20
..\..\XYZ\zoogdieren\zoogdier\horse evolution.docx Paarden steeds overtuigender bewijs voor evolutie http://www.geo.uu.nl/ngv/geonieuws/geonieuwsart.php? artikelnr=562 NGV-Geonieuws 92 1 mei 2005, jaargang 7 nr.9 auteur prof. dr. A.J. (Tom) van Loon Faculteit Aardwetenschappen Universiteit van Silezië Paardachtigen (Equidae)zijn al van oudsher een bekend voorbeeld van evolutie, waarbij oorspronkelijk kleine soorten zich vanaf omstreeks 55 miljoen jaar geleden (Eoceen) ontwikkelden en vertakten tot - in het algemeen - steeds grotere vormen. De meeste takken liepen dood, maar het geslacht Equus (het moderne paard) overleefde - als enige. Overigens kent het moderne paard 8-10 soorten en talrijke ondersoorten. De interesse in de evolutie van paarden stamt al van lang terug. Thomas Huxley, die een overtuigd aanhanger was van Darwins evolutietheorie, had in Europa al tal van fragmenten van fossiele paardenbotten gevonden en op basis daarvan een ruwe evolutielijn opgesteld. Hij wilde onder meer daarover vertellen op een rondreis door Amerika, waar hij in 1876 een serie lezingen zou houden. Tijdens die rondreis trof hij op Yale University een door de paleontoloog verzamelde hoeveelheid fossiele paardenbotten aan. Deze botten vulden zijn eigen collectie zo goed aan, dat hij de evolutionaire ontwikkeling van de paarden kon vervolmaken;vooral daarop ging hij toen tijdens zijn lezingen in http://www.geo.uu.nl/ngv/geonieuws/images/562.jpg

tsjok45.files.wordpress.com · Web view(dit is ook een uitgebreid word -document dat apart inplakbaar is op gelijk welke internet pagina en /of discussieplatform ) laat het vergezeld

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: tsjok45.files.wordpress.com · Web view(dit is ook een uitgebreid word -document dat apart inplakbaar is op gelijk welke internet pagina en /of discussieplatform ) laat het vergezeld

..\..\XYZ\zoogdieren\zoogdier\horse evolution.docx

Paarden steeds overtuigender bewijs voor evolutiehttp://www.geo.uu.nl/ngv/geonieuws/geonieuwsart.php?artikelnr=562

NGV-Geonieuws 921 mei 2005, jaargang 7 nr.9auteur prof. dr. A.J. (Tom) van Loon Faculteit Aardwetenschappen Universiteit van Silezië

Paardachtigen (Equidae)zijn al van oudsher een bekend voorbeeld van evolutie, waarbij oorspronkelijk kleine soorten zich vanaf omstreeks 55 miljoen jaar geleden (Eoceen) ontwikkelden en vertakten tot - in het algemeen - steeds grotere vormen. De meeste takken liepen dood, maar het geslacht Equus (het moderne paard) overleefde - als enige.

Overigens kent het moderne paard 8-10 soorten en talrijke ondersoorten.

De interesse in de evolutie van paarden stamt al van lang terug.

Thomas Huxley, die een overtuigd aanhanger was van Darwins evolutietheorie, had in Europa al tal van fragmenten van fossiele paardenbotten gevonden en op basis daarvan een ruwe evolutielijn opgesteld. Hij wilde onder meer daarover vertellen op een rondreis door Amerika, waar hij in 1876 een serie lezingen zou houden. Tijdens die rondreis trof hij op Yale University een door de paleontoloog verzamelde hoeveelheid fossiele paardenbotten aan. Deze botten vulden zijn eigen collectie zo goed aan, dat hij de evolutionaire ontwikkeling van de paarden kon vervolmaken;vooral daarop ging hij toen tijdens zijn lezingen in

http://www.geo.uu.nl/ngv/geonieuws/images/562.jpg

SKELET VAN ARCHAEOHIPPUS, EEN PAARD UIT HET MIOCEEN VAN FLORIDA

Page 2: tsjok45.files.wordpress.com · Web view(dit is ook een uitgebreid word -document dat apart inplakbaar is op gelijk welke internet pagina en /of discussieplatform ) laat het vergezeld

Sindsdien is er uiteraard een zeer grote hoeveelheid nieuw fossiel materiaal gevonden. Dat het daarbij gaat om een duidelijke evolutie op het niveau van een familie (de Equidae), is eens te meer een bewijs dat niet alleen soorten maar ook hogere taxa evolueren. Daarbij is ook duidelijk het complexe karakter van een dergelijke macro-evolutie= '(evolutie op niveau hoger dan van enkele soort)' aan de dag getreden, met tal van uitstervende takken, maar ook met tal van takken naar soorten die nauw verwant zijn met Equus.

