Jaarverslag Stenden Hogeschool 2010
Colofon© Stenden Hogeschool, 2011
Eindredactie: Bilkes Organisatieadvies & Management b.v.
Ontwerp: Visser en de Graef b.v., Leeuwarden
Foto cover: Stenden Hogeschool
3 / Stenden HogeschoolUnleashing potential in our students, staff and surrounding communities
Jaarverslag 2010
Jaarverslag 2010
44
Missie Stenden
Stenden is een moderne Hogeschool, maar wel met een geschiedenis die teruggaat tot 1845.
‘Stenden University’1, zoals Stenden door haar buitenlandse studenten en in het buitenland wordt
genoemd, heeft als missie:
‘Unleashing potential in our students, staff and surrounding communities’
Stenden wil studenten opleiden tot ‘future leaders’, die ‘out of the box’ problemen oplossen en leiding geven.
Stenden wil medewerkers in staat stellen hun talenten te benutten en investeert hierin ook substantieel.
Stenden wil helpen het potentieel van het werkveld te vergroten en de innovatiekracht te bevorderen.
Aan deze missie ligt als visie ten grondslag: ‘Serving to make it a better world’
1 ‘Stenden University’ is de verkorte schrijfwijze van ‘Stenden University of Applied Sciences’.
5 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
6
Profiel Stenden
Stenden levert wereldwijd een breed spectrum van excellente onderwijs-, onderzoek- en kennisdiensten op
het niveau van beroepsgericht hoger onderwijs met een solide verankering in de regio’s van haar campus sites.
Stenden werkt vanuit respect voor persoonlijke inspiratiebronnen aan waardenreflectie, interculturele houding,
meesterschap en ondernemerschap van studenten, medewerkers en werkveld.
Waarden
De waardengerichtheid van Stenden steunt niet alleen op de traditie van haar rechtsvoorgangers, maar onder-
steunt ook nadrukkelijk haar actuele ambitie. Vanuit verschillende inspiratiebronnen heeft Stenden aandacht
voor identiteit, persoonlijke reflectie op waarden en het omgaan met ethische dilemma’s, ruimte voor andere
overtuigingen en nieuwsgierigheid.
Interculturele houding
Stenden bereidt toekomstige professionals voor op het werken in een interculturele samenleving, binnen en
buiten Nederland. Studenten ontwikkelen zich zo tot wereldburgers, die op grond van beter begrip van eigen
en andermans waarden gemakkelijk overal op de wereld een bijdrage kunnen leveren in hun werkveld.
Meesterschap
Stenden leidt studenten op tot meesters op hun werkgebied. Professionals die willen blijven groeien, niet
alleen beroepsmatig tot expert en leider, maar ook op persoonlijk vlak, tot compleet mens. De motor van dit
continue groei- en rijpingsproces wordt gevormd door het concept ‘Probleem Gestuurd Onderwijs’.
Ondernemerschap
Stenden wil ondernemende professionals afleveren. Toekomstige medewerkers die het verschil kunnen maken,
die ideeën hebben en kunnen inspireren. Vooral, maar niet alleen, in de eigen leerbedrijven van Stenden wordt
die houding ontwikkeld. Daarbij past ook de inzet van studenten, binnen onderwijskundige randvoorwaarden
en wet- en regelgeving, bij het maatschappelijk bruikbaar maken van kennis en dienstverlening ten behoeve
van bedrijven en instellingen.
Traditie en Ambitie
In haar oriëntatie op waarden, interculturele houding, meesterschap en ondernemerschap verbindt Stenden
nadrukkelijk haar actuele ambitie met de rijke tradities van haar rechtsvoorgangers. Bij elkaar vormen deze
aspecten de zes hoekpunten van het profiel oftewel de identiteit van Stenden, waarmee zij zich onderscheidt
van andere Nederlandse hogescholen.
6 7 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
8
Voorwoord College van Bestuur
Met de afronding van de juridische fusie die het sluitstuk is van de vorming van Stenden Hogeschool, is het
jaar 2010 een bijzonder jaar geworden. De ontwikkeling van onze Hogeschool heeft hiermee een nieuwe
stap gezet in 166 jaar gestage doorontwikkeling. Vanuit een kleine school naar een middelgrote Hogeschool,
vanuit een enkele vestigingsplaats naar een regionale functie met een internationaal profiel. Voortdurend in
lijn met wat zowel het werkveld als de overheid van ons heeft gevraagd.
In 2010 is onze opdracht nogmaals bevestigd. Samen met de andere hogescholen in het noorden van het
land heeft Stenden met het formuleren van Sectorplan Noord een goede stap gezet in de bijdrage die de
instellingen voor hoger beroepsonderwijs kunnen leveren aan de ontwikkeling van de regio. Voor onze
Hogeschool heeft dit onder meer in 2010 geresulteerd in de toekenning van vier Associate degree-
opleidingen bij Stenden in Emmen. Met deze toekenning kan Stenden op een efficiënte en effectieve manier
(want goeddeels gebaseerd op bestaande bachelor-opleidingen) bijdragen aan het overheidsbeleid en
hiermee voldoen aan de maatschappelijke opdracht die het hoger beroepsonderwijs heeft. Wij verwachten
van deze nieuwe opleidingen op termijn een impuls voor de ontwikkeling van regio Zuid-Oost Drenthe
en Emmen-Euregio.
In dit kader is het verheugend te kunnen melden dat ook de ervaring van Stenden op het gebied van
internationalisering in 2010 is versterkt. Grand Tour en Exchange zijn ook dit jaar goed verlopen.
Mét de autonome ontwikkelingen op de sites dragen zij bij aan het verstevigen van de ervaring van
internationalisering van studenten. En onze studenten waarderen dat.
De kern van onze opdracht is het verzorgen van kwalitatief hoogwaardig onderwijs. Daarvoor hebben we extra
geïnvesteerd in onderwijs, scholing van docenten en faciliteiten. De accreditaties zijn alle met goed gevolg
doorlopen. In een tijd waarin de kwaliteit van het hoger onderwijs zo nadrukkelijk aandacht krijgt in het
publieke debat, vinden wij dat vanzelfsprekend belangrijk. Met een voortdurend solide beleid is Stenden op
financieel gebied gunstig het jaar uitgegaan. Dit heeft niet alleen geresulteerd in formatieve rust die leidt tot
focus op de kwaliteit van medewerkers, maar ook tot ruimte voor verdere investeringen op dit vlak. Hierdoor
kunnen we in de toekomst een bestendige lijn handhaven, gericht op kwalitatief hoogwaardig onderwijs dat
praktisch opleidt voor het werkveld met PBL (Problem Based Learning oftewel Probleem Gestuurd Onderwijs)
als basis en met een internationaal karakter als bijzonder waardevol kenmerk.
De aandacht voor kwaliteit valt ook af te lezen aan het grote aantal docenten, dat aan een masterstudie of
een promotietraject is begonnen. De start met de academische Pabo in Groningen (in samenwerking met de
RUG, de HanzeHogeschool en de NHL) helpt onze Opleiding Leraar Basisonderwijs een sterkere verbinding te
leggen met de theorie en de academische wereld.
College van Bestuur Stenden Hogeschool,
Klaas-Wybo van der Hoek
8 9 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
10
Voorwoord Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht stelt met tevredenheid vast dat Stenden Hogeschool in 2010 zowel in kwalitatieve
als in kwantitatieve zin verder is gegroeid. In lijn met eerdere jaren is veel aandacht uitgegaan naar de
toekomstvastheid van de groei. Dit betreft onder meer de vorderingen op het gebied van academisering en
internationalisering, de ontwikkelingen op het gebied van lectoraten en kenniskringen, de uitwerking van
Sectorplan Noord en de afronding van de juridische fusie die in 2010 zijn beslag heeft gekregen.
Het werkweekend is dit jaar gewijd aan het Sectorplan Noord. De Jaarrekening en Verslag van Bevindingen
Stichting Stenden vh CHN, Stichting Stenden vh HD en Stichting Stenden Hogeschool zijn in aanwezigheid
van de accountant besproken en na goedkeuring in de vergadering van 2 juni 2010 vastgesteld.
De Managementletter is al in februari 2010 met het College van Bestuur besproken.
In 2010 heeft de Raad van Toezicht een nieuwe Collegevoorzitter aangezocht. Het vertrek van de heer
Robert Veenstra is in een interimpositie opgevangen door de heer Pim Breebaart; na een zorgvuldige
selectieprocedure is de heer Leendert Klaassen benoemd als Collegevoorzitter van Stenden Hogeschool.
De heer Klaassen is per 1 maart 2011 in dienst getreden.
In het jaar 2010 is veel maatschappelijke aandacht gegaan naar de beloning van bestuurders in het hoger
onderwijs. De Raad heeft haar verantwoordelijkheden genomen en heeft gekozen voor een aangepast
beloningsbeleid voor de bestuurders.
Een goed functioneren van de Raad hangt samen met de overlegmomenten met het College van Bestuur. Tot
tevredenheid van de Raad zijn deze overlegmomenten ook in 2010 op de juiste momenten en intensief benut.
De Raad spreekt haar waardering uit naar het College van Bestuur voor de constructieve samenwerking.
Het jaar 2010 was een bijzonder jaar waarin de medewerkers van Stenden Hogeschool op velerlei vlakken met
veel inzet hun bijdrage hebben geleverd aan hoogwaardig onderwijs. De Raad van Toezicht waardeert deze
bijdrage en bedankt de medewerkers van Stenden voor de betoonde inzet en geboekte resultaten.
Cees Bijl,
voorzitter Raad van Toezicht Stenden Hogeschool
10 11 / Stenden Hogeschool
INHOUD
1. StrategischBeleid 131.1. Kerndoelen van Stenden 13
1.2. De ambitie van Stenden 13
1.3. Het Hoogste Goed 13
1.4. Drie hoofddoelen & zeven speerpunten
2008 – 2012 (NVAO-hoofdstuk 1 en 7) 14
1.5. Overige doelstellingen
(NVAO-hoofdstuk 1, 3, 4 en 5) 15
1.6. Belangrijkste ontwikkelingen en
resultaten (NVAO-hoofdstuk 6) 16
1.6.1. Resultaten in het kader van
‘Het Hoogste Goed’ 16
1.6.2. Resultaten op zeven speerpunten 17
1.6.2.1. ‘New University’ bouwen 17
1.6.2.2. Organisatie toekomstklaar maken 21
1.6.2.3. Kwaliteit waarborgen 22
1.6.3. Overige belangrijke ontwikkelingen
en resultaten 24
1.6.4. Kerncijfers en kengetallen 26
2. Studenten(NVAO-hoofdstuk2) 292.1. Ontwikkeling instroom
bekostigde studenten 29
2.2. Ontwikkeling inschrijving
bekostigde studenten 30
2.3. Ontwikkeling instroom en
inschrijving Masters 32
2.4. Werving van studenten 33
2.5. Studentgerichtheid 33
2.6. Alumnibeleid 34
3. Onderwijs(NVAO-hoofdstuk2en5) 37
3.1. Kwaliteit en studeerbaarheid 37
3.2. Curriculumontwikkeling 39
3.3. Werken in ervaring- en leerbedrijven 40
3.3.1. International Learning Company 41
3.3.2. Leasure Management en Tourism
Management 41
3.3.3. Tourism Resource Centre 41
3.3.4. MeMedia 41
3.3.5. Stenden University hotel 41
3.3.6. Stenden MeetingU 41
3.3.7. Instituut Service Management/Onderzoek 42
3.3.8. Personeel & Arbeid 42
3.3.9. Projectbureau Goede Doelen 42
3.3.10. O3 42
3.3.11. Present Promotions 42
3.3.12. Global Goals 2015 42
3.3.13. ICT 42
3.3.14. Ontmoetingscentrum Jonge Ouders 42
3.4. Aansluiting Stenden op VO en MBO 43
4. StendendeMaatgenomen(NVAO-hoofdstuk5en6) 47
4.1. Nationale Studenten Enquête 47
4.2. Keuzegids Hoger Onderwijs 48
4.3. Elsevier 50
4.4. HBO-monitor 51
4.5. Accreditaties, certificaties en visitaties
(zie ook Bijlage 5) 52
4.5.1. Accreditatieresultaten Bacheloropleidingen 52
4.5.2. Accreditatieresultaten Masteropleidingen 54
4.6. Aandachtspunten Stenden 55
4.7. Klachtenmanagement 56
5. StendenalsKennisinstelling(NVAO-hoofdstuk6en7) 59
5.1. Lectoraten en toegepast onderzoek 59
5.1.1. Service Studies 59
5.1.2. Social Works & Arts Therapies 60
5.1.3. Veelvormig Christelijk Basisonderwijs 60
5.1.4. Mens en Organisatie 60
5.1.5. Economie op Mensenmaat 60
5.1.6. Mariene Wetlands Studies 61
5.1.7. Leadership and Change Management 61
5.1.8. Geïnspireerd Leren 61
5.1.9. Ondernemerschap, Innovatie en
Kenniscirculatie 61
5.1.10. Tourism for Peace 61
5.1.11. Humanitarian Assistance 62
5.1.12. Duurzame Innovatie in de Regionale
Kenniseconomie 62
5.1.13. Hospitality Management Studies 62
5.1.14. Scenarioplanning 62
5.2. Marktactiviteiten 63
10. Financiën(NVAO-hoofdstuk6) 87
Accountantsverklaring 93
Bijlagen 941. Organogram Stenden Hogeschool 2010 94
2. Juridische Structuur 96
3. Lijst met Opleidingen 97
4. Instroom en Inschrijving 98
5. NVAO-kaders 101
6. Branchecode Governance 107
7. Agenda Stenden 2010 111
8. Publicatielijst 2010 van Lectoraten/
Kenniskringen 113
9. Risicoparagraaf 115
10. Mijlpalen Stenden 117
11. Raad van Toezicht 118
12. Bestuur & Management 120
13. Afkortingenlijst 127
6. (Inter-)nationaleSamenwerking(NVAO-hoofdstuk7) 65
7. Personeel&Organisatie(NVAO-hoofdstuk3) 71
7.1. Inleiding 71
7.2. Personeelbeleid 71
7.2.1. Werving en selectie 72
7.2.2. Deskundigheidsontwikkeling 72
7.2.3. Convenant Leerkracht 72
7.3. Arbeidsomstandigheden en
arbeidsvoorwaarden 73
7.3.1. Gezondheidsbeleid 73
7.3.2. Verzuimbeleid en verzuim 73
7.3.3. Beleid ten aanzien van medewerkers en
studenten met een functiebeperking 74
7.3.4. Tevredenheid medewerkers 74
7.3.5. Functieordening 74
7.3.6. Decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen 74
7.3.7. Beleid uitkeringen na ontslag 74
7.4. Ontwikkelingen in het
personeelsbestand 74
8. FacilitaireVoorzieningen(NVAO-hoofdstuk4) 77
8.1. Huisvesting 77
8.2. Informatie- en
CommunicatieTechnologie 77
8.3. Arbo en Milieu 78
9. GoodGovernance(NVAO-hoofdstuk1en5) 81
9.1. Wijze van verantwoording 81
9.2. Raad van Toezicht 81
9.3. Medezeggenschap 84
Jaarverslag 2010
13 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
14
1. Strategisch beleid
KerndoelenvanStendenDe activiteiten van Stenden concentreren zich op vijf kerndomeinen: ‘Service Management’, Educatie,
‘Social Work’, Economie en Techniek. Op deze maatschappelijke werkvelden heeft Stenden zich vanuit
haar missie twee kerndoelen gesteld.
Haar eerste kerndoel is het aanbieden van hoger beroepsonderwijs, zowel regionaal, in het bijzonder Friesland,
Groningen en Drenthe, als nationaal en internationaal. Het gaat daarbij om 3 Associate degrees,
21 Bacheloropleidingen (waarvan één samen met twee andere hogescholen), 1 Honours degree en
4 ‘professional’ Masterstudies.
Haar tweede kerndoel is dienstverlening aan bedrijven en instellingen in binnen- en buitenland. Daarbij gaat
het om diensten als onderzoek, consultancy en trainingen, aangeboden door ervaring- en leerbedrijven van
Stenden en vooral door Instituut Service Management (ISM). Alle commerciële activiteiten van de Hogeschool
vinden plaats in wisselwerking met de opleidingen. De ervaring- en leerbedrijven genereren innovatieve
opdrachten in de werkvelden en unieke leermomenten voor studenten en Stenden-medewerkers. Vanuit de
contractactiviteiten vindt omgekeerd ‘spin-off’ plaats naar de opleidingen.
DeAmbitievanStenden2
Stenden heeft vestigingen in Leeuwarden, Emmen, Groningen, Meppel, Assen, Bangkok (Thailand), Doha
(Qatar), Port Alfred (Zuid-Afrika) en Bali (Indonesië), met hun eigen opleidingenaanbod. De vestiging in
Leeuwarden is de hoofdvestiging. Vanuit missie en visie kiest de Hogeschool voor een sterke opwaardering
van kennis en kwaliteit en aanscherping en behoud van profiel.
De Hogeschool wil zich de komende jaren ontwikkelen tot een ‘New University’, een nationaal en
internationaal erkende instelling voor hoger onderwijs met een oriëntatie op de beroepspraktijk.
HetHoogsteGoedIn de beleidsnota ‘Het Hoogste Goed, Strategische agenda voor het hoger onderwijs-, onderzoek- en weten-
schapsbeleid’(2007) formuleerde de (toenmalige) minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap twee
strategische doelen: ‘een ambitieuze studiecultuur’ en ‘een excellent onderzoeksklimaat’. Belangrijke
‘ingrediënten’ van deze doelstellingen zijn: onderwijsintensiteit, de docent op een voetstuk, differentiatie,
internationale mobiliteit, goede aansluiting binnen het onderwijs, meer mensen hoger opgeleid, bruggen
tussen kennis en praktijk en praktijkgericht onderzoek. Het ministerie van OCW heeft Stenden (en andere
hogescholen) extra middelen ter beschikking gesteld om deze doelstellingen te (helpen) realiseren.
In paragraaf 1.6.1. zal op hoofdlijnen worden gerapporteerd over de inzet van de verstrekte middelen, die
in de vorm van een lump sum zijn toegevoegd aan de reguliere rijksbijdrage, zodat instellingen de (extra)
middelen ‘kunnen inzetten op een manier die past bij hun profiel’3. Aangezien de Stenden-strategie nauw
aansluit op de doelstellingen uit ‘Het Hoogste Goed’, zal over de bovengenoemde ingrediënten in andere
hoofdstukken van dit jaarverslag in veel gevallen uitvoeriger worden gerapporteerd.
2 Voor een meer uitvoerige verhandeling over ambitie, doelstellingen en strategie van Stenden wordt verwezen naar (de verkorte versie van) het Strategieplan 2008/2012 ‘New University, Tocht naar de toekomst; Stenden Hogeschool
3 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2007). Het Hoogste Goed, p. 45.
14 15 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
1.5. OverigedoelstellingenNaast de zeven strategische speerpunten die begin 2008 zijn vastgesteld, vormden de volgende doelstellingen
van Stenden het normatieve kader waarbinnen Stenden haar (overige) activiteiten in 2010 ontplooide:
Educational Excellence
Deze doelstelling heeft vooral betrekking op de primaire onderwijsprocessen, de positie van de lectoren en
onderzoek alsmede het belang van kennistransfer. Stenden wil uitblinken door onder meer:
• Topkwaliteit van onderwijs, dat ruimschoots beantwoordt aan NVAO-criteria;
• Excellerende medewerkers (accreditatie);
• Optimale aansluiting op voorbereidend- en volgend onderwijs;
• Quality Assurance.
Operational Excellence
Deze doelstelling verwijst naar effectieve en efficiënte inrichting en uitvoering van (ondersteunende)
processen. Stenden wil uitblinken door onder meer:
• Heldere koers en beleidskaders;
• Open communicatie, evenals coöperatief en inspirerend leiderschap;
• Vraaggestuurde ondersteuning van opleidingen, medewerkers en (aspirant)studenten en alumni;
• Financieel gezonde exploitatie en voldoende investeringsruimte.
Internationalisering
Naast groei in de breedte en diepte wil Stenden ook groei realiseren door verdere internationalisering.
Stenden geeft haar internationale focus op drie manieren vorm:
Internationalization@home: Stenden biedt een internationaal werk- en studeerklimaat met veelal Engelstalige
modulen en curricula op de locaties in binnen- en buitenland.
Internationalization mobility: Stenden stimuleert studeren en werken van studenten en medewerkers in het
buitenland, met het Grand Tour®-concept en exchangeprogramma’s.
Internationalization abroad: Stenden bouwt actief aan ‘eigen’ Campus Sites in het buitenland;
Stenden beschikt over een zelfstandige campussite in Zuid-Afrika (Port Alfred) en drie campus sites op
‘joint venture’-basis in Qatar (Doha), in Thailand (Bangkok) en in Indonesië (Bali).
Doorlopende leerlijn in de beroepskolom
Stenden streeft naar een doorlopende leerlijn in de beroepskolom. Daardoor zal de deelname aan het hoger
onderwijs toenemen, met een verwacht gunstig effect op economische groei en sociale cohesie. Stenden
wil dit bereiken door het stimuleren van Stenden-instroom vanuit het MBO. Maar ook door het opscholen
van werkenden en werkzoekenden in het bezit van eerder verworven competenties. En ten slotte door het
aanbieden van nieuwe Ad-, Hd- en Masterprogramma’s, dan wel het versterken van bestaande programma’s.
Maatschappelijke kennisonderneming
Stenden dicht zich niet alleen een rol toe in het opleiden van gekwalificeerde beroepsbeoefenaren. Ook ziet
zij een rol in de dienstverlening aan publieke en private organisaties in de regio’s van haar vestigingen en in
de dienstbaarheid aan de lokale en regionale gemeenschappen. Vooral de lectoraten en kenniskringen van
Stenden spelen daarin een belangrijke rol. Ook opleidingen en studenten kunnen daaraan bijdragen, naast
vanzelfsprekend de commerciële onderdelen van Stenden. Het aanbieden van (innovatieve) onderwijs- en
kennisgerelateerde diensten en producten zal naar verwachting niet alleen de economische kracht vàn, maar
ook de verankering van Stenden ìn de regio’s versterken.
1.4. DrieHoofddoelen&ZevenSpeerpunten2008–2012Stenden wil een ‘New University’ worden. Een instelling voor hoger onderwijs met een wetenschappelijk karakter,
die zich richt op de beroepspraktijk. Om die ambitie in 2012 te hebben gerealiseerd, moeten er drie hoofddoelen
worden gerealiseerd: ‘New University’ bouwen, Organisatie toekomstklaar maken en Kwaliteit waarborgen. Deze
drie hoofddoelen zijn vertaald in zeven speerpunten, die in deze paragraaf aan de orde komen.
Hoofddoel 1: ‘New University’ bouwen
Voor de realisatie van dit hoofddoel zijn de volgende drie Speerpunten bepaald:
Speerpunt 1: ‘New Faculties’ ontwikkelen.
Stenden wil ‘New Faculties’ ontwikkelen, dat wil zeggen meervoudige samenwerkingsverbanden van
docenten, deans, lectoren en trainers op een kennisgebied annex werkveld; samenwerkingsverbanden, die
dwars door verschillende opleidingen en afdelingen heen kunnen lopen. De kennisontwikkeling zal gebaseerd
zijn op eigen wetenschappelijk en toegepast onderzoek.
Speerpunt 2: Profiel verdiepen en versterken.
Alle ‘New Faculties’ en stafafdelingen zullen de komende jaren de vertaalslag maken van de diverse
‘corporate’ profielaspecten naar de eigen dagelijkse werkcultuur. Na verdieping volgt versterking van het
profiel, dat buiten en binnen de Hogeschool gaat fungeren als aansprekende leidraad voor ieders gedrag.
Speerpunt 3: Groeien tot een organisatie die meetelt.
De nieuwe Hogeschool wil een ‘spelbepalende’ organisatie worden, door beheerste en doelbewuste groei, die
bijdraagt aan handhaving of verbetering van de kwaliteit en het profiel van Stenden.
Organisatie toekomstklaar maken (Hoofddoel 2)
Dit hoofddoel kent de volgende drie Speerpunten:
Speerpunt 4: Externe oriëntatie vergroten.
De kwalitatieve groei die Stenden nastreeft vraagt om tijd, ruimte en alertheid om te investeren in (inter)
nationale netwerken rond stakeholders van Stenden.
Speerpunt 5: Strategisch vermogen vergroten.
Stenden heeft voor het realiseren van kansen medewerkers op sleutelposten nodig met strategische vaardig-
heden. Dat vraagt om een meer nadrukkelijke profilering op de arbeidsmarkt.
Speerpunt 6: Ruimte creëren voor publiek/private groei.
Nadat de groei is gerealiseerd, staat er een organisatie, waarin commerciële dienstverlening en publieke
dienstverlening gelijkwaardig zijn. Bestuur en toezicht zijn zodanig ingericht, dat zij passen bij Stenden, als
publieke organisatie die ook op de markt actief is. Er worden garanties ingebouwd voor de volledige scheiding
van de publieke en commerciële activiteiten.
In de dagelijkse praktijk ontlenen de activiteiten hun kracht evenwel aan de inhoudelijke verbinding tussen
onderwijs, onderzoek en commercie. Die koppeling verdient veel aandacht en sturing, maar de opbrengst voor
de kwaliteit van het dienstenaanbod en voor de actualiteit van het onderwijs is groot.
Kwaliteit waarborgen (Hoofddoel 3)
Het succes van veel van de genoemde Speerpunten is in belangrijke mate afhankelijk van het resultaat
van het zevende Speerpunt:
Speerpunt 7: Basisprocessen en interne organisatie verder professionaliseren.
De kwaliteit van de basisprocessen is over het algemeen goed, waarbij een aantal onderdelen aandacht vraagt.
De financiële huishouding is gezond. Handhaving van dit niveau van ‘operational excellence’ vraagt ook de
komende jaren voortdurende aandacht.
Van alle bedrijfsprocessen verdienen in elk geval Planning & Control, Strategisch Personeelbeleid en de
‘Onderwijslogistiek’ ook de komende jaren extra aandacht.
16 17 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
Internationale mobiliteit
• 386 Studenten namen in 2010 deel aan een Grand Tour®, 6% meer dan in 2009.
• Het aantal bekostigde buitenlandse Stenden-studenten in Nederland nam met 1% toe tot 1752.
• Er namen 228 studenten en 17 docenten deel aan internationale uitwisselingsprogramma’s.
• In het kader van de verdere ontwikkeling van een Stenden-breed systeem van kwaliteitsmanagement is
een nog vast te stellen document opgesteld, waarin de verantwoordelijkheden worden geregeld voor de
kwaliteit van elke opleiding die op verschillende ‘sites’ wordt gegeven en waarvan de curricula vergelijkbaar
of zelfs identiek zijn.
Goede aansluiting binnen het onderwijs
• Stenden maakte of continueerde afspraken met VO- en MBO-instellingen in Friesland, Drenthe en
Groningen over (betere) samenwerking ten behoeve van optimale aansluiting en doorlopende leerlijnen
voor leerlingen en studenten.
• De Regeling Bindend Studie Advies functioneert volgens verwachting positief.
• Met de start van het project ‘Studiekeuzegesprekken etc’ wordt studenten de kans geboden een meer
bewuste studiekeuze te maken en zo onnodige uitval te voorkomen; ook de inmiddels goed ingeregelde
monitoring voorkomt naar verwachting vroegtijdige uitval.
Meer mensen hoger opgeleid
• Door Stenden succesvol geregisseerde en ondersteunde wervingsactiviteiten gericht op de
internationale en nationale populatie van (aankomende) studenten leidden tot een (bescheiden)
groei van het aantal studenten.
• Stenden realiseert een afstudeerrendement na 8 jaar van bijna 72% (peiling cohort 2000).
• De studenteninstroom van Stenden in 2010 is afkomstig uit zo’n 40 landen.
Bruggen tussen kennis en praktijk
• Stenden stimuleert (maatschappelijk) ondernemerschap als bron van welvaart en welzijn, onder meer tot
uiting komend in door studenten opgezette bedrijfjes, die (veelal) in eerste instantie functioneren onder
de paraplu van Stenden.
• ‘Leerbedrijven’ (‘learning labs’) nemen in het Stenden-onderwijs een belangrijke plaats in; in 2010
beschikte Stenden over 14 ervaring- en leerbedrijven, waaronder de leerbedrijven ‘International Learning
Company’, ‘ICT’ en ‘Ontmoetingscentrum Jonge Ouders’.
• Stenden ontwikkelde in 2009 de drie ‘New Faculties’, Kenniscentrum Sociale Innovatie, European Tourism
Futures Institute en Centrum voor Leiderschap. Deze ‘Faculties’ staan midden in de beroepspraktijk en
hebben tegelijk een degelijke basis van ‘Applied Sciences’. In 2010 werd een nieuw initiatief ontwikkeld,
dat in 2011 zal leiden tot ‘Kennisknooppunt Duurzame Kunststoffen’.
Praktijkgericht onderzoek
• Eind 2010 zijn er veertien lectoraten verbonden aan Stenden Hogeschool, waarvan twee lectoraten nieuw
zijn in 2010, te weten ‘Hospitality Management Studies’ en ‘Scenarioplanning’. Er zijn drie lectoren aange-
steld en/of geïnstalleerd; de totale formatie van lectoren bedraagt in 2010 6 fte.
• Lectoraten en kenniskringen bevorderen de onderwijskwaliteit en de kenniscirculatie in de verschillende
beroepsdomeinen, onder meer tot uiting komend in uiteenlopende publicaties (zie Bijlage 8). Zo investeer-
de Stenden in 2010 in onderzoek naar de PBL-methodiek. Dit onderzoek betrof de relatie tussen de opvat-
tingen over onderwijzen en leren van IHM-studenten en hun voorkeur voor een bepaald type problemen
binnen PBL. In 2011 wordt over dit onderzoek gepubliceerd in ‘Journal of Hospitality, Leisure, Sport and
Tourism Education’.
1.6.2. Resultaten op zeven speerpunten
1.6.2.1 ‘New University’ bouwen
Stenden heeft in 2010, met haar vestigingen in Qatar, Zuid-Afrika, Thailand en Indonesië, vier ‘universities
of Applied Sciences’ in het buitenland onder haar dak. Stenden wil haar academische ambitie vooralsnog via
twee sporen verder ontwikkelen:
1.6.Belangrijksteontwikkelingenenresultaten
1.6.1. Resultaten in het kader van ‘Het Hoogste Goed’4
De (extra) middelen die het ministerie van OCW aan Stenden heeft verstrekt ter realisatie van ‘een ambitieuze
studiecultuur’ en ‘een excellent onderzoeksklimaat’ zijn door Stenden onder meer als volgt ingezet:
Onderwijsintensiteit
• Stenden investeert, in voortdurende dialoog met docenten, deans en studenten, in de doorontwikkeling
van PBL ter verbetering van de studieprestaties van de student; tutortrainingen en onderzoek zijn daar een
belangrijk onderdeel van.
• Studenten worden uitgedaagd en geënthousiasmeerd, met een zich verbredend én verdiepend aanbod van
leerbedrijven, om zich zowel professioneel als persoonlijk te ontwikkelen in een aantrekkelijk werkveld.
• De begeleiding van eerstejaars studenten is geïntensiveerd; er wordt betere beroepsvoorlichting geboden
en er zijn goede ervaringen opgedaan met het inmiddels geïmplementeerde buddysysteem (ouderejaars die
eerstejaars begeleiden).
• Er is een pilot gedaan om met aankomende studenten studiekeuzegesprekken in groepen te voeren,
waardoor zij een meer gemotiveerde studiekeuze kunnen maken met meer kans op een goed studieresultaat.
• Het project Bouwstenen is formeel afgerond; het project is als curriculumontwikkeling in een nieuwe fase
terecht gekomen en bouwt op het niveau van afzonderlijke opleidingen verder aan de architectuur van
hoogwaardige curricula, die het fundament vormen van het kwaliteitsonderwijs van Stenden.
• Het Studielandschap in Leeuwarden biedt studenten al enkele jaren kleinschalige en tegelijk hoogwaar-
dige onderwijsleeromgevingen; eind 2010 is daarnaast de laatste hand gelegd aan het Studielandschap in
Emmen, een centraal gelegen multifunctionele werk- en ontmoetingsruimte.
De docent op een voetstuk
• In 2010 volgden 21 medewerkers een PhD-traject en 47 medewerkers een Mastertraject; één medewerker
promoveerde; Stenden kende al deze medewerkers studiefaciliteiten toe in de vorm van studieverlof en
vergoeding van kosten.
• Door (blijvend) te investeren in een lage student/docent-ratio, konden docenten meer aandacht besteden
aan hun onderwijstaken.
Differentiatie
• In 2010 zijn naast de drie succesvolle en geprolongeerde Ad’s IHM, SBRM en LM in Leeuwarden, vier Ad’s
toegekend in Emmen: Hoger Hotelonderwijs (HHO), Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs (HTRO),
Vrijetijdskunde (VTK) en ICT- Beheer.
• Voor het vierde achtereenvolgende jaar wordt een Honors degree-curriculum ‘Research’ aangeboden.
• De instroom van Masterstudenten is gestabiliseerd.
• Stenden investeert via twee lijnen in (verdere) academisering, namelijk participatie in (de uitvoering van)
de plannen voor een University Campus Fryslân en verhoging van het kwalificatieniveau van medewerkers.
• Stenden heeft met het aanstellen van Heads of School, met als eerste opdracht een inrichtingsplan te
schrijven, een vervolgstap gezet in de vorming van een zevental schools, bestaande uit één of meer oplei-
dingen die het onderwijs binnen de gehele beroepskolom (Ad’s, Bachelor’s en Hd’s) verzorgen en eveneens
onderdak bieden aan Masterprogramma’s, PhD-trajecten, lectoren en kenniskringen.
• Stenden beschikt met haar professionele Library and Knowledge Centre over een absolute topvoorzie-
ning. Na de Rijksuniversiteit Groningen heeft Stenden de grootste bibliotheek in Noord-Oost Nederland.
In 2010 bezochten bijna 350.000 bezoekers de mediatheken van Stenden, waaronder die in Leeuwarden
(163.000 bezoekers) en in Emmen (86.000).
4 In dit Jaarverslag treft de lezer verschillende rapportagelijnen aan, die in enkele gevallen tot herhalingen leiden. Zo zullen de resultaten die in deze paragraaf worden gerapporteerd deels tevens terugkomen in paragraaf 1.6.2. waar gerapporteerd wordt over de resultaten op de zeven speerpunten als ook in alle hoofdstukken waarin in meer detail wordt gerapporteerd over de ‘performance’ van Stenden Hogeschool. Ondanks dit evidente nadeel heeft deze aanpak één groot voordeel: complexe verwijzingen, die de leesbaarheid ernstig aantasten, worden nagenoeg geheel vermeden.
18 19 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
Centrum voor Leiderschap
Stenden is in 2009 gestart met het Centrum voor Leiderschap. Het Centrum organiseerde als eerste activiteit
een leiderschapsdag in oktober, met als thema ‘aandacht – verbinding – vertrouwen’. Het biedt trainingen,
coaching en maatwerktrajecten aan voor (aankomende) leiders. Daarnaast wil het Centrum leiderschapsvraag-
stukken onderzoeken en werkt met dat oogmerk samen met partners in China, Zuid-Afrika, Skandinavië en
Verenigde Staten.
Het Centrum is een initiatief van Stenden en in het bijzonder van ISM dat al jarenlang een schoolleiders-
opleiding verzorgt en de twee lectoraten Mens & Organisatie en Leadership & Change Management, die zich
vanuit verschillende perspectieven op het onderwerp leiderschap richten.
Kennisknooppunt Duurzame Kunststoffen
Stenden Hogeschool, API Institute en Nuon hebben in 2010 de oprichting in gang gezet van een
‘Kennisknooppunt Duurzame Kunststoffen’ (KDK) in Emmen. Samen met de gemeente Emmen, de provincie
Drenthe en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland wordt hierin ruim 2 miljoen geïnvesteerd. Het initia-
tief spoort goed met het streven naar een meer duurzame ‘biobased economy’.
Met de realisatie van het KDK ontstaat niet alleen een (boven-)regionaal expertisecentrum, maar ook een
versterkt netwerk van bedrijven en kennisinstellingen, op het gebied van (duurzame) kunststoftechnologie.
Al met al lijkt deze innovatieve ontwikkeling van grote waarde voor het beroepsonderwijs, de sector chemie en
de werkgelegenheid in Drenthe en daarbuiten. Bovendien valt te verwachten dat (ook andere) innovaties en
bedrijfstarters hierdoor een sterke stimulans ervaren en dat een brede in- en uitstroom wordt gecreëerd van
getalenteerde studenten, promovendi en postdocs.
Het KDK gaat op 1 april 2011 van start, met enkele lectoraten op het gebied van duurzame kunststoffen en zal
samen met het bedrijfsleven innovatief onderzoek gaan doen op het gebied van bio-kunststoffen in een ‘open
source’-omgeving. Tevens zal binnen het KDK een minor ontwikkeld worden voor de Werktuigbouwkunde- en
Life Science-studenten en in een later stadium mogelijk een Masteropleiding.
Profiel verdiepen en versterken (Speerpunt 2)
Curriculumontwikkeling
Stenden Hogeschool wil ook de komende jaren nieuwe generaties studenten inspireren om de meesters,
hulpverleners, ondernemers, managers, leiders en ‘complete’ mensen van morgen te zijn. Dat concept van die
complete mens ligt als uitdrukking van de identiteit en missie van Stenden ten grondslag aan alle curricula.
Vanaf 2008 heeft een herbezinning op de curricula plaatsgevonden. Er is naar gezocht hoe bouwstenen,
zowel de generieke als de domeingerelateerde en de opleidingsspecifieke, gepositioneerd kunnen worden
binnen de opleidingsprogramma’s.
Doorontwikkeling van curricula vindt vanaf 2011 binnen de opleidingen plaats, voortbordurend op het
ontwikkelde onderwijsmateriaal binnen ‘Bouwstenen’.
Inspirerende leer- en werkomgeving
Stenden investeerde ook in 2010 in leer- en werkomgevingen voor studenten en medewerkers. Zo is in
Emmen eind 2010 het gloednieuwe Studielandschap opgeleverd, dat studenten de mogelijkheid biedt
gebruik te maken van ‘up to date’ studiefaciliteiten in een stimulerende multifunctionele onderwijsom-
geving. Daarnaast is met diverse evenementen en activiteiten aandacht besteed aan de ontwikkeling
van een gedeelde Stenden-identiteit. Zo werd in maart ter promotie van ‘the Grand Tour of Stenden’ de
‘Stenden Song’ opgenomen, keerde in mei het Centrum voor Levensbeschouwing terug op de kennis campus
Leeuwarden en organiseerde Stenden in november de jaarlijks terugkerende ‘International day’, een dag
waarop Stenden haar culturele diversiteit, als wezenlijk element van haar identiteit, viert.
Maatschappelijke kennisonderneming
Stenden heeft zich in 2010 op verschillende manieren geprofileerd als maatschappelijke kennisonderneming.
In maart 2010 hebben Stenden, NHL Hogeschool, HanzeHogeschool en Van Hall Larenstein het gezamenlijk
ontwikkelde Sectorplan Noord ‘Scholen voor ambities’, dat beoogt de Noord-Nederlandes kenniseconomie
te versterken, aangeboden aan OCW. Noord-Nederland loopt in de overgang van een traditionele productie-
economie naar een hoogwaardige kennisintensieve economie aan tegen een aantal belemmeringen, zoals
een krimpende beroepsbevolking, een opleidingsniveau dat onder het landelijke gemiddelde ligt en een ‘ijle’
Deskundigheidsontwikkeling in eigen huis
Stenden verankert kennisontwikkeling binnen het onderwijs door er naar te streven, dat in 2017 90% van de
docenten een mastertitel heeft en 10% gepromoveerd is of bezig met een promotietraject. Stenden stimuleert
dat met onkostenvergoedingen en studieverlof.
University Campus Fryslân
Op 17 september 2009 presenteerde het College van Gedeputeerde Staten van Fryslân de plannen voor
een toekomstige Friese route voor universitair onderwijs en onderzoek: University Campus Fryslân (UCF).
Stenden is nauw betrokken bij dit breed gedragen initiatief. UCF wordt een netwerkuniversiteit met een breed
aanbod, gecentreerd rond Friese speerpunten (hotspots). De UCF zal gevestigd worden in Leeuwarden, moet
binnen tien jaar gereed zijn en zal volgens de plannen naar schatting 80 miljoen euro kosten. De provincie en
gemeente Leeuwarden willen een groot deel van de kosten op zich nemen.
New Faculties ontwikkelen (Speerpunt 1)
In 2009 gingen drie ‘New Faculties’ van Stenden van start: Kenniscentrum Sociale Innovatie, European Tourism
Futures Institute en Centrum voor Leiderschap. In 2010 zijn voorbereidingen getroffen voor een nieuwe
‘Faculty’: Kennisknooppunt Duurzame Kunststoffen. Daarnaast moet worden genoemd vh Kennis Campus
Emmen, dat in 2010 is uitgegroeid tot een belangrijk knooppunt van kennis en bedrijvigheid in de regio5.
Kenniscentrum Sociale Innovatie
Op 21 januari 2010 vond de officiële opening plaats van het Kenniscentrum Sociale Innovatie, dat tot stand is
gekomen met steun van de provincie Fryslân, de gemeente Leeuwarden, het Europees Fonds voor Regionale
Ontwikkeling en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland. Met het KSI zet Stenden haar expertise op het
gebied van sociale innova tie in voor bedrijfsleven en diensten sector en levert daarmee een krachtige bijdrage
aan de verdere economische ont wikkeling van Noord-Nederland.
In 2010 heeft het KSI flink geïnvesteerd in het op de regionale agenda plaatsen van het thema ‘Sociale
Innovatie’ en het promoten van de meerwaarde van het Kenniscentrum daarbij. Tevens is de interne
organisatie verder ‘personeel’ vorm gegeven en is een Raad van Advies en een InspiRaad geïnstalleerd.
Het KSI rondde diverse projecten af in 2010, waaronder een project dat zich richtte op de begeleiding van
een ‘Slimmer Werken Week’ in het MKB, waarin in samenwerking met de Kamer van Koophandel en Unique
uitzendbureau vijftig medewerkers bij vijftig MKB-bedrijven één dag van baan wisselen. Een ander project,
‘Top Class’, wil bevorderen dat noordelijke werkgevers veelbelovende jonge, pas afgestudeerde managers
voldoende prikkelen zich verder te ontwikkelen en zo hopelijk te behouden voor Noord-Nederland. Daarnaast
lopen er projecten in onder meer de metaalsector, de bouwsector, de toerismesector en de (jeugd)hulp-
verlening. Op laatstgenoemd terrein is een project gestart ter ondersteuning en advies aan jonge ouders,
samen met SPH van Stenden en SPW van Friesland College.
Tevens werden diverse presentaties verzorgd, zoals op het NCSI-congres in juni in Amersfoort, op de
conferentie ‘Arbeidsinnovatie GGZ Drenthe’ in november en voor zorgwerkgevers.
Eind september werd een ‘Inspiratiemiddag Sociale Innovatie’ in Leeuwarden georganiseerd, waar vertegen-
woordigers van onder meer MKB Noord, KvK Leeuwarden, Fundeon en HanzeHogeschool benadrukten dat
rendement het belangrijkste argument is voor bedrijven om aan sociale innovatie te doen.
European Tourism Futures Institute (ETFI)
Het Kenniscentrum European Tourism Futures Institute, een initiatief van Stenden en de werkveldorganisaties
Hiswa en Recron, ging eind 2009 van start. ETFI ontvangt subsidie van het Europees Fonds voor Regionale
Ontwikkeling en Pieken in de Delta. De provincies Friesland, Drenthe en de gemeenten Leeuwarden en
Emmen zijn bovendien cofinancier. In 2010 is voornamelijk gebouwd aan de interne organisatie en aan de
inhoudelijke ontwikkeling. Eén en ander resulteerde in enkele kernbenoemingen en een onderzoeksprogramma
op het terrein van de methodologie van scenarioplanning voor de periode 2011 - 2013, in samenwerking met
de Erasmus Universiteit.
5 Zie voor nadere informatie over vh. KCE, tegenwoordig onderdeel van ISM, paragraaf 5.2. Marktactiviteiten
20 21 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
In totaal waren er in 2010 dertien minors beschikbaar op de buitenlandse vestigingen en konden zelfs de
reguliere modules van het 2e jaar van IHM ook gevolgd worden op de campussite in Bali7. Door het gebruik
van bestaande curricula op verschillende (buitenlandse) vestigingen en dus in diverse culturele contexten
neemt de feedback toe. De (interculturele) kwaliteit van het curriculum heeft daar baat bij. De ‘responsibili-
ties’ ten aanzien van de ontwikkeling en borging van de curriculumkwaliteit zijn door Stenden in 2010 in een
afzonderlijk document gedefinieerd. In 2011 vindt daarover besluitvorming plaats.
Stenden gaf haar internationaliseringsbeleid ten slotte tevens een impuls door het aantrekken van
buitenlandse stafleden, met name Dr. Graig Thompson als nieuwe Academic Dean van IHM en Dr. Don Craig
als lector Hospitality Management Studies.
1.6.2.2 Organisatie toekomstklaar maken
Externe oriëntatie vergroten (Speerpunt 4)
In een onderwijsomgeving met groeiende concurrentie vraagt ook beheerste groei om voortdurend investeren
in (externe) netwerken. De inspanningen van Stenden op dit vlak hebben in 2010 zeker resultaat gehad.
