25
N° 1303 VAN 10 TOT 17 NOVEMBER 2011 ¦ WEEK 45: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, FAX: 02-226.45.69, E-MAIL: [email protected] ‘Tewerkstellingsbeleid mist doel’ B russel kampt nog altijd met een flinke jeugdwerkloosheid. Meer dan een op de drie Brus- selse jongeren zit zonder werk. Van de 107.000 Brusselse werklozen is vijftien procent jonger dan 25 én vaak laaggeschoold. Roex vindt het dan ook terecht dat in het Brusselse regeerakkoord de focus op jongeren en laaggeschoolden kwam te liggen. Maar in de praktijk blijkt dat van die ‘bijzondere aandacht’ niet veel in huis komt, zegt Roex. Ze vroeg bij Brussels minister van Economie en Werk Benoît Cerexhe (CDH) de cijfers op van de deelname van jon- geren en laaggeschoolden aan de tewerkstellingsprogramma’s. Van alle gesubsidieerde contractuelen of geco’s (een maatregel die twee derde van het Actiris-budget op- slorpt) is slechts 3,4 procent jonger dan 25 en amper 35 procent laag- geschoold. Nochtans staat in het regeerakkoord dat de geco-banen ‘prioritair worden toegekend aan laaggeschoolde werkzoekenden’. Maar er is meer. De startbanen, een federaal programma bedoeld om jongeren aan het werk te krij- gen, komen in Brussel maar voor iets meer dan de helft toe aan laag- geschoolden. En bij de langdurig werklozen die werkervaring willen opdoen via een doorstromingspro- gramma (DSP), zijn wel veel laagge- schoolden, maar slechts 16 procent jongeren. Veel jonge werklozen hebben onvol- doende talenkennis. Toch komen de taalcheques niet bij hen terecht. Slechts 5 procent werd vorig jaar ge- bruikt door laaggeschoolden onder de 25. Van de ICT-cheques beland- de zelfs maar 2,7 procent bij jonge laaggeschoolde werklozen. Volgens Roex komt dit doordat de werklozen in Brussel nog altijd veel te weinig begeleid en gevolgd worden. Om die begeleiding te ver- beteren riep het Brussels Gewest enkele jaren geleden het Contract voor beroepsproject in het leven. Dat contract werd aanvankelijk op vrij- willige basis gesloten, maar in het huidige regeerakkoord staat dat het verplicht gemaakt zal worden voor de min-25-jarigen. Roex: “We zit- ten nu over de helft van de regeer- periode en nog maar 36 procent van de jonge werklozen heeft zo’n contract.” Dit heeft volgens haar te maken met het gebrek aan steun voor de maatregel in de regering. “PS en Ecolo zijn nog altijd beducht voor een jacht op werklozen. En zo is er bij Actiris nog steeds maar één begeleider voor 250 tot 270 werklo- zen. Dat betekent een à twee uurtjes begeleiding per jaar per werkloze.” De mededeling van Cerexhe, vorige BRUSSEL – De tewerkstellingsmaatregelen van de Brusselse regering missen doel, vindt parlementslid Elke Roex (SP.A). Ze bereiken veel te weinig jongeren en laaggeschoolden. “Nog maar 36 procent van de jonge werklozen heeft een contract voor beroepsproject” Economie > Elke Roex: ‘Jongeren en laaggeschoolden worden onvoldoende bereikt’ NEE, SABO IS MAURO NIET BRUSSEL – In 2009 arriveerde de Syrisch-Koerdische Sabo (11) als niet-begeleide minderjarige asielzoeker in ons land. Hij woont nu in het Anderlechtse centrum Minor- Ndako en is een van de acht jongeren die hun verhaal vertelden aan journaliste en schrijfster Catherine Vuylsteke. De kans dat Sabo over zeven jaar – zoals Mauro uit Nederland – weer het land uit moet, is klein: eind juni werd in België een wet goedgekeurd die niet-begeleide minderjarigen meer rechtszekerheid biedt. Pagina 6-7 in deze krant. © JAN LOCUS DE ROOVERS MAKEN VRIENDJES OP HET BRONKSFESTIVAL En ook: Graindelavoix, Customs en Pink Screens. AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153 10 11 11 week, dat de jeugdwerkloosheid in Brussel gedaald is, maakt dan ook weinig indruk op Roex. “Als je naar het aandeel van de jongeren in de tewerkstellingsprogramma’s kijkt, dan kun je moeilijk zeggen dat dit dankzij hem is.” Ze wijst erop dat het Gewest door de nieuwe staats- hervorming bijkomende bevoegd- heden krijgt om een doelgroepen- beleid te voeren. “Er zal dan toch opnieuw nagedacht moeten worden hoe die doelgroepen bereikt kunnen worden, want nu lukt het niet.” Bettina Hubo ADVERTENTIE HAAL UW PROFIJT OP P. 26 DB21/148606K1

BDW - editie 1303

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Brussel Deze Week van 9 november 2011

Citation preview

Page 1: BDW - editie 1303

N° 1303 VAN 10 TOT 17 NOVEMBER 2011 ¦ WEEK 45: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, FAX: 02-226.45.69, E-MAIL: [email protected]

‘Tewerkstellingsbeleid mist doel’

B russel kampt nog altijd met een fl inke jeugdwerkloosheid. Meer dan een op de drie Brus-

selse jongeren zit zonder werk. Van de 107.000 Brusselse werklozen is vijftien procent jonger dan 25 én vaak laaggeschoold. Roex vindt het dan ook terecht dat in het Brusselse regeerakkoord de focus op jongeren en laaggeschoolden kwam te liggen. Maar in de praktijk blijkt dat van die ‘bijzondere aandacht’ niet veel in huis komt, zegt Roex. Ze vroeg bij Brussels minister van Economie en Werk Benoît Cerexhe (CDH) de cijfers op van de deelname van jon-geren en laaggeschoolden aan de tewerkstellingsprogramma’s. Van

alle gesubsidieerde contractuelen of geco’s (een maatregel die twee derde van het Actiris-budget op-slorpt) is slechts 3,4 procent jonger dan 25 en amper 35 procent laag-geschoold. Nochtans staat in het regeer akkoord dat de geco-banen ‘prioritair worden toegekend aan laaggeschoolde werkzoekenden’.Maar er is meer. De startbanen, een federaal programma bedoeld om jongeren aan het werk te krij-gen, komen in Brussel maar voor iets meer dan de helft toe aan laag-geschoolden. En bij de langdurig werklozen die werkervaring willen opdoen via een doorstromingspro-gramma (DSP), zijn wel veel laagge-

schoolden, maar slechts 16 procent jongeren.Veel jonge werklozen hebben onvol-doende talenkennis. Toch komen de taalcheques niet bij hen terecht. Slechts 5 procent werd vorig jaar ge-bruikt door laaggeschoolden onder de 25. Van de ICT-cheques beland-

de zelfs maar 2,7 procent bij jonge laaggeschoolde werklozen.Volgens Roex komt dit doordat de

werklozen in Brussel nog altijd veel te weinig begeleid en gevolgd worden. Om die begeleiding te ver-beteren riep het Brussels Gewest enkele jaren geleden het Contract voor beroepsproject in het leven. Dat contract werd aanvankelijk op vrij-willige basis gesloten, maar in het huidige regeerakkoord staat dat het verplicht gemaakt zal worden voor de min-25-jarigen. Roex: “We zit-ten nu over de helft van de regeer-periode en nog maar 36 procent van de jonge werklozen heeft zo’n contract.” Dit heeft volgens haar te maken met het gebrek aan steun voor de maatregel in de regering. “PS en Ecolo zijn nog altijd beducht voor een jacht op werklozen. En zo is er bij Actiris nog steeds maar één begeleider voor 250 tot 270 werklo-zen. Dat betekent een à twee uurtjes begeleiding per jaar per werkloze.”De mededeling van Cerexhe, vorige

BRUSSEL – De tewerkstellingsmaatregelen van de Brusselse regering missen doel, vindt parlementslid Elke Roex (SP.A). Ze bereiken veel te weinig jongeren en laaggeschoolden.

“Nog maar 36 procent van de jonge werklozen heeft een contract voor beroepsproject”

Economie > Elke Roex: ‘Jongeren en laaggeschoolden worden onvoldoende bereikt’

NEE, SABO IS MAURO NIETBRUSSEL – In 2009 arriveerde de Syrisch-Koerdische Sabo (11) als niet-begeleide minderjarige asielzoeker in ons land. Hij woont nu in het Anderlechtse centrum Minor-Ndako en is een van de acht jongeren die hun verhaal vertelden aan journaliste en schrijfster Catherine Vuylsteke. De kans dat Sabo over zeven jaar – zoals Mauro uit Nederland – weer het land uit moet, is klein: eind juni werd in België een wet goedgekeurd die niet-begeleide minderjarigen meer rechtszekerheid biedt. Pagina 6-7 in deze krant. © JAN LOCUS

DE ROOVERS MAKEN VRIENDJES OP HET BRONKSFESTIVALEn ook: Graindelavoix, Customs en Pink Screens.

AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

101111

week, dat de jeugdwerkloosheid in Brussel gedaald is, maakt dan ook weinig indruk op Roex. “Als je naar het aandeel van de jongeren in de tewerkstellingsprogramma’s kijkt, dan kun je moeilijk zeggen dat dit dankzij hem is.” Ze wijst erop dat het Gewest door de nieuwe staats-hervorming bijkomende bevoegd-heden krijgt om een doelgroepen-beleid te voeren. “Er zal dan toch opnieuw nagedacht moeten worden hoe die doelgroepen bereikt kunnen worden, want nu lukt het niet.” Bettina Hubo

ADVERTENTIE

HAAL UW PROFIJT OP P.26

DB21/148606K1

Page 2: BDW - editie 1303

BDW 1303 PAGINA 2 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

Dit weekend palmde Japan Expo de hallen van Thurn & Taxis in. Mitch Van Hove en zijn vrienden komen recht van het Manga- en Animefestival.

© IVAN PUT

DE WEEK IN BEELD DOOR IVAN PUT

Zwitsers, vakbonden en normvervaging

Uitgelicht > Op 7 november 2001 ging Sabena failliet

D e  meeste  luchtvaartspe­cialisten,  ex­werknemers, sym pathisanten  en  aller­

hande kenners zijn het erover eens: Sabena  was  een  maatschappij  met aanzien,  bekend  als  zeer  veilig  én met  degelijk  personeel.  De  meeste mensen  zouden  ook  nooit  geloofd hebben dat Sabena failliet kon gaan. Zoals  de  laatste  CEO  van  Sabena, Christoph  Müller,  onlangs  in  De Tijd  zei:  “Sabena  is  voor  de  lucht­vaart wat Lehman Brothers  is voor de banken: het bewijs dat geen enkel bedrijf ooit groot genoeg  is om een faillissement te vermijden.”

Tijdens  een  herdenking  begin  deze week, georganiseerd door de chris­telijke vakbond, werden dan ook de oude schuldigen nog eens met naam genoemd. Bovenaan staat uiteraard de voormalige Zwitserse luchtvaart­maatschappij  Swissair,  die  vanaf 1995 een aandeel van 49,5 procent in Sabena had, twee jaar nadien 34 nieuwe vliegtuigen bestelde hoewel dat  volgens  luchtvaartspecialisten niet nodig was, en volgens de mees­te  critici  Sabena  vooral  gebruikte om  geld  door  te  sluizen  naar  Zwit­serland. Dat mocht echter niet baten voor  Swissair,  want  de  maatschap­

pij  hield  een  half  jaar  na  Sabena eveneens op te bestaan. Een maand voor  Sabena  moest  Swissair  zijn activiteiten  staken  uit  geldgebrek; een  eerder  beloofde  som  geld  bleef uit,  en  dat  was  de  directe  aanlei­ding  voor  het  sociale  bloedbad  van 

7  november  2001.  Swissair  wordt beschouwd als de hoofdverantwoor­delijke voor het faillissement.Maar het  ter ziele gaan van Sabena 

heeft  natuurlijk  meer  oorzaken. Voor de vakbonden  is dat de voort­durende  drang  naar  liberalisering die  het  luchtvaartwezen  sinds  de jaren  1980  kenmerkte.  Tijdens  de herdenking  klonk  het  dan  ook  dat voor  de  liberale  Belgische  bewind­voerders  in  2001  een  bedrijf  alleen maar  marktwaardig  was  als  het  in privéhanden  was.  Een  vakbonds­afgevaardigde  wist  dat  Ryanair  en lagekostvluchten  de  norm  zijn  ge­worden  en  dat  personeel  per  defi­nitie te weinig werkt en te veel ver­dient.

BlunderboekVoor  ex­Sabena­piloot  Filip  Van Rossem, destijds bekend als de man met het sikje, dragen de politici van toen  een  even  grote  verantwoor­delijkheid.  Hij  denkt  daarbij  onder meer aan het zogenaamde Astoria­akkoord  van  16  juli  2001,  waar  de Belgische  bewindvoerders  er  onder 

BIOPLASTIC UIT RIOOLWATER ZOEKT AFNEMER

HAREN – Het waterzuiverings-bedrijf Aquiris wint biologisch afbreekbaar plastic uit af-valwater, een primeur voor Brussel, België en de wereld. De koepelonderneming Veolia wil er dan ook munt uit slaan en denkt aan een gespecialiseerd productiecentrum in de Haven van Brussel.

Aquiris  beheert  het  waterzuive­ringsstation­Noord  in  het  Brus­selse Haren, pal naast de Zenne. Al  een  jaar  is  het  bedrijf  bezig met  een  activiteit  die  het  zelf omschrijft  als  ‘pionierswerk’: biologisch  afbreekbaar  plastic, kortweg  bioplastic,  winnen  uit afvalwater.  Dat  gebeurde  in  de grootste  stilte,  maar  nu  de  test­fase voorbij is, wil Aquiris rucht­baarheid geven aan het project.“Bioplastic  kan  gewonnen  wor­den uit bacteriën die van nature aanwezig zijn in afvalwater,” zegt ingenieur Bernard Lambrey. “Wij verzamelen die bacteriën, voeden ze  met  vetzuren  die  van  nature in  het  afvalslib  voorkomen  dat we  uit  het  water  zuiveren,  en ontwikkelen ze tot een grote cul­tuur. De bacteriën gaan zodanig groeien  dat  ze  polymeren  gaan uitscheiden.  En  polymeren  zijn een basisbestanddeel van plastic. De  bacteriën  sterven  uiteinde­lijk,  maar  wij  blijven  achter  met een  prachtig  natuurlijk  plastic­product, in zuivere vorm volledig afbreekbaar.”Bioplastic  kent  vele  toepassin­gen:  verpakkingen  bijvoorbeeld, of  pennen,  bureaumateriaal  en auto­onderdelen.Aquiris, dat een dochterbedrijf is van  Veolia  Environnement,  een Frans  bedrijf  dat  zich  speciali­seert  in  afvalverwerking,  wil  de productie van het nieuwe plastic op  industriële schaal naar Brus­sel  halen.  “Dat  is  het  ideaal,” zegt Lambrey. “Naast het water­zuiveringsstation ligt een braak­liggend  terrein  dat  eigendom  is van  de  Haven  van  Brussel.  Dat zouden  we  graag  kopen.  Als dat kan,  kunnen  we  in  Brussel  een heuse  raffinaderij  van  bioplastic vestigen.  De  ligging  is  alleszins ideaal, direct aan de kades.”Het  is  alleen  wachten  op  afne­mers.  “Ons aanbod zal  vraagge­richt zijn, maar zo nodig kunnen we  duizenden  tonnen  produce­ren,” zegt Emmanuel Trouvé van Veolia. Behalve met plastic is de installatie  in  Brussel  ook  bezig met  de  productie  van  biogas  en meststoffen.

� Christophe�Degreef

OPMERKELIJK

BRUSSEL – Over de voormalige Belgische nationale luchtvaartmaatschappij Sabena is al veel gezegd en geschreven, en dat zal zo nog wel een tijdje voortgaan. Tien jaar na het faillissement blijft vooral de nostalgie springlevend, net als de kwaadheid op de hoofdrolspelers van toen. Toen, aan het prille begin van de 21ste eeuw.

“Alles is verbonden met elkaar. Dat is zo in België, dat is zo in de luchtvaart”

© A

QU

IRIS

Page 3: BDW - editie 1303

BDW 1303 PAGINA 3 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011 WEEKOVERZICHTWOENSDAG�2�NOVEMBERPROCES�TEGEN�STADSBENDE. Voor het hof van assisen staan vier leden van de stadsbende 1140 terecht voor de moord op een lid van een rivaliserende stadsbende. In de zomer van 2008 werd een negentienjarige man op het Anneessensplein doodgestoken. De hoofdverdachte ontkent de feiten niet. De drie andere verdachten staan terecht voor medeplichtigheid.

DONDERDAG�3�NOVEMBERPOORTJES?�MINDER�VANDALISME. In metrostations die uitgerust zijn met toegangspoortjes, is het aantal vandalenstreken met 21 procent afgenomen ten opzichte van twee jaar geleden. In stations zonder poortjes bedraagt de daling 7 procent. Dat blijkt uit cijfers van Brussels minister van Vervoer Brigitte Grouwels (CD&V). Jaarlijks kost vandalisme de MIVB één miljoen euro.

ALBERT�TERuG�VAN�WEGGEWEEST. In Anderlecht staat de buste van Albert I opnieuw op het gelijknamige plein. Twee jaar gele­den werd het beeld van de vorst zwaar beschadigd door vandalen.

VRIJDAG�4�NOVEMBERBRuSSELEIR�VAN�’T�JOÊR. VTM­kok Albert Verdeyen is Brus­selaar van het jaar 2011. Verdeyen is al de achttiende die de titel mag dragen. De prijs wordt meestal uitgereikt aan iemand die het Brus­selse dialect promoot. Met de verkiezing van de Brusseleir wordt ook de aftrap gegeven voor de Weik van ’t Brussels. �AkkOORD�IN�SINT-GILLIS. Vakbonden en directie van de gevan­genis van Sint­Gillis bereiken een akkoord. Er waren al vier weken protestacties nadat bekend was geraakt dat er extra gedetineerden uit Verviers zouden overkomen. Er komen 37 personeelsleden bij, en na de bouw van een nieuwe vleugel zal er plaats zijn voor 740 gedetineerden.

ZATERDAG�5�NOVEMBERDyNAMISChE�BORDEN�OP�RING. Vlaams minister van Mobiliteit Hilde Crevits (CD&V) kondigt aan zeventien dynamische verkeersborden te plaatsen op de Ring rond Brussel. Een dynamisch bord informeert automobilisten over wachttijden, snelheidsbeper­kingen, ongevallen en alternatieve routes.

ZONDAG�6�NOVEMBER�OFFERFEEST. Tijdens het islamitische Offerfeest worden in Brussel­stad naar schatting zeshonderd schapen geslacht, honderd meer dan vorig jaar. In het gewest zijn er vier officiële slachtplaatsen: in Anderlecht, Brussel, Schaarbeek en Molenbeek. Anders dan in andere steden kunnen de Brusselse schapen niet onder verdoving geslacht worden.

MAANDAG�7�NOVEMBER�TIEN�JAAR�LATER. Op 7 november 2001 ging de Belgische luchtvaartmaatschappij Sabena fail­liet. Op Brussels Airport wordt een korte herden­king gehouden.

OVERLEVINGSCRIMINALITEIT. Volgens De Morgen nemen asielzoekers en drugsgebruikers steeds vaker hun toevlucht tot gauwdiefstallen. De Brusselse korpschef Guido Van Wymersch heeft het over overlevingscriminaliteit. In oktober werd er elke dag in ge­middeld 26 auto’s ingebroken, vonden er gemiddeld dertien handtas­diefstallen plaats en waren er negen diefstallen met geweld.

NEEN�TEGEN�ONThEILIGING. Er zijn al 770 handtekeningen verzameld tegen de ontwijding van de Sint­Katelijnekerk. De Brussel­se schepen van Toerisme Philippe Close (PS) wil de kerk omvormen tot een overdekte markt. Een renovatie zou te duur uitvallen.

DINSDAG�8�NOVEMBERSTEDEN�PROTESTEREN�TEGEN�uPLACE. De Stad Vilvoorde stapt naar de Raad van State tegen het Uplace­project, een groot shoppingcenter op de grens van Machelen en Brussel. Volgens het Vilvoordse bestuur is een groot winkelcomplex nefast voor de handel in het stadscentrum. Ook Leuven tekent bezwaar aan tegen het pro­ject van Club Brugge­voorzitter Bart Verhaeghe. 

SLAChTOFFER�NAAMSEPOORT�WIL�NIEuW�PROCES. De Bulgaarse student die op nieuwjaarsnacht 2010 zwaar werd toegeta­keld in het metrostation Naamsepoort, wil een nieuw proces. Eerder was de hoofdverdachte vrijgesproken omdat de camerabeelden van het incident niet duidelijk genoeg waren.� Samengesteld�door�Christophe�Degreef

Op 7 november 2011, tien jaar na de teloorgang van Sabena, komen voormalige werknemers samen. Er heerst veel nostalgie.

meer  mee  instemden  om  af  te  zien van  een  rechtszaak  tegen  Swiss air. “Een  zoveelste  evenement  in  het blunderboek  van  Paars,”  luidt  de analyse.Zijn we aanbeland bij de eigen boe­zem.  Een  ex­stewardess  getuigde dat ze de sfeer van toen het meeste mist.  En  tijdens  herdenkingen  al­lerhande is nostalgie een vaak aan­gehaald  beestje.  Sabena,  dat  was familie,  zo  zegt  men.  Daarbij  wer­den  en  worden  natuurlijk  vraagte­kens  gezet.  “Voorbij  de  nostalgie mag  je  natuurlijk  niet  vergeten  dat Sabena  een  bedrijf  was  met  een  te 

sterke  syndicalisering  en  dat  er  in de  nadagen  sprake  was  van  norm­vervaging,”  zegt  de  journalist  Luk De  Wilde,  die  meewerkte  aan  het recente  boek  Turbulente tijden, dat  handelt  over  het  faillissement. Daarbij hoort men ook weleens zeg­gen dat de Belgische cultuur er voor iets  zou  tussenzitten.  Of,  opnieuw Luk  De  Wilde:  “Alles  is  verbonden met elkaar. Zo is het in België, en zo is  het  in  de  luchtvaart.”  Misschien illustreert dit citaat de geschiedenis van Sabena wel het treffendst.Sabena  zal  nooit  terugkomen,  en recente berichten wijzen erop dat de 

opvolger  van  de  Société  Anonyme Belge  de  l’Exploitation  de  la  Navi­gation  Aérienne,  Brussels  Airlines, dit jaar een enorm verlies boekt, en dat  het  steeds  moeilijker  wordt  om rendabel  te  blijven  in  de  volatiele luchtvaartwereld,  tenzij  men  inzet op lowcost.Ondertussen  heeft  de  Belgische spoorbeheerder  Infrabel  net  geïn­vesteerd  in  een  spiksplinternieuw station  op  de  luchthaven.  Maar  de trein,  dat  is  natuurlijk  een  ander verhaal.�� Christophe�Degreef 

Ik wil een apolitieke lijst, zonder kleur.”Ex-burgemeester van Sint-Pieters-Woluwe Jacques Vandenhaute (MR) is kandidaat voor de gemeenteraadsverkiezingen, maar niet op de lijst van burgemeester Willem Draps (MR) (in La Libre Belgique).

