Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
SPECIALISME OPENBARE FARMACIEToetsingsinstrumenten (bijlagen opleidingsplan)
Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter Bevordering der PharmacieSeptember 2015 (versie 004): Start opleiding vanaf 1 oktober 2015
Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie
2
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
Inhoudsopgave
Protocol toetsing en beoordeling 3 Voorwoord 4 1. Algemeen 5 1.1. Inleiding 5 1.2. Doel van het protocol 5 1.3. Procedures algemeen 5 1.4. Procedures rond centrale toetsing 7 2. Procedures per opleidingsjaar 8 2.1. Overzicht van momenten van selectieve besluitvorming 8 2.2. Toetsing, beoordeling en besluitvorming in het eerste jaar van de vervolgopleiding 8 2.3. Toetsing, beoordeling en besluitvorming in het tweede jaar van de vervolgopleiding 9 Bijlage: Begrippenlijst 11
Toetsing & Beoordeling in het e-portfolio 13
Handleiding Introductiegesprek 21
Formulier Introductiegesprek 22
Handleiding Persoonlijk OpleidingsPlan (POP) 23
Formulier Persoonlijk OpleidingsPlan (POP) 25
Formulier Korte Praktijk Beoordeling (KPB) 30
Formulier Dossierbeoordeling EPD 40
Formulier Dossierbeoordeling MA 42
Formulier Dossier Beoordeling FBP 44
Criteria voor het beoordelen van een Case report 46
Formulier Case Based Discussion 52
Formulier modelbrief 54
Formulier Directly Observed Preparation Skills (DOPS) 64
Formulier Reflectieverslag 66
Formulier Bespreken Critical Incident 68
Handleiding Voortgangsgesprek 70
Formulier Voortgangsgesprek 72
Formulier (Eind)Geschiktheidsbeoordeling 74
Handleiding 360-graden feedback en zelfbeoordeling 76
3
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
Protocol toetsing en beoordeling in de vervolgopleiding tot openbaar apotheker specialist
Datum: december 2011
vastgesteld door de SRC, kamer Openbare Farmacie in januari 2012.
Herziene versie: maart 2014
4
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
Voorwoord
De werkgroep Toetsing van de KNMP Vervolgopleiding tot openbaar apotheker specialist heeft in lijn met het besluit opleidingseisen (2011) voorliggend “Protocol Toetsing en Beoordeling” opgesteld. Dit protocol is goed-gekeurd door het Centraal College en vastgesteld door de Specialisten Registratie Commissie, kamer Openbare Farmacie (SRC).Dit protocol moet gezien worden als een formeel kader, waaraan volgens de regelgeving minimaal dient te worden voldaan. In het “Opleidingsplan Specialisme Openbare Farmacie” staan richtlijnen ten aanzien van de implementatie van het protocol en het hanteren van toetsingsinstrumenten en beoordelingsmethoden om tot een goed oordeel te komen over een ApIOS. Het opleidingsplan is onmisbaar bij de uitvoering van dit protocol.
Eerste herziening Dit protocol is van toepassing voor apothekers in opleiding tot openbaar apotheker specialist (ApIOS) die vanaf 1 januari 2012 met de opleiding starten. Het protocol is in maart 2014 herzien.
5
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
1. Algemeen
1.1. InleidingVoorliggend protocol is gemaakt naar aanleiding van de artikelen “B.5. Toetsing en beoordeling”, “B.7. Verlenging” en “B.11. Verplichtingen van de ApIOS” van het Besluit Opleidingseisen Openbare Farmacie No.7-2011. Het protocol is herzien naar aanleiding van de herziening van het Besluit Opleidingseisen Openbare Farmacie (no. 8-2014)
1.2. Doel van het protocolHet protocol is het geheel aan bindende afspraken over de wijze waarop educatieve en selectieve toetsing, beoordeling en besluitvorming in de vervolgopleiding tot openbaar apotheker specialist (verder te noemen vervolgopleiding) gerealiseerd worden. Het protocol is een landelijk kader dat bijdraagt aan uniformiteit en transparantie. De afspraken in dit protocol en de toetsing zoals opgenomen in het opleidingsplan specialisme openbare farmacie (hoofdstuk VI) zijn aan elkaar gekoppeld. De toetsing en beoordeling in beide documenten is bindend en bevat voor alle ApIOS’ en apotheker opleiders (ApOPs) verplichtingen ten aanzien van deimplementatie ervan.
1.3. Procedures algemeen
DeelnameDeelname van de ApIOS aan de in dit protocol en het opleidingsplan beschreven toetsing en de toetsing tijdens het centraal cursorische onderwijs is verplicht. Dit geldt ook voor alle andere vormen van (aanvullende) toetsing die door de SRC-OF gedurende de vervolgopleiding verplicht gesteld worden.
Opleidingsplan specialisme openbare farmacieIn hoofdstuk VI “Toetsing” van het opleidingsplan zijn de toetsmethoden en toetsmomenten en de te gebruiken toetsings- en beoordelingsinstrumenten voor ApIOS en ApOP uitgewerkt. Voor alle toetsings- en beoordelingsinstrumenten zijn formulieren en handleidingen beschikbaar.
ToetsmomentenBij aanvang van de opleiding ontvangt de ApIOS het “Schema toetsmomenten in het opleidingsplan” (zie paragraaf VI.3 van het opleidingsplan), een overzicht van de centraal georganiseerde toetsmomenten met toetsingsinstrumenten en de wijze waarop uitslagen van de toetsen worden gebruikt. Wijzigingen in dit overzicht worden tijdig en via verschillende kanalen aangekondigd
BeoordelaarsTijdens de opleiding wordt de ApIOS door verschillende beoordelaars beoordeeld. Dit zijn de ApOP, docenten van het centraal georganiseerde onderwijs en de opleidingsdirecteur.
Educatieve en selectieve beoordelingDe educatieve en selectieve beoordeling liggen in dit protocol in elkaars verlengde. Regelmatige educatieve beoordelingen (feedback) zijn bouwstenen voor de selectieve beoordeling (geschiktheid) van de ApIOS. Daarnaast hebben toetsen die expliciet selectief gebruikt worden ook een educatief doel. Per opleidingsjaar zijn in hoofdstuk 2 van dit protocol de educatieve en selectieve beoordelingsmethoden en momenten beschreven. Het voortgangsgesprek vervult daarbinnen de belangrijkste beoordeling in de opleidingsapotheek. Naar aanleiding van een voortgangsgesprek bepaalt de ApIOS hoe hij zijn Persoonlijk OpleidingsPlan (POP) gaat bijstellen. De ApOP geeft mede op grond van de voortgangsgesprekken zijn beoordeling over de geschiktheid (selectieve beoordeling) van de ApIOS.
In dit protocol is tevens beschreven op welke wijze de beoordelingen leiden tot beslissingen over de verdere voortgang van de ApIOS. De ApIOS wordt tijdens de kick-off bijeenkomst van de vervolgopleiding geïnformeerd over de wijze waarop de SRC het ‘Protocol Toetsing en Beoordeling” uitvoert en waar de ApIOS aan moet voldoen.
6
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
Toetsing in bijzondere situatiesIn bijzondere situaties kan van de vastgestelde toetsmomenten en toetsingsinstrumenten afgeweken worden en/of aanvullende toetsmomenten in worden gezet, zoals:● bij ernstige twijfel over het functioneren van de ApIOS op basis van de selectieve toetsing en/of de voort gangsgesprekken;● bij verlenging van de opleidingsduur;● bij een opleiding in deeltijd;● na onderbreking van de opleiding door een ApIOS langer dan zes maanden, al dan niet aaneengesloten;● bij vrijstelling van een deel van de vervolgopleiding;● op andere zwaarwegende gronden.
Als aanvullende toetsmomenten kan gebruik gemaakt worden van andere toetsingsinstrumenten dan genoemd in dit protocol, bijvoorbeeld een case based discussion of modelbrief (zie paragraaf VI.1 van het opleidingsplan).
Verlenging opleidingsduurDe opleidingsdirecteur kan verlenging van de opleidingsduur voor een ApIOS aan de SRC voorstellen van maximaal 6 maanden, indien sprake is van vertraging in de competentieontwikkeling van de ApIOS, zulks blijkend uit de voortgangsgesprekken en/of geschiktheidsbeoordeling. Zie ook artikel B.5 en B.7 van het Besluit Opleidingseisen. Aanbevolen wordt de verlenging aan het eind van het tweede opleidingsjaar (uiterlijk drie maanden voor het einde van de opleiding) aan te vragen, als uit de voortgangsgesprekken en/of geschiktheids-beoordeling blijkt dat het gewenste eindniveau niet binnen de reguliere opleidingstijd kan worden bereikt.
Opleiding in deeltijdHet protocol gaat uit van de opleidingssituatie van een voltijds werkende ApIOS. Conform artikel B.6. van het Besluit Opleidingseisen wordt de duur van de opleiding naar rato verlengd voor een ApIOS die de opleiding in deeltijd volgt. Het aantal educatieve beoordelingen is minimaal gelijk aan die van de voltijds ApIOS. In de praktijk zullen er voor een deeltijd ApIOS naar verhouding meer educatieve toetsmomenten zijn. De tijdstippen van selectieve beoordelingen en beslissingen worden naar rato van de deeltijd verschoven.
Tussentijdse beëindigingDe SRC-OF heeft, in overleg met de opleidingsdirecteur, de bevoegdheid om een opleiding tussentijds te beëindigen, in het geval ernstige twijfel over het functioneren van de ApIOS op basis van de selectieve toetsing en/of de voortgangsgesprekken.
Voortgangsbewaking toetsing en beoordelingDe ApIOS beheert een portfolio waarin hij alle documenten verzamelt die te maken hebben met plannen en De ApIOS beheert een portfolio waarin hij alle documenten verzamelt die te maken hebben met plannen en voort-gang ten aanzien van competentieontwikkeling (artikelen B.5 en B.11 van het Besluit Opleidingseisen). De ver-slagen van de voortgangsgesprekken met de ApOP en de geschiktheidsbeoordelingen zijn hierin te vinden.
De ApIOS krijgt tevens een dossier in PE-online, waarin de gevolgde studiedagen en uitgevoerde activiteiten van het centraal georganiseerde onderwijs als ook de overige gevolgde (geaccrediteerde) nascholing worden vastge-legd.
GeschillenBij een geschil over de toepassing van dit protocol is de geschillenprocedure, zoals beschreven in artikel E.1 van het Besluit Opleidingseisen, van toepassing.
7
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
1.4. Procedures rond centrale toetsing
InleidingBij aanvang van de opleiding ontvangen ApIOS, ApOP en docenten informatie over de normering van toetsen, compensatiemogelijkheden, de werkwijze bij beperkingen van de ApIOS en herkansingen.
Normering gerelateerd aan eindniveauBij alle toetsen wordt zoveel als mogelijk dezelfde schaal aangehouden: onvoldoende, matig, voldoende of goed. De uitslag wordt gerelateerd aan het eindniveau van de openbaar apotheker specialist. Hierdoor is goed te volgen welke ontwikkeling in competenties de ApIOS tijdens de 2 jarige vervolgopleiding doormaakt.
Geen compensatiemogelijkhedenToetsuitslagen compenseren elkaar niet onderling. Zo kan een ApIOS een onvoldoende gemaakte kennistoets niet compenseren met een andere toets binnen het centraal cursorische onderwijs of een uitstekend POP.
BeperkingenBij toetsen waarbij tijdsdruk en lezen een belangrijke rol spelen (bijvoorbeeld de kennistoets) kan de ApIOS met dyslexie aan de opleidingsdirecteur verzoeken de toetstijd te verlengen. Het verzoek dient vergezeld te gaan van een verklaring van een daartoe bevoegde psycholoog of een soortgelijke deskundige. Voor de ApIOS die moeite heeft met de Nederlandse taal, wordt geen uitzondering gemaakt.
Herkansing door afwezigheid en onvoldoendesDeelname aan centraal georganiseerde toetsing is verplicht. Afwezigheid met geldige reden, leidt tot een herkansing. De ApIOS moet binnen zes weken contact opnemen met de verantwoordelijke docent voor het inhalen van de toets. Een herkansing vindt plaats op korte termijn (< 3 maanden). Afwezigheid zonder een geldige reden leidt per definitie tot een onvoldoende. Voor de kennistoets geldt dat deze voldoende moet worden gemaakt om zonder voorwaarden de tweejarige opleiding te kunnen voltooien. Wanneer de ApIOS geen voldoende haalt en ook de herkansing matig of onvoldoende maakt, krijgt de ApIOS aanvullende opdrachten van de opleidingsdirecteur om zich de kennis eigen te maken. De opleidingsdirecteur zal aanvullende toetsing voor de betreffende ApIOS opleggen.
8
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
2. Procedures per opleidingsjaar
2.1. Overzicht van momenten van selectieve besluitvormingIn onderstaand overzicht wordt aangegeven op welke momenten in de vervolgopleiding een beslissing wordt genomen betreffende voortzetting, al dan niet onder voorwaarden, beëindiging of verlenging van de opleiding van de ApIOS. In de daarop volgende paragrafen wordt beschreven hoe de betreffende beslissingen tot stand komen.
Jaar 1Tijdens het eerste opleidingsjaar vindt selectieve beoordeling door de ApOP plaats ongeveer twee maanden voor het verstrijken van het eerste opleidingsjaar. Tevens geeft de opleidingsdirecteur advies ten aanzien van de voortgang.
Jaar 2In het tweede opleidingsjaar vindt de selectieve beoordeling uiterlijk drie maanden voor het einde van het
tweede opleidingsjaar plaats.
2.2. Toetsing, beoordeling en besluitvorming in het eerste jaar van de vervolgopleidingOnderstaand schema geeft een overzicht van de wijze waarop gedurende het eerste jaar beoordelingen en beslissingen tot stand komen.
Procedure beoordeling in jaar 1I. Beoordelingen door de ApOP en de docent(en)1. Binnen 1 maand na de eerste bijeenkomst van het centraal georganiseerde onderwijs van de opleiding stelt de ApIOS in overleg met de ApOP een persoonlijk opleidingsplan (POP) op. Een docent beoordeelt het POP binnen 4 weken na ontvangst en geeft de ApIOS een terugkoppeling met een beoordeling. Bij een voldoende beoordeling wordt het POP goedgekeurd door de opleidingsdirecteur. Bij een matig of onvoldoende moet de ApIOS zijn POP herschrijven, totdat het uiteindelijk voldoende is en op advies van de docent kan worden goedgekeurd door de directeur.2. Na ongeveer 3 maanden en na ongeveer 6 maanden vinden formele voortgangsgesprekken plaats tussen de ApOP en de ApIOS, aan de hand van de handleiding voortgangsgesprek. Daarbij wordt gekeken naar de ontwikkeling van competenties en bekwaamheden van de ApIOS.
Beoordelaar Op basis van Hoe en wanneer?ApOP Observaties in de praktijk:
● dagelijkse activiteiten● EPAs● tweewekelijkse gesprekken● voortgangsgesprekken (m.b.v. POP en portfolio)
a. continue feedbackb. educatieve evaluatie van de voortgang één keer per kwartaalc. geschiktheidsbeoordeling uiterlijk twee maanden voor het einde van het eerste opleidingsjaar
Docenten Observaties in het centraalcursorisch onderwijs:● inbreng/inzet tijdens onderwijs● resultaten van opdrachten en toetsen● samenwerking in en bijdrage aan de studiegroep● intervisie● opeenvolgende POPs
a. continue feedbackb. terugkoppeling POP in eerste kwartaal
Opleidingsdirecteur Evt. aanvullende toetsmomenten.Alle beoordelingen van ApOP endocenten en rapportage uitportfolio
Voortgangsadvies aan het einde van het 1ejaar. De opleidingsdirecteur levert regelmatiggeaggregeerde informatie met betrekkingtot de voortgang van ApIOSsen aan de SRC-OF
9
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
Het POP en de aangeleverde bewijsvoering in het portfolio spelen daarbij een belangrijke rol. Het voortgangsgesprek is mede bedoeld voor bijstelling van het POP.3. De ApIOS maakt een verslag van elk voortgangsgesprek volgens het voorgeschreven formulier. De ApOP voegt zo nodig zijn zienswijze toe. Dit verslag komt na ondertekening door beiden in het portfolio van de ApIOS.4. Ongeveer 3 maanden voor het einde van het eerste opleidingsjaar vindt een formeel voortgangsgesprek plaats tussen de ApOP en de ApIOS voor bijstelling van het POP en ter voorbereiding van de selectieve beoordeling. Dit gesprek wordt gevoerd aan de hand van de handleiding voortgangsgesprek, de uitslagen van de 360o Feedback en zelfbeoordeling en de rapportage uit het portfolio met de beoordeling van de ApIOS voor elke competentie.5. De ApIOS maakt een verslag van dit voortgangsgesprek volgens voorgeschreven formulier. De ApOP voegt zo nodig zijn zienswijze toe. Dit verslag komt na ondertekening door beiden in het portfolio van de ApIOS, samen met de uitslagen van de 360o Feedback en zelfbeoordeling.6. Naar aanleiding van dit voortgangsgesprek geeft de ApOP uiterlijk 2 maanden voor het einde van het eerste opleidingsjaar een beoordeling van het functioneringsniveau van de ApIOS op de competentiegebieden. Deze beoordeling wordt schriftelijk opgemaakt op een daarvoor bestemd geschiktheidsbeoordelings- formulier. De ApIOS heeft het recht zijn zienswijze hierbij kenbaar te maken en toe te voegen aan het beoordelingsformulier. Dit formulier wordt na ondertekening door beiden (ApOP en ApIOS) opgestuurd naar de opleidingsdirecteur en ingevoegd in het portfolio van de ApIOS. Zo nodig stelt de ApIOS zijn POP bij.7. Op basis van a) de bij 2.2.II.6 genoemde geschiktheidsbeoordeling, b) de uitslag(en) van eventueel aanvullende toetsing, c) het aantal met goed gevolg afgeronde studiedagen en activiteiten van het centraal georganiseerde onderwijs, d) de observaties van het functioneren van de ApIOS door docenten tijdens het centraal georganiseerde onderwijs, qua aanwezigheid, inzet en resultaten en e) het POP en f) de rapportage uit het portfolio met beoordeling van ApIOS voor elke competentie, adviseert de opleidingsdirecteur aan het einde van het eerste opleidingsjaar de ApIOS ten aanzien van de voortgang van de opleiding.
2.3. Toetsing, beoordeling en besluitvorming in het tweede jaar van de vervolgopleidingOnderstaand schema geeft een overzicht van de wijze waarop gedurende het tweede jaar beoordelingen en beslissingen tot stand komen.
Beoordelaar Op basis van Hoe en wanneer?ApOP Observaties in de praktijk:
● dagelijkse activiteiten● EPAs● tweewekelijkse gesprekken● voortgangsgesprekken (m.b.v. POP en portfolio)
a. continue feedbackb. educatieve evaluatie van de voortgang één keer per kwartaalc. uiterlijk drie maanden voor het einde van de opleiding een geschiktheidsbeoordeling
Docenten Observaties in het centraalcursorisch onderwijs:● inbreng/inzet tijdens onderwijs● resultaten van opdrachten en toetsen● samenwerking in en bijdrage aan de studiegroep● intervisie● opeenvolgende POPs
a. continue feedbackb. terugkoppeling POP in eerste kwartaal
Opleidingsdirecteur Centraal georganiseerde kennistoets
Evt. aanvullende toetsmomenten
Alle beoordelingen van ApOP endocenten en rapportage uitportfolio.
Kennistoets uiterlijk zes maanden voor heteinde van de opleiding.
Verklaring aan het einde van het 2e jaar.
10
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
Procedure beoordeling in jaar 2
I Kennistoets1. De ApIOS neemt uiterlijk zes maanden voor het einde van de opleiding deel aan de centraal georganiseerde kennistoets. De uitslag wordt opgenomen in het dossier, met een kopie voor het portfolio van de ApIOS. De ApIOS gebruikt de toetsuitslag voor bijstelling van zijn POP.
