Upload
ilkec
View
57
Download
1
Embed Size (px)
Citation preview
Spoedinterventies in UZ Gasthuisberg
bij psychiatrische patiënten:
een data-analyse van 2010 en 2014
Kim Van VlasselaerIlke Callewaert
Promotor: Prof. Dr. J. De LepeleireCo-promotor: Prof. Dr. M. Sabbe
2
Inhoudstafel
1. Inleiding
- situering
- literatuur
2. Onderzoeksvragen
3. Methodologie
4. Resultaten
5. Discussie
6. Conclusie
4
Situering (1)
1. Psychiatrische spoedinterventies:
Toename door de-institutionalisering en ontstaan van psychiatrische urgentieteams
34 000 psychiatrische spoedcontacten/jaar in België
13 000 patiënten met gemiddelde aanmelding van 2,6x per patiënt
(Bruffaerts ea.)
5
Veeckman ea.• Retrospectieve studie van psychiatrische spoedcontacten op
spoedgevallendienst van het Universitair Ziekenhuis in Brussel
• Globaal toename aan (psychiatrische) spoedinterventies
• 1% van alle aanmeldingen betreft psychiatrische problematiek
6
Situering (2)
2. Spoedinterventies bij psychiatrische patiënten:
Spoedgevallen UZ Gasthuisberg: 1551 patiënten van 2010 t.e.m. 2014
Weinig gegevens over indicatie, diagnose, prognose,…
Vertrekpunt voor ons beschrijvend statistisch onderzoek
7
Situering (3)
3. Identificatie van ‘terechte’ verwijzingen
• Groeiende interesse in definiëren van ‘appropriatness’ van verwijzingen
Wanneer is een verwijzing ‘terecht’ of ‘onterecht’
Hoeveel ‘onterechte’ verwijzingen (al dan niet psychiatrisch) zijn er op de spoedgevallendienst van het UZ GHB?
(Michielsen ea. (2015), Breen ea. (2013), Dempsey ea. (2002))
8
Michielsen ea. (2015)
• Observationele prospectieve studie over de ‘appropriateness’ van verwijzingen door de huisarts naar de spoedgevallendienst UZ GHB
• Definitie ‘appropriate’: Verwijsbrief bevat symptomen/klachten die onmiddellijke
diagnose/behandeling vereisenESI (Emergency Severity Index) 1 of 2 bij triageNood aan interventies die enkel in ziekenhuissetting
beschikbaar zijn
• Resultaat: 73,8% ‘appropriate’ verwezen
10
Opzet
• Zicht krijgen op de psychiatrische patiënt die verwezen wordt naar spoedgevallen vanuit een psychiatrische instelling
Verwijzende instelling Leeftijd, geslacht Moment van verwijzing Uitgevoerde technische prestaties op spoed Subjectieve meerwaarde van verwijzing Hospitalisatie na spoedopname Diagnose Mortaliteit
11
Na analyse…• Vergelijking tussen verschillende instellingen
• Vergelijking 2010 en 2014
• Is er een invloed van de samenwerking tussen UPC Kortenberg en UZ GHB op de manier van verwijzen?
• Zijn er bepaalde aandachtspunten/struikelblokken bij deze verwijzingen?
• Later: terugkoppelen gevonden informatie naar de instellingen om de efficiëntie van verwijzing te optimaliseren.
