Upload
others
View
3
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
B. Jans en Y. Glupczynski Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), OD Volksgezondheid en surveillance, Brussel,
Nationaal referentiecentrum (NRC) voor resistente enterobacteriën, UCL, Mont-Godinne.
Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE)
in België:
1 januari 2012 tot 30 april 2013
DEFINITIE “CPE-STAM” In 2012 Enterobacteriaceae: surveillance van K. pneumoniae, E. coli en E. cloacae + andere enterobacteriën welke aan de criteria voldoen Resistent (I/R) voor minstens één carbapenem (meropenem, imipenem, ertapenem) volgens
EUCAST of CLSI criteria Carbapenemaseproductie bevestigd door het Nationaal Referentiecentrum (NRC) Vanaf januari 2013 Enterobacteriaceae: surveillance met focus op K. pneumoniae en E. coli + andere enterobacteriën welke aan de criteria voldoen, enkel bij verdenking van een epidemie epidemie = één of meerdere gevallen (zelfde carbapenemase) in een ziekenhuis, binnen de periode van 1 maand. Resistent of Intermediair (I/R) voor meropenem volgens EUCAST of CLSI criteria DE SURVEILLANCE HEEFT BETREKKING OP door het NRC bevestigde carbapenemase producerende stammen, melding van CPE gevallen (zonder bevestiging door het NRC) door ziekenhuizen: - in een reeds gedocumenteerde en bevestigde epidemische context, - met ‘in house’ ervaring met carbapenemase identificatie. EXCLUSIE VAN DUBBELS: m.n. indien een CPE+ patiënt meermaals in de surveillancedatabank voorkomt (met zelfde
carbapenemase) dan wordt enkel de eerste stam van deze patiënt in de analyse opgenomen. 2
Definities en methodologie
3
Aantal stammen en patiënten in de surveillance van 1 januari 2012 tot 30 april 2013
Totaal 1076 stammen
CPE-negatief 450 stammen (41.8%)
CPE-positief 626 stammen bij 594 CPE+ patiënten: 566 patiënten komen slechts éénmaal voor in de databank 28 patiënten met dubbels: 24 patiënten (2 maal), 4 patiënten (3 maal)
Type dubbels CPE-positieve patiënt (met éénzelfde carbapenemase): - Identificatie tijdens hospitalisatie en contrôlekweek door privé laboratorium na ziekenhuisontslag, - Identificatie door privé labo en staalafname tijdens een latere ziekenhuisopname, - Heropgenomen (met contrôlekweken) in éénzelfde ziekenhuis, - met opeenvolgende opnames/transfers in/uit meerdere verschillende ziekenhuizen (max. 3 ≠), - met meerdere staalafnames (zelfde carbapenemase) tijdens éénzelfde ziekenhuisverblijf: afgenomen op dezelfde dag of op verschillende dagen, afgenomen thv éénzelfde anatomische lokalisatie of van verschillende lokalisaties, met identificatie van verschillende bacteriële species (max. 3 ≠) Voor de hierna volgende analyse werden - dubbels uitgesloten: elke patiënt wordt slechts éénmaal geteld (de eerste CPE+ stam).
