16
Gemeente Nijmegen, Bureau Leefomgevingskwaliteit, Archeologie 2016 Carmen Harmsen EEN ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING IN DE REMBRANDTSTRAAT Archeologische Berichten Nijmegen – Briefrapport 210

Een archeologische begeleiding in de Rembrandtstraat

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Een archeologische begeleiding in de Rembrandtstraat

Gemeente Nijmegen, Bureau Leefomgevingskwaliteit, Archeologie2016

Carmen Harmsen

EEn archEologischE bEgElEiding in dE rEmbrandtstraat

Archeologische Berichten Nijmegen – Briefrapport 210

Page 2: Een archeologische begeleiding in de Rembrandtstraat

© 2016 Gemeente Nijmegen, Bureau Leefomgevingskwaliteit, Archeologie

Een archeologische begeleiding in de Rembrandtstraat

C. Harmsen

Vormgeving : R.M.H.C. MolsTekstredactie : H. van Enckevort

In opdracht van : gemeente Nijmegen

Autorisatie : H. van Enckevort

ISSN 2212-5337

Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd in een geautomatiseerd gegevens-bestand of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jo, het besluit van 29 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men daarvoor wet-telijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen).

Voor het overnemen van gedeelte(n) van deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.

De Gemeente Nijmegen aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.

No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without the written permission from the publisher.

laat

A

B

C

vol

vroeg

midden

laat

vroeg

midden

laat

vroeg

vroegmidden

laat

1500

1650

1850

1250

900

450

270

70

190

250

500

800

1100

1800

2000

5300

9000

naChr.

voorChr.

4900

4200

2900

vroeg

midden

laat

noord

zuid

nieu

we

tijd

mid

dele

euw

enRo

mei

nse

tijd

ijzer

tijd

bro

nstij

dne

olith

icum

(jon

ge s

teen

tijd)

mes

olith

icum

(mid

den-

stee

ntijd

)p

aleo

lithi

cum

(oud

e st

eent

ijd)

Page 3: Een archeologische begeleiding in de Rembrandtstraat

3

1 inlEiding

Tussen 16 september en 20 oktober 2015 heeft Bureau Leefomgevingskwaliteit / Archeo-logie van de gemeente Nijmegen in opdracht van het Projectbureau Stadsingenieurs van de gemeente Nijmegen een archeologisch onderzoek uitgevoerd in de Rembrandtstraat (het deel tussen de Frans Halsstraat en de Dommer van Poldersveldweg) in Nijmegen-Oost (fig. 1). Het onderzoek bestond uit een archeologische begeleiding onder pro-tocol opgraven. Aanleiding van het onderzoek was de vervanging van het hoofdriool, huisaansluitingen en herinrichting van de straat door boombakken te vervangen. Het grondverzet is uitgevoerd door de aannemer (grond- en wegenbouwbedrijf Gebr. Van Venrooij). Alle werkzaamheden zijn uitgevoerd volgens de richtlijnen in de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 3.3.

Figuur 1. Locatie van het onderzoeksgebied.� rm

projectcode : Rb4 provincie : Gelderlandgemeente : Nijmegenplaats : Nijmegen-Ooststraat : Rembrandtstraat, tussen de Frans Halsstraat en

de Dommer van Poldersveldwegka dastrale gegevens : HTT02, sectie A, nr. 8383kaartblad : 40CRD-centrumcoördinaat : 189.080 / 427.780opdrachtgever : gemeente Nijmegen, projectbureau stads-

ingenieurs, contactpersoon J. van Zandwijkbevoegd gezag : gemeente Nijmegen, contactpersoon P. Franzenprojectverantwoordelijke : C. HarmsenArchis3-onderzoeks- meldingsnummer : 3299644100soort onderzoek : archeologische begeleiding conform protocol

opgravenoppervlak van het onderzoek : ca. 280 m2voormalig grondgebruik : straatuitvoering van het veldwerk : 16–20 oktober 2015

