8
Trouw woensdag 8 februari 2006 | 9 Torino 2006 ITrouw EINDREDACTIE WIM DE HAIR - FOTOGRAFIE PATRICK POST - VORMGEVING FRANK CASTELEIN s Bijlage Olympische Spelen Turijn woensdag 8 februari 2006

8 Torino 2006

  • Upload
    fc1958

  • View
    280

  • Download
    6

Embed Size (px)

DESCRIPTION

 

Citation preview

Page 1: 8   Torino 2006

Trouw woensdag 8 februari 2006 | 9

To r i n o2006ITrouw

EIN

DR

ED

AC

TIE

WIM

DE

HA

IR -

FOT

OG

RA

FIE

PA

TR

ICK

PO

ST- V

OR

MG

EV

ING

FR

AN

K C

AST

ELE

IN

s Bijlage Olympische Spelen Turijn woensdag 8 februari 2006

Page 2: 8   Torino 2006

10 | Trouw woensdag 8 februari 2006 Trouw woensdag 8 februari 2006 | 11woensdag 8 februari pagina 3 To r i n o2006Trouw

B O B S L E E Ë N

door John Graat

De olympische koorts wildemaar niet komen. Het olym-pische vuur bleek de afgelo-

pen maanden tijdens zijn processiedoor Italië niet heilig. Diverse ma-len werd de feestelijke estafette ver-stoord door protesten. In het noor-den bracht het passeren van de fak-kel nog wel wat mensen op de been,maar toen de vlam richting Romeen verder naar het zuiden zakte ble-ven de straten akelig leeg.

De kaartverkoop wilde maar nietaantrekken. Een maand geledenwas nog maar 60 procent verkocht.Op een vergelijkbaar moment hadNagano in 1998 een score van 89procent en Salt Lake City in 2002zelfs 95 procent. Inmiddels is 70procent van de één miljoen kaartjesverkocht. Het merendeel ging naarhet buitenland. In de Oval Lingottozullen vooral Nederlandse schaats-fans de tribunes bezetten.

Skiër Giorgio Rocca, de koningvan de slalom, klaagde regelmatigover het gebrek aan olympischesfeer in Italië. Eind december warenin Alta Badia slechts een paar hon-derd mensen getuige van zijn we-reldbekerzege. In de tijd dat landge-noot Alberto Tomba over de pistesdanste, kwamen er soms wel 40000mensen. Rocca hoopt nog steeds dathij tijdens zijn jacht op goud vanafvolgende week op steun kan reke-nen: ,,Het is jammer dat in Italiëniet genoeg over de Spelen wordtgesproken. De mensen kennen nieteens de namen van de sporters dieze moeten aanmoedigen.’’

Turijn ligt voor veel Italianen ineen uithoek, in de schaduw van deAlpen en de mondaine buurmanMilaan. Begin jaren negentig zucht-te de stad onder de crisis bij autofa-brikant Fiat, een hoge werkloosheiden een verouderde infrastructuur. Inde plannen om de stad een econo-mische impuls te geven paste dekandidatuur voor de Winterspelen.Die werden in 1999 door het IOC

aan de hoofdstad van Piemonte toe-gewezen.

De 29ste Winterspelen moeten destad verlossen van het imago vaneen saaie industriestad. Er moetenmeer toeristen komen naar defraaie, barokke binnenstad. ,,Wewillen laten zien dat Turijn ietsmoois kan organiseren en we willende oude banden met de bergen her-stellen’’, vertelde Valentino Castella-ni, president van TOROC, het orga-nisatiecomité.

De Italiaanse overheid trok royaalde beurs. De totale kosten van dezeSpelen bedragen 3,4 miljard euro.Daarvan was 1,4 miljard bestemdvoor de organisatie. De rest is in ver-

betering van wegen, tram, metro enin de bouw van gebouwen gestoken.Turijn was het afgelopen jaar eenbouwput. Begin januari moest deItaliaanse overheid nog eens bij-springen met 64 miljoen. De organi-satie kampte voortdurend metbudgetoverschrijdingen. Een kraslo-terij is te elfder ure in het leven ge-roepen om 20 miljoen in het laatjete brengen. Een faillissement heeftserieus gedreigd.

Er waren meer problemen. Zoalspolitie-invallen in kantoren vanTOROC om de administratie te con-troleren. Een railverbinding doorTurijn is niet op tijd klaar. Voor ver-keersellende wordt gevreesd. De af-gelopen maanden deden zich forserellen voor in de stad, gericht tegende aanleg van de hogesnelheidslijnnaar Lyon.

In de bergdorpen, die tachtig kilo-meter buiten Turijn de sneeuwspor-ten herbergen, maken ze zich al zor-gen over de postolympische perio-de. Het dorpje Pregalato (570 inwo-ners) zit straks opgescheept met vijfspringschansen. Voor de exploitatiemoet het dorp voor de helft opdraai-en. De hoop is gevestigd op toeris-ten. De burgemeester van Albertvil-le kwam recent alvast vertellen dathet onderhoud van de olympischeschans in Courchevel uit 1992200 000 euro per jaar kost.

Ondertussen voelde Alberto Tom-ba zich geroepen om de publiekeomroep RAI te vragen om meer aan-dacht te besteden aan de Winterspe-len. Zodat het land waar voetbal al-les beheerst op zijn minst wéét dathet gastheer is van een van de groot-ste sportevenementen ter wereld.,,Italianen kopen een halfjaar vantevoren geen kaartjes. Ze komen ophet laatste moment’’, zei Castellanivaak, om de moed erin te houden.Maar zelfs Juventus speelt in Turijnvaak voor halflege tribunes.

Leeg zullen de stoeltjes de komen-de twee weken zeker niet blijven,maar of Italië nog in de ban raaktvan deze Spelen valt te bezien.

■ Milieubeschermers in Italië ma-ken zich zorgen over de negatievegevolgen van de sportieve activitei-ten in de Alpen, waar alle sneeuw-nummers worden afgewerkt. Bij-voorbeeld voor de wolven. Het be-schermde dier dook vijf jaar gele-den voor het eerst weer op in debergen van Noord-Italië, na een af-wezigheid van 80 jaar. De Spelenvinden deels precies binnen hunjachtterrein plaats. ,,In en rondPregalato, waar vijf springschan-sen zijn gebouwd, leefde een groepwolven’’, zegt Francesca Marucco,onderzoekster naar de wolvenpo-pulatie in de regio. ,,Het lijkt er nuop dat ze er niet meer zijn, afgaan-de op de uitwerpselen.’’ Er zouden15 tot 18 wolven in het gebied heb-ben vertoefd. Marucco vindt hetmoeilijk de impact van de bouw-werkzaamheden en de aanleg vanwegen aan te geven, maar zij be-schouwt het hoe dan ook als eengevaar voor het voortbestaan vande wolven. Volgens het organisatie-comité is de vrees ongegrond. Dewerkzaamheden zijn afgerond enwolven zijn gewend om zich te ver-plaatsen, aldus TOROC.

T U R I J N 2 0 0 6T O R I N O

I N H O U D

Italianen raken niet in de ban van SpelenIn Turijn begint zaterdag de olympische strijd om84 gouden medailles. In deze bijlage interviews metNederlandse en buitenlandse kanshebbers, maarook een fotoserie waarin het materiaal dat de spor-ters naar eeuwige roem moet leiden centraal staat.Want ook al ben je fysiek en psychisch 100 procent,als de schaats of het board niet deugt kan het resul-taat lelijk tegenvallen.

Vrees dat wolvenop de vlucht slaan

PAGINA 5 ERBEN WENNEMARS’Wilskracht zal bepalend zijn’

PAGINA 6/7 CLAUDIA PECHSTEIN & COACH’We hebben elkaar de ogen nooit uitgekrabd’

PAGINA 9/10/11 OV E R Z I C H T E NNederlandse deelnemers en wedstrijdschema

PAGINA 13 ELINE JURG’Ik twijfel eigenlijk aan alles’

PAGINA 14 BODE MILLER’Wat hij werkelijk denkt? Geen idee’

PAGINA 15 FALKO ZANDSTRA’Ik ben nog steeds een kwajongen’

PAGINA 16 CHAD HEDRICK’Voor mij telt alleen winnen’

PAGINA 17 INGRID PAUL’Lease-auto en gratis laptop niet belangrijk’

PAGINA 19 ILSE ROBBEN’Als je echt zenuwachtig bent, klap je dicht’

Page 3: 8   Torino 2006

14 | Trouw woensdag 8 februari 2006 Trouw woensdag 8 februari 2006 | 15woensdag 8 februari To r i n o2006Trouw woensdag 8 februari pagina 7 To r i n o2006Trouw

Trainde ze te hard, dan werd zeziek en kreeg ze infecties. Wij heb-ben naar alternatieven moetenzoeken om haar talent te ontwik-kelen en dat soort incidenten tevermijden. Een goede vertrou-wensrelatie was een voorwaarde.”,,Claudia’s grootste kwaliteit ismentale kracht, ze kan zich op be-slissende momenten zo concentre-ren dat ze de situatie in de handheeft. In ’94 reed ze tijdens de Spe-len een tijd waarvan iedereen ver-wachtte dat Niemann daar onder

zou duiken. Maar voor Niemannvormde die prestatie op dat be-langrijke moment een barrière.”,,Vier jaar later was in Nagano desituatie omgekeerd. Niemann hadonder de zeven minuten gereden,een nieuwe dimensie in het schaat-sen die ik moeilijk haalbaar achtte.Maar Claudia won vervolgens hetgoud. Voor haar was Niemanns tijdgeen barrière, maar een motivatie.Als Claudia ervan overtuigd is dathaar lichaam in de juiste vorm is,kan ze psychisch alles aan.”

