1
Colofon Uitgave van Gemeente Assen en Milieufederatie Drenthe De Milieufederatie Drenthe zet zich in voor natuur en milieu. Wij doen dit samen met andere organisaties en inwoners van Drenthe in concrete projecten. Je kunt ons helpen door mee te doen aan De Groene Peiler, ons digitale panel. Zie degroenepeiler.nl en mfdrenthe.nl Milieufederatie Drenthe, Hertenkamp 6, 9401 HL Assen, tel. 0592-311150, e-mail [email protected] De kaart is tot stand gekomen in het kader van het themajaar Assen 2007 Natuur en Groen, mede dankzij ondersteuning van de waterschappen Hunze en Aa’s, Noorderzijlvest en Reest en Wieden en de Nationale Postcodeloterij. Teksten en samenstelling Foto’s Milieufederatie Drenthe en Gemeente Assen Gemeente Assen Drents Archief Niek de Knegt Druk en opmaak Kaartsymbolen © Mouthaan Grafisch bedrijf, Papendrecht Mouthaan, Wiepkje Spoelstra, Pim Brocades Oplage 10.000 Copyright © Milieufederatie Drenthe en Gemeente Assen Mei 2008 Westerveen Het Westerveen is een oude veenplas, die in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers werd uitgegraven. Ze gebruikten het water voor het blussen van mogelijke branden op het destijds nabijgelegen militaire vliegveld. 1 Graslandje met margrieten bij het Westerveen. 2 Druif bij restaurantje in Peest. 3 Paadje langs maïsveld. 4 Geiten en Schotse hooglanders op het Noordsche Veld. Noordsche Veld Het Noordsche Veld ligt op een dekzandrug tussen twee beekdalen en wordt beheerd door Staatsbosbeheer. Op de heide liggen tientallen grafheuvels. Het fietspad over de heide is het voormalige poepenpad, ooit gebruikt door Duitse seizoenarbeiders (zie ook het Poepenhemeltje). In de heide schuilen hagedissen en adders, erboven vliegen libellen en zeldzame vlinders als heivlinder, heideblauwtje en bruine vuurvlinder. In de bosranden kom je vooral het bont zandoogje tegen. Rode bosmierenhopen. Deze zie je altijd aan de rand van een bosperceel, zodat het nest ook nog wat zonnewarmte opvangt. Tonckensbosch Dit bos heeft dezelfde naam als het bekende Tonckensbosch ten zuiden van Westervelde (niet op de kaart), dat beheerd wordt door de Vereniging tot Behoud van Na- tuurmonumenten. Het deel met de wandelroute is in bezit van de Marius Tonckensstichting. De Tonckensbossen stammen uit de nalatenschap van Marius Tonckens, burgemeester van Norg van 1898 tot 1934. Het bos bij Huis ter Heide is een ontginningsbos, geplant op zogenaamde ‘woeste grond’. Deze had na de ontdekking van kunstmest geen functie meer voor de landbouw. Ontgin- ningsbossen hebben vaak blokvormige percelen, beplant met sparren. De brede paden staan haaks op elkaar, ingericht voor de houtwinning. Sommige paden zijn nu deels overwoekerd of drassig en er liggen omgewaaide bomen. Ze geven het bos een woest en verlaten karakter. Ook zijn er nu smalle paadjes over houtwallen. Het meest noordoostelijke deel van het bos en het hei- develd zijn van Staatsbosbeheer. Op de heide grazen in het zomerhalfjaar zwart bonte koeien om de opslag van berken tegen te gaan. In het Tonckensbosch komen ringslangen voor. Vanaf maart kun je ze op een zonnig plekje ontmoeten. Ze houden zich vaak op nabij water, op zoek naar kik- kers. Ze kunnen ook uitstekend zwemmen. De eieren worden gelegd in mest- of bladhopen, waar het door broei lekker warm kan worden. Als je van stilte houdt, dan kan bij westenwind de weg langs Huis ter Heide storend zijn. Om te voorkomen dat ringslangen en andere dieren worden doodgereden is hier een buis gelegd, als verbinding tussen het Fochteloërveen en het Tonckensbosch. Het driewaterschappenpunt: vanuit dit punt stroomt het water in de drie verschillende waterschappen die Assen rijk is naar lager gelegen gebieden. Ten noorden van dit punt valt de regen in het gebied van waterschap Noorderzijlvest en stroomt via de Smeerveensche Loop, de Broekenloop en de Zeijerstroeten naar het noordwesten. Het water dat ten zuidwesten van dit punt valt stroomt via de Drentsche Hoofdvaart richting Meppel via waterschap Reest & Wieden. Het grootste gebied van de gemeente Assen ligt ten zuidoosten van dit punt in Waterschap Hunze en Aa’s. Het water dat in dit gebied valt, stroomt uiteindelijk via diverse beken richting de Drentsche Aa naar het noorden. 5 Adelaarsvaren in het bos nabij Peest. 6 Veentje in Ankehaarveld. 8 Paadje in Tonckensbosch. 7 Op deze plek werd volgens overlevering vrouw Lebbe vermoord door de knecht van de heer van Westervelde, toen ze van de markt van Langelo terugkwam, waar ze net een koe verkocht had. Zowel de inwoners van Peest als die van Zeijen wilden niet voor de kosten van de begrafenis opdraaien en beweerden dat ze niet op hun grondgebied lag. Uiteindelijk nam Vries de begraafplicht op zich, maar de inwoners van het dorp eisten toen ook meteen alle grond op die aan hun kant van de plek van de moord lag en plaatsten er een paal. Deze grenspaal tussen de voormalige gemeenten Norg en Vries geeft nu de grens tussen Assen en Noordenveld aan. De huidige Lebbestaok is in 1949 geplaatst. Kloosterveen 9 Esdoorn en beuk, Kloosterveen. 10 Vegetatiedak op basisschool, Hildegard van Bingenweg, Kloosterveen. 11 Pioniervegetatie van kamille langs pas 12 Pompoenverkoop, Zeijerveld. aangelegde Hildegard van Bingenrotonde in Kloosterveen. Arboretum en Bos- en golfterrein Deze gebieden liggen op het Zeijerveld, dat in het begin van de vorige eeuw bestond uit ‘woeste grond’. Vanaf 1907 is dit gebied ten behoeve van de landbouw ontgonnen. Het was de eerste grote klus van de Heidemij in Drenthe. De ontginning trok veel aandacht, omdat er, behalve een zesspan ossen of paarden, ook een stoomploeg werd ingezet. Deze was met de trein naar Assen gebracht. Inmiddels is het gebied weer omgevormd tot een bosgebied met een grote golfbaan en een arbo- retum. De aanleg van het arboretum is gestart in 2004. Op dat moment stond er al jong bos dat geleidelijk door bomen van het arboretum zal worden vervangen. Langs de paden staan al veel nieuwe bomen. Ze zijn gegroepeerd per werelddeel: Europa, Noord-Amerika en Azië. Op panelen zijn de Latijnse namen van de bomen vermeld en is te lezen uit welke gebieden de bomen precies komen. De op de borden aangegeven soorten in het binnenste deel van de bosvakken zijn dus nog niet allemaal aangeplant. Op het bos- en golfterrein vind je verder jong bos (eik, hazelaar, popu- lier, spar) met ruige (pionier)ondergroei. Je kunt er ook een haas, ree of fazant ontmoeten. Reken erop dat je ‘s zomers bij vochtig weer honderden slakken in gevaar brengt door te wandelen of te fietsen… Liefhebbers van de stilte kunnen in het zuidelijk deel van het bos- en golfterrein last hebben van de nabijheid van rijksweg A28 en de zoemtoon van het Trafostation. Open huisjes voor het plaatsen van bijenkasten 13 Bloeiende vlasleeuwebek en aardappel. 14 Veldweg, Zeijerveld. Pelinckbos Ruim tien jaar geleden is dit particuliere bos van de familie Pelinck opengesteld voor publiek. Er zijn regelmatig spechten te zien. Het bos levert gemiddeld 250 kubieke meter FSC-hout (duurzaam hout) per jaar. 15 Beuken in Pelinckbos. 16 Strandje bij Baggelhuizerplas. Baggelhuizerplas De recreatieplas Baggelhuizen is als zandwinplas ontstaan in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw. Het is de enige openbare zwemwaterplas van Assen. In de meest noordelijke plas kun je vliegvissen op ruim 500 regenboogforellen. Naast de plas ligt een parkbos. Hier en daar zijn er grote hoogteverschillen: het is de voormalige vuilnisbelt van As- sen. Het noordoosten was tot voor kort in gebruik als militair oefenterrein. De vele paden die zo zijn ontstaan, zijn niet alle op de kaart aangegeven. Het is nu vrij toegankelijk. Witten De dikste linde van de regio Assen, met een omtrek van 455 cm. 17 Zomereik, Witten. 18 Roos op Paaschkamp bij Witten. Witterveld Het Witterveld is eigendom van het Ministerie van Defensie. Op het aangrenzende schietterrein oefent Defensie regelmatig, waarbij ook het Witterveld onder vuur ligt. In 1991 is het aangewezen als beschermd natuurmonument. Het gebied is niet voor het publiek toeganke- lijk. Sinds kort is het Witterveld één van de Europese Natura 2000-gebieden. Deze gebieden zijn aangewezen om kwetsbare soorten en leefmilieus te beschermen. In lagere gedeelten van het Witterveld bevinden zich fraaie vegetaties van levend hoogveen. Levend hoogveen is veen dat aangroeit. Het bestaat vooral uit veenmossen die leven van regenwater. Het is zeer zeldzaam geworden. In 1920 was er nog ruim 55.000 hectare in Nederland, nu nog slechts ca. 15! Ook op Europese schaal is het gebied bijzonder: in Ierland en Scandinavië komt ook veel actief hoogveen voor, maar dat is van een ander type. Het veenmos kan door zijn groei zorgen voor zure, zuurstofarme omstandigheden. Hierdoor blijven veenlijken zo goed behouden en zien er bij ontdekking eeuwen later nog uit als net gestorven. Overgangen van het veen naar hoge en droge terreindelen zijn nog ongestoord aanwezig, net als bijzondere planten zoals klokjesgentiaan, kleine veenbes, eenarig wollegras, witte snavel- bies, moerasklauw en lavendelheide. De fauna kent ook zeldzame soorten, zoals adder, heikik- ker, veenhooibeestje, blauwe kiekendief, klapekster, boompieper, sprinkhaanrietzanger, geelgors, paapje en roodborsttapuit. Door met name de schietoefeningen en het nabijgelegen TT-circuit is er sprake van een hoge geluidsbelasting. Natuur- en milieuorganisaties pleiten daarom voor meer bescherming van de rust in het gebied. 19 Veenpluis. 20 ’t Hoedveen is vrij toegankelijk. Haarbos Het Haarbos is een nauwelijks toegankelijk bosgebied. Van oorsprong is het een hak- houtbos. Bij de kap liet men de stronk intact, waaruit weer nieuwe stammen groeiden. Nu is het een opgaand eiken-berkenbos. Een gedeelte bestaat uit vochtige gebied met veel pijpenstrootje. Gallowayrunderen begrazen het gebied. 21 Vistrap in De Haar. 22 Oeverzwaluwnesten in steile zandhelling. De Haar Het militaire oefenterrein De Haar is in 2006 in gebruik gesteld. Het ligt op voormalige landbouwgrond. Een aantal militaire terreinen met hoge natuurwaarden, waaronder het Balloo- erveld, is daarbij overgedragen aan natuurorganisaties als Staatsbosbeheer. Inmiddels ontwikkelt De Haar zich als een gebied met waardevolle natuur. Uiteindelijk zal een divers gebied ontstaan met ruigtes, droge en natte graslanden, bossen, hagen en een fraaie beek. In de ruigtes voelen de bosrietzanger, de grasmus, de grauwe klauwier, dagvlinders en ook zoogdieren zich thuis. Op het voormalige zanddepot (ten westen van de vistrap) hebben zich zeer droge graslanden ontwikkeld. Hier zijn naast korstmossen ook tapuiten aan te treffen. Heel anders zijn de natte, vaak bloemrijke graslanden in het zuidoostelijk deel met soorten als echte koekoeksbloem en watermunt. Hier kun je de watersnip, de grutto en het paapje aantreffen. Het Witterdiep is verlegd om het schone kwelwater te behouden en verdroging van het gebied tegen te gaan. In de zijsloten van het Witterdiep groeien planten als grote boterbloem en waterviolier die afhankelijk zijn van schoon kwelwater. Het Witterdiep zelf heeft een rijke begroeiing en er leven veel soorten libellen. Op een aantal plaatsen is bos aangeplant. Daarnaast zijn ook enkele oudere bosjes en hagen aanwezig die al vóór de herinrichting aanwezig waren. De ontwikkeling van de natuur op oefenterrein De Haar gaat onverminderd voort en deze ontwik- keling krijgt alle ruimte. De recente aanplant zal in de toekomst uitgroeien tot bos. De ruigten zullen zich langzaam in bos ontwikkelen. Met name de zuidkant van het gebied en richting het Witterveld is het ’s nachts één van de donkerste gebieden rond Assen, mits er op het circuit geen activiteiten zijn. Het gebied is voor wandelaars en fietsers toegankelijk op wegen en paden. Nesten van oeverzwaluwen. 1. Openingsmonument de Haar. 23 Vleermuisbunker. De bunker is bedoeld als overwinteringsplek voor vleermuizen (winter- slaap). Tot op heden zijn er geen vleermuizen die er gebruik van maken. Kennelijk moeten ze de plek nog ontdekken. Nu het gebied meer begroeid raakt en er meer water in het gebied komt, is de kans hierop groter. 24 Honing uit eigen tuin te koop; 3,- per pot. Zeijen e.o. Nectarkroeg. Een nectarkroeg is een soort bar die uitkijkt op een kleine tuin. In deze tuin staan planten die aantrekkelijk zijn voor vlinders, hommels en bijen. Bezoekers aan de bar kunnen hun waarnemingen doorgeven aan De Natuurkalender. Zo ontstaat een beeld van mogelijke veranderingen in het voorkomen van diersoorten, bijvoorbeeld door de klimaatverandering. Meer informatie op natuurkalender.nl. 27 Nectarkroeg bij Zeijen. 28 Zeijerstrubben. Zeijerstrubben De Zeijerstrubben is de naam van een oude bosstrook langs de Noorderesch van Zeijen. Strubben zijn grillig gevormde eikenboompjes, zo gevormd door vraat of door onvoldoende groei ten gevolge van een ondoordringbare leemlaag. In het verleden gebruikten Zeijenaren het ge- bied als gemeenschappelijk hakhoutbos en gingen zij er niet met hun honden, maar met hun varkens en schapen naar toe. Sinds 1959 is Staatsbosbeheer de eigenaar. Het is nu oerbosachtig, met door braam en adelaarsvaren overwoekerde bospaadjes en omgevallen bomen. Ook staan er oude eiken met daaronder veel grote hulst. De Zeijerstrubben staat bekend als de groeiplaats van de zeldzame Zweedse kornoelje, een plant die het logo vormt van de gemeente Tynaarlo. De bloeitijd is mei-juni. De klimaatopwarming bedreigt hier zijn voortbestaan, want de plant groeit in Nederland aan de zuidgrens van zijn verspreidingsgebied. De Zeijerstrubben is mogelijk de enige groeiplaats van deze plant in Nederland. Bollenveen Aan het begin van de jaartelling was het Bollenveen een offerplaats. Bij opgravingen is er veel aardewerk en houtsnijwerk gevonden. In de vorige eeuwen is het hoogveen afgegraven. De tjaskermolen pompte in de zomermaanden het veen gedeeltelijk droog, zodat er turf kon worden gestoken. Er zitten veel groene kikkers. Ook groeit er veel wederik en lisdodde. Dit is een teken, dat het water (te) voedselrijk is. Dankzij jarenlange inspanningen van de Stichting Zeijerwiek komt er nu ook dopheide en kruipheide terug. 29 Tjasker in Bollenveen. 30 Landgeiten beheren het Haverkampsveen. Zeijerwiek In de jaren 30 van de vorige eeuw is de Zeijerwiek aangelegd om het dorp Zeijen beter bereikbaar te maken. De Zeijerwiek stond via een kanaal (de Asserwijk) in verbinding met de Drentsche Hoofdvaart. Destijds voeren hier schepen met landbouwproducten en grondstoffen. Bij de ruilverkaveling Vries in de 60-er en 70-er jaren is de Zeijerwiek aan de zuidzijde afgedamd. Hierdoor groeide de wiek dicht met planten en stond ‘s zomers bijna droog. De Stichting Zeijerwiek e.o. heeft de wiek teruggebracht in de oorspronkelijke natte staat en draagt al 25 jaar zorg voor de instandhou- ding ervan. Aan de kant van Zeijen wordt diep grondwater opgepompt, zodat de vaart van schoon water voorzien. Het grondwater is ijzerhoudend, wat goed te zien is aan de rode kleur als het water aan de lucht wordt blootgesteld. Het ijzer bindt de meststof fosfaat, waardoor het water voedselarm blijft en een hoge natuurwaarde verkrijgt. Omdat het oppompen van grondwater uiteindelijk weer bijdraagt aan de verdroging van het gebied, zou een meer natuurlijke oplossing van het watertekort de voorkeur verdienen. Bijvoorbeeld door het ongedaan maken van de afdamming. Het dan in te laten water zou overigens een mindere kwaliteit hebben dan het opgepompte grondwater. Grondwaterpomp Zeijerwiek. 31 De buis die het grondwater aanvoert. 32 Vanaf de brug kun je in het heldere water tussen de gele plomp heel goed vissen zien. Ter Aard 33 Wilgenroosje, langs één van de bloemrijkste onverharde wegen bij Assen, tussen maïs- en aardappelvelden. Langs het weggetje groeien verder o.a. brem, fluitekruid, teunisbloem, jacobskruiskruid, duizendblad en vliegen er ‘s zomers boerenzwaluwen. Park Pittelo Veel plasjes met natuurlijke oevers, met bomen begroeide heuvels en een 10 meter hoge wand van grote, uit Zweden afkomstige keien. Onverharde paadjes voeren langs pitrus en poel- tjes, o.a. de Postma Poel, een poeltje met waterlelie, valeriaan en lisdodde. Aan de zuidkant van het park ligt Kinderboerderij De Pittelstee. Kroezehof. Dit is een Natuur Educatief Centrum, waar diverse Assense natuurgroepen bijeenkomsten beleggen, zoals de bijenhoudersvereniging en het IVN-Assen. Lariks Lariksbos Het Lariksbos bestaat uit bloemrijke graslanden, vijvers, speelweiden en gedeelten met bos. Ook staat er het landhuis ‘De Lariks’, dat stamt uit 1914. Een deel van het bos is uit dezelfde tijd. Er groeien zomereiken met hier en daar beuken, populieren, fijnsparren, berken en esdoorns. Aan de noordkant ligt het Dierenverblijf De Lariks. 