II Beoordelingen door de ApOP en de docent(en)1. In de eerste maand van het tweede opleidingsjaar stelt de ApIOS in overleg met de ApOP en de docent(en) zijn POP bij.2. Indien de opleiding van de ApIOS aan het einde van het eerste jaar onder voorwaarde(n) is voortgezet, wordt op het daarvoor afgesproken tijdstip door de opleidingsdirecteur beoordeeld of de ApIOS aan de gestelde voorwaarde(n) heeft voldaan. De opleidingsdirecteur brengt aansluitend een advies uit aan de SRC- OF, die een beslissing neemt over het voortzetten van de opleiding door de ApIOS, al dan niet onder voorwaarden.3. Na ongeveer 3 maanden en na ongeveer 6 maanden vinden formele voortgangsgesprekken plaats tussen de ApOP en de ApIOS, aan de hand van de handleiding voortgangsgesprek. Daarbij wordt gekeken naar de ontwikkeling van competenties en bekwaamheden van de ApIOS. Het POP en de aangeleverde bewijsvoering in het portfolio spelen daarbij een belangrijke rol. Het voortgangsgesprek is mede bedoeld voor bijstelling van het POP.4. De ApIOS maakt een verslag van deze voortgangsgesprekken volgens voorgeschreven formulier. De ApOP voegt zo nodig zijn zienswijze toe. Dit verslag komt na ondertekening door beiden in het portfolio van de ApIOS.5. Ongeveer 3 maanden voor het einde van het tweede opleidingsjaar vindt een formeel voortgangsgesprek plaats tussen de ApOP en de ApIOS voor bijstelling van het POP en ter voorbereiding van de selectieve beoordeling. Dit gesprek wordt gevoerd aan de hand van de handleiding voortgangsgesprek en de rapportage uit het portfolio met de beoordeling van de ApIOS voor elke competentie.6. De ApIOS maakt een verslag van dit voortgangsgesprek volgens voorgeschreven formulier. De ApOP voegt zo nodig zijn zienswijze toe. Dit verslag komt na ondertekening door beiden in hetportfolio van de ApIOS.7. Naar aanleiding van dit voortgangsgesprek geeft de ApOP uiterlijk drie maanden voor het einde van de opleiding een beoordeling van het functioneringsniveau van de ApIOS op de competentiegebieden. Deze beoordeling wordt schriftelijk opgemaakt op een daarvoor bestemd geschiktheidsbeoordelings- formulier. De ApIOS heeft het recht zijn zienswijze hierbij kenbaar te maken en toe te voegen aan het beoordelingsformulier. Dit formulier wordt na ondertekening door beiden (ApOP en ApIOS) opgestuurd naar de opleidingsdirecteur en ingevoegd in het portfolio van de ApIOS.8. Op basis van a) de bij 2.3.II.7 genoemde geschiktheidsbeoordeling, b) de uitslag van de centraal georganiseerde kennistoets, c) de uitslag(en) van eventueel aanvullende toetsing, d) het aantal met goed gevolg afgeronde studiedagen en activiteiten van het centraal georganiseerde onderwijs, e) de observaties van het functioneren van de ApIOS door docenten tijdens het centraal georganiseerde onderwijs, qua aanwezigheid, inzet en resultaten en f) de rapportage uit het portfolio met beoordeling van ApIOS voor elke competentie, geeft de opleidingsdirecteur uiterlijk 1 maand na ontvangst van de geschiktheidsbeoordeling een verklaring aan de ApIOS ten aanzien van de voltooiing van de opleiding.
III De beslissing van SRC t.a.v. voltooiing van de opleiding1. Op verzoek van de ApIOS kan de SRC besluiten de opleiding te verlengen. De duur van de verlenging kan maximaal zes maanden (bij voltijdse opleiding) bedragen. Een voorstel tot verlenging wordt uiterlijk 1 maand na ontvangst van de bij 2.3.II.8 genoemde verklaring van de opleidingsdirecteur ter kennis gebracht aan de ApIOS en ApOP. Het POP wordt hierop aangepast.2. De SRC-OF kan op aangeven van de opleidingsdirecteur besluiten tot aanvullende toetsing van de ApIOS. De ApIOS wordt schriftelijk in kennis gesteld van de inhoud en wijze van deze toetsing, wat daarbij van de ApIOS verwacht wordt en de mogelijke consequenties van de toetsresultaten. Het POP wordt hierop aangepast.
11
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
Bijlage:
Begrippenlijst
ApIOS: Apotheker in opleiding tot openbaar apotheker specialist
ApOP: Apotheker Opleider
(Opleidings)directeur: Directeur vervolgopleiding tot openbaar apotheker specialist
EPA: Entrustable Professional Activity ofwel kenmerkende professionele activiteit
POP: Persoonlijk OpleidingsPlan
SRC-OF: Specialisten Registratie Commissie, kamer Openbare Farmacie
Colofon
Colofon
De werkgroep Toetsing van de KNMP Vervolgopleiding tot openbaar apotheker specialist heeft het
protocol toetsing en beoordeling opgesteld in 2011. De werkgroep bestond uit de volgende leden:
Dr. H. Buurma, apotheker, directeur KNMP vervolgopleiding tot openbaar apotheker specialist
Mevr. dr. A. Floor-Schreudering, apotheker, coördinator toetsing en beoordeling
KNMP vervolgopleiding tot openbaar apotheker specialist
Mevr. drs. E.F. Geers, apotheker, voorzitter Registratie Commissie Openbaar Apothekers KNMP
KNMP Leden en secretaris van de Registratie Commissie Openbaar Apothekers
In 2014 is het protocol herzien. De versie is herzien in samenspraak met dr. H. Buurma,
mevr. dr. A. Floor, mevr. drs. C.A. van Zantvoort, voormalig voorzitter Specialisten Registratie Commissie
Openbare Farmacie en de leden en secretaris van de Specialisten Registratie Commissie Openbare
Farmacie.
KNMP
Alexanderstraat 11
2514 JL Den Haag
070-37 37 373
www.knmp.nl/opleiding-registratie
Aan de totstandkoming van deze uitgave is uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans
onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaardt de KNMP geen aansprakelijkheid.
13
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
15
Toetsing & Beoordeling in het e-‐portfolio
Vers
ie 2
4 se
ptem
ber 2
015
In
ond
erst
aand
e ta
bel w
ordt
per
toet
sings
inst
rum
ent b
esch
reve
n ho
e va
ak h
et in
stru
men
t in
het e
erst
e of
twee
de ja
ar v
an d
e op
leid
ing
moe
t wor
den
toeg
epas
t. Da
arna
ast w
ordt
aa
ngeg
even
in w
elk
e-‐po
rtfo
lio-‐d
eel v
an P
E-‐on
line
het f
orm
ulie
r moe
t wor
den
inge
vuld
, wie
de
beoo
rdel
aar (
s) v
an d
e EP
A zi
jn e
n of
de
uitv
oerin
g va
n de
EPA
een
rela
tie h
eeft
met
een
va
n de
cen
tral
e st
udie
dage
n (C
SD).
Dit l
aats
te k
an b
etek
enen
dat
een
bep
aald
e EP
A ee
n hu
iswer
kopd
rach
t is v
oora
fgaa
nd a
an d
e CS
D of
dat
de
doce
nt ti
jden
s de
CSD
uitle
g ge
eft o
ver
de u
itvoe
ring
van
de E
PA.
Activ
iteite
n in het kader van het centraal georganiseerd ond
erwijs
In b
ijlag
e B
“Ove
rzic
ht c
entr
aal g
eorg
anise
erd
onde
rwijs
bin
nen
de v
ervo
lgop
leid
ing
tot o
penb
aar a
poth
eker
spec
ialis
t” v
an h
et o
plei
ding
spla
n en
in h
et d
ocum
ent “
Het
Tijd
sbes
tek”
st
aan
“Act
ivite
iten”
wee
rgev
en d
ie u
itgev
oerd
moe
ten
wor
den
in h
et k
ader
van
het
cen
traa
l geo
rgan
iseer
d on
derw
ijs. D
eze
“Act
ivite
iten”
wor
den
door
doc
ente
n ui
tgel
egd
tijde
ns d
e ce
ntra
le st
udie
dage
n of
via
een
web
cast
(Far
mac
eutis
ch P
rakt
ijkon
derz
oek
Activ
iteit
I). D
eze
“Act
ivite
iten”
zijn
opg
enom
en in
het
cen
traa
l ond
erw
ijsde
el v
an h
et e
-‐por
tfol
io. D
e bi
jbeh
oren
de o
pdra
chte
n m
oet d
e Ap
IOS
zelf
toev
oege
n in
het
e-‐p
ortf
olio
, zod
at d
eze
via
het e
-‐por
tfol
io b
ij de
doc
ent t
erec
htko
men
voo
r beo
orde
ling.
Ko
rte Praktijk Be
oordeling (KPB
): Be
oordeling met Formulier K
PB (in 1e jaar 7x en in 2
e jaar 7
x)
E-‐po
rtfolio deel
Beoo
rdelaar
Relatie
met CSD
EP
A 1:
Ter
han
d st
elle
n va
n ee
n fa
rmac
eutis
ch p
rodu
ct (z
ie d
e checklist kennis e
n vaardigh
eden
) In
1e ja
ar 4
x In
2e ja
ar 4
x Po
rtfo
lio
Opl
eide
r Ja
, bij
CSD
Com
mun
icat
ie I
EPA
3: C
onsu
lt vo
eren
naa
r aan
leid
ing
van
een
zelfz
orgv
raag
van
ee
n pa
tiënt
met
of z
onde
r ter
hand
stel
ling
In 1
e jaar
1x
In 2
e jaar
1x
Port
folio
O
plei
der
Ja, b
ij CS
D Co
mm
unic
atie
I
EPA
7: U
itvoe
ren
van
een
farm
acot
hera
peut
ische
ana
mne
se b
ij ee
n ris
icop
atië
nt a
ls on
derd
eel v
an d
e m
edic
atie
beoo
rdel
ing
In 1
e jaar
1x
In 2
e jaar
1x
Port
folio
O
plei
der
Ja, b
ij CS
D Fa
rmac
othe
rapi
e IV
: Tr
aini
ng m
edic
atie
beoo
rdel
ing
en
CSD
Com
mun
icat
ie II
en
III
EPA
9: C
onsu
lt vo
eren
met
pat
iënt
ove
r de
farm
acot
hera
pie
bij
onts
lag
uit z
ieke
nhui
s of a
nder
e zo
rgin
stel
ling
In 2
e jaar
1x
Port
folio
O
plei
der
Ja, b
ij CS
D Co
mm
unic
atie
III
EPA
16: V
oere
n va
n ee
n in
take
gesp
rek
met
een
nie
uwe
of
inci
dent
ele
patië
nt
In 1
e jaar
1x
Port
folio
O
plei
der
Nee
14
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
16
Dossierbeoo
rdeling (DB-‐EPD): Be
oordeling met Formulier D
ossierbeoo
rdeling EPD (in 1e jaar 4x en in 2
e jaar 3
x)
E-‐po
rtfolio deel
Beoo
rdelaar
Relatie
met CSD
EP
A 5:
Sig
nale
ren,
ana
lyse
ren,
afh
ande
len,
vas
tlegg
en e
n ev
alue
ren
van
farm
acot
hera
pie
gere
late
erde
pro
blem
en
bij e
en in
divi
duel
e pa
tiënt
als
onde
rdee
l van
de
med
icat
iebe
wak
ing
(zie
de checklist kennis e
n vaardigh
eden
)
In 1
e jaar
4x
In 2
e jaar
3x
Port
folio
O
plei
der
Ja, b
ij CS
D M
anag
emen
t & K
wal
iteit
IV
Dossierbeoo
rdeling (DB-‐MA): B
eoordeling met Formulier D
ossierbeoo
rdeling Medicatie-‐Analyse (M
A) (in 1e jaar 10x en in 2
e jaar 2
x)
E-‐po
rtfolio deel
Beoo
rdelaar
Relatie
met CSD
EPA
6: U
itvoe
ren
van
een
med
icat
iean
alys
e bi
j een
risic
opat
iënt
al
s ond
erde
el v
an d
e m
edic
atie
beoo
rdel
ing
In 1
e jaar
10x
In
2e ja
ar 2
x Po
rtfo
lio
Opl
eide
r
Ja, b
ij CS
D Fa
rmac
othe
rapi
e I,
III &
VI
: HVZ
en
CS
D Fa
rmac
othe
rapi
e V:
Dia
bete
s Dossierbeoo
rdeling (DB-‐FBP): B
eoordeling met Formulier C
riteria voo
r het beoorde
len van een Farm
acotherapeutisch BehandelPlan (FBP
) (in 1
e jaar 2
x en in 2
e jaar 6
x)
E-‐po
rtfolio deel
Beoo
rdelaar
Relatie
met CSD
EPA
8: U
itvoe
ren
van
een
med
icat
iebe
oord
elin
g bi
j een
ris
icop
atië
nt
In 1
e jaar
2x
In 2
e jaar
6x
1. V
ia e
-‐mai
l: El
ke
med
icat
iebe
oord
elin
g (F
BP)
wor
dt d
oor e
en c
olle
ga-‐A
pIO
S va
n fe
edba
ck v
oorz
ien.
2.
Por
tfol
io:
1 m
edic
atie
beoo
rdel
ing
(FBP
) in
het 1
e jaar
en
1 in
het
2e ja
ar
wor
den
door
de
ople
ider
met
he
t for
mul
ier i
n he
t por
tfol
io
beoo
rdee
ld.
3. C
entr
aal O
nder
wijs
: Fa
rmac
othe
rapi
e Ac
tivite
it III
: 8
med
icat
iebe
oord
elin
gen
(FBP
)
1. E
en c
olle
ga-‐
ApIO
S (8
x)
2. O
plei
der (
2x)
3. D
ocen
t (8X
)
Ja, b
ij CS
D Fa
rmac
othe
rapi
e IV
: Tr
aini
ng m
edic
atie
beoo
rdel
ing
en
CSD
Farm
acot
hera
pie
VIII:
Ger
iatr
ie
15
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
17
4. C
entr
aal O
nder
wijs
: Fa
rmac
othe
rapi
e Ac
tivite
it IV
: fe
edba
ck o
p 8
med
icat
iebe
oord
elin
gen.
5.
Cen
traa
l Ond
erw
ijs:
Farm
acot
hera
pie
Activ
iteit
V:
1 m
edic
atie
beoo
rdel
ing
(als
Case
Rep
ort)
4. D
ocen
t (8X
) 5.
Doc
ent (
1X)
“Far
mac
othe
rapi
e Ac
tivite
it IV
: fee
dbac
k op
8 m
edic
atie
beoo
rdel
inge
n” w
ordt
doo
r de
doce
nt ti
jden
s “CS
D Fa
rmac
othe
rapi
e IV
: Tra
inin
g m
edic
atie
beoo
rdel
ing”
uitg
eleg
d. V
oor d
eze
activ
iteit
geef
t de
ApIO
S fe
edba
ck o
p 8
med
icat
iebe
oord
elin
gen
van
een
of m
eer c
olle
ga-‐A
pIO
Ssen
, uitg
evoe
rd b
ij EP
A 8.
Dez
e fe
edba
ck lo
opt v
ia e
-‐mai
l. Al
s alle
8
med
icat
iebe
oord
elin
gen
van
feed
back
zijn
voo
rzie
n vo
egt d
e Ap
IOS
zijn
feed
back
toe
aan
“Fa
rmac
othe
rapi
e Ac
tivite
it IV
: fee
dbac
k op
8 m
edic
atie
beoo
rdel
inge
n” in
het
cen
traa
l on
derw
ijsde
el v
an h
et e
-‐por
tfol
io e
n st
uurt
dez
e to
e aa
n de
doc
ent t
er b
eoor
delin
g va
n de
bet
reffe
nde
feed
back
. Na
goed
keur
ing
van
de d
ocen
t kan
het
Cas
e Re
port
van
1
med
icat
iebe
oord
elin
g w
orde
n in
gedi
end
als “
Far
mac
othe
rapi
e Ac
tivite
it V:
1 m
edic
atie
beoo
rdel
ing ”
. Case Based Discussion (CBD
): Be
oordeling met Formulier C
BD (in 1
e jaar 1
x)
E-‐po
rtfolio deel
Beoo
rdelaar
Relatie
met CSD
EPA
34: V
erw
erke
n va
n ni
euw
e in
form
atie
ove
r gen
eesm
idde
len
voor
ove
rdra
cht a
an a
ssist
ente
n en
ove
rige
zorg
verle
ners
In 1
e jaar
1x
1. P
ortf
olio
2.
Na
goed
keur
ing
van
ople
ider
inle
vere
n va
n sc
hrift
elijk
refe
raat
. Cen
traa
l on
derw
ijs:
“F
arm
acot
hera
pie
Activ
iteit
VI”
1.
Opl
eide
r
2.
Doc
ent
Ja, m
et “
Farm
acot
hera
pie
Activ
iteit
VI”
Mod
elbrief (MB): B
eoordeling met Formulier M
odelbrief (in 1
e jaar 2
x en in 2
e jaar 5
x)
E-‐po
rtfolio deel
Beoo
rdelaar
Relatie
met CSD
EP
A 14
: Alg
emen
e schriftelijke
voor
licht
ing
geve
n aa
n ee
n gr
oep
van
patië
nten
en
leke
n In
1e ja
ar 1
x Po
rtfo
lio
Opl
eide
r N
ee
16
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
18
EPA
21: O
pste
llen
of u
pdat
en v
an h
et k
wal
iteits
hand
boek
ten
beho
eve
van
(her
)cer
tific
erin
g In
1e ja
ar 1
x In
2e ja
ar 1
x
1. P
ortf
olio
2.
De
door
de
ople
ider
go
edge
keur
de o
pdra
cht m
et
inge
vuld
e m
odel
brie
f per
e-‐
mai
l aan
de
doce
nt st
uren
ter
acco
rder
ing
van
het h
uisw
erk
1. O
plei
der
2. D
ocen
ten
Ja, b
ij CS
D M
anag
emen
t en
kwal
iteit
IV
EPA
27: O
pste
llen
of u
pdat
en v
an e
en fu
nctie
besc
hrijv
ing
voor
ee
n m
edew
erke
r In
2e ja
ar 1
x Po
rtfo
lio
Opl
eide
r N
ee
EPA
32: O
pste
llen,
uitv
oere
n en
eva
luer
en v
an e
en
farm
aceu
tisch
pat
iënt
enzo
rg p
roje
ct
In 2
e jaar
1x
1. P
ortf
olio
2.
Cen
traa
l ond
erw
ijs: ”
M &
K
Activ
iteit
02: v
ersla
g va
n pr
ojec
t Im
plem
enta
tie e
n In
nova
tie”,
upl
oade
n ve
rsla
g
1. O
plei
der
2. D
ocen
t na
goed
keur
ing
ople
ider
Ja, b
ij CS
D M
anag
emen
t en
kwal
iteit
V
EPA
33: A
naly
sere
n va
n gr
oots
chal
ige
exte
rne
invl
oede
n (S
WO
T an
alys
e)
In 2
e jaar
1x
Port
folio
O
plei
der
Ja, b
ij CS
D M
anag
emen
t en
kwal
iteit
VIII
en X
EP
A 36
: Ini
tiëre
n, u
itvoe
ren
en/o
f par
ticip
eren
in
prak
tijko
nder
zoek
In
2e ja
ar 1
x 1.
Por
tfol
io
2. C
entr
aal o
nder
wijs
: “F
arm
aceu
tisch
pr
aktij
kond
erzo
ek A
ctiv
iteit
01: P
aper
& d
eeln
ame
aan
uitv
oerin
g on
derz
oek ”
, up
load
en p
aper
1. O
plei
der
2. D
ocen
t na
goed
keur
ing
ople
ider
Ja, b
ij Fa
rmac
eutis
ch
prak
tijko
nder
zoek
Act
ivite
it I.
Inle
idin
g pr
aktij
kond
erzo
ek e
n de
elna
me
aan
prak
tijko
nder
zoek
.