’Als het lichaam in de juiste vorm is, kan ze psychisch alles aan’

Claudia Pechstein (33) is de meestsuccesvolle Duitse sporter ooit tij-dens Olympische Winterspelen.Haar erelijst:1992 Albertville5000 brons1994 Hamar3000 brons5000 goud1998 Nagano3000 zilver5000 goud2002 Salt Lake City

3000 goud5000 goud

We r e l d t i t e l s1996 Hamar: 50002000 Nagano: 1500, 30002000 Milwaukee: allround2003 Berlijn: 50002004 Seoel: 3000

Europese titels1998 Helsinki2006 Hamar

Joachim Franke (65) is de succes-volste Duitse schaatstrainer.Zijn erelijst:1954-1969 ijshockeyspeler bij SGDynamo Weisswasser116 ijshockeyinterlands1966: brons op EK ijshockey1969-1972 trainer SG Dynamo4x DDR-kampioen

Vanaf 1973 schaatstrainerOlympische kampioenen:Claudia Pechstein (4x)

Uwe-Jens Mey (2x)André Hoffmann (1x)Olaf Zinke(1x)

Medailles Olympische Winterspelen8 x goud4 x zilver4 x brons

Ereplaatsen op WK’s23 x goud23 x zilver20 x brons

Vier keer olympisch goud met kampioenenmaker als trainer

’Barrières op wegnaar de top bijnaniet meer te nemen’

FOTO MATT DUNHAM, AP PHOTO

FOTO PATRICK POST

S H O R T T R A C K

K U N S T R I J D E N

door Rob Velthuis

De naar erkenning hunkeren-de Claudia Pechstein brachteen decennium lang enge-

lengeduld op. Haar populariteitkwam pas in een stroomversnellingna een onschuldig meningsverschildat tot mediahype uitgroeide. Pech-stein kon daarmee in 2002 de deurnaar het verleden afsluiten.

De Berlijnse had vóór de Spelenvan Salt Lake City al twee goudenolympische medailles op zak, pluswat ’kleingeld’ in andere kleuren.Maar ze bleef in de schaduw vanGunda Niemann en later Anni Frie-singer. Geen mens of sponsor dienaar haar omkeek.

„Het gebeurde begin 2002 tijdensde Duitse kampioenschappen in Er-furt. Ik was ziek, Friesinger was nadrie afstanden onbereikbaar, waar-na ik de vijf kilometer won. Zo ziekhad ik dus niet kunnen zijn, zei An-ni live op televisie. Dat is niet zosportief van haar, was mijn weer-woord. Daarmee was wat mij betreftde zaak afgedaan.”

Daar dachten de media andersover, zij bliezen het Zickenduell(strijd op basis van afgunst) en deBusenneid (borstennijd) de wereld in.Pechstein was verbaasd, onthutst envervolgens gefascineerd. „In de we-ken vóór die Winterspelen heb ikgeen interview gegeven, maar elkedag was ik in de media. Pechsteinhier, Pechstein daar. Friesinger dit,Pechstein dat. Het was fascinerend,maar het kon mij op een gegevenmoment niets meer schelen. Hetbleek zelfs goed voor onze naam.’’

„Vaak ging het niet eens over sport.Het was soms niet fatsoenlijk wat erwerd gebracht. Het was de opgebla-zen rivaliteit die je ook in voetbal ofandere sporten ziet. Maar wij heb-ben elkaar de ogen nooit uitgekrabdof tegen de benen getrapt.”

„Het Zickenduell was voor hetschaatsen de deur die werd geopendnaar publiciteit, populariteit ensponsors. Het heeft ons beiden goedgedaan. Anni en ik zijn geen vrien-dinnen, dat waren we vóór de Spe-len van 2002 ook niet. We zijn ver-schillend, hebben een andere men-taliteit, zijn anders opgegroeid.Maar we kunnen samenwerken.Voor de teamachtervolging trainenwe af en toe samen, en we hebbeneen tv-commercial gedraaid voor on-ze bondssponsor. Verder gaan weonze eigen weg.”

Heeft de tegenstelling Oost-West meege-speeld in deze kwestie?

„Dat heeft een rol gespeeld, datwas wat ik er minder goed aanvond. 2002 was toch elf jaar na deWe n d e . Dat men toen nog steedsover Oost en West sprak vond iktreurig. De politiek in Duitslandspreekt er zelfs nu nog over. Jam-mer, dat is voor Duitsland niet goed.Maar ik ben geen politica, dat is eenzaak van Frau M e r k e l .”

Heeft de Wende destijd voor u als top-sporter iets veranderd?

„Niet veel. Ik was achttien, zat inde nationale selectie en was interna-tionaal succesvol. Ik kon wat ande-ren niet konden: naar het Westenreizen, naar het kapitalistische bui-

tenland. Wat wél veranderde wasdat ik met mijn sport geld kon gaanverdienen. In de DDR sportte je van-uit een idealistisch standpunt.”

„Toch kon ik tot 2002 van schaat-sen niet leven. Sinds 1993 ben ik indienst van de Bundespolizei, mijn ver-zekering voor na mijn carrière. Ofik na Turijn stop weet ik niet. Ik be-leef nog steeds veel plezier aan mijnsport. Dat ik nu populair ben is eenextra motivatie. Dat is de erkenningdie ik jarenlang heb nagestreefd.”

U werkt sinds 1991 samen met JoachimFranke. Is zo’n lange periode niet moei-lijk?

„Er zijn niet veel alternatieven alsje zo’n goede trainer hebt als hij. Hijkent mij beter dan ik mezelf. Waarzijn geheim ligt, is moeilijk te zeg-gen. Hij heeft soms maar twee woor-den nodig om me goed te laten rij-den, soms is zelfs zwijgen genoeg.Dan geeft hij me vlak voor de wed-strijd een schema met een eindtijdop een papiertje, en dan rijd ik dat.Hij is niet voor niets de meest suc-cesvolle trainer in Duitsland. Frankezegt altijd: ’Aan mijn zijde zijn velevrouwen oud geworden’.”

U bent altijd goed als het erop aankomt,tijdens Olympische Spelen.

„Er wordt me altijd gevraagd hoeik dat doe. Ik weet het niet, maarFranke heeft daar zeker de hand in.Het is altijd zo geweest, althans opOlympische Spelen. Dat fascineertme zelf ook. Waarom zou het in Tu-rijn dan anders zijn, hè? Met mijnnaam, Pechstein, kan ik alleen maargeluk hebben.”

C L A U D I A P E C H S T E I N’Dat ik nu populairben is een extramotivatie’

De sportieve erfenis van de DDR raakt uitgeput.Het bastion dat Claudia Pechstein met JoachimFranke vormt, is nog een garantie voor succes. Zij(33) als icoon van de Winterspelen; hij (65) alsmeest succesvolle Duitse schaatstrainer. Veel isten goede veranderd, maar bij Franke smeult ookweemoed. ,,Het was destijds een samengaan, te-genwoordig zou men in het bedrijfsleven sprekenvan een vijandige overname.”

door Rob Velthuis

In de DDR telde scrupule nochexcuus. Als werd ingezet op eennieuwe olympische sport, dan

moest die als vanzelfsprekend mee-draaien in de geoliede medaillema-chine. Onder die druk werd JoachimFranke als schaatstrainer groot,maar dat gebeurde wel na een perio-de van grote verwarring.

„Ik was ijshockeyspeler geweesten net een paar jaar bondscoach,toen in de DDR de aandacht ver-schoof naar individuele sporten. Dathad een puur economische reden.Een kostbaar team had slechts éénkans op een gouden medaille, bijhet schaatsen waren veel titels tew i n n e n .”

„In 1970 werd ijshockey als top-sport geëlimineerd. Ik was een jon-ge, ambitieuze coach die altijd hadgeleerd dat slechts winnen er toedoet. Ineens was verliezen niet ergmeer. Sterker, we moesten afzakkennaar de B- en C-groep. Leg dat maareens uit aan je spelers. Achteraf ge-zien heb ik in dat proces veel levens-ervaring opgedaan.”

„Toen was de vraag: hoe komenwe met schaatsen aan de top? Wewaren ijshockeyers, van hardrijdenwisten we nauwelijks iets af en con-tacten met het buitenland waren erniet. Ik kwam in een andere wereldterecht, de omschakeling was moei-lijk omdat je alles zelf moest uitzoe-ken. Een individuele sport is iets to-taal anders dan een teamsport.”

„Als ijshockeycoach had ik me algeoriënteerd op het gebied vankrachttraining. Voor duurvermo-gen, intensiteit en techniek kwamik in eerste instantie terecht bij rol-schaatsen, maar het toenmalige ma-teriaal was niet zo geschikt als deskeelers van tegenwoordig.”

„Ik richtte me op succesvolle DDR-sporten, zoals roeien, wielrennen,kanoën. Maar als je mensen uit vierverschillende sporten sprak, kreegje vier verschillende meningen. Hetwas de kunst daaruit datgene te ha-len dat voor schaatsen bruikbaarwas. Het was echt pionieren.”

„Dat er voor schaatsen nauwelijksbelangstelling was, deed er niet toe.Het ging om medailles winnen tij-dens WK’s en Olympische Spelen. Jemensen moesten hoog eindigen,

dan was jij een goede trainer. Zakenals slecht weer of pech werden nietg e a c c e p t e e r d .”

