42
2 de jaar – 2 de graad (2uur) Hoofdstuk 9 : Warmte - 111- Warmte als energievorm Inleiding : Als we ons afvragen wat warmte is, en steunen op onze ervaringen uit het dagelijks leven, dan komen we vlug in de problemen. Probeer maar volgende uitspraken te verklaren : - Als we water opwarmen gaat het koken - Als de deur openstaat komt de koude binnen Het aanvoelen van de warmte is ook zeer subjectief gebonden. Noteer hier hoe jij de warmte aanvoelt in het lokaal: ........................................... We merken dat dit gevoel verschilt van persoon tot persoon, zo zal de ene persoon zeggen dat het warm is, de andere vindt het juist aangenaam, we moeten dus objectief gaan meten. In de evolutie van de wetenschappen heeft men ook steeds geprobeerd te omschrijven wat warmte is. Denk maar aan de vroegere voorstelling waarbij alles opgebouwd was uit vier elementen, waarop de alchemisten steunden om te proberen lood om te zetten tot goud. In andere voorstellingen stelde men warmte voor door bijvoorbeeld puntige deeltjes, waarmee heel wat verschijnselen konden verklaard worden. Benjamin Thomson gaf de aanzet tot het begrijpen van wat warmte is : Bij het uitboren van de loop van een kanon stelde hij vast dat er steeds warmte vrijkwam, zolang het boren duurde, dus zolang arbeid verricht werd, of energie toegevoerd werd. Sir Benjamin Thomson (1753-1814) werd geboren in Amerika maar is verhuisd naar Londing in 1776. Hij begon met onderzoek naar buskruit. Zijn belangrijkste wetenschappelijk werk gebeurde in Munchen en ging over warmte dat hij in "An Experimental Enquiry Concerning the Source of the Heat which is Excited by Friction” beschreef als een vorm van mechanische energie.

Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

  • Upload
    vocong

  • View
    214

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 111-

Warmte als energievorm

Inleiding :

Als we ons afvragen wat warmte is, en steunen op onze ervaringen uit het dagelijks leven, dan komen we vlug in de problemen. Probeer maar volgende uitspraken te verklaren : - Als we water opwarmen gaat het koken - Als de deur openstaat komt de koude binnen Het aanvoelen van de warmte is ook zeer subjectief gebonden. Noteer hier hoe jij de warmte aanvoelt in het lokaal: ........................................... We merken dat dit gevoel verschilt van persoon tot persoon, zo zal de ene persoon zeggen dat het warm is, de andere vindt het juist aangenaam, we moeten dus objectief gaan meten. In de evolutie van de wetenschappen heeft men ook steeds geprobeerd te omschrijven wat warmte is. Denk maar aan de vroegere voorstelling waarbij alles opgebouwd was uit vier elementen, waarop de alchemisten steunden om te proberen lood om te zetten tot goud. In andere voorstellingen stelde men warmte voor door bijvoorbeeld puntige deeltjes, waarmee heel wat verschijnselen konden verklaard worden. Benjamin Thomson gaf de aanzet tot het begrijpen van wat warmte is : Bij het uitboren van de loop van een kanon stelde hij vast dat er steeds warmte vrijkwam, zolang het boren duurde, dus zolang arbeid verricht werd, of energie toegevoerd werd.

Sir Benjamin Thomson (1753-1814) werd geboren in Amerika maar is verhuisd

naar Londing in 1776. Hij begon met onderzoek naar buskruit. Zijn

belangrijkste wetenschappelijk werk gebeurde in Munchen en ging over warmte

dat hij in "An Experimental Enquiry Concerning the Source of the Heat which is Excited by Friction” beschreef als een vorm van mechanische energie.

Page 2: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 112-

A. Temperatuur en warmte.

1. Equivalentie

Voorbeelden : - je plooit een ijzeren staaf - in je handen wrijven - het remmen.

Arbeid, energie en warmte (symbool: Q) zijn gelijkwaardige of equivalente grootheden, je kan de ene vorm in de andere omgezetten. De eenheid is dezelfde: 1 J (joule)

Opdracht 1.

W E

Q

Een lucifer kan je niet doen ontvlammen door over gelijk welk oppervlak te wrijven. Hoe kan je dit verklaren ? ...................................................................................

Wanneer de aarde door de meteorietgordels trekt ( augustus) dan zie je frequent ‘vallende sterren’, zelden bereiken ze echter het aardoppervlak. Hoe komt dat ? ...................................................................................

Kan een basketbal die je tegen een muur gooit na het terugkaatsen opgewarmd zijn ? Kan dit met andere voorwerpen eventueel wel ? ...................................................................................

Het hitteschild van een ruimteveer moet bestand zijn tegen zeer hoge temperaturen, verklaar. Welke energievormen komen voor ? ...................................................................................

Een trein met massa 1000 ton rijdt aan een snelheid van 120 km/h. Hoeveel warmte komt vrij bij het remmen ? ...................................................................................

Een blok ijzer van 50 kg valt van 12 m hoogte. Hoeveel warmte komt vrij bij de botsing met de grond ? ...................................................................................

Page 3: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 113-

2. Opwarmen van de materie.

Proef 1:

Bij het opwarmen gaan de deeltjes van de stof heviger trillen, door botsing wordt

deze trilling van deeltje op deeltje overgedragen. De inwendige kinetische energie

neemt toe.

Opmerking: Waarnemen dat de stof opgewarmd is kunnen we met een thermometer.

Besluit :

Door warmtetoevoer zal de gemiddelde kinetische energie van de deeltjes stijgen. De

warmte vinden we dus terug onder de vorm van inwendige kinetische energie van de

stof, warmte is dus een vorm van energie.

De temperatuur is een maat voor de gemiddelde kinetische energie van de deeltjes.

Proef 2: De Pyrometer

Verhit men de staaf, dan ............................... de wijzer zich : de staaf .................. Proef 3: Bol en ring van s’Gravesande

Eventjes herhalen !!

Bij het opwarmen van het uiteinde van een metalen staaf zal na

een tijdje het andere uiteinde ook .......................................zijn,

de warmte wordt dus .......................................

1. Bol bij kamertemperatuur op de ring leggen.

Waarneming: .....................................................

2. Bol verwarmen en op de ring leggen.

Waarneming : .................

3. Als de bol door de ring valt een paar seconden

wachten en de bol van onder naar boven door de

ring trekken.

Waarneming: ...................................................

Besluit :

De uitzetting van een stof is afhankelijk van de

.............................................................................

Een metalen staaf is aan één uiteinde

vastgeklemd terwijl haar vrij uiteinde

in contact is met de korte arm van een

hefboom, waarvan de lange arm een

wijzer is.

Page 4: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 114-

Besluit:

Bij het opwarmen zet de stof een beetje uit:

� de deeltjes gaan ......................... trillen,

� de deeltjes gaan ........................... uiteen.

Dit gebeurt tegen de ............................................. in, die de deeltjes samenhoudt.

Er moet dus ............................... verricht worden, hiervoor is ........................ energie

nodig, de inwendige potentiële energie neemt toe.

Q = ∆Ek + ∆ Ep De toename van de potentiële energie is slechts een paar % van de toename van de kinetische energie.