België heeft geen project van migratie. Men doet maar wat.”

De met de dood bedreigde Schaarbeekse vrederechter Eric Dierickx over het conflictueuze samenleven in Brussel (in Humo).

Soms neemt ook een journalist zijn wensen voor werke­lijkheid. Toen er een bericht van Het Huis van het Neder­lands over ‘Proper Nederlands’ in onze mailbox gedropt werd,  dachten  wij  spontaan  dat  het  een  programma betrof  ter  verbetering  van  het  Nederlands  dat  vertaal­computers durven te braken. Het resultaat, in de vorm van een perscommuniqué, krijgen we op gezette tijden te lezen, en in ‘P­praat’ en op brusselnieuws.be heeft u al mogen meeproeven.De werkelijkheid is prozaïscher (en ook wel belangrijker dan journalistieke besognes). ‘Proper Nederlands’ is een pakket voor schoonmakers en schoonmaaksters om vlot te communiceren met hun opdrachtgevers en om mis­

verstanden  te  vermijden.  Te  vermijden,  bijvoorbeeld, dat de poetsman of ­vrouw zich op een verkeerd tijdstip aanmeldt, of dat waardevolle archieven bij het oud pa­pier  belanden.  Schoonmakers  (m/v)  zijn  steeds  vaker migranten die pas aangekomen zijn en ook geen Frans of Engels kennen. Minister Jean­Luc Vanraes (Open VLD), die  subsidieert,  hoopt  dat  het  project  andere  sectoren kan  inspireren. Het pakket bestaat uit een boekje, een dvd en een lessenreeks. In uiterste nood kan het boekje ook als point-it gebruikt worden. Het pakket richt zich op  de  klassieke  schoonmaakbedrijven  en  op  diensten­chequebedrijven.  Belangstellenden  sturen  een  mailtje naar [email protected].� DV

Proper NederlandsHETWOORD

© A

NJA

GA

LIC

IA

““

MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP

SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF

Page 4: BDW - editie 1303

BDW 1303 PAGINA 4 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

Samenleving > David Van Reybrouck gaat politieke toer op met burgertop G1000

‘Ik wil geen staatsgreep’ANDERLECHT – De democratie is dood, lang leve de democratie, lijkt David Van Reybrouck uit te willen schreeuwen. De schrijver lanceerde afgelopen zomer een alternatief voor de vastgelopen Belgische particratie: de G1000-burgertop. Dat evenement moet de burger opnieuw in het middelpunt van de democratie zetten. “Wat moeten we anders? Om de vier jaar stemmen en in tussentijd schreeuwen op het internet?”

I n  hartje  Kuregem,  in  een  voor-malig  industrieel  pand,  heeft David  Van  Reybrouck  zijn 

schrijf plek.  Hier  schreef  hij  zijn lijvige  Congo;  hier,  in  de  meest  ge-vreesde  wijk  van  Brussel,  kan  hij zich  afzonderen  van  de  wereld  als hij dat wenst.De  voorbije  maanden  waren  hels voor de veertigjarige Brusselaar van Brugse origine, want naast een suc-cesvol  schrijver  is  Van  Reybrouck ook  de  drijvende  kracht  achter  een burgertop, die plaatsheeft op 11 no-vember. G1000 heet het kind, en het 

heeft de ambitie om duizend wille-keurige mensen een stem te geven. Toch  is  de  interesse  van  Van  Rey-brouck  in  politiek  vrij  recent. “Die interesse heb  ik  te danken aan een reis  door  Zuid-Afrika,”  vertelt  hij. “Toen  ik  tien  jaar  geleden  naar  dat land  trok  voor  mijn  boek  De plaag, werd  ik  gegrepen  door  de  verhalen van  Nelson  Mandela  en  Desmond Tutu.  Het  was  een  late  roeping,  en laat geroepenen, dat zijn de ergsten (lacht).”“In  2008  dan  schreef  ik  Pleidooi voor populisme,  en  sindsdien  is  er 

David Van Reybrouck: “In 2012 zou ik graag een paar maanden wandelen. Het is een hels jaar geweest.” © BART DEWAELE

heel wat veranderd. Toen geloofde ik nog uitsluitend in de verdienste van de  parlementaire  democratie.  Toen België zijn eerste crisis meemaakte, dacht  ik  dat  het  te  wijten  was  aan het  niveau  van  de  nieuwe  politieke generatie;  ik zag het als een  indivi-dueel probleem. Pas later – en meer bepaald toen de nota-Vande Lanotte in 48 uur tijd werd afgeketst – ben ik het probleem gaan beschouwen als structureel.”“Dat  was  een  kantelmoment  voor mij.  Vanaf  toen  was  het  probleem voor  mij  niet  meer  de  degelijkheid 

van  het  politieke  debat,  maar  een probleem van het sys teem.”

Legt u eens uit.David Van Reybrouck:  “Politici zijn bang om compromissen te slui-ten, en die angst komt niet door de politieke vijand, maar door de eigen achterban. Die is mondiger dan ooit, en ook vluchtiger dan ooit. Een par-tij die in de jaren 1960 deelnam aan het beleid, verloor na een legislatuur ongeveer één procent van haar kie-zers. Na de  jaren 2000 zitten we al aan  tien  procent.  Dat  is  overigens niet  alleen  een  Belgisch  probleem, maar een algemeen westers.”“Er  bestaan  echter  genoeg  aanvul-lingen  op  de  democratie  zoals  we die nu kennen. Rond de periode van het afkraken van de nota-Vande La-notte kwam ik in aanraking met de participatieve democratie.  Die  stro-

ming onderzoekt hoe de politiek er na  onze  parlementaire  democratie kan gaan uitzien. De directe demo-cratie, gekoppeld aan het gesproken woord. De representatieve democra-tie was gekoppeld aan het geschre-ven woord, de participatieve demo-cratie zal geënt zijn op interactiviteit en  internet.  Informatie  stroomt  nu anders door dan vroeger. Wat er nu gebeurt met de sociale media, is on-derdeel van een evolutie die al bezig is sinds de uitvinding van de druk-pers. Het werd door heel die periode van toen tot nu steeds moeilijker om kennis niet te laten circuleren. En de politiek staat voor immense proble-men  als  ze  geen  nieuwe  manieren vindt om met de snelle  informatie-doorstroming om te gaan.”

Gaat de G1000 daarover?Van Reybrouck:  “Wij  vinden  dat 

Page 5: BDW - editie 1303

David Van Reybrouck (1971) is cultuurhistoricus, archeoloog en schrijver. Hij studeerde in Leuven, Cambridge en Leiden.Hij is vooral bekend van het lijvige boek Congo, zijn persoonlijke geschiedenis van de voormalige Belgische kolonie.Eind november gaat Van Reybrouck voor een jaar naar Leiden, waar hij de Cleveringa-leerstoel zal bekleden. Die is vernoemd naar de hoogleraar van de universiteit die in 1940 in een rede protesteerde tegen het ontslag van zijn Joodse collega’s. Van Reybrouck gaat er les geven over recht, vrijheid en verantwoordelijkheid.

David Van Reybrouck

© B

AR

T DE

WA

ELE

BDW 1303 PAGINA 5 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

ADVERTENTIE

je,  gezien  die  nieuwe  manier  van communiceren, ook nieuwe vormen van  politieke  inspraak  moet  lance-ren. Er wordt zoveel gesproken over politiek,  en  er  is  veel  interesse  in politiek,  meer  dan  ooit  zelfs.  Maar die  interesse,  al  die  meningen,  die worden  niet  gekanaliseerd.  In  een klassieke  representatieve  democra-tie kiest de burger om de zoveel jaar volksvertegenwoordigers,  en  tus-senin  kan  de  burger  alleen  terecht bij het middenveld. Het middenveld had een doorgeeffunctie en hield de politiek  min  of  meer  op  de  hoogte over  wat  de  burger  zo  allemaal  dacht, maar het middenveld kalft af. In de plaats krijg je dan een kluwen van  schreeuwende  burgers.  Wat  de G1000 dan beoogt, is al die menin-gen te structureren.”

Hoe gaat dat in zijn werk?Van Reybrouck:  “Eerst  wordt  er een  agenda  vastgelegd.  Dat  hebben we  gedaan  door  middel  van  ideeën die  de  burger  zelf  kon  aanbrengen en  beoordelen.  Daaruit  hebben  de burgers een  top drie  samengesteld. In een laatste fase, die na 11 novem-ber plaatsvindt, worden de duizend deelnemers  herleid  tot  32. Die  G32 zal  voornamelijk  bestaan  uit  deel-nemers  van  de  G1000,  maar  ook uit enkele nieuwelingen, en zal ver-schillende  weekends  samen  zitten om concrete oplossingen naar voren te  brengen.  Die  worden  eind  april 2012 overgemaakt.”

Die G32 heeft toch wel iets weg van een representatieve democratie, met gekozenen. U wilde toch een ander systeem?Van Reybrouck:  “Onze  mensen zijn  niet  verkozen,  maar  lukraak geloot, net zoals de duizend deelne-mers geloot zijn.”

Tot zover de theorie. Een kritiek op de participatieve democratie is dat alleen de mondigste mensen gehoord worden. Niet iedereen die geselecteerd is, weet per definitie hoe hij of zij argumenten op een degelijke manier aan de man moet brengen.Van Reybrouck:  “Wij  vinden  dan ook  niet  dat  de  participatieve  de-mocratie  als  vervanging  moet  die-nen voor de representatieve, wel als aanvulling. Het voordeel aan volks-vertegenwoordigers  is  dat  zij  als mondigen de onmondigen vertegen-woordigen. Bij ons is het anders. De deelnemers  zullen  niet  op  tribunes plaatsnemen,  want  dan  wordt  het evenement  binnen  de  kortste  ke-ren  gekaapt  door  Nonkel Ambiance. Neen,  mensen  zullen  samenzitten aan afzonderlijke tafels, met een ge-spreksleider.” 

Het lijkt ons erg gericht op consensus, terwijl democratie toch ook om conflict draait.Van Reybrouck:  “Conflict  moet een plaats krijgen alvorens het esca-leert. Dat heb ik geleerd van de Bel-gisch-Britse  filosofe  Chantal  Mouf-fe. Je moet oog hebben voor de reële emoties van mensen. Want dat heb-ben we verleerd: het gefundeerd met elkaar oneens zijn. Iedereen met een andere  mening  is  direct  een  onno-

BRUSSEL – De Vlaamse Gemeen-schapscommissie (VGC) is de 22 gemeenschapscentra geruisloos aan het omvormen tot één groot cultuurcentrum. CD&V gaat op de rem staan.

Vlaams  Brussel  mag  zich  de  trotse eigenaar  noemen  van  22  gemeen-schapscentra,  mooi  verspreid  over de stad, vaak in strategisch gelegen panden  en  elk  met  een  eigen  spe-cialisatie.  Het  zijn  evenveel  anker-punten  voor  de  Nederlandstalige Brusselaar: cursussen, cultuur, ont-moetingen et cetera.In de vorige regeerperiode wou toen-malig  VGC-collegelid  Pascal  Smet (SP.A), vanuit een idee van efficiëntie en goed bestuur, een grondige her-vorming  met  grote  gemeenschaps-centra  en  kleinere  dependances. Dat plan is nooit echt van de grond gekomen. Smets opvolger, Bruno De Lille  (Groen!),  pakt  het  anders  aan. De gemeenschapscentra worden één groot  Cultuurcentrum  Brussel,  zo verklaarde hij bijna een jaar geleden in deze krant.Die  weg  lijkt  nu  definitief  ingezet. De VGC trekt het beheer van de ge-meenschapscentra steeds meer naar zich toe. Kort: het beheer komt cen-traal  te  liggen,  de  gemeenschaps-centra worden filialen. De VGC kan die  macht  naar  zich  toe  trekken. Ze  is eigenaar van de gebouwen en werft  sinds  enige  tijd  ook  het  per-soneel aan. De VGC gaat straks ook mee  de  culturele  programmering bepalen.  De  gemeenschapscentra worden  intussen  aangemoedigd om  structureel  te  gaan  samenwer-

M�� �� ����� ��� ��� B������� H������������� G�����

www.fedsvk.be

02 412 72 44

Verhuur uw woning zorgeloos

Gegarandeerde huur elke maand

Verzekerd verhuurbeheer

Onderhoud van uw woning

Steun voor de renovatie

Fiscale voordelen

SOCIALE VERHUURKANTOREN

ken.  Een  verplichting  om  te  ‘clus-teren’  is  het  niet,  maar  er  worden wel  suggesties  gedaan:  Nekkersdal en  Heembeek  bijvoorbeeld,  of  De Pianofabriek  en  Ten  Weyngaert,  of  WaBo en Den Dam.Die  geleidelijke  verschuiving  van lokaal  bestuur  naar  centraal  VGC-beheer  valt  niet  bij  iedereen  in goede  aarde.  Parlementslid  Brigitte De  Pauw  (CD&V),  lid  van  de  meer-derheid  in  de  VGC,  gaat  op  de  rem staan. Dat blijkt uit de discussienota die  binnenkort  in  de  Raad  van  de VGC wordt voorgesteld.De  centralisatie  van  het  perso-neelsbeleid  bijvoorbeeld  is  volgens De Pauw “het gevolg van  twee  ten-densen:  een  bekommernis  om  elke schijn  van  nepotisme  te  vermijden, en  professionalisering.”  Maar  het raadslid  waarschuwt  dat  de  pendel niet  te  veel  in  de  andere  richting mag  doorslaan.  Professionaliseren kan  de  doodsteek  betekenen  voor de  lokale  dynamiek.  “Het  leidt  tot afbrokkeling  van  de  verenigingen, het uitdoven van het vrijwillig enga-gement en ten slotte de dood van de actieve lokale gemeenschap.” De  Pauw  is  ook  beducht  voor  een beslissingsmacht  die  centraal  bij de  VGC  ligt  en  waarbij  de  gemeen-schapscentra  zelf  niet  langer  de crea tiviteit  van  onderuit  kunnen laten spelen, waarbij een convenant tussen  VGC  en  gemeenschapscen-tra  afsluiten  ‘een  bureaucratische routine’  wordt.  De  nota  moet  voor De Pauw een eerste aanzet tot debat zijn in de Raad van de VGC. “En zo nodig  kunnen  er  nog  hoorzittingen komen.” SVG

zelaar. Dat is ook een effect van het internet, jammer genoeg. De cultuur van het gesprek is getemperd. Op de 

G1000  zullen  meningsverschillen niet  worden  weggemoffeld,  maar worden ze beschouwd als relevante kennis.”

Goed, maar wat gebeurt er dan in april? Wordt er louter een rapport voorgesteld met suggesties, of beoogt u ook reële macht?Van Reybrouck:  “In  april  moet de G32 in gesprek gaan met de mi-nisters.  Interactief,  dus  niet  alsof we  een  petitie  afleveren.  Vanaf  dat moment willen we onze  ideeën op-gepikt zien door zoveel mogelijk po-litici.”

Houdt u er rekening mee dat de politiek ook gewoon uw initiatief naast zich neer kan leggen?Van Reybrouck:  “Dat zou niet slim zijn. Ik zit natuurlijk niet te azen op een staatsgreep (lacht).”

U bent een Indignado.Van Reybrouck: “Ik ben er een, jazeker.  De  Indignados  hebben overeenkomsten  met  de  G1000: burgers  die  op  zoek  gaan  naar alternatieven.  En  ik  begrijp  de verontwaardiging  over  de  ban-kencrisis maar al  te goed. Maar woede alleen  is onvoldoende. Er zijn  dan  ook  grote  verschillen met de G1000. Wij zijn ontstaan door  de  communautaire  crisis, maar  we  merken  dat  de  burger daarvan vandaag minder wakker ligt. B-H-V staat helemaal onder aan de prioriteitenlijst.”

Het verkiezingsresultaat in 2010 zei wel iets anders...Van Reybrouck:  “Het  is  zeer moeilijk  als  politicus  om  het signaal  van  de  kiezer  te  inter-preteren.  Ik  heb  de  indruk  dat het  communautaire  nu  toch vooral plaats heeft gemaakt voor vraagstukken over welvaart. Het emomoment  van  2010  is  voor-bij.”

Dat pleit dan niet echt voor de burger, die zich liever laat leiden door het charisma van een politicus dan door een partijprogramma.Van Reybrouck: “Zo stemmen we. Dat heeft ook te maken met hoe  politici  met  media  moeten omgaan.  Eens  te  meer  een  plei-dooi voor onze aanvullende vorm van  democratie.  Democratie  is nog  altijd  een  georganiseerd meningsverschil.  Wat  moeten wij  als  burgers  tussen  verkie-zingen  in doen? Om de vier  jaar stemmen,  en  voorts  zwijgen  of schreeuwen op het internet?”“Democratie  anno  2011:  wauw! Democratie  is  niet  beperkt  tot verkiezingen;  het  is  een  manier van denken, praten en handelen. Wel, laten we het dan ook zo be-schouwen.”

Kriebelt het niet om gewoon opnieuw te gaan schrijven?Van Reybrouck:  “Het  is  een dol jaar geweest. Tien jaar hou ik dit niet meer vol. Ik zou in 2012 een  paar  maanden  willen  gaan wandelen  om  na  te  denken.  Als het  ervan  komt,  want  het  krie-belt  inderdaad  om  opnieuw  te schrijven.  De  ervaringen  die  ik heb opgedaan, zou ik misschien kunnen neerpennen in een non-fictieboek.  Daarnaast  heeft theatermaker  Luc  Perceval  me gevraagd of  ik de Oresteia wilde herwerken,  een  klassieke  Griek-se  tragedie  over  de  oorsprong van  de  democratie.  Dat  is  me dus  op  het  lijf  geschreven,  nu. De zoektocht naar de democratie blijft overal even reëel.” Christophe Degreef en Steven Van Garsse

www.g1000.org

CD&V bang voor bureaucratie

Politiek > Hervorming gemeenschapscentra onder vuur

“De G1000 is eenaanvulling op de parlementaire democratie”

Page 6: BDW - editie 1303

BDW 1303 PAGINA 6 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

D e  Syrisch-Koerdische  Sabo (11)  is  de  jongste  van  de acht. Hij arriveerde  in 2009 

en  woont  nu  in  het  Anderlechtse centrum  Minor-Ndako.  Een  frag-ment uit zijn verhaal.Een late zondagmiddag, net voor de zomer. “Is er nog tijd om Monopoly te spelen?” De jongens hangen hun jassen  aan  de  kapstok.  Sabo  kijkt zijn Belgische vriend verwachtings-vol aan. Ze hebben de voorbije uren in  Mini-Europa  doorgebracht  en halen  nu  voorzichtig  de  souvenirs boven. Oscar (10) is gek op het eer-der  oubollige  park  in  het  noorden van Brussel. Hij bezocht het al  een dozijn keren, maar drong er bij zijn moeder op aan dat ze nu met Sabo zouden gaan. Zijn vriend, argumen-teerde hij, moest de kans krijgen om zijn  nieuwe  continent  te  bezoeken. “Je  weet  dat  hij  voorlopig  niet  naar het buitenland kan, mama. Dat met die  papieren,  dat  duurt  nog  jaren. Hier in Brussel kan hij Europa al een beetje verkennen, alle lidstaten, stel 

je  voor.”  Zijn  moeder  ziet  het  voor zich.  De  lachwekkende  vulkaan-uitbarstingen  van  de  Etna  wachten op  Sabo,  net  als  het  kartonachtige Britse  parlement  en  het  kuuroord 

in Boedapest, met zijn  in het water schakende figuurtjes. “Ik wed dat hij het fantastisch vindt, mama. En als het niet zo is, betaal ik het je terug, van mijn eigen centen. Deal?”Voor ze huiswaarts gaan, koopt Os-car van zijn zakgeld een wekker voor zijn  vriend.  “Een  aandenken,  aan de eerste dag dat  je een Europeaan was,”  zegt  hij  lachend.  Sabo  loopt rood aan. “Echt? Voor mij?”Thuis inspecteert de jongen zijn ge-

schenk en stopt het dan zorgvuldig terug  in  de  verpakking.  Even  later staat hij recht. “Ik wil graag Mono-poly spelen, vraag je je moeder of het mag?  Toe.”  De  jongen  is  bereid  om 

zijn nogal bazige vriend in veel din-gen ter wille te zijn, hij vergeeft hem zijn  ongeduld  en  betweterigheid, maar een spelletje Monopoly is zijn bottomline, de conditio sine qua non voor een geslaagde logeerpartij. Oscar  reageert  niet  meteen,  hij wordt  geheel  in  beslag  genomen door  zijn  eigen  wonderlijke  souve-nir.  Hoe  zou  dat  kleine  scheepje  in godsnaam in het flesje zijn geraakt, vraagt  hij  zich  af.  Iemand  vertelde 

BRUSSEL – Sinds 2005 kwamen er meer dan vijftienduizend buitenlandse minderjarigen moederziel alleen in België aan. Journaliste en schrijfster Catherine Vuylsteke tekende een jaar lang de verhalen op van acht jongeren, en de fotografen van het collectief Nadaar en drie gastcollega’s brachten hen in beeld. Waarom zijn ze hier, hoe aarden ze, wat hopen ze voor de toekomst? Daarover gaat Vroeger is een ander land, een boek én een fototentoonstelling in het BELvue Museum.

“Sabo is een kind als een ander, impulsief, spelziek, sportief. Een nietsontziende winner, een fanatieke voetbalfanaat, supporter van Anderlecht. Alleen het gat in zijn hart is groter dan gemiddeld. En met woorden laat het zich voorlopig niet vullen.”

© JAN LOCUS

Maatschappij > Het verhaal van Sabo (11), niet-begeleide minderjarige asielzoeker

Wortels en vleugelshem dat die dingen ineenplooien om voorbij  de  hals  te  komen,  maar  hij snapt niet hoe het moet.“Zal  ik  het  vast  van  het  boekenrek halen?”  Sabo  wacht  het  antwoord niet af. Hij zet de doos op de tafel en legt het witte deksel opzij. Voorzich-tig vouwt hij het bord open, hij  telt geld  voor  drie  spelers.  “Je  moeder doet  ook  mee,  niet?  Anders  is  het niet half zo leuk.”Achteloos  wrijft  Oscar  de  krullen van zijn voorhoofd en kijkt hem uit-dagend aan. “Wat  is er mis met  je? Jij denkt alleen maar aan Monopoly. Ik verzeker je dat ik Brussel Nieuw-straat op de kop tik. Met een hotel-letje daar wordt het flink afdokken. Dit keer ben ik meedogenloos.”Sabo  recht  zijn  rug  en  werpt  een spottende  blik  naar  zijn  vriend. “Wat een onzin! Ben je vergeten hoe het de vorige keer ging? Mijn eerste nederlaag  moet  nog  komen.  Nooit dus.  Je zult zien,  ik  laat  je bloeden. Nog een geluk dat je moeder je laatst 

te hulp kwam, anders was het al veel langer afgelopen met je.” De jongens proberen elkaar te over-troeven.  Roekeloos  kopen  ze  straat na straat, zelfs als een naburige lo-catie al in handen is van een tegen-speler.  Alleen  als  ze  nagenoeg  blut zijn, doen ze het kalmer aan.Oscars  moeder  gaat  als  eerste  fail-liet,  een  paar  reddingspogingen van haar zoon ten spijt. Sabo zit op zijn stoel te wippen van opwinding. “Kom  op,  je  zou  toch  winnen  dit keer?” Oscar trekt een pruillip. Het  spel  eindigt  zonder  grote  ver-rassingen,  met  de  genadeslag  van een  gewiekste  grootgrondbezitter die beweert dat hij al veel clementie heeft getoond. “Ik moet aan mezelf denken,”  zegt  Sabo.  “Het  leven  is hard, dat weet je toch?”