13
Dataverzameling Populatie
• Van 2010 t.e.m. 2014: 269 842 spoedcontacten in UZ GHB
• Hiervan: 1551 contacten verwezen vanuit psychiatrische instelling
• 2010 : 356 patiëntencontacten
• 2014 : 300 patiëntencontacten
16
Variabelen: subjectieve meerwaarde
• Volgens aanmeldingsklacht
• Eerst afzonderlijk, daarna toetsing aan elkaar
• In geval van verschil: herevaluatie volledige casus tot consensus
Meerwaarde Geen meerwaarde
Thoracale pijnDyspneeCommotioneel na valIntoxicaties medicatie/alcoholHemodynamische decompensatieBewustzijnsverlies/verandering
Enz…
Oppervlakkige snijwondesAngst, depressieHyperventilatieLuxatie blaassonde
Enz…
18
A. Verwijzende instelling (1)
• 2 belangrijkste instellingen:
Universitair Psychiatrisch Centrum (UPC) Kortenberg (41,62%)
Psychiatrisch Centrum St. Kamillus (PCK) Bierbeek (42,53%)
• Andere (7,93%)
• NA (7,93%)
19
Verwijzende instelling (2)
PCK > UPC p < 0,044 UPC > PCK p = 0,041
PCK 2014 < PCK 2010 p < 0,0001
20
B. Geslacht
• Totaal: 52,29% mannen vs 47,71% vrouwen
Verdeling is significant verschillend met p = 0,0001
21
B. Leeftijd• Mediane leeftijd
- PCK Bierbeek: 55 jaar
- UPC Kortenberg: 63 jaar
• Patiënten vanuit PCK Bierbeek zijn gemiddeld 4,53 jaar jonger dan vanuit UPC Kortenberg (p = 0,0116)
• Leeftijdscategorieën: 45-65j (32,62%), 65-85j (27,59%)
• 12,80% is jonger dan 25j
24
D. Technische prestaties
• 86,62% krijgt minstens één technisch onderzoek
Laboratoriumonderzoek: 70,68%
Beeldvorming: 72,42%
Functiemeting (excl. ECG): 30,82%
• 25,23% krijgt zowel labo, beeldvorming als functiemeting
• Er is een significante stijging in het aantal uitgevoerde laboratoriumonderzoeken tussen 2010 (67,24%) en 2014 (74,75%) (p = 0,0364)
27
G. Mortaliteit
• Globaal: 3,23% overleed tijdens spoedopname of aansluitende hospitalisatie
PCK Bierbeek: 1,43%
UPC Kortenberg: 3,69%
29
• Traumatologie/orthopedie (26,66%)Verwikkeld trauma (43%), automutilatie (21%), onverwikkeld trauma (19%), …
• Pneumologie (14,95%)Infectie (67,3%), aspiratiepneumonie, longembolen, …
• Gastro-enterologie (14,18%)Obstipatie, infectie, galblaaslijden, PEGsonde problemen, …
• Neurologie (9,55%): Epilepsie (28%), commotio, TIA/CVA, hoofdpijn, meningitis, …
• Cardiologie (8,01%): AMI, (on)stabiele angor, peri(myo)carditis, …
• Urologie (8,94%):cystitis (46,42%), sondeprobleem (21,4%!), pyelonefritis, prostatitis, …
30
1. Psychiatrie (21,42%)
• Automutilatie (dubbel geregistreerd met ORT/THR) betreft meestal oppervlakkige snijwonden (geen meerwaarde)
• Intoxicatie (altijd meerwaarde)
• Andere: depressie, hyperventilatie, angststoornissen, … (meestal geen meerwaarde)
2010 > 2014 met p = 0,0012
31
2. Verwijzing o.w.v. verpleegkundige handeling
• 2,44% van alle verwijzingen
• Wisselen transurethrale/suprapubische sonde, wondzorg (1), plaatsen perifeer infuus voor IV antibiotica (1)
33
1. Vergelijking UPC Kortenberg en PCK Bierbeek
• Weinig significante verschillen tussen beide instellingen.
• We weerhouden:- PC St. Kamillus en UPC Kortenberg hebben
vergelijkbaar aandeel in de verwijzingen naar spoedgevallen
- PC St. Kamillus: meer mannen; UPC Kortenberg: meer vrouwen
- Patiënten uit PC St. Kamillus waren gemiddeld 4,5 jaar jonger dan patiënten vanuit UPC Kortenberg.