Als succestrainer kon Franke zichhandhaven na de cultuurschok diede samensmelting van Oost en Westvoor het sportsysteem van de DDRwas. „Voor ons stond de wereld opzijn kop. Wie mag verder werken,wie moet weg? Het was zelfs devraag of er wel banen in de topsportwerden behouden.”

„Het werd snel duidelijk dat demogelijkheden in Duitsland beperktwaren. Wij hadden geluk met onzeschaatsgroep in Berlijn, we haddeneen hal en konden onder relatiefgunstige voorwaarden ons trainings-programma voortzetten. Er resttenmiddelen uit DDR-fondsen waarmeede voorbereiding op de Winterspe-len van Albertville kon worden afge-maakt. Omdat we daar goede resul-taten behaalden, kwam er extrageld voor het schaatsen. Voor onzesport pakte het gunstig uit, voorveel andere niet.”

In het toenmalige West-Duitsland werdverwacht dat het met de DDR een spor-tieve grootmacht zou vormen. Het tegen-deel bleek waar, betreurt u dat?

„Het was destijds een samengaan,tegenwoordig zou men in het be-drijfsleven spreken van een vijandi-ge overname. Wie overwint bepaaltde werkwijze. Daarom was het voorons zo moeilijk. Alle waardevollekennis over talentherkenning, op-leiding en begeleiding is verlorengegaan. Men probeert nu wel be-paalde dingen terug te halen, maarhet meeste is domweg kapot. In

Oberhof is nog een geschikt cen-trum om skiën, langlaufen en rode-len op topniveau te bedrijven. Maardat is een van de laatste overgeble-ven plaatsen.”

„Geld is natuurlijk het probleem,dat is het overal. De discrepantietussen de financiële mogelijkhedenvoor succesvolle sporters en denoodzakelijke investeringen in op-leiding van nieuw talent wordtsteeds groter. Al het geld stroomtrichting succes. Daardoor ontstaanvoor jongeren bijna niet meer te ne-men barrières op weg naar de top.De meeste talenten kiezen er daar-om weer voor eerst hun studie af tem a k e n .”

„Lang niet alles wat in de DDR ge-beurde was goed. Maar er werd welgeïnvesteerd in jeugdsportscholenen adequate opleiding. Als kinderenwerden geselecteerd voor topsport,hoefden hun ouders zich geen zor-gen te maken over de kosten. En desporters hadden een gegarandeerdinkomen. Een gelijksoortig systeemkan niet makkelijk weer wordenuitgevoerd. De eerste vraag die danin Duitsland rijst is: wie draagt deverantwoordelijkheid? Is dat deschoolleiding of de sportorganisa-tie?”

„Nieuw talent komt er altijd weer,ook als Claudia Pechstein en AnniFriesinger zijn gestopt. Maar ze ko-men niet meer over de grote breed-te, zoals in de tijd dat in de DDR hetschaatsen werd geactiveerd. Kijknaar de mannen. Van 1986 tot 1992waren wij dominant in de mannen-sprint, met Mey, Hoffmann en Zin-ke. Ook dat is verleden tijd.”

& J O A C H I M F R A N K E

■ Toen Claudia Pechstein in 1991onder de vleugels van JoachimFranke kwam, was krachtmensGunda Niemann in het vrouwen-schaatsen de referentie. ,,Niemannwas fysiek een onvergelijkbaregrootheid”, aldus Franke. ,,Zij deeddingen waaraan veel mannen ka-pot zijn gegaan. Die aanpak wastoen de trend, maar voor Claudiamoesten we iets anders verzin-n e n .”,,In haar jeugd was haar belast-baarheid de remmende factor.

pagina 6

Page 4: 8   Torino 2006

12 | Trouw woensdag 8 februari 2006 Trouw woensdag 8 februari 2006 | 13woensdag 8 februari pagina 5 To r i n o2006Trouwwoensdag 8 februari pagina 4 To r i n o2006Trouw

E R B E N W E N N E M A R S’Je kunt beter eenklootzak zijn met goudom je nek dan eenaardige jongen’

door John Graat

De aanloop was zacht gezegdturbulent. Coach Jac Orieverbrak drie weken terug de

samenwerking. Emoties, hectiek,onrust: het komt bij Erben Wenne-mars (30) altijd weer terug.

Topsport is volgens Wennemarseen snelkookpan. Wat normalemensen in hun hele leven beleven,maakte hij in tien jaar mee. Hij reis-de naar andere continenten en cul-turen. Kende hoge pieken en diepedalen. Maakte ontroerende momen-ten mee en was het middelpunt vanconflicten. ,,Ik weet niet of je vandit leven een beter mens wordt. Jewordt er niet socialer van. Maar hetmaakt je wel rijker.’’

,,Topsporters worden vaak te veelbeschermd. Ik heb het geluk gehaddat ik altijd in een kritische omge-ving heb verkeerd. Jonge voetballersmet alleen maar jaknikkers om zichheen worden lui en arrogant. Maarje moet je blijven ontwikkelen. Erkomen zo veel mensen op je af dieniet eerlijk zijn. Je hebt je familie enje vrienden, maar daarnaast zijn eraltijd mensen met een eigen agen-da. Mensen die bij succes willen ho-ren, of mee willen eten uit de ruif.’’

,,Mijn ouders zijn altijd heel kri-tisch geweest over mijn gedrag naarde pers. Zij vinden dat normaaldoen al gek genoeg is. Renate, mijnvrouw, heeft heel weinig met sport.Zij vindt het overdreven hoe wij be-jubeld worden. Ik ga er vaak vanuitdat mensen mij wel kennen als ikergens kom. Zij vindt dat volslagenb e l a c h e l i j k .’ ’

Egbert Rolf Wennemars, vijfvou-dig wereldkampioen, getrouwd mettv-presentatrice Renate van derZalm, vader van Joep en Niels en fi-nancieel onafhankelijk, werd op 1november 1975 geboren in Dalfsen.Hij had een onbezorgde jeugd. Mee-helpen in het koeienbedrijf van zijnvader was vanzelfsprekend. Schaat-sen combineerde hij lang met voet-ballen. ,,Ik was spits, een hardevoetballer, ging recht op het doel afen had een tomeloze inzet.’’

Hij was een druk mannetje datgraag opviel. Omdat hij goed was insport, bood de gymles de mogelijk-heid om status en aanzien te ver-werven. Hij wilde altijd de beste

zijn. ,,Het besef dat ik goed kon wor-den kwam pas later. Ik stelde altijdrealistische doelen. Ik wilde kampi-oen van Dalfsen worden, daarna vanOverijssel en ik droomde ervan omwereldkampioen te worden. Nietdat ik dat voor mogelijk hield.’’

In 1998 was zijn ster onder coachPeter Mueller snel gerezen. Hij werdderde op het WK sprint en mochtmee naar de Spelen van Nagano. Naeen goede eerste 500 meter (vijfde)werd hij in de tweede manche ge-schept door de Noor Njos. Krimpendvan de pijn werd hij afgevoerd.

,,In 1998 was ik onbevangen. Ikdacht dat ik zo goed was omdat wijeen voorsprong hadden met deklapschaats. Ik heb mezelf nooit alseen enorm talent gezien. Ik leefdevrij, uitbundig; lang leve de lol. Ikhad geen idee wat topsport werke-lijk inhield. Als er ergens een feestjewas ging Erben mee. Ik liep rondmet geblondeerde haren en moestoveral gek doen. Ik wilde opvallen,maakte niet uit hoe. Ik heb comple-te banketten op stelten gezet. Ik hebze zelfs in de fik gestoken.’’

Het waren de wilde jaren onderMueller. Ze waren onafscheidelijk.Tot er sleet op kwam. Het olympi-sche seizoen van Salt lake City werdeen drama. ,,Peter werd paranoïde.Hij was er in dat laatste jaar met

zijn hoofd helemaal niet meer bij.Het was geen charismatische manmeer. De coach voor wie ik door hetvuur ging, die er altijd was, had zijnkracht verloren. Het was een zielighoopje mens geworden. Ik was mijnkompas kwijt. Topsport luistert zonauw, het gaat om die laatste paarprocentjes. Omdat ik helemaal af-hankelijk van Mueller was gewor-den, wist ik het niet meer.’’

Het leidde tot zijn tweede misluk-te Spelen. ,,Na de 1000 meter zat ikhelemaal alleen in de kleedkamer.Geen trainer, geen begeleiders enook de pers had me niet nodig. Diewaren allemaal achter Van Velde enBos aan, logisch. Ik realiseerde me:dit is topsport. Dat ze mij een aardi-ge jongen vinden telt helemaal niet.Je kunt beter een klootzak zijn meteen gouden plak om je nek.’’

Voortaan wilde hij onafhankelijkblijven. Zijn lot nooit meer verbin-den aan een coach. Met de nuchtereacademicus Orie kreeg hij een te-genpool van Mueller aan zijn zijde.Het leidde tot een ongekende suc-cesreeks, in de niet-olympische sei-zoenen. ,,Ik was beter getraind, leef-de uitgebalanceerder, was minderopgefokt, lette minder op andere rij-ders en maakte me niet meer drukover de mening van anderen. Ikging mijn eigen koers varen. Ikkreeg rust. Pas als je jezelf ondercontrole hebt, kun je winnen.’’

Maar toen het dit seizoen niet wil-de vlotten, verloor hij zijn zelfbe-heersing. Zijn temperament heefthem ver gebracht, maar ging weerzijn schaduwkanten tonen. Hij sloeghevig aan het twijfelen en werdkwetsbaar. Het leidde tot de breukmet Orie. Zijn aanloop naar Turijnwas daardoor turbulent. Nu gelooftniemand nog in olympisch succes.