Dire
ctly Observed Preparation Skills (DOPS): beoo
rdeling met fo
rmulier D
OPS (in 1e jaar 2x)
E-‐po
rtfolio deel
Beoo
rdelaar
Relatie
met CSD
EP
A 18
: Beo
orde
len
van
een
aanv
raag
voo
r een
ap
othe
ekbe
reid
ing
In 1
e jaar
2x
Po
rtfo
lio
Opl
eide
r Ja
, bij
CSD
Prod
uctz
org
17
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
19
Refle
ctieverslag (RV): beoordeling met fo
rmulier R
eflectieverslag (in
1e jaar 5
x en in 2
e jaar 1
1x)
E-‐po
rtfolio deel
Beoo
rdelaar
Relatie
met CSD
EP
A 2:
Beg
elei
den
van
een
patië
nt e
n/of
zijn
man
telz
orge
r in
de
palli
atie
ve o
f ter
min
ale
fase
In
2e ja
ar 1
x Po
rtfo
lio
Opl
eide
r Ja
, bij
CSD
Farm
acot
hera
pie
IX:
Palli
atie
ve zo
rg
EPA
11: V
oorb
erei
den
van
en d
eeln
emen
aan
een
FTO
In
1e ja
ar 1
x In
2e ja
ar 1
x Po
rtfo
lio
Opl
eide
r N
ee
EPA
12: V
oorb
erei
den
van
en d
eeln
emen
aan
een
ke
tenz
orgo
verle
g In
2e ja
ar 1
x Po
rtfo
lio
Opl
eide
r N
ee
EPA
13: A
lgem
ene mon
delinge
voo
rlich
ting
geve
n aa
n ee
n gr
oep
van
patië
nten
en
leke
n In
2e ja
ar 1
x Po
rtfo
lio
Opl
eide
r N
ee
EPA
15: S
cree
ning
op
gezo
ndhe
idsp
robl
emen
van
een
spec
ifiek
e ris
icog
roep
in d
e ap
othe
ekpo
pula
tie e
n ge
past
e zo
rg
leve
ren
In 2
e jaar
1x
Port
folio
O
plei
der
Nee
EPA
22: V
erza
mel
en e
n an
alys
eren
van
kw
alite
itsin
dica
tore
n In
2e ja
ar 1
x Po
rtfo
lio
Opl
eide
r Ja
, bij
CSD
Man
agem
ent e
n kw
alite
it VI
I & X
II EP
A 25
: Ana
lyse
ren
van
het v
oorr
aads
yste
em, h
et
dist
ribut
iesy
stee
m o
f de
arbe
idso
mst
andi
ghed
en
In 1
e jaar
1x
In 2
e jaar
1x
Port
folio
O
plei
der
Nee
EPA
26: O
verle
g m
et to
elev
eran
cier
s, in
dust
rie o
f so
ftw
arel
ever
anci
ers
In 2
e jaar
1x
1. P
ortf
olio
2.
De
door
de
ople
ider
go
edge
keur
de o
pdra
cht m
et
inge
vuld
e m
odel
brie
f per
e-‐
mai
l aan
de
doce
nt st
uren
ter
acco
rder
ing
van
het h
uisw
erk
1. O
plei
der
2. D
ocen
ten
Ja, b
ij CS
D M
anag
emen
t en
kwal
iteit
III
EPA
28: V
oere
n va
n ee
n (fu
nctio
nerin
gs)g
espr
ek o
f be
oord
elin
gsge
spre
k m
et e
en m
edew
erke
r In
2e ja
ar 1
x Po
rtfo
lio
Opl
eide
r Ja
, bij
CSD
Man
agem
ent e
n kw
alite
it XI
EP
A 29
: Voo
rber
eide
n en
voo
rzitt
en v
an e
en w
erkb
espr
ekin
g of
w
erko
verle
g In
1e ja
ar 1
x
Port
folio
O
plei
der
Nee
EPA
30: O
p de
wer
kvlo
er e
en g
ewijz
igde
of n
ieuw
e pr
oced
ure
of
een
nieu
w w
erkv
oors
chrif
t im
plem
ente
ren
In 1
e jaar
1x
Po
rtfo
lio
Opl
eide
r N
ee
EPA
31: R
elat
ie o
nder
houd
en m
et v
erze
kera
ars
In 2
e jaar
1x
Port
folio
O
plei
der
Ja, b
ij CS
D M
anag
emen
t en
kwal
iteit
VIII
en X
18
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
20
EPA
35: S
uper
vise
ren
van
een
stag
iair
of c
oach
en v
an e
en
med
ewer
ker
In 1
e jaar
1x
In 2
e jaar
1x
Port
folio
O
plei
der
Nee
Bespreken van critical incidents: beoordeling met fo
rmulier b
espreken critical incident (in 1e jaar 10 x en in 2
e jaar 3
x)
E-‐po
rtfolio deel
Beoo
rdelaar
Relatie
met CSD
EP
A 4:
Con
sult
voer
en n
aar a
anle
idin
g va
n ee
n zo
rgvr
aag
van
een
patië
nt zo
nder
terh
ands
telli
ng (z
ie d
e checklist kennis
en vaa
rdigheden)
In 1
e jaar
2x
Port
folio
O
plei
der
Ja, b
ij CS
D Co
mm
unic
atie
I
EPA
10: O
verle
ggen
met
voo
rsch
rijve
r ove
r een
farm
acot
hera
pie
gere
late
erd
prob
leem
In
1e ja
ar 3
x In
2e ja
ar 2
x Po
rtfo
lio
Opl
eide
r N
ee
EPA
17: B
esch
ikba
ar st
elle
n va
n m
oeili
jk v
erkr
ijgba
re
gene
esm
idde
len
In 1
e jaar
1x
Po
rtfo
lio
Opl
eide
r Ja
, bij
CSD
Prod
uctz
org
IV
EPA
19: U
itvoe
ren
van
een
reca
ll pr
oced
ure
In 1
e jaar
1x
Po
rtfo
lio
Opl
eide
r Ja
, bij
CSD
Prod
uctz
org
I
EPA
20: A
naly
sere
n va
n ee
n in
cide
nt m
et m
edic
atie
in e
en
geïn
divi
dual
iseer
de d
istrib
utie
vorm
In
1e ja
ar 1
x
Port
folio
O
plei
der
Ja, b
ij CS
D M
anag
emen
t en
kwal
iteit
IV
EPA
23: V
erza
mel
en e
n an
alys
eren
van
(bijn
a) fo
uten
In
1e ja
ar 1
x In
2e ja
ar 1
x Po
rtfo
lio
Opl
eide
r N
ee
EPA
24: V
erza
mel
en, m
elde
n en
ana
lyse
ren
van
bijw
erki
ngen
In
1e ja
ar 1
x Po
rtfo
lio
Opl
eide
r N
ee
360° feedback en zelfb
eoordeling: mod
ule 360° feedback
E-‐po
rtfolio deel
Beoo
rdelaar
Relatie
met CSD
Zelfb
eoor
delin
g en
beo
orde
ling
van
de a
lgem
ene
com
pete
ntie
s In
1e ja
ar 1
x In
2e ja
ar 1
x
1. 3
60 g
rade
n fe
edba
ck
mod
ule
2. P
ortf
olio
: upl
oade
n ra
ppor
tage
360
gra
den
feed
back
1. D
iver
se
beoo
rdel
aars
incl
. Ap
IOS
zelf
2. O
plei
der
Nee
19
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
21
Persoo
nlijk OpleidingsPlan (POP):
E-‐po
rtfolio deel
Beoo
rdelaar
Relatie
met CSD
Beoo
rdel
ing
van
het o
pges
teld
e PO
P
In 1
e jaar
4x
In
2e ja
ar 4
x
1. P
ortf
olio
2.
Cen
traa
l ond
erw
ijs:
“Act
ive
Lear
ner
Activ
iteit
01: P
OP
(eer
ste
vers
ie)”
, upl
oade
n PO
P ee
rste
ver
sie (1
e kw
arta
al 1
e jaar
); e
n “A
ctiv
e Le
arne
r Ac
tivite
it 02
: PO
P (v
ervo
lg v
ersie
)”,
uplo
aden
PO
P ve
rvol
gver
sie (1
e kw
arta
al 2
e jaar
)
1. O
plei
der (
8x)
2. D
ocen
t (2x
)
Ja, b
ij CD
S Ac
tive
lear
ner I
Zelfb
eoordeling: fo
rmulier zelfbeoordeling gedragsm
atige competenties
E-‐po
rtfolio deel
Beoo
rdelaar
Relatie
met CSD
Zelfb
eoor
delin
g en
beo
orde
ling
van
gedr
agsm
atig
e co
mpe
tent
ies
In
1e ja
ar 1
x Ce
ntra
al o
nder
wijs
:
“M &
K A
ctiv
iteit
I”
Doce
nt
Ja, b
ij CS
D M
anag
emen
t en
Kwal
iteit
I
Kenn
istoetsen:
E-‐po
rtfolio deel
Beoo
rdelaar
Relatie
met CSD
La
ndel
ijke
kenn
istoe
ts i
n ka
der v
an c
entr
aal g
eorg
anise
erd
onde
rwijs
: “Ac
tive
Lear
ner A
ctiv
iteit
03: L
ande
lijke
ke
nnis
toet
s ”
In 2
e jaar
1x
Cent
raal
Ond
erw
ijs:
resu
ltaat
wor
dt d
oor
exam
inat
or in
gevo
erd
Do
cent
/exa
min
ator
N
ee
Inga
ngst
oets
en F
arm
acot
hera
pie
In 1
e en
2e ja
ar to
taal
9x
1. C
entr
aal O
nder
wijs
: re
sulta
ten
inga
ngst
oets
en w
orde
n do
or P
AOFa
rmac
ie
inge
voer
d
1. D
ocen
t (be
tref
fend
e in
gang
stoe
ts)
Ja, i
nfor
mat
ie o
ver t
e le
ren
onde
rwer
pen
volg
t met
hui
swer
k vo
or C
SD F
arm
acot
hera
pie
20
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
22
Inga
ngst
oets
en P
rodu
ctzo
rg
In 1
e en
2e ja
ar to
taal
2x
1. C
entr
aal O
nder
wijs
: re
sulta
ten
inga
ngst
oets
en w
orde
n do
or P
AOFa
rmac
ie
inge
voer
d
1. D
ocen
t (be
tref
fend
e in
gang
stoe
ts)
Ja, i
nfor
mat
ie o
ver t
e le
ren
onde
rwer
pen
volg
t met
hui
swer
k vo
or C
SD P
rodu
ctzo
rg
Overig
e Activ
iteite
n
E-‐po
rtfolio deel
Beoo
rdelaar
Relatie
met CSD
Pres
enta
tie c
asus
Cent
raal
ond
erw
ijs:
“F
arm
acot
hera
pie
Activ
iteit
II”
Doce
nt
Ja, b
ij CS
D Fa
rmac
othe
rapi
e I t
/m X
, ui
tgez
onde
rd II
en
V.
Criti
cal i
ncid
ent p
rofe
ssio
nalit
eit I
Ce
ntra
al o
nder
wijs
:
“P &
FE
Activ
iteit
I”
Doce
nt
Ja, b
ij CS
D Pr
ofes
siona
litei
t &
Farm
aceu
tisch
e Et
hiek
I Cr
itica
l inc
iden
t pro
fess
iona
litei
t II
Cent
raal
ond
erw
ijs:
“P
& F
E Ac
tivite
it II”
Do
cent
Ja
, bij
CSD
Prof
essio
nalit
eit &
Fa
rmac
eutis
che
Ethi
ek I
Criti
cal i
ncid
ent p
rofe
ssio
nalit
eit I
II Ce
ntra
al o
nder
wijs
:
“P &
FE
Activ
iteit
III”
Doce
nt
Ja, b
ij CS
D Pr
ofes
siona
litei
t &
Farm
aceu
tisch
e Et
hiek
I Sc
hrift
elijk
bet
oog
(ess
ay) o
ver e
en a
ctue
el m
oree
l the
ma
Ce
ntra
al o
nder
wijs
:
“P &
FE
Activ
iteit
IV”
Doce
nt
Ja, b
ij CS
D Pr
ofes
siona
litei
t &
Farm
aceu
tisch
e Et
hiek
IV
21
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
Handleiding Introductiegesprek Vervolgopleiding ApIOS
Het doel van het introductiegesprek is om op basis van wederzijdse verwachtingen tussen ApIOS (apotheker in opleiding tot specialist) en opleider afspraken te maken over wat de ApIOS gaat leren.Het gesprek wordt gevoerd bij aanvang van de vervolgopleiding, direct na de kick-off bijeenkomst voor de ApIOS. Afhankelijk van de voorgeschiedenis van de ApIOS wordt afgesproken welke en wanneer (onderdelen van) taakgebieden aan bod komen en getoetst worden. Ook het aantal Korte Praktijk Beoordelingen (KPB’s) wordt afgesproken. De ApIOS en opleider bewaken beide wanneer er tijdens de vervolgopleiding beoordelingen en gesprekken dienen plaats te vinden. Er worden zowel afspraken gemaakte over de totale vervolgopleiding als over de eerstkomende 3 maanden.Het introductiegesprek dient als voorbereiding op het invullen van het persoonlijk opleidingsplan (POP) en het in kaart brengen van de leerdoelen en toetsmomenten van de ApIOS. Het gebruikte formulier van het introduc-tiegesprek dient te worden opgenomen in het portfolio.
Tijdens het introductiegesprek kunnen de volgende zaken aan bod komen:• Wat zijn de sterke en zwakke punten van de ApIOS tijdens voorafgaande apotheekstages of werkplekken of op de huidige werkplek?• Wat zijn de leerdoelen van de ApIOS?• Wat kan de ApIOS leren gezien alle competenties?• Afspraken over welke taakgebieden worden getoetst.• Afspraken over hoeveel KPB’s worden afgenomen en over het inhoudelijk domein waar de KPB’s over gaan en welke kenmerkende beroepsituaties (EPA’s) het betreft.• Afspraken over het gebruik van andere toetsingsinstrumenten tijdens de opleiding.• Tijdstip van het eerstkomend voortgangsgesprek (ongeveer 3 maanden na introductiegesprek).
22
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
24
FORMULIER INTRODUCTIEGESPREK
Naam ApIOS
Naam opleider
Naam apotheek Plaats Totale periode vervolgopleiding Start op .. /. . / …. Eindigt op .. / .. / ….
Datum gesprek .. / .. / ….
VERBETERPUNTEN UIT APOTHEEKSTAGES OF VORIGE EN HUIDIGE WERKPLEKKEN
LEERDOELEN BIJ VERVOLGOPLEIDING
TAAKGEBIEDEN EN EPA’S EN TOETSVORM Te toetsen kenmerkende professionele activiteiten (EPA) voor eerstkomende 3 maanden Toetsvorm
OPMERKINGEN
Datum eerstkomend voortgangsgesprek .. / .. / ….
23
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
Handleiding Persoonlijk OpleidingsPlan (POP)
1. Relatie met het 'Opleidingsplan Specialisme Openbare Farmacie'Uitgangspunt voor de vervolgopleiding tot openbaar apotheker specialist is het 'Opleidingsplan Specialisme Openbare Farmacie'. Dit opleidingsplan beschrijft het beroep van openbaar apotheker en is ingedeeld aan de hand van:• Taakgebieden: deze 10 taakgebieden geven een indeling van de Vervolgopleiding op basis van het werk van de openbaar apotheker specialist. • Competenties: de taakgebieden zijn gekoppeld aan 7 algemene competenties met hun operationalisaties.• EPA's (Entrustable Professional Activities): binnen de taakgebieden worden op dit moment kenmerkende en aan de apotheker in opleiding tot specialist toe te vertrouwen professionele activiteiten, de EPA's, onderscheiden. • Toetsingsinstrumenten: de EPA's worden met toetsingsinstrumenten getoetst. Tevens is de frequentie aange geven waarmee de toetsingsinstrumenten moeten worden toegepast.De toetsingsinstrumenten staan beschreven in de bijlage bij het Opleidingsplan. Eén van die toetsings-instrumenten is het Persoonlijk OpleidingsPlan (POP). Een ander toetsingsinstrument betreft de (zelf)beoorde-ling van 16 gedragsmatige competenties. Deze gedragsmatige competenties lopen door alle taakgebieden heen.
2. Het POPIn het Persoonlijk OpleidingsPlan (POP) beschrijft de ApIOS aan welke geoperationaliseerde competenties en aan welke gedragmatige competenties hij of zij in de komende periode gaat werken, op welke manier, op welke termijn en met welke ondersteuning.
Het POP is een verplicht onderdeel van het portfolio dat de ApIOS moet bijhouden (zie de regelgeving van de Specialisten Registratie Commissie SRC). Een POP wordt per kwartaal geschreven en in ieder geval na elk driemaandelijks voortgangsgesprek en de eerstejaars geschiktheidsbeoordeling bijgesteld. Ook de centrale studie dagen (CSD's) kunnen input geven aan het POP en de bijstelling daarvan.
De eerste versie van het POP wordt door de ApIOS geschreven op de eerste cursusdag van de vervolgopleiding, 'Active Learner I'. Deze eerste versie moet in het Introductiegesprek (is een toetsingsinstrument) met de Apothe-kerOpleider (ApOP) worden besproken en worden goedgekeurd door de docent van Active Learner I. Dit geldt ook voor de vijfde versie van het POP (eerste kwartaal van het tweede jaar van de opleiding). De tussenliggende versies behoeven niet door de docent te worden goedgekeurd.
3. Waarom een POP?De ApIOS volgt een duaal leertraject. Dit betekent opgeleid worden in de praktijk van de apotheek, waardoor werken en leren een geïntegreerd geheel zijn. Daarnaast moeten CSD's worden gevolgd en aanvullende activi-teiten (projecten, referaten, onderzoek e.d.) worden uitgevoerd. Het POP is in dat proces niet alleen een toetsingsinstrument maar tevens een hulpmiddel voor de APIOS om:• persoonlijke leerdoelen voor de komende periode te formuleren (feedforward);• die persoonlijke doelen te concretiseren en toetsbaar te maken;• het leertraject te plannen en te organiseren;• de ApOP te kunnen aanspreken op gemaakte afspraken;• de persoonlijke groei en ontwikkeling zichtbaar en aantoonbaar te maken voor de opleider, voor zichzelf en in het portfolio;• de betreffende leerperiode te evalueren (feedback);• te voldoen aan de regelgeving.
4. Het schrijven van het POPHet format voor het POP bestaat uit een voorblad, een deel algemene competentie ontwikkeling en een deel gedragsmatige competentie ontwikkeling. Bij het maken van het eerste concept POP krijgt de ApIOS ondersteu-ning van de docenten die bij Active Learner I, de eerste CSD van de vervolgopleiding, aanwezig zijn.
Het voorbladNaast persoonlijke gegevens wordt op het voorblad de motivatie voor het vak van openbaar apotheker beschreven, dus waarom heb ik voor deze richting in de farmacie gekozen. Ook is er ruimte om de interessege-bieden binnen het vak aan te geven, dus waar ligt vooral de affiniteit: bijvoorbeeld bij patiëntcontacten en/of medicatiebeoordeling en/of bij de bedrijfsmatige kant van de apotheek.
24
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
De ApIOS beschrijft tevens de beweegredenen om aan de vervolgopleiding deel te nemen.
Ook worden op het voorblad de data en tijdstippen van de informele Tweewekelijkse gesprekken met de ApOP en de formele, verplichte driemaandelijkse Voortgangsgesprekken met de ApOP aangegeven.Het invullen van het voorblad is overigens een huiswerkopdracht die voorafgaand aan de CSD 'Active Learner I' door de ApIOS moet worden ingestuurd. Het voorblad hoeft in de vervolgversies van het POP alleen dan aangepast te worden als de ApIOS dat zelf nodig acht.
Algemene Competentie Ontwikkeling De vraag die hierin centraal staat is welke (geoperationaliseerde) competentie binnen welk taakgebied naar de mening van de ApIOS (en ook de ApOP) moet worden ontwikkeld.
De ApIOS geeft hier in 7 kolommen aan:1. Het nummer van het betreffende taakgebied.2. De omschrijving van de geoperationaliseerde competentie en de doelen waaraan hij of zij wil gaan werken.3. De actiepunten die de ApIOS daar logisch en chronologisch voor moet uitvoeren.4. Wie of wat de ApIOS daarbij nodig heeft. 'Wie' kan de ApOP zijn, een collega-apotheker,een apothekers- assistent uit het eigen team met specifieke kennis, een voorschrijver, een patiënt of een docent in de ver volgopleiding. 'Wat' zou kunnen bestaan uit bepaalde documenten, handleidingen, protocollen, richtlijnen, standaarden, werkafspraken, films, een voorschrift of een gebeurtenis enz. 5. De belemmeringen en de oplossingen, dus welke beren ziet de ApIOS op de weg tijdens de ontwikkeling van die competentie en hoe kunnen die problemen worden opgelost. 6. De planning waarbij geadviseerd wordt zowel een schatting van de benodigde uren te maken als ook de deadlines te bepalen.
Gedragsmatige Competentie Ontwikkeling De ApIOS moet zichzelf na de CSD 'Active Learner I' scoren op 16 gedragsmatige competenties aan de hand van een 5-puntsschaal. Ook de ApOP scoort de ApIOS op deze competenties. Tijdens de CSD 'Active Learner I' wordt uitleg gegeven. Het formulier voor de gedragsmatige competenties wordt beschikbaar gesteld via PE-online.