“Heb  je  in de badkamer gekeken of je niets vergeten bent?” Sabo knikt. “Kom, dan breng ik je.” Oscars moe-der duwt de jongen voor zich uit en trekt de voordeur dicht. In de garage start ze de auto. Ze kijkt in de spie-gel  naar  Sabo.  “Vind  je  het  leuk  in het centrum?”– “Gaat wel,” zegt hij ten slotte. “Zijn  er  dingen  die  je  storen?  Wat vind je niet prettig?” Oscars moeder probeert luchtig te klinken. – “Dat hebt u al gevraagd. Maanden geleden  al.  Bent  u  vergeten  wat  ik toen zei?”Sabo kijkt uit het raam naar de tram 

“Dat er veel lawaai is in het internaat.De andere kinderen zijn erg druk en worden gauw boos. Ik krijg er hoofdpijn van”

Vroeger is een ander land – Relaas van acht aangespoelde levens. Tekst: Catherine Vuylsteke; fotografie: Eric de Mildt, Tim Dirven, Nick Hannes, Jan Locus, Dieter Telemans en Alain Schroeder, Loïc Delvaulx, Bieke Depoorter. In het Nederlands en Frans. Tentoonstelling in het BELvue Museum (Paleizenplein 7, 1000 Brussel, 070-22.04.92, www.belvue.be) van 23 november tot en met 29 januari 2012; gratis toegang. Meer op www.nadaar.com en www.catherinevuylsteke.com

Page 7: BDW - editie 1303

ADVERTENTIEBDW 1303 PAGINA 7 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

die  hen  op  de  middenberm  inhaalt en even verder bij de halte stopt. Een jonge,  gezette  Afrikaanse  vrouw stapt af, een zware caddy achter zich aan zeulend.“Wat zei je toen, jongen?”– “Dat er veel lawaai is in het inter-naat.  De  andere  kinderen  roepen voortdurend,  ze  zijn  erg  druk  en worden gauw boos. Ik krijg er soms hoofdpijn van.”Sabo blijft naar buiten turen. “En hoe gaat het met je ouders?”– “Goed.”“Bel je hen nog vaak?”– “Ja.”“Praat je met je moeder?”– “Ja.”“Wat vertel je haar dan?”– “Gewoon.”“Is  het  leuk  om  met  haar  te  spre-ken?”– “Ja.”“Als  je  terug  kon  gaan,  zou  je  dat doen?”Sabo  kijkt  haar  geschrokken  aan. “Wat,  terug  naar  Syrië?  Nee.  Nee, echt niet.”“Waarom niet?”– “Hier is beter, hier is leuker.”“Zelfs zonder je ouders?”– “Ja. Toch wel.”Oscars moeder knikt berustend. Ze moet  denken  aan  de  woorden  van Sabo’s  oom,  die  onlangs  voor  lan-gere tijd naar Syrië is teruggekeerd. “Hij zal zijn  land vergeten, zijn ou-ders,  zijn  broertjes,”  zei  hij.  “Ik  zie het  aan  hem,  soms  belt  hij  weken-lang niet naar de familie.”Toen  oom  vertrok,  wou  Sabo  hem niet  uitwuiven  in  Zaventem.  Hij liet zijn begeleider beloven dat ze er onder geen beding heen gingen. “Ik ben bang voor die plek. Daar ben ik aangekomen,  daar  ondervroeg  de politie  me  een  hele  dag,”  legde  hij uit. “De luchthaven is een plek waar ze  mensen  aanhouden  en  op  het eerste  vliegtuig  naar  hun  geboor-teland zetten. Dat wil ik niet, ik wil niet  naar  Syrië.  Beloof  me  dat  het niet gebeurt.”In de autospiegel kijkt Oscars moe-der naar de laatste zonnestralen op Sabo’s  guitige  gezicht.  Ze  ziet  een kind  als  een  ander.  Als  geen  ander ook,  evengoed  van  elders  als  van hier. Toen de guillotine op het ver-leden  neerkwam,  moest  het  Koer-disch  van  zijn  kindertijd  plaats-maken voor het Nederlands van de toekomst.  Hortend  en  hakkelend eerst,  maar  ondertussen  goed  ge-noeg voor de overgang naar het zes-de  leerjaar  in  een  Nederlandstalige Anderlechtse basisschool. Sabo  is  een  kind  als  een  ander, impulsief,  spelziek,  sportief.  Een nietsontziende winner, een fanatie-ke voetbalfanaat. Een supporter van Anderlecht,  tot  Oscars  grote  onge-noegen.  Een  modale  jongen,  alleen het gat in zijn hart is groter dan ge-middeld. Met woorden laat het zich voorlopig niet vullen.

�� Catherine�Vuylsteke

P-PRAAT

CHIEN ÉCRASÉ

Aankondiging persconferentie Stad Brussel: “Sinds 1994, de Stad Brussel is om te investeren in stedelijke vernieuwing wijken onveilig. Met dit wijkcontract ‘Bloemenhof’ als de 14de ontwerp, de Stad is de Brusselse gemeente met de meeste wijk-contracten op zijn naam staan. In het bijzonder de 25 miljoen aandelen van het programma rond drie belangrijke gebieden van de interventie met elkaar verbonden door een groene netwerk: ‘Fontainas pool’, ‘Slachthuis pool’ en ‘Papenvest pool’, met verschillende soorten operaties (huisvesting, openbare ruimte, infrastructuur en sociaal-econo-mische activiteiten) voor de openbare ruimte en de buurt te verbeteren, te verhogen en te diversifiëren het aanbod van recreatieve activiteiten en nieuwe opleidingen en het maken van de werkgelegenheid voor de lokale jeugd. De persconferentie is om details van het programma van acties te bedoe-len en kunt u alle transacties in de wijkcontract te ontdekken.” Jazeker, mensen: voorwaar een tweetalige hoofdstad. Dit is niet grappig meer.

Delphine Bourgeois is de weg kwijt. Sinds de FDF-schepen in Elsene naar eigen zeggen uit haar partij werd gegooid omdat ze een voor-akkoord sloot met de Elsense MR, is ze ge-signaleerd op de Louizalaan waar ze schaap-achtig naar omstanders glimlachte zonder duidelijke reden. De omstanders lachten meestal niet terug.

Toch een steunbetuiging voor mevrouw Bour-geois: het Luxemburgplein is er in een jaar tijd enorm op vooruitgegaan wat netheid betreft, en dat is aan haar te danken, want ze heeft er een campagne aan gewijd – zelfs met sensibili-sering – die effectief blijkt te zijn. In drie talen nog wel. Maar het is zeer de vraag of mevrouw Bourgeois de weg van de Louizalaan naar het Luxemburgplein zal terugvinden om het resul-taat te bekijken, want ze is dus de weg kwijt, en Joost mag weten of ze hem ooit terugvindt.

MIVB-NET – Obligaties kopen van de MIVB, dat is een goed idee. Volgens Brussels parlementslid Vincent De Wolf (MR) weten de mensen niet meer waarin ze hun geld moeten onderbren-gen, en investeren in een boomende openbaar-vervoersmaatschappij is dan inderdaad puik bedacht. Passen verder in het rijtje: ‘Adopteer eens een MIVB-preventiemedewerker en neem hem bij de hand’, ‘Koop nu het MIVB-zakboek met standaardantwoorden bij problemen op het net (Politiebevel, Quoi?,...)’, ‘Schaf een doe-het-zelf-modeldoos voor een dynamisch bord aan (zodat er ten minste een werkt)’ en ‘Op weg met de MIVB voor dummy’s – Inleiding in de wereld van valide-ren, frauderen en decanteren’. Wij kunnen niet wachten op meer publiek-private samenwerking.

WARANDEPARK – Het is ten strengste verboden op het gras van het Warandepark te joggen, en dat is te danken aan Bertin Mam-paka, schepen van Sport en Ticketbedeling-voor-Vrienden-bij-een-Voetbalwedstrijd (CDH). Op zich valt dat wel te begrijpen, want de plaag die joggers heet en die sinds een paar jaar al-lerhande stadsbewoners van allerlei kleur en pluimage de loopschoenen in jaagt, die plaag trapt alles plat wat in de weg ligt. Gras is daarbij, en het wordt tijd dat het Warandepark weer eens het uitzicht krijgt van een park in plaats van een bos op droge grond. Alleen: doe ’s nachts dan wel de poorten van het park dicht, want iets zegt ons dat er na het vallen van de duisternis niet zoveel belangstelling meer is voor graswezen en -welzijn. Of wel, maar niet om op te lopen.

ADVERTENTIE

Foto-expoBrusselse Kanaalzone

tegen de stroom in

curieus Brussel vindt het belangrijk om bewoners te betrekken bij het herdenken van de Brus-selse kanaalzone. Helaas worden de verhalen en dedromen van bewoners door beleidsmakers vaak genegeerd.

De kanaalzone telt een jonge bevolking die voor een groot deel opgroeit in armoede. In de wijken langs de oevers is een gebrek aan groen en kwaliteitsvolle publieke ruimte. Het is een aaneenschakeling van onveilige verkeersknooppunten. Redenen genoeg voor curieus om het debat over de toekomst van de kanaalzone extra input te geven via de organisatie van een fotowedstrijd “Tegen de stoom in”.

De beste inzendingen kan u bewonderen op deze verrassende foto-expo in het Kaaicafé.

Voor meer info: [email protected] of 02/504.91.91

WWW. . BE i.s.m.

curieus is een progressieve vereniging die door een andere bril naar cultuur en de samenleving kijkt. We organiseren frisse, originele en gedurfde activiteiten die je goesting geven in cultuur.

Schroot- en afvalhopen ter hoogte van het Vergotedok in Brussel... 2,5 km van de Grote Markt. © Kim Van Semang

van 16/11 tot 24/11 maandag tot vrijdag van 11u tot 20u30en voor en na de voorstellingen

KaaicaFé

sainctelettesquare 201000 Brussel

advertentie.indd 1 28/10/2011 13:59:40

WWW.BASILIX.BE

DE SINT EN ZIJN PIETEN TRAKTEREN ELKE WOENSDAG & ZATERDAG

ALLE KINDEREN TUSSEN 14U00 EN 17U30 OP GRATIS SNOEPGOED

DE SINTINTREDEINTREDEINTREDEINTREDEINTREDEINTREDE

BEZOEK DE SINT

VAN 12/11 TOT 3/12

Met de steun van het Fonds

Pascal Decroos, Le Fonds pour

le Journalisme, Koning Boudewijn-stichting, Nationale

Loterij en UNHCR

Page 8: BDW - editie 1303

BDW 1303 PAGINA 8 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

Deze week bij Moeder Teresa > Twee keer 64 borden per dag

‘Eerst het gebed, dan pas de soeplepels’

De bijna honderd mensen die al op de stoep samentroepen, kunnen zo meteen in het kelderrestaurant terecht voor een warme maaltijd.

© SASKIA VANDERSTICHELE

T wee jonge mannen met leren jekker,  de  weelderige  haar-dos  nat  gekamd,  vullen  hun 

sportzak met vuile kleren. Ze knik-ken  dankbaar  naar  de  zuster  die het  blauwe  plastic  gordijn  van  de douche rechttrekt en een dweil legt. De  Oost-Europeanen  maken  niet meteen  aanstalten  om  te  vertrek-ken. Hun getreuzel doet vermoeden dat ze nog niet fysiek afstand willen nemen van de heilzame werking van het warme, reinigende water.Elke  woensdag  kan  hier  gedoucht worden.  “Bij  Caritas  Catholica  in Duitsland  kost  alles  geld:  een  kom soep, een douche. Al is het maar één euro, ze vragen geld. En dat hebben we  niet.”  Het  grote  rijhuis  waar  de zusters de leefregel van Moeder Te-resa volgen, heeft hier maar één ant-woord op: zij zijn er voor de armsten der  armen.  Want  om  hen  was  het Moeder  Teresa  (1910-1997)  in  Cal-

cutta  te  doen.  Wat ge voor de min-sten van mijn broeders hebt gedaan, hebt gij voor Mij gedaan.Heel even had ik me het onthaal bij de vijf Brusselse Missionarissen van Naastenliefde  anders  voorgesteld. In het parloir, één hoog onder de ka-pel, had  ik  te horen  gekregen:  “We geven geen interviews en u mag ons geen vragen stellen.” Ik waande me ten paleize, waar vragen stellen ook niet mag. Of is de vraag stellen al het antwoord geven?Niet dat de zusters geen ruchtbaar-heid of pers appreciëren, maar hun werk gebeurt in de grootste beschei-denheid: zonder naam, zonder wie-rook  of  commentaar,  zonder  com-plimentjes  voor  hun  persoonlijke inzet.  Maar  ook  geen  vragen  over hun leeftijd, hun vierjarige opleiding in Rome of Calcutta, of over hun er-varingen  met  de  hongerige  bezoe-kers van elke dag.

Ik mocht wel een middagshift mee-draaien,  als  het  mij  zinde.  En  zo kwam het dat ik er dezelfde dag nog twee deed, gehuld in een beenlange schort in blauwe vichyruit. Om even mee te leven met de Indiase zusters Joncina,  Albertina,  Maria-Frank  en 

moeder-overste Sherlin, en de Luik-se  zuster  Monia,  samen  met  een handvol  vrijwilligers,  onder  wie voor  het  eerst  ook  een  Hongaarse stagiair-informaticus  van  de  Euro-

pese Commissie. Hij  vertelt me dat hij  een kamer heeft  in de  christen-gemeenschap  La  Viale  in  Elsene. Een goedlachse Schotse vrijwilliger, die het gros van de afwas bereddert, onthult me de regels van de restau-rantkelder,  waar  plaats  is  voor  64 couverts.  “Zoveel?”  vraag  ik.  “Voor de  eerste  shift  van  halfdrie.  Om halfvier  mogen  er  nog  eens  zoveel komen eten, en tussenin moeten we snel afwassen.”In  de  lange  kelder  staan  plastic 

baancaféstoelen rond tafels met een waterkan en kleurige plastic bekers. Achter  het  keldergordijn  zie  ik  de massa  hongerigen  op  de  stoep  al aanzwellen.  Het  Mariabeeld  wacht 

zwijgzaam,  troostend.  Pas  bij  het etensuur  moet  haar  licht  schijnen en draait zuster Monia de lichtscha-kelaar om.

EtenstijdIn  een  mum  van  tijd  stroomt  het huis  vol.  Het  is  zaak  om  de  stoe-len  achterin  systematisch  eerst  te doen  bezetten.  “Geen  gaten  laten,” krijg ik te horen van de coördinator, ‘Papi’, die streng maar rechtvaardig stilte in huis oplegt. Is het stilte uit schroom om arm te zijn? Of de stilte van liefde-zonder-woorden?Of dit allemaal daklozen zijn, vraag ik  hongerig.  De  Schot  zegt:  “Lega-len, illegalen, leefloners, thuislozen, vrouwen met problemen – boven wo-nen er tijdelijk vijf, met vier baby’s –, iedereen  is  welkom.  Zelfs  mensen die helemaal niet arm zijn, maar wel gratis  willen  eten.  In  Brussel  heeft niemand honger,  er zijn voedselbe-delingen te over in de stad.”Zo op het eerste gezicht denken we van  vier  of  vijf  van  de  120  warme-maaltijdgebruikers  die  we  die  dag bedienen,  dat  ze  geld  genoeg  heb-ben om zelf te koken. Een 65-jarige met deftige broek en  trui heeft een luisterend  oor  nodig.  “Ik  had  een hotel  in Cádiz en 185.000 euro die men mij heeft afgepakt, en nu ben ik nergens gedomicilieerd. Ik vond een zolderkamertje dicht bij de Comme chez Soi, dat niet als adres mag die-nen  omdat  het  niet  geregistreerd staat  als  woongelegenheid.  Koken kan ik er niet. Verwarming is er niet, al hoeft dat voor mij niet. Maar als ik weken voor papieren in de rij sta, dan krijg ik te horen: ‘Mais vous êtes un Belge.’ Alsof ik daardoor niet arm kan zijn.”Ik  zet  mandjes  met  hompen  brood – echt lekkere – op elke tafel en leg lepels naast het diepe bord. “Haal de lepels  maar  weg,  eerst  het  gebed,” klinkt  het  streng  van  ‘Papi’,  die  er als een buitenwipper uitziet. En dat is  hij  ook.  Sinds  hij  hier  is,  is  het kalmer  in de eetzaal. Vroeger durf-den jongeren hier al eens onderling herrie te schoppen, verneem ik. Eén knik nu en... Een Senegalees bijt op zijn tong, er broeide wat.Na  een  zang,  een  weesgegroet  en onzevader  mag  de  soep  bedeeld worden.  Tot  twee-,  driemaal  toe. Maar alleen als het bord leeg is, mag je bij vragen. In hetzelfde bord volgt de  rijst  met  vleessaus,  en  achteraf sla met tomaat, en koek. De tweede groep krijgt na het gebed een ander gerecht: erwtensoep, spaghetti met tomatensaus, sardientjes. Een dame vult  lege  plastic  doosjes  met  haar repas.  Een  andere  klaagt  over  de spilzucht van haar dochter, die 38 is en elf kinderen heeft. Een Togolees heeft  het  over  de  Afrikaanse  regel dat als je geen geld hebt, je vrouw je mag laten zitten. Er zitten ook twee Albaniërs, uit Skopje nog wel, waar zuster Teresa geboren werd.Buiten  vragen  drie  Marokkanen  op een  bank  of  ik  morgen  terugkom. Ik  durf  niet  te  zeggen  dat  ik  werk en  vraag  waarom.  “Omdat  uw  be-diening  heel  vriendelijk  was  daar-net.  Bedankt  daarvoor.”  Zouden  de zusters het daardoor heel hun leven volhouden?�� Jean-Marie�Binst

Sinds Papi hier werkt, is het kalmer in de eetzaal. Vroeger werd er weleens herrie geschopt. Nu één knik en... Een Senegalees bijt op zijn tong, er broeide wat

BD

W R

EGIO

SINT-GILLIS – Een woensdag aan de Koningslaan 69. De douches zijn pas gedweild, de rijst staat op. “Blijf een keertje helpen, dan zie je wat we doen en worden je vragen vanzelf beantwoord.” De Missionarissen van Naastenliefde sturen onze vragen over medemenselijkheid handig richting praktijk. En dus binden wij een schort om.

Page 9: BDW - editie 1303

BDW 1303 PAGINA 9 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011 ADVERTENTIE

Na eerder dit jaar al De Ronde van Vlaan-deren te hebben gespeeld zet het gezel-schap Rust Roest koers naar zijn 150ste productie. Zeven acteurs bereiden onder regisseur Robert De Clerck de komedie Gebakken lucht voor. Te zien op 18 en 19 november, telkens om 20 uur, in Zaal Familia.

Het blijspel van Luc van Balberghe gaat over twee  vrienden,  collega’s  ook,  die  hun  werk gaan verliezen. Omdat thuis door vrouwlief een hoge stand wordt opgehouden, met  ju-welen, dure vakanties en dies meer, moet er haast een wonder gebeuren om dit  te kun-nen blijven bekostigen. De mannen vinden 

er  niets  beter  op  dan  ‘gebakken  lucht’  op flessen te trekken en te verkopen. Dat blijkt wonderlijk genoeg aan te slaan, tot...Toneelkring Rust Roest mag dan wel een lo-kaal amateurgezelschap zijn, de traditie van volksvermaak en verenigingsleven wordt al 115  jaar  hoog  gehouden.  De  prestigejaren met toernooien en prijzen ‘Uitmuntendheid met  felicitaties’  mogen  dan  wel  niet  meer van  deze  tijd  zijn,  het  sociale  en  culturele engagement houdt de kring samen. Wie nog van  een  stukje  Brussels  amusement  zon-der franjes kan genieten, heeft aan de twee speelavonden een vette kluif.� JMB

Reserveren op rustroest.heembeek.be

Gebakken luchtNeder-Over-Heembeek > Toneelkring Rust Roest andermaal paraat

Het aantal pv’s voor overlast is in 2010 fel gestegen in de gemeente Elsene. Volgens het gemeentebestuur is dat een gevolg van meer waakzaamheid en een betere motivering.

