Upload
boris-berlijn
View
452
Download
2
Embed Size (px)
Citation preview
Start: Water
Stuwdammen in Turkije
In Z.O. Turkije groot stuwdammenproject.
Nadelen:Bewoners moeten hun ‘geboortegrond’ verlaten
Voordelen:- Irrigatiewater voor boeren- Energie van waterkrachtcentrales (welvaartgroei komst van industrie)- Voldoende drinkwater
Wegen de voordelen op tegen de nadelen?
Weer en klimaat
Hoofdstuk 1
Weer en klimaat
in Nederland
Start: Weer en klimaat
Dit katern gaat over weer en klimaat in drie landen:Nederland, Spanje en de VS.
1.1 Wisselvalligheid in Nederland
Het weerbericht
u Meteorologen van het KNMI (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut) in De Bilt maken weersverwachtingen.
● Ondanks de vele hulpmiddelen zoals- meetstations, - weerballonnen- computers - satellietenis het zelfs voor meteorologen nog
moeilijk om een juiste weersverwachting te maken.
1.1 Wisselvalligheid in Nederland
Het weer altijd anders
u Het weer is de toestand van de dampkring op een bepaald moment en op een bepaalde plaats.
In een weerbericht komen alle weerelementen aan de orde:u Temperatuuru Neerslagu Windu Bewolkingsgraad
1.1 Wisselvalligheid in Nederland
Het weer altijd anders
● Weerelement: temperatuur
De temperatuur wordt gemetenin de schaduw.Officiële waarnemingshoogte is 150 cm boven de grond.In Europa meten we metde thermometer in graden Celsius (˚C )
Water bevriest bij 0 ˚C.Water kookt bij 100 ˚C.
1.1 Wisselvalligheid in Nederland
Het weer altijd anders
● Weerelement: neerslag
Neerslag ontstaat als waterdamp afkoelt.Damp verandert in druppels (condenseren).Als druppels niet meer kunnen zweven,vallen ze. Dit noemen we neerslag.
Neerslag kan vloeibaar zijn: regen.Neerslag kan ook vast zijn: hagel of sneeuw.
Een regenmeter laat zien hoeveelmillimeter neerslag er is gevallen.1 mm neerslag: 1 liter water per m2.
1.1 Wisselvalligheid in Nederland
Het weer altijd anders
● Weerelement: wind
Wind is bewegende lucht.Het stroomt van gebieden waar veel lucht is (hoge luchtdrukgebieden) naar gebieden waar weinig lucht is (lage luchtdrukgebieden).
■ Hoe groter het luchtdrukverschil, hoe harder het waait.
De windkracht wordt aangeduid op de schaal van Beaufort ( 0 – 12 bft).
De windsnelheid wordt uitgedrukt in m/s.
■ De richting van waaruit de wind waait, noemen we de windrichting.In Nederland hebben we meestalzuidwesten wind.
1.1 Wisselvalligheid in Nederland
Het weer altijd anders
● Weerelement: bewolkingsgraad
De bewolkingsgraad geeft aan welk percentage van de hemel met wolken bedekt is.
Onbewolkt 0%, helemaal bewolkt 100%.
■ Naast het zichtbare licht, straalt de zon ook uv-licht (ultraviolette
straling) uit.De hoeveelheid uv-straling
noemen we zonkracht en wordt uitgedrukt in een uv-index.
Het is de uv-straling die zorgt voor de verbranding of verkleuring van de huid.
UV-index Zonkracht Huid verbrandt
1-2 Vrijwel geen Niet
3-4 Zwak Bijna niet
5-6 Matig Gemakkelijk
7-8 Sterk Snel
9-10 Zeer sterk Zeer snel
1.2 Het Nederlandse weer verklaard
Het Nederlandse klimaat
u Het klimaat is de gemiddelde toestand van het weer over een langere periode (30 à 40 jaar) en een groot gebied.
In Nederland kennen we een gematigd zeeklimaat.Kenmerken van dit klimaat:
- koele zomers- zachte winters- neerslag in alle seizoenen
In een klimaatgrafiek kun jede kenmerken van het gemiddeldeweer van elke maand zien.
