Upload
others
View
0
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)
UvA-DARE (Digital Academic Repository)
De Reconquista en het veranderde beeld van Christus
Schippers, A.
Publication date2002Document VersionFinal published versionPublished inSpiegel Historiael : Tijdschrift voor Geschiedenis en Archeologie
Link to publication
Citation for published version (APA):Schippers, A. (2002). De Reconquista en het veranderde beeld van Christus. SpiegelHistoriael : Tijdschrift voor Geschiedenis en Archeologie, 146-151, 174-175.
General rightsIt is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s)and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an opencontent license (like Creative Commons).
Disclaimer/Complaints regulationsIf you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, pleaselet the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the materialinaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letterto: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. Youwill be contacted as soon as possible.
Download date:25 Aug 2021
A R I E S C H I P P E R S
De Reconquista en het verander<ie beeld van Christus
bpanje wordt wei het land van de drie godsdiensten
genoemd. Joden, christenen, en moslims hebben er
samengeleefd. Lange tijd, vanaf het begin van de 8ste
eeuw, hebben de moslims hun stempel op Spanje
gedrukt tot zij eind ijde eeuw hun politieke macht ver-
loren en begin ijde eeuw uiteindelijk werden verdre-
ven. De in Spanje woonachtige joden werden na de val
van de laatste Spaanse moslimstaat Granada in 1492 vrij-
wel meteen weggejaagd. De christenen voerden voortaan
de boventoon. De moslims die waren achterbleven wer
den gaandeweg gedwongen zich tot het Christendom te
bekeren. In de periode tussen 1492 en 16 09 deden deze
bekeerlingen verschillende pogingen om het christelijke
evangelie meer in o vereenstemming te brengen met de
islamitische leer en de korah. Vooral opvattingen over de
natuur van Christus waren hun doelwit.
De toestand van het Iberisch Schiereiland tijdens en voor de verovering door de moslims in 711 was zeer gecompliceerd door de aanwezigheid van verschillende bevolkingsgroepen, godsdiensten en talen. De oorspronkelijke bevolking van Spanje bestond uit bewoners van Kelt-Iberische komaf. Zij waren gerbmaniseerd door de Romeinen, en in de tijd van de volksver-huizing werden zij eerst overheerst door
de Vandalen en daarna door de Visigoten. Deze laatsten vormden de bovenlaag en onderdrukten de oorspronkelijke platte-landsbevoIking, wat hun positie uiteindelijk verzwakte; de interne tegenstellingen binnen hun aristocratie maakten het er nietbeterop. De belangrijkste godsdiensten op het schiereiland waren in deze periode het Christendom en het jodendom. Chris
tenen en joden woonden op hetplatteland samen en namen deel aan gerneen^chappe-lijke religieuze ceremonien! Debisschop-pen trachtten aan deze sitiiatie een eind te maken door op hun concilies.yerboden uittevaardigen. ^ ;';V;.;;
Aan het eind van de Visigotische heer-schappij werd het verzet tegen het regime steeds groteir. De joden werden onderdrukt sinds koningRecared aan het einde van de 6de eeuw overging van het arianisme -een leer die de goddelijkheid en eeuwig-heid van Christus ontkent:-. naar di orthodoxie. : 7; ..;.'-^-: *;>-.-*-: • v.-i Met de komst van de iiioslims in het begin van de 8ste eeiiw traden er ehkeleyeran-deringen op in de politieke, godsdienstige en etnische sitiiatie. De religieuze intoler-antie verminderde. De joden kregen de vrijheid hun godsdienst te beoefenen. In de islam hebben joden en christenein de status van dhimmi (beschermeligg], want zij worden beschouwd als 'Menseriyan het Boek' en als vereerders van dezelfde God.