34 Dierenverblijf “De Lariks” In 1961 is de watertoren aan de Troelstralaan in gebruik genomen. Men koos voor de Troelstra- laan, omdat dit een centrale plek in Assen was. De toren is 33 meter hoog, heeft 154 traptreden en bevat 550.000 liter water. De toren heeft een zogenaamd ‘open systeem’. Als er te veel water in het leidingnet zit, stroomt het overtollige water in het reservoir van de toren. Is er te weinig water, dan stroomt er juist water uit het reservoir in het leidingnet. Zo worden schommelingen in het wa- terverbruik opgevangen en is er een gelijkmatige druk op het net. 35 De Watertoren. Westerpark en Centrum-west De duiven van Weerman. Ze vertikken het om in de regenton te gaan wonen. Veel Turkse tortels eten mee van het voer. 36 Weiland in Westerpark. 37 Duiventil zonder duiven. Asserbos Zie ook het middengedeelte. Reuzenzilverspar. Een snelgroeiende boom die oorspronkelijk uit Noord-Amerika komt. Daar wordt hij tot 80 meter hoog. In Europa haalt hij zeker een hoogte van 40 meter. Bij het wrijven van de naalden komt er een soort mandarijnengeur vrij. Op deze plek zijn in 2006 hoge eiken gekapt om verjonging van het bos mogelijk te maken. Er zijn toen o.a. linden geplant. Het blad verteert beter dan dat van eik of beuk, zodat op den duur mogelijk een interessante plantengroei op de bodem ontstaat. Sinds enige jaren bouwen reigers hier hun nesten. Stam van in 1993 omgewaaide 200 jaar oude eik. Dit bos langs de Beilerstraat is een van de oudste en mooiste delen van het Asserbos en was al bos op het moment dat het sterrenbos werd aangelegd. Het vertoont gelijkenis met een tropisch oerwoud: er is een ondergroei van lage bomen, vooral oude hulstbomen, waartussen de dikke stammen van eiken. Door de ouderdom en mogelijk door wisselingen in de groeiomstandigheden, zoals de waterstand, zijn niet alle eiken even gezond. Dit deel van het bos is een vreemde eend in de bijt. De paden lopen hier nagenoeg evenwijdig, in plaats van in de kenmerkende sterrenvorm van het sterrenbos. Dit is terug te voeren op de tijd dat het gebied behoorde tot het landgoed Port Natal (zie aldaar). In dit deel van het bos groeien beuken en veel oude eiken. Onder de hoge bomen is veel open ruimte, die deels wordt opgevuld met jongere beuken en een enkele hulstboom. De beuk tegenover het paaltje met nr. 9 (aan de andere zijde van het pad) heeft op ruim 8 meter hoogte een oud spechtengat, waarin soms kauwtjes broeden. In cirkel geplante lindebomen op de nationale boomfeestdag 1995. De bomen symboliseren de Europese vlag. Aanleiding voor het planten was het opheffen van de grenscontroles tussen zeven Europese lan- den, waaronder Nederland. Sparrenbos. Heemtuin. In dit deel van het bos is in de zeventiger jaren geprobeerd de voor Drenthe specifieke natuur in het klein aan te leggen en zo te behouden. De aangelegde “tuinen” zijn door het beperkte onderhoud inmiddels weer op echte natuur gaan lijken. Op enkele plekken zijn bijzondere soorten te vinden, zoals bijvoorbeeld zonnedauw. Dit open gebied wordt de ijsbaan genoemd, omdat er in koude winters geschaatst kan worden. Het is een belangrijk leefgebied voor diverse soorten amfibieën, zoals de groene kikker en de alpenwatersalamander. Langs dit pad staan forse grove dennen en sparren. 2. Monument voor Hofstede, de stichter van het sterrenbos. 39 Oude eik torent uit boven het hulstbos. 38 De dikste eik van het bos in het voorjaar. 40 Met wingerd en roos begroeide schuur, Betuwe. 41 Langs de Kloekslaan staan hoge grove dennen. Baggelhuizen ’t Roege Stuk ’t Roege Stuk is van oorsprong een natuurlijke laagte. Door de aanwezigheid van keileem in de bodem, dat het regenwater slecht doorlaat, ontstond hier destijds vochtige heide en bos. Bij de ontginning van de woeste gronden bleek ’t Roege Stuk ongeschikt voor de landbouw en bleef het in de oorspronkelijke staat. Bij de aanleg van de woonwijk Baggelhuizen is het behouden als bos- en heidegebiedje voor de bewoners. Door het intensieve gebruik is een enorm aantal paden en paadjes ontstaan; deze zijn niet alle op de kaart weergegeven! In het centrum van het gebiedje bevindt zich een soort wildernis van berk, lijsterbes, vuilboom, braam en varen en vind je nog natte plekken die zijn ontstaan door vroegere turfwinning. Meer dan 6 meter hoge klimroos in een grove den. 42 Dierenweide De Deel van zorginstelling Promens Care. 43 Versierde ruwe berk, Kennemerland. Twijfelveld In het Twijfelveld zorgt het Anreeperdiep van oudsher voor de afvoer van water uit het Asserbos en het Witterveld. Omdat de gronden in het Twijfelveld te nat waren voor de landbouw, is in het verleden een nieuwe rechte watergang gegraven. Inmiddels geven de gemeente en het waterschap de natuur in dit gebied weer meer kans. In de rechte watergang zijn stuwen geplaatst en de oude kron- kelende beek is weer van stromend water voorzien. Daardoor is het waterpeil omhoog gegaan, stroomt er ook in de sloot langs de bosrand water en wordt het grasland natter. Het is nu bloemrijk hooiland. Er grazen Schotse hooglanders. Het Twijfelveld is een rustig natuurgebiedje, maar wordt omsloten door lawaaiige wegen. Een geschikt moment voor een bezoek is daarom de vroege zondagochtend. 44 Schotse hooglanders, Twijfelveld. 45 Vlier met zadelzwam, Twijfelveld. Joodse begraafplaats Dit is de oudste nog bestaande begraafplaats van Assen, in 1778 aan- gelegd door de eerste Joodse inwoners van de stad. Op een Joodse begraafplaats worden tussen de graven geen bomen geplant. Er geldt ‘eeuwige grafrust’, wat betekent dat de graven ongemoeid ge- laten moeten worden. Een goede reden destijds om de begraafplaats zo ver van de stad te plaatsen. 46 Vrijwel alle grafstenen op de Joodse begraaf- 47 Landelijk weggetje in Graswijk. plaats zijn naar het oosten gekeerd, richting Jeruzalem. Grondelooze kuil De Grondelooze kuil is een particulier natuurgebied. Het is genoemd naar een dichtgegroeid meertje, waarin door de dikke, moerassige veenmoslaag geen grond te voelen was. Al voor 1832 wordt de naam gebruikt. Er doen verschillende verhalen over het meertje de ronde. Zo was in 1850 een boer van de Graswijk het niet eens met de verkering van zijn dochter met een sloeber uit een van de aldaar gelegen plaggenhutten. Toen hij haar achterna zat met een bijl is hij in de Grondelooze kuil verdronken. En in het voorjaar van 1894 zou er een middeleeuwse ruiter met paard en al als veenlijk zijn gevonden… Het gebied vormt een belangrijke schakel in het verbinden van het Asserbos, via het Twijfelveld met het buitengebied. Rhee, Ubbena e.o. Stichting Landschapsontwikkeling Rhee-Ubbena zet zich in voor herstel van de es van Rhee en voor natuurontwikkeling rond de Smeerveensche Loop. Enkele kleine gebiedjes zijn hier al in bezit van Staatsbosbeheer. Ook is het gebied rond de Smeerveensche Loop één van de mogelijke locaties voor de gemeente Assen om 200 hectare nieuwe natuur in de stadsrandzone te realiseren. Stal met boerenzwaluwnest. De stal is van boven open zodat de zwaluwen er altijd vrije toegang hebben. 62 Heckrunderen, op een particulier, natuurlijk 63 Ooievaars, Asserstraat. beheerd terrein. 64 Pijlkruid, lisdodde, wederik, waterlelie, wilg en els. 65 Catalpa of trompetboom. Peelo Enkele vijvers in Peelo zijn, voordat het gebied ontgonnen werd, vennetjes geweest. Overtol- lig regenwater vond haar weg in noordelijke richting en stroomde via de Smeerveensche Loop en de Broekerloop naar het Eelderdiep en het Peizerdiep en zo verder naar de Waddenzee. In het verleden kwamen hier kraanvogels naar voedsel zoeken. Een mooi perspectief voor natuurontwikkeling van de Smeerveensche Loop! Zie ook bij Rhee, Ubbena e.o. Oorspronkelijk ven met lisdodde en gele plomp. Vijver met groene kikkers, half dichtgegroeid met grote waternavel, een woekerplant afkomstig uit Noord-Amerika. Op het eilandje in dit natuurlijke ven verzamelen zich vaak spreeuwen. Oorspronkelijk ven met grote en kleine lisdodde, waterlelie, pijlkruid, gele lis, wederik en drijvend fonteinkruid. Noorderpark e.o. Hoog is deze boom niet, maar het is wel de dikste Acacia van Assen met een omtrek van 325 cm. Dikste wilg van Assen met een omtrek van 485 cm. Het waterschap Hunze en Aa’s zuivert hier het rioolwater. De installatie heeft een capaciteit voor 80.000 inwoners. Bij de biologische zuivering bezinken bacteriën met het in het afvalwater aanwezige slib en stroomt het gezuiverde water naar het Noord-Willemskanaal. Het slib met de bacteriën wordt ingedikt en vergist. Hierbij wordt brandbaar gas gevormd, dat gebruikt wordt om elektriciteit op te wekken. Zo kan de installatie voor een deel in zijn eigen energievraag voorzien. Aafke’s bosje Bosgebiedje genoemd naar de daar in de vorige eeuw in een armoedig huisje wonende Aafke. Haar tuin is tot een bosje verwilderd. ATV Oranjebond Assen is een volkstuinencomplex met 150 tuinen, sinds 1975 gevestigd aan de Zwart- watersweg. 66 Wijkboerderij Oranjebond, met op de 67 Planten Lindeboom, Brink 1933. achtergrond Aafke’s bosje. Centrum e.o. Het ontstaan van Assen is te danken aan het op 12 meter boven NAP gelegen droge plateau, dat geschikt bleek voor de bouw van een klooster. We schrijven het jaar 1260, toen de Weiersloop nog als bronbeekje langs het plateau haar water afvoerde naar de Drentsche Aa. Het kloosterterrein was omgeven door een gracht, de huidige, meest gedempte ‘singels’. De Weiersloop vormde aan de westkant de afgrenzing. Uiteindelijk groeiden de nederzettingen rondom het kloos- ter uit tot het huidige Assen. Een prachtige treurbeuk, van ruim 100 jaar oud, met een omtrek van bijna 4 meter. Het parkje waarin deze boom staat heet het Huygespark. Het was oorspronkelijk een deel van de tuin van Advocaat Huy- ges en hoorde bij het huis aan de Vaart 66. Deze koningslinde is geplant ter ere van de geboorte op 7 december 2003 van kroonprinses Catharina- Amalia. De boom staat symbool voor een gezonde en groene toekomst voor elk kind. De dikste plataan van Assen met een omtrek van 485 cm. Linde, geplant op hemelvaartsdag 1933 voor de toenmalige pastorie, ter ere van het bundelen van het vrijzinnig hervormd jeugdwerk in de naam Jeugdverband Meyboom. Prof.dr. H.U. Meyboom, overleden in juli 1933, was predikant te Assen en bestrijder van het dogma dat de bijbel het onfeilbaar woord van god is. De dikste Amerikaanse eik van Assen met een omtrek van 455 cm. De dikste tamme kastanje van Assen, met een omtrek van 485 cm. Deze taxus (of venijnboom) uit 1880 is één van de oudste van het land. De dikste boom van Assen, deze zomereik, met een omtrek van 490 cm. Ooit maakte deze plek deel uit van het Asserbos. Alle bebouwing is dus van later datum. De boom is rond het jaar 1800 geplant of ontkiemd. Beatrixboom, een linde, geplant ter ere van haar 50e verjaardag (1988) (de boom is te herkennen aan de steen langs het pad). De Beatrixboom staat in de Gouverneurstuin. De tuin behoorde vroeger bij de woning van de gouverneur (hoofd van de provincie), het Drostenhuis. De tuin is overdag vrij toegankelijk. Boomhuisje. Zwaaikom. In 1958 is de zwaaikom (De Kolk) gedempt om het wegverkeer meer ruimte te geven. In 2008 wordt de kolk in oude luister hersteld, zodat boten weer heen en weer naar het centrum van Assen kunnen varen. In de vloer van warenhuis Vanderveen is een oude duiker zichtbaar gemaakt die ooit in een dammetje in de Weiersloop heeft gelegen. De Weiersloop was een beek die liep vanuit de veengebieden ten noord- westen van het klooster richting Drentsche Aa. Vroeger liepen veel meer beekloopjes door Assen. Veel van deze beken lopen nu door duikers onder het centrum van de stad. De Weiersloop is genoemd naar een visvijver (weier) die waarschijnlijk ergens nabij de huidige Hema heeft gelegen. Deze waterpomp herinnert aan de eerste boerderijen die in Assen stonden. Men beschikte hier honder- den jaren geleden al over goed drinkwater! De vijver in de Gouverneurstuin is nog een overblijfsel van de Weiersloop. Aan de oever groeit groot hoefblad. 68 Stokroos Vaart NZ. 69 Landgoed Overcingel is bekend om de uitbundige bloei van krokussen. Landgoed Overcingel Dit landgoed is eind 18e eeuw gesticht door Johannes van Lier. Het is particulier bezit en één van de vier staatsnatuurmonumenten in Drenthe. Van het ooit omvangrijke landgoed is slechts 5 ha overgebleven. Van Lier werd geïnspireerd door de Franse tuin. Hij liet een rechthoekige waterpartij uitgraven, het Grand Canal en plantte veel laanbomen. Later kreeg de tuin meer ronde vormen, zoals in de Engelse landschapstijl. In de tuin staan veel eeuwenoude bomen. Er groeit onder andere bosanemoon, veelbloemige salomonszegel en holwortel. Het zuidelijk deel be- staat uit oud eiken- en hulstloofbos, gemengd met beuk. Het landgoed is dagelijks geopend (behalve het gedeelte direct naast en achter het woonhuis). Je moet in het bezit zijn van een wandeljaarkaart, die voor een klein bedrag verkrijgbaar bij het huis van het landgoed. Leden van Natuurmonumenten of van de Asser Historische Vereniging kunnen gratis een wandelkaart afhalen. Als de krokussen bloeien is de hele tuin rond het huis zelfs vrij toegankelijk. Deze majesteitelijke vijfstammige paardekastanje is waarschijnlijk de dikste en mooiste kastanje van Assen. De ernaast gelegen hoop puin is de overwinteringsplek van o.a. de alpenwatersalamander. De dikste beuk van Assen, geplant rond 1800, met een omtrek van 440 cm. Dit was vroeger een bron die het landgoed van water voorzag, maar sinds de bouw van het GAK-kantoor is de spontane druk weggevallen. Nu wordt het water omhooggepompt. Ondanks de door het ijzergehalte bruine kleur, is het drinkbaar. In de oorlog was het zelfs een noodvoorziening voor het nabijgelegen Wilhelminaziekenhuis. Port Natal Port Natal is nu de naam van het gebied rondom het Wilhelminaziekenhuis. De tuin is vrij toegankelijk en vormt een voorbeeld van tuinaanleg uit 19e eeuw. De oudste bomen dateren uit 1880. De lanenstructuur is afkomstig van het voormalige landgoed “De Eerste Steen”, genoemd naar de eerste stenen mijlpaal langs de Beilerstraat richting het zuiden. Dit landgoed, ook aangeduid met Dennenoord, is ontstaan in 1789. Het werd in 1791 uitgebreid met een deel ten westen van de Beilerstraat. Nu is dit een deel van het Asserbos. Het huis “De Eerste Steen” en de toegangspoort aan de Beilerstraat, verwijzen nog naar de oorspronkelijke naam van het landgoed. Aan de oostzijde liep het door tot voorbij de huidige spoorlijn. Later zijn op het landgoed de psychiatrische ziekenhuizen ‘Licht en kracht’ en ‘Port Natal’ gebouwd. In het groen van Port Natal zijn diverse plannen voor be- bouwing. Op portnatal.nl worden de plannen kritisch gevolgd door Assenaren die beducht zijn voor aantasting van dit landgoed. Vredeveld e.o. Twee elzen met een omtrek van 190 cm, met hop begroeid. Dikste esdoorn (een zilveresdoorn) met een omtrek van 370 cm. De zilveresdoorn komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en wordt tot ongeveer 25 meter hoog. Esdoorns hebben in het voorjaar een sterke sap- stroom, die afgetapt kan worden. Dit geldt vooral voor de suikeresdoorn, de leverancier van Ahornsiroop. Plasje met veel groene kikkers. Dode boomstronk, die toch weer uitloopt. In de herfst prachtig verkleurende esdoorns op het ‘voetbalveldje’. Boshuis Hendrik van Boeijen. Plaggenhuisje. Stille plek. Bij de kas van Vanboeijen kan je boeketten, perkplanten (voorjaar) en vaste planten, chrysanten en kalebassen (najaar) kopen. Natuurterreintje bij het Anreeperdiep waar Schotse hooglanders grazen. Stuw in de Ruimsloot. De ruimsloot is een ten behoeve van de landbouw gegraven, rechte verbinding naar het Deurzerdiep, om het water zo snel mogelijk af te voeren. Door het plaatsen van de stuw is het waterpeil voor de stuw verhoogd en stroomt een deel van het water via een buis in de oude, kronkelende beekloop richting het Deurzerdiep. De natuurlijke loop van het water is zo deels hersteld en het water wordt langer in het gebied vastgehouden. 70 Curieuze bomen die een kleurig onderdak bieden. 71 Plaggenhuisje. Amelterbos Het Amelterbos wordt doorsneden door de Europaweg-Oost en Rolderhoofdweg. Het is in beheer bij de gemeente Assen. In het oostelijk deel staan veel naaldbomen (douglassparren) van dezelfde leeftijd, die rond 1950 zijn aangeplant. In 2007 zijn in het kader van regulier onderhoud nogal wat bomen gekapt. Ook in het deel ten zuiden van de Rolderhoofdweg is kap gepland, maar een aantal omwonenden heeft hier bezwaren tegen. 