,,Als mensen beweren dat mijncarrière zonder olympische medail-le een tragisch kantje heeft, dandoen ze afbreuk aan de prestatiesdie ik heb geleverd. Wilskracht zalbepalend zal zijn voor wie goudwint. En die is groot bij mij, heelgroot, juist na alles wat er is ge-beurd. Ik heb twee Spelen meege-maakt en wil er nu echt van genie-ten. Straks staan we met allemaalstrakke koppies aan de startlijn. Ikvind het prachtig dat ik aan dat balmee mag doen.’’

Geschiedenis biedtweinig hoop op goud

■ Erben Wennemars komt in Tu-rijn uit op vier onderdelen: de 500,1000 en 1500 meter en de ploegen-achtervolging. Behalve op hetteamonderdeel heeft hij op de1000 meter de meeste kans opgoud. Al weet hij dat de olympi-sche geschiedenis weinig hoopbiedt. ,,Kijk naar de winnaars opde Spelen van de 1000 meter: inhoeverre kun je daar hun groot-heid aan ontlenen? Het warengrote verrassingen. Zijn de sprin-ters die meerdere malen wereld-kampioen werden dan minder?’’De titels op de kilometer gingennaar Nikolaj Goeljajev (1988), OlafZinke (1992), Dan Jansen (1994),Ids Postma (1998) en Gerard vanVelde (2002).

FOTO OLAF KRAAK, ANP

S N O W B O A R D E N

Page 5: 8   Torino 2006

40 | Trouw woensdag 8 februari 2006 Trouw woensdag 8 februari 2006 | 41woensdag 8 februari pagina 13 To r i n o2006Trouw

S C H A A T S E N

E L I N E J U R G’Ineens dacht ik:shit, ik hebmijn meidenlaten vallen’

door John Graat

Angst, twijfel, onrust, een ze-nuwslopende stoelendans,materiaalpech en pijn. Op

weg naar Turijn bleef bobsleepiloteEline Jurg niets bespaard. Om posi-tief te blijven denken, roept ze haar91-jarige oma in gedachten.

Ze weet niet hoeveel doorwaaktenachten ze dit seizoen al moestmeemaken. Het zijn er veel. Sindseen paar jaar is ze toch al een slech-te slaapster. Soms slaapt ze maartwee of drie uur per nacht. Ze zegtdat het went. ,,Ik ben een denker.Als dingen niet goed gaan, lig ikmaar te malen. Ik ben van natureheel onzeker. Vroeger liep ik metmijn hoofd omlaag over straat. Men-sen denken altijd: die heeft een gro-te mond. Ik kan heel hard overko-men. Maar ik twijfel eigenlijk aana l l e s .’ ’

Stof tot piekeren was er de afgelo-pen maanden in overvloed. Op wegnaar haar tweede Winterspelen leekalles mis te gaan wat mis kón gaan.,,Telkens heb ik gedacht: het nu isniet belangrijk, hier springen weook wel weer overheen. Oogkleppenop en verder. Ik laat me toch al zovaak afleiden.’’

Het begon in oktober, toen ze inLillehammer tijdens een trainingbijna een vreselijk ongeluk met eenrodelaar veroorzaakte. Ze kon haarslee in een bocht nog net bovenhem langs sturen. De man waswoest, Jurg was boos, maar ging er-van uit dat de vervelende ervaringsnel verwerkt zou zijn. Dat bleekeen misvatting. ,,Het heeft me langachtervolgd. Ik was voor elke afda-ling zó gespannen. Mijn hart kloptebijna mijn strot uit. Ik kreeg hetmaar niet onder controle. Of hetangst was? Het zou kunnen.’’

Door concentratie-oefeningen metsportpsycholoog Wim Keizer werdze rustiger. Maar in de wedstrijdenbleven goede resultaten uit. Eind de-cember trok ze de stoute schoenenaan. Ze wilde oud-piloot Rob Geurtsterug als coach. Hij was na vorig sei-zoen aan de kant gezet, vooral om-dat het tussen hem en de Duitsebondscoach Harald Czudaj niet bo-terde. Jurg vond dat toen ook beter,maar sinds Geurts weer aan haar zij-de is, heeft ze meer zelfvertrouwen.

De uitkomst van de bob-of f begin ja-nuari zorgde echter voor nieuwehoofdbrekens. Haar eigen remsterUrta Rozenstruik bleek bij de selec-tie trager dan Kitty van Haperen,normaal reserve van het team vanIlse Broeders. Jurg werd plots opge-scheept met een metgezel met wieze nog nooit een afdaling had ge-daan. ,,Het is zó belangrijk dat je opelkaar ingespeeld bent. Voor het ge-voel, de timing, de hele startproce-dure. Met Urta weet ik dat precies.En ineens dacht ik: shit, ik heb mijnmeiden laten vallen. Ik was die dagnieuw materiaal aan het testen. ’sAvonds zat ik op bed te janken. Ikwist niet waar ik met mijn emotiesheen moest. Plotseling ging mijngsm. Henk Gemser (oud-schaats-

coach, red.). Ja, zei hij, het is een im-pulsieve actie, het is laat, maar ikbel je toch maar even. We hebbentien minuten zitten kletsen. Datkwam precies op het goede mo-ment. Ik werd weer rustig.’’

Na het EK in Sankt Moritz had zezich verzoend met Van Haperen,maar Czudaj was niet tevreden. Hijstelde tegen de zin van Jurg eennieuwe stoelendans in het vooruit-zicht. De tweede bob-of f wordt pasvandaag gehouden omdat Jurg tweeweken geleden in de training een le-lijke crash maakte. Haar slee bleekflink beschadigd, zelf hield ze er eenpijnlijke knie aan over. Het ge-wricht was een paar dagen flink ge-zwollen, ’alsof er een voetbal in zat’.Ze liep vorige week nog mank.

,,Mijn voorbereiding is niet ideaalgeweest. Dat is misschien een eufe-misme. Ik weet niet waarom het ditseizoen zo moest lopen. Ik heb hetidee dat het voor Salt Lake City veelrustiger was. Er is nu al zo veel on-rust geweest. Van de andere kant isal het gedoe ook een extra motiva-tie. Ik bijt harder door, ik geef nietop, laat mijn kop niet hangen. Ikgeef nóg meer gas.’’

Ondanks alles verheugt ze zich opde olympische afdalingen in Cesana.Er zijn wel meer wonderen gebeurdop de Spelen, zegt ze. En daarom wilze vrijdagavond ook per se naar deopeningsceremonie. ,,Twee wekengeleden begon onze bondscoach erweer over. Hij vond het beter dat wenog wat langer in Sankt Moritz zou-den blijven trainen. Zijn reden: hijis zelf als atleet ook nooit naar deopening geweest. Maar ik heb hetidee dat je er ontzettend veel ener-gie uithaalt als je dat stadion magbinnenlopen. Dat gevoel heb ik vierjaar geleden heel erg gemist.’’

,,Ik grijp zoiets aan, ik moet megoed voelen. Positief blijven den-ken. Ook al zijn er zoveel donkere,zwarte dingen om me heen, ik blijfzoeken naar lichtpuntjes. Soms gaik bewust aan mijn oma denken. Zeis 91 jaar en volgt alles van me. Zehad een tijd geen Eurosport en datvond ze héél vervelend. Dan moesthet opgenomen worden. Ze is eeninspiratiebron, zoals mijn hele fami-lie en mijn vrienden. Uit hen put ikhoop, daar haal ik de glimlach vande dag uit.’’

■ Eline Jurg (32) deed aan zwem-men, tennis en volleybal. In Gro-ningen, waar ze de academie voorlichamelijke opvoeding volgde,speelde ze softbal toen ze in 1996in bobsleeën een nieuwe uitdagingvond. Het werd serieus toen diesport de olympische status ver-wierf. In 2001 zegde ze haar baanop. Een jaar later werd ze in SaltLake City zesde, wat een olympischdiploma opleverde. In de twee sei-zoenen daarna leek Jurg hard opweg haar ambitie, om in Turijn inde prijzen te vallen, waar te gaanmaken. Met Vakkanjers als hoofd-sponsor werd ze in 2003 vierde ophet EK en het seizoen daarna werdze een keer tweede en derde inWorld Cup-wedstrijden. In 2004werd ze knap vijfde op het WK.Door sportkoepel NOC-NSF werdze gekozen tot ambassadeur voorde Winterspelen, samen met snow-boardster Nicolien Sauerbreij ende schaatsers Erben Wennemarsen Beorn Nijenhuis. ,,Het is nietecht geweldig gegaan met de am-bassadeurs’’, zegt Jurg, doelend opWennemars, die zonder coachkwam te zitten, en Sauerbreij, dieeen rugblessure had. Maar: ,,Ikvind het een eer dat ik ben ge-vraagd. Ze zijn blijkbaar blij metwat ik uitstraal: enthousiasme, ge-drevenheid en sportiviteit.’’

Trotse ambassadricevan de Winterspelen

FOTO PATRICK POST

Page 6: 8   Torino 2006

22 | Trouw woensdag 8 februari 2006 Trouw woensdag 8 februari 2006 | 23woensdag 8 februari pagina 14 To r i n o2006Trouw woensdag 8 februari pagina 15 To r i n o2006Trouw

I J S H O C K E Y

B O D E M I L L E R’Ik meen hetals ik zegdat ik nietberoemd wil zijn’

door Rob Velthuis

‘L ive free or die’, is de strijd-kreet uit de AmerikaanseO n a fh a n k e l i j k h e i d s o o r l o g

die de staat New Hampshire in zijnlogo voert. De controversiële skiërBode Miller heeft de spreuk van zijnthuisstaat min of meer tot levens-motto verheven.