De etnische structuur van het doo'r de moslims veroverde gedeelte van Spanje veranderde 00k Met de islamitische legers kwaixien niet alleen Arabiereii, maar 00k Berbers het land binnen. Op het gebied van taal en ailtuur kreeg het Arabisch de overhand op het Latijn. Het Latijn verloor zijn belang als geschreyen taal. Illustratief is de klacht van een zekere Al-varus die in zijn Indiculus Luminosiis melding maakte van christenen die geen Latijn meer kenden en het Arabisch prefe-reerden boven het Latijn. In de^de eeuw verscheen al een vertaling in het Arabisch van de psalmen van de hand van Hafs ibn Albar al-Quti. Het Latijn bleef wel als spreektaal naast het Arabisch bestaan. De iide-izde-eeuwseHebreeuwsedichter Mozes ibn Ezra vermeldde in een anekdote over zijn jeugd dat er toen nog'Latijns-
147
taligen' in zijn nabijheid waren. Veel joden hadden ook Romaanse namen waarvan de betekenis nog steeds begrepen werd,zoals bijvoorbeeld Ibn Cabron (van Cabron, capr6n=geit].
De periode der reyes de taifas (1008-1091) Voor de Reconquista (de'herove-ring' van Spanje door de christenen) was het tijdperk van de reyes de taifoi belang-rijk Vooraanstaande provindale notabelen hadden zich in deze periode van 1008 tot 10^1 opgewerkt tot leider van stadstaten, hetzij door hun economische invloed - als eigenaren van veel land - hetzij door hun hoge militaire positie. De leiders van deze staatjes kwamen voort uit verschillende bevolkingsgroepen. Sommigen waren van Arabische afkomst, er waren telgen bij uitBerberfamilies die als aanvoerders van huurtroepen naar Spanje waren ge-komen, en er waren de vrijgelaten slaven, Saqaliba en zwarte slaven uit Afrika die zich hadden opgewerkt tot bevelhebbers van troepen. Een Arabische dynastie was die van de Abbadiden van Sevilla, een van de belangrijkste stadstaatjes. Het breidde zich uit door buurstaten als Cordoba en Silves te annexeren. Berberdynastieen waren bijvoorbeeld de Ziriden van Granada en de Dhu-1-Nuniden van Toledo. De Berber-koningen Habus en Badis van Granada waren de belangrijkste rivalen van de Arabische heersers van Sevilla. Uiteindelijk moesten de Dhu-1-Nuniden in 1085 Toledo, de hoofdstad uit de tijd van de Visigoten, prijsgeven aan de christenen. Daarmee was het begin van de Reconquista een feit. Aan de vele dynastieen die het Spanje van de taifas regeerden, kunnen we zien hoe geschakeerd de bevolking van het islamitische Spanje was. Sinds deinval van de islamitische legers waren Arabieren en Berbers het land binnengetrokken. Daar-naast was er de Kelt-Iberische, Romeinse en Visigotische bevolking. De oorspronkelijke bewoners die zich tot de islam bekeerden, werden muwalkdun [inheemsen] genoemd. De mensen die christen bleven maar al spoedig arabiseerden werden mozdrabes of
Door interventie van Sint Jan of Santiago wordt een legendarische overwinning behaald op de
Moren in de slag bij Clavijo (gde eeuw). Op dit i6de-eeuwse schilderij wordt alvast de banier van
de later opgerichte Orde van Santiago gevoerd. Schilder uit de omgeving van Juan de Flandes
(Jan van Viaanderen?) circa 1510-1520. Museo Lazaro Galdiano, Madrid.
musta'ribun genoemd. Ook joden behoorden tot de oorspronkelijke bewoners van Spanje. Zij woonden er al sinds de Romeinse tijd en volgens sommigen zelf sinds de Fenicische periode. Hun positie was uniek. Zij behoorden tot alle sociale lagen van de bevolking: er waren landarbeiders onder de joden, handwerkslieden, handelaren en aristo-craten; in tegenstelling tot elders waren ze in Spanje niet aangewezen op een be-perkt aaiital beroepen. Ze waren gewend
aan eigen landbezit: ze verdedigden hun eigen grond en kenden het militaire bedrijf. Joden hadden hun eigen steden, zoals Granada en Lucena, en schreven hun eigen Hebreeuwse seculiere literatuur, in navolging van de Arabische. In het islamitische Spanje was literatuur nauw verbonden met de gevestigde macht: poezie diende als ingang tot het politieke leven, en omgekeerd waren vorsten en andere hoogwaardigheidsbekleders dik-wijls praktizerende dichters. Terwijl de
1 .••:•, .-•,•; ••vvV.-v;;' :; ••"•:'vr.^r=^l%t;t:^:^r?^'|^^^ ••'.''^
De geschiedenis van het islamitische Spanje, ook u'cl al-Andalus genoemd, kan men in
'i ."diverse p.- -rverdelen naar regimes en dynastieen:
r- 7"i"i-7So Pcric'de di/i ' louveineursvan cc Omaijadcn-Laiiefen in Damascus.