1.2 Het Nederlandse weer verklaard
Temperatuurfactoren
u Niet overal op de aarde is de temperatuur gelijk.Vijf factoren hebben grote invloed op de temperatuur van de
lucht.
1. Breedteligging2. Hoogteligging3. Gebergten: klimaatscheiding4. Gesteldheid van het aardoppervlak: zee- of landopwarming5. Warmtetransport door wind- en zeestromen
1.2 Het Nederlandse weer verklaard
● De zoninvalshoek is niet overal op aarde gelijk.
Op lage breedte is invalshoek groot en de zon verwarmt een klein oppervlak en de zonnestralen leggen een kortere afstand door de dampkring af.
Temperatuurfactor: breedteligging
1.2 Het Nederlandse weer verklaard
Temperatuurfactor: breedteligging
■ Op hoge breedte is de zoninvalshoek klein. Kleiner dan op lage breedte.
Hierdoor moet de zonnebundel een groter oppervlakte verwarmen.De zonnestralen leggen een langere weg af door de dampkring.Hierdoor is meer kans op verstrooiing. Zonnestralen botsen op wolken en stofdeeltjes. Een deel van de energie gaat terug de dampkring in.
1.2 Het Nederlandse weer verklaard
● De dampkring wordt van onderaf verwarmd.De zonnestralen vallen op de aarde. Pas dan wordt de zonne-energie
omgezet in warmte.
Vandaar dat het hoger op de berg kouder is dan in het dal.Elke 100 meter hoger op de berg is het 0,6 ˚C kouder.
Temperatuurfactor: hoogteligging
■ In berggebieden is het goed te zien dat het hoger op de berg steeds kouder wordt. Dat zie je aan het verschil in plantengroei.
Op relatief korte afstand zie je steeds andere plantengordels.
1.2 Het Nederlandse weer verklaard
● Warme en koude lucht wordt door wind getransporteerd.
Gebergten verhinderen dit transport. Hierdoor zijn gebergten vaak een scheiding tussen twee klimaten.
Temperatuurfactor: gebergten (klimaatscheiding)
1.2 Het Nederlandse weer verklaard
● Zonnestralen verwarmen zowel het land als de zee, maar op een andere manier.
Water neemt warmte langzaam op, maar koelt ook langzaam af.Land wordt sneller warm en sneller koud dan water.Dit proces vindt elke dag plaats, maar ook in de loop van een jaar.
Temperatuurfactor: gesteldheid van het aardoppervlak
1.2 Het Nederlandse weer verklaard
Temperatuurfactor: gesteldheid van het aardoppervlak
1.2 Het Nederlandse weer verklaard
Temperatuurfactor: gesteldheid van het aardoppervlak
■ Aan het begin van de zomer is de zee nog koel (koud).De aanlandige westenwinden brengen in het voorjaar en de zomer
koele lucht naar Nederland.
Aan het eind van de zomer (en in de herfst en winter) is de zee relatief warm. Dan brengen de westenwinden relatief warme lucht naar
Nederland.
■ Een aflandige wind (of landwind) brengt in de winter koude lucht.Het kan dan juist vriezen.Een aflandige wind brengt in de zomer juist warme lucht.
1.2 Het Nederlandse weer verklaard
● De zonne-energie is niet gelijk verdeeld op aarde.De tropen ontvangen veel energie, de polen weinig.
Door middel van winden en zeestromen wordt de warmte vanaf de tropen getransporteerd over de aarde.
Temperatuurfactor: wind- en zeestromen
1.3 De invloed van luchtdruk op het weer
Luchtdruk
u Lucht heeft gewicht. 1 liter lucht weegt 0,003 gram.Een hele kolom lucht (van de grond
tot de bovenkant dampkring) geeft een behoorlijke druk op de aarde. Een barometer meet de luchtdruk in hectopascal (hPa).
● Een isobaar is een lijn op een weerkaart. Het is een lijn
waarbij de punten met dezelfde luchtdruk met
elkaar verbonden zijn.
1.3 De invloed van luchtdruk op het weer
Het weer bij hoge- en lagedrukgebieden
u Boven de Atlantische Oceaan ontstaan steeds opnieuw hoge- en lagedrukgebieden.
De ligging van deze luchtdrukgebieden hebben grote invloed op ons weer.