Door samenwerking met gemeenten, provincies en andere overheden, met bedrijfsleven en andere onderwijs-
instellingen én door contacten te leggen in flankerende netwerken, zag Stenden kans enkele veelbelovende
(al genoemde) initiatieven te verzilveren, zoals de toekenning van vier Ad’s in Emmen, de ontwikkeling van
een Kennisknooppunt Duurzame Kunststoffen en een FabLab, de aanbieding van het Sectorplan Noord
‘Scholen voor ambities’ aan OCW en de verdere uitbouw van de Faculties KSI en ETFI.
Strategisch vermogen vergroten (Speerpunt 5)
Eind 2010 beschikte Stenden met een professioneel Corporate Office over een ‘strategische schil’ van
medewerkers en managers met deels specialistische, deels generalistische vaardigheden die nodig zijn om
(ook) succesvol te kunnen anticiperen op externe ontwikkelingen en slagvaardig te kunnen omgaan met
kansen in de (inter-)nationale omgeving. Daarnaast heeft Stenden zich, mede met het oog op een naar
verwachting krapper wordende arbeidsmarkt, in 2010 tevens sterk gemaakt als aantrekkelijke werkgever
in het hoger beroepsonderwijs. Stenden staat als werkgever voor een internationale oriëntatie, voor een
loopbaan in plaats van een baan, voor authentiek leiderschap en voor maatschappelijke betrokkenheid. In die
zin presenteert Stenden zich vanaf 2010 op de site ‘Werkenbijhogescholen.nl’, de gezamenlijke vacaturebank van
de Nederlandse hogescholen. Ook profileert Stenden zich met succes als aantrekkelijke werkgever op de eigen
website. Ten slotte heeft Stenden geïnvesteerd in de deskundigheidsontwikkeling van eigen medewerkers voor de
bezetting van (andere) sleutelposities, waarvoor strategische vaardigheden zijn vereist.
Ruimte creëren voor publiek/private groei (Speerpunt 6)
In dit kader zijn in 2010 langs twee sporen vervolgstappen gezet. Op het eerste spoor is de eerdere formele
samenvoeging van de commerciële activiteiten van Kennis Centrum Emmen en Instituut Service Management
in Leeuwarden in 2010 ook materieel gerealiseerd. Daarmee beschikt Stenden nu over één commercieel
bedrijf (ISM) met een BV-structuur en een eigen directeur. Stenden heeft garanties ingebouwd dat (ook) de
gecombineerde marktactiviteiten passen binnen de missie van Stenden en niet op gespannen voet staan met
de publiek bekostigde activiteiten.
Op het tweede spoor heeft Stenden in het najaar van 2010 met de benoeming door het College van Bestuur
van zeven ‘Heads of School’, een belangrijke vervolgstap gezet op weg naar een nieuwe organisatiestructuur
met zeven ‘Schools’. Deze nieuwe structuur resulteert in een beter beheersbare en meer slagvaardige Stenden-
organisatie, nodig in verband met de groei van het aantal opleidingen als gevolg van de fusie en allerhande
nieuwe initiatieven. Daarbij creëert zij voldoende onderwijskundige meerwaarde en ruimte voor ondernemer-
schap nodig voor de realisatie van de ambitieuze doelstellingen van Stenden.
De benoemingen zijn tot stand gekomen na een intensieve en zorgvuldige werving- en selectieprocedure.
Na een belangstellingsregistratie onder de huidige deans heeft er een werving- en selectieprocedure plaats-
gevonden volgens de procedure die met de Medezeggenschap is afgestemd. De huidige deans hebben ook
7 Studenten kunnen uiteraard slechts voor een beperkt aantal studiepunten deelnemen aan de Grand Tour: voor onderwijs 30 EC, dat wil zeggen 840 studie-uren, en voor stage en afstuderen 60 EC, dat wil zeggen 1680 studie-uren ofwel een heel studiejaar.
economie zonder dominante sectoren. Stenden en haar partners zien vooral in de snijvlakken van verschillende
sectoren mogelijkheden om kansen te identificeren, producten te innoveren en nieuwe markt te ontdekken.
Met het Sectorplan mobiliseren de samenwerkende hogescholen, daartoe uitgedaagd door het Ministerie van
OCW, hun gezamenlijke kracht, kennis en kunde hogescholen langs drie programmalijnen:
• Naar een hoog niveau van kennis en beroepsuitoefening;
• Van jong tot oud, een hoger opleidingsniveau voor de gehele bevolking;
• Praktijkonderzoek, innovatie en kennisvalorisatie voor Noord-Nederland.
Ook op andere manieren maakt Stenden duidelijk dat zij een maatschappelijke kennisonderneming is. Zo
is eind 2010 gestart met de ontwikkeling van een zogenoemd FabLab in Zuid-Oost Drenthe. Een FabLab,
eigenlijk Fabrication Laboratory is een werkplaats met een aantal ‘state-of-the-art’-machines, waarmee een
gebruiker (en dat kan letterlijk iedereen zijn!) ideeën kan omzetten naar een tastbaar prototype of naar een
concreet product. Het concept is ontwikkeld door Neil Gershenfeld van het MIT (Verenigde Staten). Inmiddels
is er een wereldwijd netwerk van FabLabs ontstaan met een min of meer gestandaardiseerde set machines.
Het FabLab koppelt locale potentie aan internationale uitstraling. Alle verworven kennis wordt integraal en
‘world wide’ met elkaar gedeeld. Daarmee sluit het FabLab-concept uitstekend aan bij de missie en visie
van Stenden. Het belang van FabLab ligt ook in het verbinden van Techniek met Educatie, van bèta’s met
alfa’s en gamma’s, van de wereld van techniek van de huidige jeugd (instroom) met de wereld van techniek
in het bedrijfsleven (uitstroom). FabLab biedt tevens een invalshoek om meer mannelijke studenten aan
te trekken voor het basisonderwijs en slaat een brug tussen VO/MBO-instroom en HBO-uitstroom. Het
FabLab zal naar verwachting in september 2011 starten.
Stenden stimuleert tevens kenniscreatie en kenniscirculatie door het aanmoedigen en faciliteren van
studenten een eigen bedrijf te beginnen. Deze bedrijfjes worden (als onderdeel van de opleiding) meestal
na ‘moduul 4’ opgeheven, maar in sommige gevallen voor eigen risico van de student gecontinueerd. Zo
hebben vijf SBRM-studenten InnoFactory opgericht, dat als eerste product een tas op de markt brengt die
ook als trui kan worden gedragen, een zogenoemde ‘BackJack’.
Groeien tot een organisatie die meetelt (Speerpunt 3)
Beheerste groei
Stenden is in 2010/11 doorgegroeid tot een onderwijsinstelling met in totaal in binnen- en buitenland ruim
11.000 studenten. Dat is mede mogelijk gemaakt door de fusie van de voormalige CHN en de voormalige HD
op het niveau van bestuur, toezicht en medezeggenschap op 1 januari 2008 leidend tot de juridische fusie per
1 september 2010 van Stichting Stenden Hogeschool v/h CHN en Stichting Stenden Hogeschool v/h HD6 én
tot de besluitvorming vóór 1 september 2010 over de instellingenfusie, die op 1 september 2011 in werking
zal treden. Deze groei is ook het gevolg van uitbreiding van opleidingen, waar Stenden in 2010 een vervolg-
stap in heeft gezet leidend tot de toekenning van vier Ad’s in Emmen per september 2011.
Internationalisering
Stenden groeit ook door haar internationale activiteiten voortdurend te versterken. Zo was er mede als gevolg
van succesvolle (inter-)nationale wervingsactiviteiten sprake van een bescheiden groei van 1.737 naar 1752
bekostigde internationale studenten op de vestigingen in Nederland. In totaal staan er 2.325 buitenlandse
studenten ingeschreven op Nederlandse vestigingen van Stenden (een groei van ruim 2%).
De instroom in de reguliere programma’s op de buitenlandse vestigingen kwam uit op 184 studenten, onder
wie op de site van Port Alfred (Zuid-Afrika) ook een aantal afkomstig uit de buurlanden van Zuid-Afrika, de
zogenoemde SADC-landen.
Stenden versterkte het concept van een mondiaal netwerk van buitenlandse vestigingen in Zuid-Afrika, Qatar,
Thailand en Indonesië in 2010 vooral door aandacht te geven aan (grotere) mobiliteit van studenten. In dit
jaar hebben 386 studenten gebruik gemaakt van het Grand Tour®-concept. Dit is bij benadering twee maal
zoveel als het aantal studenten dat deelneemt aan reguliere uitwisseling, een andere belangrijke pijler van
internationalisering. Ook gingen er in het kader van het Grand Tour®-beleid van Stenden studenten van de ene
naar de andere buitenlandse vestiging, voor het volgen van een studieonderdeel.
6 Deze juridische fusie resulteerde in Stichting Stenden Hogeschool. Stichting Stenden Hogeschool v/h CHN en Stichting Stenden Hogeschool v/h HD zijn gelijktijdig opgeheven.
22 23 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
ceerd, dat op verzoek van studenten een prominente rol gaat spelen in de communicatie met hen. Een ander
voorbeeld is de nieuw ontwikkelde animatie waarin Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO) wordt toegelicht voor
een brede doelgroep.
Operational Excellence
In het (hoger) onderwijs wordt veelal onderscheid gemaakt tussen grote en kleine kwaliteit. Grote kwaliteit
(‘Educational Excellence’) heeft vooral te maken met inhoud en dat is het onderwijs zelf. Kleine kwaliteit
(‘Operational Excellence’) daarentegen betreft vooral de (secundaire) dienstverlening aan studenten, of
anders gezegd de kwaliteit van college- en tentamenroosters, communicatie en informatievoorziening,
faciliteiten en beschikbare ruimten, huisvesting, restauratie en overige ‘services’. Op het gebied van
Operational Excellence investeerde Stenden in 2010 naast eerder genoemde zaken in onderwijsplanning,
toetsdigitalisering en toetsbeleid, studentenadministratie, studievolgadministratie, studenttevredenheids-
onderzoek en audits lectoraten (zie hieronder).
Onderwijsplanning
In samenspraak met docenten en studenten heeft Stenden in 2010 het onderwijsplanningsproces verbeterd.
Zo gaf de afdeling Planning Centre met de actie ‘PIMP MY SCHEDULE’ studenten bij het begin van het
studiejaar 2010/11 gelegenheid mee te denken over hun lesrooster. De actie werd door studenten als
succesvol ervaren en wordt om die reden geprolongeerd.
Toetsdigitalisering en toetsbeleid
In 2010 is met de training van docenten een vervolgstap gezet in de implementatie van Question Mark
Perception waarmee de voortgangstoets wordt gedigitaliseerd. Tevens vond besluitvorming plaats over een
integraal, Stenden-breed toetsplan waarin toetsing onderwijskundig wordt geborgd.
Studentenadministratie
Stenden was in 2010 één van de weinige hogescholen in Nederland die overstapten op de digitale verwerking
van machtigingen. Stenden zet Studielink inmiddels succesvol in voor de nationale en de gehele Europese
doelgroep. Met behulp van Studielink en het relatief nieuwe studentinschrijfsysteem Progress.Net wordt
aankomende- en herinschrijvende studenten een steeds snellere en betere service geboden. Voor de niet-
Europese doelgroep verloopt één en ander nog op de oude en dus arbeidsintensieve manier. In 2010
zijn nagenoeg alle site-studenten geregistreerd, zodat ook zij toegang hebben tot de digitale faciliteiten
van Stenden.
In 2010 is door de overheid het instellingscollegegeld ingevoerd voor bepaalde categorieën EU/EER-
studenten. Met gebruikmaking van haar wettelijke bevoegdheid en aansluitend bij het beleid van andere
Nederlandse ho-instellingen, heeft Stenden een instellingscollegegeld vastgesteld dat hoger ligt dan het
wettelijk collegegeld. Stenden ging in 2010 coulant om met deze nieuwe regelgeving en heeft een
overgangsfase ingesteld.
Studievolgadministratie
Bijna alle opleidingen zijn in 2010 gestart met het decentraal verwerken van studieresultaten in
Progress.www, een interface voor docenten en studenten. Deze werkwijze heeft als groot voordeel dat
een student direct een e-mail ontvangt met zijn voorlopige resultaat op het moment dat dit door de
opleiding wordt ingevoerd in de database.
In het voorjaar van 2010 is het project MyStudy van start gegaan. Dit project richt zich op de vervanging van
de zes separaat functionerende Progress-systemen door Progress.Net, dat vervolgens in 2011 wordt ingezet
als studentinschrijfsysteem én studentvolgsysteem. Hierdoor kan vanaf dat moment iedere vestiging en
opleiding in hetzelfde systeem werken.
Studenttevredenheidsonderzoek
Eén op de drie Stenden-studenten nam in 2010 deel aan het studenttevredenheidsonderzoek (STO) dat vanaf
dat jaar deel uitmaakt van de Nationale Studenten Enquête9. Jaarlijks investeert Stenden in verbeteringen op
basis van de resultaten van accreditaties en extern en intern tevredenheidsonderzoek. In het najaar van 2010
9 Zie voor nadere toelichting en samenvatting van resultaten van dit onderzoek paragraaf 4.1. Nationale Studenten Enquête.
kunnen solliciteren. In de Adviescommissies voor de benoemingen hebben de GMR, lectoren en Corporate
Office een rol gespeeld. Na de werving hebben de kandidaten assessments gedaan bij een extern bureau. De
resultaten hiervan hebben een belangrijke rol gespeeld bij de koppeling van de kandidaten aan de Schools.
De nieuwe ‘Heads of School’ hebben als eerste opdracht gekregen inrichtingsplannen te schrijven in goed
overleg met de teams, teamleiders en deans. Na instemming van de Medezeggenschap met deze plannen,
kunnen de nieuwe Schools van start gaan. De instelling van ‘Schools’ markeert het sluitstuk van de fusie van
de voormalige hogescholen CHN en HD, die op 1 september 2010 al juridisch is afgerond. Het gaat om de
volgende ‘schools’:
• School of Tourism and Leisure;
• School of Media & Entertainment and Technology;
• School of Social Work and Arts Therapy;
• School of Education;
• School of Business;
• School of Commerce;
• School of Hospitality.
1.6.2.3 Kwaliteit waarborgen
Basisprocessen en interne organisatie verder professionaliseren (Speerpunt 7)
Het waarborgen van kwaliteit heeft voor Stenden grote prioriteit. In 2010 zijn diverse activiteiten ontwikkeld
gericht op (optimalisering en borging van) Operational Excellence, kwaliteitsverbetering; risicomanagement;
inkoopprofessionalisering en communicatiemanagement.
Kwaliteitsmanagement
Op het terrein van Quality Assurance is een nieuw accreditatiesysteem ontworpen, vond monitoring plaats van
accreditatietrajecten, is onderzoek gedaan naar het landelijk stelsel van kwaliteitszorg en hebben audits plaats
gevonden. De Planning- & Controlcyclus is doorontwikkeld, de kwaliteitszorg voor opleidingen is herijkt en
er vonden kwaliteitscycli per opleiding plaats. Niet in de laatste plaats werd het jaarlijks document met
managementinformatie ‘De kwestie van kwaliteit’ gepresenteerd.
Risicomanagement
Per kwartaal wordt ten behoeve van de Raad van Toezicht een risicorapportage opgesteld. In 2010 is gestart
met het project ‘In Control Statement’. Ten behoeve van dit project zijn behalve de besturingsfilosofie en de
planning & control-cyclus tevens de processen op hun risico’s en aanwezige beheersmaatregelen beoordeeld.
Vanuit het project zijn maatregelen getroffen om risico’s waar nodig te beheersen8.
(Europese) Aanbesteding
Het inkoopbewustzijn binnen Stenden is sterk vergroot. Geplande Europese aanbestedingen zijn succesvol
afgerond en ook het aantal afgeronde onderhandse aanbestedingen is hoger dan gepland. Het volume dat
conform ‘state of the art’-doelmatigheidscriteria wordt ingekocht is substantieel verhoogd, er zijn besparingen
gerealiseerd, het aantal facturen is afgenomen en de kwaliteit van de facturen is verhoogd. De bestel-
processen zijn vereenvoudigd en de afdeling Inkoop wordt in toenemende mate betrokken bij het afsluiten
van contracten.
Eind 2010 is een team van studenten begonnen met een onderzoek naar de tevredenheid van de (interne)
klant over de afdeling.
Communicatie
De communicatie met studenten is in 2010 een belangrijk speerpunt geweest in de ‘corporate’ communicatie
van Stenden. Op basis van de resultaten van zowel kwalitatief onderzoek onder studenten (en anderen), als
aanvullend ‘desk top research’ en de landelijke studentenenquetes, is in 2010 een nieuwe opzet van vooral
de interne media ontwikkeld. Deze nieuwe opzet zal vanaf 2011 leiden tot aanpassingen die Stenden in staat
stellen in haar communicatie nauwer aan te sluiten bij wat studenten graag willen weten en hoe studenten
contact willen hebben met hun opleiding. Daarbij is nadrukkelijk sprake van verschuiving van conventionele
(papieren) media naar digitale dan wel audiovisuele media. Zo zal een nieuw intranet worden geïntrodu-
8 Zie voor een meer uitvoerige rapportage Bijlage 9 ‘Risicoparagraaf ‘.
24 25 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
• DUURZAAMHEID: Stenden zette in 2010 op meerdere terreinen krachtig in op duurzaamheid:
Begin maart 2010 gingen de deuren van ‘Canteen’ open, het nieuwe duurzame restaurant van Stenden in
Leeuwarden. Het restaurant maakt, als onderdeel van het leerbedrijf Stenden University Hotel (SuH) van
de opleiding IHM, studenten vertrouwd met het werken in een organische keuken, die volledig biologisch
en van begin tot eind duurzaam geproduceerd voedsel serveert, met biologisch afbreekbaar eetgerei in een
duurzaam vormgegeven interieur.
Stenden richtte in 2010 samen met partners en externe financiële ondersteuning11 het (boven-)regionale
expertisecentrum ‘Kennisknooppunt Duurzame Kunststoffen’ (KDK) in Emmen op. Dit initiatief past in het
streven van Stenden naar een meer duurzame ‘biobased economy’.
Stenden University hotel ontving in 2010 het ‘Green Key Gold’-certificaat als hoogst haalbare resultaat
van een keuring door de Stichting Keurmerk Milieu, Veiligheid en Kwaliteit. De ‘Green Key’ is het inter-
nationale keurmerk voor bedrijven in de toerisme- en recreatiebranche die duurzaam en maatschappelijk
verantwoord willen opereren. Als zodanig is het een begerenswaardig communicatiemiddel naar gasten,
overheden en zakenrelaties, die steeds vaker bewust kiezen voor een duurzame en milieuvriendelijke
accommodatie.
Het lectoraat ‘Service Studies’ ondersteunt dienstverlenende organisaties uit het MKB in hun transitie naar
duurzaamheid. In 2010 werd de SIA RAAK-aanvraag ‘Greening Generation Y’ gehonoreerd. Deze aanvraag
betreft projecten over duurzaam wonen, duurzame voeding en duurzame mobiliteit, die met en voor
bedrijven zijn opgezet en tot doel hebben te experimenteren met innovatieve communicatievormen gericht
op de jongere generatie. Daarnaast begon het lectoraat in 2010 samen met studenten met de ontwikkeling
van een onderzoeklijn ‘Sustainability in hospitality’. Tevens werden door de kenniskring diverse lezingen
verzorgd over ‘Leadership for sustainability’, duurzaam toerisme, duurzame keuken en duurzaam voedsel.
Meerdere leerbedrijven van Stenden profileren zich bewust als duurzaam. Naast het leerbedrijf SuH
(zie boven), verstrekt het leerbedrijf ‘Global Goals 2015’ duurzaamheidsadviezen aan ondernemingen,
onderwijs en overheid en hanteert het leerbedrijf ‘Tourism Resource Centre’ van de opleiding TM, dat
onder meer
functioneert als ‘Touroperating Company’, een ‘groene’ aanpak, waarin duurzaamheid voorop staat.
De ‘impact’van de duurzaamheidsinitiatieven van Stenden is waarschijnlijk substantieel, aangezien deze
zich niet beperken tot onderwijs, onderzoek en dienstverlening, maar zich ook nadrukkelijk manifesteren
in het dagelijks leven van allen op de Hogeschool. Bovendien wordt het denken in duurzaamheid niet
alleen lokaal, maar zeker ook wereldwijd bevorderd door het bij uitstek internationale karakter van Stenden
Hogeschool. Studenten en docenten dragen ‘sustainability’ als belangrijke waarde uit naar (de regio’s van)
andere campus sites en/of komen met nieuwe duurzaamheidsconcepten terug.
• MEERTALIGE PABO: Leeuwarden heeft als eerste stad in Nederland twee Pabo’s met een drietalig
les programma. Friesland telde in 2010 zo’n 39 basisscholen, waarop les wordt gegeven in het Frysk,
Nederlands en Engels. Om die reden zijn NHL en Stenden in dat jaar begonnen met een meertalige
pabo-stroom, waarin (ook) aandacht wordt besteed aan kennis van meertaligheid en taalsociologie.
Studenten kunnen stage lopen op meertalige scholen in binnen- en buitenland.
• STREEKTOAL: Eind 2010 organiseerde OLB in Emmen een congres over meertaligheid: ‘Streektoal in
het underwies’. De eerste uitgave van het boek met deze titel werd tijdens het congres uitgereikt aan
gedeputeerde Anneke Haarsma en Tweede Kamerlid Metin Çelik. Het boek was resultaat van samenwerking
tussen Stenden en het ‘Hus van de toal’.
• BOUWSTENEN: Het formeel afgeronde curriculumvernieuwingsproject Bouwstenen is in 2010 als
curriculumontwikkeling in een nieuwe fase terecht gekomen, waarin de focus is verschoven van het
microniveau van het onderwijs naar het niveau van het curriculumontwerp op opleidingsniveau.
11 Zie voor een meer uitgebreide verslaglegging paragraaf 1.6.2.1 ‘New University’ bouwen
heeft Stenden een Task Force opgericht om gericht verbeteringen door te voeren in onderwijs en organisatie.10
Studenten reageren positief op de verbeteracties.
Audits lectoraten
In 2009 trad het Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) in werking, waarin hogescholen vorm
geven aan hun kwaliteitszorgbeleid op het gebied van onderzoek. In dit kader bereidde Stenden in 2010 de
externe audits op haar lectoraten voor. In 2011 worden audits uitgevoerd op drie Stenden-lectoraten.
1.6.3. Overige belangrijke ontwikkelingen en resultaten
Naast de genoemde resultaten op het gebied van ‘bouwen aan New University’, ‘toekomst klaar maken
organisatie’ en ‘waarborgen kwaliteit’ kunnen, vooruitlopend op hierna volgende hoofdstukken waarin in
breder verband verslag wordt gedaan van de ‘performance’ van Stenden Hogeschool in 2010, de volgende
belangrijke ontwikkelingen en resultaten worden genoemd:
• INSTROOM EN INSCHRIJVING: Het totale aantal ingeschreven studenten op alle Stenden-locaties groeide
in 2010 met 1,5% tot 11.065. De integrale instroom, inclusief niet- en anders bekostigde studenten,
GCS-studenten en Masterstudenten, telde 3.377 studenten. Het totaal aantal GCS-studenten nam met
ruim 12% toe ten opzichte van 2009; het aantal Masterstudenten met ruim 7%.
• RANKING OPLEIDINGEN: Volgens Elsevier scoren vijf Stenden-opleidingen in de top drie:
HTRO, SBRM, SPH, P&A en BML. HTRO werd in de Elsevierranking zelfs door studenten beoordeeld
als de beste in zijn soort.
• ASSOCIATE DEGREES: In 2010 kreeg Stenden, vestiging Emmen, vier Ad’s toegekend voor HHO,
HTRO, VTK en ICT- Beheer. Alle vier Ad’s worden vanaf september 2011 aangeboden, waardoor
Stenden vanaf dan in totaal zeven Ad’s aanbiedt, inclusief de huidige drie Ad’s van SBRM, IHM en
VTK op vestiging Leeuwarden.
• ACADEMISCHE OPLEIDING LERAAR BASISONDERWIJS: In september 2010 is de Academische Opleiding
Leraar Basisonderwijs (AOLB) van start gegaan. AOLB leidt studenten in vier jaar op voor zowel het
reguliere Pabodiploma als een universitair bachelordiploma Pedagogische Wetenschappen. Stenden werkt
in deze opleiding samen met andere HO-instellingen in Noord-Nederland.
• ACCREDITATIES: De bacheloropleiding L&E is in 2010 gevisiteerd en geaccrediteerd, met 6 goede scores.
In 2010 zijn ook de Stenden-opleidingen I, C, TI, MBL, WTB, IBL, PA en SPH gevisiteerd. De voorlopige
visitatieresultaten zijn weliswaar veelbelovend, de definitieve uitslag volgt evenwel eerst in 2011.
Uit alle accreditatie- en visitatieresultaten tot eind 2010 kan de conclusie worden getrokken dat Stenden
bacheloropleidingen heeft van goed niveau, samenhangend en goed afgestemd, en ondersteund door
goed personeel en goede materiële voorzieningen.
De Masteropleidingen International Service Management (MAISM) en International Leisure and Tourism
Studies (MAILTS) zijn in 2010 na goede beoordeling door de FIBAA geaccrediteerd door de NVAO. De
scores voor beide zijn respectievelijk 13 en 14 keer ‘goed’. Daarnaast is aan beide opleidingen vier maal de
score ‘excellent’ toegekend op enkele facetten.
• KWALITEIT: In najaar 2010 heeft Stenden een Task Force opgericht, die kan beschikken over een serieus
budget om daarmee in het studiejaar 2010/11 duurzame verbetering te kunnen realiseren van de kwaliteit
van onderwijs en organisatie van Stenden. Met de instelling van deze Task Force kiest Stenden voor een
meer projectmatige aanpak van de verbeterpunten die naar voren zijn gebracht door studenten (in de
Keuzegids) en medewerkers (in het MTO 2009). Alle opleidingen en managers hebben verbeterplannen
opgesteld. Na prioritering door de Task Force zullen de plannen in 2011 worden uitgevoerd, in nauwe
samenwerking en afstemming met studenten en medewerkers. Daarbij zal ook worden gecommuniceerd
hoe je als student een rol kunt spelen bij het verbeteren van Stenden.
10 Zie ook paragraaf 1.6.3. ‘Overige belangrijke ontwikkelingen en resultaten’ onder ‘Kwaliteit’; en ook Bijlage 5 ‘NVAO-kaders’ onder 5. NVAO-onderwerp ‘Interne kwaliteitszorg’.
26 27 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
Tabel 1. Kerncijfers & kengetallen Bron: Stenden1 Eenheid
Cursusjaar
06/07 07/08 08/09 09/10 10/11
Totaal aantal studenten2 Indiv. 9.479 10.234 10.415 10.900 11.065
Nederlandse studenten bekostigd3 Indiv. 7.699 7.852 7.697 6.299 6.258
Buitenlandse studenten bekostigd Indiv. 1.209 1.144 1.533 1.737 1.752
Nederlandse studenten BNGR Indiv. 1.479 1.543
Buitenlandse studenten BNGR Indiv. 86 116
Ned. studenten niet-bekostigd Indiv. 153 139 142 91 73
Buitenamelijk studenten niet-bekostigd Indiv. 19 14 13 18 28
(Overige) Studenten Non-EER Indiv. 459 414 439 431
Studenten Global Campus Sites Indiv. 327 515 508 619 694
Masterstudenten4 Indiv. 72 111 108 137 180
Grand Tour®-deelnemers5 Indiv. 147 164 235 365 386
Totale instroom Indiv. 3.155 3.498 3.389 3.529 3.377
Nederlandse 1e jaars bekostigd Indiv. 2.369 2.510 2.344 2.394 2.361
Buitenlandse 1e jaars bekostigd Indiv. 615 561 606 583 523
Nederlandse studenten BNGR Indiv. 80 78
Buitenlandse studenten BNGR Indiv. 1 -
Ned. 1e jaars niet-bekostigd Indiv. 48 53 79 34 23
Buitenamelijk 1e jaars niet-bekostigd Indiv. 6 12 9 5 7
(Overige) 1e Jaars Non-EER Indiv. 149 119 140 116
1e Jaars Global Campus Sites Indiv. 56 145 166 216 186
Instroom Masterprogramma’s6 Indiv. 61 68 66 81 87
Propedeuserendement na 2 jr % 59,2 55,2 51,0 49,4 52,2
Uitvallers na 2 jr % 34,9 35,8 36,2 39,1 39,3
Afstudeerrendement na 5 jr % 50,8 51,2 53,1 50,9 50,5
Gemiddelde studieduur Jaren 3,6 3,6 3,6 3,6 3,6
Personeelsomvang (Onderwijzend – & Ondersteunend- en beheerpersoneel)
Indiv. 766 804 817 834 834
Fte 607 647 658 681 658
Personeel ≥ 40 jaar % - - 69 71 71
Ratio OP/ OBP Fte 1,49 1,45 1,63 1,53 1,58
Ratio vrouw/man Indiv. - - 1,13 1,15 1,21
Ratio bekostigde student/docent Ind./Fte 23,5 24,6 22,6 19,5 19,9
Ratio bekostigde student/lector Ind./Fte 2.875 2.250 2.198 1.707 1.335
Ratio docent/lector Fte/Fte 117 96 97 88 67
1) Peildatum instroom- en inschrijvingsgegevens is 01-10-2010; peildatum personele gegevens is 31-12-2010.
2) Dit zijn alle ingeschreven studenten van Stenden in Nederland, vermeerderd met de studenten die een Master volgen én
de studenten die studeren aan één van de buitenlandse Campus Sites van Stenden, niet zijnde Grand Tour-studenten noch
studenten in de zin van de WHW.
3) Met ingang van het studiejaar 2009-2010 geldt een nieuwe bekostigingsgrondslag. Hogescholen krijgen studenten uitsluitend
nominaal bekostigd, d.w.z. maximaal vier jaar voor een bachelor, onder voorwaarde dat deze nog geen graad heeft behaald.
Daardoor tellen de zogenoemde BNGR-studenten (Boven Nominaal of behaalde GRaad) niet meer mee voor de bekostiging.
4) Deze categorie is inclusief studenten die deelnemen aan de sinds 2005 gegeven eenjarige Topclass oftewel Masterclass ‘Mens &
organisatie’. Daarnaast geldt, dat de 5 bekostigde MAL&I-studenten in 2009 en de 10 bekostigde MAL&I-studenten in 2010,
(vanzelfsprekend) maar één keer worden meegeteld bij het totaal aantal ingeschreven studenten van de respectieve jaren.
5) Aantallen tot en met cursusjaar 2007/2008 betreffen uitsluitend Stenden (vh CHN).
6) Het betreft hier uitsluitend de geaccrediteerde Masterprogramma’s. Hier geldt, dat de instroom van 5 bekostigde Mal&I-
studenten in 2009 en van 4 bekostigde MAL&I-studenten in 2010 maar één keer wordt meegeteld bij de totale instroom van
de respectieve jaren.
• LECTORATEN/LECTOREN: Stenden beschikt eind 2010 over veertien lectoraten. De lectoraten
‘Scenarioplanning’ en ‘Hospitality Management Studies’ zijn in 2010 toegevoegd aan de twaalf bestaande
lectoraten. In 2010 zijn drie lectoren aangesteld en/of geïnstalleerd, twee op de genoemde nieuwe
lectoraten en één op het lectoraat ‘Ondernemerschap, innovatie en Kenniscirculatie’. In totaal bedraagt
in 2010 de formatie van de 15 lectoren 6 fte.
• COMMERCIE: De commerciële activiteiten van Stenden resulteerden in 2010 in een omzet van ruim € 4.4
miljoen en een bescheiden positief resultaat. In verband met de economische conjunctuur zijn passende
maatregelen genomen om de organisatie ‘lean & mean’ te houden.
• NEW FACULTY: Stenden heeft in samenwerking met diverse partners in 2010 het Kennisknooppunt
Duurzame Kunststoffen voorbereid. Dit KDK gaat op 1 april 2011 van start, met 2 lectoraten en zal
samen met het bedrijfsleven innovatief onderzoek doen op het gebied van bio-kunststoffen in een
‘open source’-omgeving.
• AANSLUITING STENDEN OP VO/MBO: Stenden besteedt aan de doorstroming van VO- en MBO-
studenten speciale aandacht. Zo zijn er convenanten en andere samenwerkingsafspraken met alle ROC’s
in de regio gericht op niet alleen betere doorstroming van MBO-studenten, maar ook minimalisering van
het uitvalrisico na hun overstap naar het HBO; twee van elke drie MBO-ers zijn afkomstig van de vijf grote
regionale ROC’s. Daarnaast functioneert al jaren het zogenoemde ‘aansluitingsnetwerk VO-HO Fryslân’,
waarin Stenden (prominent) participeert, en dat in 2010 wederom actief vorm gaf aan onder meer de
jaarlijkse Proefstudeerdag. Ook is de gecombineerde leerweg VAVO-HBO (‘Alvast Studeren’) geprolon-
geerd en zijn vier opleidingen van Stenden van start gegaan met een project ‘groepsgesprekken rond de
studiekeuze’, gesubsidieerd door SURF.
• STENDEN IN DE PRIJZEN: Stenden-studenten en -docenten wonnen diverse prijzen in 2010. Zoals
studenten CE & IBL die een prijs wonnen met hun onderneming ‘Students for Nature’ (SfN) tijdens de
‘Student Company Launch’ in Assen; IHM-studente Roosje Pothoff die een onderzoekprijs kreeg op
de ‘Student Research Conference’ in Leiden; Stenden-alumnus, leerkracht Mathijs ter Bork die werd
verkozen tot ‘Leraar van het jaar 2010’; WTB-studente Charissa Roossien die OKE-prijs 2010 won met
beste afstudeerscriptie; een team van Stenden South Afrika dat een prijs won op de ‘2010 SIFE National
Championships’; Erasmus Exchange-studenten die ‘Golden Award’ wonnen met ‘360º-marketingplan’ in
Ljubljana.; Stenden-student Dineke Holwerda die ‘Beste verteller van 2010’ werd met verhaal van R. Dahl;
en ook Danny de Boer, student LM die Nederlands kampioen ‘Superbike’ werd op TT-circuit van Assen.
• INSPECTIEONDERZOEK: De toenmalige minister van OCW heeft de Inspectie van het Onderwijs eind
2008 verzocht een onderzoek te doen naar de wijze waarop instellingen in het hoger onderwijs onderwijs-
activiteiten verzorgen in het buitenland. Het onderzoek concentreerde zich in eerste instantie op drie
instellingen voor hoger onderwijs, in tweede instantie evenwel uitsluitend op Stenden, gelet op het
ontbreken van (substantiële) internationale activiteiten bij de andere hogescholen. Begin 2010 heeft de
Inspectie de vraag centraal gesteld of mogelijk publieke middelen zijn gebruikt voor de financiering van
deze private activiteiten. De rapportage van het onderzoek wordt verwacht in mei 2011.
1.6.4. Kerncijfers en kengetallen
Kerncijfers en kengetallen die de performance van Stenden in 2010 typeren op het vlak van instroom en
inschrijving van studenten, studierendement en personeel worden in het perspectief van meerjarenreeksen
gepresenteerd in Tabel 1.
28 29 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
2. Studenten
Stenden telde eind 2010 11.065 ingeschreven studenten, waarvan 8.010 publiek bekostigd. De instroom van
publiek bekostigde studenten bedroeg 2.884.
2.1. OntwikkelinginstroombekostigdestudentenIn 2010/11 had Stenden een instroom van 2.884 bekostigde studenten (zie Tabel 1 in Bijlage 4). Er was
sprake van een krimp van ruim 3% ten opzichte van 2009. In totaal kent Stenden ‘worldwide’ in 2010 een
instroom van 3.377 studenten (in 2009: 3.534), inclusief de ‘Masterinstroom’ en de (overige) studenten die
Stenden niet door een rijksbijdrage krijgt bekostigd. Dit is ruim 4% minder dan in 2009. Van de bekostigde
studenten volgt 91% een voltijdopleiding, een fractie meer dan in 2009 (zie Diagram 1).
Diagram 1. Instroom bekostigde studenten naar opleidingsvorm 2006/07 – 2010/11 Bron: Stenden; peildatum: 1 oktober 2010
Internationale instroom
In 2010 bedroeg de internationale instroom van bekostigde studenten bij Stenden Hogeschool in Nederland
523, een krimp van 10% (zie Diagram 2). De integrale internationale instroom inclusief niet-bekostigde
studenten bedroeg 646, dat wil zeggen bijna 20% van de integrale instroom12 in 2010.
12 Maar exclusief de ‘Masterinstroom’
3030 31 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
Inschrijving Campus Sites13
De nieuwe instroom op de verschillende campus sites bedroeg in 2010 in totaal 186 studenten. Eind 2010
Diagram 4. Ingeschreven studenten op Global Campus Sites 2002-2010 Bron: Stenden
kwam daarmee het totale aantal studenten (zie Diagram 4) op de Campus Sites van Stenden in Qatar,
Zuid-Afrika, Thailand en Indonesië op 694 (was 619 in 2009).
De Stenden-campus in Doha (Qatar) begon in 2002 met 147 studenten. Dat aantal is in acht jaar met
255% gegroeid tot 522 studenten in 2010.
De Stenden-campus in Port Alfred (Zuid-Afrika) startte in 2003 onder de naam Educational Institute for
Service Studies (EISS) als Grand Tour-bestemming. Inmiddels volgen in 2010 134 studenten, zowel uit
Zuid-Afrikan als uit de zogenoemde SADC-landen het onderwijsprogramma (45% meer dan in 2009).
Stenden Rangsit University in Bangkok (Thailand) startte in september 2006 met drie studenten en telt in
2010 23 ingeschreven studenten.
Ten slotte startte de Stenden-campus op Bali (Indonesië) in 2008 als Grand Tour-bestemming. In 2009 ging
de opleiding IHM van start met 12 studenten, in 2010 schreven zich 8 studenten in.
13 De niet-Grand Tour-studenten aan de verschillende buitenlandse campus sites zijn studenten in locale zin en niet in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
Diagram 2. Instroom (abs.) buitenlandse studenten 2006/7–2010/11
Bron: Stenden
N.B.: Arubanen en Antillianen worden door hun Nederlandse nationaliteit niet meegeteld bij de internationale instroom.
Hun komst naar Nederland is echter wel een resultaat van de internationale wervingsactiviteiten.
Instroom naar herkomst
In 2010 is de instroom vanuit zowel het HAVO als het MBO met 2 procentpunt toegenomen. De instroom
vanuit het VWO alsook vanuit overige vooropleidingen is met 2 procentpunt afgenomen. De instroom vanuit
het HO nam ten slotte met 1 procentpunt af (zie Diagram 3).
Diagram 3. Vooropleiding (%) Stenden-instroom 2006/07 – 2010/11
Bron: Stenden
2.2. Ontwikkeling inschrijving bekostigde studenten
In het cursusjaar 2010/11 staan er 8.010 bekostigde studenten ingeschreven bij Stenden, goeddeels gelijk
aan het aantal in 2009. In totaal (inclusief niet- en anders bekostigd, Masterinstroom en GCS-instroom)
hebben zich 11.065 studenten ingeschreven; een groei van 1,5% (165 studenten) ten opzichte van 2009.
In 2010 telde Stenden Hogeschool in Nederland 1752 bekostigde buitenlandse studenten, 1% meer dan in
2009. Dat is 22% van het totale aantal ingeschreven bekostigde studenten, gelijk aan 2009. Van die 1.752
bekostigde studenten komt evenals in 2009 89% uit Duitsland, 10% uit de rest van Europa (in 2009: 9%) en
1% van buiten Europa. In totaal staan er (inclusief niet- of anders bekostigd) in 2010/11 2.325 buitenlandse
studenten ingeschreven, waarvan 456 studenten (20%) van buiten Europa afkomstig is.
32 33 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
2.4.WervingvanstudentenNationale doelgroep van studenten
Stenden maakte in 2010 vooral gebruik van beurzen, evenementen, open dagen en beroepskeuzetests voor het
eerste contact met potentiële studenten. Daarbij werd vraaggericht ingespeeld op hun informatiebehoefte.
Internationale doelgroep van studenten
In 2010 werd de werving versterkt in Duitsland, waar de concurrentie toeneemt. Ook werden de wervings-
activiteiten uitgebreid naar China, Vietnam, Rusland, de Baltische staten, Bulgarije en Roemenië. De markt-
bewerking was meer direct (niet alleen via agenten) en werd voor de buitenlandse sites meer centraal
gestuurd, waarbij ook agenten werden ingezet.
2.5.StudentgerichtheidLibrary & Knowledge Centre
In 2010 is op de locatie Emmen het studielandschap ingrijpend verbouwd en de mediatheek met I-studybalie
aangepast. Ook is er geïnvesteerd in de (toegankelijkheid van de) collectie op technisch gebied en is de
gehele digitale bibliotheek van Stenden toegankelijk gemaakt vanuit internet. De collectieprofielen van de
sites in Zuid-Afrika en Qatar zijn verbeterd. Bovendien is er Stenden-breed geïnvesteerd in presentaties voor
studenten en docenten over informatievaardigheden.
Student Mobility Centre
Stenden zag in 2010 de mobiliteit van haar studenten toenemen. Zo deden in totaal 228 Stenden-studenten
mee aan internationale uitwisselingsprogramma’s (in 2009: 212), nam het aantal Grand Tour- studenten toe
van 365 tot 386 studenten en steeg het aantal bekostigde buitenlandse Stenden-studenten met 1% tot 1.752
studenten in 2010.
Beurzen voor studie en stage in het buitenland
In 2010/11 deden naast genoemde 228 Stenden-studenten ook 17 Stenden-docenten mee aan internationale
uitwisselingsprogramma’s. De meeste van die programma’s betroffen landen binnen Europa, maar daarnaast
zijn ook in dit uitwisselingskader landen buiten Europa bezocht, waaronder Argentinie, Australie, Canada,
Chili, Colombia, Mexico, Zuid Korea en de Verenigde Staten.
Stenden-studenten:
• 141 Stenden-studenten participeerden met een Erasmus-beurs in een EU-uitwisselingsprogramma.
• 7 5 Stenden-studenten liepen stage met een Erasmus-beurs binnen de EU.
• 11 Stenden-studenten zijn met een BIOS-beurs van het Europees Platform op stage geweest,
binnen en buiten Europa.
• 1 Stenden-student studeerde in Nederland met een beurs uit het HSP Huygens Programme.
Stenden-medewerkers:
• 15 Stenden-medewerkers voerden een onderwijsopdracht bij een Europese partner uit, volgden een
training of bezochten een conferentie met een Erasmus-beurs.
• 2 Stenden-medewerkers zijn met een BIOS-beurs van het Europees Platform op stage geweest in Europa.
Overige ‘exchange’-studenten:
• 1 Afgestudeerde van Stenden studeerde met een VSB beurs in de VS.
• 39 Studenten van andere hogescholen liepen stage met een Erasmus-beurs via Stenden binnen de EU.
Istudy
Studenten die vragen hadden over bijv. hun inschrijving, studiepunten of nieuwe rooster, of een afspraak
willen maken bij een decaan konden sinds 2010 niet alleen in Leeuwarden, maar ook in Emmen dagelijks
terecht bij Istudy, het informatiecentrum van Stenden Hogeschool. Voor zaken rond visaprocedures en
studiefinanciering waren specialisten aanwezig.
De spreekuren op het gebied van onderwijsplanning, studievoortgangsadministratie, toetslogistiek, Grand Tour
en Exchange zijn druk bezocht.
Grand Tour
In 2010/11 hebben 386 Stenden-studenten (zie Diagram 5) van Nederlandse vestigingen van Stenden
deelgenomen14 aan Grand Tour®-programma’s in Port Alfred, Zuid-Afrika (186), in Bangkok, Thailand (50),
in Doha, Qatar (4), op Bali, Indonesië (22). Aan een gezamenlijk programma in Bangkok en op Bali namen
124 Stenden-studenten deel.
Diagram 5 Deelnemers (abs.) aan Grand Tour ® 2002 – 2010
Bron: Stenden
* Tot 2008 werden Grand Tour-deelnemers geteld op verschillende peildata, afhankelijk van de betreffende campus-
site. Vanaf dat jaar wordt ten behoeve van een grotere eenduidigheid gekozen voor telling op basis van deelname per
Nederlands cursusjaar. Dat wil zeggen, dat bijvoorbeeld voor 2010 de deelnemers worden opgeteld van het 1e semester
van het cursusjaar 2010/11 (najaar 2010) én van het 2e semester van dat cursusjaar (voorjaar 2011).
2.3.OntwikkelinginstroomeninschrijvingMastersStenden Hogeschool heeft in 2010 vier Masterprogramma’s aangeboden, die aansluiten bij haar
Bacheloropleidingen. Deze Masteropleidingen zijn organisatorisch ondergebracht in de School of Graduate
Studies (SGS), opgericht in 2002. Door de unieke samenwerking met de London Metropolitan University
zijn de Masters zogenaamde ‘Double Degree’-opleidingen. Afgestudeerden verwerven niet alleen een
zogenaamde ‘professional Master’-titel, maar ook een internationaal erkend diploma ‘Master of Arts’ van
de LondonMet.
Visitatie en accreditatie
Medio 2010 is de nieuwe accreditatie van MAILTS, met vier maal een excellente score, door de NVAO
bevestigd, op basis van accreditatie door LondonMet en visitatie door de FIBAA in 2009.
