View
217
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
Op zee (Hydrografie/Noordzee) WERKBLAD 1. Betonning (voorbeeld) het met behulp van markeringen aangeven van vaarwegen in relatief
ondiep water. Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Betonning
Territoriale wateren
EEZ
FIR
2. De paarse vlakken op het grote scherm rechts zijn:
3. a/b Vul de legenda in.
4. a. De Nederlandse EEZ is wel/niet gelijk aan het NCP.
b. Wat zijn de coördinaten van het meest noordelijke punt van het NCP?
c. Zou het voor alle landen gelijk zijn dat het EEZ wel/niet gelijk is aan het CP van dat land? Leg uit waarom wel of niet.
2
5. a. Waarom hebben ze eigenlijk wel gelijk?
b. Welke plaats wordt meestal door landrotten genoemd als middelpunt van Nederland?
6. a. Noem drie landen waarmee Nederland via de Noordzee verbonden wordt.
b. Noem nog vijf landen.
7. a. Beschrijf welke delen van Nederland bedoeld worden.
b. Waarom zou de Veluwe en omgeving niet onder water lopen, terwijl het om dat gebied heen wel nat wordt?
Welke kaartlaag kun je gebruiken voor dit antwoord?
c. Wat heeft de mens gedaan om er voor te zorgen dat de blauwe gebieden op de kaart in werkelijkheid niet onder water staan?
3
8. Foto Dichtstbijzijnde plaats Waarom? A
B
C
9. a. Foto A:
Foto B: b. Met welk type schip gebeurt dat: A of B? Motiveer je antwoord. Type , omdat c. Waar wordt het andere type voor gebruikt, denk je?
10. a. Waarom is de zandmotor duurzamer dan de gewone manier van kustbescherming? b. Waarom moet er de komende tijd nog voortdurend onderzoek gedaan worden naar de
zandmotor?
c. Zet op de foto een cirkel om de zandmotor.
d. n.v.t.
4
11. a. Welke foto is eerder gemaakt, de foto bij opdracht 8 of de foto bij deze opdracht?
b. De zandmotor staat niet op deze kaartlaag afgebeeld. Waarom niet? c. Hoe hoog is de zandmotor op het hoogste punt? d. Zoek uit op welke Achtergrondlagen de zandmotor wel staat en op welke niet. Welke
achtergrondlaag loopt het meest achter?
Recommended