Regio’s in economisch perspectief 2013
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 2
Colofon
AuteursStef BaisHenk van den BrinkThijs GeijerRico LumanFerdinand NijboerRobbert-Jan Visser
RedactieFerdinand NijboerMarcel Peek
DisclaimerDe informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifi eke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uit oefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., ge-vestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig fi nanci-eel instrument. Deze publicatie is louter informatief en mag niet worden beschouwd als advies. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd wor-den zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbe-standen zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten.
De tekst is afgesloten op 30 november 2012. De regionaal economische kerncijfers zijn afgesloten op 22 november 2012.
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 3
Inhoudsopgave
Voorwoord 4
Grote verschillen in werkloosheidsgroei per provincie 5
Regionaal economische kerncijfers 11
Groningen 11 Oost-Groningen 14 Delfzijl en omgeving 17 Overig Groningen 20
Friesland 23 Noord-Friesland 26 Zuidwest-Friesland 29 Zuidoost-Friesland 32
Drenthe 35 Noord-Drenthe 38 Zuidoost-Drenthe 41 Zuidwest-Drenthe 44
Overijssel 47 Noord-Overijssel 50 Zuidwest-Overijssel 53 Twente 56
Gelderland 59 Veluwe 62 Achterhoek 65 Arnhem/Nijmegen 68 Zuidwest-Gelderland 71
Utrecht 74
Flevoland 77
Noord-Holland 80 Kop van Noord-Holland 83 Alkmaar en omgeving 86 IJmond 89 Agglomeratie Haarlem 92 Zaanstreek 95 Groot-Amsterdam 98 Het Gooi en Vechtstreek 101
Zuid-Holland 104 Agglomeratie Leiden en Bollenstreek 107 Agglomeratie ‘s-Gravenhage 110 Delft en Westland 113 Oost-Zuid-Holland 116 Groot-Rijnmond 119 Zuidoost-Zuid-Holland 122
Zeeland 125 Zeeuwsch-Vlaanderen 128 Overig Zeeland 131
Noord-Brabant 134 West-Brabant 137 Midden-Brabant 140 Noordoost-Brabant 143 Zuidoost-Brabant 146
Limburg 149 Noord-Limburg 152 Midden-Limburg 155 Zuid-Limburg 158
Bijlagen 161
Contactpersonen 161 Lijst met gebruikte afkortingen 162 Technische toelichting bij regionale economische kerncijfers 163
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 4
Voorwoord
LeeswijzerDeze regio’s in economisch perspectief 2013 bestaat uit een overzicht van de regionale economische ontwikkelingen in 2013, specifi ek voor de economische groei en de arbeidsmarkt. Verder is voor 12 provincies en 38 regio’s een overzicht opgenomen met daarin de regionale economische kerncijfers. Per gebied worden de stand van zaken en de vooruitzichten op het vlak van bevolking, economische ontwikkeling, arbeidsmarkt, sectorstructuur en huizenmarkt geschetst.
Ondernemen in turbulente tijden is dynamisch en vraagt veel van ondernemers en bedrijven. Resultaten uit het ver-leden, trends en ontwikkelingen, de stand van de econo-mie, het overheidsbeleid, de ontwikkelingen in de sector, administratieve lastendruk, prestaties van branchegenoten: het zijn allemaal voorbeelden van factoren die van belang zijn voor het succes van de onderneming. Kennis over deze – en andere – omgevingsfactoren is relevante management-informatie, waarop belangrijke strategische keuzes in de onderneming kunnen worden gemaakt.
ING ziet het als haar taak om ondernemers te helpen, ook in economisch moeilijke tijden, mede door kennis over de markt, de sector en de regio te delen met haar klanten. Voor ondernemend Nederland publiceert het ING Economisch Bureau regelmatig sector- en regiovisies. De kennis die de ING heeft over de markt waarin ondernemingen opereren, delen we ook in grote en kleinere bijeenkomsten, maar ook in een-op-een rapportages, zoals de Conditietest voor bedrijven en instellingen en de Bedrijfsscan voor MKB-bedrijven. Met de Conditietest delen we met de onderne-ming de strategische en fi nanciële inzichten en bespreken we hoe deze aansluiten op zijn strategische plannen. De Bedrijfsscan biedt de mogelijkheid voor MKB-ers om met de ING-relatiemanager te sparren over kansen in de bedrijfs-voering.
Regio’s in economisch perspectief 2013 richt zich op de directe geografi sche omgeving van de onderneming. Het beschrijft de ontwikkelingen in de 12 provincies en hun 38 regio’s, die samen Nederland vormen. De bevolkingssa-menstelling, economische ontwikkeling, de arbeidsmarkt,
sectorstructuur en de huizenmarkt zijn in kaart gebracht en het rapport schetst de belangrijke economische trends voor het komende jaar. Ik vertrouw erop dat dit rapport een hand-vat biedt om nog beter te ondernemen. De relatiemanagers van de ING staan klaar om u hierbij verder te helpen.
Annerie VreugdenhilDirecteur Zakelijk ING Nederland
Grote verschillen in werkloosheidsgroei per provincie
In 2013 kampen evenals in 2012 vrijwel alle regio’s met een krimpende economie en oplopende werkloosheid. Alleen voor Flevoland wordt voor volgend jaar geen krimp (0,0%) van de economie voorzien. De werkloosheid loopt in 2013 sterk uiteen: van 5,8% in Zeeland tot 9,9% in Flevoland. Deze laatste provincie neemt volgend jaar dus een bijzondere positie in, door als enige provincie niet te krimpen en de hoogste werkloosheid te noteren. Dit is tekenend voor een stagnerende regionale economie die groei put uit bevolkingstoename, maar door toestroom van jongeren op de arbeidsmarkt kampt met snel oplopende werkloosheid.
Negatieve groeivooruitzichten voor 2013De groeivooruitzichten voor de Nederlandse economie zijn voor 2013 negatief. De krimp wordt naar verwachting -0,5% (2012: -1,0%). Dit, terwijl er in de afgelopen vijf jaar vanwege het optreden van twee recessies, ook al per saldo nauwe-lijks sprake is geweest van groei. Huishoudens zullen naar verwachting volgend jaar voor het derde achtereenvolgende jaar hun uitgaven terugschroeven. Dit onder invloed van be-zuinigingen, lastenverzwaringen, een aanhoudend zwakke woningmarkt en verder oplopende werkloosheid. Ook het lage consumentenvertrouwen en de heersende onzekerheid ten aanzien van de voor latere jaren te verwachten eigen fi nanciële situatie maakt de gemiddelde consument terug-houdend bij het doen van grote uitgaven.
Jaren van economische stagnatie hebben bij veel bedrijven tot overcapaciteit en verminderde fi nanciële weerbaarheid geleid. Bij vooralsnog sombere vraagvooruitzichten lijkt het dan ook aannemelijk dat de bedrijfsinvesteringen niet snel zullen aantrekken.De groeimotor van de Nederlandse economie lijkt volgend jaar dan ook, net zoals in 2012, de uitvoer te gaan worden. Maar omdat in veel landen onder invloed van overheids-maatregelen het tempo van economische groei onder druk komt te staan, zal deze motor volgend jaar minder hard draaien dan in 2012.
Flevoland en Noord-Holland koplopers, maar zonder groeiHet landelijke economische beeld is op nagenoeg alle provincies van toepassing. Ook in 2013 zijn de regionale verschillen in economische groei niet al te groot. Vanuit provincieperspectief bezien is het Flevoland dat als enige provincie niet zal krimpen in 2013: 0,0% (tabel 1). Flevoland kent al jaren een relatief sterke bevolkingsgroei, waardoor de consumptie, zelfs bij een gelijkblijvend consumptieni-veau per persoon, toe kan nemen. Consumentensectoren als detailhandel en horeca beperken hierdoor de invloed van de teruglopende koopkracht. In de Randstedelijke provin-cies Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland blijft de krimp beperkt (-0,3% tot -0,4%). Groot-Amsterdam is de enige re-gio in Nederland die groeit, ook al is het maar met 0,1%. De regio combineert groei in logistiek (Schiphol) en (internati-onale) groothandel met een bovengemiddelde bevolkings-
Tabel 1 Top 3 provincies naar economische groei 2011-2013
Rang 2011 2012* 2013*
1 Noord-Brabant 2,1% Zeeland 0,2% Flevoland 0,0%2 Flevoland 2,0% Groningen -0,1% Noord-Holland -0,3%3 Utrecht 2,0% Zuid-Holland -0,7% Utrecht -0,3%
* Ramingen ING Economisch Bureau
Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 6
groei. Utrecht kent een bovengemiddelde bevolkingsgroei, maar ook de zorgsector levert een bijdrage. In Zuid-Holland is het Den Haag dat de kar trekt.
Krimp economie Oost-Nederland en Groningen rond het gemiddelde In Overijssel en Gelderland neemt de omvang van de provinciale economie in 2013 af met 0,6%. De grootste krimp in Gelderland vindt plaats in de Achterhoek (bouw, bevolkingskrimp). In Overijssel voorkomt de aantrekkende metaal- en machine-industrie (sterk vertegenwoordigd in Twente en Noord-Overijssel) een nog grotere economische terugval vanwege de sterke concentratie van de slecht pres-terende bouw. Groningen presteert in lijn met het landelijke gemiddelde, ondanks het feit dat twee van haar gebieden in de onderste regionen verkeren. Binnen Groningen compenseert de eco-nomisch grote regio Overig Groningen (o.a. stad Groningen en Eemshaven), vooral dankzij een stabiele ontwikkeling van gasopbrengsten, de zwakke positie van de kleine regio’s Oost-Groningen en Delfzijl en omgeving. Overig Groningen behoort tot de groep van 4 regio’s (van de in totaal 40 onderscheiden regio’s), die in 2013 niet krimpt.
Bevolkingskrimp versterkt economische krimp Zeeland, Limburg, Drenthe en Friesland laten in 2013 naar verwachting de laagste groei van alle provincies zien (van -0,7% tot -0,9%). Zeeland en Limburg hebben vooral last van de lage bevolkingsgroei en de terugval van de groei in de chemische industrie. Friesland, Drenthe en Zeeland
zijn de drie provincies met de geringste bevolkingsgroei. In Friesland speelt ook een rol dat de oververtegenwoor-digde agrarische sector volgend jaar naar verwachting minder presteert dan in 2012. In Drenthe zijn bouw, zorg en landbouw sterk aanwezig, maar deze sectoren krimpen in 2013 (bouw) of groeien in een lager tempo (zorg en land-bouw).
Uiteenlopende provinciale belangen in de economieIn fi guur 1 is te zien dat de provincies heel verschillende bij-dragen leveren aan de Nederlandse economie. De bijdrage loopt uiteen van 1,7% door Flevoland tot 21% door Zuid-Hol-land. Deze provincies verschillen dan ook sterk in bijvoor-beeld het aantal inwoners en de hoeveelheid bedrijven.
Het aandeel van een provincie in de omvang van de eco-nomie wordt deels weerspiegeld in de bijdrage die de provincies aan de economische groei in 2013 leveren. Het bovengemiddelde groeicijfer van Flevoland compenseert
Tabel 2 Regionale economische groei 2011-2013
Provincie Groei 2011 Groei 2012* Groei 2013*
Groningen -3,0% -0,1% -0,4%Friesland 0,8% -1,3% -0,7%Drenthe 1,3% -1,0% -0,8%Overijssel 1,9% -1,5% -0,6%Flevoland 2,0% -0,8% 0,0%Gelderland 1,5% -1,3% -0,6%Utrecht 2,0% -1,0% -0,3%Noord-Holland 1,0% -0,9% -0,3%Zuid-Holland 1,5% -0,7% -0,4%Zeeland -0,1% 0,2% -0,9%Noord-Brabant 2,1% -1,5% -0,6%Limburg 1,0% -0,8% -0,9%
Nederland 1,2% -1,0% -0,5%
* Ramingen ING Economisch Bureau
Bron: CBS
Figuur 1 Het belang van de provincies in de Nederlandse economie
Bron: CBS, ING Economisch Bureau
■ Aandeel > 10%
■ Aandeel 5-10%
■ Aandeel 0-5%
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 7
Hoogste economische krimp in noordoostelijke en zuidwestelijke regio’s In negen van de veertig regio’s is de economische krimp tegen de 1 tot 1,5%, dus het dubbele tot drievoudige van de Nederlandse groeidaling (fi guur 2). Zeeuwsch-Vlaanderen is naar verwachting de hekkensluiter in 2013. De regio blijft daarmee Oost-Groningen, Zuid-Limburg en Zuidoost-Drenthe voor. Deze regio’s zijn gebieden met bevolkings-krimp, een remmende factor voor economische groei. Zeeuwsch-Vlaanderen wordt in 2013 fors geraakt door de la-gere groei van de chemische industrie, die ruim een derde van de regionale economie vertegenwoordigt.
De regionale arbeidsmarkt in mineurING Economisch Bureau verwacht in 2013 een verdere stij-ging van de werkloosheid in alle provincies. In de tweede helft van 2011 is een trend van een snel toenemend aantal werklozen ingezet, gelijktijdig met een krimpende econo-mie. Ook in de eerste tien maanden van 2012 liep de werk-loosheid op, met gemiddeld bijna 7.000 per maand. Dit ter-wijl in de eerste twee kwartalen de economie licht groeide. De arbeidsmarkt reageert vertraagd op de economische situatie en zal dat ook blijven doen in 2013, zeker omdat in het derde kwartaal de economie fors inzakte en ook voor het vierde kwartaal krimp wordt voorzien.
Hoewel de bouw, de industrie en de fi nanciële dienstver-lening het vaakst genoemd zijn bij de recente hausse aan aangekondigde reorganisatieplannen, zijn er weinig secto-ren die ontkomen aan het verlies aan banen. Ook openbaar bestuur en overheid voelen inmiddels de twee jaar geleden aangekondigde sanering van het ambtenarenapparaat. Al-leen de groeiende en arbeidsintensieve zorgsector blijft ex-tra banen realiseren, maar ook die banenmotor stokt lang-zaam maar zeker. Omdat het banenverlies door vrijwel alle sectoren heenloopt, krijgen ook alle regio’s te maken met oplopende werkloosheid in 2013. De regionale verschillen zijn echter groot (fi guur 3). In Flevoland en de drie noorde-lijke provincies zal de gemiddelde werkloosheid rond de 9%
de krimp van de Nederlandse economie als geheel nauwe-lijks. Ook de invloed van de relatief sterke krimp in Zeeland op de hele Nederlandse economie is beperkt.
Tabel 3 Top 3 economische groei- en krimpregio’s 2011-2013
Rang 2011 2012* 2013*
1 Zuidoost-Noord-Brabant 3,5% Zeeuwsch-Vlaanderen 1,2% Groot-Amsterdam 0,1%2 Noord-Overijssel 2,5% Delfzijl en omgeving 1,1% Flevoland 0,0%3 Noord-Limburg 2,2% Overig Groningen 0,1% ‘s-Gravenhage 0,0%
38 IJmond -0,8% Achterhoek -2,1% Zuid-Limburg -1,1%39 Delfzijl en omgeving -1,8% Zuidoost-Zuid-Holland -2,2% Zuidoost-Drenthe -1,2%40 Overig Groningen -3,7% Oost-Zuid-Holland -2,2% Zeeuwsch-Vlaanderen -1,4%
* Ramingen ING Economisch Bureau
Bron: CBS
Figuur 2 Economische groei- en krimpregio’s in 2013
Bron: ING Economisch Bureau
■ (Nul)groei
■ Beneden gemiddelde krimp
■ Gemiddelde krimp
■ Bovengemiddelde krimp
■ Sterke krimp
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 8
uitkomen. Ook Zuid-Holland, dat met naar schatting 137.000 werklozen volgend jaar voor bijna een kwart bijdraagt aan de totale werkloosheid, heeft met 8,2% een bovengemiddeld hoge werkloosheid. Zeeland blijft de positieve uitschieter, met in 2013 bijna 6% werkloosheid, onder het geraamde lan-delijke gemiddelde van 7,3% voor heel 2013 (6,4% in 2012). Het aantal werklozen ligt door ontslagen in bijvoorbeeld de Zeeuwse industrie (Dow Chemical, Zalco, Thermphos) wel fl ink hoger dan in 2011.
Flevoland en noordelijke provincies hebben hoogste werkloosheidspercentagesDe provincie met het hoogste gemiddelde werkloosheids-percentage in 2013 is naar verwachting Flevoland (9,9%). Afwisselend met Groningen en eenmalig Drenthe of Fries-land neemt deze provincie in de afgelopen drie jaar deze niet benijdenswaardige koppositie in. Overigens is in 2013 de totale werkloze beroepsbevolking in deze vier provin-
cies (92.000) gelijk aan die in de hele provincie Noord-Holland (fi guur 4).
De noordelijke provincies hebben vanouds een hogere werkloosheid dan geheel Nederland en ook in 2013 (met alle drie percentages van rond de 9%) is dit toch weer het geval. Het goede nieuws voor de toekomst is echter dat het verschil in het afgelopen decennium steeds kleiner is geworden.
De stijging van de noordelijke werkloosheid wordt enigs-zins gedempt door de zorgsector. Het aantal banen in de arbeidsintensieve zorg is in alle noordelijke deelgebieden behalve Zuidoost-Drenthe verhoudingsgewijs hoger dan gemiddeld in Nederland. De zorgvraag zal vanwege de sterkere vergrijzing in het noorden van het land de komende jaren zeker blijven stijgen. De relatief sterke groei van de beroepsbevolking in Flevo-land beperkt het percentage van de werkloosheid in deze provincie nog. De groei van het aantal werklozen is vooral het gevolg van een hogere toetreding van jongeren tot de arbeidsmarkt. Flevoland heeft vooral last van de kentering op de arbeidsmarkt in Amsterdam, de meest populaire werkstad voor inwoners van Almere.
Figuur 3 Verwachte werkloosheidspercentages in 2013 (en 2012) per provincie
Bron: ING Economisch Bureau
9,3% (7,7%)
8,9% (7,6%)
9,6% (7,6%)
6,9% (6,1%)
9,9%(8,3%)
6,8% (6,1%)
6,9%(6,1%)
8,2% (7,3%)
7,1% (6,1%)
6,3% (5,6%)
6,5%(5,7%)
5,8% (4,5%)
■ Lage werkloosheid
■ Beneden gemiddelde werkloosheid
■ Gemiddelde werkloosheid
■ Bovengemiddelde werkloosheid
■ Hoogste werkloosheid
Figuur 4 Verwachte spreiding gemiddelde werkloze beroepsbevolking (580.000) in 2013 per provincie
Bron: ING Economisch Bureau
25.000
26.000
21.000
36.00020.000
63.000
92.000
137.000
43.000
74.000
33.000
10.000
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 9
Gevarieerd beeld werkloosheid in Randstad provinciesAmsterdam (7,0%) noteerde in het derde kwartaal van 2012 al een bovengemiddeld hoog werkloosheidspercentage. Echter, in Rotterdam (12,1%) en Den Haag (11,2%) lagen die percentages nog fors hoger. In Noord-Holland blijft de werkloosheid ook in 2013 met 6,9% beneden het nationale gemiddelde, maar ook daar slinkt het aantal banen in hoog tempo. Dit komt vooral doordat de Amsterdamse banenmotor (goed voor 60% van de Noord-Hollandse banen) begint te haperen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de reorganisaties in de sterk vertegenwoor-digde fi nanciële sector. Niet alleen banken en verzekeraars, maar ook tussenpersonen lijden onder de aanhoudende crisis in Europa en op de Nederlandse woningmarkt. Ook in en rond Rotterdam en Utrecht, maar ook bijvoorbeeld Leeuwarden, waar de fi nanciële sector oververtegenwoor-digd is, leidt dit tot een verhoudingsgewijs sterker banen-verlies.Daar komt voor diverse grote steden nog bij dat grote aan-tallen studenten zich na verlenging van hun studieperiode alsnog hebben gemeld op de arbeidsmarkt. Het aandeel Utrechtse jongeren (tussen 15 en 27 jaar) bijvoorbeeld dat als niet werkend staat ingeschreven is fors toegenomen (met 12%).
Dat de in 2013 verwachte werkloosheid in Zuid-Holland met 8,2% boven en in Utrecht met 7,1% onder het nationale ge-middelde (7,3%) ligt, heeft te maken met de prominente aan-wezigheid van logistieke en bouwbedrijven in Rotterdam, sectoren die het al langere tijd zwaar te verduren hebben. In Utrecht zijn vooral de stabielere zakelijke dienstverlening en overheid goed vertegenwoordigd.Zuid-Holland en Utrecht zijn echter ook de twee provincies met de meest overheidsgevoelige economieën van ons land. Door bezuinigingen en reorganisaties bij ministeries, Belastingdienst, Defensie en andere overheidsdiensten zal het aantal ambtenaren in deze provincies sterker dalen dan elders en de werkloosheid een sterkere negatieve impuls krijgen. De inkrimping van de overheid en het openbaar bestuur trekt uiteraard een zware wissel op de Haagse arbeidsmarkt. Ook in 2013 en 2014 zal dit tot verder banen-verlies leiden, rond Den Haag, maar ook in Utrecht, Assen, Groningen en andere steden met een sterk vertegenwoor-digde overheidssector.
Gelderland en Overijssel zijn middenmotersGelderland en Overijssel zijn waarschijnlijk de meest ‘doorsnee’ provincies van ons land. Wat betreft werkloos-heid liggen ze met percentages van tegen de 7% net onder het Nederlandse gemiddelde. Wat sectorstructuur betreft zijn er in vergelijking met andere provincies relatief weinig uitschieters ten opzichte van de nationale sectorstructuur. Alleen banen in industrie en bouw zijn oververtegenwoor-digd in deze provincies. Reorganisaties in deze sectoren
zijn evenals in 2009 en 2010 aan de orde van de dag. Het verschil is echter dat de destijds ingevoerde deeltijd WW (waarvan Gelderlanders na Brabanders het meeste gebruik maakten) niet meer bestaat. Bovendien zijn de fi nanciële reserves van bedrijven op, zodat personeel niet meer kan worden vastgehouden als de omzetten en resultaten terug-lopen. De Achterhoek heeft met veel bouwbedrijven en een economische krimp in zowel 2012 als 2013 een kwetsbare arbeidsmarkt. Geluk bij een ongeluk is nog dat door vergrij-zing de beroepsbevolking in deze regio krimpt, hetgeen het aantal werklozen door de vervangingsvraag enigszins drukt.
Zuid-Nederland behoudt laagste werkloosheidspercentagesZeeland heeft in absolute zin (hooguit 10.000 werklozen in 2013) en relatief de laagste werkloosheid van Nederland. Met een verwachte werkloosheid van 5,8% in 2013 scoort de provincie ruim onder het Nederlandse gemiddelde. Toch zal ook vooral in Zeeuws-Vlaanderen, waar veel industrie aanwezig is, het aantal banen slinken. In de rest van Zee-land, waar veel werkgelegenheid bestaat in de horeca en detailhandel, is de banenkrimp minder groot.Met een verwachte 6,3% voor 2013 blijft ook de gemiddelde Brabantse werkloosheid op een laag niveau. Alleen in Zuid-oost-Brabant ligt het percentage werklozen iets hoger. Dit komt onder andere doordat er veel 45 tot 65 jarigen in het gebied wonen. Onder hen is er minder dynamiek (in- en uitstroom) op de arbeidsmarkt, waardoor de werkloosheid binnen deze leeftijdscategorie hoger is. De Limburgse werkloosheid stijgt van 5,7% dit jaar naar een verwachte 6,5% in 2013 en scoort daarmee beter dan Nederland als geheel, ondanks de hogere gemiddelde leeftijd en het lagere opleidingsniveau in Limburg. Door de forse omvang van de industriesector zal de werkgelegen-heid vooral onder druk komen te staan in Midden- en Zuid-Limburg en minder in Noord-Limburg. De reeds bestaande werkloosheidverschillen tussen de verschillende Limburgse regio’s kunnen hierdoor toenemen. Probleem op de Lim-burgse arbeidsmarkt is het ontoereikende aanbod van hoogopgeleiden. Na Drenthe kent de provincie het laagste aandeel HBO’ers en universitair geschoolden.
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 10
Tabel 4 Regionale economische groei 2011-2013
Groei Groei GroeiRegio 2011 2012* 2013*
Oost-Groningen 1,1% -1,0% -1,1%Delfzijl en omgeving -1,8% 1,1% -0,9%Overig Groningen -3,7% 0,1% 0,0%Noord-Friesland 0,1% -0,9% -0,7%Zuidwest-Friesland 1,8% -2,0% -0,7%Zuidoost-Friesland 1,6% -1,7% -0,8%Noord-Drenthe 1,0% -0,5% -0,4%Zuidoost-Drenthe 1,0% -1,2% -1,2%Zuidwest-Drenthe 1,9% -1,6% -0,7%Noord-Overijssel 2,5% -1,1% -0,3%Zuidwest-Overijssel 1,1% -1,4% -0,7%Twente 1,6% -1,7% -0,6%Veluwe 1,4% -1,5% -0,6%Achterhoek 1,8% -2,1% -1,0%Arnhem / Nijmegen 1,3% -0,6% -0,3%Zuidwest-Gelderland 1,7% -1,8% -0,9%Utrecht 2,0% -1,0% -0,3%Kop van Noord-Holland 1,0% -1,3% -0,7%Alkmaar en omgeving 1,4% -1,1% -0,5%IJmond -0,8% -2,1% -0,8%Agglomeratie Haarlem 1,4% -0,5% -0,3%Zaanstreek 1,9% -1,3% -0,1%Groot-Amsterdam 1,0% -0,6% 0,1%Het Gooi en Vechtstreek 1,4% -1,5% -0,9%Aggl. Leiden en Bollenstreek 1,9% -0,8% -0,4%Agglomeratie ‘s-Gravenhage 1,1% -0,5% 0,0%Delft en Westland 1,3% -0,6% -0,1%Oost-Zuid-Holland 1,4% -2,2% -1,0%Groot-Rijnmond 1,5% -0,2% -0,4%Zuidoost-Zuid-Holland 1,7% -2,2% -0,7%Zeeuwsch-Vlaanderen -0,6% 1,2% -1,4%Overig Zeeland 0,2% -0,5% -0,7%West-Noord-Brabant 1,4% -0,8% -0,5%Midden-Noord-Brabant 1,7% -1,4% -0,7%Noordoost-Noord-Brabant 1,7% -1,4% -0,6%Zuidoost-Noord-Brabant 3,2% -2,1% -0,6%Noord-Limburg 2,2% -1,4% -0,7%Midden-Limburg 0,9% -0,8% -0,6%Zuid-Limburg 0,6% -0,6% -1,1%Flevoland 2,0% -0,8% 0,0%
Nederland 1,2% -1,0% -0,5%
* Ramingen ING Economisch Bureau
Bron: CBS
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 11
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de provincie Groningen 580.875 inwoners, in 2007 waren dat er 573.614. De jaarlijkse be-volkingsgroei ligt met 0,3% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 1,3% zijn toegenomen tot 588.400 personen.Met een aandeel van 21,7% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Groningen een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Groningen bedroeg in 2011 € 27,5 miljard (figuur 2), dat is € 47.446 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 4,7% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 iets minder zal krimpen (-0,4%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 261.000 personen, dat is 45,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,9% fractie boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Groningen
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
588.400580.875573.614
13,8%15,0%14,2%
14,8%15,5%16,4%
23,9%25,5%27,9%
27,0%27,4%26,7%
20,5%16,6%14,9%
21.000
22.000
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
20
22
24
26
28
30
32
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Groningen Nederland Groningen
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 391 0,1% -0,1%
Beroepsbevolking 261 0,8% 0,9%
Werkzame beroepsbevolking 242 0,8% 0,9%
Werkloze beroepsbevolking 19 1,6% 3,1%
in % 7,3
Provincie Groningen
December 2012 12Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedroeg het aandeel laaggeschoolden 21,2%. Daarmee heeft de provincie Groningen een relatief hoog-geschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2). Dit is onder meer te danken aan de aanwezigheid van de Rijks-universiteit Groningen en de Hanzehogeschool en Stenden Hogeschool.
Bron: CBS
Met 7,3% lag de werkloosheid in de provincie Groningen in 2011 fors boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de Groningse werkloosheid nog steeds ruim boven die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een gemiddelde werkloosheid van 9,3% verwacht.Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Groningen het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemid-delde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in de provincie Groningen toegenomen met 16,9% tot 29.000. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Groningen veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de trans-port en opslag en de zorgsector en weinig in de zakelijke dienstverlening en de bouw. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector, de overheid en het onderwijs en de
industrie (inclusief de hier sterk vertegenwoordigde ener-giesector) en weinig in de handel, de financiële dienstverle-ning en de agrarische sector (tabel 3). De delfstoffenwinning (onderdeel van de categorie overig) is zeer bepalend voor de Groningse productiewaarde en groeicijfers, maar niet voor het aantal vestigingen of banen.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale Groningse investeringen in vaste activa € 3,8 miljard. Dat is 3,3% van de totale Neder-landse investeringen in vaste activa. Alleen in de Groningse industrie werd in vergelijking met Nederland meer geïnves-teerd, in alle andere Groningse sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandGroningen
57,9%51,6%
25,2%32,0%
5,0%4,8%425.59318.912
11,9%11,5%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Groningen
3% 3%
11%
19%
2% 2%
13%12%
5%3%
42% 41%
21% 20%
3% 1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Groningen Nederland Groningen
Laag 23,9% 21,2% 23,2% 20,7%
Middelbaar 44,2% 46,0% 42,3% 43,7%
Hoog 30,8% 32,0% 33,6% 34,5%
Onbekend 1,1% 0,8% 1,0% 1,1%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Groningen Nederland Groningen
Agrarische sector 1,2% 0,6% 8,9% 13,2%
Industrie 10,5% 12,3% 5,7% 5,9%
Bouw 4,7% 4,1% 12,4% 10,9%
Handel 16,6% 13,3% 21,5% 21,5%
Transport & opslag 4,8% 3,5% 3,1% 3,8%
Horeca 4,1% 3,3% 4,4% 4,7%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 19,9% 27,1% 22,9%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,0% 2,3% 1,5%
Overheid & Onderwijs 13,4% 16,1% 2,6% 2,6%
Zorg 16,9% 22,1% 5,7% 6,6%
Overig 3,7% 3,0% 6,3% 6,4%
Totaal 7.828.200 245.200 956.210 29.000
December 2012 13Regio’s in economisch perspectief 2013
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Groningen met 8,5 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Vooral de overheid en het onderwijs, de zorg en de indus-trie kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de agrarische sector, transport en opslag en de handel juist minder (tabel 4).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn de provincie Groningen lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 57,3% boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Groningen een aandeel van 56,3% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 10,7% iets minder bij-dragen aan de Groningse toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Ook het aandeel van het grootbedrijf blijft met 32% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De provincie Groningen telde in 2011 3.709 startende on-dernemingen, 0,3% meer dan in 2010. Dat is minder dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de provincie Groningen in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 3,0%.
De provincie Groningen kent een relatief weinig onder-nemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 14,2 personen een eigen onder-neming (NL: 15,8). Hiermee is Groningen provincie nummer 7 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provin-cie Groningen in 2011 met -2,6% iets sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -9,8% per jaar, eenzelfde daling als landelijk. Van alle huizentransacties in 2011 vond 3,4% plaats in de provincie Groningen (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
28,1%
29,2%
10,7%
32,0%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
175
350
525
700
875
1050
1225
1400
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
3.000
4000
5.000
6.000
7.000
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%6.850
5.993
4.403 4.3474.093
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Groningen
Agrarische sector 1,1 0,4
Industrie 15,2 17,5
Bouw 3,1 3,2
Handel 6,3 5,2
Transport & opslag 12,8 7,8
Horeca 7,6 5,9
Zakelijke dienstverlening 6,2 7,3
Financiële dienstverlening 11,4 11,6
Overheid & Onderwijs 42,9 52,0
Zorg 24,1 28,2
Overig 4,9 3,9
Totaal 8,2 8,5
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 14
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Oost-Groningen 150.782 inwoners, in 2007 waren dat er 153.809. De jaarlijkse bevol-kingskrimp ligt met -0,4% onder het Nederlandse gemid-delde van +0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 2,0% zijn gedaald tot 147.800 personen.Met een aandeel van 21,6% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Oost-Groningen een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Oost-Groningen bedroeg in 2011 € 2,9 miljard (figuur 2), dat is € 19.453 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,5% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 sterker zal krimpen (-1,1%), dan het Nederlandse BBP als geheel (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 65.000 personen, dat is 42,9% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,0% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Oost-Groningen
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
147.800150.782153.809
10,9%10,4%10,5%
14,7%16,0%16,8%
19,4%23,1%26,0%
30,2%30,5%29,3%
24,7%20,0%17,3%
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
20.000
21.000
22.000
23.000
24.000
25.000
26.000
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0
3,5
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Oost-
Groningen
Nederland Oost-
Groningen
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 98 0,1% -1,0%
Beroepsbevolking 65 0,8% 0,0%
Werkzame beroepsbevolking 59 0,8% -0,6%
Werkloze beroepsbevolking 6 1,6% 11,0%
in % 9,0
Regio Oost-Groningen
December 2012 15Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 31,3%. Daarmee heeft de regio Oost-Groningen een relatief zeer laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Bron: CBS
Met 9,0% lag de werkloosheid in Oost-Groningen in 2011 fors boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Oost-Groningen het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoeken-den fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Oost-Groningen toegenomen met 14,9% tot 7.430. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Oost-Gronin-gen veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de handel en de logistiek en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening en overheid en onderwijs. Relatief veel ba-nen zijn te vinden in de industrie en de zorgsector en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening, de horeca en de agrarische sector (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Oost-Gronin-gen in vaste activa € 597 miljoen. Dat is 0,5% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale industrie, agrarische sector en publieke sector werd in ver-gelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Oost-Groningen met 5,8 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Alleen de industrie kent gemiddeld relatief veel banen per vestiging, alle andere sectoren juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandOost-Groningen
57,9%53,9%
25,2%37,1%
5,0%1,5%425.5935.840
11,9%7,5%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Oost-Groningen
3%6%
11%
17%
2% 2%
13%
7%5%
3%
42%37%
21%
27%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Oost-
Groningen
Nederland Oost-
Groningen
Laag 23,9% 30,8% 23,2% 31,3%
Middelbaar 44,2% 47,7% 42,3% 48,4%
Hoog 30,8% 21,5% 33,6% 20,3%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Oost-
Groningen
Nederland Oost-
Groningen
Agrarische sector 1,2% 0,7% 8,9% 15,5%
Industrie 10,5% 18,1% 5,7% 6,3%
Bouw 4,7% 4,2% 12,4% 12,9%
Handel 16,6% 16,4% 21,5% 24,5%
Transport & opslag 4,8% 4,6% 3,1% 3,8%
Horeca 4,1% 2,8% 4,4% 4,4%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 12,5% 27,1% 16,4%
Financiële dienstverlening 3,3% 1,4% 2,3% 1,5%
Overheid & Onderwijs 13,4% 13,2% 2,6% 2,1%
Zorg 16,9% 22,0% 5,7% 5,6%
Overig en onbekend 3,7% 4,2% 6,3% 6,8%
Totaal 7.828.200 43.200 956.210 7.430
December 2012 16Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Oost-Groningen lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 62,1% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Oost-Groningen een aandeel van 61,8% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 14,8% meer bij aan de toegevoeg-de waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het groot-bedrijf blijft met 23,1% echter fors achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Oost-Groningen telde in 2011 726 startende ondernemingen, 5,3% minder dan in 2010. Dat is slechter dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Oost-Groningen in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 0,6%. De regio Oost-Groningen kent een relatief weinig onderne-mende beroepsbevolking: per 1000 personen van de be-roepsbevolking startten 11,2 personen een eigen onderne-ming (NL: 15,8). Hiermee is Oost-Groningen regio nummer 39 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de detailhandel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Oost-Gronin-gen in 2011 met -6,6% veel sterker gedaald dan in Neder-land als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizen-verkopen afgenomen met gemiddeld -11,9% per jaar, een grotere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransac-ties in 2011 vond 0,8% plaats in Oost-Groningen (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
35,5%
26,6%
14,8%
23,1%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
25
50
75
100
125
150
175
200
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
500
1.000
1.500
2.000
-7,0%
-3,5%
0,0%
3,5%
7,0%1.891
1.616
1.121 1.055 971
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Oost-Groningen
Agrarische sector 1,1 0,3
Industrie 15,2 16,6
Bouw 3,1 1,9
Handel 6,3 3,9
Transport & opslag 12,8 7,0
Horeca 7,6 3,6
Zakelijke dienstverlening 6,2 4,4
Financiële dienstverlening 11,4 5,5
Overheid & Onderwijs 42,9 36,8
Zorg 24,1 22,9
Overig en onbekend 4,9 3,6
Totaal 8,2 5,8
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 17
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Delfzijl en omgeving 48.724 inwoners, in 2007 waren dat er 50.622. De jaarlijkse bevol-kingskrimp ligt met -0,8% onder het Nederlandse gemid-delde van +0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 5,8% zijn gekrompen tot 45.900 personen.Met een aandeel van 21,8% in de leeftijdscategorie 0-20 heeft Delfzijl en omgeving een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Delfzijl en omgeving bedroeg in 2011 € 1,8 miljard (figuur 2), dat is € 36.020 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,3% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 sterker zal krimpen (-0,9%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 22.000 personen, dat is 44,8% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,1% boven het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Delfzijl en omgeving
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
45.90048.72450.622
10,9%10,7%11,1%
14,8%16,0%16,8%
18,7%22,3%25,1%
30,1%30,5%29,2%
25,7%20,5%17,8%
21.000
22.000
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
1,3
1,4
1,5
1,6
1,7
1,8
1,9
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Delfzijl en
omgeving
Nederland Delfzijl en
omgeving
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 32 0,1% 0,1%
Beroepsbevolking 22 0,8% 1,1%
Werkzame beroepsbevolking 21 0,8% 1,2%
Werkloze beroepsbevolking 1 1,6% n.b.
in % n.b.