72 Deze mooie beuk heeft een omhooggaande 73 Te kappen beuken nabij tennispark Amelte. dode tak waarin een pimpelmeesje zijn nest kan maken. Houtlaan Bij de bouw van het wijkje rond de Houtlaan is afgesproken geen schuttingen te plaatsen tussen de tuinen, maar beukenhagen die laag gehouden zullen worden. Hierdoor is een gastvrij, groen beeld ontstaan. De groene kikkers hebben het bij het water met natuurlijke oevers uitstekend naar hun zin. Valkenstijn Op het landgoed Valkenstijn stond vroeger het huis Vredeveld. Het was de residen- tie van de eerste gouverneur (provinciaal bestuurder) van Drenthe. In 1842 kwam het in bezit van Augustinus en Louise van Valkenstijn. Zij leidden hier een teruggetrokken bestaan. Hun graftombe bevindt zich op het landgoed. Over het landgoed hebben in het verleden diverse spookverhalen de ronde gedaan. Was Louise wellicht een buitenechtelijke dochter van de in haar doopakte genoemde koning van Holland, Lodewijk Napoleon?? Ligt het echtpaar wel in de graftombe?? Loopt er een ondergrondse tunnel door het gebied?? Het huis is afgebroken in 1966. De statige oprijlaan en de waterpartijen zijn bewaard gebleven. In de sloten naast de oprijlaan bloeit in mei/juni de zeldzame waterviolier. Dit geeft aan dat er schoon kwelwater aan de oppervlakte komt. In de zuidwesthoek van het landgoed ligt Valkenstijn Dierenweide. Onder deze esdoorn kun je doorkijken! Rondom de boom staan veel nakomelingen. Graftombe, erachter staat een rode beuk met een omtrek van 300 cm. Op de kaart staan ook een groene beuk (omtrek 375 cm) en een eik (omtrek 390 cm) aangegeven. Geelbroek e.o. Veel van de natte graslanden rond Geelbroek zijn eigendom van Staatsbosbe- heer. In de omgeving wordt aardgas gewonnen. In de zomer van 2004 veroorzaakte dit een aardbe- ving, die tot in Assen, Rolde en Hooghalen te voelen was. Valkenier. 3. Gedenkmonument ongeluk pantservoertuig op inmiddels opgeheven overweg, 17 juni 2003. 74 Paadje met bosanemonen, Valkestijn. 75 Graftombe met rode beuk. 76 Lakenvelders bij Geelbroek. 77 Reigers op grasland bij Geelbroek. 78 Slapende paarden in De Weilanden. Groote Zand Het Groote Zand bestaat uit gevarieerd heidelandschap en bos. De naam verwijst naar de tijd dat het gebied door overbegrazing en overmatig plaggen en afbranden van heide be- stond uit een grote zandverstuiving. Er grazen nu Schotse Hooglanders en Drentse heideschapen. Door de variatie in natte en droge gebieden komen hier struikheide, dopheide en kraaiheide voor. 79 Tamme kastanje met spechtengat. 80 Het Groote Zand. Heidenheim Heidenheim bestaat uit een aantal bos-, heide- en veengebiedjes van Het Drent- se Landschap. Ooit behoorden zij tot het landgoed Heidenheim, waarvan de oprijlaan begint aan de Asserstraat. Omstreeks 1860 werd het gebied in tweeën gedeeld door de aanleg van het Noord-Willemskanaal. In de 70-er jaren volgde de aanleg van de A28. Het landgoed is één van de weinige plekken tussen de alsmaar uitdijende plaatsen Assen en Vries waar nog een ecologische verbindingszone van oost naar west gerealiseerd kan worden. Pal ten zuiden van het viaduct, ter hoogte van het landhuis, zijn de steile damwanden van de kanaaloevers vervangen door natuur- vriendelijke oevers. Hier kunnen reeën en andere dieren het kanaal oversteken. Het is ook de plek waar een dier, dankzij het viaduct, veilig de A28 kan passeren. Op het heiderestant Vreeburg groeit dopheide en struikheide, met veel opslag van jonge berken. Bezoek het gebied bij noordwestenwind, anders heb je het gevoel dat je langs een snelweg loopt. Rond het Boerveen en het Achterste Veen vind je in de berkenbosjes spotvogels, staartmezen, winterkoninkjes en bosrietzangers. In het Eischenbroekveld groeien heideplanten als veenbies en pilzegge en leven konijnen, reeën en levendbarende hagedissen. 81 Dode berk in Achterste Veen. 82 Noord-Willemskanaal. Marsdijk Door het dalletje waar de kinderboerderij De Beekdalhoeve ligt, liep vroeger een beekje dat uitkwam in de Drentsche Aa. Vanwege de hoge natuur- en recreatiewaarde is het gebied bij de aanleg van de wijk Marsdijk onbebouwd gebleven. Het is nu een paradijs voor riet- zangers, de ijsvogel wordt er gezien en ’s winters brengt de blauwe kiekendief soms een bezoek aan het gebied. De dikste vlier van Assen met een omtrek van 130 cm. Een els met een omtrek van 220 cm en aan de voet een oude vlier. Water met lisdodde, waterweegbree en waterpest. Hier zijn schuine oevers gegraven, zodat wilde planten en dieren een kans krijgen. Anne Frankpark Het Anne Frankpark ligt op de voormalige markegrens tussen het buurt- schap Peelo en het dorpje Loon. Het park is onlangs opgeknapt. In het midden is een skatebaan waar bij vorst ook geschaatst kan worden. Een tribune en hoogteverschillen bieden goede moge- lijkheden de activiteiten te bekijken. De wijkbewoners hebben activiteiten georganiseerd om geld in te zamelen voor de speelvoorzieningen. 83 De dikste vlier van Assen (links) en de stam 84 Vegetatiedak bibliotheek Marsdijk met van een zomereik (rechts). vetplantjes en uien. Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa Aan de oostkant van Assen begint het Drentsche Aa-gebied. Sinds 2002 heeft het de status van Nationaal Park, met als naam: het Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa. Het bestaat uit beekdalen, velden, essen en esdorpen. In de dalen krijgen de kronkelende beekjes alle ruimte. De graslanden worden hier omzoomd door houtwallen. De essen zijn de historische akkercomplexen rond de dorpen. De velden zijn de gronden die tot 1900 nog niet ontgonnen waren. Op deze voormalige “woeste grond” is nu plaats voor landbouw, samen met de bossen en overgebleven heidevelden, zoals bijvoorbeeld Kampsheide en het Ballooërveld. In het gebied zullen alleen extra woningen gebouwd worden als dit nodig is om de eigen bevolking van het Drentsche Aa-gebied te huisves- ten. Dit is een afspraak tussen de betrokken overheden. 85 Nabloei van brem in augustus. 86 Hunebed tussen Loon en Taarlo. 87 Rijpende bramen bij het Taarlose veentje. 88 Gerstakker bij Taarlo. Taarlose veentje Het Taarlose veentje is een pingoruïne. Dat is een overblijfsel uit de ijstijd toen ondergronds water bevroor en de grond opzij duwde. Na het smelten bleef een met water ge- vuld gat en een omwalling over. Deze ringwal is bij het Taarlose veentje nog grotendeels aanwezig. In dit gebiedje komen 34 soorten libellen voor. De meest voorkomende is de koraaljuffer. Vooral het mannetje heeft een helderrood achterlijf. De enige andere rode libelle is de vuurjuffer, maar die heeft geen lichtrode, maar zwarte poten. De koraaljuffer, die veel voorkomt in Zuid-Europa, is hier de laatste jaren sterk in aantal toegenomen, mogelijk mede een gevolg van de klimaatopwarming. Loon Drie linden, waarvan de dikste (omtrek 350 cm) het eerst in blad komt. De voormalige boer liet de koeien in de wei als het blad een dubbeltje groot was. Eiken met startende roekenkolonie (sinds 2007). Roeivereniging ARC. Verdeelwerk Loon. Het waterschap Hunze en Aa’s verdeelt hier het water dat uit het Deurzerdiep komt. Als de aanvoer minder is dan drieduizend liter water per seconde, wordt al het water naar de Drentsche Aa gestuurd. Is de aanvoer door veel regenval groter, dan gaat de rest richting het Noord- Willemskanaal. 89 De linde in Loon met blaadjes zo groot 90 Linde in Balloo. als dubbeltjes. Lage Maden Elzenbroekbosje en vochtige graslanden, met de kleine bonte specht, grauwe klauwier, watersnip en wulp. De els heeft in de Drentse beekdalen zijn optimale groeiplek. Elzen kunnen hier zo groot worden als eiken. Smalbroekerloop De Smalbroekerloop is ongeveer een kilometer lang. Hij begint even ten oosten van de grondwatermeter, stroomt onder het fietspad door en mondt uit in het ruim vier meter lager gelegen Loonerdiep. Het beekje wordt o.a. gevoed door schoon kwelwater, afkomstig van regenwater dat op het Ballooërveld en op de es van Balloo valt. De graslanden in het beekdal van de Smalbroekerloop worden één keer per jaar gemaaid. Hierdoor krijgen bijzondere planten zoals blauwe zegge en Spaanse ruiter de kans zich te ontwikkelen. 91 Educatieve grondwatermeter. Een koker drijft 92 Ballooërveld vanaf het fietspad langs de in een doorzichtige buis op het grondwater Smalbroekerloop. en geeft zo het peil van het grondwater aan. Voor de natuur is een hoog waterpeil wenselijk. Meer info op waterindepeiling.nl. Ballooërveld Het Ballooërveld is een uitgestrekt heidegebied dat in augustus paars kleurt door de bloeiende struikheide. Er broedt o.a. de roodborsttapuit, boomleeuwerik, koekoek en ta- puit. De tankgracht en de boscomplexen zijn destijds voor militair gebruik aangelegd. Het gebied is sinds 2007 eigendom van Staatsbosbeheer. De schaapskudde, die het gebied sinds 1981 weer begraast, is met ruim 400 Drentse heideschapen de grootste van Drenthe. Bij de schaapskooi wordt dagelijks aangegeven waar je de kudde op het heideveld kan vinden. Op woensdagmidda- gen is de herder om vier uur met de kudde bij de schaapskooi aanwezig. Van november t/m april vertrekt de kudde dagelijks vanuit de kooi. In de zomerperiode grazen de schapen soms op ver afgelegen delen van het veld en komen ze ’s nachts niet terug in de schaapskooi. Schaapskooi Ballooërveld en informatiecentrum. 4. Gedenkmonument Harry de Vroome, van 1958 tot 1984 landschapsconsulent van Staatsbosbe- heer en voorvechter van het nationaal Beek- en Esdorpen Landschap Drentsche Aa. Dijkveld Dijkveld is sinds 2007 vrijwel geheel ingericht als natuurgebied, beheerd door de Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD), Staatsbosbeheer en door boer Klaas Paasman uit Bal- loo. Ook het Ministerie van Defensie heeft nog een klein deel in bezit. Het gebied bestaat uit bosstroken, houtwallen en open gebieden, waaronder enkele heideveldjes en veentjes. In de zo- mermaanden grazen er Charolais-koeien, die via een oversteek over het fietspad ook in een deel van het Amelterbos kunnen komen. Wandelaars kunnen vrij door het gebied lopen (‘struinen’): in een groot deel van het gebied zijn namelijk geen paden aangelegd! Door het gebruik ontstaan nu ‘vanzelf’ paden. Honden moeten aan de lijn. Er is een natte laagte (slenk) gegraven, zoals die hier oorspronkelijk lag als een oud overblijfsel van de Drentsche Aa. Ook een deel van de oever van het Deurzerdiep is afgegraven, waardoor er een natuurlijke overgang van land naar water is. Ondiepe delen zijn geschikt als paaiplaats voor vissen. De grond die vrijkwam is opgeworpen tot een uitkijkpunt met infopaneel. De WMD heeft een deel van het gebied ingezaaid met planten die hier van nature voorkomen, zoals dagkoekoeksbloem, knoopkruid, gladwalstro, duizendblad en vlasbekje. Door maaien en afvoeren van het maaisel krijgen deze soorten de kans zich te handhaven. In het natte gedeelte groeit de dotterbloem, op de drogere delen bloeien in juni veel margrieten. Er leven o.a. egels, hermelijnen, wezels, sperwers, fazanten, kieviten en boompiepers. Veel informatie over het gebied is te vinden op dijkveld.come2me.nl Pompstation. Waterleiding Maatschappij Drenthe (WMD) pompt elk jaar ruim 2500 miljoen liter water De WLD zuivert dit tot drinkwater o.a. door het door zandfilters te voeren. Spoelvijvers. De zandfilters moeten zelf ook geregeld gereinigd worden. Het spoelwater komt terecht in de spoelvijvers. Het meegevoerde zand en ijzer bezinkt en kan dan worden afgegraven. Droogbed. Het roestkleurige zand uit de spoelvijvers droogt hier. Spontaan raakt het ook begroeid met (schiet)wilgen. Na het drogen kan het worden gebruikt bij de productie van bakstenen of als bouwstof voor bijvoorbeeld geluidswallen. 93 Blauwe knoop en Charolais-koeien, Dijkveld. 94 Het drogen van het zand uit de spoelvijvers. Kampsheide Kampsheide is in 1947 als eerste reservaat aangekocht door Het Drentse Land- schap. Er groeien veel jeneverbessen en op de heide grazen Drentse heideschapen. Op enkele plaatsen vind je kleine zonnedauw, moeraswolfsklauw en klokjesgentiaan. In de bossen groeien koningsvaren, eikvaren, gewone salomonszegel en dalkruid. In de houtwallen is de gekraagde roodstaart een opvallende broedvogel. In het gebied komen veel egels en eekhoorns voor. In het ven zie je regelmatig dodaars en kuifeendjes. In koude winters kan er geschaatst worden. Op tal van plaatsen zie je prehistorische grafheuvels en de resten van akkers. Het heideterrein maakte vroeger deel uit van het landgoed Kamps. Dit landgoed werd in 1905 in tweeën gedeeld door de aanleg van de spoorbaan Assen-Stadskanaal. Hier reden tot 1978 nog treinen. De aan de zuidkant van de spoordijk gelegen boerderij bestond al in 1642. Van hieruit werden akkers aangelegd, met hoge veekerende wallen. De akkers van destijds zijn de boscomplexen van nu. Ze worden zoveel mogelijk met rust gelaten, waardoor er een natuurlijk aandoend bos ontstaat. 95 Klokjesgentiaan op Kampsheide. 96 Voorjaar in het Tumulibos. Tumulibos Dit prachtige beukenbos dankt zijn naam aan de vele tumuli (grafheuvels). Ze zijn ontstaan doordat hier doden werden verbrand en de as werd afgedekt met zand of plaggen. Er zijn hier meer dan 100 van dergelijke heuvels geweest, waarvan er nu nog ruim 30 over zijn. Het Tumu- libos is al 150 jaar in bezit van de provincie en wordt nu beheerd door Het Drentse Landschap. Poepenhemeltje In 1672 aangelegd omwald terreintje om de legertent van de bisschop van Munster te beschermen terwijl zijn troepen Groningen belegerden. Later is het Poepenhemeltje gebruikt als overnachtingsplaats door groepen voorbijtrekkende Hannekemaaiers. Dit zijn Duitse seizoenarbeiders bij hooiboeren; de naam is een afleiding van ‘Johannes de maaier’. Ze werden ook wel poepen (van het Duitse Bube=kerel) genoemd. Begin 18e eeuw trokken er elk jaar dui- zenden met hun zeisen naar Friesland en Noord-Holland om daar de ganse dag gras te maaien. Deurze en omgeving Dikste els van de regio Assen (omtrek van 315 cm). Deze grote boom is de dikste iep van de regio Assen (omtrek 410 cm). Huiszwaluwnest. Faunapassage onder de N33. Hier is een oude loop van het Deurzerdiep weer aangetakt. 97 Dikste iep van de regio. 98 Korstmossen op de schors van de iep. De Horstmaat De polder De Horstmaat is ingericht als een nat natuurgebied. Zo krijgen planten als de Noordse zegge weer een kans. Mogelijk ontstaan ook weer dotterbloemhooi- landen, die vroeger op grote schaal in Nederland voorkwamen. Bij hevige regen kan de nieuwe Horstmaat bovendien als waterberging dienen. Ruige Veld Op een deel van het Ruige Veld grazen schapen zodat de jeneverbessen niet worden overgroeid. De jeneverbes is waarschijnlijk de enige plant met een eigen gilde, zie jene- verbesgilde.nl. Het gilde is opgericht omdat het niet goed gaat met jeneverbessen. De struiken dateren vrijwel alle uit de tijd dat de woeste gronden van heide en stuifzand verlaten werden door de schaapskudden, zo’n 80 tot 100 jaar geleden. Door de komst van de kunstmest waren de schapen niet meer nodig voor de bemesting van de landbouwgronden. Massaal breidde de jeneverbes zich uit. Kennelijk zijn de omstandigheden verandert, want de jeneverbes zaait zich niet of nauwelijks uit. De bes wordt van oudsher gebruikt in diverse gerechten, zoals zuurkool en bij het stoken van jenever. 99 Ruige Veld. 100 Kikkertsveen. 26 Populierenbosje met zevenblad. 25 Klimaatbosje in geitenwei. 1 2 3 4 5 6 7 12 13 14 9 11 10 8 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 17 16 18 19 20 21 22 23 HET WATER VROEGER, NU EN STRAKS 55 De Drentsche Hoofd- vaart werd tussen 1769 en 1780 gegraven. De vaart liep van Meppel tot in hartje Assen. Er werd vooral turf over vervoerd, maar ook de kolen voor de gasfabriek kwamen over de Vaart de stad binnen. Toen het wegverkeer meer ruimte vroeg, werd de vaart op enkele plaatsen ingedamd of overbrugd. Door het afsluiten van de vaart in de jaren zeventig is bovenstaand beeld jaren niet te zien geweest. In 2008 wordt de Vaart weer verbonden met het Noord- Willemskanaal en kunnen er weer boten tot aan het centrum van Assen varen. Met dank aan: Asser Historische Vereniging Bond Heemschut Drents Archief Drents Plateau/Encyclopedie Drenthe Online Het Drentse Landschap IVN Assen KNNV Assen Ministerie van Defensie Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa Paddestoelenwerkgroep Drenthe Recreatieschap Drenthe Staatsbosbeheer Stichting Arboretum Assen Stichting Natuurschoon in Privé-bezit (SNiP) Stichting Zeijerwiek e.o. Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten Vlinderwerkgroep Drenthe Volkstuinvereniging Oranjebond Vrienden van het Asserbos e.o. Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) Werkgroep Port Natal STADBROEKLOOP NOORD WILLEMSKANAAL DEURZERDIEP ANRIJPERDIEP LOONERDIEP NIJLANDSLOOP STADBROEKLOOP NORGERVAART DRENTSCHE HOOFDVAART ASSERWIJK NORGERVAART DRENTSCHE HOOFDVAART ASSERWIJK NOORD WILLEMSKANAAL DEURZERDIEP ANRIJPERDIEP RUIMSLOOT RUIMSLOOT LOONERDIEP NIJLANDSLOOP Drenthe staat alom bekend als provincie met een prachtig landschap. Bossen, heidevelden, beekdalen en gebieden met landbouw wisselen elkaar af. De vele rijwielpaden verlokken tot fietstochten naar esdorpen en hunebedden. Rust en ruimte lijkt er alom aanwezig…. Toch verandert ook Drenthe voortdurend. Het toenemend autogebruik en de wens bereikbaar te zijn, leiden tot aanleg of verbre- ding van wegen. Dorpen krijgen een uitbreidingswijkje. In middelgrote plaatsen als Rolde, Annen en Borger zijn en worden volop woonwijken gebouwd. Langs de autowegen verschijnen steeds meer bedrijfsterreinen. En Assen is zelfs benoemd tot groeikern. Het aantal inwoners is de afgelopen 25 jaar met 40% toegenomen tot nu 65.000. Het verstedelijkte gebied is in dezelfde periode zelfs met ruim 50% toegenomen. En de prognose is dat Assen in 2030 ca. 83.000 inwoners telt…. Langzaam maar gestaag is ook Drenthe niet alleen maar de provincie met bossen, beekdalen, akkers en heidevelden. Er wordt ook volop gewoond, gewerkt en geleefd. Betekent dit nu dat de natuur steeds minder ruimte krijgt? Is er een “grijze” stad en een groen buitengebied? De natuur- en waterkaart Assen laat zien dat er ook in de stad veel natuur en groen te vinden is. Juist in de stad tref je veel oude bomen. En het aantal verschillende soorten bomen in de stad is veel groter dan dat in het buitengebied. Veel dieren zoeken de stad als leefgebied op. Dat geldt bijvoorbeeld voor vleermuizen als de laatvlieger en de gewone dwergvleermuis, die ‘s zomers regelmatig boven tuinen of rondom lantaarnpalen te zien zijn. En boven bijna alle grote vijvers en kanalen in de stad vliegt ’s nachts de watervleermuis, op zoek naar muggen en andere insecten. Gierzwaluwen nestelen alleen in de stad. Veel vogels komen naar de stad om er de nacht door te brengen (bijvoorbeeld zwarte kraaien en kauwen) of om er ‘s winters voedsel te zoeken (mezen, kramsvogels). Bovendien heeft Assen ook nog veel bossen en natuurlijke gebieden binnen de stad en in de directe omgeving! Al deze gebieden zijn binnen handbereik en lenen zich bijzonder goed voor een wandeling of fietstocht vanuit huis. Zo krijgt de auto ook een dagje rust en dat is weer goed voor diezelfde natuur. Als inwoners gevraagd worden wat Assen onderscheidt van andere steden zal vaak het antwoord zijn: “Het vele groen in en om de stad”. Al dit groen is iets waar de Assenaren trots op kunnen zijn. Groen dat gekoesterd moet worden voor nu en later. Natuur in de stad krijgt meer kans. De gemeente wil 200 hectare groen en natuur aan de rand van de stad toevoegen. Er komen meer natuurlijke oevers. Het water van kanalen en vaarten in de stad wordt steeds schoner. Dat biedt kansen aan bijzondere waterplanten, zoals krabbescheer en fonteinkruiden. Er komen ook meer aalscholvers naar de stad. Onder water zwemmend vangen zij in het heldere water hun prooi. Ook het visdiefje wordt gezien in Assen. Bijvoorbeeld boven de Vaart en het Kanaal, soms ook in Asserbos en Noorderkwartier. Beide vogels jagen op zicht op vis. Het visdiefje kan van grote hoogte zien waar wat te halen is en laat zich als een steen in het water vallen. Hij blijft maar heel kort in het water. Een aal- scholver op zoek naar vis duikt minutenlang onder water. Om dit mogelijk te maken heeft hij geen waterafstotend vet in zijn veren, zodat hij gemakkelijker onder water kan blijven. Keerzijde is dat de aalscholver erg nat wordt. Daarom zie je aalscholvers vaak zonnebaden. 48 Het bont zandoogje is een vlinder die leeft in gebieden waar er bosranden zijn, met voldoende licht en ruimte. In de stad, zeker in wat parkachtige omgevingen, kan deze vlinder van april tot in oktober voorkomen. Sinds een aantal jaren stijgt het aantal bonte zandoogjes in Drenthe bijna explosief. 49 Aalscholver op lantaarnpaal bij het Kanaal. Draag bij aan een groenere stad! Ook de inwoners van Assen kunnen bijdragen aan een na- tuurlijker stad. Saaie stenen muren en balkons kunnen be- groeid raken met klimplanten. Ze zorgen nog beter dan bomen voor schonere en gezondere lucht, nemen weinig ruimte in, verminderen de geluidsoverlast en bieden plaats aan vogels. En het hoeft niet altijd te gaan om klimop. Ook planten als wingerd, klimroos, blauwe regen, vuurdoorn, klimhortensia, druif, bruidssluier, clematis en kamperfoelie kunnen gevels bedekken. Platte of licht glooiende daken lenen zich in veel gevallen voor een vegetatiedak. Diverse soorten vetplanten en uien, zoals bieslook gedijen daar uitstekend op. De ruimte onder het dak blijft ‘s zomers koeler en het regenwater wordt afgevangen, waardoor wateroverlast door stortbuien vermin- dert. Zowel begroeide gevels als vegetatiedaken zijn op de natuur- en waterkaart aangegeven. Wat staat er op de kaart? Op de kaart staan alle natuur- en groengebieden en waterlopen. In de beschrijvingen hiervan op de achterzijde zijn de bijzonderheden genoemd. Veel aandacht is op de kaart besteed aan de bomen in en buiten de stad. Ook zijn bijzonderheden vermeld over het voorkomen van planten, vogels en andere dieren. In alle openbaar toegankelijke gebieden heeft in 2007 een veldverkenning plaatsgevonden. Hierbij zijn nagenoeg alle onverharde paden en fietspaden in kaart gebracht, zodat je gemakkelijk je route kunt uitstippelen om alle bijzonderheden van de regio te bezoeken. Veel organisaties hebben voor deze kaart informatie aangeleverd. En natuurlijk is gebruik gemaakt van de informatie die bij de waterschappen, bij de gemeente en bij de Milieufederatie Drenthe aanwezig is. De resultaten hiervan zijn te vinden op deze natuur- en waterkaart. De symbolen met nummers op de voorzijde van de kaart verwijzen naar bijhorende informatie die op de achterzijde is afgedrukt. Ook van plaatsnamen die in rood op de kaart zijn afgedrukt is specifieke informatie vermeld. Hetzelfde geldt voor namen van waterlopen e.d. in paars. De informatie is per wijk en per gebied bij elkaar gezet. Door één zijde van de kaart om te vouwen komen de kaart en de tekst naast elkaar! Bomen Veel grote bomen in Assen en omgeving zijn op de kaart aangegeven. Hierbij is ook vermeld om welke soort het gaat en of de boom op de monumentale bomenlijst van de gemeente staat. De aangegeven bomen zijn alle goed zichtbaar vanaf openbare wegen en paden. Bij een aantal bijzondere bomen is een toelichting gegeven. Dat is op de kaart aangeduid met een nummer. Omdat de kaart beperkt ruimte biedt, zijn niet alle grote of monumentale bomen vermeld. Zo staan er erg veel grote eiken in Assen en als deze allemaal op de kaart zouden staan, zou het erg onoverzichtelijk worden. Ook zijn vaak twee of meer bomen van dezelfde soort met één symbool aangeduid. Dieren en planten Van de verschillende gebieden zijn enkele bijzonderheden vermeld over het voorkomen van dieren en planten. Van diverse vogels, zoals reiger, ooievaar, kauw, roek en diverse soorten zwaluwen zijn plekken aangegeven waar zij nestelen of waar ze veel voorkomen. De planten die op de kaart zijn aangegeven komen op deze plekken in grote hoeveelheden voor en zijn in het groeiseizoen dus goed te vinden. Op de kaart is ook aangegeven of een gebouw met klimplanten is begroeid. Voor een volledig overzicht welke vogels en andere dieren er in de diverse wijken van Assen en gebieden rond Assen de laatste jaren zijn waargenomen, was op deze kaart geen ruimte. Een uitgebreid overzicht hiervan is te vinden op de website waarneming.nl. Klik op Informatie en dan op Gebieden. Wandelpaden en fietspaden Vrijwel alle onverharde wegen en paden staan nauwkeurig op de kaart aangegeven. Nog nooit gaf een kaart van As- sen en omgeving een dergelijk betrouwbaar beeld! Dit biedt prachtige kansen om zelf ontdekkingstochten door natuur en groen uit te zetten. Behalve de aangegeven paden zijn ook langs veel beken en watergangen beloopbare grasoevers. Op de kaart staan ook enkele wandelroutes. Deze zijn ook onderweg met bordjes aangeduid. Het betreft een wandeling door het Asserbos en een wandeling door het Tonckensbosch. Ook van het Wandelspoor, zo genoemd naar het oude spoor richting Stadskanaal, staat een route op de kaart. De route is gemaakt door het Recreatieschap Drenthe. Meer informatie over het Wandelspoor en over andere wandelroutes in Dren- the is te vinden op wandelprovincie.nl. Op assen.nl zijn onder Toerisme en Vrije Tijd veel wandel- en fietsroutes rond Assen te vinden. Op de kaart staat de fietsroute door het Zeijerveld weergegeven, uitgezet door de gemeente Assen. Tot slot is een door het IVN-Assen beschreven fietstocht, waarin het water centraal staat, op de kaart gezet. Een beschrijving van de route is af te halen bij de Milieufederatie Drenthe. Water Ondanks dat Assen ‘hoog en droog’ ligt op het Drents Plateau, neemt water een belangrijke plaats in binnen de gemeente. Denk maar aan de vele vijvers in de stad, het heropenen van de Vaart voor recreatievaartuigen en de drinkwaterwinning ten oosten van de stad. Dit zijn maar enkele voorbeelden van de vele toepassingen van water. Op de kaart staan nog veel meer bijzondere waterpunten, zoals de watertoren, de vistrappen in de beken rond Assen en de regenmeters die in en om de stad te vinden zijn. 52 Eik en beuk op landgoed Port Natal. 54 Het gemarkeerde Wandelspoor voert o.a. over landgoed Valkenstijn. Hier gefotografeerd in het voorjaar met rode beuken en bloeiende meidoorn. 56 In 2008 wordt het Haven- kanaal gebaggerd en worden er natuurvriendelijke oevers aangelegd. Ook komt er een groot aantal vissteigers, waar- onder één voor mindervaliden. De Asser Roei Club krijgt diverse voorzieningen, waaronder een uitgraving in de oever voor een vlot en een jeugdwedstrijdbaan. 50 Wingerd op de brandweerkazerne, Nijlandstraat. 51 Met klimop begroeid huis aan de Oranjestraat. 53 De fietstocht van het IVN-Assen voert o.a. langs de Kloosterdijk bij Witten, waar in het voorjaar het koolzaad bloeit. 57 Viswater. Viswater In Assen zijn twee visverenigingen actief, de Hengelvisserijvereniging Assen (HVVA) en de Hengelsportvereniging Loon-Balloo. Bij hen kan een vergunning aangevraagd worden voor het water waarvan zij het visrecht huren. Met uitzondering van het Noord-Willemska- naal is het nachtvissen in alle wateren verboden. Daarnaast gelden er beperkingen voor bepaalde soorten. Zo is het verboden om op snoek te vissen. Snoek is een roofvis die voornamelijk op zicht jaagt. Omdat hij de hoeveelheid witvis, zoals karpers, beperkt houdt, draagt hij bij aan een natuurlijker ecosysteem met helderder water. Karpers en brasems woelen de bodem om. Als zij in grote hoeveelheden voorkomen wordt het water troebel. Graskarpers zijn in Nederland uitgezet omdat ze veel waterplan- ten eten en zo het dichtgroeien van waterlopen voorkomen. Om- dat ze zich hier niet of nauwelijks kunnen voortplanten, moeten ze na de vangst onmiddellijk in hetzelfde water worden terug- gezet. Zwemwater In Assen kan op twee plaatsen veilig in de openlucht gezwommen worden. Bij vakantiepark Witterzomer is een zwemplas uitsluitend voor de gasten van het park. De Baggelhuizerplas is wel openbaar zwemwater. Het waterschap Hunze en Aa’s controleert de kwaliteit van deze plassen. Als dit onbetrouwbaar is, plaatst het waterschap waarschuwingsborden. De zwemwa- terkwaliteit is te vinden op hunzeenaas.nl. Zwemmen in ander oppervlaktewater wordt afgeraden. In de buurt van bruggen en sluizen is zwemmen verboden evenals in vaartrajecten. RIOLERING Gemengd rioolstelsel. Gemengd rioolstelsel Gemiddeld gebruikt een Nederlan- der circa 130 liter water per dag. Het overgrote deel hiervan komt na gebruik in het rioolstelsel. In de afvalwaterzuivering wordt het gezuiverd. Bij een gemengd stelsel wordt regenwater en huis- houdelijk afvalwater samen naar de zuivering afgevoerd. Als het heel erg hard regent, kan het voorkomen dat het stelsel de hoeveelheid water niet kan verwerken. Dan stroomt een deel van het afvalwater via een overstort in vaarten en singels. Dit kan zorgen voor stankoverlast en het sterven van vissen en vogels. Dit komt gelukkig steeds minder voor omdat er bufferruimte wordt gemaakt die als tijdelijke opvang dient. Het water gaat daarna alsnog naar de zuivering. Gescheiden rioolstelsel. Gescheiden rioolstelsel Het regenwater dat op de daken en straten terechtkomt, is bijna niet verontreinigd. Daarom worden steeds meer gescheiden riool- stelsels aangelegd. Het regenwater wordt dan in een apart rioolstelsel opgevangen en naar open water afgevoerd. Het voordeel hiervan is dat veel minder water bij de zuivering terechtkomt en er dus veel minder water gezuiverd moet worden. Een ander voordeel is dat bij een gescheiden stelsel geen vuil rioolwater op het oppervlaktewater wordt geloosd als het hard regent. 59 Dalkruid. 60 Vliegenzwam. 61 Vijfstammige beukenboom glanst van de regen. 1 2 4 8 7 6 5 9 10 13 14 15 16 3 Help mee aan schoner water! Wat de gemeente in het groot doet door een gescheiden rioolstelsel aan te leggen, kan je in het klein doen op verschillende manieren: • Hemelwater van het dak opvangen en hergebruiken door bijvoorbeeld een regenton onder de dakgoot te plaatsen. • Geen uitloogbare materialen gebruiken, zodat het regenwater niet wordt vervuild. Dus geen koperen regenpijpen, zinken dakgoten en bitumineuze dakbedekking op je dak gebruiken. • Geen gebruik van bestrijdingsmiddelen. Het gebruik van glyfosaat (Roundup) om onkruid op bestrating dood te spuiten is verboden! • Je auto niet op straat te wassen, maar bij een wasstraat, om zeepresten, olie en ander vuil niet mee te laten stromen naar het oppervlaktewater. • Niet toe te staan dat je hond op straat poept of de poep in ieder geval op te ruimen. De uit- werpselen komen anders via de straatkolken in de sloten en dit heeft een slechte invloed op de waterkwaliteit. Asserbos (zie ook de specifieke informatie aan de linkerzijde) Het Asserbos is een van de oudste bossen van ons land. Het wordt beheerd door de gemeente Assen. Het klooster Maria in Campis, gesticht in de 13e eeuw, was de eerstbekende eigenaar. In die tijd was de Beilerstraat een pad dat door het bos liep. Houtkap vormde een belangrijke bron van inkomen voor het klooster. Ook de inwoners van het groeiende Assen lieten zich niet onbetuigd. Toen er in de 17e eeuw ook nog drie boerderijen kwamen, bleef er van de oorspronkelijke begroeiing weinig over. Alleen het deel tussen de bosbeek en de Beilerstraat mocht nog de naam bos dragen. Vanaf 1760 is naar een ontwerp van Wolter Hendrik Hofstede het bos opnieuw aangeplant. Voorbeeld vormde de 17e eeuwse Franse barok, waar het sterrenbos in zwang was. Een dergelijk bos heeft lange rechte lanen die elkaar stervormig kruisen. De Hoofdlaan was gericht op de abdijkerk op de Brink, terwijl de meest zuidelijke laan, de Roldertorenlaan, wijst naar de Rolderkerk. Het aangeplante sterrenbos was groter dan het huidige. Door de aanleg van onder meer twee begraafplaatsen, het Van der Feltzpark, de Hertenkamp met aangrenzende bebouwing en de Boshof werd het verkleind. Mede omdat er in de Tweede Wereldoorlog veel bos is gekapt en het met de Amerikaanse Marshallgelden teruggeplante bos in de zeventiger jaren deels is omgewaaid, zijn er in het bos ook veel jongere bosgedeelten. Bij- zonder is dat er meer dan 100 soorten mossen voorkomen. Ook komen er talloze vogelsoorten voor (zie natuurwaarneming.nl), waaronder de ijsvogel. Regelmatig is hij aan te treffen rond de bosbeek. In het bos liggen twee begraafplaatsen. De Noorderbegraafplaats is aangelegd in 1822, nadat een Napoleontisch decreet het begraven in de kerken verbood. De Zuiderbegraafplaats is in Engelse land- schapsstijl aangelegd en sluit mooi aan op het omringende bos. Het oudste deel dateert uit de jaren 1887-1892. Er staan grote, oude coniferen. De kinderboerderij en theeschenkerij De Hofstede, bij de Nieuwe Vijver, zijn elke dag open. De Vereniging Vrienden van het Asserbos zet zich in voor de cultuurhistorische en natuurwaarden van het bos. Zo pleit zij voor groene verbindingen van het Asserbos met gebieden buiten de stad, ten behoeve van mens, plant en dier. Op vriendenasserbos.nl is veel informatie over het bos te vinden. Historische kaart Assen 1919 met de hoofdwegenstructuur anno 2007. In de loop van de jaren zijn veel beekjes verdwenen in de omgeving van Assen. De beken die wel zijn gebleven zijn voor een groot deel gekanaliseerd. Nu worden steeds meer beekloopjes in hun oude staat teruggebracht. 58 Zwemwater. 11 12