De lengteverandering van een staaf is recht evenredig met de

temperatuurstijging. Dit principe kunnen we gebruiken om een thermometer te

construeren.

Thermometer

Een thermometer is een instrument om de temperatuur (symbool: T) te meten. Temperatuur is de ............................................ voor een hoeveelheid ............. De werking van de thermometer steunt op de uitzetting van een stof: lengteverandering.

Afhankelijk van het gebied waarin men de temperatuur wil meten zal men een thermometer nemen die steunt op de uitzetting van een andere stof nemen. Smeltpunt, kookpunt en stolpunt begrenzen het meetbereik van de thermometer.

Soorten thermometers:

� vloeistofthermometer met alcohol of kwik

� bimetaalthermometer

Toepassingen: ................................................................................

� elektrische thermometer

Door de ijking kan een schaalverdeling worden

vastgesteld.

De ijking gebeurt in °C (celcius)

� 0°C in smeltend ijs

� 100°C in de damp van kokend water

Het interval wordt in 100 gelijke delen verdeeld.

Page 5: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 115-

3. Absolute temperatuur Als we een stof opwarmen stijgt de thermische beweging, hierop staat geen bovengrens ( vb 10 miljoen °C in het binnenste van een zon) Als we een stof afkoelen dan neemt de thermische beweging af. Er is dus een punt waar er geen thermische beweging meer is. Verdere afkoeling is dus niet mogelijk, immers, afkoelen betekent afvoer van thermische energie en die is nul geworden. Dit punt is het absolute nulpunt. Het ligt universeel vast en noemen we 0 K (kelvin) Men kan dit punt zeer dicht benaderen, doch lagere temperaturen zijn niet mogelijk. In de natuur is er dus een ondergrens. Het absolute nulpunt komt overeen met – 273,15 °C. Wetenschappelijk gebruiken we de kelvin temperatuurschaal : het nulpunt is 0 K en geven we eenzelfde schaalverdeling als in °C. Voor de omzetting krijgen we : + 273 - 273 °C K K °C Bij zeer lage temperatuur bestaan geen gassen of vloeistoffen meer, elke stof bevindt zich in de vaste toestand. Zo is He het gas dat het moeilijkst vloeibaar te maken is, dit gebeurt bij 4 K. Bij nog lagere temperatuur wordt ook He vast. Nergens in het heelal kunnen temperaturen lager dan het absolute nulpunt voorkomen. Als een stof afkoelt tot dicht bij het absolute nulpunt veranderen de eigenschappen

- lucht wordt vloeibaar bij - 147°C (................K) en vast bij - 210°C ( ............... K)

- een rubberbal verliest zijn elastische eigenschappen en wordt ..............en

.................

- de elektrische weerstand van geleiders wordt plots nul, we spreken van

supergeleiding.

Alfred Nobel

Wist je dit?

De Nobelprijs voor Fysica gaat in het jaar 2003 naar de Russiche

wetenschappers Alexei Abrikosov, Vitaly Ginzburg en naar de Britse

Amerikaans Anthony Legget. Het trio krijgt de prijs voor hun

onderzoek naar supergeleiders, waarbij elektriciteit zonder

stroomverlies door een kabel kan stromen.

Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft

onder meer praktische toepassingen gekend in de magnetische

beeldvorming voor medische onderzoeken en, op het vlak van de

theoretische fysica, in de deeltjesvernellers waarmee gezocht wordt naar de bouwstenen van de materie, aldus de Academie.

Meer informatie over de nobelprijzen kan je vinden op volgende

website: http://nobelprize.org

Page 6: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 116-

Opdracht 2.

1. Omschrijf wat warmte en wat temperatuur is.

....................................................................................................................

....................................................................................................................

2. Wat is afkoelen van een stof ? Waarom is er een ondergrens ?

....................................................................................................................

....................................................................................................................

3. In welke aggregatietoestand wordt de inwendige potentiële energie

verwaarloosbaar ?

....................................................................................................................

....................................................................................................................

4. Welke beperkingen zijn er bij het gebruik van vloeistofthermometers ?

....................................................................................................................

....................................................................................................................

5. In welk temperatuurgebied kan men theoretisch een metaalthermometer gebruiken ?

....................................................................................................................

....................................................................................................................

6. Zet om naar °C of omgekeerd :

150°C = ............................

50 K =............................

- 190°C =............................

475 K =............................

- 30 K = ............................

7,6 K =............................

- 20°C =............................

7. Als men de temperatuur met 30°C laat stijgen, hoe groot is deze stijging uitgedrukt

in K ?

....................................................................................................................

Bij zeer hoge temperatuur is elk stof omgezet in de dampfase,

de thermische beweging is zodanig hevig dat ook de atomen

en moleculen opsplitsen in elektronen en positieve ionen, dit

noemen we de plasmatoestand ( komt voor in bolbliksems)

Page 7: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 117-

5. Voortplanting van de warmte.

Dit is wat in de natuur gebeurt. De natuur streeft naar een gelijke temperatuurs- of

energieverdeling.

Men kan ook het omgekeerde proces op gang brengen : warmte van de plaats op

lagere temperatuur naar de plaats op hogere temperatuur. Hiervoor moet echter

............................verricht worden. Dit is wat gebeurt in een koelkast en diepvries of

bij een warmtepomp.

a) Geleiding of conductie

Proef: Bij vaste stoffen

Proef: Bij vloeistoffen

Proef: Bij gassen

Warmte gaat spontaan over van de plaats op

.............................. temperatuur naar de plaats op

............................ temperatuur.

Om een heet pannetje vast te nemen gebuik je een

..............................................Je zet een plastic en een metalen

lepeltje in een kop hete koffie. Je brengt allebei de lepeltjes in je

mond.

Met het ................................................. lepeltje verbrand je bijna

je mond en met met ...................................... lepeltje niet.

Sommige vaste stoffen zijn goede geleiders, andere zijn slechte

Een proefbuis ¾ met water gevuld, kan je onderaan vasthouden,

terwijl het water bovenaan ter hoogte van het wateroppervlak

kookt.

Vloeistoffen zijn ............................. warmtegeleiders.

Verwarm de reageerbuis die gevuld is met lucht bovenaan. Je

merkt dat de lucht bovenaan verwarmd wordt en de

temperatuur van de lucht onderaan in de reageerbuis niet

stijgt.

Gassen zijn ........................... warmtegeleiders.

Dit verklaart waarom je je vinger heel dicht ter hoogte van de

opening van de bunsenbrander kan houden zonder je vinger te

verbranden. Tussen je vinger en de vlam bevindt zicht

............................

Page 8: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 118-

De warmte plant zich voort in de materie doordat trillingsenergie van deeltje op deeltje

overgedragen wordt. Bij energietransport wordt de energie door de deeltjes aan mekaar

doorgegeven, zonder dat ze van plaats veranderen.

Naarmate de onderlinge afstand tussen de deeltjes groter is, gebeurt dit trager. Zo

bevinden de deeltjes van een vloeistof en zeker van een gas zich verder van elkaar, als

die van een vaste stof.

Kunststoffen, kurk, hout, lucht en water zijn slechte warmtegeleiders of isolatoren.

Toepassing:

Metalen zijn goede geleiders. Dit is te verklaren vanuit de

metaalstructuur. Een metaal bestaat uit een rooster van

positieve ionen waartussen vrije electronen zich bewegen.

