es bruidjesbubbele rillen, bevenbubbelende rillende, bevendebufkes hapjes

D

daankentere dankendda's 'ne sjollek groet 'n schort groot (wordt gezegd van

'n klein tuintje of plaatsje)deender politieagentdelle , (Enkv. del) dalen, daldêrrejer achterstedeurgespaan deuropeningdippo (klemtoon op dip) depotdoen ezzof me vann Sint Jaan doen alsof men nergens van weet

kumpdoevespieker duivenzolderdrafschijvele M.-Ned: d'raofsjievele — er of

glijdendrek grond, modderdrekbak vuilnisbakdrOpke borrel

B

eerappele aardappelenekstimere achtenensele kibbelen, zeureneste wanneer jeeuver en tweer heen en weerevel evenwelezzebleef alstublief

fjêr fier

gaar neet [gaaroet neet] heelemaal nietgam gammagebeuks gehuilgedaag hawwe to communie gaan

99

Page 102: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

gedissedeerd uitgemaaktgedoons gedoegekrets i(door de got) [kretse = door de goot „gekrabd" — gauw

krabben] 't vuil weggeveegdgemmiech van: gef miech — geef 't mijgeng i(aon de gewees) over iets bezig geweestgere graaggereve bedienengesnitseld gerasptgespaan voorspangespriekelik spraakzaamgestiedig voortdurend, gestadigget ietsgetse lopengeudsje klein boerenbedrijfgewOlfsel gewelfgezeeg (v, d, van zege = zagen) gezaagdglassees glace handschoenenGoonsdaggenaovend Woensdagavondgot straatgootgrameer grootmoeder )(Fr. grandmere)grampeer grootvader (Fr. grandpere)graze i(te hObbe) te pakken nemengruudde grootteguutsig guitig

halfing pachterhamel hamerhalifke tuintje l(hofje)hdOrkes haartjeshejse handschoenenhejskes handschoentjeshellige huiske rustaltaarherderkesmes dageraadsmis met Kerstmisherrense kies Herfse kaas i(uit Herve Belg.

Limburg)hiemel 1. hemel

2. verhemelteHieregoadsvreugde ► in .) in alle vroegtehiering haringhoeg heui hoge hoedenhoejerpot stoofhoeshawwe huishoudenhoof (werkw.) behoefhoof (zelfst. n.w.) tuinhoorste hoorde jehore mannetjesduifhot ju roep om een paard aan te zettenhiitsjes moos koppen kool

shouste la jehouwe slaanhove behoeven

100

Page 103: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

huip i(meerv. van houp) hopenhuiske W.C.humme hemdhummeke hemdjehuurste hoor je

iemeujetig wee, zeer zoetiksaol

okzaal

J

jungske jongetje

FL

kajee 1(klemtoon op ka) schrift (Fr. cahier)kallefsboog gevulde kalfsborstkandelabers kaarsenhouderskatire 1. strelen

2. keurenkarrelejong klokkenspel (Fr. carillon)kaw koudekazjeweel toevalligkeek schreeuwkeekde (van keke schreeuwen) schreeuwdekeel kielkeens 1. kers

2. kaarskemissie boodschapkere vegenkeukepieter man, die zich met de kokerij be-

moeitkiekoet etalage

kkies kaaskinskOrref luiermandKlavarie volkse uitspraak voor „Calvarie",

het ziekenhuis Calvarienbergtklikske troepje

klunsjes klontjesknievelke snorretjeknoevele knuffelenknOtse klinkenkoed kwaadkoejigheid kwaadheidkoelektip kikkervisjes, clikkopjes 1(D. Kaul-

kopf)koelik kwalijkkoelik vallen in zwijm vallenkoer .koorkolerig gauw kwaad (Fr. colere)

