zondag 18 augustus 'Hopeloos geval of teken van Hoop

Hopeloos geval of teken van Hoop

Voorganger Ds. Van Harten

Organist Dhr. De Harder

God is tegenwoordig

Gezang 323

Vers 1, 2 en 8

God is tegenwoordig (LvdK 323) t. G. Tersteegen; v. J.W. Schulte Nordholt; m. J.B. Dykes










Voorganger Ds. Van Harten

Organist Dhr. De Harder

God zij ons gunstig en genadig

Psalm 67

Vers 1 en 2

Psalm 67 (LvdK) t. M. Nijhoff; m. 1543 / Genève 1551






Stil gebedVotum en Groet

Klein Gloria

Ere zij de Vader en de ZoonEn de Heilige Geest,

Als in den beginne, nu en immer,En van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen.

Verootmoediging

Aan uw voeten Heer

Elb 241 : 1

Aan uw voeten, Heer (EL 261) (Opw 462) t. & m. M. Zimmer


Genadeverkondiging

Aan uw voeten Heer

Elb 241 : 2



Wetslezing

Aan uw voeten Heer

Elb 241 : 3




Gebed om verlichting met de Heilige Geest

Als je geen liefde hebt voor elkaar

Elb 422

Als je geen liefde hebt voor elkaar (AWN 3.19)(EL 422) t. H. Lam; m. W. ter Burg








Wij gaan, tot straks!

SchriftlezingJona 1:1-3a en Jona 3 (HSV)

Jona 1

Jona's roeping en vlucht

1 Het woord van de HEERE kwam tot Jona, de zoon van Amitthai: 2 Sta op, ga naar de grote stad Ninevé en predik tegen haar, want hun kwaad is opgestegen voor Mijn aangezicht.

3a Maar Jona stond op om naar Tarsis te vluchten, weg van het aangezicht van de HEERE. Hij daalde af naar Jafo en vond een schip dat naar Tarsis ging.

Jona 3

Jona te Ninevé

1 Het woord van de HEERE kwam voor de tweede keer tot Jona:

2 Sta op, ga naar de grote stad Ninevé en predik tegen haar de prediking die Ik tot u spreek.

3 Toen stond Jona op en ging naar Ninevé, overeenkomstig het woord van de HEERE. Ninevé was een geweldig grote stad, van drie dagreizen doorsnee. 4 En Jona begon de stad in te gaan, één dagreis. Hij predikte en zei: Nog veertig dagen en Ninevé wordt ondersteboven gekeerd!

5 De mensen van Ninevé geloofden in God. Zij riepen een vasten uit en trokken rouwgewaden aan, van de grootste tot de kleinste onder hen. 6 Toen dat woord de koning van Ninevé bereikte, stond hij op van zijn troon, legde zijn staatsiegewaad af,

hulde zich in een rouwgewaad en ging in het stof zitten. 7 En in Ninevé werd op bevel van de koning en zijn rijksgroten omgeroepen: Mens en dier, runderen en schapen, mogen niets eten, niet grazen en geen water drinken.

8 Mens en dier moeten in rouwgewaden gehuld zijn en met kracht tot God roepen. Zij moeten zich bekeren, ieder van zijn slechte weg en van het geweld dat aan zijn handen kleeft.

9 Wie weet zal God Zich omkeren, berouw hebben en Zijn brandende toorn laten varen, zodat wij niet omkomen!

10 Toen zag God wat zij deden, dat zij zich bekeerden van hun slechte weg. En God

kreeg berouw over het kwade dat Hij gezegd had hun te zullen aandoen, en Hij

deed het niet.

Heer, ik kom tot U

Elb 302

Vers 1 en 2

Heer ik kom tot U (EL 302) t. J. Visser; m. G. Whelpton


SchriftlezingMatteüs 12: 38-42 (HSV)

38 Daarop reageerden enkele schriftgeleerden en farizeeën met een vraag: ‘Meester, we zouden graag een teken van u zien.’ 39 Hij antwoordde: ‘Dit is een verdorven en trouweloze generatie. Ze verlangt een teken, maar zal geen ander teken krijgen dan dat van de profeet Jona.

40 Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven. 41 Op de dag van het oordeel zullen de Ninevieten samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij hadden zich bekeerd na de prediking van Jona, en hier ziet u iemand die meer is dan Jona!

42 Op de dag van het oordeel zal de koningin van het Zuiden samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij was van het uiteinde van de aarde gekomen om te luisteren naar de wijsheid van Salomo, en hier ziet u iemand die meer is dan Salomo!

Heer, ik kom tot U

Elb 302

Vers 3 en 4




De mensen van Ninevé geloofden in God. Zij riepen een vasten uit en trokken rouwgewaden

aan, van de grootste tot de kleinste onder hen.

Maak ons tot een stralend licht

Elb 390

Maak ons tot een stralend licht (EL 390) t. & m, C. Christensen; v. R. Zuiderveld





Gebeden

Collecte1ste Landelijke collecte Miracle School

2de voor eigen gemeente

Zingt een nieuw lied

Psalm 98

Vers 1, 3 en 4

Psalm 98 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. 1543 / Genève 1551






Zegen

3 x amen

Wilhelmus

Wilhelmus van Nassouwe (LvdK 411) t. M. van st. Aldegonde (?); m. Valerius




Avonddienst 19.00Ds. Huitema

Openbaring 3 : 12 “Wie overwint, hem zal Ik maken tot een

zuil in de tempel van mijn God.”

Spiritual

zondag 18 augustus 'Hopeloos geval of teken van Hoop