Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Kwaliteitsplan 2020 TSN
Verpleging & Verzorging
Versie 1.0
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
2
Inhoudsopgave
Inleiding ................................................................................................................................................................................... 3
Profiel Zorgorganisatie ........................................................................................................................................................ 4
2.1 Beschrijving zorgvisie en kernwaarden ................................................................................................................. 4 2.1.1 Visie .......................................................................................................................................................................................... 4 2.1.2 Kernwaarden .......................................................................................................................................................................... 4
2.2 Structuur en type zorgverlening .............................................................................................................................. 5 2.3 Enkele gegevens over de cliënten en doelgroepen ........................................................................................... 6
Profiel personeelssamenstelling.......................................................................................................................................... 7
3.1 Personeelssamenstelling ............................................................................................................................................ 7 3.2 In-, uit- en doorstroomcijfers .................................................................................................................................... 8
Situatie, plannen en voornemens ........................................................................................................................................ 9
4.1 Persoonsgerichte zorg ............................................................................................................................................... 9 4.1.1 Generalistisch waar het kan, specialistisch waar het moet ......................................................................................... 9 4.1.2 Iedere cliënt uniek ................................................................................................................................................................. 9 4.1.3 Familiezorg .......................................................................................................................................................................... 10 4.1.4 Voorkomen en/of verkorten van zorg buiten de eigen leefomgeving ................................................................. 10 4.1.5 Preventie ............................................................................................................................................................................... 11 4.1.6 Zelfredzaamheid ................................................................................................................................................................ 12 4.1.7 Multidisciplinaire aanpak ................................................................................................................................................. 12 4.1.8 Verantwoord thuis wonen ................................................................................................................................................. 13 4.1.9 Wonen en welzijn ............................................................................................................................................................... 13
4.2 Basisveiligheid ........................................................................................................................................................... 13 4.2.1 Bevoegd en bekwaam ...................................................................................................................................................... 14 4.2.2 Medicatieveiligheid ........................................................................................................................................................... 14 4.2.3 Cliënttevredenheid ............................................................................................................................................................. 16 4.2.4 Medewerkerveiligheid ...................................................................................................................................................... 16
4.3 Professionaliteit ......................................................................................................................................................... 17 4.3.1 Persoonlijke ontwikkeling .................................................................................................................................................. 17 4.3.2 Opleiding, deskundigheidsbevordering en intervisie ................................................................................................ 17 4.3.3 (Collegiale) Audits .............................................................................................................................................................. 18
4.4 Organisatorische randvoorwaarden .................................................................................................................... 18 4.4.1 Leiderschap, Governance en medezeggenschap ....................................................................................................... 18 4.4.2 Gebruik van informatie en hulpbronnen ....................................................................................................................... 20 4.4.3 Inzet van technologische innnovatie ............................................................................................................................... 20
Verbeterplan ........................................................................................................................................................................ 22
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
3
Inleiding
Voor u ligt het kwaliteitsplan 2020 voor de wijkverpleging van TSN Verzorging en Verpleging B.V. Hierin is
integraal opgenomen het kwaliteitsplan voor de extramurale WLZ. Deze zorg wordt door onze zorgverleners in
de wijkteams geleverd. We willen voor onze cliënten en zorgverleners in de wijk één duidelijk
kwaliteitsplan 2020 presenteren om de gezondheid en het welbevinden van onze cliënten verder te
verbeteren ongeacht de financieringsvorm waaruit deze bekostigd wordt. Het kwaliteitsplan signaleert
daarbij ook de verbeterpunten.
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
4
Profiel Zorgorganisatie
2.1 Beschrijving zorgvisie en kernwaarden
2.1.1 Visie
TSN wil de verbindende zorgaanbieder in de wijk zijn. We focussen ons hierbij op de gezondheid en het
welbevinden van de cliënt én zijn omgeving. We zetten ons in om de zelfredzaamheid van de cliënt te stimuleren,
te behouden en waar mogelijk te herstellen. Dit doen we door de (preventieve) zorg samen met de cliënt passend
en proactief en integraal vorm te geven. We betrekken de omgeving van de cliënt, de familiezorgers, nadrukkelijk
bij de zorgplanning en communicatie. We zijn de specialist in het lokaal organiseren en regisseren van het zorg-
en ondersteuningsaanbod. We bewegen ons daarvoor continu in de wijk zodat we de vraag en het aanbod
vroegtijdig signaleren en (preventieve) interventies opstarten. Door kwetsbaarheid of andere indicatoren tijdig te
onderkennen kunnen we onze cliënten helpen om langer de regie over hun eigen leven te houden. Door de zorg
integraal te benaderen kunnen onze wijkverpleegkundigen de samenhang in de zorg bewaken, waarbij een goede
regie en samenwerking met ketenpartners noodzakelijk is.
Generalistisch waar het kan, specialistisch waar het moet is ons leidende uitgangspunt. We geloven dat cliënten
kwalitatief hoogwaardige integrale zorg verdienen van onze wijkteams die bekend zijn in de woonomgeving van
onze cliënten. Onze specialistische zorgteams of ketenpartners ondersteunen hierbij om cliënten ook meer specifieke
zorg thuis te kunnen bieden. We geloven namelijk dat veel ziekenhuiszorg thuis gegeven kan worden. TSN wil
daarom actief bijdragen om onnodige ziekenhuisopnames en -bezoeken te voorkomen door inzet van
ziekenhuiszorg thuis, en in te zetten om het gebruik van innovatieve oplossingen. We lopen voorop bij het initiëren
van samenwerkingen die de kwaliteit verbeteren en de zorgkosten verlagen.
2.1.2 Kernwaarden
Jij bent Uniek. Onze cliënten krijgen de juiste mensgerichte en liefdevolle zorg dankzij de kennis, vitaliteit en het
werkplezier van onze medewerkers. Want ieder mens is uniek. Dit vind je terug in onze kernwaarden. TSN is
betrouwbaar, oprecht en staat voor vakmanschap.
Betrouwbaar
Voor de cliënt: We zijn een zorgverlener waar je op kunt bouwen. We staan altijd voor je klaar en zijn altijd in de
buurt. Dag én nacht.
Voor de medewerker: TSN is als werkgever betrouwbaar en komt haar afspraken na. Afspraak is afspraak en
hierop zijn we aanspreekbaar.
Oprecht betrokken
Voor de cliënt: We zijn gepassioneerd en voelen ons oprecht betrokken bij onze cliënten. De cliënt staat centraal
en we hebben hart voor zorg.
Voor de medewerker: De medewerker is ons menselijk kapitaal. TSN heeft oog voor elk individu, we laten ons
leiden door de menselijke maat en zijn oprecht in jou geïnteresseerd.
Vakmanschap
Onze medewerkers verstaan het vak als geen ander. We leveren professionele zorg. Binnen TSN bieden we onze
medewerkers goede opleidingsmogelijkheden, waardoor medewerkers zichzelf blijven ontwikkelen. Daar hebben
zowel onze medewerkers als onze cliënten profijt van.
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
5
2.2 Structuur en type zorgverlening
TSN is een landelijk opererende aanbieder van verpleging en verzorging met een sterke regionale focus. TSN
levert haar zorg in de provincie Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord en Zuid-Holland. Het
kernwerkgebied van TSN is Groningen en Drenthe.
Met ongeveer 1.400 medewerkers leveren we vanuit 85 wijkteams wijkverpleging (verpleging en verzorging),
intensieve thuiszorg, technologische thuiszorg en nachtzorg en personenalarmering met professionele opvolging.
Daarnaast hebben we twee Verpleegkundig Specialisten en specialistisch verpleegkundigen die gespecialiseerde
thuiszorg (Wond, Palliatief, Parkinson, Nazorg bij een beroerte, Casemanagement Dementie) leveren. Deze meer
specialistische zorg levert TSN hoofdzakelijk in het hiervoor benoemde kernwerkgebied van TSN. In de meer
perifere regio’s wordt deze specialistische zorg ingeschakeld via de huisarts of het lokale netwerk met
ketenpartners. In Noord-Nederland heeft TSN een uitgebreid netwerk van ketenpartners waaronder
huisartsen(koepels), Netwerken Palliatief en Dementie, ziekenhuizen etc.
Ondersteund door de eigen zorgcentrale levert TSN ook 24 uur per dag, 7 dagen per week
bereikbaarheidsdiensten en afhandeling en opvolging van personenalarmering.
In totaal levert TSN vanuit zo’n 50 locaties verpleging en verzorging en specialistische thuiszorg aan ongeveer
4.100 cliënten, waarvan 144 (stand 31 december 2018) cliënten met een extramurale Wlz-indicatie.
De wijkteams zijn, op basis van geografische ligging, ondergebracht in supportteams. Een supportteam wordt
integraal aangestuurd door diens teamleider. De teamleiders leggen verantwoording af aan de manager
wijkverpleging (zie figuur 1). De manager wijkverpleging legt verantwoording af aan de directeur van TSN.
Figuur 1
TSN heeft een Verpleegkundige en Verzorgende Adviesraad, VAR, ingesteld. De VAR adviseert op
beroepsinhoudelijke basis aan de directie, manager wijkverpleging en de locatiemanagers om de kwaliteit van de
zorg en cliëntveiligheid te waarborgen en te verbeteren. Door deze adviserende rol heeft de VAR een stem in het
korte- en langetermijnbeleid van TSN. Daarnaast stimuleert de VAR beroepsinhoudelijke ontwikkelingen.
Directie
VAR Clientenraad
Manager Wijkverpleging
Support 1
Wijkteams
Support 2
Wijkteams
Support 3
Wijkteams
Support 4
Wijkteams
Support 5
Wijkteams
Support 6
Wijkteams
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
6
Zorginhoudelijk zijn de Regisserend Wijkverpleegkundigen (HBO-V) verantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg.
Ieder wijkteam heeft ten minste een RWV.
2.3 Enkele gegevens over de cliënten en doelgroepen
In onderstaande grafiek, figuur 2, wordt de leeftijdsverdeling weergegeven van cliënten die per mei 2019 zorg
van ons krijgen vanuit de ZVW. Van de cliënten waar wij wijkverpleging leveren valt 90% van de cliënten in de
leeftijd 60 tot en met 100 jaar. Hierbij ligt het zwaartepunt bij cliënten tussen de 70 en 90 jaar.
Voor de cliënten in de leeftijd van 60 tot en met 100 jaar komen vier zorgtypen het meest voor. Onderstaande
grafiek, figuur 3, laat zien hoe deze zorgtypen zich verhouden tot de leeftijd van de cliënten. Somatische zorg aan
kwetsbare ouderen en chronisch zieken, langer dan 3 maanden over al de leeftijdscategorieën is onze belangrijkste
zorgvraag.
Figuur 2 Leeftijdsverdeling en aantallen ZWV-cliënten
Figuur 3 Leeftijdsverdeling van de grootste populatie en type zorg ZVW-cliënten
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
7
TSN levert extramurale Wlz zorg in drie zorgkantoorregio’s. Het overgrote deel wordt geleverd in de provincie
Groningen wat ook ons kernwerkgebied is voor de wijkverpleging. De extramurale Wlz zorg wordt door onze
wijkteams geleverd. Zij passen grotendeels dezelfde werkwijzen toe als in de wijkverpleging vanuit de
Zorgverzekeringswet (Zvw). Het grootste verschil is dat bij de extramurale Wlz de indicatie gesteld
wordt door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) aan de hand van een aanvraag en dat bij de
wijkverpleging de (HBO) Wijkverpleegkundige zelf de indicatie stelt. In onderstaande tabel, figuur 4, is
zichtbaar dat het aantal extramurale Wlz-cliënten een lichte stijgende trend kent.