Deze electronen kunnen kinetische energie bij botsing op een

atoom met hoge temperatuur opnemen. Zij kunnen een heel

eind verder bij bosting op een atoom met een lagere

temperatuur die energie weer afgeven. De kinetsische energie

van dat atoom neemt toe. De vrije electronen zorgen voor een

vlug energietransport doorheen het metaal.

Bij woningbouw worden snelbouwstenen gebruikt voor

binnenmuren. Zij bevatten veel luchtkanalen.

Lucht is een slechte warmtegeleider.

Page 9: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 119-

b) Stroming of convectie.

In vloeistoffen en gassen kunnen zich massa’s warme materie verplaatsen.

Convectie is die vorm van energietransport waarbij de energie door verplaatsing van de

deeltjes doorgegeven wordt.

Dit is te verklaren doordat bij temperatuurstijging de dichtheid kleiner wordt, waardoor

de warmere vloeistof/gas opstijgt. Daardoor kan er bij vaste stoffen geen convectie

plaats vinden: de deeltjes hebben een vaste plaats in het kristalrooster. Bij geleiding is er

enkel transport van energie. Bij convectie is er zowel transport van energie als van

materie.

In de natuur vinden we dit terug op grote schaal bij luchtbewegingen en zeestromingen.

- Golfstroom en Labradorstroom

- Luchtstromingen (Zuiderwind, Noorderwind)

- In een vat water stijgt het warme water op, koude watermassa’s zinken, daar de

dichtheid van warm water kleiner is dan van koud water.

- Warme lucht boven een radiator van de centrale verwarming stijgt op.

Bovenaan laat je enkele druppels inkt of enkele kristalletjes

kaliumpermangenaat in het koude water vallen. Het water in de

rechthoekvormig gebogen glazen buis wordt onderaan zachtjes

verwarmd.

Het gekleurde water verplaatst zich. Er ontstaat een stroming in de

rechthoekige gesloten glazen buis.

Opm: In deze opstelling gebeurt de stroming in tegenwijzerzin.

Als we bovenaan het papiertje (van het theebuiltje) met

een lucifer aansteken, dan zal het opstijgen want de

opgewarmde lucht zal stijgen. De daaropvolgende aanvoer

van koude lucht van onderen uit doet het papiertje

opstijgen.

Zeewind Landwind

Page 10: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 120-

c) Straling of radiatie

Röntgenstraling gaat dwars door je je lichaam en vraagt zoals radio- en tv-straling

speciale apparatuur om ze te detecteren.

De zon heeft hoge temperatuur en zendt veel straling uit. Niettegenstaand de

luchtledige ruimte tussen de zon en de aarde bereikt deze straling de aarde. De zon

verwarmt de aarde.

Warmte zoals van de zon kan zich voortplanten door straling. Warmtestraling

noemen we ook infraroodstraling. Infraroodstraling maakt deel uit van het

elektromagnetisch spectrum waartoe ook zichtbaar licht en ultraviolet licht behoren.

Een stof neemt infraroodstraling op, deze wordt omgezet in thermische

energie van de deeltjes, de temperatuur stijgt. Omgekeerd zet elk voorwerp op

temperatuur voortdurend thermische energie om in infraroodstraling, de temperatuur

daalt. Bij temperatuurevenwicht is de absorptie gelijk aan de emissie.

Vb: een muur staat in de vlakke zon: de absorptie > de emissie (temperatuur stijgt)

‘s avonds voel je de uitstraling: de absorptie < de emissie (temperatuur daalt)

Als je je hand een 10-tal cm naast een gloeilamp houdt, voel

je warmte. Hou je er en stuk karton tussen, dan voel je

geen warmte. De lucht tussen je hand en de gloeilamp is

niet opgewarmd. We hebben hier dus een vorm van

energietransport zonder tussenkomst van materie. We

spreken van straling.

Opm: Wat zie je als je een tijdje naar de zwarte lamp staart

en daarna naar het witte gedeelte?

Elk voorwerp zendt bij elke temperatuur straling of

golven uit met elektrische en magnetische

eigenschappen. Men noemt ze elektromagnetische

straling of elektromagnetische golven. Een deel

daarvan is zichtbaar wanneer het in het oog valt:

het licht. Een ander deel geeft een warmtegevoel

op de huid. Het verhoogt de inwendige energie van

de huid: de infraroodstraling.

Mensen, radiatoren en strijkijzers zenden eveneens

infraroodstraling uit.

De UV-straling verbrandt je huid.

Page 11: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 121-

Kenmerken van straling: � Er is geen middenstof nodig. Vb een infraroodlamp, de straling van de zon.

� Een mat zwart oppervlak absorbeert zeer sterk de straling, een wit blijkend oppervlak

reflecteert zeer sterk. Vb : Zwarte kleren in de zomer zijn zeer warm, sneeuw smelt

maar traag in de zon (wanneer smelt de sneeuw dan vlug ?)

� Naarmate de temperatuur hoger is zal de infrarooduitstraling intenser zijn, zo kan

men kleine temperatuursverschillen detecteren.

Vb infraroodcamera, infraroodfotografie, infraroodkijkers.

Opm: Bij 0 K is er geen infrarood emissie omdat ...................................................

Denk na en Antwoord (Opdracht 3) :

Bij het volgend experiment merken we dat het

mat geverfde blik sneller afkoelt.

De energie, uitgestraald door een lichaam is

afhankelijk van de aard van het oppervlak.

Donkere, mat gekleurde lichamen stralen

gemakkelijker energie uit dan blinkende helder

gekleurde lichamen.

Waarom bevat een thermos een dubbele wand die dan ook nog

reflecterend gemaakt is ?

........................................................................................

........................................................................................

........................................................................................

De beste isolator is stilstaande lucht. Verklaar met deze kennis de isolerende werking van kurk, isomo, wollen kledij:

....................................................................................

....................................................................................

....................................................................................

....

Als een kat in vrieskou buiten loopt staan haar haren recht,

mussen zien er dubbel zo dik uit, ze zetten hun pluimen wijd

open:

........................................................................................

........................................................................................

........................................................................................

Page 12: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 122-

B. De uitzetting van stoffen.

1. De lineaire uitzetting van een vaste stof. Welke factoren bepalen de uitzetting van een stof ?

- de lengteverandering is recht evenredig met de temperatuurstijging: l∆ ~ T∆

als voor ∆ T = 10°C de lengteverandering ∆l = 1 mm dan is voor ∆ T = 20°C de lengteverandering ∆l = 2 mm

- de lengteverandering is recht evenredig met de beginlengte: l∆ ~ 0l

als een staaf van 100 m, 20 mm uitzet dan zal een staaf van 200 m, 40 mm uitzetten ( zelfde soort stof, zelfde temperatuurstijging)

- de uitzetting is voor elke soort stof verschillend, daar voor elke stof de structuur (de cohesiekracht) anders is. als we een staaf van 100 m met 10°C opwarmen dan is de uitzetting voor : Fe : 1,2 cm Cu : 1,7 cm Al : 1,4 cm De factor die de aard van de stof in rekening brengt noemen we de lineaire

uitzettingscoëfficiënt (λ) van de stof. De lineaire uitzettingscoëfficiënt bepaalt hoeveel een een staaf van 1 m uit die stof uitzet bij een temperatuuursverhoging van 1 °C.