101

Page 104: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

kommerskraolkratilkesstumkrejkrengdekretse ► d'n trap op kribbekekrietekristelierkrossjerekwaakkwagkeljaorekwakvoskweertekwik

zaken, handel '(Fr. commerce)kerkzangertj e i(koraal)stem van een, zangertjekraaiziektekrabbelenkerststalletjehuilencatechismushaken '(Fr. crocheter)schreeuwkwakkeljarenkikkereelt ► M. Ned. „kwaarte")spotnaam voor Broeder-onderwij-

zer ►(Kwekeling)

Llanterie lantaarnpaallatej vensterbank ►(binnenshuis)laweit lawaailawweleerbuim laurierbomenleestes ►(meerv. van: leeste vrijers

vrijer)leihertigheid overgevoeligheidLerang Laurentlinzetoert vruchtentaart, met reepjes deeg

erover heen, die ruitjes vormenloch luchtlojde luiddelojje luidenlook gatlufde hief oplummelke vodjeluuch lantaarn

Mmandele mandenmaog 1. maag

2. dienstmeidmei naamfeestmellegerbliik mergelblokkenmenazjemeister lett: de meester, die voor de me-

nage zorgtmessendeender misdienaarmeuier vermoeidermielja,ar uitroep; betekent ongeveer: ver-

draaid!modes ingetogenmoostum moestuin

102

Page 105: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

mike murenmuiske trêkke belletje trekken

mwaj eng middel ► Fr. moyen)

N

naakse naaktenaober buurman

naobersjap 1. buurt

2. buren,naoventrint

in de buurt vanneettoer niet waarneint

beleefdheidsvorm voor neen ► neinhet)

nejje naaiennere verkoopruimte in winkelnejjeers naaisterniks nOtse niets helpennoei niet graagnoets nooitnOrregens nergensnoster rozenkrans ►(pater noster)'titans nochtansnuikes nieuwtjesnuiste nieuwstenuje uitnodigen

0

obbenuitsobbinsoetdoenoetreinfiezeleoetsjieveleoetzien wie 't iewig leveoonderinsopklummele ► klummele

men)opkretse '(zie kretse)opwikse

opnieuwplotseling, op eensuitkledenuit elkaar rafelenuitglijdenbuitengewoon goed uitzien.plotseling

klim- opklimmen

naar boven klauterenmet wiks ► schoensmeer) oppoetsen

P

pametekskespaol,paolertsjespastoersmaogpieringpitstangplaogenterepriester (pruimkes)punsjesbensjepuun

palmtakj espaal, palendoperwtenpastoorsmeidpiernijptangplagendkleine gele pruimenpuntboordkus

103

Page 106: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Rrajersprote spaken van een wiel

ranzj ere

klaar zetten 1(Fr. arranger)raochele poken, rakelen

rappelere

herinnerenregesjoor regenbuireipe

hoepelenrejaal

gul, royaalreke

harkenrewaasj

bedrijvigheidriejelend

rillendriestevlaoi

rijstvlariddekuul

boodschappentas (Fr. reticule)rizzeluut

resoluutroet

ruitrouwer (rouw = ruw)

ruwer

S

schullever

selbrikke

Sintervaos

Sint KatrijnsblommesjaoisjawsjewkesjinksjoemsjoensjoenigheidsjroepsjroevelesjoeverechtigsjobsjOkkenere [sjokkere]

sjalleksjoorsjouwSlevrouwekerrekSlivvenhiersmiksniejesOkkerbekkerspebak (klemtoon op spe)spinnegeweefsel

104

M. Ned. voor sj011ever — duif metbepaalde tekening in de veren

1. glijen2. giijbaantjes1. Sint Servatius2. Sint Servaaskerk (Nao de Sin-

tervaos goon)3. voorjaarskermis (Met Sinter-

vaos)chrysantenschadeschuifschuifjehamschuimmooischoonheidstroopschuivenhuiverigafdaksmalend over iets spreken (Fr.

choquer)schortbuischoorsteenBasiliek van O.L. VrouwO.L. Heerzweepsneeuwenbanketbakkerspeenvarkenspinnewebben

