Zorg.Samen.Beter. Lokaal opleidingsplan Orthopedie ... · diverse projecten die aanhaken bij deze kernthemas, respectievelijk het Z Living Lab eHealth Zuyderland, linical Leadership

lokaal opleidingsplan orthopedie Zuyderland Medisch Centrum, 2019 1

Zorg.Samen.Beter.

Lokaal opleidingsplan Orthopedie

Zuyderland MC

“Leading in learning

Learning by doing Leading in doing”


Naam auteur(s) Functie

Prof. Dr. I.C. Heyligers Opleider

Dr. E.J.P. Jansen Plaatsvervangend opleider

Versie Datum Wijzigingen

1 1-9-2019


Inhoud

1. Achtergrondinformatie Zuyderland ................................................................................................ 4

1.1 Zuyderland Medisch Centrum ....................................................................................................... 4

1.2 Organogram Zuyderland ............................................................................................................... 5

1.3 RVE-model ..................................................................................................................................... 6

1.4 Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ) ....................................................... 6

1.5 Expertisecentra .............................................................................................................................. 7

1.6 Kerngegevens ................................................................................................................................ 7

1.7 Missie, Visie, Kernwaarden Zuyderland Medisch Centrum .......................................................... 8

1.8 Zuyderland Academie .................................................................................................................... 8

1.9 Medische Opleidingen ................................................................................................................... 9

1.10 Onderzoek ................................................................................................................................... 9

1.11 Centrale Opleiding Commissie (COC) ........................................................................................ 10

2. De opleiding Orthopedie ............................................................................................................... 10

3. Structuur van de opleiding ............................................................................................................ 12

4. Inhoud van de opleiding ................................................................................................................ 15

4.1 Bekwaamheidsniveaus ................................................................................................................ 15

4.2 EPA (Entrustable Professional Activities) ................................................................................... 15

5 Toetsing en toetsingsinstrumenten ................................................................................................... 17

6 Voortgang en beoordelen .................................................................................................................. 18

7 Portfolio .............................................................................................................................................. 20

8 Onderwijs ........................................................................................................................................... 21

8.1 Onderwijsaanbod van de vakgroep Orthopedie ......................................................................... 23

8.2 Onderwijsaanbod Zuyderland Academie .................................................................................... 23

8.3 Regionaal onderwijs .................................................................................................................... 24

8.4 Landelijk onderwijs ...................................................................................................................... 24

9 Onderzoek .......................................................................................................................................... 24


1. Achtergrondinformatie Zuyderland

1.1 Zuyderland Medisch Centrum

Stichting Zuyderland Medisch Centrum is ontstaan na de fusie van Atrium Medisch Centrum Parkstad, Orbis Medisch Centrum en het Orbis Zorgconcern. Zuyderland Medisch Centrum heeft twee hoofdlocaties in Heerlen en Sittard-Geleen. Het primaire verzorgingsgebied van Zuyderland Medisch Centrum bevindt zich tussen de Belgische grens in het westen en de Duitse grens in het oosten, de gemeente Echt-Susteren in het noorden en de regio Oostelijk Zuid Limburg (Heuvelland en Parkstad) in het zuiden.


1.2 Organogram Zuyderland


1.3 RVE-model

Binnen Zuyderland Medisch Centrum is een RVE model geïntroduceerd met zeven Zorg RVE’s en drie Capaciteit RVE’s. Deze organisatie-eenheden worden duaal aangestuurd door een (voltijds) zorg/capaciteit manager en een (deeltijd) medisch manager die dit combineert met zijn klinisch werk als medisch specialist. Beide managers zijn gezamenlijk integraal verantwoordelijk voor hun RVE. Daarnaast zijn alle RVE managers gezamenlijk verantwoordelijk voor de operationele en tactische aansturing van de Cure tak van Zuyderland. De RVE’s zijn:

Zorg RVE 1: Vrouw, moeder en kind Zorg RVE 2: Oncologie Zorg RVE 3: Hart, vaat en interventie | Chronische zorg en Pijnbestrijding Zorg RVE 4: Maag-, darm- en leverziekten en Gastro-intestinale chirurgie | Obesitas Zorg RVE 5: Mobiliteit en bewegen | Revalidatie | (Complexe) traumatologie Zorg RVE 6: Neurocognitieve aandoeningen | Hersenen, hoofd en hals | Zorg aan ouderen Zorg RVE 7: GGZ Capaciteit RVE 1: Behandelcentrum Capaciteit RVE 2: Screening en diagnostiek Capaciteit RVE 3: Verpleegcentrum

Naast de Zorg en Capaciteit RVE’s zijn er 3 ondersteunende RVE’s en 3 stafdiensten ingericht die rechtstreeks onder de Raad van Bestuur ressorteren. Deze ondersteunende RVE’s en stafdiensten leveren centraal, op basis van accountmanagement, ondersteuning aan Cure en Care. De 3 ondersteunende RVE’s zijn: Zuyderland Academie (inclusief PAG), KV&B (Kwaliteit, Veiligheid en Bedrijfsvoering), Facilities (inclusief bouw en inkoop) en ICMT. De RVE Zuyderland Academie en RVE KV&B worden op basis van duaal management aangestuurd door een RVE-manager en een medisch manager. De overige ondersteunende RVE’s worden aangestuurd door alleen een RVE-manager. De 3 stafdiensten zijn: Bestuurszaken, P&O en Financiën. De stafdiensten worden aangestuurd door een RVE-manager. De vakgroep Orthopedie is onderdeel van RVE 5, Mobiliteit en Bewegen.

1.4 Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ) Zuyderland Medisch Centrum is één van de Nederlandse ziekenhuizen met een STZ-erkenning. STZ staat voor Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen. De STZ is de vereniging van voorhoedeziekenhuizen die samenwerken aan betere patiëntenzorg. Naast wetenschappelijk onderzoek, topklinische zorg en opleiding richt Zuyderland zich als STZ-ziekenhuis op de volgende kernthema’s: innovatie, medisch leiderschap en transitie van de zorg. Binnen Zuyderland lopen diverse projecten die aanhaken bij deze kernthema’s, respectievelijk het CZ Living Lab eHealth Zuyderland, Clinical Leadership en ‘Mijn zorg’.


1.5 Expertisecentra

Zuyderland Medisch Centrum heeft specifieke expertise ten aanzien van oncologie, obesitas (zwaarlijvigheid), neurocognitieve aandoeningen, mobiliteit/bewegen en zorg aan ouderen. Binnen elk van deze medische speerpunten wordt verder gebouwd aan een zogenaamd expertisecentrum. Een STZ-topklinische functie is op grond van het ziektebeeld, de diagnostiek of de behandeling altijd hoog gespecialiseerde en complexe patiëntenzorg die op basis van objectieve criteria aantoonbaar onderscheidend is t.o.v. de reguliere zorgverlening in een STZ-ziekenhuis. De 12 criteria gaan in op o.a. innovatie, betrokkenheid van patiënten, overdracht van kennis en wetenschappelijk onderzoek. Binnen de vijf medische speerpunten en de potentiële topklinische functies wordt ingezet op topklinische zorg, innovatie, opleiding en onderzoek en hiermee worden de STZ-speerpunten verankerd in de Zuyderland strategie.

1.6 Kerngegevens

Zuyderland Medisch Centrum anno 2018

Aantal beschikbare bedden/ voor klinische capaciteit en dag / deeltijdbehandeling per einde verslagjaar

980

Aantal consulten 289.272

Klinische opnamen 17.627

Eerste polibezoeken 103.367

Herhaalbezoeken 185.906

Dagverplegingsdagen 17.691

Klinische verpleegdagen 88.695

Kerngegevens Orthopedie 2018

Aantal consulten 24.544

Klinische opnamen 1.430

Eerste polibezoeken 10.599

Herhaalbezoeken 13.945

Dagverplegingsdagen 1.185

Klinische verpleegdagen 6.700


1.7 Missie, Visie, Kernwaarden Zuyderland Medisch Centrum

Missie Zuyderland Medisch Centrum Als topklinisch opleidingsziekenhuis leveren wij elke dag excellente, nabije en innovatieve patiëntenzorg in een gastvrije omgeving met het oog op verbetering van kwaliteit van leven, in samenwerking met onze partners. Visie Zuyderland Medisch Centrum

Wij staan voor patiëntgerichte benadering en -zorg

Wij zijn een spil in de Zuid-Nederlandse zorgmarkt

Wij nemen samen met de zorgverzekeraars verantwoordelijkheid voor de inrichting van de zorg

Wij zijn toonaangevend op het gebied van kwaliteit en veiligheid

Wij zijn financieel gezond en creëren ruimte voor investeringen

Wij bieden onze professionals een aantrekkelijke werken leeromgeving Kernwaarden Zuyderland Medisch Centrum In aansluiting op de visie zijn de volgende kernwaarden geformuleerd die de identiteit en doelstellingen van Zuyderland Medisch Centrum bepalen en bekrachtigen. Wij zijn: • Gastvrij: onze patiënten en hun begeleiders voelen zich welkom en worden bij het zorgproces

betrokken. In elk contact met onze patiënten en hun begeleiders tonen wij oprechte aandacht en respect.

Wij werken: • Veilig: ons ziekenhuis blinkt uit in veilige, kwalitatief hoogwaardige zorg in een veilige

(werk)omgeving. Wij zijn verantwoordelijk en aanspreekbaar voor de veiligheid van patiënten en medewerkers.

• Doelmatig: wij besteden onze middelen en tijd zinnig en zuinig zodat ons ziekenhuis financieel gezond is en structureel kan investeren in kwaliteit, veiligheid, opleiding, ontwikkeling en innovatie.

• Professioneel: wij zijn professioneel in woord, gedrag en uiterlijk. Naar onze patiënten, onze collega’s en onszelf. Wij zijn ambitieus en realistisch en werken continu aan onze eigen persoonlijke en professionele ontwikkeling. Deze professionaliteit dragen wij uit en over in de opleidingen die we aanbieden.

1.8 Zuyderland Academie

Zuyderland Academie is verantwoordelijk voor de ondersteuning op het gebied van: Opleiding, Onderwijs en Onderzoek (Cure en op termijn ook Care). De drie O’s worden ondersteund door de volgende afdelingen binnen Zuyderland Academie: 1. Medische opleidingen 2. Zorgopleidingen 3. Bedrijfsopleidingen (waaronder o.a. het Kennis- en Informatie Centrum & MD en MI-traject) 4. Onderzoek (waaronder ook STZ-zaken) Missie Zuyderland Academie is leading in Opleiding, Onderwijs en Onderzoek. Wij zijn er met onze partners om alle (toekomstige) (zorg)professionals en klanten van Zuyderland op te leiden tot aantoonbaar excellente professionals, met als uiteindelijk doel gastvrije en innovatieve patiëntenzorg.


Visie Vanuit Zuyderland Academie staan wij garant voor:

Een professionele, laagdrempelige en klantgerichte dienstverlening

Een stimulerende rol in de innovatie van (zorg)processen

Een aantrekkelijk en veilig werken leerklimaat

Aantoonbare kwaliteit van Opleiding, Onderwijs en Onderzoek

Een (boven)regionale verbindende rol

Een optimale benutting van de financiële mogelijkheden Kernwaarden:

We werken professioneel, klantgericht en proactief

We bieden een veilig werken leerklimaat

Waarbij verantwoordelijkheid nemen en ‘afspraak is afspraak’ als leidraad gelden

We gaan zinnig en zuinig om met beschikbare middelen

1.9 Medische Opleidingen

Zuyderland Medisch Centrum biedt momenteel 26 medische vervolgopleidingen en 4 differenties medische psychologie. Voor vrijwel alle medische specialismen is er een opleidingsbevoegdheid. Gemiddeld worden er per jaar 180 arts-assistenten opgeleid tot medisch specialist. De werkzaamheden bij medische opleidingen zijn onder te verdelen in 4 hoofdprocessen:

Begeleiden en organiseren dienstverband of stageovereenkomst a(n)ios en medische studenten.

Organiseren opleidingsactiviteiten medische opleidingen waaronder themalunches, multidisciplinaire besprekingen en discipline overstijgend onderwijs.

Begeleiden van visitaties intern en extern en het borgen van de kwaliteit medische opleidingen middels een kwaliteitscyclus waarin meetinstrumenten als de D-rect en de MCTQ zijn opgenomen.

Financiële aspecten zoals opleidingskosten, vergoedingen, subsidies medische opleidingen (in samenwerking met afdeling PAG) en de coördinatie regionale in- en doorstroom.

Zuyderland Medisch Centrum maakt deel uit van de Onderwijs en OpleidingsRegio Zuid Oost Nederland (OOR-ZON) en werkt nauw samen met het MUMC+ en ander partners in de regio op het gebied van opleiding, onderwijs en onderzoek.

1.10 Onderzoek In een groot topklinisch opleidingsziekenhuis als Zuyderland MC gaat het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek volledig samen met onderwijs en opleiden. Geen onderwijs en opleiden zonder wetenschappelijk onderzoek is dan ook de stelling. Om een aantrekkelijke werken leeromgeving te bieden is opleiden en onderzoek essentieel. Opleiden, onderzoek en innovatie zijn onderdeel van de vijf strategische speerpunten van Zuyderland MC. Binnen Zuyderland MC is de Zuyderland Academie de partner om invulling en ondersteuning te bieden op het gebied van deze strategische speerpunten en tevens partner om de aios binnen Zuyderland MC hierin te ondersteunen. Voor wat betreft wetenschappelijk onderzoek ondersteunt Zuyderland Academie en vooral de afdeling Bureau Wetenschappelijk Onderzoek (BWO) onderzoekers om veilig, kwalitatief en financieel transparant onderzoek te doen. De ondersteuning aan de AIOS bij het verrichten van wetenschappelijke activiteiten en onderzoek geschiedt op basis van de drie basisprincipes van


Zuyderland Academie: 1. Infrastructuur van mensen en middelen - facilitering in de basis Geven van ondersteuning bij alle facetten van het organiseren en uitvoeren van

wetenschappelijk onderzoek. Hiertoe zijn specifieke computerprogramma’s (Research Manager, Kwaliteitsysteem Onderzoek Zuyderland, SPSS, CATalysator, G Power, Refworks, Browzine) en deskundigen aanwezig.

2. Flankerend onderwijs Diverse cursussen en trainingen worden aangeboden (o.a. GCP, PubMed opfriscursus, RefWorks

training, onderwijs statistiek) 3. Kwaliteit & beleid Toetsing (METC), advies financiering (PAG), literatuur (KIC), wetenschappelijke advies commissie

(WAC), jaarlijks Wetenschaps Symposium.

1.11 Centrale Opleiding Commissie (COC)

Binnen Zuyderland Medisch Centrum is een actieve Centrale Opleiding Commissie. De commissie heeft tot doel om conform het Kaderbesluit te functioneren. Het fungeert als overleg- en adviesorgaan ter handhaving en bevordering van een optimaal en veilig opleidingsklimaat en opleidingsstructuur voor de in het ziekenhuis bestaande medische vervolgopleidingen. Verder heeft het als taak het bevorderen van de samenwerking tussen de opleidingsvakgroepen, het signaleren van tekortkomingen en het verbeteren van de randvoorwaarden die nodig zijn voor het behouden en verkrijgen van erkenningen voor medische opleidingen die voor het ziekenhuis van betekenis zijn. De commissie bestaat uit alle erkende (plaatsvervangend) opleiders van specialistische opleidingen, inclusief eventuele opleiders van aandachtsgebieden, evenals affiliatiecoördinatoren en begeleiders van semi-artsen, een lid van het Bestuur Medisch Specialistisch Bedrijf, twee vertegenwoordigers van de in het ziekenhuis in opleiding zijnde aios (op voordracht van arts-assistentenvereniging ZuydAss), vertegenwoordigers van de co-assistenten, de RVE-manager en decaan van Zuyderland Academie, afdelingshoofd medische opleidingen en een lid van de Raad van Bestuur. Het actuele reglement van de Centrale Opleiding Commissie is opgenomen in het kwaliteitsportaal van Zuyderland Medisch Centrum.

2. De opleiding Orthopedie

In de Onderwijs- en Opleidingregio Zuid Oost Nederland (OOR-ZON) wordt onderwijs en opleiding in

de orthopedie verzorgd in de Regionale Opleidings Groep Orthopedie Zuid (ROGO Zuid). De klinieken

die hier deel van uitmaken zijn het Maastricht Universitair Medisch Centrum (MUMC), het Maxima

MC (MMC), het Viecuri Medisch Centrum (VMC) en het Zuyderland MC (ZMC). De afdelingen

orthopedie in deze klinieken werken intensief samen bij de selectie en opleiding van artsen in

opleiding tot orthopedisch chirurg. In dit lokale opleidingsplan van de vakgroep orthopedie en

traumatologie van het Zuyderland MC zetten wij uiteen hoe de opleiding tot orthopedisch chirurg is

georganiseerd in deze kliniek. Onderwijs, opleiding en onderzoek zijn kernactiviteiten van het

ziekenhuis en van de vakgroep. Dit is te lezen in het vakgroepreglement. Het landelijke

opleidingsplan orthopedie zoals dat door de Commissie Modernisering Opleiding Orthopedie

(CMOO) is samengesteld, fungeert als leidraad. Het lokale opleidingsplan orthopedie maakt gebruik

van de Canmeds systematiek met als uitgangspunt de 7 competenties. De opleiding is dan ook


competentiegericht ingericht en georganiseerd rond vaste afgeronde eenheden van het werk van

een orthopedisch chirurg. Dit zijn de Entrustable Professional Activities (EPA’s).

De afdeling orthopedie van het Zuyderland MC heeft een decennialange historie in de opleiding van orthopedisch chirurgen. De opleiding van artsen tot orthopedisch chirurg behoort tot één van de kernwaarden van de afdeling en is dan ook geïncorporeerd in alle facetten van het werk. De afdeling kenmerkt zich door een groot aanbod van gevarieerde pathologie waardoor er een grote exposure is voor de assistenten. Zij kunnen veel leren in een veilige omgeving waarin wij een familiaire sfeer nastreven. Vanuit de filosofie dat men het vak het beste kan leren in de praktijk wordt de arts in opleiding tot orthopedisch chirurg betrokken bij alle facetten van de orthopedie in de breedste zin van het woord. Bewust wordt de assistent dan ook ingeschakeld bij alle onderdelen van het klinisch werk die zich in de dagelijkse praktijk voordoen; visite lopen, spreekuur doen, opereren, patiënten zien op de spoedeisende hulp (SEH), patiënten zien in consult, het begeleiden van coassistenten, het voorbereiden van intercollegiale besprekingen, het presenteren van patiënten en dergelijke. Er wordt veel aandacht besteed aan wetenschappelijk onderzoek, er zijn meerdere onderzoekslijnen en er is een onderzoek coördinator die het wetenschappelijk onderzoek coördineert. In overleg met de assistenten is er voor gekozen om hen gedurende hun opleiding te betrekken bij de volle breedte van het klinisch werk van een orthopedisch chirurg. Dit betekent dat de assistenten, ook indien zij zich toeleggen op een specifiek aandachtspunt (EPA), betrokken blijven bij de klinische afdeling, consulten, de SEH en de polikliniek. Hierdoor wordt voorkomen dat de assistent alleen maar in bepaalde stages zich richt op specifieke leerdoelen en vervolgens weinig ervaring opdoet in andere onderwerpen die zich presenteren. Door de continue betrokkenheid bij de gehele praktijk wordt de assistent breed opgeleid en is hij ook steeds in staat om het geleerde in de praktijk te blijven toepassen. Op deze wijze ontstaat er een combinatie van blokleren (specifiek aandachtsgebied in die periode, EPA) en lijnleren (onderhouden verworven competenties, EPA’s en benutten wat zich presenteert). In het basisrooster wordt aangegeven wanneer welke assistenten waarin (EPA) actief zijn en op welke locatie met welke supervisor(en). De opleidingsgroep bestaat uit 15 specialisten (14,45 fte)

Naam staflid Aandachtsgebied FTE

Drs. Wieske Beertema Voet- en enkel 0,75

Dr. Elmar van den Bogert Heup- en knieprothesiologie 1,00

Dr. Bert Boonen Traumatologie, knieprothesiologie 1,00

Dr. Inez Curfs Traumatologie, sport, wervelkolom 1,00

Drs. Patrick Deckers Knieprothesiologie, sport 1,00

Dr. Emil van Haaren Traumatologie, heupprothesiologie 1,00

Dr. Wouter van Hemert Traumatologie, wervelkolom, heup 1,00


Drs. Roel Hendrickx Traumatologie, onderste extremiteit 1,00

Prof. dr. Ide Heyligers Heup- en knieprothesiologie 1,00

Dr. Edwin Jansen Sport, knie- en schouder 1,00

Drs. Steffie Klemann-Harings Bovenste extremiteit 1,00

Drs. Matthijs van der Linde Kind, onderste extremiteit 1,00

Dr. Steven Samijo Bovenste extremiteit 0,70

Drs. Pieter Tilman Wervelkolom, onderste extremiteit 1,00

Drs. Ralph Walbeehm Bovenste extremiteit 1,00

Ide Heyligers is opleider en geeft leiding aan de opleidingsgroep. Hij is primair verantwoordelijk voor alle zaken rondom de opleiding en coördineert vooral locatie Heerlen. De plaatsvervangend opleider is Edwin Jansen. Hij biedt ondersteuning aan de opleider en neemt de honneurs waar indien de opleider niet aanwezig is. Hij coördineert vooral locatie Sittard. De leden van de opleidingsgroep zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor:

opleiden en begeleiden van alle (co)assistenten orthopedie (supervisie tijdens poliklinische consulten, aanleren operatieve technieken, actieve deelname overdrachten, coachen en beoordelen)

begeleiding wetenschappelijk onderzoek De aios-groep bestaat op dit moment uit 8 aios (6,8 fte).

De aios werkzaam binnen de vakgroep hebben de volgende verantwoordelijkheden:

zelfstandig of onder supervisie verrichten van poliklinische consulten en operatieve ingrepen

aanspreekpunt voor de spoedeisende hulp arts

zaalarts op orthopedische afdelingen

verrichten van intercollegiale consulten op afdeling

actieve deelname aan ochtend- en middagoverdracht

actieve deelname aan onderwijsmiddag (o.a. presentaties casuïstiek, artikelen)

zij zijn vooral zelf verantwoordelijk voor hun opleiding en worden geacht hierin proactief op te treden.

De aios spelen een belangrijke rol bij de begeleiding van de co-assistenten.