De vraag die in dit deel van het POP centraal staat is welke gedragsmatige competenties de ApIOS op een hoger niveau gaat brengen? Hierbij is het belangrijk dat ApOP en ApIOS de scores en de onder-bouwing daarvan met elkaar bespreken tijdens het Introductiegesprek na de CSD 'Active Learner I'.
Geadviseerd wordt om vervolgens die gedragsmatige competenties in dit deel van het POP op te nemen waarop of de ApIOS of de ApOP een score 3 (voldoende), score 2 (matig) of score 1 (slecht) heeft toegekend. De ApIOS geeft vervolgens in dezelfde kolommen en op dezelfde wijze (zie boven) aan hoe hij of zij die gedragsmatige competenties gaat ontwikkelen.
5. De dynamiek van het POPHet POP is een dynamisch document: competenties worden ontwikkeld en actiepunten worden gerealiseerd. Vervolgens ontstaan er voor de komende periode in de vervolgopleiding vanuit de praktijk in de apotheek of vanuit de CSD's weer nieuwe actiepunten in het POP.
25
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
1
VVE
RV
OL
GO
PL
EID
ING
E
RV
OL
GO
PL
EID
ING
AAPP
IOS
IOS
FO
RM
AT
PE
RS
OO
NL
IJK
OF
OR
MA
T P
ER
SO
ON
LIJ
K O
PL
EID
ING
SP
LA
N
PL
EID
ING
SP
LA
N (
PO
P(P
OP
)) N
aam
ApI
OS
BIG
nr.
Naa
m A
pOP
Naa
m a
poth
eek
Pl
aats
Dat
um
.. /
.. /
….
A
pIO
Sgro
ep n
r.: ..
.....
MO
TIVA
TIE
EN IN
TER
ESSE
GEB
IED
EN
Mijn
mot
ivat
ie o
m a
ls o
penb
aar a
poth
eker
spe
cial
ist t
e w
erke
n:
Mijn
inte
ress
es b
inne
n he
t vak
van
ope
nbaa
r apo
thek
er s
peci
alis
t: M
ijn b
ewee
gred
enen
voo
r de
verv
olgo
plei
ding
tot o
penb
aar a
poth
eker
spe
cial
ist:
AFS
PRA
KEN
MET
APO
THEK
ER O
PLEI
DER
(APO
P)
Dat
a en
tijd
stip
pen
twee
wek
elijk
se g
espr
ekke
n:
Dat
um v
olge
nd v
oort
gang
sges
prek
:
26
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
2
ALG
EMEN
E C
OM
PETE
NTI
E O
NTW
IKK
ELIN
G
Wel
ke g
eope
ratio
nalis
eerd
e co
mpe
tent
ie b
inne
n w
elk
taak
gebi
ed m
oet d
oor u
wor
den
ontw
ikke
ld?
Wer
k di
t per
kol
om z
orgv
uldi
g ui
t.
N
R.
TAA
K-
GEB
IED
GEO
PER
ATI
ON
ALI
SEER
DE
CO
MPE
TEN
TIE
A
CTI
EPU
NTE
N
W
IE O
F W
AT
HEB
IK N
OD
IG
BEL
EMM
ERIN
GEN
&
OPL
OSS
ING
EN
PLA
NN
ING
(a
anta
l uur
en
dead
line)
27
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
3
N
R.
TAA
K-
GEB
IED
GEO
PER
ATI
ON
ALI
SEER
DE
CO
MPE
TEN
TIE
A
CTI
EPU
NTE
N
W
IE O
F W
AT
HEB
IK N
OD
IG
BEL
EMM
ERIN
GEN
&
OPL
OSS
ING
EN
PLA
NN
ING
(a
anta
l uur
en
dead
line)
28
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
4
GED
RA
GSM
ATI
GE
CO
MPE
TEN
TIE
ON
TWIK
KEL
ING
U
hee
ft uz
elf e
n u
bent
doo
r uw
opl
eide
r ges
coor
d op
de
16 g
edra
gsm
atig
e co
mpe
tent
ies.
W
elke
ged
rags
mat
ige
com
pete
ntie
s ga
at u
ont
wik
kele
n?
G
EDR
AG
SMA
TIG
E C
OM
PETE
NTI
E
A
CTI
EPU
NTE
N
W
IE O
F W
AT
HEB
IK N
OD
IG
BEL
EMM
ERIN
GEN
&
OPL
OSS
ING
EN
PLA
NN
ING
(a
anta
l uur
en
dead
line)
29
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
5
G
EDR
AG
SMA
TIG
E C
OM
PETE
NTI
E
A
CTI
EPU
NTE
N
W
IE O
F W
AT
HEB
IK N
OD
IG
BEL
EMM
ERIN
GEN
&
OPL
OSS
ING
EN
PLA
NN
ING
(a
anta
l uur
en
dead
line)
30
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
!" ##
FORMULIER KORTE PRAKTIJK BEOORDELING EPA 1 (versie sept 2015)
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats
EPA nr.& naam: (frequentie)
EPA 1: Ter hand stellen van een farmaceutisch product (1e jaar 4x, 2e jaar 4x)
Datum KPB .. / .. / …. Huidige opleidingsfase:
Jaar 1 Jaar 2 kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4
1. Competentie Farmaceutisch handelen
(1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau) 1 2 3 4 1.1 ANAMNESE: De ApIOS stelt de juiste vragen aan de patiënt om het
recept ( = de zorgvraag) voor een eerste, tweede of vervolguitgifte in behandeling te nemen.
1. 2 ANAMNESE: De ApIOS is in staat de relevante gegevens uit patiëntendossier of van andere zorgverleners te achterhalen en interpreteren.
1.3 ANALYSE: De ApIOS beoordeelt alle patiëntengegevens in relatie tot de zorgvraag (effectiviteit, veiligheid, geneesmiddel-gerelateerde problemen, dosering).
1.4 ANALYSE: De ApIOS neemt een juiste beslissing 1.5 BEHANDELING: De ApIOS is in staat tot goede begeleiding door het
geven van informatie, uitleg, advies en bespreking met de patiënt/diens vertegenwoordiger.
1.6 BEHANDELING: De ApIOS beheerst de vaardigheid voor het uitleggen van de toedieningswijzen van geneesmiddelen (bijv. oogdruppels) en gebruik van hulpmiddelen (bijv. bloedglucosemeter, geïndividualiseerd distributiesysteem).
Totaal beoordeling competentie Farmaceutisch Handelen
2. Competentie Communicatie (1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau) 1 2 3 4
2.1 LUISTEREN De ApIOS
1) toont geen aandachtgevend gedrag 2) toont aandachtgevend gedrag 3) toont 2 en parafraseert en/of vat samen wat patiënt gezegd heeft 4) toont 3 en laat door verbale reactie (direct of later) merken dat geluisterd is
2.2 INLEVEN De ApIOS
1) gaat niet in op beleving van ander of vult alle beleving in; non-verbaal niet empatisch 2) gaat wel op beleving in, maar op zichzelf betrokken of gericht op de feiten 3) gaat dieper op beleving in gericht op de ander 4) toont 3 en reageert ook op non-verbaal gedrag
2.3 STRUCTUUR De ApIOS
1) geeft geen structuur aan het gesprek 2) kondigt ieder nieuw onderdeel aan in het gesprek 3) toont 2 in een logische volgorde met evenwichtige tijdsbesteding 4) toont 3 en heeft leiding over het gesprek (haalt aandacht terug als nodig.)
31
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
2.4 VRAGEN STELLEN EN DOORVRAGEN De ApIOS
1) stelt onduidelijke vragen (2 vragen in 1, geeft zelf antwoord) en vraagt niet door
2) stelt duidelijke (open en gesloten) vragen en vraagt door, maar onvolledig
3) stelt duidelijke (open en gesloten) vragen, vraagt volledig door en herformuleert waar nodig
4) toont 3 en stelt vragen op juiste moment (trechter model: begin open en ga naar gesloten) en geeft patiënt voldoende ruimte om te antwoorden (stilte
2.5 BEGRIJPELIJK INFORMEREN EN ADVISEREN De ApIOS
1) geeft geen duidelijke informatie en advies en sluit niet aan bij de behoefte/niveau patiënt
2) geeft duidelijke informatie en advies, maar sluit niet aan bij de behoefte/niveau van patiënt
3) sluit met de informatie en advies (schriftelijke/mondeling) aan bij behoefte/niveau van patiënt en betrekt de patiënt in de beslissing
4) toont 3 en vraagt wat de patiënt van de informatie en advies vindt en geeft ruimte voor vragen
2.6 OVERDRAGEN EN VASTLEGGEN De ApIOS
1) zorgt niet voor overdracht en vastlegging van terhandstelling 2) zorgt voor mondelinge overdracht, maar legt deze niet vast 3) zorgt voor mondelinge overdracht en juiste wijze van vastlegging van
terhandstelling in het EPD 4) toont 3, let op privacy beleid en informeert patiënt over overdracht en verslaglegging
Totaal beoordeling competentie Communicatie
Positieve punten
Verbeterpunten
LITERATUUR: KNMP richtlijn ter hand stellen & KNMP richtlijn Geïndividualiseerde distributievorm
32
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
!%##
FORMULIER KORTE PRAKTIJK BEOORDELING EPA 3 (versie sept 2015)
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats
EPA nr.& naam: (frequentie)
EPA 3: Consult voeren naar aanleiding van een zelfzorgvraag van een patiënt met of zonder terhandstelling (1e jaar 1x, 2e jaar 1x)
Datum KPB .. / .. / …. Huidige opleidingsfase:
Jaar 1 Jaar 2 kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4
1. Competentie Farmaceutisch handelen
(1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau) 1 2 3 4 1.1 ANAMNESE: De ApIOS stelt de juiste vragen aan de patiënt (WHAM) om
de zorgvraag in behandeling te nemen. 1.2 ANAMNESE: De ApIOS is in staat de relevante gegevens uit
patiëntendossier of van andere zorgverleners te achterhalen en interpreteren.
1.3 ANALYSE: De ApIOS beoordeelt alle patiëntengegevens in relatie tot de zorgvraag (effectiviteit, veiligheid, geneesmiddel-gerelateerde problemen, dosering) en neemt een juiste beslissing.
1.4 ANALYSE: De ApIOS maakt een juiste keuze binnen het handverkoopassortiment.
1.5 BEHANDELING: De ApIOS is in staat tot goede begeleiding door het geven van informatie, uitleg, advies en bespreking met de patiënt/ diens vertegenwoordiger.
1.6 BEHANDELING: De ApIOS beheerst de vaardigheid voor het uitleggen van de toedieningswijzen van geneesmiddelen (bijv. oogdruppels) en gebruik van hulpmiddelen.
Totaal beoordeling competentie Farmaceutisch Handelen
2. Competentie Communicatie (1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau) 1 2 3 4
2.1 LUISTEREN De ApIOS
1) toont geen aandachtgevend gedrag 2) toont aandachtgevend gedrag 3) toont 2 en parafraseert en/of vat samen wat patiënt gezegd heeft 4) toont 3 en laat door verbale reactie (direct of later) merken dat
geluisterd is
2.2 INLEVEN De ApIOS
1) gaat niet in op beleving van ander of vult alle beleving in; non -verbaal niet empatisch
2) gaat wel op beleving in, maar op zichzelf betrokken of gericht op de feiten
3) gaat dieper op beleving in gericht op de ander 4) toont 3 en reageert ook op non-verbaal gedrag
2.3 STRUCTUUR De ApIOS
1) geeft geen structuur aan het gesprek 2) kondigt ieder nieuw onderdeel aan in het gesprek 3) toont 2 in een logische volgorde met evenwichtige tijdsbesteding 4) toont 3 en heeft leiding over het gesprek (haalt aandacht terug als nodig)
2.4 VRAGEN STELLEN EN DOORVRAGEN
33
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
!&##
De ApIOS 1) stelt onduidelijke vragen (2 vragen in 1, geeft zelf antwoord) en vraagt
niet door 2) stelt duidelijke (open en gesloten) vragen en vraagt door, maar
onvolledig 3) stelt duidelijke (open en gesloten) vragen, vraagt volledig door en
herformuleert waar nodig 4) toont 3 en stelt vragen op juiste moment (trechter model: begin open en
ga naar gesloten) en geeft patiënt voldoende ruimte om te antwoorden (stilte)
2.5 BEGRIJPELIJK INFORMEREN EN ADVISEREN De ApIOS
1) geeft geen duidelijke informatie en advies en sluit niet aan bij de behoefte/niveau patiënt 2) geeft duidelijke informatie en advies, maar sluit niet aan bij de behoefte/niveau van patiënt 3) sluit met de informatie en advies (schriftelijke/mondeling) aan bij
behoefte/niveau van patiënt en betrekt de patiënt in de beslissing 4) toont 3 en vraagt wat de patiënt van de informatie en advies vindt en
geeft ruimte voor vragen
2.6 OVERDRAGEN EN VASTLEGGEN De ApIOS
1) zorgt niet voor overdracht en vastlegging van consult/ terhandstelling 2) zorgt voor mondelinge overdracht, maar legt deze niet vast 3) zorgt voor mondelinge overdracht en juiste wijze van vastlegging van consult/terhandstelling in het EPD 4) toont 3, let op privacy beleid en informeert patiënt over overdracht en verslaglegging
Totaal beoordeling competentie Communicatie
Positieve punten
Verbeterpunten
LITERATUUR: zelfzorghandboek KNMP, UA standaard # #
!%##
FORMULIER KORTE PRAKTIJK BEOORDELING EPA 3 (versie sept 2015)
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats
EPA nr.& naam: (frequentie)
EPA 3: Consult voeren naar aanleiding van een zelfzorgvraag van een patiënt met of zonder terhandstelling (1e jaar 1x, 2e jaar 1x)
Datum KPB .. / .. / …. Huidige opleidingsfase:
Jaar 1 Jaar 2 kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4
1. Competentie Farmaceutisch handelen
(1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau) 1 2 3 4 1.1 ANAMNESE: De ApIOS stelt de juiste vragen aan de patiënt (WHAM) om
de zorgvraag in behandeling te nemen. 1.2 ANAMNESE: De ApIOS is in staat de relevante gegevens uit
patiëntendossier of van andere zorgverleners te achterhalen en interpreteren.
1.3 ANALYSE: De ApIOS beoordeelt alle patiëntengegevens in relatie tot de zorgvraag (effectiviteit, veiligheid, geneesmiddel-gerelateerde problemen, dosering) en neemt een juiste beslissing.
1.4 ANALYSE: De ApIOS maakt een juiste keuze binnen het handverkoopassortiment.
1.5 BEHANDELING: De ApIOS is in staat tot goede begeleiding door het geven van informatie, uitleg, advies en bespreking met de patiënt/ diens vertegenwoordiger.
1.6 BEHANDELING: De ApIOS beheerst de vaardigheid voor het uitleggen van de toedieningswijzen van geneesmiddelen (bijv. oogdruppels) en gebruik van hulpmiddelen.
Totaal beoordeling competentie Farmaceutisch Handelen
2. Competentie Communicatie (1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau) 1 2 3 4
2.1 LUISTEREN De ApIOS
1) toont geen aandachtgevend gedrag 2) toont aandachtgevend gedrag 3) toont 2 en parafraseert en/of vat samen wat patiënt gezegd heeft 4) toont 3 en laat door verbale reactie (direct of later) merken dat
geluisterd is
2.2 INLEVEN De ApIOS
1) gaat niet in op beleving van ander of vult alle beleving in; non -verbaal niet empatisch
2) gaat wel op beleving in, maar op zichzelf betrokken of gericht op de feiten
3) gaat dieper op beleving in gericht op de ander 4) toont 3 en reageert ook op non-verbaal gedrag
2.3 STRUCTUUR De ApIOS
1) geeft geen structuur aan het gesprek 2) kondigt ieder nieuw onderdeel aan in het gesprek 3) toont 2 in een logische volgorde met evenwichtige tijdsbesteding 4) toont 3 en heeft leiding over het gesprek (haalt aandacht terug als nodig)
2.4 VRAGEN STELLEN EN DOORVRAGEN
34
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
FORMULIER KORTE PRAKTIJK BEOORDELING EPA 7 (versie sept 2015)
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats
EPA nr.& naam: (frequentie)
EPA 7: Uitvoeren van een farmacotherapeutische anamnese bij een risicopatiënt als onderdeel van de medicatiebeoordeling (1e jaar 1x, 2e jaar 1x)
Datum KPB .. / .. / …. Huidige opleidingsfase:
Jaar 1 Jaar 2 kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4
1. Competentie Farmaceutisch handelen
(1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau) 1 2 3 4 1.1 INTAKE: De ApIOS is in staat de verwachtingen, ervaring, zorgen en
motivatie van het geneesmiddelengebruik van de patiënt te achterhalen. 1.2 INTAKE: De ApIOS is in staat de zorgvraag van de patiënt te achterhalen
(wat wil de patiënt bespreken? Bijv. patiënt wil minder medicijnen of heef t specifieke vragen).
1.3 ANAMNESE De ApIOS vraagt (potentiele) klachten, problemen en aandoeningen uit. [potentiele onderbehandeling]
1.4 ANAMNESE: De ApIOS is in staat de effectiviteit van de geneesmiddelen te achterhalen.
1.5 ANAMNESE: De ApIOS is in staat de veiligheid van geneesmiddelen te achterhalen (bijwerkingen, contra-indicaties, interacties).
1.6 ANAMNESE: De ApIOS vraagt het gebruik van zelfzorg- of kruidengeneesmiddelen uit.
1.7 ANAMNESE: De ApIOS vraagt (praktische) problemen m.b.t. de medicatie (uit).
1.8 ANAMNESE: De ApIOS is in staat daadwerkelijk gebruik (therapietrouw) en evt. reden van afwijken van gebruik te achterhalen.
1.9 INFORMATIE: De ApIOS geeft juiste (mondeling en schriftelijk) informatie, uitleg, advies aan patiënt of diens mantelzorger/vertegenwoordiger.
Totaal beoordeling competentie Farmaceutisch Handelen
2. Competentie Communicatie (1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau) 1 2 3 4
2.1 INTRODUCTIE De ApIOS
1) geeft geen duidelijk begin van het gesprek 2) geeft introductie van zichzelf 3) toont 2 + tijdaanduiding en doel 4) toont 3 en checkt of het is begrepen
2.2 LUISTEREN De ApIOS
1) toont geen aandachtgevend gedrag 2) toont aandachtgevend gedrag 3) toont 2 en parafraseert en/of vat samen wat patiënt gezegd heeft 4) toont 3 en laat door verbale reactie (direct of later) merken dat
geluisterd is
2.3 INLEVEN De ApIOS
1) gaat niet in op beleving van ander of vult alle beleving in; non-verbaal niet empatisch
2) gaat wel op beleving in, maar op zichzelf betrokken of gericht op de feiten
3) gaat dieper op beleving in gericht op de ander
35
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
() ##
4) toont 3 en reageert ook op non-verbaal gedrag
2.4 STRUCTUUR De ApIOS
1) geeft geen structuur aan het gesprek 2) kondigt ieder nieuw onderdeel aan in het gesprek 3) toont 2 in een logische volgorde met evenwichtige tijdsbesteding *+ toont 3 en heeft leiding over het gesprek (haalt aandacht terug als
nodig)#
2.5 VRAGEN STELLEN EN DOORVRAGEN De ApIOS
1) stelt onduidelijke vragen (2 vragen in 1, geeft zelf antwoord) en vraagt niet door
2) stelt duidelijke (open en gesloten) vragen en vraagt door, maar onvolledig
3) stelt duidelijke (open en gesloten) vragen, vraagt volledig door en herformuleert waar nodig
4) toont 3 en stelt vragen op juiste moment (trechter model: begin open en ga naar gesloten) en geeft patiënt voldoende ruimte om te antwoorden (stilte)
2.6 BEGRIJPELIJK INFORMEREN EN ADVISEREN De ApIOS
1) geeft geen duidelijke informatie en advies en sluit niet aan bij de behoefte/niveau patiënt
2) geeft duidelijke informatie en advies, maar sluit niet aan bij de behoefte/niveau van patiënt
3) sluit met de informatie en advies (schriftelijke/mondeling) aan bij behoefte/niveau van patiënt en betrekt de patiënt in de beslissing
4) toont 3 en vraagt wat de patiënt van de informatie en advies vindt en geeft ruimte voor vragen
2.7 AFSLUITING De ApIOS
1) geeft aan WAT hij gaat doen en evt. met WIE 2) toont 1 en geeft ook aan WANNEER de patiënt terugkoppeling krijgt 3) toont 2 en let op privacy *+ toont 3, checkt of dit is begrepen en geeft patiënt ruimte tot het geven van feedback#
2.8 OVERDRAGEN EN VASTLEGGEN De ApIOS
1) zorgt niet voor overdracht en vastlegging van farmacotherapeutische anamnese 2) zorgt voor mondelinge overdracht, maar legt deze niet vast 3) zorgt voor mondelinge overdracht en juiste wijze van vastlegging van farmacotherapeutische anamnese in het EPD 4) toont 3, let op privacy beleid en informeert patiënt over overdracht en verslaglegging
Totaal beoordeling competentie Communicatie
Positieve punten
Verbeterpunten
36
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
(, ##
FORMULIER KORTE PRAKTIJK BEOORDELING EPA 9 (versie sept 2015)
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats
EPA nr.& naam: (frequentie)
EPA 9: Consult voeren met patiënt over de farmacotherapie bij ontslag uit ziekenhuis of andere zorginstelling (2e jaar 1x)
Datum KPB .. / .. / …. Huidige opleidingsfase:
Jaar 1 Jaar 2 kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4
1. Competentie Farmaceutisch handelen
(1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau) 1 2 3 4 1.1 ANAMNESE: De ApIOS stelt de juiste vragen aan de patiënt (wijzigingen
in medicatie sinds opname, verificatie medicatie). 1.2 ANAMNESE: De ApIOS is in staat de relevante gegevens van het ontslag
te achterhalen (ontslagrecept/formulier) en deze te interpreteren in relatie tot de gegevens uit het patiëntendossier en van eventueel andere zorgverlene rs.