Regio Delfzijl en omgeving
December 2012 18Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 27,3%. Daar-mee heeft de regio Delfzijl en omgeving een relatief laagge-schoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Bron: CBS
Met 7,5% lag de werkloosheid in Delfzijl en omgeving in 2010 fors boven die van Nederland (5,4%). Naar verwach-ting zal eind 2012 de werkloosheid ook ruim boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Delfzijl en omgeving het aan-deel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden een fractie lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Delfzijl en omgeving toegenomen met 10,0% tot 2.315. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Delfzijl en om-geving veel bedrijfsvestigingen in transport en opslag, in-dustrie en de agrarische sector en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening, de bouw en de publieke sector. Relatief veel banen zijn te vinden in de logistieke sector, de industrie en de zorg en weinig in de handel en horeca, de zakelijke en financiële dienstverlening, de publieke sector en de agrarische sector (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Delfzijl en omgeving in vaste activa € 529 miljoen. Dat is 0,5% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale industrie en handel, transport en horeca werd in vergelijking met Nederland veel meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren veel minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Delfzijl en omgeving met 7,0 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Alleen de industrie en de zorgsector kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de overige sectoren juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandDelfzijl en omgeving
57,9%56,4%
25,2%34,9%
5,0%2,1%425.5931.748
11,9%6,6%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Delfzijl
3% 3%
11%
40%
2% 1%
13%
35%
5% 4%
42%
10%
21%
8%
3% 0%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Delfzijl en
omgeving
Nederland Delfzijl en
omgeving
Laag 23,9% 30,0% 23,2% 27,3%
Middelbaar 44,2% 55,0% 42,3% 54,5%
Hoog 30,8% 15,0% 33,6% 18,2%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Delfzijl en
omgeving
Nederland Delfzijl en
omgeving
Agrarische sector 1,2% 0,6% 8,9% 18,6%
Industrie 10,5% 19,8% 5,7% 6,5%
Bouw 4,7% 3,1% 12,4% 9,5%
Handel 16,6% 13,0% 21,5% 20,5%
Transport & opslag 4,8% 11,1% 3,1% 11,4%
Horeca 4,1% 2,5% 4,4% 4,1%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 11,7% 27,1% 14,9%
Financiële dienstverlening 3,3% 1,9% 2,3% 1,3%
Overheid & Onderwijs 13,4% 10,5% 2,6% 1,9%
Zorg 16,9% 22,2% 5,7% 4,8%
Overig en onbekend 3,7% 3,7% 6,3% 6,5%
Totaal 7.828.200 16.200 956.210 2.315
December 2012 19Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Delfzijl en omgeving lag het aandeel van het MKB (exclu-sief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 63,5% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Delfzijl en omgeving een aandeel van 61,1% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 10,4% minder bijdra-gen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%).Ook het aandeel van het grootbedrijf blijft met 26,0% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Delfzijl en omgeving telde in 2011 209 startende ondernemingen, 2,5% meer dan in 2010. Dat is meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Delfzijl en omgeving in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 0,2%. De regio Delfzijl en omgeving kent een relatief weinig on-dernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 9,5 personen een eigen onder-neming (NL: 15,8). Hiermee is Delfzijl en omgeving regio nummer 40 (en laatst) qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de detailhandel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Delfzijl en omgeving in 2011 met -0,8% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal hui-zenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,3% per jaar, een fractie hoger dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 0,2% plaats in Delfzijl en omgeving (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
28,7%
34,8%
10,4%
26,0%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
10
20
30
40
50
60
70
80
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
150
300
450
600
-4%
-2%
0%
2%
4%
269295
458
546
284
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Delfzijl en omgeving
Agrarische sector 1,1 0,2
Industrie 15,2 21,3
Bouw 3,1 2,3
Handel 6,3 4,4
Transport & opslag 12,8 6,8
Horeca 7,6 4,2
Zakelijke dienstverlening 6,2 5,5
Financiële dienstverlening 11,4 10,0
Overheid & Onderwijs 42,9 37,8
Zorg 24,1 32,7
Overig en onbekend 4,9 4,0
Totaal 8,2 7,0
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 20
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Overig Groningen 381.369 inwoners, in 2007 waren dat er 369.183. De jaarlijkse be-volkingsgroei ligt met 0,7% boven het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 3,5% zijn toegenomen tot 394.700 personen.Met een aandeel van 21,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Overig Groningen een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Overig Groningen bedroeg in 2011 € 22,7 miljard (figuur 2), dat is € 60.102 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 3,9% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat de ontwikkeling van het BRP in 2013 zal stagneren (0,0%), terwijl het Nederlandse BBP krimpt (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 175.000 personen, dat is 46,3% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,4% boven het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Overig Groningen
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
394.700 381.369369.183
15,2%17,3%16,1%
14,8%15,4%16,2%
26,2%26,8%29,0%
25,5%25,8%25,2%
18,3%14,7%13,5%
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
14
16
18
20
22
24
26
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Overig
Groningen
Nederland Overig
Groningen
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 261 0,1% 0,3%
Beroepsbevolking 175 0,8% 1,4%
Werkzame beroepsbevolking 163 0,8% 1,5%
Werkloze beroepsbevolking 12 1,6% 0,4%
in % 7,0
Regio Overig Groningen
December 2012 21Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 16,1%. Daar-mee heeft de regio Overig Groningen een relatief hoog-geschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2). Dit is onder meer te danken aan de aanwezigheid van de Rijks-universiteit Groningen, de Hanzehogeschool en Stenden Hogeschool.
Bron: CBS
Met 7,0% lag de werkloosheid in Overig Groningen in 2011 fors boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Overig Groningen het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde en hooggeschoolde niet-werkende werkzoekenden iets hoger dan het Neder-landse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Overig Groningen toegenomen met 18,6% tot 19.250. Daarmee ligt de groei iets boven het Nederlandse gemid-delde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Overig Gronin-gen veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de ho-reca en de zorgsector en weinig in de financiële dienstver-lening en de bouw. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector en overheid en onderwijs en weinig in de handel en horeca, de industrie, transport en opslag, de financiële dienstverlening en de agrarische sector (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Overig Gro-ningen in vaste activa € 2,7 miljard. Dat is 2,4% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale industrie en zakelijke dienstverlening werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Overig Groningen met 9,7 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Zo-wel de zakelijke en financiële dienstverlening, overheid en onderwijs als de zorgsector kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, handel en horeca, transport en opslag en de agrarische sector juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandOverig Groningen
57,9%49,7%
25,2%28,9%
5,0%7,0%425.59311.325
11,9%14,4%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Overig Groningen
3% 2%
11%15%
2% 1%
13%9%
5%3%
42%
47%
21% 21%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Overig
Groningen
Nederland Overig
Groningen
Laag 23,9% 16,7% 23,2% 16,1%
Middelbaar 44,2% 44,4% 42,3% 40,8%
Hoog 30,8% 38,9% 33,6% 42,0%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 1,1%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Overig
Groningen
Nederland Overig
Groningen
Agrarische sector 1,2% 0,5% 8,9% 11,6%
Industrie 10,5% 9,1% 5,7% 5,7%
Bouw 4,7% 4,1% 12,4% 10,3%
Handel 16,6% 12,6% 21,5% 20,5%
Transport & opslag 4,8% 2,5% 3,1% 2,8%
Horeca 4,1% 3,4% 4,4% 4,9%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 22,2% 27,1% 26,4%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,2% 2,3% 1,5%
Overheid & Onderwijs 13,4% 17,2% 2,6% 2,9%
Zorg 16,9% 22,0% 5,7% 7,2%
Overig en onbekend 3,7% 4,1% 6,3% 6,2%
Totaal 7.828.200 185.900 956.210 19.250
December 2012 22Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Overig Groningen lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 56,2% iets boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Overig Groningen een aandeel van 55,0% in de TW. Ook het aandeel van het grootbedrijf is met 33,7% iets hoger dan het landelijke gemiddelde van 33,5%. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 10,1% minder bijdragen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%) (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Overig Groningen telde in 2011 2.774 startende ondernemingen, 1,8% meer dan in 2010. Dat is meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Overig Gro-ningen in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 2,2%. De regio Overig Groningen kent een relatief even onderne-mende beroepsbevolking als gemiddeld in Nederland: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 15,9 per-sonen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Overig Groningen regio nummer 9 qua starters.Verreweg de meeste oprichtingen vinden plaats in de zake-lijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector en de detailhandel (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Overig Groningen in 2011 met -1,7% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,9% per jaar, eveneens een minder sterke daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 2,4% plaats in Ove-rig Groningen (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
27,1%
29,1%
10,1%
33,7%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
150
300
450
600
750
900
1.050
1.200
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%
2.8533.0082.987
3.919
4.501
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Overig Groningen
Agrarische sector 1,1 0,4
Industrie 15,2 15,4
Bouw 3,1 3,9
Handel 6,3 6,0
Transport & opslag 12,8 8,4
Horeca 7,6 6,8
Zakelijke dienstverlening 6,2 8,1
Financiële dienstverlening 11,4 13,8
Overheid & Onderwijs 42,9 56,6
Zorg 24,1 29,3
Overig en onbekend 4,9 6,4
Totaal 8,2 9,7
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 23
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de provincie Friesland 647.214 inwo-ners, in 2007 waren dat er 642.209. De jaarlijkse bevolkings-groei ligt met 0,2% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 2,2% zijn toegenomen tot 661.700 personen.Met een aandeel van 24,0% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Friesland een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Friesland bedroeg in 2011 € 18,4 miljard (figuur 2), dat is € 28.428 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 3,1% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 iets sterker zal krimpen (-0,7%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 291.000 personen, dat is 45,0% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 was de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,8% gelijk aan het Nederlandse gemiddelde (tabel 1).
Bron: CBS
Friesland
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
661.700647.214642.209
12,3%12,0%12,1%
16,0%17,8%18,7%
21,9%24,3%26,7%
27,9%28,2%27,3%
22,0%17,7%15,4%
21.000
22.000
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
13
14
15
16
17
18
19
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Friesland Nederland Friesland
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 418 0,1% -0,2%
Beroepsbevolking 291 0,8% 0,8%
Werkzame beroepsbevolking 274 0,8% 0,9%
Werkloze beroepsbevolking 16 1,6% 0,6%
in % 5,7
Provincie Friesland
December 2012 24Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 23,8%. Daar-mee heeft de provincie Friesland een iets lager geschoolde beroepsbevolking dan gemiddeld (NL: 23,2%) (tabel 2).
Bron: CBS
Met 5,7% lag de werkloosheid in de provincie Friesland in 2011 iets boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de Friese werkloosheid ruimer boven die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een gemiddelde werkloosheid van 8,9% verwacht.Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Friesland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemid-delde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de provincie Friesland toegenomen met 16,2% tot 38.795. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Fries-land veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de industrie, de bouw en transport en opslag en weinig in de zakelijke dienstverlening en de publieke sector. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector, de overheid en het on-derwijs en de industrie en weinig in de handel, de zakelijke dienstverlening en de logistieke sector (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale Friese investeringen in vaste activa € 3,7 miljard. Dat is 3,3% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Zowel in de Friese industrie, agrarische sector, financiële dienstverlening als de publieke sector werd in vergelijking met Nederland meer geïnves-teerd, in alle andere Friese sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Friesland met 6,6 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de overheid en het onderwijs, de zorgsector en de financiële dienstverlening kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de agrarische sector, de industrie, transport en opslag en de handel en horeca juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandFriesland
57,9%50,3%
25,2%35,0%
5,0%2,6%425.59319.351
11,9%12,1%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Friesland
3%6%
11%12%
2% 2%
13%
8%5%
11%
42%
37%
21% 22%
3% 2%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Friesland Nederland Friesland
Laag 23,9% 23,9% 23,2% 23,8%
Middelbaar 44,2% 50,4% 42,3% 46,9%
Hoog 30,8% 24,6% 33,6% 28,6%
Onbekend 1,1% 1,1% 1,0% 0,7%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Friesland Nederland Friesland
Agrarische sector 1,2% 1,0% 8,9% 16,7%
Industrie 10,5% 12,7% 5,7% 7,4%
Bouw 4,7% 5,1% 12,4% 13,5%
Handel 16,6% 15,8% 21,5% 21,0%
Transport & opslag 4,8% 3,9% 3,1% 3,6%
Horeca 4,1% 3,9% 4,4% 5,1%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 15,0% 27,1% 18,4%
Financiële dienstverlening 3,3% 3,6% 2,3% 1,5%
Overheid & Onderwijs 13,4% 14,1% 2,6% 1,9%
Zorg 16,9% 21,5% 5,7% 5,2%
Overig 3,7% 3,5% 6,3% 5,7%
Totaal 7.828.200 255.200 956.210 38.795
December 2012 25Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn de provincie Friesland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 60,3% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Friesland een aandeel van 61,7% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 15,7% meer bijdragen aan de Friese toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 24% fors achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De provincie Friesland telde in 2011 3.834 startende onder-nemingen, 0,1% minder dan in 2010. Dat is slechter dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de provincie Friesland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 3,1%. De provincie Friesland kent een relatief weinig onder-nemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 13,2 personen een eigen onder-neming (NL: 15,8). Hiermee is Friesland provincie nummer 8 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de handel, de bouw en de zorgsector (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provincie Friesland in 2011 met -4,2% sterker gedaald dan in Neder-land als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenver-kopen afgenomen met gemiddeld -11,0% per jaar, sterker dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 3,6% plaats in de provincie Friesland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
33,4%
26,9%
15,7%
24,0%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
150
300
450
600
750
900
1.050
1.200
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
2.000
4.000
6.000
8.000
-10%
-5%
0%
5%
10%7.752
6.667
4.634 4.720 4.365
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Friesland
Agrarische sector 1,1 0,4
Industrie 15,2 11,3
Bouw 3,1 2,5
Handel 6,3 4,9
Transport & opslag 12,8 7,2
Horeca 7,6 5,0
Zakelijke dienstverlening 6,2 5,4
Financiële dienstverlening 11,4 16,0
Overheid & Onderwijs 42,9 49,3
Zorg 24,1 27,0
Overig 4,9 4,0
Totaal 8,2 6,6
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 26
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Noord-Friesland 332.742 inwoners, in 2007 waren dat er 330.784. De jaarlijkse bevol-kingsgroei ligt met 0,1% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 2,3% zijn toegenomen tot 340.300 personen.Met een aandeel van 23,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Noord-Friesland een iets jongere bevolking dan gemiddeld (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Noord-Friesland bedroeg in 2011 € 10,2 miljard (figuur 2), dat is € 30.721 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,7% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 zal krimpen (-0,7%), inNederland als geheel is dit -0,5%.
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 150.000 personen, dat is 45,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de be-roepsbevolking met 0,7% een fractie onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Noord-Friesland
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
340.300 332.742 330.784
12,6%12,8%12,9%
16,2%17,6%18,4%
22,8%24,8%27,2%
27,1%27,8%26,9%
21,3%17,0%14,7%
21.000
22.000
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
8,0
8,5
9,0
9,5
10,0
10,5
11,0
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Noord-
Friesland
Nederland Noord-
Friesland
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 218 0,1% -0,2%
Beroepsbevolking 150 0,8% 0,7%
Werkzame beroepsbevolking 141 0,8% 0,8%
Werkloze beroepsbevolking 9 1,6% 3,4%
in % 5,7
Regio Noord-Friesland
December 2012 27Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 23,5%. Daarmee heeft de regio Noord-Friesland een vrijwel even hooggeschoolde beroepsbevolking als geheel Nederland (23,2%) (tabel 2).
Bron: CBS
Met 5,7% lag de werkloosheid in Noord-Friesland in 2011 iets boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid een stuk ruimer boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Noord-Friesland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoe-kenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Noord-Friesland toegenomen met 17,5% tot 18.720. Daarmee ligt de groei iets onder het Nederlandse gemid-delde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Noord-Fries-land zeer veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en in mindere mate ook in industrie, bouw, de logistiek en de horeca (dankzij de Waddeneilanden) en zeer weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening en in mindere mate ook in de zorg en publieke sector. Relatief veel banen zijn te vinden in de financiële dienstverlening, de zorgsector en overheid en onderwijs en weinig in de handel en trans-port en opslag en de zakelijke dienstverlening (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Noord-Fries-land in vaste activa € 1,7 miljard. Dat is 1,5% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de publieke sector, de agrarische sector en de financiële dienstverle-ning werd in vergelijking met Nederland meer geïnves-teerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Noord-Friesland met 7,0 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de financiële dienstverlening, overheid en onderwijs en in mindere mate de zorgsector kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, alle overige sectoren juist aan-merkelijk minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandNoord-Friesland
57,9%51,2%
25,2%34,4%
5,0%2,5%425.59310.718
11,9%11,9%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Noord-Friesland
3%
7%11%
9%
2% 2%
13%9%
5% 7%
42% 37%
21%
27%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Noord-
Friesland
Nederland Noord-
Friesland
Laag 23,9% 24,3% 23,2% 23,5%
Middelbaar 44,2% 51,4% 42,3% 46,3%
Hoog 30,8% 24,3% 33,6% 30,2%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Noord-
Friesland
Nederland Noord-
Friesland
Agrarische sector 1,2% 1,2% 8,9% 16,3%
Industrie 10,5% 10,7% 5,7% 6,9%
Bouw 4,7% 4,5% 12,4% 13,9%
Handel 16,6% 13,9% 21,5% 21,0%
Transport & opslag 4,8% 3,7% 3,1% 3,7%
Horeca 4,1% 3,8% 4,4% 5,8%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 14,7% 27,1% 17,8%
Financiële dienstverlening 3,3% 5,3% 2,3% 1,5%
Overheid & Onderwijs 13,4% 18,1% 2,6% 2,0%
Zorg 16,9% 20,9% 5,7% 5,2%
Overig en onbekend 3,7% 3,3% 6,3% 6,0%
Totaal 7.828.200 130.200 956.210 18.720
December 2012 28Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Noord-Friesland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 57,7% boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Noord-Friesland een aandeel van 59,5% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 14,8% meer bij aan de toegevoeg-de waarde dan landelijk (11,4%). Daar staat tegenover dat het aandeel van het grootbedrijf met 27,5% achterblijft bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Noord-Friesland telde in 2011 1.972 startende ondernemingen, 3,8% minder dan in 2010. Dat is slechter dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Noord-Friesland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,6%. De regio Noord-Friesland kent een relatief weinig onder-nemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 13,1 personen een eigen onder-neming (NL: 15,8). Hiermee is Noord-Friesland regio num-mer 27 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de detailhandel, de bouw en de zorgsector (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Noord-Fries-land in 2011 met -3,5% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -11,8% per jaar, eveneens meer dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,8% plaats in Noord-Friesland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
31,5%
26,2%
14,8%
27,5%
0
100
200
300
400
500
600
700
800
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
1.000
2.000
3.000
4.000
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%
2.1782.3912.341
3.4453.922
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Noord-Friesland
Agrarische sector 1,1 0,5
Industrie 15,2 10,8
Bouw 3,1 2,2
Handel 6,3 4,6
Transport & opslag 12,8 6,9
Horeca 7,6 4,6
Zakelijke dienstverlening 6,2 5,7
Financiële dienstverlening 11,4 24,6
Overheid & Onderwijs 42,9 63,8
Zorg 24,1 28,0
Overig en onbekend 4,9 3,8
Totaal 8,2 7,0
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 29
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Zuidwest-Friesland 106.392 inwoners, in 2007 waren dat er 105.335. De jaarlijkse be-volkingsgroei ligt met 0,2% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 1,2% zijn toegenomen tot 107.700 personen.Met een aandeel van 24,7% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zuidwest-Friesland een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuidwest-Friesland bedroeg in 2011 € 2,6 miljard (figuur 2), dat is € 24.266 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,4% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat in 2013 het BRP sterker zal krimpen (-0,7%) dan het Nederlandse BBP als geheel (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 46.000 personen, dat is 43,3% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 was er sprake van een jaarlijkse gemiddelde krimp van de beroepsbevolking met -0,4%, terwijl er in Nederland een groei was van +0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Zuidwest-Friesland
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
107.700 106.392 105.335
12,1%10,8%11,0%
15,6%18,7%19,5%
20,4%23,7%26,3%
28,1%28,4%27,6%
23,7%18,4%15,6%
22.000
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
2,2
2,3
2,4
2,5
2,6
2,7
2,8
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Zuidwest-
Friesland
Nederland Zuidwest-
Friesland
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 67 0,1% -0,3%
Beroepsbevolking 46 0,8% -0,4%
Werkzame beroepsbevolking 44 0,8% 0,1%
Werkloze beroepsbevolking 2 1,6% -3,3%
in % 4,7
Regio Zuidwest-Friesland
December 2012 30Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 23,9%. Daarmee heeft de regio Zuidwest-Friesland een iets la-ger geschoolde beroepsbevolking als geheel Nederland (23,2%) (tabel 2).
Bron: CBS
Met 4,7% lag de werkloosheid in Zuidwest-Friesland in 2011 on-der die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid iets boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Zuidwest-Friesland het aan-deel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemid-delde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Zuidwest-Friesland toegenomen met 12,6% tot 7.440. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Zuidwest-Friesland zeer veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en de industrie en in mindere mate in transport en opslag en weinig in de zakelijke en financiële dienstverle-ning, de handel en de zorg en publieke sector. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, de bouw, de handel, de horeca en de zorgsector en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening, de logistieke sector en overheid en onderwijs (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Zuidwest-Friesland in vaste activa € 596 miljoen. Dat is 0,5% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regi-onale industrie en de agrarische sector werd in vergelijking met Nederland dubbel zoveel geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Zuidwest-Friesland met 5,1 banen per vestiging flink onder die van Nederland (8,2). Er is geen enkele sector met gemiddeld relatief veel banen per vestiging. Vooral in de industrie, de agrarische sector en transport en opslag is het aantal banen per vestiging veel minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandZuidwest-Friesland
57,9%48,3%
25,2%36,1%
5,0%2,3%425.5932.690
11,9%13,4%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Zuidwest-Friesland
3%6%
11%
21%
2% 2%
13%9%
5%3%
42% 39%
21%17%
3%5%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Zuidwest-
Friesland
Nederland Zuidwest-
Friesland
Laag 23,9% 26,1% 23,2% 23,9%
Middelbaar 44,2% 50,0% 42,3% 50,0%
Hoog 30,8% 23,9% 33,6% 26,1%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Zuidwest-
Friesland
Nederland Zuidwest-
Friesland
Agrarische sector 1,2% 1,0% 8,9% 17,1%
Industrie 10,5% 16,2% 5,7% 9,9%
Bouw 4,7% 6,0% 12,4% 13,0%
Handel 16,6% 18,8% 21,5% 19,6%
Transport & opslag 4,8% 3,9% 3,1% 4,2%
Horeca 4,1% 4,7% 4,4% 5,4%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 12,8% 27,1% 17,7%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,6% 2,3% 1,3%
Overheid & Onderwijs 13,4% 10,7% 2,6% 1,7%
Zorg 16,9% 19,4% 5,7% 4,6%
Overig en onbekend 3,7% 3,7% 6,3% 5,3%
Totaal 7.828.200 38.200 956.210 7.440
Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 23,9%. Daarmee heeft de regio Zuidwest-Friesland een iets la-ger geschoolde beroepsbevolking als geheel Nederland (23,2%) (tabel 2).
Bron: CBS
Met 4,7% lag de werkloosheid in Zuidwest-Friesland in 2011 on-der die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid iets boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Zuidwest-Friesland het aan-deel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemid-delde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Zuidwest-Friesland toegenomen met 12,6% tot 7.440. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Zuidwest-Friesland zeer veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en de industrie en in mindere mate in transport en opslag en weinig in de zakelijke en financiële dienstverle-ning, de handel en de zorg en publieke sector. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, de bouw, de handel, de horeca en de zorgsector en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening, de logistieke sector en overheid en onderwijs (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Zuidwest-Friesland in vaste activa € 596 miljoen. Dat is 0,5% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regi-onale industrie en de agrarische sector werd in vergelijking met Nederland dubbel zoveel geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Zuidwest-Friesland met 5,1 banen per vestiging flink onder die van Nederland (8,2). Er is geen enkele sector met gemiddeld relatief veel banen per vestiging. Vooral in de industrie, de agrarische sector en transport en opslag is het aantal banen per vestiging veel minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandZuidwest-Friesland
57,9%48,3%
25,2%36,1%
5,0%2,3%425.5932.690
11,9%13,4%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Zuidwest-Friesland
3%6%
11%
21%
2% 2%
13%9%
5%3%
42% 39%
21%17%
3%5%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Zuidwest-
Friesland
Nederland Zuidwest-
Friesland
Laag 23,9% 26,1% 23,2% 23,9%
Middelbaar 44,2% 50,0% 42,3% 50,0%
Hoog 30,8% 23,9% 33,6% 26,1%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Zuidwest-
Friesland
Nederland Zuidwest-
Friesland
Agrarische sector 1,2% 1,0% 8,9% 17,1%
Industrie 10,5% 16,2% 5,7% 9,9%
Bouw 4,7% 6,0% 12,4% 13,0%
Handel 16,6% 18,8% 21,5% 19,6%
Transport & opslag 4,8% 3,9% 3,1% 4,2%
Horeca 4,1% 4,7% 4,4% 5,4%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 12,8% 27,1% 17,7%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,6% 2,3% 1,3%
Overheid & Onderwijs 13,4% 10,7% 2,6% 1,7%
Zorg 16,9% 19,4% 5,7% 4,6%
Overig en onbekend 3,7% 3,7% 6,3% 5,3%
Totaal 7.828.200 38.200 956.210 7.440
December 2012 31Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Zuidwest-Friesland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 66,7% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuidwest-Friesland eveneens een aandeel van 66,7% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 20,6% meer bij aan de toegevoeg-de waarde dan landelijk (11,4%). Daar staat tegenover dat het aandeel van het grootbedrijf met 12,8% zeer ruim ach-terblijft bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Zuidwest-Friesland telde in 2011 687 startende on-dernemingen, 9,2% meer dan in 2010. Dat is veel meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Zuidwest-Friesland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 0,6%. De regio Zuidwest-Friesland kent een iets minder onder-nemende beroepsbevolking dan gemiddeld in Nederland: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 14,9 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zuidwest-Friesland regio nummer 14 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de detailhandel, de bouw en de zorgsector (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Zuidwest-Friesland in 2011 met -4,5% dubbel zo sterk gedaald als in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal hui-zenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,3% per jaar, een minder grote daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizen-transacties in 2011 vond 0,7% plaats in Zuidwest-Friesland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
38,0%
28,6%
20,6%12,8%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
35
70
105
140
175
210
245
280
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
300
600
900
1.200
1.500
-7,0%
-3,5%
0,0%
3,5%
7,0%
806776797
1.112
1.380
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Zuidwest-Friesland
Agrarische sector 1,1 0,3
Industrie 15,2 8,4
Bouw 3,1 2,4
Handel 6,3 4,9
Transport & opslag 12,8 4,8
Horeca 7,6 4,5
Zakelijke dienstverlening 6,2 3,7
Financiële dienstverlening 11,4 10,0
Overheid & Onderwijs 42,9 31,5
Zorg 24,1 21,8
Overig en onbekend 4,9 3,5
Totaal 8,2 5,1
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 32
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Zuidoost-Friesland 208.080 inwoners, in 2007 waren dat er 206.090. De jaarlijkse be-volkingsgroei ligt met 0,2% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 2,7% zijn toegenomen tot 213.700 personen.Met een aandeel van 23,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zuidoost-Friesland een iets jongere bevolking dan Nederland (23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuidoost-Friesland bedroeg in 2011 € 5,6 miljard (figuur 2), dat is € 26.822 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,9% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat in 2012 het BRP sterker zal krimpen (-0,8%), dan het Nederlandse BBP als geheel (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 95.000 personen, dat is 45,6% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 was de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,6% dubbel zo hoog als het Neder-landse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Zuidoost-Friesland
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
213.700 208.080 206.090
11,7%11,1%11,2%
15,8%17,8%18,5%
21,2%23,9%26,2%
29,0%28,7%27,7%
22,2%18,6%16,3%
22.000
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
3,0
3,5
4,0
4,5
5,0
5,5
6,0
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Zuidoost-
Friesland
Nederland Zuidoost-
Friesland
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 133 0,1% 0,0%
Beroepsbevolking 95 0,8% 1,6%
Werkzame beroepsbevolking 89 0,8% 1,7%
Werkloze beroepsbevolking 6 1,6% 2,7%
in % 6,0
Regio Zuidoost-Friesland
December 2012 33Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 25,3%. Daar-mee heeft de regio Zuidoost-Friesland een relatief laagge-schoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Bron: CBS
Met 6,0% lag de werkloosheid in Zuidoost-Friesland in 2011 boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog ruimer boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Zuidoost-Friesland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoe-kenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Zuidoost-Friesland toegenomen met 16,6% tot 12.640. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Zuidoost-Fries-land zeer veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en in mindere mate in de industrie en de bouw en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening en overheid en onderwijs. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, de bouw en de zorg en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening, overheid en onderwijs, de horeca en de agrarische sector (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Zuidoost-Friesland in vaste activa € 1,4 miljard. Dat is 1,2% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale financiële dienstverlening werd in vergelijking met Nederland fors meer geïnvesteerd, in de industrie en agrarische sector iets meer en in alle andere sectoren min-der (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Zuidoost-Friesland met 6,9 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Alleen de zorgsector kent gemiddeld relatief veel banen per vestiging, in alle andere sectoren zijn dat er minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandZuidoost-Friesland
57,9%49,5%
25,2%35,8%
5,0%2,9%425.5935.942
11,9%11,7%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Zuidoost-Friesland
3%5%
11%14%
2% 2%
13%
7%5%
19%
42%
35%
21%18%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Zuidoost-
Friesland
Nederland Zuidoost-
Friesland
Laag 23,9% 23,0% 23,2% 25,3%
Middelbaar 44,2% 50,6% 42,3% 46,3%
Hoog 30,8% 26,4% 33,6% 28,4%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Zuidoost-
Friesland
Nederland Zuidoost-
Friesland
Agrarische sector 1,2% 0,7% 8,9% 17,0%
Industrie 10,5% 13,2% 5,7% 6,6%
Bouw 4,7% 5,5% 12,4% 13,3%
Handel 16,6% 17,3% 21,5% 21,8%
Transport & opslag 4,8% 4,4% 3,1% 3,0%
Horeca 4,1% 3,6% 4,4% 3,9%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 16,5% 27,1% 19,7%
Financiële dienstverlening 3,3% 1,6% 2,3% 1,6%
Overheid & Onderwijs 13,4% 9,6% 2,6% 1,8%
Zorg 16,9% 23,4% 5,7% 5,7%
Overig en onbekend 3,7% 4,3% 6,3% 5,6%
Totaal 7.828.200 86.800 956.210 12.640
December 2012 34Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Zuidoost-Friesland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 62,3% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuidoost-Friesland een aandeel van 63,2% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 15,2% meer bij aan de toegevoeg-de waarde dan landelijk (11,4%). Daar staat tegenover dat het aandeel van het grootbedrijf met 22,5% achterblijft bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Zuidoost-Friesland telde in 2011 1.175 startende ondernemingen, 1,5% meer dan in 2010. Dat is meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Zuidoost-Friesland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,0%. De regio Zuidoost-Friesland kent een relatief weinig onder-nemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 12,4 personen een eigen on-derneming (NL: 15,8). Hiermee is Zuidoost-Friesland regio nummer 34 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de detailhandel, de zorgsector en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Zuidoost-Friesland in 2011 met -4,4% sterker gedaald dan in Neder-land als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverko-pen afgenomen met gemiddeld -11,0% per jaar, een sterkere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,1% plaats in Zuidoost-Friesland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
34,8%27,5%
15,2%
22,5%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
50
100
150
200
250
300
350
400
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
750
1.500
2.250
3.000
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%
1.3811.5531.496
2.1102.450
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Zuidoost-Friesland
Agrarische sector 1,1 0,3
Industrie 15,2 13,8
Bouw 3,1 2,9
Handel 6,3 5,4
Transport & opslag 12,8 10,1
Horeca 7,6 6,3
Zakelijke dienstverlening 6,2 5,7
Financiële dienstverlening 11,4 7,0
Overheid & Onderwijs 42,9 36,1
Zorg 24,1 28,0
Overig en onbekend 4,9 5,2
Totaal 8,2 6,9
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 35
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de provincie Drenthe 490.807 inwo-ners, in 2007 waren dat er 486.197. De jaarlijkse bevolkings-groei ligt met 0,2% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 0,7% zijn toegenomen tot 494.200 personen.Met een aandeel van 23,3% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Drenthe een even jonge bevolking als geheel Nederland.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Drenthe bedroeg in 2011 € 13,3 miljard (figuur 2), dat is € 26.975 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 2,3% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 sterker zal krimpen (-0,8%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 214.000 personen, dat is 43,5% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,2% ruim onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Drenthe
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
494.200490.807486.197
11,6%10,5%10,6%
15,3%17,4%18,3%
20,4%23,2%25,9%
29,4%29,9%28,7%
23,2%19,0%16,6%
22.000
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
8
9
10
11
12
13
14
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Drenthe Nederland Drenthe
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 312 0,1% -0,1%
Beroepsbevolking 214 0,8% 0,2%
Werkzame beroepsbevolking 202 0,8% 0,4%
Werkloze beroepsbevolking 12 1,6% -1,1%
in % 5,6
Provincie Drenthe
December 2012 36Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 27,5%. Daar-mee heeft de provincie Drenthe een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Bron: CBS
Met 5,6% lag de werkloosheid in de provincie Drenthe in 2011 iets boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de Drentse werkloosheid ruimer boven die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een gemid-delde werkloosheid van 9,6% verwacht.Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Drenthe het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemid-delde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de provincie Drenthe toegenomen met 16,5% tot 27.405. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Drenthe veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de handel en horeca en transport en opslag en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening en de bouw. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector, de overheid en het onderwijs en de industrie en weinig in de handel, de zakelijke en finan-ciële dienstverlening en de logistieke sector (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale Drentse investeringen in vaste activa € 2,5 miljard. Dat is 2,2% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Zowel in de Drentse industrie, agrarische sector als publieke sector werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere Drentse sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Drenthe met 7,1 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de overheid en het onderwijs, de zorgsector en de industrie kennen gemiddeld relatief veel banen per vesti-ging, de agrarische sector, transport en opslag en de handel en horeca juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandDrenthe
57,9%51,3%
25,2%35,3%
5,0%2,5%425.59313.509
11,9%10,8%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Drenthe
3%5%
11%14%
2% 2%
13%10%
5% 4%
42%38%
21%25%
3% 2%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Drenthe Nederland Drenthe
Laag 23,9% 27,5% 23,2% 27,2%
Middelbaar 44,2% 46,9% 42,3% 47,4%
Hoog 30,8% 25,6% 33,6% 24,4%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,9%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Drenthe Nederland Drenthe
Agrarische sector 1,2% 1,1% 8,9% 15,7%
Industrie 10,5% 13,2% 5,7% 5,5%
Bouw 4,7% 4,9% 12,4% 11,7%
Handel 16,6% 15,5% 21,5% 22,7%
Transport & opslag 4,8% 3,2% 3,1% 2,6%
Horeca 4,1% 4,1% 4,4% 4,8%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 15,5% 27,1% 20,3%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,4% 2,3% 1,6%
Overheid & Onderwijs 13,4% 16,3% 2,6% 2,6%
Zorg 16,9% 19,5% 5,7% 5,9%
Overig 3,7% 4,3% 6,3% 6,6%
Totaal 7.828.200 193.800 956.210 27.405
December 2012 37Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn de provincie Drenthe lag het aandeel van het MKB (exclu-sief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 56,9% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Drenthe een aandeel van 56,5% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 14,4% meer bij aan de Drentse toe-gevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 28,7% wel ruim achter bij het lande-lijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De provincie Drenthe telde in 2011 2.680 startende onderne-mingen, 7,0% minder dan in 2010. Dat is beduidend slechter dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de provincie Drenthe in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 2,2%. De provincie Drenthe kent een relatief weinig ondernemen-de beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroeps-bevolking startten 12,5 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Drenthe provincie nummer 11 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de handel en de zorgsec-tor (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provincie Drenthe in 2011 met -2,9% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,4% per jaar, iets hoger dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 2,9% plaats in de provincie Drenthe (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
31,5%
25,4%
14,4%
28,7%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
125
250
375
500
625
750
875
1.000
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
2.000
3.000
4.000
5.000
6.000
-6%
-3%
0%
3%
6%5.676
5.410
3.743 3.663 3.446
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Drenthe
Agrarische sector 1,1 0,5
Industrie 15,2 16,5
Bouw 3,1 3,0
Handel 6,3 4,8
Transport & opslag 12,8 8,9
Horeca 7,6 6,1
Zakelijke dienstverlening 6,2 5,4
Financiële dienstverlening 11,4 10,7
Overheid & Onderwijs 42,9 48,5
Zorg 24,1 27,9
Overig 4,9 4,6
Totaal 8,2 7,1
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 38
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Noord-Drenthe 189.816 inwoners, in 2007 waren dat er 186.669. De jaarlijkse be-volkingsgroei ligt met 0,3% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 1,0% zijn toegenomen tot 191.700 personen.Met een aandeel van 23,6% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Noord-Drenthe een iets jongere bevolking dan Nederland (23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Noord-Drenthe bedroeg in 2011 € 5,1 miljard (figuur 2), dat is € 26.778 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,9% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 licht zal krimpen (-0,4%). Ook de omvang van het Nederlandse BBP zal afne-men (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 83.000 personen, dat is 43,7% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 was de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,8% gelijk aan het Nederlandse gemiddelde (tabel 1).
Bron: CBS
Noord-Drenthe
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
191.700 189.816 186.669
11,8%10,2%10,1%
15,3%17,6%18,6%
19,9%22,7%25,4%
29,8%30,4%29,2%
23,2%19,1%16,7%
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
30.000
2,5
3,0
3,5
4,0
4,5
5,0
5,5
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Noord-
Drenthe
Nederland Noord-
Drenthe
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 119 0,1% 0,2%
Beroepsbevolking 83 0,8% 0,8%
Werkzame beroepsbevolking 80 0,8% 1,1%
Werkloze beroepsbevolking 4 1,6% 4,3%
in % 4,3
Regio Noord-Drenthe
December 2012 39Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 22,0%. Daarmee heeft de regio Noord-Drenthe een relatief hoog-geschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2). De vestiging van Stenden Hogeschool in Assen en de nabijheid van de universiteit en hogescholen in de stad Groningen verklaren dit.
