20130207 De Morgen - Landroof

Preview:

Citation preview

an2000 tot 2010 gingnietmin-der dan203miljoenhectaregrondover de toonbank.Steedsnaar buitenlandseinvesteerders, die in vele geval-len voor grote agrobedrijven

werken.Voorwie zichweinig kanvoorstellenbij zo’n enormgebied: het komtneer oponge-veer 65keerBelgië, of zes keer de omvangvanDuitsland.Gemiddeld een voetbalveld perseconde.“Het grootste deel vanhet landkomtuit ont-

wikkelingslandenmet grote voedselproble-men”, zegt StéphaneParmentier, specialist terzake vanOxfam. “Nieuwonderzoekheeft nubovendienuitgewezendat de investeerdersecht op zoek gaannaar landenmet een zwakkestaatsstructuur, beperkte regelgeving en eenenormecorruptie.Opdiemanier kunnenzemeerwinstmakeneneenadministratieverompslompontlopen.”Zowat driekwart vande56 landendiehet

voorbije decennium landovereenkomstenafsloten, scoort slecht opdeontwikkelingsin-dex vandeWereldbank.Die indexmeet hoeeen land corruptie aanpakt, politieke stabiliteitgarandeert en geweld indekiemsmoort, hoesterkde rechtsstaat is enhoeveel inspraakbur-gers hebben. “Die buitenlandse investeerderskiezendusdie gebiedenuitwaarweinig con-trole is”, zegt Parmentier. “Enwaarde lokaleinwonershet zwakst staan. In vele gevallenwordendiemensen echt inhet nauwgedrevenenverplicht hun lap grond te verkopen. Terwijlhet net diemensen zijn die voorhundagelijksevoeding afhankelijk zijn vandat stukje land.”Nietswijst er opdat grote investeerders

sinds 2010hunqueeste naar vruchtbare grondhebbengestaakt. Parmentier: “De voedselcrisisvan2008 enookde financiële crisis hebbenhetfenomeennog versterkt. Zeker doorde impactvandeklimaatopwarming is land een schaarsgoedgeworden. Bovendienwordt vruchtbaregrond steedsmeer gebruikt voor andere zakendanvoedsel, zoals biobrandstoffen.”

Lucratieve businessEen trend die in direct conflict staat met eengroeiende wereldbevolking die dagelijks teetenmoet hebben. Rijke landen zijn door devolatiele voedselprijzen steeds afhankelijkervan de import van voedsel. De Golfstaten zijndaar een treffend voorbeeld van: tussen 60 en90 procent van het voedsel daar komt volgenshet Gulf Research Center uit het buitenland.De oplossing? Land roven in die landenwaarer nog te vinden is, om zo de voedselzekerheidin eigen land te garanderen. “Het mag dusnauwelijks verwondering wekken datlandroof een lucratieve business isgeworden”, legt Parmentier uit.De cijfers zijn treffend.HetAfrikaanse

Sierra Leone is ondertussen 32 procent vanzijn grond kwijt, een gebied groter danJamaica.Mozambique ging 96 deals aan,watongeveer 5 procent vanhet totale areaalmoetvoorstellen. In Cambodja is bijna 60procentvande vruchtbare grond in handen vanprivé-bedrijven. Ennog voor Zuid-Soedan in 2011zijn onafhankelijkheid konbezegelen,was 9procent vanhet landoppervlak al besproken,zo blijkt uit onderzoek vanhetOaklandInstitute.

De totale hoeveelheid landdiehet voorbijedecenniumnaarbuitenlandse investeerdersging, kan inprincipe eenmiljardmensenvanvoedsel voorzien. “Exact het aantalmensendatmomenteel honger lijdt”, zegt de expert.“Maar tweederde vande investeerders is vanplanomexportgewassen te verbouwen.”Winstgevender,maarnefast voor de voedsel-zekerheid.Op60procent vanhet ‘gegraaide land’ ver-

bouwendie bedrijvenmomenteel biobrand-stoffen.Die grondkan in theorie 127miljoenmensenvoeden. Ookpalmolie is eengegeerdgewas enbeslaat nuongeveer 7,8miljoenhec-tare land. Eenoppervlaktewaarvan expertsverwachtendat die tegen2020 zal verdubbelen.“Enbiobrandstoffen enpalmolie stillenuiter-aarddehongerniet”, aldusParmentier.DeWereldbankkanvolgensontwikkelings-

organisaties een sleutelrol spelen inde strijdtegen landgrabs. “Het is deWereldbankdiedeinternationalenormenvastlegt voor investerin-gen ingrond, fondsen terbeschikking stelt enzelf advies geeft over landinvesteringenaanont-wikkelingslanden”, zegtParmentier. “Wij vra-gendeBankdanookomhaar investeringen in

land tijdelijk op te schortenen teonderzoekenofhetbeleid tegen landroofwerkt ofniet.”Een eis die bij de internationale instelling op