Tevens zijn de FIBAA en Stenden begonnen met de voorbereiding van een Duitse/Europese accreditatie van
MAILTS voor Groot-Brittannië, Nederland en Duitsland, die naar verwachting in 2011 wordt afgerond.
De nieuwe accreditatie van MAISM is eveneens door de NVAO officieel bevestigd, op basis van accreditatie
door LondonMet en visitatie van de FIBAA in 2009.
Instroom
De instroom voor de geaccrediteerde Masters heeft in 2010 een totale omvang van 87 studenten,
6 meer dan in 2009 resp. 21 meer dan in 2008 (zie Bijlage 4, Tabel 2). Eén van elke drie Masterstudenten
is doorgestroomd vanuit de eigen Bacheloropleidingen van Stenden.
Inschrijving
De inschrijving voor de Masters van Stenden bedroeg in 2010 180 studenten ( in 2009: 137; in 2008: 108).
In 2006 is voor Masterstudenten een zogenoemd ’leer-stage arrangement’ ingesteld, waarbij reguliere stage-
condities gelden. In 2010 hebben 15 Masterstudenten hiervan gebruik gemaakt (in 2009: 18).
14 Of ‘nemen deel’ in het voorjaar van 2011, waarin het 2e semester van het cursusjaar 2010/11 valt (zie ook de opmerking bij Tabel 6)
34 35 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
Decanaat
Voorkomen van studievertraging en/of studie-uitval, verwijzing en selectie zijn sinds jaar en dag de hoofd-
doelen van het Stendendecanaat. Een studentgerichte benadering staat daarbij voorop.
Het decanaat van Stenden op locatie Leeuwarden speelde in 2010 (weer) een belangrijke rol bij de voorlich-
tingen VO-HBO en bij de jubileumbijeenkomst van het aansluitingsnetwerk VO-HO Friesland.
In samenwerking met GGZ Fryslân investeerde Stenden in individuele studentenhulpverlening en groeps-
gerichte studieondersteuning. Er zijn door decanen en psychologen ca. 16 trainingen gegeven, waaronder
‘Effectief studeren’ en ‘Studyskills and timemanagement’.
De gehele implementatiefase van het project ‘Handicap & studie’ is in 2010 afgerond. Het oordeel van
studenten over de maatregelen die Stenden heeft genomen op dit terrein was in de NSE positief.
De commissie ‘Maatstaf’ heeft inmiddels een zevental adviezen geformuleerd ter toetsing van het te ontwik-
kelen beleid. Er is een nul-meting voorbereid, op basis waarvan nieuw beleid kan worden vastgesteld.
Het decanaat van Stenden op locatie Emmen heeft in 2010 op verschillende terreinen informatie verstrekt,
geadviseerd, begeleid en ondersteund, zoals:
• Advies aan studenten met persoonlijke-, financiële- of studievoortgangproblemen;
• Advies en ondersteuning bij vragen over studiefinanciering;
• Advies en ondersteuning bij aanvragen financiële ondersteuning door het Profileringsfonds;
• Hulp bij het voorkomen van een negatief bindend studieadvies;
• Begeleiding van studenten met een functiebeperking, zoals in veel gevallen dyslexie;
• Begeleiding van studenten die topsporter zijn;
• Advies aan tussentijds overstappende studenten onder meer over andere studies;
• Informatieverstrekking over doorstuderen na het HBO;
• Advies aan aankomende studenten over instroom in het HBO;
• Opvang van tussentijds instromende studenten;
• Doorverwijzing van aspirant-studenten die een dag willen meelopen in de organisatie;
• Speciale aandacht van de decanen gaat uit naar de internationale studenten op de Hogeschool.
In 2010 maakte net als in eerdere jaren ongeveer één op de tien studenten gebruik van de diensten van het
decanaat.
2.6.AlumnibeleidStenden voert een alumnibeleid met als missie het realiseren van een alumninetwerk dat bijdraagt aan de door
Stenden beoogde kenniscirculatie en aan de ontwikkeling van de Hogeschool-‘community’. Het alumnibeleid
wordt door de opleidingen uitgevoerd, rekening houdend met de wensen van alumni.
Het huidige netwerk telt zo’n 5.000 leden, die in 2010 twee alumnimagazines en een ledenlijst ontvingen.
Afgestudeerden in 2010 hebben bij diplomeringen een alumnimagazine met begeleidende wervingsbrief
ontvangen. Men kan gebruik maken van diverse webpagina’s op stenden.com/alumni en een e-mailadres voor
aanmeldingen, wijzigingen en vragen.
Alumni zijn ook in 2010 betrokken bij activiteiten en evenementen van de Hogeschool. Huidige studenten
worden geattendeerd op het bestaan van het alumninetwerk door hen al tijdens hun stage-terugkom-dagen
van een alumnimagazine te voorzien. Alumni spelen bovendien een actieve rol bij visitaties, als gastdocenten
en als leden van de Raden van Advies van de opleidingen. De opleiding Hoger Hotelonderwijs heeft bijvoor-
beeld een actieve Alumniraad die betrokken wordt bij de invulling van het netwerk van de hotelschoolalumni.
De Raad neemt ook deel aan de organisatie van de jaarlijkse reünie.
In 2010 heeft een breed media-onderzoek plaatsgevonden, waarin ook de mediabehoeften van alumni
zijn onderzocht. Naar aanleiding van de resultaten wordt in 2011 een plan van aanpak geschreven om het
alumnibeleid toekomstbestendig te maken en beter te laten aansluiten bij de veranderende (communicatie-)
behoeften van alumni. Enkele resultaten uit het onderzoek:
• alumni voelen zich voornamelijk alumnus of alumna van zijn of haar opleiding;
• alumni staan open voor een actievere rol in de communicatie, bijvoorbeeld als gastdocent;
• sociale media spelen een steeds grotere rol als platform.
In 2010 hebben verschillende alumni van Stenden in de belangstelling gestaan door goede prestaties of
prijzen. Zoals alumnus Matthijs ter Bork die landelijk tot ‘Leraar van het Jaar 2010’ werd verkozen. Deze
en andere bijzondere prestaties van alumni zijn met andere alumni gedeeld door vermelding in het
alumnimagazine, in de interne en in de externe media van Stenden.
36 37 / Stenden Hogeschool
3838 39 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
3.1. KwaliteitenstudeerbaarheidPropedeuserendement en uitval
Het propedeuserendement na één jaar (zie Grafiek 1) van cohort 2008 is 23%. Dat is ruim 1 procentpunt
hoger dan het rendement van cohort 2007. Het propedeuserendement na twee jaar van cohort 2008 is
52,2%, 1,6 procentpunt hoger dan dat van cohort 2007.
Grafiek 1 Propedeuserendement na één en na twee jaar van cohorten 1999-2008 Bron: Stenden
Cohort 2008 (zie Grafiek 2) vertoont zowel na een half, als na één en twee jaar een lagere studie-uitval dan
cohort 2007.
Grafiek 2 Uitval na een half, na één en na twee jaar van cohorten
1999-2008 Bron: Stenden
3. Onderwijs
38
Maatregelen ten behoeve van hoger propedeuserendement en lagere uitval
Stenden stuurde in 2010 als volgt op hoger propedeuserendement en lagere uitval:
• Tot 2010 legde Stenden de nadruk op maatregelen tegen vermindering van uitval. In 2010 is het aangrij-
pingspunt van dat beleid, verwoord in de notitie ‘Aanval tegen uitval’, meer ‘naar voren’ gehaald. Binnen
de aansluitingsprogramma’s MBO-HBO en VO-HBO is de nadruk gelegd op de ontwikkeling van kennis en
vaardigheden die instromende studenten beter in staat stellen onderwijs op HBO-niveau te volgen.
• Het FC Stenden College, locatie Leeuwarden, heeft geïnvesteerd in onderlinge contacten en in de
ontwikkeling van diverse samenwerkingsthema’s als ook een aanzet tot een meer onderwijskundige
aanpak. Daarmee is het fundament gelegd om in 2011 curricula te vergelijken én programma’s te
ontwikkelen en te borgen.
• De aansluiting van Stenden op het VO is versterkt door in samenwerking met drie VO-scholen, de
leerlingen daarvan in staat te stellen hun profielwerkstukken op propedeuseniveau af te ronden.
• Stenden is gestart met een project ‘Studiekeuzegesprekken, Wat hoort?’, waarin keuzegesprekken plaats
vinden in groepen. Daardoor krijgen aspirantstudenten zicht op elkaars keuzemotieven en worden zij zich
tevens meer bewust worden van het eigen keuzeproces. Resultaten worden begin 2011 verwacht.
Maatregelen ter verbetering afstudeerrendement
Diverse Stenden-opleidingen ondernamen acties om de uitval terug te dringen. Zo zijn er in het 1e jaar
‘learning communities’ bij enkele opleidingen gestart, groepen van maximaal 70 studenten met 3 tot 4
coaches, die zich richten op het in een vroeg stadium binden en boeien van studenten.
Afstudeerrendement
Instroomcohort 2005 (zie Grafiek 3) laat na 4 jaar een afstudeerrendement zien van 38,5%, een daling ten
opzichte van cohort 2004 van 2,1 procentpunt. Het afstudeerrendement van cohort 2005 na 5 jaar is 50,5%
en dat betekent een geringe daling van 0,4 procentpunt ten opzichte van cohort 2004.
Grafiek 3 Afstudeerrendement na 4 en 5 jaar van cohorten 1997-2005
Bron: Stenden
De gemiddelde studieduur (zie Grafiek 4) is vanaf cohort 2001 gestabiliseerd op 3,6 jaar.
Grafiek 4 Studieduur in jaren voor cohorten 1997-2005 Bron: Stenden
40
3.2 CurriculumontwikkelingBinnen het project ‘Bouwstenen’ zijn in 2010 diverse generieke, domeingerelateerde en opleidings specifieke
onderwijseenheden ontwikkeld. Het project heeft tot eind 2010 een stevige impuls gegeven aan het door-
ontwikkelen van alle curricula. Verdere curriculumontwikkeling vindt in het verlengde van ‘Bouwstenen’ de
komende jaren bij de opleidingen plaats. Daarnaast heeft Stenden in 2010 op bescheiden schaal nieuwe
onderwijsproducten ontwikkeld.
Pro-trajecten
Stenden heeft samen met MBO-opleidingen programma’s Pro-HBO ontwikkeld voor derde- en vierdejaars
MBO-studenten. Kernbegrippen daarbij zijn versterken van kennis en vaardigheden van de MBO-student
en ontwikkelen van een meer bij HBO passende studiehouding. Meer dan voorheen is er aandacht voor een
onderwijskundige aanpak en borging.
In oktober 2010 heeft de MBO-raad een LOB-project (Loopbaanoriëntatie en –begeleiding) toegekend aan
samenwerkingspartner het Friesland College, (mede) door inbreng van Stenden. Ook dit betreft een project
gericht op het optimaliseren van de doorstroomtrajecten MBO-HBO.
Associate degree
In 2010 deed zich voor Stenden de uitzonderlijke situatie voor dat er vier Ad’s werden toegekend aan
Stenden, vestiging Emmen. De Ad’s betreffen Hoger Hotelonderwijs (HHO), Hoger Toeristisch en
Recreatief Onderwijs (HTRO), Vrijetijdskunde (VTK) en ICT- Beheer. Alle Ad’s worden vanaf
september 2011 aangeboden.
Met Associate degrees voor SBRM, Hoger Hotelonderwijs en Vrijetijdsmanagement bood (en biedt) Stenden
in 2010/11 net zoals het jaar daarvoor in totaal 3 AD-programma’s aan. Er is veel animo voor deze Ad’s van
Stenden. De instroom nam in 2010/11 met 14% toe en in totaal staan er in dit cursusjaar bijna 300 studenten
ingeschreven voor een Stenden-Ad, waarvan driekwart voor de Ad van SBRM.
Daarnaast ging Stenden eind 2010 in gesprek met enkele verzekeringsmaatschappijen over het ontwikkelen
van een Assurantie Academie in de vorm van een Associate degree. Mogelijk wordt daarvoor in 2011 een
aanvraag ingediend.
Honours degree
Het tweejarige Honours Programma ‘Research’ van Stenden is in november 2007 van start gegaan met
25 deelnemers. Het programma behelst een theoretische verdieping op het gebied van onderzoek ter voor-
bereiding op een eventuele Masterstudie en/of voor persoonlijke ontwikkeling van de student. De studielast
is 840 uur, bovenop de studielast van de Bacheloropleiding. De inhoud van het programma is grotendeels
gebaseerd op de universitaire schakelprogramma’s voor HBO-studenten. Aan het eind van het programma
voeren de studenten een wetenschappelijke onderzoeksopdracht uit. Deelnemers zijn tweedejaars die hun
propedeuse hebben gehaald met minimaal een 7,5.
In 2007 begon het programma met 25 deelnemers. Die instroom is door de jaren heen stabiel gebleven.
In 2010 begonnen 29 studenten aan het Honours Programma.
Bacheloropleidingen
Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs
Vanuit de gedachte dat een kwaliteitsimpuls voor het Basisonderwijs vraagt om academisch gevormde
leraren, is in september 2010 de Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs (AOLB) van start gegaan.
AOLB leidt studenten in vier jaar op voor zowel het reguliere Pabodiploma als een universitair bachelor-
diploma Pedagogische Wetenschappen en is alleen toegankelijk voor vwo-leerlingen. Aan de nieuwe opleiding
nemen deel, naast de Rijksuniversiteit Groningen, de HanzeHogeschool Groningen, Noordelijke Hogeschool
Leeuwarden en de Groningse locatie van Stenden Hogeschool.
IBMS
In 2010 heeft het Landelijk Opleidingsoverleg IBMS (LOO-IBMS) een nieuw IBMS-competentieprofiel vast-
gesteld. Mede op basis daarvan is Stenden binnen het IBMS-samenwerkingsverband met NHL Hogeschool en
Van Hall Larenstein gestart met het ontwikkelen van een nieuw curriculum. Hiertoe is contact geweest met
diverse ‘stakeholders’, waaronder vanzelfsprekend de ‘Business Advisory Board’ van de opleiding, studenten
en alumni. Ook is het specialisatie-aanbod van de opleiding verbreed (van drie naar vijf) en geactualiseerd.
Jaarverslag 2009
41 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
42
later beroepssucces.
Bij de exploitatie van een leerbedrijf is eventuele inhoudelijke samenwerking van de opleiding met ISM waar
relevant vorm gegeven binnen randvoorwaarden aangaande de volledige scheiding van de (financiering van
de) publieke en commerciële activiteiten.
3.3.1. International Learning Company
Dit leerbedrijf is een multidisciplinair consultancybureau en bestaat uit een team van vijf tot zes derdejaars-
studenten uit de Techniek, Economie en Educatie. Het leerbedrijf biedt zijn diensten aan op de reële markt
van bedrijven en instellingen met een (organisatie)probleem. Studenten nemen hieraan deel voor de duur van
een half jaar, waarbij zij externe en interne begeleiding krijgen. De opdracht is geslaagd als de klant tevreden
is; in dat geval betaalt de klant ook voor de geleverde diensten. Het leerbedrijf wordt in het curriculum
aangeboden als een minor ‘Action Learning’.
3.3.2. Leisure Management en Tourism Management
Dit leerbedrijf voor onderzoek en productontwikkeling is in 2009 materieel overgeheveld van ISM naar LM en
TM. In 2010 is één en ander ook formeel bekrachtigd. Het leerbedrijf voert jaarlijks zo’n honderd projecten
uit voor de toeristisch-recreatieve markt. Dankzij de inkomsten uit deze projecten kan het leerbedrijf extra
begeleiding van onderzoeksmedewerkers op de projecten zetten, zodat de kwaliteit gewaarborgd wordt. Het
leerbedrijf draait minimaal kostenneutraal.
3.3.3. Tourism Resource Centre
Het (andere) leerbedrijf van de opleiding Tourism Management, het Tourism Resource Centre is in 2008
van start gegaan. In dit centrum worden commerciële projecten uitgevoerd voor de toeristische markt door
derdejaarsstudenten onder begeleiding van docenten en lectoren én in nauwe samenwerking met het Instituut
Service Management.
Vanaf februari 2009 ontwikkelt TRC activiteiten als ‘Touroperating Company’. Studenten en andere klanten
zijn dan welkom om ‘on line’ een reis te boeken. Het aanbod van bestemmingen loopt van Rusland tot Mexico
en Noorwegen. TRC hanteert een ‘groene’ aanpak, waarin duurzaamheid voorop staat.
3.3.4. MeMedia
Dit leerbedrijf van de opleiding Media & Entertainment Management is eind 2008 operationeel geworden.
In 2009 zijn de eerste resultaten geboekt. Het leerbedrijf laat eerste en derdejaarsstudenten werken aan
diverse mediaproducten en leiding geven aan diverse processen in alle mediasectoren. In samenwerking met
ISM heeft het leerbedrijf onderzoek uitgevoerd voor onder meer The Entertainment Group. Er wordt samen-
gewerkt met het Friesland College (Present Promotions) en met de lokale omroep Mercurius. Bovendien heeft
het leerbedrijf het Jeugd Pers Bureau ondersteund, projecten voor Piter Jelles begeleid en een katern voor
Stenden Times verzorgd.
3.3.5. Stenden University Hotel (SuH)
In het leerbedrijf worden de jonge professionals van IHM opgeleid tot ‘Hospitality experts’. Dat gaat in de
vorm van ‘Real World Learning’, met echte gasten, die kwaliteit en service verwachten.
Eind 2010 liet een licht herstel van de omzet zien. De studententevredenheid is ten opzichte van 2009
toegenomen tot 7.5. Ook is het ‘Green Key gold Certificate’ behaald. Wederom is het magazine ‘Hospitality
Delighted’ vol nieuwe hospitalitytrends, voor en door studenten uitgebracht. Alle processen zijn beschreven
en vastgelegd conform ISO 9001.
3.3.6. Stenden meeting u, Congres- & Evenementenbureau
Dit leerbedrijf van IHM verzorgt hoofdzakelijk in opdracht van Stenden-opleidingen en het College van
Bestuur congressen, studiedagen, evenementen, accreditaties en getuigschriftenuitreikingen. Daarnaast
komt 25% van de opdrachten uit het werkveld. Studenten worden hier opgeleid tot Professional Conference
Organizer. ‘Stenden Meeting U’ heeft in 2010 65 evenementen succesvol georganiseerd waarvan 17 op een
externe locatie.
Enkele hoogtepunten waren de Matthäus Passion in Leeuwarden en Meppel, de Sport- & Samenscholingsdag
voor alle medewerkers Stenden Hogeschool te Groningen en de organisatie, samen met Saxion Hogeschool,
van het EuroCHRIE congres in Amsterdam
42 43 / Stenden Hogeschool
IBMS heeft in 2010 al met al stappen gezet op weg naar een krachtiger profilering als een ‘international
business’-opleiding met als kernthema’s ‘Responsible’, ‘Entrepreneurial’ en ‘Authentic’. In dat kader is tevens
een nieuwe huisstijl ingevoerd en een nieuwe brochure ontwikkeld.
‘European Teacher Education for Primary Schools’ (ETEPS)
In 2007 is de basis gelegd voor een nieuwe internationale, Engelstalige Bachelor ‘European Teacher Education
for Primary Schools’. Nederland, Denemarken, Noorwegen, Zweden, Turkije en Tsjechië hebben gezamenlijk
bij de Europese Commissie een aanvraag gedaan voor deze opleiding. Het programma bestaat uit de ‘best
practises’ uit de deelnemende landen en is bedoeld voor ambitieuze HBO-ers met belangstelling voor interna-
tionaal onderwijs. De Europese Commissie heeft het plan in het kader van het ‘Lifelong Learning Programme’
gehonoreerd. In september 2009 is het project (in eerste instantie) afgerond met een conferentie in Praag.
In 2009 hebben vier van de zes initiatiefnemende landen, te weten Denemarken, Nederland, Noorwegen
en Zweden, verdere ontwikkeling van deze internationale lerarenopleiding ter hand genomen. Daarbij is de
wijze waarop accreditatie per land of Europees kan plaatsvinden nog onderwerp van onderzoek. De Europese
Commissie heeft in 2009 accrediterende instanties uitgenodigd dit onderzoek te verrichten en een antwoord
te formuleren. De NVAO is verzocht de onderzoekcommissie voor te zitten. Dit onderzoek heeft er in 2010 toe
geleid, dat ETEPS als pilot van de ECA (European Consortium for accreditation) heeft gefunctioneerd.
In 2010 is door een vast medewerkersteam van de betrokken ‘Universities’ uit Denemarken, Nederland,
Noorwegen en Zweden verder gewerkt aan verdieping van het curriculum en vormgeving van de ‘application’
(aanvraag visitatie). Er wordt gestreefd naar een ‘joint degree’. Onder meer in verband met verschillen in
wetgeving tussen de deelnemende landen, is (en wordt) regelmatig juridisch advies ingewonnen en is overleg
gevoerd met het Ministerie OCW en de NVAO.
Uit herhaaldelijke contacten met ECIS (European Council of International Schools) en het daaraan verbonden
(wereldwijde) netwerk van internationale scholen is duidelijk geworden dat het ETEPS-concept tegemoet
komt aan een duidelijke behoefte, ook van grote internationale bedrijven.
Er wordt gestreefd naar een positieve accreditatie medio 2011, waarna de opleiding kan starten
per 1 september 2012.
Minoren
Stenden startte in 2010 de ontwikkeling van het beleidskader ‘Maatwerk met minoren’, dat duidelijkheid
moet geven over de toegankelijkheid van minoren voor verschillende studentencategorieën en de mogelijke
(her)definiëring van minoren als afstudeerroute in geval zij een vergaand specialistisch karakter hebben. De
verwachting is dat het beleidskader na brede afstemming begin 2011 vastgesteld wordt.
Divers
De opleiding IHM heeft in 2010 de scriptie doorontwikkeld tot een individuele opdracht met een verbinding
naar het vierde (stage)jaar.
Vanaf september 2010 beschikt OLB in Assen over digitale schoolborden. Toegang tot internet en meer
(digitale) interactie in de klas versterken de leeromgeving en de onderwijskwaliteit.
3.3.Werkeninervaring-enleerbedrijven(‘learninglabs’)Het concept ervaring- en leerbedrijf (‘learning lab’) gaat uit van een beschermde omgeving waarin de student
zijn of haar leerdoelstellingen kan verwezenlijken. In een ervaring- en leerbedrijf van Stenden oefent de
student relevante competenties, door op een werkplek in de rol van werknemer realistische beroepstaken
uit te voeren op HBO-niveau. Dit in een context waarin zoveel mogelijk marktgericht en conform de beroeps-
praktijk gewerkt wordt, vanuit expliciete onderwijskundige randvoorwaarden en onder inhoudelijke aansturing
van de opleiding.
De deelnemers doen niet alleen relevante werkervaring op, maar worden tevens gemotiveerd door de
uitdaging van het leerbedrijf als onderwijsconcept. Er is sprake van relatief grote maatschappelijke interactie,
een niet hiërarchische netwerkorganisatie en flexibilisering van het leertraject. Bovendien brengt het werken
in een leerbedrijf ook met zich mee, dat er onzekerheden zijn net zo als dat in de werkelijke beroepspraktijk
ook het geval is. Zo is de concrete inhoud van de leerstof niet zoals gebruikelijk ver van tevoren te plannen.
Ook vergt multidisciplinaire samenwerking vaak meer dan wat de eigen discipline te bieden heeft aan kennis
en vaardigheden. De ontplooiing van de student en het leren samenwerken met anderen zijn essentieel voor
Jaarverslag 2010
SPH-studenten staan vier dagen in de week voor deze jongeren klaar met advies en begeleiding. Tweedejaars
studenten zorgen voor de ontvangst, vierdejaars studenten houden intake gesprekken. Daarnaast verrichten
zij onderzoek onder de doelgroep. Er wordt samengewerkt met professionals van onder meer Stichting FIOM
die helpt bij onderwerpen en problemen rondom ouderschap.
3.4 AansluitingStendenopVOenMBOVoortgezet Onderwijs
Stenden vervult het voorzitterschap van het aansluitingsnetwerk VO-HO Fryslân. In het netwerk participe-
ren naast dertien VO-scholen en drie HBO-instellingen ook de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit
Twente. Het beleid wordt vastgesteld door de Colleges van Bestuur van de HO-instellingen en de rectors van
het VO. Beleid en uitvoeringsplannen worden vastgelegd in jaarplannen. In de jaarverslagen, de stuurgroep-
vergaderingen en de jaarlijkse bestuurdersvergaderingen wordt verantwoording afgelegd. De stuurgroep
bestaat uit drie vertegenwoordigers uit het HBO, drie uit het VO en een uit het WO.
Het aansluitingsnetwerk heeft in 2010 haar jubileum gevierd met een ontmoetingsdag. Ook is er weer actief
vorm gegeven aan de jaarlijkse Proefstudeerdag en is ‘DIG-IT 2010’ in een nieuwe opzet uitgevoerd. Naast
voorlichting vanuit de opleidingen is aandacht besteed aan ‘Hoe ziet een managerstaak er nu uit?’
De gecombineerde leerweg VAVO-HBO (‘Alvast Studeren’) is geprolongeerd. Leerlingen die nèt niet zijn
geslaagd voor hun havo- of vwo-diploma krijgen hiermee de kans te beginnen met hun HBO-opleiding en
tegelijkertijd op het VAVO hun diploma alsnog te behalen. FC Stenden college, het samenwerkingsverband
van Stenden en Friesland college, werkt hierbij nauw samen met het VAVO.
Ten slotte gingen vier opleidingen van Stenden in 2010 van start met een project ‘groepsgesprekken rond de
studiekeuze’. Dit project wordt gesubsidieerd door SURF, in het kader van het landelijke programma ‘
studiekeuzegesprekken; wat werkt?’. De resultaten worden gevolgd, geëvalueerd en openbaar gemaakt
via het SURF-netwerk.
Middelbaar Beroeps Onderwijs
Binnen verschillende Bacheloropleidingen van Stenden wordt aan de doorstroom van MBO-studenten speciale
aandacht besteed. Het gaat hierbij immers ook om een substantiële instroom van studenten.
Van de totale instroom van 3.108 studenten (in 2009: 3.237) komen er 963 (31%; in 2009: 29%) uit het
MBO. Twee van elke drie MBO-ers zijn afkomstig van de vijf grote regionale ROC’s (zie Diagram 6).
Friesland
Stenden heeft vanaf 2004 convenanten met de twee ROC’s in Friesland. Binnen deze afspraken wordt speciale
aandacht geschonken aan de Pro-HBO-trajecten, waarmee een HBO-kwalificatie eerder binnen het bereik van
MBO-studenten ligt. Deze studenten volgen opleidingsonderdelen op zowel de MBO- als de HBO-instellingen
om daarna op het HBO de Bacheloropleiding te kunnen vervolgen en afronden. Er zijn goedlopende door-
stroomprogramma’s bij de meeste opleidingen. Waar mogelijk maken meerdere opleidingen gebruik van
elkaars programma’s voor MBO-studenten.
In dat kader is bijvoorbeeld in 2010 samenwerking met ROC Friese Poort gestart in Sneek. Met een vijftal
opleidingen is er sprake van een ‘Fast Track’-programma, waarbij studenten met een HAVO-achtergrond in het
ROC het door Stenden ontwikkelde schakelmoduul volgen en zo worden voorbereid op een soepele overgang
naar het HBO.
FC Stenden College, het samenwerkingsverband van Stenden en Friesland College, richt zich op het initiëren
van rechtstreekse contacten tussen de opleidingen, ontwikkelen van programma-onderdelen en het gezamen-
lijk opzetten van Pro-HBO-programma’s. In 2011 vindt besluitvorming plaats over het mogelijk versterken
resp. opzetten van Pro-HTRO door de Toerisme-opleidingen van beide scholen, van Pro-HEO door beider
Retail- en Office Managementopleidingen en van Pro-HPO door Welzijn van Friesland College en SPH van
Stenden.
Het Mentor Programma Friesland is in 2010 verder gegroeid. Het programma is al elf jaar bezig met het
koppelen van jongeren met een leervraag aan een persoonlijk rolmodel uit bedrijfsleven, werkveld of vervolg-
studie. Doel is talentontwikkeling, persoonlijke groei en ‘empowerment’; resultaat is een betere en bewustere
doorstroom naar vervolgopleidingen. Het programma richtte zich ook in 2010 vooral op MBO en HBO en wist
in toenemende mate samenwerkingspartners te interesseren.
Drenthe en Groningen
Stenden Hogeschool en Drenthe College tekenden in februari 2008 een overeenkomst voor verdergaande
3.3.7. Instituut Service Management/Onderzoek
In een van de ‘units’ van ISM is het leerbedrijf ‘Onderzoek’ geïncorporeerd. Binnen dit leerbedrijf oefenen
vooral studenten van de opleidingen LM en RM onderzoeksvaardigheden in diverse projecten. Daarbij zorgt
ISM voor de begeleiding, eventuele bijscholing via ‘training on the job’ en het gehele bedrijfsvoeringtraject.
3.3.8. Personeel & Arbeid
Het ervaring- en leerbedrijf Personeel & Arbeid valt deels samen met de opleiding zelf. Het leerbedrijf concen-
treert zich al enkele jaren op de externe vermarkting van zijn diensten en producten. Vooral derdejaars-, maar
soms ook tweedejaarsstudenten voeren zowel gesimuleerde als externe opdrachten uit in het leerbedrijf.
3.3.9. Projectbureau Goede doelen
Het leerbedrijf werkt structureel samen met enkele ‘goede doelen’-organisaties. Zo worden voor de Stichting
World Help Centre Friends Stenden-studenten, maar ook MBO-studenten in contact gebracht met kansarme
jongeren in ontwikkelingslanden voor de overdracht en uitwisseling van kennis en vaardigheden. Voor
Stichting Camelia hebben studenten een ‘fundraising’-plan ontwikkeld en uitgevoerd.
3.3.10. O3
Leerbedrijf O3 Leeuwarden (Overheid, Ondernemers, Onderwijs) is een initiatief van de ROC’s Friese Poort
en Friesland College en de hogescholen NHL en Stenden. Het leerbedrijf is een samenwerkingsverband van
Onderwijs, Ondernemers en Overheid en voert projecten uit voor ondernemers en overheid. Doel is het
versterken van de regionale economische structuur door het verbeteren van de doorstroom van
MBO- en HBO-studenten naar de beroepspraktijk en het geven van een imago-impuls aan de binnenstad
van Leeuwarden. De dagelijkse leiding is in handen van studenten van deze vier onderwijsinstellingen.
O3 nodigde vertegenwoordigers van onderwijs, overheid en ondernemingen uit voor een ‘hernieuwde
kennismaking’ in Leeuwarden in mei 2011.
3.3.11. Present Promotions
Present Promotions is een leerbedrijf voor studenten door studenten en heeft als doel het ontwikkelen en
uitvoeren van projecten waarin de positie van de jong volwassenen in de samenleving centraal staat.
Present Promotions heeft een representatief onderkomen op de campus van Friesland College, waar tevens
de stagiair(e)s van leerbedrijven ‘O3’ en ‘Global Goals 2015’ hun werkplek hebben.
3.3.12. Global Goals 2015
Het leerbedrijf Global Goals 2015 is, als onderdeel van Present Promotions, in het leven geroepen om de
ideeën en goede bedoelingen van ondernemingen, onderwijs en overheid met betrekking tot het behalen van
de millenniumdoelen te bundelen en de millenniumdoelen in Friesland op de kaart te zetten. Dit wordt onder
meer gedaan door het verzorgen van workshops, het organiseren van evenementen en het geven van advies
over millenniumdoelen en duurzaamheid.
3.3.13. ICT
Dit leerbedrijf is in 2010 van start gegaan en door de opleiding Technische Informatica samen met
ISM (voorheen KCE) ontwikkeld. Het leerbedrijf begeeft zich op het terrein van ‘Organisatie en
Informatievoorziening’, in het bijzonder de administratieve processen binnen een bedrijf. Er is vraag naar
producten op dit terrein, variërend van eenvoudige websites tot complexe en/of innovatieve toepassingen.
Het leerbedrijf richt zich op de feitelijke realisatie van opdrachten op projectbasis. ISM richt zich daarbij op
de acquisitie en inhoudelijke projectbegeleiding. Vakdocenten begeleiden de organisatie en coachen de
studenten. Aan elk project krijgt een vierdejaars student als eindverantwoordelijke projectleider. De uitvoering
van een project vindt plaats door eerste- en tweedejaars studenten.
3.3.14. Ontmoetingscentrum Jonge Ouders
Het ‘Ontmoetingscentrum Jonge Ouders’ is in maart 2010 met subsidie van de gemeente Leeuwarden
geopend, op de campus van het Friesland College in Leeuwarden. FC Stenden College, het samenwerkings-
verband tussen Stenden en Friesland College, had hier eerder het initiatief toe genomen. Ook Gemeente
Leeuwarden, Stichting Ambulante FIOM en Sinne Welzijn participeren in het ontmoetingscentrum. Jonge
ouders (16+) kunnen in het ontmoetingscentrum terecht met vragen over zwangerschap, opvoeding,
financiën, studie en werk. Tevens is er gelegenheid om met elkaar ervaringen uit te wisselen.
44 45 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
ondertekend. Eerste resultaat hiervan is een schakelpropedeuse in Hoogeveen, waar studenten in belangrijke
mate op locatie de propedeuse kunnen volgen. Zij kunnen dit doen in een veilige route die aansluit op het
VO of het MBO, of in een snelle route die gevolgd wordt tijdens het laatste jaar van het VO of het MBO. De
eerste studenten zijn in februari 2010 gestart op de Economische opleidingen van Stenden.
Ook in Friesland loopt een samenwerkingsproject met VO en MBO: het gaat hier om het project ‘Mplooi’
(‘Bouw je eigen toekomst’), een doorlopende beroepskolom, waarin VO-instelling Piter Jelles, Friesland
College en Stenden samenwerken. Mplooi is een opleiding voor VMBO-leerlingen theoretische leerweg en
kaderberoepsgerichte leerweg. Mplooi maakt één traject van het 3e en 4e jaar VMBO en MBO, met een
diploma op het hoogste MBO-niveau als doel. In het kader van Mplooi is in 2010 de HBO-werkplaats
ontwikkeld, waar cursisten programma’s kunnen volgen en ondersteuning kunnen krijgen bij de ontwikkeling
van HBO-competenties.
samenwerking. Daarbij is voorgebouwd op de bestaande samenwerking waarbij HBO-ers leiding geven aan
MBO-ers in het leerbedrijf van Drenthe College. Er is in 2010 gewerkt aan het vormgeven van gezamenlijke
leerbedrijven, die worden gevestigd in het KCE. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over het onderwijs in
verwante opleidingen, waardoor leerlingen/studenten studiewinst kunnen boeken in hun totale
MBO/HBO-traject.
Stenden heeft afspraken gemaakt met Alfa-college en Drenthe College over de direct verwante doorstroom
LS (Laagspanning) en ICT. Het nieuwe curriculum voor ICT dat in augustus 2009 is gestart is ook mede in
overleg met het MBO vormgegeven.
Diagram 6 Stendeninstroom (abs.) vanuit ROC’s Friesland, Groningen en Drenthe
2006/07 – 2010/11 Bron: Stenden
Met Noorderpoort en Alfa-college heeft Stenden een programma opgesteld in het kader van verkorte door-
lopende leerlijnen, waarbij de studenten MBO op het HBO al een deel van het programma doen. In geval van
deze en andere versnelde routes zorgt de examencommissie voor borging van het niveau per afzonderlijke
student. Stenden en Alfa-college financieren daarnaast gezamenlijk het dubbellectoraat ‘Duurzame innovatie
in de regionale kenniseconomie’ (Lector: mevr. dr. Ineke Delies).
Overijssel
Met het Deltion College (ROC voor Zwolle en omgeving) heeft Stenden een Retail-traject Pro-HEO
georganiseerd. In 2010 zijn tevens programmaonderdelen voor MBO-leerlingen van DC ontwikkeld,
die bovendien worden gedeeld met de Friese Poort en het Friesland college.
MBO-aanlooproute
Stenden heeft lopende afspraken met Drenthe College, Alfa-college en Noorderpoort over de mogelijk-
heden voor MBO-leerlingen om in het tweede jaar van de Pabo te starten. Dat kan na het doorlopen van
het 4e jaar van de MBO-opleiding Onderwijsassistent, de zogenoemde Kopklas, én een goed resultaat bij de
Basiskennistoetsen rekenen en taal.
MBO-afgestudeerden biedt Stenden de mogelijkheid een éénjarige cursus te volgen, die opleidt tot
HBO-startniveau. Succesvolle deelname aan deze MBO-aanlooproute levert een certificaat op dat geldig is
voor toelating tot de tweejarige (verkorte) Stenden-Pabo’s De Eekhorst in Assen, VONDST in Meppel en de
Zij-instroom in Emmen. De MBO-aanlooproute bestaat uit drie fasen: de zelfstudiefase, de selectiefase en de
verdiepingsfase. Ook in 2010 was deze aanlooproute succesvol.
Landelijk
Stenden is in 2010 een succesvol samenwerkingstraject gestart met negen toeleverende MBO-instellingen wat
betreft de aansluiting van Manager/Ondernemer Horeca, niveau 4 met Hoger Hotel Management. Het betreft
naast Noorderpoort en Friesland College de volgende instellingen: Deltion College Zwolle, ROC van Twenthe
Almelo, ROC ASA Amersfoort, ROC van Amsterdam, De Rooi Pannen Tilburg, Mondriaan College Den Haag en
ROC Rijn IJssel Arnhem en Wageningen.
Gecombineerd VO/MBO-traject
Ter versterking van de doorlopende leerlijn in de beroepskolom en de regionale kennisinfrastructuur in
Zuid-Drenthe, hebben Stenden, Alfa-college en het Roelof van Echtencollege (VO) in 2007 een convenant
46 47 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
Stenden houdt in haar strategie en beleid structureel rekening met de resultaten van extern en intern
waarderingsonderzoek, zoals tevredenheidsonderzoek onder studenten en alumni én accreditaties. Stenden
beoogt voor al haar opleidingen een plaats in de top drie. Daarnaast worden diverse ‘targets’ gehanteerd:
Zo streeft Stenden naar minimaal 70% tevreden studenten resp. een 7 als (gemiddeld) rapportcijfer, maar
wordt eveneens gekeken naar landelijke gemiddelden (benchmarks en relatieve targets). In geval van lagere
waardering worden op relevante aspecten verbeteringsmaatregelen genomen.
4.1 NationaleStudentenEnquêteDe Nationale Studenten Enquête (NSE)15, die wordt uitgevoerd door ResearchNed en TNS NIPO, is in 2010
samengegaan met het Studenttevredenheidsonderzoek (STO), dat tot die tijd door het HBO zelf in
gezamenlijkheid werd uitgevoerd16. Bovendien heeft Stenden gebruik gemaakt van de mogelijkheid
instellingsspecifieke vragen te laten meelopen in de NSE, evenals destijds in de STO.
Landelijke vragen
Stenden scoort op de volgende thema’s hoger dan het landelijk gemiddelde:
• ‘Algemene vaardigheden’;
• ‘Wetenschappelijke vaardigheden’;
• ‘Voorbereiding loopbaan’;
• ‘Studielast’;
• ‘Studiebegeleiding’;
• ‘Huisvesting’.
Stenden scoort óp het landelijke gemiddelde op de thema’s:
• ‘Inhoud’;
• ‘Informatievoorziening’.
Stenden scoort ten slotte onder het landelijk gemiddelde op de thema’s:
• ‘Docenten’;
• ‘Studiefaciliteiten’;
• ‘Informatiepunt’;
• ‘Toetsing & Beoordeling’;
• ‘Studierooster’;
• ‘Studieomgeving’.
15 De NSE valt onder verantwoordelijkheid van Studiekeuze123. Dit is een gezamenlijk initiatief van hoger onderwijsinstellingen, HBO-Raad, VSNU en PAEPON, en de studentenorganisaties LSVb en ISO. Het ministerie van OCW zorgt voor de financiering.
16 Deze integratie maakt vergelijking over de jaren lastiger, aangezien NSE in 2010 een andere vragenlijst hanteert dan in 2009.
49 / Stenden Hogeschool4848
4. Stenden de maat genomen
Jaarverslag 2010
Stenden scoort op vier thema’s hoger dan haar eigen streefwaarde: ‘Algemene vaardigheden’, ‘Voorbereiding
loopbaan’, ‘Studiebegeleiding’ en ‘Studie-omgeving’. Op de specifieke onderdelen ‘de inhoudelijke
deskundigheid van docenten’ en ‘de kennis van de docenten over de beroepspraktijk’, binnen het thema
‘Docenten’, scoort Stenden hoger dan de streefwaarde, maar wel onder het landelijk gemiddelde.
Handicapmodule
Sinds 2004 bestaat er binnen de NSE een aparte ‘handicapmodule’. De vraag die in het NSE-onderzoek
centraal staat is: hoe beoordelen studenten met een functiebeperking de voorlichting, begeleiding, aanpassingen
en andere voorzieningen die voor hen getroffen zijn? Van de 2492 respondenten van Stenden hebben er 206
(8%) aangegeven dat zij een handicap hebben. Stenden wordt door studenten met een functiebeperking
goed beoordeeld. Stenden bevindt zich, met een gemiddeld rapportcijfer van 6.3, op de derde plaats in de
ranglijst van middel/-grote hogescholen.
Stenden-specifieke vragen
De Stenden-specifieke vragen van de NSE betreffen, net als in 2009, internationalisering en communicatie
vanuit de wens deelname aan de Grand Tour te vergroten door betere communicatie met studenten over
internationalisering.
Zowel in 2009 als in 2010 zijn vooral medestudenten, docenten en website de bronnen van informatie over
de Grand Tour. Uit de Stenden-specifieke vragen bleek tevens dat in 2010 net als in 2009 e-mail, contact
met een docent en intranet de favoriete communicatiemiddelen van de Stenden-student zijn, gevolgd door
intranet en ‘flatscreens’ in de gangen en SMS. Prikborden zijn minder populair. Dat geldt ook voor de Stenden
Times, die – mede om deze reden - in 2011 via het dan ontwikkelde nieuwe intranet aangeboden wordt.
Enkele saillante resultaten bij de Stenden-specifieke vragen uit de NSE zijn:
Was in 2009 één op de twee studenten bekend met de Grand Tour, in 2010 is dat opgelopen tot twee
van de drie.
Net als in 2009 is zo’n 20% van de studenten van plan op Grand Tour te gaan; daarvan verwacht ruim 80% dat
vooral te gaan doen in het derde studiejaar.
Vier van de vijf studenten is het eens met de stelling ‘Reizen voor mijn studie is goed voor mijn toekomstige
carrière’(negen procentpunt meer dan in 2009).
Twee van de drie studenten zijn het eens met de stelling ‘De kans op een goede baan is groter met
internationale reiservaring’ (zeven procentpunt meer dan in 2009).
Drie van de vier studenten is het eens met de stelling ‘De mogelijkheden bij Stenden om te reizen voor je
opleiding zijn voldoende’ (achttien procentpunt meer dan in 2009).
Het aantal studenten dat niet bekend was met het Grand Tour®-concept bij de studiekeuze is met zes procent-
punt afgenomen tot 43%. Daarnaast zegt 28% van de studenten (vier procentpunt meer dan in 2009) dat de
relatie tussen Grand Tour en studiekeuze ‘niet belangrijk’ is. Daar tegenover staat dat 29% van de studenten
die relatie ‘een beetje’ tot ‘zeer’ belangrijk vond, een fractie meer dan in 2009.
4.2.KeuzegidsHogerOnderwijsDe ‘Keuzegids Hoger Onderwijs > 2011’17 geeft jaarlijks drie edities uit: voor voltijd-, deeltijd- en masteroplei-
dingen. De keuzegids maakt gebruik van zowel studentenoordelen als expertoordelen (accreditatieresultaten).
Voltijd
Rangorde hogescholen
Van de tien middelgrote hogescholen neemt Stenden met 24 beoordeelde opleidingen en een totaalscore van
57, net zoals in 2009, de 7e plaats in.18
Óp het sectorgemiddelde scoren de opleidingen:
• IBL en MEM (Communicatie);
• BE, CE, SMRM, IBMS, HHO en HTRO (Economie);
• P&A, SPH en CT (Sociaal).
17 De Keuzegids van enig jaar rapporteert over de onderzoekresultaten van het jaar daarvoor.18 De sector ‘Aarde en milieu’ (BML) is niet opgenomen.
Ónder het gemiddelde:
• PABO’s (Onderwijs): Alhoewel de Stenden-PABO’s over de gehele linie gestegen zijn, ligt het sector-
gemiddelde hoog en scoort Stenden daaronder;
• I, TI en Chemie (Exact en ICT);
• WTB (Techniek).
Rangorde opleidingen
De rangorde van opleidingen in de keuzegids is gebaseerd op het aantal contacturen, de groepsgrootte
van werkgroepen, het percentage studenten dat na 1 jaar nog ingeschreven staat, het rendement na
5 jaar, de NSE-studentoordelen en het expertoordeel19. In Tabel 2 is de ‘ranking’ in 2010 vergeleken met
die in 2009 en 200820. Daarbij blijkt dat de plaats van Stenden-opleidingen in de rangorde nagenoeg
gelijk is gebleven vergeleken met 2009. SBRM en P&A staan evenals eerdere jaren hoog in de rangorde.
CT en BML staan lager, maar wel met een goede score. CE, BE en I zijn gedaald.