Equus ontwikkelde zich zowel in Eurazië (het vasteland van Europa en Azië samen) als in Noord- en Zuid-Amerika. In Amerika stierf het paard echter ongeveer 10.000 jaar geleden uit, waarschijnlijk door een combinatie van klimaatverandering, bejaging door de prehistorische mens, en mogelijk nog een aantal factoren (pas door de Spaanse conquistadores werd het paard weer opnieuw in Amerika ge 챦ntroduceerd). In Eurazi 챘 werd het woongebied weliswaar kleiner, maar bleef het paard wijdverspreid. Het werd omstreeks 6000 jaar geleden gedomesticeerd uit een soort (E. caballus) die veel gelijkenis vertoonde met het wilde Przewalski-paard (dat overigens ook wel als een aparte soort wordt beschouwd: E. przewalskii).

De beperkte huidige variatie van de Equidae (met slechts 챕챕 n geslacht) staat in schril contrast tot de vroegere situatie, zoals die nu uit fossielen bekend is. Er zijn inmiddels enkele tientallen fossiele geslachten van de Equidae bekend, en enkele honderden (uitgestorven) soorten.

Grote bijdragen zijn geleverd door de (goed fossiliseerbare) tanden. Deze ondergingen aanzienlijke veranderingen; soms snel, soms langzaam. Uit de tanden is ook het dieet te reconstrueren, en ook dat blijkt in de loop der tijd te zijn aangepast aan nieuwe omstandigheden. In het Eoceen en Vroeg-Mioceen hadden paarden tanden die vooral geschikt waren voor zachte bladeren. Dat type gebit werd daarna plotseling vervangen door andere typen. De meeste soorten ontwikkelden een gebit voor de grasvlaktes die 25-15 jaar miljoen jaar geleden ontstonden. Sommige soorten gingen daarna terug naar een gemengd dieet van gras en bladeren.

Het vele fossiele materiaal dat nu bekend is heeft niet geleid tot wezenlijke veranderingen in de evolutionaire geschiedenis die al ruim honderd jaar geleden was gereconstrueerd, maar heeft deze uiteraard wel sterk verfijnd (en een beter inzicht gegeven in de veranderende omstandigheden die aanpassing noodzakelijk maakten). De stamboom is, ondanks de ongetwijfeld nog aanwezige hiaten, nu zo compleet dat er gesproken mag worden van een onweerlegbaar bewijs van geleidelijke evolutie.

Referentie

MacFadden, B.J., 2005. Fossil horses - evidence for evolution. Science 307, p. 1728-1730.

Foto (Florida Museum of Natural History) welwillend ter beschikking gesteld door Bruce MacFadden, Florida Museum of Natural History, University of Florida, Gainesville, FL (Verenigde Staten van Amerika)

http://scienceweek.com/2005/sw050415-1.htm ScienceWeek

ON THE EVOLUTION OF HORSES Mac Fadden

Modern evolution of horse evolution thinking

http://news.nationalgeographic.com/news/2005/03/0317_050317_horseevolution.html http://www.sciencedaily.com/releases/2005/03/050321083507.htm

Page 3: tsjok45.files.wordpress.com · Web view(dit is ook een uitgebreid word -document dat apart inplakbaar is op gelijk welke internet pagina en /of discussieplatform ) laat het vergezeld

http://www.napa.ufl.edu/2005news/fossilhorses.htm http://www.talkorigins.org/faqs/horses/horse_evol.html

Horse Evolution Kathleen Hunt Copyright 1995-2003 [Article last updated: January 4, 1995]