Figuur 4 Ontwikkeling aantallen WLZ cliënten
Profiel personeelssamenstelling
3.1 Personeelssamenstelling
Onderstaande grafiek toont het verloop van het beschikbare aantal personeelsleden gedurende het kalenderjaar
2018. De pieken met aansluitende daling van de bezetting zijn het gevolg van de inzet van vakantiekrachten in
de voorjaars-, zomer- en Kerstvakantie.
Onderstaande tabel (figuur 6) toon het aantal medewerkers per functie, gedurende het jaar 2018.
1300
1320
1340
1360
1380
1400
1420
1440
1460
Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec
Aant
al m
edew
erke
rs
Maand
Totaal medewerkers 2018 per maand V&V
Figuur 5 Totaal aantal medewerkers 2018
Figuur 6 Aantal medewerkers per functie 2018
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
8
Functie Jan Dec
Verpleegkundig specialist 1 2
Verpleegkundig specialist io 2 1
Regisserend Wijkverpleegkundige 94 100
Verpleegkundige met specialisatie 30 35
Verpleegkundige (niveau 4 en 5) 353 354
Verpleegkundige niveau 5 i.o. 37 35
Verpleegkundige niveau 4 i.o. 32 34
Verzorgende IG 579 603
Verzorgende IG i.o. 17 23
Verzorgende 114 107
Helpende 22 16
Vakantiekrachten & Flexkrachten 111 102
Totaal medewerkers 1389 1409
Naast een bescheiden groei in de totale personele bezetting in een arbeidsmarkt waar gekwalificeerd personeel
schaars is, laat figuur 6 ook de persoonlijke groei in deskundigheden zien. Ook is duidelijk zichtbaar, getuige het
aantal van 100 Regisserend Wijkverpleegkundigen (RWV), dat aan de TSN-voorwaarde van ten minste 1 RWV
per team is voldaan.
3.2 In-, uit- en doorstroomcijfers
Onderstaande grafiek (figuur 7) toont de instroom en uitstroom van medewerkers per functie voor Kalenderjaar
2018.
Figuur 7 In en Uitstroom medewerkers V&V 2018
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
9
Situatie, plannen en voornemens
4.1 Persoonsgerichte zorg
TSN focust zich op de gezondheid en het welbevinden van de cliënt én zijn omgeving. Door de
zelfredzaamheid van de cliënt te stimuleren, te behouden en waar mogelijk te herstellen. TSN gaat hierbij
uit van de eigen regie van de cliënt. De cliënt geeft zelf aan wat welbevinden voor hem of haar is en wat
belangrijk is in zijn of haar leven. Hier proberen we als TSN zo goed mogelijk bij aan te sluiten.
Wijkverpleging ziet en benadert de cliënt dus in de eigen, brede context van naasten, buren, relaties
en de eigen thuissituatie. Van daaruit wordt gewerkt aan passende en duurzame oplossingen, die we
samen met cliënt vastleggen in het zorgplan. We anticiperen op deze manier continu op de cliëntsituatie
van dat moment.
Al onze teams zijn ingericht om dichtbij de cliënt zorg te verlenen. In ieder team is er altijd een Regisserend
wijkverpleegkundige die samen met de cliënt en familiezorgers een indicatie stelt en een hierbij passend zorgplan
maakt (in het geval van Zvw-zorg) of de Wlz-indicatie gezamenlijk met cliënt en eventueel de familiezorgers
vertaalt naar een passend zorgplan uiterlijk in de eerste 6 weken van de zorgverlening.
De Regisserend wijkverpleegkundige (RWV) is in alle gevallen een hbo-verpleegkundige. Iedere cliënt heeft
verder ook een Eerst Verantwoordelijk Verzorgende of Verpleegkundige (EVV) die naast de
communicatie met cliënt en zijn familiezorgers bijvoorbeeld ook het initiatief neemt bij de evaluaties van
de zorgplannen in afstemming met cliënt en RWV.
4.1.1 Generalistisch waar het kan, specialistisch waar het moet
Onze wijkteams leveren zorg bij de cliënten thuis waarbij in veel gevallen de zorgvraag door het team zelf
uitgevoerd kan worden. Als de zorg een verdergaande specialisatie vereist, zoals bijvoorbeeld de verzorging van
wonden, zijn hiertoe gericht opgeleide aandachtsvelders en verpleegkundig specialisten beschikbaar. Voor
noodzakelijke zorg in de nacht of vroege ochtend zal deze zorg in het kernwerkgebied door ons team nachtzorg
op route (NOR) worden uitgevoerd. In de meer perifere gebieden doen wij dit vanuit samenwerkingsverbanden.
De zorg die we leveren is hiermee continu: 24/7. Mocht de zorgbehoefte zodanig toenemen dat er tijdelijk
langdurige aanwezigheid vereist is, kan een beroep worden gedaan op ons team Intensieve Thuiszorg.
Onze specialistische teams, bestaande uit Specialistisch verpleegkundigen (op het gebied van CVA, Parkinson,
palliatieve zorg, Wond en kwetsbare ouderen), Technologisch Thuiszorg Team en Casemanagers Dementie,
ondersteunen hierbij waar nodig om cliënten meer specifieke zorg thuis te kunnen bieden en de kwaliteit van zorg
te verbeteren.
In het algemeen bepaalt de Regisserend wijkverpleegkundige wanneer welke gespecialiseerde zorgverlener het
beste kan worden ingezet. Uitzondering hierop vormen zorghandelingen welke door een aandachtsvelder of
verpleegkundig specialist worden uitgevoerd, bijvoorbeeld wondzorg en palliatieve zorg. In dergelijke gevallen
kan ook deze de inzet van de gespecialiseerd zorgverlener bepalen.
In het tweede kwartaal van 2019 is er een start gemaakt om de processen rondom de inzet de gespecialiseerde
zorgverlener duidelijker te beschrijven, de rolbeschrijvingen verder te concretiseren en de werkinstructies hierop
aan te passen. De implementatie van deze wijzigingen zal in de tweede helft van 2019 starten en begin 2020 zijn
afgerond.
4.1.2 Iedere cliënt uniek
Het handelen van wijkverpleging is gebaseerd op het besef dat gezondheid voor mensen geen doel op zich is
maar een middel om te kunnen blijven doen wat in hun leven belangrijk voor hen is. Mensen die hun leven kunnen
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
10
voorzetten en mee kunnen blijven doen, blijven (langer) gezonder. Dit is per cliënt verschillend, immers iedere cliënt
is uniek. Wijkverpleging is dan ook gericht op het versterken van de eigen mogelijkheden en het zoeken naar
passende en duurzame oplossingen in de directe omgeving. Als TSN willen we aan blijven sluiten bij wat voor de
cliënt belangrijk is. Er is de overtuiging dat wij alleen zo de cliënt optimaal kunnen ondersteunen bij het regisseren
en organiseren van zijn of haar zorg.
Op verschillende momenten hebben cliënten te maken met TSN. Dat begint al voordat cliënten in zorg komen; ze
zien reclame van thuiszorgorganisaties, krijgen een folder of worden bijvoorbeeld door het ziekenhuis of de huisarts
geïnformeerd. Als daadwerkelijk zorg nodig is, krijgen ze op verschillende manieren een eerste contact met TSN.
Vaak via de huisarts of een overdracht uit het ziekenhuis, maar ook telefonisch of via de website worden nieuwe
cliënten aangemeld. Tijdens al deze stappen ontvangen de cliënten informatie, hebben ze contact met ons, hebben
ze vragen of lopen ze misschien wel tegen drempels aan. We willen de drempels die cliënten mogelijk ervaren
zoveel mogelijk wegnemen.
TSN wil daarom in 2020 het volledige proces, van eerste contact tot en met het in zorg komen vanuit het cliënt
perspectief in beeld brengen; de zogenaamde clientreis. Zo ontstaat het vereiste inzicht waar wij het goed doen,
wat voor verbetering vatbaar is en hoe.
4.1.3 Familiezorg
TSN beschouwt iedereen die door de cliënt als familie wordt beschouwd als familiezorger. Deze familiezorgers
betrekken we standaard bij de intake en evaluatie. We brengen samen met de cliënt het informele netwerk van
de cliënt in kaart bij de intake. Daarbij hebben wij oog voor de mogelijke afspraken met de familiezorgers en
proberen overbelasting te voorkomen. De familie kan via de cliënt toegang tot het zorgdossier krijgen via
cliëntportaal Carenzorgt en zo ook communiceren met de zorgverleners. TSN vindt de stem van de cliënt en
zijn/haar familiezorgers van groot belang, omdat zij de cliënt het beste kennen.
Afgelopen jaren is er al veel aandacht gegeven aan het betrekken van de familie bij het maken van zorgafspraken.
Toch is het maken van concrete afspraken over de zorg met familie iets wat nog onvoldoende plaats vindt. Hier
willen we de komende jaren verder in investeren.
Daarom is een teamscholing familiezorg samen met de Hanzehogeschool (HBO) en het Drenthe college (MBO) door
ons ontwikkeld. In 2020 zal een pilot worden uitgevoerd met enkele teams. Bij een positieve uitkomst zal deze
scholing over de komende 3 jaar breed worden uitgevoerd.
Tegelijk willen wij als organisatie leren van de ervaringen die familiezorgers met ons hebben en de knelpunten
welke zij ervaren. In 2020 zal daarom onderzocht worden hoe wij op deze onderwerpen de familiezorgers kunnen
benaderen.
4.1.4 Voorkomen en/of verkorten van zorg buiten de eigen leefomgeving
Wij geloven dat veel ziekenhuiszorg thuis gegeven kan worden. TSN wil daarom actief bijdragen om onnodige
ziekenhuisopnames/bezoeken te voorkomen door inzet van ziekenhuiszorg thuis, inzet zorgtechnologie thuis (bv
Medido en thuismetingen) in samenwerking met de TSN zorgcentrale, etc. Wij zullen hiertoe actief samenwerkingen
initiëren met zowel onze keteninnovatiepartners (Martini ziekenhuis, Menzis) en innovatiepartners zoals Vegro,
Tunstall en Focus Cura die de kwaliteit verbeteren en de zorgkosten verlagen.
TSN is overtuigd dat een intensieve samenwerking met deze innovatiepartners bijdraagt aan het leveren van hoge
kwaliteit van zorg tegen lage kosten. TSN neemt op dit vlak deel aan allerlei samenwerkingen, zowel op
strategisch, tactisch als operationeel niveau, waaronder:
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
11
Met Martiniziekenhuis werken aan veilige digitale communicatie en een project om vanuit wijkverpleging
patiënten te ondersteunen zo fit mogelijk een geplande operatie in te gaan.
Met Menzis en Groningen Huisartsen Coöperatie neemt TSN samen met een aantal andere zorgaanbieder
en huisartsen deel aan pilot met Vipp Live. Dit is een applicatie (van Topicus) voor digitale communicatie
tussen de verschillende professionals (huisartsen en wijkverpleegkundigen) en cliënt/mantelzorger. Ook
digitale consultatie is onderdeel van deze pilot.
Met Nedap pilot digitaal aftekenen van medicatie en de app Helder als chatfunctie tussen huisarts en
wijkverpleging en het verlenen van toegang aan de huisarts tot het cliëntdossier.
Samen met zorgverzekeraar Menzis, collega-zorgaanbieders en de Doktersdienst Groningen (DDG)
loopt een pilot ter voorkoming van opname Spoedeisende Hulp (SEH) en Eerstelijnsverblijf (ELV) middels
het bieden van intensieve overbruggingszorg voor 48 uur (eventueel maximaal 96 uur).
