1
Woorden met au Sommige woorden worden geschreven met au. Voorbeeld: auto Vul de woorden in zodat ze passen in een zin. pauze – restaurant – gauw – flauw – applaus – grauw – auto – augurk augustus – auteur – autocar – automaat – blauw – dauw – benauwd – flauw – gauw – pauze – miauwen – nauw – paus – saus De poes van de buren zit al heel de avond te ………………………… Kom eens ………………………… bij mij! Na de ………………………… zal de ………………………… handtekeningen geven. In dit …………………………krijg je heel lekkere ………………………… . De ………………………… sprak de gelovigen toe op het plein. In de maand ………………………… val je bijna …………………… van de hitte. Ik kreeg het erg ………………………… van de warmte in de ………………………… Na de voorstelling kregen de acteurs een staand ………………………… Is een ………………………… een groente of een vrucht? Met een ………………………… kan je niet door een ………………………… steegje rijden. Vandaag is de lucht niet …………………………, hij is ………………………… . Hij loopt op blote voeten door de …………………………

Woorden met au - schakelleimuiden.nl met au.pdf · Woorden met au Sommige woorden worden geschreven met au. Voorbeeld: auto Vul de woorden in zodat ze passen in een zin. pauze –

  • Upload
    voduong

  • View
    214

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Woorden met au

Sommige woorden worden geschreven met au. Voorbeeld: auto

Vul de woorden in zodat ze passen in een zin.

pauze – restaurant – gauw – flauw – applaus – grauw – auto – augurk augustus – auteur – autocar – automaat – blauw – dauw – benauwd –

flauw – gauw – pauze – miauwen – nauw – paus – saus

De poes van de buren zit al heel de avond te …………………………

Kom eens ………………………… bij mij!

Na de ………………………… zal de ………………………… handtekeningen geven.

In dit …………………………krijg je heel lekkere ………………………… .

De ………………………… sprak de gelovigen toe op het plein.

In de maand ………………………… val je bijna …………………… van de hitte.

Ik kreeg het erg ………………………… van de warmte in de …………………………

Na de voorstelling kregen de acteurs een staand …………………………

Is een ………………………… een groente of een vrucht?

Met een ………………………… kan je niet door een ………………………… steegje rijden.

Vandaag is de lucht niet …………………………, hij is ………………………… .

Hij loopt op blote voeten door de …………………………