In  2007  werden  er  ongeveer  achthonderd processen-verbaal  opgesteld  voor  geval-len  van  overlast;  in  2010  is  dat  aantal  ge-stegen  tot  meer  dan  tweeduizend.  Dat  staat  te  lezen  in het  jaarverslag van de ge-meente.De  pv’s  worden  uitgeschreven  door  de  zo-genaamde  dienst  Administratieve  Politie van Elsene, een onderdeel van de juridische dienst  die  asociaal  gedrag  bestraft  en  de openbare orde binnen een gemeente hand-haaft, zoals beschreven  in het politieregle-ment. Het gaat dan vaak om geluidsoverlast, vandalisme  en  sluikstorten,  maar  ook  om kleine  vechtpartijen  of  samenscholingen op de openbare weg. Vroeger werden die in-breuken vastgelegd  in politieverordeningen en werden ze bestraft door een politierecht-bank, maar sinds 2005 kan een gemeente-bestuur zulke  inbreuken bestraffen zonder tussenkomst  van  een  rechter.  De  vaststel-lingen worden gedaan door ‘gewone’ politie-

agenten, maar de gemeente Elsene heeft ook nog  eens  zeven  krachten  in  dienst  die  alle pv’s administratief opvolgen en afhandelen. Daarnaast bestaat de Administratieve Poli-tie ook nog eens uit agenten van Openbare Netheid,  die  de  bevoegdheid  hebben  om sluikstorten  en  inbreuken  tegen  de  open-bare netheid vast te stellen. Het aantal pv’s dat zij opstelden, bedroeg 2.500 in 2010; in 2008 was dat nog 350.Het  gemeentebestuur  verklaart  alle  hoge cijfers  door  een  verhoogde  waakzaamheid en  een  verscherpte  belangstelling  voor inbreuken  op  het  politiereglement.  Toch staat er in het document ook dat er nog veel werk uit  te voeren  is omdat een groot aan-tal politie-agenten nooit een pv opstelt over inbreuken op het politiereglement. Met an-dere woorden: het aantal agenten dat ervan wakker ligt, is gestegen, maar er zijn er nog altijd genoeg die er niet van wakker liggen.Meer  inbreuken  betekent  natuurlijk  dat de  gemeente  meer  boetes  kan  heffen.  Zo bracht het geheel  van  ‘onburgerlijk gedrag’ toch  honderdduizend  euro  in  het  laatje  in 2010. Per inbreuk kan de boete oplopen tot 250 euro.� Christophe�Degreef

‘Onburgerlijk gedrag’ brengt 100.000 euro op in 2010

Elsene > Sterke stijging overlast-pv’s

STOOKKETEL KRIJGT GRATIS BEURT

SINT-AGATHA-BERCHEM  –  Met  de  campagne  ‘Stofvrij  maakt  uw  ketel  blij’  kun-nen gezinnen met een  inkomen van maximaal 1.232 euro en alleenstaanden met maximaal 925 euro het verplichte jaarlijkse onderhoud van hun verwarmingsketel terugbetaald krijgen. De toelage komt van de POD Maatschappelijke Integratie. Om in aanmerking te komen moet de burger eerst een korte opleiding volgen: Hoe uw energiefactuur ontcijferen en Hoe dagelijks energie besparen. Tot 20 december geeft de Cel Energie op dinsdagvoormiddag alle informatie: 02-482.16.34.� JMB

PARKEERKAART VOOR (AUTOLOZE) SENIOREN

SINT-JANS-MOLENBEEK  –  Senioren  kunnen  een  speciale  kaart  aanvragen  om vrienden of familieleden gratis te laten parkeren. “Sommige ouderen vertellen ons dat hun bezoekers het parkeren in Molenbeek te duur vinden,” zegt SP.A-schepen Jef Van Damme. “Het gevolg is dat ze minder bezoek krijgen. Dat mag niet gebeuren: het sociaal isolement mag niet toenemen door de invoering van betaald parkeren.” Twee voorwaarden: u moet ouder zijn dan zeventig en u mag zelf geen auto bezitten. Aanvragen bij de dienst Mobiliteit, Opzichterstraat 63-65, 02-412.05.70.� MV

TELE

XREG

IO

www.cdenv-brusselsparlement.be

Minister Brigitte Grouwels stelt eerste Brusselse Meetfiets voorBrigitte Grouwels, Brussels Minister van Veroer, heeft recent de eerste Brusselse Meetfiets voorgesteld. Vanaf eind oktober brengt deze Meetfiets de kwaliteit van meer dan 100 kilometer gewestelijke fietspaden in kaart. Dit laat toe om tegen medio 2012 een database aan te leggen over de staat van deze fietspaden. “Om nog meer Brusselaars warm te maken voor de fiets hebben we nood aan een betere infrastructuur”, stelt Minister Brigitte Grouwels. “Daarom in-vesteer ik dit jaar een recordbedrag van liefst 11,5 miljoen euro in fietsinfrastructuur. De Meetfiets laat toe om dit geld voortaan nog gerichter te besteden.”

Brigitte GrouwelsBrussels Minister van Openbare Werken en Vervoer

Anne Mertens: ‘Prioriteit voor de voet- en fietspaden in Anderlecht’Anne Mertens pleit voor een dringend on-derhoud van de paden in Anderlecht. Ze lanceert een enquête over de Anderlechtse voet- en fietspaden. De slechte staat van de Anderlechtse paden zorgt voor onvei-lige situaties voor voetgangers en fietsers.

Mertens pleit voor een kerntakendebat - wat moet de gemeente in de toekomst doen - om orde op zaken te stellen. Een lange termijn investeringsplan die correcte wegen en nor-male, begaanbare voetpaden waarborgt is een must. De gemeente moet haar verantwoordelijkheid opnemen: dit is een abso-lute prioriteit!

Anne MertensBestuurslid CD&V Anderlecht

Jeannine Kempeneers: ‘Fietsrou-tes als alternatief voor autover-keer, maximaal ondersteunen’In ons streven naar een aangename leefbare stad is het STOP-principe erg belangrijk. Het principe gaat uit van een duidelijke keuze voor stappen, trappen en openbaar vervoer en ten-slotte het privé vervoer. Zo werkt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest naast een uitgebreid openbaar vervoer, door middel van bus, tram en metro, ook ondermeer aan de Gewestelijke Fietsroutes. Dit zijn aanbevolen fietsroutes, langs vooral lokale wegen, waar het verkeer minder druk is. Als CD&V mandataris on-

dersteun ik dan ook de verdere uitvoering van de Gewestelijke Fietsroute 5 in Watermaal-Bosvoorde, als volwaardig alternatief voor het autoverkeer.

Jeannine Kempe-neersOCMW-raadslid in Watermaal-Bosvoorde

www.visieopbrussel.be

Geert Vandenabeele: ‘Brussel, een bruisende stad voor alle Brusselaars’

Hoewel we de autodruk moeten verminderen, moeten we ook kunnen samenkomen, bij elkaar langs gaan en elke dag naar het werk kunnen pendelen. Hier schuilt een zekere beleidsparadox. Dus moet je bedrijventerreinen ontsluiten (zoals bijvoorbeeld tram 62) of een mindermobielen-centrale steunen. Maar evengoed een laagdrem-pelige toegang tot de informatiesnelweg voor iedereen voorzien. Mobiliteitsarmoede kom je immers niet tegen op Twitter of Facebook. Dit is mijn ambitie voor de stad: vlot de deur uit kun-nen en mensen thuis durven ontvangen. Omdat dit betekent dat je graag in de stad bent, en er graag thuis komt. Dat is de groot-ste mobiliteitsuitdaging in de ontwikkeling naar een bruisende, aangename stad.

Geert VandenabeeleOCMW-raadslid in Schaarbeek

Visie op een mobiel Brussel

Page 10: BDW - editie 1303

BDW 1303 PAGINA 10 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

Werknemers en bezoekers van de begraaf-plaats van Evere trekken aan de alarmbel. Een tiental kindergraven ligt er zwaar verwaarloosd bij.

“Het  is  schandalig,”  zegt  een  medewerker van de begraafplaats verbolgen. “Je kunt zelfs niet meer van graven spreken; het is één grote modderpoel. De bloemen zijn  verwelkt,  ted-dybeertjes liggen in het rond, gescheurd. Dat de  ouders  nog  niet  eens  de  moeite  hebben gedaan  om  het  graf  in  orde  te  brengen  voor Allerheiligen, dat is toch mensonwaardig?”Ook bij sommige bezoekers lopen de emoties op.  “Het  is  een  stort  geworden,  daar  waar kinderen onder de grond  liggen.  In wat voor tijden  leven  wij?  Ik  vind  dat  het  gemeente-

bestuur  en  de  verantwoordelijken  dringend maatregelen  moeten  nemen.  Er  is  geen  res-pect meer.”Burgemeester  Rudi  Vervoort  (PS)  benadrukt dat hij niets kán doen. “We zijn op de hoogte van het probleem, maar dit is de verantwoor-delijk van de ouders: zij hebben een concessie van tien of vijftien jaar. We begrijpen ook niet wat de redenen zijn. Misschien hebben som-mige ouders het er emotioneel moeilijk mee om  naar  het  kerkhof  te  komen?  Ik  weet  het niet,  ik  kan  alleen  maar  hopen  dat  ze  er  zo snel mogelijk iets aan doen.” Hetzelfde geluid bij de directie van de begraafplaats: “Wette-lijk gezien mogen wij niet aan een in conces-sie gegeven graf komen.”� Matthias�Vanheerentals

Na AllerzielenEvere > Verwaarloosde kindergraven

© M

ATTH

IAS VA

NH

EE

RE

NTA

LS

Een  kaarsenfabriek,  daar  moet  de  geur  van paraffine overheersen. Niet, dus. Of toch niet in  deze  hoofdstedelijke  kaarsenfabriek  uit de  oude  doos,  waar  de  kaarsen  met  stearine vervaardigd  werden.  Stearine  wordt  uit  run-dervet gehaald: het woord  is afgeleid van het Oudgriekse  stear,  ‘rundvet’.  Kaarsen  die  met stearine gemaakt worden, branden langer dan paraffinekaarsen.  Met  de  winter  in  aantocht 

Met de geur van stearine

UIT DE oUDE Doos Beste lezer, tot nieuwjaar presenteren we u wekelijks een prent-briefkaart met oude (soms verdwenen) beroepen. Veel kijkplezier.

verheug  ik  me  al  op  de  geur  van  kaarsen. Winterkou en kaarsen gaan goed samen.

www.brusselnieuws.be/oudeberoepenMeer op www.academieroyale.be.Met dank aan Dexia en:

ADVERTENTIE

Samen naar School in de Buurt neemt ouders mee op weg bij het kiezen van een basisschool.

Het project verkent scholen uit de buurt in interactie met ouders. Een infoavond start het traject van schoolkeuze en brengt ouders voor het eerst bij elkaar. Daarna krijgen ouders de mogelijkheid om via schoolbezoeken scholen van dichtbij te ontdekken. Op een terugkomavond komen ouders een laatste keer samen om ervaringen en ideeën rond schoolkeuze en buurtscholen uit te wisselen.

Alle informatie en alle data van de info-avonden, schoolbezoeken en terugkomavonden zijn te vinden op www.samennaarschool.be. U bent van harte uitgenodigd!

Samen naar School in de Buurt

Leer de Nederlandstalige buurtscholen kennen samen met andere ouders

Alle info vindt u op www.samennaarschool.be.

Sint-JansMolenbeek

A70-003-03.vgc.adv.sam.125x367.20.09.2011.indd 1 30-09-2011 16:25:37

Page 11: BDW - editie 1303

ADVERTENTIE

BDW 1303 PAGINA 11 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

BD

W R

EGIO

Het  Stripdorp  heeft  nog  maar  net  de  deuren geopend  en  het  ligt  al  onder  vuur.  Het  was  Geoffroy Coomans de Brachène  (MR) die maan-dag  in  de  gemeenteraad  de  kat  de  bel  aanbond. “Het  standbeeld  van  Kuifje  staat  in  de  winkel, niet  in  de  openbare  ruimte,”  klaagt  Coomans, die  de  gemeenteraad  eraan  herinnerde  dat  hij in  2005  voorgesteld  had  om  het  Kuifje-stand-beeld  aan  te  kopen.  “Maar  de  toenmalige  sche-pen  van  Cultuur  (Henri Simons, DV)  had  daar 

geen  oren  naar,  hij  vond  strips  geen  kunst.”Dat  het  Stripdorp  met  ‘geen  enkele  vergunning’ in orde is, vindt Coomans zo mogelijk nog erger. “Geen  horecavergunning,  geen  vergunning  voor de  uithangborden.  En  daarbij  is  ook  de  toegang tot  de  woningen  verhinderd.”  Schepen  van  Ste-denbouw Christian Ceux (CDH) begrijpt de klach-ten,  maar  op  de  details  wou  hij  niet  ingaan.  De Stad heeft al een controleur ter plekke gestuurd. Het is nu wachten op diens rapport.� DV

Kuifje met de billen blootBrussel > Stripdorp doet het zonder vergunningen

© S

AS

KIA

VA

ND

ER

STI

CH

EL

E

Tot het Brusselse geld niet gearriveerd is om twee klasjes in een school in Grand Dakar (Senegal) te herstellen, krijgen de kinderen er geen les.

Arrondissementsgemeente  Grand Dakar  is  een  van  de  negentien  ge-meenten  van  de  hoofdstad  Dakar (die 1,1 miljoen inwoners telt). Grand Dakar  heeft  zijn  verbroederingsge-meente  Sint-Agatha-Berchem  ge-vraagd om de herstellingskosten aan het dak van de klasjes van de Route des Puits-school te financieren. Dat is  mogelijk  door  het  programma voor  Gemeentelijke  Internationale Samenwerking (GIS). Daartoe moest Berchem  wel  een  lening  van  3.200 euro  aangaan,  en  de  afschrijving werd bijgeschreven op de buitenge-wone begroting 2011. Sint-Agatha-Berchem  kwam  in  de herfst  2007  zijn  verbroederingsge-meente Grand Dakar al te hulp. Het Berchemse OCMW-raadslid van Se-negalese origine Ndongo Diop (LBG-CDH) en eerste schepen Jean-Marie Colot  (LBR-CDH),  bevoegd  voor Noord-Zuidbetrekkingen, gingen als eersten  ter  plaatse  ‘de  behoeften 

identificeren’.  Sindsdien  hebben verschillende  projectreizen  van  po-litici  en  officials  van  Grand  Dakar en  Sint-Agatha-Berchem  concrete afspraken en engagementen opgele-verd. Dat leidde tot ‘microprojecten’ waarmee de gemeente Grand Dakar een stap vooruit kon zetten. Zo wer-den er al opleidingen verschaft over stedenbouw,  preventie  in  scholen, microkredieten  en  projectmanage-ment.  Er  ging  ook  steun  naar  het Dispensaire  du  Grand  Dakar,  en  in Brussel  werd  een  Lokaal  Ontwik-kelingsplan (LOP) voor Grand Dakar uitgetekend, met beleidsprioriteiten op  terreinen  als  weginfrastructuur en  afval-  en  waterbeheer.  Dat  alles leidde tot een Gemeentelijk Investe-ringsplan (GIP) en een geldbeheers-orgaan  (Mutuelle  d’Épargne  et  de Crédit)  met  wederzijdse  garanties. In  dat  kader  past  ook  de  cheque van  3.200  euro,  voor  de  dringende  herstelling  aan  de  daken  van  de school.In 2012 loopt het vijfjarige federale GIS-programma  af,  en  het  is  nog niet bekend of het verlengd wordt. �� Jean-Marie�Binst

Dak lek? Dan niet naar school

Sint-Agatha-Berchem > Hulp aan Grand Dakar

ADVERTENTIE

RADIODAG FM-BRUSSEL’EXPRESSIONS’ OP TV-BRUSSEL

TWIEDOÊGSE VAN ET VOLKSTEJOÊTERDAG VAN’T BRUSSELS

KLAAN BRUSSELS DIKTEIKONVERSOÊSETOÊFELS

BRUSSELS STAMENEIKEEKEFRETTERSFIEST

GIDEIDE RESTOSTOEMPRONDLAAIDINGEGENTS CABARET

WOLTJESFIEST...

ALBERT VERDEYENCHAREL VAN DOMBURGCHLOË VAN DOORSLAER

DANI KLEINDEMARCK

FREDDI SMEKENSGEERT VAN ISTENDAEL

GEERT DEHAESGUI POLSPOEL

JOHAN VERMINNENJULIEN VREBOS

KATHLEEN SEGHERSKEVIN VAN DOORSLAER

MARS MORIAUMARCEL DE SCHRIJVER

NADIA SCHEYSPETER VAN ASBROECK

PIERKE PIERLALARAYMOND DOMS

ROBERT DELATHOUWERROGER VINCKE

SERA DE VRIENDTSONJA DE SMEDT

ACADEMIE VAN HET BRUSSELSBABBELEVEREN

BRUSSELS VOLKSTEJOÊTERDE MANNE VAN DE PLATOU

STUDENTENCLUB ‘T WOLTJEVERNIEUWD GENTS VOLKSTONEEL

ZINNEFOLEE...

DEWEIKVAN’TBRUSSELSBrussels Dialekt es tof!

11 - 21 NOVEMBER 2011www.ara-vzw.be

I N D E W E E RV O O R B R U S S E L

Met je gezin ontbijtzwemmen of met vrienden deelnemen aan het aquavolleybaltornooi?Of wil je liever proeven van een gratis duik-les? Je uitleven met spectaculair zwemmate-riaal of een sessie aquazumba meepikken? Of kan je nog niet goed zwemmen en wil je graag watergewenning volgen?

op zaterdag in het gemeentelijk zwembad

van Sint-Gillis en in het zwembad van Anderlecht (Coovi/Ceria)

op zondag in de gemeentelijke zwembaden van Laken, Neder-over-Heembeek en

Sint-Pieters-Woluwe

Iedereen is welkom:jong en oud kunnen meedoen, ook personen met een handicap.

Met de steun van de Vlaamse overheid

Voor folders en info: sportdienst van de Vlaamse Gemeenschapscommissie:

02 563 05 14 - [email protected] - www.vgc.be/sport

Kom dan naar deBrusselseZwembaddagenop zaterdag 19 enzondag 20 november2011

Advertentie Brusselse zwemdagen.indd 1 20/10/11 11:37

Page 12: BDW - editie 1303

BDW 1303 PAGINA 12 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

Collectif Manifestement wil de daklozen een stem geven, zonder betutteling.

Maatschappij > Daklozen bekritiseren daklozensector

‘Pleisters helpen niet, vaccins zijn nodig’

In het boek Eisen van Brusselse dak-lozen nemen daklozen het woord. Het is een politiek eisenpakket, een publieke aanklacht, helemaal van onderuit, van de onderkant van de samenleving. Er wordt zelden echt geluisterd naar wat daklozen te ver-tellen hebben. Ze hebben goede re-denen om het niet aan de grote klok te hangen.

“Het verlies van waardigheid. Je verstoppen voor voorbijgangers, we schamen ons. Ik wil niet dat ze me zien. Er is veel verborgen miserie.”

Naast de getuigenissen over het le-ven op straat, over vernederingen, geweld, bedelen, alcohol, drugs, ge-brek aan hygiëne of aan betaalbare woningen en over de administratieve mallemolen, bekritiseren daklozen ook de hulp die hun geboden wordt. Dat klinkt hardvochtig, ondankbaar

en weinig constructief, maar toch wordt hier een probleem aangekaart dat echt de moeite is om te bekijken.Laten we wel wezen, het is een schande dat er zoveel mensen op straat leven. De daklozensector is het gevolg van een slecht werkend sociaal systeem. Het kost de samen-leving minder om dakloosheid te voorkomen dan om een dakloze op-nieuw te integreren. Voorwaarde is dan wel dat solidariteit met zwakke-ren en mensen in armoede hoger op de politieke agenda komt te staan.

“Alle organisaties, alle vrijwilligers houden zich bezig met details. Pleisters hebben geen zin, wij hebben vaccins nodig.” (Miguel)

Maar goed, onze samenleving vindt dit geen prioriteit. Zodra deze men-sen op straat staan, biedt de daklo-zensector hulp. Maar waarom kla-gen de daklozen deze hulp aan?Een eerste probleem is het schrij-nende gebrek aan middelen. Organi-saties voor de opvang van daklozen werken met (te) veel vrijwilligers en

asielbeleid. Fedasil kan de instroom niet aan, waardoor er asielzoekers op straat komen te staan. Om nog maar te zwijgen van het toene-mende aantal mensen zonder papie-ren. De druk op de daklozensector neemt enorm toe. Deze problema-tiek komt goed tot uiting tijdens de winteropvang.De laatste jaren is het aanbod aan bedden alleen maar toegenomen. Elke plek die men toevoegt, wordt

onmiddellijk ingenomen, en jaar na jaar stelt men vast dat het nog niet genoeg is. De kosten voor deze winteropvang liggen enorm hoog, het aanbod en de omkadering zijn mensonwaardig en er wordt op geen enkel moment gewerkt op de lan-gere termijn. Het is dweilen met de kraan open.

“Je moet soms drie kwartier aan de telefoon hangen om er een bed te reserveren. Je riskeert dat ze je kleren pikken terwijl je je wast, dat de douche vol uitwerpselen ligt of dat je in de winter alleen koud water krijgt. De matrassen zijn bepist, en door de dekens heb ik schurft opgelopen.”

Eisen van Brusselse daklozen kaart deze en vele andere problemen aan. Willen we daklozen echt helpen? Dan moeten we eerst en vooral on-bevooroordeeld leren luisteren.

“We krijgen zelden mensen te zien die ons niet beoordelen. We hebben zoveel moeilijke si-tuaties meegemaakt en hebben meer dan genoeg van mensen die niet naar ons luisteren.”

Chris Aertsen, lid van het Collectif

Manifestement

BDWOPINIE

BRUSSEL – Heeft u in de winter ooit al eens buiten geslapen? Waarschijnlijk niet. In Brussel zijn er honderden mensen die dagelijks op zoek moeten naar een slaapplaats om te ontsnappen aan de winterkou. Dit verhaal is niet nieuw. Wel nieuw is wat daklozen hier zelf over te zeggen hebben. Het Collectif Manifestement legde zijn oor te luisteren en kwam tot onthutsende vaststellingen.

(te) veel mensen met een nepstatuut. Professionalisme en langetermijn-oplossingen komen zo onder druk te staan.

“Om hen een plezier te doen, gaan we bij hen een kommetje soep halen. Omdat we weten dat het uit het hart komt. Maar vaak hebben we er geen behoefte aan.”

Een tweede probleem is de afhan-kelijkheid van subsidies. Cijfers zijn belangrijker dan de mensen die ge-holpen worden. Organisaties die kunnen aantonen dat ze een maxi-mum aan mensen kunnen reacti-veren of herintegreren, worden be-loond. Het gevolg is dat de zwakste mensen, bijvoorbeeld alcoholici, uit de boot vallen, samen met diegenen die allergisch zijn aan betutteling en aan de overvloed aan regeltjes. Organisaties die met subsidies wer-ken, richten zich meer op de criteria van hogerhand en dus op het voort-bestaan van hun organisatie dan op de zorg die noodzakelijk is.

“Ik heb geen hulp gekregen. Ik had er gevraagd, maar ik moest in het station slapen omdat ik het programma dat de sociaal werker voorstelde, niet aanvaardde.”

Een derde probleem is het falende

© E

RIC

DE

ME

Y

Collectif Manifestement is een kunstenaarsgroep die jaarlijks een betoging organiseert rond een verrassend thema. Sinds 2009 laat het collectief de stem van Brusselse daklozen horen. Op 31 december 2010 was er een betoging met als thema ‘Om het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting in schoonheid te begraven, vieren de daklozen 2010!’ Dit jaar verzamelde het collectief getuigenissen van daklozen. Hun eisen werden in een boekje gebundeld. Revendications des (pré-)SDF bruxellois, uitgegeven bij Maelström, kost 3 euro. Per drie verkochte exemplaren gaat de opbrengst van één boekje naar daklozen. De Nederlandse vertaling vindt u op www.manifestement.be.

© JE

AN

-FR

ÉD

ÉR

IC H

AN

SSE

NS

© L

AU

RE

NT D

’UR

SE

L

Page 13: BDW - editie 1303

BDW 1303 PAGINA 13 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

BDWOPINIEHoopdoor Danny Vileyn

De federale regeringsonderhandelaars hadden dinsdag al 5,1 miljard besparingen gevonden. Nog 6,2 miljard euro te gaan. En vóór volgende maandag, als het van PS-onderhandelaar Laurette Onkelinx afhangt. Ondertussen maakt de Vlaamse regering zich op om een (volgens velen overbodige) kindpremie uit te betalen en krijgen alle Vlaamse ambtenaren volgend jaar 500 euro om hun koopkracht te beveiligen. Te zot om los te lopen en alleen in België mogelijk? Toch niet. Hetzelfde gebeurt op Europees niveau.