Bron: CBS
Met 4,3% lag de werkloosheid in Noord-Drenthe in 2011 fors lager dan die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog maar iets lager dan die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Noord-Drenthe het aandeel laag-geschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoeken-den fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Noord-Drenthe toegenomen met 17,4% tot 10.085. Daarmee ligt de groei iets onder het Nederlandse gemid-delde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Noord-Drenthe zeer veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en in mindere mate in de horeca en de zorg en publieke sector en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening, de indus-trie, de bouw en de logistieke sector. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector en de horeca, zeer weinig in de indus-trie en in mindere mate ook in de zakelijke dienstverlening, de bouw, de logistieke sector en de agrarische sector (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Noord-Dren-the in vaste activa € 957 miljoen. Dat is 0,8% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale zakelijke dienstverlening, de publieke sector en de agrari-sche sector werd in vergelijking met Nederland meer geïn-vesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Noord-Drenthe met 7,4 banen per vestiging iets onder die van Nederland (8,2). Alleen de zorgsector kent gemiddeld relatief veel banen per vestiging, vooral in de logistieke en de agrarische sector, overheid en onderwijs en de industrie is dit aantal veel min-der (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandNoord-Drenthe
57,9%43,7%
25,2%37,0%
5,0%4,4%425.5934.111
11,9%14,9%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Noord-Drenthe
3%5%
11%7%
2% 2%
13%
8%5% 4%
42%45%
21%
26%
3% 3%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Noord-
Drenthe
Nederland Noord-
Drenthe
Laag 23,9% 19,8% 23,2% 22,0%
Middelbaar 44,2% 46,9% 42,3% 47,6%
Hoog 30,8% 33,3% 33,6% 30,5%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Noord-
Drenthe
Nederland Noord-
Drenthe
Agrarische sector 1,2% 0,7% 8,9% 15,8%
Industrie 10,5% 7,5% 5,7% 4,5%
Bouw 4,7% 4,0% 12,4% 10,1%
Handel 16,6% 16,0% 21,5% 21,4%
Transport & opslag 4,8% 2,5% 3,1% 2,2%
Horeca 4,1% 4,8% 4,4% 5,1%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 12,7% 27,1% 22,7%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,7% 2,3% 1,8%
Overheid & Onderwijs 13,4% 14,3% 2,6% 3,1%
Zorg 16,9% 29,1% 5,7% 6,5%
Overig en onbekend 3,7% 5,9% 6,3% 6,8%
Totaal 7.828.200 75.000 956.210 10.085
December 2012 40Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Noord-Drenthe lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 52,9% onder het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Noord-Drenthe een aandeel van 52,5% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 14,2% meer bijdragen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aan-deel van het grootbedrijf blijft met 33,0% een fractie achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Noord-Drenthe telde in 2011 1.061 startende onder-nemingen, 4,8% minder dan in 2010. Dat is slechter dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Noord-Drenthe in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 0,9%. De regio Noord-Drenthe kent een relatief weinig onder-nemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 12,8 personen een eigen onder-neming (NL: 15,8). Hiermee is Noord-Drenthe regio nummer 29 qua starters.Verreweg de meeste oprichtingen vinden plaats in de zake-lijke dienstverlening op afstand gevolgd door de detailhan-del en de zorgsector (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Noord-Drenthe in 2011 met -0,7% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld 9,2% per jaar, een iets minder sterke daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,2% plaats in Noord-Drenthe (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
28,9%
23,9%
14,2%
33,0%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
50
100
150
200
250
300
350
400
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
600
1.200
1.800
2.400
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%
1.4311.5341.482
2.1362.388
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Noord-Drenthe
Agrarische sector 1,1 0,3
Industrie 15,2 12,3
Bouw 3,1 2,9
Handel 6,3 5,6
Transport & opslag 12,8 8,6
Horeca 7,6 7,1
Zakelijke dienstverlening 6,2 4,2
Financiële dienstverlening 11,4 11,1
Overheid & Onderwijs 42,9 34,0
Zorg 24,1 33,0
Overig en onbekend 4,9 6,4
Totaal 8,2 7,4
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 41
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Zuidoost-Drenthe 170.578 inwoners, in 2007 waren dat er 171.169. De jaarlijkse bevol-kingskrimp ligt met -0,1% onder het Nederlandse gemid-delde van +0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met -0,6% zijn gekrompen tot 169.600 personen.Met een aandeel van 22,5% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zuidoost-Drenthe een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuidoost-Drenthe bedroeg in 2011 € 4,4 miljard (figuur 2), dat is € 25.574 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,7% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 fors zal krimpen (-1,2%), terwijl het Nederlandse BBP waarschijnlijk met -0,5% zal afnemen.
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 73.000 personen, dat is 42,6% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 was er sprake van een jaarlijkse gemiddelde krimp van de beroepsbevolking met -0,8%, terwijl de Ne-derlandse een gemiddelde groei van +0,8% kende (tabel 1).
Bron: CBS
Zuidoost-Drenthe
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
169.600 170.578 171.169
11,3%10,6%10,5%
14,7%16,8%17,6%
20,2%23,4%26,3%
30,1%30,3%28,8%
23,7%18,9%16,6%
21.000
22.000
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
2,0
2,5
3,0
3,5
4,0
4,5
5,0
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Zuidoost-
Drenthe
Nederland Zuidoost-
Drenthe
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 111 0,1% -0,2%
Beroepsbevolking 73 0,8% -0,8%
Werkzame beroepsbevolking 68 0,8% -0,8%
Werkloze beroepsbevolking 5 1,6% 2,7%
in % 7,2
Regio Zuidoost-Drenthe
December 2012 42Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 33,3%. Daarmee heeft de regio Zuidoost-Drenthe een relatief zeer laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Bron: CBS
Met 7,2% lag de werkloosheid in Zuidoost-Drenthe in 2011 fors boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Zuidoost-Drenthe het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden iets lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoe-kenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Zuidoost-Drenthe toegenomen met 15,5% tot 9.220. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Zuidoost-Dren-the zeer veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en in mindere mate ook in de handel, de industrie en de bouw en weinig in de zakelijke en de financiële dienstverlening en overheid en onderwijs. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, de bouw en de agrarische sector en weinig in de handel en de zakelijke en financiële dienstverlening (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Zuidoost-Drenthe in vaste activa € 725 miljoen. Dat is 0,6% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In zowel de regionale industrie als de agrarische sector werd in verge-lijking met Nederland ongeveer het tweevoudige geïnves-teerd, in alle andere sectoren werd er verhoudingsgewijs hetzelfde of minder geïnvesteerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Zuidoost-Drenthe met 6,5 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). De industrie en de zakelijke dienstverlening kennen gemid-deld relatief veel banen per vestiging, handel en horeca, de logistieke sector, de zorg en de financiële dienstverlening juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandZuidoost-Drenthe
57,9%54,4%
25,2%36,0%
5,0%1,6%425.5935.775
11,9%8,0%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Zuidoost-Drenthe
3%
7%11%
21%
2% 2%
13%9%
5%3%
42%
34%
21% 22%
3% 2%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Zuidoost-
Drenthe
Nederland Zuidoost-
Drenthe
Laag 23,9% 30,3% 23,2% 33,3%
Middelbaar 44,2% 48,7% 42,3% 50,0%
Hoog 30,8% 21,1% 33,6% 16,7%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Zuidoost-
Drenthe
Nederland Zuidoost-
Drenthe
Agrarische sector 1,2% 1,7% 8,9% 14,5%
Industrie 10,5% 17,7% 5,7% 6,3%
Bouw 4,7% 6,2% 12,4% 13,6%
Handel 16,6% 15,1% 21,5% 24,2%
Transport & opslag 4,8% 3,7% 3,1% 2,9%
Horeca 4,1% 4,0% 4,4% 4,4%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 18,6% 27,1% 18,4%
Financiële dienstverlening 3,3% 1,5% 2,3% 1,6%
Overheid & Onderwijs 13,4% 12,4% 2,6% 2,0%
Zorg 16,9% 16,7% 5,7% 5,3%
Overig en onbekend 3,7% 2,5% 6,3% 6,7%
Totaal 7.828.200 59.800 956.210 9.220
December 2012 43Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Zuidoost-Drenthe lag het aandeel van het MKB (exclu-sief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 60,2% boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuidoost-Drenthe een aandeel van 58,8% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 15,0% meer bij aan de toegevoeg-de waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het groot-bedrijf blijft echter met 24,9% ruim achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Zuidoost-Drenthe telde in 2011 913 startende on-dernemingen, 5,8% minder dan in 2010. Dat is slechter dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Zuidoost-Drenthe in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 0,7%. De regio Zuidoost-Drenthe kent een relatief weinig onder-nemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 12,5 personen een eigen onder-neming (NL: 15,8). Hiermee is Zuidoost-Drenthe regio num-mer 32 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de detailhandel, de bouw, de zorgsector en de groothandel (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Zuidoost-Drenthe in 2011 met -4,8% dubbel zo sterk gedaald als in geheel Nederland (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizen-verkopen afgenomen met gemiddeld -11,1% per jaar, een grotere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransac-ties in 2011 vond 0,9% plaats in Zuidoost-Drenthe (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
32,9%
27,3%
15,0%
24,9%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
35
70
105
140
175
210
245
280
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
500
1.000
1.500
2.000
-6%
-3%
0%
3%
6%
1.1161.2361.311
1.8541.850
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Zuidoost-Drenthe
Agrarische sector 1,1 0,7
Industrie 15,2 18,3
Bouw 3,1 2,9
Handel 6,3 4,0
Transport & opslag 12,8 8,3
Horeca 7,6 5,9
Zakelijke dienstverlening 6,2 6,5
Financiële dienstverlening 11,4 6,2
Overheid & Onderwijs 42,9 41,1
Zorg 24,1 20,6
Overig en onbekend 4,9 2,4
Totaal 8,2 6,5
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 44
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Zuidwest-Drenthe 130.413 inwoners, in 2007 waren dat er 128.359. De jaarlijkse be-volkingsgroei ligt met 0,3% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 2,0% zijn toegenomen tot 133.000 personen.Met een aandeel van 23,8% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zuidwest-Drenthe een relatief iets jongere bevolking dan Nederland (23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuidwest-Drenthe bedroeg in 2011 € 3,8 miljard (figuur 2), dat is € 29.136 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,6% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat in 2013 het BRP sterker zal krimpen (-0,7%) dan het Nederlandse BBP als geheel (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 57.000 personen, dat is 43,7% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,4% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Zuidwest-Drenthe
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
133.000130.413128.359
11,9%10,7%11,2%
16,0%18,0%18,3%
21,4%23,9%26,1%
28,0%28,6%27,7%
22,6%18,8%16,6%
21.000
22.000
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0
3,5
4,0
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Zuidwest-
Drenthe
Nederland Zuidwest-
Drenthe
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 82 0,1% -0,2%
Beroepsbevolking 57 0,8% 0,4%
Werkzame beroepsbevolking 54 0,8% 0,8%
Werkloze beroepsbevolking 3 1,6% -5,0%
in % 5,2
Regio Zuidwest-Drenthe
December 2012 45Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 26,8%. Daar-mee heeft de regio Zuidwest-Drenthe een relatief laagge-schoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Bron: CBS
Met 5,2% lag de werkloosheid in Zuidwest-Drenthe in 2011 iets onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Zuidwest-Drenthe het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden iets lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoe-kenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Zuidwest-Drenthe toegenomen met 16,6% tot 8.100. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Zuidwest-Drenthe zeer veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sec-tor en in mindere mate in de handel en de horeca en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening en de logistieke sector. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie en de zorgsector en weinig in de zakelijke dienstverlening, de horeca en de logistieke sector (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Zuidwest-Drenthe in vaste activa € 783 miljoen. Dat is 0,7% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale zakelijke dienstverlening werd in vergelijking met Nederland fors minder geïnvesteerd, in alle andere sectoren juist meer (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Zuidwest-Drenthe met 7,3 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de zorgsector, de financiële dienstverlening en de industrie kennen gemiddeld relatief veel banen per vesti-ging, overheid en onderwijs, handel, horeca en de logistieke en agrarische sector juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandZuidwest-Drenthe
57,9%54,8%
25,2%32,4%
5,0%2,0%425.5933.623
11,9%10,8%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Zuidwest-Drenthe
3%5%
11%15%
2% 2%
13%14%
5% 5%
42% 32%
21%25%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Zuidwest-
Drenthe
Nederland Zuidwest-
Drenthe
Laag 23,9% 33,9% 23,2% 26,8%
Middelbaar 44,2% 44,6% 42,3% 46,4%
Hoog 30,8% 21,4% 33,6% 26,8%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Zuidwest-
Drenthe
Nederland Zuidwest-
Drenthe
Agrarische sector 1,2% 1,2% 8,9% 16,9%
Industrie 10,5% 12,5% 5,7% 5,9%
Bouw 4,7% 4,7% 12,4% 11,4%
Handel 16,6% 15,4% 21,5% 22,6%
Transport & opslag 4,8% 3,6% 3,1% 2,7%
Horeca 4,1% 3,6% 4,4% 4,9%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 15,7% 27,1% 19,4%
Financiële dienstverlening 3,3% 3,0% 2,3% 1,4%
Overheid & Onderwijs 13,4% 12,9% 2,6% 2,9%
Zorg 16,9% 24,7% 5,7% 5,9%
Overig en onbekend 3,7% 2,7% 6,3% 6,2%
Totaal 7.828.200 59.100 956.210 8.100
December 2012 46Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Zuidwest-Drenthe lag het aandeel van het MKB (exclu-sief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 58,6% boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuidwest-Drenthe een aandeel van 59,2% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 14,1% meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Daar staat tegenover dat het aandeel van het grootbedrijf met 27,4% achterblijft bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Zuidwest-Drenthe telde in 2011 706 startende on-dernemingen, 11,6% minder dan in 2010. Dat is slechter dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Zuidwest-Drenthe in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 0,6%. De regio Zuidwest-Drenthe kent een relatief weinig onder-nemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 12,4 personen een eigen onder-neming (NL: 15,8). Hiermee is Zuidwest-Drenthe regio num-mer 33 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de detailhandel, de groothandel, de bouw en de zorgsector (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Zuidwest-Drenthe in 2011 met -3,7% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,9% per jaar, eveneens een grotere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransac-ties in 2011 vond 0,7% plaats in Zuidwest-Drenthe (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
33,2%
25,3%
14,1%
27,4%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
35
70
105
140
175
210
245
280
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
400
800
1.200
1.600
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%
899893950
1.4201.438
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Zuidwest-Drenthe
Agrarische sector 1,1 0,5
Industrie 15,2 15,6
Bouw 3,1 3,0
Handel 6,3 5,0
Transport & opslag 12,8 9,8
Horeca 7,6 5,3
Zakelijke dienstverlening 6,2 5,9
Financiële dienstverlening 11,4 15,7
Overheid & Onderwijs 42,9 32,3
Zorg 24,1 30,7
Overig en onbekend 4,9 3,2
Totaal 8,2 7,3
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 47
Provincie Overijssel
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de provincie Overijssel 1.137.668 inwoners, in 2007 waren dat er 1.116.374. De jaarlijkse bevol-kingsgroei ligt met 0,4% iets onder het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 3,0% zijn toegenomen tot 1.172.300 personen.Met een aandeel van 24,7% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Overijssel een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Overijssel bedroeg in 2011 € 35 miljard (figuur 2), dat is € 30.864 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 6,0% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 harder zal krimpen (-0,6%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005-2011 en het gemiddelde inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 526.000 personen, dat is 46,4% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,3% ruim boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Overijssel
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
1.172.3001.137.6681.116.374
12,6%12,3%12,4%
17,0%18,6%19,2%
23,6%25,9%28,1%
27,3%27,0%25,8%
19,5%16,2%14,4%
22.000
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
24
26
28
30
32
34
36
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006-2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Overijssel Nederland Overijssel
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 736 0,1% 0,0%
Beroepsbevolking 526 0,8% 1,3%
Werkzame beroepsbevolking 498 0,8% 1,5%
Werkloze beroepsbevolking 28 1,6% 0,3%
in % 5,3
December 2012 48Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 23,8%. Daar-mee heeft de provincie Overijssel een iets lagergeschoolde beroepsbevolking dan in Nederland gemiddeld (23,2%) (tabel 2).
Bron: CBS
Met 5,3% lag de werkloosheid in de provincie Overijssel in 2011 net iets onder die van Nederland (5,4%). Naar verwach-ting zal eind 2012 de Overijsselse werkloosheid nog steeds onder die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een werkloosheid van 6,9% verwacht.Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Overijssel het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden op een vergelijkbaar niveau met het Nederlandse gemiddelde en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werk-zoekenden fors hoger (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de provincie Overijssel toegenomen met 15,2% tot 60.910. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Overijssel veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en de handel en weinig in de zakelijke dienstverlening. Re-latief veel banen zijn te vinden in de zorgsector, de industrie en de bouw (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale Overijsselse investeringen in vaste activa € 6,3 miljard. Dat is 5,5% van de totale Neder-landse investeringen in vaste activa. Vooral in de Overijsselse industrie werd in vergelijking met Nederland meer geïnves-teerd, in de zakelijke dienstverlening minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Overijssel met 8,6 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Bijna alle sectoren dragen daar aan bij: industrie, bouw, transport en opslag, zorg, overheid en onderwijs en zake-lijke dienstverlening kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de agrarische sector en de financiële dienst-verlening juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandOverijssel
57,9%56,7%
25,2%29,1%
5,0%3,0%425.59330.483
11,9%11,2%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Overijssel
3%5%
11%
17%
2% 2%
13%11%
5%4%
42%39%
21% 20%
3% 1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Overijssel Nederland Overijssel
Laag 23,9% 24,9% 23,2% 23,8%
Middelbaar 44,2% 47,6% 42,3% 45,6%
Hoog 30,8% 26,7% 33,6% 29,8%
Onbekend 1,1% 0,8% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Overijssel Nederland Overijssel
Agrarische sector 1,2% 1,0% 8,9% 15,9%
Industrie 10,5% 14,5% 5,7% 6,4%
Bouw 4,7% 6,1% 12,4% 11,5%
Handel 16,6% 16,4% 21,5% 23,2%
Transport & opslag 4,8% 3,9% 3,1% 2,2%
Horeca 4,1% 4,0% 4,4% 4,3%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 18,1% 27,1% 21,0%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,3% 2,3% 2,0%
Overheid & Onderwijs 13,4% 12,7% 2,6% 2,1%
Zorg 16,9% 18,1% 5,7% 5,5%
Overig 3,7% 2,9% 6,3% 5,8%
Totaal 7.828.200 522.600 956.210 60.910
December 2012 49Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn de provincie Overijssel lag het aandeel van het MKB (ex-clusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 57,2% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Overijssel een aandeel van 58,2% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 11,1% iets minder bijdragen aan de Overijsselse toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 31,7% wat verder achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De provincie Overijssel telde in 2011 6.788 startende onder-nemingen, 0,5% minder dan in 2010. Dat terwijl landelijk nog 0,7% groei in het aantal starters viel te noteren. Het aandeel van de provincie Overijssel in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 5,5%. De provincie Overijssel kent een minder ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroeps-bevolking startten 12,9 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Overijssel provincie nummer 10 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de detailhandel, de zorg en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provin-cie Overijssel in 2011 met -2,7% iets sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -9,2% per jaar, vergelijkbaar met de landelijke daling (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 6,2% plaats in de provincie Overijssel (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
32,6%
24,6%
11,1%
31,7%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
300
600
900
1.200
1.500
1.800
2.100
2.400
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
5.000
7.000
9.000
11.000
13.000
-4%
-2%
0%
2%
4%12.224
11.266
7.853 7.820 7.542
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Overijssel
Agrarische sector 1,1 0,5
Industrie 15,2 19,5
Bouw 3,1 4,5
Handel 6,3 6,1
Transport & opslag 12,8 15,0
Horeca 7,6 8,0
Zakelijke dienstverlening 6,2 7,4
Financiële dienstverlening 11,4 9,7
Overheid & Onderwijs 42,9 51,2
Zorg 24,1 28,3
Overig 4,9 4,4
Totaal 8,2 8,6
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 50
Regio Noord-Overijssel
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Noord-Overijssel 358.148 inwoners, in 2007 waren dat er 346.896. De jaarlijkse be-volkingsgroei ligt met 0,6% boven het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 4,7% zijn toegenomen tot 374.900 personen.Met een aandeel van 25,8% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Noord-Overijssel een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
374.900358.148346.896
12,6%12,4%12,9%
18,3%19,6%20,2%
24,2%26,7%28,4%
26,5%26,2%25%
18,4%15,1%13,5%
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Noord-Overijssel bedroeg in 2011 € 12,6 miljard (figuur 2), dat is € 35.245 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 2,1% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 iets minder zal afne-men (-0,3%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005-2011 en het gemiddelde inkomen 2005-2010
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
7
8
9
10
11
12
13
21.000
22.000
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
2011201020092008200720062005
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 170.000 personen, dat is 47,7% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 2,0% fors boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Noord-
Overijssel
Nederland Noord-
Overijssel
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 230 0,1% 0,3%
Beroepsbevolking 170 0,8% 2,0%
Werkzame beroepsbevolking 161 0,8% 1,9%
Werkloze beroepsbevolking 10 1,6% 8,5%
in % 5,7
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Noord-Overijssel
December 2012 51Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 23,5% (NL: 23,2%). Daarmee heeft de regio Noord-Overijssel een met Nederland vergelijkbaar geschoolde beroepsbevolking (tabel 2).
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Noord-
Overijssel
Nederland Noord-
Overijssel
Laag 23,9% 26,8% 23,2% 23,5%
Middelbaar 44,2% 45,8% 42,3% 44,7%
Hoog 30,8% 27,5% 33,6% 30,6%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 1,2%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 5,7% lag de werkloosheid in Noord-Overijssel in 2011 boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Noord-Overijssel het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoe-kenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandNoord-Overijssel
57,9%49,4%
25,2%33,6%
5,0%3,4%425.5937.294
11,9%13,7%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Noord-Overijssel toegenomen met 16,4% tot 20.390. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Noord-Over-ijssel veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en weinig in de zakelijke dienstverlening. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector en de bouw en weinig in de zakelijke dienstverlening (tabel 3).
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Noord-
Overijssel
Nederland Noord-
Overijssel
Agrarische sector 1,2% 1,2% 8,9% 18,3%
Industrie 10,5% 11,7% 5,7% 6,0%
Bouw 4,7% 6,6% 12,4% 12,1%
Handel 16,6% 15,6% 21,5% 21,6%
Transport & opslag 4,8% 5,0% 3,1% 2,8%
Horeca 4,1% 4,1% 4,4% 4,5%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 16,1% 27,1% 19,6%
Financiële dienstverlening 3,3% 3,0% 2,3% 2,1%
Overheid & Onderwijs 13,4% 14,2% 2,6% 2,1%
Zorg 16,9% 18,6% 5,7% 5,3%
Overig en onbekend 3,7% 4,0% 6,3% 5,5%
Totaal 7.828.200 173.600 956.210 20.390
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Noord- Overijssel in vaste activa € 2,1 miljard. Dat is 1,9% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de re-gionale agrarische en publieke sector werd in vergelijking met Nederland beduidend meer geïnvesteerd, in handel, transport en horeca minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
13%
8%5% 4%
42% 41%
21%
27%
3% 1%
Nederland Noord-Overijssel
3%6%
11% 10%
2% 2%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Bedrijfsomvang De gemiddelde schaalgrootte ligt in Noord-Overijssel met 8,5 banen per vestiging iets boven die van Nederland (8,2). Vooral de industrie, transport en opslag, overheid en onder-wijs en de zorg kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging (tabel 4).
December 2012 52Regio’s in economisch perspectief 2013
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Noord-Overijssel
Agrarische sector 1,1 0,6
Industrie 15,2 16,6
Bouw 3,1 4,6
Handel 6,3 6,1
Transport & opslag 12,8 14,8
Horeca 7,6 7,9
Zakelijke dienstverlening 6,2 7,0
Financiële dienstverlening 11,4 12,2
Overheid & Onderwijs 42,9 56,6
Zorg 24,1 29,6
Overig en onbekend 4,9 6,3
Totaal 8,2 8,5
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Noord-Overijssel lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 55,6% iets boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Noord-Overijssel een aandeel van 55,9% in de TW. ZZP’ers dragen met 11,6% iets meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbe-drijf blijft met 32,8% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
ZZP
Klein
Midden
Groot
31,4%
24,2%
11,6%
32,8%
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Noord-Overijssel telde in 2011 2.253 startende ondernemingen, 9,5% meer dan in 2010. Dat is flink meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Noord-Overijssel in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 slechts 1,8%. De regio Noord-Overijssel kent een niet uitgesproken ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 13,3 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Noord-Overijssel regio nummer 26 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, detailhan-del en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
0
100
200
300
400
500
600
700
800
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
2010 2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Noord-Over-ijssel in 2011 met -3,2% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,2% per jaar, een met het landelijke beeld (-9,8%) vergelijkbare daling. Van alle hui-zentransacties in 2011 vond 2,0% plaats in Noord-Overijssel (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
0
1.000
2.000
3.000
4.000
-5%
-3%
-1%
1%
3%
20112010200920082007
.
4.2473.772
2.616 2.658 2.455
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 53
Regio Zuidwest-Overijssel
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Zuidwest-Overijssel 152.934 inwoners, in 2007 waren dat er 151.255. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,2% onder het Nederlandse ge-middelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwach-ting met 2,1% zijn toegenomen tot 156.100 personen.Met een aandeel van 24,1% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zuidwest-Overijssel een relatief grote groep jongeren (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuidwest-Overijssel bedroeg in 2011 € 4,2 miljard (figuur 2), dat is € 27.222 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,7% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 iets meer zal dalen (-0,7%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 74.000 personen, dat is 48,4% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,9% iets boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Zuidwest-Overijssel
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
156.100152.934151.255
11,5%11,8%11,8%
16,6%18,1%18,9%
24,2%26,1%28,9%
28,8%28,0%26,0%
19,0%16,0%14,4%
21.000
22.000
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
1,5
2,0
2,5
3,0
3,5
4,0
4,5
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Zuidwest-
Overijssel
Nederland Zuidwest-
Overijssel
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 100 0,1% 0,0%
Beroepsbevolking 74 0,8% 0,9%
Werkzame beroepsbevolking 71 0,8% 1,5%
Werkloze beroepsbevolking 4 1,6% -2,3%
in % 4,8
December 2012 54Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel hooggeschoolden 32,4%. Daarmee blijft de regio Zuidwest-Overijssel achter bij het aandeel hooggeschoolden in de Nederlandse beroepsbe-volking (33,6%) (tabel 2).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Met 4,8% lag de werkloosheid in Zuidwest-Overijssel in 2011 flink lager dan die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog onder die van Neder-land (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Zuidwest-Overijssel het aan-deel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden wat lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden iets hoger dan het Nederlandse gemid-delde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Zuidwest-Overijssel toegenomen met 18,2% tot 7.765. Daarmee ligt de groei op het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Zuidwest-Overijssel veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en weinig in de bouw en transport en opslag. Relatief veel banen zijn te vinden in de bouw, transport en opslag en bij de overheid en in de zorgsector en relatief weinig in de zakelijke dienstverlening en in de zorgsector (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Zuidwest-Overijssel in vaste activa € 617 miljoen. Dat is maar 0,5% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale industrie en agrarische sector werd in ver-gelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in de meeste andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Zuidwest-Overijssel met 9,1 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Vooral de industrie, maar ook de bouw, transport en opslag, zorg en zakelijke dienstverlening kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de financiële dienstverlening en overheid en onderwijs juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandZuidwest-Overijssel
57,9%54,6%
25,2%27,1%
5,0%4,0%425.5933.669
11,9%14,2%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Zuidwest-Overijssel
3%
8%11%
13%
2% 1%
13%15%
5% 5%
42% 42%
21%
15%
3% 2%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Zuidwest-
Overijssel
Nederland Zuidwest-
Overijssel
Laag 23,9% 23,2% 23,2% 23,0%
Middelbaar 44,2% 47,8% 42,3% 44,6%
Hoog 30,8% 29,0% 33,6% 32,4%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Zuidwest-
Overijssel
Nederland Zuidwest-
Overijssel
Agrarische sector 1,2% 1,8% 8,9% 18,2%
Industrie 10,5% 13,5% 5,7% 5,1%
Bouw 4,7% 4,4% 12,4% 8,2%
Handel 16,6% 15,3% 21,5% 20,8%
Transport & opslag 4,8% 2,7% 3,1% 1,7%
Horeca 4,1% 3,7% 4,4% 4,3%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 22,3% 27,1% 24,8%
Financiële dienstverlening 3,3% 1,7% 2,3% 1,9%
Overheid & Onderwijs 13,4% 10,2% 2,6% 2,4%
Zorg 16,9% 20,3% 5,7% 6,4%
Overig en onbekend 3,7% 4,1% 6,3% 6,2%
Totaal 7.828.200 173.600 956.210 7.765
December 2012 55Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Zuidwest-Overijssel lag het aandeel van het MKB (exclu-sief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 57,6% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuidwest-Overijssel een aandeel van 58,5% in de TW. ZZP’ers dragen met 11,5% ongeveer net zoveel bij aan de toegevoegde waarde als landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 30,9% flink achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Zuidwest-Overijssel telde in 2011 956 startende ondernemingen, -1,8% minder dan in 2010. Hiermee ging de regio in tegen de landelijke trend van 0,7% groei. Het aandeel van Zuidwest-Overijssel in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 slechts 0,8%. De regio Zuidwest-Overijssel kent geen uitgesproken ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 12,9 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zuidwest-Overijssel regio nummer 28 qua starters. Veruit de meeste oprichtin-gen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector, detailhandel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Zuidwest-Overijssel in 2011 met -1,4% minder gedaald dan in Neder-land als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenver-kopen afgenomen met gemiddeld -9,1% per jaar, iets minder dan de landelijke daling (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 0,9% plaats in Zuidwest-Overijssel (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
31,4%
26,2%
11,5%
30,9%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
50
100
150
200
250
300
350
400
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
400
800
1.200
1.600
2.000
-4%
-2%
0%
2%
4%
1.798 1.691
1.2001.066 1.114
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Zuidwest-Overijssel
Agrarische sector 1,1 0,9
Industrie 15,2 24,1
Bouw 3,1 4,9
Handel 6,3 6,7
Transport & opslag 12,8 14,6
Horeca 7,6 7,8
Zakelijke dienstverlening 6,2 8,2
Financiële dienstverlening 11,4 8,0
Overheid & Onderwijs 42,9 38,9
Zorg 24,1 28,6
Overig en onbekend 4,9 6,0
Totaal 8,2 9,1
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 56
Regio Twente
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Twente 626.586 inwoners, in 2007 waren dat er 618.223. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,3% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 2,3% zijn toegenomen tot 641.300 personen. Met een aandeel van 24,2% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Twente een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%), maar ook relatief veel 65+-ers.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Twente bedroeg in 2011 € 18,3 miljard (figuur 2), dat is € 29.251 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 3,1% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 iets meer zal krimpen (-0,6%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 282.000 personen, dat is 45,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,0% iets boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Twente
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
641.300626.586618.223
12,9%12,5%12,4%
16,4%18,1%18,8%
23,1%25,4%27,7%
27,3%27,1%26,2%
20,3%16,9%15,0%
20.000
22.000
24.000
26.000
28.000
30.000
32.000
14
15
16
17
18
19
20
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Twente Nederland Twente
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 405 0,1% -0,1%
Beroepsbevolking 282 0,8% 1,0%
Werkzame beroepsbevolking 267 0,8% 1,2%
Werkloze beroepsbevolking 15 1,6% -1,4%
in % 5,3
December 2012 57Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 23,8% (NL: 23,2%). Ook het aandeel middelbaar en hoogopgeleiden ligt in de buurt van het Nederlandse gemiddelde (tabel 2).
Bron: CBS
Met 5,3% lag de werkloosheid in Twente in 2011 vlak onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds rond die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Twente het aandeel laag- en middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden ho-ger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Twente toegenomen met 13,7% tot 32.755. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Twente veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, industrie en de bouw en weinig in de zakelijke dienstverlening en transport en opslag. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, bouw en zorgsector en weinig in transport en opslag en de zakelijke en financiële dienstverlening (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Twente in vas-te activa € 3,6 miljard. Dat is 3,1% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale industrie werd in vergelijking met Nederland fors meer geïnvesteerd, in de zakelijke dienstverlening en de publieke sector juist minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Twente met 8,5 banen per vestiging iets boven die van Nederland (8,2). Vooral de industrie, transport en opslag, overheid en onderwijs en de zorg kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandTwente
57,9%59,9%
25,2%27,8%
5,0%2,6%425.59319.520
11,9%9,8%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Twente
3%5%
11%
22%
2% 3%
13%12%
5%3%
42%
37%
21%18%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Twente Nederland Twente
Laag 23,9% 24,2% 23,2% 23,8%
Middelbaar 44,2% 49,1% 42,3% 46,6%
Hoog 30,8% 26,0% 33,6% 28,8%
Onbekend 1,1% 0,7% 1,0% 0,7%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Twente Nederland Twente
Agrarische sector 1,2% 0,6% 8,9% 13,9%
Industrie 10,5% 15,4% 5,7% 6,9%
Bouw 4,7% 6,2% 12,4% 12,0%
Handel 16,6% 17,2% 21,5% 24,9%
Transport & opslag 4,8% 3,5% 3,1% 1,9%
Horeca 4,1% 4,1% 4,4% 4,2%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 18,4% 27,1% 21,0%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,0% 2,3% 2,0%
Overheid & Onderwijs 13,4% 12,4% 2,6% 2,0%
Zorg 16,9% 17,2% 5,7% 5,4%
Overig en onbekend 3,7% 2,8% 6,3% 5,8%
Totaal 7.828.200 278.600 956.210 32.755
December 2012 58Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Twente lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 58,2% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Twente nog een aandeel van 59,6% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 10,6% minder bijdragen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 31,2% ook achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Twente telde in 2011 3.579 startende ondernemin-gen, -5,5% minder dan in 2010. Dat is veel minder dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Twente in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 2,9%. De regio Twente kent een niet uitgesproken ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbe-volking startten 12,7 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Twente regio nummer 30 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Twente in 2011 met -2,7% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,5% per jaar, iets minder hard dan lan-delijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 3,3% plaats in Twente (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
33,6%
24,5%
10,6%
31,2%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
150
300
450
600
750
900
1.050
1.200
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
1.600
3.200
4.800
6.400
-5%
-3%
-1%
1%
3%6.179
5.803
4.037 4.096 3.973
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Twente
Agrarische sector 1,1 0,4
Industrie 15,2 19,0
Bouw 3,1 4,4
Handel 6,3 5,9
Transport & opslag 12,8 15,3
Horeca 7,6 8,2
Zakelijke dienstverlening 6,2 7,5
Financiële dienstverlening 11,4 8,5
Overheid & Onderwijs 42,9 51,5
Zorg 24,1 27,4
Overig en onbekend 4,9 4,5
Totaal 8,2 8,5
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 59
Provincie Gelderland
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de provincie Gelderland 2.010.745 inwoners, in 2007 waren dat er nog 1.979.059. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,3% wel onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar ver-wachting met 1,3% zijn toegenomen tot 2.036.100 personen.Met een aandeel van 23,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Gelderland geen uitgesproken jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Gelderland bedroeg in 2011 € 60,6 miljard (figuur 2), dat is € 30.207 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 10,3% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 zal krimpen (-0,6%). Gelderland blijft daarmee iets achter bij de voor Nederland verwachte economische krimp (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddelde inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 924.000 personen, dat is 46,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,5% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Gelderland
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
2.036.1002.010.7451.979.059
12,4%12,2%12,0%
15,7%17,7%18,7%
22,6%24,8%27,6%
28,4%28,5%27,2%
20,8%16,7%14,6%
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
49
51
53
55
57
59
61
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Gelderland Nederland Gelderlandl
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 1.308 0,1% 0,0%
Beroepsbevolking 924 0,8% 0,5%
Werkzame beroepsbevolking 878 0,8% 0,5%
Werkloze beroepsbevolking 46 1,6% 2,6%
in % 5,0
December 2012 60Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 24,8%. Daarmee heeft de provincie Gelderland een relatief laagge-schoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Bron: CBS
Met 5,0% lag de werkloosheid in de provincie Gelderland in 2011 beneden die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de Gelderse werkloosheid nog steeds bene-den die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een werkloosheid van 6,8% verwacht.Naar opleidingsniveau heeft de provincie Gelderland een met het Nederlandse gemiddelde vergelijkbaar aandeel laag-, middelbaar en hooggeschoolde niet-werkende werk-zoekenden (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in de provincie Gelderland toegenomen met 16,4% tot 116.525. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Gelderland veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en de indus-trie en weinig in de zakelijke dienstverlening, transport en horeca. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector en de industrie. De zakelijke dienstverlening in Gelderland kent ten opzichte van Nederland relatief weinig banen (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale Gelderse investeringen in vaste activa € 13,1 miljard. Dat is 11,6% van de totale Neder-landse investeringen in vaste activa. In de Gelderse finan-ciële dienstverlening werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in de meeste andere Gelderse sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Gelder-land met 7,8 banen per vestiging beneden die van Neder-land (8,2). Vooral de zorgsector en transport en opslag kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de industrie en financiële dienstverlening juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandGelderland
57,9%58,1%
25,2%25,4%
5,0%4,8%425.59348.042
11,9%11,7%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Gelderland
3% 4%
11% 10%
2% 2%
13%10%
5%9%
42% 42%
21% 21%
3% 1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Gelderland Nederland Gelderland
Laag 23,9% 25,3% 23,2% 24,8%
Middelbaar 44,2% 43,7% 42,3% 43,2%
Hoog 30,8% 30,2% 33,6% 31,0%
Onbekend 1,1% 0,8% 1,0% 1,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Gelderland Nederland Gelderland
Agrarische sector 1,2% 1,1% 8,9% 12,0%
Industrie 10,5% 11,7% 5,7% 6,2%
Bouw 4,7% 5,0% 12,4% 12,3%
Handel 16,6% 16,8% 21,5% 21,3%
Transport & opslag 4,8% 4,3% 3,1% 2,5%
Horeca 4,1% 4,0% 4,4% 4,1%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 18,3% 27,1% 25,0%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,6% 2,3% 2,2%
Overheid & Onderwijs 13,4% 13,9% 2,6% 2,5%
Zorg 16,9% 18,6% 5,7% 5,8%
Overig 3,7% 3,6% 6,3% 6,1%
Totaal 7.828.200 906.900 956.210 116.525
December 2012 61Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn de provincie Gelderland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 58,9% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Gelderland nog een aandeel van 59,9% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 12,2% iets meer bij aan de Gelderse toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 29,0% flink achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De provincie Gelderland telde in 2011 13.140 startende ondernemingen, bijna net zoveel als in 2010. Daarmee blijft Gelderland achter bij de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de provincie Gelderland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 10,6%. De provincie Gelderland neemt wat ondernemerschap een middenpositie in: per 1000 personen van de beroeps-bevolking startten 14,2 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Gelderland provincie nummer 6 qua starters.Veruit de meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op ruime afstand gevolgd door de zorgsec-tor en de handel (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provin-cie Gelderland in 2011 met -2,9% iets sneller gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,5% per jaar, ook een sterkere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 10,8% plaats in de provincie Gelderland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
33,6%
25,3%
12,2%
29,0%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
550
1.100
1.650
2.200
2.750
3.300
3.850
4.400
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
3.000
8.000
13.000
18.000
23.000
-7,0%
-3,5%
0,0%
3,5%
7,0%21.96119.749
13.820 13.880 13.002
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Gelderland
Agrarische sector 1,1 0,7
Industrie 15,2 14,7
Bouw 3,1 3,2
Handel 6,3 6,1
Transport & opslag 12,8 13,3
Horeca 7,6 7,6
Zakelijke dienstverlening 6,2 5,7
Financiële dienstverlening 11,4 9,3
Overheid & Onderwijs 42,9 43,0
Zorg 24,1 24,8
Overig 4,9 4,5
Totaal 8,2 7,8
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 62
Regio Veluwe
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Veluwe 659.218 inwoners, in 2007 waren dat er 646.668. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,4% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 1,6% zijn toe-genomen tot 669.700 personen.Met een aandeel van 24,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Veluwe een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van de Veluwe bedroeg in 2011 € 21,1 miljard (figuur 2), dat is € 32.121 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 3,6% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 nagenoeg in lijn met het Nederlandse BBP (-0,5%) zal krimpen (-0,6%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 296.000 personen, dat is 45,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,0% boven het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Veluwe
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
669.700659.218646.668
12,6%12,8%12,8%
17,1%18,4%19,3%
22,6%24,6%26,9%
27,4%27,4%26,4%
20,3%16,8%14,7%
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
30.000
16
17
18
19
20
21
22
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Veluwe Nederland Veluwe
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 422 0,1% 0,0%
Beroepsbevolking 296 0,8% 1,0%
Werkzame beroepsbevolking 283 0,8% 1,0%
Werkloze beroepsbevolking 13 1,6% 4,9%
in % 4,3
December 2012 63Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 26,0%. Daarmee heeft de regio Veluwe een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%).