- Verwijzing vanuit UPC Kortenberg: vaker subjectieve meerwaarde
34
2. Vergelijking 2010 en 2014
• Weinig significante verschillen
• We weerhouden:- 2010: meer patiënten uit PC St. Kamillus Bierbeek (met
afname tussen 2010 en 2014)- 2014: meer patiënten uit UPC Kortenberg
35
3. Invloed samenwerking UZ GHB en UPC Kortenberg?
• Initieel idee: meer verwijzingen vanuit UPC Kortenberg in 2014 tov 2010 door samenwerkingsverband
• Echter niet statistisch significant
Geen verschil in manier van verwijzen na opstarten samenwerking
36
4. Aandachtspunten bij verwijzing? (1)
Moment van verwijzing
• Ongeveer de helft van de verwijzingen is ‘s avonds, ‘s nachts of in het weekend
• In totaal (2010 en 2014): meer verwijzingen op vrijdag
• Doch: geen verschil in pathologie op vrijdag
37
4. Aandachtspunten bij verwijzing? (2)
Pathologie (1)
• Veel psychiatrische problematiek
Vb. Agressie, depressie, angst, …
Suggestie voor verder onderzoek:
Retrospectieve analyse opvolgnota’s assistenten psychiatrie om de redenen tot doorverwijzing in te schatten
38
4. Aandachtspunten bij verwijzing? (3)
Pathologie (2)
• Verwijzingen voor oppervlakkige snijwonden (automutilatie)
Onvoldoende vertrouwen/ervaring voor het uitvoeren van hechtingen bij assistenten psychiatrie?
Suggestie voor verder onderzoek:
Positieve invloed van trainingssessies technische vaardigheden op het aantal verwijzingen voor hechting?
39
4. Aandachtspunten bij verwijzing? (4)
Pathologie (3)
• Verwijzingen voor basisverpleegkundige handelingen (perifeer infuus, blaassondewissels, …)
Intern overleg om dergelijke verwijzingen te optimaliseren naar de toekomst toe
Nood aan onderhoud/oefening technische vaardigheden?
40
5. Meerwaarde verwijzing
• Globaal: 74,77% ‘appropriate’ verwezen
• Ondanks subjectieve inschatting: zelfde resultaat als Breen et al, Michielsen et al.
• Bekrachtigd doordat helft van de verwijzingen gehospitaliseerd wordt voor diagnostiek en/of behandeling
42
• Meeste verwijzingen vanuit UPC Kortenberg en PCK Bierbeek
• Weinig significante verschillen tussen beide instellingen
• Geen invloed van samenwerkingsverband tussen UPC Kortenberg en UZ GHB
• De helft van de verwijzingen gebeurt buiten de werkuren, met tijdens de week een piek op vrijdag
• De helft van de patiënten wordt opgenomen voor 24u observatie of langer
43
• 75% van de verwijzingen wordt subjectief als meerwaarde beoordeeld
• 1/5 van de verwijzingen bedraagt zuiver psychiatrische problematiek, waarvoor in 30% van de gevallen geen meerwaarde kan worden weerhouden
• Ongeveer 3% van de patiënten overlijdt na verwijzing tijdens spoedopname of hospitalisatie
46
• Breen BM., McCan M. Healthcare providers attitudes and perceptions of ‘inapproprate attendance’ in the Emergency Department. Int. Emerg. Nurs. 2013; 21: 180-185
• Bruffaerts R, Demyttenaere K, Claes SJ. Emergency psychiatry in Belgium; a challenge for the mental health services. Tijdschr Psychiatr 2008; 13: 35-39
• Dempsey O.P, Bekker H.L. ‘Heads you win, tails I lose’: a critical incident study of GPs’ decisions abouts emergency admission referrals. Fam. Pract. 2002; 19: 611-619
• Hulens J, Sabbe M. In welke mate is de verwijzing van een patiënt, door zijn huisarts, naar een spoedgevallenafdeling, terecht? (Masterproef 2015)
• Michielsen H, Hulens J, Sabbe M. To which extent is GP referral to the Emergency Department appropriate? (Masterproef 2015)
• Veeckman S, Hubloue I, Lauwaert D, Matthys F. Psychiatrische aanmeldingen op de spoedgevallendienst van het UZ Brussel, 2003-2012. Tijdschr Psychiatr 2015; 57: 323-331