Kritiek op het artikel van K. huntFossil horse Faqhttp://www.talkorigins.org/faqs/horses/Fossil Horses at the Florida Museum of Natural history has an excellent exhibit showing the evolution of horses and their leg/foot bones.http://www.flmnh.ufl.edu/natsci/vertpaleo/fhc/firstCM.htm Click on the fossil horse gallery, which shows the evolutionary branching in horses with brief, nicely illustrated pages for 15 major groups, linked to biostratigraphic levels. The central digit of horses became increasingly stronger while the "side toes" became less important and are virtually lost in the modern horse. Follow this by examining

http://ncse.com/rncse/30/4/vestigial-structures-exist-even-within-creationist-paradigmhttp://www.newrider.com/Starting_Out/The_Horse/origins_horse.htmlhttp://www.waterhof.be/cursus/geschiedenis.htmzie ook

soort bastaardenHorse Evolution is Kathleen Hunt's FAQ at www.talkorigins.org. Horse species did not always come into being by gradual transformation (anagenesis) of their ancestors; instead, sometimes new species split off from ancestors (cladogenesis) and then co-existed with those ancestors for some time. Described are about 30 genera of horses during 55 million years of evolution. Notice the extensive branching patterns.

Equidae Phylogeny : The evolutionary tree at this site is a bit easier to view, but it is based on Kathleen Hunt's work. It shows the evolutionary relationships between genera of Equidae during the Tertiary period. It should be noted that each genus is represented by several different species and many individual fossil specimens.

Evidence for Horse Evolution : Discusses the ups and downs of horse evolution. A chart shows the

Page 4: tsjok45.files.wordpress.com · Web view(dit is ook een uitgebreid word -document dat apart inplakbaar is op gelijk welke internet pagina en /of discussieplatform ) laat het vergezeld

general trend in equid body size over millions of years. While such trends as toe reduction and increase in size are real over time, the rate of change varied among different branches of the equid evolutionary bush, and there were reversals along the way. The evolution of horses was not a steady ladder of progress.

Evolution of the Horse :

Deb Bennett's page includes detailed information regarding Structural Adaptations,

Dental Evolution, Skull Evolution, Axial Skeletal Evolution and Apendicular Skeletal Evolution.

A cladogram is keyed to important steps in the evolution of this lineage.

http://www.txtwriter.com/Backgrounders/Evolution/EVpage03.html

Horses, Simpson, and Orthogenesis : Just in case you encounter this out of context q

uote of George Gaylord Simpson regarding horse evolution.

Stambomen paardachtigenHorse Phylogeny

A phylogeny is a genealogy, or family tree, of ancestors and descendants through time, but instead of humans, it can be the pedigree of any group being studied. Phylogenies can depict whatever level in the Linnean hierarchy see Pony Express, Vol. 1, No. 1, page 6) the investigator would like to present, but usually are of ancestral-descendant species, or genera, or families.

For horses, the most common phylogeny depicted is of genera, as in the illustration below. The reason for this is simple: there are about 35 known genera of fossil horses depicted here. If all the extinct and living species (of which there currently are about 200 known) were included, this chart would get far too complex and confusing to readily grasp.

Thus phylogenies, or phylogenetic trees, are almost always simplified representations of the actual ancestor-descendant relationships.

Simpson (1953, page 261) aptly noted that the phylogeny of fossil horses is a "greatly simplified representation of the phylogeny of the Equidae. Only generic branches are indicated, and even at this level many students would recognize more branches. Each generic area should be thought of as made up from several thousands of different strands, the real lineages."

http://www.flmnh.ufl.edu/ponyexpress/pony2_3/Pe23.htm#Mother

Page 5: tsjok45.files.wordpress.com · Web view(dit is ook een uitgebreid word -document dat apart inplakbaar is op gelijk welke internet pagina en /of discussieplatform ) laat het vergezeld

The phylogeny and phylogenetic tree of a group of organisms, particularly if it is well known and contains many taxa (kinds), usually is the result of many scientists' research. The horse family tree has its roots in the simple diagrams of 19th century paleontologists like Marsh, but has been added to, and refined, hundreds of time since then as a result of original research contributions by workers such as Matthew, Skinner, and Simpson.

A phylogeny should never be fixed in stone--as new scientific discoveries occur in the future, modifications will be made to reflect the current state of scientific knowledge.