Skiën is zuiver als pas gevallensneeuw. Althans, zo wordt de sportdoor betrokkenen wel geïdealiseerd.Het is niet vreemd dat Bode Millerin de skiwereld slechts wordt getole-reerd omdat niemand voorbij kangaan aan zijn grote talent. Maar hetrondreizende circus is de rebel lie-ver kwijt dan rijk.

Even gloorde die hoop aan heteind van het vorige seizoen, waarinMiller meer dan ooit zijn veelzijdigekwaliteiten had getoond. Hij was deeerste Amerikaan sinds Phil Mahre(1983) die het algemeen wereldbe-kerklassement won en de eersteskiër sinds de Oostenrijker Marc Gi-rardelli (1989) die in één seizoen inalle vier disciplines zegevierde.

Een uitgelaten triomfator was denieuwe koning der veelzijdigheidniet. Uit onvrede met de reglemen-ten zei hij een concurrerend circuitte willen opzetten. Vervolgens wildeMiller stoppen. Hij vreesde dat deroem en bekendheid als meest pro-minente Amerikaanse olympiër zijnleven zou splijten. ,,Ik wil mijn pri-vacy niet opgeven. Dat is het meniet waard. Ik meen het als ik zegdat ik niet beroemd wil zijn.”

Miller maalt niet om prijzen,Olympische Spelen noemt hij ont-spoord in hype en commercie. ,,Ikstreef er niet naar gouden medailleste winnen. Dat is iets voor mensendie zichzelf willen bewijzen, en ikheb nooit geprobeerd me te bewij-zen aan wie dan ook.”

Miller won medailles. Twee zilve-ren tijdens de Winterspelen van2002, en vier wereldtitels. Een vande laatste gouden trofeeën doetthuis dienst als anker in zijn toilet,,,opdat tijdens het urineren de brilniet meer naar beneden valt”.

Het is moeilijk te peilen waar bijMiller ernst overgaat in scherts.,,Skiën zonder sponsors, trainers ofjournalisten om me heen zou zoveelleuker zijn”, zei hij eind vorig jaar.

Aan de andere kant mag hij zichdankzij succes, media-aandacht ensponsors als 28-jarige miljonair noe-men.

Miller zei al eens te overwegenzich kandidaat te stellen voor hetAmerikaans congres. Maar eerstwerkt hij toch maar die olympischeklus af, al was het maar om ver vanhuis te zijn. ,,Ik blijf het liefst in hetbuitenland tot de tweede ambtster-mijn van de jonge Bush voorbij is.”

Aan het begin van dit seizoenklaagde Miller over motivatieproble-men. Die zijn af te lezen van zijnprestaties. Podiumplaatsen zijnschaars geworden, valpartijen talrij-ker dan ooit, net als klasseringen inde achterhoede.

Speelt de Amerikaan in het be-langrijkste jaar hoog spel? ToniGiger, hoofdcoach van de Oosten-rijkse skiploeg, vraagt zich datopenlijk af. ,,Hij gaat snel, hij valt,hij staat op. Dit is een mentalesport, niet? Maar wat hij werkelijk

denkt? Geen idee.”Wie weet dat wel? Men is niet an-

ders gewend dan dat Miller zijn ei-gen weg gaat. En dat is een pad datniet zelden naar het niets lijkt te lei-den. Behalve voor Miller; als hij eenroute naar plezier ziet, eindigt dieveelal met succes.

Zijn onstuimige skistijl werd als teriskant aangemerkt, zijn met alco-hol besprenkelde levensstijl als telos. De Amerikaan logenstrafte allekritiek door zich op te werken toteen van de beste allrounders allertijden. En dat in een tijdvak waarinslechts specialisten als de kansheb-bers worden gezien.

Tegen de zin van al zijn coacheswerkte Miller vóór dit seizoen 115wedstrijden achtereen af. Tegen dezin van al zijn coaches richtte Millerzich als tiener op skiën in plaats vansnowboarden. En tegen de zin vanal zijn coaches handhaafde hij zijnrodeostijl. Die bracht hem succes,

mede doordat hij een van de eersteskiërs was die het voordeel erkendevan de ’getailleerde’ ski’s die nu ge-meengoed zijn.

Bij alles vertrouwt Miller op zijnervaring en instinct, die in de na-tuur van Easton, New Hampshire,werden ontwikkeld. Zijn hippie-ou-ders leefden afgezonderd in eenzelfgebouwd huis zonder elektrici-teit en stromend water. Onderwijskreeg Miller van zijn moeder.

Als driejarige stond hij op ski’s,wat ouder bracht hij hele dagen ineenzaamheid op latten door in devrije natuur. Opvallend was zijnveelzijdigheid; als tiener blonk hijook uit in tennis, voetbal en snow-boarden.

Zijn geautoriseerde biografie ver-scheen onlangs mede om wat mis-verstanden uit de weg te helpen. ,,In2002 werd ik geportretteerd als pri-mitief, opgegroeid in een schuur,ongeschoold, een verloren wilde inde moderne wereld. Dat is niet leuken niet waar.”

Mogelijk werd toen zijn tegen-draadse gedrag verfijnd waarmee hijsindsdien opzien baart. Miller is eenstapper, maar de verklaring dat hijsoms met een kater aan de start ver-scheen en won, werd hem niet indank afgenomen. Net zomin als zijnpleidooi voor verruiming van de do-pingreglementen.

Dat het voor sporters verboden ismedicijnen te gebruiken die voor ie-der ander vrij toegankelijk zijn,noemt hij hypocriet. Hij pleit voorvrijstelling van het bloeddopingmid-del epo, dat hij een ideale brandstofvoor de hersenen noemt. En anabo-le steroïden zouden slijtage van hetbewegingsapparaat beperken.

Het maakt van hem in de rechtlij-nige, conservatieve olympischesport een onbegrepen man. Terwijlde wereld er voor hem op zevenjari-ge leeftijd al zo overzichtelijk uit-zag. ,,Het was toen voor mij vol-strekt logisch dat ik ooit in de we-reldbeker zou uitkomen. Dat wasgeen jongensdroom. Ik wist dat, alsik me zou concentreren op elke dagharder gaan, ik zou bereiken wat ikwilde. Ik race nog steeds voor hetgenoegen om uit elke wedstrijd hetbeste te halen. Als mensen dat zou-den inzien, misschien zouden zemij dan begrijpen.”FOTO MICHAEL LECKEL, REUTERS

F A L K O Z A N D S T R A’Van mij hadden dieklapschaats en diecommerciële ploegenniet gehoeven’

door Rob Pietersen

Er is hem vaak gevraagd of hijniet in het verkeerde tijdperkzijn beste rondjes heeft ge-

schaatst. Nu zouden al die titels nietalleen een kast vol prijzen, maarook een kist vol geld opleveren.

,,Nee”, antwoordt Falko Zandstradan resoluut. Maar als de inmiddels34-jarige Fries er ietsje langer overnadenkt, komt hij tot een verrassen-de conclusie: ,,Misschien had ik hetin de tijd van Ard Schenk langer vol-gehouden. Toen was schaatsen noggewoon folklore. Lekker rondjes rij-den in een wollen pak. Van mij had-den die klapschaats en die commer-ciële ploegen niet gehoeven. Het iser niet leuker van geworden.”

Wat goed is, komt snel. Zandstrakwam als een komeet. Na twee we-reldtitels bij de jeugd (in ’90 en ’91)eiste hij als eerstejaars bij de senio-ren gelijk de Europese titel voorzich op. Een jaar later werd hij zo-wel Europees als wereldkampioen.De gespierde spijker deelde mokersla-gen uit, de schaatswereld vreesdehet jarenlange juk van de Fries.

Het werd echter een korte carrièreop de langebaan. ,,Je koestert demooiste herinneringen. In 1993 wasik de beste van de wereld, daarnaviel het allemaal tegen. Pas wees ie-mand me erop dat ik tijdens het EKvan ’98 nog vijfde werd. Da’s toch ei-genlijk helemaal niet slecht? Voormijn gevoel, in mijn herinneringen,was ik toen allang gestopt.”

Hij bedoelt er mee te zeggen datde verwachtingen sinds zijn entreezo verschrikkelijk hoog waren. Ookbij hemzelf. Alleen de hoofdprijzentelden. Toen de overwinningen nietmeer vanzelfsprekend waren, kwa-men de verwijten. Hij was te lui, tegemakzuchtig. Hij had te veel ta-lent, te weinig karakter.

,,Ach… Zo slecht was ik niet. Als aldie verwijten hadden geklopt was ikheus nooit wereldkampioen gewor-d e n .”

Falko Dak & Wand, op een zielloosbedrijventerrein op een steenworpvan Thialf, heeft een prachtigespreekkamer. In een glazen kastblinken olympische medailles, prij-ken bekers en stenen beelden. In deverhuisdozen in de hoek zit de rest.Na jaren nog altijd onuitgepakt.

,,Die zijn ook mooi. Maar minder.’’Al zes jaar zit hij in de dak- en wand-beplating. ,,Toen ik besloot metschaatsen te stoppen, heb ik welwat nachten wakker gelegen entraantjes gelaten. Een zwart gat…Van de ene op de andere dag stonder niemand meer voor me klaar. Ikben aan mijn lot overgelaten.”