waterkaart Assen

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: waterkaart Assen

ColofonUitgave van Gemeente Assen en Milieufederatie Drenthe

De Milieufederatie Drenthe zet zich in voor natuur en milieu. Wij doen dit samen met andere organisaties en inwoners van Drenthe in concrete projecten. Je kunt ons helpen door mee te doen aan De Groene Peiler, ons digitale panel. Zie degroenepeiler.nl en mfdrenthe.nl Milieufederatie Drenthe, Hertenkamp 6, 9401 HL Assen, tel. 0592-311150, e-mail [email protected]

De kaart is tot stand gekomen in het kader van het themajaar Assen 2007 Natuur en Groen, mede dankzij ondersteuning van de waterschappen Hunze en Aa’s, Noorderzijlvest en Reest en Wieden en de Nationale Postcodeloterij.

Teksten en samenstelling Foto’s Milieufederatie Drenthe en Gemeente Assen Gemeente Assen Drents Archief Niek de Knegt

Druk en opmaak Kaartsymbolen© Mouthaan Grafisch bedrijf, Papendrecht Mouthaan, Wiepkje Spoelstra, Pim Brocades

Oplage 10.000Copyright © Milieufederatie Drenthe en Gemeente Assen Mei 2008

Westerveen Het Westerveen is een oude veenplas, die in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers werd uitgegraven. Ze gebruikten het water voor het blussen van mogelijke branden op het destijds nabijgelegen militaire vliegveld.

1 Graslandje met margrieten bij het Westerveen. 2 Druif bij restaurantje in Peest.

3 Paadje langs maïsveld. 4 Geiten en Schotse hooglanders op het Noordsche Veld.

Noordsche Veld Het Noordsche Veld ligt op een dekzandrug tussen twee beekdalen en wordt beheerd door Staatsbosbeheer. Op de heide liggen tientallen grafheuvels. Het fietspad over de heide is het voormalige poepenpad, ooit gebruikt door Duitse seizoenarbeiders (zie ook het Poepenhemeltje). In de heide schuilen hagedissen en adders, erboven vliegen libellen en zeldzame vlinders als heivlinder, heideblauwtje en bruine vuurvlinder. In de bosranden kom je vooral het bont zandoogje tegen.

Rode bosmierenhopen. Deze zie je altijd aan de rand van een bosperceel, zodat het nest ook nog wat zonnewarmte opvangt.

Tonckensbosch Dit bos heeft dezelfde naam als het bekende Tonckensbosch ten zuiden van Westervelde (niet op de kaart), dat beheerd wordt door de Vereniging tot Behoud van Na-tuurmonumenten. Het deel met de wandelroute is in bezit van de Marius Tonckensstichting. De Tonckensbossen stammen uit de nalatenschap van Marius Tonckens, burgemeester van Norg van 1898 tot 1934. Het bos bij Huis ter Heide is een ontginningsbos, geplant op zogenaamde ‘woeste grond’. Deze had na de ontdekking van kunstmest geen functie meer voor de landbouw. Ontgin-ningsbossen hebben vaak blokvormige percelen, beplant met sparren. De brede paden staan haaks op elkaar, ingericht voor de houtwinning. Sommige paden zijn nu deels overwoekerd of drassig en er liggen omgewaaide bomen. Ze geven het bos een woest en verlaten karakter. Ook zijn er nu smalle paadjes over houtwallen. Het meest noordoostelijke deel van het bos en het hei-develd zijn van Staatsbosbeheer. Op de heide grazen in het zomerhalfjaar zwart bonte koeien om de opslag van berken tegen te gaan. In het Tonckensbosch komen ringslangen voor. Vanaf maart kun je ze op een zonnig plekje ontmoeten. Ze houden zich vaak op nabij water, op zoek naar kik-kers. Ze kunnen ook uitstekend zwemmen. De eieren worden gelegd in mest- of bladhopen, waar het door broei lekker warm kan worden. Als je van stilte houdt, dan kan bij westenwind de weg langs Huis ter Heide storend zijn.

Om te voorkomen dat ringslangen en andere dieren worden doodgereden is hier een buis gelegd, als verbinding tussen het Fochteloërveen en het Tonckensbosch.

Het driewaterschappenpunt: vanuit dit punt stroomt het water in de drie verschillende waterschappen die Assen rijk is naar lager gelegen gebieden. Ten noorden van dit punt valt de regen in het gebied van waterschap Noorderzijlvest en stroomt via de Smeerveensche Loop, de Broekenloop en de Zeijerstroeten naar het noordwesten. Het water dat ten zuidwesten van dit punt valt stroomt via de Drentsche Hoofdvaart richting Meppel via waterschap Reest & Wieden. Het grootste gebied van de gemeente Assen ligt ten zuidoosten van dit punt in Waterschap Hunze en Aa’s. Het water dat in dit gebied valt, stroomt uiteindelijk via diverse beken richting de Drentsche Aa naar het noorden.

5 Adelaarsvaren in het bos nabij Peest. 6 Veentje in Ankehaarveld.

8 Paadje in Tonckensbosch.

7 Op deze plek werd volgens overlevering vrouw Lebbe vermoord door de knecht van de heer van Westervelde, toen ze van de markt van Langelo terugkwam, waar ze net een koe verkocht had. Zowel de inwoners van Peest als die van

Zeijen wilden niet voor de kosten van de begrafenis opdraaien en beweerden dat ze niet op hun grondgebied lag. Uiteindelijk nam Vries de begraafplicht op zich, maar de inwoners van het dorp eisten toen ook meteen alle grond op die aan hun kant van de plek van de moord lag en plaatsten er een paal. Deze grenspaal tussen de voormalige gemeenten Norg en Vries geeft nu de grens tussen Assen en Noordenveld aan. De huidige Lebbestaok is in 1949 geplaatst.

Kloosterveen

9 Esdoorn en beuk, Kloosterveen. 10 Vegetatiedak op basisschool, Hildegard van Bingenweg, Kloosterveen.

11 Pioniervegetatie van kamille langs pas 12 Pompoenverkoop, Zeijerveld. aangelegde Hildegard van Bingenrotonde in Kloosterveen.

Arboretum en Bos- en golfterrein Deze gebieden liggen op het Zeijerveld, dat in het begin van de vorige eeuw bestond uit ‘woeste grond’. Vanaf 1907 is dit gebied ten behoeve van de landbouw ontgonnen. Het was de eerste grote klus van de Heidemij in Drenthe. De ontginning trok veel aandacht, omdat er, behalve een zesspan ossen of paarden, ook een stoomploeg werd ingezet. Deze was met de trein naar Assen gebracht. Inmiddels is het gebied weer omgevormd tot een bosgebied met een grote golfbaan en een arbo-retum. De aanleg van het arboretum is gestart in 2004. Op dat moment stond er al jong bos dat geleidelijk door bomen van het arboretum zal worden vervangen. Langs de paden staan al veel nieuwe bomen. Ze zijn gegroepeerd per werelddeel: Europa, Noord-Amerika en Azië. Op panelen zijn de Latijnse namen van de bomen vermeld en is te lezen uit welke gebieden de bomen precies komen. De op de borden aangegeven soorten in het binnenste deel van de bosvakken zijn dus nog niet allemaal aangeplant. Op het bos- en golfterrein vind je verder jong bos (eik, hazelaar, popu-lier, spar) met ruige (pionier)ondergroei. Je kunt er ook een haas, ree of fazant ontmoeten. Reken erop dat je ‘s zomers bij vochtig weer honderden slakken in gevaar brengt door te wandelen of te fietsen… Liefhebbers van de stilte kunnen in het zuidelijk deel van het bos- en golfterrein last hebben van de nabijheid van rijksweg A28 en de zoemtoon van het Trafostation.

Open huisjes voor het plaatsen van bijenkasten

13 Bloeiende vlasleeuwebek en aardappel. 14 Veldweg, Zeijerveld.

Pelinckbos Ruim tien jaar geleden is dit particuliere bos van de familie Pelinck opengesteld voor publiek. Er zijn regelmatig spechten te zien. Het bos levert gemiddeld 250 kubieke meter FSC-hout (duurzaam hout) per jaar.

15 Beuken in Pelinckbos. 16 Strandje bij Baggelhuizerplas.

Baggelhuizerplas De recreatieplas Baggelhuizen is als zandwinplas ontstaan in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw. Het is de enige openbare zwemwaterplas van Assen. In de meest noordelijke plas kun je vliegvissen op ruim 500 regenboogforellen. Naast de plas ligt een parkbos. Hier en daar zijn er grote hoogteverschillen: het is de voormalige vuilnisbelt van As-sen. Het noordoosten was tot voor kort in gebruik als militair oefenterrein. De vele paden die zo zijn ontstaan, zijn niet alle op de kaart aangegeven. Het is nu vrij toegankelijk.

WittenDe dikste linde van de regio Assen, met een omtrek van 455 cm.

17 Zomereik, Witten. 18 Roos op Paaschkamp bij Witten.

Witterveld Het Witterveld is eigendom van het Ministerie van Defensie. Op het aangrenzende schietterrein oefent Defensie regelmatig, waarbij ook het Witterveld onder vuur ligt. In 1991 is het aangewezen als beschermd natuurmonument. Het gebied is niet voor het publiek toeganke-lijk. Sinds kort is het Witterveld één van de Europese Natura 2000-gebieden. Deze gebieden zijn aangewezen om kwetsbare soorten en leefmilieus te beschermen. In lagere gedeelten van het Witterveld bevinden zich fraaie vegetaties van levend hoogveen. Levend hoogveen is veen dat aangroeit. Het bestaat vooral uit veenmossen die leven van regenwater. Het is zeer zeldzaam geworden. In 1920 was er nog ruim 55.000 hectare in Nederland, nu nog slechts ca. 15! Ook op Europese schaal is het gebied bijzonder: in Ierland en Scandinavië komt ook veel actief hoogveen voor, maar dat is van een ander type. Het veenmos kan door zijn groei zorgen voor zure, zuurstofarme omstandigheden. Hierdoor blijven veenlijken zo goed behouden en zien er bij ontdekking eeuwen later nog uit als net gestorven. Overgangen van het veen naar hoge en droge terreindelen zijn nog ongestoord aanwezig, net als bijzondere planten zoals klokjesgentiaan, kleine veenbes, eenarig wollegras, witte snavel-bies, moerasklauw en lavendelheide. De fauna kent ook zeldzame soorten, zoals adder, heikik-ker, veenhooibeestje, blauwe kiekendief, klapekster, boompieper, sprinkhaanrietzanger, geelgors, paapje en roodborsttapuit. Door met name de schietoefeningen en het nabijgelegen TT-circuit is er sprake van een hoge geluidsbelasting. Natuur- en milieuorganisaties pleiten daarom voor meer bescherming van de rust in het gebied.

19 Veenpluis. 20 ’t Hoedveen is vrij toegankelijk.

Haarbos Het Haarbos is een nauwelijks toegankelijk bosgebied. Van oorsprong is het een hak-houtbos. Bij de kap liet men de stronk intact, waaruit weer nieuwe stammen groeiden. Nu is het een opgaand eiken-berkenbos. Een gedeelte bestaat uit vochtige gebied met veel pijpenstrootje. Gallowayrunderen begrazen het gebied.

21 Vistrap in De Haar. 22 Oeverzwaluwnesten in steile zandhelling.

De Haar Het militaire oefenterrein De Haar is in 2006 in gebruik gesteld. Het ligt op voormalige landbouwgrond. Een aantal militaire terreinen met hoge natuurwaarden, waaronder het Balloo-erveld, is daarbij overgedragen aan natuurorganisaties als Staatsbosbeheer. Inmiddels ontwikkelt De Haar zich als een gebied met waardevolle natuur. Uiteindelijk zal een divers gebied ontstaan met ruigtes, droge en natte graslanden, bossen, hagen en een fraaie beek. In de ruigtes voelen de bosrietzanger, de grasmus, de grauwe klauwier, dagvlinders en ook zoogdieren zich thuis. Op het voormalige zanddepot (ten westen van de vistrap) hebben zich zeer droge graslanden ontwikkeld. Hier zijn naast korstmossen ook tapuiten aan te treffen. Heel anders zijn de natte, vaak bloemrijke graslanden in het zuidoostelijk deel met soorten als echte koekoeksbloem en watermunt. Hier kun je de watersnip, de grutto en het paapje aantreffen. Het Witterdiep is verlegd om het schone kwelwater te behouden en verdroging van het gebied tegen te gaan. In de zijsloten van het Witterdiep groeien planten als grote boterbloem en waterviolier die afhankelijk zijn van schoon kwelwater. Het Witterdiep zelf heeft een rijke begroeiing en er leven veel soorten libellen. Op een aantal plaatsen is bos aangeplant. Daarnaast zijn ook enkele oudere bosjes en hagen aanwezig die al vóór de herinrichting aanwezig waren. De ontwikkeling van de natuur op oefenterrein De Haar gaat onverminderd voort en deze ontwik-keling krijgt alle ruimte. De recente aanplant zal in de toekomst uitgroeien tot bos. De ruigten zullen zich langzaam in bos ontwikkelen. Met name de zuidkant van het gebied en richting het Witterveld is het ’s nachts één van de donkerste gebieden rond Assen, mits er op het circuit geen activiteiten zijn. Het gebied is voor wandelaars en fietsers toegankelijk op wegen en paden.

Nesten van oeverzwaluwen.

1. Openingsmonument de Haar.

23 Vleermuisbunker. De bunker is bedoeld als overwinteringsplek voor vleermuizen (winter-slaap). Tot op heden zijn er geen vleermuizen die er gebruik van maken. Kennelijk moeten ze de plek nog ontdekken. Nu het gebied meer begroeid raakt en er meer water in het gebied komt, is de kans hierop groter.

24 Honing uit eigen tuin te koop; € 3,- per pot.

Zeijen e.o.

Nectarkroeg. Een nectarkroeg is een soort bar die uitkijkt op een kleine tuin. In deze tuin staan planten die aantrekkelijk zijn voor vlinders, hommels en bijen. Bezoekers aan de bar kunnen hun waarnemingen doorgeven aan De Natuurkalender. Zo ontstaat een beeld van mogelijke veranderingen in het voorkomen van diersoorten, bijvoorbeeld door de klimaatverandering. Meer informatie op natuurkalender.nl.

27 Nectarkroeg bij Zeijen. 28 Zeijerstrubben.

Zeijerstrubben De Zeijerstrubben is de naam van een oude bosstrook langs de Noorderesch van Zeijen. Strubben zijn grillig gevormde eikenboompjes, zo gevormd door vraat of door onvoldoende groei ten gevolge van een ondoordringbare leemlaag. In het verleden gebruikten Zeijenaren het ge-bied als gemeenschappelijk hakhoutbos en gingen zij er niet met hun honden, maar met hun varkens en schapen naar toe. Sinds 1959 is Staatsbosbeheer de eigenaar. Het is nu oerbosachtig, met door braam en adelaarsvaren overwoekerde bospaadjes en omgevallen bomen. Ook staan er oude eiken met daaronder veel grote hulst. De Zeijerstrubben staat bekend als de groeiplaats van de zeldzame Zweedse kornoelje, een plant die het logo vormt van de gemeente Tynaarlo. De bloeitijd is mei-juni. De klimaatopwarming bedreigt hier zijn voortbestaan, want de plant groeit in Nederland aan de zuidgrens van zijn verspreidingsgebied. De Zeijerstrubben is mogelijk de enige groeiplaats van deze plant in Nederland.

Bollenveen Aan het begin van de jaartelling was het Bollenveen een offerplaats. Bij opgravingen is er veel aardewerk en houtsnijwerk gevonden. In de vorige eeuwen is het hoogveen afgegraven. De tjaskermolen pompte in de zomermaanden het veen gedeeltelijk droog, zodat er turf kon worden gestoken. Er zitten veel groene kikkers. Ook groeit er veel wederik en lisdodde. Dit is een teken, dat het water (te) voedselrijk is. Dankzij jarenlange inspanningen van de Stichting Zeijerwiek komt er nu ook dopheide en kruipheide terug.

29 Tjasker in Bollenveen. 30 Landgeiten beheren het Haverkampsveen.

Zeijerwiek In de jaren 30 van de vorige eeuw is de Zeijerwiek aangelegd om het dorp Zeijen beter bereikbaar te maken. De Zeijerwiek stond via een kanaal (de Asserwijk) in verbinding met de Drentsche Hoofdvaart. Destijds voeren hier schepen met landbouwproducten en grondstoffen. Bij de ruilverkaveling Vries in de 60-er en 70-er jaren is de Zeijerwiek aan de zuidzijde afgedamd. Hierdoor groeide de wiek dicht met planten en stond ‘s zomers bijna droog. De Stichting Zeijerwiek e.o. heeft de wiek teruggebracht in de oorspronkelijke natte staat en draagt al 25 jaar zorg voor de instandhou-ding ervan. Aan de kant van Zeijen wordt diep grondwater opgepompt, zodat de vaart van schoon water voorzien. Het grondwater is ijzerhoudend, wat goed te zien is aan de rode kleur als het water aan de lucht wordt blootgesteld. Het ijzer bindt de meststof fosfaat, waardoor het water voedselarm blijft en een hoge natuurwaarde verkrijgt. Omdat het oppompen van grondwater uiteindelijk weer bijdraagt aan de verdroging van het gebied, zou een meer natuurlijke oplossing van het watertekort de voorkeur verdienen. Bijvoorbeeld door het ongedaan maken van de afdamming. Het dan in te laten water zou overigens een mindere kwaliteit hebben dan het opgepompte grondwater.

Grondwaterpomp Zeijerwiek.

31 De buis die het grondwater aanvoert. 32 Vanaf de brug kun je in het heldere water tussen de gele plomp heel goed vissen zien.

Ter Aard

33 Wilgenroosje, langs één van de bloemrijkste onverharde wegen bij Assen, tussen maïs- en aardappelvelden. Langs het weggetje groeien verder o.a. brem, fluitekruid, teunisbloem, jacobskruiskruid, duizendblad en vliegen er ‘s zomers boerenzwaluwen.

Park Pittelo Veel plasjes met natuurlijke oevers, met bomen begroeide heuvels en een 10 meter hoge wand van grote, uit Zweden afkomstige keien. Onverharde paadjes voeren langs pitrus en poel-tjes, o.a. de Postma Poel, een poeltje met waterlelie, valeriaan en lisdodde. Aan de zuidkant van het park ligt Kinderboerderij De Pittelstee.

Kroezehof. Dit is een Natuur Educatief Centrum, waar diverse Assense natuurgroepen bijeenkomsten beleggen, zoals de bijenhoudersvereniging en het IVN-Assen.

Lariks

Lariksbos Het Lariksbos bestaat uit bloemrijke graslanden, vijvers, speelweiden en gedeelten met bos. Ook staat er het landhuis ‘De Lariks’, dat stamt uit 1914. Een deel van het bos is uit dezelfde tijd. Er groeien zomereiken met hier en daar beuken, populieren, fijnsparren, berken en esdoorns. Aan de noordkant ligt het Dierenverblijf De Lariks.