Verkenning met collega-zorgaanbieders in het noorden of de nachtzorg op route en medisch technische
zorg (MTH) in onderlinge samenwerking efficiënter georganiseerd kan worden.
Via Punt voor Parkinson wordt Parkinsonzorg in een voor de cliënt afgestemde keten aangeboden.
Via transmurale zorgbrug (TZB) met Martini Ziekenhuis, Ommelander Ziekenhuisgroep (OZG) en het
Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) worden warme overdrachten bij kwetsbare ouderen
verzorgd.
Via samenwerkingsinitiatief Verpleegkundige Topzorg wordt samen met collega-aanbieders middels het
inzetten van Verpleegkundig Specialisten de regie van complexe wonden georganiseerd waarmee de
kwaliteit van de wondzorg in de wijk verder verbeterd en wordt verankerd. In 2020 zal Verpleegkundig
Topzorg verder uitgebreid gaan worden.
Deelname in expertiseteam Eemsdelta, waar wijkverpleegkundige Wmo indicaties mag stellen om
integraliteit te bewaken. Initiatief vanuit deelname TSN in geriatrisch expertise netwerk Eemsdelta.
Het samen met Noorderpoort en Vegro uitbreiden en positioneren van het in het voorjaar van 2019
gerealiseerde zorgtechnologieappartement in onze TSN-woonzorglocatie De Ebbingepoort in de stad
Groningen. Doel is om medewerkers, cliënten, familie en studenten zo bekend mogelijk te maken met welke
zorgtechnologie passend is bij verschillende zorgvragen zodat cliënt met meer regie langer zelfstandig
thuis kan wonen danwel zijn welbevinden verhoogd. Zodra de kennis er is willen de zorgtechnologie ook
makkelijk vindbaar, uitprobeerbaar en aanschafbaar maken inclusief instructie aan huis door bijvoorbeeld
studenten.
Naast deze voorbeelden zijn er nog veel meer ketensamenwerkingen, ook buiten ons kernwerkgebied. Een aantal
van deze ketensamenwerkingen is nog in pilot- dan wel projectvorm.
4.1.5 Preventie
Preventie richt zich op zowel individuele preventie als op de fysieke en sociale omgeving om positieve
gezondheidsuitkomsten in een regio/ wijk te bereiken. De wijkverpleegkundige heeft hierin een centrale rol:
De cliënt stimuleren om activiteiten te ontwikkelen die bijdragen aan het bevorderen en in stand houden
van goede gezondheid.
Toegang openen tot het lokale netwerk door inzet van andere organisaties en/of instanties
De wijkverpleegkundige kijkt breed naar de werk- en leefsituatie van een cliënt en werkt multidisciplinair. Dat wil
zeggen dat er door de wijkverpleegkundige en teamleden ook samengewerkt kan worden met bijvoorbeeld een
wijkagent, schuldhulpverlening en de gemeente. De wijkverpleegkundige heeft daarom ook een goede aansluiting
bij het sociale wijkteam.
De zorgverleners van TSN bewegen zich lokaal in de wijk en hebben inzicht in de sociale kaart van de wijk. De
sociale kaart is nog niet TSN-breed even goed beschikbaar en daarmee een ontwikkelpunt voor de toekomst. We
zoeken afstemming met de huisarts, de wijkteams van het sociale domein en onze collega-aanbieders met
aanvullende expertises. TSN heeft intern ook diverse expertises, die met name in het kernwerkgebied ingezet
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
12
worden om cliënten ook meer specifieke zorg thuis te kunnen bieden. Buiten het kernwerkgebied wordt deze
expertise via de huisarts dan wel lokale ketennetwerk ingezet.
De wijkverpleegkundige is samen met de andere zorgverleners en ondersteuners in het werkgebied een partner
voor de gemeente en organisaties binnen het sociale domein en kan inzicht bieden in wijk gebonden gezondheid
en welzijnsvragen. De wijkverpleegkundige kan tevens bijdragen aan preventieve maatregelen en voorzieningen
die nodig zijn, bijvoorbeeld om te voorkomen dat iemand zorg nodig heeft in de nabije toekomst.
4.1.6 Zelfredzaamheid
Onze zorgverleners zetten zich in om de zelfredzaamheid van de cliënt te stimuleren, behouden en waar mogelijk
te herstellen. Dit doen ze door de omgeving van de cliënten en hun familiezorgers vanaf de start van de
zorgverlening nadrukkelijk te betrekken bij de zorgafspraken en communicatie en tijdig hulpmiddelen in te zetten
die de cliënt helpen bij de zelfregie. De cliënt en zijn familiezorger(s) zijn daarom een belangrijke
samenwerkingspartner voor ons. We helpen de cliënt bij het maken van keuzes en de gevolgen daarvan. Dit kan
alleen op basis van vertrouwen en het maken van duidelijke afspraken. Daarom is de uitvoering van de
wijkverpleging onlosmakelijk verbonden met de cliëntrelatie.
In 2018 is begonnen met het aanvullend scholen van onze zorgprofessionals om mogelijkheden ter bevordering van
de zelfredzaamheid van de cliënt (nog) nauwkeuriger te signaleren en het gesprek daarover aan te gaan. De
geplande scholingen lopen tot het derde kwartaal 2019 door. Het is belangrijk dat hier continu aandacht voor is,
zodat het hele team denkt vanuit de gedachte van zelfredzaamheid.
De professionals worden verder ondersteund door de beschikbaar gestelde app: de Zelfredzaamheidsradar.
Wij zouden onze zorgverleners hierbij graag verder faciliteren. Wij onderzoeken daarom met
hulpmiddelenleveranciers de mogelijkheid verschillende hulpmiddelen met het gelijke ondersteuningsdoel
beschikbaar te maken. Zo kan de zorgverlener samen met de cliënt de verschillende hulpmiddelen uitproberen
alvorens over te gaan tot aanschaf van het voor cliënt best passende. Het onderzoek naar deze zogenaamde
hulpmiddelen tas is in 2019 gestart en is in grote mate afhankelijk van de bereidwilligheid van de hulpmiddelen
leveranciers. Daarnaast willen we digitale hulpmiddelen meer inzetten. Bij overeenstemming zal in 2020 beide
verder inhoud krijgen.
4.1.7 Multidisciplinaire aanpak
Zoals in paragraaf 4.1.3 uiteengezet, activeert TSN de familiezorgers bij de (preventieve) zorg van de cliënt. Om
de zorg proactief en integraal vorm te geven, betrekken wij ook onze ketenpartners. De Regisserend
Wijkverpleegkundigen bewaken de samenhang in de zorg, waarbij een goede regie en samenwerking met
familiezorgers en met lokale en regionale ketenpartners zoals huisartsen, ziekenhuis, gemeenten en collega
aanbieders noodzakelijk is.
Indien er met meerdere zorgaanbieders zorg (verpleging, verzorging, begeleiding, etc) geleverd wordt bij een
cliënt dan is hierover nauwe afstemming (Multi Disciplinair Overleg (MDO)) qua uitvoering en evaluatie van het
zorgplan. Het is helaas nog niet altijd en overal gemeengoed dat inderdaad het principe van 1 cliënt, 1 integraal
zorgplan van toepassing is. Verbetering is op dit gebied zeker mogelijk en is onderdeel van het jaarplan 2020.
Als het zover komt vragen de zorgverleners van TSN een Wlz-indicatie altijd in afstemming met de cliënt aan.
Veelal is de aanbieder - die de verpleging en verzorging biedt - de coördinator van de zorg thuis bij een
extramurale Wlz-indicatie. Om deze reden is dit in veel gevallen TSN. Dit wordt onderling goed met de andere
betrokken zorgaanbieder afgestemd. Bij de totstandkoming van deze notitie hebben we begrepen dat de cliënt
of familie zelf nog lang niet altijd expliciet wordt betrokken bij de afstemming over het coördinatorschap. De
extramurale cliëntenraad van TSN benoemd nadrukkelijk dat het door de cliënt aanwijzen van een
persoon/organisatie die de regie heeft een kritische succesfactor is bij integrale zorg. Dit is een potentieel
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
13
verbeterpunt. Indien het overbruggingszorg betreft is de dossierhouder de verantwoordelijke voor de
communicatie. TSN biedt hoofdzakelijk wijkverpleging en is dus vrijwel nooit dossierhouder.
TSN heeft zelf geen Specialist Ouderen Geneeskunde (SOG) in dienst. TSN heeft samenwerkingsafspraken met
collega zorgorganisatie Zinn gemaakt over de beschikbaarheid van hun SOG en ouderenpsycholoog. De inzet op
basis van deze samenwerkingsovereenkomst is tot op heden met name intramuraal. Sporadisch wordt er via de
huisarts een SOG ingezet, ondanks de uit de markt gesignaleerde (toenemende) behoefte. Dit signaleert dat de
samenwerking met de huisarts nadrukkelijk voor verbetering vatbaar is. Niet alleen daar waar het de inzet van
een SOG betreft, maar breder. In het jaarplan van 2020 is daartoe een pilot met een gemeente en huisarts
voorzien rondom kwetsbare burger gericht op de inzet van advanced careplanning.
4.1.8 Verantwoord thuis wonen
Het is de missie van TSN om onze cliënten zo lang mogelijk zelfstandig en waardevol thuis te laten leven in de
vertrouwde thuisomgeving. Al vanaf de intake bespreken wij de mogelijkheden van onze zorgverlening met onze
cliënten. TSN heeft bewust een breed zorgpallet van algemene wijkverpleging (dag en nacht), gespecialiseerde
wijkverpleging tot verpleging en verzorging incl. verblijf in één van onze 3 woonzorglocaties. Wij betrekken ook
de omgeving van de cliënt, de familiezorgers, nadrukkelijk bij de zorgplanning. Daarnaast wordt inhoudelijk
afgestemd en samengewerkt met de overige betrokken zorgaanbieders. Samen met al deze partijen worden
afspraken gemaakt om de zorg in de thuissituatie veilig en verantwoord te kunnen blijven bieden. In deze afspraken
wordt de 24-uurs toezicht of zorg in de nabijheid geborgd.
Evaluatie en afstemming vindt plaats tijdens de directe zorgverlening en daarnaast in de Multi Disciplinaire
Overleggen (MDO) waar naast de cliënt en andere zorgaanbieders ook de huisarts van de cliënt bij aansluit. Hier
vindt periodiek afstemming plaats of de voorwaarden voor veilige en verantwoorde zorg nog steeds voldoende
ingericht zijn. Wij willen in de toekomst nog meer gebruik gaan maken van het MDO om de afstemming tussen de
betrokken zorgprofessionals rond de cliënt verder te verbeteren.
Wij kijken met een brede blik naar de situatie van de cliënt en signaleren tijdig risico’s in dialoog met de cliënt. Op
deze manier kunnen we preventieve maatregelen en voorzieningen inzetten die nodig zijn, bijvoorbeeld om te
voorkomen dat iemand meer zorg nodig heeft in de nabije toekomst of (ziekenhuis)opname te voorkomen. Dit doen
we altijd in overleg met de cliënt en de familiezorgers. 4.1.9 Wonen en welzijn
Wanneer een cliënt zorg thuis ontvangt, ondersteunen wij de cliënt en de familiezorgers bij het inzetten van
middelen vanuit de WMO. Dit doen wij vanaf het moment van intake en tijdens onze continue evaluatie van de
situatie van de cliënt. Hierbij gebruiken wij het OMAHA-classificatie systeem, wat ons ondersteunt om op alle
domeinen en daarmee ook op de vijf thema’s zingeving, familieparticipatie, inzet vrijwilligers en wooncomfort onze
kwaliteit van zorgverlening hoog te houden. De inzet van eigen vrijwilligers is binnen de zorg thuis van TSN nog
nihil in tegenstelling tot de intramurale TSN-locaties. Wel worden lokale vrijwilligersorganisaties - waar mogelijk -
ingezet bij de wijkverpleging en verzorging.