Page 6: tsjok45.files.wordpress.com · Web view(dit is ook een uitgebreid word -document dat apart inplakbaar is op gelijk welke internet pagina en /of discussieplatform ) laat het vergezeld
Page 7: tsjok45.files.wordpress.com · Web view(dit is ook een uitgebreid word -document dat apart inplakbaar is op gelijk welke internet pagina en /of discussieplatform ) laat het vergezeld

De evolutie van een nobel dierOver de uitgestorven links in de evolutie van het paard en welke bijzondere kenmerken deze droegen.

Een artikel van Tim Spaan

Rond 1870 presenteerde bottengraver en ruziemaker O.C.Marsh een serie skeletten die een opvallende evolutionaire lijn lieten zien. Het waren skeletten van uitgestorven paardesoorten van verschillende ouderdom. Op een rij gezet kon men zien hoe de paarden in de loop der tijd groeiden, hun aantal tenen terug liep en de vorm van hun kiezen veranderde. Het leek wel of het huidige paard een soort gericht doel was geweest van de evolutie, een bestemming zogezegd. Dit was niet de evolutie die Darwin zich had voorgesteld, volgens hem moest een evolutionaire stamboom er als een waaier uitzien, waarbij verschillende takken uit een gemeenschappelijke voorouder ontsproten. Maar Marsh's gevonden paarden suggereerden eerder een éénlijnige evolutie.In de eeuw die volgde werden echter meer skeletten gevonden van fossiele paarden die duidelijk niet in het rijtje paste. Sommige paarden beschikte aan elk been nog steeds over twee rudimentaire tenen, zoals het genus Hippidion, terwijl er oudere soorten waren bij wie deze al geheel waren verdwenen. Ook werden er bladetende paarden ontdekt, lang nadat grazende paarden waren ontstaan (Waarvan men had gedacht dat de evolutie paralel had gelopen met die van het gras, zo rond het laat-Oligoceen/vroeg-Mioceen.) En ondanks dat de meeste paarden telkens een beetje groter waren vergeleken met hun voorouders werden er een genus ontdekt dat weer wat was gekrompen.Al snel werd duidelijk dat het hier ging om verschillende evolutionaire lijnen, één lijn had gestalte gegeven aan het moderne paard, andere waren verdwenen. In totaal zijn er ongeveer 30 fossiele paardachtige genera ontdekt, die in 3 grote en een aantal kleinere vertakkingen in de stamboom worden geplaatst. Van deze omvangrijke familie is het moderne paard een schamel restant, alle

Page 8: tsjok45.files.wordpress.com · Web view(dit is ook een uitgebreid word -document dat apart inplakbaar is op gelijk welke internet pagina en /of discussieplatform ) laat het vergezeld

moderne paarden, ezels en zebra's behoren tot één genus genaamd Equus. Dat er zoveel paardesoorten zijn verdwenen kan misschien te wijten zijn aan voedselconcurrentie van evenhoevigen. Tijdens de ijstijden stierf de lijn waar oa. Hippidion toe behoorde uit, Equus overleefde, en er is gesuggereerd dat dit kwam dankzij de mens die het paard domesticeerde, maar dat is nog niet zeker.

De evolutie van paardachtigen:

Ondanks dat de evolutie van paarden niet zo rechtlijning verliep als de vondsten van Marsh deden vermoeden, beperken we ons wel tot die ene lijn die gestalte gaf aan het huidige paard, om niet de aandacht daarvan af te leiden en ellelange teksten te voorkomen. Wie meer wil weten over die lijnen die het niét gehaald hebben kan terecht bij Fossil Horse Cyber Museum.Toen Sir Richard Owen voor het eerst tanden en kiezen van een diertje uit het Eoceen, ter groote van een kat, in handen kreeg, zag hij er eerst een primaat in. Bij onderzoek naar wat kompletere fossielen dacht hij aan een verwant van de klipdas (Hyrax in het Engels), en gaf het de naam Hyracotherium.

