Upload
others
View
2
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
DoorDachte Doener
Jij bent een steady en consequente leerkracht. Je leerlingen volgen jou. Jij bent
een leerkracht met een specifieke passie en die deel je graag met je klas. Als
het in je lessen over deze passie gaat ontsteekt het vuur vanbinnen. Je hebt dan
alles tot in de puntjes voorbereid en uitgewerkt en je inspireert je leerlingen. Je
reguliere lessen zijn duidelijk en ‘to the point’. Je houdt van projectweken en je
leerlingen leren daar veel, misschien wel het meest. Wat er leeft bij jou, leeft in de
klas. Het afhandelen van incidenten of lastige situaties hoort volgens jou thuis
bij de directie of remedial teacher. Kernwoorden die bij je passen:
analytisch
nauwkeurig spitsvondig
tips van Beau voor jou
Beau Oldenburg is pestonderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze heeft voor jou een
paar praktische tips op een rijtje gezet. Handig als je aan de slag gaat met werken aan sociale
veiligheid bij jou in de klas.
1. Speak up
Jij bent een kei in het overbrengen van kennis en ziet dat als jouw voornaamste taak. Als er
problemen in de klas zijn, vind je vaak dat anderen (bijvoorbeeld de directie) beter toegerust
zijn om dit op te lossen. Vergeet echter niet dat jij de expert bent als het gaat om jouw klas!
Uit mijn onderzoek blijkt dat leerkrachten het verschil kunnen maken1. Je bent niet alleen een
expert, maar ook een rolmodel2. Door een duidelijk standpunt tegen pesten in te nemen en
ter plekke in te grijpen geef jij de leerlingen de boodschap mee dat pesten niet geaccepteerd
wordt. Pesten is een groepsproces en jij bent een belangrijke actor binnen de groep.
2. Benadruk verantwoordelijkheden
Onderzoek laat zien dat door een betere sfeer te creeren, leerlingen zich niet alleen beter voelen
maar ook de leeropbrengsten bevorderd worden3. Benadruk dat iedereen in de klas verantwoor-
delijk is voor het welzijn van de ander. Maak positief geformuleerde afspraken met de groep
(bijvoorbeeld: wij gebruiken ik-taal: ‘Ik vind het prettig als je me uit laat praten.’) en hang deze
op een duidelijk zichtbare plek in de klas. Kom terug op de afspraken wanneer nodig.
3. Focus
Het is vaak lastig om te achterhalen wat er nu precies gebeurd is. Ga niet te ver door op details
om oeverloze discussies tussen leerlingen te voorkomen, maar focus op de oplossing: hoe
kunnen de kinderen ervoor zorgen dat iedereen zich fijn voelt in de klas.
1) Oldenburg, B., Van Duijn, M.A.J., Sentse, M., Huitsing, G., Van der Ploeg, R., Salmivalli, C., & Veenstra, R. (2015). Teacher characteristics and peer victimization in elementary schools: A class-level perspective. Journal of Abnormal Child Psychology, 43, 33-44. Journal, 28,
2) Poulou, M., & Norwich, B. (2002). Cognitive, emotional, and behavioural response to students with emotional and behavioural difficulties: A model of decision-making. British Educational Research Journal, 28, 111-138.
3) Juvonen, J., Wang, Y., & Espinoza, G. (2010). Bullying Experiences and Compromised Academic Performance Across Middle School Grades. The Journal of Early Adolescence, 31, 152–173. doi:10.1177/0272431610379415
aan de slag!
Respect Education Foundation heeft lesmateriaal ontwikkeld om aan de slag te gaan
met sociale veiligheid in de klas. De opdrachten die voor jou zijn geselecteerd, zijn
opdrachten die gaan over de individuele talenten en passies van je leerlingen. Zelf deel
je graag wie je bent en wat je bezig houdt. Hoe zit dat bij jouw leerlingen?
Alle opdrachten zijn ontwikkeld met sociale veiligheid als hoofddoel. De lessen gaan
over elkaar leren kennen, verantwoordelijkheid nemen, jezelf durven laten zien en
elkaar accepteren hoe je bent.
Deze opdracht is een ‘nieuwe’ manier van een spreekbeurt houden. Deze vorm
zorgt ervoor dat de leerlingen iets vertellen over hun echte passie. Als docent
heb je een meer coachende rol om inhoudelijk meer van je leerlingen naar
boven te halen.