weinig enthousiasmekan rekenen. “Wedelenhunbezorgdheid,maarwevindenhet nietopportuumomonze landbouwinvesteringen testaken”, klinkt het. “In 2050 zal dewereld 9mil-jard inwoners tellen. Dat vereist nieuwe land-bouwmogelijkheden en investeringen in voed-selzekerheid. De timing is verkeerd.”Omdedrukop te voerenorganiseertOxfam

vandaag een InternationaleActiedag tegenLandroof. Overal terwereld zetten actievoer-ders historisch erfgoed symbolisch ‘te koop’,vanhet Colosseum inRomeenhet LincolnMemorial inWashington tot hetNationaleVrijheidsmomument inDar es SalaamenhetAtomium inBrussel.“Wehopendat het grote publiek zobeter

begrijptwat landroof inhoudt”, zegt BertDhondt, hoofd vande campagnedienst. “Watvinden zij ervandat een vertrouwdmonumentzoalsMannekePis inhandenkomt vanprivé-investeerders?Want dat iswat die landbou-wers inhet Zuiden elke dagmeemaken.Hetbrengt het probleemdichterbij.”

12 • FOCUS • DE MORGENdonderdag 7 februari 2013

LandroverS Buitenlandse investeerders palmen in het Zuiden elke seconde

Buitenlandse investeerdersgraaiden het voorbijedecennium gemiddeldeen voetbalveld vruchtbaregrond per seconde weg.Vooral in Afrika, Azië enLatijns-Amerika. Op deInternationale Actiedagtegen landroof kondigtOxfam de strijd aan tegende buitenlandse graaiers.Sara Vandekerckhove

Gestolen sinds 2000:

V‘Die

buitenlandse

investeerders

kiezen de

gebieden uit

waar de

bevolking het

zwakst staat’

Stéphaneparmentier(Oxfam)

Stemmenuitgestolen landGuatemala zag tussen 2000 en2011 zowat 87.000 hectare landnaar grote bedrijven gaan.Tanya, Sandra en Timotheo (*)uit het district Sayaxchéondervonden aan den lijve degevolgen van die ‘land grab’.

‘Aanonze eigenbomenhangengeenvruchtenmeer’Tanya (24),moedervan tweekinderenDe inwoners vanCanaleñowerd eeuwigewerkzekerheid beloofd toen ze hun landverkochten. In de realiteit verlorenheelwatmannen in de voorbijemaandenhunwerk.Zo ook deman vande 24-jarige Tanya.

“Mijnmanheeft vier jaar voor het palmolie-bedrijf gewerkt. Ze hadden hemeen fair loonbeloofd,maar inwerkelijkheid verdiende hijnauwelijks genoeg omvan te leven. Datdeerde hen niet, voor hen zijnwij nietmeerdan afval. Het bedrijf beseft niet datwij landnodig hebben omvoedsel te verbouwen. Omte overleven.“Tevergeefs vroegen onzemannen hen de

toestemming om tewerken op hunmilpa(een plot land die families gebruiken voorgewassen zoalsmaïs en bonen, sv). Ikwastriest toen ze hemontsloegen. Zij vragen zichniet af hoewij numoeten overleven. De 68quetzal die hij verdiende (minimumloon inGuatemala, ongeveer 8,5 Amerikaanse dol-lar, sv)wasmisschien niet voldoende omrond te komen,maar hetwas toch iets. De

Landen met investeerders die op zoek gaan naar buitenlandse landbouwgrond

Landen waar die investeerders landbouwgrond verworven hebben of willen verwerven

Landen waar dergelijke investeerders vandaan komen én waar tegelijk landbouwgrond wordt verworven

Landen waar meer dan 10 procent van de bevolking ondervoed isGrafiek De Morgen Bron Oxfam

Een indiaanse vrouwuit het Noord-Guatemalteekse Sayaxché. Palmolie-bedrijven hebben in het districtmeerdan 60.000 hectare land opgekocht.

FOCUS • 13DE MORGEN • donderdag 7 februari 2013

vruchtbare grond in ter grootte van een voetbalveld

noden in onze familie zijn groot.Mijn kinde-renmoeten kunnen opgroeien.“Mijn grootouders hebben gelukkig nog

steeds een klein stukje grond,waarwe onsdagelijks voedsel kunnen telen.Maar ik benbezorgd, want het land brengt al lang nietmeer voldoende voedsel op. Vroegerwas hetvruchtbaarder en haddenwe genoeg om teeten en een deel te verkopen op demarkt. Het

hele jaar haddenwe voedsel. Dat is nu nietmeer het geval.“De impact van de palmolie-industrie is

groter dan je zou denken. De palmplantgroeit razendsnel, terwijl onze gewassen nau-welijks schieten. Aan onze bomen en plantenhangen geen vruchtenmeer, terwijl die palm-bomen in geen tijd geoogst kunnenworden.Het land droogt uit.”