1.3 ANAMNESE: De ApIOS vraagt (praktische) problemen m.b.t. de medicatie (uit).
1.4 ANALYSE: De ApIOS beoordeelt alle patiëntengegevens in relatie tot de medicatie (effectiviteit, veiligheid, geneesmiddel-gerelateerde problemen, dosering) en neemt een juiste beslissing.
1.5 BEHANDELING: De ApIOS is in staat tot goede begeleiding door het geven van informatie, uitleg, advies en bespreking met de patiënt of diens vertegenwoordiger.
Totaal beoordeling competentie Farmaceutisch Handelen
2. Competentie Communicatie (1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau) 1 2 3 4
2.1 INTRODUCTIE De ApIOS
1) geeft geen duidelijk begin van het gesprek 2) geeft introductie van zichzelf 3) toont 2 + tijdaanduiding en doel 4) toont 3 en checkt of het is begrepen
2.2 LUISTEREN De ApIOS
1) toont geen aandachtgevend gedrag 2) toont aandachtgevend gedrag 3) toont 2 en parafraseert en/of vat samen wat patiënt gezegd heeft 4) toont 3 en laat door verbale reactie (direct of later) merken dat
geluisterd is
2.3 INLEVEN De ApIOS
1) gaat niet in op beleving van ander of vult alle beleving in; non-verbaal niet empatisch
2) gaat wel op beleving in, maar op zichzelf betrokken of gericht op de feiten
3) gaat dieper op beleving in gericht op de ander 4) toont 3 en reageert ook op non-verbaal gedrag
2.4 STRUCTUUR De ApIOS
1) geeft geen structuur aan het gesprek 2) kondigt ieder nieuw onderdeel aan in het gesprek 3) toont 2 in een logische volgorde met evenwichtige tijdsbesteding
37
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
(! ##
4) toont 3 en heeft leiding over het gesprek (haalt aandacht terug als nodig)
2.5 VRAGEN STELLEN EN DOORVRAGEN De ApIOS
1) stelt onduidelijke vragen (2 vragen in 1, geeft zelf antwoord) en vraagt niet door
2) stelt duidelijke (open en gesloten) vragen en vraagt door, maar onvolledig
3) stelt duidelijke (open en gesloten) vragen, vraagt volledig door en herformuleert waar nodig
4) toont 3 en stelt vragen op juiste moment (trechter model: begin open en ga naar gesloten) en geeft patiënt voldoende ruimte om te antwoorden (stilte)
2.6 BEGRIJPELIJK INFORMEREN EN ADVISEREN De ApIOS
1) geeft geen duidelijke informatie en advies en sluit niet aan bij de behoefte/niveau patiënt
2) geeft duidelijke informatie en advies, maar sluit niet aan bij de behoefte/niveau van patiënt
3) sluit met de informatie en advies (schriftelijke/mondeling) aan bij behoefte/niveau van patiënt en betrekt de patiënt in de beslissing
4) toont 3 en vraagt wat de patiënt van de informatie en advies vindt en geeft ruimte voor vragen
2.7 OVERDRAGEN EN VASTLEGGEN De ApIOS
1) zorgt niet voor vastlegging van ontslagmedicatie 2) zorgt voor ontslagrecept/formulier, maar legt deze niet vast in het EPD 3) zorgt voor ontslagrecept/formulier en juiste wijze van vastlegging in het
EPD 4) toont 3, let op privacy beleid en informeert patiënt over overdracht en
verslaglegging
Totaal beoordeling competentie Communicatie
Positieve punten
Verbeterpunten
38
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
FORMULIER KORTE PRAKTIJK BEOORDELING EPA 16 (versie sept 2015)
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats
EPA nr.& naam: (frequentie)
EPA 16: Voeren van een intakegesprek met een nieuwe of incidentele patiënt (1e jaar 1x)
Datum KPB .. / .. / …. Huidige opleidingsfase:
Jaar 1 Jaar 2 kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4
1. Competentie Farmaceutisch handelen
(1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau) 1 2 3 4 1.1 ANAMNESE: De ApIOS is in staat relevante gegevens voor het
patiëntendossier bij de patiënt te achterhalen (administratief, patiënten kenmerken (DM, COPD, CVRM), alle gebruikte farmaceutische middelen, leefgewoonten) eventueel d.m.v. een intake formulier.
1.2 ANAMNESE: De ApIOS vraagt met inachtneming van de privacy patiëntgegevens op bij andere zorgverleners.
1.3 VASTLEGGING: De ApIOS is in staat alle gegevens op de juiste plek in het patiëntendossier vast te leggen.
1.4 INFORMATIE: De ApIOS geeft juiste (mondeling en schriftelijk) informatie, uitleg, advies over inschrijving en de privacy aan patiënt of diens vertegenwoordiger.
Totaal beoordeling competentie Farmaceutisch Handelen
2. Competentie Communicatie (1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau) 1 2 3 4
2.1 INTRODUCTIE De ApIOS
1) geeft geen duidelijk begin van het gesprek 2) geeft introductie van zichzelf 3) toont 2 + tijdaanduiding en doel 4) toont 3 en checkt of het is begrepen
2.2 LUISTEREN De ApIOS
1) toont geen aandachtgevend gedrag 2) toont aandachtgevend gedrag 3) toont 2 en parafraseert en/of vat samen wat patiënt gezegd heeft 4) toont 3 en laat door verbale reactie (direct of later) merken dat er
geluisterd is
2.3 INLEVEN De ApIOS
1) gaat niet in op beleving van ander of vult alle beleving in; non-verbaal niet empatisch
2) gaat wel op beleving in, maar op zichzelf betrokken of gericht op de feiten
3) gaat dieper op beleving in gericht op de ander 4) toont 3 en reageert ook op non-verbaal gedrag
2.4 STRUCTUUR De ApIOS
1) geeft geen structuur aan het gesprek 2) kondigt ieder nieuw onderdeel aan in het gesprek 3) toont 2 in een logische volgorde met evenwichtige tijdsbesteding 4) toont 3 en heeft leiding over het gesprek (haalt aandacht terug als
nodig)
39
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
2.5 VRAGEN STELLEN EN DOORVRAGEN De ApIOS
1) stelt onduidelijke vragen (2 vragen in 1, geeft zelf antwoord) en vraagt niet door
2) stelt duidelijke (open en gesloten) vragen en vraagt door, maar onvolledig
3) stelt duidelijke (open en gesloten) vragen, vraagt volledig door en herformuleert waar nodig
4) toont 3 en stelt vragen op juiste moment (trechter model: begin open en ga naar gesloten) en geeft patiënt voldoende ruimte om te antwoorden (stilte)
2.6 BEGRIJPELIJK INFORMEREN EN ADVISEREN De ApIOS
1) geeft geen duidelijke informatie en advies en sluit niet aan bij de behoefte/niveau patiënt
2) geeft duidelijke informatie en advies, maar sluit niet aan bij de behoefte/niveau van patiënt
3) sluit met de informatie en advies (schriftelijke/mondeling) aan bij behoefte/niveau van patiënt en betrekt de patiënt in de beslissing
4) toont 3 en vraagt wat de patiënt van de informatie en advies vindt en geeft ruimte voor vragen
2.7 OVERDRAGEN EN VASTLEGGEN De ApIOS
1) zorgt niet voor vastlegging van patiëntgegevens 2) zorgt voor vastlegging op intakeformulier, maar legt deze niet vast in
EPD 3) zorgt voor juiste wijze van vastlegging van patiëntgegevens in het EPD 4) toont 3, let op privacy beleid en informeert patiënt over overdracht en
verslaglegging
Totaal beoordeling competentie Communicatie
Positieve punten
Verbeterpunten
40
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
35
FORMULIER DOSSIERBEOORDELING EPD versie september 2015-006
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats
EPA nr.& naam: (frequentie)
" EPA 5: Signaleren, analyseren, afhandelen, vastleggen en evalueren van farmacotherapie gerelateerde problemen bij een individuele patiënt als onderdeel van de medicatiebewaking (zie de checklist kennis en vaardigheden) (1e jaar 4x; 2e jaar 3x)
Datum dossierbeoordeling: .. / .. / …. Huidige opleidingsfase:
" Jaar 1 " Jaar 2 " kwartaal 1 " kwartaal 2 " kwartaal 3 " kwartaal 4
(1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau, nvt= niet van toepassing) 1 2 3 4 nvt
1. Competentie Farmaceutisch handelen 1.1 De ApIOS signaleert farmacotherapie gerelateerde problemen (FTP’s)
met behulp van geautomatiseerde medicatiebewakingsmodules en door waakzaamheid bij patiëntenkenmerken en geneesmiddelen die een verhoogd risico op FTP’s hebben.
" " " " "
1.2 De ApIOS is in staat relevante en actuele gegevens van de patiënt te achterhalen in het EPD van het apotheekinformatiesysteem, het LSP of eventuele andere patiëntendossiers om een FTP goed te kunnen analyseren.
" " " " "
1.3 De ApIOS beoordeelt op basis van de verzamelde gegevens of het FTP kan leiden tot schade of ongemak bij de patiënt of tot een verminderde effectiviteit van het farmaceutische product.
" " " " "
1.4 De ApIOS overweegt bij de afhandeling van een FTP de volgende opties: stoppen geneesmiddel, vervangen geneesmiddel, toevoegen geneesmiddel, aanpassen dosering/doseerschema, monitoring, geen aanpassing behandeling of (verdergaand) instrueren van de patiënt.
" " " " "
1.5 De ApIOS handelt het FTP volgens de vastgestelde optie op de juiste manier af. " " " " "
1.6 De ApIOS evalueert of alle FTP’s zijn gesignaleerd en deze juist zijn geanalyseerd en afgehandeld. " " " " "
Totaal beoordeling competentie Farmaceutisch handelen " " " " 3. Competentie Samenwerking 3.1 De ApIOS overlegt effectief en doelmatig met (leden van) het
apotheekteam en de voorschrijver. " " " " "
Totaal beoordeling competentie Samenwerking " " " " 4. Competentie Kennis en wetenschap 4.1 De ApIOS heeft kennis van de opbouw van het patiëntendossier (bijv.
zorgregistratiedossier (ZRS), SOEP codering, LSP). " " " " "
4.2 De ApIOS beschouwt de afhandelingsadviezen met achtergrondinformatie van de medicatiebewakingsmodule kritisch.
" " " " "
4.3 De ApIOS raadpleegt andere informatiebronnen indien geen of onvoldoende afhandelingsadviezen in de medicatiebewakingsmodule beschikbaar zijn.
" " " " "
4.4 De ApIOS draagt kennis en vaardigheden over aan apotheekmedewerkers, stagiaires, en apothekersassistenten in opleiding.
" " " " "
Totaal beoordeling competentie Kennis en wetenschap " " " " " 6. Competentie Organisatie
41
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
36
6.1 De ApIOS documenteert de relevante en actuele gegevens van de patiënt op de juiste wijze in het EPD. " " " " "
6.2 De ApIOS legt de informatie over de uitgevoerde medicatiebewaking volledig en eenduidig vast in het EPD. " " " " "
Totaal beoordeling competentie Organisatie " " " " Positieve punten
Verbeterpunten
42
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
37
FORMULIER DOSSIERBEOORDELING MEDICATIE-ANALYSE versie september 2015-002-def
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats EPA nr.& naam: (frequentie)
" EPA 6: Uitvoeren van een medicatieanalyse bij een risicopatiënt als onderdeel van de medicatiebeoordeling (1e jaar 10x; 2e jaar 2x)
Datum DB-MA: .. / .. / …. Huidige opleidingsfase:
" Jaar 1 " Jaar 2 " kwartaal 1 " kwartaal 2 " kwartaal 3 " kwartaal 4
(1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau, nvt= niet
van toepassing) 1 2 3 4 nvt 1. Competentie Farmaceutisch handelen 1.1 De ApIOS bezit kennis om specifieke patiënten te begeleiden " " " " " 1.2 De ApIOS is in staat risicopatiënten te selecteren " " " " " 1.3 De ApIOS is in staat de relevante gegevens van de patiënt te
verzamelen uit het apotheekinformatiesysteem " " " " "
1.4 De ApIOS is in staat de relevante gegevens van de patiënt te verzamelen bij de betrokken artsen " " " " "
1.5 De ApIOS is in staat de relevante gegevens van de patiënt te verzamelen bij de patiënt of diens mantelzorger " " " " "
1.6 De ApIOS is in staat de gegevens van de patiënt te beoordelen in het kader van een beoordeling van de farmacotherapie " " " " "
1.7 De ApIOS prioriteert de gevonden farmacotherapie gerelateerde problemen (FTP’s) op de juiste wijze " " " " "
1.8 De ApIOS formuleert de juiste adviezen ten behoeve van een verbetering van de farmacotherapie bij de patiënt bij de gevonden FTP’s
" " " " "
Totaal beoordeling competentie Farmaceutisch Handelen " " " " 3. Competentie Samenwerking 3.1 De ApIOS stelt samen met de voorschrijver en/of andere
zorgverlener een farmacotherapeutisch behandelplan (FTP) op ten behoeve van een verbetering van de farmacotherapie bij de patiënt
" " " " "
3.2 De ApIOS werkt bij de begeleiding van de patiënt en de uitvoering van het FBP samen met het apotheekteam " " " " "
Totaal beoordeling competentie Samenwerking " " " " 4. Competentie Kennis en Wetenschap 4.1 De ApIOS heeft kennis van professionele richtlijnen, standaarden
en medisch-farmaceutische bronnen " " " " "
4.2 De ApIOS past professionele richtlijnen, standaarden en medisch-farmaceutische bronnen op de juiste wijze toe. " " " " "
Totaal beoordeling competentie Kennis en Wetenschap " " " " Positieve punten
44
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
39
FORMULIER DOSSIER BEOORDELING FBP EPA 8 Criteria voor het beoordelen van een Farmacotherapeutisch BehandelPlan (FBP) (versie september 2015-004)
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats EPA nr.& naam: (frequentie)
EPA 8: Uitvoeren van een medicatiebeoordeling bij een risicopatiënt (1e jaar 1x, 2e jaar 1x)
Datum dossierbeoordeling: .. / .. / …. Huidige opleidingsfase:
" Jaar 1 " Jaar 2 " kwartaal 1 " kwartaal 2 " kwartaal 3 " kwartaal 4
(1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau, nvt=niet van toepassing)
1 2 3 4 nvt
1. Competentie Farmaceutisch handelen De ApIOS,
1.1. Heeft de algemene kenmerken (zoals leeftijd, geslacht, woonsituatie, sociale omgeving) van de patiënt geanonimiseerd weergegeven. " " " " "
1.2. Heeft een overzicht van alle aandoeningen/episodes weergegeven (op basis van wat beschikbaar is). " " " " "
1.3. Heeft een overzicht van laboratoriumwaarden en onderzoekswaarden (o.a. bloeddruk, polsfreq, CVRM risicoscore, BMI) weergegeven (op basis van wat beschikbaar is).
" " " " "
1.4. Heeft een overzicht van de actuele medicatie weergegeven met daadwerkelijk gebruik door de patiënt. " " " " "
1.5. Heeft de belangrijkste uitkomsten uit de farmacotherapeutische anamnese met de patiënt (en/of verzorger of mantelzorger) weergegeven.
" " " " "
1.6. Heeft een overzicht weergegeven waarin alle aandoeningen, klachten/problemen, lab- en onderzoekswaarden en actuele medicatie zijn geordend en gekoppeld.
" " " " "
1.7. Heeft bij elke aandoening een klinisch behandeldoel geformuleerd en laat hierbij zien dat hij of zij begrip heeft van het uiteindelijke doel van de behandeling.
" " " " "
1.8. Heeft in het farmacotherapeutisch behandelplan (FBP) farmacotherapiegerelateerde problemen (FTPs) geformuleerd. " " " " "
1.9. Heeft voor elke FTP een plan/interventie geformuleerd. " " " " " 1.10. Laat zien dat hij of zij de verschillende farmacotherapiegerelateerde
problemen (FTPs) kan interpreteren en combineren. " " " " " 1.11. Laat zien dat hij of zij inzicht heeft in de ziektebeelden (klachtenpatroon,
prognose, behandeling), hoe deze zich tot elkaar en tot de farmacotherapie verhouden.
" " " " "
1.12. Weet de laboratorium- en onderzoekswaarden op de juiste manier te interpreteren met betrekking tot de farmacotherapie. " " " " "
1.13. Heeft de informatie en/of argumentatie van de huisarts bij het opstellen van het FBP beschreven en meegenomen. " " " " "
1.14. Heeft een prioritering aangegeven in het behandelplan. " " " " " 1.15. Is bij het prioriteren uitgegaan van de patiënt. " " " " " 1.16. Heeft bij de prioritering op basis van alle verzamelde gegevens logische
keuzes gemaakt. " " " " " 1.17. Heeft duidelijk gemaakt welke interventies doorgevoerd worden en welke
niet en heeft de interventies die niet worden doorgevoerd duidelijk beargumenteerd.
" " " " "
1.18. Heeft een vervolgtraject (follow-up) geformuleerd voor uitvoering en evaluatie van de interventies in het behandelplan. " " " " "
45
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
40
1.19. Heeft de vervolgacties specifiek (wie, wat, wanneer en hoe), rationeel (motivatie) en realistisch (tijdsplanning) geformuleerd. " " " " "
1.20. Heeft de vervolgacties uitgevoerd. En zo niet, dan heeft de ApIOS dit beargumenteerd. " " " " "
1.21. Heeft aangegeven wat de uitkomsten van (een aantal van) de interventies in het FBP zijn. " " " " "
1.22. Heeft de ervaringen van de patiënt tijdens en/of na het uitvoeren van (een aantal) interventies in het FBP duidelijk weergegeven. " " " " "
Totaal beoordeling competentie Farmaceutisch Handelen " " " " "
3. Competentie Samenwerking De ApIOS, 3.1. Werkt samen met apotheekmedewerkers bij de verwerving van informatie
ten behoeve van de medicatiebeoordeling. " " " " "
3.2. Werkt samen met de voorschrijver teneinde noodzakelijke informatie te verkrijgen ten behoeve van de medicatiebeoordeling.
" " " " "
3.3. Bespreekt op adequate wijze de gevonden farmacotherapiegerelateerde problemen (FTPs) en bijpassende adviezen in het kader van het farmacotherapeutisch behandelplan (FBP) met de huisarts.
" " " " "
3.4. Maakt heldere afspraken met de huisarts over de te nemen acties en de monitoring van de afspraken.
" " " " "
3.5. Verwijst tijdig en adequaat, indien noodzakelijk tijdens het beoordelingsproces.
" " " " "
Totaal beoordeling competentie Samenwerking " " " " " 4. Competentie Kennis en Wetenschap De ApIOS, 4.1 Laat zien evidence-based richtlijnen voor de farmacotherapeutische
behandeling van ziekten die relevant zijn voor de betreffende patiënt te kennen.