EEn archEologischE bEgElEiding in dE rEmbrandtstraat

Nijmegen

Bemmel

Weurt

Slijk-EwijkOosterhout

Ressen

Lent

Beuningen

2 km

Page 4: Een archeologische begeleiding in de Rembrandtstraat

4

428060188680

189175

4274600 100 m

4

3

2

1

Figuur 2. Overzicht van archeologisch relevante sporen (zwart) in straten van de Schildersbuurt. 1 tracé van de grachten van het Augusteïsche legerkamp, 2 de arena van het omstreeks 100 gebouwde amfitheater, 3 tribune van het amfitheater, 4 Fort De Verbrande Molen.� jg

Page 5: Een archeologische begeleiding in de Rembrandtstraat

5

1 Deze paragraaf is grotendeels overge-nomen uit de begeleidende tekst van de Archeologische Beleidskaart van de gemeente Nijmegen.

2 Zie Van Enckevort, Franzen & Van der Weyden (2012, 11–14) voor een korte samenvatting van de bestaande kennis over de Schildersbuurt in de Romeinse tijd.

3 Hoek & Wildenberg 2010.

ABK-code en -status : Z-09 (Nijmegen-Oost), terrein van zeer hoge archeologische waarde (waarde 3)

AMK-monumentnummer : 12653, terrein van archeologische waardecomplex en ABR-codering : NKD (canabae legionis)periode(n) : Romeins (ROM), nieuwe tijd (NT)veldteam : Antoinet Daniël (senior KNA-archeoloog),

Carmen Harmsen (KNA-archeoloog), Michiel van Willigen (metaaldetectie)

geomorfologische context : spoelzandwaaiercoördinatie : Kees Brok, Marius van Dambeheer en plaats documentatie : Bureau Leefomgevingskwaliteit / Archeologie

van de gemeente Nijmegen

2 historischE achtErgrond van hEt gEbiEd

Een belangrijk deel van de in het verleden bij archeologisch onderzoek aangetroffen resten in Nijmegen-Oost is afkomstig uit de Romeinse tijd.1 Het gaat daarbij vooral om sporen van militaire activiteiten. Op het Kops Plateau zijn sporen aangetroffen van een legerplaats die tussen 12 voor en 70 na Chr. dateert. Rond deze legerplaats zijn resten van drie kleinere hulptroepenkampementen aangetroffen, die vermoedelijk tus-sen 10 en 20 na Chr. gedateerd mogen worden. Meer van dergelijke kampementen zijn in de omgeving van Oppidum Batavorum in het centrum van Nijmegen aangetroffen. Het einde van de militaire activiteiten op het Kops Plateau wordt gemarkeerd door Bataafse opstand in 69 / 70 na Chr.

Op en rond de Hunerberg zijn sporen aangetroffen van twee legioenskampen, die respectievelijk uit de periode 19–12 voor (het Augusteïsche legioenskamp, fig. 2.1) en 70–104 / 105 na Chr. dateren. Buiten de laatstgenoemde legerplaats, die van het Tiende Legioen, lag de canabae legionis. Hiervan zijn op verschillende plaatsen op de Hunerberg, langs de Berg en Dalseweg en in de Schildersbuurt sporen aangetroffen. Het gaat voornamelijk om resten van bewoning en ambachtelijke activiteiten, maar ook zijn de funderingen van enkele openbare gebouwen gevonden, zoals het forum in het Rooie Dorp en het amfitheater in de Schildersbuurt (fig. 2.2–3). Het is nog niet helemaal duidelijk tot waar de canabae legionis zich uitstrekte. Sporen ervan kunnen dan ook nog op veel plaatsen in Nijmegen-Oost worden aangetroffen. Vanuit Berg en Dal liep een aquaduct naar de legerplaats en canabae legionis. Resten hiervan zijn in het landschap nog zichtbaar, zoals de Broerdijk.