Bron: CBS
Met 4,3% lag de werkloosheid in de Veluwe in 2011 flink be-neden die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in de Veluwe het aandeel niet-werkende werkzoekenden op een met het Nederlandse gemiddelde vergelijkbaar niveau (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de Veluwe toegenomen met 16,7% tot 38.940. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Veluwe veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en de handel en weinig in transport en opslag en de zakelijke dienstver-lening. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, de zorgsector en bij de overheid en het onderwijs en weinig in de zakelijke dienstverlening en transport en opslag (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in de Veluwe in vaste activa € 4,8 miljard. Dat is 4,2% van de totale Neder-landse investeringen in vaste activa. In de regionale financi-ele dienstverlening werd in vergelijking met Nederland fors meer geïnvesteerd. Dit is echter een eenmalige uitschieter voor het jaar 2009 (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in de Veluwe met 8,0 ba-nen per vestiging iets onder die van Nederland (8,2). Vooral overheid en onderwijs en de zorgsector kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de industrie juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandVeluwe
57,9%57,6%
25,2%25,9%
5,0%4,9%425.59311.674
11,9%11,6%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Veluwe
3%4%
11%6%
2% 3%
13%
8%5%
18%
42%38%
21% 22%
3% 1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Veluwe Nederland Veluwe
Laag 23,9% 27,2% 23,2% 26,0%
Middelbaar 44,2% 43,1% 42,3% 42,2%
Hoog 30,8% 29,0% 33,6% 30,7%
Onbekend 1,1% 0,7% 1,0% 1,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Veluwe Nederland Veluwe
Agrarische sector 1,2% 0,9% 8,9% 12,0%
Industrie 10,5% 10,3% 5,7% 6,0%
Bouw 4,7% 5,5% 12,4% 13,7%
Handel 16,6% 16,9% 21,5% 21,5%
Transport & opslag 4,8% 3,8% 3,1% 2,3%
Horeca 4,1% 4,0% 4,4% 4,2%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 16,9% 27,1% 24,4%
Financiële dienstverlening 3,3% 3,4% 2,3% 2,3%
Overheid & Onderwijs 13,4% 16,3% 2,6% 2,5%
Zorg 16,9% 18,3% 5,7% 5,3%
Overig en onbekend 3,7% 3,6% 6,3% 5,9%
Totaal 7.828.200 312.500 956.210 38.940
December 2012 64Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn de Veluwe lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 59,0% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in de Veluwe een aandeel van 61,0% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 11,0% minder bijdra-gen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Ook het aandeel van het grootbedrijf blijft met 30,1% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Veluwe telde in 2011 4.149 startende onderne-mingen, 0,6% meer dan in 2010, vergelijkbaar met de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de Veluwe in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 3,4%. De regio Veluwe kent geen uitgesproken ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbe-volking startten 14,0 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Veluwe regio nummer 21 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de bouw en detailhandel (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de Veluwe in 2011 met -2,8% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,7% per jaar, sneller dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 3,5% plaats in de Veluwe (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
33,8%
25,2%
11,0%
30,1%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
150
300
450
600
750
900
1050
1200
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
3.100
4.100
5.100
6.100
7.100
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%
4.1904.3504.360
6.308
7.041
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Veluwe
Agrarische sector 1,1 0,6
Industrie 15,2 13,7
Bouw 3,1 3,2
Handel 6,3 6,3
Transport & opslag 12,8 13,0
Horeca 7,6 7,8
Zakelijke dienstverlening 6,2 5,6
Financiële dienstverlening 11,4 12,2
Overheid & Onderwijs 42,9 53,4
Zorg 24,1 27,9
Overig en onbekend 4,9 4,9
Totaal 8,2 8,0
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 65
Regio Achterhoek
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Achterhoek 401.476 inwo-ners, in 2007 waren dat er 401.729. De bevolking krimpt sinds 2009 en dat steekt schril af tegen de Nederlandse ge-middelde bevolkingsgroei van 0,5%. In 2020 zal de bevol-king naar verwachting met 2,3% zijn gekrompen tot 392.400 personen.Ondanks een aandeel van 23,4% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de Achterhoek een relatief vergrijsde bevol-king (NL: 23,3%). Het aandeel 65+ is immers bovengemid-deld.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van de Achterhoek bedroeg in 2011 € 10,9 miljard (figuur 2), dat is € 27.219 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,9% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 flink meer zal krim-pen (-1,0%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 184.000 personen, dat is 45,8% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,2% flink onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Achterhoek
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
392.400 401.476 401.729
11,8%10,7%10,3%
14,4%17,3%18,6%
19,8%22,6%26,0%
30,1%30,4%28,7%
23,8%19,0%16,4%
22.000
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
8,5
9,0
9,5
10,0
10,5
11,0
11,5
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Achterhoek Nederland Achterhoek
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 256 0,1% -0,4%
Beroepsbevolking 184 0,8% 0,2%
Werkzame beroepsbevolking 176 0,8% 0,1%
Werkloze beroepsbevolking 8 1,6% 6,9%
in % 4,5
December 2012 66Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 26,2%. Daar-mee heeft de regio Achterhoek een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Bron: CBS
Met 4,5% lag de werkloosheid in de Achterhoek in 2011 flink onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid rond die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in de Achterhoek het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werk-zoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in de Achterhoek toegenomen met 11,2% tot 24.240. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Achterhoek veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de bouw, de industrie en weinig in de zakelijke dienstverlening. Relatief veel banen zijn te vinden in de bouw, de industrie, handel en zorgsector en weinig in de financiële en zakelijke dienstverlening (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in de Achterhoek in vaste activa € 2,5 miljard. Dat is 2,2% van de totale Neder-landse investeringen in vaste activa. Alleen in de regionale industrie en agrarische sector werd in vergelijking met Nederland beduidend meer geïnvesteerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in de Achterhoek met 6,7 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de industrie en transport en opslag kennen gemiddeld rela-tief veel banen per vestiging, zakelijke en financiële dienst-verlening en overheid en onderwijs juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandAchterhoek
57,9%48,0%
25,2%33,6%
5,0%3,8%425.5938.179
11,9%14,6%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Achterhoek
3%6%
11%
20%
2% 2%
13%10%
5% 6%
42%
37%
21%18%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Achterhoek Nederland Achterhoek
Laag 23,9% 24,3% 23,2% 26,2%
Middelbaar 44,2% 51,9% 42,3% 48,6%
Hoog 30,8% 23,8% 33,6% 25,1%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Achterhoek Nederland Achterhoek
Agrarische sector 1,2% 1,2% 8,9% 19,7%
Industrie 10,5% 17,7% 5,7% 7,0%
Bouw 4,7% 5,9% 12,4% 10,8%
Handel 16,6% 18,1% 21,5% 21,2%
Transport & opslag 4,8% 4,8% 3,1% 1,9%
Horeca 4,1% 4,6% 4,4% 4,2%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 13,7% 27,1% 20,4%
Financiële dienstverlening 3,3% 1,6% 2,3% 1,8%
Overheid & Onderwijs 13,4% 10,0% 2,6% 1,9%
Zorg 16,9% 19,4% 5,7% 5,4%
Overig en onbekend 3,7% 3,0% 6,3% 5,7%
Totaal 7.828.200 161.700 956.210 24.240
December 2012 67Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn de Achterhoek lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 66,2% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in de Achterhoek een aandeel van 65,1% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 13,5% meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het groot-bedrijf blijft met 20,3% echter ver achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Achterhoek telde in 2011 2.092 startende onder-nemingen, -2,2% minder dan in 2010 en tegen de landelijke trend van 0,7% groei in. Het aandeel van de Achterhoek in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,7%. De regio Achterhoek kent een niet zo ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroeps-bevolking startten 11,4 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is de Achterhoek regio nummer 37 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de Ach-terhoek in 2011 met -4,0% een stuk sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -9,9% per jaar, een met het landelijke beeld (-9,8%) vergelijkbare daling. Van alle huizentransacties in 2011 vond 2,0% plaats in de Achterhoek (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
37,9%28,3%
13,5%
20,3%
0
100
200
300
400
500
600
700
800
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
1.000
2.000
3.000
4.000
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%
2.4292.3992.516
3.4963.934
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Achterhoek
Agrarische sector 1,1 0,4
Industrie 15,2 16,8
Bouw 3,1 3,7
Handel 6,3 5,7
Transport & opslag 12,8 16,9
Horeca 7,6 7,3
Zakelijke dienstverlening 6,2 4,5
Financiële dienstverlening 11,4 6,0
Overheid & Onderwijs 42,9 35,2
Zorg 24,1 24,0
Overig en onbekend 4,9 3,5
Totaal 8,2 6,7
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 68
Regio Arnhem-Nijmegen
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Arnhem-Nijmegen 714.049 inwoners, in 2007 waren dat er 697.417. De jaarlijkse bevol-kingsgroei ligt met 0,5% op het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 3,2% zijn toegenomen tot 736.800 personen.Met een aandeel van 22,6% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Arnhem-Nijmegen een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Arnhem-Nijmegen bedroeg in 2011 € 21,4 miljard (figuur 2), dat is € 30.085 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 3,6% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 iets minder zal dalen (-0,3%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 335.000 personen, dat is 47,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,4% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Arnhem-Nijmegen
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
736.800714.049697.417
12,6%12,8%12,4%
15%16,6%17,4%
24,4%26,3%28,9%
28,2%28,4%27,0%
19,9%15,9%14,2%
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
30.000
18,5
19,0
19,5
20,0
20,5
21,0
21,5
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Arnhem-
Nijmegen
Nederland Arnhem-
Nijmegen
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 476 0,1% 0,2%
Beroepsbevolking 335 0,8% 0,4%
Werkzame beroepsbevolking 315 0,8% 0,5%
Werkloze beroepsbevolking 20 1,6% 1,2%
in % 6
December 2012 69Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 21,5%. Daar-mee heeft de regio Arnhem-Nijmegen een relatief hoogge-schoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Bron: CBS
Met 6% lag de werkloosheid in Arnhem-Nijmegen in 2011 boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Arnhem-Nijmegen het aandeel laaggeschoolden niet-werkende werkzoekenden hoger en het aandeel middelbaargeschoolde lager dan het Neder-landse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Arnhem-Nijmegen toegenomen met 20,1% tot 35.940. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Arnhem-Nij-megen veel bedrijfsvestigingen in de zorgsector, zakelijke dienstverlening en bij de overheid en in het onderwijs en weinig in de agrarische sector en de bouw. Relatief veel ba-nen zijn te vinden in de zorgsector en bij de overheid en het onderwijs en weinig in de bouw en de handel (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Arnhem-Nij-megen in vaste activa € 4,2 miljard. Dat is 3,7% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. (figuur 4). Meer dan de helft van de investeringen is gedaan in de zakelijke diensten.
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Arnhem-Nijmegen met 9,2 banen per vestiging flink boven die van Nederland (8,2). Vooral transport en opslag, de industrie en de zorg kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandArnhem/Nijmegen
57,9%61,3%
25,2%22,3%
5,0%5,3%425.59323.447
11,9%11,1%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Arnhem/Nijmegen
3% 2%
11% 10%
2% 1%
13%9%
5% 4%
42%
50%
21%22%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Arnhem-
Nijmgen
Nederland Arnhem-
Nijmgen
Laag 23,9% 21,6% 23,2% 21,5%
Middelbaar 44,2% 39,6% 42,3% 40,3%
Hoog 30,8% 37,5% 33,6% 37,3%
Onbekend 1,1% 1,2% 1,0% 0,9%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Arnhem-
Nijmgen
Nederland Arnhem-
Nijmgen
Agrarische sector 1,2% 0,6% 8,9% 5,3%
Industrie 10,5% 9,9% 5,7% 5,6%
Bouw 4,7% 3,8% 12,4% 11,0%
Handel 16,6% 15,1% 21,5% 21,5%
Transport & opslag 4,8% 4,0% 3,1% 2,7%
Horeca 4,1% 4,0% 4,4% 4,5%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 19,8% 27,1% 29,5%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,5% 2,3% 2,0%
Overheid & Onderwijs 13,4% 15,2% 2,6% 3,2%
Zorg 16,9% 20,9% 5,7% 7,6%
Overig en onbekend 3,7% 4,1% 6,3% 7,0%
Totaal 7.828.200 329.700 956.210 35.940
December 2012 70Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Arnhem-Nijmegen lag het aandeel van het MKB (exclu-sief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 52,1% onder het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Arnhem-Nijmegen een aandeel van 53,3% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 11,2% minder bij aan de toege-voegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf ligt met 36,7% daarentegen boven het lande-lijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Arnhem-Nijmegen telde in 2011 5.307 startende ondernemingen, 1,4% meer dan in 2010 en boven de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Arnhem-Nijmegen in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 4,3%. De regio Arnhem-Nijmegen kent een gemiddeld onder-nemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 15,8 personen een eigen on-derneming (NL: 15,8). Hiermee is Arnhem-Nijmegen regio nummer 10 qua starters.Veruit de meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstverlening op afstand gevolgd door de zorgsector en de detailhandel (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Arnhem-Nijmegen in 2011 met -1,9% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,9% per jaar, juist een sterkere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 4,0% plaats in Arnhem-Nijmegen (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
29,1%
23,0%
11,2%
36,7%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
250
500
750
1.000
1.250
1.500
1.750
2.000
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
2.500
4.000
5.500
7.000
8.500
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%
4.821
5.6365.524
7.637
8.422
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Arnhem-Nijmegen
Agrarische sector 1,1 1,1
Industrie 15,2 16,3
Bouw 3,1 3,1
Handel 6,3 6,4
Transport & opslag 12,8 13,7
Horeca 7,6 8,3
Zakelijke dienstverlening 6,2 6,2
Financiële dienstverlening 11,4 11,4
Overheid & Onderwijs 42,9 43,5
Zorg 24,1 25,1
Overig en onbekend 4,9 5,4
Totaal 8,2 9,2
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 71
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Zuidwest-Gelderland 236.002 inwoners, in 2007 waren dat er 233.245. De jaarlijk-se bevolkingsgroei ligt met 0,2% onder het Nederlandse ge-middelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwach-ting met slechts 0,5% zijn toegenomen tot 237.200 personen.Met een aandeel van 25,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zuidwest-Gelderland wel een relatief grote jonge bevolking (NL: 23,3%), maar het aandeel 45-65 jarigen ligt ook boven het Nederlandse gemiddelde.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuidwest-Gelderland bedroeg in 2011 € 7,1 miljard (figuur 2), dat is € 30.307 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,2% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 meer zal krimpen (-0,9%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%)
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 110.000 personen, dat is 46,8% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,2% flink onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Zuidwest-Gelderland
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
237.200236.002233.245
12,6%12,0%11,4%
16,4%19,4%20,6%
21,5%24,7%28,0%
29,5%29,0%27,3%
20,1%14,9%12,5%
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
30.000
4,5
5,0
5,5
6,0
6,5
7,0
7,5
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Zuidwest-
Gelderland
Nederland Zuidwest-
Gelderland
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 154 0,1% -0,1%
Beroepsbevolking 110 0,8% 0,2%
Werkzame beroepsbevolking 105 0,8% 0,0%
Werkloze beroepsbevolking 5 1,6% 1,7%
in % 4,6
Regio Zuidwest-Gelderland
December 2012 72Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 29,4%. Daarmee heeft de regio Zuidwest-Gelderland een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2).
Bron: CBS
Met 4,6% lag de werkloosheid in Zuidwest-Gelderland in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds iets onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Zuidwest-Gelderland het aan-deel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden hoger en het aandeel hooggeschoolde niet-werkende werkzoeken-den lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Zuidwest-Gelderland toegenomen met 16,0% tot 17.405. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Zuidwest-Gelderland veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, transport en opslag, de bouw en de industrie en weinig in de horeca, zorg en zakelijke dienstverlening. Relatief veel banen zijn te vinden in de agrarische sector, de industrie, transport en opslag, de bouw, zakelijke dienstverlening en de handel en weinig in de publieke sector (zorg, overheid en onderwijs) en de horeca (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Zuidwest-Gelderland in vaste activa € 1,7 miljard. Dat is 1,5% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Het inves-teringsbeeld wijkt niet heel sterk af van het Nederlandse. Opvallend is dat in de zakelijke diensten en de industrie in vergelijking met Nederland minder geïnvesteerd werd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Zuidwest-Gelderland met 5,9 banen per vestiging ver beneden die van Neder-land (8,2). De industrie, transport en opslag, de financiële diensten, de overheid en het onderwijs en de zorg kennen allemaal relatief weinig banen per vestiging, (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandZuidwest-Gelderland
57,9%61,1%
25,2%25,3%
5,0%3,7%425.5934.743
11,9%9,8%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Zuidwest-Gelderland
3%
9% 11%8%
2%4%
13%13%
5%2%
42%38%
21%24%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Zuidwest-
Gelderland
Nederland Zuidwest-
Gelderland
Laag 23,9% 33,3% 23,2% 29,4%
Middelbaar 44,2% 43,5% 42,3% 46,8%
Hoog 30,8% 23,1% 33,6% 23,9%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Zuidwest-
Gelderland
Nederland Zuidwest-
Gelderland
Agrarische sector 1,2% 3,4% 8,9% 15,0%
Industrie 10,5% 12,0% 5,7% 6,7%
Bouw 4,7% 5,8% 12,4% 13,5%
Handel 16,6% 19,9% 21,5% 20,4%
Transport & opslag 4,8% 6,3% 3,1% 3,6%
Horeca 4,1% 2,9% 4,4% 2,9%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 24,9% 27,1% 23,6%
Financiële dienstverlening 3,3% 1,8% 2,3% 2,8%
Overheid & Onderwijs 13,4% 8,6% 2,6% 2,2%
Zorg 16,9% 11,3% 5,7% 4,1%
Overig en onbekend 3,7% 3,1% 6,3% 5,3%
Totaal 7.828.200 103.000 956.210 17.405
December 2012 73Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Zuidwest-Gelderland lag het aandeel van het MKB (exclu-sief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 67,5% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuidwest-Gelderland zelfs een aandeel van 68,4% in de TW. Daar komt bij dat ZZP’ers met 16,8% veel meer bijdragen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aan-deel van het grootbedrijf is hierdoor met 15,6% nog niet de helft van het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Zuidwest-Gelderland telde in 2011 1.592 startende ondernemingen, -3,0% minder dan in 2010 en tegengesteld aan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Zuid-west-Gelderland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,3%. De regio Zuidwest-Gelderland kent een gemiddeld onder-nemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 14,5 personen een eigen onder-neming (NL: 15,8). Hiermee is Zuidwest-Gelderland regio nummer 18 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de bouw en detailhandel (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Zuidwest-Gelderland in 2011 met -3,7% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,7% per jaar, een kleinere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizen-transacties in 2011 vond 1,3% plaats in Zuidwest-Gelderland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
39,8%
27,7%
16,8%15,6%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
75
150
225
300
375
450
525
600
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
700
1.400
2.100
2.800
-6%
-3%
0%
3%
6%
1.5621.4951.420
2.3082.564
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Zuidwest-Gelderland
Agrarische sector 1,1 1,3
Industrie 15,2 10,6
Bouw 3,1 2,6
Handel 6,3 5,8
Transport & opslag 12,8 10,3
Horeca 7,6 6,0
Zakelijke dienstverlening 6,2 6,2
Financiële dienstverlening 11,4 4,0
Overheid & Onderwijs 42,9 23,7
Zorg 24,1 16,2
Overig en onbekend 4,9 3,4
Totaal 8,2 5,9
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 74
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de provincie Utrecht 1.237.117 inwoners, in 2007 waren dat er 1.190.604. De jaarlijkse be-volkingsgroei ligt met 0,8% boven het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 5,1% zijn toegenomen tot 1.300.600 personen.Met een aandeel van 24,5% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Utrecht een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Utrecht bedroeg in 2011 € 51,4 miljard (figuur 2), dat is € 41.863 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 8,8% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 minder zal krimpen (-0,3%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddelde inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 599.000 personen, dat is 48,7% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,1% boven het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Utrecht
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
1.300.6001.237.1171.190.604
12,8%12,7%12,8%
17,4%18,6%19,0%
25,9%28,0%30,2%
26,6%26,4%25,3%
17,3%14,3%12,9%
27.000
28.000
29.000
30.000
31.000
32.000
33.000
40
42
44
46
48
50
52
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Utrecht Nederland Utrechtl
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 817 0,1% 0,5%
Beroepsbevolking 599 0,8% 1,1%
Werkzame beroepsbevolking 571 0,8% 1,1%
Werkloze beroepsbevolking 28 1,6% 2,9%
in % 4,7
Provincie Utrecht
December 2012 75Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 18,5%. Daar-mee heeft de provincie Utrecht een relatief hooggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%). De provincie kent mede door de aanwezigheid van de Universiteit en hogescholen veel kenniswerkers (tabel 2).
Bron: CBS
Met 4,7% lag de werkloosheid in de provincie Utrecht in 2011 flink onder die van Nederland (5,4%). Naar verwach-ting zal eind 2012 de Utrechtse werkloosheid nog steeds onder die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een verdere stijging van de werkloosheid verwacht tot 7,1%.Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Utrecht het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel hooggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemid-delde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de provincie Utrecht toegenomen met 22,4% tot 75.680. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Utrecht veel bedrijfsvestigingen in de zakelijke en financiële dienst-verlening. Daar zijn ook relatief veel banen te vinden, net als bij de overheid. De industrie is zowel qua vestigingen en vooral wat banen betreft ondervertegenwoordigd in Utrecht (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale Utrechtse investeringen in vaste activa € 10,0 miljard. Dat is 8,8% van de totale Neder-landse investeringen in vaste activa. In de zakelijke en finan-ciële dienstverlening en de publieke sector in Utrecht werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Utrecht met 8,8 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Vooral de horeca en transport en opslag kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de publieke sector (over-heid, onderwijs en zorg) juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandUtrecht
57,9%51,1%
25,2%21,6%
5,0%10,5%425.59323.148
11,9%16,9%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Utrecht
3% 1%
11%
5%2% 1%
13%14%
5%7%
42%45%
21%
25%
3% 1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Utrecht Nederland Utrecht
Laag 23,9% 19,8% 23,2% 18,5%
Middelbaar 44,2% 39,3% 42,3% 36,4%
Hoog 30,8% 39,9% 33,6% 44,1%
Onbekend 1,1% 1,1% 1,0% 1,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Utrecht Nederland Utrecht
Agrarische sector 1,2% 0,3% 8,9% 4,7%
Industrie 10,5% 6,3% 5,7% 4,4%
Bouw 4,7% 4,8% 12,4% 10,9%
Handel 16,6% 15,8% 21,5% 19,8%
Transport & opslag 4,8% 4,5% 3,1% 2,2%
Horeca 4,1% 3,9% 4,4% 3,4%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 24,4% 27,1% 34,7%
Financiële dienstverlening 3,3% 5,0% 2,3% 4,4%
Overheid & Onderwijs 13,4% 14,4% 2,6% 3,4%
Zorg 16,9% 15,5% 5,7% 6,2%
Overig 3,7% 5,1% 6,3% 5,8%
Totaal 7.828.200 665.600 956.210 75.680
December 2012 76Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn de provincie Utrecht lag het aandeel van het MKB (ex-clusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 54,7% op een vergelijkbaar niveau met het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 20007 had het MKB in Utrecht nog een aandeel van 56,5% in de TW. Opvallend is dat ZZP’ers met 10,2% minder bijdragen aan de Utrechtse toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbe-drijf is met 35,1% juist groter dan het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De provincie Utrecht telde in 2011 10.756 startende onderne-mingen, 2,8% minder dan in 2010. Dat staat in contrast met de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de provincie Utrecht in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 8,7%. De provincie Utrecht kent al wel een relatief ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbe-volking startten 18,0 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Utrecht provincie nummer 3 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op ruime afstand gevolgd door de zorgsector (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provin-cie Utrecht in 2011 met -2,0% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,9% per jaar, een kleinere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizen-transacties in 2011 vond 8,3% plaats in de provincie Utrecht (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
31,6%
23,1%
10,2%
35,1%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
600
1.200
1.800
2.400
3.000
3.600
4.200
4.800
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
4.000
8.000
12.000
16.000
-7,0%
-3,5%
0,0%
3,5%
7,0%15.901 15.116
10.113 10.273 9.978
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Utrecht
Agrarische sector 1,1 0,6
Industrie 15,2 12,4
Bouw 3,1 3,8
Handel 6,3 7,0
Transport & opslag 12,8 17,8
Horeca 7,6 10,2
Zakelijke dienstverlening 6,2 6,2
Financiële dienstverlening 11,4 10,0
Overheid & Onderwijs 42,9 37,0
Zorg 24,1 21,8
Overig 4,9 7,7
Totaal 8,2 8,8
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 77
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de provincie Flevoland 395.525 inwoners, in 2007 waren dat er 374.424. De jaarlijkse be-volkingsgroei ligt met 1,1% boven het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 12,2% zijn toegenomen tot 443.600 personen.Met een aandeel van 27,8% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Flevoland een relatief zeer jonge bevol-king (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Flevoland bedroeg in 2011 € 10,2 miljard (figuur 2), dat is € 25.970 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 1,7% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 stabiel zal blijven en daarmee beter presteert dan het Nederlands BRP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 191.000 personen, dat is 48,7% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,4% boven het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Flevoland
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
443.600395.525374.424
13,1%13,2%13,3%
19,4%21,0%22,5%
24,8%28,0%30,6%
28,2%27,3%24,7%
14,5%10,5%8,9%
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
30.000
5
6
7
8
9
10
11
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Flevoland Nederland Flevoland
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 264 0,1% 0,9%
Beroepsbevolking 191 0,8% 1,4%
Werkzame beroepsbevolking 179 0,8% 1,7%
Werkloze beroepsbevolking 12 1,6% 0,7%
in % 6,3
Provincie Flevoland
December 2012 78Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 23,4% tegenover 23,2% in Nederland. De beroepsbevolking van Flevoland bestaat voor een relatief groot deel (45,8%) uit middelbaar opgeleiden (tabel 2).
Bron: CBS
Met 6,3% lag de werkloosheid in de provincie Flevoland in 2011 fors boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid in Flevoland nog steeds ruim boven die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een werkloosheid van 9,9% verwacht. De relatief sterke groei van het aantal werklozen is vooral het gevolg van een hogere toetreding van jongeren tot de arbeidsmarkt.Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Flevoland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden iets hoger en het aandeel hoger geschoolde niet-werkende werk-zoekenden lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in de provincie Flevoland toegenomen met 28,0% tot 20.755. Daarmee ligt de groei ver boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. Dit heeft te maken met de sterkere bevolkingsgroei die er in die periode heeft plaatsgevonden.In vergelijking met Nederland heeft de provincie Flevoland veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en de han-del. Verder vertoont de verdeling van het aantal vestigingen veel gelijkenis met de landelijke verdeling. Relatief veel ba-nen zijn te vinden in de agrarische sector, de handel en de overheidssectoren en weinig in de bouw, transport, horeca en de financiële dienstverlening (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Flevoland in vaste activa € 3,1 miljard. Dat is 2,8% van de totale Neder-landse investeringen in vaste activa. Naar verhouding werd een groot deel van de investeringen in Flevoland gedaan in de zakelijke dienstverlening (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Flevoland met 7 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de overheid en het onderwijs, de zorgsector, de in-dustrie en de financiële dienstverlening kennen gemiddeld relatief minder banen per vestiging. Alleen de handel en de horeca kennen relatief iets meer banen per vestiging (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandFlevoland
57,9%59,2%
25,2%27,0%
5,0%3,3%425.59312.030
11,9%10,6%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Flevoland
3%5%
11%8%
2% 1%
13%
8%5%
2%
42%
61%
21%
14%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Flevoland Nederland Flevoland
Laag 23,9% 24,2% 23,2% 23,4%
Middelbaar 44,2% 50,6% 42,3% 45,8%
Hoog 30,8% 24,2% 33,6% 29,7%
Onbekend 1,1% 1,1% 1,0% 1,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Flevoland Nederland Flevoland
Agrarische sector 1,2% 1,7% 8,9% 11,0%
Industrie 10,5% 9,6% 5,7% 5,8%
Bouw 4,7% 3,6% 12,4% 11,7%
Handel 16,6% 21,7% 21,5% 22,0%
Transport & opslag 4,8% 3,6% 3,1% 3,4%
Horeca 4,1% 3,3% 4,4% 3,0%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 20,6% 27,1% 26,9%
Financiële dienstverlening 3,3% 1,4% 2,3% 1,6%
Overheid & Onderwijs 13,4% 14,6% 2,6% 3,0%
Zorg 16,9% 16,4% 5,7% 5,6%
Overig 3,7% 3,7% 6,3% 5,9%
Totaal 7.828.200 146.300 956.210 20.755
December 2012 79Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn de provincie Flevoland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 59,2% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Flevoland een aandeel van 61,4% in de TW. Ook ZZP’-ers dragen met 14,3% relatief meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 26,5%% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De provincie Flevoland telde in 2011 3.586 startende onder-nemingen, 5,2% meer dan in 2010. Dat is flink meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de provincie Flevoland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 2,9%. De provincie Flevoland kent een relatief ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroeps-bevolking startten 18,8 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Flevoland provincie nummer 2 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de detailhandel, zorg, bouw en overige activiteiten, waaronder cultuur (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provincie Flevoland in 2011 met -2,7% sterker gedaald dan in Neder-land als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenver-kopen afgenomen met gemiddeld -13,3% per jaar, een ster-kere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 2,1% plaats in de provincie Flevoland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
33,7%
25,4%
14,3%
26,5%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
150
300
450
600
750
900
1.050
1.200
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
1.500
2.500
3.500
4.500
5.500
-4%
-2%
0%
2%
4%5.233
4.680
3.0562.699 2.576
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Flevoland
Agrarische sector 1,1 1,1
Industrie 15,2 11,6
Bouw 3,1 2,1
Handel 6,3 7,0
Transport & opslag 12,8 7,5
Horeca 7,6 7,8
Zakelijke dienstverlening 6,2 5,4
Financiële dienstverlening 11,4 6,2
Overheid & Onderwijs 42,9 34,0
Zorg 24,1 20,8
Overig 4,9 4,4
Totaal 8,2 7,0
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 80
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de provincie Noord-Holland 2.709.822 inwoners, in 2007 waren dat er 2.613.070. De jaar-lijkse bevolkingsgroei ligt met 0,7% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar ver-wachting met 4,6% zijn toegenomen tot 2.834.300 personen.Met een aandeel van 22,7% in de leeftijdcategorie 0-20 jaar heeft de provincie Noord-Holland een oudere bevolking dan gemiddeld in Nederland (23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Noord-Holland bedroeg in 2011 € 108,2 miljard (figuur 2), dat is € 40.221 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 18,4% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 minder krimpt (-0,3%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 1.311.000 per-sonen, dat is 48,7% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tus-sen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,1% boven het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Noord-Holland
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
2.834.3002.709.8222.613.070
11,6%11,8%11,4%
16,4%17,1%17,7%
25,9%28,1%30,3%
27,7%27,6%26,7%
18,4%15,4%13,9%
18.000
21.000
24.000
27.000
30.000
33.000
36.000
80
85
90
95
100
105
110
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Noord-
Holland
Nederland Noord-
Holland
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 1.799 0,1% 0,3%
Beroepsbevolking 1.311 0,8% 1,1%
Werkzame beroepsbevolking 1.241 0,8% 1,1%
Werkloze beroepsbevolking 70 1,6% 3,4%
in % 5,3
Provincie Noord-Holland
December 2012 81Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 20,6%. Daar-mee heeft de provincie Noord-Holland een relatief hoogge-schoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%). Naar verhouding is het aantal middelbaar opgeleiden in Noord-Holland tussen 2006 en 2011 afgenomen ten gunste van het aantal hoger opgeleiden (tabel 2).
Bron: CBS
Met 5,3% lag de werkloosheid in de provincie Noord-Holland in 2011 net onder die van Nederland (5,4%). Naar verwach-ting zal eind 2012 de Noord-Hollandse werkloosheid nog steeds iets onder die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt in de regio een werkloosheid van 6,9% verwacht.Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Noord-Holland het aandeel niet-werkende werkzoekenden met een MBO 2-3 of 4 diploma fors lager en het aandeel hoger opgeleide niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Neder-landse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in de provincie Noord-Holland toegenomen met 19,2% tot 168.970. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Noord-Hol-land veel bedrijfsvestigingen in de horeca en zakelijke dienst-verlening en weinig in de agrarische sector, industrie en han-del. Relatief veel banen zijn te vinden in de transport, horeca en zakelijke en financiële dienstverlening en relatief weinig in de industrie, bouw, overheid, onderwijs en zorg (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale Noord-Hollandse investerin-gen in vaste activa € 19,7 miljard. Dat is 17,4% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Vooral in de zakelijke dienstverlening en handel, transport en horeca werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in de agrarische sector, industrie en overheid en onderwijs juist minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Noord-Holland met 8,2 banen per vestiging gelijk aan dat van Ne-derland. Vooral agrarische bedrijven, transportbedrijven, horecaondernemingen en financiële dienstverleners kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de industrie, bouw, overheid en zorg juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandNoord-Holland
57,9%58,6%
25,2%20,0%
5,0%7,7%425.59366.981
11,9%13,8%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Noord-Holland
3% 2%
11%9%
2% 2%
13%
18%
5% 5%
42%43%
21%19%
3% 3%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Noord-
Holland
Nederland Noord-
Holland
Laag 23,9% 20,9% 23,2% 20,6%
Middelbaar 44,2% 42,0% 42,3% 38,5%
Hoog 30,8% 36,0% 33,6% 39,8%
Onbekend 1,1% 1,1% 1,0% 1,1%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Noord-
Holland
Nederland Noord-
Holland
Agrarische sector 1,2% 1,0% 8,9% 3,6%
Industrie 10,5% 7,3% 5,7% 4,7%
Bouw 4,7% 3,3% 12,4% 12,3%
Handel 16,6% 16,7% 21,5% 20,5%
Transport & opslag 4,8% 5,9% 3,1% 3,1%
Horeca 4,1% 5,0% 4,4% 4,9%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 24,9% 27,1% 33,5%
Financiële dienstverlening 3,3% 5,2% 2,3% 2,4%
Overheid & Onderwijs 13,4% 12,1% 2,6% 2,6%
Zorg 16,9% 14,6% 5,7% 5,7%
Overig 3,7% 3,9% 6,3% 6,5%
Totaal 7.828.200 1.388.200 956.210 168.970
December 2012 82Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn de provincie Noord-Holland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 49,3% flink onder het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Noord-Holland een aandeel van 50,9% in de TW. De bijdrage van ZZP’ers aan de Noord-Hollandse toege-voegde waarde is vrijwel gelijk aan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf is met 39,5% een stuk groter dan het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5). Dit komt onder andere doordat in Noord-Holland veel nationale en internationale hoofdkantoren zijn gevestigd.