" " " " "
Totaal beoordeling competentie Kennis en Wetenschap " " " " " 6. Competentie Organisatie De ApIOS, 6.1. Organiseert dat de medicatiebeoordeling effectief en doelmatig binnen de apotheekorganisatie wordt uitgevoerd.
" " " " "
Totaal beoordeling competentie Organisatie " " " " "
Positieve punten
Verbeterpunten
46
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
41
Criteria voor het beoordelen van een Case report
Te gebruiken als: →toetsinstrument voor de beoordeling door een mede-‐cursist, werkgroep docent of externe
beoordelaar →checklist bij het opstellen van een case report voor cursist zelf
Beoordelingsschaal: 1=onvoldoende, 2=voldoende
De onderdelen gemarkeerd met* zijn essentieel voor het verkrijgen van een voldoende.
Naam apotheker: Naam apotheek: Groepsnummer: Datum starten opleiding: Volgnummer case report: Versie: Datum van inleveren: Datum van beoordeling:
A. Gegevensverzameling, medicatieverificatie en farmacotherapeutische anamnese
on-‐voldoende
voldoende
1=onvoldoende, 2=voldoende
1. Zijn algemene kenmerken (zoals leeftijd, geslacht, woonsituatie, sociale omgeving) van de patiënt geanonimiseerd weergegeven?*
2. Is een overzicht van alle aandoeningen/episodes weergegeven?*
3. Is bij elke aandoening/episode een begindatum(?) weergegeven? of deze actueel zijn?
4. Is een overzicht van laboratoriumwaarden en onderzoekswaarden (o.a. bloeddruk, polsfreq, CVRM risicoscore, BMI) gegeven? *
5. Is per laboratorium-‐ en onderzoekswaarde duidelijk op welke datum deze gemeten is?
6. Staat bij de medische gegevens (episodelijst, lab-‐ en onderzoekswaarden) een bronvermelding? Staan bij de laboratoriumwaarden de specifieke referentiewaarden van het laboratorium vermeld. (Als deze afwijkend of variabel zijn)
7. Is een overzicht van de actuele medicatie weergegeven met daadwerkelijk gebruik door de patiënt?* Wijkt dit af van de gegevens die in de apotheek bekend zijn of bij de voorschrijver bekend zijn?
8. Is weergegeven of er zelfzorgmedicatie wordt gebruikt en zo ja, welke, met welke reden, wanneer, hoe vaak en of het effectief is?
9. Is weergegeven of er sprake is van allergieën en/of intoleranties? Met wat voor klinische verschijnselen bij gebruik, hoe ernstig dit was en hoe lang geleden?
47
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
42
10. Wordt relevante informatie uit de medicatiehistorie genoemd? (tijdelijke medicatie, medicatie gestopt, reden van stoppen, wijzigen dosering, reden van wijziging, etc)
11. Wordt er verslag gedaan van het gesprek met de patiënt (en/of verzorger of mantelzorger) waarin alle punten en doelen van de farmacotherapeutische anamnese besproken zijn of die gemotiveerd niet besproken zijn ?*
12. Is weergegeven welke effecten de patiënt ervaart van zijn of haar medicatie (doorgevraagd, details weergegeven in het verslag)? Is er actief gevraagd naar te verwachten effecten van de medicatie? Laat de apotheker zien dat hij of zij begrip heeft van de effecten van de medicatie op de patiënt?
13. Wordt duidelijk of de patiënt bijwerkingen ondervindt? (doorgevraagd, details weergegeven in het verslag)? Zijn veelvoorkomende bijwerkingen nagevraagd en weergegeven in het verslag? Laat de apotheker zien dat hij of zij begrip heeft van de mogelijke bijwerkingen van de medicatie op de patiënt?
14. Wordt duidelijk hoe de patiënt zijn/haar medicatie gebruikt?
15. Wordt duidelijk in welke mate de patiënt gemotiveerd is de medicatie te gebruiken?
16. Wordt duidelijk of de patiënt zorgen heeft over zijn/haar medicatiegebruik?
17. Zijn de verwachtingen van de patiënt over zijn/haar medicatie duidelijk?
18. Zijn veelvoorkomende klachten en symptomen nagevraagd en vermeld: pijn, kortademigheid, stemming, duizeligheid, vallen, vermoeidheid en slaapstoornissen.
19. Is er een literatuurlijst aanwezig?*
20. Wordt in tekst gerefereerd naar de bijbehorende, relevante literatuur?
21. Is de gebruikte literatuur voldoende actueel en is dit van voldoende (wetenschappelijk) niveau? Is de belangrijkste relevante literatuur gebruikt voor het case report?
Totaal beoordeling gegevensverzameling en farmacotherapeutische anamnese
aantal essentieel (n=6) 0 0
aantal niet-‐essentieel (n=15) 0 0
De onderdelen gemarkeerd met* zijn essentieel voor het verkrijgen van een voldoende.
B. Farmacotherapeutische analyse on-‐ voldoende voldoende
De score “voldoende” wordt gegeven indien de apotheker bij onderstaande punten laat zien dat hij of zij op voldoende kwalitatief niveau een farmacotherapeutische analyse kan uitvoeren waarbij deze patiënt centraal staat. De apotheker laat zien dat hij of zij patiënt gericht kan denken en klinisch kan redeneren waarbij hij of zij onderstaande punten verantwoordt en motiveert, afwegingen maakt en beargumenteerd en waar nodig verschillende factoren integreert. Het uitsluitend vermelden van onderstaande punten is onvoldoende.
1=onvoldoende, 2=voldoende 1 2
1. Is een overzicht weergegeven waarin alle aandoeningen, klachten/problemen, lab-‐ en onderzoekswaarden, behandeldoelen en actuele medicatie zijn geordend en gekoppeld?*
2. Is bij elke aandoening een klinisch behandeldoel geformuleerd? Laat de apotheker hierbij zien dat hij of zij begrip heeft van het uiteindelijke doel van de behandeling?
48
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
43
3. Is voor elke aandoening weergegeven hoe deze doelmatig zou moeten worden behandeld en hoe deze zou moeten worden behandeld volgens de geldende richtlijnen en gemotiveerd op welke punten hiervan wordt afgeweken?
4. Is voor elke aandoening nagegaan of/in hoeverre er sprake is van onderbehandeling?*
5. Is voor elk geneesmiddel nagegaan of er sprake is van overbehandeling? en is dit gemotiveerd? *
6. Is voor alle aandoeningen, klachten en geneesmiddelen nagegaan of deze voldoende effectief worden behandeld met farmacotherapie? *
7. Is bij een potentiele bijwerking beargumenteerd in hoeverre er een mogelijk verband bestaat met een geneesmiddel die de patiënt gebruikt? (BAT-‐ methode) *
8. Is gecontroleerd op aanwezigheid van mogelijke geneesmiddel-‐ geneesmiddel interacties en contra-‐indicaties? En indien aanwezig, is de klinische relevantie van de interactie of contra-‐indicatie beargumenteerd? *
9. Is gecontroleerd in hoeverre er bij risico op een bijwerking, een interactie of een contra-‐indicatie, de benodigde monitoring wordt uitgevoerd? *
10. Is gecontroleerd of er geneesmiddelen gecontra-‐indiceerd zijn bij de nierfunctie van de patiënt? Of dat de dosering juist is bij de nierfunctie van de patiënt?
11. Is gecontroleerd en beargumenteerd of bij alle geneesmiddelen de optimale dosering wordt gebruikt? (passend bij indicatie, effectieve dosering, veilige dosering, gebruiksgemak) *
12. Is nagegaan in hoeverre de toedieningsweg en toedieningsvorm het meest gemakkelijk en meest effectief is voor de patiënt?
13. Is nagegaan of het geneesmiddelgebruik gemakkelijker kan voor de patiënt?
14. (oa. doseerfrequentie, formulering, hulpmiddelen). Laat de apotheker zien dat hij of zij patiënt gericht kan denken. *
15. Zijn per onderdeel in de analyse de relevante FTPs geformuleerd? Laat de apotheker zien dat hij of zij een goede afweging kan maken of het FTP voor deze patiënt wel of niet relevant is?
16. Zijn de benoemde FTPs beargumenteerd? Laat de apotheker zien dat hij of zij de verschillende problemen kan interpreteren en combineren? *
17. Laat de apotheker zien dat hij of zij inzicht heeft in de ziektebeelden (klachtenpatroon, prognose, behandeling), hoe deze zich tot elkaar verhouden en tot de farmacotherapie?*
18. Weet de apotheker de laboratorium-‐ en onderzoekswaarden op de juiste manier te interpreteren met betrekking tot de farmacotherapie?
Totaal beoordeling gegevensverzameling en farmacotherapeutische analyse
aantal essentieel (n=11) 0 0
aantal niet-‐essentieel (n=7) 0 0 De onderdelen gemarkeerd met* zijn essentieel voor het verkrijgen van een voldoende.
49
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
44
C. farmacotherapeutisch behandelplan (FBP) on-‐ voldoende voldoende
De score “voldoende” wordt gegeven indien de apotheker bij onderstaande punten laat zien dat hij of zij op voldoende kwalitatief niveau een farmacotherapeutisch behandelplan kan opstellen en kan uitvoeren waarbij de patiënt centraal staat. De apotheker laat zien dat hij of zij patiënt gericht kan denken en klinisch kan redeneren waarbij hij of zij onderstaande punten verantwoordt en motiveert, afwegingen maakt en beargumenteerd en waar nodig verschillende factoren integreert. Het uitsluitend vermelden van onderstaande punten is onvoldoende.
1 2 1. Komen alle relevante FTPs die in de analyse geformuleerd zijn terug in het behandelplan?
2. Zijn behandeldoelen geformuleerd per FTP?
3. Is voor elke FTP een plan/interventie geformuleerd?
4. Zijn de interventies voldoende onderbouwd, beargumenteerd en gemotiveerd, uitgaande van alle verzamelende gegevens, inclusief relevante literatuur?
5. Zijn er verschillende interventies waarbij een afweging is gemaakt tussen voor en nadelen van de interventie? Waarbij deze voor-‐ en nadelen zo veel mogelijk beargumenteerd, verantwoord en gemotiveerd zijn. En laat de apotheker zien hoe hij omgaat met onzekerheden? *
6. Wordt duidelijk welke interventies doorgevoerd worden en welke niet? Is voldoende onderbouwd en beargumenteerd in het geval een interventie niet wordt doorgevoerd?
7. Is de informatie van de huisarts bij het opstellen van het FBP beschreven en meegenomen in de afweging?
8. Is een prioritering aangegeven in het behandelplan?
9. Is bij het prioriteren uitgegaan van de patiënt? Laat de apotheker zijn verantwoording en motivatie zien bij deze prioritering?
10. Is beargumenteerd waarom voor de vermelde prioritering is gekozen? En is de prioritering op basis van alle verzamelde gegevens een logische keuze?
11. Wordt de patiënt voldoende betrokken bij het vaststellen van het behandelplan en de prioritering?
12. Is een vervolgtraject (follow-‐up) geformuleerd voor uitvoering en evaluatie van de interventies in het behandelplan? *
13. Zijn de geformuleerde vervolgacties voldoende specifiek (wie, wat, wanneer en hoe), rationeel (motivatie) en realistisch (tijdsplanning)?
14. Zijn de vervolgacties uitgevoerd? En zo niet, is dit beargumenteerd? * NB het is noodzakelijk dat er ook al vervolgacties zijn uitgevoerd omdat dit een essentieel onderdeel is van de medicatiebeoordeling. De apotheker wordt immers door middel van case reports getoetst op het uitvoeren van een medicatiebeoordeling.
15. Wat zijn de uitkomsten van de interventies in het FBP? * NB niet van alle interventie is het noodzakelijk dat er uitkomsten zijn. Wel is het noodzakelijk dat de apotheker laat zien dat er al uitkomsten zijn van het FBP
16. Wat zijn de ervaringen van de patiënt na en/of tijdens het uitvoeren van de interventies in het FBP? *
Totaal beoordeling gegevensverzameling en farmacotherapeutisch behandelplan (FBP)
aantal essentieel (n=5) 0 0
aantal niet-‐essentieel (n=11) 0 0
45
De onderdelen gemarkeerd met* zijn essentieel voor het verkrijgen van een voldoende.
D. Reflectie on-‐ voldoende voldoende
1=onvoldoende, 2=voldoende 1 2
1. Beschrijving ervaringen van de apotheker bij het doen van de farmacotherapeutische anamnese, de farmacotherapeutische analyse en het opstellen en uitvoeren van het FBP. *
2. Beschrijving van; wat ging er goed in dit proces?
3. Beschrijving: tevredenheid van de apotheker met het uiteindelijke FBP en de uitvoering en het resultaat daarvan?
4. Beschrijving van; wat ging er minder goed in dit proces en aan welk punt gaat de apotheker in de toekomst werken?
5. Beschrijving van de tips voor andere apothekers?
Totaal beoordeling gegevensverzameling en farmacotherapeutisch behandelplan (FBP)
aantal essentieel (n=1) 0 0 aantal niet-‐essentieel (n=4) 0 0
De onderdelen gemarkeerd met* zijn essentieel voor het verkrijgen van een voldoende.
50
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
45
De onderdelen gemarkeerd met* zijn essentieel voor het verkrijgen van een voldoende.
D. Reflectie on-‐ voldoende voldoende
1=onvoldoende, 2=voldoende 1 2
1. Beschrijving ervaringen van de apotheker bij het doen van de farmacotherapeutische anamnese, de farmacotherapeutische analyse en het opstellen en uitvoeren van het FBP. *
2. Beschrijving van; wat ging er goed in dit proces?
3. Beschrijving: tevredenheid van de apotheker met het uiteindelijke FBP en de uitvoering en het resultaat daarvan?
4. Beschrijving van; wat ging er minder goed in dit proces en aan welk punt gaat de apotheker in de toekomst werken?
5. Beschrijving van de tips voor andere apothekers?
Totaal beoordeling gegevensverzameling en farmacotherapeutisch behandelplan (FBP)
aantal essentieel (n=1) 0 0 aantal niet-‐essentieel (n=4) 0 0
De onderdelen gemarkeerd met* zijn essentieel voor het verkrijgen van een voldoende.
51
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
46
Totaal beoordeling Case reporton-‐
voldoende voldoende
aantal scores1 (=onvoldoende), aantal scores 2(=voldoende) 1 2
A. Totaal beoordeling gegevensverzameling en farmacotherapeutische anamnese
aantal essentiële criteria 0 0
aantal niet essentiële criteria 0 0B. Totaal beoordeling gegevensverzameling en farmacotherapeutische analyse
aantal essentiële criteria 0 0
aantal niet essentiële criteria 0 0C. Totaal beoordeling gegevensverzameling en farmacotherapeutisch behandelplan
aantal essentiële criteria 0 0
aantal niet essentiële criteria 0 0D. Totaal beoordeling reflectie
aantal essentiële criteria 0 0
aantal niet essentiële criteria 0 0
aantal %
Aantal essentiële criteria voldoende 0 0%NB voor een voldoende is het noodzakelijk dat alle 23 essentiële criteria voldoende gescoord zijn en dat hier een score van 100% gehaald wordt
onvoldoende
Aantal niet-‐essentiële criteria voldoende 0 0%
NB voor een voldoende is het noodzakelijk dat alle essentiële criteria voldoende gescoord zijn en dat voor de overige 37 criteria 50% als voldoende beoordeeld wordt.
onvoldoende
opmerkingen:
Totaal beoordeling case report
naam beoordelaar:
Het betreft een beoordeling door een:eigen beoordelingmede-‐cursist1e beoordeling docent2e beoordeling docentexterne beoordelaar
52
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
47
FORMULIER CASE BASED DISCUSSION versie september 2015-003-def
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats EPA nr.& naam: (frequentie)
! EPA 34: Verwerken van nieuwe informatie over geneesmiddelen voor overdracht aan assistenten en overige zorgverleners (1e jaar 1x)
Datum CBD: .. / .. / …. Huidige opleidingsfase:
! Jaar 1 ! Jaar 2 ! kwartaal 1 ! kwartaal 2 ! kwartaal 3 !
kwartaal 4 1. Beschrijf in beknopte bewoordingen op welke manier jij op de hoogte blijft van
de nieuwste medisch-farmaceutische ontwikkelingen. Welke bronnen gebruik jij?
2. Geef een korte beschrijving van een relevante ontwikkeling op het gebied van de
farmacotherapie die je bent tegengekomen in de wetenschappelijke (vak)literatuur. 3. Waar heb je op gelet bij het kritisch beoordelen van het artikel over deze relevante
ontwikkeling? 4. Beschrijf waarom en in welke mate de gevonden evidence bruikbaar is voor de
patiënten in jouw apotheek. 5. Wat zijn je conclusies en aanbevelingen voor de praktijk? Met wie deel je deze
informatie en wanneer?
53
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
48
6. Bespreek bovenstaande beschrijving met jouw opleider. Vraag feedback. Doe dat ook per relevante algemene competentie en ken hieronder een score voor deze competenties toe. Formuleer vervolgens concrete verbeterpunten.
(1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau, nvt=niet van toepassing)
1 2 3 4 nvt
Competenties 1. Farmaceutisch handelen ! ! ! ! ! 2. Communicatie ! ! ! ! ! 3. Samenwerking ! ! ! ! !
4. Kennis en wetenschap ! ! ! ! !
5. Maatschappelijk handelen ! ! ! ! ! 6. Organisatie ! ! ! ! ! 7. Professionaliteit ! ! ! ! ! Positieve punten
Verbeterpunten
54
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
!%##
FORMULIER MODELBRIEF EPA 14 (versie 2015-007) !
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats EPA nr. & naam: (frequentie)
EPA 14: Algemene schriftelijke voorlichting geven aan een groep van patiënten en leken (in 1e jaar 1x)
Datum modelbrief: .. / .. / …. Huidige opleidingsfase:
Jaar 1 Jaar 2 kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4
(1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau, nvt= niet van toepassing)
1 2 3 4 nvt
1. Competentie Farmaceutisch handelen 1.1 Alle relevante informatie is in de tekst aanwezig.
1.2 De tekst bevat geen overbodige informatie.
Totaal beoordeling competentie Farmaceutisch handelen
2. Competentie Communicatie 2.1 De tekst bevat een duidelijke beschrijving van het doel.
2.2 De opbouw en structuur van de tekst is logisch.
2.3 De tekst bevat een begrijpelijke samenvatting en/of duidelijke afronding.
2.4 De toon in de tekst past bij de doelgroep.
2.5 De tekst is geschreven in correct Nederlands (woordgebruik en taal).
Totaal beoordeling competentie Communicatie
4. Competentie Kennis en wetenschap 4.1 De ApIOS heeft de beschikbare informatie over het onderwerp van de
tekst kritisch beschouwd.
Totaal beoordeling competentie Kennis en wetenschap
5. Competentie Maatschappelijk handelen 5.1 De ApIOS houdt in de tekst rekening met relevante wettelijke bepalingen,
zoals de WGBO .
Totaal beoordeling competentie Maatschappelijk handelen
Positieve punten
Verbeterpunten
!#
55
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
FORMULIER MODELBRIEF EPA 21 (versie 2015-006)
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats EPA nr.& naam: (frequentie)
EPA 21: Opstellen of updaten van het kwaliteitshandboek ten behoeve van (her)certificering (In 1e jaar 1x, In 2e jaar 1x(
Datum modelbrief: .. / .. / …. Huidige opleidingsfase:
Jaar 1 Jaar 2 kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4
(1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau) Indien niet van toepassing dan de vakjes leeg laten
1 2 3 4 nvt
1. Competentie Farmaceutisch handelen 1.1 De ApIOS bezit adequate kennis over en inzicht in het onderwerp.
1.2 Alle relevante informatie is in het document aanwezig.
1.3 Het document bevat geen overbodige informatie.
Totaal beoordeling competentie Farmaceutisch Handelen
3. Competentie Samenwerking
3.1 De ApIOS overlegt effectief en doelmatig met (leden van) het apotheekteam en andere zorgverleners.
Totaal beoordeling competentie Samenwerking
4. Competentie Kennis en wetenschap
4.1 De ApIOS vindt snel de vereiste informatie.
4.2 De ApIOS beschouwt informatie kritisch. 4.3 De ApIOS draagt kennis en vaardigheden over aan
apotheekmedewerkers, stagiaires, en apothekersassistenten in opleiding .
Totaal beoordeling competentie Kennis en wetenschap
5. Competentie Maatschappelijk handelen 5.1 De ApIOS heeft bij het ontwikkelen van dit document rekening gehouden met maatschappelijke ontwikkelingen op het terrein van de volksgezondheid.
