30
Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in 1. Ouders zoeken voor hun kinderen een goede school in de hoop dat hun kinderen later naar de universiteit kunnen en een goede baan krijgen. school = instelling voor onderwijs, m.n. voor kinderen 2. Scholen en ouders hebben nieuwe plannen voor verbetering van het onderwijs. school = staf en leerkrachten: metonymie 3. Wij werken allebei de hele dag. De buurvrouw past op onze kinderen voor en na school en in de vakanties. school = lestijd op school: metonymie 4. In het seizoen van de voortplanting vormen de vissen scholen om op zandbanken bij de kust kuit te schieten. school = groep (van vissen): andere betekenis

Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in

1. Ouders zoeken voor hun kinderen een goede school in de hoop dat hun

kinderen later naar de universiteit kunnen en een goede baan krijgen.

school = instelling voor onderwijs, m.n. voor kinderen

2. Scholen en ouders hebben nieuwe plannen voor verbetering van het

onderwijs.

school = staf en leerkrachten: metonymie

3. Wij werken allebei de hele dag. De buurvrouw past op onze kinderen

voor en na school en in de vakanties.

school = lestijd op school: metonymie

4. In het seizoen van de voortplanting vormen de vissen scholen om op

zandbanken bij de kust kuit te schieten.

school = groep (van vissen): andere betekenis

Page 2: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school.

school = schoolgebouw: metonymie

6. Om te gaan staken moeten de leerlingen toestemming hebben van

school.

school = schoolleiding/directie: metonymie

7. Mijn zus gaat na de middelbare school naar de school voor

journalistiek.

school = instelling voor onderwijs, m.n. voor volwassenen, voor beroep

8. Het eerste deel van de memoires van Casanova heet ‘De school van

het leven’.

leven als school: metafoor

9. De school gaat uit.

school = leerlingen of lesactiviteit/lestijd: metonymie

Page 3: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

10. Die schilders behoren tot de Haagse School.

school = groep personen, in de kunst of wetenschap, die een

overeenkomst in werkwijze of opvatting vertonen

11. Die hoogleraar heeft school gemaakt.

school maken = leerlingen hebben die jouw werk in jouw geest

voortzetten

Page 4: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

Mogelijke structuur ‘school’

1. Instelling voor onderwijs

a. In het algemeen.

b. Gebouw waarin de onderwijsinstelling gevestigd is

c. Personen die in de instelling werken of onderwijs ontvangen;

leerlingen, leerkrachten en staf van de instelling

d. Tijd dat lessen gegeven worden

2. Groep personen, in de kunst of wetenschap, die een overeenkomst in

werkwijze of opvatting vertonen

+ verb. school maken

3. Groep, menigte (van vissen)

Page 5: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

SCHOOLI (ontleend aan i-WNT)

Woordsoort: znw.(v.,o.)

Modern lemma: school

znw. vr., vroeger en nog in de volkstaal vaak onz. Mnl. scole. Ontleend

aan gr.-lat. scola.

1. Inrichting waar onderwijs wordt gegeven.

a. Al wat samen de inrichting vormt.

b. Het gebouw of lokaal waarin de inrichting gevestigd is.

c. In de aanhaling in toepassing op elke afzonderlijke klasse.

d. In verschillende verbindingen en zegswijzen, waarvan de meeste

met school zoowel in de bet. a) als in de bet. b) worden gebruikt.

2. In minder eigenlijke toepassing. Plaats waar of toestand waarin

gelegenheid is iets te leeren of zich iets eigen te maken, zonder de

gedachte aan een geregelden leergang of een samenkomen van

leerlingen.

3. Geheel van personen die in een wetenschap of kunst het werk van

een voorganger in diens geest voortzetten of die een overeenkomst in

werkwijze of opvattingen vertoonen, die op oorzakelijken samenhang

berust.

Page 6: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

SCHOOLII (ontleend aan i-WNT)

Woordsoort: znw.(v.)

Modern lemma: school

znw. vr. Mnl. scole, os. skola, ags. scolu, sceolu, eng. shoal. Met

klankwisseling van denzelfden stam als Schel (I), Schil (I), de oorspr.

bet. is afdeeling.

Aaneengesloten menigte van dieren (thans niet van huisdieren) en ook

wel van menschen; troep, zwerm, schaar.

— Thans alleen gewoon van visschen.

SCHOOLIII

Woordsoort: znw.