Kijzer

1107,11 6−=λ : Een ijzeren staaf van 1 m zal dus bij een temperatuurstijging

van 1 °C (1K) 11,7 µ m uitzetten.

Tl

l

∆=

0

λ

Verklaring van de uitzetting : Door de stijgende thermische beweging gaan de deeltjes verder uit elkaar tegen de sterke cohesiekrachten in. Denk maar eens na met welke kracht je aan een ijzeren staaf zou moeten trekken om ze evenveel langer te maken als ze door verwarming uitzet. Inderdaad, de uitzetting is relatief klein, doch de krachten die hierbij optreden zijn zeer groot : Als een ijzeren staaf van 1 m lengte en doorsnede 1 cm2 met 100°C opwarmt dan ontstaat een kracht van 100 kN !

Spoortaven, betonbanen, bruggen zetten uit bij

verwarmen. Er is uitzetting in de lengte, we spreken van

lineaire uitzetting.

Een metalen bol, vloeistoffen, zetten uit in alle

richtingen, het volume verandert, we spreken van

kubieke uitzetting.

Page 13: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 123-

2. Kubieke uitzetting van een vaste stof. Vb : bol van ‘s Gravesande Een stof kan uitzetten in de lengte, breedte, hoogte, of in de x, y, z richting.

V∆ ~ T∆

V∆ ~ 0V

V∆ ~ aard van de stof : de afhankelijkheid van de soort stof wordt weergegeven door

een nieuwe grootheid: de volume-uitzettingscoëfficiënt (α )

TV

V

∆=

0

α

Sommige stoffen zetten in elke richting evenveel uit, dit noemen we isotrope stoffen. Ze zijn gelijk in structuur, volgens welke richting men ze ook bekijkt. Stoffen die niet gelijk uitzetten en dus een structuur hebben die voor elke richting verschillend is, noemen we anisotrope stoffen. OPM: In tabellen vind je voor vaste stoffen enkel de lineaire uitzettingscoëfficiënt, omdat je de volume- uitzettingscoëfficiënt van een isotrope stof kunt vinden met de formule:

λα 3=

3. De uitzetting van vloeistoffen

Vb : een kolf met water, afgesloten met een dun buisje, opwarmen. De kubieke uitzetting van een vloeistof is :

� recht evenredig met de temperatuurstijging : V∆ ~ t∆

� recht evenredig met het beginvolume : V∆ ~ 0V

� hangt af van de soort vloeistof: V∆ ~ aard van de stof

Vb : Als de temperatuur van 1 dm3 vloeistof stijgt met 10°C dan is de volumeverandering voor : kwik : 1,8 cm3 alcohol : 11,2 cm3 petroleum : 9,5 cm3 De factor die de soort stof in rekening brengt noemen we de kubieke uitzettingscoëfficiënt (α)

Kenmerk : De uitzetting van een vloeistof is veel groter ( ongeveer 100 maal) dan van een vaste stof.

Page 14: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 124-

4. Dichtheidverandering.

Dichtheid : V

m=ρ ρ : dichtheid ( eenheid :

3;

m

kg

l

kg)

m : massa ( eenheid : kg )

V : Volume ( eenheid : lm ,3 )

33

..................1m

kg

cm

g=

l

g

cm

g....................1

3=

3

....................1m

kg

l

g=

T∆ -> V -> ρ

Naarmate de temperatuur stijgt wordt de dichtheid kleiner, de deeltjes gaan harder

trillen en gaan verder uit elkaar, het aantal deeltjes per volume eenheid wordt kleiner.

De dichtheid van een stof is groter in vaste toestand dan in vloeibare toestand.

5. De uitzetting van water.

Water is hierop een uitzondering. Water zet uit tijdens het stollen en krimpt in tijdens

het smelten. Tijdens het smelten drijft het vast deel op het vloeibaar deel. De dichtheid

van ijs is kleiner danvan water. Water vormt een uitzondering die onze natuur zo uniek

maakt .

Eventjes herhalen !!!!

Bij het opwarmen van een stof neemt het volume toe. De dichtheid

neemt af.

Tijdens het smelten van de paraffine drijft het gesmolten

deel op het vast deel. De dichtheid van de vaste stof is dan

groter dan de dichtheid van de vloeistof.

Cohesiekrachten zijn groter bij een vaste stof, waardoor in

de vaste stof de deeltjes dichter op elkaar gestapeld zijn.

Page 15: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 125-

Water heeft een onregelmatige uitzetting:

� Water neemt in volume af tussen 0°C en 4°C. Water heeft zijn grootste dichtheid

en zijn kleinste volume bij 4°C. Dit betekent dat water een dichtheidsmaximum

heeft bij 4°C.

� Vanaf 4°C hebben we de normale volume vermeerdering bij stijgende

temperatuur.

� Warmer water is lichter en stijgt op. Kouder water is lichter en stijgt op. Ijs is

lichter dan water, heeft een groter volume en drijft op water.

Dit speciaal gedrag is te verklaren door de structuur van water : kleine dipoolmoleculen. Gevolgen . - In de diepzee is de temperatuur 4°C. Diersoorten, waarvan vele nog maar amper

gekend zijn, zijn aangepast aan deze leefomstandigheden.

- Diep in een meer blijft de temperatuur in de winter en de zomer ongeveer 4°C :

In de zomer warmt het water bovenaan op, is lichter en blijft boven drijven

In de winter koelt het water bovenaan af, is lichter en drijft boven.

Het ijs dat gevormd wordt is lichter dan water en drijft boven.

Een vijver van meer dan 1 m diep bevat onderaan steeds water van rond 4°C. Dit is zeer

belangrijk voor het overleven van vissen en amfibieën.

T (°C)

Page 16: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 126-

Opdracht 4.

1. Waarom moet men ruimte laten tussen treinsporen, en niet tussen tramsporen ?

..............................................................................................................

2. Gewapend beton bestaat uit beton dat met ijzer versterkt is. Hoe moeten de

uitzettingscoëfficiënten van beide stoffen ten opzichte van elkaar zijn ?

..............................................................................................................

3. Waarom spant men elektriciteitskabels niet strak, doch hangen ze door ? Wanneer

moet men ze het meest laten doorhangen, bij montage in de zomer of in de winter ?

..............................................................................................................

4. Wat is er van doorslaggevend belang bij het ombuigen van spoorstaven of het

opheffen van betonplaten van wegen in de zomerhitte: de uitzetting of de optreden

krachten ?

..............................................................................................................

5. Een metalen brugdek rust op het bruggenhoofd en steunt op wieltjes, verklaar.

..............................................................................................................

6. Bereken, steunend op de gegevens uit de tekst, de uitzetting van :

a) een ijzeren staaf van 300 m die opwarmt van 20°C tot 140°C

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

b) een koperen meetlat van 30 cm die 50°C opwarmt

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

Page 17: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 127-

c) de Eifeltoren, die 300 m hoog is als de temperatuur schommelt tussen –20°C en

40°C

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

6. Wat versta je onder ‘schijnbare’ en ‘werkelijke ‘uitzetting van een vloeistof ?

..............................................................................................................