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De provincie Noord-Holland telde in 2011 26.301 startende ondernemingen, 4,1% meer dan in 2010. Dat is fors meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de provin-cie Noord-Holland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 21,3%. De provincie Noord-Holland kent een relatief ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevol-king startten 20,1 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Noord-Holland provincie nummer 1 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de bouw, detailhandel en zorg (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provincie Noord-Holland in 2011 met -1,5% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,2% per jaar, dat is minder dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransac-ties in 2011 vond 18,2% plaats in de provincie Noord-Holland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
29,2%
20,1%
11,2%
39,5%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
1.500
3.000
4.500
6.000
7.500
9.000
10.500
12.000
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
12.000
18.000
24.000
30.000
36.000
-4%
0%
4%
8%
12%34.217
31.167
22.166 22.690 22.025
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Noord-Holland
Agrarische sector 1,1 2,4
Industrie 15,2 12,7
Bouw 3,1 2,2
Handel 6,3 6,7
Transport & opslag 12,8 15,4
Horeca 7,6 8,4
Zakelijke dienstverlening 6,2 6,1
Financiële dienstverlening 11,4 17,9
Overheid & Onderwijs 42,9 37,7
Zorg 24,1 21,1
Overig 4,9 4,9
Totaal 8,2 8,2
December 2012 83
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Kop van Noord-Holland 372.017 inwoners, in 2007 waren dat er 365.810. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,3% onder het Nederlandse ge-middelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwach-ting met 2,2% zijn toegenomen tot 380.300 personen.Met een aandeel van 24,0% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Kop van Noord-Holland een groter aandeel jongeren dan gemiddeld (NL: 23,3%). De groep vanaf 65 jaar (16,4%) is echter ook groter dan gemiddeld en groeit bovendien snel.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Kop van Noord-Hol-land bedroeg in 2011 € 9,5 miljard (figuur 2), dat is € 25.635 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,6% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 meer zal afnemen (-0,7%) dan het landelijke BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 172.000 personen, dat is 46,4% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,1% ruim onder het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Kop van Noord-Holland
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
380.300372.017365.810
11,6%11,6%11,5%
15,5%17,8%18,9%
22,1%24,6%27,2%
28,4%29,6%29,0%
22,4%16,4%13,3%
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
7,0
7,5
8,0
8,5
9,0
9,5
10,0
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Kop van
Noord-
Holland
Nederland Kop van
Noord-
Holland
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 245 0,1% -0,2%
Beroepsbevolking 172 0,8% 0,1%
Werkzame beroepsbevolking 165 0,8% 0,2%
Werkloze beroepsbevolking 8 1,6% 5,1%
in % 4,5
Regio Kop van Noord-Holland
December 2012 84Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 29,5%. Daarmee heeft de regio Kop van Noord-Holland een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%). Dit hangt onder meer samen met de afwezigheid van hoger onder-wijsinstellingen.
Bron: CBS
Met 4,5% lag de werkloosheid in de Kop van Noord-Holland in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwach-ting zal de werkloosheid eind 2012 nog licht onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt het aandeel lager geschoolde niet-werkende werkzoekenden in de Kop van Noord-Holland lager en het aandeel middelbaar opgeleide niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Kop van Noord-Holland toegenomen met 15,3% tot 22.360. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Kop van Noord-Holland veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de bouw en de industrie en weinig in de zakelijke dienstverlening en de handel. Relatief veel banen zijn te vinden in de agrarische sector, bij de overheid, het onderwijs en in de industrie en weinig in de handel, financiële en zakelijke dienst-verlening, in de agrarische sector en bij de overheid (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Kop van Noord-Holland in vaste activa € 2,2 miljard. Dat is 2,0% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale agrarische sector werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, net als in de bouw en bij de overheid, in het onderwijs en de zorg. In andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Kop van Noord-Holland met 6,3 banen per vestiging flink onder die van Nederland (8,2). Vooral de agrarische sector en de overheid- en onder-wijsinstellingen kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, alle andere sectoren, en dan vooral de industrie, transport en financiële dienstverleners, juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandKop van Noord-Holland
57,9%55,8%
25,2%30,8%
5,0%2,8%425.5935.877
11,9%10,6%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Kop van Noord-Holland
3%
9% 11%
5%2% 3%
13%14%
5%3%
42%
34%
21%
30%
3% 2%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Kop van
Noord-
Holland
Nederland Kop van
Noord-
Holland
Laag 23,9% 27,5% 23,2% 29,5%
Middelbaar 44,2% 49,1% 42,3% 45,7%
Hoog 30,8% 22,2% 33,6% 23,7%
Onbekend 1,1% 1,2% 1,0% 1,2%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Kop van
Noord-
Holland
Nederland Kop van
Noord-
Holland
Agrarische sector 1,2% 5,6% 8,9% 13,7%
Industrie 10,5% 8,4% 5,7% 6,3%
Bouw 4,7% 6,6% 12,4% 18,2%
Handel 16,6% 19,2% 21,5% 19,5%
Transport & opslag 4,8% 4,2% 3,1% 2,7%
Horeca 4,1% 4,4% 4,4% 5,0%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 13,1% 27,1% 19,5%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,4% 2,3% 2,3%
Overheid & Onderwijs 13,4% 16,3% 2,6% 1,8%
Zorg 16,9% 16,8% 5,7% 4,6%
Overig en onbekend 3,7% 2,9% 6,3% 6,4%
Totaal 7.828.200 140.200 956.210 22.360
December 2012 85Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Kop van Noord-Holland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 57,0% boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Kop van Noord-Holland nog een aandeel van 59,4% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 16,8% meer bij aan de toegevoeg-de waarde dan landelijk (11,4%). Daarentegen blijft het aan-deel van het grootbedrijf met 26,3% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Kop van Noord-Holland telde in 2011 2.306 starten-de ondernemingen, 9,0% meer dan in 2010. Dat is aanzien-lijk meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Kop van Noord-Holland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,9%. De regio Kop van Noord-Holland kent een relatief wat min-der ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 13,4 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Kop van Noord-Holland landelijk regio nummer 24 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de bouw en de detailhan-del (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Kop van Noord-Holland in 2011 met -2,5% een fractie meer gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,3% per jaar, een iets sterkere daling als landelijk (-9,8%). Van alle hui-zentransacties in 2011 vond 2,2% plaats in Kop van Noord-Holland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
33,8%
23,2%
16,8%
26,3%
0
100
200
300
400
500
600
700
800
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
1.250
2.500
3.750
5.000
-4%
-2%
0%
2%
4%
2.6932.7622.756
3.9454.252
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Kop van Noord-Holland
Agrarische sector 1,1 2,5
Industrie 15,2 8,4
Bouw 3,1 2,3
Handel 6,3 6,2
Transport & opslag 12,8 9,8
Horeca 7,6 5,5
Zakelijke dienstverlening 6,2 4,2
Financiële dienstverlening 11,4 6,5
Overheid & Onderwijs 42,9 55,9
Zorg 24,1 23,1
Overig en onbekend 4,9 2,9
Totaal 8,2 6,3
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 86
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Alkmaar en omgeving 232.531 inwoners, in 2007 waren dat er 228.358. De jaar-lijkse bevolkingsgroei ligt met 0,4% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar ver-wachting met 2,1% zijn toegenomen tot 237.400 personen. Met een aandeel van 23,3% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar en een aandeel vanaf 65 jaar van 17,0% heeft de regio een relatief oude bevolking (NL: 16,2%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Alkmaar en omge-ving bedroeg in 2011 € 7,0 miljard (figuur 2), dat is € 30.062 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,2% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 in lijn zal afnemen met het landelijke BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 110.000 personen, dat is 47,5% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,0% boven het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1). De komende jaren zal dit door vergrijzing naar verwachting anders zijn.
Bron: CBS
Alkmaar en omgeving
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
237.400232.531228.358
11,6%11,3%11,5%
15,6%17,4%18,2%
23,0%25,5%28,0%
28,2%28,7%28,1%
21,6%17,0%14,2%
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
30.000
31.000
4,5
5,0
5,5
6,0
6,5
7,0
7,5
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Alkmaar en
omgeving
Nederland Alkmaar en
omgeving
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 152 0,1% -0,1%
Beroepsbevolking 110 0,8% 1,0%
Werkzame beroepsbevolking 105 0,8% 0,8%
Werkloze beroepsbevolking 5 1,6% 6,7%
in % 4,2
Regio Alkmaar en omgeving
December 2012 87Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden in de regio Alkmaar 23,9%, landelijk ligt dit op 23,2%.
Bron: CBS
Met 4,2% lag de werkloosheid in Alkmaar en omgeving in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Alkmaar en omgeving het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemid-delde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Alkmaar en omgeving toegenomen met 19,1% tot 12.925. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Alkmaar en omgeving veel bedrijfsvestigingen in de bouw, de handel en de zorg en weinig in de agrarische sector, transport en opslag en zakelijke dienstverlening. Relatief veel banen zijn te vinden in de handel, de financiële dienstverlening en bij overheids- en zorginstellingen en weinig in de industrie, transport en zakelijke dienstverlening (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Alkmaar en omgeving in vaste activa € 1,2 miljard. Dat is 1,0% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regi-onale bouw, zakelijke dienstverlening en bij de overheid, in de zorg en het onderwijs werd in vergelijking met Neder-land meer geïnvesteerd, in de andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Alkmaar en omgeving met 7,5 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). De agrarische sector, transport en opslag en handel kennen relatief veel banen per vestiging, de overheid en het onder-wijs, de zorgsector en de industrie kennen gemiddeld juist relatief weinig banen per vestiging (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandAlkmaar en omgeving
57,9%49,8%
25,2%29,0%
5,0%5,1%425.5934.383
11,9%16,1%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Alkmaar en omgeving
3% 2%
11% 9%
2% 2%
13%10%
5% 5%
42%43%
21%25%
3% 2%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Alkmaar en
omgeving
Nederland Alkmaar en
omgeving
Laag 23,9% 22,9% 23,2% 23,9%
Middelbaar 44,2% 46,7% 42,3% 44,0%
Hoog 30,8% 30,5% 33,6% 32,1%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Alkmaar en
omgeving
Nederland Alkmaar en
omgeving
Agrarische sector 1,2% 1,5% 8,9% 4,4%
Industrie 10,5% 8,7% 5,7% 5,7%
Bouw 4,7% 4,1% 12,4% 15,3%
Handel 16,6% 20,0% 21,5% 22,1%
Transport & opslag 4,8% 3,3% 3,1% 1,9%
Horeca 4,1% 4,5% 4,4% 4,6%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 17,1% 27,1% 26,4%
Financiële dienstverlening 3,3% 4,0% 2,3% 2,7%
Overheid & Onderwijs 13,4% 15,1% 2,6% 2,9%
Zorg 16,9% 17,4% 5,7% 6,5%
Overig en onbekend 3,7% 4,2% 6,3% 7,5%
Totaal 7.828.200 97.200 956.210 12.925
December 2012 88Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Alkmaar en omgeving lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 59,5% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Alkmaar en omgeving een aandeel van 60,3% in de TW. Ook het aantal ZZP’ers draagt met 13,0% meer minder bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Daar staat tegenover dat het grootbedrijf met 27,5% achterblijft bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Alkmaar en omgeving telde in 2011 1.698 startende ondernemingen, 1,3% minder dan in 2010. Dit cijfer blijft achter bij de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Alkmaar en omgeving in het totaal aantal starters in Neder-land bedroeg in 2011 1,4%. De regio Alkmaar en omgeving kent een iets beneden-gemiddeld ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 15,4 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Alkmaar en omgeving regio landelijk nummer 11 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienstver-lening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Alkmaar en omgeving in 2011 met -3,2% sterker gedaald dan in Neder-land als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenver-kopen afgenomen met gemiddeld -10,0% per jaar, vrijwel dezelfde daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentrans-acties in 2011 vond 1,5% plaats in Alkmaar en omgeving (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
35,0%
24,5%
13,0%
27,5%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
75
150
225
300
375
450
525
600
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
800
1.600
2.400
3.200
-6%
-3%
0%
3%
6%
1.8032.0031.911
2.9163.078
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Alkmaar en omgeving
Agrarische sector 1,1 2,6
Industrie 15,2 11,6
Bouw 3,1 2,0
Handel 6,3 6,8
Transport & opslag 12,8 13,1
Horeca 7,6 7,4
Zakelijke dienstverlening 6,2 4,9
Financiële dienstverlening 11,4 11,3
Overheid & Onderwijs 42,9 39,2
Zorg 24,1 20,0
Overig en onbekend 4,9 4,2
Totaal 8,2 7,5
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 89
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio IJmond 193.769 inwoners, in 2007 waren dat er 189.400. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,5% op het Nederlandse gemiddelde. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 0,1% zijn toegenomen tot 194.000 personen.Met een aandeel van 23,3% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar en een aandeel vanaf 65 jaar van 18,1% heeft IJmond een relatief oude bevolking (NL: 16,2%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van IJmond bedroeg in 2011 € 5,6 miljard (figuur 2), dat is € 28.718 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,9% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 meer zal afnemen (-0,8%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 90.000 personen, dat is 46,6% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,5% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
IJmond
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
194.000193.769189.400
11,9%12,0%11,0%
15%17,0%18,5%
22,2%23,8%26,7%
29,6%29,1%27,2%
21,3%18,1%16,7%
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
30.000
31.000
3,5
4,0
4,5
5,0
5,5
6,0
6,5
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
IJmond Nederland IJmond
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 124 0,1% 0,3%
Beroepsbevolking 90 0,8% 0,5%
Werkzame beroepsbevolking 85 0,8% 0,0%
Werkloze beroepsbevolking 5 1,6% 11,7%
in % 5,1
Regio IJmond
December 2012 90Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 24,7%. Daar-mee heeft de regio IJmond een lager geschoolde beroeps-bevolking dan gemiddeld (NL: 23,2%). Net als landelijk loopt het aantal laaggeschoolden langzamerhand wel terug.
Bron: CBS
Met 5,1% lag de werkloosheid in de regio IJmond in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar opleidingsniveau ligt het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden gelijk en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden in de IJmond iets hoger dan het Nederland-se gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in IJmond toegenomen met 19,4% tot 9.805. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio IJmond veel bedrijfsvestigingen in de handel en de bouw en weinig in de agrarische sector en de zakelijke dienstverlening en de zorgsector en weinig in de horeca en de bouw. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, de handel en de zorg-sector en weinig bij de overheid, in het onderwijs en in de financiële en zakelijke dienstverlening (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in IJmond in vas-te activa € 1,4 miljard. Dat is 1,3% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de regionale indus-trie werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4). Dit is verklaarbaar door de grote economische rol van Tata steel.
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in IJmond met 7,4 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de over-heid, het onderwijs en de financiële en zakelijke dienstverle-ning kennen gemiddeld relatief weinig banen per vestiging, de agrarische sector en de industrie juist veel (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandIJmond
57,9%57,8%
25,2%25,8%
5,0%4,8%425.5933.318
11,9%11,6%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland IJmond
3%1%
11%
42%
2% 2%
13%12%
5%2%
42%
26%
21%
14%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland IJmond Nederland IJmond
Laag 23,9% 25,8% 23,2% 24,7%
Middelbaar 44,2% 48,3% 42,3% 43,8%
Hoog 30,8% 25,8% 33,6% 31,5%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland IJmond Nederland IJmond
Agrarische sector 1,2% 1,0% 8,9% 3,0%
Industrie 10,5% 20,6% 5,7% 5,5%
Bouw 4,7% 5,2% 12,4% 17,4%
Handel 16,6% 19,0% 21,5% 24,5%
Transport & opslag 4,8% 4,4% 3,1% 3,0%
Horeca 4,1% 4,5% 4,4% 4,7%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 13,3% 27,1% 25,2%
Financiële dienstverlening 3,3% 1,6% 2,3% 2,2%
Overheid & Onderwijs 13,4% 9,1% 2,6% 2,1%
Zorg 16,9% 17,4% 5,7% 5,2%
Overig en onbekend 3,7% 3,8% 6,3% 7,2%
Totaal 7.828.200 72.800 956.210 9.805
December 2012 91Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn IJmond lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 53,6% onder het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in IJmond een aandeel van 52,9% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 12,4% iets meer bijdra-gen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Ook het aandeel van het grootbedrijf is met 34% iets groter dan het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio IJmond telde in 2011 1.343 startende ondernemin-gen, 7,0% meer dan in 2010. Dat is veel meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van IJmond in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,1%. De regio IJmond kent een minder ondernemende beroeps-bevolking dan gemiddeld: per 1000 personen van de be-roepsbevolking startten 14,9 personen een eigen onderne-ming (NL: 15,8). Hiermee is IJmond landelijk regio nummer 15 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in IJmond in 2011 met -1,0% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,2% per jaar, eveneens een minder grote daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizen-transacties in 2011 vond 1,1% plaats in IJmond (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
33,1%
20,5%
12,4%
34,0%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
60
120
180
240
300
360
420
480
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
600
1.200
1.800
2.400
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%
1.3241.3851.431
2.0442.198
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland IJmond
Agrarische sector 1,1 2,4
Industrie 15,2 27,8
Bouw 3,1 2,2
Handel 6,3 5,7
Transport & opslag 12,8 11,0
Horeca 7,6 7,1
Zakelijke dienstverlening 6,2 3,9
Financiële dienstverlening 11,4 5,6
Overheid & Onderwijs 42,9 32,2
Zorg 24,1 25,1
Overig en onbekend 4,9 3,9
Totaal 8,2 7,4
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 92
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Haarlem 222.241 inwoners, in 2007 waren dat er 216.762. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,5% op het Nederlandse gemiddelde. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 3,8% zijn toegenomen tot 230.600 personen.Met een aandeel van 22,1% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Agglomeratie Haarlem een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Agglomeratie Haar-lem bedroeg in 2011 € 5,6 miljard (figuur 2), dat is € 25.209 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,9% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 minder zal afnemen (-0,3%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 106.000 personen, dat is 47,9% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,6% boven het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1). Dit is te danken aan de gegroeide belangstelling voor de regio als woonplaats.
Bron: CBS
Agglomeratie Haarlem
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
230.600 222.241216.762
10,7%10,6%10,3%
16,3%16,8%16,9%
24,2%26,4%28,2%
28,1%28,0%27,6%
20,7%18,1%17,1%
28.500
29.500
30.500
31.500
32.500
33.500
34.500
3,0
3,5
4,0
4,5
5,0
5,5
6,0
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Agglomeratie
Haarlem
Nederland Agglomeratie
Haarlem
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 142 0,1% 0,0%
Beroepsbevolking 106 0,8% 1,6%
Werkzame beroepsbevolking 102 0,8% 2,1%
Werkloze beroepsbevolking 4 1,6% 12,0%
in % 3,9
Regio Agglomeratie Haarlem
December 2012 93Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 18,1%. Tegelijkertijd bestaat bijna de helft (45,7%) van de beroeps-bevolking uit hooggeschoolden. Het gemiddelde opleiding-sniveau in de regio Haarlem ligt daarmee beduidend hoger dan in de rest van Nederland (tabel 2).
Bron: CBS
Met 3,9% lag de werkloosheid in Agglomeratie Haarlem in 2011 fors onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Agglomeratie Haarlem het aan-deel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden flink lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden eveneens lager dan het Nederlandse ge-middelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Agglomeratie Haarlem toegenomen met 21,5% tot 13.355. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Haarlem wei-nig bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de transport en opslag en de industrie en veel in de zakelijke dienst-verlening, de horeca en de zorg. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector, de overheid en het onderwijs en in de horeca (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Agglomera-tie Haarlem in vaste activa € 1,0 miljard. Dat is 0,9% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de regionale zakelijke dienstverlening werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Agglomeratie Haar-lem met 6,4 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de industrie, de zakelijke dienstverlening, de overheid en het onderwijs kennen gemiddeld relatief weinig banen per vestiging. Over de hele linie is het regionale bedrijfsleven kleinschaliger dan gemiddeld in Nederland (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandAgglomeratie Haarlem
57,9%52,7%
25,2%21,6%
5,0%9,1%425.5934.324
11,9%16,6%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Agglomeratie Haarlem
3%0%
11%8%
2% 1%
13%10%
5% 5%
42%
48%
21%
27%
3% 2%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Agglomeratie
Haarlem
Nederland Agglomeratie
Haarlem
Laag 23,9% 20,6% 23,2% 18,1%
Middelbaar 44,2% 39,2% 42,3% 36,2%
Hoog 30,8% 40,2% 33,6% 45,7%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Agglomeratie
Haarlem
Nederland Agglomeratie
Haarlem
Agrarische sector 1,2% 0,1% 8,9% 0,5%
Industrie 10,5% 6,5% 5,7% 4,0%
Bouw 4,7% 2,9% 12,4% 12,8%
Handel 16,6% 16,3% 21,5% 20,2%
Transport & opslag 4,8% 2,7% 3,1% 1,5%
Horeca 4,1% 5,3% 4,4% 5,3%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 20,8% 27,1% 36,6%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,0% 2,3% 2,2%
Overheid & Onderwijs 13,4% 17,0% 2,6% 3,1%
Zorg 16,9% 19,1% 5,7% 7,2%
Overig en onbekend 3,7% 7,3% 6,3% 6,6%
Totaal 7.828.200 85.200 956.210 13.355
December 2012 94Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Agglomeratie Haarlem lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 51,3% flink onder het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Agglomeratie Haarlem een aandeel van 52,2% in de TW. Ook het aandeel van het grootbedrijf blijft met 33,0% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5%. Daar staat tegen-over dat ZZP’ers met 15,7% aanzienlijk meer bijdragen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%) (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Agglomeratie Haarlem telde in 2011 2.037 star-tende ondernemingen, 1,1% minder dan in 2010 en minder dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Ag-glomeratie Haarlem in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,6%. De regio Agglomeratie Haarlem kent een relatief onder-nemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 19,2 personen een eigen onder-neming (NL: 15,8). Hiermee is Agglomeratie Haarlem regio nummer 4 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Agglomeratie Haarlem in 2011 met -1,9% iets minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -9,6% per jaar, een vergelijkbare daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,7% plaats in Agglomeratie Haarlem (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureauj
ZZP
Klein
Midden
Groot
33,3%
18,1%
15,7%
33,0%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
125
250
375
500
625
750
875
1.000
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
1.000
2.000
3.000
4.000
-10%
-5%
0%
5%
10%
2.0092.0342.117
2.9423.439
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Agglomeratie Haarlem
Agrarische sector 1,1 1,5
Industrie 15,2 10,4
Bouw 3,1 1,5
Handel 6,3 5,1
Transport & opslag 12,8 11,2
Horeca 7,6 6,3
Zakelijke dienstverlening 6,2 3,6
Financiële dienstverlening 11,4 5,8
Overheid & Onderwijs 42,9 34,5
Zorg 24,1 17,1
Overig en onbekend 4,9 7,0
Totaal 8,2 6,4
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 95
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Zaanstreek 164.062 inwo-ners, in 2007 waren dat er 157.258. De jaarlijkse bevolkings-groei ligt met 0,9% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 5,7% zijn toegenomen tot 173.400 personen.Met een aandeel van 23,5% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zaanstreek een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Zaanstreek bedroeg in 2011 € 4,2 miljard (figuur 2), dat is € 26.076 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,7% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De ver-wachting is dat het BRP in 2013 minder zal afnemen (-0,1%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 77.000 personen, dat is 47,3% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,8% gelijk aan het Nederlandse gemiddelde (tabel 1).
Bron: CBS
Zaanstreek
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
173.400164.062 157.258
11,7%11,4%10,9%
16,4%17,7%18,3%
24,3%26,9%29,5%
28,1%27,7%26,7%
19,4%16,3%14,6%
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
30.000
1,5
2,0
2,5
3,0
3,5
4,0
4,5
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Zaanstreek Nederland Zaanstreek
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 107 0,1% 0,4%
Beroepsbevolking 77 0,8% 0,8%
Werkzame beroepsbevolking 73 0,8% 0,9%
Werkloze beroepsbevolking 4 1,6% 1,7%
in % 5,4
Regio Zaanstreek
December 2012 96Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 24,0% en ligt het aandeel middelbaar opgeleiden op 49,3%. De regio Zaanstreek heeft daarmee vooral een veel grotere groep middelbaar opgeleiden dan het landelijk gemiddelde (NL: 42,3%) (tabel 2).
Bron: CBS
Met 5,4% was de werkloosheid in Zaanstreek in 2011 gelijk aan die van Nederland. Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds in lijn met het landelijk gemiddelde liggen (6,8%). Naar opleidingsniveau ligt in Zaanstreek het aandeel laag-geschoolde niet-werkende werkzoekenden hoger en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoeken-den eveneens licht hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Zaanstreek toegenomen met 20,3% tot 8.200. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Zaanstreek veel bedrijfsvestigingen in de industrie en de bouw en weinig in de agrarische sector, de horeca en de zakelijke dienstverlening. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, de bouw en de handel en weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening, de horeca, bij de overheid, in het onderwijs en in de zorgsector (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Zaanstreek in vaste activa € 1,1 miljard. Dat is 0,9% van de totale Neder-landse investeringen in vaste activa. In de zakelijke dienst-verlening, bij de overheid, in het onderwijs en in de zorg werd in vergelijking met Nederland veel meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Zaanstreek met 7,0 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de overheid en het onderwijs, de zorgsector en de industrie kennen gemiddeld relatief weinig banen per vestiging, de agrarische sector, en de handel juist veel (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandZaanstreek
57,9%59,5%
25,2%25,8%
5,0%3,6%425.5934.838
11,9%11,0%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Zaanstreek
3%1%
11% 9%
2% 2%
13%
7%5%
2%
42%43%
21%
36%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Zaanstreek Nederland Zaanstreek
Laag 23,9% 21,9% 23,2% 24,0%
Middelbaar 44,2% 53,4% 42,3% 49,3%
Hoog 30,8% 24,7% 33,6% 26,7%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Zaanstreek Nederland Zaanstreek
Agrarische sector 1,2% 0,5% 8,9% 2,7%
Industrie 10,5% 14,3% 5,7% 8,4%
Bouw 4,7% 7,3% 12,4% 19,0%
Handel 16,6% 23,7% 21,5% 20,8%
Transport & opslag 4,8% 4,7% 3,1% 3,5%
Horeca 4,1% 2,8% 4,4% 3,3%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 18,2% 27,1% 26,3%
Financiële dienstverlening 3,3% 1,4% 2,3% 2,0%
Overheid & Onderwijs 13,4% 11,0% 2,6% 2,6%
Zorg 16,9% 12,9% 5,7% 5,1%
Overig en onbekend 3,7% 2,8% 3,1% 6,2%
Totaal 7.828.200 57.300 956.210 8.200
December 2012 97Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Zaanstreek lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 58,0% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zaanstreek een aandeel van 58,0% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 13,4% meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbe-drijf blijft daarentegen met 28,6% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Zaanstreek telde in 2011 1.302 startende onderne-mingen, 0,5% meer dan in 2010. Dat is minder dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Zaanstreek in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,1%. De regio Zaanstreek kent een relatief ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbe-volking startten 16,9 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zaanstreek regio nummer 7 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Zaanstreek in 2011 met -1,8% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,3% per jaar, een iets sterkere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 0,9% plaats in Zaanstreek (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
33,3%
24,8%
13,4%
28,6%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
60
120
180
240
300
360
420
480
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
500
1.000
1.500
2.000
-4%
-2%
0%
2%
4%
1.0581.0581.098
1.4961.612
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Zaanstreek
Agrarische sector 1,1 1,3
Industrie 15,2 11,9
Bouw 3,1 2,7
Handel 6,3 8,0
Transport & opslag 12,8 9,5
Horeca 7,6 5,9
Zakelijke dienstverlening 6,2 4,8
Financiële dienstverlening 11,4 4,8
Overheid & Onderwijs 42,9 29,3
Zorg 24,1 17,8
Overig en onbekend 4,9 3,5
Totaal 8,2 7,0
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 98
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Groot-Amsterdam 1.280.160 inwoners, in 2007 waren dat er 1.213.535. De jaarlijkse bevol-kingsgroei ligt met 1,1% fors boven het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 7,3% zijn toegenomen tot 1.373.800 personen.Met een aandeel van 21,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar lijkt de bevolking van Groot-Amsterdam relatief oud (NL: 23,3%), maar de regio telt juist erg veel inwoners vanaf 20 jaar (waaronder veel studenten). De leeftijdscategorie vanaf 65 jaar is daarentegen met 13,0% aanzienlijk kleiner dan gemid-deld. Per saldo heeft de regio daarmee een jonge bevolking.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Groot-Amsterdam bedroeg in 2011 € 68,9 miljard (figuur 2), dat is € 54.352 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 11,7% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 marginaal zal toenemen (0,1%) waarmee de regio het Nederlandse BBP voorblijft (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 644.000 personen, dat is 50,8% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,4% boven het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Groot-Amsterdam
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
1.373.8001.280.1601.213.535
11,7%12,4%11,9%
17,2%16,7%17,1%
29,2%31,5%33,5%
26,9%26,3%25,3%
15%13,1%12,3%
26.000
27.000
28.000
29.000
30.000
31.000
32.000
40
45
50
55
60
65
70
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Groot-
Amsterdam
Nederland Groot-
Amsterdam
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 875 0,1% 0,6%
Beroepsbevolking 644 0,8% 1,4%
Werkzame beroepsbevolking 605 0,8% 1,5%
Werkloze beroepsbevolking 39 1,6% 3,6%
in % 6,1
Regio Groot-Amsterdam
December 2012 99Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 17,5%. Tegelijkertijd bestaat bijna de helft (47,0%) van de beroeps-bevolking uit hooggeschoolden. Het gemiddelde opleiding-sniveau in de Groot-Amsterdam ligt daarmee beduidend hoger dan in de rest van Nederland (tabel 2).
Bron: CBS
Met 6,1% lag de werkloosheid in Groot-Amsterdam in 2011 boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim boven die van Ne-derland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Groot-Amsterdam het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden hoger en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoeken-den fors lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Groot-Amsterdam toegenomen met 19,5% tot 84.305. Daarmee ligt de groei flink boven het Nederlandse gemid-delde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Groot-Amster-dam weinig bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, bouw en industrie en veel in de zakelijke dienstverlening, horeca en transport en opslag. Relatief veel banen zijn te vinden in de financiële en zakelijke dienstverlening, de zorgsector, transport en opslag en horeca en weinig in de agrarische sector, industrie en de bouw (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Groot-Amster-dam in vaste activa € 11,7 miljard. Dat is 10,3% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale financiële en zakelijke dienstverlening en handel, transport en horeca werd in vergelijking met Nederland meer geïn-vesteerd, in andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Groot-Amsterdam met 9,8 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Vooral de transport en opslag, horeca en de financiële en zakelijke dienstverlening kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de industrie en de zorg juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandGroot-Amsterdam
57,9%61,0%
25,2%15,9%
5,0%9,3%425.59338.757
11,9%13,9%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Groot-Amsterdam
3%1%
11%6%
2% 1%
13%
22%
5% 6%
42%
46%
21%
14%
3% 4%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Groot-
Amsterdam
Nederland Groot-
Amsterdam
Laag 23,9% 18,3% 23,2% 17,5%
Middelbaar 44,2% 38,2% 42,3% 34,2%
Hoog 30,8% 42,2% 33,6% 47,0%
Onbekend 1,1% 1,3% 1,0% 1,2%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Groot-
Amsterdam
Nederland Groot-
Amsterdam
Agrarische sector 1,2% 0,4% 8,9% 1,8%
Industrie 10,5% 4,4% 5,7% 3,8%
Bouw 4,7% 2,4% 12,4% 9,1%
Handel 16,6% 14,9% 21,5% 20,2%
Transport & opslag 4,8% 7,5% 3,1% 4,0%
Horeca 4,1% 5,6% 4,4% 5,4%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 29,2% 27,1% 38,3%
Financiële dienstverlening 3,3% 7,0% 2,3% 2,4%
Overheid & Onderwijs 13,4% 11,2% 2,6% 2,8%
Zorg 16,9% 12,9% 5,7% 5,6%
Overig en onbekend 3,7% 4,5% 6,3% 6,5%
Totaal 7.828.200 830.200 956.210 84.305
December 2012 100Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Groot-Amsterdam lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 45,1% flink onder het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Groot-Amsterdam een aandeel van 46,7% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 9,2% minder bij aan de toegevoeg-de waarde dan landelijk (11,4%). Daar tegenover staat dat het aandeel van het grootbedrijf met 45,7% fors boven het landelijk gemiddelde uitsteekt 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Groot-Amsterdam telde in 2011 15.201 startende ondernemingen, 4,7% meer dan in 2010. Dat is minder dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Groot-Am-sterdam in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 12,3%. De regio Groot-Amsterdam kent een relatief ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbe-volking startten 23,6 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Groot-Amsterdam regio nummer 1 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Groot-Amsterdam in 2011 met -0,9% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -6,6% per jaar, flink minder als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 9,1% plaats in Groot-Amsterdam (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
26,2%
18,9%
9,2%
45,7%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
800
1.600
2.400
3.200
4.000
4.800
5.600
6.400
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
7.000
9.500
12.000
14.500
17.000
-10%
-5%
0%
5%
10%
11.00711.27810.931
14.683
16.181
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Groot-Amsterdam
Agrarische sector 1,1 2,2
Industrie 15,2 11,3
Bouw 3,1 2,6
Handel 6,3 7,3
Transport & opslag 12,8 18,3
Horeca 7,6 10,1
Zakelijke dienstverlening 6,2 7,5
Financiële dienstverlening 11,4 28,6
Overheid & Onderwijs 42,9 40,0
Zorg 24,1 22,7
Overig en onbekend 4,9 6,9
Totaal 8,2 9,8
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 101
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Het Gooi en Vechtstreek 245.042 inwoners, in 2007 waren dat er 241.947. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,3% onder het Nederlandse ge-middelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwach-ting met -0,1% zijn afgenomen tot 244.900 personen.Met een aandeel van 23,2% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar (NL: 23,3%) en 19,1% in de leeftijd vanaf 65 jaar (NL: 16,2%) heeft Het Gooi en Vechtstreek een relatief oude bevolking.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Het Gooi en Vechts-treek bedroeg in 2011 € 7,6 miljard (figuur 2), dat is € 31.032 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,3% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Ne-derland. De verwachting is dat het BRP zich in 2013 meer zal afnemen (-0,9%) als het landelijke BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 111.000 personen, dat is 45,4% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tus-sen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,9% nagenoeg in lijn met het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1), maar dit zal de komende jaren door vergrijzing veranderen.
Bron: CBS
Het Gooi en Vechtstreek
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
244.900245.042241.947
11,4%10,3%10,0%
15,2%17,6%18,0%
21,9%23,6%26,1%
28,9%29,2%28,3%
22,5%19,2%17,6%
30.000
31.000
32.000
33.000
34.000
35.000
36.000
5,0
5,5
6,0
6,5
7,0
7,5
8,0
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Het Gooi en
Vechtstreek
Nederland Het Gooi en
Vechtstreek
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 154 0,1% -0,3%
Beroepsbevolking 111 0,8% 0,9%
Werkzame beroepsbevolking 106 0,8% 1,0%
Werkloze beroepsbevolking 5 1,6% 1,0%
in % 4,6
Regio Het Gooi en Vechtstreek
December 2012 102Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden slechts 19,1%. Tegelijkertijd heeft 42,7% van de beroepsbevolking hoger onderwijs genoten. Het gemiddelde opleidingsniveau in het Gooi en Vechtstreek ligt daarmee beduidend hoger dan in de rest van Nederland (tabel 2).
Bron: CBS
Met 4,6% lag de werkloosheid in Het Gooi en Vechtstreek in 2011 fors onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen, ook al wordt er bezuinigd in de sterk vertegenwoordigde mediasector.Naar opleidingsniveau ligt in Het Gooi en Vechtstreek het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden eveneens lager dan het Nederlandse ge-middelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Het Gooi en Vechtstreek toegenomen met 20,8% tot 18.020. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Het Gooi en Vechtstreek veel bedrijfsvestigingen in de zakelijke dienstver-lening en zorg en weinig in de agrarische sector en industrie. Relatief veel banen zijn te vinden in de handel en eveneens de zakelijke dienstverlening en zorgsector. Weinig werkgelegen-heid is er in de agrarische sector, industrie en bouw (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Het Gooi en Vechtstreek in vaste activa € 1,1 miljard. Dat is 1,0% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de bouw en de zakelijke dienstverlening werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in andere sectoren evenveel of minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Het Gooi en Vechts-treek met 5,8 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vrijwel alle sectoren kennen gemiddeld minder banen per vestiging dan landelijk gemiddeld (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandHet Gooi en Vechtstreek
57,9%56,2%
25,2%20,1%
5,0%7,7%425.5935.483
11,9%15,9%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Het Gooi en Vechtstreek
3%0%
11%7%
2%4%
13%13%
5% 5%
42%
50%
21%19%
3% 2%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Het Gooi en
Vechtstreek
Nederland Het Gooi en
Vechtstreek
Laag 23,9% 19,2% 23,2% 19,1%
Middelbaar 44,2% 38,5% 42,3% 38,2%
Hoog 30,8% 42,3% 33,6% 42,7%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Het Gooi en
Vechtstreek
Nederland Het Gooi en
Vechtstreek
Agrarische sector 1,2% 0,4% 8,9% 1,5%
Industrie 10,5% 6,6% 5,7% 4,4%
Bouw 4,7% 2,6% 12,4% 11,9%
Handel 16,6% 19,8% 21,5% 20,0%
Transport & opslag 4,8% 2,2% 3,1% 1,7%
Horeca 4,1% 3,5% 4,4% 3,3%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 28,8% 27,1% 39,2%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,7% 2,3% 2,5%
Overheid & Onderwijs 13,4% 9,7% 2,6% 2,9%
Zorg 16,9% 18,0% 5,7% 6,5%
Overig en onbekend 3,7% 5,8% 6,3% 6,0%
Totaal 7.828.200 105.300 956.210 18.020
December 2012 103Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Het Gooi en Vechtstreek lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 58,8% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Het Gooi en Vechtstreek een nog groter aandeel van 61,6% in de TW. ZZP’ers dragen met 15,1% eveneens meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Daarentegen is blijft het aandeel van het grootbedrijf blijft met 26,1% achter bij het landelijke gemid-delde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Het Gooi en Vechtstreek telde in 2011 2.414 star-tende ondernemingen, 4,5% meer dan in 2010. Dat is meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Het Gooi en Vechtstreek in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 2,0%. De regio Het Gooi en Vechtstreek kent een ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbe-volking startten 21,7 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Het Gooi en Vechtstreek regio nummer 2 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Het Gooi en Vechtstreek in 2011 met -1,2% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,3% per jaar, eveneens een minder sterke daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,8% plaats in Het Gooi en Vechtstreek (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
37,5%
21,3%
15,1%
26,1%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
150
300
450
600
750
900
1.050
1.200
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
1.000
2.000
3.000
4.000
-10%
-5%
0%
5%
10%
2.1312.1701.922
3.1413.457
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Het Gooi en Vechtstreek
Agrarische sector 1,1 1,5
Industrie 15,2 8,9
Bouw 3,1 1,3
Handel 6,3 5,8
Transport & opslag 12,8 7,7
Horeca 7,6 6,3
Zakelijke dienstverlening 6,2 4,3
Financiële dienstverlening 11,4 6,2
Overheid & Onderwijs 42,9 19,6
Zorg 24,1 16,2
Overig en onbekend 4,9 5,6
Totaal 8,2 5,8
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 104
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de provincie Zuid-Holland 3.552.407 inwoners, in 2007 waren dat er 3.455.097. De jaarlijkse be-volkingsgroei ligt met 0,6% boven het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 3,9% zijn toegenomen tot 3.689.400 personen.Met een aandeel van 23,4% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Zuid-Holland vrijwel evenveel jongeren als landelijk (23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuid-Holland be-droeg in 2011 € 123,1 miljard (figuur 2), dat is € 34.883 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 20,9% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Ne-derland. De verwachting is dat het BRP in 2013 iets minder zal krimpen (-0,4%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 1.661.000 perso-nen, dat is 47,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 was de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,8% gelijk aan het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Zuid-Holland
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
2.834.3003.552.4073.455.097
11,8%12,6%12,4%
16,6%17,4%18,0%
26,1%27,3%29,2%
26,9%27,2%26,2%
18,5%15,6%14,3%
23.000
25.000
27.000
29.000
31.000
33.000
35.000
100
105
110
115
120
125
130
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Zuid-
Holland
Nederland Zuid-
Holland
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 2.344 0,1% 0,1%
Beroepsbevolking 1.661 0,8% 0,8%
Werkzame beroepsbevolking 1.560 0,8% 0,7%
Werkloze beroepsbevolking 101 1,6% 3,1%
in % 6,1
Provincie Zuid-Holland
December 2012 105Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 23,9% tegen-over 23,2% in Nederland. Ook wat betreft het aandeel van hooggeschoolden in de beroepsbevolking zit Zuid-Holland (33,7%) dicht bij het landelijk gemiddelde (33,6%).