Op verschillende plaatsen zijn rond de legerplaatsen en de canabae legionis over-blijfselen van grafvelden aangetroffen, waar de militairen en de bewoners van de canabae legionis (gescheiden van elkaar) zijn begraven. Dit gebeurde steeds langs de verschillende uitvalswegen. Er lijkt geen sprake te zijn van één groot grafveld, maar van meerdere clusters van graven. De begrenzingen zijn nog onduidelijk. Gezien het feit dat de archeologische kennis van delen van Nijmegen-Oost nogal fragmentarisch is of geheel ontbreekt, is het goed mogelijk dat nog nieuwe clusters van graven aan-getroffen zullen worden.2

Na de Romeinse tijd is de omgeving van het plangebied voornamelijk voor agrarische doeleinden benut. Op een kaart uit de Hottinger-atlas (1783) staan de wegen getekend die nu de namen Daalseweg en Tooropstraat hebben. Deze volgen de loop van de noor-delijke helling van het Hengstdal. Tot de laatste fase van de Nijmeegse vestingwerken behoort het Fort De Verbrande Molen, vernoemd naar molen De Goede Hoop aan de Berg en Dalseweg, die in 1854 door brand verwoest is. Rond 1860 is het fort met drie lunetten gebouwd. Eind 1877 is begonnen met de ontmanteling van het fort.3 De noordwestelijke contouren van het fort liggen direct buiten het plangebied (fig. 2.4). Na de ontmanteling van het fort blijft het plangebied nog een tijd lang tuingrond. De Rembrandtstraat wordt in het begin van de 20e eeuw aangelegd, aan oostelijke zijde dan nog tot de Frans Halsstraat. Pas in de tweede helft van de jaren ’30 wordt de Rembrandtstraat doorgetrokken tot de Dommer van Poldersveldweg en worden ook daar huizen gebouwd die voorzien werden van riolering in de straat.

Page 6: Een archeologische begeleiding in de Rembrandtstraat

6

4 Tegenwoordig Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).

5 Van Enckevort, Franzen & Van der Weyden 2012.

6 Enckevort, H. van, 2015 : PvE Bege-leiding riool- en inrichtingswerkzaam-heden in de Rembrandtstraat tussen de Frans Halsstraat en de Dommer van Poldersveldweg, 11-05-2015, Nijmegen.

In 1978–1979 is door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) archeologisch onderzoek verricht in de Rembrandtstraat.4 Aanleiding voor de graafwerkzaamheden was toen de herinrichting van de straat, waarbij de groenbak-ken geplaatst zijn die bij de huidige werkzaamheden weer verwijderd zijn. Hieruit is naar voren gekomen dat de spoordichtheid in het westelijke deel van de straat groot is, maar dat die naar het oosten toe sterk afneemt (fig. 2–3). Na de kruising met de Frans Halsstraat zijn nog enkele sporen waargenomen, het meest oostelijke deel is zonder sporen. In diezelfde periode zijn aan de noordzijde van de straat drie huizen gebouwd (huisnummers 65A–C). Bij het onderzoek dat hier door de ROB is uitgevoerd zijn meerdere sporen aangetroffen (fig. 2–3). Helaas is dit onderzoek niet uitgewerkt, waardoor de aard en datering van de sporen niet bekend is.

De werkzaamheden in Rembrandtstraat maken deel uit van een plan om de riolen in verschillende straten in de Schildersbuurt te vernieuwen. Deze geplande grootschalige rioleringswerkzaamheden waren in 2012 de aanleiding voor een inventarisatie van de archeologische waarden in dit deel van Nijmegen. Daartoe is een bureauonderzoek uitgevoerd voor de gehele Schildersbuurt. Hieruit zijn aanbevelingen geformuleerd waaruit onder andere het huidige onderzoek is voortgekomen.5