3. Structuur van de opleiding

Praktische uitvoering klinische activiteiten en opleiding De afdelingen orthopedie op de locaties Heerlen en Sittard-Geleen werken als één klinische eenheid. Dit betekent dat de overdracht plaatsvindt voor en door alle artsen van de vakgroep voor beide locaties op hetzelfde moment. Tijdens de middagoverdracht wordt gebruik gemaakt van video conference, zodat beide locaties op de hoogte zijn van alle lopende zaken in Heerlen en Sittard-Geleen. De algemene onderwijs- en opleidingsmomenten vinden gezamenlijk plaats op donderdagmiddag, roulerend over de beide locaties. Hieraan wordt deelgenomen door stafleden, co-assistenten, semi-artsen (wespen en gezpen) en a(n)ios van beide locaties. In het onderwijsrooster wordt aangegeven welke onderwerpen worden behandeld, steeds door een co-assistent, een a(n)ios en een staflid. Stafleden met deze onderwerpen als specifieke deskundigheid en aandachtsgebied worden daarvoor vrij gepland. De opleider en plaatsvervangend opleider zijn altijd aanwezig. Omdat de a(n)ios en de stafleden voor de dienst zijn ingedeeld op een van beide locaties worden de


ochtendbesprekingen na de dienst bijgewoond door de a(n)ios en het staflid dat dienst gehad heeft op de desbetreffende locatie. Omdat op iedere locatie een SEH actief is worden na een traumadienst op iedere locatie afzonderlijk de röntgenfoto’s, opgenomen patiënten, operaties en eventuele problemen besproken. Hiermee wordt voldaan aan de opleidingseis dat algemene onderwijs- en opleidingsmomenten en klinisch inhoudelijke overdrachten gevolgd worden door de gehele groep, terwijl de bespreking na een traumadienst van de desbetreffende locatie wordt bijgewoond door de betrokken artsen van die locatie. In bijlage 1 ziet u een voorbeeld van een weekrooster van de vakgroep. Juist omdat er door veel artsen (in opleiding) deelgenomen wordt aan diverse verschillende activiteiten wordt er zeer veel belang gehecht aan een vaste structuur. ’s Morgens om 08.00 uur vindt er een korte overdracht plaats waarin de belangrijkste activiteiten van de afgelopen avond en nacht worden overgedragen. Indien de nacht ervoor of het weekend ervoor de afdeling orthopedie traumadienst heeft gehad, dan worden alle (röntgenfoto’s van) patiënten die op de eerste hulp geweest zijn besproken. ’s Middags om 16.30 uur vindt de overdracht centraal plaats volgens een vaste volgorde middels videoconference zodat alle informatie op beide locaties op dezelfde manier wordt gedeeld; de 10-geboden der orthopedie:

1. OPNAMES VANDAAG 2. OK PROGRAMMA’S MORGEN 3. OK PROGRAMMA’S VANDAAG 4. CONTROLE-X 5. PROBLEMEN OP DE AFDELING 6. COMPLICATIES (LIJST) 7. ONTSLAGEN 8. CONSULTEN 9. POLI-PATIËNTEN 10. DIENSTDOENDEN Door altijd vast te houden aan deze vaste volgorde van overdracht leert de assistent in de dagelijkse praktijk het belang van een vaste structuur en het voeren van een zinvolle en efficiënte overdracht. De 10-geboden van de orthopedie hebben dan ook hun weg gevonden naar diverse afdelingen orthopedie in den lande. In het weekrooster is de donderdagmiddag gereserveerd voor de grote visite, radiologiebespreking, traumabespreking, onderwijs en opleiding. De grote visite wordt (van 13.00 uur tot 14.00 uur) op iedere locatie afzonderlijk gedaan door de artsen die daar op dat moment werken. De infectiebespreking is op woensdagmiddag om 17.00 uur. Hierbij worden alle infectiepatiënten van beide locaties gepresenteerd door de a(n)ios. Samen met de aanwezige microbioloog en stafleden wordt het beleid bepaald. De overige besprekingen worden daarna afwisselend gedaan op locatie Heerlen of Sittard. Op deze manier zit men ten minste een keer per week ook fysiek bij elkaar. Eenmaal in de 2 maanden is de pathologiebespreking waaraan ook wordt deelgenomen door de afdeling reumatologie. Daarnaast neemt de afdeling deel aan de Regionale Refereermiddagen welke plaatsvinden in de verschillende klinieken van de ROGO Zuid. Vanzelfsprekend volgen de assistenten het (verplichte) landelijke onderwijs in de orthopedie. Competentiegerichte leren heeft als uitgangspunt dat er diverse verschillende facetten zijn in het werk van een medisch specialist. Door deze verschillende activiteiten te benoemen kan men zich hier bewust op richten tijdens de opleiding. Zo voorkomt men dat er hiaten ontstaan. Alle competenties spelen een rol tijdens de verschillende dagelijkse klinische activiteiten van de assistenten. De kunst is om deze competenties te herkennen en voldoende aandacht te geven. Tijdens discipline overstijgend onderwijs (DOO) wordt nog eens extra aandacht besteed aan de algemene competenties, die niet alleen gelden voor de orthopedie (bijlage 2). Het lokale, regionale en landelijke onderwijs wordt later verder apart beschreven. De Zuyderland Academie geeft ondersteuning bij alle activiteiten met betrekking tot onderwijs en opleiding in het ziekenhuis. Voor alle vragen kunt u altijd terecht bij de leden van de opleidingsgroep,


maar u kunt ook altijd contact opnemen met de coördinator medische opleidingen van de Zuyderland Academie. Het leren in de klinische praktijk De afdeling orthopedie van het Zuyderland MC heeft een grote praktijk waarin vrijwel alle facetten van de orthopedie ter sprake komen met speciale zwaartepunten voor de implantologie van heup en knie, sportorthopedie, wervelkolom aandoeningen, pathologie van de bovenste extremiteit en traumatologie. Er is een ruim aanbod traumatologie dat in goede samenwerking met de afdeling heelkunde wordt behandeld volgens gemeenschappelijke protocollen. Alle leden van de vakgroep orthopedie zijn betrokken bij de algemene orthopedie en algemene traumatologie, maar hierbinnen zijn aandachtsgebieden die vallen binnen de EPA’s. Afhankelijk van voorkeur, expertise en patiënten aanbod worden de aandachtsgebieden uitgevoerd door bepaalde stafleden. Uitgangspunt is dat een klinisch aandachtsgebied door ten minste twee stafleden wordt behandeld. Hierdoor ontstaat er voldoende expertise terwijl voortgang van de zorg gewaarborgd is. Hoewel dit een dynamisch proces is, afhankelijk van interne (voorkeur, lateralisatie) en externe (patiënten stromen, regionale ontwikkelingen) factoren bestaat er een vaste verdeling. Een assistent wordt steeds gedurende perioden van 3 of 6 maanden ingedeeld bij 2-3 EPA’s. Zo ontstaat er verdieping in het onderwerp in relatie met de specialisten van dit aandachtsgebied en kan de assistent in een afgebakende periode zich ontwikkelen en bekwamen in deze EPA(‘s). Bovendien wordt zo voorkomen dat er een eenzijdige opleidingssituatie ontstaat; alle leden van de opleidingsgroep dragen bij aan de opleiding van alle assistenten. Doordat de assistent in deze periode ook betrokken is bij de andere (algemene) klinische werkzaamheden, houdt hij een brede visie binnen de orthopedie en wordt hij continu blootgesteld aan leermomenten in diverse onderdelen van het vak. Op deze manier bekwaamt de aios zich in een of meerdere specifieke EPA’s terwijl hij ook deelneemt aan de algemene zorg van de afdeling. Hier is bewust voor gekozen om te voorkomen dat er theoretisch in bepaalde perioden alleen afgebakende onderdelen van de orthopedie worden bedreven door de aios. Zo is de dagelijkse klinische praktijk ook niet georganiseerd. Tijdens het poliklinisch spreekuur is er altijd supervisie van een staflid aanwezig. Bewust zijn de spreekkamers onderling makkelijk bereikbaar, zodat er laagdrempelig en makkelijk supervisie kan worden gegeven. Bovendien worden speciale opleiding spreekuren georganiseerd: het onderwijsspreekuur waarin het superviserend staflid geheel is vrij gepland voor deze taak. Binnen de Zuyderland Academie is een vaste procedure ontwikkeld om volgens huidige richtlijnen verantwoorde video opnames te maken van patiëntencontacten (aanvragen via Zuyderland Academie). Zo kan de assistent zelf video-opnames maken van verschillende consulten en deze vervolgens bespreken met de supervisor(en) dan wel binnen de hele groep. Iedere assistent kan natuurlijk altijd ieder onderwerp individueel bespreken met één van de leden van de opleidingsgroep. Er wordt echter op aangedrongen om besprekingen zo veel mogelijk plenair te laten plaatsvinden zodat eenieder hiervan leert. Dit vereist een veilige cultuur waaraan binnen de opleidingsgroep dan ook veel aandacht wordt besteed. Mocht een assistent zich niet veilig voelen of zijn er andere (vertrouwelijke) zaken die besproken moeten worden dan is altijd de (plaatsvervangend) opleider hiervoor beschikbaar. Mocht er behoefte bestaan aan een vertrouwelijk gesprek zonder dat leden van de opleidersgroep hiervan op de hoogte zijn, dan zijn er vertrouwens personen beschikbaar; specifiek met betrekking tot opleiding gerelateerde zaken in de Zuyderland Academie maar ook algemeen binnen het ziekenhuis. Bovendien is altijd de COC voorzitter en het DB van de COC beschikbaar.


4. Inhoud van de opleiding

4.1 Bekwaamheidsniveaus

Het is van belang om tijdens de verschillende beoordelingen/voortgangsgesprekken de aios van feedback te voorzien in hoeverre hij/zij voldoet aan het verwachte niveau. De groei in zelfstandigheid kan uitgedrukt worden in bekwaamheidsniveaus van verrichtingen en/of thema’s. Er kunnen 5 bekwaamheidsniveau ’s onderscheiden worden. Het bekwaamheidsniveau dat beheerst dient te worden is gerelateerd aan de opleidingsfase.

Tabel: type bekwaamheidsniveaus

1 2 3 4 5 Heeft kennis van Handelt onder

strenge supervisie Handelt onder beperkte supervisie

Handelt zonder supervisie

Superviseert en onderwijs bij de handeling

4.2 EPA (Entrustable Professional Activities)

Terwijl competenties persoonskenmerken zijn die iets zeggen over kennis, vaardigheden en attitude, zijn “entrustable professional activities” (EPA’s) werkgerelateerde afgebakende onderwerpen die informatie geven over taken die (kunnen) worden uitgevoerd. “Entrustable” geeft aan dat de taken aan de persoon kunnen worden toevertrouwd, door collega’s, patiënten en de maatschappij. “Professional” geeft aan dat het gaat om beroepen met een buitengewone wettelijke bevoegdheid. “Activities” heeft betrekking op de taken die uitgevoerd moeten worden. Het voordeel van EPA’s is dat het opleiden en beoordelen gericht is op concrete klinische taken en de beoordeling gericht is op bekwaamverklaring voor specifieke taken. Zo ontstaat er een geleidelijke groei naar zelfstandigheid (ten Cate). De bedoeling is dat de aios gedurende zijn of haar opleiding op basis van competentieontwikkeling en EPA’s geleidelijk bekwaamheidsniveaus doorloopt binnen de diverse activiteiten totdat hij zelfstandig kan functioneren. Tijdens de opleiding worden de werkzaamheden verricht binnen de opleidingsstructuur op een steeds zelfstandiger niveau afhankelijk van deze bekwaamheidsontwikkeling en de verkregen bekwaamverklaringen. EPA’s Orthopedie De opleiding orthopedie is opgebouwd uit veertien verschillende EPA’s. Binnen de EPA’s worden drie niveaus onderscheiden: basis, verdieping en specialisatie. Basis: deze EPA’s beschrijven beroepsactiviteiten waarmee elke orthopedisch chirurg in zijn dagelijks werk te maken krijgt. Deze EPA’s dienen zelfstandig uitgevoerd te kunnen worden alvorens de EPA’s op niveau verdieping of specialisatie zelfstandig mogen worden uitgevoerd. Verdieping: deze EPA’s beschrijven verder gespecialiseerde beroepsactiviteiten die gerelateerd zijn aan aandoeningen in een bepaalde anatomische regio. Specialisatie: om expert te worden binnen het vakgebied dient de aios een NOV Fellowship van 6 maanden te doorlopen. Hiermee kan al tijdens de opleiding gestart worden door een EPA tot op specialisatie niveau af te ronden, als voorbereiding op een fellowship. Voor de opleiding orthopedie zijn zes verplichte EPA’s en acht facultatieve EPA’s geformuleerd. De EPA’s worden hieronder kort weergegeven met tussen haakjes de namen van de stafleden met de betreffende aandachtsgebieden. Voor meer informatie over de EPA’s verwijzen wij naar bijlage 3 en


het Landelijke Opleidingsplan (https://www.orthopeden.org/downloads/546/opleidingsplan-orthopedie.pdf). Verplichte EPA’s: 1. Polikliniek (alle leden van de opleidingsgroep) 2. Kliniek (alle leden van de opleidingsgroep) 3. Gipskamer (alle leden van de opleidingsgroep) 4. Heup; verdieping (Beertema, Deckers, Hendrickx, Heyligers, Tilman, Van den Bogert, Van der Linde, Van Haaren, Van Hemert) 5. Knie; verdieping (Beertema, Boonen, Deckers, Hendrickx, Heyligers, Tilman, Van den Bogert, Van der Linde, Van Haaren, Van Hemert) 6. Trauma; verdieping (Boonen, Curfs, Deckers, Samijo, Tilman, Van Haaren, Van der Linde, Hendrickx, Van Hemert, Klemann) Facultatieve EPA’s 4. Heup; specialisatie (Hendrickx, Heyligers, Tilman, Van den Bogert, Van Hemert, Van Haaren) 5. Knie; specialisatie (Boonen, Deckers, Heyligers, Hendrickx, Tilman, Van den Bogert, Van der Linde, Van Hemert) 6. Trauma; specialisatie (Deckers, Samijo, Tilman, Van Haaren, Van der Linde, Hendrickx, Van Hemert) 7. Wervelkolom; verdieping en specialisatie (Curfs, Tilman, Van Hemert, Van der Linde) 8. Elleboog; verdieping en specialisatie (Samijo, Walbeehm, Klemann) 9. Pols/hand; verdieping en specialisatie (Samijo, Walbeehm, Klemann) 10. Voet/enkel; verdieping (Beertema, Hendrickx, Tilman, Van der Linde) 11. Schouder; verdieping en specialisatie (Jansen, Samijo, Walbeehm, Klemann) 11. Sport; verdieping en specialisatie (Curfs, Deckers, Jansen) 13. Kinderorthopedie; verdieping en specialisatie (Van der Linde, Van Hemert) Niet-klinische EPA’s De arts van nu houdt zich naast de patiëntenzorg ook bezig met vraagstukken rond zorginnovatie, organisatie- en kwaliteitsverbetering. Behalve ontwikkeling van competenties in de patiëntenzorg is het daarom van belang dat de arts in opleiding ook competenties ontwikkelt op het gebied van de volgende actuele maatschappelijke of organisatorische thema’s.

Patiëntveiligheid

Medisch leiderschap

Doelmatigheid

Ouderenzorg

Wetenschap

Onderwijs Deze thema’s worden op basisniveau geïntegreerd in de opleiding tot orthopedisch chirurg, in de EPA structuur en door middel van discipline-overstijgend onderwijs. Met basisniveau worden de kennis, vaardigheden en houding bedoeld die alle orthopedisch chirurgen nodig hebben om hun dagelijkse werk goed te kunnen uitvoeren. Naar keuze van de aios moet een van deze niet-klinische EPA’s op niveau verdieping worden afgerond. Om de opleiding tot orthopedisch chirurg succesvol te kunnen afsluiten moet de aios de 3 verplichte basis EPA’s en de 3 verplichte EPA’s op niveau verdieping hebben afgerond, met daarnaast nog twee andere EPA’s op niveau verdieping naar keuze en 1 niet-klinische EPA op niveau verdieping naar keuze.

https://www.orthopeden.org/downloads/546/opleidingsplan-orthopedie.pdf

https://www.orthopeden.org/downloads/546/opleidingsplan-orthopedie.pdf


5 Toetsing en toetsingsinstrumenten

360° beoordeling Belangrijke informatie over het functioneren van een assistent wordt verkregen door (geanonimiseerde) feedback te vragen aan patiënten en medewerkers die ervaringen hebben met de betrokken assistent. Hiertoe is er de 360° beoordeling ontwikkeld. De assistent zoekt zelf medewerkers uit met wie hij samenwerkt en vraagt deze een 360° beoordelingsformulier in te vullen. Op basis van de informatie van ongeveer 5 tot 7 medewerkers ontstaat er een algemeen beeld van het functioneren van de assistent in relatie tot zijn omgeving met betrekking tot diverse competenties. Er wordt naar gestreefd om ten minste 2x per jaar een 360° beoordelingsronde te laten invullen door de aios. De resultaten van de 360° beoordelingsronde worden, eventueel samen met andere informatie uit het portfolio, tijdens de voortgangsgesprekken besproken met de assistent.

Critical Appraisal of a Topic (CAT) De critical appraisel of a topic (CAT) is een systematische manier waarop een onderwerp naar aanleiding van literatuurreferenties kan worden uitgediept. De assistent bereidt dit zelf voor en presenteert deze analyse tijdens de onderwijsmiddag ten behoeve van de gehele groep. Zo nodig kan hierbij ondersteuning worden verkregen van andere leden van de groep of medewerkers van de medische bibliotheek. Korte praktijkbeoordeling (KPB) De korte praktijkbeoordeling (KBP) is bedoeld om in de dagelijkse praktijk feedback aan de assistenten vast te leggen. Dit kan gebeuren tijdens verschillende activiteiten; een consult op de polikliniek, een moeilijk gesprek met patiënt en familie, contact met de patiënt op de afdeling, na het uitvoeren van een operatie en dergelijke. Supervisor en assistent bespreken kort de beoordeelde activiteiten door waarbij de regels van Pendleton een schematische handreiking geven voor het geven van feedback:

- Wat ging er goed volgens de aios?

- Wat ging er goed volgens de supervisor?

- Wat zou beter kunnen volgens de aios?

- Wat zou beter kunnen van de supervisor?

- Wat is de samenvattende conclusie en overwegingen voor de toekomst? Alle verschillende competenties kunnen middels een KPB-formulier worden getoetst.


6 Voortgang en beoordelen Procedure bekwaam verklaren Bekwaamheid in EPA´s wordt bij de opleiding orthopedie verkregen via een beoordeling van de volgende factoren: 1. Bekwaamheid in vereist(e) kennis, vaardigheden en gedrag. 2. Voldoende ervaring/exposure binnen het domein van de EPA. 3. Diverse toetsmomenten (o.a. KPB, 360 graden feedback) vallend binnen de betreffende EPA, blijkend uit het portfolio. 4. Cursorisch onderwijs en wetenschappelijke activiteiten (o.a. CAT) betreffende de EPA. 5. Het oordeel van de opleidingsgroep. Dit vormt uiteindelijk de kern van toekenning van de bekwaamheidsverklaring. Beoordeling opleidingsgroep (BOOG) Indien een aios heeft voldaan aan alle vereisten voor erkenning van een EPA dan wordt hij daartoe bekwaam middels de volgende stappen:

1. De aios verzamelt alle relevante informatie in zijn portfolio ter argumentatie van erkenning van een specifiek niveau bij een specifieke EPA.

2. Dit wordt besproken met ten minste twee stafleden die de desbetreffende EPA als aandachtsgebied hebben.

3. Indien zij akkoord gaan dan wordt het oordeel gevraagd van de gehele opleidingsgroep. (Gaan zij niet akkoord dan geven zij de aios aan wat de vereisten zijn om verder te gaan)

4. Indien zij allen akkoord gaan dan wordt de bekwaamheid toegekend voor dit specifieke niveau en deze specifieke EPA

5. De aios wordt nu in de gelegenheid gesteld om de EPA op dit niveau te onderhouden. Opmerking: indien de opleidingsgroep niet akkoord gaat met toekenning dan geeft zij aan aan welke vereisten de aios moet voldoen om wel erkend te worden. Heeft de aios vervolgens hieraan voldaan dan worden dezelfde stappen wederom doorlopen.

Evaluatie en toetsing Zoals in rapport Scherpbier 2.0 is aangegeven zijn er verschillende niveaus waarop de kwaliteit van de medische vervolgopleidingen wordt geëvalueerd, getoetst en (zo nodig) wordt bijgestuurd. In de Onderwijs en Opleiding Regio Zuid Oost Nederland (OOR ZON) bestaat een overleg van COC voorzitters, decanen van Leerhuizen, managers, onderwijskundigen en aios. Vanuit dit overleg worden regionaal kwaliteit meetinstrumenten uitgezet, de D-rect jaarlijks, de MCTQ twee jaarlijks e.d. De resultaten op instituutsniveau worden besproken. Ook exit interviews, docentprofessionalisering, discipline overstijgend onderwijs, horizontaal en verticaal visiteren, individualisering, het jaarlijks symposium, onderzoek van medisch onderwijs en de ontwikkeling van een regionaal dashboard om de opleidingskwaliteit te monitoren worden hier besproken. Problemen binnen opleidingen of klinieken in de regio kunnen hier worden onderzocht met als uitgangspunt dat de kwaliteit van de medische (vervolg)opleidingen een verantwoordelijkheid is van de gehele regio en van alle samenwerkende klinieken. Er zijn uitgangspunten geformuleerd voor een regionale kwaliteitscyclus (website OOR ZON).. In de vergadering van de Regionale Opleiding Groep Orthopedie (ROGO) van de OOR ZON, welke elke drie maanden plaatsvindt, wordt de opleiding orthopedie in cluster Zuid door de opleiders gezamenlijk geëvalueerd en getoetst. Men bespreekt alle assistenten, positieve en negatieve ontwikkelingen in de verschillende klinieken, resultaten van meetinstrumenten (D-rect, MCTQ e.a.) en de visitaties met elkaar. Bovendien ontstaat steeds meer de gewoonte dat men bij elkaar mee komt visiteren.