Terwijl Griekenland zich arm moet besparen, kondigt de Duitse kan-selier Angela Merkel een forse belastingvermindering aan. Dat is de Europese en Belgische werkelijkheid anno 2011.Verwarrend? Heel zeker. Toch zullen we met dergelijke contradicties moeten leren leven. De beleidsmakers zullen de komende weken, maanden en jaren dan ook hun didactische vaardigheden moeten aanscherpen: de Belgen zullen uitleg eisen over de besparingen en de hogere belastingen. Een uitleg à la Dehaene en Mariani voor de Dexia-commissie – “Het is onze schuld niet, het kwaad was geschied toen wij aankwamen” – zal niet volstaan. De PS, de grootste regeringspartij, is al sinds het eind van de jaren 1980 aan de macht, verstoppertje spelen heeft geen zin.En toch moet de politiek de bevolking hoop geven. Maar gezien de benarde financiële toestand van het koninkrijk België zal de hoop van het regionale niveau moeten komen. Het federale niveau zal alles op alles moeten zetten om ons sociale model in stand te houden. Het extra geld dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de komende jaren krijgt, is zeer welkom. Want steden zijn in barre tijden nog kwetsbaar-der dan de rest van het land. Dat weet ook Sophie De Schaepdrijver, hoogleraar Europese Geschiedenis in de VS. Samen met 49 andere BV’s en BB’s mocht De Schaepdrijver in de krant De Tijd haar licht werpen op de huidige crisis. De Schaepdrijver, die het als enige over de gevolgen voor de steden heeft, is bang dat een fenomeen dat ze meer en meer in de VS ziet, naar Europa zal overslaan: “De middenklasse trekt weg uit de steden, waar een verpauperde onderlaag achterblijft.” Daarom moet er tegenover de besparingen en verhoogde belastingen ten belope van 11,3 miljard een wervend gewestelijk project staan. Het geld van de herfinanciering van Brussel mag niet dienen om de putten in de gemeentekassen te vullen. De Brusselaars hebben recht op een ambitieus project, een project dat een brede laag van de bevolking aanspreekt.

EVA HILHORST

BRIEVEN VAN LEZERS [email protected]

Nederlands in Schaarbeek

Als inwoners van de ezelsgemeente Schaarbeek willen we ook even reageren.Op het gemeentehuis zijn er zowel hardnekkig Neder-landsonkundigen als vlotte tweetaligen, maar meestal gaat een ‘onkundige’ er wel een meertalige collega bij-halen. Burgemeester-staatssecretaris Clerfayt is vlot tweetalig, maar de ‘dienstdoende’ burgemeester, Mada-me ‘Smile’ Jodogne, niet. Dom- of halsstarrigheid, wie zal het zeggen? Ze laat wel graag van zich horen als het erom gaat asielzoekers en vluchtelingen uit het Noord-station te verdrijven. Al of niet in de openlucht slapen is gemakkelijk gezegd als men zelf in een grote, goed ingerichte en verwarmde behuizing zit.Omdat er van onze kinderen wonen tussen de Brabant- en de Aarschotstraat, komen we daar ook veel. En waar Clerfayt – met de verkiezingen in aantocht – in de kran-ten beweert dat de criminaliteit in Schaarbeek héél erg gedaald is, kunnen we daar alleen maar onze twijfels over uitspreken. De politie is laks en doet geen moeite om vaststellingen te doen. (Misschien normaal: zij zijn nog aan het schrijven als de schelmen ongestoord ver-der hun gang kunnen gaan.) We hebben het allemaal al gezien: sluikstorters, vuilniszakken dagen voor de ophaling buiten (altijd dezelfden), dubbelparkeren, met één auto twee parkeerplaatsen innemen. Ontelbare wildplassers, ondanks twee wc’s vlakbij, twee tot drie keer daags grondig gereinigd; donkergeklede fietsers zonder fietsverlichting of helm, ’s nachts op het trot-toir: de politie rijdt voorbij zonder te reageren. Bulgaarse afzetters, valsspelers (50 euro) op hoek Aarschot- en D’Hoogvorststraat. Er staan meestal wel enkele ‘waar-nemers’ op de uitkijk om de politieauto’s te signaleren, maar die zouden ook anoniem of in burger vaststellingen kunnen doen. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. En het tweewekelijkse gemeentelijke informatieblad is over het algemeen blijkbaar alleen voor Franstalige in-woners, of ze gaan ervan uitdat Vlamingen toch twee-talig zijn. Wij zijn de moedwillig verdraaide informatie beu. K. De Moor, Schaarbeek

Armer

‘Demografische boom verarmt Brussel’ verscheen op 20 oktober op brusselnieuws.be. Brussel verarmt, dat is al jaren zo, dat kan niemand ontkennen. Ik ben het dan ook grotendeels eens met de inhoud van dit artikel. Maar ik vind de titel op zijn zachtst nogal ongelukkig ge-kozen. Hij wekt verkeerdelijk de indruk dat de armoede in Brussel vooral te wijten is aan de bevolkingsexplosie. Deze demografische boom is echter een rechtstreeks ge-volg van het jarenlange wanbeleid, of beter gezegd non-beleid op het gebied van migratie. Als je iedereen maar laat komen, op tijd en stond regulariseert en zo de deur wagenwijd openzet voor gezinshereniging, dan is een enorme bevolkingsgroei het logische gevolg.Het merendeel van de problemen die aangekaart wor-den in dit artikel, vloeien voort uit het ‘laat-maar-ko-men’-beleid, dat jammer genoeg tot op vandaag gevoerd wordt. Opmerkelijk detail: vier van de vijf armste ge-meenten van het Gewest worden bestuurd door een PS-burgemeester. Toeval? Stefan De Roo, Laken

Parkeerplan

Ik kruip in de pen om de burgemeesters te steunen in hun verzet tegen het gewestelijk parkeerplan. Of willen we met z’n allen de weg van Molenbeek op, waar de groe-ne haat tegen auto’s, gekoppeld aan het rode plan om banen voor laaggeschoolden te laten subsidiëren door de

parkerende automobilisten, ertoe geleid heeft dat het er tegenwoordig duurder parkeren is dan in een toeristi-sche toplocatie als Knokke-Heist? (In Knokke-Heist is het bijvoorbeeld overal en altijd gratis tot 11 uur, zodat je je boodschappen kunt doen. Ook alle andere tarieven liggen lager dan de voorgestelde Brusselse.)Dit moeten toch de redenen zijn voor het parkeerbeleid van Molenbeek, want wie zou daar voor zijn plezier par-keren of er zelfs naartoe gaan? Dan spreek ik nog niet over het verminderen van het aantal parkeerplaatsen en de ‘anti-auto’-heraanleg van de Brusselse straten. Het resultaat zal zijn dat de mensen nog meer in shopping-centra zullen winkelen, waar parkeren geen probleem is. Hoeveel mensen moeten er ’s nachts niet lang rondrij-den op zoek naar een parkeerplaats bij hun huis? En tot slot zijn die hoge tarieven antisociaal.

D. Wittesaele, Sint-Agatha-Berchem

Wanda Jackson

Naar aanleiding van haar nieuwe cd The party ain’t over, geproduceerd door Jack White, maakte Wanda Jackson een tournee waarin ze ook Brussel aandeed. In een ge-zellig ingerichte AB Box vergastte het 74-jarige country-icoon ons op een héél goed optreden. Ze vertelde over haar carrière en hoewel ze zei last van de jetlag te heb-ben, was het een aangenaam optreden, begeleid door de voortreffelijke Seatsniffers. Ze vertelde ook over haar ontmoeting met Elvis, die haar de raad had gegeven om eens rockabilly te zingen – en met succes. Ze zong van hem ‘Good rockin’ tonight’ en ‘Heartbreak Hotel’.Dat ze deze maand 74 was geworden, was het publiek niet vergeten: dat zong een welgemeend ‘Happy birth-day’, en meteen meldde Wanda dat er nog een verjaardag te vieren was, namelijk haar vijftigste huwelijksverjaar-dag. Een stormachtig applaus viel haar te beurt toen ze het country-jodelnummer ‘I betcha my heart I love you’ bracht. Tijdens het jodelen ging de zaal uit de bol. Uit haar nieuwe cd zong ze ‘Shakin’ all over’, ‘Nervous breakdown’, ‘Rip it up’ en de Amy Winehouse-song ‘You know I’m no good’. Na de gospelsong ‘I saw the light’ kwamen haar successen aan de beurt, zoals ‘Mean mean mean’, ‘Right or wrong’ en ‘Fujiyama mama’, om te besluiten met haar knaller ‘Let’s have a party’, meege-bruld door de hele zaal. Als toegift zong ze ‘Whole lotta shakin’ going on’.Dank, Wanda en chapeau voor wat je op je leeftijd nog kan! Simon Merens, Zellik

Meubelstoffeerders

Ik ben een Franstalige lezeres en lerares in stoffering aan het Institut Diderot/Arts et Métiers van de Stad Brus sel.Ik lees net uw artikeltje ‘Uit de oude doos’ over meubel-stoffeerders (in BDW 1302, p. 10) waarin u zegt dat er geen opleidingen in Brussel zijn om dit beroep te leren. Dat is niet waar: kom maar eens kijken aan de Slacht-huislaan, waar we een heel grote en mooie ruimte heb-ben, niet op de zolder, maar op de tweede verdieping (jammer voor ons) waar u veel toekomstige stoffeerders kunt zien werken. Valérie Lefebvre,

Institut Diderot, Brussel

Wij schreven dat VDAB en Syntra de opleiding aanbieden, “maar niet in Brussel”: we hadden het hier over het Ne-derlandstalige cursusaanbod. De redactie

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar [email protected]. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via [email protected]. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.

Page 14: BDW - editie 1303

BDW 1303 PAGINA 14 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

VADROUILLEDE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK

Muziek > The Moon Invaders, na tien jaar terug naar de bron

‘Weer in Magasin 4, waar het allemaal begon’

V an de Belgische skabands hebben The Moon Invaders het het verst geschopt: vijf  albums  op  het  toonaangevende 

Duitse skalabel Grover Records  (The Skatali-tes, New York Ska-Jazz Ensemble, Tokyo Ska Paradise Orchestra),  internationale  tournees, een  album  met  Skatalites-zangeres  Doreen Shaffer...The Moon Invaders zijn op tournee  in Duits-land,  waar  ze  maar  liefst  vijftien  concerten hebben, als we zanger Matthew Hardison aan de lijn hebben voor een gesprek over hun tien-de verjaardag, hun vijfde album en het reilen en zeilen van een skagroep in Brussel.Matthew Hardison en zijn broer Thomas (zang en melodica) zijn in België geboren en al snel verhuisd naar New Orleans, de stad van hun vader.  Na  de  scheiding  van  hun  ouders  kwa-men ze met hun moeder weer in België wonen. Ze groeiden op  in de Ardennen. Niet meteen de  geijkte  weg  die  naar  ska  leidt...  “Toen  we tien jaar geleden begonnen, waren we pubers die, zoals veel pubers, vooral naar agressieve muziek luisterden, punk en zo,” vertelt Hardi-son. “Maar  ik heb altijd een voorliefde gehad voor  de  melodische  kant  in  muziek.  Al  luis-terend naar skapunk ben ik steeds meer aan-dacht gaan besteden aan melodie. Zo ben ik bij ska terechtgekomen.”Naast  een  punkverleden  kregen  de  broers ook al snel de smaak van de muziek uit New Orleans te pakken. “We gingen er elk jaar op bezoek bij onze vader. Daar  leerden we blues en jazz kennen, invloeden die we integreren in onze muziek. Want pure ska maken, dat zou ons al snel vervelen.”

OnafhankelijkheidSka en rocksteady zijn de genres waarop Bob Marley  zich  baseerde  om  reggae  te  creëren. “Hij heeft zelf even ska gespeeld, op zijn zes-tiende, uitgedost in kostuum en met kort haar. Dat was ten tijde van de Wailing Wailers, het 

vocale  trio  van  Marley,  Peter  Tosh  en  Bunny Wailer,  met  The  Skatalites  als  backing band. Ska  was  in  de  jaren  1961-’62  dé  muziek  van de Jamaicaanse onafhankelijkheid,” zegt Har-dison,  die  zijn  kennis  van  de  skageschiede-nis  even  etaleert.  “Jamaicanen  hebben  zich steeds laten inspireren door muziek uit de VS, en vice versa. Ska was doordrenkt van jazz en rhythm-and-blues,  terwijl  reggae  een  vette baslijn  heeft,  afkomstig  uit  de  Amerikaanse funk.”“De  boodschap  is  ook  erg  verschillend,”  ver-

telt Hardison verder. “Reggae is heel religieus met teksten over Jah, de rastafari en zo, terwijl ska  een  veel  eenvoudiger  boodschap  brengt, over  het  alledaagse  leven:  liefde,  relaties,  de moeilijke  financiële  situatie...”  Dat  zijn  ook de  thema’s  waarover  Hardison  zingt:  liefde, haat,  een  beetje  actualiteit.  “Op  ons  vorige album  gingen  vier  nummers  over  de  orkaan Katrina die over New Orleans geraasd had en een spoor van vernieling achtergelaten heeft. En op de nieuwe plaat gaat ‘Atchafalaya Basin’ over  de  Mississippi.  Door  de  zware  regenval dreigde  de  Mississippi  New  Orleans  te  over-spoelen. De overheden hebben een dam op de rivier  moeten  openzetten  om  de  stad  te  spa-

ren,  maar  daardoor  kwam  wel  de  hele  vallei onder water te staan. Zeventigduizend gezin-nen moesten geëvacueerd worden.”

Zingen jullie soms ook over Brussel?Matthew Hardison:  “(Denkt diep na)  We hebben  geen  teksten  die  rechtstreeks  over Brussel gaan, maar indirect heeft de stad een invloed op onze muziek. Wellicht is onze mu-ziek eerder  triest door het Belgische weer. Al vind ik Brussel wel de max als stad, begrijp me niet  verkeerd;  ik  woon  hier  supergraag.  Ha, we hebben wél een nummer dat gelinkt is aan Sint-Gillis.  Ik  liep  er  eens  gehaast  naar  mijn bestemming  toen  een  oude  dame  riep:  ‘Hey, ici à Saint-Gilles on ne court pas, on marche, sinon on va croire que tu as volé quelque chose.’ Dat leverde de inspiratie voor ‘Walk don’t run’: dat je in het leven je tijd moet nemen. En het album  dat  we  samen  met  The  Caroloregians voor de Amerikaanse markt opgenomen heb-ben, heet Hot blood and cold weather: de studio liep over van de menselijke warmte, maar het was zo ontzettend koud buiten!”

Kleding is bij ska erg belangrijk. Zijn jullie ook uitgedost in kostuum?Hardison: “Neen, wij zijn heel slechte mar-keteers...  (lacht)  Wij  zijn  relaxt,  we  besteden veel  te  weinig  aandacht  aan  ons  uiterlijk. Nochtans,  een  skaorkest  in  kostuum,  dat werkt echt. Of bretellen zoals Fred Perry des-tijds: een schot in de roos! In Duitsland, Spanje en Italië trekken ska-bands meestal die kaart. Die  merkkleren  in  de  ska,  dat  komt  doordat het  oorspronkelijk  een  straatbeweging  was van  armen  die  ervan  droomden  om  zoals  de bourgeoisie te zijn...”

Jullie hebben samengewerkt met Ja mai­caanse groten als Pat Kelly, Rico Rodri­guez en Doreen Shaffer. Wat is jullie link met het moederland van de ska?Hardison:  “Het  is  allemaal  begonnen  met Alton Ellis (Jamaicaanse ska-veteraan, BT). We kregen in 2007 van de Nuits Botanique carte blanche en het was onze grote droom om El-lis’ backing band te zijn. Ik luister al heel lang naar zijn muziek. Het klikte, en sindsdien kre-gen  we  andere  aanbiedingen  uit  Jamaica.  Er werd  daar  blijkbaar  over  The  Moon  Invaders gesproken... Nu zijn we al voor de vierde keer 

GRATIS LITERATUUR op ZoNDAG

BRUSSEL – Op zondag 13  november  kunnen literatuurlief hebbers terecht  in  de  Beurs-schouwburg  en  het Belg isch-Roemeens cultureel  huis  Arthis voor  de  vijfde  editie van  Interlitratour.  Dit gratis  interculturele en  literaire  minifesti-val  is  een  samenwer-king  van  een  schare verenigingen  en  cul-tuurhuizen,  gaande van  Het  Beschrijf  en het  Masereelfonds  tot de  Uganda  &  Friends Community  in  Bel-

gium  en  de  Vereniging  van  Alba-nese  Schrijvers  in  België.  Ze  heb-ben  een  programma  klaar  rond  het thema  ‘tijd’.  Onder  meer  Bernard Dewulf,  Annelies  Beck,  de  Koer-dische  dichter  Hoshang  Osê  en  de Oegandese  schrijver  Opio  Robson lezen  voor.  Tussendoor  zijn  er  op-tredens  van  Lies  Lefever,  Jan  Hau-tekiet  &  Patrick  Riguelle,  een  oud-speler en een Russisch trio. Meer op  www.interlitratour.be. HUB

MoDo pRIJS, MoDo SALES

BRUSSEL  –  Jean-Paul  Lespagnard krijgt de Modo Prijs 2011  voor  beste ontwerp,  goed  voor 7.500 euro.

Lespagnard presenteerde dit jaar zijn eerste  twee  collecties  in  het  buiten-land. Hij leerde de knepen van het vak bij  de  Brusselse  Annemie  Verbeke en de New Yorkse Anna Sui en kreeg meteen  veel  lof  in  de  Amerikaanse pers. “Van intrigerende prints en een algemeen  sportthema  (basketbal) maakt  hij  intelligente,  juiste  en  vol-ledig  originele  mode,”  schreef  Suzy Menkes in The New York Times (2 ok-tober).Na een geslaagd Modo Parcours, met ruim  8.500  bezoekers  vorig  week-end,  is het op vrijdag 18 en zaterdag  19 november de beurt aan de stock-verkoopdagen  van  Modo  Brussels. Bijna  dertig  exposanten-ontwerpers maken  hun  kasten  leeg.  Voor  het eerst vinden de koopjes plaats in het toekomstige  Centrum  voor  Mode en  Design  Brussels,  aan  de  Nieuwe Graanmarkt 10.  JMB

“Reggae is heel religieus, terwijl ska een veel eenvoudiger boodschap brengt, over het alledaagse leven: liefde, relaties, de moeilijke financiële situatie”

ADVERTENTIE

BRUSSEL – Reggaebands zijn er hier wel meer, maar skagroepen? Die zijn op één hand te tellen. The Moon Invaders zijn de leiders van een scene die er in feite geen is. Internationaliseren is de enige optie om te overleven, en dat doen ze met verve. Op 10 november vieren ze hun tiende verjaardag met de voorstelling van hun vijfde album, The fine line, in Magasin 4. “De grens tussen succes en mislukking is heel dun.”

Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs

te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor

personen met een handicap

Handicap & informatie

alle werkdagen van 9 tot 12u30 uitgezonderd donderdag van 14 tot 17u.

Bezoeken enkel op afspraak

[email protected]

02/463.58.58

Page 15: BDW - editie 1303

BDW 1303 PAGINA 15 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

OnderTussen In de FAVELAS

Annelies Vaneycken uit Vorst doceert grafische vormgeving aan sint-Lukas. “naast onze commerciële projecten mogen wij, vormgevers, ook sociale kritiek uiten.” uit maandenlang veldwerk in de sloppenwijken van rio de Janeiro en recife kwam het idee van muurkranten, om middenklasse en sloppenwijk bewoners dichter bij elkaar te brengen.

LEES MEER OP PAGINA 18-19

ZAZIe rOCKT!

Op het podium met Arto, Arthur en Ludek voor een stevige portie groove. en: onze eigenste Zazie-reporter Lina de smet zag robert Pattinson (sexy baardje!) en Ashley Greene (mooie jurk!) op de fandag van Twilight: Breaking dawn – Part 1.

SHOWBIZZZAZIE, PAGINA 24-25

op tournee met Doreen Shaffer en we hebben samen met haar een album opgenomen.”

Zijn jullie al in Jamaica geweest?Hardison:  “Nog  nooit.  Het  is  daar  ook  niet meer zoals vroeger. Ska zoals wij die spelen, bestaat er niet meer. Ska wordt er, terecht, be-schouwd  als  muziek  van  de  oudjes  (te verge-lijken met son in Cuba, BT). Er is ginder geen ska-revival geweest zoals in Europa en de VS. Wij  gaan  ook  veel  verder  dan  klassieke  ska, we vermengen  invloeden uit New Orleans en meer.”

Hoe komt het dat er zo weinig ska is in Brussel?Hardison:  “Ska  heeft  hier  nooit  echt  voet aan de grond gekregen. Een paar jaar geleden was er nog een webzine  en af  en  toe werden er soireekes georganiseerd, maar dat verdween allemaal. In Gent heb je Projecto Secreto, Chi-

lenen die ska met latinomuziek vermengen, in Antwerpen  The  Internationals  en  in  Charle-roi onze maten van The Caroloregians, dat is het  zowat.  Door  een  gebrek  aan  mogelijkhe-den in België treden die groepen vooral in het buitenland  op.  Daarenboven  maakt  ska  niet echt deel uit van de reggaescene. Beide genres staan los van elkaar, en dat is jammer, want in beide scenes lopen er uitstekende muzikanten rond.”

Jullie vierde album heet The fine line. De smalle grens tussen...?Hardison:  “Tussen  succes  en  mislukking. Dit  album  is  erop  of  erover  voor  The  Moon Invaders.  We  hebben  veel  ingezet  op  dit  al-bum,  we  wilden  echt  iets  naar  onze  zin,  en daar  wilden  we  de  nodige  tijd  voor  nemen, maar  we  werden  onder  druk  gezet  door  de realiteit, die ons al die tijd niet gunde. De ti-tel slaat ook op de smalle grens tussen liefde 

en  haat.  In  relaties  kan  het  tij  snel  keren.”

Uw teksten gaan inderdaad vaak over liefde en relaties.Hardison:  “Ja,  vooral  over  mijn  tegenspoed in de liefde.”

Verzacht muziek de pijn?Hardison: “Ja, je kunt in muziek dingen zeg-gen  die  je  niet  anders  kunt  zeggen.  In  mijn teksten  zitten  gecodeerde  boodschappen  die rechtstreeks  voor  bepaalde  mensen  bedoeld zijn.”

Nu keren jullie terug naar Magasin 4 met een nieuw album.Hardison: “Ja, het  is als een terugkeer naar de bron: dat is de plek waar onze carrière be-gonnen is. We stonden vaak in het oude Ma-gasin 4 (toen nog in de Pakhuisstraat ofte rue du Magasin nummer 4, dat plaats moest rui-

men voor een loftproject, BT). We hebben daar alle  echelons  doorlopen:  van  voorprogram-ma’s over avonden met bevriende groepen tot top of the bill. De cd-lancering zal  een avond onder vrienden worden, met Mr. T-Bone, The Caroloregians en Doreen Shaffer.”“Samenwerken met Doreen is een droom. Op tournee  is  ze  een  constante  bron  van  vreug-de,  altijd  goedgehumeurd,  ideaal  om  je  mee te  vermaken.  Tijdens  ons  verjaardagsconcert zullen we een paar van haar klassiekers bren-gen, samen met Jamaicaanse toppers en uiter-aard nummers van ons nieuwe album.”