Stenden PABO’s scoren laag in de ranglijst van Noordelijke PABO’s, behalve locatie Assen en Emmen vh
CHN, die staan met 76 en 74 punten op de 3e en 4e plaats, Meppel staat in de middenmoot.
Tabel 2. Rangorde opleidingen 2008 - 2010
(bron: Keuzegids HO 2009 - 2011)
Rang 2008 Rang 2009 Rang 20101
HHO 6 van 10 8 van 9 8 van 8
SBRM 4 van 19 2 van 13 2 van16
VM 2 van 5 3 van 4 3 van 4
CT 2 van 4 2 van 4 4 van 5
HTRO 7 van 11 7 van 10 7 van 9
IBMS 14 van 17 5 van 16 8 van 17
MEM 3 van 5 2 van 5 2 van 5
P&A 3 van 25 3 van 22 3 van 25
SPH 16 van 21 13 van 22 11 van 23
OLB Emmen (vh CHN) 33 van 48 19 van 48 4 van 11
OLB Groningen (vh CHN) 33 van 48 39 van 48 8 van 11
OLB Leeuwarden (vh CHN) 33 van 48 43 van 48 10 van 11
OLB Emmen (vh HD) 33 van 48 48 van 48 10 van 11
OLB Assen (vh HD) 10 van 48 7 van 48 3 van 11
OLB Meppel (vh HD) 25 van 48 46 van 48 5 van 11
OM - - 1 van 1
BE 6 van 24 9 van 21 23 van 23
CE 7 van 27 6 van 24 22 van 25
L&E 2 van 11 - 9 van 10
WTB 12 van 17 14 van 17 15 van 17
BML 10 van 13 - 8 van 12
TI 15 van 15 14 van 15 -
I 19 van 20 9 van 18 18 van 19
IBL - - 11 van 14
Chemie - - 8 van 12
1 In 2010 zijn de zes Stenden-OLB’s vergeleken met vijf andere Noordelijke Pabo’s.
19 De bruikbaarheid van deze aspecten voor ‘ranking’ is omstreden. Bovendien staat de validiteit van het expertoordeel onder druk, vanwege grote scoreverschillen tussen VBI’s.
20 Een zuivere vergelijking tussen de ranking in 2008 en 2009 is niet mogelijk door veranderingen in de NSE-database.
50 51 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
Tabel 3. Rangorde Elsevier 20101 Bron: Elsevier
OLB stenden 18 van 28
SBRM 3 van 11
HHO 3 van 4
LM --
P&A 3 van 17
SPH 7 van 17
HTRO 1 van 4
IBMS 8 van 13
L&E 8 van 9
WTB 12 van 14
BE 14 van 15
CE 13 van 16
I 14 van 16
TI 9 van 14
BML 3 van 10
IBL 7 van 14
Chemie 6 van 11
1) De Elsevierranking van 2010 is, doordat een volledig andere methode gehanteerd is,
niet te vergelijken met de ranking van voorgaande jaren.
Verbeterpunten
• Faciliteiten: vier opleidingen (OLB, SPH, HHO en I) scoren significant onder het gemiddelde; het
oordeel betreft ‘beschikbaarheid resp. geschiktheid van de onderwijsruimten, werkplekken,
ict-faciliteiten en studiemateriaal;
• Toetsing: vier opleidingen (OLB, BE, CE, IBL en I) scoren onder gemiddelde; het oordeel betreft
‘aansluiting toetsing-studieprogramma;
• Organisatie en Communicatie: acht opleidingen scoren significant onder het gemiddelde (HTRO,
OLB, SPH, HHO, BE, CE, IBL, I); P&A boven gemiddelde en SBRM, IBMS, BML, L&E, TI, WtB en
chemie op het gemiddelde; het oordeel betreft onder meer (tijdige) informatie over zaken als
studievoortgang, tentamenuitslagen, regels en procedures én roosters.
4.4.HBO-MonitorDe HBO-Monitor 2009 onder zo’n 500 afgestudeerden van Stenden in het studiejaar 2007/08 geeft
inzicht in hun arbeidsmarktpositie en hun mening over de kwaliteit van het genoten onderwijs. De
onderwijskwaliteit is daarbij gekoppeld aan drie accreditatiecriteria: resultaten, programma en inzet
van personeel. Deze zijn op hun beurt weer onderverdeeld in zes onderwijsfuncties, waarop Stenden,
evenals in 2008, tegen het landelijk gemiddelde aan scoort (zie Figuur 1).
Gezien de economische crisis is het niet verwonderlijk, dat het percentage langer werkloze alumni
is gestegen. Mogelijk is de mening van alumni over ‘aansluiting tussen opleiding en werk’ hierdoor
beïnvloed. Stenden speelt er al langer op in afgestudeerden ‘recessieproof’ te maken, onder meer met
het bieden van ruime stagemogelijkheden in binnen- en buitenland.
Deeltijd
Stenden behoort tot de kleine deeltijdaanbieders. Van de dertien hogescholen die in 2010 worden vergeleken
neemt Stenden de 7e plaats in met 70 punten (in 2009: 66 punten). Stenden scoort beter dan de grotere
deeltijdaanbieders. In het totaaloordeel van de keuzegids telde naast het oordeel over de deeltijdopleiding
IHM (60 punten) vooral het oordeel over de deeltijdopleiding SPH (70 punten en daarmee rang 3 van 23).21
Masters
In de keuzegids worden zes Masteropleidingen van Stenden vermeld. Alleen van de Masteropleidingen
MAIRM, MAIHM en MAL&I is evenwel een kwaliteitsoordeel gepubliceerd.
SEN
In 2010 is zowel de voltijd- als de deeltijdvariant van SEN (samenwerkingsverband van Stenden met licentie-
houder Windesheim) beoordeeld. Over deze voltijdvariant wordt onder meer vermeld dat de SEN-studenten
in Leeuwarden (Windesheim) de facetten deskundigheid en didactische kwaliteiten van docenten lager
waarderen dan op andere SEN-locaties.
SEN Leeuwarden is dit jaar voor het eerst opgenomen in de ranglijst en bevindt zich, met een totaalscore van
63, in de middenmoot. Bijna alle scores zijn ‘gemiddeld’. Voor de facetten: ‘niveau programma’ en ‘personeel
niveau’, liggen de scores hoger dan gemiddeld. De voltijds SEN-studenten zijn iets minder positief dan de
deeltijdstudenten.
Learning & innovation
Van de Masteropleiding Learning & Innovation, die door Windesheim (Zwolle) en Stenden (Leeuwarden)
samen wordt aangeboden, is geen kwaliteitsoordeel gepubliceerd, wegens een te gering aantal enquête-
resultaten. Wel wordt gesproken van een positieve kwaliteitsindruk.
4.3. ElsevierHet maandblad Elsevier publiceert jaarlijks ‘De beste Studies’. Anders dan andere jaren maakte Elsevier
in 2010 gebruik van de resultaten van de NSE 2010. Uit het aanbod van bacheloropleidingen aan de
Nederlandse hogescholen selecteerde Elsevier 38 veel gekozen studies. Daarover beantwoordden bijna
80.000 studenten vragen over faciliteiten, inrichting van de opleiding, onderwijs, docenten, toetsing,
organisatie en communicatie.
Resultaten studentenperceptie
• Studenten beoordelen (zie ook Tabel 3) de Stenden-opleiding Tourisme Management als de beste
in zijn soort;
• Vijf opleidingen scoren in de top drie: HTRO, SBRM, SPH, P&A en BML; P&A scoort met een 3e positie
(van 11) hoog en met geen enkel onderwerp onder het landelijk gemiddelde; BML scoort, op één
onderdeel na, (absoluut) ook hoog (boven de 7,0); SBRM (en P&A) hebben een totaalscore significant die
hoger is dan het gemiddelde;
• Vijf opleidingen scoren onder het landelijk gemiddelde: OLB, HHO, BE, CE en L&E;
• Opleidingen IBMS, TI, WtB, Chemie en BML scoren op het gemiddelde en geen enkel onderdeel
onder het gemiddelde;
• OLB’s van Stenden zijn samengenomen en scoren een 18e positie (van 28).
21 De deeltijdopleidingen van Stenden-OLB’s en de opleiding OM zijn net zoals in 2009 wel meegenomen, maar niet beoordeeld vanwege te weinig beschikbare gegevens.
52 53 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
Figuur 1 Vergelijking totaalscores Stenden en landelijk (Bron: HBO-Monitor 2009 en Stenden; het betreft gewogen totaalscores op een range van 2 - 10)
Resultaten
ProgrammaInzet vanpersoneel
Wat heeft men geleerd?Kwalificatie proces
Jaar
2009
2008
Landelijk
Hogeschool
6,7
6,8
6,9
7,0
Hoe is er geselecteerd?Selectie
Jaar
2009
2008
Landelijk
Hogeschool
5,2
5,2
5,3
5,3
Wat is er nodig?Kwalificatie input
Jaar
2009
2008
Landelijk
Hogeschool
6,8
6,9
6,9
7,0
Jaar
2009
2008
Landelijk
Hogeschool
Waar komt men terecht?Allocatie
7,0
7,3
7,2
7,3 Jaar
2009
2008
Landelijk
Hogeschool
Wat levert het op?Extern rendement
6,4
6,4
6,7
6,7
Hoe goed is men voorbereid?Kwalificatie output
Jaar
2009
2008
Landelijk
Hogeschool
6,8
7,0
7,0
7,1
Verbeterpunten die voortvloeien uit dit onderzoek hebben vooral betrekking op de inzet van onderwijzend
personeel. Stenden-alumni kenden significant lagere rapportcijfers toe aan de indicatoren ‘praktijkkennis en
-ervaring docenten’, ‘beschikbaarheid docenten’, ‘inhoudsdeskundigheid docenten’ en ‘didactische vaardig-
heden docenten’ dan de gemiddelde (landelijke) alumnus resp. alumna. Ook als het gaat om het accreditatie-
criterium ‘programma’, ligt de score van Stenden-alumni over het algemeen lager.
4.5. Accreditaties,certificatiesenvisitaties
4.5.1. Accreditatieresultaten Bacheloropleidingen
In 2010 zijn de Stenden-opleidingen L&E, I, C, TI, BML, WTB, IBL, PA en SPH gevisiteerd. De opleiding L&E
heeft in 2010 een definitief accreditatiebesluit ontvangen, met 6 goede scores. Voor alle overige gevisiteerde
opleidingen geldt, dat de uitslagen nog de status van visitatieresultaten hebben; de definitieve uitslag volgt
nog in 2011 (zie Diagram 7).
De opleiding IBL is door de NVAO beoordeeld ten aanzien van het niveau van talen; het beoordelingsresultaat
wordt verwacht in 2011. Daarnaast zijn de vijf techniekopleidingen gevisiteerd door VBI Certiked. L&E, IBL,
I, TI, C, BML en WTB kregen op 5 tot 6 facetten een goede score. L&E en IBL werden voor het eerst gevisi-
teerd. De vijf techniekopleidingen kregen alle op meer facetten een goede beoordeling dan bij de voorgaande
accreditatie in 2005 of 2006. P&A kreeg op 13 NVAO-facetten, op 6 aspecten meer dan tijdens de voorgaan-
de accreditatie in 2005, een goede beoordeling. SPH kreeg op 15 NVAO-facetten (op 2 facetten meer dan
tijdens de voorgaande accreditatie in 2003), een goede beoordeling. Voor beide opleidingen inclusief facet
2.6 (‘programmaduur’).
Diagram 7 Accreditatie- en Visitatieresultaten Stenden in 2010Bron: Stenden
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20
SPH
P&A
IBL
W…
BML
TI
C
I
L&E
Aantal beoordelingen minimaal 'goed' van de 21 NVAO-facetten (incl. facet 2.6)
Diagram 7. Accreditatie en Visitatieresultaten
Stenden in 2010 Bron: Stenden
2005/2006
2010
De gemiddelde score van alle geaccrediteerde bacheloropleidingen van Stenden is nagenoeg gelijk gebleven.
Tot 2009 scoorden de voltijdopleidingen gemiddeld 9,4 ‘goede’ beoordelingen. In 2010 is deze score gedaald
naar gemiddeld 9,2 ‘goede’ beoordelingen.
Het hoogst scorende facet (zie Diagram 8) van alle geaccrediteerde bacheloropleidingen van Stenden blijft in
2010, net zoals in 2008 en 2009, ‘Afstemming van vormgeving en inhoud’ (18 van de 20 opleidingen). Daarna
volgen de twee facetten ‘Samenhang programma’ en ‘Eisen HBO’: 14 van de 20 bacheloropleidingen scoren
‘goed’ op deze facetten.
Een nieuw hoog scorend facet is ‘Kwaliteit personeel’: 10 van de 20 geaccrediteerde opleidingen wordt met
‘goed’ beoordeeld (een zelfde score als het facet ‘Materiële voorzieningen’). Dit facet zal naar verwachting in
2011 nog hoger scoren, gelet op de visitatieresultaten in 2010 op dit facet.
54 55 / Stenden Hogeschool
Diagram 7. Accreditatie- en Visitatieresultaten Stenden in 2010
Jaarverslag 2010
Diagram 9 Accreditatieresultaten van twee Masteropleidingen vanStenden in 2010
Bron: Stenden
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20
MAILTS
MAISM
Goed
Excellent
Diagram 9. Accreditatieresultaten van twee Masteropleidingen van Stenden in 2010
Aantal toegekende oordelen 'goed' en 'excellent'op 21 NVAO-facetten
Al met al is het aantal excellente beoordelingen voor de Masteropleidingen van Stenden opvallend, in verge-
lijking tot de overige geaccrediteerde Masteropleidingen in 2010 in het land. MAISM en MAILTS ontvingen als
enige van in totaal 132 positief getoetste opleidingen een score ‘excellent’ op facet 5.1 ‘Evaluatie resultaten’.
4.6. AandachtspuntenStendenStreven naar kwaliteit is voor Stenden vanzelfsprekend. Daarom maakt Stenden systematisch gebruik van
informatie over de Hogeschool en haar (inter-)nationale opleidingen om haar kwaliteit continu te verbeteren.
Het totaalbeeld dat daaruit resulteert voor 2010 is het volgende:
Stenden is een goede Hogeschool, met goede opleidingen en een goed werkend kwaliteits zorgsysteem25,
waarover Visiterende en Boordelende Instanties in 2010 (zeer) positief oordeelden. De gestelde prioriteiten en
ingezet beleid komen tot uitdrukking in de accreditatieresultaten.
Uit het totaalbeeld komen als belangrijkste aandachtspunten voor Stenden naar voren:
• Communicatie en Organisatie: Deze waren in 2010 én in voorgaande jaren steeds een aandachtspunt
en blijven dat in 2011.
• Kwaliteit docenten: Dit aandachtspunt, dat uitsluitend volgt uit de studentperceptie, betreft onder meer
‘het op de hoogte zijn van de beroepspraktijk’, ‘inhoudelijke deskundigheid’, ‘didactische kwaliteiten’ en
‘bereikbaarheid’. In 2008 was dit niet, in 2009 en 2010 wel een punt van extra aandacht, vanwege zowel
de studentperceptie als de bewuste focus van Stenden. De accreditatie resultaten zijn op dit facet overigens
juist heel positief.
• Toetsing: Dit aandachtspunt volgt uit zowel studentperceptie als accreditatieresultaten. ‘Tijdige publicatie
toetsresultaten’ en ‘aansluiting bij inhoud’ verdienen (meer) aandacht.
Vermeldenswaard is verder dat ‘woonruimte’ in 2011 geen aandachtspunt meer hoeft te zijn.
In 2010 heeft Stenden gekozen voor een (nog) meer gestructureerde en projectmatige aanpak van
Stenden-brede aandachtspunten door het instellen van een Task Force ’Duurzame verbetering’. Dit biedt
een goed perspectief op borging van gerealiseerde verbeteringen.
25 Maar ook uit de Stenden-brede audit (2007) en de validatie van Hobeon (2009).
57 / Stenden Hogeschool
Diagram 8 Hoog scorende NVAO-facetten van bacheloropleidingen van Stenden
Bron: Stenden
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20
Kwaliteit personeel
Meteriële voorzieningen
Studiebegeleiding
Niveau bachelor
Samenhang
Eisen HBO
Afstemming vormgeving en inhoud
Aantal opleidingen met beoordeling 'goed'(tot 2010: 19 opleidingen; tot 2011: 20 opleidingen)
Diagram 8. Hoog scorende NVAO-facetten van bacheloropleidingen van Stenden Bron: Stenden
Tot 2011
Tot 2010
NVAO
-
facet
Al met al blijkt uit deze accreditatie- en visitatieresultaten, dat de bacheloropleidingen van Stenden een goed
niveau hebben, samenhangend en goed afgestemd zijn, en ondersteund worden door goed Personeel en
Materiële voorzieningen.
4.5.2. Accreditatieresultaten Masteropleidingen
De Masteropleidingen International Service Management (MAISM) en International Leisure and Tourism
Studies (MAILTS) zijn beoordeeld door de ‘Foundation for International Business Administration Accreditation’
(FIBAA)22. Dit heeft in 2010 geleid tot accreditatie door de NVAO. Vanaf 2011 zijn de opleidingen tevens
(geconditioneerd) internationaal geaccrediteerd door FIBAA als accreditatieorganisatie.23
De opleidingen MAISM en MAILTS zijn goed beoordeeld. De scores voor beide zijn respectievelijk 13 en
14 keer ‘goed’. Daarnaast is aan beide opleidingen 4 maal de score ‘excellent’ toegekend24 op de facetten:
‘Afstemming vormgeving en inhoud’, ‘Materiële voorzieningen’, ‘Evaluatie resultaten’ en ‘Maatregelen tot
verbetering’.
De facetten 2.5 (‘Instroom’), 3.1 (‘Eisen hbo’) en 3.3 (‘Kwaliteit personeel’) kregen een voldoende beoor-
deling. MAISM kreeg daarnaast ook een voldoende beoordeling op facet 3.2 (‘Kwantiteit personeel’).
Wat betreft het facet ‘Materiële voorzieningen’ was het VBI-panel tevreden over het ‘studielandschap’,
de verschillende lesruimten en de kwaliteit van onder meer de computers en de bibliotheek. Wel werd
geadviseerd de openingstijden van de bibliotheek op den duur te verlengen.
Het oordeel ‘excellent’ voor ‘Interne kwaliteitszorg’ wordt door het panel gerelateerd aan de periodieke
rapportages over de kwaliteit van het onderwijs, de manier waarop Stenden omgaat met de uitkomsten van
de kwartaalrapportages en de fundering van het kwaliteitsmanagementsysteem op het EFQM-Model.
22 Een door de NVAO erkende VBI en tevens accreditatieorgaan in Duitsland.23 Dit betreft aanvullende vragen ten aanzien van onder meer internationalisering. 24 Bron: www.nvao.net. Masteropleidingen zijn geaccrediteerd per 25-08-2010.
56
Jaarverslag 2010
4.7.KlachtenmanagementSinds 1 september 2010 is de rechtsbescherming van studenten in de Wet op het hoger onderwijs en weten-
schappelijk onderzoek (WHW) versterkt. Conform art. 7.59a WHW beschikt Stenden nu over de zogenoemde
‘Eén-loket-faciliteit’(ELF), een centrale ‘intake’ die wordt beheerd door de afdeling Legal Affairs. ELF heeft
van 1 september tot 31 december 2010 25 vragen, klachten, bezwaarschriften, en/of beroepschriften binnen-
gekregen, die vervolgens naar de juiste persoon/afdeling/commissie binnen Stenden zijn doorgeleid. Het ging
hierbij onder meer om ‘verkeerd doorverwijzen’, ‘teruggave collegegeld’ en ‘datum afstuderen’.
Medewerkers en studenten zijn langs velerlei kanalen (zoals brochure en website) geïnformeerd.
Volgens art. 7.63a WHW dient elke HO-instelling eveneens een Geschillenadviescommissie in te stellen,
ter vervanging van de klachtencommissie. Deze heeft tot september 2010 één klacht behandeld. Stenden
heeft inmiddels een Reglement Geschillenadviescommissie vastgesteld. In 2011 zal naar verwachting de
Geschillenadviescommissie worden geïnstalleerd.
Nieuw is ten slotte dat studenten nadat zij in beroep zijn gegaan bij het College voor Beroep voor de
Examens (COBEX) of bij de Geschillenadviescommissie, hoger beroep in kunnen stellen bij het College van
Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO) in Den Haag. Het COBEX kan in dat hoger beroep als procespartij
worden opgeroepen.
BeroepenBezwaarHet College van Beroep voor de Examens Stenden vh CHN bestaat uit drie leden, waaronder de voor zitter. Er
zijn tevens vier plaatsvervangende leden, waaronder de plaatsvervangend voorzitter. Eén lid en twee plaats-
vervangende leden worden benoemd uit de studenten van de Hogeschool, op voordracht van de geleding
‘studenten’ in de Hogeschoolraad. Eén lid en twee plaatsvervangende leden worden benoemd uit het
docerend personeel, op voordracht van de geleding ‘personeel’ in de Hogeschoolraad. De voorzitter en
de plaatsvervangende voorzitter voldoen aan de vereisten voor benoembaarheid tot rechter in een
arrondissementsrechtbank, bedoeld in artikel 48, eerste lid van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Het College behandelt en beoordeelt klachten van studenten over beslissingen van examencommissies.
De beslissing van het College is voor alle partijen bindend.
In 2010 hebben 30 studenten (43 in 2008 en 25 in 2009) beroep ingesteld tegen besluiten van examen-
commissies. Van de 30 beroepszaken waren er 3 gegrond en 5 ongegrond. In 16 gevallen werd een schikking
getroffen en 5 studenten hebben hun beroep ingetrokken. 1 Beroepschrift is niet ontvankelijk verklaard.
Onder de 30 zaken bevonden zich 8 beroepschriften met bezwaar tegen een negatief bindend
studieadvies. Daarbij is in 3 gevallen een schikking getroffen, 1 beroep gegrond verklaard en 4 beroepen
ongegrond verklaard.
58 59 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
6060
5.1. LectoratenentoegepastonderzoekDe inzet van lectoraten en kenniskringen bevordert door hoogwaardig toegepast wetenschappelijk onderzoek
de kwaliteit van onderwijs en kenniscirculatie voor beroepsgebieden waar het hoger onderwijs zich op richt.
De lijn in de beroepskolom van (V)MBO en HBO wordt daarmee doorgetrokken tot en met het wetenschap-
pelijk niveau. Aansluitend bij haar kerndomeinen en strategisch profiel heeft Stenden Hogeschool in totaal nu
14 lectoraten en kenniskringen ingesteld, waarvan 12 binnen het Institute of Applied Research (IAR) en twee
binnen overige organisatiedelen van Stenden. Voor een aantal lectoraten zijn voorbereidingen getroffen. Alle
lectoren en kenniskringen voeren toegepast wetenschappelijk onderzoek uit, onderhouden netwerkrelaties op
de betreffende maatschappelijke en wetenschappelijke vakgebieden en publiceren in relevante researchmedia
en vakbladen. Nederlandse en internationale vakdeskundigen maken als extern lid deel uit van de kenniskrin-
gen. Zowel Bachelor- als Masterstudenten worden betrokken in bestaande en toekomstige onderzoekprojecten.
Stenden heeft in 2010 aan de twaalf reeds bestaande Stenden-lectoraten, verbonden aan het Institute of
Applied Research, twee nieuwe lectoraten toegevoegd. Het lectoraat ‘Scenarioplanning’ is verbonden aan
het European Tourism Futures Institute, het lectoraat ‘Hospitality Management Studies’ aan de opleiding
International Hospitality Management. Eind 2010 bedroeg de totale formatie van de 15 lectoren 6 fte26.
Er zijn in 2010 drie lectoren aangesteld en/of geïnstalleerd:
• Op 22 januari is de heer dr. J. Waalkens geïnstalleerd als lector ‘Ondernemerschap,
innovatie en Kenniscirculatie’;
• Op 6 maart is de heer dr. Don Craig ( RSA) aangesteld en geïnstalleerd als lector ‘Hospitality Management
Studies’. Dr. Craig werkt als lector binnen IHM;
• Op 1 november is de heer A.Postma aangesteld als lector ‘Scenarioplanning’ bij het ETFI. Zijn installatie zal
naar verwachting in 2011 plaatsvinden.
Overige ontwikkelingen en nieuwe initiatieven in 2010:
• Stenden heeft samen met de NHL in 2009/2010 het lectoraat ‘Fries en Meertaligheid in Onderwijs en
Opvoeding’ ontwikkeld. In 2011 zal een lector worden aangesteld en geïnstalleerd.
• Er zijn in 2010 voorbereidingen getroffen voor de instelling van een lectoraat ‘Gastronomie’ binnen de
opleiding IHM. De aan te trekken lector zal in 2011 gaan werken aan de ontwikkeling van minoren in
Gastronomie binnen deze opleiding.
• Ook enkele andere lectoraten zijn in voorbereiding. Een deel van deze lectoraten, waaronder een lectoraat
‘Polymeren/Kunststoffen’ (als onderdeel van het KDK), zal in 2011 worden geactiveerd.
• In 2009 is begonnen met de ontwikkeling van een kwaliteitszorgsysteem voor onderzoek bij Stenden.
De eerste accreditaties van (het onderzoek van) de lectoraten ‘Social Works and Arts Therapy’ en ‘Service
Studies’ zullen niet zoals beoogd in 2010, maar in 2011 plaatsvinden.
5.1.1. Service Studies
Het lectoraat combineert reflectie over de rol van moderne dienstverlening met ondersteuning van dienstver-
26 De formatie van het dubbellectoraat ‘Duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie’ (lector: Mw. dr. I. Delies) wordt hier voor 50% meegeteld. Voor de 14 lectoraten zijn 15 lectoren aangesteld; het lectoraat ‘Veelvormig Christelijk Basisonderwijs’ wordt vervuld door twee lectoren.
61 / Stenden Hogeschool
5. Stenden als kennisinstelling
Jaarverslag 2010
voor de gevraagde deelname van het UWV aan het experiment.
Daarnaast heeft de kenniskring bijgedragen aan enkele symposia en aan een gastcollege.
5.1.6. Mariene Wetlands Studies
Het lectoraat Mariene Wetlands Studies is in 2006 tot stand gekomen op initiatief van de Waddenvereniging,
Stenden Hogeschool en de HanzeHogeschool Groningen. Het lectoraat wordt op hoofdlijnen aangestuurd
door de stichting Lectoraat Mariene Wetlands Studies. In 2010 is het lectoraat na vier jaar positief geëvalueerd
en om die reden geprolongeerd.
Het onderzoek van het lectoraat binnen Stenden concentreert zich op de ontwikkelingen van het toerisme
in het waddengebied. Lector en leden van de kenniskring werken daartoe samen met de opleidingen Tourism
& Leisure Management. Dit onderzoek levert een bijdrage aan de onderzoekslijn Gedrag en motieven van
toeristen in het waddengebied. In 2010 is onderzoek gestart naar de rol die flora en fauna spelen in de
verbondenheid van toeristen met het waddengebied. Tevens wordt samen met de Waddenvereniging de
operationalisering van het begrip ‘duurzaam toerisme’ onderzocht.
Samen met de HanzeHogeschool is onderzoek in voorbereiding naar de toeristisch-recreatieve ontsluiting van
de vastelandskust van het waddengebied. Dit zal naar verwachting in 2011 resulteren in een aanvraag bij het
Waddenfonds en de organisatie van een symposium samen met de Waddenacademie.
5.1.7. Leadership & Change Management
Het lectoraat en de kenniskring staan ten dienste van de academisering van Stenden. In 2010 verzorgde de
kenniskring methodologieonderwijs en ondersteunde studenten en docenten bij onderzoek naar leiderschap
en veranderingen in organisaties. De kenniskring heeft vaste samenwerkingsafspraken met de Rijksuniversiteit
Groningen en de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht voor het doen van onderzoek en kennisuitwisseling.
De lector verzorgde lezingen en trainingen binnen en buiten Stenden benevens vijftien publicaties, waaronder
vier van wetenschappelijke aard. Ook is de lector vaste columnist van het Friesch Dagblad en beoordeelt hij
artikelen als reviewer voor het tijdschrift Social Interventions.
Conform plan volgden alle vaste leden van de kenniskring in 2010 een promotietraject. Bovendien schreef
ieder lid van de kenniskring ten minste één artikel of workingpaper.
5.1.8. Geïnspireerd Leren
Het lectoraat is een samenwerkingsconstructie van drie hogescholen: Stenden Hogeschool, Hogeschool
Helicon en Hogeschool Zuyd. Het lectoraat gaat uit van het belang van zowel elementen in de omgeving
als intrinsiek persoonlijke elementen van de lerende of lesgevende, die hem of haar (kunnen) motiveren en
stimuleren tot geïnspireerd leren en /of lesgeven.
Specifiek is in 2010 onderzoek verricht naar:
• de opzet en effecten van professionalisering van lerarenteams op het gebied van (handig) rekenen;
publicaties over dit onderzoek worden in 2011 afgerond;
• het zoeken van geschikte toepassingsmogelijkheden van sociale media in het leerproces van studenten
en en de begeleiding van leerprocessen door docenten op Pabo Meppel; tijdens het jaarcongres van de
HBO-raad zijn is de eerste onderzoekresultaten gepresenteerd.
5.1.9. Ondernemerschap, Innovatie en Kenniscirculatie
Het lectoraat heeft in 2010 stevig aan de weg getimmerd in vooral de provincie Drenthe. Ten behoeve van de
ontwikkeling van de regionale kenniseconomie is geparticipeerd in diverse gremia, zowel publiek als privaat.
Steeds stond de meerwaarde van het onderwijs hierbij voorop. Diverse vertegenwoordigers van het bedrijfs-
leven hebben lesgegeven aan Stenden-studenten in nieuwe en vernieuwde delen van het onderwijs. De
onderwijsontwikkeling werd gerealiseerd met de kenniskring, waarin naast Stenden-studenten ook onder-
nemers participeerden. Er is onderzoek gedaan naar de marketingstrategie ‘Customer Intimacy’ die zich
mede door de invloed van sociale media verder ontwikkelt als ‘Customer Engagement’. Sociale media maken
inmiddels deel uit van het onderzoeksinstrumentarium en het lectoraat zal de regio verder dienstbaar zijn door
doorontwikkeling van de ‘Customer Engagement-strategie’ voor en samen met het regionale MKB.
5.1.10. Tourism for Peace
Het lectoraat heeft in 2010 diverse publicaties gegenereerd. Daarnaast is samen met internationale partners
het virtuele International Center for Peace through Tourism Research ontwikkeld, waar organisaties, studenten
lenende organisaties uit het MKB in hun transitie naar duurzaamheid. Er wordt naar gestreefd de
gegenereerde kennis terug te laten vloeien naar de opleidingen.
Hoogtepunten in 2010:
• De honorering van de SIA RAAK-aanvraag Greening Generation Y, die is gebaseerd op projecten over
duurzaam wonen, duurzame voeding en mobiliteit die met en voor een tiental bedrijven zijn opgezet;
• Participatie door meer dan 100 Stenden-studenten in lectoraatonderzoeken en –projecten;
• Diverse lezingen door de kenniskring over ‘Leadership for sustainability’, duurzaam toerisme, duurzame
keuken en duurzaam voedsel.
5.1.2. Social Work & Arts Therapies
Het lectoraat doet praktijkgericht onderzoek, waarvan de uitkomsten direct bruikbaar zijn voor het werkveld
(zorginstellingen) en de opleiding. Daartoe is het lectoraatonderzoek ingebed in de opleidingen SPH en CT.
In 2010 zijn onder meer de volgende onderzoekprojecten voorbereid en/of uitgevoerd, waarin veelal
studenten participeerden:
• Persoonlijke effectiviteit van leerlingen in Rebounds;
• Grounded theory benaderingen voor de analyse van beeldend therapeutische processen;
• De aanpassing, normering en validatie van een observatie-instrument (‘Bouwen van een hut’) dat ingezet
kan worden door GGZ-professionals bij cliënten in de basisschoolleeftijd.
• De rol van netwerken in gezinsondersteuning voor jonge ouders;
• Het project ‘Wijken activeren met ICT’ (RAAK Publiek subsidie), in samenwerking met de Haagse
Hogeschool en een aantal Drentse welzijnsinstellingen;
• Het project Effectmeting Methode Vroegsignalering bij Jeugdhulp Friesland en Woodbrookers, in samen-
werking met Jeugdhulp Friesland.
5.1.3. Veelvormig Christelijk Basisonderwijs
Het lectoraat wil zich ontwikkelen tot het Stenden-expertisecentrum op het gebied van de identiteitsont-
wikkeling van basisscholen. Centraal staat de eigentijdse en meerstemmige vormgeving van het christelijk
basisonderwijs en de rol die het pedagogische concept ‘narrativiteit’ daarin speelt, alsmede de implicaties van
die vormgeving voor het onderwijs in de (post-)initiële opleiding van basisschoolleerkrachten.
In 2010 gaf het lectoraat veel aandacht aan de vorming van de ‘School of Education’, aan de herpositionering
van het lectoraat en aan de Master ‘Learning and Innovation’. Er zijn veel contacten gelegd in het werkveld,
onder meer door deelname aan het symposium ‘De kleine school’ en aan de ‘Schoolleidersacademie’ van
Stenden en Windesheim.
Beide in 2010 geïnstalleerde lectoren investeerden in de voorbereiding en begeleiding van twee promotieon-
derzoeken in de kenniskring en zetten daarnaast het eigen onderzoek voort.
5.1.4. Mens en Organisatie
In 2010 organiseerde het lectoraat twee maal de minor ‘Mens en Organisatie’, door de vijftig participerende
studenten enthousiast gekwalificeerd als een ‘zeer ongebruikelijke en inspirerende minor’. Andere wapenfei-
ten van het lectoraat in 2010 waren:
• De kenniskring deed onderzoek naar ‘Zingeving in organisaties’, waarover in 2011 de publicaties ‘Bezield
Veranderen’ en ‘Taal van de Ziel’ zullen verschijnen. Beide zijn van de hand van de lector, die ook in 2010
verschillende artikelen en boeken publiceerde over leiderschap en zingeving.
• De lector droeg bij aan de ontwikkeling van het Centrum voor Leiderschap, alsook aan de ontwikkeling van
de ISM-organisatie.
• De openbare kenniskring-dag kende meer dan vijftig deelnemers.
• De vier promovendi binnen de kenniskring maakten vorderingen in hun promotieonderzoek.
5.1.5. Economie op Mensenmaat
Het lectoraat Economie op Mensenmaat heeft als missie het creëren van ruimte binnen de markteconomie
voor zelfverwerkelijking van de mens. Daartoe richt het lectoraat zich op het heroverwegen en herinrichten
van economische processen zowel op macro-, meso- als microniveau.
In 2010 is verder gewerkt aan een project waarin geëxperimenteerd wordt met een andere grondslag voor de
sociale lasten, waardoor mogelijk de arbeidskosten worden gehalveerd en de toegevoegde waarde toeneemt.
In 2010 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid evenwel nog geen toestemming gegeven
62 63 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
5.2. MarktactiviteitenDe marktactiviteiten van Stenden zijn ondergebracht in het Instituut Service Management (ISM). Door de
samenvoeging met de dienstverlenende activiteiten van de Kennis Campus Emmen is een nieuw bedrijf
ontstaan. Het thema Leven Lang Leren staat centraal; ISM ziet de mens als het belangrijkste kapitaal in
de Kennismaatschappij. Het ISM-aanbod bestaat uit Training, Consultancy en Onderzoek, die vanuit twee
clusters, Organisatieontwikkeling en Onderwijsontwikkeling, worden aangeboden aan nagenoeg alle
werkvelden van Stenden-opleidingen.
Het cluster Organisatieontwikkeling richt zich op innovatie, externe oriëntatie, bedrijfsprocessen en
ontwikkeling van talenten door trainingen op maat. Het cluster Onderwijsontwikkeling richt zich
voornamelijk op duurzame schoolontwikkeling binnen de onderwijssector. Ook is ISM marktleider in
Noord-Nederland wat betreft het opleiden van directeuren voor het Primair Onderwijs en biedt het een
omvangrijk pakket aan taaltrainingen.
Stenden-ISM wordt vaak benaderd door intermediaire organisaties als Kamer van Koophandel, NOM,
Syntens en MKB-Nederland. Veelal gaat het om toepassingsgerichte en innovatieve trajecten. Een deel
van de activiteiten valt onder de noemer valorisatie.
De economische conjunctuur had veel effect op de clientèle, waardoor de resultaatontwikkeling van
ISM onder druk kwam te staan. Er zijn passende maatregelen genomen om de organisatie ‘lean & mean’
te houden. in 2010. Het jaar is afgesloten met een omzet van ruim € 4.4 miljoen en een bescheiden
positief resultaat.
Onderwijsadvies
Er is een start gemaakt met de beoogde intensieve samenwerking met Opleidingen Leraar Basisonderwijs.
Dit heeft al geleid tot een verdere uitbreiding van het portfolio. Het totale programma voor nascholing is
ondergebracht bij ISM. Dit draagt tevens bij tot een heldere scheiding tussen private en publieke activiteiten
van Stenden.
Ook voor ‘passend onderwijs’ heeft ISM een sterk aanbod, mede gebaseerd op kennis en expertise vanuit de
Master Special Educational Needs.
De taaltrainingen hebben (opnieuw) een flinke impuls gekregen. Door de samenwerking met de British
Council is ISM het examencentrum voor Noord-Nederland geworden.
Organisatieadvies
Een belangrijk deel van de activiteiten binnen deze cluster vindt plaats vanuit de Kennis Campus Emmen. Ook
hier zijn de bakens verzet. Niet alleen omdat het economische tij de vraag vanuit een belangrijke klant van
ISM, het MKB, negatief beïnvloedde, maar ook omdat er sprake was van afbouw van projecten op subsi-
diebasis. Het portfolio is sterk aangepast en eind 2010 zijn de eerste successen geboekt op basis van het
vernieuwde profiel.
De belangstelling voor trajecten rond persoonlijke effectiviteit (Covey, Klantgerichtheid, Slimmer werken)
is duidelijk aanwezig. Ook worden medewerkers gevraagd voor workshops op symposia over innovatie en
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.
De Kennis Campus Emmen ontwikkelt zich tot een ‘Ondernemersplein’. De voorbereidingen en gesprekken
in 2010 met verschillende organisaties (zoals gemeente Emmen, Kamer van Koophandel en MKB Zuidoost
Drenthe) leiden tot een nieuw concept. In 2011 zal dit Ondernemersplein van start gaan. Meer afstemming en
samenwerking moeten leiden tot een samenhangend pakket en innovatie als stimulans van de kenniseconomie.
Vooruitblik
Het jaar 2011 zal vooral in het teken staan van de verdere positionering en profilering van ISM. De kerntaak
van Stenden-ISM, in 2011 getooid met de nieuwe naam Lumius, is het toepassen van kennis in bedrijven en
organisaties, vanuit de gedachte dat een mens zijn leven lang leert. Dit ziet Stenden als logische consequentie
van de opdracht aan hogescholen om werk te maken van valorisatie. ISM voert die valorisatie-agenda van
Stenden uit.
65 / Stenden Hogeschool64
en docenten onderzoeksideeën kunnen opdoen. Tevens werkte de lector aan enkele onderzoekprojecten,
gaf presentaties op congressen en schreef een drietal wetenschappelijke artikelen dat in 2011 wordt
gepubliceerd. Als lid van Exploring Peace through Tourism, Hospitality and Events network (EPTHE)
organiseerde de lector samen met Dr. Tomas Pernecky (Nieuw Zeeland) een workshop over Peace and
Tourism tijdens een congres in Engeland.
5.1.11. Humanitarian Assistance
Het lectoraat wil zowel een rol spelen in de academische Humanitarian Studies, als in onderzoek en onderwijs-
ondersteuning gericht op toepassing van humanitaire concepten.
In 2010 is een begin gemaakt met onderzoek naar mentale weerbaarheidstraining voor humanitaire hulp-
verleners. Tevens is ondersteuning geboden bij de accreditatie van de opleiding Humanitarian Assistance
Management en de uitwerking van het betreffende opleidingsprogramma. Er is bijgedragen aan de minor
Humanitarian Management door het begeleiden van een door het lectoraat ontwikkeld ‘scenario game’,
waarin een integraal beeld wordt gegeven van de complexiteit van het humanitaire veld.
De contacten met NOHA-master Humanitarian Action in Groningen, de ELRHA-organisatie in Engeland
en het Feinstein Institute in de Verenigde Staten zijn verstevigd door het geven van presentaties en het
deelnemen aan workshops.
5.1.12. Duurzame Innovatie in de Regionale Kenniseconomie
Dit dubbellectoraat heeft in het kader van de lectoraatsopdracht in de eerste helft van 2010 drie multi-
disciplinaire ketens (Toerisme, Zorg & Wonen en Duurzame Techniek) ingericht, bestaande uit diverse
bedrijven, instellingen en gemeenten. Ten einde het werkveld bekend te maken met het gehanteerde
innovatieconcept participeerde de lector in de Raad van Advies van het ‘Healthy Aging Netwerk Noord-
Nederland’ en de ontwikkelgroepen ‘Zorgeconomie’ en ‘Vrijetijdseconomie’ van de provincie Drenthe.
Ook de kenniskringleden namen actief deel aan diverse netwerken; toegang tot netwerken in de Euregio is
voorbereid. Daarnaast is de mogelijkheid onderzocht Dieren Park Emmen als Innovatief en Multidisciplinair
Leerbedrijf te laten functioneren voor Stenden, Alfa-college en AOC Terra.
In de tweede helft van 2010 is veel aandacht besteed aan interne netwerken en verbindingen met de
opleidingen, waar diverse onderzoeksvragen uit de bedrijven aanleiding toe gaven.
Tevens heeft het lectoraat een achtweekse leergang voor het middenmanagement van Stenden en Alfa-
college verzorgd, evenals gastcolleges en workshops. De samenwerking met KSI en ETI (tegenwoordig: ETFI)
is versterkt, er is bijgedragen aan de voorbereiding van de Ad’s in Emmen en er heeft zich een groep ‘buddies’,
in het lectoraat geïnteresseerde collega’s uit beide onderwijsinstellingen, gevormd.
Ten slotte is de aansluiting voorbereid van het AOC Terra als derde partner in dit lectoraat.
5.1.13. Hospitality Management Studies
Het lectoraat heeft in samenwerking met academische uitgeverij ‘NISC South Africa’ het IHM-tijdschrift
‘Research in Hospitality Management’ (RHM) ontwikkeld, waarvan de lector hoofdredacteur zal zijn. Het
eerste nummer verschijnt eind mei 2011, in fysieke en elektronische vorm, en zal negen onderzoekartikelen
bevatten en een redactioneel dat focust op hedendaagse trends in hotelmanagement. Het tijdschrift beschikt
over een redactieraad en een recensiecommissie, waarin diverse internationaal gerenommeerde onderzoekers
zitting zullen hebben.
Daarnaast heeft het lectoraat onderzoekcontacten gelegd met en papers gepresenteerd op diverse
universiteiten in Europa en de Verenigde Staten.
Uiteenlopende projecten zijn ontwikkeld, zoals (samen met University of Omaha) een researchinitiatief op
het vlak van ‘gender in relatie tot hospitality’ en (samen met London School of Economics) een grootschalig
onderzoek onder hotelgasten.
Tevens zijn voorbereidingen getroffen voor een grote conferentie in 2011, waarop aandacht zal worden
besteed aan onder meer de rol van sociale media in ‘hospitality grading systems’ en het voorspellen van
‘hospitality trends’.
5.1.14. Scenarioplanning
Dit lectoraat is eind 2010 ingesteld, waardoor nog geen wapenfeiten zijn te melden.
Jaarverslag 2010
Samenwerking draagt er aan bij de ambitieuze missie van Stenden Hogeschool als nationaal en internationaal
ondernemende Hogeschool te realiseren, met behoud van haar identiteit en zelfstandigheid.
London Metropolitan University
Er bestaat een bijzondere band met de London Metropolitan University: via deze universitiet zijn internationale
accreditaties verworven voor de Masteropleidingen van Stenden. Ook heeft Stenden met diverse buitenlandse
partners overeenkomsten afgesloten over curriculumaccreditatie en EVC-procedures, in het bijzonder voor haar
economische opleidingen.
Gemeente Hoogeveen
Stenden heeft in samenwerking met de gemeente Hoogeveen de uitstroomdifferentiatie Cultuurmanagement
van de opleiding Commerciële Economie ontwikkeld. Deze is in zowel de voltijd- als de duale variant van start
gegaan in het collegejaar 2009-2010.
Steunpunt Topsport Noord
Stenden heeft een samenwerkingsovereenkomst met het Steunpunt Topsport Noord. Stenden biedt topsporters
extra faciliteiten, zoals aanpassingen in lesroosters of herkansingsmogelijkheden. Topsportende studenten hebben
hier veel belangstelling voor en zijn tevreden over de maatwerktrajecten die hun worden aangeboden.
TNT
In 2010 zijn vier TNT-groepen begonnen met een duaal Ad-traject bij de opleiding SBRM in Leeuwarden. Het
betreft managers van bezorgknooppunten en sorteercentra, die door TNT worden geselecteerd om te worden
‘opgeschoold’ tot HBO-niveau. Het gaat hier op verzoek van TNT om maatwerk, dat onder meer tot uiting komt
in toevoeging van extra logistieke elementen aan het programma (in de vrije ruimte). Het is ook maatwerk omdat
rekening wordt gehouden met de TNT-voorkeur wat betreft tijdstippen, locaties, frequenties e.d. Studenten
volgen het reguliere programma. Wel wordt casuïstiek gebruikt uit de TNT-praktijk en opdrachten worden bij TNT
uitgevoerd. Studenten komen uit heel Nederland om in Emmen het onderwijs te volgen, er wordt gewerkt met
BlackBoard en ook op locatie les gegeven. In principe is de opleiding voor iedereen toegankelijk, indien aan de
reguliere toelatingseisen is voldaan. TNT zegt zeer tevreden te zijn. TNT ziet geen mogelijkheid een hele bachelor
af te ronden en heeft om die reden gekozen voor een Ad bij SBRM op locatie Leeuwarden.