In het Zuyderland MC functioneert een actieve Zuyderland Academie van waaruit naast de genoemde meetinstrumenten ook een interne kwaliteitscyclus wordt uitgezet ter evaluatie van de kwaliteit van de opleiding. Er worden interne visitaties georganiseerd en er vindt ondersteuning plaats van externe visitaties. De COC vergaderingen worden gezamenlijk voorbereid. Organisatorische en juridische ondersteuning en individuele begeleiding van de aios wordt hier gefaciliteerd evenals diverse andere zaken met betrekking tot de opleiding. In de COC vergadering wordt een interne kwaliteitscyclus georganiseerd voor alle afdelingen (zie bijlage 4). Resultaten van interne en externe visitaties worden besproken. Er is een dashboard waarop de belangrijkste parameters staan met betrekking tot de opleiding van de specifieke afdeling. Jaarlijks worden vanuit de Zuyderland Academie jaargesprekken gevoerd met de vakgroepen (en aios vertegenwoordiging) waarbij de resultaten in dit dashboard als leidraad worden gebuikt. Aan de hand hiervan wordt een Plan Do Check Act (PDCA) cyclus gestart.

De aios wordt beoordeeld tijdens de door de CGS verplichte beoordelingsmomenten

o een voortgangsgesprek over de voortgang in zijn/haar ontwikkeling. In het eerste

opleidingsjaar vindt ten minste één keer per kwartaal een voortgangsgesprek plaats, in

het tweede en derde opleidingsjaar vinden ten minste één gesprek per half jaar plaats, in

de resterende opleidingsjaren minstens één voortgangsgesprek per jaar.

o de jaarlijkse beoordeling of hij/zij geschikt en in staat is de opleiding voort te zetten

o de eindbeoordeling over de geschiktheid het medisch specialisme waarvoor hij wordt

opgeleid zelfstandig en naar behoren uit te oefenen.

Beoordelingsgesprekken

Type gesprek Planning Doel Aanwezige gesprekpartners

Organisatie gesprek

Verslaglegging gesprek

Introductiegesprek Begin opleidingsperiode

Bespreken opleidingsperiode

Aios, (plv) opleider, evt. andere leden opl groep

Secr. vakgroep

Door aios in portfolio, medebeoordeeld door (plv) opleider

Voortgangsgesprek Tijdens EPA periode, op indicatie

Bespreken ontwikkeling en wtk


Secr. vakgroep


EPAbeoordeling Na afloop EPA(s) stage

Beoordeling nivo specifieke EPA(s)

Aios, (plv) opleider, stagebegeleider

Secr. vakgroep


Jaarlijkse beoordeling

Einde opleidingsjaar

Beoordeling geschiktheid en voortgang


Secr. vakgroep


Eindbeoordeling Einde opleiding Formaliseren beëindiging opleiding (RGS)


Secr. vakgroep



7 Portfolio

Flexibilisering van opleiding en Individueel opleidingsplan (IOP) De assistenten die in opleiding worden aangenomen binnen de ROGO van de OOR ZON worden geselecteerd door de opleiders van alle klinieken in de regio en een vertegenwoordiger van de aios uit iedere kliniek samen. Nadat de assistenten zijn geselecteerd, vindt er een gesprek plaats met de regionale opleiders en iedere aios afzonderlijk. Ter voorbereiding op dit gesprek wordt de aios gevraagd een voorstel te formuleren tot mogelijke aanpassing van de opleidingsduur op basis van ervaring en eerder verworven competenties. Bovendien wordt de aios gevraagd een voorstel te doen in de vorm van een ‘pitch’ voor de klinieken waarin de opleiding zal worden gevolgd. Op basis van deze informatie wordt in gezamenlijk overleg besloten of er mogelijke aanpassing van de opleidingsduur kan plaats vinden en in welk gedeelte; heelkunde en/of orthopedie. Dit wordt dan opgenomen in het individuele opleidingsplan (IOP) van de desbetreffende aios en voorgesteld aan de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten(RGS). Daarnaast wordt in dit gesprek gezamenlijk het traject uitgezet van de verschillende klinieken waarin de opleiding zal worden gevolgd. Natuurlijk is hierbij de regelgeving leidend. Naast dit algemene schema waarin staat wanneer de aios in welke klinieken zijn opleiding zal volgen wordt de aios gevraagd om aan te geven wat de leerdoelen zijn in de verschillende periodes en welke EPA’s hij wil behalen op welk niveau. In dit individuele opleidingsplan wordt bovendien, voor perioden van kortere duur, aangegeven waar de aios zich vooral de komende tijd op wil richten, gezien de ontwikkeling tot op dat moment en de verkregen feed back. Zowel de lengte als de duur van de verschillende opleidingsonderdelen kan worden aangepast als daar aanleiding voor is. De aios houdt zelf de EPA ontwikkelingen en zijn vorderingen bij in een digitaal portfolio (VREST). Hierin komen de eerder genoemde meetinstrumenten (KPB, CAT, OSB, 360° beoordeling) maar ook de resultaten van gevolgde cursussen, posters, presentaties en publicaties, gevolgde discipline-overstijgende onderwijsbijeenkomsten en andere belangrijke ervaringen. In het portfolio wordt ook verslag gedaan van de verschillende beoordelingsmomenten. Deze vinden in principe plaats volgens een vast schema zoals e aangegeven. De beoordelingsgesprekken met de aios worden gevoerd door de supervisor van die periode en de opleider en/of plaatsvervangend opleider. De beoordeling is gebaseerd op de gegevens uit het portfolio en op het functioneren van de aios dat ook wordt besproken in de stafvergadering. In het kader van een onderzoeksproject is bij voortgangsgesprekken gebruik gemaakt van het R2C2 model (zie bijlage 5). Dit is goed bevallen zodat deze systematiek vaker zal worden toegepast.

Voortgangsgesprekken Activiteit Instrument Actie

Jaar 1:

om de 3 maanden

Jaar 2:

om de 6 maanden

Jaar 3:

om de 6 maanden

Laatste 18 maanden:

om de 6 maanden

Welke thema’s, leerpunten uit vorige

modules en toetsing Evaluatie in

hoeverre aios op schema ligt en

aandachtspunten worden besproken.

Eindbeoordeling of alle afgesproken

leerdoelen zijn behaald en wat in

volgende module nog aandacht moet

hebben.

Introductieformulier in portfolio

voegen.

KPB, 360° feedback, zelfreflectie,

briefbeoordelingen, CAT, kennistoets,

gegevens portfolio,

KPB, 360° feedback, zelfreflectie,

briefbeoordelingen, CAT, OSAT,

kennistoets, gegevens portfolio.

Beoordelingsformulier

AIOS, supervisor,

opleider(s)

Aios, supervisor,

opleider(s)

Aios, supervisor,

opleider(s)

Aios supervisor en

opleider(s)

Eind beoordeling

(3 maanden voor afronding

van de opleiding)

Beoordeling opleidingsgroep Kennistoets, KPB, OSAT, 360°

feedback, portfolio

Opleider(s)


Buiten de bestaande vaste beoordelingsmomenten kan er altijd een extra beoordeling plaatsvinden als daartoe aanleiding bestaat. In principe is de aios zelf verantwoordelijk voor het up to date bijhouden van zijn portfolio.

8 Onderwijs

Lokaal onderwijs Er worden specifieke onderwijspoli’s georganiseerd met de volgende aandachtsgebieden:

Onderwijs poli algemeen voor beginnende aios (Locatie Sittard)

Sportorthopediepoli, ieder dinsdag- en donderdagochtend, samen met sportfysiotherapeuten (Locatie Sittard)

Wervelkolom spreekuur met neuroloog (Locatie Sittard en Heerlen)

Voeten spreekuur met orthopedisch schoenmaker (Locatie Sittard en Heerlen) De assistenten worden voor deze spreekuren ingedeeld afhankelijk van de EPA’s waar zij op dat moment mee bezig zijn. Het onderwijs binnen de afdeling orthopedie wordt gegeven na de grote visite op donderdagmiddag afwisselend op locatie Heerlen of Sittard. De assistenten maken hiervoor een schema in overleg met de opleiders waarin ook ruimte is opgenomen om CAT’s te presenteren, externe sprekers uit te nodigen en om specifieke onderwerpen te behandelen. Tijdens de onderwijsmiddagen worden ook presentaties voor congressen geoefend en presenteren studenten en semi-artsen resultaten van hun werk (onderzoek). Ook de complicatiebesprekingen vinden plaats op deze onderwijsmiddagen. Andere onderwijsmomenten vinden plaats tijdens iedere gestructureerde overdracht ’s morgens om 08.00 uur (kort) ’s middags om 16.30 uur (uitgebreid), tijdens de röntgenbesprekingen na traumadiensten (maandag en donderdagochtend met SEH artsen en radioloog (i.o.)) en tijdens de pathologie/reumatologie bespreking (om de maand). Een schema met de verschillende (klinische) onderwijsmomenten is hier weergegeven.

Dag Tijdstip Onderwerp

Maandag 08.00 uur Overdracht van het weekend. Alle röntgenfoto’s van patiënten die op de eerste hulp zijn geweest worden besproken, samen met de SEH artsen en een radioloog (in opleiding).

16.30 uur Overdracht volgens het vast principe van de 10-geboden

Dinsdag 08.00 uur Korte overdracht van de nacht ervoor. Alle röntgenfoto’s van patiënten die op de eerste hulp zijn geweest worden besproken, samen met de SEH artsen en een radioloog (in opleiding).

16.30 uur 17.00 uur

Overdracht volgens het vast principe van de 10-geboden Neuro-orthopedische bespreking

Woensdag 08.00 uur Korte overdracht van de nacht ervoor. Alle röntgenfoto’s van patiënten die op de eerste hulp zijn geweest worden besproken, samen met de SEH artsen en een radioloog (in opleiding).

16.30 uur Overdracht volgens het vast principe van de 10-geboden

17.00 uur Infectiebespreking met de Medische Microbiologie


Donderdag 08.00 uur Overdracht van de nacht ervoor. Alle röntgenfoto’s van patiënten die op de eerste hulp zijn geweest worden besproken, samen met de SEH artsen en een radioloog (in opleiding).

13.00 uur Grote visite, en overdracht volgens de 10-geboden. 6 x per pathologiebespreking.

15.00 uur Onderwijs, alternerend op beide locaties:

16.30 uur Röntgenbespreking samen met de radiologie en nucleair geneeskunde

17.00 uur Traumabespreking met traumachirurgen en assistenten chirurgie.

17.30 Refereer patiënten

Vrijdag 08.00 uur Overdracht van de nacht ervoor. Alle röntgenfoto’s van patiënten die op de eerste hulp zijn geweest worden besproken, samen met de SEH-artsen en een radioloog (in opleiding).

16.30 uur Overdracht volgens het vaste principe van de 10-geboden

Jaarlijks Orthopedie congres ZMC. Elke jaar wordt in het eerste weekend van november een congres georganiseerd voor alle assistenten en orthopeden die ooit in het Zuyderland MC (of een van beide fusie ziekenhuizen) hebben gewerkt. Hierin worden lokale ontwikkelingen besproken en worden resultaten gepresenteerd van wetenschappelijk onderzoek. De partners zijn hier ook van harte welkom. Het wetenschappelijk deel wordt altijd afgesloten met een gezellig diner.

Regionaal onderwijs Binnen de ROGO van de OOR ZON is een overzicht gemaakt van onderwerpen die door verschillende stafleden worden onderwezen aan de aios van de regio gezamenlijk steeds in een van de opleidingsklinieken, zie bijlage 6. Hierin is een indeling gemaakt in het opleidingsjaar waarin de aios zich op dat moment bevindt. Dit onderwijs is verplicht voor de assistenten die daarvoor zijn ingedeeld. Op deze manier zijn de verschillende aios van de regio die zich in dezelfde fase van hun opleiding bevinden op verschillende momenten bij elkaar samen met specialisten van de regio. Dit bevordert de onderlinge, afdeling overstijgende, contacten en zorgt voor een homogene ontwikkeling van de aios op belangrijke onderwerpen. Tijdens deze bijeenkomsten wordt zowel aandacht besteed aan praktische klinische vaardigheden (anamnese, onderzoek) als aan theoretische kennis van zowel orthopedische onderwerpen als algemene onderwerpen. Naast het regionale onderwijs dat wordt georganiseerd vanuit de ROGO zijn er discipline overstijgende onderwijs (DOO) cursussen die worden aangeboden in alle klinieken van de OOR ZON. Hoewel het zo is dat iedere aios uit de OOR ZON zich in kan schrijven voor elke DOO cursus in de regio, is de praktijk toch voornamelijk dat de aios de cursussen volgt die worden aangeboden in de kliniek waar hij of zij op dat moment verblijft. In de regio is afgesproken dat iedere aios jaarlijks ten minste 2 DOO’s volgt.

Landelijk onderwijs De aios is verplicht om de 3 CCOC cursussen te volgen per jaar. Natuurlijk kunnen er geldige redenen zijn om hierop een uitzondering te maken. De CCOC cursussen worden in Nederland centraal georganiseerd voor alle assistenten in opleiding tot orthopedisch chirurg. Eenmaal per jaar is hiervoor een landelijk examen over de desbetreffende onderwerpen. Dit moet door de aios met een positief resultaat worden afgesloten. Voor ieder examen bestaat een herkansing. Om de opleiding succesvol af te sluiten moet de aios 3 CCOC examens met goed resultaat hebben afgesloten. Voor het onderwijs dat verplicht is gesteld voor de specifieke EPA’s wordt verwezen naar de EPA omschrijvingen.


De NOV-dagen zijn in principe verplicht gesteld (jaarvergadering 2 dagen, voorjaarsvergadering 1 dag, najaarsvergadering 2 dagen), maar de ROGO Zuid stelt dat minimaal 2 dagen per jaar bezocht moeten worden door de aios. De aios heeft in principe 14 congresdagen tot zijn beschikking per jaar. Hierbinnen vallen de CCOC en de NOV-dagen evenals het landelijk examen. De kosten voor de verplichte opleidingscursussen worden betaald door de Zuyderland Academie.

8.1 Onderwijsaanbod van de vakgroep Orthopedie

Lokaal wordt voor de opleiding iedere donderdagmiddag onderwijs gegeven aan de assistenten. Tevens worden er op beide locaties roulerend een onderwijspoli georganiseerd op donderdagochtend waarvoor stafleden vrij geroosterd zijn. Circa 10 x per jaar vindt er een staf-assistenten opleiding vergadering plaats. Deze wordt voorgezeten door een van de aios. De agenda wordt opgesteld in gezamenlijk overleg tussen aios en de opleidersgroep. Aan deze vergadering is een PDCA cyclus gekoppeld. Deze wordt ook besproken in de stafvergaderingen van de afdeling.

8.2 Onderwijsaanbod Zuyderland Academie

Discipline Overstijgend Onderwijs De arts assistenten in opleiding tot specialist (aios) dienen zich te bekwamen op terreinen buiten het direct medisch inhoudelijk domein gedurende de opleiding. In het kader van de modernisering van de medisch specialistische vervolgopleidingen heeft het College Geneeskundig Specialisten (CGS) hiertoe zeven kerncompetenties vastgesteld. Deze kerncompetenties, gebaseerd op de CanMeds rollen, zijn de basis van het Discipline Overstijgend Onderwijs (DOO) voor de aios. Gedurende de opleiding van de assistenten bij alle specialismen dienen deze competentiegebieden onderwezen en getoetst te worden. DOO is daarmee een cruciaal en verplicht onderdeel in de medisch specialistische vervolgopleidingen.

Van de aios wordt verwacht dat hij/zij actief het geleerde in de praktijk toepast en zich de betreffende competentie verder eigen maakt, zodat dit zichtbaar wordt en te verantwoorden is in het portfolio. Van de opleider wordt verwacht dat hij/zij de aios tijdens de opleiding in de gelegenheid stelt deel te nemen aan minimaal twee DOO’s per jaar. In dit kader biedt Zuyderland Academie een divers en kwalitatief goed cursusaanbod DOO aan voor zowel aios werkzaam binnen Zuyderland Medisch Centrum als ook voor aios binnen de OORZON regio (e.e.a. wordt ook onderling afgestemd op het regio aanbod). Per jaar wordt getracht minimaal zes verschillende modules van DOO aan te bieden over beide hoofd locaties. De inhoud van de modules wordt getoetst aan de wensen van de arts-assistenten middels afstemming met de assistentenvereniging (ZuydAss). Deze modules bestaan uit één of twee dagdelen onderwijs van ongeveer 4 uur en kunnen herhaaldelijk gegeven worden. Het onderwijs vindt plaats op dinsdag- of donderdagmiddag van 14.00 uur tot 18.00 uur. Van de opleiders wordt verwacht dat ze zorgdragen voor voldoende deelname van de aios aan het DOO. De groep dient uit minimaal 5 personen en maximaal 20 personen te bestaan, afhankelijk van de spreker en het thema. Dit om het interactieve karakter te waarborgen. Bij het succesvol afronden van het DOO ontvangen de deelnemers een certificaat voor het portfolio.


De Zuyderland Academie verzorgt naast DOO’s ook themalunches. Deze themabijeenkomsten worden maandelijks georganiseerd op beide hoofdlocaties, waarbij discipline overstijgende onderwerpen aan bod komen (zie bijlage 2). Op locatie Heerlen wordt op de 2e dinsdag van de maand van 12.30-13.30 uur in het Auditorium een themalunch georganiseerd en op locatie Sittard op de laatste woensdag van de maand van 12.30-13.30 uur in vergaderzaal 2 op de zorgboulevard.

8.3 Regionaal onderwijs Er worden diverse regionale onderwijsdagen georganiseerd. Alle assistenten binnen de OOR_ZON worden geschoold door de opleiders uit de verschillende opleidingsklinieken. Hiertoe wordt een schema gemaakt waarin de aios worden ingedeeld. De onderwerpen worden voorbereid door stafleden en aios. Tevens vinden er 4 x per jaar Rogo-Zuid refereerbijeenkomsten plaats roulerend over de 4 opleidingsklinieken.

8.4 Landelijk onderwijs Ontwikkelingen in het vakgebied worden bijgehouden door symposia en congressen te bezoeken en deel te nemen aan bij- en nascholingen en trainingen. Een actueel overzicht van het opleidingsaanbod is te vinden op de website van de NOV. Drie keer per jaar is er een centrale cursus voor orthopedisch assistenten (CCOC), deze is verplicht. Zie hiervoor de NOV/CCOC website (https://www.orthopeden.org/opleiding-en-scholing/opleiding-tot-orthopeed/ccoc)

9 Onderzoek

Research Wetenschappelijk onderzoek speelt een belangrijke rol binnen de vakgroep orthopedie van het Zuyderland MC. Er is een Stichting ter ondersteuning van wetenschappelijk onderzoek en er is een onderzoeksbegeleider (dr. Martijn Schotanus) actief bij de begeleiding van wetenschappelijk onderzoek. Dr. M. Schotanus is in dienst van de vakgroep orthopedie en is belast met het monitoren, opzetten en begeleiden van wetenschappelijk onderzoek. Er zijn binnen de vakgroep meerdere onderzoekslijnen vooral binnen de topklinische functies, maar ook daarbuiten: Implantologie Heup en Knie; Spine; Sport; Bovenste extremiteit; New outcome measures; Teaching and training Assistenten worden uitgenodigd om deel te nemen aan één van de lopende onderzoekslijnen. Ook indien de assistent een eigen idee heeft voor wetenschappelijk onderzoek dan wordt hierbij zo veel mogelijk ondersteuning verleend. Indien assistenten betrokken zijn bij wetenschappelijk onderzoek in één van de andere ziekenhuizen of elders, dan wordt dit ondersteund. Onderzoeksdagen/dagdelen worden vastgelegd in het werkrooster. Zoveel mogelijk wordt geprobeerd om assistenten onderzoek

https://www.orthopeden.org/opleiding-en-scholing/opleiding-tot-orthopeed/ccoc


te laten verrichten binnen één onderzoekslijn waarbij het streven binnen de OOR ZON is om 20% van de assistenten in opleiding in de regio tevens aan een promotietraject te laten deelnemen. Zo zijn al meerdere assistenten van de afdeling orthopedie van beide locaties gepromoveerd op het onderzoek wat zij daar hebben verricht. De minimale eis van de NOV is dat de aios één wetenschappelijke publicatie heeft in een Peer Reviewed tijdschrift of een wetenschappelijke presentatie van zijn/haar onderzoek verzorgt op een congres. Bij het onderzoek op beide locaties zijn naast de assistenten (in opleiding) veel andere studenten betrokken van diverse opleidingen: co-assistenten, semi-artsen, (PhD) studenten geneeskunde, medisch onderwijs en opleiding, bewegingswetenschappen, gezondheidswetenschappen (van de UM), klinische fysica (UE), fysiotherapie en biometrie (Hoge School Zuyd), en studenten uit het buitenland (Aken, Bath). Hierdoor bestaat er onderling contact tussen artsen en specialisten in opleiding en andere gezondheidswerkers en onderzoekers in opleiding. Zo leert men in een vroege fase van de opleiding samenwerken met andere disciplines en bestaat er uitwisseling van informatie vanuit een andere achtergrond met alle voordelen van dien voor nu en in de toekomst. Het Zuyderland MC in het algemeen en de afdeling orthopedie in het bijzonder is ook betrokken bij wetenschappelijk onderzoek van de School of Health professions Education (SHE) van de Universiteit Maastricht. Hierdoor worden staf en assistenten betrokken bij nieuwe ontwikkelingen rond onderwijs en opleiden in een klinische context. Plan Do Check Act (PDCA) Informatie die wordt verzameld met verschillende instrumenten op verschillende niveaus en over diverse onderwerpen wordt verwerkt in een plan do check act cyclus. Op deze manier wordt er gewerkt aan een structuur van continue registratie, verbetering, evaluatie, en bijsturing op verschillende niveaus; de aios, de opleidingsgroep, het ziekenhuis en de regio. Dit is een dynamisch proces met een vaste structuur maar met wisselende onderwerpen. Informatie voor het starten van een pdca cyclus wordt in ieder geval verkregen uit: staf-assistenten vergaderingen, stafvergaderingen, jaargesprek met de Zuyderland Academie, visitaties en het regionaal opleiders overleg.

Staf assistenten vergadering. Iedere maand wordt – voorafgaand aan de stafvergadering – een staf-assistentenvergadering georganiseerd. Hieraan nemen alle a(n)ios en stafleden deel. De agenda wordt opgesteld en voorgezeten door de assistenten. Het verslag wordt gemaakt door een van de aios. Het verslag en de pdca cyclus is een vast agendapunt bij de stafvergadering.

