Upload
hoangmien
View
237
Download
2
Embed Size (px)
Citation preview
BIOLOGIE
MOLECULAIRE GENETICA –
EIWITSYNTHESE
VWO KLASSE 6
Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL]
ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA
Docent: A. Sewsahai
DOELSTELLINGEN:
De student
moet kunnen beschrijven hoe chromosomen,
DNA-moleculen en RNA-moleculen zijn
gebouwd en hoe DNA-replicatie plaatsvindt
moet kunnen beschrijven hoe eiwitsynthese
plaatsvindt
Legenda leerstofafbakening:
PAARS: OUDE LITERATUUR
ROOD: NIEUWE LITERATUUR
DONKER BLAUW: KERNONDERWERP
(Eiwitsynthese)
deel 6V – thema 2: Moleculaire genetica basisstof 1 t/m 3
blz. 57 t/m 76
deel 4V – thema 4: DNA
basisstof 1, 2, 6, 7, 8, 9; verrijkingsstof 1, 2
blz. 115 t/m 118 ; 126 t/m 139 ; 153 t/m 156
deel 6V – thema 1: Stofwisseling
basisstof 3, 4, 6 ; verrijkingsstof 1
blz. 21 t/m 41, 63 t/m 64
OPBOUW CHROMOSOMEN
Bacteriele chromosoom: lang cirkel (kring)vormig DNA molecuul
Bij andere organismen is het chromosoom liniair; dit liniair chromosoom bestaat uit een lang DNA molecuul omgeven door samenwerkende eiwitten
Een DNA molecuul bestaat uit twee nucleotide ketens die een dubbele helix vormen; gespiraliseerd
Er zijn 2 typen van nucleotideketens (nucleinezuren):
DNA
RNA
Met DNA heb je al eerder kennis gemaakt
RNA bestaat uit 1 nucleotideketen t.o.v. DNA welke
uit 2 nucleotideketens bestaat
RNA heeft de suikergroep Ribose i.p.v. de
suikergroep desoxyribose bij DNA
RNA bevat de stiksofbase Uracil ipv Thymine bij
DNA
CELCYCLUS
Er zijn drie typen RNA moleculen:
1. m RNA
2. t RNA
3. r RNA
Wanneer een cel gaat delen, moet het DNA materiaal ook repliceren (verdubbelen). De periode tussen twee delingen van een cel wordt Interfase genoemd en is in drie perioden te onderscheiden; na deze 3 perioden volgt de mitose
Enzymen bij DNA replicatie
1. speciale enzymen breken de waterstofbrugen tussen de stikstofbasen van beide nuleotideketens (despiraliseren)
2. stabiliserende eiwitten houden de beide nucleotideketens open en voorkomen dat ze gaan spiraliseren
3. DNA-polymerase schuift langs de beide ketens en bindt vrije nucleotiden aan de twee ketens
4. Primase zorgt ervoor dat op enkele punten vrije nucleotiden een binding aangaan met de keten; vanaf deze punten kan DNA-polymerase starten.
***6V-BLZ.63-AFB. 7, 8, 9
*** 6V-BLZ. 24, AFB. 44, 45, 46
*** LEG DE WERKING VAN DE ENZYMEN LIGASE EN PRIMASE UIT!
UITLEG PRIMASE EN LIGASE
Ligase: Enzym om DNA fragmenten aan elkaar
te plakken.
Primase: Is een enzym dat een korte RNA
sequentie creert zogenaamd primer, op een
DNA-matrijs-streng, zodat DNA polymerase een
kopie van de DNA-streng kan starten en
maken.
Uitleg desoxyriobose vorm van:
1. ATP d ATP
2. TTP d TTP
3. CTP d CTP
4. GTP d GTP
Het verloop van DNA-replicatie vereist veel
energie; de energie is afkomstig van ATP
LEVENSCYCLUS VIRUSSEN
EIWITSYNTHESE
DNA moleculen kunnen zelf geen aminozuren of eiwitten maken; dat doen de ribosomen; het DNA codeert wel welke moleculen gevormd moeten worden
RNA moleculen zijn verantwoordelijk voor het overbrengen van deze code op ribosomen
RNA wordt gevormd op een methode vergelijkbaar met DNA replicatie (6V- afb. 15, blz. 69. 6V) (4V-afb 28, 29-blz. 128)
BELANGRIJK
Enzymen zijn eiwitten. Om hun functie exact uit te voeren, is de volgorde van de aminozuren heel belangrijk. Het DNA in de cel, is de bepalende factor voor de aminozuurvolgorde. Ribosomen en mRNA spelen een belangrijke rol bij de vorming van het eiwit. In het DNA, is een specifieke volgorde van drie opeenvolgende basen (triplet code of codon), corresponderend met een specifieke aminozuur.
