Welkom in het werkwoordenbos
Lopen
Springen
Lachen
Rijden
Braden
Gebeuren
Schrijven
Laden
Snijden
Antwoorden
Slapen
Dansen
INFINITIEVEN (ik kan…)
stammenbos
tijdenbosLoop, spring, rijd
T.T/V.T/V.D
Het stammenbos
IK ben de stam
Spelen = ik speelLopen = ik loopKijken = ik kijkVoelen = ik voelLijden = ik lijdSnijden = ik snijd
SpelenLopenKijkenVoelen LijdenSnijden
Het stammenbos
liegen planten leiden braden
springen lachen rijden zich verbranden
(ik) lieg (ik) plant (ik) leid (ik) braad
(ik) spring (ik) lach (ik) rijd (ik) verbrand (mij)
Het tijdenbos
Huidig bos Vroeger bos Heel lang geleden bos
Huidig bos (Tegenwoordige tijd)
LiegenPlantenLeidenBradenSpringenLachenRijdenZich verbranden
Jij/hij/zij/de man/ het kind/ u liegt/plant-/leidt/braadt/springt/lacht/rijdt/verbrandt
ik
LiegPlantLeidBraadSpringLachRijdVerbrand mij
Jij/je
Tip : smurfen
Vroegere bos (verleden tijd)
ee
ee
e e
Plant-teLacht-te
Leid-deBraad-de
SprongReedloog
Heel lang geleden bos (voltooid deelwoord)De houthakker is geweest en heeft het bos omgehakt en heeft daar lang aan gewerkt!
ee e
Ik heb geplant---Zij heeft geleid---Het is gebeurd---
GelogenGesprongengeredene
Het nieuw aangeplante bos
Het nieuwe bos
Het mooie paden
Het groene blad
De jonge bomen
Het vernieuwde bos
De opgeruimde paden
De gekleurde bladeren
De geplante bomen