Hij dacht eraan een sportzaak tebeginnen. ,,Best leuk. Maar dan staje zes dagen in de week in de zaak,heb je donderdag ook nog koop-avond en moet je op zondag deboekhouding doen.” Dus stapte hijin de voetsporen van zijn vader, diehem bij het opstarten van een eigen

bedrijf volledig steunde.Het werd derhalve geen lang

zwart gat. Sprinter Jan Ykemabiechtte onlangs in het AlgemeenDagblad op dat hij na zijn schaats-loopbaan vijftien jaar drugs gebruik-te, om wat licht in de duisternis tezien. ,,Ongelooflijk. Zonde hè?”, ver-zucht Zandstra. ,,Ik ben vroeg ge-trouwd, heb twee kinderen. Ik hebeen zaak, een hypotheek en eenhond. Ik heb helemaal geen tijdvoor andere verleidingen.”

De pas 26-jarige allrounder noem-de destijds inspanningsastma als re-

den voor zijn vroege afscheid. Datwas onzin, zo erkent hij nu: ,,Daarwaren medicijnen voor geweest.”Voor zijn probleem bestonden ech-ter geen pilletjes. ,,Ik miste de gezel-ligheid van de eerste jaren. Ik voel-de mij in de kernploeg als een vis inhet water. Wat hebben we een lolg e h a d .”

,,Ik was natuurlijk geen trainings-beest, maar coach Ab Krook kon memet zijn ogen sturen. Als we tijdenstrainingskamp de berg op moesten,fietsten ze vanaf de start bij me weg.Maar ik wist dat ze boven op mestonden te wachten. En als ik danaan kwam slingeren, zei ik: Watzeuren jullie nou? Ik heb een kwar-tiertje meer dan jullie getraind.”

Met de komst van commerciëleploegen verdween de gezelligheid.,,Ik moest alleen met een coach oppad. Met hem kon je geen lol trap-pen.” Met het plezier verdween demagie, de passie. En het abonne-ment op goud.

Zandstra miste vooral Rintje Rits-ma, die voor Sanex koos. ,,Wij wa-ren altijd bezig. Ik herinner me Al-bertville, waar we elkaar op de ka-mer iets te veel aan het treiterenwaren. Toen sloeg Rintje me eenbloedlip. Soms was het haat en nijd,maar meestal supergezellig.”

Ze hebben nog steeds innig con-tact, de man die te vroeg afscheidnam en zijn vriend die niet van op-houden weet. Voor de jaarwisselinghadden ze twee zakken karbied in-geslagen. ,,Stonden we daar middenin de nacht, twee uur lang. Als ereen auto aankwam doken we wegachter een boom. We vonden hetnog spannender dan de kinderen.”

,,Ik ben nog steeds een kwajon-gen”, zegt Zandstra. De ogen glinste-ren. Als schaatser was hij als mid-den-twintiger oud en versleten.Maar als mens streeft hij de eeuwigejeugd na. Hij heeft een vriend over-gehouden aan het schaatsen en na-tuurlijk een nog immer bekendenaam. ,,Ik hoef het met klantennooit over koetjes en kalfjes te heb-ben. Het gaat altijd over de laatsteschaatsuitslagen. Met die naam komik makkelijker bij nieuwe klantenbinnen. Maar vervolgens gaat hetnatuurlijk niet meer om m’n mooiemedailles, maar om de prijs van m’np r o d u c t .”

FOTO PATRICK POST

■ Falko Zandstra was na zijn suc-cesjaar 1993 de grote favoriet voorolympisch goud in 1994. Die mis-sie mislukte, waardoor er nu’slechts’ zilver (1992, 5 km) enbrons (1994, 1500 m) in de prijzen-kast ligt. ,,Toch vind ik het gemisaan gezelligheid in de laatste jarenvan mijn carrière erger dan hetontbreken van goud. Al moet iktoegeven dat je de impact van goudop de Spelen waarschijnlijk pasecht ervaart als je die medaillethuis hebt liggen. Yvonne van Gen-nip en Leo Visser waren destijdsvoor mij ook grote helden”

Mislukte missie

■ Falko Zandstra is ambassadeurvan de organisatie Right to Play. Innovember was hij samen met zeil-ster Margriet Matthijsse een paardagen in een vluchtelingenkampin Oeganda. ,,Er zaten 26000 men-sen in dat kamp, ze hadden hele-maal niks. En toch keken ze blij.Het heeft veel indruk op me ge-maakt. Ik heb een paar weken an-ders naar dingen gekeken. Mijnkinderen hebben alles. Toch zeu-ren ze af en toe om meer. Ik sta weleens te vloeken in de file… Bela-chelijk. Jammer genoeg slijt dat ge-voel, dat je een bijzonder bevoor-

recht mens bent, ook weer snel.”Cabaretier Peter Heerschop waar-schuwde onlangs op een bijeen-komst van schaatsers over ’SchaatsMee voor Right to Play’, een projectwaarmee de omstandigheden inhet kamp in Oeganda menselijkermoeten worden gemaakt. ,,Metschaatsen in de derde wereld graafje eigen graf. Dat is hetzelfde alskorfbal populair maken op de bas-ketbalveldjes van zwart Amerika.Dat gaat je een zekere wereldtitelkosten.” Zandstra moest daar hardom lachen: ,,Misschien was het in-derdaad niet zo slim van me…”

Met andere ogen kijken in vluchtelingenkamp

Onbegrepen manin conservatieveolympische wereld

Tijd voor andereverleidingen heeftex-schaatser niet

C U R L I N G

Page 7: 8   Torino 2006

24 | Trouw woensdag 8 februari 2006 Trouw woensdag 8 februari 2006 | 25woensdag 8 februari pagina 17 To r i n o2006Trouwwoensdag 8 februari pagina 16 To r i n o2006Trouw

S K I Ë N

C H A D H E D R I C K’Als je geenvijandschapvoelt, kun jegeen succesboeken’

door John Graat

Chad Hedrick, Texaan, 28 jaar,liet het schaatswereldje opzijn grondvesten trillen. In

Turijn moet de bekroning volgen.,,Ik heb de grootste honger, hetdiepste verlangen.’’

Hij moet altijd lachen als hij eenNederlandse schaatser hoort zeggendat het rijden van een optimale racehet doel is. Dan realiseert hij zichhoe groot de kloof is tussen de Euro-pese en Amerikaanse sportcultuur.,,Wat een bullshit. Als ze het maxima-le gepresteerd hebben, maar nietwinnen, zijn ze toch tevreden? Alsiemand zoiets zegt, wil je niet echtwinnen. Ik ben niet in deze sport ge-stapt voor een zilveren medaille.Voor mij telt alleen winnen. Al hetandere is een teleurstelling.’’

Zijn mentaliteit is zijn wapen. Zoe-kend naar de wortels van zijn be-wijsdrang, verwijst hij naar zijn va-der. Die trainde, op een asfaltbaanachter hun huis in Houston, skeele-raars. Hedrick was een van zijn pu-pillen.

,,Mijn vader zei altijd: doe iets 100procent of doe het niet. Hij was zohard, elk ander kind had het allangopgegeven. Hij tergde me, hij wisthoe hij me kon raken. Hé, dat kunje tóch niet. Wacht maar, dacht ikdan. Ik heb altijd willen bewijzendat ik het wél kon. Er zaten veelvrienden van mij bij de club. De eenkon niet tegen de hitte van Texas,de ander niet tegen hoe hij ons be-handelde. Hij dreef me tot waanzin,maar hij heeft ook een kampioenvan me gemaakt.’’

Het was de basis van zijn glorieja-ren als skeeleraar. Tussen 1993 en2002 werd hij vijftig keer wereld-kampioen in uiteenlopende discipli-nes. In 2002 keek hij thuis naar deWinterspelen van Salt Lake City. Hijzag zijn voormalige skeelerrivaalDerek Parra goud winnen op de1500 meter. ,,Ik dacht: dit is mijnk a n s .’ ’

De gevolgen zijn bekend. In hetnajaar van 2002 begon hij metschaatsen, een half jaar later werdhij vijfde op de WK afstanden, weereen jaar later werd hij wereldkampi-oen allround. Het was niet alleenzijn onconventionele stijl die opzienbaarde. Het was ook zijn onortho-

doxe gedrag. Hedrick was een rok-kenjager, dronk bier en had lak aanerecodes en reputaties. Hij groeide,samen met Shani Davis, uit tot debelichaming van de Amerikaansenachtmerrie van de Nederlanders.

,,Ik heb me nooit afgevraagd watze van me vonden. Ik respecteer ze.Sommigen vinden mij een arrogan-te asshole. Maar als je de beste van dewereld wilt zijn, moet je nergensbang voor zijn.’’

Hij was aanvankelijk een ongeleidprojectiel, zegt hij nu. Na zijn neder-laag tegen Davis op het WK allroundvan vorig jaar realiseerde hij zichdat hij het beter moest aanpakkenin het olympische seizoen. ,,Ik hebharder gewerkt dan ooit. Ik hebmeer aan shorttrack gedaan en mijn

schaatstechniek helemaal afgebro-ken om die opnieuw op te bouwen.Eerder besteedde ik daar nooit veelaandacht aan. Ik deed alles op talenten mentaliteit.’’