•;" 756-lc.M""! / ' :i!iii:>r.[i Spanje ondcr do (.imaiiatien-dynasiio. I.u./e Oma)j iJ-r i v
.":-."yerjaagd uit hcl ooslcn, v/aar het Abbasiden-kalifaat was gevestigd.
.•.•V976--i'ooS ReeerinU van'do dyfiastie "d e r'Ami rid cn,"h off unction arissen die najiion.^ d •
•-. hiet kal i faatveibrokkelde. In Cordoba was er ee i iopeenvolg ingvan regimes.
'..., iu._,o-"u^i De ta/Ta-periode; waarin Spanje bestond uitideine'zelfstandi^rn rr:c-'J'n-i-~.ta;ei;.
7-;'1091-1147 Repc'ring van Spanje door de Alnioravidi-n, *.-•,-n iieiber-c:
| „ , 7 - i . . > : , , . . n M , : o v , . ,
:_y i-'3.'-i-!<'J ;.• /.I :;i.f: ^.v'.M ct- ; \ a> i : ' : ; n • i^iM'.^i- r i i if , - i : I D ^
;•>; ''^i
"ii • .;;..i
''^0\ i^i
1 1
4 8 S P I E G E L H I S T O R I A E L
:erste Berberse Ziriden-vorsten van Gra-lada met hun correspondentie in Arabisch ijmproza nog werden geholpen door de oodse vizier Samuel ha-Nagid (9.93-105(5), vas de laatste vorst van deze dynastie, ibdallah, zelf zeer goed in staat zich in joezie en rijmproza uit te drukken.
5e slag bij al-Zallaqa DeTaifa-periode iep af na de val van Toledo in 1085. Deze jebeurtenis is het feitelijke begin van de leconquista. De inname van Toledo naakte een geweldige indruk op de Anda-usische moslims van die tijd: de oude loofdstad van de Visigoten was nu door le christenen heroverd, het hart van het slamitische gebied in Spanje was wegge-lomen.
Coning Alfons vi van Castilie werd steeds eller in het opeisen van schatting en jurchten. De moslimvorsten, wakker ge-;chud uit hun luxueuze leventje vol drank ;n vrouwen, kwamen bijeen om zich te jeraden op de te nemen stappen tegen Ufons VI, en op de vraag of ze de hulp noesten inroepen van de tnachtige Almo-:aviden-vorst Yusuf ibnTashufin, waartoe ce inderdaad besloten. fusuf, de leider van een streng-islamiti->che sekte, had vanuit zijn thuisbasis Senegal Marokko veroverd, en stond nu lan de Straat van Gibraltar. Hij kwam de \ndalusische moslimstaatjes te hulp: met ijn kamelen en gesluierde krijgers stak
tiij de Straat van Gibraltar over en trok met djn troepen op in de richting van Sevilla, :en stad die werd bedreigd door de christenen. Bij Triana, dichtbij Sevilla, kwamen de troepen van de moslimvorsten en s an Yusuf elkaar tegen. Uiteindelijk kwam het in 1086 tot een treffen met Alfons bij al-Zallaqa (Sagrajas] in de buurt van Badajoz. Alfons werd verslagen. Hij keerde terug naar eigen terrein waar hij zich wist te verschansen. De slag is in diverse Arabische bronnen op een apocalyptische wijze beschreven: de Andalusiers die voor het eerst kamelen zagen wier geloei opklonk tot aan de hemel, de grond die dreunde onder de paarden-hoeven zodat het wel leek of er een aard-
beving gaande was, en het vele stof van de strijd dat een zonsverduistering teweeg-bracht IndegeschiedschrijvingisYusufibnTus-hufin een vroom man, hij was dapper en gehard in de woestijn, iemand die ontbe-ringen kon doorstaan en niets moest hebben van het luxueuze leventje van de Andalusische moslimvorsten. Hij was niet belust op buit, en werd niet aangelokt door de weelde van al-Andalus. Hoewel de moslimvorsten hem zelf te hulp hadden geroepen, waren ze bevreesd voor Yusuf Uiteindelijk werden ze in 1091 door hem afgezet. Ze werden wegens hun losbandig leven en him geringe inzet bij de verdedi-ging van de islam tegen het Christendom verbannen naar het plaatsje Aghmat in de Maghreb.