34 Dierenverblijf “De Lariks”

In 1961 is de watertoren aan de Troelstralaan in gebruik genomen. Men koos voor de Troelstra-laan, omdat dit een centrale plek in Assen was. De toren is 33 meter hoog, heeft 154 traptreden en bevat 550.000 liter water. De toren heeft een zogenaamd ‘open systeem’. Als er te veel water in het leidingnet zit, stroomt het overtollige water in het reservoir van de toren. Is er te weinig water, dan stroomt er juist water uit het reservoir in het leidingnet. Zo worden schommelingen in het wa-terverbruik opgevangen en is er een gelijkmatige druk op het net.

35 De Watertoren.

Westerpark en Centrum-westDe duiven van Weerman. Ze vertikken het om in de regenton te gaan wonen. Veel Turkse tortels eten mee van het voer.

36 Weiland in Westerpark. 37 Duiventil zonder duiven.

Asserbos Zie ook het middengedeelte.

Reuzenzilverspar. Een snelgroeiende boom die oorspronkelijk uit Noord-Amerika komt. Daar wordt hij tot 80 meter hoog. In Europa haalt hij zeker een hoogte van 40 meter. Bij het wrijven van de naalden komt er een soort mandarijnengeur vrij. Op deze plek zijn in 2006 hoge eiken gekapt om verjonging van het bos mogelijk te maken. Er zijn toen o.a. linden geplant. Het blad verteert beter dan dat van eik of beuk, zodat op den duur mogelijk een interessante plantengroei op de bodem ontstaat.Sinds enige jaren bouwen reigers hier hun nesten.

Stam van in 1993 omgewaaide 200 jaar oude eik.

Dit bos langs de Beilerstraat is een van de oudste en mooiste delen van het Asserbos en was al bos op het moment dat het sterrenbos werd aangelegd. Het vertoont gelijkenis met een tropisch oerwoud: er is een ondergroei van lage bomen, vooral oude hulstbomen, waartussen de dikke stammen van eiken. Door de ouderdom en mogelijk door wisselingen in de groeiomstandigheden, zoals de waterstand, zijn niet alle eiken even gezond. Dit deel van het bos is een vreemde eend in de bijt. De paden lopen hier nagenoeg evenwijdig, in plaats van in de kenmerkende sterrenvorm van het sterrenbos. Dit is terug te voeren op de tijd dat het gebied behoorde tot het landgoed Port Natal (zie aldaar). In dit deel van het bos groeien beuken en veel oude eiken. Onder de hoge bomen is veel open ruimte, die deels wordt opgevuld met jongere beuken en een enkele hulstboom.De beuk tegenover het paaltje met nr. 9 (aan de andere zijde van het pad) heeft op ruim 8 meter hoogte een oud spechtengat, waarin soms kauwtjes broeden.In cirkel geplante lindebomen op de nationale boomfeestdag 1995. De bomen symboliseren de Europese vlag. Aanleiding voor het planten was het opheffen van de grenscontroles tussen zeven Europese lan-den, waaronder Nederland. Sparrenbos.

Heemtuin. In dit deel van het bos is in de zeventiger jaren geprobeerd de voor Drenthe specifieke natuur in het klein aan te leggen en zo te behouden. De aangelegde “tuinen” zijn door het beperkte onderhoud inmiddels weer op echte natuur gaan lijken. Op enkele plekken zijn bijzondere soorten te vinden, zoals bijvoorbeeld zonnedauw.Dit open gebied wordt de ijsbaan genoemd, omdat er in koude winters geschaatst kan worden. Het is een belangrijk leefgebied voor diverse soorten amfibieën, zoals de groene kikker en de alpenwatersalamander. Langs dit pad staan forse grove dennen en sparren.

2. Monument voor Hofstede, de stichter van het sterrenbos.

39 Oude eik torent uit boven het hulstbos.

38 De dikste eik van het bos in het voorjaar.

40 Met wingerd en roos begroeide schuur, Betuwe. 41 Langs de Kloekslaan staan hoge grove dennen.

Baggelhuizen

’t Roege Stuk ’t Roege Stuk is van oorsprong een natuurlijke laagte. Door de aanwezigheid van keileem in de bodem, dat het regenwater slecht doorlaat, ontstond hier destijds vochtige heide en bos. Bij de ontginning van de woeste gronden bleek ’t Roege Stuk ongeschikt voor de landbouw en bleef het in de oorspronkelijke staat. Bij de aanleg van de woonwijk Baggelhuizen is het behouden als bos- en heidegebiedje voor de bewoners. Door het intensieve gebruik is een enorm aantal paden en paadjes ontstaan; deze zijn niet alle op de kaart weergegeven! In het centrum van het gebiedje bevindt zich een soort wildernis van berk, lijsterbes, vuilboom, braam en varen en vind je nog natte plekken die zijn ontstaan door vroegere turfwinning.

Meer dan 6 meter hoge klimroos in een grove den.

42 Dierenweide De Deel van zorginstelling Promens Care. 43 Versierde ruwe berk, Kennemerland.

Twijfelveld In het Twijfelveld zorgt het Anreeperdiep van oudsher voor de afvoer van water uit het Asserbos en het Witterveld. Omdat de gronden in het Twijfelveld te nat waren voor de landbouw, is in het verleden een nieuwe rechte watergang gegraven. Inmiddels geven de gemeente en het waterschap de natuur in dit gebied weer meer kans. In de rechte watergang zijn stuwen geplaatst en de oude kron-kelende beek is weer van stromend water voorzien. Daardoor is het waterpeil omhoog gegaan, stroomt er ook in de sloot langs de bosrand water en wordt het grasland natter. Het is nu bloemrijk hooiland. Er grazen Schotse hooglanders. Het Twijfelveld is een rustig natuurgebiedje, maar wordt omsloten door lawaaiige wegen. Een geschikt moment voor een bezoek is daarom de vroege zondagochtend.

44 Schotse hooglanders, Twijfelveld. 45 Vlier met zadelzwam, Twijfelveld.

Joodse begraafplaats Dit is de oudste nog bestaande begraafplaats van Assen, in 1778 aan-gelegd door de eerste Joodse inwoners van de stad. Op een Joodse begraafplaats worden tussen de graven geen bomen geplant. Er geldt ‘eeuwige grafrust’, wat betekent dat de graven ongemoeid ge-laten moeten worden. Een goede reden destijds om de begraafplaats zo ver van de stad te plaatsen.

46 Vrijwel alle grafstenen op de Joodse begraaf- 47 Landelijk weggetje in Graswijk. plaats zijn naar het oosten gekeerd, richting Jeruzalem.

Grondelooze kuilDe Grondelooze kuil is een particulier natuurgebied. Het is genoemd naar een dichtgegroeid meertje, waarin door de dikke, moerassige veenmoslaag geen grond te voelen was. Al voor 1832 wordt de naam gebruikt. Er doen verschillende verhalen over het meertje de ronde. Zo was in 1850 een boer van de Graswijk het niet eens met de verkering van zijn dochter met een sloeber uit een van de aldaar gelegen plaggenhutten. Toen hij haar achterna zat met een bijl is hij in de Grondelooze kuil verdronken. En in het voorjaar van 1894 zou er een middeleeuwse ruiter met paard en al als veenlijk zijn gevonden… Het gebied vormt een belangrijke schakel in het verbinden van het Asserbos, via het Twijfelveld met het buitengebied.

Rhee, Ubbena e.o. Stichting Landschapsontwikkeling Rhee-Ubbena zet zich in voor herstel van de es van Rhee en voor natuurontwikkeling rond de Smeerveensche Loop. Enkele kleine gebiedjes zijn hier al in bezit van Staatsbosbeheer. Ook is het gebied rond de Smeerveensche Loop één van de mogelijke locaties voor de gemeente Assen om 200 hectare nieuwe natuur in de stadsrandzone te realiseren.

Stal met boerenzwaluwnest. De stal is van boven open zodat de zwaluwen er altijd vrije toegang hebben.

62 Heckrunderen, op een particulier, natuurlijk 63 Ooievaars, Asserstraat. beheerd terrein.

64 Pijlkruid, lisdodde, wederik, waterlelie, wilg en els. 65 Catalpa of trompetboom.

Peelo Enkele vijvers in Peelo zijn, voordat het gebied ontgonnen werd, vennetjes geweest. Overtol-lig regenwater vond haar weg in noordelijke richting en stroomde via de Smeerveensche Loop en de Broekerloop naar het Eelderdiep en het Peizerdiep en zo verder naar de Waddenzee. In het verleden kwamen hier kraanvogels naar voedsel zoeken. Een mooi perspectief voor natuurontwikkeling van de Smeerveensche Loop! Zie ook bij Rhee, Ubbena e.o.

Oorspronkelijk ven met lisdodde en gele plomp.

Vijver met groene kikkers, half dichtgegroeid met grote waternavel, een woekerplant afkomstig uit Noord-Amerika.

Op het eilandje in dit natuurlijke ven verzamelen zich vaak spreeuwen.

Oorspronkelijk ven met grote en kleine lisdodde, waterlelie, pijlkruid, gele lis, wederik en drijvend fonteinkruid.

Noorderpark e.o.Hoog is deze boom niet, maar het is wel de dikste Acacia van Assen met een omtrek van 325 cm.

Dikste wilg van Assen met een omtrek van 485 cm.

Het waterschap Hunze en Aa’s zuivert hier het rioolwater. De installatie heeft een capaciteit voor 80.000 inwoners. Bij de biologische zuivering bezinken bacteriën met het in het afvalwater aanwezige slib en stroomt het gezuiverde water naar het Noord-Willemskanaal. Het slib met de bacteriën wordt ingedikt en vergist. Hierbij wordt brandbaar gas gevormd, dat gebruikt wordt om elektriciteit op te wekken. Zo kan de installatie voor een deel in zijn eigen energievraag voorzien.

Aafke’s bosje Bosgebiedje genoemd naar de daar in de vorige eeuw in een armoedig huisje wonende Aafke. Haar tuin is tot een bosje verwilderd.

ATV Oranjebond Assen is een volkstuinencomplex met 150 tuinen, sinds 1975 gevestigd aan de Zwart-watersweg.

66 Wijkboerderij Oranjebond, met op de 67 Planten Lindeboom, Brink 1933. achtergrond Aafke’s bosje.

Centrum e.o. Het ontstaan van Assen is te danken aan het op 12 meter boven NAP gelegen droge plateau, dat geschikt bleek voor de bouw van een klooster. We schrijven het jaar 1260, toen de Weiersloop nog als bronbeekje langs het plateau haar water afvoerde naar de Drentsche Aa. Het kloosterterrein was omgeven door een gracht, de huidige, meest gedempte ‘singels’. De Weiersloop vormde aan de westkant de afgrenzing. Uiteindelijk groeiden de nederzettingen rondom het kloos-ter uit tot het huidige Assen.

Een prachtige treurbeuk, van ruim 100 jaar oud, met een omtrek van bijna 4 meter. Het parkje waarin deze boom staat heet het Huygespark. Het was oorspronkelijk een deel van de tuin van Advocaat Huy-ges en hoorde bij het huis aan de Vaart 66. Deze koningslinde is geplant ter ere van de geboorte op 7 december 2003 van kroonprinses Catharina-Amalia. De boom staat symbool voor een gezonde en groene toekomst voor elk kind.De dikste plataan van Assen met een omtrek van 485 cm.

Linde, geplant op hemelvaartsdag 1933 voor de toenmalige pastorie, ter ere van het bundelen van het vrijzinnig hervormd jeugdwerk in de naam Jeugdverband Meyboom. Prof.dr. H.U. Meyboom, overleden in juli 1933, was predikant te Assen en bestrijder van het dogma dat de bijbel het onfeilbaar woord van god is.De dikste Amerikaanse eik van Assen met een omtrek van 455 cm.

De dikste tamme kastanje van Assen, met een omtrek van 485 cm.

Deze taxus (of venijnboom) uit 1880 is één van de oudste van het land.

De dikste boom van Assen, deze zomereik, met een omtrek van 490 cm. Ooit maakte deze plek deel uit van het Asserbos. Alle bebouwing is dus van later datum. De boom is rond het jaar 1800 geplant of ontkiemd.Beatrixboom, een linde, geplant ter ere van haar 50e verjaardag (1988) (de boom is te herkennen aan de steen langs het pad). De Beatrixboom staat in de Gouverneurstuin. De tuin behoorde vroeger bij de woning van de gouverneur (hoofd van de provincie), het Drostenhuis. De tuin is overdag vrij toegankelijk.Boomhuisje.

Zwaaikom. In 1958 is de zwaaikom (De Kolk) gedempt om het wegverkeer meer ruimte te geven. In 2008 wordt de kolk in oude luister hersteld, zodat boten weer heen en weer naar het centrum van Assen kunnen varen.In de vloer van warenhuis Vanderveen is een oude duiker zichtbaar gemaakt die ooit in een dammetje in de Weiersloop heeft gelegen. De Weiersloop was een beek die liep vanuit de veengebieden ten noord-westen van het klooster richting Drentsche Aa. Vroeger liepen veel meer beekloopjes door Assen. Veel van deze beken lopen nu door duikers onder het centrum van de stad. De Weiersloop is genoemd naar een visvijver (weier) die waarschijnlijk ergens nabij de huidige Hema heeft gelegen. Deze waterpomp herinnert aan de eerste boerderijen die in Assen stonden. Men beschikte hier honder-den jaren geleden al over goed drinkwater!De vijver in de Gouverneurstuin is nog een overblijfsel van de Weiersloop. Aan de oever groeit groot hoefblad.

68 Stokroos Vaart NZ. 69 Landgoed Overcingel is bekend om de uitbundige bloei van krokussen.

Landgoed Overcingel Dit landgoed is eind 18e eeuw gesticht door Johannes van Lier. Het is particulier bezit en één van de vier staatsnatuurmonumenten in Drenthe. Van het ooit omvangrijke landgoed is slechts 5 ha overgebleven. Van Lier werd geïnspireerd door de Franse tuin. Hij liet een rechthoekige waterpartij uitgraven, het Grand Canal en plantte veel laanbomen. Later kreeg de tuin meer ronde vormen, zoals in de Engelse landschapstijl. In de tuin staan veel eeuwenoude bomen. Er groeit onder andere bosanemoon, veelbloemige salomonszegel en holwortel. Het zuidelijk deel be-staat uit oud eiken- en hulstloofbos, gemengd met beuk. Het landgoed is dagelijks geopend (behalve het gedeelte direct naast en achter het woonhuis). Je moet in het bezit zijn van een wandeljaarkaart, die voor een klein bedrag verkrijgbaar bij het huis van het landgoed. Leden van Natuurmonumenten of van de Asser Historische Vereniging kunnen gratis een wandelkaart afhalen. Als de krokussen bloeien is de hele tuin rond het huis zelfs vrij toegankelijk.

Deze majesteitelijke vijfstammige paardekastanje is waarschijnlijk de dikste en mooiste kastanje van Assen. De ernaast gelegen hoop puin is de overwinteringsplek van o.a. de alpenwatersalamander.De dikste beuk van Assen, geplant rond 1800, met een omtrek van 440 cm.

Dit was vroeger een bron die het landgoed van water voorzag, maar sinds de bouw van het GAK-kantoor is de spontane druk weggevallen. Nu wordt het water omhooggepompt. Ondanks de door het ijzergehalte bruine kleur, is het drinkbaar. In de oorlog was het zelfs een noodvoorziening voor het nabijgelegen Wilhelminaziekenhuis.

Port Natal Port Natal is nu de naam van het gebied rondom het Wilhelminaziekenhuis. De tuin is vrij toegankelijk en vormt een voorbeeld van tuinaanleg uit 19e eeuw. De oudste bomen dateren uit 1880. De lanenstructuur is afkomstig van het voormalige landgoed “De Eerste Steen”, genoemd naar de eerste stenen mijlpaal langs de Beilerstraat richting het zuiden. Dit landgoed, ook aangeduid met Dennenoord, is ontstaan in 1789. Het werd in 1791 uitgebreid met een deel ten westen van de Beilerstraat. Nu is dit een deel van het Asserbos. Het huis “De Eerste Steen” en de toegangspoort aan de Beilerstraat, verwijzen nog naar de oorspronkelijke naam van het landgoed. Aan de oostzijde liep het door tot voorbij de huidige spoorlijn. Later zijn op het landgoed de psychiatrische ziekenhuizen ‘Licht en kracht’ en ‘Port Natal’ gebouwd. In het groen van Port Natal zijn diverse plannen voor be-bouwing. Op portnatal.nl worden de plannen kritisch gevolgd door Assenaren die beducht zijn voor aantasting van dit landgoed.

Vredeveld e.o.Twee elzen met een omtrek van 190 cm, met hop begroeid.

Dikste esdoorn (een zilveresdoorn) met een omtrek van 370 cm. De zilveresdoorn komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en wordt tot ongeveer 25 meter hoog. Esdoorns hebben in het voorjaar een sterke sap-stroom, die afgetapt kan worden. Dit geldt vooral voor de suikeresdoorn, de leverancier van Ahornsiroop.Plasje met veel groene kikkers.

Dode boomstronk, die toch weer uitloopt.

In de herfst prachtig verkleurende esdoorns op het ‘voetbalveldje’.

Boshuis Hendrik van Boeijen.

Plaggenhuisje.

Stille plek.

Bij de kas van Vanboeijen kan je boeketten, perkplanten (voorjaar) en vaste planten, chrysanten en kalebassen (najaar) kopen. Natuurterreintje bij het Anreeperdiep waar Schotse hooglanders grazen.

Stuw in de Ruimsloot. De ruimsloot is een ten behoeve van de landbouw gegraven, rechte verbinding naar het Deurzerdiep, om het water zo snel mogelijk af te voeren. Door het plaatsen van de stuw is het waterpeil voor de stuw verhoogd en stroomt een deel van het water via een buis in de oude, kronkelende beekloop richting het Deurzerdiep. De natuurlijke loop van het water is zo deels hersteld en het water wordt langer in het gebied vastgehouden.

70 Curieuze bomen die een kleurig onderdak bieden. 71 Plaggenhuisje.

Amelterbos Het Amelterbos wordt doorsneden door de Europaweg-Oost en Rolderhoofdweg. Het is in beheer bij de gemeente Assen. In het oostelijk deel staan veel naaldbomen (douglassparren) van dezelfde leeftijd, die rond 1950 zijn aangeplant. In 2007 zijn in het kader van regulier onderhoud nogal wat bomen gekapt. Ook in het deel ten zuiden van de Rolderhoofdweg is kap gepland, maar een aantal omwonenden heeft hier bezwaren tegen.

72 Deze mooie beuk heeft een omhooggaande 73 Te kappen beuken nabij tennispark Amelte. dode tak waarin een pimpelmeesje zijn nest kan maken.