Ook aanvragen tot woningaanpassingen komen via een dergelijke intake dan wel evaluatie van de voorwaarden
voor veilig en verantwoord zorg verlenen in de thuissituatie naar voren. We ondersteunen de cliënt - waar nodig -
bij de aanvraag en afstemming met het sociale domein.
4.2 Basisveiligheid
De veiligheidsthema’s zoals medicatieveiligheid, valpreventie, bevoegd en bekwaamheid van zorgverleners,
veilige zorgrelatie en vrijheid beperkende maatregelen, zijn stuk voor stuk thema’s waarover TSN-kwaliteitsbeleid
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
14
heeft ontwikkeld. Op deze risico’s wordt niet alleen tijdens de intake met de cliënt maar ook tijdens de
zorgverlening en evaluatie gesignaleerd door de zorgverleners in dialoog met de cliënt, dit is een continu proces.
Deze signalering verloopt voor een aantal risico’s via Meldingen Incident Client (MIC). Indien er een trend zichtbaar
is in de MIC of op een andere wijze duidelijk is dat een risico aan de orde is, wordt dit in afstemming met cliënt in
het zorgplan opgenomen. TSN voert een beleid dat gericht is op het voorkómen van vrijheid beperkende middelen
en maatregelen. Dergelijke middelen en maatregelen worden gezien als een allerlaatste redmiddel. Omdat ieder
middel of iedere maatregel een inbreuk is op de vrijheid. Bij toepassing van vrijheidsbeperking wordt er een plan
gemaakt hoe deze vrijheidsbeperking zo snel mogelijk kan worden afgebouwd en wordt de inzet regelmatig
geëvalueerd. De recent aangenomen wet Zorg en Dwang zal TSN vanaf eind 2019 gaan implementeren.
Daarnaast worden op teamniveau incidenten (MIC) in de zorgverlening periodiek besproken ter lering en
verbetering. Hier is nog verbetering mogelijk, niet alle teams bespreken dit op dezelfde wijze. De resultaten van
deze kwaliteitsinformatie worden op organisatieniveau minimaal per kwartaal besproken in de Verpleegkundige
en Verzorgende Advies Raad (VAR) met daarin een vertegenwoordiging van zorgverleners en management. Ook
worden beleid en adviezen op het gebied van kwaliteit, cliënt- en medewerkersveiligheid vastgesteld. Deze VAR
adviseert het MT over de te nemen verbetermaatregelen en nieuw/gewijzigde zorg en/of kwaliteitsbeleid.
4.2.1 Bevoegd en bekwaam
Aan het verlenen van zorg worden duidelijke eisen gesteld, zowel vakmatig als wettelijk. Deze eisen zijn erop
gericht de cliënt maximale zekerheid te geven over de kwaliteit en veiligheid van de verleende zorg.
Zorgprofessionals beschikken allereerst over een diploma. Dit diploma toont aan dat zij bevoegd zijn om zorg te
verlenen. Afhankelijk van het opleidingsniveau mogen handelingen worden verricht. Niet alle handelingen komen
even veel voor en ook de zorg ontwikkelt zich vanuit (technologische) innovaties en nieuwe inzichten. Om te zorgen
dat alle bevoegde zorgprofessionals toch bedreven blijven in alle handelingen en op de hoogte zijn en blijven van
de nieuwe ontwikkelingen moeten toetsingen plaatsvinden. Zo blijft de professional beschikken over alle actuele
noodzakelijke competenties om het beroep in de volle breedte uit te oefenen of handelingen uit te voeren binnen
de kaders van de professionele standaard. Op grond van deze definitie wordt onderscheid gemaakt in
handelingsbekwaamheid en beroepsbekwaamheid. Voor de wet BIG geldt: niet bekwaam is niet bevoegd.
De bevoegdheid van iemand wordt getoetst bij in dienst treden bij TSN, of na afronden van een opleiding. Daarbij
wordt nagegaan welke diploma’s iemand heeft en welk niveau daarbij hoort. Binnen TSN hanteren wij een beleid
op het gebied van het bekwaam zijn voor uit te voeren handelingen waarop periodiek getoetst wordt. Dit beleid
op voorbehouden en risicovolle handelingen voorziet erin dat iedere medewerker op de handelingen die voor zijn
bevoegdheid beschikbaar zijn, ook bekwaam is.
Het is van belang dat, na het behalen van de periodieke toets van bekwaamheid, de handeling ook met enige
regelmaat wordt uitgevoerd. Zo blijft de zorgprofessional bedreven en vertrouwd met de handeling. De vraag
naar bevoegde en bekwame zorgprofessionals overtreft het aanbod. Het toetsen van vraagt tijd, tijd die ook aan
de zorg van cliënten kan worden besteed. TSN ziet daarin aanleiding de beleidsregel dat iedere medewerker op
alle handelingen die voor zijn bevoegdheid beschikbaar zijn ook bekwaam is, nader te onderzoeken. In 2019 zal
een onderzoek starten naar de mogelijkheden dit uitgangspunt te herzien. Hierbij onderzoeken we of de termijn
van toetsen en de omvang van aantal bekwaamheden nog steeds passend is voor TSN. Randvoorwaardelijk zijn
de garantie dat cliënten blijvend toegang hebben tot voor de handelingen bekwame zorgprofessionals en het niet
ten koste van medewerker tevredenheid gaat.
4.2.2 Medicatieveiligheid
De procedure medicatieveiligheid op basis van de Veilige principes in de medicatieketen is bekend bij alle
zorgverleners binnen TSN. Zij worden hierop regelmatig bijgeschoold. Medicatiefouten en afwijkingen worden
geregistreerd volgens de MIC-procedure. Ook zijn er duidelijke afspraken gemaakt met huisartsen en apothekers.
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
15
Vanuit de MIC-rapportage worden door de teams analyses en verbeteracties ingezet, zoals het volgen van
teamscholingen op rapporteren of omgaan met ongewenst gedrag, en gevolgd.
TSN kent een veilige meldcultuur met veel meldingen. We zijn daar trots op!
In onderstaande grafiek (figuur 8) wordt het aantal MIC-meldingen op medicatiegebied binnen de hele Verzorging
en Verpleging van TSN getoond.
Naast het verbeteren binnen elk individueel team worden de MIC-meldingen ook op organisatieniveau besproken
in de VAR. Hieruit worden trends gehaald en opvallende zaken besproken ter lering en verbetering. TSN
Verzorging en Verpleging heeft zichzelf geen doel gesteld op het aantal MIC-meldingen. Dit vanwege het feit dat
een doel mogelijk van invloed kan zijn op de veilige meldcultuur. Wel wordt er continu gekeken naar welke
meldingen veel voorkomen en op welke wijze deze incidenten te voorkomen zijn. Vanuit oorzakenanalyse (PRISMA)
gaan we graag op zoek naar basisoorzaken en formuleren de juiste maatregelen. Er heerst echter een overtuiging
dat het nóg beter kan. Naast het beter opvolgen van de vertaling van maatregelen naar protocollen en (met name)
de integrale communicatie hierover, stelt de BI-Omgeving (zie ook paragraaf 4.4.2) ons in staat signalering te
verbeteren en analyses breder te ondersteunen door niet slechts situationeel te kijken maar integraal naar
(vergelijkbare) situaties. In 2020 zal worden verder worden onderzocht hoe de inzet van BI verder ten uitvoer te
brengen.
Minimaal jaarlijks worden ook de medewerkers die medicatieveiligheid als aandachtsgebied hebben bij elkaar
geroepen door de Coördinator Medicatieveiligheid en worden diverse actuele thema’s besproken. In het tweede
kwartaal van 2019 zijn dubbele medicatie controle, de inzet van de app hierbij en het leren en verbeteren van
medicatiemeldingen besproken.
De afgelopen twee jaar is de Medido medicijndispenser ingezet. Sinds begin 2019 zien we de aandacht voor de
mogelijkheid deze in te zetten afnemen. In 2019 en 2020 zal daarom de mogelijkheden die de Medido biedt in
de ondersteuning van cliënten bij een meer zelfstandig bestaan extra aandacht krijgen.
Bij toewijzing van de in 2019 aangevraagde subsidie is de doelstelling het aantal in 2020 te verdubbelen.
Ook zijn wij binnen TSN bezig met een pilot voor het digitaal aftekenen van de medicatie. Afhankelijk van resultaten
en ervaringen zal dit in 2020 breder worden uitgezet. Dit zorgt ervoor dat onze medewerkers in de wijk altijd de
meest actuele versie van de medicatie van de cliënt hebben.
Figuur 8 Aantal MIC-meldingen medicatie per kwartaal, met daarbij de oorzaak
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
16
4.2.3 Cliënttevredenheid
Binnen de Verzorging en Verpleging vinden wij de mening van de cliënt over onze zorgverlening zeer belangrijk.
Wij meten de tevredenheid van de cliënt op twee manieren. Enerzijds doen wij
dit tijdens het (halfjaarlijkse) evaluatiemoment met de cliënt en anderzijds
bieden wij de cliënten de mogelijkheid om hun waardering via Zorgkaart
Nederland in te vullen. Gemiddeld scoren wij als TSN Verzorging en
Verpleging een 8.7 op Zorgkaart Nederland. Wij zijn van mening dat wij pas
echt kunnen leren en verbeteren als we deze uitvraag op teamniveau doen,
daarom hebben al onze teams een eigen pagina op Zorgkaart Nederland.
O.a. door middel van het uitdelen van flyers, het regelmatig benoemen van Zorgkaart Nederland in gesprekken
met clienten en extra aandacht geven aan bijzondere evaluaties van clienten in onze nieuwsbrief willen we hier
meer bekendheid aan geven.
Eind 2018 hebben wij deelgenomen aan de pilot voor het uitvragen van de PREM onder cliënten. Deze
meetmethode is de nieuwe standaard geworden voor de wijkverpleging en hier zullen wij dan ook uitvoering aan
gaan geven. Omdat de vragen uit deze meetmethode ook op Zorgkaart Nederland te vinden zijn, streven wij
ernaar om de cliënttevredenheid op één manier te gaan meten en zo volledig transparant te zijn over de ervaren
kwaliteit van zorg.
4.2.4 Medewerkerveiligheid
De veiligheid en het welzijn van onze medewerkers heeft TSN als goed werkgever hoog in het vaandel.
Onze zorgprofessionals verlenen zorg in de persoonlijke leefomgeving van onze cliënten. Het is daarmee ook de
werkomgeving en mag daarmee geen gezondheidsrisico vormen.
De Regisserend wijkverpleegkundige bepaalt vanaf het eerste gesprek, de intake, in welke mate de werkomgeving
voldoet en welke hulpmiddelen vereist zijn om de zorg goed én gezond te kunnen leveren. De arbocheck kan
hiervoor als hulpmiddel worden ingezet. Bij wijziging van de zorgverlening of omstandigheden zal ook hier weer
aandacht voor zijn. De zorgprofessionals worden aangemoedigd ook zelf de omstandigheden te monitoren en
wijziging daarvan te signaleren zodat tijdig preventieve maatregelen en middelen kunnen worden ingezet. Ter
ondersteuning is een expert op het gebied van arbeidsomstandigheden beschikbaar en zijn diverse
zorgprofessionals tevens geschoold als ergo coach om de inzet van de juiste, passende hulpmiddelen te stimuleren
en bevorderen.