7. Als men paraffine boven confituurpotjes giet is dit na het stollen ingezakt. Verklaar.

..............................................................................................................

8. Waarom gaan niet goed geïsoleerde waterleidingen na een vorstperiode lekken ?

..............................................................................................................

9. Wat gebeurt er als je een fles water in de diepvrieskast laat afkoelen ?

..............................................................................................................

10. Stel je een wereld voor waarin water zich als een normale stof gedraagt, en beschrijf

hoe het dichtvriezen van een vijver zou verlopen.

..............................................................................................................

Page 18: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 128-

C. Gassen

Om het gedrag van gassen te beschrijven is het nodig om enkele verfijningen aan dit

model aan te brengen.

� Deeltjes hebben geen afmetingen en worden door punten voorgesteld. Het

volume beschikbaar voor de deeltjes is dus gelijk aan het volume van het vat.

� De cohesiekrachten worden verwaarloosd. Enkel bij botsingen oefenen de deeltjes

invloed uit op elkaar.

� De botsingen van de deeltjes, tegen mekaar en tegen de wand verlopen elastisch.

Het gas dat aan deze voorwaarden voldoet noemen we een ideaal gas. In het andere

geval spreken we van een reëel gas.

Zolang je geen metingen uitvoert onder hoge druk en/of bij lage temperatuur mag je de

resultaten beoordelen als die van een ideaal gas.

Eventjes herhalen !!!

Eigenschappen van gassen :

� Goed samendrukbaar.

� Kleine cohesiekrachten (bijna geen onderlinge

aantrekkingskracht).

� Deeltjes bewegen chaotisch en vrij door elkaar.

De deeltjes botsen onderling en tegen de wand.

Als de deeltjes op de wand botsen dan oefenen ze gedurende

een kleine tijd een kracht uit. Er wordt een krachtstoot F. ∆t

uitgeoefend, de deeltjes botsen terug. Uit die kracht ontstaat

druk.

De botsingen van de deeltjes zijn volkomen elastisch dwz

dat de grootte van de snelheid van de deeltjes voor en na de

botsing constant blijft

Page 19: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 129-

Toestandsgrootheden van een gas:

Proef: We verwarmen een kolf, gevuld met lucht met onze handen:

Waarneming: .............................................................................................

Als de temperatuur verhoogt, neemt het volume toe en verhoogt de druk.

T∆ -> V en p

Een verandering van één grootheid beïnvloedt de twee andere grootheden. De

grootheden druk, volume en temperatuur beschrijven de toestand van een bepaalde

massa gas, die in een vat is ingesloten. We noemen ze daarom de toestandsgrootheden.

Maar deze drie toestandsgrootheden zijn afhankelijk van elkaar.

Drie grootheden of parameters bepalen de toestand van een gas :

� De druk: p (=het resultaat van de botsingen van de deeltjes op de wand). � Het volume: V � De temperatuur: T (=maat voor de thermische beweging van de deeltjes).

Wat verwacht je dan dat er met de druk zal gebeuren, bij afkoeling naar het absolute

nulpunt toe ?

.......................................................................................................................

.......................................................................................................................

We gaan nu op zoek naar het verband tussen p, V en T bij een constante massa (het

aantal deeltjes is dus constant) en onderzoeken achtereenvolgens:

Constant te houden grootheid Verband tussen de volgende grootheden

Temperatuur (T) Druk en volume ( p, V)

Volume (V) Druk en temperatuur (p, T)

Druk (p) Volume en temperatuur ( V, T)

Page 20: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 130-

a. Het verband tussen druk en volume bij constante temperatuur.

Als we het volume gas zoals lucht opsluiten in een vat en het volume verkleinen

waarbij we de temperatuur constant houden, hoe verandert de druk ?

Formuleer een hypothese: ......................................................................................

Proef:

Werkwijze:

proef 1 : Bij een bepaalde druk lees je het volume af

� De drukspuit wordt op een stand 30 ml afgesteld, op de manometer vastgeduwd

en op tafel gelegd.

� Door samendrukken verminder je het volume (gebuik beide handen, verwarm

hierbij de lucht niet!)

� Lees druk (p) en volume (V) af en vul dit in in de tabel. (Oefen eerst om de

handeling te beheersen)

� Zet de waarden voor druk en volume om naar de hoofdeenheden Pa en m3.

� Bereken P . V

Proef 2: Bij een bepaald volume de druk aflezen (Nu ga je omgekeerd tewerk)

� Stel een bepaald volume in

� Lees de druk af ( Je mag hierbij tussen de schaalverdelingen lezen)

� Zet de waarden voor druk (p) en volume (V) om naar de hoofdeenheden Pa en

m3.

� Bereken P . V

Eventjes herhalen !

1 bar = 101300 Pa (dus ± 105 Pa)

Benodigdheden :

� Drukspuit

� Manometer

Page 21: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 131-

Metingen en berekeningen proef 1

barp in

mlV in

Pap in

3in mV

3in mPaVp ⋅⋅

1,0

1,5

2,0

2,5

Metingen en berekeningen proef 2

mlV in

barp in

3in mV

Pap in

3in mPaVp ⋅⋅

30

25

20

15

p – V grafiek : proef 1

Schaal :

Page 22: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 132-

p – V grafiek : proef 2

Besluiten en bespreking:

� Formuleer de wet:

.......................................................................................................................

� Hoe noem je de kromme die je krijgt in de grafiek in de wiskunde? .........................

� Hoe noem je de kromme die je krijgt in de grafiek in de fysica, indachtig dat de proef

gebeurt bij constante temperatuur? ....................................................................

� Trek de lijn door als V steeds groter wordt en als p steeds maar groter wordt, hoe

groot worden respectievelijk druk en volume dan?

.......................................................................................................................

� Werk de eenheid van P . V uit. Welke eenheid bekom je dan, wat is de betekenis van

dit product?

.......................................................................................................................

� Wat zal er gebeuren met de kromme als je de proef doet bij een hogere of lagere

temperatuur?

.......................................................................................................................

.......................................................................................................................

Schaal :

Page 23: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 133-

Als men een massa gas in een steeds kleiner wordend volume samenbrengt dan wordt de

gasdruk steeds groter. Immers, het aantal deeltjes per volume eenheid neemt toe, het

aantal botsingen per oppervlakte eenheid op de wand wordt groter.

De druk door een gas uitgeoefend verandert omgekeerd evenredig met het volume :

p ∼ V

1 of p .V = Cst (Wet van Boyle en Mariotte)

Als verschillende toestanden van het gas vergeleken worden : p1. V1 = p2. V2 Uitgewerkt voorbeeld:

Een liter methaangas stijgt op vanuit 5 km diepte waar de druk 5,0 107 Pa bedraagt tot

aan het zeeoppervlak waar de atmosfeerdruk 1,013 105 Pa bedraagt. Hoe groot wordt

het volume van de gasbel indien de temperatuur niet zou veranderen tijdens het stijgen?

Geg: Pap7

1 100,5=

Pap5

2 10013,1 ⋅=

333

1 1011 mdmlV −===

Gevr: ?2 =V

Opl: Formules : 2

11

22211p

VpVVpVp

⋅=⇒⋅=⋅

Berekening: Pa

mPaV

5

337

210013,1

10.100,5

⋅=

= 31109,4 m−⋅

2V = )(109,4 2 literl⋅

Page 24: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 134-

Opdracht :

Van een hoeveelheid gas werd de druk bepaald bij verschillende waarden van het volume. De tabel geeft de metingen bij twee verschillende temperaturen.