“Ik hou mijn spreekbeurt over paarden”, “ik over voetbal...” of “oooooh...mam, kun je helpen, ik
heb maandag mijn spreekbeurt”. Dit kunnen we dit jaar toch wel eens anders doen! Laten we
elkaar vertellen wat ons écht bezig houdt en waar we écht iets vanaf weten! Dit jaar doen we
‘Het moment van...’
Introductie van de leerkracht
Vertel de leerlingen over je eigen grote passie. Dit kan iets zijn wat je al jaren als hobby doet of
iets waar je deze week pas vol enthousiasme mee begonnen bent. Neem attributen mee, laat
plaatjes of foto’s zien. Maak er een persoonlijk moment van.
opdracht 1: het moment van... (wekelijks)
Vegetarisch zijn, knikkeren, of de nieuwe baby
van je tante... wat houdt je bezig?
Klassikaal
Leg uit dat we dit jaar geen spreekbeurt doen maar dat iedereen een persoonlijk moment
heeft in de klas, waarin je vertelt wat je het meeste bezig houdt. Iedereen komt aan de beurt,
en het onderwerp mag van alles zijn! Prik data* met de leerlingen en maak een schema.
(Samen doen mag als dat logisch is, maar moedig dit niet aan!)
* Het ‘moment’ kan het beste op een donderdag of vrijdag plaatsvinden. Zo kom je niet in de knoop met de voorbereiding.
Eén op één
Coachgesprek 1: Spreek met de leerling die aan de beurt is op een rustig tijdstip af. Blijf
bijvoorbeeld samen een pauze binnen, of plan een moment als de klas zelfstandig werkt.
Bespreek zijn/haar passie van dit moment. Dit is een coachgesprek waarin je samen zoekt
naar een onderwerp.
Maak samen een mindmap van de passie. Samen bedenk je een strategie: hoe vertel je
straks over je passie? Heb je dingen nodig? Wil je iets laten zien of iets voordoen?
Coachgesprek 2: De leerling heeft zelf nog wat dagen nagedacht en gewerkt aan
zijn moment. Als leerkracht check je in het tweede gesprek hoe het ervoor staat.
Dan is het tijd voor:
het moment van ...
Maandagmiddag:Herinner de leerling aan zijn moment aan het eind van
de week.
Dinsdagmiddag: Tweede coachgesprek
Woensdagochtend: Laatste korte reminder:“morgen ben je aan de beurt”.
Donderdagmiddag: Het moment van... (start na het ‘moment van...’ met het eerste coachgesprek van de volgende leerling)
Donderdagmiddag:Eerste coachgesprek
Begin met de eerste
leerling met het bespreken van:
‘het moment van..
Voobeeldplanning
Bekijk het effeWelke verhalen kunnen de leerlingen bedenken over afval. Met deze
werkvorm kun je meer ontdekken van de verbeeldingskracht van je leerlingen.
De expeditie
Ga met de klas naar buiten. Deel de klas op in kleine groepen en geef ze een plastic zak.
Laat ze rondom de school allerlei afval van de grond oprapen, uit de struiken plukken
of verzamelen van het schoolplein. Denk aan blikjes, zakjes en propjes papier. Laat ze
ongeveer 10 minuten zoeken. Verzamel alle groepjes, ook als ze niets hebben gevonden.
De expositie
Ga met de leerlingen terug naar het klaslokaal. Stal alle gevonden voorwerpen uit en
bewonder ze. Laat nu iedere leerling een voorwerp uitkiezen en geef ze de opdracht een
tekstballon te maken. Opdracht: Hoe het afval zich zou ‘voelen’: hoe lang ligt het er al, hoe
ziet het eruit, waar zou het colablikje liever willen zijn? Richt vervolgens een hoek in de
klas in. Hier maak je een ruimtelijke strip: een afval-expositie met ‘pratende’ colablikjes,
chipszakken en verfrommelde flesjes met allemaal een eigen levensverhaal.