In het kader van administratieve lastenverlichting voor de zorgprofessional is in 2019 de Arbo check onderwerp
van gesprek geworden. De inzet is niet het afschaffen, maar het meer gericht inzetten. Samen met de expert
arbeidsomstandigheden en de Verpleegkundig Adviesraad (VAR) zal in 2019 dit nader worden uitgewerkt.
Onze zorgprofessionals leveren zorg aan mensen. Het individuele gedrag kan, ongeacht oorzaak, ongewenst,
intimideren en/of zelfs gevaarlijk zijn voor die zorgprofessional. Dergelijke situaties worden via de MIC-procedure
geregistreerd. Afhankelijk van de ernst kan de opvolging zich beperken tot een gesprek met de cliënt, een
schriftelijke waarschuwing of, in het ergste geval, zelfs het stoppen van de zorgverlening.
Ook kan er een tijdens het verlenen van zorg een bedrijfsongeval plaatsvinden. Hier wordt middels een MIM-
procedure melding van gemaakt.
De MIC-procedure voorziet onvoldoende in een onderscheid in de ernst van de melding. Dit belemmert adequate
ondersteuning van de medewerker en de gewenste betrokkenheid en opvolging door teamleiding. In 2019 is
begonnen met het maken van dit onderscheid en de implementatie ervan in de informatiesystemen. Voor meldingen
met de hoogste prioriteit (ernst) is 24 uurs signalering van kracht en de procedure aangescherpt. Verdere
verbeteringen zullen in 2019 en 2020 worden uitgevoerd.
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
17
4.3 Professionaliteit
4.3.1 Persoonlijke ontwikkeling
Naast het volgen van verplichte scholing gericht op het up to date houden van de professionele kennis,
vaardigheden en (TSN eigen) kwaliteitskaders, stimuleert TSN het eigen initiatief van persoonlijke vakgerichte
ontwikkeling. TSN onderkent haar maatschappelijke plicht bij te dragen aan de groei van gekwalificeerd personeel
in de Zorg. De persoonlijke ontwikkeling wordt niet op voorhand beperkt door de organisatie-eigen personele
behoefte.
Wanneer een medewerker aangeeft zich te willen ontwikkelen, bijvoorbeeld door het volgen van een vakgerichte
opleiding, dient van te voren via een motivatie aangegeven te worden waarom deze wens er is en hoe een
medewerker hier invulling aan wil geven.
Door het bespreken van deze motivatie trachten we te voorkomen dat medewerkers uitvallen tijdens het volgen
van de opleiding.
Het eigen initiatief organiseert TSN zo laagdrempelig mogelijk via het gezamenlijk spelen van het jij bent uniek
spel. De medewerker is in staat zelf aan te geven wat diens individuele wensen zijn ten aanzien van vakmatige
scholing en loopbaanontwikkeling. Wij proberen zo goed mogelijk bij die wensen aan te sluiten en zijn daarbij
open in de (door-)groeimogelijkheden die er zijn.
Waar de vervolgstap eerst opleiding vereist krijgt de medewerker ondersteuning van in opleidingen
gespecialiseerde medewerkers die vanuit het opleidingsaanbod de behoefte(n) vertalen naar concrete scholing.
Samen met het team en de leidinggevende wordt daarbij ook gekeken naar de balans en het bewaken daarvan
gedurende de opleiding.
Ervaring van onze medewerkers bij het daadwerkelijk zetten van de vervolgstap naar een nieuwe rol en/of functie
heeft aangetoond dat de begeleiding verder verbeterd moet worden. In 2019 is gestart met introductiedagen
voor nieuwe medewerkers en het verduidelijken van de ‘eerste werkweek’ door vooraf roosters en contactpersoon
mee te geven. In 2020 zal dit ‘on-boarding’ verder aandacht krijgen en (ook) worden toegespitst op bestaande
medewerkers welke doorgroeien naar nieuwe rol en/of functie.
4.3.2 Opleiding, deskundigheidsbevordering en intervisie
In het TSN-opleidingsplan is aandacht voor het opleiden van eigen talent. Investeren in onze eigen medewerkers,
door BBL-trajecten en andere opleidingstrajecten aan te bieden staat voorop. Dat draagt bij aan
loopbaanontwikkeling binnen TSN en zorgt ervoor dat iedere medewerker perspectief heeft op een volgende
ontwikkelstap hetgeen onze positie op de arbeidsmarkt versterkt. Het doel van deze opleidingsinspanningen is
tevens het werken aan de kwaliteit van zorg. Wij intensiveren verder op deskundigheidsbevordering op kwaliteit
van zorg, hierbij valt onder andere te denken aan, leren en verbeteren op basis van kwaliteitsinformatie, OMAHA,
welzijn (intramuraal) maar ook ziektebeelden (dementie) en wondzorg.
Voor het leren en verbeteren van kwaliteitsinformatie zijn wij aangesloten bij de Werkgroep Leren en
Verbeteren van onze brancheorganisatie Zorgthuisnl, waar wij tezamen met collega zorgverleners spreken over
de kwaliteitsverbetering.
In heel 2019 vindt er intervisie plaats voor wijkverpleegkundigen tijdens de Expeditie Omaha. Er komt meer
aanbod in TSN Leert voor de meer softere skills, zoals reflectie en feedback geven. Zo willen wij de ruimte en
randvoorwaarden voor reflectie en samen leren en verbeteren verder verstevigen. Een aantal
scholingsonderwerpen hebben wij als speerpunt benoemd en hiervoor zullen teamscholingen beschikbaar komen.
Het gaat hierbij om de speerpunten Zelfredzaamheid en Familiezorg maar bijvoorbeeld ook om in het TSN leert
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
18
aanbod een training over Eenzaamheid op te nemen. Met deze training willen we de kennis over het herkennen
van signalen van eenzaamheid en bijbehorende mogelijke interventies verhogen. Wij zullen teams, die deze
onderwerpen met elkaar op willen pakken, zo nodig extra faciliteren.
Onze zorgprofessionals worden ondersteund om hun werk zo veilig mogelijk uit te voeren. Deze ondersteuning vindt
plaats via duidelijk beleid en uitgewerkte werkinstructies en daarnaast vakinhoudelijk door het beschikbaar stellen
van de Vilans protocollen (incl. richtlijnen op het gebied van infectiepreventie). Driekwart van onze zorgverleners
is ingeschreven in het kwaliteitsregister V&VN en wordt gestimuleerd om actief te werken aan zijn
deskundigheidsbevordering. Iedere medewerker die bij ons in dienst komt wordt ingeschreven in het
kwaliteitsregister en gemotiveerd om de vereiste accreditatiepunten te behalen. TSN faciliteert dit door een groot
aanbod van scholingen/e-learning via haar eigen leermanagementsysteem TSN Leert.
Naast hiervoor vermelde werkwijzen willen wij mogelijkheden onderzoeken om deskundigheidsbevordering nóg
verder te verbeteren. In 2020 willen wij, in samenwerking met de ambassadeurs, kijken naar de introductie van
zogenaamde vakgroepen. Een vakgroep bestaat daarbij uit alle medewerkers met eenzelfde functie. Het beoogt
een sterkere verbinding tussen die professionals te creeeren, hen meer te betrekken bij (de gevolgen van)
veranderingen voor diens vak en het stimuleren en delen van ervaringen en verbetermogelijkheden. De vakgroep
wordt voorgezeten door een ambassadeur van de betreffende functie. Deze ambassadeur kan zo een
(aanvullende) spilfunctie vervullen tussen het veld en de Verpleegkundige Adviesraad (VAR, paragraaf 4.4.1).
4.3.3 (Collegiale) Audits
TSN is in 2018 opnieuw HKZ (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector) gecertificeerd. In oktober 2018
heeft de externe certificeringsaudit tegen de HKZ-2015 norm plaatsgevonden. Deze audit is met goed gevolg
afgerond. Er zijn een aantal minor bevindingen geconstateerd waarvoor een plan van aanpak is opgesteld. Dit
plan van aanpak is begin 2019 door de certificerende instantie, Det Norske Veritas (DNV), goedgekeurd en
inmiddels in uitvoering.
Binnen TSN leeft het bieden van veilige en kwalitatief goede zorg aan haar cliënten. Deze intrinsieke motivatie
van onze zorgprofessionals is de basis voor de wil van elkaar te leren. Dit heeft zich vertaald naar de collegiale
audit. De afdeling kwaliteit, welke onafhankelijk van de operatie is, faciliteert en ondersteund de teams hierbij
door op team niveau gedurende het jaar interne, collegiale audits uit te voeren. De bevindingen vertalen naar
verbeterplannen waarbij de teamleider de voortgang monitort. De bestaande opzet is teamgericht. Wat daarmee
verloren gaat is de lessen welke de (teams in de) organisatie als geheel kunnen trekken uit het verbeterplan. In
2020 zullen de verbeterplannen onderdeel van het MT Wijkverpleging worden zodat lessen en ervaringen breder
worden gedeeld. Het versterkt het lerend vermogen en draagt verder bij aan het aantoonbaar continu verbeteren
van de (kwaliteit van) de geleverde zorg (PDCA).
4.4 Organisatorische randvoorwaarden
4.4.1 Leiderschap, Governance en medezeggenschap
Leren en verbeteren binnen TSN staat voorop. We investeren daarbij graag in onze eigen medewerkers. TSN
werkt conform de Zorgbrede Governance Code. Zij voert een actief en transparant beleid voor de omgang tussen
Bestuurder en Raad van Commissarissen met medezeggenschapsorganen.
TSN kent de volgende vormen van medezeggenschap binnen haar organisatie:
1. Ondernemingsraad (OR)
2. Extramurale Cliëntenraad (CR)
3. Verpleegkundige en Verzorgende Advies Raad (VAR).
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
19
Hieronder zal de samenwerking tussen Bestuurder en Raad van Commissarissen per orgaan nader worden
toegelicht.
Ondernemingsraad
TSN Zorg en Welzijn BV en haar dochtervennootschappen kennen één OR, in de vorm van een Gemeenschappelijke
Ondernemingsraad (GOR). Het doel van medezeggenschap is om werknemers bij de totstandkoming van
besluiten bij TSN te betrekken. Via medezeggenschap kunnen de werknemers invloed uitoefenen op het beleid en
de gang van zaken binnen TSN. Anderzijds krijgt de bestuurder van TSN op die manier belangrijke informatie
vanaf de werkvloer. Gelet hierop vindt TSN het van belang om regelmatig met de OR in gesprek te gaan. Volgens
een vastgesteld schema vindt er een aantal keren per jaar (circa 7 à 8 keer) een overlegvergadering plaats met
de algemeen directeur, zijnde de bestuurder als bedoeld in de Wet op de Ondernemingsraden (WOR).
Deze overlegvergadering wordt voorbereid door het dagelijks bestuur van de OR en de algemeen directeur
gezamenlijk en er wordt een agenda opgesteld. Tijdens iedere overlegvergadering wordt de OR uitvoerig
geïnformeerd over lopende zaken, actualiteiten en de financiële cijfers (maandrapportages /
kwartaalrapportages). Daarnaast worden ook de advies- en instemmingsaanvragen in de overlegvergadering
besproken. Ook heeft de OR gelegenheid om nadere vragen te stellen, opmerkingen te maken of met suggesties
te komen. Jaarlijks wordt tenminste één van de overlegvergaderingen bijgewoond door een lid van de Raad van
Commissarissen. Ook de bestuurder van TSN gaat de dialoog aan met de OR. De OR heeft conform de WOR-
adviesrecht (artikel 25) en instemmingsrecht (artikel 27). Verder kan de OR ook ongevraagd adviseren.