Stafvergadering. Iedere maand wordt – in aansluiting aan de staf-assistentenvergadering – een stafvergadering gehouden. Het verslag en de pdca cyclus van de staf-assistentenvergadering is hier een vast agendapunt. Alle assistenten worden in de stafvergadering besproken waarbij wordt vastgesteld of de ontwikkeling naar wens verloopt, of er specifieke belangrijke ontwikkelingen spelen bij een assistent en of er eventueel aanleiding is voor specifieke bijsturing of aanpassing van het opleidingsschema. Vanuit de stafvergadering wordt ook een pdca cyclus gevoed op basis van een vast format.

Geschillen Binnen de vakgroep orthopedie vindt iedereen het erg belangrijk dat er een open en veilige cultuur bestaat. Dit betekent dat de aios wordt uitgenodigd om alle zaken waarover hij/zij wil overleggen te bespreken met één van de stafleden. Juist ook indien hij/zij het niet eens is met de gang van zaken is het belangrijk dat dit in een open structuur wordt besproken. Te allen tijde mag de aios hiervoor de opleider of één van de andere leden van de opleidersgroep benaderen. Bestaat er toch behoefte om hierbuiten één en ander te bespreken, dan is er een open inloopspreekuur binnen de Zuyderland


Academie en er zijn meerdere vertrouwenspersonen beschikbaar in het ziekenhuis. Ook het DB van de COC is altijd beschikbaar. In bijlage 7 is informatie opgenomen over de geschillen procedure van de COC en in bijlage 8 informatie over de vertrouwenspersonen. Nawoord In dit lokale opleidingsplan van de afdeling orthopedie van het Zuyderland MC hebben wij u een indruk gegeven van de manier waarop de opleiding van orthopedisch chirurgen plaats vindt in dit ziekenhuis. Daarbij is integratie van onderwijs en opleiding in de klinische praktijk het uitgangspunt. Juist door (zelfstandig) actief te zijn in het dagelijks klinisch werk in een veilige en open sfeer heeft de arts de mogelijkheid om zich te ontwikkelen tot de medisch specialist van de toekomst. De relatie tussen de aios en zijn directe omgeving staat hierbij centraal, maar diverse structuren staan hier op verschillende niveaus omheen. Door het verzamelen van informatie vanuit verschillende bronnen over alle aspecten van zijn functioneren, kan de aios zich steeds verder verbeteren. Op dezelfde wijze kan de opleiding zich steeds verder verbeteren door het verzamelen van informatie, de implementatie van verbeteringen en de evaluatie van het effect. Het op gang brengen en onderhouden van deze plan do check act cycli, zowel op niveau van de aios als op niveau van de opleiding is een van de uitdagingen waar aios en opleiders voor staan. Met plezier en toewijding zet de opleidingsgroep zich hiervoor in, samen met de artsen in opleiding en diverse ondersteuners.

Datum 30-9-2019 1-10-2019 2-10-2019 3-10-2019 4-10-2019 5-10-2019 6-10-2019

Week 40 Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag onderwijs Hrl Vrijdag zaterdag Zondag

Basis even 3 vm nm vm nm vm nm vm nm vm nm

Beertema 466741 vakantie vakantie Poli Hrl Afw Adm Sup congres congres congres congres

OIM

vd Bogert GSM Sup Adm poli Hrl poli Hrl poli Std OK Std OK Std OK Std poli Hrl poli Hrl

Boonen poli Std Research Sup Adm congres congres OK Std Opl /GV-O+W OK Std OK Std

Curfs WKC Hrl OK NCH Hrl poli Std va 10:00 WKC Std / combi neuro Sup Adm poli Std / SV Trauma poli Opl /GV-O+W OK Hrl OK Hrl

geen neuroloog beschikbaar Sport / combi-ok met v Hemert als 1e Sport spine

Deckers GSM/11893 OK Std OK Std AHL-poli poli Std / TC Sup Adm AHL poli AHL poli poli Hrl AHL poli

nieuwe locatie

v Haaren 11879 Trauma Std OK Std poli Std OK Std Trauma Hrl cursus cursus cursus cursus cursus

v Hemert 466743 OK Std poli Std OK Std poli Std WKC Hrl / combi neuro Poli Hrl Trauma Hrl Bestuur Sup Adm

combi-ok met Curfs als 1e telefonisch SV Tr-poli Heup/kind

Hendrickx 11877 Sup Adm OK Tr Hrl OK Tr Hrl poli Std poli Std poli Std OK Std Trauma Std tot 10:15 OK Std

10:30 combi-ok met Tilman

Heyligers 467005 OK Hrl OK Hrl Leerhuis Leerhuis congres congres congres congres congres congres

Jansen 11896 Sup Adm Poli Std opleiding OK Std OK Std poli Hrl Opl /GV-O+W OK Std OK Std

Sport onderwijspoli vervalt ivm geen ass

Klemann Poli Hrl Plexus Sup Adm congres congres congres congres congres congres

Schouder

vd Linde 466740 poli Std poli Std OK Std OK Std OK Std poli Std OK Tr Hrl OK Tr Hrl Sup Adm

kind

Samijo 466742 Poli Hrl Plexus OK Hrl OK Hrl Sup Adm congres congres congres congres

Schouder

Tilman 11894 WKC Std / combi neuro poli Std poli Std WKC Std / scoliose Sup Adm WKC Hrl / combi neuro OK NCH Hrl OK Std vakantie

combi-ok om 10:30 met hendriclx

Walbeehm GSM Poli Std Poli Std poli Hrl Trauma Hrl OK Hrl OK Hrl OK Hrl OK Hrl Sup Adm

Schouder/pols/hand

v Leeuwen poli Hrl Plexus Sup Adm OK Std OK Std OK Hrl OK Hrl congres congres

Fellow BE

Heerlen Voorwacht

Heerlen Achterwacht Deckers Deckers Deckers Deckers Hendrickx WT Hendrickx WT Hendrickx WT

T T

Sittard Voorwacht Walbeehm WO Walbeehm WO Walbeehm WO

Sittard Achterwacht Curfs Boonen Boonen Curfs

Bijzonderheden Tr-poli door 2 opl ass Tr-poli Std door opl ass / SV door Curfs OK Hrl hele dag opl -ass

1x Tr Std 1x Tr Std 1x Tr Std

1x Tr Hrl 1x Tr Hrl 1 x Tr Hrl

2 OK Std 2 OK Std 2 OK Std 2 OK Std 3 OK Std 3 OK Std 2 OK Std 2 OK Std 3 OK Std 3 OK Std

1 OK Hrl 1 OK Hrl 1 OK Hrl 1 OK Hrl 1 OK Hrl 1 OK Hrl 2 OK Hrl 2 OK Hrl 2 OK Hrl 2 OK Hrl

1 OK Tr Hrl 1 OK Tr Hrl 1 OK Tr Hrl 1 OK Tr Hrl

Totaal Std 8 klin / 4 DV Totaal Std 6 klin / 6 DV Totaal Std 9 klin / 8 DV Totaal Std 6 klin / 6 DV Totaal Std 9 klin / 10 DV

Totaal Hrl 4 klin Totaal Hrl 2 klin / 4 DV Totaal Hrl 1 kl / 5 DV Totaal Hrl 6 klin / 5 DV Totaal Hrl 5 klin / 4 DV

Totaal Trauma indien OK 3 klin / 3 DV Totaal Trauma 3 klin / 3 DV Totaal Trauma 3 klin / 3 DV

Datum 30-9-2019 1-10-2019 2-10-2019 3-10-2019 4-10-2019 5-10-2019 6-10-2019

Week 40 Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag onderwijs Hrl Vrijdag zaterdag Zondag

Basis even 3 vm nm vm nm vm nm vm nm vm nm

Trauma STD Trauma STD Trauma STD Trauma STD

Bossen OK Hey Hrl OK Hey Hrl Afw Afw Trauma Hrl Afd Hrl / SEH Hrl MARC / Tr Hrl Onderwijs Poli Hrl OK Hrl IC

Hey / v d Bogert

v Dun V V Poli Sport Std Pol Std PD V V Trauma Std Onderwijs OK Hrl eigen OK Hrl eigen

Deckers

Heijnens Sup Cursus Cursus Cursus Cursus Cursus Cursus Cursus Cursus

v Hemert

Fransz Poli Std Boo OK Std v Haa OK Tr Hrl OK Tr Hrl Trauma Hrl Osteo Hrl Afw PLB PLB PLB

Boonen

Theelen Poli Std vdL Poli Std vdL OK Std v d Lind OK Std vdL OK Std vdL Poli Std vdL Trauma Std Onderwijs Trauma Std OK Std Hend

v d Linde

Korver V V V V V V V V V V GD GD

vdLingen V V V V Afw Afw V V V V

Jansen

Wamper MARC / Trauma Std Poli Std RW Poli Hrl Trauma Hrl V V V C V V

Walbeehm

Krist Afd Std Afd Std / SEH Afd Std Poli Std vHem Afd Std Prothese Std Afd Std Onderwijs Afd Std Afd Std /SEH

Kleman

Veldman Vrij na dienst OK Std PD Vrij na dienst WKC Std IC Vrij na dienst Prothese Std Vrij na dienst Onderwijs Vrij na dienst OK Std BB

Curfs

teDorsthorst V V V V V V V V V V

Raaijmakers Afd Hrl Afd Hrl / SEH Hrl Afd Hrl Prothese Hrl Afd Hrl Afd Hrl / SEH Hrl Afd Hrl VKH Opleiding Afd Hrl Prothese Hrl

Tilman

Smit Vrij na dienst Research Vrij na dienst Research Vrij na dienst Research Vrij na dienst Opleiding Vrij na dienst Research

v Haaren

deJong V V V V V V V V V V

Samijo

Bemelmans Poli Std Poli Std MARC / Poli Std EJ Pol Std vHem Cursus Cursus Cursus Cursus Prothese Std Cursus

Giesbers HAN HAN HA Stage HA Stage HA Stage HA Stage HA Stage HA Stage HA Stage Afw

Daalmans HAN HAN Ok vHem Std OK EvH Std Poli RH Std poli RH Std AHL AHL Afw Afw

Dienst Heerlen Smit Smit Smit Smit Smit Fransz / Krist Fransz / Krist

Dienst Sittard Veldman Veldman Veldman Veldman Veldman De Jong De Jong

Bijzonderheden GEEN WP

Supervisie Tr Std door Curfs vanaf poli

Jaaroverzicht Medisch Onderwijs 2019

DOO, Begeleide Intervisie: bedoeld voor arts-assistenten. Voor meer info: https://www.zuyderland.nl/discipline-overstijgend-onderwijs. Aanmelden via [email protected] Themabijeenkomsten: bedoeld voor coassistenten, semi-artsen, arts-assistenten en stafleden. Aanmelden niet nodig. Opleidingssymposium: bedoeld voor arts-assistenten, (plv) opleiders, coassistenten, semi-artsen, en stafleden. Aanmelden via de Zuyderland website.

januari februari maart DOO Calamiteiten & Peer Support: 22 jan (Sittard) Tackle the CAT: 31 jan (Sittard) Themabijeenkomsten Help, er is iets mis gegaan! En nu? – Calamiteiten in het Zuyderland: 8 jan (Heerlen) / 30 jan (Sittard) Begeleide Intervisie Diverse tijdstippen en locaties

DOO Tussen werkdruk & ambitie: 14 feb (Heerlen) Mens achter de Patiënt- Samen Beter (deel 1): 19 feb (Heerlen) Themabijeenkomsten Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet… Bloedtransfusie achter de schermen: 12 feb (Heerlen) / 27 feb (Sittard) Begeleide Intervisie

Diverse tijdstippen en locaties

DOO Management Module 1: Strategie & Beleidsontwikkeling: 5 mrt (Sittard) Themabijeenkomsten Wetenschapslunch: 12 mrt (Heerlen) / 27 mrt (Sittard) Begeleide Intervisie


april mei juni DOO Mens achter de Patiënt- Samen Beter (deel 2): 2 apr, Heerlen Themabijeenkomsten Zorg Verzekerd: 9 apr (Heerlen)/ 24 apr (Sittard) Begeleide Intervisie


DOO Management module 2: Zorg- en ziekenhuisfinanciering: 23 mei (Sittard) Het begeleiden van co’s: Hoe doe je dat?: 21 mei (Heerlen) Themabijeenkomsten Thema volgt: 14 mei (Heerlen) / 29 mei (Sittard) Begeleide Intervisie


DOO Recht & Ethiek: Deel 1 6 jun(Heerlen), Deel 2 20 jun(Sittard) Themabijeenkomsten Wetenschapslunch: 11 jun(Heerlen) / 26 jun (Sittard) Begeleide Intervisie

Diverse tijdstippen en locaties juli augustus september

Zomerstop

Zomerstop

DOO Management module 3: Kwaliteitszorg en patiënt logistiek: 5 sep (Heerlen) Tackle the Cat: 24 sep (Heerlen) Themabijeenkomsten Wetenschapslunch: 10 sep (Heerlen) / 25 sep (Sittard) Begeleide Intervisie


oktober november december DOO Tussen werkdruk en ambitie: 3 okt (Sittard) Het begeleiden van co’s dat doe je zo: 8 okt (Sittard) Themabijeenkomsten Thema volgt: 8 okt (Heerlen) / 30 sept (Sittard) Begeleide Intervisie


DOO Calamiteiten & Peer Support: 5 nov (Heerlen) Recht & Ethiek: Deel 1 7 nov, deel 2 28 nov (Heerlen) Themabijeenkomsten Thema volgt: 12 nov (Heerlen) / 27 nov (Sittard) Begeleide Intervisie

Diverse tijdstippen en locaties Opleidingssymposium 12 november, Heerlen

DOO Management module 4: Doelmatigheid: 3 dec (Heerlen) Kwetsbare ouderen: Ben jij Seniorproof?: 12 dec (Heerlen) Themabijeenkomsten Wetenschapslunch: 10 dec (Heerlen) / 18 dec (Sittard) Themamiddag cohort studenten: datum en locatie volgt Begeleide Intervisie


https://www.zuyderland.nl/discipline-overstijgend-onderwijs

mailto:[email protected]

Vakgroep Orthopedie Zuyderland MC, september 2019

1 Het uitvoeren van een poliklinisch orthopedisch consult EPA basis verplicht

Specificaties en beperkingen Diagnostiek en initiatie van de behandeling van veel voorkomende orthopedische aandoening zowel poliklinisch als op SEH. Het kunnen managen van een polispreekuur.

Voert een anamnese en lichamelijk onderzoek uit

Vraagt, indien geïndiceerd, aanvullend onderzoek aan

Stelt differentiaal diagnose op bij een patiënt met een orthopedische klacht

Stelt een waarschijnlijkheidsdiagnose op, op grond van aggregatie en interpretatie van verkregen gegevens

Schat een spoedeisend karakter in

Stelt een behandelplan voor en initieert deze behandeling

Bespreekt met patiënt/familie de diagnose en de verschillende behandelingsmogelijkheden met de voor- en nadelen van elke behandeling

Consulteert (zo nodig) een (gespecialiseerde) collega

Stel behandelplan in, vervolgt en stelt (zo nodig) bij

Legt relevante informatie vast en verzorgt de daarbij behorende correspondentie

Informeert de verwijzer en ander zorgverleners en houdt de bij de behandeling betrokken hulpverleners op de hoogte van de follow-up

Plant logistiek op polikliniek

Bespreekt aandachts- en verbeterpunten in poliklinische zorg in multidisciplinair overleg

Relatie tot de competentiegebieden Medisch handelen Communicatie Professionaliteit Organisatie Maatschappelijk handelen

Vereiste kennis, vaardigheden en houding om deze EPA uit te voeren

Medisch handelen

Kent de anatomie en pathofysiologie van het steunen bewegingsapparaat en factoren die kunnen leiden tot een orthopedische klacht

Kent de relevante (inter)nationale richtlijnen van veelvoorkomende orthopedische aandoeningen

Kent de lokale afspraken en richtlijnen voor de behandeling van afwijkingen van het steunen bewegingsapparaat en de algemene ziekenhuis richtlijnen

Kan aanvullende beeldvormende diagnostiek (bijv. röntgenfoto’s, CT scans, MRI) adequaat aanvragen en de uitslagen interpreteren

Kan inschatten welke bloedbepalingen moeten worden aangevraagd en kan de uitkomsten hiervan interpreteren.

Kent de voorwaarden voor de behandeling van complexe patiënten, zoals oudere patiënten met secundaire ziektes (ouderenzorg)

Communicatie

Heeft oog voor de gevoelens van de patiënt en geeft hem de ruimte hieraan uiting te geven

Past het principe van ‘shared decision making’ toe bij het opstellen van een behandelplan (doelmatigheid)

Zorgt voor een complete en heldere patiëntoverdracht: mondeling aan de directe supervisor en schriftelijk in het elektronisch patiëntendossier en de correspondentie aan de verwijzer

Professionaliteit

Kent eigen beperkingen

Stuurt zijn/haar handelswijze bij op basis van (gevraagde) feedback

Organisatie

Begrenst tijd en aandacht naar rato van het werkpakket en verantwoordelijkheden (doelmatigheid)

Maakt tijdig en effectief gebruik van specialisaties van collega’s en andere zorgprofessionals (doelmatigheid)

Maakt gebruik van passende rolverdeling tussen verpleegkundig- en administratief personeel, A(N)IOS, orthopeed en gespecialiseerde orthopeed en de nadere participanten in het zorgnetwerk (leiderschap)

Maatschappelijk handelen

Kent en herkent de determinanten van ziekten

Registreert de context van de klachten van de patiënt, o.a. op het gebied van arbeid, sport en hobby. Neemt deze mee in het maken van een behandelplan.

Kan vanuit doelmatigheid en kostenperspectief een goede balans vinden ten aanzien van keuze/ selectie van aanvullend onderzoek (doelmatigheid)

Verplicht cursorisch onderwijs Cursus op het gebied van ouderenzorg

Cursus op het gebied van patiëntcommunicatie

Informatiebronnen om de voortgang te evalueren en verantwoord

Minimale sets

4 x KPB

bekwaam te kunnen verklaren o Diagnostiek, behandelplan en doelmatig werken o Patiënt en familie gesprek over de behandeling o Afstemming zorgnetwerk (verslaglegging) o Polikliniek voeren

2 x CAT o Doelmatigheid o Orthopedische aandoening

Status-, dossier-en briefbeoordelingen

Certificaten verplicht cursorisch onderwijs

Eindbeoordeling Benodigde administratie minimaal 1 maand op voorhand aanleveren aan de betreffende orthopeden

Eindbeoordelingsgesprek met minimaal 1 orthopedisch chirurg met betreffend aandachtsgebied en de opleider c.q. plaatsvervangend opleider

EPA bespreking binnen de vakgroep → Eindbeoordeling afhankelijk van aangeleverde administratie, eindbeoordelingsgesprek en bespreking binnen vakgroep

Expiratie De orthopedisch chirurg blijft zich bekwamen en registreert in GAIA

2 Het verlenen van perioperatieve zorg en het behandelen van postoperatieve complicaties EPA basis verplicht

Specificaties en beperkingen Het omvat de preoperatieve zorg en risico-inschatting, de zorg tijdens de operatie en de nazorg van patiënten bij laag tot middelhoog risico ingrepen.

Bestudeert het vigerende assistentenboek orthopedie Zuyderland MC, waarin de meeste werkafspraken staan vermeld

Weet waar protocollen Zuyderland MC te vinden zijn

Verifieert diagnose met behulp van diagnostische hulpmiddelen

Registreert ICD-10 code en noteert juiste diagnose in EPD

Consulteert zo nodig collega’s

Stelt definitief behandelplan vast

Bespreekt met patiënt en/of familie de voorgenomen operatie en potentiële complicaties, nabehandeling en verwachtingen van het resultaat

Legt akkoord patiënt vast (informed consent chirurgische behandeling)

Bereidt OK procedure voor

Bespreekt en registreert preoperatieve checklist met OK team

Verrichten van de operatie

Legt postoperatief verslag vast

Geeft perioperatieve instructies en stemt deze af met anesthesioloog

Registreert en bespreekt complicaties, meldt incidenten

Werkt samen en geeft leiding aan OK-team

Maakt brief voor verwijzer

Relatie tot de competentiegebieden Medisch handelen Samenwerking


Medisch handelen

Kent de anatomie en pathofysiologie van het steunen bewegingsapparaat en factoren die kunnen leiden tot een orthopedische klacht

Kent de risicofactoren voor complicaties (patiëntveiligheid)

Kent de belangrijkste basisprincipes en complicaties van algehele en spinale anesthesie (patiëntveiligheid)

Kent methodieken om de conditie van de patiënt preoperatief te optimaliseren

Kent perioperatieve antibiotica-en tromboseprofylaxe

Kent per-en perioperatieve steriliteitsmaatregelen

Kent het benodigde operatie-instrumentarium en de toepassing ervan

Kan de belangrijkste operatieve benaderingen van het steunen bewegingsapparaat toepassen

Kent relevante regelgeving en vigerende richtlijnen omtrent Opleiding tot orthopedisch chirurg (NOV, 2017 – v.09.03.2017

Kent de complicatie registratie procedures

Kent de voorwaarden voor de operatie van complexe patiënten (ouderenzorg)

Kan basis chirurgische vaardigheden uitvoeren

Kan het perioperatieve proces vormgeven Samenwerken

Coacht en stuurt het OK team aan, zowel in de voorbereidingsfase van een operatieve ingreep, als tijdens en na de ingreep (leiderschap)

Is respectvol in interactie met het OK team (leiderschap)

Coördineert de multidisciplinaire behandeling bij complexe patiënten

Zorgt voor goede en respectvolle interactie met verpleging, fysiotherapeuten en overig medewerkers van de verpleegafdelingen

Verplicht cursorisch onderwijs Communicatie II

Informatiebronnen om de voortgang te evalueren en verantwoord bekwaam te kunnen verklaren

Minimale set

Registratie technische vaardigheden

3x KPB: o Samenwerking OK team o Voorlichting patiënt o Verslaglegging

Certificaten verplicht cursorisch onderwijs incl. o Basis chirurgische vaardigheden (vooropleiding heelkunde)

Eindbeoordeling Van de aios wordt verwacht dat hij/zij aan het einde van opleidingsjaar 1 deze EPA op niveau 4 (zelfstandig) kan afronden

Benodigde administratie minimaal 1 maand op voorhand aanleveren aan de betreffende orthopeden


EPA bespreking binnen de vakgroep

→ Eindbeoordeling afhankelijk van aangeleverde administratie, eindbeoordelingsgesprek en bespreking binnen vakgroep


3 Het indiceren, aanleggen en controleren van immobiliserend verband, orthopedische hulpmiddelen en schoeisel EPA basis (verplicht)

Specificaties en beperkingen Het stellen van de indicatie van immobiliserend verband en het behandelen van complicaties als gevolg van toepassing van deze materialen. Het stellen van de indicatie tot, en het controleren van, orthopedisch schoeisel en orthopedische hulpmiddelen.