opdracht 2: expeditie expositie (ca. 40 min)
“ ik lig hier al 4 maanden,
ze zijn me vergeten”
Bekijk het effeDit is de meest inhoudelijk vorm van samenwerkend leren. Het past goed bij
de Doordachte Doener omdat je de leerlingen eigen verantwoordelijkheid geeft
en de leerlingen de gelegenheid geeft zich ergens in te verdiepen. Ergens iets
meer vanaf weten is immer leuker dan oppervlakkige algemene kennis.
opdracht 3: experts (ca. 30 min)
1. Deel de lesstof op in logische stukken of op onderwerp
(ongeveer 3 tot 5 onderwerpen, nummer de onderwerpen)
2. Deel de leerlingen in groepen en geef elke leerling een nummer dat correspondeert
met een onderwerp. (Voorbeeld: er zijn 4 onderwerpen, dus 4 leerlingen. Elke leerling
heeft een eigen nummer en onderwerp.)
3. De leerlingen bestuderen hun eigen onderwerp.
4. Elke leerling rapporteert, legt uit of deelt de informatie die hij net heeft bestudeerd/
verzameld met zijn werkgroep.
5. Vervolgens gaan de leerlingen naar een andere werkgroep die nu worden gevormd
door de nummers van de stof. (Alle nummers 1 bij elkaar, alle nummers 2, etc.) In deze
werkgroepen delen de leerlingen weer informatie met elkaar. Ze zijn allemaal ‘expert’ van
het zelfde onderwerp en verdiepen met elkaar het onderwerp.
6. Daarna gaan de leerlingen terug
naar hun oorspronkelijke werkgroep.
Ze rapporteren, leggen uit en delen
de informatie met elkaar.
7. Alle leerlingen in de werkgroep
hebben nu van alle onderwerpen
dezelfde informatie.
Bekijk het effe
Met deze les laten de leerlingen zien hoe zelfstandig ze zijn. Het is reflectief
en geeft de leerlingen meteen een handvat om elkaar om hulp te kunnen en
durven vragen.
opdracht 4: #kan ik zelf (ca. 45 min)
Aan het eind van een week is het heel waardevol om af te sluiten met een groepsgesprek.
Uiteraard kun je in zo’n gesprek reflecteren op positief gedrag en aanstippen waar de
verbeterpunten liggen, maar het is ook belangrijk om te reflecteren op leren. Wat hebben we
geleerd en wat kunnen we allemaal?!
Hersengymnastiek
Maak op het bord vijf kolommen, voor elke dag van de week één. Zet er Maandag, Dinsdag,
Woensdag, etc. boven. Bespreek met de klas de hele week, dag voor dag. Kunnen we een
lijst maken van alle dingen die we gedaan hebben deze
week? Je zult zien dat je moeilijk op gang komt maar na
een paar sessies gaat het al een stuk beter.
Check in duo’s
De hele week staat nu op het bord.
Individueel schrijven de leerlingen drie dingen op die ze
deze week hebben geleerd. Ze schrijven drie keer: ............................. # kan ik zelf!
Moedig aan om creatief te denken. Ook kleine dingen kunnen belangrijk zijn. Zelf de tafel
van 13 kunnen opzeggen is net zo belangrijk als uitleg aan een ander durven vragen. Denk
goed na over wat er voor jou persoonlijk gelukt is deze week.
Als de leerlingen drie dingen hebben opgeschreven, bespreken ze hun antwoorden met een
klasgenoot. Ze vertellen elkaar precies wat ze hebben geleerd.
Daarna sluit de leerkracht de sessie af door klassikaal willekeurig wat voorbeelden
aan de leerlingen te vragen.
Maak eventueel voor elke dag weer een sub-verdeling: -Vroege ochtend-ochtend na de pauze-begin van de middag- eind van de middag
Be creative
Elke leerling kiest nu één van de drie competenties die hij heeft opgeschreven. Hiervan gaat
hij/zij een poster maken. De posters komen in de klas te hangen om te laten zien wat iedereen
kan (maak gebruik van de invulposter in dit boek)!
De leerkracht kopieërt de pasfoto’s uit het smoelenboek op A4-formaat om mee te beginnen.
Laat de leerlingen knippen, plakken, tekenen schilderen, etc.
Hang alle resultaten goed zichtbaar in de klas. Herhaal deze sessie één keer per maand en je
hebt een supercollectie!
Kijk voor meer informatie over pesten ook eens op de website van Stichting School & Veiligheid