Page 107: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

stalluuch stallantaarnsteiweeg binnenplaatsstekker stokkenstievelkes laarsjesst6b stofstoedde stoottestraobenderij kwajongensstrekenstraobenders bengelsstrikke breienstrikske dasjestroevelekop .ruige kopstruisel strooiselstumpke leverworstje

T

tappeseerder behangertee taaiteleur bordtippe nippentobbak tabaktoemel omstand, trubbeltoemele vallen, tuimelentoendertied indertijdtoeniers zo juisttoenstrak daar strakstoert (met langgerekte klank) taarttoert (met korte klank) van: neettoert, nietwaar?tOppe 'ne slaag tOppe, 'n kaartspeltreS tredetrejje treden, stappenstuijel sleurtunks diech dunk jetwie han op eine boa het in alles met elkaar eens zijn

U

ute uitenuudde i(onv. verl. tijd. v. ute) uitte

V

va61 veelveendel vaanveerdig klaarveldbeket veldbouquetverbouwereerdheid verslagenheidverdaoling vergissingvernaolessig nalatig geweestverneukeratief om to foppenverpOpzak verbijsterdversjêt work i(Fr. fourchette)veuldeste voelde je

105

Page 108: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

vlaoi vlavloere fluwelenvoes (lange klank) pa ardvoes (korte klank) wreef o.v.t. van wrijvenvreef wreefvreigele plagend twistenvrieve wrijvenvrommes vrouw (mens)vuuske vuistje

wwaskOrref wasmandwatsje oorvijgenweij verweijer verderweike kies witte smeerkaaswetsjes watjeswiedeweg ver wegwieste zoals jewiestiech zoals jijwijsvrouw vroedvrouwwiks schoensmeerwinkelbaank toonbankwoer waarwoerheid waarheidw011emke kwartje

zaait zoutzedeleer leunstoelzeedder (zeet g'r) ziet Uzeipluter zeepsopzije wijfjesduifzjeloes jaloerszjenere genezenzjeniejigheid lustzjus juistzjwaamp rooktzouste zou jezwarte vlaoi pruimenvlazwegele luciferszwegelestekske lucifershoutjezwuurte zwaarte

106

Page 109: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Enige historische aantekeningen, lets over straten,gebruiken enz.

Sintervaos: Hoofdparochiale kerk van Maastricht. Grond-legger H. Monulphus, die in de 6e eeuw eenkerk bouwde (magmum templum) boven hetgraf van den eersten bisschop van Maastricht,Sint Servatius. Deze kwam, zoals de legendeverhaalt, uit Armentê, geleid door een engel enwerd Bisschop van Tongeren. In 383 verplaatstehij zijn zptel naar Maastricht, waar hij in 384stierf.De opvolgers van den H. Monulphus voltooidende machtige kerk, die in 1093 werd ingewijd. Denoodkist — in tijden van nood door de stratender stad gedragen bevat het stoffelijk over-schot van den H. Servatius en bevindt zich inde grafkamer van den Heilige in de krocht, on-der het hoofdaltaar.In de loop der tijden is de kerk vergroot en iser veel bijgebouwd, tot in de 19e eeuw (1858—'882) onder leiding van Dr. P. J. H. Cuypers hetgeheel is gerestaureerd.De schat- of heiligdomskamer bevat een schatvan reliquieen, gevat in kostbare reliekhouders.Om de 7 jaren bij de „Heiligdomsvaart" wordenal de reliquieen meegedragen in de „grote pro-cessie" rond het Vrijthof. De heiligdomsvaartheeft gewoonlijk plaats met grote kerkelijkeplech.tigheden en met wereldlijke feesten,

De Berregpoort: geeft toegang tot de Zuidwestelijke ingangder kerk. Een kunstgewrocht van gemengdeGothische en Romaanse stijl. Rijk aan beeld-houwwerk; zuilen in 'n apart soort marmer.

Grameer: is de naam van „de grote klok" die ver in deomtrek van Maastricht is to horen. Ze werd in1515 door de gebroeders Willem en Gaspar Moergegoten in de tuin der proostdij.Als opschrift draagt ze:

„Ad tua sacra voca populum clangore sonoreServati, cujus nomine dicor ego."