4
Aantal laboratoria met melding van CPE-stammen
5
Aantal laboratoria met melding van CPE-stammen
Totaal: 69 laboratoria (594 CPE-stammen) 59 ziekenhuislaboratoria (566 stammen)
10 private laboratoria (28 stammen)
0
5
10
15
20
25
30
Aant
al la
bora
toria
Ziekenhuis lab Privé lab Linéaire (Ziekenhuis lab)
2012 2013
6
Nieuwe gerapporteerde CPE-stammen
Maandelijks aantal nieuwe CPE-stammen: verdeling volgens bacteriële species 1/1 /2012 - 30/04/2013
7
23 27
43
23
33
18 20 25
35 41
23 21 24 25 20
16
4 3
2
2
4
2 1
2
3
5
5 3
4 3 4
1
2 4
3
1
2
1
7
3
8
3 3
3 3 3
3
0
10
20
30
40
50
60
70
Aant
al n
ieuw
e CP
E-st
amm
en Multi species
Andere enterobacteriënK. oxytocaC. freundiiE. cloacaeE. coliK. pneumoniae
2012 2013
n=594 CPE+ stammen
| +149 | +131 | +179 | +135 |
Maandelijks aantal nieuwe CPE-stammen: verdeling volgens type carbapenemase 1/1 /2012 - 30/04/2013
8
32 31
51
23
37
18 17
29
42 45
32 28 31
24 28
20
2 2
3
3
5 4
2
8 10
3
1 3
8 3
5
0
10
20
30
40
50
60
70
Aant
al n
ieuw
eCPE
-sta
mm
en
Meerdere
Andere (GES, IMI)
NDM
VIM-1
KPC-2
OXA-48
2012 2013
n= 594 CPE+ stammen
9
Bacteriële species en carbapenemase type
Bacteriële species en carbapenemase type (%) 1/1 /2012 - 30/04/2013
Bacteriële species
K. pneumoniae
70.2%
E. cloacae 8.3%
E. coli 8.1%
C. freundii 5.7%
K. oxytoca 4.7%
Andere 1.5%
Meerdere 1.5%
Carbapenemase type
OXA-48 82.2%
KPC-2 10.4%
VIM-1 5.1%
NDM 1.7%
GES 0.2%
IMI 0.2%
Meerdere 0.4%
10 Andere: E. kobei, E. asburiae, S. marcescens, H. alvei, M. morganii, P. rettgeri; R. ornithinolytica
Meerdere: OXA-48 + NDM-1, OXA-48+VIM
K. pneumoniae (417) en E. coli (48) = 78.3% van alle CPE
OXA-48 (488) en KPC-2 (62) = 92.6 % van alle CPE
K. pneumoniae (n = 417)
OXA-48 85%
KPC 14%
VIM GES NDM OXA+VIM
E. coli (n = 48)
OXA-48 93%
KPC 2%
VIM 2%
NDM 3%
11
Type van carbapenemasen bij K. pneumoniae en bij E. coli 1/1 /2012 - 30/04/2013
12
CPE type OXA-48: 1/1/2012 tot 30/04/2013 (n=488 nieuwe gevallen)
Verband met het buitenland: 27 gevallen
3
2
2
5 12
3
13
CPE type KPC-2: 1/1/2012 tot 30/04/2013 (n=62 nieuwe gevallen)
Verband met het buitenland: 9 gevallen
1
6 2
38/39 KPC-positieve gevallen in de provincie Luik vertonen géén verband met het buitenland. Clusters in 4 ziekenhuizen.
14
CPE type VIM-1: 1/1/2012 tot 30/04/2013 (n=30 nieuwe gevallen)
Verband met het buitenland: 2 gevallen
1 1
15
CPE type NDM: 1/1/2012 tot 30/04/2013 (n=10 nieuwe gevallen)
Verband met het buitenland: 5 gevallen
5/10 NDM-positieve gevallen vertonen géén verband met het buitenland.
1
2 1
1
16
Indicatie voor staalafname
OXA-48 KPC-2 VIM-1 NDM TOTAAL* Aantal patiënten 488 62 30 10 594 Indicaties /context voor staalafname (gegevens beschikbaar voor 584 patiënten) Screening context 54% 23% 48.3% 70% 50.9% Klinische context 46% 77% 51.7% 30% 49.1%
Indicatie voor staalafname
*Totaal: met inbegrip van CPE+ patiënten met carbapenemases van het type GES, IMI, OXA+VIM,..