Modern lemma: school

znw., het geslacht blijkt niet. Oorsprong onbekend.

1. Maas of schakel van een net.

2. Afstand tusschen twee kurken van de reep van een net. In de

Zaanstreek (BOEKENOOGEN).

Page 7: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

school (ontleend aan Van Dale Groot woordenboek

de school, de scholen hedendaags Nederlands 2002)

1 inrichting waar onderwijs gegeven wordt

kijk ook bij: schoolsysteem België, schoolsysteem Nederland

2 gebouw waar onderwijs gegeven wordt

3 lestijd in een school

4 de gezamenlijke scholieren plus leerkrachten

5 groep personen, in de kunst of wetenschap, die een overeenkomst

in werkwijze of opvatting vertonen

6 aaneengesloten menigte vissen

7 regelmatige oefening van alle bewegingen

8 maas van een net

Page 8: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

Metonymie: ‘herinnering’ ontleend aan Van Dale Groot woordenboek hedendaags Nederlands (2002)

1 het herinneren

2 bijgebleven indruk, beeld

3 geheugen

4 aandenken, souvenir

5 datgene waarmee iemand herinnerd wordt iets te doen of te laten

Page 9: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

Mogelijke criteria voor het onderscheiden van homoniemen

verschillende etymologie

bijv. bal

verschillende woordsoort

bijv. leven = werkwoord versus leven = zelfst.nw.

zeer verschillende betekenis bijv. bank

verschillende uitspraak

bijv. omkleden versus omkleden

Page 10: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

Homoniemen: LIJK ontleend aan Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, 13de uitgave

1Lijk (het; -en) 1. dood lichaam van een mens of dier

+ 6 andere betekenissen

etym. info o.a.: 1201-1250; oorspr. lichaam, vlees

2Lijk (het; -en): 1. (zeew.) touw dat ter versterking in de rand van een

zeil wordt vastgenaaid

+ metonymische bet. 2

etym. info: 1569; Lat. ligare (binden)

3Lijk: (gew.) I. (bn.) 1. gelijk

+ 4 andere betekenissen

II. (bw. van tijd) meteen al

4Lijk: (vnw.) (gew., litt.t.) 1.gelijk, evenals

+ 2de

bet.

Page 11: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

Relaties tussen woorden

homoniem:

woorden met dezelfde vorm, maar niet (meer) verwant

semantisch veld:

woorden met inhoudelijke samenhang

synoniem:

woorden met (ongeveer) dezelfde betekenis

antoniem: woorden met tegengestelde betekenis

hyponiem en hyperoniem:

woord A (hyponiem) heeft woord B als overkoepelende term

woord B (hyperoniem) omvat de betekenis van A

Page 12: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

Woordenboeken van/met een vreemde taal

Vertaalwoordenboek

Monolinguaal woordenboek van de vreemde taal

Aard van een (vertaal)woordenboek:

actief of productiegericht: een vreemde taal produceren

passief of receptiegericht: een vreemde taal begrijpen

unidirectioneel: gericht op ofwel productie ofwel receptie

bidirectioneel: gericht op productie en receptie

meeste commerciële vertaalwoordenboeken: bidirectioneel

(monolinguaal) leer-productiewoordenboek: unidirectioneel

Page 13: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

Nodig voor productie (ontleend aan Van Sterkenburg 3.1.)

1. duidelijk betekenisverschil polyseme woorden

o.a. door korte betekenisaanduiding en domeinlabels:

domestic 1 AD [a] (=household) domestique; [b] (=home loving) she

was never a very ~ sort of person elle n’a jamais vraiment été une femme

d’interieur; [c] (Econ, Pol =internal) intérieur; [d] (=domesticated) the ~

cat le chat domestique vereenvoudigd voorbeeld o.b.v. Collins Robert English-French French-English

2. informatie om te kunnen kiezen tussen alternatieve vertalingen bijv. selectierestricties, connotaties, allerlei soorten labels

3. voorbeeldzinnen met het trefwoord

4. andere informatie voor gebruikscondities voor iedere vertaling

in context

Page 14: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

Nodig voor receptie (ontleend aan Van Sterkenburg 3.1.)