Extramurale Cliëntenraad
Voor de zorg thuis kent TSN een eigen cliëntenraad (CR). De CR heeft tot taak om de gemeenschappelijke belangen
van cliënten op het gebied van wonen, welzijn en zorg te behartigen. Via medezeggenschap kunnen cliënten invloed
uitoefenen op het beleid en de gang van zaken binnen TSN op voormelde gebieden.
Gelet hierop vindt TSN het van belang om regelmatig met de CR in gesprek te gaan. Volgens een vastgesteld
schema vindt er een aantal keren per jaar een overlegvergadering plaats tussen de CR en de algemeen directeur.
Jaarlijks wordt tenminste één van de overleg- vergaderingen bijgewoond door een lid van de Raad van
Commissarissen en door de bestuurder van TSN.
De overlegvergadering wordt voorbereid door de CR en de algemeen directeur gezamenlijk en er wordt een
agenda opgesteld. Tijdens iedere overlegvergadering wordt de CR uitvoerig geïnformeerd over lopende zaken,
actualiteiten en de financiële cijfers (maandrapportages/ kwartaalrapportages). Daarnaast worden ook
adviesaanvragen in een overlegvergadering besproken. Ook heeft de CR gelegenheid om nadere vragen te
stellen, opmerkingen te maken of met suggesties te komen. De CR wordt op die manier ook gestimuleerd om invloed
uit te oefenen op de zorg, de dienstverlening en de koers van de organisatie.
De CR heeft conform de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) adviesrecht en verzwaard
adviesrecht ten aanzien van diverse onderwerpen. Daarnaast kan de CR ook ongevraagd advies geven.
Verpleegkundig en Verzorgende Advies Raad (VAR)
Om continue de kwaliteit van zorg alsmede de cliëntveiligheid te verbeteren is bij TSN een Verpleegkundig en
Verzorgende Adviesraad (VAR) ingesteld. De VAR heeft onder andere tot taak om de directeur gevraagd en
ongevraagd te adviseren op zorginhoudelijk gebied en op het gebied van planmatige verbetering van kwaliteit
van zorg en cliëntveiligheid. Daarnaast behoort het stimuleren van de beroepsinhoudelijke ontwikkelingen binnen
de organisatie door verdere profilering en professionalisering van het beroep van verzorgende/verpleegkundigen
tot één van de taken van de VAR.
De VAR bestaat uit 9 verzorgenden en verpleegkundigen van zowel de wijkverpleging als van Wonen met zorg
en wordt ondersteund door een secretaris. De VAR vergadert 8 keer per jaar waarbij 4 keer MT leden aanwezig
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
20
zijn. De afgevaardigden van het MT zijn: Manager wijkzorg, locatiemanager en manager Zorg, Kwaliteit en
Opleidingen. De directie is bij alle vergaderingen aanwezig. Het dagelijks bestuur van de VAR vergadert minimaal
een keer per jaar met het dagelijks bestuur van de OR. De VAR wordt geïnformeerd over (MIC) meldingen, audits,
ontwikkelingen in wet- en regelgeving etc. op basis waarvan de VAR-verbeteracties vaststelt en de voortgang
bewaakt.
4.4.2 Gebruik van informatie en hulpbronnen
Met de komst van elektronische cliëntdossiers is steeds meer informatie op een gestructureerde manier beschikbaar.
Een gestructureerd classificatiemodel, in ons geval het OMAHA System, draagt ook bij aan een uniforme
vastlegging. Dat stelt ons steeds beter in staat om de gegevens ook actiever te gaan gebruiken. Als TSN gaan we
in toenemende mate meer gebruik maken van de data die we beschikbaar hebben om bij te dragen aan het
leveren van kwalitatief goede zorg.
Onze BI-omgeving zal in 2020 verder groeien. Met de ontwikkeling van diverse rapportages ontstaan inzichten en
monitoringsmogelijkheden die ons beter helpen de kwalitatieve zorg aan onze cliënten te volgen en bewaken.
Enkele voorbeelden van beoogde rapportages zijn:
Trends en analyses van MIC-meldingen
Spiegelinformatie OMAHA tussen teams
Kwantitatieve informatie met een kwalitatieve insteek, zoals aantal zorgverleners per cliënt
Informatie over (uitkomsten van) evaluaties
Meldingen onveilige situaties
Alle medewerkers van TSN in de zorgverlening beschikken over een eigen tablet waarop van iedere cliënt
uiteraard het actuele dossier beschikbaar is, maar waarop daarnaast ook werkinstructies en -wijze van TSN en ook
alle relevante Vilansprotocollen eenvoudig beschikbaar zijn.
Een juist overzicht van de medicatie en een correcte vastlegging van de toediening van medicatie en dubbelcontrole
is van groot belang voor de kwaliteit van onze zorgverlening. TSN is daarom bezig met de uitrol van een module
voor digitale toedieningsregistratie van medicatie.
Ten slotte vinden we dat betrokkenheid van de cliënt en eventuele mantelzorgers van groot belang is voor de
kwaliteit van de zorg. We zetten daarom ons actief in om zoveel mogelijk cliënten gebruik te laten maken van het
cliënten- en mantelzorgportaal dat wij hebben.
Naast uitwisseling van informatie met cliënten en mantelzorgers is ook en goede communicatie met overige
zorgverleners, zoals de huisarts, belangrijk voor de kwaliteit. TSN neemt actief deel in een pilot voor uitwisseling
van gegevens met huisartsen. Daarnaast heeft TSN ook een portaal voor huisartsen beschikbaar: na toestemming
van de cliënt kan een huisarts meelezen in het dossier en communiceren met de zorgverleners van TSN. Op dit punt
kunnen wij verbeteren door actiever deze mogelijkheid onder de aandacht van onze verwijzers te brengen. Wel
moeten wij begrip tonen voor, en rekening houden met, de keuze voor VIPP live. 4.4.3 Inzet van technologische innnovatie
De toenemende levensverwachting zorgt dat er meer mensen langer gezondheidszorg nodig hebben. Om voor
deze mensen kwalitatief goede zorg te verlenen is er meer personeel nodig. Daarbij zijn cliënten als gebruikers
van nieuwe technologieën zoals webwinkels een hele andere ervaring gewend. Zij verwachten dezelfde snelheid,
hetzelfde gemak en comfort van steeds meer diensten en instellingen in hun leven. Waaronder de gezondheidszorg.
TSN onderkent dat de inzet van technologische ontwikkelingen in de zorg een belangrijke bijdrage kunnen leveren
in het voorzien in deze behoeften.
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
21
In 2019 is gestart met een onderzoek naar toepasbare, bewezen zorgtechnologie en financieringsmogelijkheden. Onder voorbehoud van toewijzing van subsidies willen wij in en na 2020:
Digicoaches aanstellen om teams te stimuleren meer gebruik te maken van zorgtechnologie;
Slim incontinentiemateriaal inzetten om de inzet van nachtzorg te verminderen en daarmee de nachtrust
van de cliënt te bevorderen;
Beeldzorg toe passen zodat zorg waarvoor de wijkverpleegkundige niet letterlijk in huis hoeft te zijn op
afstand kan;
Leefstijlmonitoring toe passen teneinde op basis van verkregen inzichten gerichter (nacht-)zorg in te zetten.
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
22
Verbeterplan
In de voorgaande hoofdstukken is aan de hand van de reflectie op de thema’s van het Kwaliteitskader
Wijkverpleging en het Addendum bij Kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een WLZ
indicatie een goed beeld ontstaan van de wijze waarop TSN inhoud geeft aan deze van “wat” er beter kan. Dit
hoofdstuk, Verbeterplan, neemt de lezer mee in “hoe” TSN deze verbeteringen wil bereiken en wanneer deze,
behoudens calamiteiten, zijn terug te zien in haar bedrijfsvoering als resultaat.
Paragraaf Pagina Gewenst resultaat Verbeteractie Planning4.1.1 10
Onze specialistische zorgprofessionals kennen en handelen naar de herziene afspraken en werkwijzen.
De herziene afspraken en werkwijzen delen via het TSN-intranet (Infotheek) en bespreken in de teamoverleggen. Q4 2019
4.1.2 11Wij begrijpen wat een client beweegt om wel of niet te kiezen voor TSN, hoe deze bij ons in zorg komt en wat daar voor client bij komt kijken.
Opstellen probleemanalyse vanuit interviews en analyse en vertalen naar verbetervoorstellen. Eind januari 2020
Wij zijn alert op ervaren belemmeringen voor clientgroepen en nemen deze weg waar mogelijk. Wij analyseren deze belemmeringen periodiek en leren hiervan. Wij vertalen deze lessen naar de werkprocessen gericht op de ondersteuning van onze clienten bij keuze en instroom.
Herzien van bestaande werkinstructies of nieuw opstellen aan de hand van verbetervoorstellen. De desbetreffende werkinstructies bespreken met, en uitleggen aan, de met de uitvoering belaste collega's.Monitoren en bijsturen van de werking op basis van het gewenste resultaat.
Q2 2020
4.1.3 11Wij zijn overtuigd dat de zelfredzaamheid van in aanmerking komende clienten sterk toeneemt door de inzet van medicijndispensers (bijvoorbeeld de Medido). Wij willen de inzet hiervan daarom verdubbelen.
Planmatig de knelpunten inventariseren en een probleemanalyse uitvoeren. Vanuit de probleemanalyse trainingen ontwikkelen ten behoeve van onze professionals gericht op de inzet van de medido en bewustzijn op de mogelijkheden. Een team gewijze implementatie uitvoeren.
Afhankelijk moment van
toewijzing subsidieaanvraag
4.1.3 11Wij weten wat de afgeronde opleiding de famielizorgers en onze professionals brengt en begrijpen hoe wij het beste deze opleiding kunnen geven.
Planmatig voor een geselecteerd aantal teams de bestaande scholing uitvoeren, de ervaringen evalueren en de resultaten meten.
Q2 2020
Wij weten hoe wij welk vervolg wanneer willen geven aan deze opleiding voor al onze teams in de wijkverpleging.
Op basis van de pilot resultaten een gefundeerd besluit nemen over inhoud en het eventueel (gefaseerd) vervolg van de opleiding voor overige teams
Q3 2020
4.1.3 11Wij begrijpen wat het sociale netwerk om een client beweegt om wel of niet te kiezen voor familiezorg en hoe dit kan worden gestimuleerd.
Planmatig onderzoek naar de aanleiding voor een client te kiezen voor familiezorg (of juist niet) en de redenen achter het maken van keuzes in de samenstelling daarvan. Uit de verkregen resultaten een probleemanalyse opstellen en vertalen naar verbetervoorstellen.
Q2 2020
Wij zijn alert op ervaren belemmeringen voor en belasting van familiezorgers en helpen deze waar mogelijk weg te nemen of te beperken.
Herzien van bestaande werkinstructies of nieuw opstellen aan de hand van verbetervoorstellen. De desbetreffende werkinstructies bespreken met, en uitleggen aan, de met de uitvoering belaste collega's.Monitoren en bijsturen van de werking op basis van het gewenste resultaat.
Q3 2020
4.1.4 11
Wij hebben actuele kennis van relevante technologische mogelijkheden. Wij richten ons daarbij op innovaties die de kwaliteit van zorg en leven van onze clienten, als ook de werkdruk bij en effectiviteit van inzet van onze professionals, kunnen ondersteunen. Ons doel is duurzame inzet van geselecteerde innovaties.