V ( l - liter )

p (kPa) bij T1

p (kPa) bij T2

100 80 50

90 89 56

80 100 63

70 114 71

60 133 83

50 160 100

40 200 125

30 267 167

20 400 250

10 800 500

a) Zet deze waarden in een (p,V)

grafiek met V horizontaal en p

vertikaal.

b) Voor elke temperatuur ontstaat een

specifieke lijn, dit noemen we een

................................. , daar de

temperatuur constant is.

Schaal :

Page 25: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 135-

b. Het verband tussen volume en temperatuur bij constante druk. Proef:

Metingen en berekeningen:

T in °C

l (lengte) in mm

V = l . A in mm3

Grafische voorstelling:

Benodigheden:

1. Thermostaat

2. Capillaire bruis

3. Meetlat

4. Thermometer

5. kwikdraad

Werkwijze:

In een dunne glazen buis bevindt zich een weinig kwik.

Deze buis wordt rechtop geplaatst in een bredere buis

waardoor water geleid wordt dat kan opgewarmd worden.

In de brede buis zit een thermometer.

Schaal :

Page 26: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 136-

Besluiten en bespreking:

� Hoe meet je de temperatuur van het gas?

.......................................................................................................................

� Hoe meet je het volume van het gas?

.......................................................................................................................

� Hoe wordt de druk constant gehouden?

.......................................................................................................................

� Hoe groot is de constante druk?

.......................................................................................................................

� De druk op het gas wordt veroorzaakt door de atmosferische druk en de

zwaartekracht van de kwikdraad. Uit de lengte van de kwikdraad (die je kan meten)

kan je de druk berekenen. Hoe ga je tewerk?

.......................................................................................................................

.......................................................................................................................

.......................................................................................................................

.......................................................................................................................

� Het volume van het gas bereken je uit de lengte van de ingesloten luchtkolom (l) en

de doorsnede van de capillaire buis (A)

� Formuleer de wet:

.......................................................................................................................

� Hoe noem je de kromme die je krijgt in de grafiek in de wiskunde? .........................

� Hoe noem je de kromme die je krijgt in de grafiek in de fysica, indachtig dat de proef

gebeurt bij constante druk? ...............................................................................

Page 27: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 137-

Verklaring:

Naarmate de temperatuur daalt bewegen de gasdeeltjes trager. Hierdoor vermindert hun

botsingskracht op de wand en dus ook de druk. Om een even grote gasdruk te kunnen

uitoefenen moeten de gasdeeltjes dichter bij elkaar zitten zodat ze per tijdseenheid meer

botsingen kunnen uitvoeren. Door de deeltjes dichter bij elkaar te brengen stijgt het

aantal botsingen zodat de druk uiteindelijk constant blijft. Als de temperatuur daalt gaan

de deeltjes dichter bij elkaar zitten, het volume neemt af.

Als de temperatuur stijgt dan neemt de thermische beweging van de deeltjes toe, om de

druk constant te houden moeten de deeltjes verder uit elkaar gaan zitten, het volume

neemt toe.

Het volume van een hoeveelheid gas verandert recht evenredig met de absolute

temperatuur.

V ∼ T (in K) of T

V = Cst Volumewet van Gay en Lussac

Als we twee toestanden van het gas vergelijken :

2

2

1

1

T

V

T

V=

De lijn die de toestand van het gas weergeeft als de druk constant gehouden wordt, is een isobaar. Gevolg :

Daar in ons model het volume nul is bij het absolute nulpunt betekent dit dat het eigen

volume van de deeltjes moet verwaarloosbaar zijn.

Daarom werken we met het ideaal gasmodel :

• de deeltjes hebben geen eigen volume, het zijn puntdeeltjes

• er zijn geen onderlinge cohesiekrachten

• de deeltjes botsen elastisch

Voor de meeste gassen voldoet dit ideaal gasmodel vrij goed, zeker als ze verdund zijn.

Er zijn echter ook gassen zoals chloor die sterk van dit model afwijken. ( In chloorgas is

er nog cohesie)

Page 28: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 138-

Opdracht :

Teken de grafiek (V,T) met de meetwaarden uit de tabel , zet de temperatuur horizontaal, het volume vertikaal.

T (°C)

V (l) bij p1

V (l) bij p2

20 58,5 86,5

40 63,0 94,5

60 66,5 99,5

80 70,5 105,5

100 74,5 111,5

120 78,5 117,5

140 82,5 123,5

160 86,5 129,5

180 90,5 135,5

200 94,5 141,5

� Als we schrijven V ∼ T ( in °C) dan zou dat

betekenen dat het volume nul is bij 0 °C.

Is dit zo in de natuur ? ...........................

Zoek voorbeelden: .................................

Is dit zo in je grafiek ? ............................

� Duid de druk bij 0 °C aan in je grafiek.

� Als we schrijven V ∼ T ( in K ), houdt dit in

dat het volume nul wordt bij 0 K of – 273 °C:

..................................................................

� Trek de grafiek door naar het punt -273 °C.

Welke uitdrukking kies je als de juiste, T in °C

of in K ? ....................................................

Page 29: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 139-

Uitgewerkt voorbeeld:

Een kolf van 50,0 ml is afgesloten met een meetspuit van 10,0 ml. In de meetspuit

bevindt zich 5,0 ml lucht. De temperatuur bedraagt 17°C. Men verwarmt de kolf en de

meetspuit in een waterbad. Bij welke temperatuur duidt de zuiger 10,0 ml aan.

Geg: mlmlmlV 0,550,50,501 =+=

( ) KKCT 29017273171 =+=°=

mlmlmlV 0,6050,552 =+=

Gevr: ?2 =T

Opl: Formules: 1

12

2

2

2

1

1

V

TVT

T

V

T

V ⋅=⇒=

Berekening : ml

KmlT

1050,5

1090,21000,6 2

2⋅

⋅⋅⋅=

= K21016.3

CT °= 432

Toepassing:

In de praktijk wordt de druk in een gas constant gehouden

doordat men het gas opsluit in een gasketel die bestaat uit

een stolp die drijft in een waterreservoir.

Wanneer de temperatuur stijgt, neemt het volume van het

gas toe en stijgt de stolp.

Page 30: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 140-

c. Het verband tussen druk en temperatuur bij constant volume. Als we bij constant volume een hoeveelheid gas opwarmen, dan wordt de thermische

beweging groter, de deeltjes zullen meer en harder botsen, de druk neemt toe.

Proef:

Werkwijze:

Een bepaalde massa gas wordt in een pyrexkolf opgesloten (pyrex zet bijna niet uit bij

verwarmen!).

Zo kan het gasvolume constant gehouden worden.

De druk lees je af op de manometer en de temperatuur op een elektrische thermometer.

Opm: De voorkeur gaat hier uit naar een elektrische thermometer omdat deze heel

gevoelig is en zich heel vlug instelt.

Verwarm het water en dompel tijdens de meting de opstelling in het warmwaterbad.