Bron: CBS
Met 6,1% lag de werkloosheid in de provincie Zuid-Holland in 2011 boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de Zuid-Hollandse werkloosheid nog steeds ruim boven die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een werkloosheid van 8,2% verwacht.Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Zuid-Holland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in de provincie Zuid-Holland toegenomen met 20,4% tot 188.815. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Zuid-Holland veel bedrijfsvestigingen in de bouw, de transport en opslag en de zakelijke dienstverlening en weinig in de agrarische sector en de industrie. Relatief veel banen zijn te vinden in de bouw, transport en opslag, de zakelijke dienst-verlening en bij de overheid en in het onderwijs, daartegen-over staan relatief weinig banen in de industrie en financiële dienstverlening (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale Zuid-Hollandse investeringen in vaste activa € 24,6 miljard. Dat is 21,7% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Door de Zuid-Hollandse bouw, handel, transport en horeca, zakelijke dienstverlening en overheid werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, vooral in de industrie werd relatief minder geïnvesteerd.(figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Zuid-Holland met 8,8 banen per vestiging boven die van Neder-land (8,2). Vooral de overheids- en zorginstellingen kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de industrie, de transport en de financiële dienstverlening relatief weinig (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandZuid-Holland
57,9%64,1%
25,2%21,2%
5,0%4,7%425.593100.070
11,9%9,9%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Zuid-Holland
3% 3%
11%8%
2% 3%
13%14%
5%4%
42% 43%
21%25%
3% 2%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Zuid-
Holland
Nederland Zuid-
Holland
Agrarische sector 1,2% 1,6% 8,9% 5,8%
Industrie 10,5% 7,9% 5,7% 4,8%
Bouw 4,7% 5,3% 12,4% 13,6%
Handel 16,6% 16,6% 21,5% 21,5%
Transport & opslag 4,8% 5,4% 3,1% 4,0%
Horeca 4,1% 3,5% 4,4% 4,0%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 21,4% 27,1% 29,4%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,8% 2,3% 2,3%
Overheid & Onderwijs 13,4% 15,1% 2,6% 2,7%
Zorg 16,9% 16,4% 5,7% 5,6%
Overig 3,7% 4,2% 6,3% 6,3%
Totaal 7.828.200 1.660.800 956.210 188.815
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Zuid-
Holland
Nederland Zuid-
Holland
Laag 23,9% 25,3% 23,2% 23,9%
Middelbaar 44,2% 42,3% 42,3% 41,4%
Hoog 30,8% 31,1% 33,6% 33,7%
Onbekend 1,1% 1,3% 1,0% 1,0%
December 2012 106Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn de provincie Zuid-Holland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 53,9% iets onder het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuid-Holland een aandeel van 55,4% in de TW. ZZP’ers dragen in vrijwel dezelfde mate bij aan de Zuid-Hollandse toegevoegde waarde als landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf ligt boven het landelijke ge-middelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De provincie Zuid-Holland telde in 2011 27.487 startende ondernemingen, 3,4% meer dan in 2010. Dat is meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de provin-cie Zuid-Holland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 22,2%. De provincie Zuid-Holland kent een relatief ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbe-volking startten 16,5 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zuid-Holland provincie nummer 4 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de bouw, de detailhandel en de zorgsector (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provincie Zuid-Holland in 2011 met -1,9% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,1% per jaar, een iets sterkere daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 21,8% plaats in de provincie Zuid-Holland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
31,3%
22,6%
10,6%
35,5%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
1.250
2.500
3.750
5.000
6.250
7.500
8.750
10.000
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
7.000
17.000
27.000
37.000
47.000
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%45.709
40.933
29.382 27.793 26.328
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Zuid-Holland
Agrarische sector 1,1 2,4
Industrie 15,2 14,5
Bouw 3,1 3,4
Handel 6,3 6,8
Transport & opslag 12,8 11,7
Horeca 7,6 7,5
Zakelijke dienstverlening 6,2 6,4
Financiële dienstverlening 11,4 10,5
Overheid & Onderwijs 42,9 49,4
Zorg 24,1 25,8
Overig 4,9 5,8
Totaal 8,2 8,8
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 107
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Leiden en Bollenstreek 409.129 inwoners, in 2007 waren dat er 389.688. De jaar-lijkse bevolkingsgroei ligt met 1,0% boven het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar ver-wachting met 1,6% zijn toegenomen tot 415.800 personen.Met een aandeel van 23,2% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Agglomeratie Leiden en Bollenstreek een gemiddelde bevolking (NL: 23,3%). Het aandeel in de leeftijd vanaf 65 jaar is iets kleiner dan gemiddeld.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Agglomeratie Leiden en Bollenstreek bedroeg in 2011 € 12,1 miljard (figuur 2), dat is € 29.769 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 2,1% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 iets minder (-0,4%) zal afnemen dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 197.000 personen, dat is 48,4% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,1% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
415.800409.129389.688
12,5%13,3%13,1%
15,5%17,0%17,9%
25,1%25,8%28,5%
27,3%27,9%26,6%
19,7%15,9%13,9%
27.000
28.000
29.000
30.000
31.000
32.000
33.000
7
8
9
10
11
12
13
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Agglomeratie
Leiden en
Bollenstreek
Nederland Agglomeratie
Leiden en
Bollenstreek
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 271 0,1% -0,5%
Beroepsbevolking 197 0,8% 0,1%
Werkzame beroepsbevolking 190 0,8% 0,2%
Werkloze beroepsbevolking 7 1,6% -1,6%
in % 3,7
Regio Agglomeratie Leiden en Bollenstreek
December 2012 108Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 20,8%. Daar-mee heeft de Agglomeratie Leiden en Bollenstreek een re-latief hooggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%) (tabel 2). Hier is duidelijk verband te leggen met de aanwezigheid van de Universiteit Leiden en andere onderwijsinstellingen.
Bron: CBS
Met 3,7% lag de werkloosheid in Agglomeratie Leiden en Bollenstreek in 2011 fors onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Agglomeratie Leiden en Bollenstreek het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden lager en het aandeel middelbaargeschool-de niet-werkende werkzoekenden eveneens lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Agglomeratie Leiden en Bollenstreek toegenomen met 22,8% tot 21.515. Daarmee ligt de groei boven het Neder-landse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Leiden en Bollenstreek veel bedrijfsvestigingen in de bouw, handel en de zorgsector en weinig in de industrie en transport en opslag. Relatief veel banen zijn te vinden in de agrarische sector, handel en zorg en weinig in de industrie, transport en opslag en zakelijke dienstverlening (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Agglomeratie Leiden en Bollenstreek in vaste activa € 2,1 miljard. Dat is 1,8% van de totale Nederlandse investeringen in vaste ac-tiva. Alleen in de regionale zakelijke dienstverlening werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Agglomeratie Leiden en Bollenstreek met 8,0 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de agrarische sector, horeca en zorg kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de bouw, transport en opslag en financiële en zakelijke dienst-verlening juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandAgglomeratie Leiden en Bollenstreek
57,9%55,7%
25,2%21,1%
5,0%10,2%425.5937.557
11,9%13,1%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Agglomeratie Leiden en Bollenstreek
3% 2%
11%8%
2% 1%
13%9%
5% 4%
42%
53%
21%20%
3% 2%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Agglomeratie
Leiden en
Bollenstreek
Nederland Agglomeratie
Leiden en
Bollenstreek
Laag 23,9% 20,8% 23,2% 20,8%
Middelbaar 44,2% 39,6% 42,3% 39,6%
Hoog 30,8% 38,6% 33,6% 38,6%
Onbekend 1,1% 1,0% 1,0% 1,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Agglomeratie
Leiden en
Bollenstreek
Nederland Agglomeratie
Leiden en
Bollenstreek
Agrarische sector 1,2% 1,7% 8,9% 5,6%
Industrie 10,5% 9,0% 5,7% 4,4%
Bouw 4,7% 4,0% 12,4% 13,5%
Handel 16,6% 19,3% 21,5% 23,4%
Transport & opslag 4,8% 2,6% 3,1% 2,0%
Horeca 4,1% 5,0% 4,4% 4,4%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 16,4% 27,1% 28,4%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,6% 2,3% 2,5%
Overheid & Onderwijs 13,4% 13,0% 2,6% 2,9%
Zorg 16,9% 22,0% 5,7% 6,6%
Overig en onbekend 3,7% 4,4% 6,3% 6,3%
Totaal 7.828.200 172.900 956.210 21.515
December 2012 109Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Agglomeratie Leiden en Bollenstreek lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 57,4% hoger dan het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Agglomeratie Leiden en Bollenstreek een aandeel van 57,5% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 12,1% meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Daarentegen blijft het aandeel van het grootbedrijf met 30,5% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Agglomeratie Leiden en Bollenstreek telde in 2011 2.637 startende ondernemingen, 2,1% meer dan in 2010. Dat is meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Agglomeratie Leiden en Bollenstreek in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 2,1%. De regio Agglomeratie Leiden en Bollenstreek kent een min-der ondernemende beroepsbevolking dan gemiddeld: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 13,4 perso-nen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Agglome-ratie Leiden en Bollenstreek regio nummer 25 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de bouw, de zorgsector en de handel (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Agglomeratie Leiden en Bollenstreek in 2011 met -2,9% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,0% per jaar, minder dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 2,7% plaats in Agglomeratie Leiden en Bollen-streek (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
34,6%
22,7%
12,1%
30,5%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
150
300
450
600
750
900
1.050
1.200
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
1.500
3.000
4.500
6.000
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%
3.2773.3683.489
4.6025.017
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Agglomeratie
Leiden en Bollenstreek
Agrarische sector 1,1 2,5
Industrie 15,2 16,4
Bouw 3,1 2,4
Handel 6,3 6,6
Transport & opslag 12,8 10,5
Horeca 7,6 9,2
Zakelijke dienstverlening 6,2 4,6
Financiële dienstverlening 11,4 8,3
Overheid & Onderwijs 42,9 35,7
Zorg 24,1 26,7
Overig en onbekend 4,9 5,7
Totaal 8,2 8,0
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 110
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Den Haag 819.646 inwo-ners, in 2007 waren dat er 780.207. De jaarlijkse bevolkings-groei ligt met 1,0% dubbel zo hoog als het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar ver-wachting met 5,2% zijn toegenomen tot 862.500 personen.Met een aandeel van 22,8% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Agglomeratie ‘s-Gravenhage een kleinere jonge bevolkingsgroep dan gemiddeld (NL: 23,3%). Door het gro-tere aantal inwoners in de leeftijdscategorie daarboven is de totale bevolking desondanks niet ‘oud’ te noemen.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Agglomeratie ‘s-Gravenhage bedroeg in 2011 € 30,0 miljard (figuur 2), dat is € 36.990 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 5,1% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 stabiel zal blijven (0,0%). Daarmee presteert de regio beter dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 382.000 personen, dat is 47,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 was de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,7% vergelijkbaar met het Neder-landse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Agglomeratie ’s-Gravenhage
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
862.500819.646 780.207
11,0%11,9%11,8%
17,3%17,6%17,6%
28,1%29,3%30,5%
26,8%26,5%25,6%
14,4%14,8%14,4%
26.000
27.000
28.000
29.000
30.000
31.000
32.000
25
26
27
28
29
30
31
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Agglomeratie
‘s-Gravenhage
Nederland Agglomeratie
‘s-Gravenhage
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 541 0,1% 0,5%
Beroepsbevolking 382 0,8% 0,7%
Werkzame beroepsbevolking 355 0,8% 0,4%
Werkloze beroepsbevolking 27 1,6% 6,3%
in % 7,1
Regio Agglomeratie 's-Gravenhage
December 2012 111Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 21,9%. Daar-naast kent de regio een relatief hoog aandeel hooggeschool-den (39,4%) waardoor het opleidingsniveau in de regio ‘s-Gravenhage boven het landelijk gemiddelde ligt (tabel 2).
Bron: CBS
Met 7,1% lag de werkloosheid in Agglomeratie ‘s-Graven-hage in 2011 fors boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim boven die van Nederland (6,8%) liggen en bovendien door de bezuinigingen bij de Rijksoverheid meer stijgen. Naar opleidingsniveau ligt in Agglomeratie ‘s-Gravenhage het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden flink lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Agglomeratie ‘s-Gravenhage toegenomen met 27,9% tot 43.165. Daarmee ligt de groei fors hoger dan het Neder-landse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Den Haag veel bedrijfsvestigingen in de zakelijke dienstverlening, de overheid, onderwijs en de zorg en weinig in de agrarische sector, industrie en handel. Relatief veel banen zijn te vinden in de zakelijke dienstverlening en bij de overheid en weinig in de agrarische sector, industrie, bouw, transport en opslag en de handel (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Agglomeratie ‘s-Gravenhage in vaste activa € 5,9 miljard. Dat is 5,2% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de regionale zakelijke dienstverlening, bij de overheid, in het onderwijs en de zorg werd in vergelijking met Neder-land meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Agglomeratie ‘s-Gravenhage met 9,4 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Vooral de overheid en het onderwijs en de financiële en zakelijke dienstverlening kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de industrie, de bouw en de zorg juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandAgglomeratie 's-Gravenhage
57,9%66,3%
25,2%18,6%
5,0%5,1%425.59326.305
11,9%10,0%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Agglomeratie 's-Gravenhage
3%1%
11%
3% 2% 1%
13%
5% 5% 5%
42%
52%
21%
29%
3% 4%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Agglomeratie
‘s-Gravenhage
Nederland Agglomeratie
‘s-Gravenhage
Laag 23,9% 22,2% 23,2% 21,9%
Middelbaar 44,2% 39,0% 42,3% 37,6%
Hoog 30,8% 37,4% 33,6% 39,4%
Onbekend 1,1% 1,4% 1,0% 1,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Agglomeratie
‘s-Gravenhage
Nederland Agglomeratie
‘s-Gravenhage
Agrarische sector 1,2% 0,6% 8,9% 4,3%
Industrie 10,5% 3,6% 5,7% 3,4%
Bouw 4,7% 2,9% 12,4% 13,8%
Handel 16,6% 11,9% 21,5% 19,0%
Transport & opslag 4,8% 3,3% 3,1% 2,2%
Horeca 4,1% 3,5% 4,4% 4,7%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 25,2% 27,1% 33,5%
Financiële dienstverlening 3,3% 3,5% 2,3% 2,3%
Overheid & Onderwijs 13,4% 23,8% 2,6% 3,2%
Zorg 16,9% 15,0% 5,7% 6,5%
Overig en onbekend 3,7% 6,6% 6,3% 7,0%
Totaal 7.828.200 404.400 956.210 43.165
December 2012 112Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Agglomeratie ‘s-Gravenhage lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 43,4% flink onder het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Agglomeratie ‘s-Gravenhage een aan-deel van 45,9% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 10,3% minder bij aan de toege-voegde waarde dan landelijk (11,4%). Daarentegen is het aandeel van het grootbedrijf met 46,3% fors groter dan het landelijk gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio ‘s-Gravenhage telde in 2011 8.081 startende onder-nemingen, 11,6% meer dan in 2010. Dat is fors meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Agglomeratie ‘s-Gravenhage in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 6,5%. De Agglomeratie ‘s-Gravenhage kent een relatief onder-nemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 21,2 personen een eigen onder-neming (NL: 15,8). Hiermee is Agglomeratie ‘s-Gravenhage regio nummer 3 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de bouw, de zorgsector en de handel (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Agglomeratie ‘s-Gravenhage in 2011 met -1,8% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -9,8% per jaar, eenzelfde daling als landelijk. Van alle huizentransacties in 2011 vond 6,0% plaats in Agglomeratie ‘s-Gravenhage (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
25,6%
17,8%
10,3%
46,3%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
375
750
1.125
1.500
1.875
2.250
2.625
3.000
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
1.000
4.000
7.000
10.000
13.000
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%
7.2167.7158.011
11.43512.615
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Agglomeratie
‘s-Gravenhage
Agrarische sector 1,1 1,2
Industrie 15,2 10,0
Bouw 3,1 2,0
Handel 6,3 5,9
Transport & opslag 12,8 14,3
Horeca 7,6 7,0
Zakelijke dienstverlening 6,2 7,0
Financiële dienstverlening 11,4 14,2
Overheid & Onderwijs 42,9 69,9
Zorg 24,1 21,5
Overig en onbekend 4,9 8,8
Totaal 8,2 9,4
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 113
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Delft en Westland 218.880 inwoners, in 2007 waren dat er 211.784. De jaarlijkse bevol-kingsgroei ligt met 0,7% boven het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 10,7% zijn toegenomen tot 242.400 personen.Met een aandeel van 22,4% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Delft en Westland een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Delft en Westland bedroeg in 2011 € 8,5 miljard (figuur 2), dat is € 39.295 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,4% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 nagenoeg stabiel zal blijven (-0,1%) en zich minder negatief zal ontwikkelen dan het landelijke BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 108.000 personen, dat is 50,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 2,0% fors boven het Nederlandse gemiddelde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Delft en Westland
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
242.400218.880211.784
13,7%15,9%14,2%
16,6%15,7%17,4%
27,7%26,5%29,0%
24,8%26,8%25,9%
17,2%15,0%13,5%
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
30.000
3
4
5
6
7
8
9
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Delft en
Westland
Nederland Delft en
Westland
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 147 0,1% 0,4%
Beroepsbevolking 108 0,8% 2,0%
Werkzame beroepsbevolking 104 0,8% 2,3%
Werkloze beroepsbevolking 4 1,6% 2,7%
in % 3,6
Regio Delft en Westland
December 2012 114Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 22,4% (NL: 23,2%). Mede door de TU Delft is het opleidingsniveau van de beroepsbevolking iets hoger dan landelijk (tabel 2).
Bron: CBS
Met 3,6% lag de werkloosheid in Delft en Westland in 2011 fors onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Westland behoort zelfs tot de regio’s met de laagste werkloosheid. Naar opleidingsniveau ligt in Delft en Westland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden in lijn met en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoe-kenden lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Delft en Westland toegenomen met 15,1% tot 13.450. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Delft en West-land veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en de bouw en minder dan gemiddeld in de overige sectoren (tabel 3). Het aantal banen is vanwege de concentratie van de glastuinbouw in het Westland fors hoger dan gemid-deld, terwijl er ook verhoudingsgewijs veel banen zijn in de zakelijke dienstverlening. Relatief weinig banen zijn er in de industrie, horeca, financiële dienstverlening en zorg.
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Delft en West-land in vaste activa € 1,4 miljard. Dat is 1,3% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de regi-onale agrarische sector (glastuinbouwgebied Het Westland) werd in vergelijking met Nederland fors meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Delft en Westland met 8,6 banen per vestiging licht boven die van Nederland (8,2). Vooral de agrarische sector, handel, transport en opslag, overheid en het onderwijs kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de industrie, financiële dienstverlening en de zorg juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandDelft en Westland
57,9%58,5%
25,2%22,2%
5,0%8,0%425.5934.301
11,9%11,3%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Delft en Westland
3%
18%
11% 10%
2% 3%
13%11%
5%3%
42% 39%
21%
15%
3% 1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Delft en
Westland
Nederland Delft en
Westland
Laag 23,9% 25,8% 23,2% 22,4%
Middelbaar 44,2% 40,2% 42,3% 42,1%
Hoog 30,8% 34,0% 33,6% 35,5%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Delft en
Westland
Nederland Delft en
Westland
Agrarische sector 1,2% 9,2% 8,9% 13,4%
Industrie 10,5% 6,1% 5,7% 4,6%
Bouw 4,7% 5,0% 12,4% 14,9%
Handel 16,6% 16,8% 21,5% 19,1%
Transport & opslag 4,8% 4,2% 3,1% 2,7%
Horeca 4,1% 2,8% 4,4% 3,6%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 25,8% 27,1% 27,2%
Financiële dienstverlening 3,3% 1,5% 2,3% 2,0%
Overheid & Onderwijs 13,4% 12,8% 2,6% 2,0%
Zorg 16,9% 12,5% 5,7% 4,7%
Overig en onbekend 3,7% 3,2% 6,3% 5,6%
Totaal 7.828.200 116.100 956.210 13.450
December 2012 115Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Delft en Westland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 58,8% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Delft en Westland een aandeel van maar liefst 60,7% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 12,2% iets meer bij aan de toege-voegde waarde dan landelijk (11,4%). Daarentegen blijft het aandeel van het grootbedrijf met 29,0%% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Delft en Westland telde in 2011 1.541 startende ondernemingen, 4,8% meer dan in 2010. Dat is flink meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Delft en Westland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,2%. De regio Delft en Westland kent een gemiddeld onder-nemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 14,3 personen een eigen onder-neming (NL: 15,8). Hiermee is Delft en Westland regio num-mer 19 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Delft en Westland in 2011 stabiel gebleven, terwijl ze in Nederland als geheel daalden (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverko-pen afgenomen met gemiddeld -8,9% per jaar, een kleinere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,2% plaats in Delft en Westland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
36,4%
22,4%
12,2%
29,0%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
80
160
240
320
400
480
560
640
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
700
1.400
2.100
2.800
-7,0%
-3,5%
0,0%
3,5%
7,0%
1.4501.5291.603
2.1242.368
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Delft en Westland
Agrarische sector 1,1 5,9
Industrie 15,2 11,4
Bouw 3,1 2,9
Handel 6,3 7,6
Transport & opslag 12,8 13,6
Horeca 7,6 6,7
Zakelijke dienstverlening 6,2 8,2
Financiële dienstverlening 11,4 6,2
Overheid & Onderwijs 42,9 56,2
Zorg 24,1 22,8
Overig en onbekend 4,9 4,9
Totaal 8,2 8,6
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 116
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Oost-Zuid-Holland 294.376 inwoners, in 2007 waren dat er 321.611. De jaarlijkse bevol-kingsgroei ligt met een krimp van 1,7% onder het Neder-landse gemiddelde van 0,5%. Dit is voor een belangrijk deel te wijten aan de vorming van de gemeente Zuidplas die nu tot Groot-Rijnmond behoort. Zonder deze wijziging bleef de bevolking stabiel. In 2020 zal de bevolking naar verwach-ting met 3,1% zijn toegenomen tot 303.400 personen.Met een aandeel van 24,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Oost-Zuid-Holland een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Oost-Zuid-Holland bedroeg in 2011 € 8,8 miljard (figuur 2), dat is € 29.975 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,5% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 sterker zal krimpen (-1,0%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 141.000 personen, dat is 48,0% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met -1,2% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Oost-Zuid-Holland
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
303.400294.376321.611
11,9%12,1%12,0%
16,8%18,5%19,5%
23,1%25,1%27,6%
27,8%28,5%27,5%
20,4%15,9%13,3%
26.000
27.000
28.000
29.000
30.000
31.000
32.000
6,5
7,0
7,5
8,0
8,5
9,0
9,5
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Oost-
Zuid-Holland
Nederland Oost-
Zuid-Holland
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 193 0,1% -2,1%
Beroepsbevolking 141 0,8% -1,2%
Werkzame beroepsbevolking 136 0,8% -1,1%
Werkloze beroepsbevolking 5 1,6% 3,3%
in % 3,8
Regio Oost-Zuid-Holland
December 2012 117Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 22,0% (NL: 23,2%). Naar verhouding kent de regio Oost-Zuid-Holland een groter aantal middelbaargeschoolden dan landelijk. (tabel 2).
Bron: CBS
Met 3,8% lag de werkloosheid in Oost-Zuid-Holland in 2011 fors onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Oost-Zuid-Holland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden hoger en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoe-kenden lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Oost-Zuid-Holland toegenomen met 2,3% tot 17.705. Daarmee ligt de groei fors onder het Nederlandse gemid-delde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Oost-Zuid-Hol-land veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en de bouw en weinig in de horeca en de zorg. Relatief veel banen zijn te vinden in de agrarische sector, de bouw, de handel en de zorg en weinig in de industrie, de horeca, de zakelijke en financiële dienstverlening en bij de overheid en in het onderwijs (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Oost-Zuid-Holland in vaste activa € 2,0 miljard. Dat is 1,7% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de agrarische sector, de zakelijke dienstverlening en bij de overheid, in het onderwijs en de zorgsector werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Oost-Zuid-Holland met 7,0 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de handel en de zorg kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de industrie en de financiële en zake-lijke dienstverlening juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandOost-Zuid-Holland
57,9%61,9%
25,2%22,0%
5,0%4,4%425.5935.969
11,9%11,7%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Oost-Zuid-Holland
3% 4%
11%
6%
2% 3%
13%12%
5%3%
42%
48%
21% 22%
3% 2%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Oost-
Zuid-Holland
Nederland Oost-
Zuid-Holland
Laag 23,9% 25,9% 23,2% 22,0%
Middelbaar 44,2% 45,6% 42,3% 45,4%
Hoog 30,8% 28,6% 33,6% 31,2%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 1,4%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Oost-
Zuid-Holland
Nederland Oost-
Zuid-Holland
Agrarische sector 1,2% 2,6% 8,9% 11,3%
Industrie 10,5% 8,3% 5,7% 5,2%
Bouw 4,7% 6,7% 12,4% 14,8%
Handel 16,6% 22,4% 21,5% 20,3%
Transport & opslag 4,8% 4,7% 3,1% 2,7%
Horeca 4,1% 2,9% 4,4% 3,0%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 17,8% 27,1% 27,4%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,2% 2,3% 2,3%
Overheid & Onderwijs 13,4% 10,8% 2,6% 2,3%
Zorg 16,9% 18,1% 5,7% 4,9%
Overig en onbekend 3,7% 3,5% 6,3% 5,8%
Totaal 7.828.200 124.500 956.210 17.705
December 2012 118Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Oost-Zuid-Holland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 64,9% fors boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Oost-Zuid-Holland een aandeel van zelfs 66,2% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 14,2% minder meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Daar staat tegenover dat het aandeel van het grootbedrijf met 20,9% sterk achterblijft bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Oost-Zuid-Holland telde in 2011 2.152 startende ondernemingen, 4,3% meer dan in 2010. Dat is meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Oost-Zuid-Holland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,7%. De regio Oost-Zuid-Holland kent een relatief ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbe-volking startten 15,3 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Oost-Zuid-Holland regio nummer 13 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de bouwsector en de handel (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Oost-Zuid-Holland in 2011 met -3,2% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,4% per jaar, een licht sterkere daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,9% plaats in Oost-Zuid-Holland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
38,0%26,9%
14,2%
20,9%
0
100
200
300
400
500
600
700
800
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
1.250
2.500
3.750
5.000
-6%
-3%
0%
3%
6%
2.2902.4162.766
3.6394.182
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Oost-Zuid-Holland
Agrarische sector 1,1 1,6
Industrie 15,2 11,2
Bouw 3,1 3,2
Handel 6,3 7,8
Transport & opslag 12,8 12,1
Horeca 7,6 6,9
Zakelijke dienstverlening 6,2 4,5
Financiële dienstverlening 11,4 6,9
Overheid & Onderwijs 42,9 32,3
Zorg 24,1 25,9
Overig en onbekend 4,9 4,5
Totaal 8,2 7,0
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 119
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Groot-Rijnmond 1.412.582 inwoners, in 2007 waren dat er 1.360.608. De jaarlijkse be-volkingsgroei ligt met 0,8% boven het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. De groei is licht verhoogd door de vorming van de gemeente Zuidplas. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 3,4% zijn toegenomen tot 1.460.200 per-sonen. Met een aandeel van 22,8% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Groot-Rijnmond relatief minder jongeren dan het landelijk gemiddelde (NL: 23,3%). Door de aanwezige onderwijsinstellingen kent Groot-Rijnmond relatief echter wat meer 20-25 jarigen, en ook de groep 25-45 jarigen is relatief groter dan landelijk.
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Groot-Rijnmond bedroeg in 2011 € 50,8 miljard (figuur 2), dat is € 36.174 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 8,6% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 iets minder zal afne-men (-0,4%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 653.000 personen, dat is 46,5% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,3% boven het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Groot-Rijnmond
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
1.460.2001.412.5821.360.608
11,8%12,5%12,4%
16,4%17,0%17,5%
26,3%27,6%29,3%
27,1%27,1%26,1%
18,5%15,7%14,5%
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
30.000
25
30
35
40
45
50
55
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Groot-
Rijnmond
Nederland Groot-
Rijnmond
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 937 0,1% 0,5%
Beroepsbevolking 653 0,8% 1,3%
Werkzame beroepsbevolking 606 0,8% 1,4%
Werkloze beroepsbevolking 48 1,6% 2,6%
in % 7,3
Regio Groot-Rijnmond
December 2012 120Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 26,3%. Daarmee heeft de regio Groot-Rijnmond een relatief laag-geschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%). Dit is vooral gelegen in de historie als havenstad (tabel 2). Doordat meer hoger opgeleiden in de stad blijven wonen stijgt het oplei-dingsniveau inmiddels wel.
Bron: CBS
Met 7,3% lag de werkloosheid in Groot-Rijnmond in 2011 fors boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds fors boven die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Groot-Rijnmond het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoe-kenden lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Groot-Rijnmond toegenomen met 23,5% tot 71.545. Daarmee ligt de groei boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Groot-Rijnmond veel bedrijfsvestigingen in de handel, transport en opslag en zakelijke dienstverlening en weinig in de agrarische sector en de zorg. Relatief veel banen zijn te vinden in transport en opslag, de bouw en de zakelijke dienstverlening en weinig in de horeca en bij de overheid en in het onderwijs. Ook in de industrie bevinden zich opvallend genoeg relatief minder banen. Dit komt door het sterk kapitaalintensieve karakter van de petrochemische industrie in de regio. (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Groot-Rijn-mond in vaste activa € 10,1 miljard. Dat is 9,0% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de regionale handel, transport en horeca werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren ongeveer evenveel of iets minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Groot-Rijnmond met 9,3 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). De agrarische sector, de bouw, de financiële en zakelijke dienstverlening, de overheid, het onderwijs en de zorgsector kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, voor de industrie en transport en opslag geldt dit niet (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandGroot-Rijnmond
57,9%65,5%
25,2%22,0%
5,0%3,6%425.59348.969
11,9%8,9%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Groot-Rijnmond
3% 2%
11% 11%
2% 2%
13%
20%
5% 5%
42%38%
21% 22%
3% 1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Groot-
Rijnmond
Nederland Groot-
Rijnmond
Laag 23,9% 28,2% 23,2% 26,3%
Middelbaar 44,2% 43,4% 42,3% 41,4%
Hoog 30,8% 26,8% 33,6% 31,2%
Onbekend 1,1% 1,6% 1,0% 1,1%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Groot-
Rijnmond
Nederland Groot-
Rijnmond
Agrarische sector 1,2% 0,9% 8,9% 4,0%
Industrie 10,5% 8,7% 5,7% 5,4%
Bouw 4,7% 5,8% 12,4% 12,3%
Handel 16,6% 16,5% 21,5% 23,0%
Transport & opslag 4,8% 7,4% 3,1% 5,5%
Horeca 4,1% 3,4% 4,4% 4,2%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 21,7% 27,1% 29,4%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,9% 2,3% 2,2%
Overheid & Onderwijs 13,4% 12,8% 2,6% 2,6%
Zorg 16,9% 16,1% 5,7% 5,2%
Overig onbekend 3,7% 3,7% 6,3% 6,3%
Totaal 7.828.200 668.300 956.210 71.545
December 2012 121Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Groot-Rijnmond lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 54,0% lager dan het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Groot-Rijnmond een aandeel van 55,2% in de TW. Ook ZZP’ers dragen met 9,5% minder bij aan de toegevoeg-de waarde dan landelijk (11,4%). Daarentegen is het aandeel van het grootbedrijf blijft met 36,4% flink hoger dan het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Groot-Rijnmond telde in 2011 10.619 startende ondernemingen, 1,2% minder dan in 2010. Dat is minder dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Groot-Rijnmond in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 8,6%. De regio Groot-Rijnmond kent toch een relatief onderne-mende beroepsbevolking: per 1000 personen van de be-roepsbevolking startten 16,3 personen een eigen onderne-ming (NL: 15,8). Hiermee is Groot-Rijnmond regio nummer 8 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de bouw en de handel (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Groot-Rijn-mond in 2011 met -1,4% minder gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,8% per jaar, een grotere da-ling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 7,6% plaats in Groot-Rijnmond (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
31,0%
23,1%
9,5%
36,4%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
3.500
4.000
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
2.000
6.000
10.000
14.000
18.000
-4%
-2%
0%
2%
4%
9.2309.91810.432
14.583
16.832
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Groot-Rijnmond
Agrarische sector 1,1 2,2
Industrie 15,2 15,0
Bouw 3,1 4,4
Handel 6,3 6,7
Transport & opslag 12,8 12,6
Horeca 7,6 7,6
Zakelijke dienstverlening 6,2 6,9
Financiële dienstverlening 11,4 12,4
Overheid & Onderwijs 42,9 45,7
Zorg 24,1 29,1
Overig onbekend 4,9 5,4
Totaal 8,2 9,3
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 122
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Zuidoost-Zuid-Holland 397.794 inwoners, in 2007 waren dat er 391.199. De jaarlijkse bevolkingsgroei ligt met 0,3% onder het Nederlandse ge-middelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwach-ting met 1,8% zijn toegenomen tot 405.000 personen.Met een aandeel van 24,7% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zuidoost-Zuid-Holland een relatief jonge bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuidoost-Zuid- Holland bedroeg in 2011 € 12,8 miljard (figuur 2), dat is € 32.311 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 2,2% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 ster-ker zal krimpen (-0,7%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 179.000 personen, dat is 45,2% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,7% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Zuidoost-Zuid-Holland
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
405.000397.794391.199
11,8%12,2%12,1%
17,0%18,4%19,3%
23,8%25,7%27,9%
27,1%27,1%26,0%
20,3%16,6%14,7%
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
30.000
8
9
10
11
12
13
14
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Zuidoost-
Zuid-Holland
Nederland Zuidoost-
Zuid-Holland
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 256 0,1% 0,4%
Beroepsbevolking 179 0,8% 0,7%
Werkzame beroepsbevolking 170 0,8% 0,6%
Werkloze beroepsbevolking 10 1,6% 10,4%
in % 5,5
Regio Zuidoost-Zuid-Holland
December 2012 123Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 25,8%. Daarmee heeft de regio Zuidoost-Zuid-Holland een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%). Dit komt mede door de beperkte aanwezigheid van instellingen voor hoger onderwijs (tabel 2).
Bron: CBS
Met 5,5% lag de werkloosheid in Zuidoost-Zuid-Holland in 2011 iets boven die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds rondom die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Zuid-oost-Zuid-Holland het aandeel laaggeschoolde niet-werken-de werkzoekenden hoger en het aandeel hooggeschoolde niet-werkende werkzoekenden lager dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvesti-gingen in Zuidoost-Zuid-Holland toegenomen met 15,3% tot 21.435. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Zuidoost-Zuid-Holland veel bedrijfsvestigingen in de bouw, handel en transport en opslag en weinig in de horeca, agrarische sector en zakelijke dienstverlening. Rela-tief veel banen zijn te vinden in de industrie, bouw, handel en transport en opslag en weinig in de horeca, zakelijke en financiële dienstverlening en bij de overheid en in het onderwijs (tabel 3)
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Zuidoost-Zuid-Holland in vaste activa € 3,1 miljard. Dat is 2,7% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de bouw, handel, transport en horeca en vooral in overheid, onder-wijs en zorg werd relatief meer geïnvesteerd (figuur 4). De investeringen in de zakelijke dienstverlening lagen naar verhouding een stuk lager dan landelijk het geval was.