Vanuit de gescreende zorgdossiers de gesignaleerde kansen vertaald naar de inzet van technologische hulpmiddelen.Een partnership met passende leveranciers voor de betreffende bewezen hulpmiddelen realiseren.Voor 2020 zijn beeldzorg, slimmem incontinentie en leefstijlmonitoring geselecteerd als mogelijke pilots.
Q4-2020
4.1.5 13Wij weten de professionals in onze wijk die onze client en ons kunnen ondersteunen bij het leveren van kwalitatieve, passend zorg te vinden.
Met de RWV en VAR een limitatieve lijst vaststellen van de gewenste omvang van de sociale kaart.In de werkgebieden van de teams aan de hand van de gedefinieerde sociale kaart dit domein inventariseren (nulmeting).De complete sociale kaart op handzame wijze aan de teams beschikbaar stellen.Proces afspraken maken over eigenaarschap en onderhoud van de sociale kaart.
Q2 2020
Afronden en implementeren herziene rolbeschrijvingen en werkinstructies specialistische zorg
Clientreis
Verdubbelen ingezette Medido's (onder voorbehoud toewijzing subsiedieaanvraag)
Pilot teamscholing familiezorg
Onderzoek wijze van benaderen familiezorgers teneinde te leren van diens ervaringen en knelpunten
Actief samenwerkingen initiëren keteninnovatiepartners en technologische innovatie partners om de kwaliteit te verbeteren en de zorgkosten verlagen.
Sociale kaart
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
23
Paragraaf Pagina Gewenst resultaat Verbeteractie Planning4.1.6 13
Wij hebben voldoende gekwalificeerde en opgeleide Ergocoaches welke allen het beheer hebben over een aan hen beschikbaar gestelde tas met hulpmiddelen gericht op het ondersteunen van de zelfredzaamheid van onze clienten. Onze professionals zijn op de hoogte van welke ergocoach in welke omgeving kan worden benaderd en zijn zicht bewust van diens bestaan, mogelijkheden en meerwaarde.
Vaststellen gewenste profiel van een ergocoach.Registratie, uitgifte en onderhoudsproces opstellen, implementeren en communiceren.Benaderen teams voor mogelijke kandidaten.Geselecteerde kandidaten opleiden.Informeren en en bewust maken en houden van onze professionals over de mogelijkheid en aanspreekpunt(en).
Q1 2020
Wij hebben aan alle teams een tas beschikbaar gesteld waarmee zij in de eerste behoefte aan vitale metingen (zoals bloeddruk, temperatuur en glucose) kunnen verrichten: de zogenaamde Zorgtas.Wij hebben daarbij een duidelijke beheerder van deze tas.
(Gefaseerde) aanschaf van het benodigd aantal Zorgtassen.In overleg met de (voor de fase geselecteerde) teams wie de beheerder zal zijn.Registratie, uitgifte en onderhoudsproces opstellen, implementeren en communiceren.(Gefaseerde) Uitgifte van de Zorgtas.Informeren en en bewust maken en houden van onze professionals over de mogelijkheid en aanspreekpunt(en).
Q1 2020
Wij hebben afspraken met onze hulpmiddelen leveranciers gericht op het snel (op afroep) beschikbaar hebben van hulpmiddelen gericht op kwalitatieve zorg aan de client en ondersteuning van onze medewerkers. Zo kunnen wij direct bij aanvang van de zorg de juiste hulpmiddelen beschikbaar hebben voor kwalitatief goede en veilige zorg voor zowel client als medewerker. Het beschikbaarstellen van deze hulpmiddelen is een 'voorschot in natura' (client koopt zelf het hulpmiddel welke reeds is ingezet).
Inventariseren welke gangbare hulpmiddelen het betreft.Onderzoeken welke leverancier(s) hieraan willen meewerken (zonder dat TSN zelf voorraad heeft).Inventariseren vereiste inrichting (contract, voorwaarden en proces) ter bewaking aanschaf en betaling van het beschikbaar gestelde hulpmiddel, en implementatie daarvan.Informeren en en bewust maken en houden van onze professionals over de mogelijkheid, aanspreekpunt(en) en spelregels.
Q3 2020
4.1.7 14Wij hebben duidelijke afspraken met onze ketenpartners over regievoering op de zorg van onze client. Dit betekent dat bij multidisciplinaire samenwerking voor ons, de betrokken ketenpartners, de client en diens familiezorgers, volsterekt helder is wie regievoert over de zorg en werken wij veilig en efficient vanuit een zorgplan met een onderliggend dossier.
Onderzoeken mogelijkheden en randvoorwaarden veilige en beveiligde toegang tot TSN dossiers door ketenpartners.Benodigde administratieve randvoorwaarden invullen (bijvoorbeeld bewerkersovereenkomst).Werkinstructies toetsen en bijsturen.Gebruiksinstructie voor ketenpartners.Informeren en en bewust maken en houden van onze professionals over de mogelijkheid en aanspreekpunt(en).
H1 - 2020
4.1.7 14Onze RWV-en stemmen altijd met iedere extramurale Wlz client af wie de coordinator van de zorg is. Zij zich daarbij bewust wat dit coordinatorschap inhoudt. De zorgadministratie ondersteunt de RWV hierbij.
Als uitgangspunt hanteren van het advies van Zorginstituut Nederland en ook zorgkantoren is dat de V&V bij voorkeur coordinatie vervult.Gevolgen van dit beleid voor onze RWV-en inventariseren in termen van middelen en (aanvullende) kennis.Afspraken maken met de Zorgadministratie over ondersteuning.Informeren en en bewust maken en houden van onze professionals van dit beleid mogelijkheid, de wijze van ondersteuning daarbij, het aanspreekpunt(en) en eventuele aanvullende spelregels.
H1 - 2020
4.1.7 14Wij (h)erkennen de huisarts(en) in onze wijk als belangrijk voor zowel onze client als TSN. Daarom begrijpen wij de knelpunten van de huisarts(en) en zorgen dat zij weten wie wij zijn en hoe wij welke van die knelpunten met en/of voor hen kunnen oplossen.
Vanuit Nedap kennis hebben van de huisartsen en diens POH.Onderzoeken meerwaarde registratie hiervan in CRM.Inventariseren soort praktijk en contactbehoefte (mate waarin, wie, frequentie).Vaststellen wie binnen TSN de best passende 'accountmanager' is (RWV/ Teammanager/ anders).Inventariseren ervaren landelijke/ regionale/ locale/ praktijkspecifieke knelpunten.Toetsen knelpunten aan TSN mogelijkheden (organisatiebreed en (support-)team).Kenlpunten welke TSN direct weg kan nemen onder de aandacht brengen van de huisarts (Quick wins) .Roadmap oplossing overige knelpunten communiceren en afspraken maken over opvolging.Afspraken maken over wijze vaststellen tevredenheid dienstverlening (evaluatiegesprekken, NPS enquetes, etc.).
H1 - 2020
Hulpmiddelen tas
1 client, 1 zorgplan
Afstemming over het coördinatorschap met client
Verbetering samenwerking huisarts
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
24
Paragraaf Pagina Gewenst resultaat Verbeteractie Planning4.1.8 14
Wij weten waneer multidisciplinaire samenwerking belangrijk is voor kwalitatief goede zorg. Wij (h)erkennen dat randvoorwaarde voor een goede samenwerking duidelijke afspraken en heldere communicatie is. Daarom initieren wij MDO's pro-actief.
Onderzoeken hoe momenteel MDO tot stand komt en welke belemmeringen onze professionals ervaren.Probleemanalyse en verbeterpunten opstellen op basis van onzerzoeksresultaten.Onderzoeken mogelijkheden voor ICT hulpmiddelen ter ondersteuning.Verbeterpunten bespreken met (een delegatie van) onze professionals en toetsen bij de VAR.Relevante (werk-)instructies herzien op basis van verbeterpunten.Informeren en en bewust maken en houden van onze professionals van de werkwijze.Monitoren juiste uitvoering en op basis van signalen van onze professionals waar nodig bijsturen.
H2 - 2020
4.2 15Wij kennen de wetgeving, hoe deze wanneer toe te passen en de gevolgen voor onze clienten. Wij kunnen terugvallen op onze infotheek als er onduidelijkheden zijn.
Analyseren wetgeving en bepalen impact op de operatie.Bepalen inrichtingsopties NEDAP (ondersteuning is roadmaop item NEDAP).Impact vertalen naar veranderpunten.Op grond van de veranderpunten proceswijzigingen bepalen.Vanuit de procesijzigingen werkinstructies wijzigen of toevoegen.De veranderpunten delen via het TSN-intranet (Infotheek).Informeren en en bewust maken en houden van onze professionals rondom de wet en veranderingen.Monitoren juiste uitvoering en op basis van signalen van onze professionals waar nodig bijsturen.
Q1 2020
4.2.1 15Wij weten welke handelingen moeten worden getoetst, de frequentie waarmee dit moet gebeuren en actueel en aantoonbaar welke van onze professionals wanneer waarvoor moet worden hertoetst.
Het gewijzigde en goedgekeurde VRH beleid en diens gevolgen via teammanagement bespreken met de teams.Analyseren huidig proces rondom registratie (van uitnodiging t/m succesvolle afronding) en verbeterpunten signaleren.Verbeterpunten in het registratiesysteem (AFAS) doorvoeren inclusief signalering en rappel.Informeren en en bewust maken en houden van onze professionals van dit beleid, de werkwijze en spelregels.Monitoringsrapportages definieren en implementeren (Organisatiebreed, Supportteam, Team).
H1 - 2020
4.2.2 16
4.2.2 16Wij weten of het digitaal aftekenen van medicatie zowel een veiligere als efficientere zorg voor onze clienten met zich meebrengt
Uitbreiden van de succesvol afgeronde pilot in het team van Oosterpoort/Helpman uitbreiden ter verificatie van de verkregen resultaten. Vertalen van de lessons learned naar verbetering van de
Eind januari 2020
Wij weten hoe wij welk vervolg wanneer willen geven aan de inzet van digitaal aftekenen voor al onze teams in de wijkverpleging
Uitvoering geven aan de Roadmap.Informeren en en bewust maken en houden van onze professionals van voortgang, resultaten en verwacht vervolg.
Q4 2020
4.2.2 16Wij hebben rapportages gedefinieerd. die ons ondersteunen bij het bewaken, analyseren en verbeteren ter ondersteuning van het voortdurend aanscherpen van het MIC proces rond signaleren en ondersteunen bij medewerket risicomeldingen (paragraaf 4.2.2, pagina 17) en wij gebruiken deze.
Vanuit inventarisatie en analyse van de informatiebehoefte en bestaande rappoortages verbetringen en aanvullingen definieren.Doelgroepen voor rapportages (Organisatie/Overleg//Teammanagement/Team) vaststellen en toevoegen aan verbeteringen.Verbeteringen doorvoeren in rapportages.Rapportages toevoegen aan relevante dashboard(s).Wijze van monitoren en opvolging bepalen en vastleggen.Informeren en en bewust maken en houden van onze professionals van de rapportages en wijze van monitoren.
Q2 2020
4.2.2 16Wij herkennen proactief clientsituaties waarin de inzet van de Medido een belangrijke bijdrage kan leveren aan de zelfredzaamheid van onze clienten.
Informeren en bewust maken en houden van onze professionals van mogelijkheden en gebruik.Maandelijks monitoren of de inzet toeneemt (Organisatiebreed/Supportteam/Team).Vanuit monitoringsresultaten uitvragen waarom het stagneert en bijsturen of leren van die uitvraag om communicatie te richten.