3 doEl van hEt ondErzoEk

Het onderzoek heeft ten doel gehad alle door de rioleringswerkzaamheden bedreigde archeologische waarden te documenteren, en voor zover mogelijk het vondstmateriaal veilig te stellen. In het Programma van Eisen (PvE) zijn algemene en specifieke onder-zoeksvragen geformuleerd.6 Deze vragen worden voor zover als mogelijk in de tekst van deze rapportage beantwoord. De algemene vragen in het PvE hebben betrekking op wat de aard, datering, kwaliteit, omvang, ligging (diepte t.o.v. maaiveld en hoog-teligging t.o.v. nap) en conservering van de archeologische sporen en vondsten en de diverse bodemlagen is. Tevens wordt gevraagd wat de relatie is tussen de aangetroffen resten, de vastgestelde stratigrafie, de bodemgesteldheid en het landschap (geomor-fologie en reliëf ). Tot slot wordt gevraagd of en zo ja hoe de sporen in verband staan met bekende gegevens uit de (naaste) omgeving en wat de historische context is van de archeologische resten. Tevens worden er specifieke vragen gesteld die relevant zijn indien er graven, wegen, verkavelingsstructuren en zaken uit de Tweede Wereldoorlog worden aangetroffen.

4 mEthodiEk van vEldwErk En uitwErking

Alle veldgegevens binnen het onderzoek in de Rembrandtstraat zijn geadministreerd als werkput 1 (fig. 3). Het nieuwe riool is gedeeltelijk aangelegd in het bestaande riooltracé. Om die reden waren voornamelijk de profielen van de rioolsleuven van belang om de bodemopbouw te bestuderen en eventuele sporen te documenteren. Vier profielkolom-men zijn op tekening gedocumenteerd, drie in het zuidprofiel en een in het noordprofiel. Andere profielkolommen zijn op foto gedocumenteerd. Bij de aanleg van het vlak is met de metaaldetector gezocht naar metalen voorwerpen. Sporen zijn met behulp van een lokaal meetsysteem ingemeten en bij de uitwerking digitaal geplot op de kaart. Alle vondsten zijn ingevoerd in ArcheoLink en beschreven in dit rapport. Daarna is in overleg met de depothouder van het Gemeentelijke Depot voor Bodemvondsten van de gemeente Nijmegen een deel van de vondsten geselecteerd voor deponering, de overige vondsten zijn gedeselecteerd.

Page 7: Een archeologische begeleiding in de Rembrandtstraat

7

7 Harmsen & Van Enckevort 2015, fig. 8 en 9.

8 Deze kaarten zijn zelf een aanvulling op een eerdere versie in Van Encke-vort, Franzen & Van der Weyden 2012, 10, fig. 5.

5 rEsultatEn van hEt vEldwErk

5.1 Bodemopbouw

Het onderzochte terrein is gelegen op de noordelijke helling van het Hengstdal, een tijdens de voorlaatste ijstijd door smeltwater gevormd dal in de voor de stuwwal gelegen sandrafzettingen. Voordat dit deel van Nijmegen bebouwd werd zullen erosieprocessen een belangrijke rol hebben gespeeld bij de vorming van het reliëf. Het huidige maaiveld in de Rembrandstraat varieert sterk, van 45,3 m +nap op de kruising met de Frans Halsstraat naar 49,7 m +nap op de kruising met de Dommer van Poldersveldtweg, een hoogteverschil van 4,4 m.

Tijdens het veldwerk is nergens een intacte bodemopbouw waargenomen. De C-horizont (laag 5040) werd in het meest westelijke onderzochte deel al op ca. 60 cm onder het straatniveau bereikt. Direct daarboven zijn recent verstoorde lagen aangetroffen. De overgang tussen deze twee pakketten was scherp begrensd (fig. 4). Naarmate de werkzaamheden zich verder in oostelijke richting voortzetten werd het recente pakket dunner, tot ca. 40 cm. Het recente pakket is waarschijnlijk ontstaan bij de herinrichting van de straat, aan het eind van de jaren ’70 van de vorige eeuw. Gezien het ontbreken van sporen in dit deel van de Rembrandstraat tijdens het vorige archeologische onderzoek in de jaren ’70 mag aangenomen worden dat bij de aanleg van de Rembrandstraat de A / B-horizont en het bovenste deel van de C-horizont al zijn verwijderd.

