Upload
kerk-noordwolde
View
269
Download
1
Embed Size (px)
Citation preview
De Heer is waarlijk opgestaan!!
Welkom
Voorganger dhr Harry Kamphuis
Organist Joh de Vries
Thema: “Een dode steen vertelt
van de opstanding”
VDD ELB 131
Nu is het pasen Jezus leeft!
1
Nu is het pasen Jezus leeft!
Komt allen, sluit u aan
die onze dood verslagen heeft:
de Heer is opgestaan!
2
O blijf niet achter, aarzel niet,
ga mee, de wereld door;
Hij gaat door heel zijn rijksgebied
ons zegevierend voor.
3
Nu zal geen grens meer scheiding
zijn,
geen ras, geen kleur, geen taal,
o landen, volken, groot en klein,
Hij roept u allemaal!
4
Geen macht in hemel en op aard
maakt Pasen ongedaan,
en wie zich achter Christus schaart
zal vrede binnengaan.
5
Want welke vijand ons bedreigt,
zijn wapen deert ons niet
als eens de laatste vijand zwijgt
klinkt nog dit vrolijk lied.
6
O hoor, de klokken luiden blij;
komt allen, sluit u aan,
dan zeggen, zingen, juichen wij
de Heer is opgestaan!
De Heer is waarlijk opgestaan!!
Welkom
Voorganger dhr Harry Kamphuis
Organist Joh de Vries
Thema: “Een dode steen vertelt
van de opstanding”
ELB 203
Genade, zo oneindig groot,
1
Genade, zo oneindig groot,
dat ik, die 't niet verdien
het leven vond, want ik was dood
en blind, maar nu kan 'k zien.
2
Genade, die mij heeft geleerd
te vrezen voor het kwaad.
Maar ook, als ik mij tot Hem keer,
dat God mij nooit verlaat.
3
Want Jezus droeg mijn zondelast
en tranen aan het kruis.
Hij houdt mij door genade vast
en brengt mij veilig thuis.
4
Als ik daar in zijn heerlijkheid
mag stralen als de zon,
dan prijs ik Hem in eeuwigheid
dat ik genade vond.
Votum en groet
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
ELB 122
Daar juicht een toon,
daar klinkt een stem,
1
Daar juicht een toon,
daar klinkt een stem,
die galmt door gans'Jeruzalem;
een heerlijk morgenlicht breekt aan:
de Zoon van God is opgestaan!
2
Geen graf hield Davids Zoon
omkneld,
Hij overwon, die sterke Held,
Hij steeg uit 't graf door eigen kracht,
want Hij is God, bekleed met macht!
3
Nu jaagt de dood
geen angst meer aan,
want alles, alles is voldaan;
wie in geloof op Jezus ziet,
die vreest voor dood en duivel niet
4
Want nu de Heer is opgestaan,
nu vangt het nieuwe leven aan,
een leven door zijn dood bereid,
een leven in zijn heerlijkheid!
Bidden
Gez 300
Eens, als de bazuinen klinken
1
Eens, als de bazuinen klinken
uit de hoogte, links en rechts,
duizend stemmen ons omringen,
ja en amen wordt gezegd,
rest er niets meer dan te zingen, -
Heer, dan is uw pleit beslecht.
Gez. 300 : 2
Scheurt het voorhang van de
wolken,
wordt uw aangezicht onthuld,
vaart de tijding door de volken
dat Gij alles richten zult:
Heer, dan is de dood verzwolgen,
want de schriften zijn vervuld.
3
Roep de doden tot getuigen
dat Gij van oudsher regeert,
roep hen die men dwong te zwijgen,
die de wereld heeft geweerd,
richt omhoog wat wist te buigen,
kroon wat aanzien heeft ontbeerd.
Geloofsbelijdenis
Daarna 4, 5, 6
4
Als de graven openbreken
en de mensenstroom vangt aan
om de loftrompet te steken
en uw hofstad in te gaan:
Heer, laat ons dan niet ontbreken,
want de traagheid grijpt ons aan.
5
Mensen, komt uw lot te boven,
wacht na dit een ander uur,
gij moet op het wonder hopen
dat gij oplaait als een vuur,
want de Geest zal ons bestoken,
nieuw wordt alle creatuur.
6
Van die dag kan niemand weten,
maar het woord drijft aan tot spoed,
zouden wij niet haastig eten,
gaandeweg Hem tegemoet,
Jezus Christus, gistren, heden,
komt voor eens en komt voor goed!
Lezing
Joh. 20 – 1 t/m 17
1 En op de eerste dag der week ging Maria van Magdala vroeg, terwijl het nog donker was, naar het graf en zij zag de steen van het graf weggenomen. 2 IJlings kwam zij dan bij Simon Petrus en bij de andere discipel, dien Jezus liefhad, en zeide tot hen: Zij hebben de Here weggenomen uit het graf en wij weten niet, waar zij Hem hebben neergelegd.