Relatie tot de competentiegebieden Medisch handelen Communicatie Samenwerking Maatschappelijk handelen


Medisch handelen

Kent verschillende immobilisatie technieken en de duur van de behandeling per indicatie

Kent de complicaties van immobiliserende verbanden en de behandeling van deze complicaties (patiëntveiligheid)

Kent orthopedische hulpmiddelen en indicatiegebieden

Kent de indicatiegebieden voor orthopedisch schoeisel

Kan op adequate wijze immobiliserend verband aanleggen rond de extremiteiten: Communicatie

Counselt adequaat over de slagingspercentages, voor- en nadelen en complicaties van verschillende behandelmethoden

Past het principe van ‘shared decision making’ toe bij het opstellen van een behandelplan Samenwerking

Is in staat andere zorgverleners te betrekken in het opstellen van een behandelplan

Onderkent het belang van het bevorderen van samenwerking binnen het behandelteam (leiderschap) Maatschappelijk handelen

Handelt continu kostenbewust en streeft naar het duurzaam inzetten van beschikbare middelen en het stimuleren daarvan (doelmatigheid)

Verplicht cursorisch onderwijs Gips en verbandmiddelen; praktisch onderwijs onder leiding van een gipsverbandmeester

Schoenmaker; deelname aan de praktijk van een schoenmaker en aan combi-spreekuur orthopedisch chirurg en

schoenmaker

Instrumentmaker; deelname aan de praktijk van een schoenmaker

Voorwaarden Van de aios wordt verwacht dat hij/zij deze EPA omstreeks het einde van het eerste opleidingsjaar op niveau 4 (zelfstandig) kan uitvoeren


Minimale set:

2x KPB: o Samenwerking gipsmeesters en voorlichting patiënt o Samenwerking schoenmakers en voorlichting patiënt o Samenwerking orthopedisch instrumentmaker en voorlichting patiënt

CAT

Eindbeoordeling Benodigde administratie minimaal 1 maand op voorhand aanleveren aan de betreffende orthopeden


EPA bespreking binnen de vakgroep → Eindbeoordeling afhankelijk van aangeleverde administratie, eindbeoordelingsgesprek en bespreking binnen

vakgroep


4 Het conservatief en operatief behandelen van aandoeningen rond het kniegewricht EPA verdieping verplicht / specialisatie facultatief

Specificaties en beperkingen In blauw alleen geldig voor EPA op niveau specialisatie

Verdieping Het conservatief en (deels) operatief behandelen van de meest voorkomende benigne aandoeningen rond knie en onderbeen en eenvoudige fracturen, dislocaties en letsels aan weke delen van knie en onderbeen bij patiënten van 18 jaar en ouder. Specialisatie: Het reconstructief en artroscopisch behandelen van complexe aandoeningen rondom de knie en bovenbeen bij patiënten van 18 jaar en ouder. Conservatieve behandeling:

1. Anamnese en het lichamelijk onderzoek en diagnostiek van de kniepathologie 2. Aanvragen en interpreteren van beeldvorming 3. Uitleg aan de patiënt over de aandoening/natuurlijk beloop 4. Voorschrijven leefregels 5. Uitleggen analgeticabeleid 6. Uitleggen wel en geen ondersteunende behandeling met fysiotherapie 7. Zo nodig doorverwijzen naar centrum t.a.v. benigne en maligne (tertiair centrum) tumoren, congenitale

aandoeningen, speciële kinderorthopedie, bijvoorbeeld t.b.v. neurologische aandoeningen, stofwisselingsstoornissen, interne aandoeningen

Operatieve behandeling: 1. Uitleg aan de patiënt over de operatie 2. Uitleg nabehandelingstraject 3. Uitleg mogelijke complicaties 4. Verrichten van de operatie

Relatie tot de competentiegebieden Medisch handelen Communicatie Samenwerking Professionaliteit Organisatie

Vereiste kennis, houding en Kent en hanteert de relevante (inter)nationale richtlijnen

vaardigheden om deze EPA uit te voeren

Kent sportletsels/sport gerelateerde aandoeningen aan knie en bovenbeen

Kent de diagnostiek (inclusief beeldvormende technieken) van de meest voorkomende benigne aandoeningen en maligne aandoeningen rond de knie (‘rode vlag’)

Kent de stadiëring, algemene behandeladviezen en complicaties van de meest voorkomende benigne en maligne aandoeningen rond de knie

Kent de anesthesiologische, antitrombotische en nabehandelingsaspecten van aandoeningen en operaties aan het kniegewricht en bovenbeen

Kent de normale en pathologische biomechanica rond de knie

Kent de tribologie van de knie

Kan een intra articulaire infiltratiebehandeling uitvoeren

Kan een ontlastende en diagnostische punctie/tomie uitvoeren

Kan de diagnostiek en conservatieve en operatieve behandeling uitvoeren van complexe aandoeningen aan de knie. Communicatie

counselt adequaat over de slagingspercentages, voor en nadelen, en complicaties van verschillende behandelmethoden

Past het principe van ‘shared decision making’ toe bij het opstellen van een behandelplan

Samenwerken

Is in staat andere zorgverleners te betrekken in het opstellen van een behandelplan tijdens een multidisciplinaire bespreking of visite

Professionaliteit

Kent grenzen van eigen kunnen, verwijst tijdig door indien nodig

Organisatie

Organiseert de zorg rond de patiënt

Verplicht cursorisch onderwijs 2x cursus toegesneden op de knie, waarvan: o 1x dissectie o 1x prothesiologie

2x specialistische cursus toegesneden op de knie

Voorwaarden Bekwaamverklaring voor:

EPA polikliniek

EPA peri/postoperatieve zorg

Informatiebronnen om de voortgang

te evalueren en verantwoord

bekwaam te kunnen verklaren

Minimale set

Observaties van behandelingen door ervaren orthopedisch chirurg

10x primaire TKP op NOV niveau 4 afgetekend

5x primaire UKP op NOV niveau 3 afgetekend

10x KPB knie

1x CAT knie

Stagebeoordeling

Verplicht cursorisch onderwijs met goed gevolgd afgelegd

Voorwaardelijke bekwaamverklaringen

Revisie chirurgie constrained en/of hinged

Eindbeoordeling Benodigde administratie minimaal 1 maand op voorhand aanleveren aan de knieorthopeden

Eindbeoordelingsgesprek met minimaal 1 orthopedisch chirurg met aandachtsgebied knieaandoeningen en de opleider c.q. plaatsvervangend opleider


Expiratie De orthopedisch chirurg blijft zich bekwamen op het gebied van het kniegewricht en registreert in GAIA

5 Het conservatief en operatief behandelen van aandoeningen rond het heupgewricht EPA verdieping verplicht | specialisatie facultatief


Verdieping Het conservatief en (deels) operatief behandelen van de meest voorkomende benigne aandoeningen rond heup en bovenbeen en eenvoudige fracturen, dislocaties en letsels aan weke delen van heup en bovenbeen bij patiënten van 18 jaar en ouder. Specialisatie Het reconstructief en artroscopisch behandelen van complexe aandoeningen rondom de heup en het bovenbeen bij patiënten van 18 jaar en ouder. Conservatieve behandeling

1. Anamnese en het lichamelijk onderzoek en diagnostiek van de heup en bovenbeen pathologie 2. Aanvragen en interpreteren van beeldvorming 3. Uitleg aan de patiënt over de aandoening/natuurlijk beloop 4. Voorschrijven leefregels 5. Uitleggen analgeticabeleid 6. Uitleggen wel en geen ondersteunende behandeling met fysiotherapie 7. Zo nodig doorverwijzen naar centrum t.a.v. benigne en maligne (tertiair centrum) tumoren, congenitale

aandoeningen, speciële kinderorthopedie, bijvoorbeeld ten gevolge van neurologische aandoeningen, stofwisselingsstoornissen, interne aandoeningen

Operatieve behandeling

1. Uitleg aan de patiënt over de operatie 2. Uitleg nabehandelingstraject 3. Uitleg mogelijke complicaties 4. Verrichten van de operatie

Relatie tot de competentiegebieden Medisch handelen Communicatie Samenwerking Professionaliteit Organisatie

Vereiste kennis, vaardigheden en Medisch handelen

houding om deze EPA uit te voeren Kent en hanteert de relevante (intern)nationale richtlijnen

Kent sportletsels/sport gerelateerde aandoeningen aan heup en bovenbeen

Kent de diagnostiek (inclusief beeldvormende technieken) van de meest voorkomende benigne aandoeningen en maligne aandoeningen rond de heup (‘rode vlag’)

Kent de stadiëring, algemene behandeladviezen en complicaties van de meest voorkomende benigne en maligne aandoeningen rond de heup

Kent de anesthesiologische, antitrombotische en nabehandelingsaspecten van aandoeningen en operaties aan het heupgewricht en bovenbeen

Kent de normale en pathologische biomechanica rond de heup

Kent de tribologie van de heup

Kan een intra articulaire infiltratiebehandeling (met ondersteunende beeldvorming) uitvoeren

Kan een ontlastende en diagnostische punctie/scopie/tomie (zonder en met beeldvormende ondersteuning) uitvoeren

Kan de diagnostiek en conservatieve en operatieve behandeling uitvoeren van eenvoudige aandoeningen aan de heup

Kan de diagnostiek en conservatieve en operatieve behandeling uitvoeren van complexe aandoeningen aan de heup Communicatie

Counselt adequaat over de slagingspercentages, voor en nadelen, en complicaties van verschillende behandelmethoden

Past het principe van ‘shared decision making’ toe bij het opstellen van een behandelplan (doelmatigheid) Samenwerking


Professionaliteit

Kent grenzen van eigen kunnen, verwijst tijdig door indien nodig Organisatie

Organiseert de zorg rond de patiënt

Verplicht cursorisch onderwijs 2x cursus toegesneden op heup/bovenbeen, waarvan:

o 1x dissectie o 1x prothesiologie

2x specialistische cursus toegesneden op heup/bovenbeen


Bekwaamverklaring EPA polikliniek

Bekwaamverklaring EPA peri/postoperatieve zorg Is lid van de NOV werkgroep heup (DHS)

Informatiebronnen om de voortgang te evalueren en verantwoord summatief bekwaam te kunnen verklaren

Minimale set:

Observaties van behandelingen door ervaren orthopeed

10x primaire THP op NOV niveau 4 (afgetekend)

10x KPB heup

1x CAT heup of bovenbeen

Stagebeoordeling

Verplicht cursorisch onderwijs met goed gevolg afgelegd


Eindbeoordeling Benodigde administratie minimaal 1 maand op voorhand aanleveren aan de heuporthopeden

Eindbeoordelingsgesprek met minimaal 1 orthopedisch chirurg met aandachtsgebied heupaandoeningen en de opleider c.q. plaatsvervangend opleider


Expiratie De orthopedisch chirurg blijft zich bekwamen op het gebied van het heupgewricht en registreert in GAIA

6 Het conservatief en operatief behandelen van traumatische letsels van het steunen bewegingsapparaat EPA verdieping verplicht en specialisatie facultatief

Specificaties en beperkingen Verdieping Het opvangen van de (multi)trauma patiënt en het initiëren van een behandeling. Het diagnosticeren en het initiëren van de behandeling van de meest frequent voorkomende letsels van het steunen bewegingsapparaat. Regie voeren over de opvang van (poly) trauma patiënten. Herkennen en diagnosticeren, zowel op SEH als traumapoli’s

1. Participeren en regie voeren over opvang van (poly)trauma patiënten 2. Anamnese en speciële anamnese bij traumatische letsels 3. Correct uitvoeren van het lichamelijk onderzoek 4. Correct interpreteren van bevindingen van het lichamelijk onderzoek 5. Aanvragen en interpreteren van röntgenfoto en evt. CT-scan

Conservatieve behandeling

1. Op basis van ‘samen beslissen’ tot gewenste behandeltraject komen in geval van meerder te verdedigen behandelingsmethoden

2. Adequaat de meest voorkomende gipsspalken (onderarm, elleboog, onderbeen) kunnen aanleggen 3. Adequate informatieverstrekking over conservatieve behandeling: vorm, duur, controlemomenten, wanneer X-co,

etc. 4. Adequate dossiervoering ten aanzien van (voortgang) conservatieve behandeltraject


1. Uitleg aan de patiënt en evt. familie over de operatie (WGBO) 2. Uitleg nabehandelingstraject (o.a. duur en inhoud revalidatietraject, belastbaarheid, controlemomenten,

werkhervatting etc. 3. Uitleg mogelijke complicaties 4. Verrichten van de operatie (zie onder)

Relatie tot de competentiegebieden Medisch handelen Communicatie Samenwerking

Professionaliteit Organisatie Maatschappelijk handelen


Medisch handelen

Kent de anatomie en biomechanica van het bewegingsapparaat

Kan een functioneel lichamelijk onderzoek van het bewegingsapparaat verrichten, gericht op het letsel

Kent de mogelijkheden tot en indicaties voor aanvullen onderzoek

Kent en hanteert de relevante (inter)nationale richtlijnen, ook m.b.t. trauma-opvang

Kan een diagnose stellen en behandelplan maken

Erkent het belang van secundaire fractuurpreventie (osteoporosescreening) en de indicaties daartoe

Kan de volgende operatieve behandelingen uitvoeren o Osteosynthese enkelfractuur o Osteosynthese distale radius fractuur o Osteosynthese midschacht radius/ulna fractuur o Osteosynthese olecranonfractuur o Osteosynthese vingerfractuur/MC fractuur, incl. Rolando/Bennet o Osteosynthese humerusschacht fractuur (pen/plaat) o Osteosynthese eenvoudige prox. Humerusfractuur (plaat/PHN) o Osteosynthese clavicula fractuur o Osteosynthese prox. Femurfractuur (DHS, (lange) y-nail, 3 gecann. Schroeven/FNS) o KHP bij mediale collumfractuur o Osteosynthese femurschacht fractuur o Osteosynthese tibiaschacht fractuur (pen/plaat)

Communicatie

Counselt adequaat over de voor en nadelen van operatief vs conservatieve behandeling, complicaties van verschillende behandelmethoden en te verwachten revalidatietraject

Past het principe van ‘shared decision making’ toe bij het opstellen van een behandelplan Samenwerking

Is in staat andere zorgverleners te betrekken in het opstellen van een behandelplan tijdens een multidisciplinaire bespreking of visite.

Werkt adequaat samen met traumachirurgen in de binnenste ring.

Kan adequaat nazorg traject op punt stellen en met fysio bespreken.

Professionaliteit


Zorgt voor adequate verslaglegging t.b.v. verpleegkundige en fysiotherapeutische nabehandeling Organisatie

Organiseert de zorg rondom de patiënt Maatschappelijk handelen

Herkent het belang van fractuurpreventie en zet dit tijdig in

Verplicht cursorisch onderwijs Cursus ATLS

Cursus basis AO of OTC II

Cursus advanced AO of OTC III

Cursus pediatric trauma AO of OTC V


Minimale set:


2x KPB, waarvan 1 over trauma opvang

1x CAT traumatologie



360 graden beoordeling van het team

Voorwaarden EPA polikliniek

EPA peri-/postoperatieve zorg

Minimaal 3 maanden en bij voorkeur 6 maandeling koppeling aan orthopedisch chirurg met aandachtsgebied trauma

Deelname Traumadagen of internationaal traumacongres

Kennis en kunnen verrichten van bovenstaande operatieve procedures

Eindbeoordeling Benodigde administratie minimaal 1 maand op voorhand aanleveren aan de traumaorthopeden

Eindbeoordelingsgesprek met minimaal 1 orthopedisch chirurg met aandachtsgebied trauma en de opleider c.q. plaatsvervangend opleider


Expiratie De orthopedisch chirurg blijft zich bekwamen op het gebied van traumatische letsels en registreert in GAIA

7 Het conservatief en operatief behandelen van aandoeningen aan de wervelkolom EPA verdieping verplicht en specialisatie facultatief

Specificaties en beperkingen Verdieping Het conservatief en (deels) operatief behandelen van de meest voorkomende benigne wervelkolomaandoeningen en eenvoudige fracturen, dislocaties en letsels aan weke delen van de wervelkolom. Conservatieve behandeling:

1. Anamnese en het lichamelijk onderzoek en diagnostiek van de wervelkolom pathologie 2. Aanvragen en interpreteren van beeldvorming 3. Uitleg aan de patiënt over de aandoening/natuurlijk beloop 4. Voorschrijven leefregels 5. Uitleggen analgeticabeleid 6. Uitleggen wel en geen ondersteunende behandeling met fysiotherapie 7. Zo nodig doorverwijzen naar spinale chirurgie centrum

Operatieve behandeling:


Poliklinische vaardigheden

1. Complete anamnese van de patiënt met rugklachten, waarbij de volgende patiënten moeten worden onderscheiden:

o Aspecifieke rugklachten

o Specifieke rugklachten (neurogene claudicatio of een radiculair syndroom)

o Scoliose

o Spondylodiscitis

2. Lege arts lichamelijk onderzoek van de wervelkolom, waarbij ook juist interpretatie van globaal oriënterend

neurologisch onderzoek

3. Adequate diagnostiek: wanneer additioneel onderzoek? En wat is de waarde van dit additioneel onderzoek?

4. Beoordeling van een röntgenfoto, CT en MRI van de lumbale wervelkolom

5. Interpretatie van bevindingen en diagnostiek, met daarbij opzet van behandelplan, waarin volgende punten aan bod

komen:

o Uitleg aan de patiënt over de aandoening/natuurlijk beloop

o Voorschrijven leefregels

o Uitleggen analgeticabeleid

o Uitleggen wel en geen ondersteunende behandeling met fysiotherapie

o Uitleggen wel/geen bracebehandeling

6. De AIOS kent indicatie stelling voor operatieve behandeling van degeneratieve wervelkolom aandoeningen. Kan

patiënt adequaat informeren over operatieve ingreep, risico’s, complicaties, evenals verwachtingen en

nabehandeling.

7. De AIOS moet ook participeren in multidisciplinaire spreekuren:

- gedurende koppeling aanwezig zijn bij het wekelijks multidisciplinair overleg

- ten minste drie keer een combipoli met de neuroloog

- ten minste één keer in indicatie stellend spreekuur met de neurochirurg

- optioneel meelopen met pijnspecialist, poliklinisch maar ook bij de uitvoering wortelblokkades op de POK

SEH/klinisch Hieronder wordt verstaan het in kaart brengen en beoordelen van de acute rug patiënt met:

1. Een wervelfractuur, waarbij aandacht voor classificatie, beoordeling van stabiel versus instabiel, en daarop volgend het vorstellen van het juiste behandelplan.

1. Een wervelmetastase, waarbij aandacht voor classificatie van stabiliteit en neurologie, met daarop volgend het voorstellen van het juiste behandelplan

Relatie tot de competentiegebieden Medisch handelen Communicatie Samenwerking Professionaliteit


Medisch handelen

Kent en hanteert de relevante (intern)nationale richtlijnen

Kent de meest voorkomende degeneratieve, traumatische, infectieuze en neoplastische aandoeningen en deformiteiten van de gehele wervelkolom

Kan op basis van cr, ct en MRI een adequate dd samenstellen

Kan een oriënterend neurologisch onderzoek van extremiteiten uitvoeren

Kent de classificatie en algemene behandeladviezen van (traumatische) aandoeningen van de gehele wervelkolom

Kent verschillende ortheses, korsetten en kan een halo aanleggen voor behandeling of transport

Kent specifieke en non-specifieke infecties van de wervelkolom

Kan infecties diagnosticeren en conservatief behandelen inclusief biopsie van wervels of disci voor bacteriologisch onderzoek

Kan primaire en metastatische tumoren van de wervelkolom diagnosticeren

Kan scoliose bij kinderen en adolescenten diagnosticeren en classificeren

Kent de conservatieve en operatieve opties en indicaties bij scoliose

Kan een conservatieve behandeling met brace initiëren

Kent veel voorkomende degeneratieve afwijkingen zoals cervicale of lumbale hnp, kanaal stenose, spondylolysis en spondylolisthesis en degeneratieve scoliose

Kan onderscheid maken tussen radiculaire en niet radiculaire klachten en herkent symptomen van neurogene claudicatie en myelopathie

Kent de diagnostiek en kan de conservatieve en operatieve behandeling uitvoeren van eenvoudige aandoeningen aan de wervelkolom

Kan de volgende operatieve behandelingen uitvoeren o Posterieure benadering van de thoracolumbale werverkolom (niveau 4) o Transpediculair biopt (niveau 4) o Open pedikelschroef plaatsing (niveau 3-4) o Percutane pedikelschroef plaatsing (niveau 3) o Posterolaterale fusie o Lumbale decompressie o HNP operatie o Cervicale spondylodese

Samenwerken

Neemt adviezen van verpleging, supervisor resp. consulent(en) op in het eigen diagnostisch en therapeutisch handelen (leiderschap)

Is in staat andere zorgverleners te betrekken in het opstellen van een behandelplan tijdens een multidisciplinaire bespreking of visite (leiderschap)

Communicatie

Counselt adequaat over de slagingspercentages, voor- en nadelen, en complicaties van verschillende

behandelmethoden

Past het principe van ‘shared decision making’ toe bij het opstellen van een behandelplan (doelmatigheid) Professionaliteit


Verplicht cursorisch onderwijs CCOC wervelkolom

Basis wervelkolomcursus (MUMC)

Andere wervelkolomcursus of jaarcongres van de Dutch Spine Society Voorwaarden EPA polikliniek

EPA peri-/postoperatieve zorg


Minimale set


1x CAT wervelkolom

4x KPP

360 graden beoordeling

Minimaal 1x per maand aanwezig zijn bij een spondylodese van een lumbaal degeneratieve werkvelkolom

Minimaal 1x per maand te participeren bij de polikliniek van het WKC



Gezien multidisciplinair vakgebied dient de aios ook een beoordeling te verzamelen van neurologen dan wel neurochirurgen betrokken bij het WKC

Eindbeoordeling Benodigde administratie minimaal 1 maand op voorhand aanleveren aan de wervelkolom orthopeden

Eindbeoordelingsgesprek met minimaal 1 orthopedisch chirurg met aandachtsgebied wervelkolom en de opleider c.q. plaatsvervangend opleider


vakgroep

Expiratie De orthopedisch chirurg blijft zich bekwamen op het gebied van de wervelkolom en registreert in GAIA