De christerivorst Alfons daarentegen werd door deze geschiedschrijvers als blasfemist geportretteerd: hij zei dat zelfs God en de cngelen zijn troepen niet zouden kunnen verslaan. Verder was hij onbeheerst, wei-nig diplomatiek en lichtgeraakt. Met de komst van Yusuf ibn Tashufin was het begin van de Almoraviden dynastie in Spanje een feit. Een halve eeuw later zou een andere sterk godsdienstig gei'nspi-reerde dynastie vanuit Marokko naar het zuiden van Spanje komen om er de scepter tezwaaien.
Cedw/ongen bekering van moslims In al-Andalus rukten de christenen op. In de periode na 1223 was het vooral de christelijke koning van Castilie en Leon, Ferdi
nand in, die tot aan zijn dood in 1352 een hele serie expedities organiseerde tegen de moslims. Hij nam Cordoba in 123^ in en Sevilla in 1248. Het islamitische Spanje was zo goed als van de kaart verdwenen, op de dynastie der Nasriden na, die vanaf 1231 regeerde. De Nasriden hielden het hoofd boven water door met de christenen samen te werken bij de uitschakeling van hun rivalen, en ook door de strategi-sche ligging van hun koninkrijk Granada: Dit bleef nog meer dan twee eeuwen een aanzienlijk centrum van islamitische beschaving en had belangrijke historid als politici en diplomaten in dienst, zoals Lisan al-Din ibn al-Khatib [1313-1374) en Ibn Chaldun (1332-13^5). Was de val van Toledo in 1085 het begin van de Reconquista, de val van Granada in 1492 markeerde het einde. FeiteUjk werden de laatste moslimnotabelen van Spanje door Ferdinand uitgekocht. Ze kregen een gouden handdruk; de laatste islamitische koning van Granada ging van dat geld in een paleis in Fes wonen. Hetjaar 14512 betekendeechter nog niet het einde van de contacten tussen moslims en christenen op Spaans grondgebied. Tot 160^ bleven er nog moslims wonen, al werd hun geloof vaak niet getolereerd. Als moslims wel tot het Christendom over-gingen, bleven zij als 'nieuwe christenen' een aparte bevolkingsgroep. Dit gold trouwens ook voor de joden die tot het Christendom waren overgegaan. Voor 'oude' christenen was het geen bon ton om bijvoorbeeld huwelijksbanden aan te gaan met him nieuwe geloofsgenoten. Zij
D E J E Z U S V A N D E R E C O N Q U I S T A I451
bleven hen als ketters beschouwen, en de moriscos (crypto-moslims onder christelijk gezag) waren zich terdege van dat imago bewust.
Het beeld van Christus bij de crypto-moslims Dekerstening van de moslims had verschillende gevolgen voor het beeld van Christus. De bekering was afgedwon-gen, maar dit betekende nog niet dat de moslims tevens hun identiteit als groep opgaven. Eigenlijk waren ze nog mos
lims, zij het zonder schriftgeleerden en gaandeweg steeds minder beseffend wat hun godsdienst inhields Nu ze christen waren, moesten de moriscos Christus cen-traal stellen; hij kreeg een belangrijker plaats toebedeeld dan in de islamitische traditie en in-de koran. Deze zien Christus als een profeet en heiUge, maar niet als de zoon van God. Bij de moslims is Jezus, die zij Isa noemen, een van de vijf grote profe-ten. Volgens hen zou Christus de komst van de grootste profeet, Mohammed, hebben aangekondigd.