„Servatius wiens naam ik draag, ik roep metmijn welluidende stem het yolk naar Uwe kerk".

107

Page 110: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Slevrouwe:

De Sterre der Zee:

't Zwart Kruus:

Basiliek van O.L. Vrouw op O.L. Vrouweplein,het middelpunt der oude Romeinse stad, zoalstal van opgravingen hebben aangetoond. Met debouw der kerk werd in de lle eeuw begonnenen ze werd vooral in de 2e helft der 12e eeuwen in het midden der 13e eeuw verbouwd. Demachtige burchttoren beheerst het Plein. Dekerk bevat evenals de Sint Servaas een buiten-gewone verzameling reliquien, schilderijen enbeeldhouwwerken, waarvan de kapitelen vanHeimo, die de zuilen van het hoogkoor bekro-nen, beroemd zijn.Een grote restauratie der kerk vond plaats van1887-4917 door architect Sprenger onder leidingvan Dr. Cuypers.In 1933 verhief Mgr. Dr. G. Lemmens, Bischopvan Roermond, de kerk tot Basilica Minor.

is het genadebeeld dat in de O.L. Vr. Kerkwordt vereerd. Het zou geschonken zijn doorRidder Nicolaus van Harlaer, die in de ordeder Minderbroeders trad.Aanvankelijk heeft het gestaan in de Oude Min-.derbroederskerk. Na tal van omzwervingen, dienodig waren door de woelige tijden heeft heteindelijk in , 1804 een plaats gekregen in deoude Lieve Vrouwe kerk.Tal van legenden omweven dit wonderbeeld ende Maastrichtenaar gaat de kerk nooit voorbij,zonder even de kapel te betreden, waar danook altijd mensen zijn.

bevindt zich in de Sint Martinuskerk te Wijk.Rond 1300, vertelt ons de overlevering, trokeen Ridder uit Riempst naar het H. Land. Bijzijn terugkomst had hij voor ieder zijner kinde-ren iets meegebracht. Zijn jongste dochtertjekreeg een noot, geplukt bij het Heilig graf. Zijplantte die in de tuin. Een boom schoot op, diezich splitste in 3 takken. Bij een hevig onweersloeg de bliksem in de boom en de gespletenstam had de vorm van een buitengewoon mooiChristusbeeld. Anna trad in het klooster derWitte Vrouwen aan het Vrijthof en nam hetbeeld mede. Later kwam het aan de kerk teWijk. Het beeld bestaat uit 66n stuk notenhoutvan zwart-bruine kleur, geheel massief.

108

Page 111: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

De roezekransbeije:

Oonder de Baoge:

Vroom gebruik van familie en buren, om, wan-neer iemand overleden is, in het sterfhuis ge-zamenlijk te bidden. Tegenwoordig geschiedt hetmeestal in de parochiekerk.

gedeelte van het St. Servaasklooster.„De bogen" zijn twee dwarsmuren met doorgan-gen, aangebracht als contreforten aan de west-gevel der Sint Servaaskerk, ongeveer 1200. Dezemuren verbonden de kerk tevens met de daar-tegenover liggende woningen der Kapittelheren.

Persee: Stationsstraat te Wijk. Deze straat is pas ont-staan toen de spoorweg wend aangelegd.

't Groet febrik:

Mei viere:

Riekholt:

Sint Gieles:

De aander straot:

„De Sphinx" — „finks" zegt de volksmondberoemde glas- en aardewerkfabriek aan deBosstraat, gesticht door Petrus Regout.

naamfeest vieren. Dit geschiedt de avond vs56rhet feest. Dan gaat men den feesteling „be-steke". Onder het opzeggen van het versje:

„Vaanaovend is 't d'n aovend en morrege[d'n daag

Tot me uuch besteke maag"worden dan cadeautjes aangeboden, waarbij detraditionele taart of 'n besuikerde peperkoekniet mag ontbreken.