Page 9: tsjok45.files.wordpress.com · Web view(dit is ook een uitgebreid word -document dat apart inplakbaar is op gelijk welke internet pagina en /of discussieplatform ) laat het vergezeld

HyracotheriumAfkomstig van:Fossil Horse Cyber Museum

Intussen ontdekte Marsh in Noord-Amerika de paardefossielen waarmee hij de evolutionaire lijn zou construeren. In 1876 ontdekte hij de oudste en kleinste paardachtige tot nu toe bekend, een mini-paardje, zo groot als een kat. Het had vier hoefjes aan de voorbenen, drie aan de achterbenen en een primitief gebit. Hij noemde het Eohippus, oftewel 'Paard van de Dageraad'. Vastgesteld werd dat Eohippus en Hyracotherium één en dezelfde soort waren. Beide namen werden afwisselend lange tijd gebruikt, maar nu is Hyracotherium als definitieve naam vastgesteld, ondanks dat Eohippus een veel toepasselijkere naam zou zijn geweest (Omdat Eohippus nu een officieuze naam is wordt het niet in italic (schuin) geschreven.).Hyracotherium is gevonden in Noord-Amerika en Europa, in leven zou het waarschijnlijk een schuw lichtvoetig bosdier zijn geweest, die snel achter een boom vandaan kon glippen en verdwijnen in de groene diepte als hij door een roofdier werd belaagd, maar niet geschikt om effectief grote afstanden af te leggen zoals latere paarden. Hij wordt gekenmerkt door oa. vier hoeven voor en drie achter, waarbij de tweede teen overigens al het grootste deel van het gewicht droeg. Hij heeft het voor zoogdieren maximale aantal gebitselementen van 44, waarbij zelfs korte hoektanden en valse kiezen aanwezig zijn (Moderne paarden hebben geen hoektanden en alleen ware kiezen.). De tanden en kiezen zijn niet aangepast om te grazen, wat klopt omdat gras in het Eoceen nog niet bestond. Zijn gebit doet denken aan die van omnivoren, en het is niet uitgesloten dat Hyracotherium naast gebladerte soms wormen of insecten zou hebben gegeten. Het dier had relatief kleine hersenen voor een paardachtige.Door zijn hoge ouderdom en primitieve kenmerken wordt Hyracotherium beschouwd als de voorouder van de paardachtigen en een kleine afsplitsing van uitgestorven tapir-achtige paarden, waar onder meer Palaeotherium en Propalaeotherium toe behoren. Daarnaast is er gesuggereerd dat hij ook de voorouder van andere Perissodactyla, bijvoorbeeld neushoorns of Brontotheren zou kunnen zijn. De grote overeenkomst tussen dit vroege paardje en de eerste neushoorns, die tijdens het Eoceen eveneens kleine lichtvoetige bosdieren waren, geeft in ieder geval aan dat de verwantschappen erg dicht lagen.

Twee miljoen jaar na het ontstaan van Hyracotherium verscheen er een tweede paardachtige genaamd Orohippus. Waarom Marsh hem deze naam (Die 'Bergpaard' betekend.) heeft gegeven heeft hij nooit uitgelegd. Orohippus leefde, noch is gevonden in een bergachtig landschap. In plaats daarvan leefde hij net als Hyracotherium in het wereldomvattende woud van het Eoceen, de beide

Page 10: tsjok45.files.wordpress.com · Web view(dit is ook een uitgebreid word -document dat apart inplakbaar is op gelijk welke internet pagina en /of discussieplatform ) laat het vergezeld

soorten leefden een tijdlang samen, maar Orohippus was te oordelen naar het aantal gevonden fossielen zeldzamer. Hij was in grote mate gelijk aan Hyracotherium, maar iets groter, en de middelste teen droeg weer een beetje meer gewicht ten koste van de andere tenen. Dit proces zette zich nog 45 miljoen jaar voort, totdat de overige tenen bijna geheel waren verdwenen en de voet op één kollosale teen steunde.