De paracleet, de pleitbezorger, die in bijvoorbeeld Matteiis 10:151; Marcus 13:11; Lucas 12:11 genoemd wordt, zou volgens hen een toespeling op Mohammed zijn. Moslims geloven net als christenen dat Jezus is geboren uit een maagd. Dit staat ook in de koran: Adam en Christus waren door inblazing van God in de materie ontstaan en worden daarom Ruh Allah [Geest Gods) genoemd. Er bestaat een omgekeerde overeenkomst tussen Eva en Maria: kwa.m Eva uit de zij van Adam, Christus kwam uit de zij van Maria. Beiden waren geschapen door het woord van God. De rnoslims kennen ook de aankondiging van de geboorte van Christus door een engel. Volgens de Spaanse christenen verwarden islamieten Marjam uit de koran (de profetes Mirjam in de bijbel) met Mirjam (Maria in de bijbel), Jezus' moeder, die veel later leefde. De moriscos konden teruggrijpen op een oudere traditie bij hun pogingen, de christusfiguur te duiden. De figuur van Jezus was in Spanje altijd al onorthodox. De eerste christenen in Spanje, de arianen, danken hun naam aan Arius (250-33 6), een ketter van Libische afkomst die als priester werkzaam was in het Egyptische Alexandrie. Hij vocht de goddelijkheid en de eeuwigheid van Christus aan. De aan-hangers van het arianisme wezen de relatie tussen God en zijn zoon zoals de orthodoxie die zag af Zij ontkCnden dat God op enigerlei wijze een zoon zou kuimen hebben.
Ook Mohammed, de profeet van de islam, ontkende dat. Hij kreeg het volgende geo-penbaard over de natuur van God: 'Niet heeft Hij verwekt noch is Hij verwekt' (koran, soera 112). Deze leer wordt wel unitarisme genoemd omdat hij de eenheid van God benadrukt (tegenover de drie-eenheid). In het arianisme werd alleen God gezien als zonder begin en niet-geschapen. De zoon was niet pre-existent en geschapen. Mogelijk zochten de moslims die onder christelijke heerschappij kwamen, en weinig alternatieven hadden dan zich te laten kerstenen, aansluiting bij de ari-aanse leer die zich eerder op Spaanse bodem had gemanifesteerd, en probeer-
De Reconquista van Spanje nam vele eeuwen in beslag en werd aangevuurd door de ook tegen
de Spaanse moren uitgeroepen kruistochten. Deze scenes tonen de verschillen in oorlogstech-
niek, wapenrusting, en bewapening. In Jonathan Riley-Smith, The Oxford Illustrated history of
the Cru5ade5(Oxford/NewYorki997).
Het was voor moslims in het Spanje van de Reconquista niet al te moeilijk om zich te bekeren tot het Christendom. Zowel de christelijke als de islamitische
overlevering besteden ruime aandacht aan Jezus als wonderdoener. Miniatuur met zes wonderen van Jezus in de Codex Aureus van Echternach, folio 54 .
recto. Cermanisches Nationalmuseum Neurenberg.
•S;;
DE J E Z U S V A N D E R E C O N Q U I S T A 151
den ze het christelijke evangelie te her-schrij ven in islamitische zin. De moriscos wilden het na hun gedwongen bekering tot de islam doen voorkomen alsof het Christendom en de islam min of meer dezelfde godsdienst waren. Zo trachtten ze hun godsdienst en de Arabische taal te behoeden voor de vergeteUieid.