1. alle informatie die nodig is om een vreemd woord te ‘leren kennen’ in

al zijn bijzonderheden

2. grotere macrostructuur, inclusief o.a. regionale varianten,

vormvarianten, ouderwetse vormen, grammaticaal gemarkeerde vormen

die niet makkelijk herleidbaar zijn tot een trefwoord

3. aantal vertalingen

Verschillende woordenboeken voor verschillende niveaus en doelen

Page 15: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

C-test voor vertaalwoordenboeken (ontleend aan Martin 2006)

compleetheid

correctheid

consistentie

courantheid

corpusgebaseerdheid

context

connotatie

Page 16: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

V-criteria voor ‘begrijp’ vertaalwoordenboeken (ontleend aan Martin 2006)

Vertaalkwaliteit

Voorbeelden: kwantiteit en kwaliteit

Vindbaarheid

Voor-de-doelgroepgeschiktheid

Page 17: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

Definities Cobuild-woordenboek: start

1. If you start to do or to feel something, you begin doing or feeling it

from a particular time, when you were not doing or feeling it before EG

Ralph started to run…He started laughing…My father started work when

he was ten…ETC.

2. When something starts or when you start it, it takes place from a

particular time; used of something that has not been taking place before

that time. EG His meeting starts at 7…I was only five when World War II

started (…) I started a fire.

3. The start of something is 3.1 the first part of it EG I was terribly lonely

at the start. 3.2 the time at which it begins EG the start of the tax year

(…) 3.3 the act of beginning it EG the start of police enquiries ETC

Page 18: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

4. If you get off to a good start, get off to a bad start, etc, you begin

doing something well, badly, etc. EG It isn’t going to get off to a very

good start ETC

5. If something has a false start, it is begun incorrectly or

unsuccessfully, so that it has to be begun again ETC

(…)

8. If you start something such as a new business or start it up, you

establish it ETC

9. If you start an engine, motor, car, etc, or start it up, you make it

begin to work

ETC

Page 19: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

Nog een paar voorbeelden van Cobuild-definities:

A brick is a rectangular block for building walls, houses etc. Bricks are

usually reddish brown or yellow in colour.

You use brick to refer to bricks regarded as a building material. EG a

massive old building of red brick…a brick wall

If you have the capability or the capabilities to do something, you have

the ability or the qualities that are necessary to do it. EG Some jobs still

are beyond their capabilities…het capabilities as a parent…questions

about the capability of society to meet those needs

capitalistic means supporting or based on the principles of capitalism;

often used showing disapproval

If your behaviour or action is foolish, it is not sensible and shows a lack

of good judgment

Page 20: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

Longman Language Activator

woordenboek om vloeiend, natuurlijk en stilistisch correct Engels

te genereren: welk woord in welke context?

taxonomische ordening: 1000 concepten met 20.000 woorden en frases

taxonomie: 3 niveaus

concept

sectie

lexicalisatie

Longman LDOCE defining vocabulary

Page 21: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

Longman Language Activator:’index’

start: BEGINNING 1, 6; START DOING STH 1, 2, 13; START STH/MAKE STH

START 1, 4 ; START TO HAPPEN, EXIST ETC 1; SWITCH ON OR OFF 1

start: at the beginning/start BEGINNING 3

start: false start START DOING STH 11

start: from start to finish ALL THE TIME 2

start: from the beginning/start BEGINNING 5

(…)

start a family FAMILY 8

start a fight FIGHT 2

start a fire FIRE 4

(…)

start/set the ball rolling START STH/MAKE STH START 1 start/start up START STH/MAKE STH START 3

start to cry/start crying CRY 4

start with/begin with BEGINNING 4; START DOING STH 5 start with/begin with: to start with/begin with FIRST 3

Page 22: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

START (1): START

START: which meaning?

start doing something -> start doing sth

make something start -> start sth/make sth start

start to happen or exist -> start to happen, exist etc.

start at the beginnen -> beginning

switch something on -> switch on or of

DUS: 5 concepten

Page 23: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

START (2): START DOING STH 1. to start doing something

2. to start doing a job or a piece of work

3. to start a long speech about something

4. to start doing something after the start has been delayed

5. to start an activity, job, speech etc. by doing the first part of it

6. to start a journey or start going somewhere

7. to start doing something regularly

8. to make someone start doing something new by telling them about it,

giving them a chance to do it etc

9. to start doing something again in a different or better way

10. to start doing somehting and be successful at the beginning

11. to start doing somehting and be unsuccessful at the beginning

12. to start a business

13. to start feeling or thinking differently about something or someone

DUS: 13 secties bij het 1ste

concept

Page 24: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

START (3a): 1. to start doing something 1. to start doing something

start

begin

proceed to do sth

start /uitspraak/ [v I/T]