‘Wij kunnennietmeer vrij bewegen’Sandra (31)Hetmerendeel van de inwoners vanhet dorpheeft zijn land verkocht aande palmoliebe-drijven. Twaalf familiesweigerden,waaron-der die van Sandra.

“Ikkanmenietmeerherinnerenwatdemen-senvanhetpalmbedrijf precies zeiden toenzevoorhet eerst inonzegemeenschapkwamen,maar ikherinnermewelwathunkomstteweegbracht. Sindsdienzijnwecompleetomsingeldenkunnenwenietmeervrij bewe-gen.Het isdiebeperktebewegingsvrijheiddieonshethardst treft.“Voor jongevrouwen ishethierechtgevaar-

lijkgeworden. Ombijhun land te rakenmoe-tenzesomsnoodgedwongendepalmolievel-denoveren lopenzehet risicoverkrachtofaangehouden teworden.Gewoonomdatzelandoverstekendatniet langerhethunne is. Deangstomnooitmeer terug tekeren isgroot.“Derelatie tussendegemeenschapenhet

palmoliebedrijf ishelemaalverziekt. Zijwillenonsniet zienenwijhenniet. Inhetbegingin-genzevandeur totdeur,meteenduidelijkeboodschap:ofwel verkopen,ofweldegevange-nis in. Ookbij onszijnze langsgekomenmetdevraagofwewildenverkopen.Toen ikweigerde,lietenzemewetendatdedagzoukomendat iknietmeervanmijngrondzoukunnengenieten.“Ons leven ishelemaalveranderd.Onze

grondbrengtnogsteedsvoldoendeop,maardeoogst is eenmoeilijkezaakgewordendoor-datde jongerennietmeeropdeveldenwerken.Sowiesowashetnietmakkelijkomeenstukjegrond tebemachtigenennuweereentjehebben, latenwehetnietmeer los.Dezegrond isals eenmoeder.Zevoedtonsenweerenzezoalsdiegenedieonshetlevengaf.Het iswatmijnkinderen in levenhoudt.”

‘Dit is regelrechteonderdrukking’Timotheo (leeftijdonbekend), vadervanacht kinderenVande250 families die inLasPacayaswonen,zijn er slechts drie die hun landhebbenkun-nenbehouden.Die vanTimotheo is er een van.

“Ik kocht dit land in 1985 enhebhet eigenhan-dig ontbost. In het begin haddenwemooieoogsten vanmaïs en kalebassen. Dat is nuonmogelijk geworden.Het land brengt nau-welijks nog iets op, door de vervuiling die inde lucht hangt.Mijn grondmaakt geen kansmeer, nu alle vliegen broeden opde palmen.Vroeger leverde de grondme tonnen voedselop, nu alleennoghet volstrekteminimum.“Het belangrijkste probleem is de toegang

tot land. Blijkbaar vindt het palmbedrijf hetniet nodig dat armeboeren tot bij hun lapgrond raken.Drie jaar geledenbegonnen zeme af te snijden. Eerstmocht ik het landnietmeer betredendat tussenmijn beide stukkengrond lag. Ik pleitte en onderhandelde,maarhet haalde niets uit. Ze stuurdenmeweg. Ikmag zelfs geen brandhoutmeer sprokkelen inde buurt. Ze dreigen ermee ons nogmeer teomsingelen ende toeganghelemaal te belet-ten. Of ze dreigen ermee een lokale inwoner teontslaan die voor henwerkt. Ik hebmijn landverdedigd,maar nuben ik omringd door pal-men.Dit is regelrechte onderdrukking.“Latermoetenmijn kinderen dit stukje

grond kunnenbewerken. In plaats van te ver-kopen zoek ik nunaarmanieren omnogmeergrond inmijn bezit te krijgen. Nooit zal ik ver-kopen, ook al jagen demensen vanhet palm-bedrijfme op enbieden zemegeld aan.Dekinderen zijnmijn belangrijkste drijfveer.Voor hen zal ik altijdweigeren.”

*Tanya, Sandra en Timotheo zijn fictievenamen. CIFCA (Copenhagen Initiative forCentral America and Mexico), een netwerkvan 37 organisaties, onderzoeks-instellingen en beleidsnetwerken,tekende hun getuigenissen op.

‘Vrouwen

die de palm-

olievelden

over moeten

lopen het

risico te

worden

verkracht’

‘Het palm-

oliebedrijf

heeft mijn

man

ontslagen.

Hoe moeten

wij nu

overleven?’

Boven: arbeiders van een plantageladen jonge palmplanten uit. Onder:een van deweinige lokale boeren diehun land niet hebben verkocht, is nuhelemaal omsingeld door de plantage.

Een vrachtwagen haalt de palm-vruchten op. Palmoliewordt gebruiktvoor zowel voedingsproducten alscosmetica en biobrandstoffen. © oxfam

65keerBelgië