Benjamin Tollet

The Moon Invaders stellen hun nieuwe album The fine line voor op 10 november om 19 uur in Magasin 4, Havenlaan 51B, 1000 Brussel. Kaartjes kosten 15 euro. Meer op www.magasin4.be

Zanger Matthew Hardison en drummer Nicolas Leonard zijn Moon Invaders van het eerste uur; ze worden omringd door Thomas Hardison, zang, David Loos, tenorsax, Manghi Murinni, trombone, Rolf Langsjoen, trompet, Sergio Raimundo, keyboards, Michael Bridoux, gitaar en Arnaud Pemmers, bas.

© W

WW

.INTE

RS

EC

TIo

N.B

E

© A

NN

EL

IES

VAN

EYC

KE

N

© S

AS

KIA

VA

ND

ER

STI

CH

EL

E

Page 16: BDW - editie 1303

BDW 1303 PAGINA 16 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

ADVERTENTIE

Evenement > Een Weik telt in ’t Brussels elf volle dagen

‘Feest van en voor elke Brusselaar’

BRUSSEL – Al een aantal jaar organiseert de vzw Ara! de Weik van ’t Brussels, een kleurrijk evenement waarop traditiegetrouw de Brusseleir van ’t Joêr verkozen wordt (dit jaar is dat tv-kok Albert Verdeyen). We hebben het erover met bezieler Geert Dehaes. Samen met een ploeg medewerkers tovert hij de Weik om tot een heus feest.

Streektaalcoördinator Geert Dehaes, een van de bezielers van de Weik van ’t Brussels.

© SASKIA VANDERSTICHELE

‘I n 2003 kreeg ik op het kabinet van Robert Delathouwer (toen VGC-voorzitter en collegelid

bevoegd voor Cultuur, red.)  de  op-dracht om me bezig te houden met de  Brusselse  streektaal,”  vertelt Geert  Dehaes.  “Daaruit  is  het  idee ontstaan om een Weik van ’t Brus-sels  te organiseren. Samen met de Vlaamse Gemeenschapscommissie is  dat  project  tot  stand  gekomen; dat  was  in  2004.  In  datzelfde  jaar heeft de VGC unaniem een resolu-tie over het Brusselse dialect goed-gekeurd.  Dat  resulteerde  dan  weer in de oprichting van de vzw Ara!”

Waar haalde u de mosterd? Bestaat er ook bijvoorbeeld een Antwaarpse week?Dehaes:  “Neen.  Er  is  wel  een  po-ging  geweest,  en  het  experiment 

heeft  één  keer  plaatsgevonden, maar  het  was  blijkbaar  niet  voor herhaling  vatbaar.  Terwijl  ze  daar toch ook veel interessante ‘Bekende Antwerpenaars’  hebben...  Maar zoals men dat in het Brussels zegt: ‘Het hei ni gepakt.’  Wij  met  Ara! hebben  toen  voorgesteld  om  onze ervaring ter beschikking te stellen, maar  het  is  dode  letter  gebleven.”

Oké, laten we het dan maar bij onze Weik van ’t Brussels houden. Hoe zit het met de mensen die er mee hun schouders onder zetten?Dehaes: “Dat is nooit echt een pro-bleem  geweest.  Natuurlijk  is  nooit iedereen  altijd  beschikbaar,  maar over  het  algemeen  valt  het  heel goed mee. Wat ik wel vind – en wat we  ook  proberen  te  doen  –,  is  dat 

we  meer  Echte  Brusselaars,  ook  de minder  bekende,  aan  bod  moeten laten  komen.  De  Weik  van  ’t  Brus-sels  wil  een  feest  van  en  voor  elke Brusselaar zijn.”

U bent ook voorzitter van de Academie van het Brussels. Ik neem aan dat ook dat instituut een steentje bijdraagt?Dehaes:  “Ja.  In  feite  organiseert de  Academie  ook  een  Dag  van  het Brussels. We hebben dus bijna alles – wie weet komt er binnenkort nog een  Joêr  van  ’t  Brussels...  Die  Dag van  ’t  Brussels  valt  nu  ín  de  Weik, en  bij  die  gelegenheid  organiseert de Academie een dictee. Dit jaar zijn er, speciaal voor de ketjes, ook acti-viteiten rond poppenkast en stripte-kenen. Op die manier betrekken we ook de jeugd erbij.” Freddi Smekens

Weik van ’t Brussels, 11 tot en met 21 november. Programma op www.ara-vzw.be

Solidariteitsactie

Momenteel ben je misschien druk bezig je kleerkast op te ruimen en is het wat vroeg om aan de winter te denken. Jammer genoeg, zijn in de winterperiode een heleboel mensen afhankelijk van de hulp van anderen. Ook dit jaar willen we meehelpen aan projecten voor dak- en thuislozen. We starten er nu al mee.

Wat zoeken we?

Kleding / Shampoo / Babyspulletjes / DouchegelLakens / Schriften & pennen

Waar kan je terecht met dit materiaal?

huisvandeMens Brussel Stalingradlaan 18-20, 1000 Brussel

huisvandeMens Jette Jetse laan 362, 1090 Jette

Stalingradlaan 18-20, 1000 Brussel[Premetrostation Anneessens]Tel. 02 242 36 02 E-mail: [email protected]

Jetse laan 362, 1090 Jette[Bus 13 en 14 halte Legrelle]Tel. 02 513 16 33 E-mail: [email protected]

bezoek ons voor meer info op www.deMens.nu

voor mensendoor mensen

Page 17: BDW - editie 1303

BDW 1303 PAGINA 17 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

ADVERTENTIE

Tocht door de Sinaï

Tom Kenis: on-Vlaamse preoccupaties en ambities.

Gelezen: Sinai van Tom Kenis, uitg. Make Shift Publishing, 298 p., www.sinaibook.com, www.twitter.com/sinaibook. Auteur Tom Kenis is te gast op het festival Gegoten Lood in De Markten (programma op www.gegotenlood.eu).

Goed  idee:  een  roman  schrijven  die zich  afspeelt  in  het  Egypte  van  na Moebarak. Visionair  idee: een post-Moebarak-roman  schrijven  op  het moment  dat  die  Egyptische  presi-dent nog stevig in het zadel zit.De  Brusselaar  Tom  Kenis  (1977)  is arabist  en  woonde  en  werkte  zo’n 

vijf jaar als publicist en ngo-medewerker in de Egyptische hoofdstad Caïro en de Palestijnse gebieden. Hoewel hij Limburger van geboorte is,  schreef  hij  zijn  debuutroman  Sinai  in  het Engels, en zag hij in 2008 al het plan om het boek in Amerika uit te geven, doorkruist door de  kredietcrisis.  Toen  Moebarak  dan  uitein-delijk  écht  viel,  moest  het  snel  gaan.  Kenis gaf  Sinai  uit  in  eigen  beheer.  De  roman  van driehonderd  bladzijden  is  verkrijgbaar  in  zo goed als alle online boekhandels, en hij ligt in Brussel  ook  bij  Passa  Porta,  Sterling  en  Wa-terstone’s.Kenis  begint  zijn  boek  ongegeneerd  met  een motto van de voormalige Amerikaanse minis-ter van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger: “You can’t make war in the Middle East without Egypt.” En oorlog woedt er inderdaad in deze halfironische thriller. Linus is een jonge wes-terling die wat piramides hoopt te zien, maar ver daarvandaan in het snorkelparadijs Dahab op het Sinaï-schiereiland belandt. Dat gebied wordt  plots  het  epicentrum  van  terreuraan-slagen  en  internationale  oorlogsdreiging.  In het  scenario  van  de  auteur  werd  het  regime van  Moebarak  namelijk  eerst  afgelost  door een democratisch verkozen coalitie van Mos-limbroeders  en  linkse  seculieren.  Maar  nu wordt  die  coalitie  ondermijnd  door  een  mili-taire  staatsgreep  en  een  soort  terroristische opstand  in Sinaï, die het  leven  kost  aan ver-schillende  Amerikaanse  en  Israëlische  bur-gers.  Daardoor  heeft  Israël  weer  zijn  zinnen gezet op het woestijngebied dat het tijdens de Zesdaagse  Oorlog  van  1967  al  had  veroverd, maar bij de Camp David-akkoorden van 1977 aan Egypte had teruggegeven.In  dat  kegelspel  van  Egyptische  en  Israëli-sche machthebbers ontloopt Linus samen met twee  Amerikaanse  toeristen  en  zijn  Egypti-sche  vriend  Abdel  de  bomaanslagen,  recht naar de spin in het web van religieuze waan-zin dat met het politieke conflict verweven is. De Sinaï is namelijk een gebied waar zowel jo-den en christenen als moslims historisch voet 

aan  de  grond  hebben.  Hiermee  hebben  we nog lang niet de hele plot samengevat, maar in Kenis’ roman wordt de informatie slechts mondjesmaat  prijsgegeven.  En  misschien schuilt in de dosering en distributie van die informatie  wel  het  voornaamste  pijnpunt van de roman.Er bestaat niet de minste twijfel over dat Ke-nis kan schrijven. Zijn Engels  is misschien wel  rijker  dan  dat  van  de  doorsnee  Ameri-kaanse auteur. Zijn humor – van de pirami-dengrapjes tot de ironische conversaties van toeristen in hachelijke omstandigheden – is erg genietbaar. Een naderend vliegtuig ver-gelijken met ‘a giant suitcase trolley approa-ching on a particularly rough sidewalk’ is top. Hoofdpersonage  Linus  is  knap  getekend. Als  dikke  westerling  met  Led  Zeppelin  op zijn oude walkman zou hij moreel medever-antwoordelijk  gesteld  kunnen  worden  voor de  Arabische  miserie  waarin  hij  terechtge-komen is. Maar hij gedraagt zich dapper en goedhartig, en dan is het een mooie literaire ingreep  van  Kenis  om  er  Linus’  voorliefde voor Winnie the Pooh als terugkerend mo-tief bij te halen: “What would Pooh do? Dip into the honey jar first of course, but he’d take the offer of adventure.” Ook de verwijzingen naar en de parallellen met de film Titanic of het Bijbelse boek Exodus zijn tot in subtiele details uitgewerkt.Toch vroegen wij ons tijdens het lezen al af wat  er  precies  schort  aan Sinai. Vraagt het boek niet wat te veel van de lezer? En staat de beloning  daarmee  wel  in  verhouding?  Vrij-wel tot het einde blijft de plot zich vertakken in intriges binnen de intriges. Verschillende personages krijgen van de schrijver niet de zorg  toebedeeld  die  ze  behoeven.  Hebben we het goed dat ook de kleinzoon van de le-gendarische president Nasser in het spel is? Onze schuld dat de ware  toedracht van die kwestie ons ontsnapt  is... Maar  in een ver-haal  met  meer  dan  honderd  hoofdstukken verlies je al eens het overzicht, en daarmee helaas ook een stuk sympathie voor de zaak van de protagonisten.Bewonderenswaardig hoe Kenis alle religies op een hoopje gooit, een hoopje dat Mozes’ Sinaïberg blijkt te zijn. Mooi hoe hij op het einde  de  Arabische  jongetjes  eindelijk  de vrijheid  laat. Maar de balans tussen de  fri-voliteit en de ernst in de afwikkeling van de plot is niet in evenwicht.Als ik een Vlaamse uitgever was, dan zou ik dus  eens  aan  Kenis’  mouw  trekken,  om  te kijken wat er voorbij de Sinaï nog in het ver-schiet zou kunnen liggen voor deze schrijver met  bepaald  on-Vlaamse  preoccupaties  en ambities. Michaël Bellon

Pra

at

ach

teraf

ADVERTENTIE

GEEFT JE RUIMTE

19 NOVEMBER ‘11 VAN 13 TOT 18U.

OPENDEURDAGSINT-NIKLAASINSTITUUT

ALLE INFORMATIE OVER INSCHRIJVINGEN OP WWW.SNI.BE

BERGENSESTEENWEG 1421, 1070 ANDERLECHT

UITZONDERLIJKE OPENING OP 13 NOVEMBER

MIJN ZONDAG IS GOUD WAARD

www.thewshopping.be

Page 18: BDW - editie 1303

Annelies Vaneycken sprak tijdens haar maandenlange veldwerk in Rio de Janeiro met favela-bewoners. Ze verwerkte hun verhalen in kranten-artikels die levensgroot op muren in de stad opgehangen werden.“Het zijn publieke muurkranten om mensen uit de middenklasse te confronteren met het beeld dat ze hebben van de favelas. De foto dient om de aandacht te trekken, om inte-resse te wekken voor de tekst,” legt Vaneycken uit in Wiels, waar het project Repórter sem beiras (‘repor-ter zonder grenzen’) vanaf 11 no-vember tentoongesteld wordt.Met het project wil Vaneycken de discussie aanwakkeren. “De muur-kranten moeten een soort meeting point worden, net zoals in de mid-deleeuwen, toen de meeste mensen niet konden lezen. Iemand las voor en nadien werd erover gepraat en geroddeld. Ik wil dat mensen gaan praten over de favelas, in plaats van hun ogen ervoor te sluiten. Door een andere blik te werpen op de inwo-ners van de sloppenwijken wil ik de favela dichter bij de middenklasse brengen.”Vaneycken verwijst naar het mani-fest First things fi rst van Ken Gar-land uit 1964, waarin de Brit stelt dat grafi sch vormgevers zich ook met de basisbehoeften van de mens moeten bezighouden: educatie, wel-zijn, algemeen nut... “Als grafi sch ontwerper moeten we niet alleen in opdracht van klanten werken, maar ook werken aan onze autonomie en emancipatie: we mogen ook auteurs zijn. Daarom vraag ik altijd aan mijn studenten wat hun boodschap is,

wat zij willen communiceren,” zegt Vaneycken, die haar eigen ontwerp-bureau Trans-ID heeft en daarnaast grafi sche vormgeving doceert aan Sint-Lukas Brussel. “Naast de com-merciële projecten voor merken hebben grafi sch ontwerpers ook de tools in handen om sociale kritiek te uiten.”Vanaf 11 november worden de kran-tenartikels bij Wiels tentoonge-steld. In afwachting publiceert BDW al een paginagroot voorsmaakje (rechterpagina) . Op de tentoonstel-ling Black wires (‘zwarte kabels’) in

Wiels kunt u naar verslaggeving en verhalen over sloppenwijkbewoners luisteren via koptelefoons die met zwarte kabels vasthangen aan een grote verlichtingspaal, een knipoog naar de elektriciteit die in de favelas afgetapt wordt van de publieke ver-lichting. In een krantenkiosk krijgt iedereen een gratis exemplaar van het Jornal de artigos não lidos (‘krant van de niet-gelezen artikels’), en er is een documentaire met reacties van mensen in Rio op straat. Benjamin Tollet

BDW 1303 PAGINA 18 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

Tentoonstelling > Reporter in de favelas

Verzameld rond de muurkrant

“Mijn muurkranten moeten een ontmoetingsplek worden, zoals in de middeleeuwen: iemand las voor, er werd over gepraat en geroddeld.”

© A

NN

EL

IES VA

NE

YCK

EN

VORST – Wat heeft een Brusselse grafisch ontwerpster te zoeken in de Braziliaanse sloppenwijken? Veel, als je het ‘visueel journalist’ Annelies Vaneycken vraagt. De jonge vrouw woonde maandenlang in de favelas van Rio de Janeiro en Recife en wil het negatieve imago van de inwoners van de sloppenwijken bijstellen.

Er zijn van die pakjes die in onze herinnering blij-ven hangen, ook al gebruiken we ze nooit meer. De cichorei. Er is nog altijd zoveel vraag naar dat de supermarkten ze op voorraad hebben.

Ik was eigenlijk op zoek naar mijn lievelingskoffi e. Die komt in blauwe pakken, maar is toch geen déca . In grote supermarkten laat ik dan ook vol verwach-ting mijn ogen langs de gigantische keuze koffi e glijden, naar alle blauwe pakken, maar de mijne is er niet meer bij. Ik zal de koffi emonopolist van de Potaarde in Grimbergen eens ter verantwoording moeten roepen. Weer een koffi evariëteit aan het verdwijnen!In dat smachtende zoeken valt mijn blik in een uit-hoek op iets anders. Cilindrische pakken zoals ze maar voor één product werden gemaakt: cichorei. Mijn eerste reactie is: “Bestaat dat nog?” Wan-neer men ergens niet naar zoekt, ziet men het ook niet staan. Maar niet alleen is er nog cichorei in de ouderwetse pakken, ze komt ook nog altijd in ver-schillende kwaliteiten. De oranje en blauwe Pacha (grof en fi jn gemalen) en dan dit merk hier, dat ik vroeger nooit had opgemerkt, maar waarvan de op-druk wat feestelijker oogt dan de oubollige Pacha-producten. Goed voor de foto, dus.Wat is de wereld toch snel veranderd. Ik ben opge-groeid in een stad, op een moment dat kolen af en toe nog werden verdeeld met kar en paard, waar we leerden schrijven met stalen pen en inktpot, waar zowat alle voedsel aan huis werd geleverd (er wa-ren nog geen supermarkten) en waar koffi e werd gemaakt met cichorei ofte bitterpee .Ik hoor het de vorige generatie mij nog uitleggen: “Drie scheppen koffi e, en daarboven één schep ci-chorei.” Zo hoorde het. Maar waar kwam dat van-daan?Dat van die drie scheppen is trouwens vermeldens-waard. Het waren altijd ‘drie scheppen’ koffi e. Als er veel volk was, dan waren dat drie grote scheppen. Als er weinig volk kwam, moesten we het doen met drie kleine scheppen. Maar het waren er altijd drie. Waarom, ik zou het niet weten. Maten en gewich-ten zijn niet zo vast als ze lijken.Koffi e was oorspronkelijk duur, de bonen kwamen

van ver. Wat later leerde ook het volk koffi e drinken, toen onze overheden hadden geïnvesteerd in kolo-niën – en die moesten opbrengen. Koffi e voor Max Havelaar, thee voor de Engelsen. Het volk moest en zou aan de tropische producten, dat was goed voor de economie. Maar in dat langzame proces waren er ook oorlogen en periodes van schaarste. Onder Napoleon verving men rietsuiker, waaraan de rij-ken van Europa ondertussen verslaafd waren, door bietsuiker. Ons land, en vooral de stad Tienen zijn er wel bij gevaren. Maar ook dat andere verslavende product, koffi e, was door de blokkade van de Engel-sen niet meer te krijgen. En wie zijn bakje troost niet

krijgt, wordt boos. En een boos volk is heel slecht voor tirannen en gouvernementen. Dus ging de

Franse overheid op zoek naar een alternatief.Het werd een hele industrie. Ik weet het niet

zeker, maar ik heb wel de indruk dat onze witloofcultuur oorspronkelijk gebaseerd

was op de kweek van suikerij ofte bit-terpee, de grondstof voor de ersatzkof-

fi e.De plant Cichorium intybus is een prachtig blauw bloeiend lid van de

Asteraceae , familie van de pisse-bloem, dus. Dodoens schreef er al over,

en lang geleden waren Franse tuinbouwolo-gen er al mee bezig. Toen de Britse drooglegging

van Europa begon in de periode van Napoleon, werd er actief pseudokoffi e van cichorei gebrand. Maakt u zich geen enkele nationalistische illusie, alle ci-chorei die hier voor ‘onze’ koffi e wordt gebrouwen, komt uit Frankrijk. Welk merk je ook in de winkels vindt, er staat altijd ergens op ‘importé de France’ . Zo is het altijd geweest, en zo schreef Stijn Streuvels erover in Het leven en de dood in de ast . Voor het re-cept hoe gebrande cichorei wordt gemaakt, verwijs ik graag naar deze Vlaamse auteur. Grappig was het niet, literair interessant zonder twijfel wel.Neen, beste lezer, doe geen schepje in uw koffi e. Ik heb het onlangs nog geprobeerd, en onze moderne koffi e (vooral die die ik maar niet terug kan vinden), en ons moderne gehemelte verdragen geen cichorei meer. Schep, zoals ik als kind, de grove korreltjes droog in een kopje, en doe er een strooitje suiker over. Kauw dit langzaam. Er ontstaat een bittere

smaak die zo eigenzinnig is, dat we er toch een plaats voor zouden moeten vinden? Met dat beetje suiker wordt cichorei zelfs lekker!Het centrum van de bitterpee ligt in het Noord-Franse Orchies (Département du Nord), waar er zelfs een museum van de cichorei blijkt te bestaan. Grote multinationals hebben geprobeerd het goedje modern te maken als alternatief voor koffi e. Er be-staat oploscichorei in alle vormen, vooral met veel voorgemengde suiker. Waarom koffi e een alterna-tief zou moeten hebben, is mij een raadsel. Maar het verkoopt wel.Ik stel voor dat u ook nog eens experimenteert met dit ouderwetse product. In kleine hoeveelheden zal het zonder enige twijfel stoofgerechten pit geven. Vermengd met groenten lijkt het erop alsof ze aan-gebrand zijn, zelfs al zette u ze nooit droog op een vuurtje.Ergens, heel diep in onze kookkunst, moet er toch nog een rol zijn weggelegd voor dit oernationale nepproduct? Probeer eens?! En: smakelijk.

[email protected]

De hele reeks nalezen?www.brusselnieuws.be/trachet

Cichorei

BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT

Nick Trachet

Ergens, heel diep in onze kookkunst, moet er toch nog een rol zijn weggelegd voor dit oernationale nepproduct?

“Ik wil dat de middenklasse gaat praten over de favelas, in plaats van de ogen te sluiten”

van ver. Wat later leerde ook het volk koffi e drinken, toen onze overheden hadden geïnvesteerd in kolo-niën – en die moesten opbrengen. Koffi e voor Max Havelaar, thee voor de Engelsen. Het volk moest en zou aan de tropische producten, dat was goed voor de economie. Maar in dat langzame proces waren er ook oorlogen en periodes van schaarste. Onder Napoleon verving men rietsuiker, waaraan de rij-ken van Europa ondertussen verslaafd waren, door bietsuiker. Ons land, en vooral de stad Tienen zijn er wel bij gevaren. Maar ook dat andere verslavende product, koffi e, was door de blokkade van de Engel-sen niet meer te krijgen. En wie zijn bakje troost niet

krijgt, wordt boos. En een boos volk is heel slecht voor tirannen en gouvernementen. Dus ging de

Franse overheid op zoek naar een alternatief.Het werd een hele industrie. Ik weet het niet

zeker, maar ik heb wel de indruk dat onze witloofcultuur oorspronkelijk gebaseerd

was op de kweek van suikerij ofte bit-terpee, de grondstof voor de ersatzkof-

fi e.