De paarden die tot nu toe genoemd zijn leken, samen met tapir-achtige paarden andere verwante Perrisodactyla die ik voor de duidelijkheid niet heb vermeld, nog niet echt op moderne paarden in tal van opzichten. Ze hadden hoektanden zoals van een hond en valse kiezen, ze aten geen gras maar bladeren en ze konden hun pols en elleboog laten roteren (Een eigenschap die latere paarden verloren, maar die bijvoorbeeld in de orde der Primaten bewaard is gebleven tot aan de mens toe.).Maar met het verschijnen van Mesohippus, ongeveer 40 miljoen jaar geleden, ontstond de meer paardachtige vorm, die aan moderne paarden doet denken. Dit hangt ongetwijfeld samen met de verandering van het klimaat in die periode. Rond het laat-Eoceen werd het op aarde koeler en droger, en de wereldwijde tropische regenwouden begonnen zich terug te trekken tot rond de evenaar. (Een geleidelijk proces dat zich in 40 miljoen jaar voltrok, regenwouden zijn nu beperkt tot rond de evenaar.) Het regenwoud, wat het leefgebied van Hyracotherium en Orohippus was geweest begon meer een open vlakte of savanne te worden. Dit voltrok zich niet zo abrupt als uit de vorige zin zo kunnen blijken, maar meer geleidelijk. Zo ook ontwikkelde Mesohippus en zijn nakomelingen geleidelijk aanpassingen om in open gebieden te overleven, zoals lange sterke poten, en een lichaamsbouw die het dier in staat stelde om efficient grote afstanden af te leggen in hoge snelheid.Mesohippus verschilde van zijn voorouders nog wat betreft zijn voorbenen, die hadden nu net als de achterbenen drie tenen. Van de oorspronkelijke vierde teen was alleen een beenstompje over. De hersens van Mesohippus waren nu onmiskenbaar die van een paardachtige. Tenslotte beschikte hij in elke kaakhelft over drie valse kiezen en vier ware kiezen, Hyracotherium had vier valse en drie ware kiezen, dus per kaakhelft was er één valse kies een ware geworden. Dit duid er op dat de paarden op taaier voedsel waren overgegaan.

Ongeveer 36 miljoen jaar geleden verscheen Miohippus ten tonele.

MiohippusAfkomstig van:Fossil Horse Cyber Museum

Toen Marsh deze paardachtige in 1874 opgroef in naar hij dacht Miocene aardlagen (Later bleken dit Oligocene lagen te zijn.) besloot hij deze te vernoemen naar dit vermeende tijdperk. Miohippus was de verbeterde versie van zijn voorouder Mesohippus, maar de periodes waarin beide soorten leefden overlappen elkaar met 4 miljoen jaar. Miohippus was groter dan zijn voorganger, had een langere snuit en de kiezen begonnen meer te lijken op molenstenen zoals van huidige paarden.Mesohippus verdween in het laat-Oligoceen, ondertussen ging Miohippus nog een tijdje door, maar de paardendynastie splitste zich met het aanbreken van het Mioceen op in minstens drie verschillende evolutielijnen, die samen zo'n 15 genera voortbrachten. De eerste groep specialiseerde zich in het

Page 11: tsjok45.files.wordpress.com · Web view(dit is ook een uitgebreid word -document dat apart inplakbaar is op gelijk welke internet pagina en /of discussieplatform ) laat het vergezeld

eten en verwerken van gras, en dit was uiteindelijk de groep die overleefde. De tweede groep, deze kwam vooral voor in Europa en Azië, keerde terug naar de bossen en specialiseerde zich in in bladeten. Ze behielden de kiezen van hun voorouder Miohippus. Aanvankelijk hadden ze succes, maar het verdwijnen van de bossen was een onomkeerbaar proces, en tegen het einde van het Mioceen stierven ze uit. De laatste soort, Megahippus was het laatste bladetende paard en verdween 11 miljoen jaar geleden. De derde groep leefde maar kort, dit waren eveneens opnieuw bosdieren, en deze soorten krompen in plaats van dat ze groeiden. Ze waren binnen enkele miljoenen jaren weer verdwenen.

Maar wij gaan nu verder met de eerste groep van grazende paardachtigen.