Holland Casino
Stenden biedt in samenwerking met Holland Casino, een grote en professionele partij uit de Nederlandse
Leisure-industrie, de Bacheloropleiding ‘Leisure Management Duaal’ aan voor medewerkers van Holland
Casino, maar ook werknemers van andere bedrijven in de vrijetijdsmarkt. Deze duale HBO-opleiding, waarin
werken en leren worden geïntegreerd, staat naast de voltijdse dagopleiding Leisure Management, die al
bestaat sinds 1988. Er wordt gewerkt met ‘action learning’ als onderwijsmodel. Dit model stelt de student in
staat om de theorie direct te koppelen aan concrete vraagstukken uit de dagelijkse praktijk binnen het bedrijf
waar de student werkt. Hierdoor profiteert ook een werkgever optimaal van een studerende medewerker.
Naast het ontwikkelen van algemene HBO-competenties en competenties behorend bij het domein van de
‘Bachelor Business Administration’, verdiepen studenten zich in het brede werkveld van de vrije tijd.
67 / Stenden Hogeschool66
6. (Inter)nationale samenwerking
Jaarverslag 2010
biedt Grand Tour®- en Stenden South Africa-studenten ervaring- en leerbedrijffaciliteiten op het terrein
van ‘wildlife en gamelodging’ management, ‘Humanitarian Assistance’ en stages in ‘townships’. De Mantis
Collection Group participeert niet financieel in de campussite van Stenden South Africa.
Op 11 november 2009 trad Stenden University Hotel toe tot de Mantis Group. De Mantis Group bestaat
ook uit exclusieve hotels in Europa, naast die in Zuid-Afrika.
• QATAR
In Qatar werkt Stenden, in het kader van een ‘joint venture’, samen met de Al Faisal Holding.27 Stenden
zorgt daarbij voor de onderwijsprogramma’s (in het bijzonder IHM, TM en IBMS), de FBQHC Group draagt
bij aan onderwijs- en ervaring- & leerbedrijffaciliteiten, vooral in de vorm van huisvesting en infrastructuur.
In 2010 heeft Stenden de banden versterkt met de IBMS-opleiding in Qatar, door uitwisseling van staf en
reviews van documenten en procedures leidend tot kwalitatieve verbeteringen van het programma.
• THAILAND
In Thailand is onderwijssamenwerking ontwikkeld op het gebied van hoger hotelmanagement met de
Rangsit University te Bangkok. Deze alliantie leidde in oktober 2005 tot een nieuwe internationale locatie
van Stenden-onderwijs.
• CHINA
In 2009 heeft Stenden een samenwerkingsovereenkomst getekend met JIT Nanjing in China. In deze
zogenaamde ‘2+2’-constructie studeren Chinese studenten twee jaren in China, waarna ze de laatste twee
jaren van de studie voortzetten bij SB&RM in Leeuwarden. Het programma in China is door de examen-
commissie van SB&RM gevalideerd. In 2010 hebben drie SBRM-docenten in China onderwijs verzorgd.
In 2010 zijn 222 studenten van JIT ingestroomd in het short track programma van SBRM. Jaarlijks zullen
20-25 Chinese studenten hun studie in China vervolgen in Leeuwarden.
• DUITSLAND
De opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening van Stenden heeft in 2007 een samenwerkingsover-
eenkomst gesloten met het ‘Berufskolleg Bleibergquelle, Schule der Sekundarstufe II und Fachschule für
Sozialpädagogik’ te Velbert in Duitsland. Inmiddels is een geïntegreerd studieprogramma gerealiseerd. In
2011 studeren de eerste Duitse studenten af. Via de school in Bleiberg sluiten ook scholen uit Lippstadt en
Marburg aan bij dit geïntegreerd studieprogramma.
De vier economische opleidingen van Stenden hebben de banden met enkele Duitse scholen
aangetrokken. Dit heeft geleid tot samenwerkingsverbanden, op basis van afstemming over de inhoud
van de programma’s. Doel is zowel voor Stenden als de andere partijen een betere aansluiting en in
sommige gevallen studieduurverkorting. Deze afspraken zijn gemaakt met ‘Berufs Bildende Schulen’
in Osnabrück, Ibbenbüren en Wildeshausen.
De opleiding IBMS van Stenden (in samenwerking met andere hogescholen) heeft in 2010 twee
Duitse onderwijsinstellingen bezocht om te bezien of studenten van de verwante en hoogwaardige
opleidingen van deze scholen bij IBMS een verkort programma kunnen volgen. Het gaat om de scholen
‘Europa Fachakademie Dr Buhmann’ en ‘Berufliches Schulzentrum Christoph Lüders’. Op basis van
bestudering van onder meer curricula en materialen zijn de eerste afspraken gemaakt.
• INDONESIë
Stenden heeft eind oktober 2008 een samenwerkingsovereenkomst getekend met het Indonesische onder-
wijsinstituut ‘Sekolah Tinggi Ilmu Ekonomi Mula’ (STIE). De samenwerking betreft de vestiging
van de Bacheloropleiding IHM op Bali, die vanaf september 2009 is begonnen.
KenniscampusLeeuwardenDe Kenniscampus Leeuwarden is een initiatief van gemeente Leeuwarden, NHL Hogeschool en Stenden
Hogeschool. Het biedt een prachtige kans om het hoger onderwijs in de regio te verbeteren en de econo-
mische positie van Leeuwarden te versterken. De vier partijen willen dit doen door kennisontwikkeling en
samenwerking, door kennisuitwisseling met bedrijfsleven en non-profitsector en door studenten een aantrek-
kelijke campus te bieden. Eind 2006 is de Samenwerkingsovereenkomst tussen Stenden vh CHN, NHL en
gemeente Leeuwarden ondertekend ten behoeve van de gebiedsontwikkeling van de Kenniscampus.
De realisatie van de Kenniscampus ligt in handen van de Kenniscampus Beheer B.V. De ontwikkeling is in 2008
begonnen. In 2009 is vooral aandacht besteed aan de reconstructie van het Kenniscampus-terrein, waaronder
de parkeervoorziening. In 2010 zijn besluiten genomen over optimalisering van de parkeervoorzieningen en
27 In het oorspronkelijke contract is sprake van Faisal Bin Qassim Al Thani & Sons Holding Company (FBQHC Group).
Samenwerkingsverband lerarenopleidingen
Stenden en NHL werken samen met de HanzeHogeschool Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen in het
‘Regionaal Samenwerkingsverband’ ter versterking van de lerarenopleidingen. Zij ontvangen hiervoor een
bijdrage van het ministerie van OCW.
Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs (AOLB)
Aan deze nieuwe opleiding, die in september 2010 van start ging, nemen in een samenwerkingsverband deel,
naast de Rijksuniversiteit Groningen, de HanzeHogeschool Groningen, Noordelijke Hogeschool Leeuwarden
en de Groningse locatie van Stenden Hogeschool.
Learning Teacher Network
Stenden werkt al enige tijd samen in en met het ‘Learning Teacher Network’, een Europees netwerk van
onderwijsgevenden (en directeuren) in de volle breedte van het onderwijs. Jaarlijks wordt er een driedaags
congres gehouden. In 2010 is een cursus door het netwerk verzorgd met het thema ‘creativity and learning’.
Het is voor docenten mogelijk om met Europese subsidies deze cursus te bekostigen.
ETEPS
Stenden werkt in het kader van de ontwikkeling van een nieuwe internationale, Engelstalige Bachelor
‘European Teacher Education for Primary Schools’ samen met Noorwegen, Denemarken en Zweden.
Voorbereidingen voor accreditatie medio 2011 zijn in gang gezet. Na accreditatie van het programma zullen
OLB-studenten in diverse landen colleges volgen en stage lopen en zo worden opgeleid voor Internationale
scholen over de hele wereld. Ze krijgen aan het einde van hun opleiding een ‘joint-degree’.
IBMS
Stenden biedt in samenwerking met Van Hall Larenstein en de NHL Hogeschool de opleiding IBMS aan.
Vanaf september 2007 is Stenden penvoerder. IBMS is een groeiende opleiding. Eind 2010 vond een externe
evaluatie plaats van het samenwerkingsverband.
Samenwerkende Hogeschoolbibliotheken.
Stenden participeert actief in het bestuur van de Samenwerkende Hogeschoolbibliotheken (38 leden) en in
zijn werkgroepen ‘licenties’, ‘auteursrechten’ en ‘informatievaardigheden’. Stenden heeft in dit kader een
actieve bijdrage geleverd aan de nieuwe landelijke brochure rond standaarden voor informatievaardigheden in
het hoger onderwijs.
Sectorplan Noord
Stenden, NHL Hogeschool, HanzeHogeschool en Van Hall Larenstein werken samen bij de ontwikkeling en
mogelijke uitvoering van het ‘Scholen voor ambities, Sectorplan HBO Noord-Nederland 2010-2015’, dat
beoogt de Noord-Nederlandse kenniseconomie te versterken. Het plan is in maart 2010 aangeboden aan OCW.
De vijf grote Regionale Opleidingen Centra in Noord-Oost Nederland
Stenden werkt samen op het vlak van een doorlopende leerlijn in de beroepskolom met de vijf grote ROC’s in
Noord-Oost Nederland, te weten Drenthe College, Alfa-college, Noorderpoort, Friesland College en Friese Poort.
Erkenning Verworven Competenties
In 2009 heeft Stenden in samenwerking met de hogescholen Amsterdam, Zuyd en Zeeland het EVC-
project van vh HD afgerond. Formeel heeft Stenden daarmee de status van Erkende EVC-aanbieder voor
9 opleidingen en 11 graden.
Internationaal
Stenden heeft de afgelopen jaren buitenlandse vestigingen opgericht en transnationale opleidings-
programma’s ontwikkeld in het kader van haar ‘Global Campus Project’, in samenwerking met internationale
businesspartners of universiteiten:
• ZUID-AFRIKA
Stenden werkt in Zuid-Afrika samen met de Mantis Collection Group. Deze Zuid-Afrikaanse luxe
boutique hotelketen, tevens eigenaar van het Shamwari Game Reserve in de Oost-Kaap Provincie,
68 69 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
(nadere) invulling van de functies van het Kennisplein. Daarbij wordt rekening gehouden met de uitspraak van
de Raad van State over voorzieningen in het kader van de Kenniscampus. De overdracht aan een project-
ontwikkelaar, van grond waarop studentenwoningen zullen worden gerealiseerd, is afgerond.
Kennis Campus Emmen
KCE is, na eerder al formeel, in 2010 volledig samengevoegd met, en onder de naam van, Instituut Service
Management van Stenden. Voorheen KCE is in 2010 uitgegroeid tot een belangrijk knooppunt van kennis en
bedrijvigheid in de regio. Inmiddels heeft het MKB zijn intrek genomen in KCE. Ook zal naar verwachting het
bestuur van de Vereniging Parkmanagement Bargermeer en het loket van de Kamer van Koophandel hier in de
nabije toekomst worden gehuisvest. Hetzelfde geldt voor Internet Exchange, dat voornemens is haar Drentse
knooppunt van informatieverkeer in KCE te plaatsen.
In 2010 zijn in de lijn van de in 2009 door Stenden, de Kamer van Koophandel, MKB-Noord en de gemeente
Emmen ondertekende intentieverklaring voorbereidende stappen genomen tot het vestigen van het
ondernemerscentrum in voorheen KCE.
Woningcorporaties
Met de woningcorporatie Lefier Emmen wordt samengewerkt op het gebied van studentenhuisvesting in
Emmen. Voor studentenhuisvesting in Assen en Meppel wordt samengewerkt met de woningcorporatie
Stichting Woonconcept in Assen en Meppel. In Leeuwarden wordt de huisvesting van internationale studenten
vanaf 1 augustus 2008 georganiseerd door de Stichting Studenten Huisvesting.
Verzekeringsmaatschappijen
In 2007 kwam de Assurantie Academie tot stand als resultaat van samenwerking van Stenden vh HD met
onder meer de verzekeringsmaatschappijen TVM, Unigarant, Univé en De Witte. Deze samenwerking is in
2009 in verband met marktontwikkelingen als gevolg van de financiële crisis op een lager pitje gezet. Eind
2010 zijn de contacten evenwel weer aangehaald, nu met het doel de Assurantie Academie te ontwikkelen in
de vorm van een Associate degree.
ABN AMRO
Stenden werkt vanaf begin 2007 samen met ABN AMRO. Dit partnership - officieel bekrachtigd in een
‘Memorandum of Understanding’ - geldt voor de duur van vier jaar. In april 2007 vond de officiële opening
plaats van een nieuwe ABN AMRO Bankshop in het gebouw van Stenden in Leeuwarden. Daarnaast wordt er
een bijzonder lectoraat Ondernemerschap gerealiseerd door bijdragen van zowel ABN AMRO als Stenden. Er
wordt echter op meer punten samengewerkt, bijvoorbeeld op het gebied van gastcolleges, alumnicontacten,
open dagen, stages en (andere) wervingsgerichte activiteiten voor ABN AMRO.
Randstad
In juli 2007 is een samenwerkingsovereenkomst ondertekend met Randstad. Dit heeft geresulteerd in een
‘in house’-vestiging van Randstad binnen Stenden waar studenten terechtkunnen voor bijbanen tijdens
de opleiding en voor een baan na afstuderen. Randstad fungeert ook als intermediair ten behoeve van
personeelsvoorziening en verloning bij Stenden. Daarnaast vindt overleg plaats over uitbreiding van de
samenwerking naar ontwikkeling, advies en begeleiding op het gebied van Human Resources.
The Stephen R. Covey Group of FranklinCovey Co
Stenden en ‘The office of Stephen R. Covey’ hebben in 2007 een ‘Memorandum of Understanding’ onder-
tekend met The Stephen R. Covey Group of FranklinCovey Co. Met deze ondertekening beschikt Stenden over
de licentie om Covey-trainingen te geven en zet Stenden zich in ten behoeve van ‘Community Leadership’ in
Nederland en op campus sites van de Hogeschool in Zuid-Afrika, Qatar en Thailand.
ProRetail/ProFood
ProRetail/ProFood is een intermediair in retailmanagementopleidingen en biedt duaal onderwijs aan in
samenwerking met MBO- en HBO-opleidingen. Eind 2009 heeft SBRM op grond van een evaluatie besloten
de lopende samenwerkingsvorm met ProRetail/ProFood te beëindigen. In 2010 is nagegaan welke mogelijk-
heden tot samenwerking tussen ProRetail/ProFood en RBS er (nog) zijn. ProRetail zal in 2011 nog studenten
werven voor Stenden. Hierover zijn separaat afspraken gemaakt met Stenden.
70 71 / Stenden Hogeschool
SBRM
In 2010 heeft SBRM voor TNT, Miss Etam en Maxeda bedrijfsgroepen ingericht. Studenten in deze bedrijfs-
groepen volgen het reguliere lesprogramma. Er is in twee opzichten sprake van maatwerk. Ten eerste worden
enkele lesdagen (maximaal een derde van alle lesdagen) verzorgd op de bedrijfslocatie. Ten tweede worden
extra bijeenkomsten verzorgd, zoals een specifiek voor de bedrijfsgroep georganiseerde diploma-uitreiking of
een Covey Training. Meerkosten worden bij de werkgever in rekening gebracht.
Jaarverslag 2010
72
7. Personeel & Organisatie
7.1.InleidingDe realisatie van de strategische ambities en speerpunten van Stenden is een grote uitdaging voor onder-
wijsgevenden, ondersteunende medewerkers en management. Samen staan zij voor de ontwikkeling en
uitvoering van het onderwijs, samen staan zij voor onderzoek, innovatie en contractactiviteiten. Adequaat
human resource management kan hun inzet faciliteren. Daartoe is in 2009 en 2010 beleid ontwikkeld. Opzet
en motto daarbij is: ‘HRM staat als een huis’. In Figuur 2 is schematisch weergegeven hoe de verschillende
werkgebieden van HRM samen dit huis vormen.
Figuur 2: Werkgebieden van HRM
Motto: HRM staat als een huis
7.2.PersoneelbeleidVanuit haar visie en missie wil Stenden haar medewerkers uitdagen hun talenten ten volle te benutten, hun
sterke punten verder te ontwikkelen en hun persoonlijke groei ten dienste te stellen van de verwezenlijking
van haar strategie. Die strategie is vertaald in de volgende doelstellingen van het HRM-beleid:
• het realiseren van de juiste kwaliteit en kwantiteit van medewerkers, d.w.z. een naar leeftijd, geslacht,
nationaliteit, competenties en ervaring evenwichtig opgebouwd personeelsbestand;
• het benutten en behouden van de kwaliteiten van medewerkers;
• het bevorderen van een cultuur die past bij de ambities van Stenden;
• het creëren van een meer blijvende verbinding tussen de verschillende organisatieonderdelen.
In 2010 is geïnvesteerd in zes HRM-instrumenten, die alle bijdragen aan talentmanagement en daarmee aan
72 73 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
2. De daadwerkelijke stimulering van de medewerkers zich te kwalificeren voor hogere functies.
Om de nagestreefde upgrading van docenten te laten samen gaan met de toenemende loopbaanperspec-
tieven is het zeer gewenst hen verder te faciliteren. Daartoe zijn extra middelen vereist. De beschikbare
budgetten hiervoor worden de komende jaren voor een groot deel benut voor de toename van master-
gekwalificeerde en gepromoveerde docenten. Voor 2010 was voor dit traject € 394.680 beschikbaar,
vanuit de convenantgelden. Dit budget is besteed aan deskundigheidsontwikkeling, waarover in de vorige
paragraaf is gerapporteerd.
7.3. Arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden
Naast de CAO HBO heeft Stenden afspraken gemaakt met de vakbonden over reiskostenvergoeding voor
woon/werk- en dienstreizen, betaald ouderschapsverlof, beleid bewust belonen, expatregeling, functie-
waardering, gezondheidsbeleid en arbeidsomstandigheden.
7.3.1. Gezondheidsbeleid
Stenden hanteert een brede benadering van het begrip gezondheid: het gaat om het gezond zijn en voelen
van medewerkers, studenten én organisatie. Het doel van het gezondheidsbeleid van Stenden is duurzame
inzetbaarheid van medewerkers: ‘In staat zijn tot het hebben en houden van werk, met behoud van fysieke en
mentale gezondheid, in een omgeving die je daartoe in staat stelt, daarbij ondersteunt’.
In 2010 is het ‘Gezondheidsbeleid’ verder ontwikkeld als kader voor ‘Integraal Gezondheidsmanagement’,
waarmee meer systematisch kan worden gestuurd op gezondheid bevorderende bedrijfsprocessen. Het
gezondheidsbeleid van Stenden sluit aan bij de missie van Stenden om ‘future leaders’ op te leiden en
medewerkers in staat te stellen hun talenten te benutten en te helpen om het potentieel van het werkveld te
vergroten. Om dit te realiseren wil Stenden niet alleen investeren in mensen, maar vooral aandacht geven aan
het creëren van een werksfeer waarin mensen zich kunnen ontwikkelen, hun mening kunnen geven en invloed
kunnen uitoefenen.
Stenden Hogeschool is bovenal een mensenorganisatie. Met de vergrijzing op de arbeidsmarkt en de voor-
gestelde verhoging van de AOW-leeftijd, is het behouden van gezonde, gemotiveerde en productieve
medewerkers een voorwaarde om de doelstellingen van Stenden te kunnen bereiken. Om die duurzame
inzetbaarheid van haar medewerkers te bereiken hanteert Stenden:
• een ‘Personal Vitality Plan’;
• een ‘Health scan’;
• een ‘Werk Vermogens Monitor’.
Daarnaast zet Stenden de volgende instrumenten in:
• ‘i-support’, een centraal meldpunt voor problemen en klachten over de arbeidsomstandigheden en voor
het vragen van een ‘Werkplekadvies Meubilair’ of een ‘Verlichtingsadvies’;
• Beeldschermwerk: voor het via i-support aanvragen van pauze-software ter ondersteuning van de
‘Workpace’;
• BedrijfsHulpVerlening (BHV): voor hulp bij brand, hulp bij ontruiming en Levensreddende Eerste Hulp.
Het Gezondheidsbeleid van Stenden sluit bewust aan op de afspraken in de CAO-HBO 2007-2010 over
verbetering van de gezondheid, inzetbaarheid en productiviteit van medewerkers. Preventie, interventie,
re-integratie en verzuimbeleid zijn daarom belangrijke instrumenten van het Gezondheidsbeleid.
Stenden wil in 2011 verder investeren in de aanpak van de verbeterpunten in de uitvoering van haar
gezondheidsbeleid. Verwacht resultaat is uitvoering die (meer) SMART is én periodieke evaluatie van
de doeltreffendheid, doelmatigheid en zichtbaarheid van (de uitvoering van) het beleid.
7.3.2. Verzuimbeleid en verzuim
Stenden hanteert sinds enkele jaren een verzuimbeleid, dat drie belangrijke uitgangspunten kent: wederzijds
respect tussen betrokken medewerker en leidinggevende; gezamenlijke verantwoordelijkheid voor
functioneren, ziekte en re-integratie; de opvatting dat ziekte en verzuim niet hetzelfde zijn en ziek zijn dus
niet automatisch arbeidsongeschikt betekent. Belangrijke aandachtspunten zijn dat altijd wordt gekeken
naar mogelijkheden in plaats van naar beperkingen en dat verzuim verwijst naar gedrag en niet louter een
medisch probleem is.
Per 1 september 2010 vallen alle medewerkers van Stenden onder één werkgever: Stichting Stenden. Het
de strategische doelstellingen: de gesprekkencyclus; management development; opleiding en ontwikkeling;
organisatieontwikkeling; werving en selectie; begeleiding nieuwe medewerkers.
7.2.1. Werving en selectie
De strategische ambities van Stenden bepalen de eisen die Stenden aan haar medewerkers stelt. Stenden wil
een aantrekkelijke werkgever zijn; dat is ook nodig op een naar verwachting krapper wordende arbeidsmarkt.
Stenden staat als werkgever voor een internationale oriëntatie, voor een loopbaan in plaats van een baan,
voor authentiek leiderschap en voor maatschappelijke betrokkenheid. Voor alle werknemers geldt dat zij de
Stenden-waarden willen en kunnen delen, dat zij meesterschap tonen, intercultureel sensitief, ondernemend
en waardengeoriënteerd zijn. Daarbij ontlenen zij inspiratie aan de traditie en de ambitie van Stenden en
hebben zij vanzelfsprekend uitstekende communicatieve vaardigheden en een hoog opleidingsniveau. Zo
dient nieuw te werven onderwijzend personeel een mastergraad te hebben of bij indiensttreding bereid te zijn
die te behalen.
Stenden Hogeschool werft en selecteert ook voor de buitenlandse vestigingen in Doha (Qatar), Bangkok
(Thailand), Port Alfred (Zuid-Afrika) en Bali (Indonesie). Nieuwe vormen om nieuwe medewerkers te
vinden en te binden zijn noodzakelijk gebleken. In die zin presenteert Stenden zich vanaf 2010 op de site
‘Werkenbijhogscholen.nl’, de gezamenlijke vacaturebank van de Nederlandse hogescholen. Ook laat Stenden
zich met succes als aantrekkelijke werkgever zien via de eigen website.
Op Stenden Hogeschool zijn eind 2010 ruim dertig mensen werkzaam met een internationale achtergrond.
Deze medewerkers zijn afkomstig uit 24 verschillende landen, westerse landen (vooral Duitsland) en niet
westerse landen (vooral China en Marokko).
In 2010 is werk gemaakt van de introductie van 55 nieuwe medewerkers. Bovendien heeft het College van
Bestuur de sollicitatiecode geactualiseerd.
7.2.2. Deskundigheidsontwikkeling
Naast opleiding en scholing voor het ondersteunend- en beheerpersoneel investeert Stenden sterk in de
deskundigheidsontwikkeling van haar docenten, niet alleen vanuit de wens hen in staat te stellen de eigen
talenten te ontwikkelen, maar nadrukkelijk ook vanuit de ambitie tot (verdere) academisering. Stenden
verankert kennisontwikkeling binnen het onderwijs door er naar te streven, dat in 2017 90% van de docenten
een mastertitel heeft en 10% gepromoveerd is of bezig met een promotietraject. Eind 2010 had bij bena-
dering de ene helft van de docenten een WO-mastergraad en de andere helft een HBO-mastergraad. Om
de doelstelling te halen zullen er de komende jaren 8 tot 10 nieuwe trajecten per jaar dienen te starten.
Medewerkers worden gestimuleerd om een mastertitel te behalen. Het is de bedoeling dat er de komende
jaren minimaal 30 mastertrajecten per jaar worden gestart. In 2010 volgden 47 medewerkers een master-
traject. In veel gevallen werd 100% onkostenvergoeding gegeven alsmede 2 jaar lang 20% studieverlof. Eind
2010 waren er 16 gepromoveerde medewerkers (onder wie 10 lectoren) in dienst (van wie één in 2010 was
gepromoveerd) en 21 medewerkers die een promotietraject volgden (totaal 5%).
7.2.3. Convenant Leerkracht
Stenden heeft in het kader van het definitief akkoord Convenant Leerkracht (sector HBO) van november 2008
tussen de (toenmalige) minister van OCW en het HBO, afspraken gemaakt met de bonden over de besteding
van een budget van € 657.800 in 2010 en daarna. Deze afspraken behelzen dat Stenden de convenant-
middelen zal besteden aan:
1. Een hoger percentage medewerkers indelen in hogere functieschalen.
Vanuit de ambitie om de kennisfunctie van de Hogeschool/New University te versterken kan via de salaris-
mix de uitstraling van de Hogeschool worden versterkt. Hiervoor wordt een groeimodel gehanteerd waarin
tot 2012 met behulp van de beschikbare middelen naar verwachting circa 77 fte worden ingeschaald in
een hogere schaal. De kosten lopen per jaar op en bedragen in het vierde jaar structureel € 657.800 te
financieren uit de convenantmiddelen. Voor 2010 was voor dit traject € 263.120 beschikbaar. Er wordt
in concreto naar gestreefd dat in 2012 van de groep docenten die bij het afsluiten van het Convenant
in dienst waren van (de rechtsvoorgangers van) Stenden 3.4% in schaal 9 of 10 zit, 36,4% in schaal 11,
42,9% in schaal 12 en 17,3% in schaal 13 of hoger. In 2008 was dat respectievelijk 5,4%, 41,2%, 44,2%
en 9%. Over tussentijdse resultaten kan eerst in het Jaarverslag 2011 worden gerapporteerd, aangezien
het nieuwe (integrale) functiehuis van Stenden, noodzakelijk vanwege de fusie, uiterlijk medio 2011
wordt opgeleverd.
74 75 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
integrale nettoverzuimpercentage 2010 van Stenden kwam uit op 3,9%, maar betreft dus slechts het vierde
kwartaal van 2010. Het gemiddelde nettoverzuimpercentage van vh CHN over de eerste drie kwartalen van
2010 kwam uit op 3,0%; van vh HD kwam het uit op 3,7%. Naar (conservatieve) schatting komt het netto
verzuimpercentage voor geheel Stenden in 2010 uit op (ca.) 3,6%.
Met ingang van maart 2010 werkt Stenden samen met de arbodienst ‘Ardyn’. Daarmee is ook het werk van de
vertrouwenspersonen in andere handen overgegaan. In totaal hebben in 2010 drie medewerkers een beroep
gedaan op de vertrouwenspersoon.
7.3.3. Beleid ten aanzien van medewerkers en studenten met een functiebeperking
Stenden wil een onderwijsinstelling zijn die goed is toegerust voor medewerkers en studenten met een
functiebeperking. Zij moeten in staat zijn met succes hun werk te kunnen doen of een opleiding te kunnen
volgen. Hierbij mogen zij in beginsel niet beperkt worden door een gebrek aan voorzieningen. Het beleid ten
aanzien van medewerkers en studenten met een functiebeperking heeft betrekking op een aantal gebieden.
In 2010 zijn inmiddels diverse activiteiten uitgevoerd of in gang gezet:
• Onderwijsvoorzieningen: formulering van kwaliteitseisen wat betreft informatievoorziening, begeleiding,
aanpassing curriculum en stage, aanpassing van toetsvormen en tentamentijd; in een volgende stap
worden deze voorzieningen geborgd.
• Toegankelijkheid: een extern bureau is gestart met de inventarisatie van de toegankelijkheid van alle
gebouwen op de verschillende locaties. Op basis van de bevindingen wordt een Plan van Aanpak
opgesteld, dat moet leiden tot het Internationaal Toegankelijks Symbool (ITS) voor alle locaties.
7.3.4. Tevredenheid medewerkers
De resultaten van het eind 2009 uitgevoerde medewerkertevredenheidsonderzoek (MTO) vormden in 2010
een belangrijk aanknopingspunt voor kwaliteitsverbetering binnen de organisatie. De voortgang daarvan is
onderwerp in de kwartaalgesprekken. Daarnaast is eind 2010 de voortgang op de vijf belangrijkste verbeter-
punten per Stenden-onderdeel (zoals het niveau, de kwaliteit en de studentgerichtheid van de opleidingen)
geïnventariseerd ten behoeve van verdere optimalisering van de kwaliteitsverbetering.
7.3.5. Functieordening
In samenwerking met Leeuwendaal is de functieordening (functiebeschrijvingen en -waarderingen) volgens de
systematiek FUWA-HBO in gang gezet voor Stenden. Voor het Corporate Office is dit grotendeels afgerond.
De betrokken medewerkers zijn geïnformeerd.
7.3.6. Decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen
De decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen worden besteed aan betaald ouderschapsverlof, mobiliteit en
gezondheidsbeleid. Deze bestedingen zijn in overleg met de vakverenigingen vastgesteld.
7.3.7. Beleid uitkeringen na ontslag
Stenden voert een sober beleid ‘uitkeringen na ontslag’. Periodiek wordt informatie geaggregeerd over
verloop en integrale kosten van de wettelijke ww-uitkeringen (via de site van het UWV) en de bovenwettelijke
ww-uitkeringen (via de site van Loyalis). Deze uitkeringen worden vermeld in periodieke rapportages en in de
jaarrekening
7.4.OntwikkelingeninhetpersoneelsbestandStenden telde eind 2010 834 medewerkers, evenveel als in 2009 (zie Tabel 4).
Tabel 4. Stenden-personeel per ultimo 2006 – 2010 Bron: Stenden
Jaar 2006 2007 2008 2009 2010
Personeel Individuen 766 804 817 834 834
Fte 607 647 658 681 658
Het aantal fte (full time equivalenten) in 2010 bedraagt 658, 3,4% minder dan in 2009. De OP-formatie en de
OBP-formatie namen beide in 2010 af, met 2,2% resp. 5,6% (zie Tabel 5).
76 77 / Stenden Hogeschool
Tabel 5. Onderwijzend- en Ondersteunend- & Beheerpersoneel (fte) per ultimo 2005 – 2010
Bron: Stenden
2006 2007 2008 2009 2010
Abs Rel Abs Rel Abs Rel Abs Rel Abs Rel
OP 363 56 383 59 408 62 412 60 403 61
OBP 243 44 264 41 250 38 269 40 254 39
Het Stenden-personeel bestaat in 2010 voor 55% uit vrouwen (zie Tabel 6). Stenden heeft in 2010 twee maal
zo veel jonge vrouwen (< 40 jaar) in dienst als jonge mannen. Meer dan twee van de drie medewerkers van
Stenden zijn 40 jaar of ouder.
Tabel 6. Vrouwelijk en mannelijk personeel naar leeftijd per ultimo 2010
Bron: Stenden
<40 jaar ≥40 jaar Alle leeftijden
Abs Rel Abs Rel Abs Rel
Vrouw 162 35 295 65 457 55
Man 80 21 297 79 377 45
Allen 242 29 592 71 834 100
De bekostigde student/docent-ratio van Stenden (zie Tabel 7) is 1 docent op 19,9 studenten.
Tabel 7. Student/docent-ratio Stenden Hogeschool 2005 – 2010
Bron: Stenden
2005 2006 2007 2008 2009 2010
Ratio S/D 22,6 23, 5 24,6 22,6 19,5 19,9
Jaarverslag 2010
78
8.1. HuisvestingHet totale ruimtebestand van Stenden, gemeten in netto functioneel oppervlak (nfo), is in 2010 met 1.107
m2 toegenomen tot 38.035 m2 (zie Tabel 8). Dit is het gevolg van de oplevering in Leeuwarden van de
uitbreiding van het Stenden-restaurant ‘Canteen’ (met 325 m2 nfo), de loods (met 487 m2 nfo), het dakterras
(met 295 m2 nfo) en de verbinding van het bestuursgebouw met het hoofdgebouw (geen m2 nfo).
Tabel 8. Ruimtebestand Stenden in 2010 in netto functioneel oppervlak (m²)
Bron: Stenden
Adres Plaats Huur/
Eigendom
Netto Functioneel
Oppervlak (m²)
Zeemanstraat 1 Assen Eigendom 1.525
Van Schaikweg 94 Emmen Eigendom 7.694
Kennis Campus Emmen1 Emmen Eigendom 2.025
Phebensstraat 1 Groningen Huur 1.950
Rengerslaan 8 Leeuwarden Eigendom 22.471
Herenwaltje 3 Leeuwarden Eigendom 200
Dokkumertrekweg 3-4 (Hestia Intern. Lounge) Leeuwarden Eigendom 175
Dokkumertrekweg 16 (woning)2 Leeuwarden Eigendom 90
Dokkumertrekweg 26 (loods) Leeuwarden Eigendom -
Dokkumertrekweg 27 (loods) Leeuwarden Eigendom -
Dokkumertrekweg 28 (loods & molen) Leeuwarden Eigendom 385
Van der Duyn van Maasdamstraat 1 Meppel Eigendom 1.520
Totaal ultimo 2010 38.035
1) Kennis Campus Emmen bevindt zich naast Van Schaikweg 94 (bezoekadres KCE).
2) Medio 2009 is de Dokkumer-trekweg 16 aangeschaft. Dit woonhuis, dat grenst aan het terrein van de Rengerslaan 8,
is in 2010 gebruikt voor de (tijde-lijke) huisves-ting van enkele medewerkers voor bepaalde tijd van Stenden.
8.2. Informatie-enCommunicatieTechnologieStenden heeft in 2010 enkele lange termijn investeringen gedaan, die nieuwe mogelijkheden creëren op het
gebied van innovatief onderwijs. Zo is een technische infrastructuur gerealiseerd die alle locaties in Nederland
met elkaar verbindt. Ook is een gecentraliseerd ICT & Media-servicedesk opgeleverd en heeft
Stenden met het invoeren van ITIL v3 (een ICT-procesmethodiek) een eerste stap gezet in het verbeteren van
de match tussen vraag uit het onderwijs en aanbod van ondersteunende diensten.
Het besluit is genomen een ICT-Meerjarenplan en ICT-Beleidsplan op te stellen, in het kader van het ont-
wikkelen van een ICT-Onderwijsstrategie. Een begin is gemaakt met de invoering van ‘Business Information
Services Library’ (BISL), die gebruikersorganisatie en serviceorganisatie verbindt.
Eind 2010 is een nieuw fundament voor intranet vastgesteld: sharepoint 2010. Gelijk met oplevering hiervan
in 2011 wordt begonnen met de invoering van Document Management Services (Digitale Archivering).
Met de Europese aanbesteding van ‘PC/Laptop-werkplekken 2010’ is een belangrijke stap gezet op weg naar
standaardisatie van de ICT-middelen van Stenden, die naar verwachting een gunstig effect zal hebben op de
78 79 / Stenden Hogeschool
8. Facilitaire voorzieningen
Jaarverslag 2010
tevredenheid van studenten. In 2011 zal één van de effecten hiervan zijn dat er zo’n 1000 nieuwe computers
worden geplaatst op de vestigingen van Stenden in Nederland.
8.3. ArboenMilieuIn 2010 is de Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) en het bijbehorende Plan van Aanpak getoetst door een
gecertificeerde Arbodienst. Het betrof onderwerpen op het gebied van Veiligheid en Gezondheid.
De in de RI&E genoemde aandachtspunten zijn aangepakt. Alsook de aandachtspunten gerelateerd aan het
algemene Arbo-beleid van Stenden, zoals het optimaliseren van de organisatie van de Bedrijfshulpverlening
op alle locaties, het veilig werken in praktijklokalen en het inventariseren van de toegankelijkheid (ook voor
studenten met een functiebeperking) van de Stenden-locaties door een extern bureau.
Ook op andere gebieden zijn vorderingen geboekt. Zo is op alle locaties (individueel) werkplekonderzoek
uitgevoerd bij klachten van medewerkers over onder meer beeldschermergonomie en klimaatbeleving. Op het
gebied van veiligheid is verder gegaan met de inventarisatie van arbeidsmiddelen en de regelgeving omtrent
het werken aan laagspanningsinstallaties (NEN 3140). Ten slotte werden ook de aanbevelingen uit het mede-
werkerstevredenheidsonderzoek 2009 op afdelings- en opleidingsniveau opgepakt.
80 81 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
9.1. WijzevanverantwoordingVooral de laatste jaren krijgt de inrichting van een regime van toezicht en verantwoording meer aandacht van
onderwijsinstellingen. Daarbij heeft de nieuwe besturingsfilosofie van de overheid zeker een rol gespeeld,
evenals de toegenomen invloed van het marktdenken in het publieke domein en de maatschappelijke
discussie daarover. Er is – in de woorden van de Onderwijsraad – behoefte aan een evenwichtige combinatie
van verticale verantwoording aan overheid en horizontale verantwoording aan andere belanghebbenden, als
studenten en hun ouders, voor- en vervolgopleidingen, bedrijven, instellingen, NWO en de Europese Unie.
Stenden laat zich graag aanspreken op haar verantwoordelijkheid voor ‘good governance’. Externe verticale
verantwoording naar de principaal, de minister van OCW, vindt plaats met de Jaarrekening en het voorliggende
Jaarverslag. De interne verticale verantwoording wordt gewaarborgd door de Raad van Toezicht (RvT). Hieronder
doet de RvT daarover zelf verslag.
Horizontale verantwoording vindt op velerlei wijzen plaats. De Raden van Advies bewaken vanuit het werkveld
de kwaliteit van Stenden-opleidingen. Intern functioneren op verschillende niveaus adviesorganen en
studentenraden, die kritisch en constructief bijdragen aan de onderwijskwaliteit. Daarnaast verschijnt jaarlijks
en separaat aan dit Jaarverslag het Annual Educational Report (AER); in 2010 voor het vierde achtereen-
volgende jaar en bovendien in magazinevorm. Dit verslag van Stenden-activiteiten op het terrein van
onderwijs en onderzoek wordt verspreid onder de ‘stakeholders’ van Stenden.
Al veel langer dan twee jaar vindt horizontale verantwoording plaats aan de eigen medewerkers in het kader
van medezeggenschap. Bij vh HD werd deze vorm gegeven in de Medezeggenschapsraad en bij vh CHN in
de Hogeschoolraad. Sinds de fusie vindt de horizontale verantwoording plaats in de Gemeenschappelijke
Medezeggenschapsraad (GMR) van Stenden. Daarover wordt vanuit het perspectief van laatstgenoemde Raad
in dit Jaarverslag wederom gerapporteerd. Ten slotte vindt horizontale verantwoording plaats op veel andere,
meer informele wijzen, zoals interne werkbezoeken en deelname aan personeelsbijeenkomsten door het
College van Bestuur en extern gerichte open dagen.
Binnen Stenden speelt de Raad van Toezicht een belangrijke rol. De onafhankelijkheid van de Raad draagt bij
dat de Raad zijn toezichthoudende taak naar behoren en conform de Governance Code kan vervullen. Ook in
2010 is deze code nadrukkelijk leidraad geweest van zijn werkzaamheden.
9.2. RaadvanToezichtSamenstelling en profiel Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht van Stichting Stenden Hogeschool bestaat volgens de statuten uit minimaal zeven
en maximaal negen leden. Met ingang van 1 januari 2010 bestaat de Raad uit acht leden. De samenstelling
van de Raad is terug te voeren op de statuten Stichting Stenden Hogeschool. In die statuten staat in artikel
10 vermeld, dat de Raad zodanig dient te zijn samengesteld dat daarin zitting hebben drie leden met een
actieve christelijk kerkelijke of christelijk maatschappelijke betrokkenheid, twee leden met een actieve levens-
beschouwelijke, niet christelijke betrokkenheid en twee leden, niet hebbende één van de voormelde actieve
betrokkenheden, die de identiteitkeuzen en de grondslag van de stichting onderschrijven.
82 83 / Stenden Hogeschool8282
9. Good Governance
Jaarverslag 2010
In Control Statement
Met het oog op de steeds complexer wordende omgeving, heeft de Raad het plan van aanpak om te komen
tot een zogeheten ‘In Control Statement’ goedgekeurd en is in 2010 regelmatig geïnformeerd over de
voortgang.
Instellingenfusie en Juridische fusie
Bij de bestuurlijke fusie tussen CHN en HD in 2007 is afgesproken dat er na integratie van de onder-
steunende afdelingen stappen worden ondernomen om te komen tot een Instellingenfusie en daarmee een
Stichtingenfusie. In 2010 heeft het College zich het besluit voorgenomen te komen tot een juridische fusie
per 1 september 2010 en een instellingenfusie per 1 september 2011. Het voorgenomen besluit is uitge-
breid onderwerp van overleg geweest tussen College en Raad, maar ook tussen Raad en Medezeggenschap,
aangezien het thema Identiteit van de OLB’s (Opleiding tot Leraar Basisonderwijs) een belangrijke rol speelde
in de behandeling.
In juni 2010 heeft de Raad, na instemming van de Medezeggenschap, de voorgenomen besluiten en de
daaraan gekoppelde statutenwijzigingen goedgekeurd.
Afscheid Robert Veenstra
In mei 2010 heeft de voorzitter van het College van Bestuur, Robert Veenstra, te kennen gegeven zijn carrière
per 1 september 2010 elders voort te zetten. De Raad heeft de plezierige en professionele samenwerking met
de heer Veenstra onderstreept met een afscheid dat hem op 30 juni 2010 is aangeboden.
Werving en selectie Voorzitter College van bestuur
Om zeker te stellen dat er een adequate invulling komt van de vacature, heeft de Raad van Toezicht de heren
Bart Bruggeman en Jacob Reitsma verzocht de werving- en selectieprocedure in te richten en uit te voeren.
De procedure heeft geleid tot constructief overleg met de Medezeggenschap over de profielschets en de
procedure, die onder leiding van Bureau Van der Kruijs is gevolgd.
Op basis van het profiel is een wervingsronde georganiseerd door Bureau Van der Kruijs, waarna met een
vijftal kandidaten een gesprek is gevoerd door de Remuneratiecommissie. De Remuneratiecommissie heeft
vervolgens de meest geschikte kandidaat voorgesteld aan de Raad van Toezicht. Na instemming van de Raad
is de kandidatuur ter advisering voorgelegd aan de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en aan een
Klankbordgroep. De procedure heeft geleid tot de benoeming van Mr. Leendert Klaassen. De heer Klaassen is
per 1 maart 2011 in dienst getreden.
Benoeming Pim Breebaart tot voorzitter ad interim
Om gedegen te kunnen werven en selecteren is gekozen voor de interimpositie, die succesvol is bekleed door
de heer Pim Breebaart, voormalig Collegevoorzitter van de Haagse Hogeschool. De heer Breebaart is op 1
september 2010 aangetreden.
Bijwonen van een overlegvergadering College van Bestuur en GMR en extra overleg met GMR
Op 18 mei 2010 heeft de Raad van Toezicht een overlegvergadering tussen College van Bestuur en GMR
bijgewoond en vastgesteld dat dit overleg adequaat plaatsvindt.
Op verzoek van de GMR heeft de Raad van Toezicht samen met de GMR op 13 november en 10 december
constructief overleg gevoerd over onder meer bezoldiging College van Bestuur, benoeming voorzitter College
van Bestuur en de identiteit van de OLB’s.
Bezoldiging College van Bestuur
In november en december heeft de Raad van Toezicht de bezoldiging van de leden van het College van
Bestuur onder de loep genomen en vastgesteld dat de landelijk geldende normering, zoals opgesteld door de
HBO-raad, per 1 januari 2011 onverkort wordt gevolgd.
Bezoldiging Raad van Toezicht
De voorzitter heeft op basis van een vergelijking met andere hogescholen voorgesteld de bezoldiging van de
Raad van Toezicht te herijken. Op basis daarvan is het volgende besluit genomen.
Bezoldiging met ingang van 1 januari 2011: voorzitter € 12.000,- per jaar; vicevoorzitter € 10.000,- per jaar;
lid € 8.000,- per jaar. Eén en ander is exclusief reiskosten.