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Zuidoost-Zuid-Holland met 8,2 banen per vestiging op het landelijk gemiddelde. Vooral de industrie, bouw, handel en zorg kennen gemid-deld relatief veel banen per vestiging. Vestigingen van financiële instellingen en overheids- en onderwijsorganisa-ties zijn gemiddeld een stuk kleiner (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandZuidoost-Zuid-Holland
57,9%61,0%
25,2%24,7%
5,0%3,4%425.5936.967
11,9%10,9%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Zuidoost-Zuid-Holland
3%1%
11%8%
2%
8%
13%14%
5%2%
42%
32%
21%
34%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Zuidoost-
Zuid-Holland
Nederland Zuidoost-
Zuid-Holland
Laag 23,9% 26,4% 23,2% 25,8%
Middelbaar 44,2% 47,7% 42,3% 48,3%
Hoog 30,8% 24,7% 33,6% 25,8%
Onbekend 1,1% 1,1% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Zuidoost-
Zuid-Holland
Nederland Zuidoost-
Zuid-Holland
Agrarische sector 1,2% 0,4% 8,9% 5,4%
Industrie 10,5% 13,9% 5,7% 6,1%
Bouw 4,7% 9,4% 12,4% 15,6%
Handel 16,6% 20,4% 21,5% 22,2%
Transport & opslag 4,8% 6,5% 3,1% 6,8%
Horeca 4,1% 2,6% 4,4% 2,9%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 16,4% 27,1% 25,2%
Financiële dienstverlening 3,3% 1,8% 2,3% 2,7%
Overheid & Onderwijs 13,4% 10,2% 2,6% 2,4%
Zorg 16,9% 16,1% 5,7% 5,0%
Overig en onbekend 3,7% 2,3% 6,3% 5,7%
Totaal 7.828.200 174.700 956.210 21.435
December 2012 124Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Zuidoost-Zuid-Holland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 63,6% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuidoost-Zuid-Holland een aandeel van 65,4% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 10,7% minder bijdra-gen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Ook het aandeel van het grootbedrijf blijft met 25,7% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Zuidoost-Zuid-Holland telde in 2011 2.457 startende ondernemingen, een daling van -0,9% ten opzichte van 2010. Dat terwijl in Nederland sprake was van een groei van 0,7%. Het aandeel van Zuidoost-Zuid-Holland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 2,0%.De regio Zuidoost-Zuid-Holland kent een relatief laag aantal starters onder de beroepsbevolking. Per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 13,7 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zuidoost-Zuid-Holland regio nummer 22 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de bouw en detailhandel (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Zuidoost-Zuid-Holland in 2011 met -2,3% gedaald, dat is evenveel als in Nederland als geheel. Sinds 2006 is het aantal huizen-verkopen afgenomen met gemiddeld -10,2% per jaar, ook die daling komt overeen met de landelijke ontwikkeling (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 2,4% plaats in Zuidoost-Zuid-Holland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
34,9%
28,7%
10,7%
25,7%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
125
250
375
500
625
750
875
1.000
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
1.200
2.400
3.600
4.800
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%
2.8652.8473.081
4.5504.695
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Zuidoost-Zuid-Holland
Agrarische sector 1,1 0,6
Industrie 15,2 18,4
Bouw 3,1 4,9
Handel 6,3 7,5
Transport & opslag 12,8 7,8
Horeca 7,6 7,2
Zakelijke dienstverlening 6,2 5,3
Financiële dienstverlening 11,4 5,6
Overheid & Onderwijs 42,9 35,2
Zorg 24,1 26,1
Overig en onbekend 4,9 3,3
Totaal 8,2 8,2
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 125
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de provincie Zeeland 381.407 in-woners, in 2007 waren dat er 380.497. De bevolking groeit dus nauwelijks en blijft achter bij de Nederlandse jaarlijkse gemiddelde groei van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 0,3% zijn toegenomen tot 382.700 personen.Met een aandeel van 22,7% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Zeeland een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Zeeland bedroeg in 2011 € 12,5 miljard (figuur 2), dat is € 32.787 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 2,1% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 sterker zal afnemen (-0,9%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 169.000 personen, dat is 44,3% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,4% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Zeeland
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
382.700381.407380.497
11,5%10,9%10,8%
14,8%16,8%17,8%
21,8%23,5%25,7%
27,9%29,0%28,3%
24,0%19,9%17,4%
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
8
9
10
11
12
13
14
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Zeeland Nederland Zeeland
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 243 0,1% -0,2%
Beroepsbevolking 169 0,8% 0,4%
Werkzame beroepsbevolking 162 0,8% 0,4%
Werkloze beroepsbevolking 6 1,6% -4,5%
in % 3,7
Provincie Zeeland
December 2012 126Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 25,0%. Daar-mee heeft de provincie Zeeland een relatief laagggeschool-de beroepsbevolking (NL: 23,2%). Binnen de regionaal sterk vertegenwoordigde chemische industrie zijn wel relatief veel hoogopgeleiden werkzaam (tabel 2).
Bron: CBS
Met 3,7% lag de werkloosheid in de provincie Zeeland in 2011 fors onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de Zeeuwse werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een werkloosheid van 5,2% verwacht.Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Zeeland het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemid-delde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de provincie Zeeland toegenomen met 10,7% tot 22.090. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Zeeland veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de trans-port en opslag en de zorgsector en weinig in de zakelijke dienstverlening en de bouw. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector, de overheid en het onderwijs en de industrie en weinig in de handel, de financiële dienstverle-ning en de agrarische sector (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in vaste activa € 2,8 miljard in Zeeland. Dat is 2,5% van de totale Neder-landse investeringen in vaste activa. In de Zeeuwse indus-trie, handel, transport en horeca werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Zeeland met 6,8 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de zorgsector en de industrie kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de agrarische sector, transport en opslag, financiële sector en de handel juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandZeeland
57,9%53,6%
25,2%31,6%
5,0%3,2%425.5936.395
11,9%11,6%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Zeeland
3%5%
11%
21%
2% 2%
13%
23%
5%3%
42%
34%
21%
13%
3% 1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Zeeland Nederland Zeeland
Laag 23,9% 24,0% 23,2% 25,0%
Middelbaar 44,2% 52,7% 42,3% 48,2%
Hoog 30,8% 22,2% 33,6% 25,6%
Onbekend 1,1% 1,2% 1,0% 1,2%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Zeeland Nederland Zeeland
Agrarische sector 1,2% 2,0% 8,9% 17,1%
Industrie 10,5% 14,9% 5,7% 5,8%
Bouw 4,7% 5,1% 12,4% 10,8%
Handel 16,6% 17,6% 21,5% 21,1%
Transport & opslag 4,8% 5,2% 3,1% 4,3%
Horeca 4,1% 6,3% 4,4% 7,8%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 12,7% 27,1% 17,9%
Financiële dienstverlening 3,3% 1,9% 2,3% 2,0%
Overheid & Onderwijs 13,4% 12,2% 2,6% 2,1%
Zorg 16,9% 19,0% 5,7% 5,2%
Overig 3,7% 3,0% 6,3% 6,0%
Totaal 7.828.200 150.700 956.210 22.090
December 2012 127Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn de provincie Zeeland lag het aandeel van het MKB (exclu-sief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 58,6% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zeeland een aandeel van 58,6% in de TW. Daarnaast droegen ZZP’ers met 14,4% meer bij aan de Zeeuwse toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 27% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De provincie Zeeland telde in 2011 2.204 startende on-dernemingen, 4,0% meer dan in 2010. Dat is meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van de provincie Zeeland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,8%. De provincie Zeeland kent een gemiddelde ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbe-volking startten 13,0 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zeeland provincie nummer 9 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provin-cie Zeeland in 2011 met -1,1% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -8,1% per jaar, een kleinere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizen-transacties in 2011 vond 2,7% plaats in de provincie Zeeland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
34,4%
24,2%
14,4%
27,0%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
100
200
300
400
500
600
700
800
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
1.300
2.300
3.300
4.300
5.300
-4%
-2%
0%
2%
4%5.133
4.610
3.259 3.254 3.311
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Zeeland
Agrarische sector 1,1 0,8
Industrie 15,2 17,6
Bouw 3,1 3,2
Handel 6,3 5,7
Transport & opslag 12,8 8,1
Horeca 7,6 5,5
Zakelijke dienstverlening 6,2 4,8
Financiële dienstverlening 11,4 6,6
Overheid & Onderwijs 42,9 40,4
Zorg 24,1 25,1
Overig 4,9 3,4
Totaal 8,2 6,8
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 128
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Zeeuwsch-Vlaanderen 106.266 inwoners, in 2007 waren dat er 107.606. Jaarlijkse krimpt de bevolking met -0,3% terwijl de Nederlandse bevolking gemiddeld 0,5% groeit. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met -1,3% zijn afgenomen tot 104.900 personen.Met een aandeel van 20,5% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zeeuwsch-Vlaanderen een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Zeeuwsch-Vlaande-ren bedroeg in 2011 € 4,3 miljard (figuur 2), dat is € 40.036 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 0,7% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Neder-land. De verwachting is dat het BRP in 2013 sterker zal afne-men (-1,4%) dan het Nederlandse BBP als geheel (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 47.000 personen, dat is 44,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,5% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Zeeuwsch-Vlaanderen
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
104.900106.266107.606
11,2%9,6%9,2%
12,9%15,2%16,6%
20,1%22,6%25,3%
29,5%30,9%30,0%
26,2%21,8%18,8%
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
0
1
2
3
4
5
6
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Zeeuwsch-
Vlaanderen
Nederland Zeeuwsch-
Vlaanderen
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 68 0,1% -0,3%
Beroepsbevolking 47 0,8% 0,5%
Werkzame beroepsbevolking 45 0,8% 0,5%
Werkloze beroepsbevolking 2 1,6% 0,0%
in % 4,7
Regio Zeeuwsch-Vlaanderen
December 2012 129Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 28,3%. Daarmee heeft de regio Zeeuwsch-Vlaanderen een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%, zie tabel 2).
Bron: CBS
Met 4,7% lag de werkloosheid in Zeeuwsch-Vlaanderen in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Het aandeel laaggeschoolde nietwerkende werkzoekenden ligt in Zeeuwsch-Vlaanderen fors hoger dan Nederland als geheel. Ook het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden ligt hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in Zeeuwsch-Vlaanderen toegenomen met 4,7% tot 6.310. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Zeeuwsch-Vlaanderen veel bedrijfsvestigingen in de industrie, de handel, transport en horeca en relatief weinig in de Zakelijke en financiële dienstverlening, overheid, onderwijs en de zorg. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector, de industrie en de handel en relatief weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening en bij de overheid en het onder-wijs. (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Zeeuwsch-Vlaanderen in vaste activa € 963 miljoen. Dat is 0,8% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de regionale industrie, agrarische sector, handel, transport en horeca werd in vergelijking met Nederland meer geïn-vesteerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Zeeuwsch-Vlaanderen met 6,6 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de bouw, de zorgsector en de industrie kennen ge-middeld relatief veel banen per vestiging, de agrarische sec-tor, transport en opslag en de handel juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandZeeuwsch-Vlaanderen
57,9%61,0%
25,2%26,9%
5,0%3,0%425.5932.053
11,9%9,2%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Zeeuwsch-Vlaanderen
3% 4%
11%
28%
2% 1%
13%
36%
5%2%
42%
18%21%
10%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Zeeuwsch-
Vlaanderen
Nederland Zeeuwsch-
Vlaanderen
Laag 23,9% 21,7% 23,2% 28,3%
Middelbaar 44,2% 56,5% 42,3% 50,0%
Hoog 30,8% 21,7% 33,6% 21,7%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Zeeuwsch-
Vlaanderen
Nederland Zeeuwsch-
Vlaanderen
Agrarische sector 1,2% 1,2% 8,9% 22,2%
Industrie 10,5% 17,7% 5,7% 5,7%
Bouw 4,7% 5,7% 12,4% 7,1%
Handel 16,6% 18,9% 21,5% 22,3%
Transport & opslag 4,8% 6,7% 3,1% 5,9%
Horeca 4,1% 6,5% 4,4% 7,7%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 11,5% 27,1% 14,6%
Financiële dienstverlening 3,3% 1,9% 2,3% 2,7%
Overheid & Onderwijs 13,4% 8,6% 2,6% 1,5%
Zorg 16,9% 18,9% 5,7% 4,5%
Overig en onbekend 3,7% 2,4% 6,3% 5,9%
Totaal 7.828.200 41.800 956.210 6.310
December 2012 130Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Zeeuwsch-Vlaanderen lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 59,0% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zeeuwsch-Vlaanderen een aandeel van 57,7% in de TW. ZZP’ers dragen met 11,5% evenveel aan de toegevoegde waarde als landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbe-drijf ligt met 29,4% onder het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Zeeuwsch-Vlaanderen telde in 2011 circa 540 startende ondernemingen, 4,1% minder dan in 2010. Dat is minder dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Zeeuwsch-Vlaanderen in het totaal aantal starters in Neder-land bedroeg in 2011 circa 0,4%. De regio Zeeuwsch-Vlaanderen kent relatief geringe on-dernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 11,5 personen een eigen onder-neming (NL: 15,8). Hiermee is Zeeuwsch-Vlaanderen regio nummer 36 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Zeeuwsch-Vlaanderen in 2011 met 3,4% toegenomen, terwijl in Nederland als geheel de huzienprijzen zijn gedaald (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld 5,1% per jaar, een lagere daling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 0,9% plaats in Zeeuwsch-Vlaanderen (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
35,0%
24,0%
11,5%
29,4%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
20
40
60
80
100
120
140
160
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
500
1.000
1.500
2.000
-6%
-3%
0%
3%
6%
1.1191.0241.005
1.4651.567
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Zeeuwsch-Vlaanderen
Agrarische sector 1,1 0,4
Industrie 15,2 20,6
Bouw 3,1 5,3
Handel 6,3 5,6
Transport & opslag 12,8 7,6
Horeca 7,6 5,6
Zakelijke dienstverlening 6,2 5,2
Financiële dienstverlening 11,4 4,7
Overheid & Onderwijs 42,9 37,9
Zorg 24,1 2,7%
Overig en onbekend 4,9 2,7
Totaal 8,2 6,6
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 131
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Overig Zeeland 275.141 inwoners, in 2007 waren dat er 272.891. De jaarlijkse be-volkingsgroei ligt met 0,2% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 0,9% zijn toegenomen tot 277.700 personen.Met een aandeel van 23,4% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar, zit Overig Zeeland rond het Nederlands gemiddelde (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Overig Zeeland bedroeg in 2011 € 8,2 miljard (figuur 2), dat is € 29.995 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,4% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 sterker zal afnemen (-0,7%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 122.000 personen, dat is 44,4% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,4% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Overig Zeeland
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
277.700275.141272.891
11,6%11,4%11,5%
15,5%17,3%18,3%
22,5%23,9%25,9%
27,3%28,3%27,6%
23,2%19,1%16,7%
22.000
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
5,5
6,0
6,5
7,0
7,5
8,0
8,5
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Overig
Zeeland
Nederland Overig
Zeeland
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 175 0,1% -0,1%
Beroepsbevolking 122 0,8% 0,4%
Werkzame beroepsbevolking 118 0,8% 0,5%
Werkloze beroepsbevolking 4 1,6% -5,7%
in % 3,3
Regio Overig Zeeland
December 2012 132Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 24,2%. Daarmee heeft de regio Overig Zeeland een relatief laagge-schoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%, zie tabel 2).
Bron: CBS
Met 3,3% lag de werkloosheid in Overig Zeeland in 2011 fors onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Overig Zeeland het aandeel laag-geschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoeken-den fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Overig Zeeland toegenomen met 13,3% tot 15.780. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Overig Zeeland veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en industrie en relatief weinig in overheid, onderwijs en zorgsector. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsec-tor, de horeca en de industrie en weinig in de financiële en zakelijke dienstverlening (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Overig Zee-land in vaste activa € 1,8 miljard. Dat is 1,6% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Vooral in de regionale industrie en agratische sector werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Overig Zeeland met 6,9 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vrijwel alle sectoren hebben gemiddeld minder banen per vesti-ging dan gemiddeld (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandOverig Zeeland
57,9%50,1%
25,2%33,8%
5,0%3,3%425.5934.342
11,9%12,7%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Overig Zeeland
3%6%
11%
17%
2% 2%
13%15%
5%3%
42% 42%
21%
15%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Overig
Zeeland
Nederland Overig
Zeeland
Laag 23,9% 25,2% 23,2% 24,2%
Middelbaar 44,2% 52,9% 42,3% 48,3%
Hoog 30,8% 21,8% 33,6% 27,5%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Overig
Zeeland
Nederland Overig
Zeeland
Agrarische sector 1,2% 2,2% 8,9% 15,1%
Industrie 10,5% 11,7% 5,7% 5,9%
Bouw 4,7% 4,9% 12,4% 12,2%
Handel 16,6% 17,0% 21,5% 20,6%
Transport & opslag 4,8% 4,6% 3,1% 3,7%
Horeca 4,1% 6,3% 4,4% 7,8%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 13,3% 27,1% 19,3%
Financiële dienstverlening 3,3% 1,9% 2,3% 1,7%
Overheid & Onderwijs 13,4% 13,7% 2,6% 2,3%
Zorg 16,9% 19,1% 5,7% 5,4%
Overig en onbekend 3,7% 5,3% 6,3% 6,0%
Totaal 7.828.200 108.900 956.210 15.780
December 2012 133Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Burea
Belang MKBIn Overig Zeeland lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 58,3% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Overig Zeeland een aandeel van 59,1% in de TW. ZZP’ers droegen met 15,8% bovendien fors meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 25,8% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Overig Zeeland telde in 2011 1.662 startende ondernemingen, 6,9% meer dan in 2010. Dat is fors meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van Overig Zeeland in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 1,3%. De regio Overig Zeeland kent een relatief geringe onder-nemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 13,6 personen een eigen onder-neming (NL: 15,8). Hiermee is Overig Zeeland regio num-mer 23 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Overig Zee-land in 2011 met -3,3% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld 9,4% per jaar, eenzelfde daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,8% plaats in Overig Zeeland (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
34,0%
24,3%
15,8%
25,8%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
60
120
180
240
300
360
420
480
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
1.000
2.000
3.000
4.000
-4%
-2%
0%
2%
4%
2.1922.2302.254
3.1453.566
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Overig Zeeland
Agrarische sector 1,1 1,0
Industrie 15,2 13,7
Bouw 3,1 2,8
Handel 6,3 5,7
Transport & opslag 12,8 8,5
Horeca 7,6 5,6
Zakelijke dienstverlening 6,2 4,8
Financiële dienstverlening 11,4 7,8
Overheid & Onderwijs 42,9 41,4
Zorg 24,1 24,2
Overig en onbekend 4,9 6,2
Totaal 8,2 6,9
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 134
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de provincie Noord-Brabant 2.463.686 inwoners, in 2007 waren dat er 2.419.042. De jaar-lijkse bevolkingsgroei ligt met 0,4% rond het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar ver-wachting met 2,2% zijn toegenomen tot 2.517.300 personen.Met een aandeel van 22,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Noord-Brabant een relatief oude bevol-king (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Noord-Brabant bedroeg in 2011 € 87,9 miljard (figuur 2), dat is € 35.850 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 15,0% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 sterker zal afnemen (-0,6%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljard €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 1.159.000 per-sonen, dat is 47,2% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,8% op het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Noord-Brabant
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
2.517.3002.463.6862.419.042
12,0%12,0%11,8%
15,2%16,9%17,9%
23,9%25,5%28,2%
28,3%28,8%27,6%
20,6%16,7%14,6%
20.000
22.000
24.000
26.000
28.000
30.000
32.000
60
65
70
75
80
85
90
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Noord-
Brabant
Nederland Noord-
Brabant
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 1.621 0,1% 0,0%
Beroepsbevolking 1.159 0,8% 0,8%
Werkzame beroepsbevolking 1.104 0,8% 0,8%
Werkloze beroepsbevolking 55 1,6% 2,8%
in % 4,8
Provincie Noord-Brabant
December 2012 135Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 24,5%. Daarmee heeft de provincie een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%).
Bron: CBS
Met 4,8% lag de werkloosheid in de provincie Noord-Bra-bant in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwach-ting zal eind 2012 de Brabantse werkloosheid nog steeds onder die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een werkloosheid van 6% verwacht.Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Noord-Brabant het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de provincie Noord-Brabant toegenomen met 18,2% tot 149.915. Daarmee ligt de groei op het Nederlandse gemid-delde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Noord-Brabant veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en industrie en relatief weinig in de handel, transport en horeca. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie en handel en weinig in de financiële dienstverlening, overheid, onderwijs en zorg (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale Noord-Brabantse investerin-gen in vaste activa € 16,5 miljard. Dat is 14,5% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Vooral in de Brabantse industrie en de agrarische sector werd in verge-lijking met Nederland meer geïnvesteerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Noord-Brabant met 8,0 banen per vestiging boven die van Neder-land (8,2). Vooral de industrie, transport en logistiek kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de financiële dienstverlening, overheid, onderwijs en zorg juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandNoord-Brabant
57,9%55,5%
25,2%27,1%
5,0%4,2%425.59355.641
11,9%13,2%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Noord-Brabant
3% 5%
11%15%
2% 2%
13%10%
5%4%
42% 42%
21% 22%
3% 1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Noord-
Brabant
Nederland Noord-
Brabant
Laag 23,9% 24,8% 23,2% 24,5%
Middelbaar 44,2% 44,8% 42,3% 43,1%
Hoog 30,8% 29,4% 33,6% 31,5%
Onbekend 1,1% 1,0% 1,0% 0,9%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Noord-
Brabant
Nederland Noord-
Brabant
Agrarische sector 1,2% 1,3% 8,9% 9,6%
Industrie 10,5% 14,5% 5,7% 7,0%
Bouw 4,7% 5,0% 12,4% 13,7%
Handel 16,6% 17,4% 21,5% 22,1%
Transport & opslag 4,8% 4,5% 3,1% 2,7%
Horeca 4,1% 3,9% 4,4% 3,9%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 20,1% 27,1% 24,7%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,8% 2,3% 2,3%
Overheid & Onderwijs 13,4% 11,6% 2,6% 2,3%
Zorg 16,9% 15,7% 5,7% 5,5%
Overig 3,7% 3,1% 6,3% 6,2%
Totaal 7.828.200 1.199.200 956.210 149.915
December 2012 136Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn de provincie Noord-Brabant lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 56,8% boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Noord-Brabant een aandeel van 57,6% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 11,2% minder bijdragen aan de Brabantse toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Ook het aandeel van het grootbedrijf blijft met 32,0% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De provincie Noord-Brabant telde in 2011 16.970 startende ondernemingen, 3,0% minder dan in 2010. Noord-Brabant blijft daarmee achter bij de 0,7% groei in Nederland als ge-heel. Het aandeel van de provincie Noord-Brabant in het to-taal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 circa 13,7%. De provincie Noord-Brabant kent een gemiddeld onder-nemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 14,6 personen een eigen onder-neming (NL: 15,8). Hiermee is Noord-Brabant provincie nummer 5 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provin-cie Noord-Brabant in 2011 met -3,0% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,4% per jaar, eenzelfde daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentrans-acties in 2011 vond 13,8% plaats in de provincie Noord-Bra-bant (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
32,5%
24,3%
11,2%
32,0%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
750
1.500
2.250
3.000
3.750
4.500
5.250
6.000
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
10.000
15.000
20.000
25.000
30.000
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%29.294
26.023
17.187 17.330 16.697
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Noord-Brabant
Agrarische sector 1,1 1,1
Industrie 15,2 16,6
Bouw 3,1 2,9
Handel 6,3 6,3
Transport & opslag 12,8 13,7
Horeca 7,6 7,9
Zakelijke dienstverlening 6,2 6,5
Financiële dienstverlening 11,4 9,5
Overheid & Onderwijs 42,9 40,6
Zorg 24,1 23,0
Overig 4,9 4,1
Totaal 8,2 8,0
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 137
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio West-Brabant 618.563 inwo-ners, in 2007 waren dat er 608.455. De jaarlijkse bevolkings-groei ligt met 0,3% onder het Nederlandse gemiddelde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 0,7% zijn toegenomen tot 623.200 personen.Met een aandeel van 22,4% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft West-Brabant een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van West-Brabant be-droeg in 2011 € 24,1 miljard (figuur 2), dat is € 39.124 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 4,1% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat in 2013 het BRP even sterk zal afne-men (-0,5%) als het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 293.000 personen, dat is 47,5% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,6% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
West-Brabant
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
623.200 618.563608.455
11,9%11,7%11,4%
14,9%16,5%17,4%
23,3%25,2%28,0%
28,7%29,2%28,2%
21,3%17,3%15,1%
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
30.000
19
20
21
22
23
24
25
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
West-
Brabant
Nederland West-
Brabant
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 408 0,1% 0,0%
Beroepsbevolking 293 0,8% 0,6%
Werkzame beroepsbevolking 279 0,8% 0,6%
Werkloze beroepsbevolking 14 1,6% 2,2%
in % 4,9
Regio West-Brabant
December 2012 138Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 25,3%. Daarmee heeft de regio West-Brabant een relatief laagge-schoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%, tabel 2).
Bron: CBS
Met 4,9% lag de werkloosheid in West-Brabant in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in West-Brabant het aandeel laag-geschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoeken-den fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in West-Brabant toegenomen met 18,3% tot 36.500. Daarmee ligt de groei net boven het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio West-Brabant veel bedrijfsvestigingen in de Industrie, agrarische sector, overheid, onderwijs en zorgsector en weinig in de zakelijke dienstverlening. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie en handel en weinig in de horeca, financiële en zakelijke dienstverlening en zorg (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in West-Brabant in vaste activa € 4,3 miljard. Dat is 3,8% van de totale Neder-landse investeringen in vaste activa. Vooral in de regionale industrie en overheid, onderwijs en zorg werd in vergelij-king met Nederland meer geïnvesteerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in West-Brabant met 8,0 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vooral de overheid en het onderwijs, transport en opslag en de in-dustrie kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, horeca en financiële dienstverlening juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandWest-Noord-Brabant
57,9%54,9%
25,2%27,7%
5,0%3,8%425.59314.323
11,9%13,5%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland West-Noord-Brabant
3% 4%
11%
17%
2% 2%
13%11%
5%3%
42% 38%
21%25%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland West-
Brabant
Nederland West-
Brabant
Laag 23,9% 25,5% 23,2% 25,3%
Middelbaar 44,2% 46,2% 42,3% 44,4%
Hoog 30,8% 27,3% 33,6% 29,4%
Onbekend 1,1% 1,0% 1,0% 1,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland West-
Brabant
Nederland West-
Brabant
Agrarische sector 1,2% 1,6% 8,9% 9,0%
Industrie 10,5% 13,9% 5,7% 6,6%
Bouw 4,7% 5,2% 12,4% 12,5%
Handel 16,6% 18,2% 21,5% 22,9%
Transport & opslag 4,8% 5,6% 3,1% 3,3%
Horeca 4,1% 3,6% 4,4% 4,1%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 18,2% 27,1% 24,6%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,2% 2,3% 2,7%
Overheid & Onderwijs 13,4% 12,1% 2,6% 2,1%
Zorg 16,9% 15,8% 5,7% 5,5%
Overig en onbekend 3,7% 3,4% 6,3% 6,6%
Totaal 7.828.200 291.000 956.210 36.500
December 2012 139Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn West-Brabant lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 59,9% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in West-Brabant een aandeel van 61,2% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 10,6% minder bijdra-gen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%).Het aandeel van het grootbedrijf ligt met 29,5% ook onder het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio West-Brabant telde in 2011 4.486 startende onder-nemingen, 2,4% meer dan in 2010. Dat is meer dan de 0,7% groei voor Nederland. Het aandeel van West-Brabant in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 3,6%. De regio West-Brabant kent een gemiddelde ondernemen-de beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroeps-bevolking startten 15,3 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is West-Brabant regio nummer 12 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in West-Brabant in 2011 met -2,0% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld 8,6% per jaar, een iets lagere da-ling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 3,9% plaats in West-Brabant (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
33,8%
26,1%
10,6%
29,5%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
200
400
600
800
1.000
1.200
1.400
1.600
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
2.000
4.000
6.000
8.000
-4%
-2%
0%
2%
4%
4.6774.9944.842
6.9777.803
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland West-Brabant
Agrarische sector 1,1 1,4
Industrie 15,2 16,7
Bouw 3,1 3,3
Handel 6,3 6,3
Transport & opslag 12,8 13,7
Horeca 7,6 7,0
Zakelijke dienstverlening 6,2 5,9
Financiële dienstverlening 11,4 6,5
Overheid & Onderwijs 42,9 45,8
Zorg 24,1 23,1
Overig en onbekend 4,9 4,1
Totaal 8,2 8,0
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 140
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Midden-Brabant 461.329 inwoners, in 2007 waren dat er 452.856. De jaarlijkse bevol-kingsgroei ligt met 0,4% net onder het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 3,1% zijn toegenomen tot 475.400 personen.Met een aandeel van 22,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar, is het aantal jongeren net iets lager dan het landelijke gemiddelde (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Midden-Brabant bedroeg in 2011 € 14,0 miljard (figuur 2), dat is € 30.537 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 2,4% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat in 2013 het BRP sterker zal afnemen (-0,7%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 222.000 personen, dat is 48,3% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,1% boven het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Midden-Brabant
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
475.400 461.329452.856
13,1%13,1%13,0%
15,4%16,8%17,6%
24,4%25,9%28,3%
27,1%27,9%27,0%
20,0%16,1%14,0%
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
9
10
11
12
13
14
15
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Midden-
Brabant
Nederland Midden-
Brabant
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 307 0,1% -0,1%
Beroepsbevolking 222 0,8% 1,1%
Werkzame beroepsbevolking 212 0,8% 1,3%
Werkloze beroepsbevolking 11 1,6% 2,9%
in % 4,8
Regio Midden-Brabant
December 2012 141Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 24,9%. Daarmee heeft de regio Midden-Brabant een relatief laag-geschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%, tabel 2).
Bron: CBS
Met 4,8% lag de werkloosheid in Midden-Brabant in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Ne-derland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Midden-Brabant het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden iets lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoe-kenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Midden-Brabant toegenomen met 17,4% tot 26.775. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%.In vergelijking met Nederland heeft de regio Midden- Brabant veel bedrijfsvestigingen in de industrie, bouw en overheid, onderwijs en zorg en weinig in de handel, transport en horeca. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, handel en weinig in de horeca en overheid en onderwijs (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Midden- Brabant in vaste activa € 2,8 miljard. Dat is 2,5% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Vooral in de regionale agrarische sector en bij de overheden en onderwijsinstellingen werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Midden-Brabant met 8,1 banen per vestiging licht onder die van Nederland (8,2). Vooral transport en opslag, zorg, zakelijke en financiële dienstverlening kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de industrie, bouw en overheid en onderwijs juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandMidden-Noord-Brabant
57,9%56,4%
25,2%27,7%
5,0%4,0%425.5939.854
11,9%11,9%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Midden-Noord-Brabant
3% 4%
11% 12%
2% 3%
13%11%
5% 5%
42% 42%
21%24%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Midden-
Brabant
Nederland Midden-
Brabant
Laag 23,9% 26,7% 23,2% 24,9%
Middelbaar 44,2% 42,9% 42,3% 43,4%
Hoog 30,8% 29,5% 33,6% 31,7%
Onbekend 1,1% 1,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Midden-
Brabant
Nederland Midden-
Brabant
Agrarische sector 1,2% 1,0% 8,9% 8,3%
Industrie 10,5% 11,2% 5,7% 7,4%
Bouw 4,7% 4,2% 12,4% 13,4%
Handel 16,6% 18,2% 21,5% 24,1%
Transport & opslag 4,8% 5,1% 3,1% 3,0%
Horeca 4,1% 3,6% 4,4% 3,9%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 20,7% 27,1% 23,9%
Financiële dienstverlening 3,3% 3,6% 2,3% 2,3%
Overheid & Onderwijs 13,4% 11,6% 2,6% 2,6%
Zorg 16,9% 16,4% 5,7% 5,2%
Overig en onbekend 3,7% 4,4% 6,3% 6,2%
Totaal 7.828.200 217.200 956.210 26.775
December 2012 142Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Midden-Brabant lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 52,4% onder het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Midden-Brabant een aandeel van 53,8% in de TW. ZZP’ers dragen met 11,8% iets meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%).Het aandeel van het grootbe-drijf ligt met 35,8% duidelijk boven het landelijke gemid-delde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Midden-Brabant telde in 2011 3.229 startende ondernemingen, -1,6% minder dan in 2010. In Nederland groeide in deze periode het aantal starters met 0,7%. Het aandeel van Midden-Brabant in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 2,6%.De regio Midden-Brabant kent een relatief geringe onder-nemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 14,5 personen een eigen onder-neming (NL: 15,8). Hiermee is Midden-Brabant regio num-mer 16 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Midden-Brabant in 2011 met -1,0% minder sterk gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal hui-zenverkopen afgenomen met gemiddeld 10,1% per jaar, een met het landelijke beeld vergelijkbare daling (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 2,6% plaats in Midden-Brabant (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
32,1%
20,3%
11,8%
35,8%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
150
300
450
600
750
900
1.050
1.200
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
1.500
3.000
4.500
6.000
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%
3.1823.2253.274
4.8985.414
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Midden-Brabant
Agrarische sector 1,1 0,9
Industrie 15,2 12,4
Bouw 3,1 2,6
Handel 6,3 6,1
Transport & opslag 12,8 13,6
Horeca 7,6 7,5
Zakelijke dienstverlening 6,2 7,0
Financiële dienstverlening 11,4 12,9
Overheid & Onderwijs 42,9 36,8
Zorg 24,1 25,9
Overig en onbekend 4,9 5,7
Totaal 8,2 8,1
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 143
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Noordoost-Brabant 641.417 inwoners, in 2007 waren dat er 629.598. De jaarlijkse bevol-kingsgroei ligt met 0,4% net onder het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 1,8% zijn toegenomen tot 653.000 personen.Met een aandeel van 23,7% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar is het aandeel jongeren in Noordoost-Brabant vergelijkbaar met Nederland (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Noordoost-Brabant bedroeg in 2011 € 23,0 miljard (figuur 2), dat is € 36.036 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 3,9% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 ongeveer even sterk zal afnemen (-0,6%) als het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 301.000 personen, dat is 47,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 1,0% boven het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Noordoost-Brabant
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
653.000641.417629.598
11,7%11,5%11,3%
15,3%17,6%18,8%
23,0%25,2%28,1%
29,1%29,4%27,9%
20,9%16,3%14,0%
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
30.000
18
19
20
21
22
23
24
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Noordoost-
Brabant
Nederland Noordoost-
Brabant
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 420 0,1% 0,0%
Beroepsbevolking 301 0,8% 1,0%
Werkzame beroepsbevolking 288 0,8% 0,9%
Werkloze beroepsbevolking 13 1,6% 3,1%
in % 4,2
Regio Noordoost-Brabant
December 2012 144Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 25,5%. Daar-mee heeft de regio Noordoost-Brabant een relatief laagge-schoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%).
Bron: CBS
Met 4,2% lag de werkloosheid in Noordoost-Brabant in 2011 fors onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Noordoost-Brabant het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoe-kenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Noordoost-Brabant toegenomen met 18,4% tot 41.630. Daarmee ligt de groei licht boven het Nederlandse gemid-delde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Noordoost-Brabant veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de industrie en de bouw en weinig in de transport en opslag en zakelijke dienstverlening. Relatief veel banen zijn te vinden in de agrarische sector, industrie bouw en handel en weinig in de zakelijke dienstverlening en overheid en onderwijs (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Noordoost-Brabant in vaste activa € 4,5 miljard. Dat is 4,0% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. In de regionale agrarische sector, industrie, bouw en bij de overheid werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in de andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Noordoost-Brabant met 7,5 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). In de industrie, transport en opslag en de horeca zijn er gemid-deld relatief veel banen per vestiging, in de zakelijke en financiële dienstverlening en overheid en onderwijs zijn dit er juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandNoordoost-Noord-Brabant
57,9%53,8%
25,2%28,2%
5,0%4,4%425.59313.612
11,9%13,6%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Noordoost-Noord-Brabant
3%6%
11%
15%
2% 3%
13%
8%5%
3%
42% 41%
21%23%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Noordoost-
Brabant
Nederland Noordoost-
Brabant
Laag 23,9% 25,4% 23,2% 25,5%
Middelbaar 44,2% 44,9% 42,3% 43,0%
Hoog 30,8% 28,6% 33,6% 30,5%
Onbekend 1,1% 1,0% 1,0% 1,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Noordoost-
Brabant
Nederland Noordoost-
Brabant
Agrarische sector 1,2% 1,7% 8,9% 11,7%
Industrie 10,5% 14,7% 5,7% 6,4%
Bouw 4,7% 5,9% 12,4% 15,6%
Handel 16,6% 18,3% 21,5% 21,1%
Transport & opslag 4,8% 4,1% 3,1% 2,2%
Horeca 4,1% 4,5% 4,4% 3,7%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 17,4% 27,1% 23,6%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,6% 2,3% 2,3%
Overheid & Onderwijs 13,4% 11,5% 2,6% 2,3%
Zorg 16,9% 16,3% 5,7% 5,4%
Overig en onbekend 3,7% 3,1% 6,3% 5,8%
Totaal 7.828.200 311.200 956.210 41.630
December 2012 145Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Noordoost-Brabant lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 58,4% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Noordoost-Brabant een aandeel van 57,7% in de TW. ZZP’ers dragen met 12,0% meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het groot-bedrijf blijft met 29,6% licht achter bij het landelijke gemid-delde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Noordoost-Brabant telde in 2011 4.276 startende ondernemingen, -5,0% meer dan in 2010. Dit terwijl het aantal starters in Nederland toenam (0,7%). Het aandeel van Noordoost-Brabant in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 circa 3,5%. De regio Noordoost-Brabant kent een gemiddelde onder-nemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 14,2 personen een eigen onder-neming (NL: 15,8). Hiermee is Noordoost-Brabant regio nummer 20 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Noordoost-Brabant in 2011 met -4,3% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld 10,5% per jaar, bijna een zelfde daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 3,3% plaats in Noordoost-Brabant (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
33,2%
25,2%
12,0%
29,6%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
200
400
600
800
1.000
1.200
1.400
1.600
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
1.800
3.600
5.400
7.200
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%
4.0193.9614.032
6.4307.018
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Noordoost-Brabant
Agrarische sector 1,1 1,1
Industrie 15,2 17,0
Bouw 3,1 2,9
Handel 6,3 6,5
Transport & opslag 12,8 13,8
Horeca 7,6 9,1
Zakelijke dienstverlening 6,2 5,5
Financiële dienstverlening 11,4 8,4
Overheid & Onderwijs 42,9 37,3
Zorg 24,1 22,7
Overig en onbekend 4,9 4,0
Totaal 8,2 7,5
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 146
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Zuidoost-Brabant 742.377 inwoners, in 2007 waren dat er 728.133. De jaarlijkse bevol-kingsgroei ligt met 0,4% net onder het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 3,2% zijn toegenomen tot 765.800 personen.Met een aandeel van 22,7% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zuidoost-Brabant een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuidoost-Brabant bedroeg in 2011 € 26,8 miljard (figuur 2), dat is € 36.237 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 4,6% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat in 2013 de afname van het BRP (-0,6%) rond het nederlandse niveau zal liggen (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 343.000 personen, dat is 46,4% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,6% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Zuidoost-Brabant
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
765.800742.377728.133
11,7%11,8%11,6%
15,2%16,8%17,8%
24,7%25,9%28,4%
28,0%28,5%27,3%
20,4%17%14,9%
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
29.000
30.000
21
22
23
24
25
26
27
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Zuidoost-
Brabant
Nederland Zuidoost-
Brabant
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 486 0,1% -0,1%
Beroepsbevolking 343 0,8% 0,6%
Werkzame beroepsbevolking 325 0,8% 0,5%
Werkloze beroepsbevolking 17 1,6% 2,8%
in % 5,0
Regio Zuidoost-Brabant
December 2012 147Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 23,0%. Daarmee wijkt de regio Zuidoost-Brabant weinig af van het landelijke gemiddelde (NL: 23,2%).