ParahippusAfkomstig van:Fossil Horse Cyber Museum

Aan het begin van het Mioceen ontstond Parahippus, nog steeds een drietenig paard en opnieuw weer wat groter dan zijn voorgangers. Tijdens het Mioceen voltrok zich de groene evolutie van het gras. Waar vroeger bossen en struiksteppen waren was nu een groene vlakte zo ver het oog reikte. De evolutie van grasetende dieren liep hieraan paralel, en één van die grasetende dieren was Parahippus. Dit dier had om het taaie gras te vermalen kiezen ontwikkeld met hoge kronen en een dikkere laag cement om de slijtage van intensief kauwen tegen te gaan. Om zich over de grasvlakte efficient te bewegen ontwikkelde hij het typerende paardelijf zoals al eerder vermeld. Parahippus leefde overigens niet lang, hij evolueerde snel door naar de volgende schakel genaamd Merychippus.Deze ontstond 17 miljoen jaar geleden, en was ook nu weer wat groter dan zijn voorgangers. Hij beschikte over grotere hersenen en hoog gekroonde kiezen om gras te vermalen, en was op zoek naar gras in staat over grote afstanden te migreren door zijn lange en stevige poten. Doordat de Radius en de Fibula sterk waren gereduceerd konden de polsen en ellebogen niet meer worden geroteerd.Merychippus leek in veel opzichten al op een modern paard, zo had hij zijn kiezen in een hoge kaak, die hem de karakteristieke zware kaaklijn van moderne paarden gaf. Aan de andere kant beschikte hij nog steeds over drie tenen per voet, al waren de buitenste twee tenen kleine stompjes.

Pliohippus schedel Deze beschikt over een kleine holte

Page 12: tsjok45.files.wordpress.com · Web view(dit is ook een uitgebreid word -document dat apart inplakbaar is op gelijk welke internet pagina en /of discussieplatform ) laat het vergezeld

vlak voor de ogen, die mogenlijk de plaats aangeeft van een klier.Afkomstig van:Fossil Horse Cyber Museum

In het laat-Mioceen ontstonden er weer meerdere takken aan de stamboom, grofweg ontstond er één groep die de rudimenten van de twee buitenste tenen nooit verloor, en één groep die dat wel deed, waartoe het moderne paard behoord.Pliohippus, die rond 15 miljoen jaar geleden ontstond, is lange tijd aangezien voor de directe voorouder van het huidige paard, maar is nu als zodanig verworpen omdat oa. zijn voortanden in een ronding in de bek staan, terwijl de voortanden van moderne paarden een hoekige vorm hebben. Ook beschikte Pliohippus over pre-orbitale klieren, dit is te zien door de diepe holtes in de schedel vlak voor het oog. De moderne Equus beschikt hier in het geheel niet over, dus heeft Pliohippus zich al eerder afgescheiden van de lijn die zou leiden tot het moderne paard.Een betere kandidaat is Dinohippus, deze leefde tussen 13 en 5 miljoen jaar geleden en heeft vrijwel zeker gestalte gegeven aan Equus. Hij leek sterk opPliohippus in het begin, maar latere soorten hadden geen pre-orbitale klier meer, en zijn tanden stonden rechter. Vondsten in Noord-Nebraska suggereren dat het aantal tenen varieerde per individu, sommige dieren hadden drie tenen, andere één. Deze vondst kan geïnterpreteerd worden als een 'snapshot' waarin we kunnen zien hoe een nieuw verworven eigenschap (Geen rudimentaire tenen meer.) bezig is zich onder de populatie te verspreiden. Dit, en andere kenmerken maken Dinohippus de meest waarschijnlijke directe voorouder van het huidige paard.

Ongeveer 4 miljoen jaar geleden ontstonden paardachtigen met alle karakteristieken van een modern paard, een stijve rug, lange nek, lange benen, vaste enkels en polsen die die niet geroteerd konden worden, lange snuit en zware kaak. Het moderne paard Equus was geboren. De hersens waren groter dan die van Dinohippus, en er was maar één teen per voet. De kiezen zijn hooggekroond en hebben een cementlaag, geschikt om taai gras te vermalen. Hoewel de evolutie van paarden bijna geheel in Noord-Amerika heeft plaatsgevonden, en Europa en Azië alleen van tijd tot tijd bezoek kregen van Amerikaanse immigranten die in de loop der tijd steeds weer uitstierven, was verrassend genoeg na de ijstijd het omgekeerde het geval. In Noord-Amerika stierven paarden geheel uit, maar ze overleefde in Eurazië en Afrika. Rond 3000 jaar geleden werden enkele door mensen gedomesticeerd, en nadat Amerika was ontdekt werden ze hier door Spaanse conquestadores weer opnieuw geïntroduceerd.