17
Anatomische sites bij staalafname voor screening 1/1 /2012 - 30/04/2013
Rectale wisser n= 261
88%
Faeces n= 3
Urine n= 10
Respiratoir n= 3
Meerdere sites n= 13
Andere n= 7
18
n= 297 patiënten met screeningstaal (50.9%)
Meerdere (n=13) n. Rectale wisser +
• respiratoir 5
• urine 6
• wonde 1
Urine + ander n. spec. 1
Andere (n=7) n. Keelwisser 4
Perineum/huid wisser 2
Ander, n. spec. 1
Anatomische sites bij staalafname in een klinische context 1/1 /2012 - 30/04/2013
Urine
n= 174 61%
Respiratoir n= 58 20% Wonde
n=27 10%
Bloed, katheter
n= 15 5%
Andere n= 8
Meerdere n= 2
19
n= 284 patiënten met staal afgenomen in klinische context (49.1%)
Meerdere (n=2) n. Urine + wonde 1
Bronchusapiraat + drainagevocht
1
Andere (n=8) n. Peritoneale katheter of vocht, ascites
3
CSV 1
Stoelgang 3
Info niet beschikbaar 1
20
Infectieuse status en recente
antibioticabehandeling
OXA-48 KPC-2 VIM-1 NDM TOTAAL* Aantal patiënten 488 62 30 10 594 Recente behandeling met antibiotica (gegevens voor 227 patiënten) Recente antibiotica- behandeling
79.5% 83.3% 87.5% 83.3% 80.6%
Infectieuse status bij CPE-positieve patiënten (gegevens voor 549 patiënten) Kolonisatie 62.1% 44.8% 62.1% 77.8% 60.5% Infectie 37.9% 55.2% 37.9% 22.2% 39.5%
Infectieuse status en recente antibioticabehandeling
*Totaal: met inbegrip van CPE+ patiënten met carbapenemases van het type GES, IMI, OXA+VIM,..
21
22
Hospitalisatieafdeling
OXA-48 KPC-2 VIM-1 NDM TOTAAL* Aantal patiënten 488 62 30 10 594 Gemiddelde leeftijd (min-max)
75.9 j. (1-101)
74 j. (24-90)
61.4 j. (31-92)
54.9 j. (19-88)
74.5 j. (1-101)
Sex ratio (M/V) 0.9 0.8 1.4 1 0.9 Gehospitaliseerd of ambulant (gegevens beschikbaar voor 584 patiënten) Gehospitaliseerd Ambulant
90.0% 10.0%
93.4% 6.6%
96.7% 3.3%
100% 0%
90.9% 9.1%
Ziekenhuisafdeling waar CPE gedetecteerd werd (gegevens voor 526 patiënten) IZ, brandw., hemato-onco 22.8% 35.1% 75.9% 20.0% 27.2% Geriatrie, Sp, revalidatie, palliatief
37.6% 26.3% 0.0% 10.0% 33.7%
Geneeskunde 21.4% 31.6% 6.9% 40.0% 22.0% Heelkunde 11.5% 3.5% 17.2% 20.0% 11.0% Andere, meerdere 6.8% 3.5% 0.0% 10.0% 6.1%
Ziekenhuisafdeling waar de patiënt verblijft bij detectie van CPE
23
* Totaal: met inbegrip van CPE+ patiënten met carbapenemasen van het type GES, IMI, OXA+VIM, …
24
Voorgeschiedenis
OXA-48 KPC-2 VIM-1 NDM TOTAAL* Aantal patiënten 488 62 30 10 594 CPE+ patiënten met ziekenhuisverblijf in België – in het buitenland (gegevens voor 346 patiënten) Hospitalisatie/verblijf in buitenland
10.2% 20.9% 8.3% 50.0% 13.0%
Recent verblijf in ziekenhuis/WZC in België
55.1% 48.8% 50.0% 30.0% 52.6%
Geen recent verblijf in ziekenhuis / WZC
30.6% 27.9% 33.3% 20.0% 30.4%
Voorgeschiedenis: recent ziekenhuisverblijf in België - in het buitenland
25
* Totaal: met inbegrip van CPE+ patiënten met carbapenemasen van het type GES, IMI, OXA+VIM, …
CPE-positieve patiënten: verband met een hospitalisatie /verblijf in het buitenland (n=44)
26
Landen Aantal gevallen OXA-48 KPC-2 VIM-1 NDM MIX Marokko 9 9 Griekenland, Kreta 8 2 5 1 Turkije 8 7 1 India 5 4 1 Italië 3 3
Egypte 2 1 1 Tunesië 2 2 Algerije 1 1 Senegal 1 1 Thailand 1 1 Roemenië 1 1 Vietnam 1 1 Libië en Tunesië 1 1 Frankrijk 1 1 TOTAAL 44 26 9 2 5 2
27
Clusters en uitbraken
28
Aantal ziekenhuizen met melding van CPE-clusters 1 januari 2012 tot 30 april 2013
Sinds 1 januari 2012: 16 ziekenhuizen melden CPE-clusters (≥ 1). Dit aantal is zonder enige twijfel een onderschatting van het probleem.