3 Petrus dan ging op weg en ook de andere discipel en zij begaven zich naar het graf; 4 en die twee liepen samen snel voort; en de andere discipel liep vooruit, sneller dan Petrus, en kwam het eerst aan het graf, 5 en zich vooroverbuigende, zag hij de linnen windsels liggen; hij ging echter niet naar binnen. 6 Simon Petrus dan kwam ook, hem volgende,
en hij ging het graf binnen en zag de windsels liggen, 7 maar de zweetdoek, die op zijn hoofd geweest was, zag hij niet bij de windsels liggen, doch opgerold, terzijde op een andere plaats. 8 Toen ging ook de andere discipel, die het eerst aan het graf gekomen was,
naar binnen, en hij zag het en geloofde; 9 want zij kenden de Schrift nog niet, dat Hij uit de doden moest opstaan. 10 De discipelen dan gingen weder naar huis.
11 En Maria stond buiten dicht bij het graf, wenende. Terwijl zij dan weende, boog zij zich voorover naar het graf, 12 en zij zag twee engelen zitten, in witte klederen, een aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde, waar het lichaam van Jezus gelegen had. 13 En zij zeiden tot haar: Vrouw, waarom weent gij? Zij zeide tot hen:
Omdat zij mijn Here weggenomen hebben en ik weet niet, waar zij Hem neergelegd hebben. 14 Na deze woorden keerde zij zich om en zag Jezus staan, maar zij wist niet, dat het Jezus was. 15 Jezus zeide tot haar: Vrouw, waarom weent gij? Wie zoekt gij? Zij meende, dat het de hovenier was, en zeide tot Hem:
Heer, als gij Hem weggedragen hebt, zeg mij dan, waar gij Hem hebt neergelegd en ik zal Hem wegnemen. 16 Jezus zeide tot haar: Maria! Zij keerde zich om en zeidetot Hem in het Hebreeuws: Rabboeni, dat wil zeggen: Meester! 17 Jezus zeide tot haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar de Vader;
maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God. 18 Maria van Magdala ging heen en boodschapte de discipelen, dat zij de Here had gezien en dat Hij haar dit gezegd had.
Gez 215
Christus, onze Heer, verrees,halleluja!
1
Christus, onze Heer, verrees,
halleluja!
Heilge dag na angst en vrees,
halleluja!
Die verhoogd werd aan het kruis,
halleluja,
bracht ons in Gods vrijheid thuis,
halleluja!
2
Prijst nu Christus in ons lied,
halleluja,
die in heerlijkheid gebiedt,
halleluja,
die aanvaardde kruis en graf,
halleluja,
dat Hij zondaars 't leven gaf,
halleluja!
3
Maar zijn lijden en zijn strijd,
halleluja,
heeft verzoening ons bereid,
halleluja!
Nu is Hij der heemlen Heer,
halleluja!
Englen juublen Hem ter eer,
halleluja!
Een dode staan vertelt
van de opstanding!
ELB 123
De hemel juichttot eer van de verrezen Heer,
1
De hemel juicht
tot eer van de verrezen Heer,
en alles buigt
voor de schoonheid van de Heer.
In eeuwigheid zal Hij
het Lam zijn op de troon.
En daarom knielen wij
uit eerbied voor Gods Zoon.
2
Kom, zing met mij
tot eer van de verrezen Heer,
Hij kocht ons vrij
met zijn leven en zijn eer.
In eeuwigheid zult Gij
het Lam zijn op de troon.
En daarom knielen wij
uit eerbied voor Gods Zoon.
Danken en bidden
Collecte
1ste kindertehuis Horeb
2de eigen gemeente
ELB 406
Eens zal op de grote morgen
1
Eens zal op de grote morgen
klinken het bazuingeschal,
dan zal Jezus wederkomen
als de Rechter van 't heelal.
Refrein:
Wie zal op die grote morgen
buigen voor die majesteit?
Wie zal op die grote morgen
vluchten voor die heerlijkheid?
2
Eens zal op de grote morgen
't mensdom zwijgen eind'lijk stil:
dan zal Jezus Christus vragen:
'Wat deed u om mijnentwil?'
Refrein:
Wie zal op die grote morgen
buigen voor die majesteit?
Wie zal op die grote morgen
vluchten voor die heerlijkheid?
3
Eens zal op de grote morgen
Jezus' macht worden erkend:
dan zal ieder mens beseffen,
dat Gods Woord geen leugens kent.
Refrein:
Wie zal op die grote morgen
buigen voor die majesteit?
Wie zal op die grote morgen
vluchten voor die heerlijkheid?
Zegen
Daarna couplet 4
4
Eens zal op de grote morgen
blank en bruin worden vereend:
kleur of ras is niet belangrijk,
maar Gods gunst aan ons verleend
Refrein:
Wie zal op die grote morgen
buigen voor die majesteit?
Wie zal op die grote morgen
vluchten voor die heerlijkheid?