Door het ontbreken van een intacte overgang van de C- naar een B-horizont in dit deel van de Rembrandtstraat, is het niet mogelijk de figuren in het rapport over arche-ologisch onderzoek in delen van de Frans Halsstraat en Daalseweg verder aan te vullen.7 Op die kaarten wordt de hoogte van de C-horizont in meters +nap weergegeven, en de diepte van de archeologisch relevante lagen in meters onder het huidige maaiveld.8 De oorspronkelijke top van de C-horizont zal dicht onder het huidige maaiveldniveau gelegen hebben, of wellicht zelfs daarboven.

5.2 Sporen

Bij het verwijderen van de in de jaren ’70 geplaatste boombakken zijn geen vondsten of sporen aangetroffen. De bakken waren gevuld met van elders aangevoerde schone tuingrond. De bakken reikten tot in de C-horizont. In het westelijke deel van de straat zijn wel kuilen uit recente tijd waargenomen bij de aanleg van het nieuwe riool. Kuil 1 (S.1.1, fig. 3 en 5.1) is gezien in het noordprofiel in het tracé van het hoofdriool, en een tweede kuil (S.1.2, fig. 3) in het oostprofiel in een van de huisaansluitingen. Deze

S1.3

S1.2S1.1

42783918

8977

1891

55

4277560 25 m

58

72

65A–C

Figuur 3. Werkput- en allesporenkaart met de in de tekst genoemde huisnummers, in grijstint de huidige bebouwing en de sporen van de ROB en in groen de verwijderde boombakken.� rs

Page 8: Een archeologische begeleiding in de Rembrandtstraat

8

Figuur 4. 1 de insteek van het oude riool en de verstoorde bodemopbouw in de profielen aan weerszijden van de rioolsleuf ; 2 opname van het zuidprofiel ter hoogte van huisnummer 58.� mw

1

2

Page 9: Een archeologische begeleiding in de Rembrandtstraat

9

1

2

Figuur 5. 1 recente kuil S1.1 in het noordprofiel ; 2 mogelijk Romeinse kuil of greppel S1.3 in het oostprofiel.� mw�/�ch

Page 10: Een archeologische begeleiding in de Rembrandtstraat

10

9 Determinatie Antoinet Daniël, BLAN.

10 Determinatie aardewerk en overig keramisch materiaal Harry van Enc-kevort, BLAN.

kuilen zijn ruim twee meter breed en ca. 1,20 m diep. In de huisaansluitingen werd het zicht ernstig belemmerd door leidingen die onder de stoep doorliepen. Meer naar het oosten is aan de zuidzijde van de straat, in het oostprofiel bij de huisaansluiting ter hoogte van huisnummer 72, een mogelijk kuil- of greppelspoor (s1.3, fig. 3 en 5.2) waargenomen. Dit spoor, ca. 80 cm breed en 60 cm diep (onderkant op ca. 47,5 m +nap) grenst aan een verstoring die veroorzaakt is door een boom die daar gestaan heeft. Er is geen materiaal waargenomen in het mogelijke spoor maar afgaande op de kleur van de vulling zou het Romeins kunnen zijn. Een andere mogelijkheid is dat het een spoor is dat samenhangt met Fort de Verbrande Molen, waarvan de westgrens op ongeveer die locatie in de straat loopt (fig. 2 en 3). Er zijn geen andere sporen of vondsten waargenomen die aan het fort gekoppeld zouden kunnen worden.

5.3 Vondsten

Aardewerk

Bij de aanleg van de rioolsleuf zijn in de verstoorde bovenlaag zes fragmenten aarde-werk gevonden. Een daarvan is een scherf van handgevormd aardewerk uit de periode die loopt van de late bronstijd tot in de Romeinse tijd.9 Verder zijn vier scherven van gedraaid aardewerk uit de Romeinse tijd gevonden. Deze zijn afkomstig van een vis-sausamfoor type Dressel 2-5 uit Zuid-Frankrijk, een randfragment van een ruwwandige bak type Oehlmann 111 met enigszins verdikte rand afkomstig van de Holdeurn in Berg en Dal, een ruwwandige kan (oor) en een ruwwandige pot Stuart 201 (pot).10 Tot slot kan nog een scherf steengoed uit de nieuwe tijd vermeld worden.