Rijckholt bezuiden Gronsveld. Hier wordt in hetklooster der Dominicanen vereerd de H. Vin-centius Ferrerius. Patroon tegen stuipen en val-lende ziekte. Druk bedevaartplaatsje waar talvan processies heentrekken.

wordt vereerd te Wijk met plechtig octaaf inbegin September. Ook hij wordt aangeroepentegen stuipen enz. Vroeger stonden rand dékerk altijd enige tentjes met speelgoed. De ban-ketbakkers te Wijk maakten goede zaken metappelbollen die de naam hadden van ,,,Krolle-bolle".Oud liedje dat hieraan herinnert:

„Jonges, jonges, jonges, jonges wat 'n 101Met Sint Gieles kriege veer 'ne Krollebol".

zo noemden de bewoners van de Rechtstraat teWijk de Hogebrugstraat, ook bekend als „De

109

Page 112: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

De Bejjert:

In Nunhem:

Sint MatUs:

Minckeleers:

De stankêtsels:

aw straot". Wijk had lange tijd maar enkelestraten. Aan het eind der Hogebrugstraat stondde Wijkerpoort, een der stadspoorten. De straatwas d e toegang door Wijk naar Maastricht.

De Beijard, thans moederhuis der Broederpvan de Onbevlekte Ontvangenis aan de Brus-selsestraat. Van het oude klooster staat nogslechts een ruIne uit de 15e eeuw. De plaatswaar het lag werd genoemd: Dal van Josaphat.

bij Roermond bevindt zich een bron welke ge-noemd wordt naar Sint Servaas. Bij de oude putis als spreuk aangebracht: „Hier doopte SintServaas uw eerste Christen-voorouders".

Sint Mathiaskerk aan de Bosstraat, grotendeelsgebouwd door de bijdragen der lakenwevers, 'ngroot gilde te Maastricht. Wordt het eerst ver-meld omstreeks 1300.

J. P. Minckelers, de uitvinder van het lichtgas,was professor te Leuven. Zijh standbeeld be-vindt zich bij het begin van de Bosstraat. Hijwas Maastrichtenaar van geboorte (1784-1824).

hiermede zijn bedoeld de staketsels welke zichlinks en rechts bevinden van de trappen vanhet stadhuis. De spijlen waren zo ver van el-kaar dat we ons, als jongen, er precies doorbeen konden persen.

huip ItiicLsjes moos: Kort na de najaarskermis 2e week van Sep-tember — kwamen op de markt grote hopenrooie en witte kool te liggen. De kop noemenwe „hiid" de steel „strunkel".De Mooswiever-(groentevrouwen) zaten dandaarbij in groen geschilderde „wachthuisjes" enwarmden zich bij de „hoejerpot" (stool).

duukboot:

Bassing:

110

Boot van een bekende onderneming die geregeldvoer op Luik. Door zijn ouderdom „duikboot"genoemd.

Bassin, verbrede havenkom in de Zuidwillems-vaart.

Page 113: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Berreg: Sint Pietersberg

Werreke: Oude vestingwerken aansluitend aan het FortWillem.

ViefkOp: Een der Bastions — „De vijf koppen" — van detweede ornm.anteling der stad.

Zwaonegrach: Zwanenvijver rond het ronddeel „Haet endenijd" bij het Villapark.

Aw Brah: „Sint Servaasbrug" over de Maas gebouwd inde 13e eeuw door Franciscus Romanus, die ookde Pont Royal to Parijs bouwde. In de 17e eeuwgerestaureerd. De brug verbindt de voorstadWijk met Maastricht.

't Kloester:

TOsse de twiereke door:

Keuningskook:

Gedeelte van de St. Pietersberg.

Weg naar Tongeren. Hieraan ligt het kerkhof.„D'n Toongerse weeg opgoon" — begraven wor-den.

Harten van chocolade of suiker kreeg men metNieuwjaar ten geschenke.

Zo noemt men de Paters Franciscanen, die hunklooster hebben op de Tongersestraat. Tweeoude kerken — thans resp. Rijksarchief en Pa-leis van Justitie herinneren aan vroegerewoonplaatsen der Minderbroeders. De toegangtot het tegenwoordige klooster noemt men „dePaotersbaon".