Hedrick ging in zee met de Neder-landse fysiotherapeut Harry van derLei, die ook zijn psycholoog werd.,,Mijn voorbereiding op de races ishelemaal veranderd. Die begint nual de avond voor de wedstrijd. Danga ik op bed zitten, sluit ik mijnogen en probeer ik gedurende vijfminuten mijn hoofd leeg te spoelen.En voor de wedstrijd mediteer ik inde kleedkamer. Ik visualiseer elkeronde en bedenk waar ik snelheidmoet maken. Ik probeer voor elkerace in een bepaalde stemming tek o m e n .’ ’

Hij is het spelletje beter gaan be-grijpen, zegt hij. Het leidde dezewinter tot wereldrecords, maar tochwerd hij verslagen door Sven Kra-mer, Carl Verheijen en Shani Davis.,,Ze hadden me niet beter kunnenm o t i v e r e n .’ ’

,,De Nederlandse schaatsers dach-ten dat het winnen van het WK all-round in 2004 een incident was. Numaken ze zich meer zorgen over mijdan ik over hen. Ze voelen zich geïn-timideerd. Dan is het spel al halver-wege. Ik beschouw hen als goedecollega’s, maar als ik mijn schaatsenaan heb, zijn het geen vriendenmeer. Als je die vijandschap nietvoelt kun je geen succes boeken. Inhet schaatsen heb ik geen vriendennodig. Ik zit maar voor één ding indeze sport: de gouden medaille.’’

Die sport neemt hij inmiddelsbloedserieus. Begin januari zwoorhij zelfs de alcohol af. Maar het le-ven zelf blijft voor hem iets wat niette ernstig genomen moet worden.,,Over twaalf jaar ben ik veertig.Dan wil ik terug kunnen kijken opeen geweldige tijd in de sport. Ik wilgrote momenten beleven. Ik werkhard, reis veel en daar geniet ikv a n .’ ’

Eind januari genoot hij van eenuitzwaaifeest in Houston. Carl Lewiswas er, net als Eric Heiden en LeroyBurrell. Hij heeft beloofd met goudterug te keren. En hij weet waaromhet gaat lukken. ,,Ik ben niet demooiste schaatser en ik heb nietveel ervaring, maar ik heb een gro-ter hart dan ieder ander.’’

I N G R I D P A U Ldoor John Graat

Ingrid Paul van Team Telfort be-geleidt in Turijn vier schaatsers.De 41-jarige coach annex arts

volgt haar eigen weg. Met succes.Wat haar ploeg onderscheidt van

anderen? ,,We letten niet zo op an-dere teams. Misschien is dat het.’’

Ingrid Paul stippelt al jaren haareigen weg uit. In het gewone levenen in de sport. Het liefst gaat ze methaar team op trainingskamp in Col-lalbo, een idyllisch dorpje in de Do-lomieten. Daar is niets te beleven.Heerlijk, vindt Paul. ,,Lekker op ons-zelf. Het is er meestal mooi weer, erligt een fraai ijsbaantje en we heb-ben er een goed bed. Daar rusten deschaatsers uit. Wat heb je nog meernodig?’’

Het zegt veel over de filosofiewaarmee ze het vak van schaats-coach uitoefent. Twee dingen staanin haar aanpak centraal: groeps-geest en eenvoud. ,,We hebben eenpaar teamgeboden. De belangrijk-ste: keep it real and simple. Het hoeftallemaal niet zo ingewikkeld. Waarhet gaat het nou om? Het lichaam ineen goede schaatspositie brengen,fit zijn, en ’s winters hard kunnenaccelereren. De basisprincipes moetje in het oog houden. Sporters moetje niet te veel vermoeien met tiere-l a n t i j n t j e s .’ ’

Niet voor niets klikt het al vierjaar met Gretha Smit. Paul is ookeen boerendochter. Kort voor deSpelen van 2002 kwamen ze per toe-val bij elkaar terecht. Na Salt LakeCity gingen ze samen verder, zondersponsor, maar met plezier en veelinzet. In de stal van de Friese boer-derij van Ids Postma deden zekrachttraining. Postma is allang ge-stopt en een sponsor heeft haarteam ook, maar Paul is de boeren-schuur in Dearsum trouw gebleven.Elke zomer laat ze haar ploeg daartrainen. ,,Ids heeft een prima ruim-te. Er staan niet veel luxe apparaten.Maar je wordt daar tenminste nietafgeleid door trimmende huisvrou-wen. En op de achtergrond horenwe de koeien.’’

Paul staat erom bekend dat zehaar schaatsers hard laat trainen. Tehard misschien. Wieteke Cramerzou daar in het verleden een slacht-offer van zijn geweest. ,,Ik train

hard ja, maar ik weet dondersgoedwaar ik mee bezig ben. Wij knaldenafgelopen zomer de Mont Ventouxop. Dat kun je beter doen dan tem-porondjes van twee minuten rijden.We werken in de zomer heel veelaan duurvermogen. Building the engi-ne, noem ik dat, fit worden. Pas inde winter komt daar snelheid bij.’’

,,Ik zal je vertellen dat er volgendjaar weer een schepje bovenop gaat.Elk jaar moet er tien tot vijftien pro-cent bij, want ik streef naar verbete-ring. Je zag deze winter schaatsersdie niet harder rijden dan vier jaargeleden. Grote, dikbetaalde namen.Als je bij mij traint moet je bereidzijn om er alles voor te doen. Ik kaner niet goed tegen als iemand reser-ves inbouwt. Ik wil 100 procento v e r g av e .’ ’

,,Schaatsers moeten beseffen dateen mooie lease-auto en gratis lap-top niet belangrijk zijn. Er zitten numensen in commerciële ploegen dievroeger niet goed genoeg waren ge-weest voor de kernploeg. Ook al hebje mooie spulletjes en alle facilitei-ten, het gaat om de drive waarmee jetopsport bedrijft.’’

Paul zelf offert al jaren alles op. Er isheus wel eens tijd voor vrienden, zehoudt van goede wijn, golfen, zei-len, fietsen en hardlopen. Maar eenvaste relatie zit er niet in. ,,Dat ismet dit leven niet gemakkelijk tecombineren. Je bent veel weg en alsje thuis bent draait nog alles omschaatsen. In de winter eigenlijk 24uur per dag. Je moet altijd alert zijn.Dat is soms zwaar. Na het olympischkwalificatietoernooi was ik hele-maal uitgeblust. Maar dat maaktniet uit. Ik mag mezelf nooit hetverwijt kunnen maken dat het beterhad gekund. Van die schaatsers eisik honderd procent inzet. Dan benik daartoe zelf ook verplicht.’’

Ze kiest er vrijwillig voor. Paul istevens arts. De sportwereld is echter’dynamischer’ en ’altijd spannend’.Al in 1992 maakte ze die keuze. Paulwas naar Calgary gereisd om af testuderen. Maar ze haalde er ookhaar coachdiploma en kwam indienst van de Canadese bond. In1994 stond ze al als coach van eenkleine delegatie op de Spelen vanLillehammer. ,,We gingen meestalop pad met twee, drie schaatsers.Als ik nu zie hoe dat land zich heeftopgewerkt, is dat prachtig.’’

De collectieve werkwijze in Cana-da heeft haar nooit meer losgelaten.Het succes van Nagano 1998, metmedailles voor LeMay, Overland enWotherspoon, bewees volgens haardat het ook in de schaatssport omsamenwerking draait. Met die bena-dering werkte ze later ook in Noor-wegen, bij de KNSB en nu als eigenbaas van Team Telfort. Daar heeft zete maken met uiteenlopende karak-ters, van werkpaard Gretha Smit totraspaard Jan Bos, van de ongrijpbareBob de Jong tot de rustige StefanGroothuis.

,,In een sterk team hoeft niet ie-dereen hetzelfde te zijn. Als er maaronderling respect is. Elke schaatsermoet zich optimaal kunnen ontwik-kelen. Dat vergt een goede houding,niet alleen in de training maar ooker omheen. Ik ben ervan overtuigddat als een team goed functioneerthet individu vanzelf wordt meege-trokken. Ik ben een coach van hetcommuniceren en wil feedback.Schaatsers moeten zich bewust wor-den van wat ze doen. Ik hoop datdat bij ons is gelukt.’’

Diskwalificatie tijdensde Spelen van Calgary

■ Haar eigen olympische ervaringwas geen onverdeeld succes. Van1986 tot 1989 was Ingrid Paul lidvan de kernploeg. Op de Spelenvan Calgary in 1988 reed ze op dedrie kilometer tegen de JapanseHashimoto. ,,Zij opende in de bui-tenbaan veel sneller, en kwam te-gelijk met mij de eerste bocht uit.Ik wachtte, maar ze kwam maarniet voorbij. Net voor de bochtging ik nog achter haar langs,maar ik gleed net door de blokjesheen. Ik werd gediskwalificeerd.Het was onervarenheid. In die zo-mer werd ik aan mijn enkel geope-reerd. In het seizoen daarna ginghet niet goed meer. Ik besloot testoppen en me op mijn studie me-dicijnen te gaan richten. Achterafgezien had ik er meer uit kunnenhalen. Ik ben misschien wel tevroeg gestopt. Het was een anderetijd. Ik besefte toen nog niet hoeleuk het kon zijn.’’FOTO JERRY LAMPEN, REUTERS

■ Chad Hedrick heeft een Neder-landse sponsor (DSB), een traineruit Haarlem (Bart Schouten) ensinds juli vorig jaar een mentalebegeleider uit Groningen.De Amerikaan noemt Harry vander Lei ’mijn Dalai Lama’. Aanvan-kelijk zag Hedrick niets in sport-psychologie, maar Van der Lei wisthem van het nut te overtuigen. Hijleerde hem technieken om te me-diteren, zich te concentreren envoor elke race een bepaalde stem-ming op te roepen. Daarbij maaktVan der Lei gebruik van de ’bio-feedbackmeter’, een apparaat datde lichamelijke reactie van veran-deringen in de geest registreertdoor middel van elektroden die opde vingers van Hedrick zijn aange-sloten.,,Chad is steeds meer gaan zienwat er nodig is in het schaatsen’’,zegt zijn coach Bart Schouten. ,,Inhet begin wilde hij geen kracht-training, niet fietsen en geen ande-re oefeningen doen. Dat is geleide-lijk veranderd, al blijven we hemook de vrijheid geven. Hedrickmoet je niet in een keurslijf dwin-gen. Ik geloof ook in de eigen ver-antwoordelijkheid van sporters.Chad kan dat aan. Want het is eenzeldzaam talent met een nog zeld-zamere wilskracht.’’