Figuur 6. Binnenzijde van een fragment met vingerafdrukken van een verplaatsbare oven uit de Romeinse tijd. Schaal 1 : 1� rm

Page 11: Een archeologische begeleiding in de Rembrandtstraat

11

11 Cubberley, Lloyd & Roberts 1988.

12 URL : http : // www.encyclope-die-grofkeramiek.nl / grofkeramiek /show / 256, geraadpleegd op 02-03-2016.

13 URL : http : // www.encyclope-die-grofkeramiek.nl / grofkeramiek /show / 255, geraadpleegd op 02-03-2016.

Overigkeramischmateriaal

Uit de verstoorde bovenlaag zijn twee tegula-fragmenten afkomstig. Het derde Romeinse keramische object is waarschijnlijk een fragment van een verplaatsbare oven, zoals die ook gevonden zijn bij de opgraving van ’t Rooie Dorp.11 Het stuk van ca. 2 cm dik valt op door de lichte kromming. De diameter is te groot voor een buis. Aan de binnenzijde is de klei voor het bakken met de hand afgesmeerd (fig. 6). Waarschijnlijk is de oven vervaardigd in de Holdeurnse pottenbakkerijen. De overige fragmenten keramisch bouwmateriaal dateren uit de nieuwe tijd. Het gaat om vijf fragmenten van baksteen (veldbrandsteen). Een van deze baksteenfragmenten is gevonden in kuil s1.1. Uit dit spoor zijn ook een fragment van een dakpan van na de Tweede Wereldoorlog en een stukje leisteen afkomstig.

Van de rioolbuizen die in de jaren ’30 van de vorige eeuw tijdens de aanleg van het riool zijn gelegd, en die bij de huidige graafwerkzaamheden verwijderd zijn, zijn twee gestempelde fragmenten als vondst verzameld. Het ene stempel vermeldt de fabrieks-naam JACQUES LAUMANS REUVER (fig. 7.1). Dit verwijst naar de fabriek van de familie Laumans in Reuver waar vanaf 1913 gresbuizen geproduceerd werden.12 Het andere stempel vermeldt de fabrieksnaam JANSSEN WILLEMSEN REUVER, met daaronder 1 / 8 (fig. 7.2). Dit bedrijf produceerde tussen 1910 en 1974 gresbuizen.13 Tij-dens het veldwerk zijn nog enkele andere gestempelde gresbuisfragmenten fotografisch

Figuur 7. Stempels op gresbuizen. Schaal 1 : 1 (1), 1 : 2.� rm�(1–2)�/�mw

13

5

2

4 6

Page 12: Een archeologische begeleiding in de Rembrandtstraat

12

14 URL : http : // www.dakpannen-han-del.nl / dakpan-fabrikanten / gebr-teeu-wen / , geraadpleegd op 02-03-2016.

15 Ickenroth e.a. 1994.

vastgelegd. Van de twee bovengenoemde firma’s zijn stempels gezien met de toevoeging VACUUM, genoteerd onder de fabrieksnaam (fig. 7.3–4).14 De derde firma-naam die op twee van de stempels is gezien, is GEBR. TEEUWEN, met daaronder de binnen-diameter van de buis vermeld : 15 cm (fig. 7.5) en 20 cm (fig. 7.6). Ook deze fabriek was gevestigd in Reuver.15

6 synthEsE

Bij het vernieuwen van het riool en de huisaansluitingen in het oostelijke deel van de Rembrandtstraat (het deel tussen de Frans Halsstraat en de Dommer van Polders-veldweg) zijn nauwelijks archeologische sporen en vondsten aangetroffen. Op basis van de resultaten van het veldwerk en de analyse van de vondsten kunnen de in het Programma van Eisen verwoorde vragen veelal niet of maar zeer beperkt beantwoord worden. Slechts een spoor zou mogelijk uit de Romeinse tijd kunnen stammen, maar door het ontbreken van vondstmateriaal bestaat daarover geen zekerheid. Beide andere gedocumenteerde kuilen zijn van zeer recente datum. Aan de verstoorde bodemopbouw is duidelijk te zien dat het oorspronkelijke maaiveld in het onderzochte deel van de straat niet meer aanwezig is. Recente en vergraven lagen met daarin nauwelijks vond-sten uit de Romeinse tijd liggen direct, met een scherpe overgang op de C-horizont.