Sint Servaasklooster, thans Hendrik van Vel-dekenplein, waarop het standbeeld van denoudsten dichter der Nederlanden.

Vroeger ook genoemd: ,,'t Vagevuur".Tussen de Sint Servaas en de Sint Jan door.Sinds 1633 behoort de Sint Jan aan de Nederl.Herv. Kerk.

Koek die gebakken, werd met Driekoningen.Vroeger deden de bakkers zo'n koek cadeau aanhun klanten.

Franse Batterij:

Toongerseweeg:

Woklate harte:

Broun Paoters:

111

Page 114: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Op de Lin:

Kruus van Bun:

Kruus vaan Elsloo:

Lange Slivvenhier:

Bronnen:

is de oude boerenhoeve te Beek, bewoond doorde familie Lemmens. De twee bisschoppen be-doeld in de schets zijn Mgr. J. N. Lemmens,Bisschop van Vancouver en Mgr. Dr. G. Lem-mens, Bisschop van Roermond.

Drie muziekkorpsen in Maastricht. De keunin-klikke — Koninklijke Harmonie wordt ge-noemd de „Aw" als oudste van de stad.

Zangvereniging „Wieker Eindrach".

predikte op bevel van paus Eugenius III de 2ekruistocht op het O.L. Vrouweplein.

werd gevonden in het Bemelerbos aan een weg-kruising. Bemelen is een dorp vlak bij Maas-tricht. Het kruisbeeld is van buitengewoneschoonheid en wekt de bewondering van velekunstenaars.

Bunde. Antiek kruisbeeld dat — sinds enkelejaren gerestaureerd — zich bevindt in de doop-kapel te Bunde.

gevonden in het bos. Type van een Christus-beeld dat kan gesneden zijn door een der z.g.n.Limburgse „Hergodsmenkes", kunstenaars uithet yolk.

Dit kruisbeeld bevindt zich aan de buitenzijdeder Absis van de Sint Servaaskerk op het Vrijt-hof. 16e eeuw.

De H.H. Pancratius, Servatius, en Bonifatius,waarvan de gedachtenisfeesten gevierd wordenop 12, 13 en 14 Mei.

„Kint Geer Eur eige stad?" Dr. E. Jaspar.De monumenten van Maastricht — Rijkscom-

missie voor Monumentenzorg.Chroniek van Maastricht — A. J. A. Flament.Gids door de O.L. Vrouwekerk — Ad. Welters.Beschridvinge van het oudt en mirakeleus beeldt

van O.L. Vrouwe van Maastricht — P. J.Joannes de Boeck.

Genealogie der Fam. Lemmens.De Historische schoonheid wan Maastricht — Dr.

A. Kessen.

Sint Joezep:De keuninklikke:Kunst na Arbeid:

De Zaank vanWiek:

St. Bernardus vanClairvaux:

Kruus van Bemele:

112

Page 115: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt

Boe eder hoofstiikske euver geit:

Get vaiiraof 17De blinnen derrem 19Ma . . 23D'n dokter . 27Tonia .. 31Pa .. 35Wieker Broonk 40Vekansie 47Verhuis 55Keersmes 60Dreijkeuninge . 66Vergadering en nog get 73WObbe 78Harie 83Ierste Ines . 88Ma en Pa 94

Get d'rachteraon 97

Wat weijer d'rinsteit:

Inleiding door Dr. Win Roukens . 3Woordenlijst ... 98Enige historische aantekeningen; jetsover straten, gebruiken enz. . . . 107

113

Page 116: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt
Page 117: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt
Page 118: T·I'-·u·'~,'r- fi~'--{zD~&· 'L.-.. U-'I :J•.. rd. n P Lr d drn Lbr brrhvdr btr tprd. rt zn j h ... ndp, r vr bd n plntnr, tl n rd vn zjn htr rdt prn. Dr, bj d ld vn ht pvr, lt