Zeldzaam talent met nogzeldzamere wilskracht

’Sporters moet je niette veel vermoeienmet tierelantijntjes’

FOTO'S PATRICK POST

B I A T L O N

Page 8: 8   Torino 2006

26 | Trouw woensdag 8 februari 2006 Trouw woensdag 8 februari 2006 | 27woensdag 8 februari pagina 19 To r i n o2006Trouw

’Ik besef dat ik een dagje ouder word, maar ik draai tot op heden mijn beste seizoen ooit’

L A A T S T E

V R E E M D E V O G E L Sdoor John Graat

De traditie is zo oud als hetolympische gedachtegoedvan grondlegger Pierre de

Coubertin. Elke Spelen kent ze wel,de exoten, de vreemde vogels, de zo-genaamde atleten voor wie deelne-men belangrijker is dan winnen. Deschansspringer Eddie ‘The Eagle’ Ed-wards, een man met hoogtevrees,werd in Calgary 1988 een cultheld.De Keniaan Philippe Boit baarde op-zien met de wonderlijke techniekwaarmee hij zich als langlaufervoortbewoog. Ook in Nagano trokIginia Boccalandro de aandacht. Destevige vrouw uit Venezuela, ookwel ’De Airbag’ genoemd, deed meeaan het rodelen.

Boccalandro heeft er indirect voor

gezorgd dat het Zuid-Amerikaanseland ook nu is vertegenwoordigd.De 52-jarige Werner Hoeger, in hetdagelijks leven professor aan de Boi-se State University in de Amerikaan-se staat Idaho, glijdt volgende weekruggelings op een sleetje door hetijskanaal van Cesana naar beneden.

Hoeger raakte acht jaar geledenonder de indruk van de dapperemissie van zijn landgenote Bocca-landro. Zij moedigde hem aan omhet ook eens te proberen.

Al bijna veertig jaar droomde Hoe-ger van deelname aan de Spelen. Alskind in Venezuela raakte hij gefasci-neerd door de Spelen van Mexico-Stad in 1968. Tussen 1970 en 1975werd hij de beste turner uit de ge-schiedenis van zijn land. Hoewel hijgoed genoeg was om mee te doen

aan de Spelen kwam het er niet van,omdat zijn land zich niet als ploegkon kwalificeren.

Hij zette zijn olympische dromennoodgedwongen opzij en storttezich op de wetenschap. Al vanaf zijnzestiende woonde, trainde en stu-

deerde hij in Amerika. Hij promo-veerde en werd uiteindelijk profes-sor in de fysiologie.

Maar na het zien van Boccalandrovolgde hij met zijn tienerzoon Chriseen rodelclinic in de Verenigde Sta-ten. Ze lieten een paar oefenafdalin-

gen snel volgen door een paar wed-strijden. En het lukte beiden omzich te kwalificeren voor de Spelenvan Salt Lake City in 2002. Hoegerwerd 40ste, zijn zoon 31ste. Ze de-den het beter dan Boccalandro, diewerd buitengesloten omdat ze zelfsin trainingsruns niet wist te finish-en.

Het belangrijkste voor Hoeger wasdat hij onder de Venezolaanse vlaghad mogen marcheren. Het maaktebij hem diepe emoties los. Dit wildehij nog eens meemaken.

Zijn zoon, nu 21 jaar, heeft inmid-dels afgehaakt. Chris is net terugge-keerd van twee jaar religieus zen-dingswerk in Duitsland en zal deverrichtingen van zijn vader volgenvia televisie en internet. ,,Ik ben blijvoor hem, dit is wat hij wil doen.

Hopelijk gebeuren er geen ongeluk-k e n .’ ’

Zijn vader heeft geen twijfel ge-kend om nog eens voor volk en va-derland af te reizen. ,,Ik vind dat jedoelen moet hebben in het leven.Doelen houden je gemotiveerd.’’Hoeger is zo realistisch om niet tedromen van een medaille. ,,Mijndoel is vier goede afdalingen. Er iseen zeker risico verbonden aan dezesport, en hoewel de blessures zeldenernstig zijn moet je voorzichtig blij-ven.’’ Maar met de aangeboren le-nigheid van de turner die hij ooitwas, meent hij wel geschikt te zijnvoor de rodelsport. Hij weet niet ze-ker of het zijn laatste Spelen wor-den. Hoeger beseft dat hij een dagjeouder wordt. ,,Maar ik draai tot opheden mijn beste seizoen ooit.’’

I L S E R O B B E Ndoor Rob Velthuis

Met haar carrière als linesmanheeft Ilse Robben haarsportieve wederwaardighe-

den als ijshockeyspeelster ver over-troffen. Na het leiden van de WK fi-nale in 2004 richt ze zich in Turijnop de olympische eindstrijd.

Vlak voor haar eerste optreden inde nationale (mannen)eredivisiehaalde Ilse Robben zelf de druk vande ketel. Een collega sprak haar toe:’Zo Ilse, nu laten wij je even zienhoe je een eredivisiewedstrijd leidt’.„Toen zei ik: ’Dan laat ik jou zienhoe ik dat internationaal doe’. Despanning was uit de lucht, we heb-ben alleen maar plezier gehad.”

Robben heeft meer arbitrale erva-ring dan menig Nederlandse man.Sinds 1997 fluit ze internationaal.Ze was linesman op zes wereldkampi-oenschappen en de Olympische Spe-len in Salt Lake City.

Hoogtepunt is tot dusverre de WK-finale Canada-Amerika van 2004 inHalifax. „Een uitverkocht huis met11 500 toeschouwers op de tribuneen live op televisie. Dat is echt leuk,maar het was sowieso een geweldig

toernooi. IJshockey in Canada ofAmerika, dat is het wel.”

Robben zegt niet geïmponeerd tezijn door de sfeer in zo’n volle hal.„Er is spanning voor een belangrijkewedstrijd, maar die is positief. Als jeecht zenuwachtig bent, klap jedicht. Dat kan niet, dan zou ik daarniet staan. Ik heb vertrouwen omdatik weet dat het eerder ook goed isg e g a a n .”

„Natuurlijk valt het op als je eenvolle hal betreedt, net zoals het op-valt als je een lege zaal binnenkomt.Het maakt mij niet uit, ik ga hele-maal in de wedstrijd op, ik merkniet wat er om me heen gebeurt.”

„Een voorbeeld: ik had een wed-strijd in Geleen op het moment datdie dartfinale in Engeland was. Tij-dens de wedstrijd hebben ze op hetscorebord de uitslag gemeld, waar-op er een hoop gejoel was op de tri-bune. Vraag ik na de wedstrijd waar-om ze de uitslag niet hebben omge-r o e p e n .”

In Nederland leidt Robben wed-strijden in de eredivisie. „Als ik datniet zou mogen, zou ik niet kunnenfluiten.” De vrouwencompetitiewerd al opgeheven toen ze zelf nog

actief speelster was. Ze begon ophaar zestiende in Tilburg, en troknaar Eindhoven en Turnhout toende afdelingen van die clubs verdwe-nen.

Dat Robben in het keiharde ijshoc-key wedstrijden voor mannen leidt,vindt ze niet bijzonder. Net zo minals de combinatie met haar werk, in-

structeur in de fijngevoelige dres-suur. „Voor het eerst in de eredivisiefluiten is voor iedereen moeilijk, ofdie nu man of vrouw is. Ik heb daargeen moeite mee, het voelt niet als-of ik een vrouw ben in een mannen-s p o r t .”

„Het enige nadeel dat ik heb on-dervonden is, dat het veel langerduurde voordat ik in de eredivisieterechtkwam. Ik heb daar niet omlopen zeuren. Ik ging er vanuit datals ik mijn werk goed zou doen, ze

niet om me heen kunnen.”Tijdens de Winterspelen van Salt

Lake City maakte Robben bij driewedstrijden deel uit van het arbitra-le trio. „Het was een gewoon toer-nooi, het was dat de vijf olympischeringen op het ijs stonden. En de be-veiliging was extreem streng. Eenwedstrijd op een WK of OlympischeSpelen maakt niet zoveel verschil.Het is niet zoals voor sporters, diesportief moeten presteren. Ik ga erook niet heen om mijn land te ver-t e g e nw o o r d i g e n .”

In Salt Lake City maakten de ope-ning en sluiting wel indruk. En detien kilometer schaatsen die ze be-zocht. „Daar heb ik Bob de Jong he-lemaal dood zien gaan. Dat heeftmeer indruk op me gemaakt dan detitel voor Uytdehaage.”

Op 20 februari is het ijshockey-toernooi voor vrouwen afgelopen.Robben weet dat daarna de 1500meter op het programma staat,waaraan haar plaatsgenoot IreenWüst deelneemt.

Goirle is sterk vertegenwoordigd,ook de bobbers Jeannette Penningsen Kitty van Haperen nemen in Ita-lië deel.FOTO PATRICK POST

Professor van 52duikt ijskanaal in

’Het voelt nietalsof ik een vrouwben in eenm a n n e nw e r e l d ’

WK of Spelenmaakt voor arbiterweinig verschil

R O N D E