Loden boeken Sommige pogingen daartoe van de moriscos zijn ons bekend: zo werd het evangelie van Barnabe of Barnabas uitgevonden, waarvan de leer geheel in 0vereenstemming is met de openbaring uit de koran. In deze context werden ook de 'Loden Boeken' opgete-kend, die aan het klooster van de Sacro Monte bij Granada toebehoren. Het zijn 21 cirkelvormige plakken lood van een tiental centimeters doorsncde met Arabische inscripties. In 15^5 werden ze in de wijk Sacro Monte in Granada opgegraven, samen met relieken, en in 1 11 naar Madrid overgebracht om vertaald te worden. Van hieruit werden ze naar het Vaticaan vervoerd. Paus Innocentius xi veroor-deelde de geschriften om hun 'moham-medaanse ideeen'. In juli 2000 heeft het Vaticaan ze teruggegeven. Het doel van de 'Loden Boeken' was ener-zijds de moriscos op te waarderen bij de hogere christelijke instanties. Ze wilden aantonen dat de 'eerste bisschop van Granada', Caecilius, een pre-islamitische Arabier was, die zich na zijn aankomst op het Iberisch Schiereiland zou hebben be-keerd tot het toen nog door de Romeinen vervolgde Christendom. Maar vooral verkondigden de 'Loden Boeken' afwijkende ideeen over Jezus. Een zekere Ahmad ibn Qasim al-Hajari (ca 1570 - ca 16 40), een moslim die Europa bezocht en daarna naar Marokko terug-keerde, heeft in zijn reisbeschrijving de discussies vermeld die hij met de aarts-bisschop van Granada voerde over een perkament en de 'Loden Boeken', geschre-ven in het Arabisch, die zogenaamd zouden dateren uit de periode vlak na de geboorte van Jezus. Deze boeken gaven een versie van de christelijke godsdienst
die voor moslims aanvaardbaar was. Ze toonden de valsheid van het dogma van de drie-eenheid aan en pndermijnden het geloof in de goddelijkheid van Christus. De geloofsbelijdenis die in deze boeken herhaaldelijk voorkomt is een variant op
de islamitische geloofsbelijdenis: er is geen god dan God, en de Christus is de Geest Gods. In sommige passages is 'De Christus is de Geest Gods' afgekort tot MR ('al-M(asih)) R(uh Allah')), wat ook gele-
-zen kan worden als M(uhammad) : R(asul Allah): 'Mohammed is de boodschapper Gods'. @
Links: de Annunciatie van Gabriel aan
Mohammed; weer zo'n frappante over
eenkomst tussen Christendom en islam
waaraan de door het verloop van de
Reconquista gedwongen tot het Chris
tendom bekeerde Spaanse moslims zich
konden vastklampen. Topkapi Museum
Istanboel.
Onder: fresco van de Annunciatie van
Gabriel aan Maria rond 1440 geschil-
derd door Fra Angelico (1387-1455) in
Cortona.
.'VW/f-. '>*'
Jezus in de niet-chris-
teli jke literatuur van
de Oudheid JOOP
WALDRAM
R. Zuurmond, Opzoek
naar de historische
Jezus, in dit even lees-
bare als lezenswaardige
betoog zet Zuurmond
vooral de methoden en
vooronderstellingen van
de Leben Jesu Forschung
uiteen en geeft hij geen
onderzoeksresultaten;
detekstvan Pliniusen hetantwoord
van de keizer vindt men in een Neder-
landse vertaling in een bronnenboek
samengesteld door G. van Hemert, Het
vroegste Christendom (Haarlem 1970)
p. 16-17 of bij G. Bartelink, IHetvroeg-
ste betoog en de antieke cultuur (Mui-
derbergigse) p. 150-152; R, HiJbner,
'Aeo eiod Iqoooo _nS6oo6' (Een God
Jezus Christus). Zum christlichen
Gottesglauben im 2. Jahrhundert-ein
Versuch' in Munchener Theohgische
Zetochr/ft 47 {1996), pp. 325-344; Chr.
Fahner, Eusebius' Kerkgeschiedenis,
Boek 5.28 (Zoetermeer 2000) p. 247
en Boek 3.33, p. 152; M.A. Wes, Tacitus.
Claudius en Nero. Annalen Boekxi-
XVI (Den Bosch 2000), p. 242-243); H.
Fuchs, Tacitus Uber die Christenen' in
Vigiliae Christianae 4 (1950), pp.65-93;
E. Peterson, 'Christianus' in Fruhkirche,
Judentum und Cnosis (Freiburg 1959)
pp. 64-87; D. den Hengst, Suetonius.
Keizers van Rome (A'dam 2000); Dio
Cassius, Historien Boek l_X, 6; C.F.M.
Deeleman Lucianus' geschrift De
morteperegrini (Utrecht 1902); citaat
p. 119; H. van Dolen, Lucianus. De ont-
maskering van de charlatans (A'dam
1996).