85 / Stenden Hogeschool
Leden Raad van Toezicht Stenden Hogeschool
Mr. Cees Bijl, voorzitter
Bart Bruggeman, vicevoorzitter en lid Remuneratiecommissie
Mevrouw mr. drs. Margreeth Smilde, lid Onderwijscommissie
Tiens Eerenstein, lid Onderwijscommissie
Prof. dr. Han van Dijk, voorzitter Onderwijscommissie
Drs. ing. Jacob Reitsma, voorzitter Remuneratiecommissie
Drs. Benne van Popta, voorzitter Auditcommissie
Frits Schepers, vice voorzitter Auditcommissie
Vergaderfrequentie
De Raad van Toezicht vergaderde op 15 februari, 12 april, 2 juni, 27 september en 6 december. Op 12 en 13
november vond het zogeheten werkweekend plaats. In het werkweekend is onder leiding van dr. Lieteke van
Vucht Thijssen ruim aandacht besteed aan het Sectorplan Noord.
De voorzitter van de Raad voert maandelijks overleg met de voorzitter van het College van Bestuur. De voor-
zitter en de vicevoorzitter van de Raad hebben bovendien gezamenlijk een jaargesprek met zowel de leden
van het College van Bestuur gezamenlijk als de afzonderlijke leden.
Rol Raad van Toezicht
De rol van de Raad van Toezicht is vastgelegd in de statuten van Stichting Stenden Hogeschool. De rol van
de Raad is drieledig. De Raad is adviseur/klankbord van het College van Bestuur, oefent toezicht uit op
het College van bestuur en zijn beleid en heeft de bevoegdheid de leden van het College van Bestuur te
benoemen, te ontslaan of te schorsen.
Vanuit zijn eigen achtergrond geeft de Raad zijn visie op bijzonder hoger onderwijs en legt daarmee een
relatie tussen wat er in de samenleving speelt en welke strategie de Hogeschool daarin kan voeren. De Raad
geeft voorts zijn oordeel over strategische beslissingen van het College van Bestuur. Ook is de Raad nauw
betrokken bij de Planning & Control-cyclus van Stenden. Daarnaast wijst de Raad de accountant aan en
bespreekt jaarlijks een ‘Verslag van Bevindingen’ en de Jaarrekening in aanwezigheid van de accountant.
De Raad keurt de Jaarrekening en de Jaarbegroting goed en verleent het College van Bestuur decharge.
De voorzitter en vicevoorzitter van de Raad voeren in de hoedanigheid van werkgever jaarlijks een
beoordelingsgesprek met de leden van het College van Bestuur.
De Raad wordt periodiek geïnformeerd over kwartaalrapportages, accreditaties en visitaties. Aan de hand van
een voortgangsrapportage worden de leden op de hoogte gehouden van activiteiten en projecten.
Specifieke gesprekspunten
Jaarrekening 2009 en Verslag van Bevindingen
De Jaarrekening en Verslag van Bevindingen Stichting Stenden vh CHN, Stichting Stenden vh HD en Stichting
Stenden Hogeschool zijn in aanwezigheid van de accountant besproken en na goedkeuring in de vergadering
van 2 juni vastgesteld. De Managementletter is al in februari 2010 met het College van Bestuur besproken.
Treasury statuut en mandateringsregeling
In februari 2010 is het geactualiseerde Treasury Statuut en de Mandateringsregeling door de Raad goedgekeurd.
Scholing leden Raad van Toezicht
In het kader van kennisontwikkeling op het terrein van governance en best practises, volgde een aantal leden
van de Raad de Commissarissencyclus van NCD/Nyenrode, bestemd voor Toezichthouders. Inmiddels hebben
bijna alle leden van de Raad de opleiding afgerond.
Begroting 2011
De begroting van 2011 is op 6 december 2010 goedgekeurd door de Raad.
Wet Versterking Besturing
De Raad wordt, waar aan de orde, op de hoogte gesteld van gewijzigde wet- en regelgeving. In 2010 is
aandacht besteed aan de Wet Versterking Besturing in het algemeen en de rol van de Raad van Toezicht
in het bijzonder.
84
Jaarverslag 2010
Onderzoek Inspectie van het Onderwijs
De Raad is periodiek op de hoogte gesteld van het in oktober 2010 op Stenden gerichte onderzoek van de
Inspectie van het Onderwijs naar de financiering van buitenlandse activiteiten.
Samenstelling en taken RvT-commissies
De Raad kent vier commissies. Een financiële auditcommissie, een onderwijscommissie, een remuneratie-
commissie, een werving- en selectiecommissie. De leden van de Raad ontvangen hiervan de notulen, die
worden vastgesteld in de reguliere vergadering.
Auditcommissie
Deze commissie bestond in 2010 uit drs. K.B. van Popta (voorzitter) en F. Schepers (vicevoorzitter) en is vijf
maal bijeen geweest. De commissie heeft de volgende voorbereidende en adviserende taken:
• accorderen van voorstellen over het inlenen van externe financiële auditoren;
• zeker stellen dat externe financiële partners op de daartoe aangewezen tijdstippen rouleren en dat er geen
verstrengeling van belangen plaatsvindt;
• review van de begroting en kwartaal- en jaarrapportages en andere publieke informatie over de financiële
bedrijfsvoering;
• zeker stellen dat aan de statutaire eisen wordt voldaan, dat de van toepassing zijnde accountingstandaarden
worden toegepast en dat de regels van de Nederlandse (belasting)autoriteiten worden gerespecteerd;
• monitoren en reviewen van het te volgen riskmanagementsysteem, van interne financiële controle-
mechanismen, accountingprocedures en dergelijke;
• op verzoek van hetzij de Raad, hetzij het College van bestuur uitvoeren van specifieke taken.
Onderwijscommissie
Deze commissie bestond in 2010 uit prof. dr. J.K. van Dijk (voorzitter), T. Eerenstein en
mevrouw mr. drs. M.Ch.A. Smilde. Eén van de taken van de commissie is het gevraagd en ongevraagd
adviseren van het College van bestuur over onderwijszaken, waaronder proefvisitaties en accreditaties; over
kenniskringen en lectoraten; over de interactie tussen onderzoek, commercie en onderwijs; over identiteits-
vraagstukken in het onderwijs; over de verdere academisering van Stenden. Daarnaast bereidt de commissie
agendapunten voor op het gebied van onderwijs en onderzoek, die op de agenda van de Raad van Toezicht
staan. De commissie is vijf maal bijeen geweest.
Remuneratiecommissie
Deze commissie bestond in 2010 uit drs. ing. J. Reitsma (voorzitter) en de heer B. Bruggeman.
De commissie heeft de volgende taken:
• het doen van een voorstel aan de Raad van Toezicht betreffende het te voeren bezoldigingsbeleid;
• het doen van een voorstel inzake de bezoldiging van de individuele leden van het College van Bestuur;
• het opstellen van een remuneratierapport.
Het beleid inzake de bezoldiging van het CvB is in de vergadering van november en december 2010
aan de orde geweest.
Werving- en selectiecommissie
Deze commissie bestond in 2010 uit de heer B. Bruggeman en drs. ing. J. Reitsma (voorzitter) en is in 2010
enkele malen bijeen geweest in verband met de taak adequate invulling van de vacature voorzitter College
van bestuur zeker te stellen. De commissie heeft als voorbereidende taken:
• het opstellen van selectie- en benoemingscriteria inzake leden van de Raad van Toezicht en het College
van Bestuur;
• opstellen van de profielschets van de Raad van Toezicht.
9.3. MedezeggenschapDe medezeggenschap binnen Stenden Hogeschool is op drie niveaus georganiseerd: er is een (tijdelijke)
overkoepelende medezeggenschapsraad, de GMR; daaronder ressorteren de medezeggenschapsraden van
vh HD en vh CHN, die als adviesorganen van de GMR fungeren; ten slotte zijn er (decentrale) deelraden en
unitcommissies op ‘school’-niveau. Daarnaast beschikken de private onderdelen van Stenden over een
86 87 / Stenden Hogeschool
personeelsvertegenwoordiging (PVT).
De GMR vormt een afspiegeling van de Hogeschoolbevolking, werkt volgens een gereguleerde vergadercyclus
en wordt ondersteund door het ambtelijk secretariaat. Het voorzitterschap wordt jaarlijks wisselend door een
GRM-lid vanuit vh CHN of vh HD ingevuld. De GMR beoordeelt alle initiatieven en plannen van het College
van Bestuur ter instemming en advisering. Ook toetst de GMR staand en voorgenomen beleid, waarbij de
kwartaalrapportage een belangrijk instrument is.
In 2010 is nagedacht over de nieuwe medezeggenschapsstructuur, die past bij de voorgenomen organisatie-
structuur na de instellingenfusie in 2011. Ook was (en is) de GMR nauw betrokken bij de vorming van zeven
Schools die volgens plan hun beslag krijgen na de instellingenfusie.
Instemming werd betuigd met onder meer:
• Juridische fusie en instellingenfusie;
• Onderwijsjaarplanning 2010-2011;
• Studentenstatuut 2010-2011;
• Onderwijs en Examenregeling 2010-2011
(mede op basis van positief advies van de Opleidingscommissies);
• Werving- en selectieprocedure.
De GMR heeft, na vertrek van College van Bestuur-voorzitter Robert Veenstra, overlegd met de Raad van
Toezicht over de procedure voor de benoeming van een nieuwe voorzitter. Daarnaast is de GMR regelmatig
geraadpleegd en geïnformeerd door de vakcentrales over de besluitvorming inzake de harmonisatie van de
arbeidsvoorwaarden, in het kader van hun overleg met het College van Bestuur.
Jaarverslag 2010
8888
Algemeen
Per 1 september 2010 zijn Stichting Stenden Hogeschool v/h CHN (22EX) en Stichting Stenden Hogeschool
v/h HD (21IY) gefuseerd tot Stichting Stenden Hogeschool. Stichting Stenden Hogeschool v/h CHN en
Stichting Stenden Hogeschool v/h HD zijn opgeheven. De afzonderlijke hoger onderwijsinstellingen
(brinnummers) bestaan nog wel. Na de bestuurlijke fusie eind 2007 en de juridische fusie per september
2010, zal per 1 september 2011 de instellingenfusie plaatsvinden. Hiermee zal dan sprake zijn van één
hoger onderwijsinstelling (Stichting Stenden Hogeschool) met één brinnummer (22EX).
Vanaf het begin van de bestuurlijke fusie is voortvarend gewerkt aan een integratie van activiteiten. Zowel
juridisch als organisatorisch ‘staat’ de fusie. Het enige dat nog moet gebeuren is een samenvoeging van
brinnummers; een min of meer administratieve handeling.
De verantwoording over 2010 sluit aan bij de bestuurlijke organisatie, de juridische structuur op 31 december
2010 en de geïntegreerde planning & control-cyclus. De verantwoording vindt plaats met een geconsolideerde
jaarrekening Stichting Stenden Hogeschool. Hierbij is in de jaarrekening een segmentatie opgenomen in de
vorm van een staat van baten en lasten inclusief toelichting per onderwijsinstelling (21IY en 22EX). Deze wijze
van verantwoorden is afgestemd met DUO en de IvhO.
Tabel 9. Kengetallen financiële positie
2010 2009
Solvabiliteit
eigen vermogen/totaal vermogen 30,7% 29,9%
(eigen vermogen+voorzieningen)/totaal vermogen 37,9% 33,8%
Liquiditeit
current ratio: vlottende activa/kortlopende schulden 73,7% 69,0%
quick ratio: (vlottende activa–voorraden)/kortlopende schulden 73,2% 65,5%
Rentabiliteit
exploitatiesaldo/eigen vermogen 4,0% 10,7%
88 89 / Stenden Hogeschool
10. Financiën
Jaarverslag 2010
90
Toelichting balans en staat van baten en lasten
Grondslagen
De jaarrekening is opgesteld conform de inrichtingsvereisten van boek 2, titel 9 van het Burgerlijk Wetboek
en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving met inachtneming van de specifieke bepalingen zoals opgenomen
in RJ660.
De toegepaste waarderingsgrondslagen gaan uit van de historische kosten, waarbij voor zover niet specifiek
vermeld de activa en passiva tegen nominale waarde zijn opgenomen. Baten en lasten worden toegerekend
aan het jaar waarop deze betrekking hebben. Baten worden slechts opgenomen voor zover zij op de balans-
datum zijn gerealiseerd. Lasten worden in acht genomen zodra zij kunnen worden geconstateerd.
Voor een meer uitgebreide uiteenzetting van de grondslagen verwijzen wij naar de geconsolideerde
jaarrekening 2010 van Stichting Stenden Hogeschool.
Ontwikkeling
De toename van de balans laat zich verklaren door de investeringen in de activa, de toevoeging van het
resultaat aan het eigen vermogen en de verhoging van de overige voorzieningen. Voor een uitgebreide
toelichting op de balans verwijzen wij naar de geconsolideerde jaarrekening 2010 van Stichting Stenden
Hogeschool.
Inzake het resultaat 2010 valt vooral de hogere Rijksbijdrage op. Door de met de Voorjaarsnota 2010 vast-
gestelde compensatie voor de studentengroei is de Rijksbijdrage hoger dan begroot. Als gevolg van hogere
opbrengsten (Rijksbijdrage en collegegelden) en daaraan gekoppeld de hogere studentaantallen, is er ook
sprake van meer personele inzet. Voor een uitgebreide toelichting op de staat van baten en lasten verwijzen
wij naar de geconsolideerde jaarrekening 2010 van Stichting Stenden Hogeschool.
Samenvatting jaarplan 2011
Met het jaarplan 2011 ‘From instruct to discover - duurzaam investeren in transitietijd’ zet Stenden haar
beleid van de afgelopen jaren voort. Er zijn daarbij duidelijk herkenbare accenten gelegd: investeren in de
intensivering van het onderwijs (meer docenten) en verbetering van ondersteunende processen, systemen en
faciliteiten. Stenden wil zo haar fundament doorontwikkelen en uitbouwen om de uitdagingen in een continu
veranderende omgeving het hoofd te kunnen bieden. Hiertoe zijn alle inkomsten ingezet. De ontwikkelingen
vragen hierom en de financiële positie van Stenden laat het toe.
Stenden investeert in 2011 om zich verder te ontwikkelen tot een ‘New University’: een nationaal en inter-
nationaal erkende kennisinstelling voor hoger onderwijs met een wetenschappelijk karakter, die zich richt op
de beroepspraktijk. Voor 2011 zijn de volgende beleidsprioriteiten vastgesteld:
• Doorontwikkeling van het onderwijsprogramma.
• Doorontwikkeling van de onderwijsorganisatie: van 21 opleidingen naar 7 schools, waarbinnen de onder-
wijskundige eenheden zich concentreren op onderwijs en onderzoek, terwijl de school als organisatorische
eenheid de beheerszaken borgt.
• Versterking van de doorlopende beroepskolom: ontwikkeling van Associate degrees,
Masters en duale- en deeltijdvarianten.
• Kwaliteitszorg van onderzoek.
• Kwaliteitsverbetering, organisatieontwikkeling en curriculum(door)ontwikkeling van de OLB’s.
• Duurzaam inrichten en borgen van valorisatie in de organisatie.
• Verbetering van de kleine kwaliteit waaronder ICT-faciliteiten, (digitale) voortgangstoetsing,
de leer- en werkomgeving en het roosterproces.
• Uitvoering van het Sectorplan Noord.
Begroting 2011
De in het jaarplan 2011 opgenomen begroting, waarin kosten en opbrengsten zijn geraamd op € 90 miljoen,
sluit op een resultaat van nul. De solvabiliteitsratio (EV/TV) is eind 2011 geprognosticeerd op 34% en de
begroting gaat uit van een groei van het aantal studenten met 3%.
Binnen de begroting is € 1,5 miljoen beschikbaar voor scholing en opleiding (in het bijzonder voor de
vergroting van het aantal docenten met een Master degree of PhD), bedraagt de investeringsbegroting
€ 10,8 miljoen en is € 9,4 miljoen beschikbaar voor projecten. Deze projectmiddelen worden ingezet voor:
• Kwaliteitsverbetering, organisatieontwikkeling en curriculum(door)ontwikkeling van de OLB’s
en de techniekopleidingen;
Tabel 10. Geconsolideerde balans van
Stichting Stenden Hogeschool per 31-12-2010 na resultaat bestemming ( x € 1.000)
Activa 31-12-2010 31-12-2009
Materiële vaste activa 54.828 53.558
Financiële vaste activa 432 96
Vaste activa 55.260 53.654
Voorraden 157 1.053
Vorderingen 11.668 12.946
Liquide middelen 9.954 6.984
Vlottende activa 21.779 20.983
Totaal activa 77.039 74.637
Passiva 31-12-2010 31-12-2009
Eigen vermogen 23.656 22.315
Voorzieningen 5.518 2.942
Langlopende schulden 18.314 18.971
Kortlopende schulden 29.551 30.409
Totaal passiva 77.039 74.637
Tabel 11. Geconsolideerde staat van baten en lasten 2010 van
Stichting Stenden Hogeschool ( x € 1.000)
jaar 2010 begroting
2010
jaar 2009
Baten
Rijksbijdragen OCW 58.367 56.384 56.475
Collegegelden 18.862 16.834 17.133
Baten werk in opdracht van derden 4.838 6.695 6.278
Overige baten 8.124 8.778 8.117
Totaal baten 90.191 88.691 88.003
Lasten
Personele lasten 59.192 60.197 56.690
Afschrijvingen 4.123 4.758 3.986
Huisvestingslasten 6.641 6.673 6.858
Overige instellingslasten 18.665 16.266 17.421
Totaal lasten 88.621 87.894 84.955
Saldo baten en lasten 1.570 797 3.048
Saldo financiële baten en lasten -634 -797 -661
Resultaat 936 0 2.387
90 91 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
• Doorlopende projecten zoals het European Tourism Futures Institute, het Kenniscentrum Sociale Innovatie
en de doorontwikkeling van het onderwijsprogramma;
• Nieuwe projecten, zoals het Kennisknooppunt Duurzame Kunststoffen, de internationale pabo,
de ontwikkeling en inbedding van diverse Associate degrees en de academische pabo;
• Projecten ter verbetering van de basisprocessen (de kleine kwaliteit) zoals onderwijstechnologie,
het roosterproces, de studentadministraties en een marketingdatabase;
• HRM-projecten zoals doorontwikkeling van strategisch HRM-beleid en -instrumentaria als
ook doorontwikkeling, inbedding en uitvoering van het Management Development Programma.
Investeringsbeleid
De belangrijkste investeringen voor 2011, uitgaande van een investeringsniveau van € 10,8 miljoen zijn:
• ‘Upgrade’ van, investering in de vestigingen Emmen en Meppel;
• Noodzakelijke investeringen als gevolg van wet- en regelgeving (ARBO, HACCP);
• Active boards, beamers en overig apparatuur t.b.v. het onderwijs;
• Aanpassing en uitbreiding van het AGW in Leeuwarden;
• Investeringen in het Ondernemershuis;
• Vervanging van werkstations;
• Investeringen in de ICT infrastructuur en netwerkbeheer.
Kasstromen en financieringsbehoeften
Stenden verwacht voor 2011 een negatieve kasstroom van € 5,4 miljoen. De grootste kasstroom is die uit
investeringsactiviteiten ad € 11,2 miljoen. De financiële dekking hiervan vindt voor een belangrijk deel plaats
uit de operationele kasstromen en de huidige liquide middelen. Het restant wordt door een financiering bij het
Ministerie van Financiën gedekt.
Divers
Treasurybeleid
Stenden Hogeschool conformeert zich, zoals vastgelegd in het treasurystatuut, aan de richtlijnen van het
ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zoals vastgelegd in de ‘Regeling beleggen en belenen door
instellingen voor onderwijs en onderzoek’. Samenvattend en operationaliserend betekent dit dat Stenden doet
aan schatkistbankieren en de middelen hoofdzakelijk belegt en beleent bij het ministerie van Financiën. Verder
heeft Stenden als beleidslijn dat hypothecaire leningen worden opgenomen bij het Ministerie van Financiën.
Ook voor het valutabeleid kiest Stenden voor prudent en eenvoudig beleid, zonder complexe instrumenten,
gericht op minimalisatie van (koers)risico’s.
Intern risicobeheersings- en controlesysteem
Stenden Hogeschool beschikt over een breed spectrum van risicobeheersings- en controlesystemen, die op
verschillende niveaus binnen de organisatie functioneren. In Bijlage 9 van dit jaarverslag komt dit, als ook het
in 2010 gestarte project ‘In Control Statement’, meer uitgebreid aan de orde. Dit project richt zich onder meer
op het bevorderen van het ‘denken in kansen en risico’s’, als integraal onderdeel van het dagelijks handelen
van alle Stendenmedewerkers. Inmiddels is een systematische start gemaakt met het identificeren, analyseren
en beheersen van risico’s. In het geval van de strategische risico-inventarisatie is dit al een onderdeel van een
continu proces: de planning & control-cyclus.
Branchecode Governance HBO
In Bijlage 6 ‘Branchecode Governance’ van dit Jaarverslag is aan de hand van de principes en uitwerkingen
van de Branchecode Governance HBO gerapporteerd over de manier waarop Stenden in 2010 naar deze
principes en uitwerkingen heeft gehandeld.
Notitie Helderheid
Stenden heeft haar commerciële activiteiten administratief en bestuurlijk gescheiden van haar publieke en
bekostigde activiteiten. Dit om de scheiding tussen publiek en private middelen optimaal te waarborgen.
Het onderwijsconcept van Stenden behelst praktijkgericht en internationaal onderwijs. In het kader hiervan
wordt een aantal onderwijsactiviteiten uitbesteed, zoals praktijkonderwijs en exchangeprogramma’s in het
buitenland. Concreet gaat het hierbij binnen Stenden om: het Grand Tour®-programma, de ervaring- en
leerbedrijven en de uitwisselingsprogramma’s.
In paragraaf 3.3 ‘Werken in ervaring- en leerbedrijven’ en hoofdstuk 6 ‘(Inter-)nationale samenwerking’
van dit jaarverslag wordt hier dieper op ingegaan. Ook in diverse andere paragrafen van het jaarverslag
worden genoemde aspecten aan de orde gesteld. Zoals in paragraaf 1.6 ‘Belangrijkste ontwikkelingen en
resultaten’ en in paragraaf 2.2. ‘Ontwikkeling inschrijving bekostigde studenten’, waarin een grafische
weergave is opgenomen van het aantal deelnemers aan de Grand Tour®.
Verder kent Stenden ook zogenoemde maatwerktrajecten. Deze maatwerktrajecten voldoen aan de
voorwaarden zoals gesteld in ‘Helderheid’. In hoofdstuk 6 ‘(Inter-)nationale samenwerking’ zijn deze
maatwerktrajecten al aan bod gekomen.
92 93 / Stenden Hogeschool
94 95 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010Accountantsverklaring
Jaarverslag 2010
College van Bestuur
Corporate Office
Educational Support Office
Sites
Raad van Toezicht
Stenden University
Asia Thailand*6
Stenden University
Asia Bali*6
StendenUniversity
Qatar*6
Stenden South Africa*6
97 / Stenden Hogeschool
College van bestuur*2
Corporate Office*3
Educational Support Office*4
Onderwijs
Raad van toezicht*1
School of Hospitality
School of Business
School of Commerce
School of Social Work and Arts
Therapies
School of Education
School of Media, entertainment
Management and Technology
School of Leisure and Tourism
Management*5
IHM BE RBS SPHChristelijk OLB
Media& Entertainment
TourismManagement
Logistiek enEconomie
CE CTOpenbare en Alg. bijz. OLB
ICT (Menl en Tl)
LeisureManagement
ToegepasteBedrijfskunde
IBLLifesciences(Laboratorium
en Chemie)
HRMWerktuig-bouwkunde
IBMS
96
Bijlage 1 OrganogramStendenHogeschool2010
Jaarverslag 2010
Bijlage 2
JuridischeStructuur28
St. Stendenhogeschool
St. Stendenhogeschool v h
CHN
St. Steunfondshogeschool v h
CHN
St. NoodfondsCHN
St. Stendenhogeschool v h
HD
Wyswert beheerb.v.
Stenden university hotel b.v.
Stenden university Asia b.v.
Stenden university Berlin b.v.
Stenden university Qatar b.v.
Stenden SA b.v.
Stenden ServiceManagement b.v.
StendenMasters b.v.
28 De hier gepresenteerde Juridische Structuur gold tot 1 september 2010. Op die datum vond de juridische fusie plaats van Stichting Stenden Hogeschool vh CHN en Stichting Stenden Hogeschool vh HD tot Stichting Stenden Hogeschool. Beide eerst genoemde stichtingen zijn daarbij opgeheven.
LEEUWARDEN
Associate degrees (opleidingsvormen)
• Hoger Hotelonderwijs (voltijd/deeltijd)
• Small Business en Retail Management (voltijd/
duaal)
• Leisure Management (voltijd/duaal)
Bachelor degrees (opleidingsvormen)
• Hoger Hotelonderwijs (voltijd/deeltijd)
• Leisure Management(voltijd/duaal) niet croho
naam
• Christelijke Opleiding tot Leraar Basisonderwijs
(voltijd/deeltijd)
• Creatieve Therapie (voltijd)
• Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs (voltijd)
• Media en Entertainment Management (voltijd)
• Office Management (voltijd/deeltijd)
• Personeel en Arbeid (voltijd)
• Small Business en Retail Management (voltijd/
duaal)
• Sociaal Pedagogische Hulpverlening (voltijd/
deeltijd)
• International Business and Management Studies
(samen met Hogeschool Van Hall Larenstein en de
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden) (voltijd)
Master degrees (opleidingsvormen)
• International Leisure and Tourism Studies (voltijd)
• International Service Management (voltijd/
deeltijd)
• Leadership in Education (samen met Christelijke
Hogeschool Windesheim en Fontys Hogescholen
Eindhoven (deeltijd)
• Learning & Innovation (deeltijd)
• Special Educational Needs (voltijd/deeltijd)
• International Events Management (samen met
London Metropolitan University)
Ervaring- en leerbedrijven
• Stenden University Hotel
• Stenden MeetingU
• Ervaring- en leerbedrijf Personeel & Arbeid
• Instituut Service Management/Onderzoek
• Tourism Resource Centre
• Projectbureau ‘Goede Doelen’
• MeMedia
• Leisure Management en Tourism Management
• O3
• Present Promotions
• Global Goals 2015
• Leerbedrijf Ontmoetingscentrum Jonge Ouders
EMMEN
Bachelor degrees (opleidingsvormen)
• Bedrijfseconomie (voltijd/duaal)
• Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
(voltijd/deeltijd)
• Chemie (voltijd/deeltijd)
• Commerciële Economie (voltijd/duaal)
• Informatica (voltijd/deeltijd/duaal)
• International Business and Languages (voltijd/
duaal)
• Logistiek en Economie (voltijd/deeltijd)
• Technische Informatica (voltijd/deeltijd/duaal)
• Werktuigbouwkunde (voltijd)
• (Christelijke) Opleiding tot Leraar Basisonderwijs
(voltijd/deeltijd)
Ervaring- en leerbedrijven
• International Learning Company
• ICT
ASSEN EN MEPPEL:
Bachelor degrees (opleidingsvormen)
• Opleiding tot Leraar Basisonderwijs (voltijd)
GRONINGEN:
Bachelor degrees (opleidingsvormen)
• Christelijke Opleiding tot Leraar Basisonderwijs
(voltijd/deeltijd)
98 99 / Stenden Hogeschool
Bijlage 3 LijstmetOpleidingen
Jaarverslag 2010
Tabel 1. Instroom bekostigde studenten per opleiding 2006/07 – 2010/11
Bron: Stenden1; peildatum: 1 oktober 2010
Stendenopleiding Cursusjaar
06/07 07/08 08/09 09/10 10/11
Hoger Economisch Onderwijs 1.904 2.025 2.005 1.993 1.923
Bedrijfseconomie (BE) 49 38 35 27 34
Commerciële Economie (CE) 157 212 212 142 124
Logistiek & Economie (L&E) 64 34 38 39 29
International Business & Management Studies
(IBMS)2
51 49 73 81
International Business & Lanquages (IBL) 54 64 56 32 45
Leisure Management (LM) 176 205 193 171 179
Associate degree LM (ADLM) 8 16 21 23
Tourism Management (TM) 188 212 229 225 211
Media & Entertainment Management (MEM) 138 167 195 295 258
Small Business & Retail Management (SBRM) 198 238 184 167 144
Associate degree RM (ADRM) 57 89 115 110 134
International Hospitality Management (IHM) 735 600 597 601 562
Associate degree HM (ADHM) 16 11 14 8
Office Management (OM)3 37 27 26 30 40
Personeel en Arbeid (P&A) 48 62 47 48 51
Hoger Pedagogisch Onderwijs 765 730 628 619 565
Opleiding Leraar Basisonderwijs (OLB) 765 730 628 614 561
Master Learning & Innovation4 5 4
Hoger Sociaal-Agogisch Onderwijs 221 240 243 288 314
Creatieve Therapie (CT) 88 95 90 84 83
Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) 133 145 153 209 231
Hoger Technisch en Natuurwet. Onderwijs 97 78 76 70 82
Biologie & Medisch Laboratoriumonderwijs (B&ML) 22 19 15 6 12
Chemie (Ch) 6 7 6 7 2
Informatica (I) 33 20 23 24 38
Technische Informatica (TI) 8 9 5 7 2
Werktuigbouwkunde (WTBK) 28 23 27 26 28
Totaal 2.984 3.071 2.950 2.977 2.884
1) De gegevens over 2005/06 - 2007/08 in deze tabel zijn met terugwerkende kracht geconsolideerd
op (virtueel) Stenden-niveau.
2) Stenden biedt deze opleiding aan samen met de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden en
Van Hall Larenstein. Vanaf september 2008 ligt het penvoerderschap IBMS bij Stenden.
3) Vanaf het studiejaar 2011/12 heet de opleiding Office Management ‘Toegepaste Bedrijfskunde’.
4) De enige bekostigde Master degree die Stenden aanbiedt.
Tabel 2. Masters: Instroom 2004/05–2010/11
Bron: Stenden
Cohort Opleidings-vorm Master
MAISM MAIRM MAILTS MAIHM MAL&I MAIHEM6 Totaal
04/05 Voltijd 18 11 13 12 54
Deeltijd1 3 n.v.t. n.v.t. n.v.t. 3
05/06 Voltijd 12 12 11 8 43
06/072 Voltijd 333 6 13 8 60
07/084 Voltijd 44 6 12 6 68
08/09 Voltijd 35 2 5 15 57
Deeltijd5 9 9
09/10 Voltijd 27 12 15 15 69
Deeltijd 6 4 2 12
10/11 Voltijd 43 16 9 11 79
Deeltijd 6 n.v.t. 2 n.v.t. 8
1) In 2004 is gestart met een pilot deeltijd MAISM. De studie duurt twee jaar.
2) Naast de instroom van de geaccrediteerde Masteropleidingen wordt sinds 2005 een Topclass ‘Mens en Organisatie’ aan-
geboden door de betreffende lector. In dat jaar waren er 14 deelnemers, in 2006 waren dat er 11 en in 2007 zijn dat er 8.
Deze zijn hier niet meegeteld. Het betreft een eenjarige parttime Topclass, op het niveau van een Master (die evenwel nog
niet is geaccrediteerd). De naam Topclass is veranderd in ‘Masterclass Mens en Organisatie’. De start van deze Masterclass
in september 2010 is door omstandigheden buiten Stenden om gestopt in oktober 2010.
3) Totaal van februari-instroom 2006, september-instroom 2006 tweejarig MAISM/stage, februari-instroom 2006 éénjarig
en september-instroom éénjarig.
4) Totaal van februari- en septemberinstroom 2007, zowel één- als tweejarig.
5) Vanaf dit studiejaar betreft dit een tweejarige parttime Master voor professionals uit het werkveld en Stendendocenten.
6) Deze Master wordt in samenwerking met London Metropolitan University verzorgd. De Master is vooralsnog alleen door
LondonMet gevalideerd en nog niet door de NVAO. Dat betekent dat het programma formeel wordt aangeboden door
LondonMet en dat ook de inschrijvingsprocedure en toelating via die universiteit verloopt. Studenten volgen het eerste
gemeenschappelijke semester in Leeuwarden, waarna specialisatie in Londen volgt. Studenten worden wel bij Stenden
aangemeld, zodat ze van de studiefaciliteiten gebruik kunnen maken. Eind 2010 zijn de eerste studenten van MAIHEM in
Londen afgestudeerd.
100 101 / Stenden Hogeschool
Bijlage 4 InstroomenInschrijving
Jaarverslag 2010
Tabel 3. Inschrijving bekostigde studenten per opleiding 2006/07 – 2010/11
Bron: Stenden; peildatum: 1 oktober 2010
Stendenopleiding Studiejaar
06/07 07/08 08/09 09/10 10/11
Hoger Economisch Onderwijs 5.412 5.710 6.213 5.640 5.625
Bedrijfseconomie (BE) 155 150 155 118 107
Commerciële Economie (CE) 339 481 594 515 460
Logistiek & Economie (L&E) 222 130 144 114 98
International Business & Management .Studies (IBMS) 54 94 151 196
International Business & Lanquages (IBL) 167 205 207 162 160
Leisure Management (LM) 600 595 637 535 522
Associate degree LM (ADLM) 9 24 33 41
Tourism Management (TM) 430 510 612 658 674
Media & Entertainment Management (MEM) 444 500 558 607 675
Retail Management (RM) 622 632 604 494 453
Associate degree RM (ADRM) 58 132 193 209 225
International Hospitality Management (IHM) 2.115 2.017 2.068 1.768 1.733
Associate degree HM (ADHM) 16 20 29 27
Office Management (OM) 119 111 107 89 94
Personeel en Arbeid (P&A) 141 168 196 158 160
Hoger Pedagogisch Onderwijs 2.417 2.257 1.957 1.496 1.412
Opleiding Leraar Basisonderwijs (OLB) Assen 504 463 420 326 335
OLB Emmen 487 454 377 309 304
OLB Groningen 452 463 412 335 311
OLB Leeuwarden 623 552 454 319 285
OLB Meppel 351 325 295 202 167
Master Learning & Innovation 5 10
Hoger Sociaal-Agogisch Onderwijs 722 718 759 690 751
Creatieve Therapie (CT) 221 229 269 235 222
Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) 501 489 490 455 529
Hoger Technisch en Natuurwet. Onderwijs 357 311 300 210 222
Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek (BML) 49 44 40 27 30
Chemie (Ch) 22 25 27 21 15
Informatica (I) 124 100 102 65 83
Technische Informatica (TI) 48 38 27 18 14
Werktuigbouwkunde (WTBK) 114 104 104 79 80
Totaal 8.908 8.996 9.229 8.036 8.010
102 103 / Stenden Hogeschool
Inleiding29
Accreditatie is ‘het verlenen van een keurmerk dat aangeeft dat aan bepaalde maatstaven is voldaan. In
Nederland en Vlaanderen is accreditatie een voorwaarde voor bekostiging oftewel financiering van een
Bachelor- of Masteropleiding door de overheid, voor het recht om erkende diploma’s af te geven en in
Nederland een voorwaarde voor toekenning van studiefinanciering aan studenten. In het licht van de
internationalisering van studie en arbeidsmarkt zorgt accreditatie voor (vergelijkbare) kwaliteitsborging
van opleidingen binnen het hoger onderwijs.
Verlies van accreditatie heeft in Nederland gevolgen voor de bekostiging van de opleiding en voor de
erkenning van diploma’s. Aan opleidingen die niet zijn opgenomen in het CROHO (Centraal Register
Opleidingen Hoger Onderwijs30) zijn géén graden of titulatuur verbonden op basis van de Nederlandse wet.
Een opleiding kan op twee manieren haar accreditatie verliezen: de termijn voor accreditatie van rechtswege
loopt af of de NVAO beslist negatief en verleent geen accreditatie.
De Nederlandse accreditatiekaders voor bestaande opleidingen in het hoger onderwijs bestaan uit:
• een beoordelingskader;
• beslisregels;
• criteria voor de beoordeling van de gevolgde werkwijze en van het rapport van de VBI’s;
• een beschrijving van de werkwijze bij accreditatie van bestaande opleidingen;
• een beschrijving van de overgangsaccreditatie.
Bij accreditatie wordt de opleiding beoordeeld aan de hand van een beoordelingskader dat bestaat uit 6
onderwerpen (doelstellingen, programma, inzet personeel, voorzieningen, interne kwaliteitszorg en resultaten)
met in totaal 21 facetten.
Bij het beoordelen van de facetten door een onafhankelijke Visiterende en Beoordelende Instantie (VBI)
wordt een vierpunts-beoordelingsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) toegepast. Een ‘goede’
beoordeling betekent dat de opleiding op dit facet voldoet aan de basiskwaliteit en geen nadere verbeter-
punten zijn aan te wijzen. Binnen een onderwerp kan een weging plaatsvinden van de facetten (compensatie).
De verschillende onderwerpen moeten om voor accreditatie in aanmerking te komen alle afzonderlijk met
een voldoende beoordeeld zijn. De NVAO valideert het oordeel van de VBI en komt tot een formeel
accreditatiebesluit.
Indien een instelling zich (extra) wil profileren, kan zij de NVAO verzoeken haar bijzondere kwaliteitskenmerken
te beoordelen. Dit oordeel staat los van de accreditatie van de opleiding aan de hand van het bovenstaande
beoordelingskader, gelet op haar basiskwaliteit. Het oordeel kan een aantekening in het accreditatierapport
opleveren, dat daadwerkelijk sprake is van bijzondere kenmerken.
De Stenden-opleidingen worden door verschillende VBI’s beoordeeld. Voor de Stenden-opleidingen van
voorheen CHN is dit, met uitzondering van de opleiding IBMS de ‘Netherlands Quality Agency’ (NQA). De
Stenden-opleidingen van voorheen HD zijn beoordeeld door Certiked. Naast formele visitaties hanteert
Stenden (vanzelfsprekend) meer instrumenten om de kwaliteit van een opleiding te meten en te bewaken31.
Deze bijlage beperkt zich tot een niet uitputtende rapportage van de inspanningen die Stenden zich getroost
op het kerngebied van de accreditatiekaders, namelijk de NVAO-onderwerpen en –facetten. Stenden
rapporteert niet alleen aan de hand van deze bijlage over de NVAO-punten, maar ook door extra
verwijzingen naar de hoofdstukken van dit kader.
29 Deze paragraaf is in belangrijke mate ontleend aan de website van de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie).
30 CROHO wordt beheerd door DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs; Ministerie OCW), resultaat van samengaan per 1 januari 2010 van voorheen IB-Groep en voorheen CFI.
31 Stenden heeft haar beleid en uitvoering inzake Kwaliteitsmanagement uiteengezet in Control in Quality, Quality in Control (2007), Nota Planning & Control en Kwaliteitsmanagement.
Bijlage 5 NVAO-kaders
104 105 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
1. NVAO-onderwerp: Doelstellingen (Zie in dit jaarverslag vooral hoofdstuk 1, 3 en 9)
Het NVAO-hoofdstuk ‘Doelstellingen’ richt zich op drie facetten van het onderwijs: Domeinspecifieke eisen;
Niveau bachelor/master; Eindtermen.
Stenden besteedt veel aandacht aan curriculumontwikkeling voor al haar opleidingen, waarbij uitgaande van
eindtermen het kennisdomein van een opleiding wordt afgebakend. In 2010 zijn onder meer de volgende
resultaten geboekt:
• Het project ‘Bouwstenen’ is in 2010 formeel afgerond. Het project heeft zoals beoogd generieke- en
domeinspecifieke bouwstenen ontwikkeld. Materieel worden de activiteiten op opleidingsniveau in 2011
voortgezet met de (verdere) ontwikkeling van opleidingsspecifieke bouwstenen.
• Borging van het (onderscheid tussen het) bachelor- en het masterniveau van de verschillende opleidingen.
• De rol van Stenden-lectoren in de borging van de niveaus was in 2010 drieledig: ten eerste bijdragen aan
de voorbereiding van de accreditatie van (enkele) Bachelor- en Masteropleidingen en de ontwikkeling van
schools; ten tweede bijdragen aan het opleidingsniveau door studenten te betrekken in wetenschappelijk
praktijkonderzoek en daarmee kennis te laten maken met onderzoekmethodologie (generieke eisen); ten
derde bijdragen aan het curriculumniveau (in casu diepgang en actualiteit) door opleidingen te laten delen
in de theoretische en praktijkgerelateerde kennis verkregen in het lectoraatsonderzoek.
2. NVAO-onderwerp: Programma (Zie in dit jaarverslag vooral hoofdstuk 2 en 3)
Dit NVAO-hoofdstuk richt zich op de volgende acht facetten van het onderwijs: HBO-eisen; Relatie doel-
stellingen-programma; Samenhang; Studielast; Instroom; Studieduur; Harmonisatie vormgeving en inhoud;
Beoordeling en toetsing (waaronder Voortgangstoets).
De Stenden-opleidingen ontwikkelen zich in nauwe interactie met de beroepspraktijk. Dat uit zich onder meer
in de Stenden-brede inzet van Raden van Advies, waarin professionals vanuit het gehele werkveld zitting
hebben. Maar ook in gastdocenten vanuit de praktijk, in projecten en opdrachten uit de praktijk, in ervaring- en
leerbedrijven en in onderzoek en adviestrajecten ten behoeve van het bedrijfsleven.
Stenden heeft ten aanzien van de verschillende facetten in 2010 de volgende resultaten geboekt:
• Stenden zag ‘over all’ een groei van het aantal ingeschreven studenten met 1,5% naar 11.065.
• De internationale instroom van Stenden in Nederland lag in 2010 met bijna 20% op een vergelijkbaar
niveau als in voorgaande jaren. De instroom op de buitenlandse Campus Sites van Stenden nam, na de
groei in 2009 met 30%, in 2010 af met 14%, de instroom van publiek bekostigde studenten nam eveneens
af en wel met bijna 4% en de instroom ‘worldwide’ met ruim 4%.
• Stenden geeft veel aandacht aan het bevorderen van een hoog propedeuserendement en een lage studie-
uitval door diverse maatregelen. Meer dan voorheen is binnen de aansluitingsprogramma’s MBO-HBO en
VO-HBO de nadruk gelegd op de ontwikkeling van kennis en vaardigheden die instromende studenten
beter in staat stellen onderwijs op HBO-niveau te volgen. Daarnaast is, met subsidie van SURF, gestart
met een project ‘Studiekeuzegesprekken, Wat hoort?’, waarin aankomende studenten keuzegesprekken
voeren met elkaar. Zij horen welke keuzemotieven andere aspirantstudenten hebben, worden zich meer
bewust van de eigen motieven en maken naar verwachting een meer gefundeerde studiekeuze. De in
2009 en eerder genomen maatregelen zijn grotendeels gehandhaafd. Deze betreffen de invoering van de
Regeling Bindend Studie Advies en een Uitvalmonitor, verbetering van de voorlichting over het beroep
waarvoor wordt opgeleid en intensivering van de begeleiding van eerstejaarsstudenten. Verdieping van de
samenwerking met het MBO door onder meer de oprichting van FC Stenden college (locatie Leeuwarden),
waarin 9 ROC-opleidingen samenwerken met een Stenden-opleiding om de MBO-studenten beter voor te
bereiden op het HBO wat betreft basiskennis en –vaardigheden.
• In 2010 is met de training van docenten een vervolgstap gezet in de implementatie van Question Mark
Perception waarmee de voortgangstoets wordt gedigitaliseerd. Tevens vond besluitvorming plaats over
een integraal, Stenden-breed toetsplan waarin toetsing onderwijskundig wordt geborgd. Dit vastgestelde
‘toetsplan’ wordt in 2011 ingevoerd.
• Met de afronding in 2010 van het project ‘Bouwstenen’ heeft Stenden de fundering gelegd voor de
Hogeschool-brede harmonisatie van ontwerp en inhoud van al haar curricula. De laatste stap van deze
fundamentele herontwikkeling van curricula, wordt vanaf 2011 gezet door de afzonderlijke opleidingen,
met de ontwikkeling van opleidingsspecifieke bouwstenen (zie overigens ook onder het NVAO-onderwerp
‘Doelstellingen).
• De aansluiting van VO en HBO kreeg een meer structureel karakter, door in 2010 geprolongeerde
samenwerking van Stenden met drie VO-scholen, waarvan leerlingen hun profielwerkstukken op
propedeuseniveau kunnen afronden.
3. NVAO-onderwerp: Inzet van personeel (Zie in dit jaarverslag vooral hoofdstuk 7)
Dit NVAO-hoofdstuk betreft de volgende drie facetten: Eisen HBO/WO; Kwantiteit personeel;
Kwaliteit personeel.
Centraal in het profiel van Stenden staan waarden, meesterschap, interculturaliteit en ondernemerschap.
Met dit profiel moet Stenden in staat zijn zich te ontwikkelen tot een nationaal en internationaal erkende
‘research based’ kennisinstelling in het hoger onderwijs, een New University ‘of Applied Sciences’. Om dat
te bereiken investeert Stenden nadrukkelijk in de ontwikkeling van haar medewerkers.
Stenden heeft binnen het raamwerk van dit NVAO-onderwerp in 2010 onder meer de volgende
resultaten geboekt:
• Een student/docent-ratio in 2009 en 2010 tussen 19,5 en 20,0 (in 2007 en 2008: tussen 20,0 en 25,0).
• Een nettoverzuimpercentage van zo’n 3,6% voor geheel Stenden (in 2009: 4,0%).
• In 2010 volgden 47 medewerkers een mastertraject en 21 medewerkers een promotietraject. Eind 2010
waren er 16 gepromoveerde medewerkers in dienst, onder wie 10 lectoren.
• Benoeming van ‘heads of school’ voor de zeven beoogde schools.
• Een beperkte krimp (2%) van het aantal docenten (in fte), als ook een toename van het aantal lectoraten
van 12 naar 14 en derhalve ook een groei van de formatie van lectoren, en wel van 4,7 naar 6,0 fte.