5.2 De ApIOS handelt volgens de relevante wettelijke regelgeving.
Totaal beoordeling competentie Maatschappelijk handelen
6. Competentie Organisatie
6.1 De ApIOS is in staat de diverse aspecten van kwaliteitszorg in de apotheek te organiseren en implementeren, een en ander in een goede balans met de dagelijkse patiëntenzorg.
6.2 De ApIOS organiseert verbetertrajecten op basis van kwaliteitsonderzoek.
6.3 De ApIOS past ondersteunende software toe voor het kwaliteitshandboek en de uitvoering van het kwaliteitsbeleid.
Totaal beoordeling competentie Organisatie
56
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
51
7. Competentie Professionaliteit 7.1 De ApIOS voert de kwaliteitszorg, waaronder aspecten met betrekking
tot personeel en organisatie, op integere, betrokken en oprechte wijze uit
! ! ! ! !
7.2 De ApIOS heeft inzicht in de grenzen van de eigen deskundigheid en mogelijkheden en is bekend met de deskundigheid van anderen. ! ! ! ! !
Totaal beoordeling competentie Professionaliteit ! ! ! ! !
Positieve punten
Verbeterpunten
57
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
FORMULIER MODELBRIEF EPA 27 (versie 2015-006)
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats
EPA nr.& naam:
(frequentie) EPA 27: Opstellen of updaten van een functiebeschrijving voor een medewerker (In 2e jaar 1x)
Datum modelbrief: .. / .. / …. Huidige opleidingsfase:
Jaar 1 Jaar 2 kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4
(1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau, nvt=niet van toepassing)
1 2 3 4 nvt
4. Competentie Kennis en wetenschap
4.1 De ApIOS vindt snel de vereiste informatie.
4.2 De ApIOS beschouwt informatie kritisch.
Totaal beoordeling competentie Kennis en wetenschap
5. Competentie Maatschappelijk handelen
5.1 De ApIOS handelt volgens de relevante wettelijke regelgeving.
Totaal beoordeling competentie Maatschappelijk handelen 6. Competentie Organisatie
6.1 De ApIOS is in staat de functiebeschrijving aan te passen, zodat deze past bij zowel de organisatie van en de zorg door de apotheek, als bij wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen.
6.2 De ApIOS heeft het vermogen om grondige afwegingen te maken t.a.v. de toewijzing van beschikbare middelen in het kader van de functiebeschrijving op basis van het nut voor de individuele patiënten en de bevolking.
Totaal beoordeling competentie Organisatie
7. Competentie Professionaliteit 7.1 De ApIOS voert de kwaliteitszorg, waaronder aspecten met betrekking
tot personeel en organisatie, op integere, betrokken en oprechte wijze uit.
7.2 De ApIOS heeft inzicht in de grenzen van de eigen deskundigheid en mogelijkheden en is bekend met de deskundigheid van anderen.
Totaal beoordeling competentie Professionaliteit
Positieve punten
Verbeterpunten
58
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
&+##
FORMULIER MODELBRIEF EPA 32 (versie 2015-006)
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats EPA nr.& naam: (frequentie)
EPA 32: Opstellen, uitvoeren en evalueren van een farmaceutisch patiëntenzorg project (in 2e jaar 1x)
Datum modelbrief: .. / .. / …. Huidige opleidingsfase:
Jaar 1 Jaar 2 kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4
(1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau, nvt=niet van toepassing)
1 2 3 4 nvt
1. Competentie Farmaceutisch handelen 1.1 De ApIOS bezit adequate kennis over en inzicht in het onderwerp van
het project.
Totaal beoordeling competentie Farmaceutisch Handelen
3. Competentie Samenwerking
3.1 De ApIOS werkt effectief en doelmatig met (leden van) het apotheekteam en andere zorgverleners samen.
3.2 De ApIOS draagt bij aan effectieve interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg.
Totaal beoordeling competentie Samenwerking
4. Competentie Kennis en wetenschap
4.1 De ApIOS vindt snel de vereiste informatie.
4.2 De ApIOS beschouwt informatie kritisch. 4.3 De ApIOS draagt kennis en vaardigheden over aan apotheekmedewerkers, stagiaires, en apothekersassistenten in opleiding.
Totaal beoordeling competentie Kennis en wetenschap
5. Competentie Maatschappelijk handelen
5.1 De ApIOS heeft bij dit project rekening gehouden met maatschappelijke ontwikkelingen op het terrein van de volksgezondheid.
5.2 De ApIOS draagt door dit project bij aan beleid dat de volksgezondheid en het geneesmiddelengebruik in het bijzonder gunstig beïnvloedt.
5.3 De ApIOS handelt volgens de relevante wettelijke regelgeving.
Totaal beoordeling competentie Maatschappelijk handelen 6. Competentie Organisatie
6.1 De ApIOS past op basis van het FPZ projectplan de organisatie van de apotheek en de zorg door de apotheek aan.
6.2 De ApIOS past ondersteunende informatietechnologie toe bij de uitvoering en ontwikkeling van de farmaceutische patiëntenzorg.
59
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
&!##
6.3 De ApIOS heeft het vermogen om grondige afwegingen te maken t.a.v. de toewijzing van middelen op basis van het nut voor de individuele patiënten en de bevolking.
Totaal beoordeling competentie Organisatie
7. Competentie Professionaliteit 7.1 De ApIOS voert het project, waaronder aspecten met betrekking tot
personeel en organisatie, op integere, betrokken en oprechte wijze uit.
7.2 De ApIOS heeft inzicht in de grenzen van de eigen deskundigheid en mogelijkheden en is bekend met de deskundigheid van anderen.
Totaal beoordeling competentie Professionaliteit
Positieve punten
Verbeterpunten
60
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
FORMULIER MODELBRIEF EPA 33 (versie 2015-006)
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats EPA nr.& naam: (frequentie)
EPA 33: Analyseren van grootschalige externe invloeden (SWOT analyse) (in 2e jaar 1x)
Datum modelbrief: .. / .. / …. Huidige opleidingsfase:
Jaar 1 Jaar 2 kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4
(1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau, nvt=niet van toepassing)
1 2 3 4 nvt
3. Competentie Samenwerking
3.1 De ApIOS overlegt effectief en doelmatig met (leden van) het apotheekteam en andere zorgverleners.
Totaal beoordeling competentie Samenwerking
4. Competentie Kennis en wetenschap
4.1 De ApIOS vindt snel de vereiste informatie.
4.2 De ApIOS beschouwt informatie kritisch.
Totaal beoordeling competentie Kennis en wetenschap
5. Competentie Maatschappelijk handelen
5.1 De ApIOS heeft bij de analyse rekening gehouden met maatschappelijke ontwikkelingen op het terrein van de volksgezondheid.
5.2 De ApIOS draagt bij aan beleid dat de volksgezondheid en het geneesmiddelengebruik in het bijzonder gunstig beïnvloedt.
5.3 De ApIOS houdt bij de analyse rekening met relevante wettelijke regelgeving.
Totaal beoordeling competentie Maatschappelijk handelen
6. Competentie Organisatie 6.1 De ApIOS evalueert de organisatie van de apotheek en de zorg door de apotheek in het licht van relevante wetenschappelijke en
maatschappelijke ontwikkelingen.
6.2 De ApIOS heeft het vermogen om grondige afwegingen te maken t.a.v. de toewijzing van middelen op basis van het nut voor de individuele patiënten en de bevolking.
Totaal beoordeling competentie Organisatie
7. Competentie Professionaliteit
7.1 De ApIOS voert de analyse, waaronder aspecten met betrekking tot personeel en organisatie, op integere, betrokken en oprechte wijze uit.
7.2 De ApIOS heeft inzicht in de grenzen van de eigen deskundigheid en mogelijkheden en is bekend met de deskundigheid van anderen.
Totaal beoordeling competentie Professionaliteit
62
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
FORMULIER MODELBRIEF EPA 36 (versie 2015-006)
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats EPA nr.& naam: (frequentie) EPA 36: Initiëren, uitvoeren en/of participeren in praktijkonderzoek (in 2e jaar 1x)
Datum modelbrief: .. / .. / …. Huidige opleidingsfase:
Jaar 1 Jaar 2 kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4
(1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau, nvt=niet van toepassing)
1 2 3 4 nvt
3. Competentie Samenwerking
3.1 De ApIOS werkt effectief en doelmatig met (leden van) het apotheekteam en andere zorgverleners samen.
3.2 De ApIOS draagt bij aan effectieve interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg.
Totaal beoordeling competentie Samenwerking
4. Competentie Kennis en wetenschap
4.1 De ApIOS vindt snel de vereiste informatie.
4.2 De ApIOS beschouwt informatie kritisch.
4.3 De ApIOS draagt kennis en vaardigheden over aan apotheekmedewerkers, stagiaires, en apothekersassistenten in opleiding .
Totaal beoordeling competentie Kennis en wetenschap
5. Competentie Maatschappelijk handelen 5.1 De ApIOS draagt bij aan beleid dat de volksgezondheid en het
geneesmiddelengebruik in het bijzonder gunstig beïnvloedt.
5.2 De ApIOS houdt bij het onderzoek rekening met de relevante wettelijke regelgeving .
Totaal beoordeling competentie Maatschappelijk handelen
6. Competentie Organisatie 6.1 De ApIOS kan verbeterpunten formuleren op basis van
wetenschappelijk onderzoek.
6.2 De ApIOS past ondersteunende informatietechnologie toe bij de uitvoering en ontwikkeling van het praktijkonderzoek.
Totaal beoordeling competentie Organisatie
7. Competentie Professionaliteit 7.1 De ApIOS voert het onderzoek, waaronder aspecten met betrekking tot
personeel en organisatie, op integere, betrokken en oprechte wijze uit.
7.2 De ApIOS heeft inzicht in de grenzen van de eigen deskundigheid en mogelijkheden en is bekend met de deskundigheid van anderen.
Totaal beoordeling competentie Professionaliteit
64
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
59
FORMULIER DOPS (DIRECTLY OBSERVED PREPARATION SKILLS)
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats EPA nr.& naam: (frequentie) EPA 18: Beoordelen van een aanvraag voor een apotheekbereiding (in 1e jaar 2x)
Datum DOPS: .. / .. / …. Huidige opleidingsfase:
! Jaar 1 ! Jaar 2 ! kwartaal 1 ! kwartaal 2 ! kwartaal 3 ! kwartaal 4
(1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau;
nvt=niet van toepassing) 1 2 3 4 nvt
1. Competentie Farmaceutisch handelen 1.1 De ApIOS beoordeelt of de voorgeschreven bereiding/aanpassing
rationeel is bij de kenmerken van de patiënt en betreffende aandoening. Daarbij voert de ApIOS de medicatiebewaking uit.
! ! ! ! !
1.2 De ApIOS beoordeelt of het product voldoende gebruiksvriendelijk is voor de patiënt ! ! ! ! !
1.3 De ApIOS beoordeelt de technische uitvoerbaarheid van de bereiding/aanpassing inclusief de veiligheid van de bereider.
! ! ! ! !
1.4 De ApIOS beoordeelt de fysisch-chemische stabiliteit en houdbaarheid van de voorgeschreven bereiding/aanpassing.
! ! ! ! !
1.5 De ApIOS zorgt voor de juiste verpakking, etikettering en bewaarcondities van het product.
! ! ! ! !
1.6 De ApIOS geeft de juiste (schriftelijke) informatie. ! ! ! ! ! Bij daadwerkelijke bereiding: 1.7 De ApIOS is in staat een protocol en/of werkinstructie op te stellen voor
de bereiding/aanpassing. ! ! ! ! !
1.8 De ApIOS is in staat het product op een juiste wijze te bereiden/ aan te passen. ! ! ! ! !
Totaal beoordeling competentie Farmaceutisch handelen ! ! ! ! !
3. Competentie Samenwerking 3.1 De ApIOS overlegt doelmatig met de voorschrijver over de
voorgeschreven bereiding/aanpassing, waarbij zo nodig een weloverwogen alternatief wordt voorgesteld.
! ! ! ! !
3.2 De ApIOS overlegt doelmatig met verpleegkundigen of verzorgenden over het voor toediening gereed maken en de bewaring van het product.
! ! ! ! !
3.3 De ApIOS overlegt doelmatig met leveranciers van grondstoffen, geneesmiddelen en medische hulpmiddelen.
! ! ! ! !
3.4 De ApIOS respecteert de deskundigheid van de apotheekmedewerkers. ! ! ! ! !
Totaal beoordeling competentie Samenwerking ! ! ! ! !
4. Competentie Kennis en wetenschap 4.1 De ApIOS heeft kennis van en maakt gebruik van bronnen, specifieke
richtlijnen en protocollen voor productzorg, zoals onder andere beschreven in “Recepteerkunde”, “Oralia VTGM en “Parenteralia VTGM” en de “LNA procedures en mededelingen”.
! ! ! ! !
Totaal beoordeling competentie Kennis en wetenschap ! ! ! ! !
Positieve punten
65
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
60
Verbeterpunten
59
FORMULIER DOPS (DIRECTLY OBSERVED PREPARATION SKILLS)
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats EPA nr.& naam: (frequentie) EPA 18: Beoordelen van een aanvraag voor een apotheekbereiding (in 1e jaar 2x)
Datum DOPS: .. / .. / …. Huidige opleidingsfase:
! Jaar 1 ! Jaar 2 ! kwartaal 1 ! kwartaal 2 ! kwartaal 3 ! kwartaal 4
(1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau;
nvt=niet van toepassing) 1 2 3 4 nvt
1. Competentie Farmaceutisch handelen 1.1 De ApIOS beoordeelt of de voorgeschreven bereiding/aanpassing
rationeel is bij de kenmerken van de patiënt en betreffende aandoening. Daarbij voert de ApIOS de medicatiebewaking uit.
! ! ! ! !
1.2 De ApIOS beoordeelt of het product voldoende gebruiksvriendelijk is voor de patiënt ! ! ! ! !
1.3 De ApIOS beoordeelt de technische uitvoerbaarheid van de bereiding/aanpassing inclusief de veiligheid van de bereider.
! ! ! ! !
1.4 De ApIOS beoordeelt de fysisch-chemische stabiliteit en houdbaarheid van de voorgeschreven bereiding/aanpassing.
! ! ! ! !
1.5 De ApIOS zorgt voor de juiste verpakking, etikettering en bewaarcondities van het product.
! ! ! ! !
1.6 De ApIOS geeft de juiste (schriftelijke) informatie. ! ! ! ! ! Bij daadwerkelijke bereiding: 1.7 De ApIOS is in staat een protocol en/of werkinstructie op te stellen voor
de bereiding/aanpassing. ! ! ! ! !
1.8 De ApIOS is in staat het product op een juiste wijze te bereiden/ aan te passen. ! ! ! ! !
Totaal beoordeling competentie Farmaceutisch handelen ! ! ! ! !
3. Competentie Samenwerking 3.1 De ApIOS overlegt doelmatig met de voorschrijver over de
voorgeschreven bereiding/aanpassing, waarbij zo nodig een weloverwogen alternatief wordt voorgesteld.
! ! ! ! !
3.2 De ApIOS overlegt doelmatig met verpleegkundigen of verzorgenden over het voor toediening gereed maken en de bewaring van het product.
! ! ! ! !
3.3 De ApIOS overlegt doelmatig met leveranciers van grondstoffen, geneesmiddelen en medische hulpmiddelen.
! ! ! ! !
3.4 De ApIOS respecteert de deskundigheid van de apotheekmedewerkers. ! ! ! ! !
Totaal beoordeling competentie Samenwerking ! ! ! ! !
4. Competentie Kennis en wetenschap 4.1 De ApIOS heeft kennis van en maakt gebruik van bronnen, specifieke
richtlijnen en protocollen voor productzorg, zoals onder andere beschreven in “Recepteerkunde”, “Oralia VTGM en “Parenteralia VTGM” en de “LNA procedures en mededelingen”.
! ! ! ! !
Totaal beoordeling competentie Kennis en wetenschap ! ! ! ! !
Positieve punten
66
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
61
FORMULIER REFLECTIEVERSLAG (versie september 2015-004) De ApIOS presenteert een verslag van een zelfreflectie op een uitgevoerde kenmerkende professionele activiteit (EPA). In de zelfreflectie worden door de ApIOS de volgende reflecties meegenomen: wat waren mijn leerdoelen bij deze activiteit, wat ging goed, wat ging minder goed, en hoe ga ik de uitvoering van een volgende activiteit verbeteren. Het reflectieverslag is uitgangspunt voor een gesprek met de opleider.
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats
EPA nr.& naam: (frequentie)
! EPA 2: Begeleiden van een patiënt en/of zijn mantelzorger in de palliatieve of terminale fase (2e jaar 1x) ! EPA 11: Voorbereiden van en deelnemen aan een FTO (1e jaar 1x, 2e jaar 1x) ! EPA 12: Voorbereiden van en deelnemen aan een ketenzorgoverleg (2e jaar 1x) ! EPA 13: Algemene mondelinge voorlichting geven aan een groep van patiënten en leken (2e jaar 1x) ! EPA 15: Screening op gezondheidsproblemen van een specifieke risicogroep in de apotheekpopulatie en gepaste zorg leveren (2e jaar 1x) ! EPA 22: Verzamelen en analyseren van kwaliteitsindicatoren (2e jaar 1x) ! EPA 25: Analyseren van het voorraadsysteem, het distributiesysteem of de arbeidsomstandigheden (1e jaar 1x, 2e jaar 1x) ! EPA 26: Overleg met toeleveranciers, industrie of softwareleveranciers (2e jaar 1x) ! EPA 28: Voeren van een (functionerings)gesprek of beoordelingsgesprek met een medewerker (2e jaar 1x) ! EPA 29: Voorbereiden en voorzitten van een werkbespreking of werkoverleg (1e jaar 1x) ! EPA 30: Op de werkvloer een gewijzigde of nieuwe procedure of een nieuw werkvoorschrift implementeren (1e jaar 1x) ! EPA 31: Relatie onderhouden met verzekeraars (2e jaar 1x) ! EPA 35: Superviseren van een stagiair of coachen van een medewerker (1e jaar 1x, 2e jaar 1x)
Datum reflectieverslag: .. / .. / ….
Huidige opleidingsfase:
! Jaar 1 ! Jaar 2 ! kwartaal 1 ! kwartaal 2 ! kwartaal 3 ! kwartaal 4
1. Beschrijf kort de uitgevoerde activiteit (EPA). Wat waren je leerdoelen bij deze activiteit?
2. Wat ging goed bij de uitvoering van deze activiteit? Wat ging minder goed? Wat ging niet goed?
67
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
62
3. Welke verbeteringen stel je voor? Beschrijf je handelingen bij deze leermomenten zoveel mogelijk in termen van algemene competenties. 4. Bespreek deze zelfreflectie met jouw opleider. Vraag feedback, ook per relevante competentie en ken hieronder gezamenlijk een score voor deze competenties toe. Formuleer vervolgens concrete verbeterpunten. (1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau, nvt= niet van toepassing) 1 2 3 4 nvt Competenties 1. Farmaceutisch handelen ! ! ! ! ! 2. Communicatie ! ! ! ! ! 3. Samenwerking ! ! ! ! ! 4. Kennis en wetenschap ! ! ! ! ! 5. Maatschappelijk handelen ! ! ! ! ! 6. Organisatie ! ! ! ! ! 7. Professionaliteit ! ! ! ! ! Positieve punten
Verbeterpunten
68
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
63
FORMULIER BESPREKEN CRITICAL INCIDENT (versie 2015-004) Bij dit toetsingsinstrument wordt een situatie besproken waar de ApIOS veel van geleerd heeft of kan leren. Zowel ApIOS als ApOP kunnen het initiatief nemen om een “critical incident” te bespreken. De ApIOS maakt hiervan eerst een kort verslag of analyse. Besproken wordt wat de rol van de ApIOS was, wat er goed in was, wat er beter had gekund en wat het leereffect van deze situatie is geweest.
Naam ApIOS:
Naam beoordelaar:
Naam apotheek: Plaats
EPA nr.& naam: (frequentie)
! EPA 4: Consult voeren naar aanleiding van een zorgvraag van een patiënt zonder terhandstelling (1e jaar 2x)
! EPA 10: Overleggen met voorschrijver over een farmacotherapie gerelateerd probleem (1e jaar 3x, 2e jaar 2x)
! EPA 17: Beschikbaar stellen van moeilijk verkrijgbare geneesmiddelen (1e jaar 1x)
! EPA 19: Uitvoeren van een recall procedure (1e jaar 1x) ! EPA 20: Analyseren van een incident met medicatie in een
geïndividualiseerde distributievorm (1e jaar 1x) ! EPA 23: Verzamelen en analyseren van (bijna) fouten (1e jaar 1x, 2e jaar
1x) ! EPA 24: Verzamelen, analyseren en melden van bijwerkingen (1e jaar 1x)
Datum critical incident: .. / .. / ….