Q2 2020
Hernieuwde aandacht voor inzet Medido
Inzet BI ondersteuning PRISMA en bewaking
Inzet Medido ter ondersteuning zelfredzaamheid
Pilot digitaal aftekenen medicatie, bij succes: uitrollen
Als onderdeel van de verbetering gericht op het Verdubbelen ingezette Medido's (paragraaf 4.1.3, pagina 10), verwijzen wij hier terug naar deze.
Meer gebruik MDO tbv afstemming zorgprofessionals rond de cliënt
Implementatie wet Zorg en Dwang
Onderzoek herzien beleid bekwaam
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
25
Paragraaf Pagina Gewenst resultaat Verbeteractie Planning4.2.4 18
Wij hebben een actuele en eenduidige manier om de risico's die onze professionals lopen bij het bieden van zorg aan de client in diens thuisomgeving te toetsen. Deze voldoet zowel aan arbo-wetgeving als het TSN eigen beleid.
De bestaande Arbocheck herzien zodat niet altijd de hele checklist, maar alleen de voor die zorg relevante punten worden uitgevraagd.Toetsen van de herziene Arbocheck aan relevante wetgeving en hierop aanpassen.De bijbehorende werkinstructies herzien/ laten aansluiten op de herziene Arbocheck.Duidelijke afspraken over toetsingsresultaten en niet naleven van voor een veilige werkomgeving vereiste wijzigingen.
Q1 2020
Wij toetsen gericht en structureel, en ondernemen aan de hand van de resultaten altijd stappen om deze risico's maximaal weg te nemen. Zo leveren wij goede van veilige zorg aan de client en een veilige en gezonde werkomgeving voor onze professional.
Definitie en realisatie van op uitvoering van de Arbocheck gerichte rapportages (organisatiebreed/Supportteam/Team) ter borging van medewerker veiligheid.Aan de hand van de rapportages toepassing en opvolging resultaten monitoren.De herziene afspraken en werkwijzen delen via het TSN-intranet (Infotheek) en bespreken in de teamoverleggen.
H1 - 2020
4.2.4 18Wij hebben een duidelijke en toegankelijke manier voor onze professionals om melding te maken van wat zij als risicovolle situaties ervaren. Wij zorgen dat de manier van melden, de urgentie van verschillende soorten meldingen en de manier van opvolging en ondersteuning integraal bekend zijn bij onze professionals.
Calamiteiten definieren, delen met de teams.Voor deze calamiteiten een telefoonnummer beschikbaar stellen aan de teams voor directe melding en ondersteuning.Informeren en bewust maken en houden van onze professionals van mogelijkheden, gebruik en onderliggende opvolging.Benchmark team vs supportteam en (support-)team vs TSN totaal als onderdeel (support-)team dahboard.Bespreken resultaten benchmark in teamoverleggen.
Q1 2020
Wij volgen de meldingen structureel op. De ernst bepaalt daarbij de urgentie en de inhoud/omvang van de opvolging. Wij analyseren de meldingen periodiek en leren van deze uitkomsten. De lessen vertalen wij naar onze werkprocessen.
Monitoren van meldingen per categorie, leeftijd en status (Organisatiebreed/Supportteam/Team) toevoegen aan relevant dashboard.Maandelijks de resultaten bespreken in het MT-Wijkverpleging teneinde trends en tekortkomingen identificeren en maatrgelendefinieren en doorvoeren.
Q2 2020
4.3.1 19Wij begrijpen dat een eerste dag bij een nieuwe organisatie, team of functie overweldigend kan zijn en ondersteunen onze (nieuwe) collega daarin.Wij zorgen dat (nieuwe) collega's zich welkom voelen en vanaf het aanstellingsgesprek weten waar zij aan toe zijn. Komt de nieuwe collega van buiten TSN, betekent dit een duidelijke arbeidsovereenkomst en de datum, tijd en locatie voor de eerstvolgende introductiedag waarvoor wij hem of haar meteen hebben aangemeld. Wij zorgen daarnaast ook dat onze (nieuwe) collega maximaal 1 week voor aanvang van de eerste dienst of werkdag zijn of haar aanvangsrooster heeft ontvangen, eventueel benodige bedrijfsmiddelen zoals tablet en kleding heeft, het adres van de locatie en de naam en contactinformatie van zijn of haar aanspreekpunt in het team in zijn of haar bezit heeft. Deze 'buddy' helpt de nieuwe collega 'settelen' in het team of afdeling en is de eerste maand het eerste aanspreekpunt bij onduidelijkheden over zorggerelateerde processen, protocollen of afgesproken werkwijzen binnen TSN, afdeling of team. Als het gaat om vragen over de TSN bedrijfsvoering heeft de nieuwe collega het telefoonnummer van de Frontoffice beschikbaar en weet dat deze ook altijd welkom is op kantoor.
Implementatie werkprocessen P&O activiteiten in de front office ('selectie-proces') afronden.Afronden wijzigen/toevoegingen onderliggende werkinstructies.Afronden aanpassingen registratiesysteem (AFAS).Taakstelling P&O rol team duidelijk afspreken/ vastleggen.Verder verbeteren communicatie en samenwerking met P&O rol teams.Ankeren levering aanvangsrooster en contactpersoon ('buddy').Jaarkalender introductiedagen 2020 opstellen.Aanpassen werkinstructie rondom arbeidsvoorwaardengesprek.Afspraken over opvolging dmv persoonlijk contact door P&O en teammanager gedurende de eerste periode (minstens 1 maand).De herziene afspraken en werkwijzen delen via het TSN-intranet (Infotheek) en bespreken in de teamoverleggen.
Q1 2020
4.3.2 19Wij begrijpen wat de meerwaarde is van vakgroepen, het faciliteren van kennisdeling hierbinnen, in welke mate dit meerwaarde heeft voor de verbinding van onze professionals onderling en met de organisatie en de (positieve) effecten welke het kan hebben op de kwaliteit van zorg voor onze client. Wij hebben daarbij inzicht in de verschillende manieren/ mogelijkheden waarop dit kan worden ondersteund en begeleid.
Gewenste vakgroepen definieren.Vakgroepleiders selecteren.Met vakgroepleiders doelen vakgroepen, spelregels en ondersteunende middelen definieren.Met ict community forums inrichten & testen.Ism VAR onderlingen aansluiting afspreken.Overlegstructuur vakgroepleiders/ Manager Wijkverpleging bepalen.Plan Introductie vakgroepgedachte en communicatieplan opstellen.
H1 - 2020
Wij weten als vakbroeders elkaar te vinden, delen kennis met elkaar en doen onderling aanbevelingen. Dit doen wij structureel in overleg en ad-hoc via onze community. Wij zijn via onze vakgroepleiser/ster aangesloten op de VAR, kunnen als klankbord voor deze fungeren en leveren zo input voor mogelijke organisatiebrede verbeteringen.
Plan Introductie vakgroepgedachte uitvoeren.Communicatieplan uitvoeren.Periodiek overleg Vakgroepleiders/ Manager Wijkvepleging plannen.Monitoren en bijsturen implementatie.
H2 - 2020
Herzien inhoud en gebruik Arbocheck
Aanscherpen MIC proces rond signaleren en ondersteunen bij medewerker risico meldingen
On-boarding/ begeleiding naar nieuwe rol/functie bestaande medewerkers.
Onderzoek/ implementatie vakgroepen
Kwaliteitsplan 2020 V&V
file: 20191021 Kwaliteitsplan TSN VenV 2020_V1.0
26
Paragraaf Pagina Gewenst resultaat Verbeteractie Planning4.3.3 20
Ieder kwartaal bespreken de leden van het MT-Wijkverpleging de interne auditresultaten zoals gerapporteerd door onze interne auditor. Wij bespreken en volgen met de interne audiotor de status van de daaruit voortgekomen verbeteracties. Zo hebben wij een beeld van de realisatie en kunnen wij in de breedte lessen trekken uit gemaakte fouten. Deze lessen vertalen wij naar organisatie brede verbetervoorstellen welke wij implementeren na toetsing bij de relevante gremia zoals de VAR, Clientenraad en/of OR. Wij dragen daarbij zorg dat onze interne auditor hierbij is betrokken en onze teams hiervan kennis hebben.
Gebruiksinstructie geselcteerd planning en registratiesysteem (bv MS-Planner)Werkinstructie rapportage in/via geselecteerde tool in termen van stappen, status en vastlegging.Interne auditbevindingen vastleggen in en geautomatiseerd delen via geselecteerde tool inclusief eigenaren, verwachte einddatum en rappel.Interne auditor neemt het laatste MT-Wijkverpleging van ieder kwartaal deel aan het MT-Wijkverpleging.In dit overleg monitoren van voortgang en signaleren van (mogelijke) structurele verbeteringen en maatregelen vaststellen.Onderzoeken hoe de uitkomsten goed en gericht met de teams te delen/bespreken.
Q2 2020
4.4.2 22Maandelijks bespreken de leden van het MT-Wijkverpleging de rapportages betreffende gemeten kwaliteit en veiligheid van client en medewerker. Wij hebben daarbij, naast de vanzelfsprekende aandacht voor de resultaten en daaruit voortkomende verbeterkansen, ook oog voor verdere verbetering en/of aanvulling van de rapportagemogelijkheden. Wij streven hiermee naar een optimale besturing van de kwaliteit voor client en medewerker.
Definieren en vaststellen vereiste kwalitatieve KPI's.Definieren gerichte rapportages (Organisatie/Supportteam/Team)Inrichten rapportages en toevoegen aan relevante dashboards(s).Communiceren bestaan en werking met teams.Opnemen als onderdeel van relevant Management-, Support-, Teamoverleg.
H1 - 2020
4.4.2 22Met ons samenwerkende huisartsen zijn bekend met het feit dat wij de mogelijkheid bieden in onze dossiers meet te lezen. Wij nodigen hen ook actief uit dit te doen door gebruik te maken van de app Helder. Wij dringen dit echter niet op en accepteren het als de huisarts dit niet wil.
De RWV-en en teammanagers bewustmaken en houden van de mogelijkheid.Toegangkelijke informatie beschikbaarstellen voor de RWV met de voordelen van deze werkwijze zodat zij de vragen van de huisartsen kunnen beantwoorden.Het bestaan en de mogelijkheden in afstemming met teammanagement en zo de RWV via en campagne onder de aandacht brengen van de huisartsen.Middelen beschikbaar hebben/ maken om huisartsen die gebruik willen maken van de mogelijkheid snel te kunnen faciliteren en ondersteunen.
Q1 2020
4.4.3 23Wij zijn geinformeerd over uitstaande subsidieaanvragen, het toewijzingsmoment, de vereiste inzet en het startmoment. Wij hebben hier in onze urenbegrotingen en forecasts op geanticipeerd. Zo kunnen wij, bij toewijzing, de verwachte inzet leveren en bij afwijzing de middelen anderszins aanwenden.
Informeren, en op de inzet van relevante uren betrekken, van de operatie bij de op te stellen aanvragen.Delen van de voor de operatie relevante subsidieaanvragen met deze.Maandelijkse status van de uitstaande subsidieaanvragen in het MT-Wijkverpleging bespreken.Afhankelijk status gereserveerde middelen met toenemende mate van zekerheid reserveren of juist laten vrijvallen.
Q1 2020
Actiever onder de aandacht brengen van het Huisartsenportaal
Volgen toewijzen subsidies. Bij toewijzing in gang zetten innovaties
Verbetermaatregelen als agendaonderdeel MT Wijk
Ontwikkelen rapportages gericht op kwalitatieve zorg