Met het ontbreken van intacte oude cultuurlagen en sporen uit de Romeinse tijd in de straat werd, na een bestudering van de veldtekeningen uit de jaren ’70, vooraf reke-ning mee gehouden. Dat er geen intacte cultuurlagen en sporen in de huisaansluitingen werden aangetroffen was niet verwacht, ook al omdat de opgraving van de ROB op de locatie van de huisnummers 65A–C (fig. 3) had aangetoond dat de percelen die direct aan de straat grenzen wel degelijk nog archeologische resten bevatten. Vermoedelijk is bij de aanleg van de Rembrandtstraat de bodem tot aan de grenzen van de aanpalende percelen geheel vergraven. De bodemopbouw op de percelen lijkt daar waar niet gebouwd is nog intact te zijn. Dat is ook goed te zien, het maaiveld in de voortuinen loopt aan beide zijden van de straat op. De kans op een intacte bodemopbouw en dus de aanwezigheid van archeologische sporen op de percelen aan de Rembrandstraat is dan ook groot.

Toekomstig archeologisch onderzoek in dit deel van de Rembrandtstraat levert geen resultaten op omdat het geheel afgegraven is. De situatie op de aangrenzende percelen is anders. Daar waar geen bebouwing staat moet men rekening houden met archeologische resten die nog in de bodem bewaard gebleven zijn.

Page 13: Een archeologische begeleiding in de Rembrandtstraat

13

litEratuur

Cubberley, A.L., J.A. Lloyd & P.C.Roberts,1988 : Testa and clibani. The baking covers of classical Italy, Papers of the British School at Rome 56, 98-120.

Dressel, H., 1899 : Inscriptiones Urbis Romae Latinae. Instrumentum Domesticum, Berolini, (Corpus Inscriptionum Latinarum XV,2).

Enckevort, H. van, P.F.J. Franzen & T.J.S.M van der Weyden, 2012 : Romeinse resten in de Nijmeegse Schildersbuurt. Een archeologisch bureau-onderzoek, Nijmegen (Arche-ologische Berichten Nijmegen – Briefrapport 126).

Harmsen, C. & H. van Enckevort, 2015 : In de periferie van de canabae legionis. Arche-ologisch onderzoek in de Frans Halsstraat en de Daalseweg, Nijmegen (Archeologische Berichten Nijmegen – Briefrapport 192).

Hoek, R.G.J.M. & J.J.A.J. Wildenberg, 2010 : Fort de Verbrande Molen in Nijmegen. Een archeologisch proefsleuvenonderzoek, Nijmegen (Archeologische Berichten Nijme-gen – Briefrapport 79).

Ickenroth, J. e.a., 1994 : De kleiwarenindustrie in Belfeld, Reuver, Beesel en Swalmen, Reuver.

Oelmann, F., 1914 / 1968 : Die Keramik des Kastells Niederbieber, Frankfurt am Mian / Bon (Materialen zur römisch-Germanischen Keramik I).

Stuart, P., 1977 : Gewoon aardewerk uit de Romeinse legerplaats en de bijbehorende graf-velden te Nijmegen, Nijmegen (Beschrijving van de verzamelingen in het Rijksmuseum G.M. Kam te Nijmegen 6).

Illustratieverantwoording

ch Carmen Harmsenjg Jean Francois Gentenaarmw Michiel van Willigenrm Rob Molsrs Robin Stoots

Lijstvanafgebeeldevondsten

figuurnummer vondstnummer

6 5

7.1 1

7.2 4

Page 14: Een archeologische begeleiding in de Rembrandtstraat

14

Page 15: Een archeologische begeleiding in de Rembrandtstraat

15

Page 16: Een archeologische begeleiding in de Rembrandtstraat

16

Uitgave

Bureau LeefomgevingskwaliteitArcheologiePostbus 91056500 HG NIJMEGEN