Houtlaan Bij de bouw van het wijkje rond de Houtlaan is afgesproken geen schuttingen te plaatsen tussen de tuinen, maar beukenhagen die laag gehouden zullen worden. Hierdoor is een gastvrij, groen beeld ontstaan. De groene kikkers hebben het bij het water met natuurlijke oevers uitstekend naar hun zin.

Valkenstijn Op het landgoed Valkenstijn stond vroeger het huis Vredeveld. Het was de residen-tie van de eerste gouverneur (provinciaal bestuurder) van Drenthe. In 1842 kwam het in bezit van Augustinus en Louise van Valkenstijn. Zij leidden hier een teruggetrokken bestaan. Hun graftombe bevindt zich op het landgoed. Over het landgoed hebben in het verleden diverse spookverhalen de ronde gedaan. Was Louise wellicht een buitenechtelijke dochter van de in haar doopakte genoemde koning van Holland, Lodewijk Napoleon?? Ligt het echtpaar wel in de graftombe?? Loopt er een ondergrondse tunnel door het gebied?? Het huis is afgebroken in 1966. De statige oprijlaan en de waterpartijen zijn bewaard gebleven. In de sloten naast de oprijlaan bloeit in mei/juni de zeldzame waterviolier. Dit geeft aan dat er schoon kwelwater aan de oppervlakte komt. In de zuidwesthoek van het landgoed ligt Valkenstijn Dierenweide.

Onder deze esdoorn kun je doorkijken! Rondom de boom staan veel nakomelingen.

Graftombe, erachter staat een rode beuk met een omtrek van 300 cm. Op de kaart staan ook een groene beuk (omtrek 375 cm) en een eik (omtrek 390 cm) aangegeven.

Geelbroek e.o. Veel van de natte graslanden rond Geelbroek zijn eigendom van Staatsbosbe-heer. In de omgeving wordt aardgas gewonnen. In de zomer van 2004 veroorzaakte dit een aardbe-ving, die tot in Assen, Rolde en Hooghalen te voelen was.

Valkenier.

3. Gedenkmonument ongeluk pantservoertuig op inmiddels opgeheven overweg, 17 juni 2003.

74 Paadje met bosanemonen, Valkestijn.

75 Graftombe met rode beuk.

76 Lakenvelders bij Geelbroek.

77 Reigers op grasland bij Geelbroek. 78 Slapende paarden in De Weilanden.

Groote Zand Het Groote Zand bestaat uit gevarieerd heidelandschap en bos. De naam verwijst naar de tijd dat het gebied door overbegrazing en overmatig plaggen en afbranden van heide be-stond uit een grote zandverstuiving. Er grazen nu Schotse Hooglanders en Drentse heideschapen. Door de variatie in natte en droge gebieden komen hier struikheide, dopheide en kraaiheide voor.

79 Tamme kastanje met spechtengat. 80 Het Groote Zand.

Heidenheim Heidenheim bestaat uit een aantal bos-, heide- en veengebiedjes van Het Drent-se Landschap. Ooit behoorden zij tot het landgoed Heidenheim, waarvan de oprijlaan begint aan de Asserstraat. Omstreeks 1860 werd het gebied in tweeën gedeeld door de aanleg van het Noord-Willemskanaal. In de 70-er jaren volgde de aanleg van de A28. Het landgoed is één van de weinige plekken tussen de alsmaar uitdijende plaatsen Assen en Vries waar nog een ecologische verbindingszone van oost naar west gerealiseerd kan worden. Pal ten zuiden van het viaduct, ter hoogte van het landhuis, zijn de steile damwanden van de kanaaloevers vervangen door natuur-vriendelijke oevers. Hier kunnen reeën en andere dieren het kanaal oversteken. Het is ook de plek waar een dier, dankzij het viaduct, veilig de A28 kan passeren. Op het heiderestant Vreeburg groeit dopheide en struikheide, met veel opslag van jonge berken. Bezoek het gebied bij noordwestenwind, anders heb je het gevoel dat je langs een snelweg loopt. Rond het Boerveen en het Achterste Veen vind je in de berkenbosjes spotvogels, staartmezen, winterkoninkjes en bosrietzangers. In het Eischenbroekveld groeien heideplanten als veenbies en pilzegge en leven konijnen, reeën en levendbarende hagedissen.

81 Dode berk in Achterste Veen. 82 Noord-Willemskanaal.

Marsdijk Door het dalletje waar de kinderboerderij De Beekdalhoeve ligt, liep vroeger een beekje dat uitkwam in de Drentsche Aa. Vanwege de hoge natuur- en recreatiewaarde is het gebied bij de aanleg van de wijk Marsdijk onbebouwd gebleven. Het is nu een paradijs voor riet-zangers, de ijsvogel wordt er gezien en ’s winters brengt de blauwe kiekendief soms een bezoek aan het gebied.

De dikste vlier van Assen met een omtrek van 130 cm.

Een els met een omtrek van 220 cm en aan de voet een oude vlier.

Water met lisdodde, waterweegbree en waterpest.

Hier zijn schuine oevers gegraven, zodat wilde planten en dieren een kans krijgen.

Anne Frankpark Het Anne Frankpark ligt op de voormalige markegrens tussen het buurt-schap Peelo en het dorpje Loon. Het park is onlangs opgeknapt. In het midden is een skatebaan waar bij vorst ook geschaatst kan worden. Een tribune en hoogteverschillen bieden goede moge-lijkheden de activiteiten te bekijken. De wijkbewoners hebben activiteiten georganiseerd om geld in te zamelen voor de speelvoorzieningen.

83 De dikste vlier van Assen (links) en de stam 84 Vegetatiedak bibliotheek Marsdijk met van een zomereik (rechts). vetplantjes en uien.

Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa Aan de oostkant van Assen begint het Drentsche Aa-gebied. Sinds 2002 heeft het de status van Nationaal Park, met als naam: het Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa. Het bestaat uit beekdalen, velden, essen en esdorpen. In de dalen krijgen de kronkelende beekjes alle ruimte. De graslanden worden hier omzoomd door houtwallen. De essen zijn de historische akkercomplexen rond de dorpen. De velden zijn de gronden die tot 1900 nog niet ontgonnen waren. Op deze voormalige “woeste grond” is nu plaats voor landbouw, samen met de bossen en overgebleven heidevelden, zoals bijvoorbeeld Kampsheide en het Ballooërveld. In het gebied zullen alleen extra woningen gebouwd worden als dit nodig is om de eigen bevolking van het Drentsche Aa-gebied te huisves-ten. Dit is een afspraak tussen de betrokken overheden.

85 Nabloei van brem in augustus. 86 Hunebed tussen Loon en Taarlo.

87 Rijpende bramen bij het Taarlose veentje. 88 Gerstakker bij Taarlo.

Taarlose veentje Het Taarlose veentje is een pingoruïne. Dat is een overblijfsel uit de ijstijd toen ondergronds water bevroor en de grond opzij duwde. Na het smelten bleef een met water ge-vuld gat en een omwalling over. Deze ringwal is bij het Taarlose veentje nog grotendeels aanwezig. In dit gebiedje komen 34 soorten libellen voor. De meest voorkomende is de koraaljuffer. Vooral het mannetje heeft een helderrood achterlijf. De enige andere rode libelle is de vuurjuffer, maar die heeft geen lichtrode, maar zwarte poten. De koraaljuffer, die veel voorkomt in Zuid-Europa, is hier de laatste jaren sterk in aantal toegenomen, mogelijk mede een gevolg van de klimaatopwarming.

Loon

Drie linden, waarvan de dikste (omtrek 350 cm) het eerst in blad komt. De voormalige boer liet de koeien in de wei als het blad een dubbeltje groot was.

Eiken met startende roekenkolonie (sinds 2007).

Roeivereniging ARC.

Verdeelwerk Loon. Het waterschap Hunze en Aa’s verdeelt hier het water dat uit het Deurzerdiep komt. Als de aanvoer minder is dan drieduizend liter water per seconde, wordt al het water naar de Drentsche Aa gestuurd. Is de aanvoer door veel regenval groter, dan gaat de rest richting het Noord-Willemskanaal.

89 De linde in Loon met blaadjes zo groot 90 Linde in Balloo. als dubbeltjes.

Lage Maden Elzenbroekbosje en vochtige graslanden, met de kleine bonte specht, grauwe klauwier, watersnip en wulp. De els heeft in de Drentse beekdalen zijn optimale groeiplek. Elzen kunnen hier zo groot worden als eiken.

Smalbroekerloop De Smalbroekerloop is ongeveer een kilometer lang. Hij begint even ten oosten van de grondwatermeter, stroomt onder het fietspad door en mondt uit in het ruim vier meter lager gelegen Loonerdiep. Het beekje wordt o.a. gevoed door schoon kwelwater, afkomstig van regenwater dat op het Ballooërveld en op de es van Balloo valt. De graslanden in het beekdal van de Smalbroekerloop worden één keer per jaar gemaaid. Hierdoor krijgen bijzondere planten zoals blauwe zegge en Spaanse ruiter de kans zich te ontwikkelen.

91 Educatieve grondwatermeter. Een koker drijft 92 Ballooërveld vanaf het fietspad langs de in een doorzichtige buis op het grondwater Smalbroekerloop. en geeft zo het peil van het grondwater aan. Voor de natuur is een hoog waterpeil wenselijk. Meer info op waterindepeiling.nl.

Ballooërveld Het Ballooërveld is een uitgestrekt heidegebied dat in augustus paars kleurt door de bloeiende struikheide. Er broedt o.a. de roodborsttapuit, boomleeuwerik, koekoek en ta-puit. De tankgracht en de boscomplexen zijn destijds voor militair gebruik aangelegd. Het gebied is sinds 2007 eigendom van Staatsbosbeheer. De schaapskudde, die het gebied sinds 1981 weer begraast, is met ruim 400 Drentse heideschapen de grootste van Drenthe. Bij de schaapskooi wordt dagelijks aangegeven waar je de kudde op het heideveld kan vinden. Op woensdagmidda-gen is de herder om vier uur met de kudde bij de schaapskooi aanwezig. Van november t/m april vertrekt de kudde dagelijks vanuit de kooi. In de zomerperiode grazen de schapen soms op ver afgelegen delen van het veld en komen ze ’s nachts niet terug in de schaapskooi.

Schaapskooi Ballooërveld en informatiecentrum.4. Gedenkmonument Harry de Vroome, van 1958 tot 1984 landschapsconsulent van Staatsbosbe-heer en voorvechter van het nationaal Beek- en Esdorpen Landschap Drentsche Aa.

Dijkveld Dijkveld is sinds 2007 vrijwel geheel ingericht als natuurgebied, beheerd door de Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD), Staatsbosbeheer en door boer Klaas Paasman uit Bal-loo. Ook het Ministerie van Defensie heeft nog een klein deel in bezit. Het gebied bestaat uit bosstroken, houtwallen en open gebieden, waaronder enkele heideveldjes en veentjes. In de zo-mermaanden grazen er Charolais-koeien, die via een oversteek over het fietspad ook in een deel van het Amelterbos kunnen komen. Wandelaars kunnen vrij door het gebied lopen (‘struinen’): in een groot deel van het gebied zijn namelijk geen paden aangelegd! Door het gebruik ontstaan nu ‘vanzelf’ paden. Honden moeten aan de lijn. Er is een natte laagte (slenk) gegraven, zoals die hier oorspronkelijk lag als een oud overblijfsel van de Drentsche Aa. Ook een deel van de oever van het Deurzerdiep is afgegraven, waardoor er een natuurlijke overgang van land naar water is. Ondiepe delen zijn geschikt als paaiplaats voor vissen. De grond die vrijkwam is opgeworpen tot een uitkijkpunt met infopaneel. De WMD heeft een deel van het gebied ingezaaid met planten die hier van nature voorkomen, zoals dagkoekoeksbloem, knoopkruid, gladwalstro, duizendblad en vlasbekje. Door maaien en afvoeren van het maaisel krijgen deze soorten de kans zich te handhaven. In het natte gedeelte groeit de dotterbloem, op de drogere delen bloeien in juni veel margrieten. Er leven o.a. egels, hermelijnen, wezels, sperwers, fazanten, kieviten en boompiepers. Veel informatie over het gebied is te vinden op dijkveld.come2me.nl

Pompstation. Waterleiding Maatschappij Drenthe (WMD) pompt elk jaar ruim 2500 miljoen liter water De WLD zuivert dit tot drinkwater o.a. door het door zandfilters te voeren. Spoelvijvers. De zandfilters moeten zelf ook geregeld gereinigd worden. Het spoelwater komt terecht in de spoelvijvers. Het meegevoerde zand en ijzer bezinkt en kan dan worden afgegraven.Droogbed. Het roestkleurige zand uit de spoelvijvers droogt hier. Spontaan raakt het ook begroeid met (schiet)wilgen. Na het drogen kan het worden gebruikt bij de productie van bakstenen of als bouwstof voor bijvoorbeeld geluidswallen.

93 Blauwe knoop en Charolais-koeien, Dijkveld. 94 Het drogen van het zand uit de spoelvijvers.

Kampsheide Kampsheide is in 1947 als eerste reservaat aangekocht door Het Drentse Land-schap. Er groeien veel jeneverbessen en op de heide grazen Drentse heideschapen. Op enkele plaatsen vind je kleine zonnedauw, moeraswolfsklauw en klokjesgentiaan. In de bossen groeien koningsvaren, eikvaren, gewone salomonszegel en dalkruid. In de houtwallen is de gekraagde roodstaart een opvallende broedvogel. In het gebied komen veel egels en eekhoorns voor. In het ven zie je regelmatig dodaars en kuifeendjes. In koude winters kan er geschaatst worden. Op tal van plaatsen zie je prehistorische grafheuvels en de resten van akkers. Het heideterrein maakte vroeger deel uit van het landgoed Kamps. Dit landgoed werd in 1905 in tweeën gedeeld door de aanleg van de spoorbaan Assen-Stadskanaal. Hier reden tot 1978 nog treinen. De aan de zuidkant van de spoordijk gelegen boerderij bestond al in 1642. Van hieruit werden akkers aangelegd, met hoge veekerende wallen. De akkers van destijds zijn de boscomplexen van nu. Ze worden zoveel mogelijk met rust gelaten, waardoor er een natuurlijk aandoend bos ontstaat.

95 Klokjesgentiaan op Kampsheide. 96 Voorjaar in het Tumulibos.

Tumulibos Dit prachtige beukenbos dankt zijn naam aan de vele tumuli (grafheuvels). Ze zijn ontstaan doordat hier doden werden verbrand en de as werd afgedekt met zand of plaggen. Er zijn hier meer dan 100 van dergelijke heuvels geweest, waarvan er nu nog ruim 30 over zijn. Het Tumu-libos is al 150 jaar in bezit van de provincie en wordt nu beheerd door Het Drentse Landschap.

Poepenhemeltje In 1672 aangelegd omwald terreintje om de legertent van de bisschop van Munster te beschermen terwijl zijn troepen Groningen belegerden. Later is het Poepenhemeltje gebruikt als overnachtingsplaats door groepen voorbijtrekkende Hannekemaaiers. Dit zijn Duitse seizoenarbeiders bij hooiboeren; de naam is een afleiding van ‘Johannes de maaier’. Ze werden ook wel poepen (van het Duitse Bube=kerel) genoemd. Begin 18e eeuw trokken er elk jaar dui-zenden met hun zeisen naar Friesland en Noord-Holland om daar de ganse dag gras te maaien.

Deurze en omgevingDikste els van de regio Assen (omtrek van 315 cm).

Deze grote boom is de dikste iep van de regio Assen (omtrek 410 cm).

Huiszwaluwnest.

Faunapassage onder de N33.

Hier is een oude loop van het Deurzerdiep weer aangetakt.

97 Dikste iep van de regio. 98 Korstmossen op de schors van de iep.

De Horstmaat De polder De Horstmaat is ingericht als een nat natuurgebied. Zo krijgen planten als de Noordse zegge weer een kans. Mogelijk ontstaan ook weer dotterbloemhooi-landen, die vroeger op grote schaal in Nederland voorkwamen. Bij hevige regen kan de nieuwe Horstmaat bovendien als waterberging dienen.

Ruige Veld Op een deel van het Ruige Veld grazen schapen zodat de jeneverbessen niet worden overgroeid. De jeneverbes is waarschijnlijk de enige plant met een eigen gilde, zie jene-verbesgilde.nl. Het gilde is opgericht omdat het niet goed gaat met jeneverbessen. De struiken dateren vrijwel alle uit de tijd dat de woeste gronden van heide en stuifzand verlaten werden door de schaapskudden, zo’n 80 tot 100 jaar geleden. Door de komst van de kunstmest waren de schapen niet meer nodig voor de bemesting van de landbouwgronden. Massaal breidde de jeneverbes zich uit. Kennelijk zijn de omstandigheden verandert, want de jeneverbes zaait zich niet of nauwelijks uit. De bes wordt van oudsher gebruikt in diverse gerechten, zoals zuurkool en bij het stoken van jenever.

99 Ruige Veld. 100 Kikkertsveen.

26 Populierenbosje met zevenblad.

25 Klimaatbosje in geitenwei.

1

2

3

4

5

6

7

12

13

14

9

11

10

8

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

43

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

17

16

18

19

20

21

22

23

HET WATER VROEGER, NU EN STRAKS55 De Drentsche Hoofd-vaart werd tussen 1769 en 1780 gegraven. De vaart liep van Meppel tot in hartje Assen. Er werd vooral turf over vervoerd, maar ook de kolen voor de gasfabriek kwamen over de Vaart de stad binnen. Toen het wegverkeer meer ruimte vroeg, werd de vaart op enkele plaatsen ingedamd of overbrugd. Door het afsluiten van de vaart in de jaren zeventig is bovenstaand beeld jaren niet te zien geweest. In 2008 wordt de Vaart weer verbonden met het Noord-Willemskanaal en kunnen er weer boten tot aan het centrum van Assen varen.