Meetresultaten:

T in °C p in kPa

C

Pain

T

p

°

T in K K

Pain

T

p

16 105

19 106

27 109

32 110

39 113

44 115

48 116

56 119

61 121

64 122

Benodigdheden :

� Elektrische thermometer

� Manometer

� Kolf ( 1000 ml)

Page 31: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 141-

Grafische voorstelling: (p, t) diagram

� Als we schrijven p ∼ T (in °C), dan betekent dit dat de druk moet nul zijn bij 0

°C. Is het zo dat de druk van een gas nul is bij 0 °C ? (Denk maar aan de luchtdruk

bij vriesweer. ) ........................................................................................

� Hoe groot is de druk bij 0 °C, duid dit punt aan in je grafiek: ............................

� Als we schrijven p ∼ T (in K) dan betekent dit dat de druk nul is bij 0 K. Dit

past in het model dat we gebruiken : Bij het absolute nulpunt houdt de thermische

beweging op, er zijn geen botsingen meer met de wand. We moeten de temperatuur

dus uitdrukken in K.

� Trek de grafiek door naar – 273 °C, herteken eventueel de grafiek op een ander blad

met een andere schaal.

Schaal :

Page 32: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 142-

Besluit :

De druk van een gas verandert recht evenredig met de absolute temperatuur.

p ∼ T ( in K) of T

p= Cst Wet van Regnault

Als we twee toestanden van het gas vergelijken :

2

2

1

1

T

p

T

p=

De lijn die de toestand van het gas weergeeft bij constant volume noemen we een isochoor. Uitgewerkt voorbeeld:

Een duikfles voor dames bevat 12 l (liter) lucht bij een druk van 200 bar. De fles is

gevuld op het strand bij een teperatuur van 37°C. Bereken de druk wanneer de fles zich

in het zeewater bevindt van 7°C.

Geg: Pabarp 7

1 1000,2200 ==

KT 2

1 10.10,3=

KT 2

2 1080,2 ⋅=

Gevr: ?2 =p

Opl: Formules: 1

21

2

2

2

1

1

T

Tpp

T

p

T

p ⋅=⇒=

Berekening : K

KPap

2

27

21010,3

1080,21000,2

⋅⋅=

Pap 7

2 1081,1 ⋅=

Toepassing:

Uit de wet van Regnault volgt dat je flessen met samengeperste

gassen best niet te dicht bij een warmtebron plaatst.

Bij een te sterke verwarming zou de gasdruk kunnen stijgen

boven de maixmale toegestane druk. Dan dreigt de fles uiteen

te springen.

Page 33: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 143-

Opdracht :

Zet de gemeten waarden uit in een grafiek ( p,T ) met de temperatuur horizontaal en de druk vertikaal.

T (°C)

p (kPa) bij V1

p (kPa) bij V2

20 16,4 26,4

40 18,8 28,2

60 20,0 30,0

80 21,2 31,8

100 22,4 33,6

120 23,6 35,4

140 24,8 37,2

160 26,0 39,0

180 27,2 40,7

200 28,4 42,6

Page 34: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 144-

Samenvatting :

Constant

gehouden

toestands-

grootheid

Wet

Constante

is afhankelijk

van

Grafische voorstelling

Temperatuur

Boyle Mariotte

p .V = constant

p1. V1 = p2. V2

T

p-V diagram : ………………

Isotherm

T1 > T2

Druk

Volumewet van Gay-Lussac

T

V = constant

2

2

1

1

T

V

T

V=

p

V-T diagram: ....................

Isobaar

P1 > p2

Volume

Regnault

T

p = constant

2

2

1

1

T

p

T

p=

V

p-t diagram: ....................

isochoor

V1 > V2

Page 35: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 145-

De algemene gaswet.

a) Formulering van de wet. We beschikken nu over drie specifieke gaswetten die beschrijven wat er met het gas

gebeurt als één toestandsveranderlijke constant gehouden wordt. Het komt er nu op

aan deze samen te bundelen tot één gaswet waarin alle veranderlijken samen

voorkomen :

Uit p ∼ T ( bij V = const)

p ∼ V

1 ( bij T = const)

Volgt : p ∼ V

T of Constante=

T

Vp (Algemene gaswet)

Als we twee toestanden vergelijken : 2

22

1

11

T

Vp

T

Vp=

Opmerking:

Houden we de druk, de temperatuur of het volume constant, dan vinden we uit de

algemene gaswet de specifieke gaswetten terug.

b) Bepaling van de gasconstante.

Wanneer zal de constante in de formule anders zijn , of van welke factoren hangt deze constante af ? Er zijn nog twee factoren die kunnen veranderen:

� de massa gas � de soort gas.

1) De soort gas. Gassen waarvoor de algemene gaswet perfect geldt noemen we ‘ideale’ gassen. In de

praktijk voldoen de meeste gassen goed aan dit model.

Het model voor een ideaal gas voldoet aan:

� Puntvormige deeltjes, dus zonder afmetingen en dus zonder eigen volume. Dan is V = 0 bij T = 0 K

� Elastische botsingen, p = 0 bij T = 0 K. � Geen onderlinge cohesiekrachten.

Page 36: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 146-

Als we alle gassen voorstellen door dit model dan gedragen alle gassen zich gelijk,

onafhankelijk van de soort.

Opmerking:

Voor reële gassen (vb geconcentreerde gassen, gassen onder grote druk) moet men het

model aanpassen en rekening houden met het eigen volume van de deeltjes en met de

cohesiedruk.

2) De massa gas. In de fysica gebruiken we meestal kg of g om de massa uit te drukken, maar in de

chemie kan de massa ook in mol uitgedrukt worden. Dit maakt het rekenwerk

eenvoudiger.

1 mol stof is zoveel gram als de molaire massa aangeeft. maw: 1 mol van om het even welke stof bevat steeds 6.02 x 1023 deeltjes Dit aantal voorgesteld door NA, noemt men de constante van Avogrado

Vb : M = 32 mol

g voor O2

M = 2 mol

g voor H2

M = 4 mol

g voor He

M , de molaire massa wordt uitgedrukt in mol

kg of

mol

g

Neemt men 1 mol gas dan vindt men voor de constante van de uitdrukking T

Vp ⋅ een

waarde die voor alle gassen hetzelfde is.

Men noemt deze constante de molaire gasconstante en stellen ze voor door R.

Dus voor 1 mol gas wordt de algemene gaswet : RT

Vp=

Brengt men nu in eenzelfde vat V bij eenzelfde temperatuur T, n mol moleculen dan zal

de druk van het gas n maal groter worden (de botsingsfrequentie neemt n maal toe) en

dus ook het rechterlid in de algemene gaswet:

Voor m gram (m = n . M ) of n mol (n = M

m) Rn

T

Vp⋅=

Page 37: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 147-

Deze wet wordt meestal beschreven onder de vorm :

TRnVp ⋅⋅=⋅

:p ................................. ( eenheid : ...............)

V :................................. ( eenheid : ...............)

n :................................. ( eenheid : ...............)

R :................................. ( eenheid : ...............)

T :................................. ( eenheid : ...............)

3) Berekening van de molaire gasconstante.

1 mol van om het even welk gas neemt onder normale omstandigheden van druk en temperatuur een volume van 22,4 l (liter) in.