Jezus in de joodse literatuur van de
Oudheid PIETER w . VAN DER HORST
Z. Falk,' A new Fragment of the Jewish
Life of Jesus' in Immanuael 8 (1978), 72-
79; P.W. van der Horst, De onbekende
god (Utrecht 1988) 65-75; J-P. Meier, A
Marginal lew. Rethinking the Historical
Jesus (New York 1991) 56-111; J. Maier,
Jesus von Nazareth in der talmudischen
(Jber/ieferung(Darmstadt 1978); S.
Pines, An Arabic Version of the 'Tes
timonium Flavium'and its Implications
(Jeruzalem 1971); G. Theissen en A.
Merz, The Historical Jesus: A Compre
hensive Guide (Londen 1998) pp. 63-89.
Jezus, de gelovige missionarissen
en de heidense Friezen MARCO
MOSTERT
De belangrijkste literatuur wordt ver
meld in: M. Mostert, 754: Bonifatius bij
Dokkum vermoord (Verloren Verleden
7, Hilversum 1999). Een editie met vert
aling van Bonifatius' brieven, verschil
lende andere documenten die in de
tekst aan de orde zijn gekomen, en het
Leven van Bonifatius door Willibald, is
te vinden in: R. Rau(ed. en vert.), Briefe
des Bonifatius. Willibalds Leben des
Bonifatius. Nebst elnigen zeitgenossi-
schen Dokumenten (Ausgewahlte Quel-
len zurdeutschen Geschichte des
Mittelalters 4b, Darmstadt 1968), Een
Nederlandse vertaling van Alcuins Le
ven van Willibrord door P. Bange is op-
genomen in: A.G. Weiler, Willibrords
missie. Christendom en cultuur In de
yde en 8ste eeuw (Hilversum 1989).
De islamitische Jezus JOHN NAWAS
De koran. Een weergave van de bete
kenis van de Arabische tekst in het
Nederlands door Fred Leemhuls.
(Houten, vele malen herdrukt); G.C.
Anawati, 'Tsa' in Encyclopaedia of Islam.
Second edition (Leiden i960); N.
Robinson, 'Jesus' iri Encyclopaedia of
the Qur'an Leiden (Leiden 2001); James
A. Bellamy, 'Textual criticism of the
Koran' in Journal of the American
Oriental Society •\2^ (200i):i-6; de
grootste compilatie van gezegden en
verhalen uit de Arabisch-islamitische
literatuur is T. Khalidi, The Muslim
Jesus (Cambridge, Mass. 2001).
De Reconquista en het veranderde
beeld van Christus ARIE SCHIPPERS
Miguel Jose Hagerty, Los llbros plum-
beos del Sacromonte, (Madrid 1980;"- •
Granada 1998); Louis Cardaillac, Morls-
ques et Chretiens: un affrontement
polemique (1492-1640) (Parijs 1977);
Ahmad ibn Qasim al-Hajari, The Sup
porter of religion against the Infidels,
historical study, critical edition and
annotated translation door P.S. van
Koningsveld, Q, al-Samarrai en G.A.
Wiegers (Madrid 1997); Joseph Perez.,
tsabelle et Ferdinand: rols cathollques
d'Espagne (Parijs 1988); Manuela Marin
(red.). The formation of al-Andalus I:
History and soc/ety(Aldershot 2000);
Maribel Fierro en Julio Samso (red.),
The formation of al-Andalus 11: Language,
religion, culture and the sciences (Al-
dershot 1998); Salma Khadra Jayyusi
(red.), The legacy of Muslim Spain
(Leiden 1992); David Wasserstein, The
rise and fall of the party-kings: politics
and society In Islamic Spain, 1002-1086
(Princeton 1985); Arie Schippers, 'Les
juifs d'al-Andalus' in: Les religions de
I'Andalousle, Le monde de la Bible, 130
(2000), 26-31; Arie Schippers, 'La ba-
taille de Zailaqah (Sagrajas) dans la
poSsie d'Ibn KhafSjah (1050-1139)' in
Arabic and Middle Eastern Literatures
2,1 (1999), 93-108; Rachel Arie, L'Espag-
ne musulmane au temps des Nasrides
(1232-1492) (Parijs 1973); Eliyahu
Ashtor, The Jews of Moslem Spain 3
din. (Philadelphia 1973-1984).