Asteraceae bloem, dus. Dodoens schreef er al over,

en lang geleden waren Franse tuinbouwolo-gen er al mee bezig. Toen de Britse drooglegging

Nick Trachet

© N

ICK

TRAC

HET

Repórter sem beiras – Black wires van 11 november tot en met 4 december in de Project Room van Wiels in Vorst, in het kader van europalia.brasil en met de steun van de Vlaamse overheid. Ingang langs de Luttrebruglaan. Gratis. Meer op www.reporter-sem-beiras.info en www.wiels.be

Page 19: BDW - editie 1303

Jornal de Artigos Não Lidos — donderdag 10 november 2011 (BDW 1303)

Je ziet ze zelden of nooit op de morro. De weinige exem-plaren die hier wel voorkomen, duiken op de meest onver-wachte plekken op. Wonderbaarlijke, verstilde, aangevreten karkassen – overblijfselen uit de tijd toen er nog wegen be-stonden waarlangs ze konden migreren – dinosaurussen in een onwaarschijnlijk openluchtmuseum. Het is dan ook niet zo vreemd dat je je afvraagt hoe ze hier beland zijn, aan wie ze ooit toebehoorden en hoe het nu met ze verder moet.Op de heuvel van Fogueteiro kan je een prachtig voorbeeld van zo’n relikwie vinden. Waarom werd hij hier achtergela-ten? Was het door zijn ouderdom? Stopte zijn hart met pom-pen... de ultieme doodsteek voor zijn verroeste en doorrotte lichaam? Sommigen beweren dat het een ongeluk was dat hem fataal werd, dat hij opzij gegrepen werd, en dodelijk toegetakeld. Daarvan getuigen zijn vale, gebarsten huid en de vele blauwe plekken over zijn hele romp. Het zijn slechts geruchten die de ronde doen in de buurt, er is niemand die het ware verhaal kent.Ook een ander bijzonder exemplaar trekt de aandacht. Hij staat te pronken op het voetpad van Cidade Nova. Het blijkt een VW Fusca te zijn. Zijn grote populariteit heeft vermoede-lijk iets te maken met zijn keverachtige vorm en de vriende-lijke fonkeling in zijn grote, ronde ogen. Er wordt gezegd dat hij zijn exotische uiterlijk te danken heeft aan zijn Europese afkomst. Zijn vroege voorvaderen zouden vanuit Duitsland naar Brazilië geëmigreerd zijn in de jaren vijftig. Het is dui-delijk merkbaar dat hij zijn beste tijd gehad heeft. Het lak-werk dat zijn geraamte ooit volledig bedekte, heeft zwaar ge-leden onder de jarenlange blootstelling aan te veel zonlicht. De rechterzijde van zijn schokdemper hangt scheef tot aan

‘Dinosaurussen’, uit Jornal de Artigos Não Lidos Archief: ‘Dinosaurs’, Jor-nal de Artigos Não Lidos, 25 november 2010. Dit verslag is het resultaat van een aantal verblijven in de favelas Fogueteiro, Rocinha, Jardim Gram-acho en Cidade Nova, Rio de Janeiro, juli-augustus 2010. Geschreven door Repórter sem Beiras.

Woordenlijst Asfalto — is het Portugese woord voor ‘van het asfalt’ en ver-wijst naar geasfalteerde straten. Het is slang voor het verwoorden van de plaats waar de middenklasse van de Braziliaanse steden woont. Cidade Nova — is een wijk aan de rand van Rio de Janeiro. Het was vroeger een moeras dat werd drooggelegd. Het gebied werd in de jaren ‘70 bezet door ex-bewoners van sloppenwijken die uit het centrum van Rio de Janeiro wa-ren verbannen. Favela — is een ander woord voor een sloppenwijk in de Braziliaanse steden. Fogueteiro — is de naam van een kleine sloppenwijk in het zuiden van Rio de Janeiro, niet ver van de populaire toeristische wijk Santa Teresa. Jardim Gramacho is een van ‘s werelds grootste stort-plaatsen en ligt aan de rand van Rio de Janeiro-stad. Naast deze afvalberg hebben mensen illegale woonbarakken opgericht. Deze mensen wonen niet alleen in het afval, ze leven er ook van. Families recycleren het afval, afkomstig uit de stad Rio, in hun achtertuin. Morro is het Portugese woord voor ‘heuvel’. De Braziliaanse sloppenwijken zijn meestal gelegen op de heuvels van de stad. Bij uitbreiding wordt het woord morro of ‘heuvel’ ge-bruikt als mooier woord voor ‘sloppenwijk’. Rocinha — (letterlijk ‘kleine ranch’ in het Portugees) is de naam voor de grootste favela in Rio de Janei-ro. Ze ligt in het zuiden van de stad, tussen de wijken van São Conrado en Gavea. Ze is gebouwd op een steile heuvel met uitzicht op de stad, op slechts een kilometer van het strand. Rocinha ontwikkelde zich van een sloppenwijk tot een verstedelijkte omgeving. Hoewel Rocinha nu technisch geclassificeerd wordt als een wijk, wordt er nog vaak naar verwezen als sloppenwijk. Verschillende organisaties bieden er nu toeristische rondlei-dingen aan. VW Fusca — is de naam voor de Braziliaanse versie van de Volkswagen Kever, ook wel bekend als de Volkswagen Type 1. De Brazili-aanse productie van de Kever startte in 1953, met delen geïmporteerd uit Duitsland. Vanaf 1959 werden de auto’s volledig in Brazilië gemaakt. De productie eindigde in 1996. De Braziliaanse versie behield de 1958-1964 carrosserievorm (Europese en Amerikaanse versie) met de dikke deurstij-len en kleine zijraampjes.

de grond, de motorkap is ingevallen, en een van de banden staat plat. Alle pogingen die men heeft ondernomen om dit skelet in beweging te krijgen, zijn vruchteloos gebleken. Wat zonder twijfel te wijten is aan zijn Duitse koppigheid.De Dinosaurus is een ras dat tot de asfalto behoort. Niemand op de morro kan zich er zo een veroorloven. In de grote stad leven er nochtans miljoenen soortgenoten, afstammelingen die onophoudelijk alle doorgangswegen blokkeren en giftige dampen in de ooit maagdelijke Atlantische lucht blazen. Hun ongeduldige eigenaars laveren agressief door het verkeer, tragere verwanten worden meedogenloos ingehaald. Onge-lukken zijn hier dagelijkse kost en de ernstigste halen het avondnieuws. Snelheid wordt als een erezaak beschouwd, als eerste de eindstreep halen is cruciaal. Alles draait om tijd, om haast en spoed. Op de morro daarentegen bestaan geen seconden, minuten of uren. Tijd is geen maatstaf voor geluk in de favelas. Mis-schien is dit wel de echte reden waarom de dinosaurussen hierheen trekken: om te ontwennen van hun jachtige bestaan en hun laatste dagen in rust door te brengen op de heuvels, vreedzaam uitkijkend op het broeierige, koortsachtige geroe-zemoes van de uitgestrekte stad beneden. (Repórter sem Beiras)

dinosaurus

Page 20: BDW - editie 1303

BDW 1303 PAGINA 20 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

Voor Pascale Champagne heeft ‘elitair’ geen vieze bijklank. “Hoe vaak hebben ze niet gezegd: ‘Elle est folle!’ als ik met de zoveelste moeilijke auteur kwam. Maar juist omdat die teksten iets fundamenteels te vertellen hebben, raken ze.”

A l  in  haar  tienerjaren,  op de buiten  in  het  Waalse  Ham-sur-Heures/Nalin-nes,  wist  Pascale  Champagne  het:  ze 

moest haar weg zoeken in de psychologie.“Ik  beleefde  mijn  puberjaren  zoals  een  ado-lescent dat behoort te doen: met een gezonde dosis  rebellie.  Vooral  in  mijn  gedachten;  ik ben  al  snel  Nietzsche  gaan  lezen,  Sartre  en andere grote auteurs, poëzie. Mensen die ver durven te gaan in hun denken, boeiden mij en ze boeien me nog altijd enorm. Dat ik psycho-logie zou studeren, stond toen al als een paal boven water.”“Na mijn diploma heb ik er nog een jaartje fi-losofie  aan  vastgekleefd.  Met  die  studie  filo-sofie ben ik gestopt, omdat het te druk werd. Maar het is zeker een richting waarin ik vroeg of laat verder ga. Ik ben het trouwens volledig eens met professor Jacques Sojcher, die ervoor ijvert filosofie op te nemen in het programma van het middelbaar onderwijs. Meer nog, het is  een  fundamenteel  strijdpunt.  Adolescen-ten zijn filosofen.  In de manier waarop ze de wereld zien, schuilt een grote intelligentie; de moed waarmee ze vraagtekens zetten bij wat volwassenen  hen  voorhouden,  is  bewonde-renswaardig. Ons onderwijs zou dan ook veel meer gericht moeten zijn op de ontwikkeling van de kritische geest van de jongeren, ze so-

ciale intelligentie bijbrengen. Ze zouden beter leren nadenken in plaats van hen vol te prop-pen  met  academische  kennis  en  hen  dag  in, dag uit op te sluiten in een klaslokaal.”“Daarom  ben  ik  gelukkig  dat  mijn  dochter-tje Lila, die nu tien is, naar het freinetonder-wijs  kan.  Dat  systeem  is  veel  minder  gericht op presteren en op in het rijtje  lopen dan het algemeen  onderwijs.  De  filosofie  van  Freinet draagt  openheid  naar  de  andere  hoog  in  het vaandel,  reflectie  over  de  maatschappij,  aan-dacht  voor  het  kind.  Dit  schooljaar  hebben ze al gewerkt rond art nouveau en hebben ze sans-papiers bezocht. Heel het vorige jaar heb-ben  Lila  en  haar  klasgenootjes  zelfs  doorge-bracht in een natuurreservaat, waar ze bomen hebben geplant en de natuur geobserveerd.”

Théâtre-PoèmePascale Champagne ziet het breed. Dat ze zich na haar studie psychologie verdiepte in Freuds theorieën en die van illustere volgelingen, zo-als Françoise Dolto en Jacques Lacan, typeert die  brede  visie.  “Op  zich  is  een  studie  psy-chologie nogal saai. Psychologie is bovendien beperkend in haar therapeutische toepassing, terwijl  de  psyche  onvoorstelbaar  complex  en rijk  is.  Het  geniale  van  Freud  schuilt  daarin dat er geen beperkingen zijn. Het onbewuste 

houdt  zoveel  onbepaaldheden  in,  onbepaald-heden  die  steeds  weer  opnieuw  verkend kunnen  worden.  Daarom  val  je  als  psycho-analyticus  ook  niet  louter  terug  op  je  eigen beeldvorming van een patiënt, maar toets je ze aan die van een collega. Met die collega loop je het parcours van de gesprekken door, waarbij je zelf ook alles nog een keer aftast. Het is een werk dat nooit af is.”Onvermijdelijk  gingen  Champagnes  passie voor al wat creatief is en haar werk als psycho-analyticus  elkaar  bestuiven.  “Zowat  vijftien jaar geleden is het begonnen. In Sint-Gillis, het Théâtre-Poème, voor mij een van dé cultuur-tempels van Brussel. Ik heb er toen directrice Monique  Dorsel  mogen  ontmoeten,  na  een lezing door Bernard Noël – twee absolute mo-numenten.  Dorsel  bleek  oren  te  hebben  naar mijn voorstel om lezingen te organiseren door bekende  psychoanalytici,  te  beginnen  met Daniel Sibony, en zo is de zaak aan het rollen gegaan. Ik ben toen halftime voor het Théâtre-Poème  gaan  werken.  Mijn  taak  bestond  erin rondetafels met intellectuelen te organiseren. Daar kijk ik met veel voldoening op terug: het Théâtre-Poème was  lang een weerstandsplek in  de  mooie  zin  van  het  woord.  Een  plek  die wou nadenken over wat we zijn. Elitair  in de ogen  van  velen,  maar  je  hoeft  geen  intellec-

tueel te zijn om de uitdaging aan te gaan om de dingen in een nieuw daglicht te zien.”

Therapie door creativiteitEen kans om de dingen in een nieuw daglicht te  zien,  biedt  Champagne  ook  al  jaren  aan mensen  die  het  psychisch  moeilijk  hebben, van klein tot groot. “Ik ben heel gevoelig voor de klank van taal, van een woord. Het theater is een uitgelezen medium om die gevoeligheid 

“Het geniale van Sigmund Freud (foto) schuilt erin dat er geen beperkingen zijn.”

© MARC GYSENS

ELSENE – “Het is tegenwoordig bon ton om Sigmund Freud in het verdomhoekje te zetten. Het vakjesdenken van de klinische psychologie, met een pilletje voor elke stoornis, zet de toon. Om het met een Parijse collega en vriend te zeggen: ‘Mensen die zich laten analyseren, zijn de laatste tragische helden.’ Terwijl ik ervan overtuigd blijf dat dieptepsychologie een bron van bevrijding is.” Pascale Champagne is psychoanalytica en werkt in het theater met kinderen en volwassenen.

© C

AM

BO

DIA

4KID

SO

RG

Page 21: BDW - editie 1303

BDW 1303 PAGINA 21 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

FREDDI SMEKENS

Soit

N u we met de sympathieke Weik van ’t  Brussels  geconfronteerd  worden, wou  ik  het  even  hebben  over  ons 

Brusselse  woordje  soit.  Natuurlijk  hebben we hier  te maken  met het Franse woordje dat ook in “Ainsi soit-il” gebruikt wordt. Mo zeede nen Brusseleir al amen  gebrooike as hij of zaa soit wil zegge? Ik in elk geval niet.Ons woordje soit wordt af en toe voorafge-gaan  door  het  al  even  bondige  bon.  Maar ook  hier  is  een  vertaling  als  “Het  zij  zo” niet al te gepast. Uiteraard bestaan er alter-natieven  voor  soit.  Een  daarvan  is:  “Oké!” Of  wat  gedacht  van  “Allei, ’t es al good!”? Er zullen er nog wel een hoop andere zijn, maar soit.Men zou ook kunnen stellen dat men met soit kan  aangeven  dat  men  met  iets  of  met iemand instemt. Berusting, dus – maar van loutering of van totale overgave is hier hoegenaamd geen sprake.Wanneer  we  de  geschiedenis  even  bekij-ken,  komen  we  tot  enkele  eigenaardige vaststellingen. Eén verhaaltje dat ik in ver-band met soit zou willen vertellen, gaat als volgt,  en  u  zult  het  mij  toestaan,  waarde lezer,  dat  ik  het  even  in  het  Brussels  her-taal. De ontdekkingsreiziger Henry Morton Stanley  gaat  in  de  Afrikaanse  brousse  op zoek naar ene doctor Livingstone. Iedereen kent de befaamde uitspraak van Stanley als hij Livingstone eindelijk vindt: “Doktaur Li-vingstone, neim ik oen?” Tot hier  toe niets aan de hand – ware het niet dat de geschie-denis ietwat vergeten is wat Livingstone op die toch wel ludieke vraag antwoordde. Uit welingelichte bron heb ik dat antwoord ge-kregen, en ik kan het hier als primeur aan de lezer meegeven. “Ja. Just. Ik ben doktaur Livingstone. Mo leustert na neki goo no maa. As ’t vè ’n groetis konsultoese es, zaai wel on ’t slecht adres!” En wat kon Stanley daarop anders  antwoorden  dan  “Bon. Soit. Dèn stap ik het mo wei af”? Daaruit  leert men, waarde lezer, dat zelfs  in de meest afgele-gen  contreien  het  woordje  soit  heel  goed van pas kan komen. Soit als paswoord, dus. Als  ultieme  uitspraak  om  iedereen,  waar dan  ook,  duidelijk  te  maken  dat  de  con-versatie ten einde is. Of dat men het, zoals 

gezegd, eens is met wat er tijdens het afge-lopen gesprek gezegd of beweerd is.Wanneer men soit een nog kleurrijker tintje wil  geven,  dan  kan  men  ons  woordje  ver-vangen  door “Zeede da! Ge zegt just wa ’k zeulf wou zegge.” Maar het heeft natuurlijk weinig of geen zin om iemand meer gelijk te geven dan strikt noodzakelijk is.Iets korter dan “Soit” klinkt “Ja” of, voor de anglofielen  onder  ons,  “Yes!”  U  merkt  het samen met mij, waarde lezer, dat men met soit alle kanten uit kan. En gelukkig is dat ook het geval met alle andere items die in deze Brusselse Kroniek al aan bod zijn ge-komen. De  enige  raad  die  ik  wil  meegeven,  is  om soit  niet  overmatig  te  gebruiken.  Want wanneer men dat wel doet,  loopt men het risico  beschouwd  te  worden  als  iemand die  niet  meer  geïnteresseerd  is  in  de  con-versatie.  U  mag  soit  dus  nooit  gebruiken als stoplap. Wat eventueel wel kan, is af en toe “Azuu es da!” als surrogaat gebruiken. Maar wie ben ik om iemand over soit de les te  lezen  en  voor  te  schrijven  wat  hij  of  zij ermee moet aanvangen?Het  mag  dan  misschien  een  beetje  eigen-aardig  overkomen,  waarde  lezer,  maar  ik heb de indruk dat hoe korter een Brussels woordje  is, des  te meer erover  te vertellen valt.  Soit  is  daar  hopelijk  een  goed  voor-beeld van.Tussendoor  wou  ik  nog  even  kwijt  dat  ik soit  nooit  gebruik  waar  ik  het  door  ofwel kan vervangen. Zo zal ikzelf nooit zeggen: “Soit het ien, soit het ander,” maar wel dege-lijk: “Ofwel ’t ien, ofwel ’t ander.” Maar ook hier heeft alles  te maken met hoe  iemand onze  Brusselse  taal  aanvoelt:  beide  opties blijven dus open. Ook op dat gebied kan de Weik van ’t Brussels ons inspiratie en ver-beelding bieden.Om  te  besluiten  zou  ik  zeggen:  lot ons waudje soit  mo ’n aaige leive hemme.  Iets wat ik trouwens van de meeste uitdrukkin-gen en woorden die ons Brussels rijk is, zou willen zeggen. In de hoop dat ik soit op de een of andere manier op de Brusselse taal-kaart heb weten te zetten – of te houden –, verblijf ik... heu... enfin, soit.

te beleven. Daarom heb ik  in die  jaren in het Théâtre-Poème  in  alle  bescheidenheid  een project ontwikkeld om theater  te maken met kinderen,  adolescenten  en  volwassenen  met een  hobbelig  parcours:  kinderen,  adolescen-ten en volwassenen die in instellingen hadden gezeten, in de psychiatrie. Lang heb ik het ge-daan in het Théâtre-Poème, nu is de thuisha-ven het Théâtre de la Vie in Sint-Joost. Ik ben ook  geen  werknemer  meer,  ik  organiseer  het nu  onder  de  paraplu  van  mijn  eigen  vzw,  Le Théâtre de l’Éclair.” “Het  is  therapie  door  creativiteit.  Zij  moeten uit hun pijp komen, en dat wij soms hard voor hen zijn, hoort erbij. Ik wil hun leren omgaan met de realiteit van een podium, van het bren-gen van een tekst. Niet zomaar bewegen, niet zomaar  iets  zeggen:  een  disciplinair  kader met  daarbinnen  een  grote  creatieve  vrijheid. Het  is  ook  geen  simpel  volksvermaak  of  en-tertainment, het is echt wel stevige kost. Bij-voorbeeld  Introspection  van Peter Handke, of nog:  een  bewerking  van  Stig  Dagermans  es-say Notre besoin de consolation est impossible à rassasier (uit 1952; in het Nederlands Onze behoefte aan  troost  is onverzadigbaar, red.), geschreven  net  voor  hij  zelfmoord  pleegde. Anders  dan  wat  velen  denken,  zijn  mensen met zware psychische problemen niet  te  fra-giel om met zulke bespiegelingen om te gaan. Ze tonen een grote gevoeligheid voor zulke li-teraire  teksten,  ze  vatten zeer goed waar het om gaat. En vanuit hun fragiliteit brengen ze een  vertolking  van  een  schoonheid  die  soms gewoonweg overdonderend is.”“Het boeiende  is dat  elke  leeftijdsgroep  haar 

eigen wetten heeft. De kinderen zijn het moei-lijkst;  dat  kan  ook  moeilijk  anders.  Maar  ze weten dikwijls het publiek echt te raken. Door hun spontaniteit, door de moeite die het hun duidelijk  kost.  Met  adolescenten  krijg  je  een ander  verhaal:  zij  brengen  een  eigen  tekst  of die van een  leeftijdgenoot. Vragen over  leven en  dood,  hun  angsten,  maatschappijkritiek. De  literaire  bewerkingen,  de  Handkes,  zijn voor de volwassenen.”“Daarnaast  leid  ik sinds dit  jaar ook nog een toneelgroep  met  geneeskundestudenten,  die gegroeid  is  het  keuzevak  Cultuur,  Creatie  en Medische Praktijk waarvoor ik vorig jaar door de UCL was gevraagd. Mijn opdracht was het opzetten van een theateropvoering met de stu-denten. Dat was heel erg bevallen, en van het een  kwam  het  ander,  mede  op  aanraden  van – alweer – Monique Dorsel.”“Zonder cultuur kan ik niet leven, zonder cul-tuur kan een méns niet leven. Het is het enige houvast  dat  ons  rest  in  deze  dolgedraaide wereld.  Freud  zei  niet  voor  niets:  ‘De  enige manier voor de mens om te overleven  is cul-tuur.’  Niet  de  massacultuur,  want  die  werkt alleen maar afstompend, wel elitaire cultuur. Elitair is een woord met een negatieve conno-tatie voor velen, maar ik heb zelf ondervonden dat  het  werkt.  Delinquenten,  jongeren  die  in de  gevangenis  hebben  gezeten:  hoe  dikwijls hebben  ze  niet  gezegd:  ‘Elle est folle!’  als  ik met de zoveelste moeilijke auteur aan kwam dragen. Maar juist omdat die pennenvruchten iets fundamenteels te vertellen hebben, raakte het hen.”� Karel�Van�der�Auwera

‘De laatste tragische helden’

Pascale Champagne, psychoanalytica

“Adolescenten zijn filosofen. De moed waarmee ze vraagtekens zetten bij wat volwassenen hen voorhouden, is bewonderenswaardig”

ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: [email protected] (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, [email protected]. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer ([email protected]), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; rekeningnummer 424-5529822-66 van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten ([email protected]), Lien Annicaert ([email protected]), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman ([email protected]), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 70.490 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne ([email protected]). EINDREDACTIE Katrien Stroobants ([email protected]). REDACTIE Jean-Marie Binst ([email protected]), Christophe Degreef ([email protected]), Bettina Hubo ([email protected]), Patrick Jordens ([email protected]), Freddi Smekens ([email protected]), Steven Van Garsse ([email protected]), Danny Vileyn ([email protected]). REDACTIE-SECRETARIAAT Isabelle De Vestele ([email protected]), Gerd Hendrickx ([email protected]). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Francis Marissens, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt ([email protected]). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh ([email protected]). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie ([email protected]). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Page 22: BDW - editie 1303

BDW 1303 PAGINA 22 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

LAKEN – Jaarlijks komen tientallen voetbal-lers in België aan op zoek naar roem en glorie. Lucas Diniz Pinheiro (25) kwam voor het zeer ambitieuze Brussels United spelen. Met de club liep het slecht af, maar Pinheiro keek niet om: vandaag combineert hij zijn werk in de bouw met zaalvoetballen bij Koersel en Sporting Parijs.