Huidige opleidingsfase:
" Jaar 1 " Jaar 2 " kwartaal 1 " kwartaal 2 " kwartaal 3 " kwartaal 4
1. Beschrijf de gebeurtenis kort. 2. Wat was het “kritische” van deze gebeurtenis? Waar zat bijvoorbeeld de spanning of de uitdaging, wat vond je intrigerend. Kijk vooral naar je eigen ervaring. 3. Wat heb je van deze gebeurtenis geleerd? Wat zou je de volgende keer anders doen en hoe? Wat zou je hetzelfde doen? Beschrijf je handelingen bij deze leermomenten zoveel mogelijk in termen van algemene competenties.
69
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
64
4. Bespreek het incident met jouw opleider aan de hand van dit ingevulde formulier. Vraag feedback over deze zelfreflectie. Doe dat ook per relevante algemene competentie en ken hieronder een score voor deze competenties toe. Formuleer vervolgens concrete verbeterpunten. (1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau, nvt=niet van toepassing)
1 2 3 4 nvt
Competenties 1. Farmaceutisch handelen " " " " "
2. Communicatie " " " " "
3. Samenwerking " " " " "
4. Kennis en wetenschap " " " " "
5. Maatschappelijk handelen " " " " " 6. Organisatie " " " " " 7. Professionaliteit " " " " " Positieve punten
Verbeterpunten
70
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
Handleiding Voortgangsgesprek
Doel van het VoortgangsgesprekIn het voortgangsgesprek komen de ontwikkeling van bekwaamheden en competenties van de ApIOS (apotheker in opleiding tot specialist) aan de orde. Aangeleverde “bewijsvoering” in het portfolio speelt een belangrijke rol. Een belangrijk uitgangspunt voor het gesprek is het ondersteunen van het zelfvertrouwen en leerproces van de ApIOS en het geven van feedback. Tijdens het gesprek gaan de opleider en de ApIOS ook op zoek naar mogelijke achterstanden in de ontwikkeling van competenties en de vaststelling van actiepunten.
Werkwijze Voortgangsgesprek1. Eens per 3 maanden vindt een voortgangsgesprek plaats. ApIOS en opleider stellen enkele weken van te voren de datum van het gesprek vast, dit staat vermeld in het POP (persoonlijk opleidingsplan) van de ApIOS.2. De ApIOS levert uiterlijk één week van tevoren de volgende stukken bij de opleider in: a. Agendapunten voortgangsgesprek b. Het portfolio met daarin: i. Persoonlijk opleidingsplan (POP) ii. Verslag voorgaande voortgangsgesprekken iii. Resultaten toetsingsinstrumenten (KPB, CBD etc) iv. Checklist vaardigheden v. Overige documenten3. De opleider vult ruim voor het gesprek de agenda zo nodig aan. ApIOS en opleider bereiden beiden het voortgangsgesprek voor en vullen het formulier voortgangsgesprek naar eigen inzicht in.4. Aandachtspunten tijdens het voortgangsgesprek U wordt aangeraden tijdens het Voortgangsgesprek het zgn. GROW-model van Whitmore als leidraad te gebruiken. Dit model kennen zowel de opleider (vanuit de Basisopleiding voor ApOP’s (apothekeropleiders)) als de ApIOS (vanuit de Workshop Voortgangsgesprekken).
Het model GROW staat voor: G - Doelen (Goals) R - Realiteit (Reality) O - Opties/Oplossingen (Options) W - Actieplan (What)
Vertaald naar de structuur van een Voortgangsgesprek kunnen de volgende vragen richting geven aan het gesprek:
GROW (Doelen – Afgelopen Periode) • Wat waren de afgesproken leerdoelen? • Welke taakgebieden/kenmerkende beroepssituaties (EPA’s) zouden we aanpakken? (zie het POP) • Wat zouden we gaan toetsen en hoe? • Welke cursussen zou de ApIOS gaan volgen?
GROW (Realiteit – Huidige Situatie) • Wat is er gerealiseerd aan leerdoelen? • Hoe verliep dat? (voorbeelden) • Wat was het resultaat/de prestatie? • Wat zijn de sterke/zwakke punten van de ApIOS? • Welke competenties zijn wel/niet verbeterd? • Hoe was het leerklimaat? • Wat is de mening van de ApIOS over de rol van de opleider in deze periode? • Hoe voelt de ApIOS zich in deze apotheek? • In hoeverre is de ApIOS tevreden met de balans tussen werk en privé?
71
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
GROW (Opties – Oplossingen) • Wat wil de ApIOS anders gaan doen? Waarom? • Hoe kunnen valkuilen worden voorkomen? • Hoe gaan we zwakke punten verbeteren (zie bijv. de competenties die beneden verwacht niveau zijn)? • Hoe gaan we dat toetsen? • Welke opties/uitdagingen liggen er verder in komende periode? • Welke risico’s ziet de ApIOS of de opleider? Hoe kunnen die risico’s worden ondervangen? • Wat moet de opleider anders doen?
GROW (Acties – Afspraken)• Welke afspraken maken we op basis van bovenstaande (SMART!)?• Wie gaat wat doen voor wanneer?• Wanneer voeren we ons volgende gesprek?
5. De ApIOS maakt een verslag van elk voortgangsgesprek volgens het voorgeschreven formulier. De ApOP voegt zo nodig zijn zienswijze toe. Dit verslag komt na ondertekening door beiden in het portfolio van de ApIOS. Op basis van het voortgangsgesprek wordt het POP aangevuld voor de komende drie maanden.
72
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
67
FORMULIER VOORTGANGSGESPREK
1 1. ALGEMEEN Naam apotheker in opleiding:
Opleidingsapotheek:
Naam Opleider:
Datum voortgangsgesprek:
Fase vervolgopleiding: (a.u.b. kwartaal
aankruisen)
.........................................................................................
.........................................................................................
.........................................................................................
......................................................................................... Jaar 1, kwartaal ! 1 ! 2 ! 3 ! 4 Jaar 2, kwartaal ! 1 ! 2 ! 3 ! 4
2 2. COMPETENTIES
3 (Zie `Algemene competenties voor de openbaar apotheker specialist` en oordeel aan de hand van het portfolio) I. Farmaceutisch handelen: II. Communicatie: III. Samenwerking: IV. Kennis en wetenschap: V. Maatschappelijk handelen: VI. Organisatie: VII. Professionaliteit:
(1=onvoldoende, 2= matig, 3=voldoende, 4= goed: t.o.v. specialistenniveau)
1 2 3 4 ! ! ! ! ! ! !
! ! ! ! ! ! !
! ! ! ! ! ! !
! ! ! ! ! ! !
4 Algemene indruk competenties: ! ! ! ! 3. ONTWIKKELING ApIOS
I. Specifieke sterke leermomenten
II. Specifieke leermomenten ter verbetering
III. Afspraken over aanpak verbetering
....................................................................................... ....................................................................................... ....................................................................................... ....................................................................................... ....................................................................................... ....................................................................................... ....................................................................................... .......................................................................................
73
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
68
5 4. BESPREEKPUNTEN I. Lukt het de ApIOS volgens het Persoonlijk
OpleidingsPlan (POP) te werken? II. Wordt het portfolio door de ApIOS adequaat
bijgehouden? III. In hoeverre is de ApIOS tevreden over het
leerklimaat?
" Ja " Nee " Ja " Nee ......................................................................................... .........................................................................................
6 5. ADVIEZEN EN AFSPRAKEN
Ten behoeve van aanpassing POP.
.......................................................................................
.......................................................................................
......................................................................................
......................................................................................
......................................................................................
.....................................................................................
Datum: Voor gezien, …………………... (Handtekening ApIOS)
Datum: ………………………. (Handtekening opleider)
74
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
69
FORMULIER (EIND)GESCHIKTHEIDSBEOORDELING Beoordeling van de openbaar apotheker in opleiding tot specialist door de opleider (ingevolge
besluit opleidingseisen openbare farmacie no.7-2011 CCSF)
1 ALGEMEEN Naam apotheker in opleiding:
Opleidingsapotheek:
Naam Opleider:
In opleiding sinds:
Beoordeling over de periode:
Beoordelingsdatum:
.........................................................................................
.........................................................................................
.........................................................................................
.........................................................................................
" 1e opleidingsjaar " 2e opleidingsjaar .........................................................................................
2 BEOORDELING APIOS OP COMPETENTIES VAN DE OPENBAAR APOTHEKER SPECIALIST (zie beschrijving in het opleidingsplan)
1. Ten aanzien van farmaceutisch handelen:
1:1 kennis en vaardigheden
1:2 effectief, veilig en doelmatig geneesmiddelengebruik
1:3 effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg
1:4 vinden en toepassen van vereiste informatie
2. Ten aanzien van communicatie:
2:1 behandelrelatie met patiënten
2:2 luisteren en verkrijgen relevante informatie
2:3 bespreken van informatie met patiënten en familie
2:4 mondeling en schriftelijk verslag over patiëntencasus
3. Ten aanzien van samenwerking:
3:1 overleg met collega’s en andere zorgverleners
3:2 verwijzen naar medische sector
3:3 intercollegiaal overleg
3:4 interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg
4. Ten aanzien van kennis en wetenschap:
4:1 kritische beschouwing informatie
4:2 bevordering wetenschappelijke vakkennis
4:3 persoonlijk opleidingsplan
4:4 medewerking aan onderwijs aan anderen
5. Ten aanzien van maatschappelijk handelen:
5:1 inzicht in determinanten van ziekte
5:2 bevorderen gezondheid patiënt en gemeenschap
5:3 inzicht in relevante wettelijke bepalingen
5:4 handelwijze bij incidenten in de zorg
Beoordeling ten opzichte van gewenst specialistenniveau: 1=onvoldoende, 2=matig, 3=voldoende, 4=goed
1 2 3 4
75
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
70
6. Ten aanzien van organisatie:
6:1 balans patiëntenzorg en persoonlijke ontwikkeling
6:2 functioneren binnen de apotheek
6:3 besteding beschikbare middelen voor de patiëntenzorg
6:4 kennis van informatietechnologie
7. Ten aanzien van professionaliteit:
7:1 betrokkenheid bij patiëntenzorg
7:2 persoonlijk en inter-persoonlijk professioneel gedrag
7:3 kennis van de eigen competenties
7:4 uitoefening beroep naar gebruikelijke ethische normen
3. BEOORDELING INHOUD PORTFOLIO Is het portfolio door de ApIOS adequaat bijgehouden? Zijn de verslagen van de voortgangsgesprekken van het 1e en/of 2e opleidingsjaar aanwezig? Heeft de ApIOS volgens zijn individueel opleidingsschema aan het centraal georganiseerde onderwijs deelgenomen? Heeft de ApIOS de toetsing volgens het opleidingsplan afgerond voor het 1e en/of 2e opleidingsjaar?
" Ja " Nee " Ja " Nee " Ja " Nee " Ja " Nee
4. ALGEMENE BEOORDELING
Geschiktheidsbeoordeling 1e opleidingsjaar
Is de ApIOS geschikt om zich te ontwikkelen tot competente openbaar apotheker specialist?
Is de ApIOS in staat de opleiding voort te zetten?
Eindgeschiktheidsbeoordeling 2e opleidingsjaar
Is de ApIOS een competente openbaar apotheker specialist?
Is de ApIOS in staat de opleiding te voltooien?
Zo nee of onder voorwaarden, welke zijn hiervoor uw
redenen?
" Ja " Nee
" Ja " Nee " Onder voorwaarden
" Ja " Nee
" Ja " Nee " Onder voorwaarden
.........................................................................................
.........................................................................................
5. OPMERKINGEN OPLEIDER
6. OPMERKINGEN APOTHEKER IN OPLEIDING
Datum: Voor gezien, …………………... (Handtekening opleider)
Datum: Voor gezien, ………………………. (Handtekening ApIOS)
76
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
HANDLEIDING 360-GRADEN FEEDBACK EN ZELFBEOORDELING VOOR APIOS
Met het “360 graden feedback” programma in het eportfolio kunnen:• ApIOS uitnodigingen versturen naar beoordelaars;• Beoordelaars vragenlijsten invullen;• Geanonimiseerde feedbackrapporten worden geraadpleegd door ApIOS en opleiders.
DoelFeedback over het functioneren van de ApIOS in de praktijk kan het best tot stand komen vanuit meerdere perspectieven uit de omgeving van de ApIOS. 360 graden feedback maakt gebruik van oordelen van meerdere personen. Het doel van deze feedback is een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de sterke kanten van een ApIOS en van punten die kunnen of moeten worden verbeterd. Om reflectie op het eigen functioneren te stimu-leren, vult de ApIOS ook een zelfbeoordeling in.De resultaten van de 360-graden feedback worden door de ApIOS en zijn/haar opleider gebruikt om het functio-neren in de praktijk te bespreken en het persoonlijke opleidingsplan (POP) bij te stellen, met als uiteindelijk doel het verbeteren van het functioneren en het leren zelfstandig te functioneren als openbaar apotheker specialist.
“360 graden feedback” programmaHet “360 graden feedback” programma in het eportfolio vereenvoudigt de procedure van het verzamelen van feedback doordat vragenlijsten elektronisch kunnen worden uitgezet en verzameld en automatisch een feed-backrapport wordt gegenereerd.
Starten van de “360 graden feedback” rondeU kunt een nieuwe feedbackronde starten door in uw eportfolio in PE-online te kiezen voor het tabblad “360 graden feedback (zie plaatje 1) en vervolgens op “Nieuw” (zie plaatje 2). Daarna vult u de periode in waarin de vragenlijsten moeten worden ingevuld (zie plaatje 3). De “Toelichtende tekst voor alle deelnemers” die u hier (plaatje 3) aantreft komt in het e-mailbericht van de beoordelaars die u uitnodigt te staan.
Toevoegen van beoordelaarsOp de volgende pagina (zie plaatje 4) kunt u de personen toevoegen die u wilt verzoeken de 360 graden feed-back vragenlijst over uw functioneren als ApIOS in te vullen. U moet tenminste de volgende personen in de vol-gende rollen selecteren: • Rol van opleider: minimaal uw opleider en eventueel uw plaatsvervangend opleider.• Rol van collega-apotheker of collega-ApIOS: minimaal 1 collega-apotheker of collega-ApIOS uit dezelfde apotheek of uit een apotheek waarmee wordt samengewerkt in bijvoorbeeld FTO verband.• Rol van apotheekmedewerker: minimaal 2 apotheekmedewerkers (apothekersassistenten, farmaceutisch consulenten, farmaceutisch managers of farmakundigen) uit dezelfde apotheek.• Rol van overige zorgverlener: minimaal 2 huisartsen en minimaal 2 doktersassistenten met wie wordt samengewerkt en eventueel medisch specialisten en paramedici e.a.• Rol van patiënt: minimaal 2 patiënten (patiënten vanaf 16 jaar of ouders van patiënten jonger dan 16 jaar) met wie meerdere contactmomenten zijn geweest. NB: Elke persoon mag u maar één keer toevoegen.
U ziet de vragenlijst voor de zelfboordeling al klaar staan met uw naam erbij.
77
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
Op de volgende pagina's (plaatje 5) vult u de gegevens (naam en e-mailadres) van de beoordelaar in en wijst u de rol van de beoordelaar toe. De “aanvullende tekst voor deze persoon” die u hier aantreft komt in het e-mailbericht aan deze beoordelaar te staan. U kunt uw contactgegevens in deze tekst opnemen en deze tekstdesgewenst ook aanpassen.
Voor de rol van opleider, collega-apotheker of collega-ApIOS, apotheekmedewerker en overige zorgverlener is dit de volgende tekst:
U ontvangt dit e-mailbericht met een link naar de vragenlijst omdat u de afgelopen periode meer of minder intensief met mij hebt samengewerkt. Daarbij heeft u zich een mening kunnen vormen over mijn functioneren. Door uw mening in de vragenlijst kenbaar te maken, kan ik mij een beeld vormen van de sterke kanten in mijn functioneren en van punten waarop verbetering noodzakelijk is. Ik ontvang alle gegeven meningen, scores en feedback en bespreek deze informatie met mijn opleider.Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u contact met mij opnemen.Met vriendelijke groet,[Naam ApIOS][Apotheek][Contactgegevens]
Voor de rol van patiënt is dit de volgende tekst:
U ontvangt dit formulier omdat u mij in de afgelopen periode een aantal keer heeft gesproken. Ik vind uw mening erg belangrijk, omdat een patiënt een apotheker anders bekijkt en ervaart dan een collega of een opleider. Als ik leer wat ik wel en niet goed doe, dan helpt dat mij een steeds betere apotheker te worden.Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u contact met mij opnemen.Met vriendelijke groet,[Naam ApIOS][ Apotheek][Contactgegevens]
Als u alle beoordelaars heeft toegevoegd gaat u naar de volgende pagina waar u alle gegevens van de beoorde-laars ziet staan (plaatje 6). Als alle gegevens akkoord zijn drukt u op “Akkoord” en worden de beoordelaars automatisch per e-mail uitgenodigd om de vragenlijst in te vullen.
Lopende feedbackrondeU kunt op elk gewenst moment de lopende feedbackronde volgen door in uw eportfolio in PE-online te kiezen voor het tabblad “360 graden feedback (zie plaatje 1). U klikt op de lopende feedbackronde en krijgt een over-zicht van de geselecteerde beoordelaars en de respons (plaatje 7). In het geval de beoordelaar een fout heeft gemaakt in de vragenlijst, dan kunt u de beoordelaar verwijderen via de knop “Personen verwijderen/toevoegen”. Na verwijderen kunt u deze persoon weer toevoegen, waarna een nieuwe vragenlijst per e-mail aan deze beoordelaars wordt toegestuurd.U dient beoordelaars die de vragenlijst niet tijdig (binnen 1-2 weken) invullen via uw eigen emailprogrammate herinneren aan het invullen van de vragenlijst. U kunt dit natuurlijk ook mondeling doen.Bij weigering van een beoordelaar kunt u de betreffende beoordelaar verwijderen en andere beoordelaars toevoegen.
Afronden van de feedbackrondeAfronding van de feedbackronde gebeurt automatisch op basis van de einddatum (plaatje 3). U kunt de einddatum tijdens een lopende feedbackronde zelf aanpassen.
Rapport van de feedbackrondeZodra er minimaal 1 voltooide vragenlijst per rol is kunt u een tussenrapport van de feedbackronde genereren, afdrukken en opslaan via de knop “Rapport” (plaatje 9). Na afronding van de feedbackronde genereert u het eindrapport met dezelfde knop.
78
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
Bespreken resultaten 360 graden feedback en zelfbeoordeling tijdens voortgangsgesprekDe resultaten van de 360 graden feedback en zelfbeoordeling worden door de opleider met de ApIOS bespro-ken, in het kader van een voortgangsgesprek. De gemiddelde scores per competentiegebied en vooral de open opmerkingen geven een beeld van sterkere en zwakkere kanten van het functioneren van de ApIOS. De verbeterpunten en positieve punten die worden genoemd door de beoordelaars kunnen onderwerp van gesprek zijn en gecombineerd worden met bevindingen van andere toetsingsinstrumenten. Op basis van debespreking maken ApIOS en opleider concrete afspraken ten behoeve van het POP van de ApIOS.
Inhoud van de vragenlijstenDe 360 graden feedback en zelfboordeling vragenlijsten vindt u ook op de KNMP website via de link: http://www.knmp.nl/downloads/opleiding-en-registratie/opleiding-registratieopenbaar- apothekers/formulier-360-feedback-vragenlijsten.
80
Bijlage 1 Toetsingsinstrumenten
75
Plaatje 3
Plaatje 4
Graag benader ik u met het verzoek om mij te beoordelen op mijn functioneren als openbaar apotheker door het invullen van een vragenlijst. Ik volg momenteel de tweejarige vervolgopleiding tot openbaar apotheker specialist. Het verkrijgen van feedback op mijn kennis, vaardigheden en houding is een belangrijk en verplicht onderdeel. De vragenlijst wordt door meerdere personen ingevuld om zo een volledig beeld van mijn functioneren te krijgen.