8 Het conservatief en operatief behandelen van aandoeningen aan de elleboog EPA verdieping en specialisatie facultatief


Verdieping Het conservatief en (deels) operatief behandelen van de meest voorkomende benigne aandoeningen rond de elleboog en eenvoudige fracturen, dislocaties, evenals letsels aan weke delen van de elleboog bij patiënten van 18 jaar en ouder. Specialisatie Het reconstructief en artroscopisch behandelen van complexe aandoeningen rondom de elleboog bij patiënten van 18 jaar en ouder. Conservatieve behandeling:

1. Anamnese, lichamelijk onderzoek en diagnostiek van aandoeningen van de elleboog 2. Aanvragen en interpreteren van beeldvorming 3. Uitleg aan de patiënt over de aandoening/natuurlijk beloop 4. Voorschrijven leefregels 5. Uitleggen analgeticabeleid 6. Uitleggen wel en geen ondersteunende behandeling met fysiotherapie 7. Zo nodig doorverwijzen naar centrum t.a.v. benigne en maligne (tertiair centrum) tumoren, congenitale

aandoeningen, prothesiologie van de elleboog, osteotomiën rond de elleboog Operatieve behandeling:

1. Uitleg aan de patiënt over de operatie (fracturen, arthroscopie en prothesiologie) 2. Uitleg nabehandelingstraject 3. Uitleg mogelijke complicaties 4. Verrichten van de eenvoudige elleboog operatie



Medisch handelen

Kent de (functionele) anatomie, chirurgische benaderingen en relevante biomechanica van de elleboog

Kent de kenmerken van de meest voorkomende aandoeningen aan de elleboog


Kent de stadiëring en algemene behandeladviezen bij degeneratieve veranderingen, neuropathie/entrapment, instabiliteit, infectie en trauma gerelateerde afwijkingen Opleiding tot orthopedisch chirurg (NOV, 2017) v.09.03.2017

Kent de diagnostiek (inclusief beeldvorming) van de meest voorkomende aandoeningen rond de elleboog

Kent de stadiëring en algemene (antibiotische) behandeladviezen bij infecties

Kan een infiltratiebehandeling (zonder of met ondersteunende beeldvorming) uitvoeren

Kan een ontlastende punctie/scopie/tomie (zonder of met beeldvormende ondersteuning) uitvoeren

Kent de anesthesiologische consequenties en vormen van anesthesie

Kan de conservatieve en operatieve behandeling uitvoeren van eenvoudige aandoeningen aan de elleboog

Kent de diagnostiek en kan de conservatieve en operatieve behandeling uitvoeren van complexe aandoeningen aan de elleboog

Communicatie

Counselt adequaat over de slagingspercentages, voor- en nadelen, en complicaties van verschillende behandelmethoden


Neemt adviezen van verpleging, supervisor resp. consulent (en) op in het eigen diagnostisch en therapeutisch handelen (leiderschap)


Professionaliteit


Verplicht cursorisch onderwijs 1x cursus toegesneden op elleboog

2x specialistische cursussen toegesneden op elleboog, waarvan o 1x scopie


EPA polikliniek

EPA peri-postoperatieve zorg

Informatiebronnen om de voortgang Minimale set

te evalueren en verantwoord summatief bekwaam te kunnen verklaren


2x KPB

CAT elleboog


Voorwaardelijke bekwaamverklaring

Eindbeoordeling Benodigde administratie minimaal 1 maand op voorhand aanleveren aan de elleboog orthopeden

Eindbeoordelingsgesprek met minimaal 1 orthopedisch chirurg met aandachtsgebied elleboog en de opleider c.q. plaatsvervangend opleider


Expiratie De orthopedisch chirurg blijft zich bekwamen op het gebied van de elleboog en registreert in GAIA

9 Het conservatief en operatief behandelen van pols- en handaandoeningen EPA verdieping en specialisatie facultatief


Verdieping Het conservatief en (deels) operatief behandelen van de meest voorkomende benigne hand- en polsaandoeningen en eenvoudige fracturen, dislocaties en letsels aan weke delen van pols en hand Specialisatie Het reconstructief en artroscopisch behandelen van complexe pols- en handaandoeningen Conservatieve behandeling:

1. Anamnese en het lichamelijk onderzoek en diagnostiek van de pols en hand pathologie 2. Aanvragen en interpreteren van beeldvorming 3. Uitleg aan de patiënt over de aandoening/natuurlijk beloop 4. Voorschrijven leefregels 5. Uitleggen wel of geen ondersteunende behandeling met fysiotherapie (handtherapie) 6. Gerichte gips en bracebehandeling 7. Zo nodig doorverwijzen naar centrum t.a.v. complexe hand- traumata (reïmplantaties), maligne (tertiair centrum)

tumoren, congenitale aandoeningen en overige complexe handafwijkingen waarvoor gespecialiseerde centra bestaan. Operatieve behandeling:



Vereiste ervaring, kennis, vaardigheden en houding om deze

Medisch handelen

Kent de (functionele) anatomie, chirurgische benaderingen en relevante biomechanica van pols en hand

EPA uit te voeren Kent de kenmerken van de meest voorkomende aandoeningen aan pols en hand


Kent de stadiëring en algemene behandeladviezen bij degeneratieve veranderingen, neuropathie/entrapment, instabiliteit, dupuytren, enthesiopathieën, tendovaginitis stenosans, infectie en trauma gerelateerde afwijkingen

Kent de diagnostiek (inclusief beeldvorming) van de meest voorkomende aandoeningen rond de pols en hand

Kent de stadiëring en algemene (antibiotische) behandeladviezen bij infecties




Kan de conservatieve en operatieve behandeling uitvoeren van eenvoudige aandoeningen aan de pols en hand

Kent de diagnostiek en kan de conservatieve en operatieve behandeling uitvoeren van complexe aandoeningen aan pols en hand

Communicatie



Neemt adviezen van verpleging, supervisor resp. consulent (en)/therapeut(en) op in het eigen diagnostisch en therapeutisch handelen (leiderschap)

Is in staat andere zorgverleners/therapeuten te betrekken in het opstellen van een behandelplan tijdens een multidisciplinaire bespreking of visite (leiderschap)

Professionaliteit


Verplicht cursorisch onderwijs Verplicht cursorisch onderwijs

2x cursus toegesneden op pols/hand, waarvan: o 1x hand o 1x dissectie

2x specialistische cursus toegesneden op pols/hand, waarvan: o 1x hand

o 1x microchirurgie


EPA polikliniek



Minimale set:


2x KPB

2x CAT hand en pols



Totaal 6 maanden pols en hand stage

Eindbeoordeling Benodigde administratie minimaal 1 maand op voorhand aanleveren aan de pols- en hand orthopeden

Eindbeoordelingsgesprek met minimaal 1 orthopedisch chirurg met aandachtsgebied pols- en handaandoeningen en de opleider c.q. plaatsvervangend opleider


vakgroep

Expiratie De orthopedisch chirurg blijft zich bekwamen op het gebied van de pols en hand en registreert in GAIA

10 Het conservatief en operatief behandelen van voeten enkelaandoeningen EPA verdieping en specialisatie facultatief

Specificaties en beperkingen

Verdieping Het herkennen en diagnosticeren, en conservatief of (deels) operatief behandelen van de meest voorkomende voeten enkelpathologie Herkennen en diagnosticeren

1. Anamnese en speciële anamnese bij voeten enkelpathologie 2. Correct uitvoeren van het lichamelijk onderzoek 3. Correct interpreteren van bevindingen van het lichamelijk onderzoek 4. Aanvragen en interpreteren van aanvullende diagnostiek met aandacht voor “zinnig en zuinig” 5. Uitleg aan de patiënt over de aandoening/ beloop


1. Voorschrijven hulpmiddelen (orthose, schoenaanpassing, gipsbehandeling) 2. Specificeren van hulpvraag aan schoenmaker en gipsmeester


1. Uitleg aan de patiënt over de operatie 2. Uitleg nabehandelingstraject (o.a. duur en inhoud revalidatietraject) 3. Uitleg mogelijke complicaties 4. Verrichten van de operatie

Relatie tot de competentiegebieden Medisch handelen Communicatie Samenwerking Professionaliteit Organisatie Maatschappelijk handelen


Medisch handelen

Kent de anatomie en biomechanica van de onderste extremiteit in algemene zin en van voet/enkel specifiek

Kan een functioneel lichamelijk onderzoek van het bewegingsapparaat verrichten, gericht op de aandoening en

bewegingsbeperking

Kent de mogelijkheden tot en indicaties voor aanvullend onderzoek

Kent en hanteert de relevante (inter)nationale richtlijnen

Is op de hoogte van anesthesiologische methoden om behandeling zo comfortabel en efficiënt mogelijk te kunnen uitvoeren

Kan een diagnose stellen en behandelplan maken.

Kan operatieve behandelingen uitvoeren Communicatie

Counselt adequaat over de slagingspercentages, voor en nadelen en complicaties van verschillende behandelmethoden


Samenwerking

Is in staat andere zorgverleners te betrekken in het opstellen van een behandelplan.

Kiest zo nodig voor multidisciplinaire aanpak van probleem (revalidatie, vaatchirurgie, reumatologie) Professionaliteit


Organisatie

Organiseert de zorg rond de patiënt Maatschappelijk handelen

Registreert de context van de klachten van de patiënt, o.a. op het gebied van arbeid, sport en hobby. Neemt deze mee in het maken van een behandelplan.

Kan vanuit doelmatigheid en kostenperspectief een goede balans vinden ten aanzien van keuze/selectie van aanvullend onderzoek (doelmatigheid)

Verplicht cursorisch onderwijs Voet en enkelcursus DFAS / EFAS

Advanced Trauma cursus (AO / OTA)

Dissectiecursus voet-enkel (regionaal georganiseerd vanuit MUMC)

Voorwaarden Bekwaamverklaring voor

EPA polikliniek


Minimaal 3 maanden koppeling aan orthopedisch chirurg met aandachtsgebied voeten enkelchirurgie

Deelname EFAS – DFAS congres

Kennis en (deels) kunnen verrichten van operatieve procedures: (arthroscopische) enkel artrodese, triple artrodese, holvoetcorrectie gewrichtssparend, hallux rigidus (prothese en arthrodese), hallux valgus, afwijkingen van de overige tenen. Traumabehandeling: Lisfrancletsel, calcanusfractuur, enkelfracturen, metatarsalia, phalangen


Minimale set

Observaties van behandelingen door orthopedisch chirurg

10x KPB voet/enkel

1 CAT op voet-enkel gebied

10 voorvoetoperaties (niveau 4)

5 achtervoetoperaties (niveau 3-4)

Stagebeoordeling



Eindbeoordeling Benodigde administratie minimaal 1 maand op voorhand aanleveren aan de voeten enkel orthopeden

Eindbeoordelingsgesprek met minimaal 1 orthopedisch chirurg met aandachtsgebied voeten enkelaandoeningen en de opleider c.q. plaatsvervangend opleider


vakgroep

Expiratie De orthopedisch chirurg blijft zich bekwamen op het gebied van voeten enkel en registreert in GAIA

10 Het conservatief en operatief behandelen van de schouder, schoudergordel en bovenarm EPA verdieping en specialisatie facultatief

Specificaties en beperkingen

Verdieping Het conservatief en operatief behandelen van de meest voorkomende benigne aandoeningen aan de schouder/schoudergordel bij patiënten van 18 jaar en ouder. Herkennen en diagnosticeren

1. Anamnese en speciële anamnese bij klachten van de schouder en bovenarm 2. Correct uitvoeren van het lichamelijk onderzoek van de schouder en CWK 3. Herkennen van psychosociale en werk gerelateerde factoren gerelateerd aan klachten van de schouder 4. Correct interpreteren van bevindingen van het lichamelijk onderzoek. Vooral differentiatie van evt. problemen te

verklaren vanuit CWK. 5. Aanvragen en interpreteren van röntgenfoto, echo en MRI/MRA van schouder 6. Uitleg aan de patiënt over de aandoening/ beloop


1. Voorschrijven leefregels 2. Uitleg t.a.v. evt. analgeticabeleid 3. Indiceren en uitvoeren van evt. infiltraties van de schouder (SA, AC, bicepspees) 4. Specificeren van hulpvraag aan fysiotherapeut 5. Zo nodig doorverwijzen naar centrum t.a.v. speciële orthopedie (maligniteit)


1. Uitleg aan de patiënt over de operatie 2. Uitleg nabehandelingstraject (o.a. duur en inhoud revalidatietraject, moment return to work/sport) 3. Uitleg mogelijke complicaties 4. Verrichten van de operatie

Relatie tot de competentiegebieden Medisch handelen Communicatie Samenwerking Professionaliteit Kennis en wetenschap Organisatie

Maatschappelijk handelen


Medisch handelen

Kent de anatomie en biomechanica van de schouder en bovenarm

Kan een functioneel lichamelijk onderzoek van de schouder en CWK verrichten



Kan een diagnose stellen en behandelplan maken, waarbij de complexiteit van de aandoening een eventuele doorverwijzing kan suggereren


Kent de oorzaak, de stagering en het herstel/behandeladvies van schouderproblemen

Kent de behandelmogelijkheden van de diverse fysiotherapeuten, en is in staat gericht te verwijzen

Kent primaire en secundaire preventie van werkgerelateerde letsels

Kent de eisen voor werken of sporthervatting



Kan de conservatieve en operatieve behandeling van eenvoudige aandoeningen aan schouder en bovenarm uitvoeren

Kan operatieve behandelingen uitvoeren Communicatie

Counselt adequaat over de slagingspercentages (o.a. sporthervatting), voor en nadelen, en complicaties van verschillende behandelmethoden


Samenwerken

Neemt adviezen van verpleging, supervisor respectievelijk consulent(en) op in het eigen diagnostisch en therapeutisch handelen (leiderschap)


Professionaliteit


Organisatie


Informeert naar werken sport gerelateerde klachten

Verplicht cursorisch onderwijs Cursus arthroscopie van de schouder (NVA)

Advanced schouder scopie (NVA)

Dissectiecursus schouder (toegangschirurgie, BELG)

Prothesiologie cursus schouder


EPA polikliniek


Deelname aangewezen fysiopraktijk

Minimaal 3 maanden koppeling aan orthopedisch chirurg met aandachtsgebied schouder

Deelname SECEC congres

Deelnemen BELG bijeenkomsten

Kennis en (deels) kunnen verrichten van operatieve procedures: arthroscopische neerplastiek, arthroscopische laterale clavicularesectie, AC repair, arthroscopische labrum repair, open Latarjet, schouderprothese (reversed/anatomisch/hemi), proximale humerus fractuur


Minimale set


20x KPB

360 graden beoordeling aangewezen fysiopraktijk

Stagebeoordeling



Eindbeoordeling Benodigde administratie minimaal 1 maand op voorhand aanleveren aan de schouder orthopeden

Eindbeoordelingsgesprek met minimaal 1 orthopedisch chirurg met aandachtsgebied schouderaandoeningen en de opleider c.q. plaatsvervangend opleider


vakgroep

Expiratie De orthopedisch chirurg blijft zich bekwamen op het gebied van de schouder en bovenarm en registreert in GAIA

12 Het conservatief en operatief behandelen van sport- en bewegingsgerelateerde letsels EPA verdieping en specialisatie facultatief

Specificaties en beperkingen Verdieping Het herkennen en diagnosticeren, en conservatief of (deels) operatief behandelen van de meest voorkomende sport gerelateerde orthopedische letsel bij patiënten jonger dan 50 jaar. Herkennen en diagnosticeren

1. Anamnese en speciële anamnese bij sportgerelateerde letsels 2. Correct uitvoeren van het lichamelijk onderzoek (vooral knie, schouder en enkel) 3. Herkennen van ketenproblematiek bij een sporter 4. Correct interpreteren van bevindingen van het lichamelijk onderzoek 5. Aanvragen en interpreteren van röntgenfoto en MRI/MRA van schouder, knie en enkel 6. Uitleg aan de patiënt over de aandoening/het beloop


1. Specificeren van hulpvraag aan fysiotherapeut 2. Zo nodig doorverwijzen naar centrum t.a.v. speciële orthopedie (kraakbeentransplantatie)


1. Uitleg aan de patiënt over de operatie 2. Uitleg nabehandelingstraject (o.a. duur en inhoud revalidatietraject, moment return to sport) 3. Uitleg mogelijke complicaties 4. Verrichten van de operatie

Relatie tot de competentiegebieden Medisch handelen Communicatie Samenwerking Professionaliteit Organisatie Maatschappelijk handelen


Medisch handelen

Kent de anatomie biomechanica van het bewegingsapparaat

Kan een functioneel lichamelijk onderzoek van het bewegingsapparaat verrichten, gericht op de blessure en bewegingsbeperking



Kan een diagnose stellen en behandelplan maken, waarbij de complexiteit van de aandoening een eventuele doorverwijzing kan suggereren

Kent de oorzaak, de stagering en het herstel/behandeladvies van overbelastings- en sportletsels

Kent de behandelmogelijkheden van de diverse fysiotherapeuten en is in staat gericht te verwijzen

Kent primaire en secundaire preventie van sport

Kent de eisen voor sporthervatting

Kan operatieve behandeling uitvoeren Communicatie


Past het principe van ‘shared decision making’ toe bij het opstellen van een behandelplan (doelmatigheid) Samenwerken


Professionaliteit


Organisatie


Informeert naar sportactiviteiten en arbeidsgerelateerde klachten

Verplicht cursorisch onderwijs Cursus arthroscopie van de knie (NVA)

Advanced knie arthroscopie (NVA)

Cursus arthroscopie van de schouder (NVA)

Advanced schouder scopie (NVA)

Dissectiecursus schouder (toegangschirurgie, BELG)


EPA polikliniek


Deelname aangewezen fysiopraktijk

Minimaal 3 maanden koppeling aan orthopedisch chirurg met aandachtsgebied sportletsels

Deelname ESSKA en/of SECEC congres

Kennis en (deels) kunnen verrichten van operatieve procedures; arthroscopische meniscectomie, arthroscopische meniscopexie, microfracture, mozaiëkplastiek, VKB reconstructie, AKB reconstructie, reconstructie postlaterale hoek, herstel patella instabiliteit, AC repair, scopische labrum repair en open Latarjet


Minimale set


20x KPB sport

360 graden beoordeling aangewezen fysiopraktijk

Stagebeoordeling



Eindbeoordeling Benodigde administratie minimaal 2 maanden op voorhand aanleveren aan de sportorthopeden

Eindbeoordelingsgesprek met minimaal 2 orthopedische chirurgen met aandachtsgebied sportletsels


Expiratie De orthopedisch chirurg blijft zich bekwamen op het gebied van sport- en bewegingsgerelateerde aandoeningen en registreert in GAIA

13 Het conservatief en operatief behandelen van kinderen met orthopedische afwijkingen EPA basis en verdieping

Specificaties en beperkingen Basis Het onderkennen en gericht behandeling of verwijzing inzetten van kinderorthopedische afwijkingen Verdieping Het conservatief behandelen van de meest voorkomende kinderorthopedische afwijkingen Conservatieve behandeling:

1. Heteroanamnese en het lichamelijk onderzoek en diagnostiek van het kind 2. Aanvragen en interpreteren van beeldvorming 3. Uitleg aan de patiënt en diens ouders/begeleiders over de aandoening/natuurlijk beloop 4. Voorschrijven leefregels 5. Uitleggen wel of geen ondersteunende behandeling met fysiotherapie 6. Gerichte gips en bracebehandeling 7. Zo nodig doorverwijzen naar kinderorthopeed


1. Anamnese en het lichamelijk onderzoek en diagnostiek van het kind 2. Aanvragen en interpreteren van beeldvorming 3. Uitleg aan de patiënt en diens ouders/begeleiders over de operatie 4. Uitleg nabehandelingstraject 5. Uitleg mogelijke complicaties 6. Verrichten van de operatie

Relatie tot de competentiegebieden Medisch handelen Communicatie Samenwerking Professionaliteit Maatschappelijk handelen


Medisch handelen

Herkent fysiologische grenzen bij het ontwikkelende een kind, inclusief de neurologische

Herkent de meest voorkomende kinderorthopedische pathologie, inclusief de syndromale aandoeningen


Weet wanneer patiënt door te sturen naar een kinderorthopeed

Kent de diagnostiek (inclusief beeldvorming) van de meest voorkomende kinderorthopedische afwijkingen

Kan een conservatieve behandeling voor de meest voorkomende kinderorthopedische afwijkingen initiëren

Kan de juiste braces en gipsbehandelingen voorschrijven

Kent het postoperatief beleid bij operatieve behandelingen bij kinderen Specifieke ziektebeelden die in Zuyderland aan bod (kunnen) komen waar bovenstaande van toepassing is

Heupafwijkingen bij het kind o Heupdysplasie o Ziekte van (Legg-Calve) Perthes o Epifysiolyse (SCFE)

Ru afwijkingen bij het kind o Scoliose o Ziekte van Scheurmann o Spondylolysis en –listhesis

Knieafwijkingen bij het kind o Stand- en lengteafwijkingen van het been o Osteochondritis Dissecans o Pattelofemorale aandoeningen

Bottumoren o Benigne en maligne afwijkingen van het bot

Voetafwijkingen o Klompvoet o Calcaneovalgus o Platvoeten o Juveniele hallux valgus

Traumatologie o Onderarm- en elleboogfracturen o Onderbeenletsels o Femurfracturen o Handletsels

Communicatie

Past taalgebruik aan bij de leefwereld van het kind

Nodigt uit tot ouderen kind participatie

Bouwt effectieve behandelrelaties met patiënt en diens ouders/begeleiders op





Verwijst adequaat naar kinderorthopeed, kinderrevalidatiearts, kinderneuroloog, kinderarts en/of andere collegae

Werkt samen met ouders/ verzorgers tijdens de behandeling van het kind Professionaliteit

Kent grenzen van eigen kunnen, verwijst tijdig door indien nodig Maatschappelijk handelen

Is in staat om signalen van kindermishandeling te onderscheiden en te benoemen

Verplicht cursorisch onderwijs CCOC kinderorthopedie


EPA polikliniek EPA peri/post operatieve zorg

Minimaal 3 maanden koppeling aan orthopedisch chirurg met aandachtsgebied kinderorthopedie

3 meeloopdagen op polikliniek en afdeling kindergeneeskunde

Bezoek kinderorthopedische schoenmaker en instrumentmaker

Kennis en (deels) kunnen verrichten van operatieve procedures: (on)bloedige repositie en fixatie van kinderfracturen, verwijderen exostosen