Het verheven beeld van Jezus in de
Griekse oudheid BERT CROEN
A. van der Aalst,' Het oosterse Chris-
tusbeeld: De Byzantijnse kerk' in Tijd-
schrlft voor Theologle 15 (1975) 237-254;
idem,' Het palamisme; Geschiedenis-
en methode' in Het Christelijk Oosten
30 (1978) 175-196,31 (1979) 21-41; A.
van de Aalst, A. Jacobs en C. Krijnsen,
red., Cebed In beelden: Feestlkonen In
de oosterse kerken (Baarel99i); K.
Onasch en A. Schnieper, Iconen: Fascl-
natle & Werkelljkheid (Tielt en Kampen
1995); H. Teule en A. Wessels, Oosterse
christenen binnen de wereld van de
Islam (Heerlen en Kampen 1997).
Jezus zelden'in beeld'TJEU VAN
DEN BERK
Jesus In der Hauptrolle. Zur Geschichte
und Asthetik der Jesus-Filme mit aus-
fijhrlicher Filmographie und Biblio-
graphie (extra nummer van tijdschrift
Fllm-Dlenst), Keulen novemberi992;
L. Baugh, Imagining the Divine. Jesus
and Christ-figures In films (Kansas City
1997); P. Malone, Movie Chrlsts and
Antichrists (Eastwood 1988); P. Hasen-
berg red.,Spuren des Rellgiosen Im
Film. Meilemsteine aus 100 Jahren
Filmgeschichte (Mainz 1995); E. Honee,
'Beeld enverbeeldingin de Middel-
eeuwse gebedscultuur. Een kerkhisto-
rische beschouwing' in H. van Os,
Cebed In schoonheld. Schatten van
prive-devotle in Europa (A'dam 1994)
157-174; F. Kellendonk, 'Idolen. Over
hettweedegebod'in Idem, Het com
plete werk(A'dam 1992) 847-860; D.
Wlnnicott, Playing and Reality
(Londen/New York 1991).
BS Cultuurgeschiedenis A N I O N
VAN DER LEM
p. den Boer (red.), Beschaving: Een
geschiedenis van de begrlppen hoofs-
heid, heusheld, beschaving en cultuur
(A'dam 2001) Amsterdam University
Press, 360 biz., geTlL, € 24,96; Jacques
Barzun, Van de wleg tot volwassen-
heid: soojaar culturele geschiedenis
van het westen van 1500 tot hetjaar
2000 (A'dam 2001) Biblos, 784 biz.,
€ 3 4 ; Nicole Ex, Frits Scholten, De
Pr'ins en de Keyser. Restauratle en
geschiedenis van hetgrafmonument
voor Willem van Oranje (Bussum 2001)
Thoth, 220 biz., geill. , € 24,90; Jan de
Jonge.a. (red.), Wooncultuurln de
Nederlanden 1500-1800 (Nederlands
KunsthistorischJaarboek, dl. 51)
(Zwolle 2001) Waanders, 316 biz.,
geTII., € 105,00; Marleen de Vries,
Beschavenl Letterkundlge genoot-
schappen In Nederland 1750-1800
(Nijmegen 2001) Vantilt, 476 biz.,
geTlL, € 22,80; Korrie Korevaart, Tiften
en zemelknoopen: Literaire krltiekln
de Nederlandse dag-, nleuws- en
weekbladen 1814-1848 (H'sum 2001)
Verloren, 498 biz.,geTII. € 27; The Low
Countries. Arts and Society in Flanders
and the Netherlands (Rekkem 2001)
StichtingOns Erfdeel, 320 biz., geill.,;
€ 38,57; De Franse Nederlanden / Les
Pays-Bas Francais : 26ste Jaarboek
200126esAnnales (Rekkem 2001)
StichtingOns Erfdeel, 256 biz., geill., €
34,03; Jelle Noorman, De haan op de
mesthoop. Een culturele geschiedenis
van Frankrljk (A'dam/Antw. 2001)