Met dank aan:Asser Historische VerenigingBond HeemschutDrents ArchiefDrents Plateau/Encyclopedie Drenthe OnlineHet Drentse LandschapIVN AssenKNNV AssenMinisterie van DefensieNationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche AaPaddestoelenwerkgroep DrentheRecreatieschap DrentheStaatsbosbeheerStichting Arboretum AssenStichting Natuurschoon in Privé-bezit (SNiP)Stichting Zeijerwiek e.o.Vereniging tot Behoud van NatuurmonumentenVlinderwerkgroep DrentheVolkstuinvereniging OranjebondVrienden van het Asserbos e.o.Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD)Werkgroep Port Natal

STADBROEKLOOP

NO

OR

D W

ILLE

MSK

AN

AA

L

DEURZE

RDIEP

ANRIJPERDIEP

LOONERDIEP

NIJLA

ND

SLOO

P

STADBROEKLOOP

NO

RG

ER

VA

AR

T

DRENTSCHE HOOFDVAART

ASSER

WIJK

NO

RG

ERVAA

RT

DRENTSCHE HOOFDVAART

ASSERW

IJK

NO

OR

D W

ILLE

MSK

AN

AA

L

DEURZE

RDIEP

ANRIJPERDIEP

RUIM

SLO

OT

RUIM

SLO

OT

LOONERDIEP

NIJLANDSLOO

P

Drenthe staat alom bekend als provincie met een prachtig landschap. Bossen, heidevelden, beekdalen en gebieden met landbouw wisselen elkaar af. De vele rijwielpaden verlokken tot fietstochten naar esdorpen en hunebedden. Rust en ruimte lijkt er alom aanwezig….Toch verandert ook Drenthe voortdurend. Het toenemend autogebruik en de wens bereikbaar te zijn, leiden tot aanleg of verbre-ding van wegen. Dorpen krijgen een uitbreidingswijkje. In middelgrote plaatsen als Rolde, Annen en Borger zijn en worden volop woonwijken gebouwd. Langs de autowegen verschijnen steeds meer bedrijfsterreinen. En Assen is zelfs benoemd tot groeikern. Het aantal inwoners is de afgelopen 25 jaar met 40% toegenomen tot nu 65.000. Het verstedelijkte gebied is in dezelfde periode zelfs met ruim 50% toegenomen. En de prognose is dat Assen in 2030 ca. 83.000 inwoners telt…. Langzaam maar gestaag is ook Drenthe niet alleen maar de provincie met bossen, beekdalen, akkers en heidevelden. Er wordt ook volop gewoond, gewerkt en geleefd. Betekent dit nu dat de natuur steeds minder ruimte krijgt? Is er een “grijze” stad en een groen buitengebied? De natuur- en waterkaart Assen laat zien dat er ook in de stad veel natuur en groen te vinden is. Juist in de stad tref je veel oude bomen. En het aantal verschillende soorten bomen in de stad is veel groter dan dat in het buitengebied. Veel dieren zoeken de stad als leefgebied op. Dat geldt bijvoorbeeld voor vleermuizen als de laatvlieger en de gewone dwergvleermuis, die ‘s zomers regelmatig boven tuinen of rondom lantaarnpalen te zien zijn. En boven bijna alle grote vijvers en kanalen in de stad vliegt ’s nachts de watervleermuis, op zoek naar muggen en andere insecten. Gierzwaluwen nestelen alleen in de stad. Veel vogels komen naar de stad om er de nacht door te brengen (bijvoorbeeld zwarte kraaien en kauwen) of om er ‘s winters voedsel te zoeken (mezen, kramsvogels). Bovendien heeft Assen ook nog veel bossen en natuurlijke gebieden binnen de stad en in de directe omgeving! Al deze gebieden zijn binnen handbereik en lenen zich bijzonder goed voor een wandeling of fietstocht vanuit huis. Zo krijgt de auto ook een dagje rust en dat is weer goed voor diezelfde natuur. Als inwoners gevraagd worden wat Assen onderscheidt van andere steden zal vaak het antwoord zijn: “Het vele groen in en om de stad”. Al dit groen is iets waar de Assenaren trots op kunnen zijn. Groen dat gekoesterd moet worden voor nu en later.

Natuur in de stad krijgt meer kans.De gemeente wil 200 hectare groen en natuur aan de rand van de stad toevoegen. Er komen meer natuurlijke oevers. Het water van kanalen en vaarten in de stad wordt steeds schoner. Dat biedt kansen aan bijzondere waterplanten, zoals krabbescheer en fonteinkruiden. Er komen ook meer aalscholvers naar de stad. Onder water zwemmend vangen zij in het heldere water hun prooi. Ook het visdiefje wordt gezien in Assen. Bijvoorbeeld boven de Vaart en het Kanaal, soms ook in Asserbos en Noorderkwartier. Beide vogels jagen op zicht op vis. Het visdiefje kan van grote hoogte zien waar wat te halen is en laat zich als een steen in het water vallen. Hij blijft maar heel kort in het water. Een aal-scholver op zoek naar vis duikt minutenlang onder water. Om dit mogelijk te maken heeft hij geen waterafstotend vet in zijn veren, zodat hij gemakkelijker onder water kan blijven. Keerzijde is dat de aalscholver erg nat wordt. Daarom zie je aalscholvers vaak zonnebaden.

48 Het bont zandoogje is een vlinder die leeft in gebieden waar er bosranden zijn, met voldoende licht en ruimte. In de stad, zeker in wat parkachtige omgevingen, kan deze vlinder van april tot in oktober voorkomen. Sinds een aantal jaren stijgt het aantal bonte zandoogjes in Drenthe bijna explosief.

49 Aalscholver op lantaarnpaal bij het Kanaal.

Draag bij aan een groenere stad!Ook de inwoners van Assen kunnen bijdragen aan een na-tuurlijker stad. Saaie stenen muren en balkons kunnen be-groeid raken met klimplanten. Ze zorgen nog beter dan bomen voor schonere en gezondere lucht, nemen weinig ruimte in, verminderen de geluidsoverlast en bieden plaats aan vogels. En het hoeft niet altijd te gaan om klimop. Ook planten als wingerd, klimroos, blauwe regen, vuurdoorn, klimhortensia, druif, bruidssluier, clematis en kamperfoelie kunnen gevels bedekken. Platte of licht glooiende daken lenen zich in veel gevallen voor een vegetatiedak. Diverse soorten vetplanten en uien, zoals bieslook gedijen daar uitstekend op. De ruimte onder het dak blijft ‘s zomers koeler en het regenwater wordt afgevangen, waardoor wateroverlast door stortbuien vermin-dert. Zowel begroeide gevels als vegetatiedaken zijn op de natuur- en waterkaart aangegeven.

Wat staat er op de kaart?Op de kaart staan alle natuur- en groengebieden en waterlopen. In de beschrijvingen hiervan op de achterzijde zijn de bijzonderheden genoemd. Veel aandacht is op de kaart besteed aan de bomen in en buiten de stad. Ook zijn bijzonderheden vermeld over het voorkomen van planten, vogels en andere dieren. In alle openbaar toegankelijke gebieden heeft in 2007 een veldverkenning plaatsgevonden. Hierbij zijn nagenoeg alle onverharde paden en fietspaden in kaart gebracht, zodat je gemakkelijk je route kunt uitstippelen om alle bijzonderheden van de regio te bezoeken. Veel organisaties hebben voor deze kaart informatie aangeleverd. En natuurlijk is gebruik gemaakt van de informatie die bij de waterschappen, bij de gemeente en bij de Milieufederatie Drenthe aanwezig is. De resultaten hiervan zijn te vinden op deze natuur- en waterkaart. De symbolen met nummers op de voorzijde van de kaart verwijzen naar bijhorende informatie die op de achterzijde is afgedrukt. Ook van plaatsnamen die in rood op de kaart zijn afgedrukt is specifieke informatie vermeld. Hetzelfde geldt voor namen van waterlopen e.d. in paars. De informatie is per wijk en per gebied bij elkaar gezet. Door één zijde van de kaart om te vouwen komen de kaart en de tekst naast elkaar!

BomenVeel grote bomen in Assen en omgeving zijn op de kaart aangegeven. Hierbij is ook vermeld om welke soort het gaat en of de boom op de monumentale bomenlijst van de gemeente staat. De aangegeven bomen zijn alle goed zichtbaar vanaf openbare wegen en paden. Bij een aantal bijzondere bomen is een toelichting gegeven. Dat is op de kaart aangeduid met een nummer. Omdat de kaart beperkt ruimte biedt, zijn niet alle grote of monumentale bomen vermeld. Zo staan er erg veel grote eiken in Assen en als deze allemaal op de kaart zouden staan, zou het erg onoverzichtelijk worden. Ook zijn vaak twee of meer bomen van dezelfde soort met één symbool aangeduid.

Dieren en plantenVan de verschillende gebieden zijn enkele bijzonderheden vermeld over het voorkomen van dieren en planten. Van diverse vogels, zoals reiger, ooievaar, kauw, roek en diverse soorten zwaluwen zijn plekken aangegeven waar zij nestelen of waar ze veel voorkomen. De planten die op de kaart zijn aangegeven komen op deze plekken in grote hoeveelheden voor en zijn in het groeiseizoen dus goed te vinden. Op de kaart is ook aangegeven of een gebouw met klimplanten is begroeid. Voor een volledig overzicht welke vogels en andere dieren er in de diverse wijken van Assen en gebieden rond Assen de laatste jaren zijn waargenomen, was op deze kaart geen ruimte. Een uitgebreid overzicht hiervan is te vinden op de website waarneming.nl. Klik op Informatie en dan op Gebieden.

Wandelpaden en fietspadenVrijwel alle onverharde wegen en paden staan nauwkeurig op de kaart aangegeven. Nog nooit gaf een kaart van As-sen en omgeving een dergelijk betrouwbaar beeld! Dit biedt prachtige kansen om zelf ontdekkingstochten door natuur en groen uit te zetten. Behalve de aangegeven paden zijn ook langs veel beken en watergangen beloopbare grasoevers. Op de kaart staan ook enkele wandelroutes. Deze zijn ook onderweg met bordjes aangeduid. Het betreft een wandeling door het Asserbos en een wandeling door het Tonckensbosch. Ook van het Wandelspoor, zo genoemd naar het oude spoor richting Stadskanaal, staat een route op de kaart. De route is gemaakt door het Recreatieschap Drenthe. Meer informatie over het Wandelspoor en over andere wandelroutes in Dren-the is te vinden op wandelprovincie.nl. Op assen.nl zijn onder Toerisme en Vrije Tijd veel wandel- en fietsroutes rond Assen te vinden. Op de kaart staat de fietsroute door het Zeijerveld weergegeven, uitgezet door de gemeente Assen. Tot slot is een door het IVN-Assen beschreven fietstocht, waarin het water centraal staat, op de kaart gezet. Een beschrijving van de route is af te halen bij de Milieufederatie Drenthe.

WaterOndanks dat Assen ‘hoog en droog’ ligt op het Drents Plateau, neemt water een belangrijke plaats in binnen de gemeente. Denk maar aan de vele vijvers in de stad, het heropenen van de Vaart voor recreatievaartuigen en de drinkwaterwinning ten oosten van de stad. Dit zijn maar enkele voorbeelden van de vele toepassingen van water. Op de kaart staan nog veel meer bijzondere waterpunten, zoals de watertoren, de vistrappen in de beken rond Assen en de regenmeters die in en om de stad te vinden zijn.

52 Eik en beuk op landgoed Port Natal.

54 Het gemarkeerde Wandelspoor voert o.a. over landgoed Valkenstijn. Hier gefotografeerd in het voorjaar met rode beuken en bloeiende meidoorn.

56 In 2008 wordt het Haven-kanaal gebaggerd en worden er natuurvriendelijke oevers aangelegd. Ook komt er een groot aantal vissteigers, waar-onder één voor mindervaliden. De Asser Roei Club krijgt diverse voorzieningen, waaronder een uitgraving in de oever voor een vlot en een jeugdwedstrijdbaan.

50 Wingerd op de brandweerkazerne, Nijlandstraat. 51 Met klimop begroeid huis aan de Oranjestraat.

53 De fietstocht van het IVN-Assen voert o.a. langs de Kloosterdijk bij Witten, waar in het voorjaar het koolzaad bloeit.

57 Viswater.

Viswater In Assen zijn twee visverenigingen actief, de Hengelvisserijvereniging Assen (HVVA) en de Hengelsportvereniging Loon-Balloo. Bij hen kan een vergunning aangevraagd worden voor het water waarvan zij het visrecht huren. Met uitzondering van het Noord-Willemska-naal is het nachtvissen in alle wateren verboden. Daarnaast gelden er beperkingen voor bepaalde soorten. Zo is het verboden om op snoek te vissen. Snoek is een roofvis die voornamelijk op zicht jaagt. Omdat hij de hoeveelheid witvis, zoals karpers, beperkt houdt, draagt hij bij aan een natuurlijker ecosysteem met helderder water. Karpers en brasems woelen de bodem om. Als zij in grote hoeveelheden voorkomen wordt het water troebel.Graskarpers zijn in Nederland uitgezet omdat ze veel waterplan-ten eten en zo het dichtgroeien van waterlopen voorkomen. Om-dat ze zich hier niet of nauwelijks kunnen voortplanten, moeten ze na de vangst onmiddellijk in hetzelfde water worden terug-gezet.

Zwemwater In Assen kan op twee plaatsen veilig in de openlucht gezwommen worden. Bij vakantiepark Witterzomer

is een zwemplas uitsluitend voor de gasten van het park. De Baggelhuizerplas is wel openbaar zwemwater. Het waterschap Hunze en Aa’s controleert de kwaliteit van deze plassen. Als dit onbetrouwbaar is, plaatst het waterschap waarschuwingsborden. De zwemwa-terkwaliteit is te vinden op hunzeenaas.nl. Zwemmen in ander oppervlaktewater wordt afgeraden. In de buurt van bruggen en sluizen is zwemmen verboden evenals in vaartrajecten.

RIOLERING

Gemengd rioolstelsel.

Gemengd rioolstelselGemiddeld gebruikt een Nederlan-der circa 130 liter water per dag. Het overgrote deel hiervan komt na gebruik in het rioolstelsel. In de afvalwaterzuivering wordt het gezuiverd. Bij een gemengd stelsel wordt regenwater en huis-houdelijk afvalwater samen naar de zuivering afgevoerd. Als het heel erg hard regent, kan het voorkomen dat het stelsel de hoeveelheid water niet kan verwerken. Dan stroomt een deel van het afvalwater via een overstort in vaarten en singels. Dit kan zorgen voor stankoverlast en het sterven van vissen en vogels. Dit komt gelukkig steeds minder voor omdat er bufferruimte wordt gemaakt die als tijdelijke opvang dient. Het water gaat daarna alsnog naar de zuivering.

Gescheiden rioolstelsel.

Gescheiden rioolstelselHet regenwater dat op de daken en straten terechtkomt, is bijna niet verontreinigd. Daarom worden steeds meer gescheiden riool-stelsels aangelegd. Het regenwater wordt dan in een apart rioolstelsel opgevangen en naar open water afgevoerd. Het voordeel hiervan is dat veel minder water bij de zuivering terechtkomt en er dus veel minder water gezuiverd moet worden. Een ander voordeel is dat bij een gescheiden stelsel geen vuil rioolwater op het oppervlaktewater wordt geloosd als het hard regent.

59 Dalkruid. 60 Vliegenzwam. 61 Vijfstammige beukenboom glanst van de regen.

1

2

4

8

7

6

5

9

10

13

14

15

16

3

Help mee aan schoner water!Wat de gemeente in het groot doet door een gescheiden rioolstelsel aan te leggen, kan je in het klein doen op verschillende manieren:• Hemelwater van het dak opvangen en hergebruiken door bijvoorbeeld een regenton onder de dakgoot te plaatsen.• Geen uitloogbare materialen gebruiken, zodat het regenwater niet wordt vervuild. Dus geen koperen regenpijpen, zinken dakgoten en bitumineuze dakbedekking op je dak gebruiken.

• Geen gebruik van bestrijdingsmiddelen. Het gebruik van glyfosaat (Roundup) om onkruid op bestrating dood te spuiten is verboden!• Je auto niet op straat te wassen, maar bij een wasstraat, om zeepresten, olie en ander vuil niet mee te laten stromen naar het oppervlaktewater.• Niet toe te staan dat je hond op straat poept of de poep in ieder geval op te ruimen. De uit- werpselen komen anders via de straatkolken in de sloten en dit heeft een slechte invloed op de waterkwaliteit.

Asserbos (zie ook de specifieke informatie aan de linkerzijde) Het Asserbos is een van de oudste bossen van ons land. Het wordt beheerd door de gemeente Assen. Het klooster Maria in Campis, gesticht in de 13e eeuw, was de eerstbekende eigenaar. In die tijd was de Beilerstraat een pad dat door het bos liep. Houtkap vormde een belangrijke bron van inkomen voor het klooster. Ook de inwoners van het groeiende Assen lieten zich niet onbetuigd. Toen er in de 17e eeuw ook nog drie boerderijen kwamen, bleef er van de oorspronkelijke begroeiing weinig over. Alleen het deel tussen de bosbeek en de Beilerstraat mocht nog de naam bos dragen. Vanaf 1760 is naar een ontwerp van Wolter Hendrik Hofstede het bos opnieuw aangeplant. Voorbeeld vormde de 17e eeuwse Franse barok, waar het sterrenbos in zwang was. Een dergelijk bos heeft lange rechte lanen die elkaar stervormig kruisen. De Hoofdlaan was gericht op de abdijkerk op de Brink, terwijl de meest zuidelijke laan, de Roldertorenlaan, wijst naar de Rolderkerk. Het aangeplante sterrenbos was groter dan het huidige. Door de aanleg van onder meer twee begraafplaatsen, het Van der Feltzpark, de Hertenkamp met aangrenzende bebouwing en de Boshof werd het verkleind. Mede omdat er in de

Tweede Wereldoorlog veel bos is gekapt en het met de Amerikaanse Marshallgelden teruggeplante bos in de zeventiger jaren deels is omgewaaid, zijn er in het bos ook veel jongere bosgedeelten. Bij-zonder is dat er meer dan 100 soorten mossen voorkomen. Ook komen er talloze vogelsoorten voor (zie natuurwaarneming.nl), waaronder de ijsvogel. Regelmatig is hij aan te treffen rond de bosbeek.In het bos liggen twee begraafplaatsen. De Noorderbegraafplaats is aangelegd in 1822, nadat een Napoleontisch decreet het begraven in de kerken verbood. De Zuiderbegraafplaats is in Engelse land-schapsstijl aangelegd en sluit mooi aan op het omringende bos. Het oudste deel dateert uit de jaren 1887-1892. Er staan grote, oude coniferen.De kinderboerderij en theeschenkerij De Hofstede, bij de Nieuwe Vijver, zijn elke dag open.De Vereniging Vrienden van het Asserbos zet zich in voor de cultuurhistorische en natuurwaarden van het bos. Zo pleit zij voor groene verbindingen van het Asserbos met gebieden buiten de stad, ten behoeve van mens, plant en dier. Op vriendenasserbos.nl is veel informatie over het bos te vinden.

Historische kaart Assen 1919 met de hoofdwegenstructuur anno 2007. In de loop van de jaren zijn veel beekjes verdwenen in de omgeving van Assen. De beken die wel zijn gebleven zijn voor een groot deel gekanaliseerd. Nu worden steeds meer beekloopjes in hun oude staat teruggebracht.

58 Zwemwater.

11

12