Informatiebronnen om de voortgang te evalueren en verantwoord

Minimale set


summatief bekwaam te kunnen verklaren

2x KPB uit bovenstaande ziektebeelden

CAT Kinderorthopedie



Eindbeoordeling Benodigde administratie minimaal 2 maanden op voorhand aanleveren aan de kinderorthopeden

Eindbeoordelingsgesprek met orthopedische chirurgen met aandachtsgebied kinderorthopedie

EPA bespreking binnen de maatschap → Eindbeoordeling afhankelijk van aangeleverde administratie, eindbeoordelingsgesprek en bespreking binnen

vakgroep

Expiratie De orthopedisch chirurg blijft zich bekwamen op het gebied van kinderorthopedie en registreert in GAIA

14 Het diagnosticeren en initiëren van de behandeling van boten weke delen tumoren van het steunen bewegingsapparaat EPA verdieping en specialisatie facultatief

Specificaties en beperkingen Verdieping Het kunnen diagnosticeren en initiëren van de behandeling van patiënten met een boten/of wekedelen tumor, waarbij nauw contact wordt gehouden met een tertiair centrum en/of de Nederlandse Commissie voor Beentumoren. Diagnostiek en begeleiding van de patiënt:

1. Anamnese, lichamelijk onderzoek en diagnostiek van benigne aandoeningen van bot en weke delen 2. Aanvragen en interpreteren van beeldvorming 3. Uitleg aan de patiënt over de aandoening/natuurlijk beloop 4. Uitleg aan patiënt over de verschillende mogelijke conservatieve / minimaal invasieve technieken, (RFA,

Depomedrol, Etoxysclerol injectie) hun prognose en complicaties 5. Uitleggen wel en geen ondersteunende behandeling met fysiotherapie 6. Zo nodig doorverwijzen naar centrum t.a.v. benigne en maligne (tertiair centrum) tumoren


1. Uitleg aan de patiënt over de operatie: de chirurgische en adjuvante behandeling/resectie, de functionele gevolgen en de reconstructie

2. Uitleg nabehandelingstraject 3. Uitleg mogelijke complicaties 4. Uitvoeren van ingrepen aan benigne en laaggradig maligne laesies



Medisch handelen

Herkent bot en weke delen tumor als afwijkend bij anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek

Kent maligne aandoeningen (‘rode vlag’) aan bot en weke delen

Kan laesie indelen als benigne, intermediair (onzeker) of maligne

Kent de diagnostiek (inclusief beeldvorming) van de meest voorkomende benigne aandoeningen


Kan een behandeling initiëren van benigne en maligne boten weke delen tumoren, en metastasen

Weet hoe en met welke overdracht door te verwijzen naar tertiair centrum

Weet hoe door te verwijzen naar de Nederlandse Commissie voor Beentumoren (alleen beeldvorming of gehele casus)

Samenwerken



Verwijst adequaat naar een tertiair centrum Communicatie


Past het principe van ‘shared decision making’ toe bij het opstellen van een behandelplan (doelmatigheid)

Doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag over patiënten casus aan collega’s Professionaliteit


Denkt na over ‘end of life’ vraagstukken, behandelt niet alles wat mogelijk is en beperkt defensieve geneeskunde (doelmatigheid)

Verplicht cursorisch onderwijs CCOC oncologie


Minimale set:


2x KPB: o Legt behandelplan uit aan patiënt met bottumor o Samenwerking met centrum voor de behandeling van bottumoren

CAT oncologie



Eindbeoordeling

Expiratie De orthopedisch chirurg blijft zich bekwamen op het gebied van tumoren en bot en weke delen en registreert in GAIA

Kwaliteitsbeleid en PDCA-cyclus medische (vervolg)opleidingen

Zuyderland Medisch Centrum

Zorg.Samen.Beter.

Pagina 2 van 10 PDCA-cyclus Medische (vervolg)opleidingen

Inhoud

1. Inleiding ........................................................................................................................................... 3

2. Kwaliteitsbeleid en PDCA cyclus medische (vervolg)opleidingen ................................................... 3

3. Actoren m.b.t. opleidingskwaliteit .................................................................................................. 5

4. Kwaliteitsinstrumenten ................................................................................................................... 6

5. Dashboard ....................................................................................................................................... 9

6. Slotwoord ........................................................................................................................................ 9

Auteurs

Sanne Mekel, MSc, afdelingshoofd Medische Opleidingen Drs. Sandra Reijntjens, beleidsadviseur Medische Opleidingen Jessy Scholtes, beleidsmedewerker Zuyderland Academie/secretaris COC Zuyderland Academie: [email protected] Laatste update: januari 2019

mailto:[email protected]


1. Inleiding ‘Continu Verbeteren’, een ‘goed opleidingsklimaat’ én ‘kwaliteit van opleiden’ zijn sleutelwoorden die centraal staan bij de modernisering van de medische (vervolg)opleidingen. Evalueren en monitoren van de kwaliteit van opleidingen worden steeds belangrijker. Om deze kwaliteit goed te kunnen bewaken, is er in Zuyderland Medisch Centrum voor alle medische (vervolg)opleidingen een kwaliteitscyclus ontwikkeld. Het uiteindelijke doel van deze kwaliteitscyclus is excellente kwaliteit van patiëntenzorg door optimale kwaliteit en inhoud van de medische (vervolg)opleiding.

2. Kwaliteitsbeleid en PDCA cyclus medische (vervolg)opleidingen Om richting te geven aan de kwaliteitszorg in de medische opleidingen wordt het rapport Scherpbier 2.0 gezien als een belangrijk visiedocument. Scherpbier 2.0 is een geactualiseerde versie van het eerdere rapport dat geschreven is vanuit de wens van de overheid om aan de hand van concrete kwaliteitsindicatoren te komen tot een objectief en meer transparant kwaliteitsoordeel over de vervolgopleiding. Het rapport is gebaseerd op de visie dat kwaliteitszorg een systeem is van continue kwaliteitsverbetering van een lerende organisatie of professional die zelf streeft naar maximale kwaliteit door voortdurende verbetering van de vervolgopleiding (Scherpbier et al., 2015). De visie uit dit rapport sluit nauw aan bij de visie en ambities van Zuyderland. Zuyderland wil niet ‘gewoon goed’ opleiden maar zichzelf steeds verder verbeteren om de ‘best mogelijke opleidingskwaliteit’ te realiseren. Dat past ook bij een gefuseerd topklinisch opleidingsziekenhuis welk enerzijds zijn fundament vindt in het oudste opleidingsziekenhuis van Nederland (locatie Heerlen) en anderzijds het ziekenhuis van de toekomst (locatie Sittard-Geleen). Continue verbeteren als leidraad In interne kwaliteitszorg draait het niet zozeer om meetmomenten, maar des te meer om wat er wordt gedaan met deze uitkomsten om de opleidingen continue te verbeteren. Scherpbier spreekt niet van ‘vinken’ maar van ‘vonken’ en schrijft hierover in het rapport 2.0: ‘Het interne kwaliteitssysteem is onderdeel van de dagelijkse praktijkvoering, waarbij verbeteringen zichtbaar zijn voor alle betrokkenen’. Opleidingen worden geacht een verbeterplan te maken als vervolg op de resultaten van diverse kwaliteitsbeoordelingen. Daarbij is niet de omvang van de cyclus of het aantal meetmomenten van belang, maar het cyclische karakter ervan en de geconstateerde verbeterpunten. Het uiteindelijke doel van het systeem is optimale kwaliteit van patiëntenzorg door optimale kwaliteit en inhoud van de vervolgopleiding”. De basis voor het uitvoeren van kwaliteitszorg is daarom deze PDCA cyclus. De afdeling Medische Opleidingen, onderdeel van Zuyderland Academie, heeft daarom in nauwe samenwerking met de Centrale OpleidingsCommissie (COC) de PDCA-cyclus rondom de medische opleidingen kritisch (her)beoordeeld en geactualiseerd. Dit heeft onder andere geleid tot een verdere aanscherping van de ‘check’ en ‘act’-fase binnen de PDCA. Deze geactualiseerde PDCA-cyclus is gericht op het stimuleren en bewaken van een veilig, stimulerend en zo optimaal mogelijk opleidingsklimaat dat onderdeel is van de dagelijkse praktijkvoering waarbij verbeteringen ook direct zichtbaar zijn voor alle betrokkenen. Het doel van deze geactualiseerde PDCA-cyclus is om ‘verbeteren als een meer continu proces’ te zien; waarbij we de lat telkens hoger leggen, met als einddoel een nóg sterker


opleidings- en leerklimaat binnen Zuyderland Medisch Centrum, voelbaar en zichtbaar op alle opleidingslocaties. We streven niet alleen naar het bieden van excellente zorg, maar ook naar een ‘leading’ positie voor wat betreft opleiden, zowel binnen Onderwijs en OpleidingsRegio ZuidOost Nederland (OORZON) alsook in Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ) verband. De PDCA-cyclus medische (vervolg)opleidingen Zuyderland Academie is een cyclus van 5 jaar, gebaseerd op een opleidingserkenning van 5 jaar. Indien er sprake is van een kortere erkenning dan de genoemde 5 jaar, zal de cyclus qua duur en inhoud hierop worden afgestemd en wordt maatwerk geleverd. Binnen ieder jaar van erkenning vindt tevens een cyclus van activiteiten plaats met een PDCA-ritme. Zoals in onderstaand schema te zien is, wordt er jaarlijks (digitaal) een D-rect enquête afgenomen en wordt jaarlijks door de opleidingsgroepen gerapporteerd over 5 speerpunten in de Kwaliteitscyclus COC/Zuyderland Academie. In jaar 2 en 4 vindt er een MCTQ enquête (een afgeleide van de landelijke SETQ) plaats. Als voorbereiding op de externe visitatie vindt in jaar 4 een interne visitatie plaats. Jaarlijks vindt het zogenaamde ‘jaargesprek’ plaats tussen de (plaatsvervangend) opleider, aios vertegenwoordiger Zuyderland Academie, COC en RVE management om te reflecteren en de voortgang te bespreken inzake alle verbeteren speerpunten voortkomend uit interne- en externe visitaties, de kwaliteitscyclus COC en de diverse meetinstrumenten (D-rect, MCTQ, exit enquête etc.). De PDCA-cyclus is hiermee onderdeel van de dagelijkse praktijkvoering, waarbij verbeteringen zichtbaar zijn voor alle betrokkenen. De nadruk ligt op het cyclisch karakter en geldt voor iedere opleidingsgroep binnen Zuyderland MC.


PDCA cyclus medische (vervolg)opleidingen Zuyderland Medisch Centrum

3. Actoren m.b.t. opleidingskwaliteit De kwaliteit van de medische (vervolg)opleidingen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van diverse actoren. Naast de opleider en opleidingsgroep, AIOS, COC, RvB en Zuyderland Academie is in deze nieuwe opzet ook nadrukkelijk het verantwoordelijke RVE management en het Medisch Specialistisch Bedrijf meer betrokken bij de stimulering van de verbetercultuur. Het rapport Scherpbier 2.0 onderscheidt zes actoren die vanuit hun eigen verantwoordelijkheid een bijdrage leveren aan de zorg voor kwaliteit van de vervolgopleiding (https://www.knmg.nl/opleiding-herregistratie-carriere/cgs/themas-projecten/scherpbier-2.0.htm):

Jaar 1

Jaarlijkse speerpunten

D-rect

Jaargesprek

Exit-enquête

Jaar 2


D-rect

Jaargesprek

Exit-enquête

MCTQ

Rapportage aan RGS/ registratie-commissie

Jaar 3


D-rect

Jaargesprek

Exit-enquête

Jaar 4


D-rect

Jaargesprek

Exit-enquête

MCTQ

Interne opleidings-visitatie

Jaar 5


D-rect

Jaargesprek

Exit-enquête

Externe opleidings-visitatie


- Arts-assistent in opleiding tot specialist (aios): mede verantwoordelijk voor een goede opleiding en draagt daar door middel van een proactieve houding aan bij. Onder andere door deel te nemen aan kwaliteitsmetingen, suggesties te geven voor en participatie aan verbetertrajecten en bij te dragen aan het ontwikkelen en implementeren van innovaties in de opleiding. De aios draagt zowel individueel als in groepsverband bij aan een goede opleiding en aan de optimalisering van het opleidingsklimaat;

- Opleider en opleidingsgroep: verantwoordelijk voor het vormgeven en evalueren van de opleiding in de dagelijkse praktijk. Ze zorgen voor een gedeelde visie op opleiden, waarbij aios-en worden opgeleid tot bevlogen professionals die het beoefenen van de state of art geneeskunde combineren met het zijn van een goede professional, life long learner en goede communicator;

- COC: geeft vorm aan het kwaliteitsbeleid binnen de instelling en bevordert continue de kwaliteit en innovatie van de medische (vervolg)opleidingen;

- Raad van Bestuur: is eindverantwoordelijk voor een goede kwaliteit van opleiden binnen de instelling en voert een actief beleid om de kwaliteit van de opleidingen te optimaliseren. De Raad van Bestuur ontwikkelt en draagt de instellingsbrede visie op opleiden uit, creëert hiervoor de randvoorwaarden en voert deze in concreet beleid uit, d.w.z. met een integrale lijnverantwoordelijkheid voor het RVE management en Zuyderland Academie als centrale RVE voor opleiden, onderwijs en onderzoek.

- Cluster (of regionale opleiding): zorgt voor afstemming tussen de opleidingsonderdelen van de verschillende instellingen, borgt dit en bewaakt de kwaliteit van het gehele opleidingstraject;

- OORZON: zorgt als instellings-overstijgend orgaan voor eventuele afstemming over opzet, uitvoering en instrumentarium van kwaliteitszorg, afstemming van DOO-cursussen en eventuele horizontale visitaties ( in overleg met clusters).

4. Kwaliteitsinstrumenten Om de kwaliteit van de opleiding te beoordelen en te objectiveren, worden verschillende kwaliteitsinstrumenten en indicatoren gebruikt waardoor een integraal beeld van de opleiding ontstaat. Een kwaliteitsoordeel kan niet gebaseerd worden op geïsoleerde metingen, maar moet uitgaan van een cyclische evaluatie die in onderlinge samenhang wordt bezien. De kwaliteitsinstrumenten zijn een middel om feedback te genereren over de opleiding om deze vervolgens verder te kunnen optimaliseren. In de PDCA–cyclus medische (vervolg)opleidingen van Zuyderland MC wordt gebruik gemaakt van de volgende kwaliteitsinstrumenten: • D-rect: De Dutch Residency Educational Climate Test (D-RECT) is een gevalideerde vragenlijst die

informatie biedt over het opleidingsklimaat van een medische vervolgopleiding vanuit het perspectief van de aios. Dit instrument geeft een indicatie over hoe de aios op het moment dat de vragenlijst wordt afgenomen de opleiding waarderen op onderdelen als kwaliteit van de supervisie, feedback en toetsing. Bij Zuyderland MC wordt jaarlijks deze D-rect uitgezet bij alle opleidingsgroepen met 5 of meer a(n)ios. Voor de kleine(re) opleidingsgroepen, d.w.z. < 5 a(n)ios, vindt er jaarlijks een gesprek plaats tussen de decaan en het afdelingshoofd (of beleidsadviseur) Medische Opleidingen met de a(n)ios van de kleine(re) opleidingsgroepen,


waarbij de vragenlijst van de D-rect als leidraad wordt gehanteerd. Nieuw is dat de resultaten door de decaan en/of (plv) voorzitter COC en het afdelingshoofd (of beleidsadviseur) medische opleidingen besproken worden in het jaargesprek met zowel de (plaatsvervangend) opleider, aios vertegenwoordigers als het RVE management zodat er ieder jaar verbeterpotentieel uitgezet kan (en dus ook dient te) worden. Zodoende wordt de lat jaarlijks hoger gelegd ten behoeve van een zo optimaal mogelijk opleidings- en leerklimaat.

• MCTQ: de Maastricht Clinical Teaching Questionnaire (MCTQ) is een evidence-based instrument en afgeleide van de landelijke SETQ, dat gericht is op het verzamelen van concrete feedback voor individuele opleiders. De focus binnen de MCTQ ligt op de volgende competenties van de supervisor: Bereikbaarheid en Veilig Leerklimaat, Rolmodel, Coaching, Articulatie van en Reflectie op Kennis en Kunde, Exploratie (Formulering van Leerdoelen). De MCTQ is een generieke lijst en kan worden toegepast binnen alle specialismen. Binnen de PDCA- cyclus medische (vervolg)opleidingen wordt de MCTQ enquête in jaar 2 en jaar 4 uitgezet bij opleidingsgroepen met 5 of meer a(n)ios.

• Exit-enquête: de exit enquête wordt door de afdeling P&O uitgezet onder alle arts-assistenten

die uit dienst gaan of hun opleiding hebben voltooid. Deze enquête heeft een vrijwillig karakter. Periodiek vindt er een terugkoppeling plaats door het afdelingshoofd (of beleidsadviseur) Medische Opleidingen naar de opleider en plaatsvervangend opleider. Bij uitschieters wordt er contact opgenomen met de opleider, plaatsvervangend opleider en het desbetreffende RVE management en, afhankelijk van de inhoud, worden er concrete acties uitgezet ter verbetering. Op verzoek van alle actoren, kan er een exitinterview met de aios gehouden worden, welke afgenomen wordt door de vertrouwenspersonen van Zuyderland Academie (decaan Zuyderland Academie en afdelingshoofd Medische Opleidingen).

• Jaarcyclus COC/ Zuyderland Academie: Jaarlijks worden ten behoeve van de jaarcyclus door de

COC 2 algemene speerpunten geformuleerd voor alle medische (vervolg)opleidingen en formuleert iedere opleidingsgroep afzonderlijk drie individuele speerpunten voor zijn eigen vakgroep. De focus ligt hierdoor zowel op overkoepelende aandachts-/ verbeterpunten voor alle vakgroepen als individuele aandachts-/ verbeterpunten binnen de verschillende vakgroepen. Q1 2018 zal over de verbeterpunten en/ of speerpunten van 2017 door de opleidingsgroepen terug worden gerapporteerd.

Interne opleidingsvisitatie: De interne opleidingsvisitatie (ook wel proefvisitatie genoemd), uitgevoerd door 2 (plaatsvervangend) opleiders afgevaardigd vanuit de COC, het afdelingshoofd (of beleidsadviseur) Medische Opleidingen vanuit Zuyderland Academie en 1 arts-assistent van een andere vakgroep afgevaardigd door ZuydAss (arts-assistentenvereniging), is een voorbereiding op de externe opleidingsvisitatie. Deze interne opleidingsvisitatie vindt bij voorkeur 12 maanden vóór de expiratiedatum van de opleidingserkenning plaats. Als uitgangspunt bij de interne opleidingsvisitatie geldt de informatie uit het lokale opleidingsplan (LOP), de besluiten van de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS) n.a.v. de laatste externe visitatie, de rapportage(s) van de vakgroep aan de RGS, de resultaten uit de verschillende meetinstrumenten (D-rect en MCTQ), het jaargesprek met RVE management, (plaatsvervangend) opleider en aiosvertegenwoordiger, en de Jaarcyclus COC/ Zuyderland Academie. Daarnaast worden de resultaten van de D-rect en MCTQ besproken. De uitkomsten van de interne opleidingsvisitatie worden in een verslag vastgelegd, waarbij


aandachtspunten/verbeterpunten worden geformuleerd. Het verslag van de interne opleidingsvisitatie wordt besproken in het DB COC.

• Rapportage voorwaarden, zwaarwegende adviezen en aanbevelingen: Over de voorwaarden, zwaarwegende adviezen (en aanbevelingen) voortkomend uit de externe opleidingsvisitatie dient de opleidende vakgroep binnen de door de RGS/registratiecommissie bepaalde termijn te rapporteren, met een terugkoppeling naar de COC en Zuyderland Academie. Deze voorwaarden en zwaarwegende adviezen worden tevens opgenomen in Itask, een Zuyderlandbreed verbeterregister, waardoor opleiden integraal verbonden is met de lijnverantwoordelijkheid binnen de RVE’s.

• Jaargesprek inzake de opleiding: De decaan en/of voorzitter COC en het afdelingshoofd Medische Opleidingen voeren 1x per jaar een jaargesprek met de (plaatsvervangend) opleider, aios vertegenwoordiger en het RVE management om te reflecteren op, en de voortgang te bespreken inzake alle verbeteren speerpunten m.b.t. de opleiding van de desbetreffende vakgroep. Hier vormen het lokaal opleidingsplan (LOP), de voorwaarden, zwaarwegende adviezen (en aanbevelingen) van de RGS, de rapportage(s) van de vakgroep aan de RGS hierover, de kwaliteitscyclus COC/ Zuyderland Academie en de resultaten van de diverse meetinstrumenten, de basis voor dit jaargesprek. Om de voortgang centraal te bewaken en het RVE-management volledig te informeren worden alle verbeteren speerpunten voortkomend uit externe visitaties conform de huidige werkwijze van de RVE Kwaliteit, Veiligheid & Bedrijfsvoering opgenomen in het verbeterregister van iTask. Betrokken actoren (o.a. COC, RVE management en MSB) dragen allen bij aan de optimalisatie, bewaking en transparantie van de cyclus waarbij het kwaliteitsbeleid rondom opleiden ‘leeft’ op alle niveaus. Tijdens het jaargesprek komen alle kwaliteitsindicatoren aan bod met de bijbehorende verbeterpunten en acties. Het jaargesprek vormt hiermee een actueel overzicht van alle aandachtpunten van de betreffende opleiding.

• Externe opleidingsvisitatie: Doel van de visitatie is om te beoordelen of de opleiding (opleider, plaatsvervangend opleider, opleidingsgroep en opleidingsinrichting) voldoet aan de eisen en verplichtingen zoals die door het College Geneeskundige Specialismen (CGS) zijn vastgesteld. Daarnaast is de visitatie erop gericht om opleidingsgroepen te stimuleren tot continue verbetering van de kwaliteit van de opleiding. Ongeveer 6-9 maanden voor de externe opleidingsvisitatie wordt met ondersteuning van Zuyderland Academie gestart met de voorbereiding van de externe opleidingsvisitatie.