START DOING STH The big man suddenly started shouting at me in

German.│I think we should start looking for a place to stay the night.│

(…)

START TO DO STH The baby was very tired and she started to cry.│(…)

START We were supposed to have finished by 5.30 but we didn’t even

start until 5.15.│

begin /uitspraak/ to start doing something, especially in a deliberate way

[v I/T]

BEGIN TO DO STH Slowly and carefully, Hamed began to climb down the

cliff.│(…) .│If you do not look after your plants well they will begin to

look pale and yellow.│

Page 25: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

START (3b): 1. to start doing something

proceed to do sth /uitspraak/ to start doing something after you have

finished doing something else [v phrase]

The doctor arrived and proceeded to examine the patient without

delay.│After listening carefully to my advice she proceeded to do the

exact opposite.

DUS: 3 lexicalisaties van de 1ste

sectie van het 1ste

concept,

met onderscheidende definities, grammaticale constructies en

voorbeeldzinnen voor het gebruik

Page 26: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

START (4): lexicalisaties voor12 overige secties

2. to start doing a job or a piece of work

start, start on, set about, set to work, embark on/upon, get cracking

3. to start a long speech about something

launch into

4. to start doing something after the start has been delayed

get down to, settle down to

5. to start an activity, job, speech etc. by doing the first part of it

start by/begin by, start with/begin with, lead off, kick off with

6. to start a journey or start going somewhere

set off, set out, start for, start off, get going, hit the road

7. to start doing something regularly

take to, take up, turn to, get into the habit of

Page 27: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

8. to make someone start doing something new by telling them about it,

giving them a chance to do it etc

introduce sb to sth, initiate sb into sth, start sb on sth

9. to start doing something again in a different or better way

start afresh/make a fresh start/make a new start, start over

10. to start doing something and be successful at the beginning

make a good start/get off to a good start, get off to a flying start

11. to start doing somehting and be unsuccessful at the beginning

get off to a bad start, get off on the wrong foot, false start

12. to start a business

set up in business, set up as

13. to start feeling or thinking differently about something or someone

start, begin, come/grow/get to

Page 28: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

START (5): definities van bepaalde lexicalisaties

2. to start doing a job or a piece of work

start, start on, set about, set to work, embark on/upon, get cracking

an informal expression: you say get cracking! or let’s get cracking!

when you want someone to start a piece of work immediately, with lots

of energy

6. to start a journey or start going somewhere

set off, set out, start for, start off, get going, hit the road [v phrase]

an informal expression meaning to start a journey, especially if you do

this suddenly and without much planning

Page 29: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

7. to start doing something regularly

take to, take up, turn to, get into the habit of [v phrase]

to start to do something so often that it becomes a habit

10. to start doing something and be successful at the beginning

make a good start/get off to a good start, get off to a flying start [v phrase]

to start doing something and be extremely successful at the beginning

11. to start doing somehting and be unsuccessful at the beginning

get off to a bad start, get off on the wrong foot [v phrase], false start [n C]

to start something such as a relationship or job and be unsuccessful at the

beginning, for example by unintentionally kaming people upset or angry

an unsuccessful attempt to start doing something such as a piece of work

or a plan

Page 30: Vervolg: Welke betekenis heeft ‘school’ in · PDF fileTruus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008 5. In de nieuwe wijk komen ook een kerk en een school. school

Truus Kruyt, Lexicografie en lexicologie, Münster 2007/2008

Literatuur in dit college:

Van Sterkenburg (2003): 3.1, 7.1

Martin, W. (2006), Over woordenboeken. Uitgeverij Het Spectrum.

Sinclair, J.M. (ed.) (1987), Looking up. An account of the Cobuild

project in lexical computing. Collins Cobuild, Birmingham. Hoofdstuk 6.

Kilgarriff, A. (1994), A Dictionary for Language Generation. In: F.

Kiefer, G. Kiss & J. Pajzs (eds.), Papers in Computational Lexicography

COMPLEX ’94, pp. 127-135. Research Institute for Linguistics,

Hungarian Academy of Sciences, Budapest.

Rundell, M. & N. Ham (1994), A New Conceptual Map of English. In:

W. Martin, W. Meijs, M. Moerland, E. ten Pas, P. van Sterkenburg & P.

Vossen, Euralex 1994, Proceedings, pp. 172-180. Amsterdam