In het kort nog een keer; de chronologische geschiedenis:

Paarden uit het vroeg-Eoceen

Hyracotherium

Tijd: 55 - 45 miljoen jaar geledenMet oa. Hyracotherium en Orohippus Kleine

bosdieren van zo'n 20 centimeter hoog.Per voet 4 hoefjes van voren en 3 achter.

Een 44-delig gebit met korte hoektanden en laaggekroonde kiezen, per kaakhelft 4 valse

en 3 ware.Een bladeter (en misschien omnivoor)

Page 13: tsjok45.files.wordpress.com · Web view(dit is ook een uitgebreid word -document dat apart inplakbaar is op gelijk welke internet pagina en /of discussieplatform ) laat het vergezeld

orohippus

Mesohippus

Tijd: 40 - 32 miljoen jaar geledenZo'n 24 centimeter hoog.

Per voet 3 hoefjes voor en achter.3 valse kiezen en 4 ware.

Bladeter

Miohippus

Tijd: 32 - 25 miljoen jaar geledenZo'n 60 centimeter hoog.

Drietenig, een blad -en graseter. Kiezen hoger gekroond.

Parahippus

Tijd: 24 - 17 miljoen jaar geledenZo'n 90 centimeter hoog.

Drietenig, een blad -en graseter. Kiezen nog hoger gekroond.

Page 14: tsjok45.files.wordpress.com · Web view(dit is ook een uitgebreid word -document dat apart inplakbaar is op gelijk welke internet pagina en /of discussieplatform ) laat het vergezeld

Merychippus

Tijd: 17 - 11 miljoen jaar geledenZo'n 90-100 centimeter hoog.

Drietenig, maar de buitenste tenen raken niet de grond.

Kiezen volledig hoog-gekroond, met dikke laag cement. (Bij alle latere soorten blijft dit

behouden.) Een graseter

Pliohippus

Tijd: 12 - 6 miljoen jaar geledenZo'n 122 centimeter hoog

Miocene soorten zijn drietenig, de Pliocene ééntenig.

Pre-orbitale klieren voor de ogen en de voortanden staan in een ronding (zie plaatje)

Dinohippus

Tijd: 13 - 5 miljoen jaar geledenZo'n 140 centimeter hoog

Drie -of ééntenig verschild per individu.Vroege soorten hebben pre-orbitale klieren

en ronde voortanden, bij latere soorten verdwijnt de klier en staan de tanden in een

meer hoekige vorm.Een grazer

Equus

Tijd: 4 miljoen jaar geleden t/m hedenWilde soorten gemiddeld 140 centimeter bij de schouder. Bij gedomesticeerde soorten

varieerd het zeer sterk.Eéntenig,

Plaatjes oa. afkomstig van: Fossil Horse Cyber Museum

Page 15: tsjok45.files.wordpress.com · Web view(dit is ook een uitgebreid word -document dat apart inplakbaar is op gelijk welke internet pagina en /of discussieplatform ) laat het vergezeld

De voeten en tenen van paardachtigenV.l.n.r Hyracotherium 55-45 miljoen jaar oud.

Miohippus 32-25 miljoen jaar oud.Merychippus 17-11 miljoen jaar oud.

Equus hedenBronnen:

1 Talk Origin Archive/Horse EvolutionDe daaruit voorkomende feiten worden hier bevestigd: Talk Origins references

2 Fossil Horse Cyber Museum

Scientific Names | Toe Tales | Fossil Gallery | Time Scales | Stratigraphy | Home

Creationisten babbel

Page 16: tsjok45.files.wordpress.com · Web view(dit is ook een uitgebreid word -document dat apart inplakbaar is op gelijk welke internet pagina en /of discussieplatform ) laat het vergezeld

Zie vooral hier —> tussenvormen bestaan niet (dit is ook een uitgebreid word -document dat apart inplakbaar is op gelijk welke internet pagina en /of discussieplatform )

laat het vergezeld gaan van Vertebrate Fossils FAQ

http://talkorigins.org/faqs/faq-transitional.html

Wat zijn overgangsfossielen? (Kathleen Hunt)

Wat zijn zogenaamde missing links? (Dominique Adriaens)

zie vooral het (antwoord)stuk van Arjan Kop

http://www.angelfire.com/mi/dinosaurs/horse.html http://www.carm.org/evo_questions/horsevolution.htm