Aantal ziekenhuizen met cluster van het type:
Evolutie van het aantal nieuwe patiënten met CPE 1/1/2012 – 30/04/2013
0
10
20
30
40
50
60
70
Aant
al n
ieuw
e pa
tiënt
en m
et C
PE
0
10
20
30
40
50
60
70
Aant
al n
ieuw
e pa
tiënt
en m
et C
PE Alle ziekenhuizen Alle ziekenhuizen behalve ziekenhuis met
belangrijke outbreak
n = 417 stammen: K. pneumoniae: 67%, E. coli: 9% OXA-48: 75%, KPC: 15%, VIM: 7% Gemid. leeftijd: 72 j (OXA-48: 74, KPC: 74, VIM: 61) % met infectie: 46% (urinair: 60%, respiratoir: 22%) Ziekenhuisafdeling: IZ/hemato-onco/burn: 34%, geneeskunde: 24%, geriatrie: 23% Voorgeschiedenis: ZH/WZC België: 47%, géén ZH/WZC: 34%, buitenland: 14%
n = 594 stammen: K. pneumoniae: 70%, E. coli: 8% OXA-48: 82%, KPC: 10%, VIM: 5% Gemid. leeftijd: 74.5 j (OXA-48: 76, KPC: 74, VIM: 61) % met infectie: 39.5% (urinair: 59%, respiratoir: 21%) Ziekenhuisafdeling: IZ/hemato-onco/burn: 27%, geneeskunde: 22%, geriatrie: 34% Voorgeschiedenis: ZH/WZC België: 53%, géén ZH/WZC: 30%, buitenland: 13%
Besluit
• Toename van het aantal laboratoria met melding van CPE-verdachte stammen (NRC)
• In België: vooral K. pneumoniae, type OXA-48 en type KPC • CPE+ patiënten zijn meestal ouderen (gemiddelde leeftijd 75 jaar) • Vergeleken met OXA-48-gevallen lijken KPC+ gevallen ernstiger: meer infecties, geïsoleerd uit klinische
stalen, patiënten verblijven vaak in hoog risico afdelingen (IZ, hemato-oncologie,..).
• Slechts 21% van de KPC+ gevallen zijn gelinkt aan ziekenhuistransfer uit/verblijf in het buitenland. Voor OXA-48 positieve gevallen is dit percentage nog lager (10.2%). Anderzijds verbleef de helft van alle CPE-positieve patënten recent in een ziekenhuis/WZC in België.
• CPE type OXA-48: raakt alle provincies en is endemisch in de provincie Antwerpen en epidemisch in de provincie Oost-Vlaanderen
• Voorkomen van KPC-clusters (klonaal) en lokale/regionale verspreiding in de provincie Luik met uitbreiding naar de provincie Luxemburg (3de kwartaal 2012).
• Voorkomen van CPE type NDM zonder link met het buitenland (5/10) in regio Brussel en Provincie West-Vlaanderen.
30