“Geen enkele Braziliaan kan een week zon-der voetbal,” vertelt de goedlachse Pinheiro. “Ik heb dan ook niet getwijfeld om voor het zaalvoetbal naar België te verhuizen. Het was een nieuw avontuur. In Brazilië is het moeilijk om door te breken. Je hebt er zoveel spelers, zoveel concurrentie. Zaalvoetbal wordt er op hoog niveau gespeeld. Ik heb zeker geen spijt van mijn stap naar Europa.”De jonge Braziliaan werd zoals zoveel land-genoten met de bal aan de voet geboren. Hij begon als negenjarige in clubverband in zijn thuisstad Belo Horizonte. Dankzij zijn talent kreeg hij een plaats op een privéschool waar sport een belangrijke plaats kreeg. Naast de drie voetbaltrainingen per week kreeg hij evenveel atletiektrainingen op zijn bord. “Dat heeft me steviger gemaakt en helpt me, denk ik, vandaag bij mijn werk in de bouw.”“In 2001 ben ik voor het eerst naar Europa gekomen, voor het WK bij de scholieren in Frankrijk. Ik liep de sprintnummers en be-haalde als hoogtepunt een vierde plaats. Uit-eindelijk koos ik voor zaalvoetbal, en ergens Lucas Diniz Pinheiro, tussen Gyproc en futsal. © MARC GYSENS

‘Kansen moet je afdwingen’Voetbal > Lucas Diniz Pinheiro, bouwvakker in Brussel, topzaalvoetballer in Parijs

Iedereen mee het bad inEvenement > Vierde editie Zwembaddagen op 19 en 20 november

BRUSSEL – De Brusselaar kampt met stress. Het loont dan ook de moeite om op 19 en 20 november eens binnen te springen op de Brusselse Zwembaddagen: onthaas-ten, in en langs het water.

“Onthaasting, zen, ontspanning: dat is de rode draad van deze Zwembaddagen,” vertelt eind-coördinator Nele Arys van de VGC-Sportdienst. “Stress is een trend in onze maatschappij, al-les moet alsmaar sneller. Daar spelen we op in, met naast het klassieke aanbod zaken als massages aan de zwembadkant en relaxatie-oefeningen in het water. Het hele gezin moet er een leuke dag van kunnen maken.”Op zaterdag 19 november zetten de zwem-baden van Sint-Gillis en Anderlecht (Ceria/Coovi) de deuren open, helemaal gratis. Een dag later is het de beurt aan Neder-Over-Heembeek, Laken en Sint-Pieters-Woluwe. De laatste twee vragen wel een toegangsprijs van twee euro, maar het loont de moeite, want het programma is heel uitgebreid: aquavolleybal, aquazumba, watergewenning, duik initiatie en

nog meer nats, plus ’s morgens ook nog eens een ontbijt. “Het zwembad van Sint-Gillis staat dit jaar in de kijker. Dat betekent dat daar het aanbod nog net iets uitgebreider is. Tussen 9 en 16 uur staan daar zaterdag maar liefst veertien activiteiten in en om het wa-ter op het programma. En mascotte Karel de Krokodil loopt er rond.”Deze editie van de Zwembaddagen is de vier-de in deze vorm. De vorige edities waren een groot succes. “Vorig jaar stond het zwem-bad van Sint-Pieters-Woluwe in de kijker, en om twaalf uur zat alles er al vol. Ook andere zwembaden zaten snel aan hun maximum. Voor deze editie hopen we natuurlijk van hetzelfde. We verwachten alvast drieduizend deelnemers. Als de mensen een leuke dag hebben gehad, zijn de Zwembaddagen ge-slaagd,” zegt Arys.Iedereen is welkom; deelnemers mogen ze-ker hun badmuts niet vergeten en kinderen onder de acht moeten vergezeld worden door een volwassene. De baden zijn ook toegan-kelijk voor mensen met een handicap. In de verschillende zwembaden zal informatie be-schikbaar zijn over de zwemmogelijkheden in de hoofdstad: het doel van dit evenement is regelmaat brengen in het zwembadbezoek. “We willen inderdaad dat de mensen naar het zwembad blijven gaan.”� TS

www.zwembaddagen.be, www.vgc.be/sportDit jaar staat het bad van Sint-Gillis in de kijker, met liefst veertien speciale activiteiten.

© L

EO

N B

IDO

N

Page 23: BDW - editie 1303

BDW 1303 PAGINA 23 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

De herfstvakantie valt samen met een heel drukke periode. Royal Sporting Club Ander-lecht speelt Europees, en mijn echtgenote maakt intense tijden door op haar werk. De opgroeiende dochters zijn wat te groot om een week lang door de grootouders opge-vangen te worden. Mijn vrouw schrijft ze in voor een dansworkshop bij Bronks, on-der auspiciën van het productiehuis Ultima Vez van choreograaf, regisseur en producer Wim Vandekeybus. Beter dat dan een week wezenloos voor tv en computer zitten.Vandekeybus heeft een sterke band met Brussel. In 1986 trok de choreograaf/re-gisseur/acteur zich samen met jonge, on-ervaren dansers in Madrid terug om er hun eerste productie voor te bereiden. Het gezel-schap doopte zich Ultima Vez, ‘de laatste keer’. Vandekeybus maakte al snel naam als innoverend en brutaal artiest. Een jaar na zijn eerste productie werd hij al beloond met een prestigieuze Bessie Award in New York. Het is weinigen gegeven.Ondergetekende is geen kenner, verre van. Wim Vandekeybus is een beroemdheid in zijn vakgebied. Ultima Vez is inmiddels uitgegroeid tot een geoliede machine met internationale allure die boven op wereldbe-roemde producties ook workshops organi-seert. Mijn dochters zullen leren dansen en bewegen in Bronks, een van de vele cultuur-huizen die de hoofdstad rijk is.Wanneer ik de meisjes de eerste dag breng, kom ik een pak oude bekenden tegen. Som-mige kinderen komen van buiten de stad, maar de meeste zijn Brussels. Het aanbod aan cultuur is aanzienlijk. Het Bronksthea-ter is een pareltje. Alles is er voorhanden. De prachtige infrastructuur zal inspirerend werken, denk ik terwijl ik naar de club ver-trek. Toch gaan zij met tegenzin.Als ik ze ’s avonds oppik, zijn ze al wat mil-der gestemd, maar overtuigd zijn ze nog

niet. “Papa, ik moet rare geluiden roepen voor alle kinderen,” jammert de jongste. De oudste vertelt dat er niet veel gedanst wordt. Ik geef toe: ik geef me, na die eerste commentaren, over aan mijn diepste voor-oordelen over de culturele elite. Het moet weer eens onbegrijpelijk experimenteel en intellectueel zijn of het telt niet, denk ik. Waarom kunnen ze niet gewoon dansen en plezier maken? Zoals bij de scouts. Eenvou-dig en opvoedkundig vertier.Naarmate de week vordert, klaart de hemel op. Ze leven zich in, maar het blijft eigen-aardig. Op de laatste dag worden ouders en familie uitgenodigd om de opvoering te be-wonderen die ontstaan is uit een week oe-fenen. Voor de voorstelling begint, geeft de begeleider een woordje uitleg. Hij heeft het over een ‘soms moeilijke werkweek’, over ‘fascinatie’ en ‘elkaars lichaam ontdekken’... Ik zet me schrap.Dan begint de show. Een jongen van een jaar of veertien wandelt het podium op met een bundel stokken. Hij gaat kaarsrecht naast een pilaar staan. Twee meisjes plaatsen de stokken tussen de paal en zijn lichaam. Dan komt de volledige groep in beweging. Er wordt geroepen, over de grond gerold, gekieteld, gelopen, gedanst, gejoeld... Ik begrijp er niets van, maar de bewondering om zoveel durf is groot. Na de voorstelling worden de dochters en zonen gefêteerd door hun ouders, broers en zussen. Liefde over-wint alles. Ik onthoud me van alle commen-taar, buiten het positieve, en ben als ouder tevreden dat mijn kinderen het culturele le-ven van de hoofdstad ontdekken. Er beweegt wat in Brussel.

www.brusselnieuws.be/steegen

David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht

David Steegen

ADVERTENTIE

De laatste keer

STUDENTEN LOPEN TEGEN ELKAAR

ETTERBEEK – De laatste manche van de Battle of the Cities Run vindt op 16 novem-ber plaats aan de VUB.

De studentensteden Brussel, Antwerpen, Gent, Leuven, Namen, Luik en Louvain-la-Neuve zijn sinds 18 oktober in een strijd verwikkeld. In de Battle of the Cities Run moeten lopers uit al die steden zoveel moge-lijk kilometers verzamelen. Op 16 november, tussen 19 en 21 uur, vindt de laatste manche plaats. De Brusselaars staan voor een lood-zware opdracht. Met 4.760 kilometer staan

ze (op 7/11) derde, na Gent (12.601 kilome-ter) en Antwerpen (8.126). De winnende stad krijgt een exclusief concert als hoofdprijs.Hoe kunt u de eer van Brussel verdedigen? Op www.facebook.com/nikerunningbelgium kiest u Brussel als stad; uw gelopen kilo-meters kunt u uploaden via Nike+. Te veel gedoe? Kom dan gewoon op 16 november naar de VUB. Deelnemen is gratis en de eer-ste 350 lopers krijgen een gepersonaliseerd T-shirt. Als toetje wordt u ook nog eens aan-gemoedigd door hinkstapspringster Svetla-na Bol shakova.� TS

ROLLEBOLLEN EN AfLOSSEN

SINT-AGATHA-BERCHEM – Rollebollen, karate of estafette: mensen met een ma-tige verstandelijke handicap kunnen zich op dinsdag 22 november volop uitleven.

Het sportcomplex van Sint-Agatha-Berchem, Lusthuizenstraat 1, wordt jaarlijks inge-palmd voor de Sportdag Aangepast Sporten. Twaalfplussers met een matige verstan-delijke handicap kunnen dit jaar opnieuw drie sporten kiezen uit een aanbod van vijf. Naast bewegen op muziek en een initiatie in

de vechtsport karate kunnen de deelnemers ook aan aflossingswedstrijdjes deelnemen, fitness-drummen (muziek en beweging met grote fitballen en drumstokjes) en rollebollen. Dat laatste gebeurt op allerlei springkastelen en is de enige activiteit die niet toegankelijk is voor rolstoelgebruikers.De dag begint om halftien, en na de start-activiteit wordt er drie keer 45 minuten ge-sport. Om 11.45 uur is er een uurtje pauze.De sportdag zit erop om 14.30 uur. Meer in-formatie vindt u op www.vgc.be/sport.� TS

in de loop van 2006 werd ik opgebeld door Marcos Braga, die toen trainer was geworden bij Brussels United. Hij bood me de kans om naar Brussel te komen.” Bij Brussels United, dat in de competitie van de Koninklijke Bel-gische Voetbalbond uitkwam, had Pinheiro naast de trainer nog zes andere landgenoten als ploegmaats. Er werd professioneel ge-werkt en de ambitie om kampioen te worden werd niet onder stoelen of banken gesto-ken. Toch werden de sportieve ambities niet waargemaakt en doken er financiële proble-men op.

Zingen en feestenNa het faillissement van Brussels United trok Pinheiro naar Amigo Schepdaal, dat in de Belgische Zaalvoetbalbond uitkomt. “Minder

professioneel, maar ik heb er zowat al mijn matchen gewonnen. Twee keer de titel, één beker en twee supercups. Na twee jaar ben ik overgestapt naar Koersel, waar ik ook al een titel, beker, supercup en het kampioenschap van Limburg heb gewonnen. Verliezen staat nu eenmaal niet in ons woordenboek.”Ondanks de vele overwinningen en titels

speelt de Braziliaan vandaag bij Koersel op amateurniveau, met wekelijks één training en één match. “Overdag werk ik in de bouw, vooral plafonds steken en werken met gips-platen. Werk dat eigenlijk vooral fysiek veel van je vraagt. Maar ik kan ertegen, ik ben nooit te moe om te gaan voetballen.” Noch-tans legt Pinheiro heel wat kilometers af om een balletje te trappen. Toen hij een paar jaar geleden een toernooi speelde met Schepdaal, liet de voorzitter van Sporting Parijs zijn oog op hem vallen. In januari 2010 begon hij bij de Parijzenaars. “Het was geen moeilijke keuze om voor Sporting te tekenen. Het is opnieuw een avontuur. Ik vind dat je kansen moet creëren. Daarbij kan ik het perfect com-bineren met Koersel, want in België spelen we op vrijdag en in Frankrijk op zaterdag.”Ook bij Sporting, waar het niveau toch ho-ger ligt dan in België, rijgt Pinheiro de titels en bekers aan elkaar. Hij wordt er omringd door landgenoten met wie hij wekelijks op en neer rijdt. Duizend kilometer om een match te spelen tegen Straatsburg is geen uitzon-dering. “We zijn met vier en we carpoolen elke week naar de trainingen en de matchen. Slapen doen we dan niet. We amuseren ons, we zingen en feesten (lacht). Net alsof ik dan even terug ben in Brazilië. Ik zie mijn vrien-den soms meer dan mijn vrouw.”“Het is mijn ambitie om zo ver mogelijk te ge-raken met Sporting. Aan een transfer denk ik niet meteen. De sterkste Europese competi-tie is de Spaanse. Maar dat zou nu een te gro-te stap zijn voor mij, vooral fysiek. Beter was het om eerst naar een tussenniveau te gaan, in Rusland bijvoorbeeld, en dan de stap te zetten.” Nochtans haat de Braziliaan de kou. Hij mist zijn vaderland en zou later graag te-rugkeren. Maar eerst heeft hij nog plannen in België. “Ik wil later voetbaltrainer wor-den, maar daarvóór zou ik eerst graag naar de universiteit gaan. Ik denk aan een studie burgerlijk ingenieur. Dat is een project voor de komende jaren – eerst nog wat sparen. En het moet uiteraard combineerbaar zijn met voetbal. Want dat laat ik nooit vallen, ik kan niet zonder.”�� Tim�Schoonjans

“In Brazilië is het moeilijk om door te breken. Je hebt er zoveel spelers, zoveel concurrentie. Ik heb geen spijt van de stap naar Europa”

Met Xavier of Peter. Elke zondag vanaf 19u15 op tvbrussel.

BRUSSEL SPORT

Page 24: BDW - editie 1303

BDW 1303 PAGINA 24 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

BDW VOO

R IED

EREEN VAN 9 T

OT

13

JAAR •

ZIEza Groove? Funk? Pop?

Het swingt!

Jong Brussels muzikaal geweld op Big Bang

DOOR PATRICK JORDENS

Hoe zijn jullie bij Zappa terechtgekomen? Arthur (A): Ik ben vier jaar geleden al beginnen spelen bij een groep die toen ook geleid werd door Véronique (Delmelle) en Marc (Galo, de volwassen orkestleiders, red.) . Die groep is er na een jaar mee gestopt. Toen Véronique en Marc dan een beetje later met Zappa begonnen, wilde ik meteen weer meedoen. Arto (Ar): Ik ben er ongeveer drie jaar geleden bij gekomen omdat mijn mama goed bevriend is met Marc, een van de leiders. En natuurlijk omdat ik graag gitaar speel. Ik speel al sinds mijn zevende. Ludek (L): Mijn ouders kenden de begeleiders ook een beetje. En ik heb ooit een concert van Zappa gezien, het leek me tof.

Moesten jullie auditie doen? Ar: Nee, iedereen mag erbij komen, en alle soorten instrumenten. Er is ooit iemand in de groep geweest die tuba wilde spelen, maar ze kon geen noot lezen en ze kreeg in het begin ook amper klank uit de tuba. Maar na een tijdje ging het toch.

Kunnen jullie noten lezen? A: Ik niet zo goed, maar mijn vrienden wel. Ik kan wel tablaturen lezen, dat is een soort notenleer, speciaal voor gitaar. Zo weet je hoe je je vingers moet zetten. Ar: Ik heb een viertal jaar notenleer aan een academie gedaan. Maar het hoeft eigenlijk niet om bij Zappa te spelen. L: Ik kan ook noten lezen.

Jullie repeteren één keer per week op zaterdag. Hoe werken jullie? A: Soms mogen we zelf voorstellen doen, door kleine melodietjes mee te brengen, bijvoorbeeld. Ar: En dan gaan Marc en Véronique daarmee aan de slag: ze zetten er een andere melodie voor of na, ze verdelen verschillende partijen over de verschillende instrumenten. We kunnen niet allemaal hetzelfde spelen, want we zijn met ongeveer vijftien. Sommigen spelen de baslijn, en anderen gaan dan variëren op de melodie. Sommigen werken met partituren, anderen doen het eerder op het gehoor.

Waw, dus eigenlijk componeren jullie allemaal samen? A: Ja, dat is toch de bedoeling. Negen eigen nummers hebben we al gemaakt. L: Maar soms komen Véronique en Marc ook met nummers die zij geschreven hebben.

En welk genre muziek geeft dat dan? Pop, rock, reggae...? Ar: Een beetje van alles door elkaar... (lacht) A: Het hangt van het nummer af. Bijvoorbeeld

Hoe zijn jullie bij Zappa terechtgekomen? Arthur (A): spelen bij een groep die toen ook geleid werd door Véronique orkestleiders, red.) gestopt. Toen Véronique en Marc dan een beetje later met Zappa begonnen, wilde ik meteen weer meedoen. Arto (Ar): gekomen omdat mijn mama goed bevriend is met Marc, een van de leiders. En natuurlijk omdat ik graag gitaar speel. Ik speel al sinds mijn zevende. Ludek (L): beetje. En ik heb ooit een concert van Zappa gezien, het leek me tof.

Moesten jullie auditie doen? Ar: instrumenten. Er is ooit iemand in de groep geweest die tuba wilde spelen, maar ze kon geen noot lezen en ze kreeg in het begin ook amper klank uit de tuba. Maar na een tijdje ging het toch.

Kunnen jullie noten lezen? A: tablaturen voor gitaar. Zo weet je hoe je je vingers moet zetten. Ar: academie gedaan. Maar het hoeft eigenlijk niet om bij Zappa te spelen. L:

Jullie repeteren één keer per week op zaterdag. Hoe werken jullie? A: kleine melodietjes mee te brengen, bijvoorbeeld. Ar: aan de slag: ze zetten er een andere melodie voor of na, ze verdelen verschillende partijen over de verschillende instrumenten. We kunnen niet allemaal hetzelfde spelen, want we zijn met ongeveer vijftien. Sommigen spelen de baslijn, en anderen gaan dan variëren op de melodie. Sommigen werken met partituren, anderen doen het eerder op het gehoor.

© S

AS

KIA

VAN

DE

RS

TICH

EL

E

Swinging in the streets: van links naar rechts Arthur met zijn basgitaar,

Ludek met de saxofoon en Arto met elektrische gitaar.

Ze zijn fan van The Beatles, Led Zeppelin en AC /DC, om maar een paar

namen te noemen. En ze maken ook zelf muziek met hun groep Zappa.

Morgen, 11 november, bestormen Arthur (12), Arto (12) en Ludek (13) en

de andere leden van de Zappa-band het podium van Bozar. “We vinden

het vooral leuk om onze eigen nummers te spelen.”

Page 25: BDW - editie 1303

BDW 1303 PAGINA 25 - DONDERDAG 10 NOVEMBER 2011

Idulfania door Brecht Evens

[ SORRY ] SN

ORRY ?

Onze reporter Lina op het Twilight Fan-event!

[ SORRY

]SN

ORRY ?

‘Zaptuur’, het nummer dat ik heb aangebracht,

is een soort groove , maar we spelen ook meer

jazzachtige nummers...

Ar: Het is in elk geval heel melodieuze muziek.

Er zijn ook twee zangers, die soms enkel

klanken zingen en af en toe teksten.

Is het nu heel anders om bij Zappa te

musiceren dan aan een academie?

Ar: Extreem anders!

L: Op de academie spelen we bijna altijd

klassieke muziek, bij Zappa eerder jazz en

funk... En we zingen er ook, en niet alleen de

noten zoals in de academie.

Is het lastig of plezierig om met zo’n grote

groep samen te spelen?

Ar: Het is interessant, maar het is niet altijd

even makkelijk. Je moet echt goed naar de

anderen leren luisteren. Het is iets heel anders

dan alleen spelen... Ik vind het cool dat we na

een tijdje onze eigen nummers goed kunnen

spelen.

L: Wat ik lastig vind, is dat je altijd moet

opletten als je niet zelf aan de beurt bent. Dan

moet je goed tellen, anders val je misschien te

laat in als je opnieuw moet spelen.

En, zenuwachtig voor het concert van

morgen?

Ar: Valt best mee, we zijn het intussen al wat

gewoon, optreden voor een publiek. Maar als ik

een solo moet doen op mijn gitaar, dan voel ik

de zenuwen wel.

En hoe voelen jullie je nadien?

Alle 3: Trots... en heel tevreden!

De Zappa’s spelen op 11 november samen met de

zangers van Shanti!Shanti! twee keer in Bozar:

om 14.30 en om 17 uur. Ze doen dat (gratis!) in

het kader van het Big Bang-evenement. Daar kan

je nog veel andere leuke concerten meepikken.

Alle info vind je op www.bigbangfestival.eu.

Vampiers spotten in Brussel, dat deed Zazie-reporter Lina De Smet op woensdagmiddag 26 oktober. Toen kwamen de acteurs Robert Pattinson en Ashley Greene in hoogsteigen persoon een nieuwe afl evering van de Twilight-saga voorstellen: Breaking dawn – Part 1 . Die fi lm loopt vanaf volgende week 16 november in de zalen.Zien vampieren er in het echt akelig normaal uit? En zijn de dolgedraaide fans misschien de echte freaks? Lees het in Lina’s verslag...

‘IK WAS HEEL BLIJ toen ik hoorde dat ik twee kaartjes voor het Twilight Fan-event/Breaking dawn – Part 1 gewonnen had. Alle kaartjes waren al uitgedeeld, behalve de mijne. Twee dagen later was het dan zo ver! De middag van het fan-event was het heel erg druk: kleren, fotoapparaat, vriendin... We besloten er een kwartiertje vroeger te zijn, om 16.45 uur. Toen we langs de rode loper liepen, was het daar al heel druk. We toonden ons kaartje en mochten bij de rest gaan staan. Amper twee minuten later kwam er een security-man op ons af, hij dacht dat we binnengeslopen waren. Natuurlijk konden we ons ticket meteen tonen en was alles goed, oef. Toen de deuren opengingen, gaven we ons ticketje nog eens en kregen we in ruil een armbandje. Volgens mij kon je echt niet binnensluipen!!”“Rond 19 uur was het dan zo ver: Robert Pattinson – met sexy baardje – en Ashley Greene – met een heel mooie jurk aan – arriveerden. Op de rode loper namen ze uitgebreid de tijd om handtekeningen uit te delen. Na een tijdje kwamen ze naar binnen onder luid gegil van de fans. Ze gaven een interview vooraan in de zaal. Heel vreemde, door de fans gestelde vragen zaten daarbij. Zoals: “In de fi lms moet het personage Jacob kiezen tussen zijn familie en de liefde. Wat zouden jullie kiezen?” “Na het interview gingen ze weg en lieten ze veel teleurgestelde fans achter. Er waren wel nog stukjes van de fi lm Breaking dawn – Part 1 te zien. Ook het begin van de huwelijksnacht van Bella en Edward zat erbij, en natuurlijk ging toen heel de zaal aan het gillen. Ik moet toegeven dat ik ook lekker meedeed! Bij het buitengaan kregen we nog een goodie bag met een dvd van alle soundtracks van de saga, en ook een Hongerspelen -speld.”