Normale omstandigheden betekent : T = 0 °C of 273 K p = p atm = 101 300 Pa

Vullen we deze gegevens in in de formule, rekening houdend met de hoofdeenheden, dan volgt

R = 8,310 Kmol

J

Opdracht :

Je laat je fiets met goed opgeblazen banden achter in de

felle zon, wat riskeer je dan ? Hoe kan je dit verklaren ?

.................................................................................

.................................................................................

.................................................................................

.................................................................................

.................................................................................

Wat zal er gebeuren als een gas steeds maar verder afkoelt tot aan het absolute

nulpunt ? Zoek het condensatiepunt en stolpunt van lucht op. Is dit voor alle gassen

zo ? Zoek voorbeelden op.

.........................................................................................................................

.........................................................................................................................

.........................................................................................................................

Page 38: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 148-

Samenvatting:

TRnVp ⋅⋅=⋅

:p ............................. ( eenheid : ...............)

V :............................. ( eenheid : ...............)

n :............................. ( eenheid : ...............)

R :............................. ( eenheid : ...............)

T :.............................. ( eenheid : ...............)

1 mol van om het even welk gas neemt onder normale omstandigheden van druk en

temperatuur een volume van .......................... in.

R = 8,310 Kmol

J

Massadichtheid van het gas : ...................................................................................

Hoe groot is de molaire massa van

� CO2 : ...................................................................................

� NH3 : ...................................................................................

Schrijf de algemene gaswet in functie van de dichtheid van het gas: .......................................................................................................................

.......................................................................................................................

.......................................................................................................................

.......................................................................................................................

.......................................................................................................................

.......................................................................................................................

.......................................................................................................................

.......................................................................................................................

Welk is het voordeel van het werken met het ideaal gasmodel ? Wanneer is dit

model minder geschikt voor toepassing ?

....................................................................................................................

....................................................................................................................

....................................................................................................................

De algemene gaswet :

Page 39: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 149-

Uitgewerkte voorbeelden:

Voorbeeld 1: Men verwarmt 10,2 l (liter) lucht van 0°C bij constante druk tot 127 °C.

a) Hoe groot wordt het nieuwe volume?

b) Tot welke temperatuur moet je opwarmen bij constante druk om het volume te

verdubbelen.

c) Stel beide processen voor op een V-T diagram

Oplossing deel a:

Geg: V1 = 10, 2 l (liter) = 1,02 . 10 l

T1 = 0 °C = 273 K = 2,73 102 K

T2 = 127 °C = 400 K = 4,00 102K

p1 = p2

Gevr: V2 = ?

Oplossing: Formules: 1

21

2

2

2

1

1

T

TVV

T

V

T

V ⋅=⇒=

Berekening: K

KlV

2

2

21073,2

1000,41002,1

⋅⋅⋅=

lV 10.49,12 =

Oplossing deel b:

Geg: V1 = 10, 2 l (liter) = 1,02 . 10 l

T1 = 0 °C = 273 K = 2,73 102 K

V2 = 20,4 l (liter) = 2,04 . 10 l

p1 = p2

Gevr : T2 = ?

Oplossing : Formules: 1

12

2

2

2

1

1

V

TVT

T

V

T

V ⋅=⇒=

Berekening: l

KlT

1002,1

1073,21004,2 2

2⋅

⋅⋅⋅=

)273(1046,5 2

2 CKT °=⋅=

Page 40: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 150-

Oplossing deel c ( V-T grafiek):

Voorbeeld 2:

In het lab wordt 40,0 cm3 diwaterstof ( H2) opgevangen in een vat bij een druk van

1 003 hPa en een temperatuur van 20 °C. Bereken het gasvolume in de normtoestand.

Geg: V1 = 40,0 cm

3 = 4,0 . 10 cm3 = 4,0 . 10-5 m3

p1 = 1,003 105 Pa

T1 = 20 °C = (20 + 273) K = 293 K

p2 = 1,013 105 Pa

T2 = 0°C = 273 K

Gevr: V2 = ?

Oplossing: Formules : 12

211

2

2

22

1

11

Tp

TVpV

T

Vp

T

Vp

⋅⋅=⇒

⋅=

Berekening: KPa

KmPaV

25

2355

21093,210013,1

1073,2100,410003,1

⋅⋅⋅

⋅⋅⋅=

35

2 1069,3 mV −=

Page 41: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 151-

Vraagstukjes:

1. Bij 17 °C neemt een massa waterstofgas een volume in van 10 dm3. Bij welke

temperatuur wordt het volume dubbel zo groot, als de druk constant blijft ?

(Oplossing: )307(1080,5 2

2 CKT °== )

2. Een volume van 30 l lucht op 40 °C wordt opgewarmd tot 180 °C. Hierbij verdubbelt

de druk. Hoe groot is het eindvolume ?

(Oplossing : lV 1018,22 = )

3. Een fietspomp bevat lucht onder atmosferische druk bij 20°C. We persen de lucht

samen zodat het volume vier maal kleiner wordt. Hoe groot is de druk bij een

eindtemperatuur van 60 °C ?

(Oplossing: Pap 5

2 1061,4= )

4. Een gas neemt bij 27 °C onder atmosferische druk een volume in van 0,8 m3.

We koelen af tot - 17 °C.

Wat moet er gebeuren om het volume constant te houden ?

(Oplossing: Pap 5

2 1064,8= )

5. Chloorgas neemt bij een temperatuur van 27 °C en bij een druk van twee maal de

atmosfeerdruk een volume in van 15 l. Men verlaagt de temperatuur tot –13 °C.

a) Hoe groot wordt de druk als het volume tot de helft samengeperst is ?

(Oplossing: Pap 5

2 1051,3= )

b) Bereken de massa gas ( M = 71 mol

g)

(Oplossing: gm 1065,8= (= 86,5 g))

c) Hoeveel deeltjes zijn er in dit volume gas ?

(Oplossing: 1,2190 mol -> 7,34 1023 deeltjes)

6. Welk volume neemt 5 kg zuurstofgas in bij driemaal de atmosferische druk

en 80 °C ? ( M = 32 mol

g)

( Oplossing: 351,1 mV = )

Page 42: Warmte als energievorm - Telenet.beusers.telenet.be/nele.vanderbusse/cursus fysica 4 - 2u//Microsoft... · Het onderzoek van het drietal op het vlak van de kwantumfysica, heeft onder

2de

jaar – 2de

graad (2uur)

Hoofdstuk 9 : Warmte

- 152-

7. Bereken het volume dat 1 mol waterstofgas inneemt bij 0 °C onder normale

atmosferische druk. Hoe groot is dit volume als we zuurstofgas nemen ?

(Oplossing : 22,4 l)

8. Een vat bevat 336 g stikstofgas bij 20 °C onder atmosferische druk. Men klemt de

zuiger vast. Het vat barst open bij een druk van 800 kPa.

a) Bij welke temperatuur gebeurt dit ( M = 28 mol

g)

(Oplossing: KT 3

2 1031,2= )

b) Hoe groot is het volume van dit gas ?

(Oplossing: 311088,2 mV −⋅= )

9. Een klaslokaal is 10 m op 8m en 4 m hoog, de temperatuur bedraagt 23 °C

Bereken de massa lucht, uitgedrukt in mol dat aanwezig is in het lokaal

(Oplossing: moln 41032,1 ⋅= )