• De doorontwikkeling van een gedeelde Stenden-identiteit, met onder meer de jaarlijkse viering van de
culturele diversiteit van Stenden op ‘International Day’.
• De verdere stimulering van participatie door docenten en studenten in internationale uitwisselingspro-
grammma’s. Zo gingen en gaan in 2010/11 in het kader van internationale uitwisselingsprogramma’s 160
studenten naar landen binnen en 35 studenten naar landen buiten Europa.
• Aansluitend bij de resultaten van het MTO 2009 zijn in 2010 op de belangrijkste verbeterpunten
maatregelen getroffen tot kwaliteitsverbetering binnen de organisatie. In het volgende MTO in 2011
zal dit geëvalueerd worden.
4. NVAO-onderwerp: Voorzieningen (Zie in dit jaarverslag vooral hoofdstuk 8)
Het onderwerp ‘Voorzieningen’ verwijst naar twee facetten: Materiële voorzieningen; Studiebegeleiding
en informatievoorziening.
Stenden realiseert zich dat een stimulerende leeromgeving voor haar studenten veel vergt van allerhande
voorzieningen en heeft om die reden de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in gebouwen, bibliotheek-
faciliteiten, interne communicatie en informatie- en communicatietechnologie en andere vormen van
ondersteuning van studenten. In 2010 zijn de volgende resultaten vermeldenswaard:
• In aanvulling op de parkeervoorziening die deel uit maakt van de reconstructie van het terrein van de
Kenniscampus Leeuwarden, een initiatief van gemeente Leeuwarden, NHL en Stenden ter realisatie van
een unieke combinatie van studeren, wonen, werken en recreëren, is in de eerste helft van 2010 ‘betaald
parkeren’ geëffectueerd voor parkeerterreinen rondom de hogescholen.
• Stenden heeft geïnvesteerd in de (toegankelijkheid van de) collectie op technisch gebied. Ook is de gehele
digitale bibliotheek van Stenden toegankelijk gemaakt vanuit internet. De collectieprofielen van de sites in
South Africa en Qatar zijn verbeterd. Bovendien investeerde Stenden in verbetering van informatievaardig-
heden van studenten en docenten.
• Het studielandschap op de locatie Emmen is verbouwd tot een multifunctionele werk- en ontmoetings-
plek; tevens is de mediatheek met I-studybalie aangepast.
• Stenden heeft een technische infrastructuur gerealiseerd die al haar locaties in Nederland met elkaar
verbindt. Tevens is een aanvang gemaakt met de implementatie van Business Information Services Library
(BISL), die (de vraag van) de gebruikersorganisatie en (het aanbod van) de serviceorganisatie met elkaar
verbindt. Ten slotte is met de Europese aanbesteding van ‘PC/Laptop-werkplekken 2010’ een belang-
rijke stap gezet op weg naar standaardisatie van de ICT-middelen van Stenden. De naar schatting 1000
nieuwe computers die in het verlengde van dit traject worden geplaatst op de vestigingen van Stenden in
106 107 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
Nederland, zullen een belangrijke bijdrage leveren aan de realisatie van een ‘state of the art’
studieomgeving en een verwacht positief effect hebben op de tevredenheid van studenten.
• Stenden investeerde, in samenwerking met GGZ Fryslân, in individuele studentenhulpverlening en groeps-
gerichte studieondersteuning. Er zijn door decanen en psychologen ca. 16 trainingen gegeven, waaronder
‘Effectief studeren’ en ‘Studyskills and timemanagement’. Bovendien werd de gehele implementatiefase
van het project ‘Handicap & studie’ in 2010 afgerond. Studenten oordeelden (in NSE 2010) positief over
de maatregelen die Stenden heeft genomen op dit terrein.
5. NVAO-onderwerp: Interne kwaliteitszorg (Zie in dit jaarverslag vooral hoofdstuk 3, 4 en 5)
Belangrijk onderwerp binnen het NVAO-beoordelingskader is ‘Interne kwaliteitszorg’. Er is sprake van drie
facetten: Evaluatieresultaten; Maatregelen tot verbetering; Betrekken van medewerkers, studenten,
alumni en beroepenveld.
Stenden boekte ten aanzien van deze facetten in 2010 de volgende resultaten:
• Stenden heeft eind 2010 een Task Force ingesteld, met als opdracht het ‘structureel verhogen van tevre-
denheid van stakeholders (studenten, medewerkers en afnemers) van Stenden’. Er is gekozen voor een
aanpak in twee fasen: eerst worden (en zijn ook al in 2010) snelle verbeteringen, daarna (tot medio 2011)
duurzame verbeteringen gerealiseerd van de grote en kleine kwaliteit.
De snel gerealiseerde ‘quick wins’ betreffen onder meer versnelde aanbesteding voor de aanschaf van nieuwe
computers (in februari 2011 geplaatst); harde prestatieafspraken over de betere werking van printers (eind
2010 effectief); de ontwikkeling van een platform voor interactie over verbeterthema’s met studenten (begin
2011 gereed).
Alle opleidingen en afdelingen hebben verbeterplannen opgesteld naar aanleiding van de aandachtspunten
genoemd door studenten in de Keuzegids (vooral Comunicatie en Organisatie, Kwaliteit docenten en Toetsing)
en door medewerkers in het MTO 2009 (vooral Niveau, Kwaliteit en Studentgerichtheid van de opleidingen).
Vervolgens heeft de Task Force op basis daarvan de volgende ‘verbetergebieden’ geprioriteerd:
- Faciliteiten (onder meer pc’s, printers, inrichting en beschikbaarheid ruimtes);
- Roostering (aanlevering, bekendmaking, wijzigingen en informatieverstrekking);
- Professionalisering: Kwaliteit docenten (kennis van beroepspraktijk en gedrag & houding);
- Studieloopbaanbegeleiding (onder meer ‘survival 1e jaar’);
- Beroepsoriëntatie (aansluiting op en verwevenheid met de praktijk van de opleiding).
De verbeteringen zijn en worden alle geëffectueerd in nauwe samenspraak met studenten en medewerkers.
Stenden draagt ook actief uit hoe studenten zelf een rol kunnen spelen bij het verbeteren van Stenden.
• Stenden-alumni spelen een actieve rol bij visitaties, als gastdocenten en als leden van de Raden van Advies
van de opleidingen. De opleiding Hoger Hotelonderwijs heeft bijvoorbeeld een actieve Alumniraad die
betrokken wordt bij de invulling van het netwerk van de hotelschoolalumni. De Raad neemt ook deel aan
de organisatie van de jaarlijkse reünie.
6. NVAO-onderwerp: Resultaten (Zie in dit jaarverslag vooral hoofdstuk 3 en 4)
Het onderwerp ‘resultaten’ wordt op twee facetten beoordeeld: Gerealiseerd niveau; Onderwijsrendement.
Stenden is sinds jaar en dag op overtuigende wijze bezig haar missie te realiseren. Dat lukt haar door
aansprekende resultaten te leveren, waarin haar identiteit zich nadrukkelijk laat terugvinden.
Haar waardenoriëntatie is daarin weer bijzonder, omdat deze zich (ook) weerspiegelt in de andere drie
rofielelementen en daarmee dus in al haar activiteiten.
Haar interculturaliteit komt terug in de succesvolle strategische drieslag ‘internationalization@home’,
‘internationalization mobility’ en ‘internationalization abroad’. Succesvol, immers Stenden scoort uitstekend
als aantrekkelijke ‘University of Applied Sciences’ voor relatief veel studenten uit buurlanden, maar ook uit
verder weg liggend buitenland. Succesvol, immers de mogelijkheden die de Grand Tour® studenten biedt,
beginnen echt goed tot hen door te dringen: het aantal deelnemers nam de laatste twee jaar (2009 en 2010)
ten opzichte van 2008 in totaal met een kleine 65% toe. Succesvol ten slotte ook, omdat Stenden met haar
Global Campus Sites een vliegwiel in gang heeft gezet dat niet alleen een gunstig schaaleffect sorteert,
maar dat – veel belangrijker –ontwikkelingstrajecten bevordert voor de lokale samenleving en economie en
daarnaast haar studenten waardevolle culturele en vakinhoudelijke kennis en vaardigheden biedt.
Haar ondernemerschap leidt tot meer (regionale) bedrijvigheid en ondersteuning van het MKB, waardoor
Stenden in toenemende mate daadwerkelijk wordt gezien als maatschappelijke kennisinstelling van en voor de
lokale en regionale gemeenschap. Ook leidt dat ondernemerschap tot commerciële activiteiten, waarvan de
revenuen weer worden aangewend voor (verbetereing van) het onderwijs.
Haar meesterschap ten slotte resulteert kort en goed gezegd in studenten die er toe willen doen, ‘future
leaders’ willen zijn en de handen uit de mouwen willen steken om ‘out of the box’ problemen op te lossen.
Stenden heeft in het kader van dit NVAO-onderwerp ook in 2010 aansprekende resultaten geboekt:
• Accreditatieresultaten en visitatieresultaten die tot tevredenheid stemmen: Er is in 2010 één
Bacheloropleiding, Logistiek & Economie, gevisiteerd en vervolgens in hetzelfde jaar geaccrediteerd,
met 6 goede scores. De Stenden-opleidingen I, C, TI, BML, WTB, IBL, PA en SPH zijn eveneens in 2010
gevisiteerd, met veelbelovende conceptresultaten (in afwachting van het formele accreditatiereseultaat
in 2011). De opleiding IBL is door de NVAO beoordeeld ten aanzien van het niveau van talen (ook hier
volgt het accreditatiee-oordeel in 2011). Daarnaast zijn de vijf techniekopleidingen gevisiteerd door VBI
Certiked. L&E, IBL, I, TI, C, BML en WTB kregen op 5 tot 6 facetten een goede score. L&E en IBL werden
voor het eerst gevisiteerd. De vijf techniekopleidingen kregen alle op meer facetten een goede beoordeling
dan bij de voorgaande accreditatie in 2005 of 2006. P&A kreeg op 13 NVAO-facetten, op 6 aspecten meer
dan tijdens de voorgaande accreditatie in 2005, een goede beoordeling. SPH kreeg op 15 NVAO-facetten
(op 2 facetten meer dan tijdens de voorgaande accreditatie in 2003), een goede beoordeling.
Het hoogst scorende facet van alle geaccrediteerde bacheloropleidingen van Stenden blijft in 2010, net
zoals in 2008 en 2009, ‘Afstemming van vormgeving en inhoud’ (18 van de 20 opleidingen). Daarna
volgende twee facetten ‘Samenhang programma’ en ‘Eisen HBO’: 14 van de 20 bacheloropleidingen
scoren ‘goed’ op deze facetten. De afstudeeropdrachten van studenten L&E bleken van een goed niveau.
De P&A-studenten worden zorgvuldig en correct beoordeeld, volgens het externe auditteam. Ook bij alle
overige gevisiteerde opleidingen bleek het gerealiseerde afstudeerniveau voldoende tot goed.
De definitieve uitslag (al of niet accreditatie) volgt evenwel eerst in 2011. Uit alle accreditatie- en
visitatieresultaten tot eind 2010 kan de conclusie worden getrokken dat Stenden bacheloropleidingen
heeft van goed niveau, samenhangend en goed afgestemd, en ondersteund door goed personeel en
materiële voorzieningen.
• Ook zijn er in 2010 twee Masteropleidingen gevisiteerd. Het betreft de Master International Service
Management (MAISM) en de Master International Leisure and Tourism Studies (MAILTS). Beide zijn
na goede beoordeling door de FIBAA, geaccrediteerd door de NVAO. De scores voor beide zijn
respectievelijk 13 en 14 keer goed. Daarnaast is aan beide opleidingen 4 maal de score excellent
toegekend op enkele facetten.
• Het opleidingsrendement van Stenden is op het landelijk gemiddelde32. Zo scoort de Stenden-cohort 2004
na vijf jaar 56,8 % (net boven het landelijk gemiddelde) en scoort de cohort 2001 na 8 jaar 70,9 %
(ruim 2 procentpunt hoger dan het landelijk gemiddelde).
• Stenden organiseert studiekeuzegesprekken, gesubsidieerd door SURF, onder meer om te bevorderen dat
aankomende studenten een meer bewuste studiekeuze maken. Zij daagt ‘studiekiezers’ in kleine groepen
en met een open benadering uit om hun ideeën over de studie onder woorden te brengen. Dit heeft
bovendien als voordeel, dat piekbelasting voor docenten wordt vermeden in geval late aanmelders nog
graag een studiekeuzegesprek willen voeren op het ‘verkeerde’ moment.
7. NVAO-onderwerp: Bijzonder kwaliteitskenmerk (Zie in dit jaarverslag vooral hoofdstuk 1, 3 en 6)
Een instelling hoeft zich niet alleen op deze zes NVAO-onderwerpen te laten beoordelen. Zij heeft – zoals in
de inleiding al werd opgemerkt – daarnaast de mogelijkheid de NVAO te verzoeken haar bijzondere kwaliteits-
kenmerken te beoordelen. Stenden heeft daar recentelijk gebruik van gemaakt:
Waardenoriëntatie, internationalisering en ondernemerschap, die naar drie van de vier profielelementen van
Stenden verwijzen, vormen evenzoveel bijzondere kwaliteitskenmerken. Recente resultaten van Stenden op
deze kenmerken zijn:
• Ruime aandacht voor rituelen en symbolen in de agenda van Stenden (zoals Kerstviering; uitvoeringen van
de Matthäus Passion; Meditatiecentrum).
32 Bron: ‘Rendement per Hogeschool’, Meerjarencijfers HBO-raad. Percentages kunnen afwijken van elders in dit Jaarverslag gehanteerde Stenden-cijfers.
108 109 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
• Toenemende populariteit van de Grand Tour®: een groei van ca. 65% vanaf 2008 (235 studenten) naar
386 studenten in 2010.
• Van het totale aantal ingeschreven bekostigde studenten komt 22% (1.752 studenten) uit het buitenland,
een fractie meer dan in 2009. In totaal staan er (inclusief niet- of anders bekostigd) in 2010/11 2.325
buitenlandse studenten ingeschreven (in 2009: 2.277).
• Het maatschappelijk-ethische engagement van Stenden komt terug in diverse ervaring- en leerbedrijven
(zoals ‘Goede doelen’, ‘Present Promotions’, ‘O3’, alsook het leerbedrijfinitiatief van FC Stenden College
‘Ontmoetingscentrum Jonge Ouders’).
Hogescholen verrichten hun wettelijke taken, het verzorgen van hoger beroepsonderwijs en het verrichten van
toegepast onderzoek, in interactie met een dynamisch werkveld. Flexibiliteit en anticiperend vermogen zijn
daarbij belangrijke succesfactoren. Hogescholen zijn alleen dan samenwerkingspartner voor ‘stakeholders’ in
het werkveld, indien zij maatwerk kunnen leveren aan, vooruit kunnen lopen op, een vliegwielfunctie hebben
voor economie en samenleving. Hogescholen zijn dan maatschappelijke kennisondernemingen.
De Branchecode Governance is er voor bedoeld, dat deze wenselijke rol van hogescholen zich duurzaam
verhoudt tot de bestuurlijke relatie die hogescholen met de overheid als politieke principaal en publieke
financier hebben. De code weerspiegelt ook de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de hogescholen.
De code beperkt zich tot de ‘governance’ van hogescholen, maar gaat wel impliciet uit van verwachtingen
ten aanzien van (beperkingen in) vorm en inhoud van het toezicht door OCW. In het bijzonder wat betreft de
speelruimte van hogescholen in de bedrijfsvoering.
In deze bijlage wordt aan de hand van de ‘principes en uitwerkingen’ van de Branchecode Governance
aangegeven hoe Stenden met deze principes en uitwerkingen in 2010 is omgegaan.
I.Nalevingenhandhavingvandecode• In hoofdstuk 9 ‘Good Governance’ van dit Jaarverslag worden enkele hoofdlijnen van de ‘corporate
governance’-structuur van Stenden uiteengezet.
• De actuele volledige governance structuur staat op de website en behelst informatie over de Raad
van Toezicht (zie ook paragraaf 9.2. ‘Raad van Toezicht’ van dit Jaarverslag), het College van Bestuur,
Medezeggenschap binnen Stenden Hogeschool (zie ook paragraaf 9.3. ‘Medezeggenschap’ van dit
Jaarverslag), Organogram (zie ook Bijlage 1 ‘Organogram’ van dit Jaarverslag), Remuneratierapport
(via de website www.stenden.com) en ‘Eén-loket-faciliteit’.
II.HetCollegevanBestuurII.1. Taak en werkwijze
• Het College van Bestuur heeft in ter zake doende gevallen aan de Raad van Toezicht documenten ter
goedkeuring voorgelegd die betrekking hebben op onder meer de operationele en financiële doelstellingen
van Stenden en de strategie die moet leiden tot deze doelstellingen. Zo heeft het College van Bestuur de
meerjarenstrategie van Stenden (‘New University, Een sterk merk in hoger onderwijs; Strategieplan
2008-2012’) eind 2007 aan de Raad van Advies ter goedkeuring voorgelegd en aan de
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad ter instemming. Na goedkeuring resp. instemming kon
het College van Bestuur genoemd strategieplan in mei 2008 vaststellen.
• Tevens heeft het College van Bestuur in 2010 het jaarverslag en de jaarrekening 2009 en de begroting
2010 ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht.
• Vóór 1 september 2010 heeft besluitvorming plaats gevonden over de fusie van vh CHN en vh HD,
resulterend in de daadwerkelijke instellingenfusie per 1 september 2011.
• Stenden Hogeschool beschikte in 2010 over een breed spectrum van risicobeheersings- en controle-
systemen, die op verschillende niveaus binnen de organisatie functioneren (zie verder ook Bijlage 9
‘Risicoparagraaf’ van dit jaarverslag).
• Per kwartaal is in 2010 ten behoeve van de Raad van Toezicht een risicorapportage opgesteld.
Daarnaast is in 2010 gestart met het project ‘In Control Statement’.
• Op de website van Stenden staan diverse elementen van een integriteitcode, of er wordt aldaar naar
(door)verwezen. Zo staat het Privacyreglement op de website en wordt er voor het Studentenstatuut
doorverwezen naar Intranet en Blackboard van Stenden. Onderdeel van het Studentenstatuut is ook het
Reglement ter zake ongewenst gedrag, dat in juni 2010 is vastgesteld door het College van Bestuur en
Bijlage 6 BranchecodeGovernance
110 111 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
per 1 september 2010 in werking is getreden. Binnen Stenden zijn vertrouwenspersonen aangesteld bij
wie daarvan melding gemaakt kan worden. Ook is er een Klachtencommissie Ongewenst Gedrag in geval
behoefte bestaat tot het indienen van een officiële klacht.
• De Klokkenluiderregeling van Stenden is in mei 2009 met instemming van de GMR vastgesteld door het
College van Bestuur en in 2010 toegevoegd aan het Studentenstatuut 2009-2010. Gelet op onder meer de
wens de regeling ook voor anderen toegankelijk te maken, is zij in 2010 uit het Studentenstatuut gehaald
om op de website te plaatsen. Dat zal in 2011 plaatsvinden. Tot die tijd kan een student of medewerker
deze regeling op verzoek via Eén-Loket-Faciliteit (ELF, te bereiken via intranet en internet) verstrekt krijgen.
• Stenden beschikt over een uitgebreid systeem van kwaliteitsmanagement. Zo produceren opleidingen
kwartaalrapportages en daarnaast jaarlijks een ‘Annual quality report’ waarin zij onder meer laten zien
welke verbeteringen zij hebben doorgevoerd gelet op aandachtspunten voortvloeiend uit visitaties en
accreditaties. Deze jaarverslagen worden door de ‘corporate’ afdeling Quality Assurance, mede vanuit
monitoringsdoeleinden, geaggregeerd tot een overzicht op Stenden-niveau. Beide vormen van rapporteren
vinden plaats met referentie aan strategische, tactische en operationele Stenden-doelstellingen. Ten slotte:
Stenden heeft haar beleid en uitvoering inzake Kwaliteitsmanagement uiteengezet in ‘Control in Quality,
Quality in Control’ (2007), Nota Planning & Control en Kwaliteitsmanagement.
• In het voorliggende Jaarverslag 2010 wordt inzicht gegeven in de risicobeheersings- en controlesystemen
(zie naast genoemde Bijlage 9 ook hoofdstuk 4 ‘Stenden de Maat genomen’ in dit Jaarverslag).
II.2. Bezoldiging College van Bestuur
• In november en december 2010 heeft de Raad van Toezicht de bezoldiging van de leden van het College
van Bestuur onder de loep genomen en vastgesteld dat de landelijk geldende normering, zoals opgesteld
door de HBO-raad, per 1 januari 2011 onverkort wordt gevolgd.
• In december 2010 presenteerde de Remuneratiecommissie haar remuneratierapport aan de Raad van
Toezicht. Zij stelde daarin onder meer voor de vaste beloning van de Raad van Toezicht per 1 januari 2011
opnieuw vast te stellen conform het bezoldigingsniveau van naburige hogescholen. Ook stelde de
remuneratiecommissie voor de salariëring van het College van Bestuur als volgt te wijzigen:
(i) Geen toekenning van een prestatiebonus; hoewel (toenmalig) voorzitter van het College van Bestuur
Robert Veenstra en vicevoorzitter van het College van Bestuur Klaas-Wybo van der Hoek recht hadden
p een bonus over 2010, hebben beiden aangegeven daarvan af te willen zien in verband met de maat-
schappelijke discussie resp. overschrijding van de Balkenende-norm;
(ii) Salarissen van voorzitter en vicevoorzitter(s) worden in 2010 niet verhoogd ten opzichte van 2009
en met € 177.700 resp. € 151.045 vastgesteld onder het Hay-maximum van € 178.400 voor het
bruto vast salaris;
(iii) De voorzitter en vicevoorzitter hebben recht op het gebruik van een lease-auto van
€ 50.000 resp. € 32.000.
• Het integrale remuneratierapport is in te zien via de Governance-pagina’s op de website www.stenden.com.
Op 17 december is een persbericht uitgegaan waarin is aangegeven welke conclusies de Raad van Toezicht
heeft verbonden aan de maatschappelijke discussie over de topsalarissen in het onderwijs.
II.3. Tegenstrijdige belangen
• Er hebben zich in 2010 geen vormen van belangenverstrengeling voorgedaan.
III.RaadvanToezicht• De Raad van Toezicht presenteert in dit Jaarverslag 2010 onder eigen verantwoordelijkheid zijn verslag
over 2010. Dit verslag gaat onder meer in op de samenstelling en het profiel van de Raad van Toezicht; de
vergaderfrequentie; de rol van de Raad van Toezicht; specifieke gesprekspunten, waaronder jaarrekening
2009, begroting 2010, accountantselectie, ‘In control statement’, instellingenfusie en samenstelling en
taken van commissies van de Raad van Toezicht.
IV.Deauditvandefinanciëleverslagleggingendepositievandeinternecontrolfunctieendeexterneaccountant
IV.1. Financiële verslaggeving
• De financiële verslaggeving heeft in 2010 plaats gevonden naar tevredenheid van College van Bestuur en
Raad van Toezicht.
IV.2. Rol, benoeming, beloning en beoordeling van het functioneren van de externe accountant
• Raad van Toezicht en College van Bestuur zijn tevreden over de rol en het functioneren van de externe
accountant in 2010. Er zijn geen bijzonderheden vermeldenswaard.
IV.3. Interne controlfunctie
• In 2010 zijn de externe accountant en de auditcommissies betrokken bij het opstellen van het werkplan
van de controller en hebben kennis genomen van diens bevindingen.
IV.4. Relatie en communicatie van de externe accountant met de organen van de Hogeschool
• De externe accountant woonde in 2010 de vergadering van de Raad van Toezicht bij, waarin over de
vaststelling van de periodieke externe verslaggeving is besloten.
De externe accountant heeft in 2010 een goedkeurende verklaring gegeven over de jaarrekening 2009, mede
op basis van zijn overweging dat de door hem verkregen informatie voldoende en geschikt was als basis voor
zijn oordeel.
IV.5 Marktactiviteiten hogescholen
• De formele en materiële samenvoeging van de commerciële activiteiten van Stenden, zoals deze
plaatsvonden vanuit Instituut Service Management (ISM) en Kennis Campus Emmen, is in 2010 naar
tevredenheid afgerond, resulterend in één commercieel bedrijf, ISM.
• Over de marktactiviteiten van Stenden in 2010 wordt in paragraaf 5.2. ‘Marktactiviteiten’ van dit
Jaarverslag 2010 gerapporteerd. Ook in 2010 heeft Stenden er zorg voor gedragen dat deze activiteiten
passen binnen de missie van de Hogeschool, waarin Stenden nadrukkelijk een rol wil spelen als
‘maatschappelijke kennisonderneming’.
• Stenden heeft garanties ingebouwd die zorgen voor volledige scheiding van de publieke en commerciële
activiteiten wat betreft bedrijfsprocessen en kostentoedeling: er is eind 2010 sprake van één commercieel
bedrijf, met een eigen directeur, een eigen bedrijfsvoering en een eigen financiële verantwoording.
V. Horizontale dialoog
V.1. Visie, missie en beleidsdoelstellingen
• Visie, missie en doelstellingen zijn opgenomen in dit Jaarverslag 2010 (zie hoofdstuk 1 ‘Strategisch
Beleid’). Het College van Bestuur heeft diverse ‘stakeholders’ betrokken bij de vaststelling daarvan,
waaronder Raden van Advies van de verschillende opleidingen van Stenden, werkveldcommissies en andere
hogescholen in Noord-Nederland. Ten aanzien van de visie op de rol van de hogescholen bij de transitie
van de noordelijke economie is het plan ‘Scholen voor Ambitie’ van belang. Dit zogenaamde Sectorplan
Noord is in maart 2010 aangeboden aan het ministerie OCW door Stenden Hogeschool, NHL Hogeschool,
HanzeHogeschool en Van Hall Larenstein.
V.2. Betrokkenheid ’stakeholders’
• Beleid ten aanzien van opleidingenaanbod
Stenden betrekt de Raden van Advies (werkveldcommissies) van de opleidingen bij de vaststelling van
haar opleidingenaanbod. Elk jaar vindt bovendien een vergadering plaats met de (vice-) voorzitters
van de Raden van Advies en het College van Bestuur. Tevens wordt bij de ontwikkeling van nieuwe
(onderdelen van) opleidingen afgestemd met andere ‘stakeholders’. Zo vond de ontwikkeling van de
nieuwe afstudeerrichting ‘Cultuurmanagement’ plaats in nauwe consultatie met de gemeente
Hoogeveen, enkele Hoogeveense cultuurinstellingen, de provincie Drenthe en het expertisecentrum
Kunst & Cultuur Drenthe.
• Kwaliteitsbeleid
Stenden baseert zich bij de formulering en uitvoering van haar kwaliteitsbeleid in sterke mate op de
oordelen van studenten (gegeven via onder meer NSE, Keuzegids Hoger Onderwijs, Elsevier, HBO-monitor,
maar ook via bijvoorbeeld de Stura’s), medewerkers (medewerkertevredenheidsonderzoek) en experts
(visitaties en accreditaties).
• Toelatingsbeleid
Het Toelatingsbeleid van Stenden is conform wet- en regelgeving vastgesteld. In geval van deficiënties,
biedt Stenden waar mogelijk en wenselijk bijspijkercursussen, veelal afgesloten met een (formele) toets.
Het Toelatingsbeleid bestaat in hoofdzaak uit de volgende toelatingseisen:
112 113 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
JANUARI
13 IHM-studententeam krijgt ‘Mise en Place Cup’ bij winst in European Hotelschool Competition.
- Studenten ‘Event management’ zamelen € 800 in voor goed doel tijdens ‘Zumba Rythm’-avond.
19 Stenden-student Dineke Holwerda wordt ‘Beste verteller van 2010’ met verhaal van R. Dahl.
21 Vicevoorzitter CvB Klaas-Wybo van der Hoek opent het Kenniscentrum Sociale Innovatie.
22 Ruim 200 deelnemers bezoeken jubileumsymposium ‘Verleden, heden en toekomst van CT’
- Tijdens installatie benadrukt lector Jan Waalkens dat ondernemerschap voor iedereen is weggelegd.
FEBRUARI
00 Verkorte route Muziektherapie start met 12 studenten met eerder verworven competenties.
01 Vanaf deze dag beginnen 250 studenten met minor aan buitenlandse campus site van Stenden.
08 Pabo-studenten Assen werken aan ‘Leiding geven en communicatie’ tijdens wandeling in kou.
10 Staatssecretaris Jan Kees de Jager van Financiën geeft gastcollege over ondernemerschap.
17 VVD-leider Mark Rutte gaat in onverwacht gastcollege in op bezuiniging op basisbeurs.
27 Exchange-studenten van Stenden in Chili bieden helpende hand na zware aardbeving.
MAART
00 ‘Canteen’, sfeervol en 100% biologisch restaurant van Stenden Leeuwarden opent zijn deuren.
05 ‘Mind mapping’- Tony Buzan bezocht als ‘key note speaker’ de ‘Salon de Wijswert-conferentie.
07 Studenten en docenten van minor ‘Heritage Tourism’ gaan op vijfdaagse excursie naar Edinburgh.
08 Friesland College en Stenden openen ontmoetingscentrum ‘Jonge ouders’ in Leeuwarden.
23 Erasmus Exchange-studenten winnen ‘Golden Award’ voor ‘360º-marketingplan’ in Ljubljana.
25 Studenten minor ‘Cruise Management 1’ bezoeken het Duitse cruiseschip ‘AIDAblu’.
29 Studenten minor Music Management organiseren concert rond ‘Beathoven & dance’ in Groningen.
30 ‘Stenden-koor’ levert topprestatie in Matthäus Passion in de ‘Grote Kerk’ van Meppel.
31 Studenten zingen, eerder op eigen initiatief opgenomen ‘Stenden Song’, live op ‘Open Dag’.
APRIL
06 ‘Beeldende praktijken’, resultaat van minor CT en te zien op hoofdlocatie Stenden krijgt vervolg.
- Leiderschap à la de ‘7 habits’ van Covey staat ‘s middags centraal in Stiltecentrum van Stenden.
07 1e Jaars studenten van Pabo Assen tonen hun visie op leiderschap in zelfportretten op foto-expositie.
09 CvB-voorzitter Veenstra en PvdA-raadslid Staal bespreken in ‘Stenden Canteen’ UCF-ontwikkeling.
15 CvB-voorzitter is blij met advies Commissie Veerman, maar zet vraagteken achter ‘binariteit’.
16 De eerste vier studenten studeren af aan Stenden South Africa na naamsverandering.
17 Stenden-ondernemingen zijn genomineerd voor regiofinale ‘Jong Ondernemen Noord-Nederland’.
19 Door Pabo-studenten georganiseerde ‘International week’ gaat van start op Stenden-locatie Meppel.
23 In Utrecht vindt eerste Hotelschool Leeuwarden Alumni Event plaats met als thema ‘Thuiskomen’.
MEI
00 19 Studenten uit Qatar brengen bezoek van paar dagen aan de Stenden campus in Leeuwarden.
00 Centrum voor Levensbeschouwing, terug in hoofdgebouw Stenden, biedt (on-)betaalde diensten.
01 KSI is met benoeming van Tony van Acquoy als programmamanager bijna op volle sterkte.
19 Studenten Pabo in Assen worden uitgedaagd artikel te schrijven over krachtige leeromgeving.
27 Studenten Stenden, HHL en Friese poort begeleiden jaarlijkse ‘Kinderraad’ in stadhuis Leeuwarden.
Bijlage 7:AgendaStenden2010
- Adequate vooropleiding: de aankomende student dient te beschikken over een HAVO-, VWO of
MBO-diploma op niveau 4; in bepaalde gevallen volstaat een MBO-diploma op niveau 3.
- Profiel- of vakkenpakketeis: voor sommige opleidingen gelden naast de vooropleidingseis aanvullende
eisen. Zo vereist een technische opleiding van Stenden wiskunde als onderdeel van het vakkenpakket.
- Deficiënties: In geval van deficiënties, kan een aankomende student in sommige gevallen toch beginnen
met de opleiding, indien althans met succes een zogenaamde deficiëntietoets wordt afgelegd. Ter
voorbereiding biedt Stenden bijspijkercursussen aan.
- Buitenlandse vooropleiding: Een buitenlands diploma van een middelbare school voldoet ook voor
toelating, mits de vooropleiding van vergelijkbaar niveau is als HAVO, VWO of MBO in Nederland. Dat
vraagt om een officiële vertaling en waardering van het diploma door het Nuffic.
- Taalbeheersing: Goede beheersing van de Nederlandse en/of Engelse taal. In geval van deficiënties biedt
Stenden mogelijkheden tot bijspijkeren.
- Studieduurverkorting: Aankomende studenten die een, aan de te volgen HBO-opleiding verwante MBO-
opleiding met succes hebben afgerond, kunnen in voorkomende gevallen recht doen gelden op verkor-
ting van de HBO-opleiding.
- Motivatie: Ten einde zo veel mogelijk te voorkomen dat studenten gaande de studie hun studiemotivatie
verliezen en de opleiding voortijdig verlaten, is Stenden gestart met een project ‘Studiekeuzegesprekken,
Wat hoort?’, waarin keuzegesprekken plaats vinden in groepen. Daardoor krijgen aspirant-studenten
beter zicht op de eigen keuzemotieven. Goede studiemotieven bevorderen een succesvolle studie.
• Beleid ten aanzien van toegepast onderzoek en kenniscirculatie
Stenden, haar opleidingen, haar lectoraten en haar ondersteunende afdelingen en diensten zijn in voort-
durende dialoog, afstemming en uitwisseling met instellingen, instanties en bedrijven. Stenden participeert
in diverse gremia en netwerken, zoekt samenwerking met diverse partners en effectueert zo op uiteen-
lopende wijze haar maatschappelijke kennisfunctie. In de dagelijkse praktijk, maar ook tijdens gerichte
consultaties, fungeren veel van deze organisaties als ‘stakeholders’ van Stenden, wier wensen, behoeften
en adviezen mede bepalend zijn voor de aard en kwaliteit van het toegepast onderzoek en de kenniscircu-
latie waaraan Stenden vorm geeft.
• Marktactiviteiten
Ook ten aanzien van haar marktactiviteiten maakt Stenden gebruik van de veelvormige consultatie, zoals
onder het vorige punt beschreven. Wel speelt hierbij een extra aandachtspunt, namelijk de toetsing van
alle (potentiële) marktactiviteiten aan de verenigbaarheid met de visie, missie en doelstellingen van
Stenden.
115 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
114
JUNI
00 Rita Smaniotto is benoemd als nieuwe coördinator van het Honoursprogramma van Stenden.
02 IHM-studenten & -docenten geven workshops Whisky (proeven) en Koffie (máken en proeven).
03 Studenten en medewerkers lanceren nieuwe kleding- en geschenkenlijn ‘Trendy en Stendy’.
24 Stenden-studenten organiseren in Den Haag ‘Next Generation Event’ voor vakorganisatie MPI.
JULI
- Acht IHM-studenten nemen in Zuid Afrika als eersten deel aan minor Advanced Wine Studies.
AUGUSTUS
05 Een team van Stenden South Afrika wint prijs op de ‘2010 SIFE National Championships’.
16 Uit onderzoek van EIM blijkt: 25% van studenten (in 2007: 13%) wil eigen bedrijf starten.
23 CvB-vicevoorzitter Van der Hoek heet nieuwe Stenden-studenten welkom in Stenden Times.
- MEM-studenten maken tijdens Studie Start Week dagelijks een krant en tv-uitzending.
- Stenden biedt met ‘Pimp my schedule’-actie in startweek studenten hulp bij roosterplanning.
- Stenden roept studenten in Stenden Times Special Edition op tot deelname aan Grand Tour.
25 Meeting U organiseert in Leeuwarden Meet & Greet op kennisplein en 4Stendenfeest in Club Noa.
- K.W. van der Hoek overhandigt het eerste Honourscertificaat aan TM-studente Anja Schroeder.
26 Stenden organiseert in Studie Start Week activiteitendag op het Ermerstrand bij Emmen.
SEPTEMBER
08 Vicevoorzitter CVB maakt bekend dat Stenden in 2011 met 4 Ad-trajecten start in Emmen.
09 Studente WTB Charissa Roossien wint OKE-prijs 2010 voor beste afstudeerscriptie.
27 Danny de Boer, student LM wordt Nederlands kampioen ‘Superbike’ op TT-circuit van Assen.
30 Sprekers op inspiratiemiddag van KSI maken duidelijk: ‘sociale innovatie levert rendement op’.
OKTOBER
00 De Inspectie voegt aspecten toe aan haar onderzoek naar de herkomst van privaat
ingezette middelen.
02 Stenden-alumnus, leerkracht Mathijs ter Bork wordt verkozen tot ‘Leraar van het jaar 2010’.
15 IHM-studente Roosje Pothoff krijgt onderzoekprijs op Student Research Conference in Leiden.
NOVEMBER
03 Zo’n dertig pabo-studenten uit Groningen nemen deel aan 10e Landelijke Identiteitsdag in Ede.
11 IHM-student S. de Jong krijgt ‘Aanmoedigingsprijs Het nieuwe werken doe je zelf’ voor project.
- KSI-team werkt aan ‘medewerker 2.0’ tijdens evenement ‘Destination Innovation’ in Utrecht.
13 Zo’n tachtig Stenden-studenten nemen deel aan ‘Day of the International Student’ in Den Haag.
15 Stenden-studente Naomi Vogelsang eindigt in finale van Benelux Next Top Model als tweede.
17 Tijdens ‘International day’ bij Stenden wordt ook dit jaar weer culturele diversiteit gevierd.
22 Mannencafé van Pabo Groningen pleit voor ‘meer mannen voor de klas en dus naar de Pabo’.
26 Stenden-Pabo in Emmen organiseert het goed bezochte congres ‘Streektoal in het underwies’.
DECEMBER
00 Studenten CE & IBL winnen prijs met onderneming ‘SfN’ bij ‘Student Company Launch’ in Assen.
24 Gloednieuw Studielandschap in Emmen wordt opgeleverd om begin 2011 te worden geopend.
Leaderschip and Change Management
(Lector: dr. G.G. Anthonio)
Anthonio, G. G., (2010).
Reflectief Longitudinaal Onderzoek (R.L.O.), Een
ondersteuning bij reflectie en leerprocessen in
organisaties, In: Journal of Social Intervention:
Theorie and Practice, Volume 19, pag. 39-59,
Issue 1, Lesi, Utrecht.
Anthonio, G.G., (2010).
Organizations at the Service of the Good Life?
A Poetic Reflection on Modern Management
Practice in the Care Sector, In: Professional Pride,
A Powerful force, pag.239-248, Boom Uitgeverij,
Amsterdam.
Anthonio, G.G., (2010),
Regeldruk in de Jeugdsector, De Kunst van
het weglaten, Nieuwsbrief RAP, Ministerie van
Volksgezondheid en Sport pag.6-7, Den Haag.
Anthonio, G.G., (2010),
Vervreemding of Vrienden, In: Human, Tijdschrift
voor Humanisme, Opinie en Maatschappij,
p. 23-27, 62-e jaargang, nr. 4, Boom, Meppel.
Anthonio, G.G., (2010),
Komt een man bij de balie, Alledaagse politiek,
regels en vervreemding, In: Human, Tijdschrift
voor Humanisme, Opinie en Maatschappij,
p. 23-27, 63-e jaargang, nr. 1, Boom, Meppel.
Anthonio, G.G., (2010),
Anders Leren, Persoonlijke leerstijl en problemen
oplossen, In: Dialoog, Centrum voor Leiderschap,
p.4-5.Nummer 1 jaargang 21.
Mariene Wetlands Studies
(Lector: drs. J.M. Revier)
Revier, J.M. & A.J.H. Bosman, (2010).
WadDesign; ontwerpen voor de toeristisch-recre-
atieve ontsluiting van de vastelandskust van het
Waddengebied. Kenniscentrum gebiedsontwikke-
ling NoorderRuimte HanzeHogeschool Groningen.
Revier, J.M. & F.M.H. Petersen, (in press).
Putting the Wadden Sea on the List: Effects
on tourism of the World Heritage nomination.
Proceedings of the International Conference on
Tourism Development and Management: Tourism
in a Changing World: Prospects and Challenges.
Tourism for Peace
(Lector: dr. O. Moufakkir)
Moufakkir, O. and I. Kelly, (2010).
Tourism, Progress and Peace.
Moufakkir, O. and I. Kelly, (2010).
Peace and Tourism: Friends not Foes.
Moufakkir, O., (2010).
Re-evaluating Political Tourism in the Holy Land:
Towards a Conceptualization of Peace Tourism.
Moufakkir, O., (2010).
Peace through Domestic Tourism and Tourism
Rights: Inclusion of Muslim Ethnic. Minorities
in the Context of social Tourism, The Journal of
Tourism and Peace Research, 1(1): 42-59.
Moufakkir, O., (2010).
The Pay for In-Flight Food and Drinks Policy on
Travelers’ Experience, Tourism Analysis 15(1):
99-110.
Social Work & Arts Therapies
(Lector: dr. M. Spreen)
Buunk-Werkhoven, Y. A. B., Dijkstra, A., Schaub, R.
M. H., van der Schans, C. P., & M.Spreen, (2010).
Oral health-related quality of life among
imprisoned Dutch forensic psychiatric patients.
Journal of Forensic Nursing 6(3), 137-143.
Horst, van der, R. & M. Spreen, (2010).
‘De toepassing van sociale netwerkanalyse in een
forensisch psychiatrisch centrum’. Panopticon,
26-41.
Horst, van der R, Snijders, T., Völker, B. & M.Spreen,
(2010).
Social interaction related to the functioning
of forensic psychiatric in-patients. Journal of
Forensic Psychology Practice 10(4), 339-359.
Pomp, L. Spreen, M, Bogaerts, S. & B. Völker, (2010).
The role of personal social networks in risk assess-
ment and management of forensic psychiatric
patients. Journal of Forensic Psychology Practice
10(4), 267-284.
Spreen, M, Timmerman, M.E. , Ter Horst, P. & E.
Schuringa, (2010).
Formalising clinical decisions in individual
treatments: some first steps. Journal of Forensic
Psychology Practice 10(4), 285 -299.
Bijlage 8 Publicatielijst2010vanLectoraten/Kenniskringen
117 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
116
Internrisicobeheersings-encontrolesysteemStenden Hogeschool beschikt over een breed spectrum van risicobeheersings- en controlesystemen, die
op verschillende niveaus binnen de organisatie functioneren. Binnen de Raad van Toezicht fungeert een
Auditcommissie met onder meer als taak het monitoren en reviewen van het interne risicobeheersingsysteem
inclusief de interne financiële controlemechanismen.
Verder beschikt Stenden op stafniveau over een afdeling Quality Assurance (onderwijsprocessen) alsmede een
afdeling Finance & Control (bedrijfsvoeringprocessen), die ieder vanuit hun eigen perspectief bijdragen aan dit
interne risicobeheersingsysteem. Ook kent Stenden een zogenoemde Bekostigingscommissie die fungeert als
advies- en toetscommissie bij bekostigingsvraagstukken. Stenden gebruikt bij de inrichting van haar interne
risicobeheersingsysteem als uitgangspunt het concept van COSO, wereldwijd de meest geaccepteerde en
toegepaste methode.
Alle activiteiten van Stenden hebben direct of indirect een financiële impact. De verwachte financiële impact
wordt weergegeven in het jaarlijkse budget. De uitputting van financiële middelen wordt in een cyclus van
maand- en kwartaalrapportage bewaakt. Jaarlijks vindt hierover verantwoording plaats in de jaarrekening.
Deze komt tot stand op basis van een stelsel van rapportagevoorschriften en rapportageprocedures. Naast
interne controle op de jaarrekening vindt hierop ook controle plaats door een externe accountant. Uiteindelijk
dient het eigen vermogen zoals gepresenteerd in de jaarrekening van Stenden als buffer (beheersings-
maatregel) om de geïdentificeerde risico’s af te dekken.
Project‘InControlStatement’Stenden is in 2010 gestart met het project ‘In Control Statement’ (ICS), dat tot doel heeft een ‘In Control
Statement’ tot stand te brengen. Een algemeen geldend, zowel juridisch als inhoudelijk normenkader voor
een breed ‘In Control Statement’ wordt ontwikkeld door de HBO-raad, waarbij Stenden ook haar expertise
ter beschikking stelt. Naar verwachting wordt medio 2011 een handreiking risicomanagement voor
HBO-instellingen gepubliceerd.
Een ‘In Control Statement’ geeft aan in hoeverre het bestuur en het management een goed functionerend
intern risicobeheersingsysteem hebben, gerelateerd aan onder meer de realisatie van strategische en
operationele doelstellingen en het naleven van wet- en regelgeving.
Het proces van de ‘In Control Statement’ kent twee fasen: inrichting van de organisatie en procesbeheersing.
Inrichting van de organisatie
De planning & control-cyclus van Stenden maakt integraal onderdeel uit van het interne risicobeheersings- en
controlesysteem. Jaarlijks voert Stenden een omgevingsanalyse uit, op basis waarvan strategische risico’s worden
beoordeeld naar de mate van risicoafkeer en worden verwerkt in de bestaande strategie. Stenden ziet onder
meer de volgende strategische risico’s:
• Ambitieniveau in relatie tot overheidsfinanciën
Stenden wil de kwaliteit van haar onderwijs verhogen en hiermee bijdragen aan de realisatie van de
ambities van de B.V. Nederland. Deze ambities vragen om extra investeringen in het onderwijs. Het huidige
Regeerakkoord zit echter per saldo op de nullijn, met het risico dat onvoldoende middelen ter beschikking
komen om de strategie van Stenden en daarmee de ambities van de B.V. Nederland te realiseren. Hierdoor
wordt Stenden gedwongen om stringente(re) keuzen te maken ten aanzien van de besteding van de
beschikbare financiële middelen.