• Terugkoppeling aan Raad van Bestuur (RvB) en Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB): Jaarlijks

vindt er door de decaan en het afdelingshoofd (of beleidsadviseur) medische opleidingen, in samenspraak met het DB COC, een (schriftelijke) terugkoppeling plaats aan de Raad van Bestuur en het Medisch Specialistisch Bedrijf over de stand van zaken van alle medische (vervolg)opleidingen. Tijdens de kwartaal reviewgesprekken tussen RvB en RVE management Zuyderland Academie, worden op strategisch niveau bijzonderheden op het gebied van medische (vervolg)opleidingen besproken. Een afvaardiging van MSB voert ieder kwartaal overleg met Zuyderland Academie. Op verzoek sluit de voorzitter COC aan. Tevens is er sprake van een regulier (informeel) overleg tussen de voorzitter COC en lid Raad van Bestuur (met portefeuille opleiden, onderwijs en onderzoek). Op indicatie vindt er een ingelast overleg plaats van het DB COC en indien hiertoe noodzaak wordt gezien, neemt de voorzitter COC contact op met de Raad van Bestuur voor verdere afstemming.


• Extra kwaliteitsinstrumenten: Naast bovengenoemde instrumenten zullen de opleidingsgroepen moeten voldoen aan de eisen rondom docentprofessionalisering, zoals gesteld door de STZ. Dat wil zeggen dat zij 1x per 2 jaar een docentprofessionaliseringstraining dienen te volgen.

5. Dashboard Alle bovengenoemde meetinstrumenten rondom de kwaliteit van alle medische opleidingen worden bijgehouden in een zogenaamd Kwaliteitsdashboard. Per vakgroep wordt op deze wijze in 1 overzicht inzichtelijk gemaakt hoe de vakgroep er voor staat op het gebied van kwaliteit van opleiden. Naast de bovengenoemde meetinstrumenten zijn er ook enkele andere parameters toegevoegd aan het Kwaliteitsdashboard. De andere parameters zijn:

aantal (keuze) co-assistenten, semi-artsen (GEZP) en haios

wetenschappelijke activiteiten; aantal wetenschapsparticipaties (WESP) en promovendi

werktijden arts-assistenten: aantal schendingen tegen ATW/cao en openstaande PLB uren

deelname COC vergaderingen

deelname Discipline Overstijgend Onderwijs (DOO)

verzuim

leermanagementsysteem: percentage gevolgde verplichte trainingen zoals vitaal bedreigde patiënt (MEWS), vitaal bedreigd kind (PEWS), BLS, ALS, PBLS, kinder-ALS en NLS. Op basis van rapportages uit het Leer Management Systeem (LMS) monitort medische opleidingen 1x per kwartaal de voortgang op de te volgen verplichte trainingen. Medische opleidingen verwerkt haar bevindingen in het Dashboard en informeert de opleiders en plaatsvervangend opleiders van de vakgroepen waar geen voortgang wordt geboekt op certificering. Actieve signalering is hiermee verankerd in de PDCA cyclus van medische opleidingen. Bij geen actie wordt er opgeschaald naar COC/ RVE en vervolgens MSB / RvB.

Een actueel overzicht van het Dashboard is voor alle opleiders 24/7 toegankelijk via Sharepoint. Tijdens de jaargesprekken is het format jaargesprek en het Kwaliteitsdashboard leidend en komen alle verschillende items uit het Dashboard aan bod.

6. Slotwoord De nieuwe kwaliteitscyclus biedt transparantie, een totaaloverzicht inclusief borging, aansluitend bij de criteria van STZ en NIAZ/Q-Mentum, passend in het visiedocument Scherpbier 2.0 met verbondenheid tussen alle betrokken actoren. En hiermee is de cirkel dan ook écht rond. Alle betrokken actoren dragen doorlopend en actief bij aan een (verdere) optimalisatie, bewaking en transparantie van de kwaliteitszorg en een veilig opleidingsklimaat binnen Zuyderland. De PDCA cyclus, met verankering richting de bedrijfsvoeringscyclus, geldt daarbij als het essentiële fundament.


De kwaliteitszorg binnen de medische opleidingen in Nederland blijft voortdurend in ontwikkeling; deze ontwikkelingen volgen we op de voet en vertalen we naar onze eigen kwaliteitszorg. Zuyderland wil op dat gebied géén volger, maar een voorloper in Nederland zijn en blijven. We dagen alle actoren uit om actief een bijdrage te leveren: Zorg. Samen. Beter.

Citation: Sargeant J, Lockyer J, Mann K, Holmboe E, Silver I, Armson H, Driessen E, MacLeod T, Yen W, Ross K, Power M. Facilitated reflective performance feedback: Developing an evidence and theory-based model. Acad Med, In press.

Evidence-Informed Feedback Research

Team: Dalhousie University Joan Sargeant (PI) Karen Mann Andrew Warren Michelle Boudreau Tanya MacLeod

University of Toronto Ivan Silver Sophie Soklaridis

University of Alberta Heather Armson Jocelyn Lockyer

Rutgers University Medical School Marygrace Zetkulic

Maastricht University Erik Driessen Karen Konings

American Board of Internal Medicine Lorna Lynn Kathryn Ross

Accreditation Council for Graduate Medical Education

Eric Holmboe

College of Physicians and Surgeons Nova Scotia

Mary Power

College of Physicians and Surgeons Ontario Wendy Yen

Goal: for the resident to identify areas

for change and develop an achievable

learning/change plans.

Stage 4. Coach for performance change

Stage 4 Strategies and sample phrases

Before developing a learning/ change plan, residents need to understand and accept the content of their assessment.

Consider coaching as:

guiding the development of goals and activities to achieve them

supporting self-directed learning

the “skill of offering solutions.”

ensuring a concrete plan is developed

“What do you see as the prioritie/s for your improvement?”

“What would you like to achieve for your next rotation?”

“What 1-2 things would you target for immediate action?”

“What would be your goal for this?”

“What actions will you have to take?”

“Who/what might help you with this change?”

“What might get in the way?”

“What else might you do to progress to the next level?”

“Do you think you can achieve it?”

Rapport buildling

explore Reactions

explore Content

Coach for change

R2C2 - A model for facilitating performance feedback and coaching for change

Evidence-informed Feedback Research Team Funding:

SACME Endowment Fund 2011-13 NBME Stemmler Foundation 2014-16

Evidence-Informed

Facilitated Feedback:

R2C2

(Working draft for use in

residency education Nov 2014)

For information on the R2C2 model, please contact:

Joan Sargeant PhD Dalhousie University, Halifax, NS, CA

[email protected]

Goal: for the resident to be clear about

what the assessment data mean and

the opportunities suggested for

change.

Goal: for resident to feel understood

and that their views are heard and

respected.

Goal: to engage the resident, build the

relationship, and build mutual respect

and trust

Stage 1. Build rapport and relationship

Explain the purpose of assessment report and interview; i.e.; to provide:

o A sense of how they’re performing and a conversation about this;

o A chance to describe their training and experiences;

o Data that can lead to improvement.

Outline the agenda to:

o Review assessment data and gaps;

o Discuss their reactions to the data and what it means to them;

o Develop an action plan from the data.

Stage 2. Explore reactions to and

perceptions of the assessment data

Stage 3. Explore resident understanding

of the content of the data/report


“How has the rotation gone for you? What did you enjoy, what challenged you about it?”

“Tell me about your assessment and feedback experiences to date. What’s been helpful and what hasn’t?”

How do you think you’re doing? What are your strengths and opportunities to improve?

“What would you hope to get out of this feedback discussion?”

Confirm what you’re hearing; show respect; build trust; validate.

Relationship-building is central and needs attention throughout the interview.


“What were your initial reactions? Anything particularly striking?”

“Did anything in the report surprise you? Tell me more about that...”

“How do these data compare with how you think you were doing? Any surprises?”

Negative reactions/surprises tend to be more frequently elicited by:

Subjective data such as multisource feedback or assessment scores not supported by objective data

Data identifying one is not doing as well as they thought.

Comparative data, when one’s scores are lower than the mean.

Be prepared for expression of negative reactions in these cases. Phrases to validate negative reactions & support:

“You're not the first one to identify that as a stumbling block”

“It’s difficult to hear feedback that disconfirms how we see ourselves”

“We’re all trying to do our best and it’s tough to hear when we’re not hitting the mark”

“We’re going to work together”


“Is there anything in the assessment report that doesn’t make sense to you?”

“Anything you’re unclear about?”

“Let’s go through section by section.”

“Anything in section X that you’d like to explore further or comment on?”

“Anything that struck you as something to focus on?”

“Do you recognize a pattern?”

A careful review of the assessment data and identification of performance gaps will guide Stage 4, Coaching.

OVERZICHT ROGO ZUID ONDERWIJS 2019

Maand AJ T Thema L VO VA

januari vakantie kerstvakantie 22 december t/m 5 januari 2018

24/25-1-19 NOV jaarcongres Den Bosch

31-1-19 2&3 1dg Biomaterialen en orthopedische infecties J.Geurts, C. Arts M LvR JvDijjseldonk

J.Dijsseldonk,A.Zee,F.Hollman,E.Jacobs,J.Jelsma (in 2020)V.Groen,F.Verstraelen

februari 1-2-19 CCOC wervelkolom

maart vakantie carnavalsvakantie Limburg 2 maart t/m 10-3-19

14-3-19 Refereerdag Maastricht M

15-3-19 CCOC schouder-elleboog

april vakantie meivakantie 27 april t/m 5 mei

vrijd 12-4-19 2&3 1dg Vroeg-artrose en kraakbeenregeneratie P.Emans, T. Welting M LvR A.Zee

JvDijsseldonk,A.Zee,F. Hollman,E.Jacobs,J.Jelsma,V.Groen,F. Verstraelen,J.Bossen,D. Fransz,Jvd Lingen (2020)

16-4-19 NVA scopiecursus 1 'introductie' Amsterdam

26-4-19 ALGEMEEN EXAMEN ORTH

mei woe 8-5-19 1&2 1dg Knie, Anamnese en lichamelijk onderzoek en basale pathologie Janssen &Jansen ZS E.J BvDun

B.vGroningen,D.Schoenmakers,S.Thompson-V,B.Koc,L.Heijnens, Jvd Lingen (2020)

woe 15-5-18 1&2 1dg Sport-specifieke letsels en behandeling, incl gipscursus R.Janssen E R.J BvGroningen

JvDijsseldonk,B.vGroningen,D.Schoenmakers,S.Thompson-V, A.Zee,F. Hollman,E.Jacobs,J.Jelsma,B.Koc,L.Heijnens,D.Fransz

16-5-19 Refereerdag Venlo V

17-5-19 NOV voorjaarscongres

juni do 13-6-19 1&2 1dg Onderarm, Anamnese en lichamelijk onderzoek en basale pathologie O.Lambers Heerspink V OLH F.Verstraelen

B.vGroningen,D.Schoenmakers,S.Thompson-V,B.Koc,L.Heijnens

woe 19-6-19 3&4 1dg Zkh&maatschappij; ontwikkelingen in de zorg,betalingen,werken in een mtsch of loondienst R.Janssen E R.J F.Jonkers

R.Banwari,M.Janssen,D.Schrander,L.Theelen,V.Groen,F.Hollman,J.Jelsma,F.Jonkers,J.Kitzen,J.Tolk,F.Verstraelen,

J.Bossen,BvDun,D.Fransz,R.Körver,JvdLingen(2020)K.Wamper

juli vakantie zomervakantie 6 juli t/m 18 augustus

augustus zomervakantie t/m 18 augustus

september 4-9-19 1&2 1dg Schouder, Anamnese en lichamelijk onderzoek en basale pathologie E.Jansen & O.Lambers Heerspink ZS E.J B.Koc

JvDijsseldonk,BvGroningen,D.Schoenmakers,S.Thompson-V,T.Ufuk,A.Zee,M.Dietvorst,F.Hollman,E.Jacobs,J.Jelsma,B.Koc,L.Heijnens

woe 11-9-19 2&3 1dg Basis Anatomie Hand-pols: anatomie en operatieve vaardigheden ism Anatomie H.Staal, T.Lauwers M LvR S.Thompson

JvDijsseldonk,BvGroningen,D.Schoenmakers,S.Thompson-V,A.Zee,F.Hollman,E.Jacobs,J.Jelsma,B.Koc

19-9-19 Refereerdag Zuyderland Z

oktober vakantie herfstvakantie 12 oktober t/m 20 oktober

2 t/m5-10-19 EORS 2019 Maastricht

vrij 25-10-19 4-JK 1dg Basis Anatomie Schouder: anatomie, operatieve vaardigheden en prothesiologie ism Anatomie P. Feczko, E.Jansen M LvR R.Banwarie

R.Körver, J.Bossen

di 22-10-19 2&3 1dg Kinderorthopedie behandeling van basale pathologie H.Staal, A. Witlox M H.S S. Thompson

JvDijsseldonk,BvGroningen,D.Schoenmakers,S.Thompson-V,A.Zee,F.Hollman,E.Jacobs,J.Jelsma,B.Koc

november vrij 8-11-2019 3&4 1dg Basis Anatomie TKP: Basiskennis en-vaardigheden Totale Knie Prothesiologie P. Emans, T. Boymans M LvR M.Janssen

A.Zee, J. van Dijsseldonk,D. Fransz, JvdLingen

14-11-19 Refereerdag Eindhoven E

15-11-19 CCOC Kinderorthopedie / Traumatologie

28 t/m 29-11 Traumadagen

december vrij 6-12-19 2&3 1dg Management en leiderschap I.Heyligers ZH I.H D.Fransz

JvDijsseldonk,BvGroningen,D.Schoenmakers,S.Thompson-V,A.Zee,F.Hollman,E.Jacobs,J.Jelsma,B.Koc, D.Fransz, M. Janssen, F.Jonkers,

IEDER JAAR 3e-4e jaars RZO

IEDERE 1,5 JAAR 1e-2e jrs RZO

IEDERE 2 JAAR 2e-3e JRS RZO

D = datum

AJ = AIOS-jaar

T = tijd/dagdeel

L = locatie: Z-S= Zuyderland Sittard, E= Eindhoven M= Maastricht, V=Venlo, U=Utrecht

VO = verantwoordelijke opleider

VA = verantwoordelijke AIOS

VR-A = vrij te plannen AIOS

rood= al gedaan/niet mogelijk om deel te nemen

blauw= iom Heleen Staal

9x RZO-dagen

3x Basis Anatomie-dagen

TOTAAL: 12x cursusdagen

Pagina 1 van 2

Geschillenprocedure aios/opleider


1. Doel procedure

In het kader van het toezien op de kwaliteit van opleidingen legt de COC samen met Zuyderland

Academie in deze procedure vast welke stappen en verantwoordelijkheden er zijn ten aanzien van

een (potentieel) geschil tussen arts in opleiding tot specialist (aios) en opleider. Op deze manier is

Zuyderland MC breed duidelijk op welke gestructureerde manier gehandeld moet worden in het

geval van een geschil inzake de medische vervolgopleiding.

2. Werkwijze

Bij een geschil tussen opleider en aios kunnen beiden zich wenden tot de COC Zuyderland MC en/of

vertrouwenspersonen van Zuyderland Academie (decaan en afdelingshoofd Medische Opleidingen).

Het DB COC beoordeelt of het geschil bemiddelbaar is of niet. Als dit bemiddelbaar is, dan kan de

COC zelf bemiddelen, maar de COC kan deze taak ook uitbesteden aan een mediator. Zonder

voorafgaande beoordeling door de COC is het geschil niet-ontvankelijk voor een geschillenprocedure

bij de landelijke Geschillencommissie van de RGS.

Ongeacht de grondslag van het geschil kan de aios en/ of opleider zich wenden tot de COC ter

bemiddeling.

Bron: MMV ‘De rol van de centrale opleidingscommissie bij (potentiële) conflicten tussen aios en opleiders’.

Pagina 2 van 2


3. Procesbeschrijving

• Conform het CCMS kaderbesluit is het oordelend opleider verplicht de aios te wijzen op de

geschillenprocedure in het geval van een geschil (CCMS kaderbesluit, art. 44 C11 lid 1);

• Een geschil waarin geen voorafgaande bemiddeling heeft plaats gevonden door de COC is

niet ontvankelijk bij de landelijke Geschillencommissie van de RGS (art.3 lid 1 Reglement van

Orde van de Geschillencommissie van de RGS (RvO);

• Als de opleider weigert een schriftelijk besluit te nemen of het besluit niet tijdig neemt, dan

geldt dit als een zogenaamd ‘’fictief besluit’’ en kan er toch een verzoek tot bemiddeling

worden gedaan (art. 2 lid 1 RvO);

• Een verzoek tot bemiddeling moet de aios of opleider schriftelijk doen (art. 3 lid 3 RvO);

• Een verzoek tot bemiddeling moet worden gedaan bij het DB COC binnen een termijn van 4

weken. Deze termijn begint de dag na die waarop het besluit waarover een geschil is

ontstaan bekend is gemaakt (art. 3 lid 4 RvO);

• Het DB COC bevestigt schriftelijk de ontvangst aan de indiener (art. 3 lid 5 RvO);

• De bemiddeling is er op gericht het geschil in goed onderling overleg te schikken (art. 3 lid 6

RvO);

• Indien het DB COC inschat dat het zelf kan bemiddelen voert het DB COC in het kader van

hoor en wederhoor gesprekken met betrokken aios (en evt. diens juridisch

vertegenwoordiger of mediator), een vertegenwoordiging van de opleidersgroep (ten minste

opleider en plaatsvervangend opleider), indien van toepassing voorgaande opleiders (bijv. in

kader van vooropleiding, opleiding ander ziekenhuis) en in overleg met betrokken aios, zo

nodig met aios uit betreffende opleidingsgroep;

• Van de gesprekken en de eventueel daaruit voortgekomen acties wordt een verslag gemaakt

dat wordt voorgelegd aan betrokkenen bij het gesprek voor een beoordeling op feitelijke

onjuistheden, waarna het verslag definitief wordt vastgesteld;

• De duur van de bemiddeling is maximaal 6 weken. Deze termijn begint te lopen op de dag na

de datum waarop de ontvangst van het verzoek aan partijen is bevestigd (art. 3 lid 7 RvO);

• Zodra de bemiddelende persoon of organisatie, of een van de partijen, het geschil

onbemiddelbaar acht, doet hij daarvan schriftelijk mededeling aan de andere partijen (art. 3

lid 8 RvO);

• Indien de bemiddelingspoging niet is geslaagd en het geschil onbemiddelbaar is verklaard,

dient het geschil binnen 2 weken schriftelijk aanhangig gemaakt te worden bij de

geschillencommissie van de RGS in de vorm van een verzoekschrift;

• De eventuele kosten van bemiddeling worden door partijen gezamenlijk en voor gelijke

delen gedragen, tenzij bij de bemiddeling anders is overeengekomen (art.3 lid 9 RvO).

Bijbehorende documenten en/ of informatiebronnen

• Kaderbesluit CCMS

• KNMG stappenplan bij een geschil

• De rol van de centrale opleidingscommissie bij (potentiële) conflicten tussen aios en

opleiders, Medische Vervolgopleidingen (MMV)

• Reglement van Orde van de geschillencommissie van de RGS

Vertrouwenspersonen Zuyderland Academie voor medische (vervolg)opleidingen

Vertrouwenspersonen Zuyderland Academie

voor co-assistenten, semi-artsen en

arts-assistenten

Zuyderland Academie vindt het belangrijk dat alle co-assistenten, semi-artsen en arts-assistenten

binnen Zuyderland Medisch Centrum op een prettige en respectvolle manier kunnen

(samen)werken. Het kan natuurlijk voorkomen dat een student of a(n)ios problemen ondervindt.

Deze problemen kunnen zeer divers van aard zijn: een onveilige werksituatie, instabiele werk-privé

balans, onzekerheid over functioneren, et cetera.

Als er sprake is van een (vertrouwelijke) casus die niet opgelost kan worden met de opleider,

begeleider of direct betrokkene(n), kan de co-assistent of arts-assistent zich wenden tot de

vertrouwenspersonen binnen Zuyderland Academie.

De vertrouwenspersonen binnen Zuyderland Medisch Centrum zijn:

• Prof. Dr. Ide Heyligers, decaan Zuyderland Academie (06-11387987, 24/7 bereikbaar); en

• Sanne Mekel, MSc, afdelingshoofd Medische Opleidingen (06-20857838 of

[email protected]).

Procedure:

- Iedere co-assistent, semi-arts of arts-assistent kan te allen tijde vrijblijvend contact opnemen

met de vertrouwenspersonen. Dit kan individueel of in gezamenlijkheid met de opleider (of

anders). Per mail, telefonisch of persoonlijk contact.

- Afhankelijk van de behoefte van de student of arts-assistent, zal er op korte termijn een

gesprek plaatsvinden met één of beide vertrouwenspersonen.

- De inhoud van de casus is leidend voor het inzetten van de vervolgstappen. De

vertrouwenspersonen maken een eerste trajectvoorstel in samenspraak met de student of

assistent.

Dit kan o.a. zijn:

o Preventief spreekuur bij de bedrijfsarts

o Doorverwijzing naar een Onafhankelijk Persoonlijk Adviseur (OPA), aangesteld voor

alle medewerkers binnen Zuyderland. Iedere medewerker kan hier aanspraak op

maken (voor meer informatie: huisnet)

o Voor coaching vraagstukken is er een directe verbinding met een extern coaching

bureau, gespecialiseerd in hoog opgeleide professionals. Indien hiertoe aanleiding is,

Vertrouwenspersonen Zuyderland Academie voor medische (vervolg)opleidingen

kan een assistent vrijblijvend voor een intakegesprek kennismaken met deze coach.

Vervolgens kan een coachingstraject opgestart worden.

o Indien er behoefte is aan een doorverwijzing naar een psycholoog, wordt er gezocht

naar een passende oplossing per casus. (doorontwikkeling 2018: directe verwijzing vanuit

Zuyderland Academie naar psycholoog (zonder tussenkomst van huisarts, POH-er of bedrijfsarts).

Indien er sprake is van belangenvermenging, kan een assistent zich tevens wenden voor

vertrouwelijke zaken tot de voorzitter van de CentraleOpleidingsCommissie, dhr. Dr.

Meindert Sosef.

Vertrouwenspersonen Zuyderland algemeen:

Naast de bovengenoemde vertrouwenspersonen van Zuyderland Academie die zich vooral

richten op vraagstukken van medische studenten en arts-assistenten (wel en niet in

opleiding) zijn er vertrouwenspersonen verbonden aan de Zuyderland organisatie (voor meer

informatie: huisnet).

Documents

Zorg.Samen.Beter. Lokaal opleidingsplan Orthopedie ... · diverse projecten die aanhaken bij deze kernthemas, respectievelijk het Z Living Lab eHealth Zuyderland, linical Leadership