● Een gebied met hoge luchtdruk (H) kent dalende lucht.Bij hoge luchtdruk hoort helder, rustig weer. Warmte in de zomer en kou in de winter.
● Een lagedrukgebied (L) wordt ook wel een minimum of depressie genoemd.
De lucht stijgt op. Stijgende lucht wordt kouder, de waterdamp in de lucht condenseert en er ontstaan wolken en neerslag.
1.3 De invloed van luchtdruk op het weer
Het weer bij verandering van luchtdruk
u Wind ontstaat door een verschil in luchtdruk.Lucht stroomt van gebieden met veel lucht (H) naar gebieden met minder lucht (L).Grote luchtdrukverschillen zorgen voor een hoge windsnelheid.
● Wanneer de stand van de barometer verandert, gaat het weer veranderen.
Stijgende luchtdruk betekent beter/stabieler weer opkomst.
Dalende luchtdruk betekent dat het weer slechter wordt.
1.3 De invloed van luchtdruk op het weer
De waterkringloop
u Water komt in drie toestanden voor:- vast: sneeuw of hagel- vloeibaar: regen- gasvormig: waterdamp
● Het voortdurend overgaan van de ene toestand in de andere noemen we de waterkringloop.
In deze kringloop is de zon de motor. Op zee/oceaan en land verdampt het water. Het gaat over in waterdamp. In de koude lucht condenseert de waterdamp tot wolken. Uit deze wolken valt neerslag bijvoorbeeld in de vorm van regen of sneeuw.Via rivieren of grondwater stroomt deze neerslag uiteindelijk weer terug
naar de zee of oceaan.
1.3 De invloed van luchtdruk op het weer
De waterkringloop
● Lucht kan maar een beperkte hoeveelheid waterdamp bevatten.
Verzadigde lucht bevat een maximale hoeveelheid van 100% waterdamp.
Natte lucht bevat meer waterdamp en heeft een hogere luchtvochtigheid dan droge lucht.
1.4 Bronnen: Het Nederlandse weer verandert
Nieuw weerrecord verwacht
Door de klimaatverandering lijkt Nederland telkens nieuwe weerrecords te bereiken.
- Hittegolven en droogte komen steeds vaker voor. (Meer kans op misoogsten)- Neerslagintensiteit neem toe. (Als het regent, dan regent het langer en valt er meer neerslag.)- De temperaturen worden hoger. (Kans op een Elfstedentocht wordt kleiner.)
1.4 Bronnen: Het Nederlandse weer verandert
Het natuurlijk broeikaseffect, gelukkig maar!
In de dampkring zitten broeikasgassen, zoals: - Kooldioxide (CO
2)
- Methaan (CH4)
- Waterdamp (H2O)
Deze broeikasgassen werken net als glas in een broeikas. Ze laten de zonnestralen wel door, maar laten de warmte niet meer ontsnappen.
Dankzij dit natuurlijke broeikaseffect is het gemiddeld 15 ˚C op aarde.(zonder het broeikasgas was het gemiddeld -18 ˚C geweest op aarde)
1.4 Bronnen: Het Nederlandse weer verandert
Versterkt broeikaseffect
Door het verbranden van fossiele brand-stoffen komen er steeds meer broeikas-gassen in de atmosfeer. Dit zorgt voor extra opwarming.We noemen dit het versterkte broeikas-effect (versterkt door toedoen van de mens).
Door deze extra opwarming smelten gletsjers op Groenland en de Zuidpool. Hierdoor stijgt de zeespiegel.Kijk maar eens naar het weerbericht van de toekomst van Nederland.Wat valt je op?
Komt deze opwarming (alleen) door de mens?Misschien is de wisselende hoeveelheid straling van de zon ook een oorzaak van deze opwarming.
1.4 Bronnen: Het Nederlandse weer verandert
De ecologische voetafdruk
Met behulp van de ecologische voetafdruk geven we aan hoeveel ruimte een persoon gebruikt om te leven.Het gaat om de ruimte en de energie die het kost om bijvoorbeeld:- voedsel te verbouwen;- een huis te verwarmen;- op vakantie te gaan;- de grondstoffen voor kleren te verbouwen;- alle andere spullen die iemand koopt etc.