Bekijk het volgende DNA segment. Dit is 1 zijde van het DNA molecuul. Dit is de streng die straks gebruikt gaat worden voor de transcriptie. Deze streng noemen we de matrijs of template streng. (De streng die niet afgelezen wordt noemen we de coderende streng).
T A C A C A C G G A A T G G G T A A A A A A C T
1)Bepaal de volgorde van het messenger RNA (mRNA) die correspondeert met de boven getekende matrijs-streng.
2) Deel de mRNA code van links naar rechts
in groepen van codons. Schrijf de exacte
aminozuurvolgorde mbv de tabel hieronder
Wat is de rol van r RNA, t RNA en m RNA?
Bij transcriptie wordt er een m RNA molecuul
gevormd o.i.v. RNA polymerase. RNA
polymerase bindt zich op speciale plaatsen
genoemd promotor
Hoe werkt RNA polymerase?
TRANSCRIPTIE
OVERVIEW
GENETISCHE CODE EN AMINOZUREN (6V- TABEL
1 EN 2 BLZ 71 – 6V) (4V-TABEL 1, 2 – BLZ. 130,
131)
Let erop dat een tRNA molecuul instaat is middels z’n anticodon te binden aan de codon van mRNA
Een tRNA molecuul is ook instaat een aminozuur te binden
De aminozuur welke aan t RNA bindt is gebasseerd op de codon triplet van m RNA !!!
Doornemen: 6V- BLZ. 72, 73, 74- afb 18, 19, 20, 21 !!!
6V-BLZ 30,31,32-AFB. 56, 57, 58
WAT ZIJN POLYRIBOSOMEN? GEEF AAN HOE ZE
WERKEN!
DNA transcriptie = Maken van mRNA afschrift van DNA
DNA translatie = Aflezen van mRNA door ribosoom waarbij eiwit gevormd wordt door aminozuren aan elkaar te koppelen
DNA replicatie = Kopiëren van het DNA
Transcriptie en replicatie vinden in de celkern plaats. Translatie gebeurt voornamelijk in het cytoplasma door de ribosomen die op het RER liggen.
http://www.abpischools.org.uk/res/coResourceImport/modules/genome/en-
flash/proteinsynthesis.swf
Fouten in het DNA
Mutaties = plotselinge verandering van het genotype, oftewel de DNA-volgorde
Mutaties
Oorzaken:
• Kortgolvige straling
• Carcinogene stoffen
• Virussen
• “Spontaan”
Mutaties
Waarom mutatie vaak geen gevolgen:
• In “junk-DNA”
• Gen is niet actief in die cel (bijv. Gen van oogkleur in een
levercel)
• Mutatie vindt slechts in 1 cel plaats
• Mutaties worden gerepareerd door bepaalde enzymen
• Te veel mutaties celdood
• Mutatie is recessief
Mutaties
Mutatie pas gevolgen:
• In geslachtscellen of in delende embryo
• Vaak opstapeling van mutaties nodig o.a. bij tumor
Aantal mutaties ongeremde celdeling Primaire tumor
Tumor ingekapseld goedaardig
Mutatie “niet meer ingekapseld” kwaadaardig cellen uit primaire tumor komen
in bloed of lymfe uitzaaiingen (metastase) secundaire tumoren
Kanker
Chernobyl 1986
Chernobyl 1986
Chernobyl 1986
http://biologiepagina.nl/4Havo/4DNA/chernobyl.htm
BELANGRIJKE BEGRIPPEN Mutant
Wildtype
Genmutatie (puntmutatie)
Chromosoommutatie
Ploidiemutatie (genoommutatie)
Trisomie 21 (syndroom van Down)
Metastase
Primaire en secundaire tumor
Tumor
Inductie
Carcinogeen
Cytostatica
Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting
Recombinatie
Kloon
Modificatie
Zuivere lijn
KRUISINGEN
Monohybride kruisingen
Intermediaire overerving
X – chromosomale overerving
Letale factoren
Multipele allelen (bloedgroepen)
Dihybride kruisingen (onafhankelijk en gekoppelde)
Stambomen
Mutaties
Crossing over
Polygene vererving
Driepunts kruisingen (incl. interferentie en coincidentie)
VERRIJKINGSTOF 1 EN 3 LEZEN
VERRIJKINGSSTOF 2 GENENKAARTEN BELANGRIJK VERSCHILLENDE VORMEN VAN CROSSING-OVER –
6V-AFB. 81 BLZ. 128 T/M 136
4V- VERRIJKINGSSTOF 1,2 – BLZ.. 153 T/M 156- AFB. 71, 72
VRAGEN
?
Bedankt
Info:
www.ecoisonline.org
www.examenbundel.nl
www.biologiepagina.nl
www.asewsahai.com