• Bekostigingsstelsel in relatie tot aantal ingeschreven studenten
Met ingang van 2011 geldt een nieuw bekostigingsstelsel, waarbij de overheid haar verantwoordelijkheid
beperkt tot het opleiden tot één bachelor- en één mastergraad tegen een wettelijk (laag) collegegeld.
Het wetsvoorstel ‘Langstudeerders’ voorziet er in het wettelijk collegegeld met € 3.000 te verhogen voor
studenten die langer dan vijf jaar zijn ingeschreven in het hoger onderwijs. Het risico bestaat dat het aantal
Duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie
(Lector: mevr. dr. I. Delies)
Delies, I., (2010).
Dubbellectoraat: Hoe een ROC en een
Hogeschool gezamenlijk en in co-makership
met het regionale bedrijfsleven komen tot de
onderzoeksagenda van dit dubbellectoraat,
Position paper. In: ORD (Onderwijs en Research
Dagen) 2010, publicatie van de Universiteit
Twente. Enschede.
Delies, I. en N. Schaling, (2010).
Een leven lang leren is leuk: stap over je eigen
schaduw heen , In: A+O, tijdschrift arbeidsmarkt
en opleiden voor de Metalectro branche, januari
2010.
Veelvormig Christelijk Basisonderwijs
(Lectoren: drs. H. Pol en dr. C. Wigmans)
Pol, H., (2010).
En het geschiedde, Protestantse Kerkbode
Groningen (23.01), 122-3
Pol, H., (2010).
Van plaats naar plaats: Rome of Jeruzalem,
Protestantse Kerkbode Groningen (17.04) 122-15
Pol, H., (2010).
Hemelvaart in tweevoud bij Lucas, Protestantse
Kerkbode Groningen (15.05) 122-19
Pol, H., (2010).
De herder onder de aandacht, Protestantse
Kerkbode Groningen (5.02) 123-05
Service Studies
(Lector: mevr. dr. E. Cavagnero)
Cavagnaro, E.; Altena, D. and S. Seidel, (2010).
Saving the commons: exploring the potential con-
tribution of the furniture industry, Proceedings of
the IABS Conference (25-28 March 2010 in Banff,
Canada), IABS.
Cavagnaro, E. and F. Ngesa, (2010).
Sustainable tour operating practices: setting up
a case study of inbound tour operators in Kenya,
Proceedings of the Eurochrie Conference (25-27
October 2010 in Amsterdam), EUROCHRIE.
Cavagnaro E. and A. Postma, (2010)
Leisure Management National Competence
profile: ‘Leisure and sustainability’, NHTV,
Stenden, Hogeschool Rotterdam and Hogeschool
InHolland.
Cavagnaro E. and H. Koopmans, (2010)
Sustainable Hospitality: Vision, passion and
Action in Profiles and dimensions in hospitality,
Leeuwarden: Stenden UAS.
Jonker, E. and E.Cavagnaro, (2010).
Sustainability in Higher Hospitality Education:
a case study from a Dutch University of
Applied Sciences, Proceedings of the Eurochrie
Conference (25-27 October 2010 in Amsterdam),
EUROCHRIE.
Schulp, J., Kooy, A. and E.Cavaganaro, (2010).
Toward a Sustainable F&B Management - Work
in Progress, Proceedings of the Eurochrie
Conference (25-27 October 2010 in Amsterdam),
EUROCHRIE.
Jonker, E., (2010).
The odd man at the right spot?, in Profiles and
dimensions in hospitality, Leeuwarden: Stenden
UAS.
Hospitality Management Studies
(Lector: dr. D. Craig)
Craig D., (2010).
Forces driving change in contemporary hospita-
lity; Journal of Asian Management, 16 (4), 3-13.
Craig D., (2010).
Proceedings of the 8th Interdisciplinary
Conference, Boston: Harvard University, p.
233-258.
Craig D., (2010).
Playing With the big Boys: Gender Issues
in Hospitality. Proceedings of the 8th
Interdisciplinary Conference, Boston: Harvard
University, p. 233-258.
Craig D., (2010).
A tribute to Elizabeth David: Culinary Sciences
in the Hospitality Curriculum. Proceedings of the
8th Interdisciplinary Conference, Boston: Harvard
University, p. 109-121.
Craig D., (2010).
Gastronomy in the media: towards a changing of
perceptions. University of , Hospitality Review,
8(2) 74-86.
Craig D., (2010).
An Introduction to Contract Law Boston: Harvard
University Press.
Craig D., (2010).
Sustainable viticulture: a case study. South African
Journal of Wine Studies, 6 (2) 213 – 226.
Craig D., (2010).
Wine Education through Problem-Based Learning.
Proceedings of the 4th International Wine Tourism
Conference p. 69 - 108.
Craig D., Thompson C. (2010).
Surrealist Pilgrims, Melting Clocks in Marbled
Halls in Moufakkir, O (ed) Controversies in
Tourism.
Bijlage 9 Risicoparagraaf
118 119 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
studenten afneemt als gevolg van beide zaken. Stenden zal hier rekening mee moeten houden.
• Gekwalificeerd personeel in relatie tot demografie en carrièreperspectief
Demografische ontwikkelingen en beperkte carrièremogelijkheden binnen de CAO maken het Stenden
moeilijk om personeel met de juiste competenties te werven en te binden voor het realiseren van
haar doelstellingen.
Deze (en andere) vanuit de omgevingsanalyse onderkende strategische risico’s leiden waar nodig tot een
herijking van het meerjarenbeleidsplan en een vertaling daarvan in concreet meetbare jaardoelstellingen. Deze
vormen de basis voor de jaarplannen en begrotingen. Na goedkeuring van de begroting worden de plannen
uitgevoerd. Bewaking en bijsturing van de gestelde doelen vindt plaats via de kwartaal rapportages.
Naast de totstandkoming van doelen wordt ook aandacht besteed aan de inrichting van de organisatie en
vooral de besturingsfilosofie en -methodiek. De besturingsfilosofie heeft onder andere betrekking op de
inrichting van verantwoordelijkheden en bevoegdheden, de te stellen competenties en de waarden en normen
zoals bijvoorbeeld vastgelegd in een ‘code of conduct’. De besturingsmethodiek heeft betrekking op de
methode die wordt toegepast om de organisatie te besturen. Momenteel worden meerdere methoden binnen
Stenden parallel toegepast.
Procesbeheersing
Procesbeheersing betreft de wijze waarop operationele risico’s en risico’s gerelateerd aan wet- en regelgeving
en betrouwbaarheid van informatie worden beheerst. Dit vraagt om identificatie van de huidige procesgang
en ‘workflow’ en vaststelling van de mate waarin procesgerelateerde (operationele) risico’s worden beheerst.
Waar nodig worden samen met de proceseigenaar beheersingsmaatregelen geïmplementeerd ter vermindering
van de onderkende risico’s. Bovendien draagt deze benadering naar verwachting bij aan bekendheid en
betrokkenheid van proceseigenaren met risicomanagement.
Enkele onderkende operationele risico’s zijn:
• Volgens onderzoek behoort Stenden qua opleidingen en ondersteuning nog niet tot de top. Het risico
bestaat op een niet evenredige instroom van studenten.
• Het onderscheidend vermogen bevindt zich nog niet op gewenst niveau. Het risico bestaat dat innovatie
en actualisatie van opleidingen en lectoraten onvoldoende aandacht krijgen.
• Het voldoen aan wet- en regelgeving, waaronder accreditatiewaardigheid, ziet Stenden als een basisvoor-
waarde en niet zozeer als een bestaand risico.
Stenden heeft maatregelen getroffen en acties uitgezet om voornoemde risico’s te reduceren.
TotslotStenden is op weg naar een ‘In Control Statement’. Inmiddels is een systematische start gemaakt met
het identificeren, analyseren en beheersen van risico’s. Maar ook wordt het denken in kansen en risico’s
gaandeweg integraal onderdeel van het dagelijks handelen.
1845 Meppel Start particuliere opleiding voor onderwijzers.
1879 Coevorden De pabo begint aan de Boermarkeweg als ‘rijksnormaallessen’.
1881 Meppel Particuliere onderwijzersopleiding verandert in een rijksopleiding.
1904 Groningen Startsein voor de eerste christelijke kweekschool in Noord-Nederland.
1923 Leeuwarden Vestiging van een ‘kweekschool’ (de Pedagogische Academie Mariënburg) in villa Mariënburg in Leeuwarden.
1924 Meppel Rijksopleiding wordt Rijkskweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen.
1954 Emmen Oprichting Christelijke kweekschool.
1958 Assen Begin hervormde kweekschool.
1965 Meppel Rijkskweekschool wordt omgevormd tot Pedagogische Academie.
1968 Assen Hervormde kweekschool gaat over in Pedagogische Academie.
1969 Emmen Rijks Pedagogische Academie verhuist naar de huidige locatie.
1969 Groningen De opleiding van Kweekschool met den Bijbel verandert in Christelijke Pedagogische Academie ‘De Nijenborg’.
1976 Emmen HTS gaat officieel van start met Werktuigbouwkunde en Elektrotechniek.
1981 Meppel Particuliere opleiding voor onderwijzers wordt omgezet naar een rijksopleiding.
1985 Meppel Pedagogische Academie wordt pabo.
1987 Leeuwarden Pedagogische Academie Mariënburg, de Academie Fiswerd (jeugdwelzijnswerk) en de Hotel Management School Leeuwarden (HMSL) fuseren tot Christelijke Hogeschool Noord-Nederland (CHNN).
1987 Emmen Christelijke Pedagogische Academie gaat deel uitmaken van de CHNN.
1987 Emmen Ontstaan Hogeschool Drenthe uit fusie van diverse scholen.
1987 Emmen Instituut voor Hoger Beroepsonderwijs gaat op in Hogeschool Drenthe.
1987 Meppel Pabo Meppel gaat samen met de pabo’s van Assen en Emmen op in Hogeschool Drenthe.
1987 Assen Pabo De Eekhorst gaat op in Hogeschool Drenthe.
1987 Groningen Christelijke Pedagogische Academie ‘De Nijenborg’ gaat deel uitmaken van Christelijke Hogeschool Noord Nederland.
1987 Leeuwarden Begin van nieuwbouw CHN aan de Rengerslaan.
1997 Groningen CHNN-vestiging Groningen verhuist naar het Wiebengacomplex aan het Eyssoniusplein.
2002/03 Qatar en Zuid-Afrika De eerste Global Campus Sites van CHN gaan van start.
2004 Leeuwarden Opening vernieuwde campus door Koningin Beatrix. Viering 100-jarig bestaan.
2004 Groningen CHN-vestiging Groningen betrekt weer eigen gebouw, nu aan de Phebensstraat.
2006 Bangkok Eerste studiejaar Campus Site Bangkok.
2008 LeeuwardenEmmenGroningenMeppelAssen
Christelijke Hogeschool Nederland en Hogeschool Drenthe fuseren, op het niveau van bestuur, toezicht en medezeggenschap, tot Stenden Hogeschool.
2009 Bali Eerste studiejaar Campus Site Bali.
2010 ‘Stenden University of Applied Sciences’ (alle locaties)
Juridische fusie van Stichting Stenden Hogeschool v/h CHN en Stichting Stenden Hogeschool v/h HD tot Stichting Stenden Hogeschool. Eerst genoemde stichtingen zijn daarbij opgeheven.
Totaal aantal ingeschreven studenten overschrijdt 11.000
Bijlage 10 MijlpalenStenden
120 121 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
MR. C. BIJL (27-06-1955)
(herbenoemd in 2008)
Voorzitter
Burgemeester Gemeente Emmen.
Nevenfuncties:
• Voorzitter ledenvereniging Evean-Icare;
• Voorzitter Raad van Toezicht Stenden Hogeschool;
• Voorzitter Stichting Nazorg Ousterhaule;
• Voorzitter Stichting Veiligheidszorg Drenthe;
• Voorzitter Raad van Toezicht Stichting
Grote Kerk Cultureel;
• Vicevoorzitter Veiligheidsregio Drenthe;
• Voorzitter Vereniging van Drentse Gemeenten;
• Lid landelijke Scoutingscommissie
Partij van de Arbeid;
• Plvv lid Raad van Europa (Straatsburg);
• Voorzitter college van Vereffenaars Cevan;
• Adviserend lid Dagelijks Bestuur SNN
(Samenwerkingsverband Noord-Nederland).
Lid comité van aanbeveling:
• Hospice Emmen;
• Stichting biljarten voor goede doelen;
• Stichting leergeld;
• Wensstichting Zalavolbate;
• Landelijke Stichting Tegen Zinloos Geweld;
• Stichting Toon Hermanshuis Drenthe;
• Challenge your future;
• Demma Foundation;
• Stichting Drentse Veteranen.
A. BRUGGEMAN (21-02-1950)
(herbenoemd in 2008)
Vicevoorzitter
Secretaris internationaal CNV Vakmensen.
Nevenfuncties:
• Vicevoorzitter bestuur Bedrijfschap Horeca
en Catering en vicevoorzitter bestuur
Productschap Tuinbouw;
• Lid Raad van Commissarissen N.V. Schade;
• Boardmember CEDEFOP, Europees Centrum
voor Beroepsonderwijs;
• Lid Commissie Maatschappelijke Agenda
van de Besturenraad;
• Vicevoorzitter Kenwerk, kenniscentrum voor de
Horeca;
• Bestuurslid Kenteq, kenniscentrum
voor de techniek;
• Vicevoorzitter Raad van Toezicht
Philadelphia Support.
PROF. DR. J.K. VAN DIJK (20-01-1945)
(herbenoemd in 2008)
Emeritus hoogleraar Personeel en Organisatie
Gezondheidszorg Erasmus Universiteit/
Erasmus MC;
Zelfstandig bestuursadviseur Personeel,
Organisatie en Innovatie (Dijkadvies).
Nevenfuncties
• Adviseur Personeelsfonds De Open
Ankh te Soesterberg;
• Lid Stichting i.o. Innovaties in de Zorg;
• Adviseur FWG Advies te Utrecht.
T. EERENSTEIN (10-09-1952)
(herbenoemd in 2008)
Wethouder gemeente Hoogeveen.
Nevenfuncties
• Voorzitter ANWB-Drenthe;
• Lid Raad van Advies ANWB;
• Bestuurslid Coöp. Uitvaartvereniging
Zuid-Oost-Drenthe.
DRS. K.B. VAN POPTA (08-08-1952)
(herbenoembaar in 2008)
Directeur Financiën en Interne Zaken
MKB – Nederland.
Nevenfuncties:
• Werkgeversvoorzitter Pensioenfonds Detailhandel;
• Werkgeversvoorzitter Vereniging van
Bedrijfstakpensioenfondsen;
• Werkgeversbestuurslid van het
Pensioenfonds van de Schilders.
DRS. ING. J. REITSMA (05-08-1945)
(herbenoemd in 2008)
Burgemeester van de gemeente
Wymbritseradiel;
Oud-lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal
voor het CDA (1986-2001);
Oud-voorzitter Koninklijke Nederlandse
Schaatsenrijders Bond (2001-2006).
Functies die niet gekoppeld zijn aan
het burgemeesterschap:
• Lid bestuur Stichting Steunfonds Stenden
Hogeschool te Leeuwarden;
• Voorzitter Adviesraad Christelijk Voortgezet
Onderwijs (CVO) Zuidwest Fryslân te Sneek (geen
vergoeding, drie à vier vergaderingen per jaar);
• Lid Commissie van aanbeveling Stichting Stoom
Stad Sneek (geen vergoeding).
Functies die gekoppeld zijn aan
het burgemeesterschap:
• Vicevoorzitter Hulpverleningsdienst Fryslân
te Leeuwarden, (geen vergoeding, elke
maand vergadering);
• Vicevoorzitter Bestuurscommissie Veiligheidsregio
i.o. te Leeuwarden (geen vergoeding, elke
maand vergadering);
• Voorzitter IJswegencentrale Sneek-Wymbritseradiel
en voorzitter organisatiecommissie Elfmerentocht
(geen vergoeding, twee - drie vergaderingen
per jaar);
• Lid sollicitatiecommissie en lid Bestuur
Studiefonds Van der Wal-Tromp (geen vergoeding,
drie vergaderingen per jaar);
• Voorzitter van het Bestuur en provisoren van het
Sint Geertruidsleen te Abbega (geen vergoeding,
twee vergaderingen per jaar);
• Lid Regionaal College van Politie Fryslân
(geen vergoeding, vier - vijf dagdelen per jaar);
• Waarnemend voorzitter en lid adviescommissie
‘Breed wateroverleg Politie Fryslân’ (geen
vergoeding, drie - vier vergaderingen per jaar);
• Lid stuurgroep Meldkamer Noord Nederland
(geen vergoeding, vijf vergaderingen per jaar);
• Lid bestuur Stichting Beheer Openbare
Voorziening Meldkamer Noord-Nederland
(geen vergoeding, vijf vergaderingen per jaar);
• Lid Bestuurscommissie Veiligheidsberaad
Brandweer te Den Haag (geen vergoeding,
zes à zeven vergaderingen per jaar);
• Lid Bestuurscommissie GHOR Veiligheidsberaad
te Den Haag (geen vergoeding, zes à zeven
vergaderingen per jaar).
F. SCHEPERS (09-06-1943)
(herbenoemd in 2008)
Gepensioneerd;
voorheen Financieel Directeur Wavin B.V.
Nevenfuncties:
• Lid Raad van Advies Verhoek International B.V.;
• Lid Raad van Commissarissen AVEBE U.A.;
• Lid Raad van Toezicht Saxenburgh Groep;
• Bestuurslid Stichting Zwieseborg;
• Lid Raad van Toezicht Vechtdal College;
• Voorzitter Verantwoordingsorgaan
Pensioenfonds OWASE.
MW. MR. DRS. M.CH.A. SMILDE (06-06-1954)
(herbenoemd in 2008)
Lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal
voor het CDA.
Nevenfuncties:
• Lid Raad van Toezicht Drents Plateau, Assen;
• Voorzitter Stichting Vrienden van de
Dorpskerk Eelde;
• Lid Raad van Toezicht Saxenburgh Groep,
Hardenberg;
• Lid RvT Saxenburgh Groep,
Hardenberg – tot 1 juli 2010.
Bijlage 11 RaadvanToezicht
122 123 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
College van Bestuur
R. Veenstra Phd hc, MBA
Voorzitter (tot 31 augustus 2010)
Drs. W.J. Breebaart
Voorzitter a.i. (vanaf 1 september 2010)
M.J. Giesen MBA
Vicevoorzitter (tot 1 oktober 2010)
Drs. K.W. van der Hoek
Vicevoorzitter
Portefeuilleverdeling College van Bestuur
R. Veenstra Phd hc, MBA
Strategie en Internationalisering; Public Affairs;
Commercie.(voorzitter tot 31 augustus 2010)
Drs. W.J. Breebaart
(voorzitter a.i. vanaf 1 september 2010)
M.J. Giesen MBA
Ondersteunende diensten (Finance; Legal Affairs;
Human (vicevoorzitter tot 1 oktober 2010)
Resource Management; Facilities; Inkoop; Quality
Assurance;
Informatie- & Communicatie Technologie; Marketing;
Corporate Communicatie).
Drs. K.W. van der Hoek (vicevoorzitter)
Onderwijs; Academic Affairs; ESO.
Ondersteunende diensten, vanaf 1 oktober
2010 (Finance; Legal Affairs; Human Resource
Management; Facilities; Inkoop; Quality Assurance;
Informatie- & Communicatie Technologie; Marketing;
Corporate Communicatie).
Secretaris College van Bestuur
Mw. mr. A. van Weelden
Corporate Office Finance & Control
Directeur
Drs. H. Wolters
Human Resource Management
Directeur
Mw. drs. A. Hospers
Corporate Communicatie
Manager
Drs. P.J. Mulder
Corporate Quality Assurance
Manager
Mw. drs. H.I. te Velde
Marketing
Manager
Drs. J. Steppé a.i.
Legal Affairs
Manager
Mw. mr. I. Janssen
Educational Support Office (ESO)
Directeur
Mw. drs. J.T. van Geffen
Teamleider – Educational Technology Centre
Mw. drs. E.B. Vonkeman
Teamleider – Planning Centre en Student Mobility
Centre
J. van Beusekom
Teamleider – Information & Registration Centre
Mw. H. Ekhart
Teamleider – Library & Knowledge Centre en Student
Career Centre
M.J.N. Pillen
Teamleider – Quality Centre
Mw. drs. C.J.F. Meijer
Stenden Facilities/Interne Dienst Leeuwarden
en Groningen
Manager
D. Toornstra (tot 15 november 2010)
G. Hielema a.i. (vanaf 30 augustus 2010)
Stenden Facilities/Interne Dienst Emmen,
Assen en Meppel
Unitdirecteur Services en Centrale projecten
D. Toornstra (tot 15 november 2010)
G. Hielema a.i. (vanaf 30 augustus 2010)
Informatie- & Communicatie Technologie
Manager
Ing. E. van Gorkum
Inkoop
Manager
Mw. J.E. Postma
Stenden – Instituut Service Management
Directeur
W. Goodijk
Stenden – International Affairs
Directeur
Dr. R. Coelen (vanaf 1 maart 2010)
Stenden University Qatar
President
W. Johnson
Supervisory Board:
R. Veenstra Phd hc, MBA
President Stenden University (tot 31 augustus 2010)
Y. Jouaneh
Board Member Al Faisal Holding/ CEO Al Farman
Investment and International Trading C, W.L.L
M. Ramahi
CFO Aamal Holdings
W. Johnson
President Stenden University Qatar
Advisory Board:
Drs. K.W. van der Hoek
Vice President Stenden University
G. Friend
GM Grand Hyatt Doha
W. Adbull-Rassul
Alumni Student, Risk Manager Commercial Bank
W. Johnson
President Stenden University Qatar
Dr. A. Grit
Academic Dean
Mw. I. Wesselaar
HR Manager, Shell Service Company W.L.L.
J. Coubat
General Manager Rotana Hotel Doha
Mw. S. Abul Haija
Senior Educational Advisor Stenden University Qatar
H. Hassan
Training Manager Mövenpick Tower & Suites
E. Kaiserseder
General Manager Shangri-La Hotel Doha
R. Loutfi
Assistant Human Resources
Manager Intercontinental Doha
A. Al Nuaimi
Qatar Tourism & Exhibitions Authority
H. Al Mulla
Chief HR & Admin Officer Qatar
National Hotels Company
A. Al Mustafawi
Chief Executive Officer HSBC
Mw. H. te Velde
Quality Manger Stenden University Qatar
M. Saaranay
MD Retaj Hospitality Division
Stenden Rangsit University
(campus site Bangkok, Thailand)
Academic Director
Dr. Wanchai Panmunin
Supervisory Board Thailand
R. Veenstra, Phd hc, MBA, (tot 31 augustus 2010)
J. Schedler
S. Wangpaijtr
Advisory Board Thailand
R. Rijnders
Senior Vice-President Operations,
Onyx Hospitality Group, Thailand (chair)
Mw. S. Bunnag
Project Manager, The Tawana Bangkok, Thailand
Mw. L. Chow
CEO, CSM Academy International, Singapore
V. Geertsen
Director Leisure Sales Thailand & Cambodja,
Starwood Hotels, Thailand
Mw. Prof. Cathy Hsu
Associate Director Academic Affairs, Hong Kong
Polytechnic University, School of Hotel & Tourism
Management, Hong Kong
Mw. M. Jansen
Senior Lecturer Emeritus and Author in Hospitality
Management, Netherlands
Dr. T. Radev
Rector and Director, International University College
Albena, Bulgaria
Mw. Prof. E. Roberts
Head of School of Hotel, Resort and Tourism
Management, Faculty of Business, Technology &
Sustainable Development, Bond University, Australia
D. Seigneur
Vice President Human Resources Asia & French
Polynesia, Accor Hospitality Asia, Singapore
Stenden University South Africa
Dean
W. Hensens
Bijlage 12 Bestuur&ManagementStendenHogeschool
124 125 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
Board of Governors South Africa
A. Gardiner (chairman)
Owner Mantis Collection
R. Veenstra, Phd hc, MBA, (tot 31 augustus 2010)
President Stenden University
F. Tshiwula
CEO Nelson Mandela Bay Tourism
Mw. L. Swanepoel
Councillor Ndlambe Municipality
G. Vass GM La Roche
Advisory Board
G. Vass (chairman)
GM La Roche
Drs. K.W. van der Hoek
Executive Board Stenden University
Dr. R. Mornet
Former Dean Witwatersrand Hotel School
Mw. V. Weyers
Group Operations Manager Mantis Collection
Prof. P. Naude
Executive Council NMMU
Mw. H. Sadiki
Provincial Director Standard Bank of South Africa
Mw. D. Joshua
Tourism Business Development Consultant
P. Myles
Tourism Consultant
Dr. G. Thompson
Dean International Hospitality Management, Stenden
W. Hensens (Secretary)
Academic Dean Stenden South Africa
Stenden University Indonesia (campus site Bali)
General Manager
B. Doesburg
Supervisory Board Bali
R. Veenstra, Phd hc, MBA, (tot 31 augustus 2010)
P. Suarthana
Advisory Board Bali
In oprichting
Stenden University Berlin
Rector
Prof. dr. M. Gertler (tot 1 juli 2009)
Stenden – School of Graduate Studies
Directeur
Dr. ir. H.H.M. Verheul (tot 1 juni 2010)
T. Strik generaal b.d. (vanaf 1 juni 2010)
Raad van Advies School of Graduate Studies
Dr. N. Johns
Director CTF Consultans, Norwich, UK
D. Krans BBA
Human Resources Director Hotel Okura Amsterdam
Drs. B. van der Tuuk
Consultant Tourism, Recreation and Leisure, Business
Strategies, Grontmij BV
G. Curiel MA, Bsc BA
Managing Director Caribbean
Development Center Bonaire NV
Dr. K. Breedveld
Director WJH Mulier Instituut
Stenden – Institute for Applied Research
Directeur Academic Affairs
Dr. ir. H.H.M. Verheul (tot 1 juni 2010)
T. Strik, generaal b.d. (vanaf 1 juni 2010 a.i.)
Lectoraten
Mw. dr. E. Cavagnaro
Service Studies
Dr. M. Dolk
Geïnspireerd leren
Dr. A. Bekman
Mens en organisatie
Dr. M. Spreen
Social Work and Arts Therapies
Dr. C. Wigmans en drs. Henk Pol
Ontwikkeling van veelvormig christelijk basisonderwijs
Drs. H. Revier
Mariene Wetlands Studies
Ir. P. van Elswijk
Economie op mensenmaat
Dr. O. Moufakkir
Tourism for Peace
Dr. G. Anthonio
Leadership & Change Management
T. Strik
Humanitarian Assistance
Dr. J. Waalkens
Kenniscirculatie, innovatie en ondernemerschap
Mw. dr. I. Delies
Duurzame Innovatie in de regionale kenniseconomie
(dubbellectoraat Stenden Hogeschool/Alfa-college)
Dr. D. Craig
Hospitality Management Studies
Stenden – Personeel & Arbeid
Dean
Mw. D. Riedstra MBA
Raad van Advies Personeel en Arbeid
Drs. H.C. Blanksma
Adviseur Directie en P&O / Zorggroep
Noorderbreedte (voorzitter tot 12 maart 2010)
J. Schagen
Directeur / Reax arbeidsre-integratie
(voorzitter vanaf 12 maart 2010)
Drs. A. Bosma
Ondernemer & psycholoog / Forest Advies
R.A.F. Jansen
Directeur / Dienst Sociale Zaken NW-Fryslan
F. van Dijk
Teamcoördinator / UWV Werkbedrijf Leeuwarden
Mw. drs. M. Koning
Manager Human Resources / Friesland Campina
Stenden – Media en Entertainment Management
Dean
Mr. P.P.C.J. Bemelmans
Raad van Advies Media en Entertainment
Management
D.H. Ahles
Directeur Magic Mountain BV
W. van Middendorp
Roadrunner International BV
R.J. Lips
Netcoördinator Ned. 1
Mw. S. Dhuyvetter
Executive Producer and Host Travel talk radio
Mw. N. van Thoor
Jungle Rating
T. Solarz
Creative Industries
S. Akkerman
Provincie Fryslan
W. Bol
Endemol
Stenden – Small Business & Retail Management
Dean
Mw. drs. R.A. Coumou
Raad van Advies RBS
J. van Nuenen
Lid Raad van Commissarissen
E. Diekstra
CEO Hamilton Bright
R. Jager
Operationeel Directeur Kenniscentrum Handel
H. de Brouwer
Organisatieadviseur
R.Thewessen
Directeur StudentenWerk
B. van den Nieuwenhoven
Sales director Hunkemöller
Stenden – International Business & Management
Studies
Dean
Mw. drs. R.A. Coumou
Raad van Advies IBMS
W. de Haan
Add Export Import Consultancy bv
J. Zeinstra
Wilaard bv
E. Schouwstra
Kamer van Koophandel
K. Emmelkamp
ABN Amro
Mw. M. van Bergen
projectmanagement, interim management,
beleidsadvisering
B. van Vliet
YKK Global Marketing Group
Stenden – International Office Management
Dean
Mw. D. Riedstra MBA
Raad van Advies IOM
Mw. M.H.H. Perquin-Sarneel Regiodirecteur Zaken
/ Regiokantoor Friesland Deutsche(voorzitter) Bank
Nederland N.V.
Drs. B.J.J. Kollmer
Programmadirecteur School of Technology /
Hogeschool INHOLLAND
Mw. M. van der Burgt
Adviseur sector secretarieel / ECABO
H. Borgstein
Hoofd Informatie en Automatisering / Provincie
Friesland
H. van der Veen
Regiodirecteur / Randstad
Mw. G. Zondervan
Manager / Wever en van Wijnen BV
Stenden – Tourism Management
Dean
Dr. F. de Klerk Wolters
Stenden – Leisure Management
Dean
Mw. A.B. Mannen MEM
Raad van Advies Tourism Management/
Leisure Management
J.K. Janssen
Directeur Fonds DuurSaam
126 127 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
A.T. van Eijk
Directeur Travel Counsellors Nederland BV
Mw. L. Weinans (voorzitter)
Directeur Bal-lorig
Mw. drs. I. Strouken
Directeur Nederlands centrum voor Volkscultuur
Mw. R. Waale
Directeur Keunstwurk
Drs. S. Tijsma
Afdelingshoofd Economie, Recreatie & Toerisme
Provinsje Fryslân
W. Hondius
Commercieel directeur Transavia
Mr. L.J. D’Amore
President IIPT
Drs. J.R. Ybema
Regiomanager HISWA
A. Messchaert
Manager World Sand Sculpting Academy
S. Bruin
project manager Norvell Jefferson
T. Hartog
Directeur Activa Tours en Key Tours
Mr. prof. dr. D. Holocek
Michigan State University
J. Boelens
Directeur Bewegingscentrum Drachten
R. Ermers
Directeur, SRC Cultuurvakanties
Stenden – Management en Economie
Directeur
Mr. S.T. van der Galiën
Raad van Advies International Business and
Languages
Mw. R. Biemans
Fresenius Hemocare
C. van der Blij
Röchling Engineering Plastics KG
B. Finke
Glencairn Capital Company BV/Antro BV/Jurjen BV
E.R.J. Zwols
Kentfort
A.F. Aartnzen
Alumnus Stenden IBL/Student Universiteit Twente
Mw. A.M. Dijk
Universiteit Groningen, Language Centre
Raad van Advies Logistiek en Economie
W. van der Ark
MCS Multimodaal Containertransport
M. Boelens
Distributiecentrum Super de Boer NV
H. Dijkstra
SCA
G.F. Hes
Koopman Logistics Group BV
R.M.J. van Heeswijk
VHILA
H. Mulder
Rietplas Consultancy BV
M. Ubels
Transport en Logistiek
Raad van Advies Commerciële Economie
E. Giethoorn
Rabobank
M. Kooi
Honeywell B.V.
S. Pilkes
ROC Friesland College MTRO Heerenveen
K. Smid
Gemeente Hoogeveen
Mw. M. v.d. Veen-Hoekstra
De Hypotheekshop Drachten
A. Nijholt
Randstad Uitzendbureau
Mw. M. Topphoff
Alumna Stenden CE/
Student Rijksuniversiteit Groningen
Raad van Advies Bedrijfseconomie
H. Tebbes
KPMG Audit
J. Tingen
Business2coach
H. van der Berg
Olijslager
Mw. K. Doek-De Grote
Countus
B. van der Slijk
Rabobank Emmen-Coevorden
A. Echten
Unive
Mw. R. Hilbrands-Lubbers
Ernst & Young
A.J. Pothof
Van der Zee slagerijen
T. van der Veen
De Hypotheekshop Drachten
M. Spit
UMCG
A. Meijer
Kroese & Wevers
W. Hadders
Sunoil Biodiesel Emmen
Stenden – Techniek
Directeur
Mw. I. Janssen
Raad van Advies Stenden Techniek
Ing. P. Breukers
Schoeller Arca Systems B.V.
J. Drees
Centric Managed ICT Service B.V.
A. Fennema
Pezy Products Innovation B.V.
H. Groen
IQ Therapeutics B.V.
M. Hiemstra
Basic Supply Group B.V.
H. Hof
Europe’s Energy Point
Mw. K. van Huisstede
Leveste Medische Microbiologie
R. Jipping
Emmtec Services B.V.
E. Koorman
Multimove B.V.
E. Koster
PhD Spark Holland B.V.
Ing. M. van de Kraats
Stichting STODT
E. Luth
Lucem Incendo Europe B.V.
K. Ophoff
Wavin Technology & Innovations B.V.
Ing. M. el Ouarti
Ordina Application Outsourching B.V.
Mw. L. Oudhuis
TNO Kwaliteit voor Leven
P. Roper (voorzitter)
The Compleat Consultant
R. Schuitema
TASS
J. Sikkenga
SG automatisering B.V.
J. Sytsma
Philips Consumer Lifestyle B.V.
R. Tuinhout
Logica Nederland B.V.
J. Veurink
Applied Polymer Innovations Institute
Stenden – Lerarenopleidingen Emmen,
Assen en Meppel
Dean
Mw. G. Tol (tot 1 november 2010)
Mw. drs. P. Krajenbrink a.i.
(vanaf 15 oktober 2010)
Stenden – Lerarenopleidingen
Leeuwarden en Groningen
Dean
Drs. W.J.T. Renkema (tot 29 februari 2010)
Mw. M. de Jager a.i. (vanaf 1 maart 2010)
Raad van Advies OLB
Mw. S. Amels-de Vries MA (voorzitter)
WSNS-coördinator SWV Westerkwartier/Roden.
Dr. J. Buitink
Universitair Hoofddocent Rijksuniversiteit Groningen
Dr. W. Meijer
vml. Universitair Hoofddocent
Rijksuniversiteit Groningen
S. van der Wal
Algemeen directeur NOVENTA
Stenden – International Hospitality Management
Dean
H. Zwart a.i.
Raad van Advies IHM
D. Bramwell
Managing Director DuncanBramwell & Company Ltd.
D.A. Boucke
General Manager N.V. Hotelmaatschappij Torarica
I. Buick MBA
Managing Director Buick Systems International LTD
Mw. R. Deken
Manager Corporate Recruitment Randstad Nederland
T.H.B. de Wolff
Director Hotel Tjaarda
Drs. E.G. Hoogendoorn
Managing Director Horwath Consulting
M. ten Hoor MBA
General Manager Stenden University Hotel
J. St. John
President & CEO Mantis International
Mw. H. Koopman
General Manager Radisson SAS Hotel Amsterdam
Airport
P. Kuiper
Directievoorzitter Stichting Kinderopvang Nederland
R. Lagerweij
General Manager Bulgari Hotels
T. Lodder
Director T3 HOTELS
W.A.J.P. Madlener
Directeur Facilitair Bedrijf Zorggroep Noorderbreedte
R.N. Mankarious
Chief Executive Officer Cedar Capital Partners
R. Nahon
Consultant Customer Care Consultancy
128 129 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
M.D. Olsen, Ph.D
Professor Pamplin College of Business, Department
of Hospitality and Tourism Management
R. Payer
General Manager Hilton Amsterdam
Mw. C. Pinck
Senior Salesmanager Tempo-Team Nationaal Branche
and Account Centrum
J.T. Roersma
Managing Director Hospitality Support Group
A. Rouwendal
General Manager Movenpick Hotel Amsterdam
J. Schaatsbergen
SVP KLM Facility Services afdeling SPL/YA
R. Visser
Operations Director Center Parcs
Drs. P.W.M. Vrancken
Student Counsellor Lindecollege
Mw. E. Walstra
Economic Affairs Council Leeuwarden
W. Waninge
Member of the managementteam Horeca
Bedrijfschap
B. van de Winkel
Ceneral Manager Hilton Athens
V.C. van Wulfen
Manager ICP-group Academic Medical Center
Mw. L. Zhang
General Manager Four Points Sheraton Shenzhen
G. Vass
General Manager Ellenborough Park
G. Bos
Lookingforbooking.com
C. Hubar
AB member in Escorial
Stenden – Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Dean a.i.
R.J. Kuipers (tot 1 november 2010)
Vanaf 1 november 2010:
Head of School Social Work and Arts Therapies a.i.
Mw. drs. A. Schokker
Raad van Advies SPH
Mw. D. Scholten
(voorzitter) Centrummanager ‘Swettehiem’ (Palet)
Mw. B. Mali
(vicevoorzitter) Coördinerend docent ROC Friese
Poort en Vaktherapeut Beeldend
O. Herder
Projectmanager WMO Gemeente Leeuwarden
Mw. A. Kooyman
Creatief therapeute beeldend bij GGZ Friesland
G. Bouma
Expert afdeling onderwijs en jeugdzorg van het
Nederlands Jeugdinstituut in Utrecht.
Drs. K.H.A. van Anken
Directeur-bestuurder Zienn
Mw. A. Adema
Sectormanager Sociaal cultureel Werk, Jeugd en
Samenlevingsopbouw bij Sinne Welzijn
Drs. H.C. Staverman
Psychiater GGZ Friesland en zorgprogrammadirecteur
Spoedeisende Psychiatrie
Mw. J. Slagter
Manager Zeuvenakker/Hanzeborg Appelscha
Stenden – Creatieve Therapie
Dean a.i.
R.J. Kuipers (tot 1 november 2010)
Vanaf 1 november 2010:
Head of School Social Work and Arts Therapies a.i.
Mw. drs. A. Schokker
Raad van Advies CT
Mw. D. Scholten
(voorzitter) Centrummanager ‘Swettehiem’ (Palet)
Mw. B. Mali
(vicevoorzitter) Coördinerend docent ROC Friese
Poort en Vaktherapeut Beeldend
O. Herder
Projectmanager WMO Gemeente Leeuwarden
Mw. A. Kooyman
Creatief therapeute beeldend bij GGZ Friesland
G. Bouma
Expert afdeling onderwijs en jeugdzorg van het
Nederlands Jeugdinstituut in Utrecht.
Drs. K.H.A. van Anken
Directeur-bestuurder Zienn
Mw. A. Adema
Sectormanager Sociaal cultureel Werk, Jeugd en
Samenlevingsopbouw bij Sinne Welzijn
Drs. H.C. Staverman
Psychiater GGZ Friesland
Mw. J. Slagter
Manager Zeuvenakker/Hanzeborg Appelscha
Stenden University Hotel
Directeur
M. ten Hoor MBA
Stenden MeetingU, Congres- & Evenementenbu-
reau
Directeur
M. ten Hoor MBA
AC Alfa-college
Ad Associate degree
AGW Activiteiten Gerelateerd Werken
AOLB Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs
API Applied Polymer Innovations Institute Emmen B.V.
BE Bedrijfseconomie
BKO Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek
BML Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek
BNGR Boven Nominaal of behaalde GRaad
CE Commerciële Economie
C(h) Chemie
CHN Christelijke Hogeschool Nederland
CO Corporate Office
CROHO Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs
CT Creatieve Therapie
CvB College van Bestuur
Dr. Doctor
Drs. Doctorandus
EER Europese Economische Ruimte
EFQM European Foundation for Quality Management
EISS Educational Institute for Service Studies
ELRHA Enhancing Learning and Research for Humanitarian Assistance
ESO Educational Support Office
ETFI European Tourism Futures Institute
EU Europese Unie
EVC Erkennen van Verworven Competenties
EZ Ministerie van Economische Zaken
FabLab Fabrication Laboratorium
FC Friesland College
FIBAA-A Foundation for International Business Administration Accreditation
FP Friese Poort
Fte Full Time Equivalent
GCS Global Campus Site
GGZ Geestelijke GezondheidsZorg
GMR Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
GT Grand Tour ®
HACCP Hazard Analysis and Critical Control Points,
HAM Humanitarian Assistence Management
HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs
HBO Hoger Beroeps Onderwijs
HD Hogeschool Drenthe
Hd Honours degree
HEAO Hoger Economisch en Administratief Onderwijs
HEO Hoger Economisch Onderwijs
HHO Hoger Hotel Onderwijs
HTRO Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs
HO Hoger Onderwijs
Bijlage 13 Afkortingenlijst
130 131 / Stenden Hogeschool
Jaarverslag 2010
HPO Hoger Pedagogisch Onderwijs
HR Hogeschoolraad
HRM Human Resource Management
HSAO Hoger Sociaal-Agogisch Onderwijs
HTNO Hoger Technisch en Natuurwetenschappelijk Onderwijs
HTS Hogere Technische School
I Informatica
IAR Institute for Applied Research
IBL International Business & Languages
IBMS International Business and Management Studies
ICT Informatie & Communicatie Technologie
IHM International Hospitality Management
IIPT International Institute of Peace through Tourism
Ing. Ingenieur (HBO)
Ir. Ingenieur (WO)
ISM Instituut Service Management
ITM International Tourism Management
ITS Internationaal Toegankelijkheids Symbool
IvhO Inspectie van het Onderwijs
JAU Jordanian Applied University
KCE Kennis Campus Emmen
KDK Kennisknooppunt Duurzame Kunststoffen
KiLO Kwaliteit in het Laboratorium Onderwijs
KSI Kenniscentrum Sociale Innovatie
L&E Logistiek & Economie
LM Leisure Management
LOB Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding
LondonMet London Metropolitan University
LS Laagspanning
MAIHM Master of International Hospitality Managemen
MAIHEM Master of International Higher Education Management.
MAILM Master of International Logistics Management
MAILTS Master of International Leisure and Tourism Management
MAIRM Master of International Retail Management
MAISM Master of International Service Management
MAL&I Master of Learning & Innovation
MBA Master of Business Administration
MBO Middelbaar Beroeps Onderwijs
MEM Media & Entertainment Management
MICE Meeting, Incentives, Conferences and Events
MIT Massachusets Institute of Technology
MKB Midden- en Kleinbedrijf
Mr. Meester in de rechten
MTO Medewerkerstevredenheidsonderzoek
NCSI Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie
NEMATO Nelson Mandela Township
NEN Nederlands Normalisatie-instituut
NFO Netto Functioneel Oppervlak
NGO Niet-gouvernementele organisatie
NHL Noordelijke Hogeschool Nederland
NOHA Network on Humanitarian Assistance
NQA Netherlands Quality Agency
NSE Nationale Studenten Enquête
TNS/NIPO Taylor Nelson Sofres/Nederlands Instituut voor Publieke Opinie
NVAO Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie
OBP Ondersteunend en -Beheerpersoneel
OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
OLB Opleiding tot Leraar Basisonderwijs
OMT Onderhoudsmanagement- en Technologie
OM Office Management
OP Onderwijzend Personeel
P&A Personeel & Arbeid
P&C Planning & Control
PBL Problem Based Learning
PGL Probleem Gestuurd Leren
PGO Probleem Gestuurd Onderwijs
PhD Doctor of Philosophy
PO Primair Onderwijs
P&O Personeel & Organisatie
PVT Personeelsvertegenwoordiging
QA Quality Assurance
RI&E Risico Inventarisatie & Evaluatie
RM Retail Management
ROC Regionaal Opleidingen Centrum
RvT Raad van Toezicht
SADC Southern African Development
Community, waarin zo’n vijftien landen participeren
SBO Speciaal Basisonderwijs
SBRM Small Business & Retail Management
SfN Students for Nature
SGS School of Graduate Studies
SHB Samenwerkende Hogeschoolbibliotheken
SIFE Students In Free Enterprise
SIM Social Innovation Management
SPH Sociaal Pedagogische Hulpverlening
SPW Sociaal Pedagogisch Werk
STIE Sekolah Tinggi Ilmu Ekonomi Triatma Mulya
STO Studenttevredenheidsonderzoek
Stura Studentenraad
SuH Stenden University Hotel
TI Technische Informatica
TVM Transport Verzekerings Maatschappij
TM Tourism Management
TNO Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek
UCF University Campus Fryslân
VAVO Voortgezet Algemeen VolwassenenOnderwijs
VBI Visiterende en beoordelende Instantie
VMBO Voorbereidend Middelbaar BeroepsOnderwijs
VO Voortgezet Onderwijs
VONDST Verkorte Opleiding Nieuwe Duale Stijl
VTK Vrijetijdskunde
VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs
WO Wetenschappelijk Onderwijs
WTBK Werktuigbouwkunde
132
ww
w.s
ten
den
.com