Bron: CBS
Met 5% lag de werkloosheid in Zuidoost-Brabant in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau is de verdeling van het aantal werk-zoekenden naar opleidingsniveau in Zuidoost-Brabant redelijk vergelijkbaar met het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Zuidoost-Brabant toegenomen met 18,4% tot 45.010. Daarmee ligt de groei licht boven het Nederlandse gemid-delde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Zuidoost-Brabant veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, industrie en zakelijke dienstverlening en relatief weinig in handel, transport, logistiek, overheid, onderwijs en zorg. Relatief veel banen zijn te vinden in de zakelijke dienstver-lening en weinig in de handel, transport en opslag overheid, zorg en onderwijs (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Zuidoost-Brabant in vaste activa € 5,0 miljard. Dat is 4,4% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Zowel in de agrarische sector, industrie en de zakelijke dienstverlening werd in in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd (figuur 4)
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Zuidoost-Brabant met 8,4 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2).Vooral de industrie, transport, opslag en zakelijke dienstver-lening kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de zorg juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandZuidoost-Noord-Brabant
57,9%56,7%
25,2%25,4%
5,0%4,6%425.59317.852
11,9%13,3%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Zuidoost-Noord-Brabant
3%5%
11%
15%
2% 2%
13%9%
5% 4%
42%
48%
21%
17%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Zuidoost-
Brabant
Nederland Zuidoost-
Brabant
Laag 23,9% 22,6% 23,2% 23,0%
Middelbaar 44,2% 44,6% 42,3% 41,7%
Hoog 30,8% 31,9% 33,6% 34,1%
Onbekend 1,1% 0,9% 1,0% 1,2%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Zuidoost-
Brabant
Nederland Zuidoost-
Brabant
Agrarische sector 1,2% 1,1% 8,9% 9,1%
Industrie 10,5% 16,2% 5,7% 7,6%
Bouw 4,7% 4,5% 12,4% 13,1%
Handel 16,6% 15,6% 21,5% 21,2%
Transport & opslag 4,8% 3,8% 3,1% 2,3%
Horeca 4,1% 3,9% 4,4% 4,1%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 23,5% 27,1% 26,4%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,8% 2,3% 2,1%
Overheid & Onderwijs 13,4% 11,3% 2,6% 2,3%
Zorg 16,9% 14,5% 5,7% 5,7%
Overig en onbekend 3,7% 2,8% 6,3% 6,2%
Totaal 7.828.200 379.800 956.210 45.010
December 2012 148Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Zuidoost-Brabant lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 54,9% rond het gemiddelde niveau in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuidoost-Brabant een aandeel van 56,3% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 10,8% minder bijdragen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%).Het aandeel van het grootbedrijf ligt met 34,3% iets boven het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Zuidoost-Brabant telde in 2011 4.979 startende ondernemingen, -6,8% minder dan in 2010. In Nederland nam in dezelfde periode licht toe (0,7%). Het aandeel van Zuidoost-Brabant in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011circa 4,0%. De regio Zuidoost-Brabant kent een gemiddelde ondernemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 14,5 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Zuidoost-Brabant regio nummer 17 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Zuidoost-Brabant in 2011 met -4,1% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -12,0% per jaar, een grotere da-ling dan landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 4,0% plaats in Zuidoost-Brabant (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
31,0%
23,9%
10,8%
34,3%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
250
500
750
1.000
1.250
1.500
1.750
2.000
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
2.500
5.000
7.500
10.000
-6%
-3%
0%
3%
6%
4.8195.1505.039
7.718
9.059
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Zuidoost-Brabant
Agrarische sector 1,1 1,0
Industrie 15,2 18,0
Bouw 3,1 2,9
Handel 6,3 6,2
Transport & opslag 12,8 13,7
Horeca 7,6 8,0
Zakelijke dienstverlening 6,2 7,5
Financiële dienstverlening 11,4 11,4
Overheid & Onderwijs 42,9 42,0
Zorg 24,1 21,5
Overig en onbekend 4,9 3,8
Totaal 8,2 8,4
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 149
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de provincie Limburg 1.123.075 inwoners, in 2007 waren dat er 1.127.805. De gemiddelde jaarlijkse bevolkingskrimp van -0,1% staat in contrast met de Nederlandse gemiddelde groei van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 1,3% zijn gekrompen tot 1.108.100 personen.Met een aandeel van 20,3% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft de provincie Limburg een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Limburg bedroeg in 2011 € 34,9 miljard (figuur 2), dat is € 30.792 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de provincie voor 5,9% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat het BRP in 2013 sterker zal afnemen (-0,9%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 505.000 personen, dat is 45,0% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de be-roepsbevolking met 0,1% beneden het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Limburg
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
1.108.1001.123.0751.127.805
11,0%11,7%11,3%
13,1%14,6%15,9%
22,7%23,2%26,1%
29,5%31,3%30,0%
23,8%19,2%16,7%
22.000
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
26
28
30
32
34
36
38
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Limburg Nederland Limburg
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 742 0,1% -0,4%
Beroepsbevolking 505 0,8% 0,1%
Werkzame beroepsbevolking 480 0,8% 0,4%
Werkloze beroepsbevolking 26 1,6% -2,5%
in % 5,1
Provincie Limburg
December 2012 150Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 25,1%. Daar-mee heeft de provincie Limburg een relatief laaggeschoolde beroepsbevolking (NL: 23,9%).
Bron: CBS
Met 5,1% lag de werkloosheid in de provincie Limburg in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de Limburgse werkloosheid ook iets lager dan die van Nederland (6,8%) liggen. Voor 2013 wordt een werk-loosheid van 6,4% verwacht.Naar opleidingsniveau ligt in de provincie Limburg het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors hoger dan het Nederlandse gemid-delde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de provincie Limburg toegenomen met 11,8% tot 57.355. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de provincie Limburg veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector, de indus-trie, handel, horeca en de zorgsector en weinig in de zake-lijke dienstverlening en de bouw. Relatief veel banen zijn te vinden in de zorgsector, industrie, horeca en agrarische sector en weinig in de de financiële en zakelijke dienst-verlening, overheid en onderwijs en de agrarische sector (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale Limburgse investeringen in vaste activa € 5,9 miljard. Dat is 5,2% van de totale Neder-landse investeringen in vaste activa. Vooral in de Limburgse industrie en de agrarische sector werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in de provincie Limburg met 8,5 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Vooral de overheid, het onderwijs, de industrie, transport en logistiek en de agrarische sector kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de financiële dienstverlening, horeca en de zorg juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandLimburg
57,9%58,6%
25,2%27,6%
5,0%3,2%425.59331.035
11,9%10,6%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Limburg
3%6%
11%
17%
2% 1%
13%14%
5%4%
42% 41%
21%
17%
3% 1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Limburg Nederland Limburg
Laag 23,9% 25,8% 23,2% 25,1%
Middelbaar 44,2% 47,1% 42,3% 45,8%
Hoog 30,8% 25,4% 33,6% 28,1%
Onbekend 1,1% 1,6% 1,0% 1,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Limburg Nederland Limburg
Agrarische sector 1,2% 2,2% 8,9% 9,5%
Industrie 10,5% 15,0% 5,7% 6,6%
Bouw 4,7% 3,6% 12,4% 10,6%
Handel 16,6% 16,6% 21,5% 23,1%
Transport & opslag 4,8% 5,0% 3,1% 3,1%
Horeca 4,1% 4,9% 4,4% 6,4%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 16,9% 27,1% 21,8%
Financiële dienstverlening 3,3% 2,3% 2,3% 2,1%
Overheid & Onderwijs 13,4% 12,3% 2,6% 2,3%
Zorg 16,9% 18,2% 5,7% 6,8%
Overig 3,7% 3,0% 6,3% 7,7%
Totaal 7.828.200 489.100 956.210 57.355
December 2012 151Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn de provincie Limburg lag het aandeel van het MKB (exclu-sief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 57,8% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Limburg een aandeel van 57,6% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 11,2% minder bijdra-gen aan de Limburgse toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Ook het aandeel van het grootbedrijf blijft met 31,0% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De provincie Limburg telde in 2011 6.167 startende onderne-mingen, 4,4% minder dan in 2010. (NL: 0,7% groei). Het aan-deel van de provincie Limburg in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 5,0%. De provincie Limburg kent een relatief gering ondernemen-de beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroeps-bevolking startten 12,2 personen een eigen onderneming (NL: 15,8). Hiermee is Limburg provincie nummer 12 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in de provincie Limburg in 2011 met -2,3% even sterk gedaald als in Neder-land als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenver-kopen afgenomen met gemiddeld -10,0% per jaar, eenzelfde daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 6,1% plaats in de provincie Limburg (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
32,2%
25,5%
11,2%
31,0%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
250
500
750
1.000
1.250
1.500
1.750
2.000
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
1.000
4.000
7.000
10.000
13.000
-5%
-3%
-1%
1%
3%12.451
10.778
7.916 7.658 7.376
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Limburg
Agrarische sector 1,1 2,0
Industrie 15,2 19,2
Bouw 3,1 2,9
Handel 6,3 6,1
Transport & opslag 12,8 13,9
Horeca 7,6 6,6
Zakelijke dienstverlening 6,2 6,6
Financiële dienstverlening 11,4 9,2
Overheid & Onderwijs 42,9 45,4
Zorg 24,1 22,8
Overig 4,9 3,3
Totaal 8,2 8,5
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 152
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Noord-Limburg 280.443 inwoners, in 2007 waren dat er 278.712. De jaarlijkse bevol-kingsgroei ligt met 0,1% fors onder het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met -1,3% zijn afgenomen tot 276.700 personen.Met een aandeel van 22,7% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Noord-Limburg een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Noord-Limburg bedroeg in 2011 € 8,5 miljard (figuur 2), dat is € 30.438 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,5% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat in 2013 het BRP in 2013 sterker zal afnemen (-0,7%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 132.000 personen, dat is 47,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,3% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Noord-Limburg
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
276.700280.443278.712
11,3%11,4%11,0%
14,6%16,6%18,0%
21,9%23,9%27,0%
29,7%30,8%29,1%
22,6%17,5%14,9%
22.000
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
6,0
6,5
7,0
7,5
8,0
8,5
9,0
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Noord-
Limburg
Nederland Noord-
Limburg
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 184 0,1% -0,1%
Beroepsbevolking 132 0,8% 0,3%
Werkzame beroepsbevolking 125 0,8% 0,3%
Werkloze beroepsbevolking 6 1,6% 1,0%
in % 4,9
Regio Noord-Limburg
December 2012 153Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 26,0%. Daarmee heeft de regio Noord-Limburg een relatief laagge-schoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%).
Bron: CBS
Met 4,9% lag de werkloosheid in Noord-Limburg in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds onder die van Nederland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Noord-Limburg het aandeel laag-geschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoeken-den fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Noord-Limburg toegenomen met 11,0% tot 14.950. Daarmee ligt de groei fors onder het Nederlandse gemid-delde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Noord- Limburg veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en de transport en opslag en weinig in de zakelijke dienst-verlening en de overheid, onderwijs en zorg. Relatief veel banen zijn te vinden in de agrarische sector, industrie, transport en opslag en relatief weinig in de zakelijke en financiële dienstverlening, zorg en bouw (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Noord-Lim-burg in vaste activa € 1,6 miljard. Dat is 1,4% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de regi-onale industrie werd in vergelijking met Nederland meer geïnvesteerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Noord-Limburg met 8,7 banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Vooral de agrarische sector, industrie, transport en opslag kennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, de financiële dienstverlening, de overheid, het onderwijs en de zorgsec-tor juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandNoord-Limburg
57,9%58,8%
25,2%28,6%
5,0%2,5%425.5937.002
11,9%10,1%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Noord-Limburg
3%
14%11% 12%
2% 1%
13%
17%
5%3%
42%38%
21%
13%
3% 2%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Noord-
Limburg
Nederland Noord-
Limburg
Laag 23,9% 28,2% 23,2% 26,0%
Middelbaar 44,2% 47,3% 42,3% 47,3%
Hoog 30,8% 22,9% 33,6% 26,7%
Onbekend 1,1% 1,5% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Noord-
Limburg
Nederland Noord-
Limburg
Agrarische sector 1,2% 6,5% 8,9% 16,7%
Industrie 10,5% 18,5% 5,7% 7,7%
Bouw 4,7% 3,1% 12,4% 9,7%
Handel 16,6% 16,4% 21,5% 22,2%
Transport & opslag 4,8% 7,1% 3,1% 2,9%
Horeca 4,1% 5,2% 4,4% 5,4%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 16,2% 27,1% 18,3%
Financiële dienstverlening 3,3% 1,3% 2,3% 1,7%
Overheid & Onderwijs 13,4% 8,3% 2,6% 2,0%
Zorg 16,9% 14,3% 5,7% 6,0%
Overig en onbekend 3,7% 3,1% 6,3% 7,4%
Totaal 7.828.200 130.200 956.210 14.950
December 2012 154Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Noord-Limburg lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 59,8% fors boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Noord-Limburg een aandeel van 59,4% in de TW. Daar staat tegenover dat ZZP’ers met 11,2% minder bijdra-gen aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf ligt met 29,0% ook lager dan het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Noord-Limburg telde in 2011 1.483 startende ondernemingen, 9,5% minder dan in 2010. In Nederland als geheel nam in deze periode het aantal starters toe (0,7%). Het aandeel van Noord-Limburg in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 circa 1,2%. De regio Noord-Limburg kent een relatief geringe onder-nemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 11,2 personen een eigen onder-neming (NL: 15,8). Hiermee is Noord-Limburg regio num-mer 38 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Noord-Lim-burg in 2011 met -1,3% minder sterk gedaald dan in Neder-land als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenver-kopen afgenomen met gemiddeld -10,3% per jaar, eenzelfde daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,4% plaats in Noord-Limburg (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
34,3%
25,5%
11,2%
29,0%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
75
150
225
300
375
450
525
600
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
800
1.600
2.400
3.200
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%
1.7501.8231.851
2.4772.882
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Noord-Limburg
Agrarische sector 1,1 3,4
Industrie 15,2 21,0
Bouw 3,1 2,8
Handel 6,3 6,4
Transport & opslag 12,8 21,1
Horeca 7,6 8,4
Zakelijke dienstverlening 6,2 7,7
Financiële dienstverlening 11,4 6,7
Overheid & Onderwijs 42,9 35,4
Zorg 24,1 20,9
Overig en onbekend 4,9 3,6
Totaal 8,2 8,7
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 155
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Midden-Limburg 235.418 inwoners, in 2007 waren dat er 234.251. De jaarlijkse bevol-kingsgroei ligt met 0,1% fors onder het Nederlandse gemid-delde van 0,5%. In 2020 zal de bevolking naar verwachting met 1,5% zijn afgenomen tot 232.000 personen.Met een aandeel van 20,9% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Midden-Limburg een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Midden-Limburg bedroeg in 2011 € 7,4 miljard (figuur 2), dat is € 31.263 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 1,3% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat in 2013 het BRP iets sterker zal afne-men (-0,6%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 105.000 personen, dat is 44,6% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 kromp de bevolking jaarlijkse gemiddeld met 0,5%, terwijl in Nederland als geheel de bevolking groeide (0,8%) (tabel 1).
Bron: CBS
Midden-Limburg
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
232.000235.418234.251
10,7%10,9%10,7%
13,3%15,2%16,6%
21,7%23,2%26,2%
30,1%31,8%30,3%
24,2%18,9%16,2%
22.000
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
5,0
5,5
6,0
6,5
7,0
7,5
8,0
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Midden-
Limburg
Nederland Midden-
Limburg
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 154 0,1% -0,3%
Beroepsbevolking 105 0,8% -0,5%
Werkzame beroepsbevolking 100 0,8% -0,3%
Werkloze beroepsbevolking 5 1,6% -3,3%
in % 4,6
Regio Midden-Limburg
December 2012 156Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 24,0%. Daarmee heeft de regio Midden-Limburg een relatief laag-geschoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%).
Bron: CBS
Met 4,6% lag de werkloosheid in Midden-Limburg in 2011 onder die van Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds ruim onder die van Ne-derland (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Midden-Limburg het aandeel laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoe-kenden fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Midden-Limburg toegenomen met 12,4% tot 13.730. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Midden-Lim-burg veel bedrijfsvestigingen in de agrarische sector en de industrie en relatief weinig in de transport, handel, horeca, zakelijke dienstverlening. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, handel en zorgsector en weinig in de zake-lijke en financiële dienstverlening (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Midden-Lim-burg in vaste activa € 1,4 miljard. Dat is 1,2% van de totale Nederlandse investeringen in vaste activa. Alleen in de regionale industrie, agrarische sector, overheid, onderwijs en zorg werd in vergelijking met Nederland meer geïnves-teerd, in alle andere sectoren minder (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Midden-Limburg met 7,3 banen per vestiging onder die van Nederland (8,2). Vrij-wel alle sectoren kennen gemiddeld relatief minder banen per vestiging (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandMidden-Limburg
57,9%52,2%
25,2%31,4%
5,0%3,4%425.5934.605
11,9%13,0%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Midden-Limburg
3%
7%11%
22%
2% 1%
13%10%
5%3%
42%38%
21%19%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Midden-
Limburg
Nederland Midden-
Limburg
Laag 23,9% 25,2% 23,2% 24,0%
Middelbaar 44,2% 50,5% 42,3% 47,1%
Hoog 30,8% 24,3% 33,6% 28,8%
Onbekend 1,1% 0,0% 1,0% 0,0%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Midden-
Limburg
Nederland Midden-
Limburg
Agrarische sector 1,2% 2,1% 8,9% 12,3%
Industrie 10,5% 14,0% 5,7% 7,9%
Bouw 4,7% 4,9% 12,4% 10,5%
Handel 16,6% 18,1% 21,5% 22,4%
Transport & opslag 4,8% 4,1% 3,1% 4,0%
Horeca 4,1% 4,6% 4,4% 5,4%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 15,3% 27,1% 20,1%
Financiële dienstverlening 3,3% 1,7% 2,3% 2,0%
Overheid & Onderwijs 13,4% 12,3% 2,6% 2,1%
Zorg 16,9% 18,8% 5,7% 6,4%
Overig en onbekend 3,7% 4,4% 6,3% 6,9%
Totaal 7.828.200 100.800 956.210 13.730
December 2012 157Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Midden-Limburg lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met 62,9% flink boven het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Midden-Limburg een aandeel van 62,9% in de TW. ZZP’ers dragen met 12,6% meer bij aan de toegevoegde waarde dan landelijk (11,4%). Het aandeel van het groot-bedrijf ligt met 24,5% daarentegen onder het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Midden-Limburg telde in 2011 1.296 startende ondernemingen, 8,3% minder dan in 2010. Dit terwijl het in Nederland als geheel toenam (0,7%) Het aandeel van Midden-Limburg in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 circa 1,0%. De regio Midden-Limburg kent een relatief geringe onder-nemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 12,3 personen een eigen onder-neming (NL: 15,8). Hiermee is Midden-Limburg regio num-mer 35 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Midden-Lim-burg in 2011 met -2,8% sterker gedaald dan in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -9,0% per jaar, eenzelfde daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 1,3% plaats in Midden-Limburg (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
35,5%
27,4%
12,6%
24,5%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
50
100
150
200
250
300
350
400
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
750
1.500
2.250
3.000
-6%
-3%
0%
3%
6%
1.5621.6401.726
2.3322.655
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Midden-Limburg
Agrarische sector 1,1 1,2
Industrie 15,2 12,9
Bouw 3,1 3,4
Handel 6,3 5,9
Transport & opslag 12,8 7,5
Horeca 7,6 6,3
Zakelijke dienstverlening 6,2 5,6
Financiële dienstverlening 11,4 6,2
Overheid & Onderwijs 42,9 42,0
Zorg 24,1 21,6
Overig en onbekend 4,9 4,7
Totaal 8,2 7,3
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 158
1. BevolkingOp 1 januari 2012 telde de regio Zuid-Limburg 607.214 inwoners, in 2007 waren dat er 614.842. Jaarlijks neemt de bevolking met circa 0,2% af, terwijl Nederland als geheel een groei laat zien (0,5%). In 2020 zal de bevolking naar ver-wachting met 1,3% zijn afgenomen tot 599.400 personen.Met een aandeel van 19,1% in de leeftijdscategorie 0-20 jaar heeft Zuid-Limburg een relatief oude bevolking (NL: 23,3%).
Figuur 1 De bevolking verdeeld naar leeftijdscategorie, 2007, 2012 en 2020
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
2. Economische ontwikkelingHet Bruto Regionaal Product (BRP) van Zuid-Limburg be-droeg in 2011 € 18,7 miljard (figuur 2), dat is € 30.804 per hoofd van de bevolking. Hiermee draagt de regio voor 3,2% bij aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland. De verwachting is dat in 2013 het BRP sterker zal afnemen (-1,1%) dan het Nederlandse BBP (-0,5%).
Figuur 2 Ontwikkeling van het BRP (in miljarden €) 2005- 2011 en het gemiddeld inkomen 2005-2010
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
3. Arbeidsmarkt In 2011 bestond de beroepsbevolking uit 268.000 personen, dat is 44,1% van de totale bevolking (NL: 46,9%). Tussen 2006 en 2011 lag de jaarlijkse gemiddelde groei van de beroepsbevolking met 0,2% onder het Nederlandse gemid-delde van 0,8% (tabel 1).
Bron: CBS
Zuid-Limburg
0%
20%
40%
60%
80%
100%
202020122007
0-15 jr. 15-25 jr. 25-45 jr. 45-65 jr. 65+ jr.
599.400607.214614.842
11,0%12,2%11,7%
12,3%13,5%14,8%
23,4%22,8%25,6%
29,1%31,4%30,2%
24,2%20,2%17,8%
22.000
23.000
24.000
25.000
26.000
27.000
28.000
14
15
16
17
18
19
20
BRP (L-as) _ Gemiddelde inkomen (R-as)
2011201020092008200720062005
Tabel 1 De beroepsbevolking 2006- 2011
2011 (x 1.000)
Groei 2006- 2011 per jaar
Zuid-
Limburg
Nederland Zuid-
Limburg
Potentiële beroepsbevolking (15-65 jr.) 404 0,1% -0,6%
Beroepsbevolking 268 0,8% 0,2%
Werkzame beroepsbevolking 254 0,8% 0,7%
Werkloze beroepsbevolking 14 1,6% -4,0%
in % 5,3
Regio Zuid-Limburg
December 2012 159Regio’s in economisch perspectief 2013
In 2011 bedraagt het aandeel laaggeschoolden 25,4%. Daarmee heeft de regio Zuid-Limburg een relatief laagge-schoolde beroepsbevolking (NL: 23,2%).
Bron: CBS
Met 5,3% lag de werkloosheid in Zuid-Limburg in 2011 op een gemiddeld niveau, Nederland (5,4%). Naar verwachting zal eind 2012 de werkloosheid nog steeds rond het Neder-lands niveau (6,8%) liggen. Naar opleidingsniveau ligt in Zuid-Limburg het aandeel laag-geschoolde niet-werkende werkzoekenden fors lager en het aandeel middelbaargeschoolde niet-werkende werkzoeken-den fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde (figuur 3).
Figuur 3 Gemiddeld aantal NWW* per maand per opleidingsniveau, 2011
Bron: UWV, bewerking ING Economisch Bureau
* NWW= Niet-werkende werkzoekenden.
4. SectorstructuurTen opzichte van 2007 is het totaal aantal bedrijfsvestigin-gen in Zuid-Limburg toegenomen met 12,0% tot 28.675. Daarmee ligt de groei onder het Nederlandse gemiddelde van 18,2%. In vergelijking met Nederland heeft de regio Zuid-Limburg veel bedrijfsvestigingen in de industrie en zakelijke dienst-verlening en relatief weinig in de agrarische sector, over-heid, onderwijs en zorg. Relatief veel banen zijn te vinden in de industrie, zorgsector, de overheid en het onderwijs en relatief weinig in de agrarische sector, bouw en zakelijke dienstverlening (tabel 3).
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Investeringen per sectorIn 2009 bedroegen de totale investeringen in Zuid-Limburg in vaste activa € 3,0 miljard. Dat is 2,6% van de totale Neder-landse investeringen in vaste activa. Alleen in de regionale industrie werd in vergelijking met Nederland meer geïnves-teerd (figuur 4).
Figuur 4 Aandeel in totale investeringen in vaste activa per sector, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
BedrijfsomvangDe gemiddelde schaalgrootte ligt in Zuid-Limburg met 9,0banen per vestiging boven die van Nederland (8,2). Vooralde overheid, het onderwijs, de industrie, transport en opslagkennen gemiddeld relatief veel banen per vestiging, deagrarische sector en horeca juist minder (tabel 4).
0%
20%
40%
60%
80%
100%
NederlandZuid-Limburg
57,9%60,1%
25,2%26,3%
5,0%3,4%425.59319.428
11,9%10,2%
MBO 1, VO en BO MBO 2, 3, 4 HBO WO
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Ove
rig
Ove
rhei
d, ond
erw
ijs e
n zo
rg
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Handel
, tran
spor
t en
hore
ca
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
Nederland Zuid-Limburg
3%1%
11%
18%
2% 1%
13%13%
5% 4%
42% 43%
21%18%
3%1%
Tabel 2 Opleidingsniveau beroepsbevolking 2006- 2011
2006 2011
Nederland Zuid-
Limburg
Nederland Zuid-
Limburg
Laag 23,9% 25,2% 23,2% 25,4%
Middelbaar 44,2% 45,5% 42,3% 44,8%
Hoog 30,8% 27,4% 33,6% 28,7%
Onbekend 1,1% 1,9% 1,0% 1,1%
Tabel 3 Aandeel in totaal aantal banen en vestigingen per sector, 2010
2010 Aandeel banen Aandeel vestigingen
Nederland Zuid-
Limburg
Nederland Zuid-
Limburg
Agrarische sector 1,2% 0,2% 8,9% 4,5%
Industrie 10,5% 12,7% 5,7% 5,5%
Bouw 4,7% 3,4% 12,4% 11,1%
Handel 16,6% 16,2% 21,5% 23,9%
Transport & opslag 4,8% 4,2% 3,1% 2,7%
Horeca 4,1% 4,9% 4,4% 7,4%
Zakelijke dienstverlening 20,7% 17,9% 27,1% 24,6%
Financiële dienstverlening 3,3% 3,0% 2,3% 2,4%
Overheid & Onderwijs 13,4% 14,3% 2,6% 2,5%
Zorg 16,9% 19,9% 5,7% 7,4%
Overig en onbekend 3,7% 3,2% 6,3% 8,2%
Totaal 7.828.200 258.200 956.210 28.675
December 2012 160Regio’s in economisch perspectief 2013
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Belang MKBIn Zuid-Limburg lag het aandeel van het MKB (exclusief ZZP’ers) in de toegevoegde waarde in 2009 met rond het gemiddelde in Nederland (55,1%). In 2007 had het MKB in Zuid-Limburg een aandeel van 57,6% in de TW. ZZP’ers droegen met 11,5% evenveel bij als landelijk (11,4%). Het aandeel van het grootbedrijf blijft met 30,9% achter bij het landelijke gemiddelde van 33,5% (figuur 5).
Figuur 5 Verdeling van bruto toegevoegde waarde naar bedrijfsgrootte, 2009
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau, stippellijn geeft MKB weer (tot 250 werkzame personen).
Starters De regio Zuid-Limburg telde in 2011 3.388 startende on-dernemingen, 0,4% minder dan in 2010. In Nederland als geheel nam het aantal starters toe (0,7% groei) Het aandeel van Zuid-Limburg in het totaal aantal starters in Nederland bedroeg in 2011 circa 2,7%. De regio Zuid-Limburg kent een relatief geringe onder-nemende beroepsbevolking: per 1000 personen van de beroepsbevolking startten 12,6 personen een eigen onder-neming (NL: 15,8). Hiermee is Zuid-Limburg regio nummer 31 qua starters.De meeste oprichtingen vinden plaats in de zakelijke dienst-verlening op afstand gevolgd door de zorgsector, de handel en de bouw (figuur 6).
Figuur 6 Aantal starters per sector 2010-2011
Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau
5. HuizenmarktTen opzichte van 2010 zijn de huizenprijzen in Zuid-Limburg in 2011 met -2,3% even sterk gedaald als in Nederland als geheel (-2,3%). Sinds 2006 is het aantal huizenverkopen afgenomen met gemiddeld -10,1% per jaar, eenzelfde daling als landelijk (-9,8%). Van alle huizentransacties in 2011 vond 3,4% plaats in Zuid-Limburg (figuur 7).
Figuur 7 Aantal transacties en ontwikkeling van de huizenprijs jaar op jaar, 2007-2011
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
ZZP
Klein
Midden
Groot
30,0%
24,8%
10,7%
34,4%
Ove
rig
Zorg
Ove
rhei
d en
onder
wijs
Fina
ncië
le d
iens
tverle
ning
Zake
lijke
diens
tverle
ning
Horec
a
Tran
spor
t & o
pslag
Detai
lhan
del
Gro
otha
ndel
Bouw
Indus
trie
Agraris
che
sect
or
0
150
300
450
600
750
900
1.050
1.200
2010 2011
Huizentransacties (L-as) _ Huizenprijs jaar op jaar (R-as)
20112010200920082007
0
2.000
4.000
6.000
8.000
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%
4.0644.1954.339
5.9696.914
Tabel 4 Gemiddelde aantal banen per vestiging per sector, 2010
2010 Nederland Zuid-Limburg
Agrarische sector 1,1 0,3
Industrie 15,2 21,0
Bouw 3,1 2,8
Handel 6,3 6,1
Transport & opslag 12,8 14,2
Horeca 7,6 6,0
Zakelijke dienstverlening 6,2 6,6
Financiële dienstverlening 11,4 11,6
Overheid & Onderwijs 42,9 50,7
Zorg 24,1 24,1
Overig en onbekend 4,9 3,5
Totaal 8,2 9,0
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 161
Contactpersonen
ING Economisch Bureau
Regio-econoom Groningen, Friesland, Drenthe Henk van den Brink 020 5639506Regio-econoom Overijssel, Gelderland, Utrecht Ferdinand Nijboer 020 6523450Regio-econoom Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland Rico Luman 020 5639893Regio-econoom Zeeland, Noord-Brabant, Limburg Stef Bais 020 5647247 Thijs Geijer 020 5634875
ING in uw regio
MKBRegiodirecteur MKB Noord-Oost Martin van den Hemel 06 25000918Rayondirecteur Veluwe en Stedendriehoek Ron Jager 06 55397382Rayondirecteur Friesland Gert-Jan Winkeler 06 23144312 Rayondirecteur Zuid-Drenthe-IJsselvecht Jan Willem van den Berg 06 50263251 Rayondirecteur Oost-Nederland Corné Pauwels 06 29065253 Rayondirecteur Groningen-Assen Jaco Koopmans 06 52321453
Regiodirecteur MKB Noord-West Marcel de Goeij 06 52008511 Rayondirecteur Noord-Holland Noord Ronald Smit 06 50666938 Rayondirecteur Zaanstreek Ruben Uitendaal 06 55812960 Rayondirecteur Amstelland-West Gerard Bakker 06 50637995 Rayondirecteur Amsterdam Centrum Bas Vanhorick 06 30901942 Rayondirecteur Flevoland Robbert Jan Kromkamp 06 30279223 Rayondirecteur Haarlem-Haarlemmermeer Erwin Baens 06 29470569 Rayondirecteur Gooi-Eemland Frank Warmerdam 06 55813759 Rayondirecteur Utrecht-Heuvelrug Simone Tietema 06 52372608 Rayondirecteur Zuid-West Utrecht Wout van der Schaft 06 50666992
Regiodirecteur MKB Zuid-Oost Marcel Beckers 06 50678412 Rayondirecteur Midden-Gelderland Ellen-Marie Koek 06 15018137 Rayondirecteur Zuid-Gelderland Sidney van den Bergh 06 55397600 Rayondirecteur Noord-Oost Brabant Rob Wagemakers 06 21823240 Rayondirecteur Zuid-Oost Brabant Han Gasseling 06 55812766 Rayondirecteur Limburg Daniël Gosler 06 50678412
Regiodirecteur MKB Zuid-West Dick de Boer 06 55174888 Rayondirecteur Rotterdam-Vlaardingen Dick Nonnekes 06 55777965 Rayondirecteur Rotterdam-Zuid en Eilanden Dennis van den Busken 06 30905140 Rayondirecteur Breda-Midden Brabant Hans van de Grift 06 54237064 Rayondirecteur Zeeland-West Brabant Chris Cornet 06 50617041 Rayondirecteur Den Haag-Omgeving Johan Otto 06 21713904 Rayondirecteur Den Haag-Westland Robert-Jan Wijnhoud 06 15063910 Rayondirecteur Dordrecht-Capelle a/d IJssel Evert de Gijsel 06 55798825 Rayondirecteur Rijnland-Groene Hart Joost Berkhout 06 54983985
Grootbedrijf & InstellingenRegiodirecteur GB&I Noord-Oost Gerrit Keen 06 55870025 Districtsdirecteur IJsselland Arnold Hofmeijer 06 27041612 Districtsdirecteur Noord-Nederland Klaas Jan Hutten 06 54367746 Districtsdirecteur Oost-Nederland Erik ten Kate 06 55860591 Regiodirecteur GB&I Noord-West Gijs van Wijgerden 06 55170380 Districtsdirecteur Amsterdam Reinoud van Helbergen 06 27087524 Districtsdirecteur Midden Nederland Thomas Eterman 06 30546623 Districtsdirecteur Noord-Holland Michel van Nieuwland 06 55397520
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 162
Lijst met gebruikte afkortingen
BBP Bruto Binnenlands ProductBO Basis OnderwijsBRP Bruto Regionaal ProductEUR euroHBO Hoger Beroepsonderwijs jr. jaarL-as LinkerasMBO Middelbaar BeroepsonderwijsMKB Midden- en KleinbedrijfNL NederlandNWW Niet-werkende WerkzoekendenR-as RechterasTW Toegevoegde WaardeVO Voortgezet OnderwijsWO Wetenschappelijk OnderwijsZZP Zelfstandige Zonder Personeel
Contactpersonenvervolg
Regiodirecteur GB&I Zuid-Oost Paul van Vuuren 06 54312674 Districtsdirecteur Arnhem-Nijmegen Renco Kraak 06 55880534 Districtsdirecteur Oost-Brabant Jan Willem Overwater 06 30273811 Districtsdirecteur Limburg Dennis Langenhuizen 06 54371065 Regiodirecteur GB&I Zuid-West Ali Bouchrit 06 30068351 Districtsdirecteur Rotterdam Bastiaan van der Knaap 06 55777735 Districtsdirecteur Zuid-Holland Dominique ter Schure 06 27077052 Districtsdirecteur West & Midden Brabant, Zeeland Job den Hamer 06 30625270
Regio’s in economisch perspectief 2013 December 2012 163
Technische toelichting bij regionale economische kerncijfers
Jaarlijkse gemiddelde groeiDe jaarlijkse gemiddelden worden zoveel mogelijk over een vijfjaars periode berekend. De jaarlijkse gemiddelde groeicijfers zijn berekend door de jaarlijkse groeicijfers op te tellen en te delen door het aantal groeicijfers.
Het gemiddelde inkomenHet gemiddelde inkomen betreft het persoonlijk inkomen dat bestaat uit de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:• inkomen uit arbeid• inkomen uit eigen onderneming• uitkering inkomensverzekeringen• uitkering sociale voorzieningen (m.u.v. kinderbijslag).Het gaat om het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inko-men per persoon.
Opleidingsniveau van de beroepsbevolkingHet gaat om het hoogstbehaalde onderwijsniveau. Lager on-derwijs omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo (en hun voorgangers) en het laagste niveau van het beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo kwalifi catieni-veau 1). Middelbaar onderwijs is de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo enopleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4. Hoger onder-wijs zijn hbo- en universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee vergelijkbaar zijn.
AfrondingsverschillenDoor afronding kan het voorkomen dat de cijfers niet altijd precies optellen tot het totaal.
Agglomeratie ‘s-Gravenhage Groot-AmsterdamFlevoland Zaanstreek Overig Groningen ArnhDelft en Westland Utrecht Agglomeratie HaarlemNoord-Overijssel Kop van Noord-Holland VeluweGroot-Rijnmond IJmond Midden-Noord-Brabant Agglomeratie Leiden en Bollenstreek Alkmaar en omgeving Zuidoost-Noord-Brabant Zuidoost-Zud-Holland Noordoost-Noord-Brabant Arnhem / Nijmegen Zuidwest-Gelderland Twente Zuidwest-Drenthe Oost-Zuid-Holland Het Gooi en Vecht-streek West-Noord-Brabant Zuidwest-Friesland Noord-Friesland Zuidwest-Overijssel Overig Zeeland Zuidoost-Friesland Noord-Limburg Midden-Limburg Achterhoek Zuidoost-Drenthe NooDrenthe Zuid-Limburg Oost-Groningen Zeeuwsch-Vlaanderen Delfzijl en omgevingAgglomerate ‘s-Gravenhage Groot-Amsterdam FlevolandZaanstreek Overig Groningen Delft en Westland Utrecht Agglomeratie Haarlem Noord-Overijssel Kop van Noord-Holland Veluwe Groot-RijnmondJmond Midden-Noord-Brabant Agglomeratie Lei
den en Bollenstreek Alkmaar en omgeving Zuidoost-Noord-Brabant Zuidoost-Zuid-Holland NoordBrabant Arnhem / Nijmegen Zuidwest-Gelderand Twente Zuidwest-Drenthe Oost-Zuid-Holland Het Gooi en Vechtstreek West-Noord-BraZuidwest-Friesland Noord-Friesland Zuidwest-O