11
Grammar Unit 7 Grammar Unit 7 HD 7.1 t/m 7.8 HD 7.1 t/m 7.8

Grammatica unit 7

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Grammatica unit 7

Grammar Unit 7Grammar Unit 7

HD 7.1 t/m 7.8HD 7.1 t/m 7.8

Page 2: Grammatica unit 7

7.1 Present Simple en 7.1 Present Simple en Continuous <-> Past Simple Continuous <-> Past Simple en Continuousen ContinuousPresent SimplePresent Simple Vorm: Vorm:

Every morning John Every morning John goesgoes to school by bike to school by bike (he/she/it: ww + s)(he/she/it: ww + s)

Gebruik:Gebruik:Feit, gewoonten (altijd, nooit, regelmatig)Feit, gewoonten (altijd, nooit, regelmatig)

SignaalwoordenSignaalwoordenEvery …, usually, always, never, etc.Every …, usually, always, never, etc.

Page 3: Grammatica unit 7

Present ContinuousPresent Continuous Vorm: Vorm:

At the moment I At the moment I am listeningam listening to to music (vorm van ‘be’ + ww + ing)music (vorm van ‘be’ + ww + ing)

Gebruik:Gebruik:Nu bezig, aan de gangNu bezig, aan de gang

SignaalwoordenSignaalwoordenAt the moment, currently, (right) now, At the moment, currently, (right) now, etc.etc.

Page 4: Grammatica unit 7

Past SimplePast Simple Vorm: Vorm:

Yesterday I Yesterday I wentwent to school (-ed of 2 to school (-ed of 2ee rijtje)rijtje)

Gebruik:Gebruik:Verleden; afgeslotenVerleden; afgesloten

SignaalwoordenSignaalwoordenTijdsaanduiding:Tijdsaanduiding: Yesterday, Last Yesterday, Last week/month/year, … ago, ‘jaartal’, etc.week/month/year, … ago, ‘jaartal’, etc.

Page 5: Grammatica unit 7

Past ContinuousPast Continuous Vorm: Vorm:

I I was doingwas doing the dishes when Dad suddenly the dishes when Dad suddenly came in. (was/were + ww + ing)came in. (was/were + ww + ing)

Gebruik:Gebruik:- in het verleden bezig, aan de gang (2 - in het verleden bezig, aan de gang (2 handelingen in de zin: terwijl er iets bezig handelingen in de zin: terwijl er iets bezig was, gebeurde er iets anders) was, gebeurde er iets anders)

SignaalwoordenSignaalwoordenwhenwhen

Page 6: Grammatica unit 7

7.3 Present perfect 7.3 Present perfect continuous / past perfect continuous / past perfect ContinuousContinuousPresent Perfect ContinuousPresent Perfect Continuous Vorm: Vorm:

have / has + been + ww + -inghave / has + been + ww + -ing Gebruik:Gebruik:

Toen begonnen; nu nog steeds zoToen begonnen; nu nog steeds zoVaak nadruk op tijdsduurVaak nadruk op tijdsduur

SignaalwoordenSignaalwoordenfor …, since … for …, since …

I have been waiting for the bus for hours now!I have been waiting for the bus for hours now!

Page 7: Grammatica unit 7

Past Perfect ContinuousPast Perfect Continuous Vorm: Vorm:

had + been + ww + -inghad + been + ww + -ing Gebruik:Gebruik:

Bezig op een moment in het verleden. Bezig op een moment in het verleden. Vaak om aan te geven dat iets al enige tijd Vaak om aan te geven dat iets al enige tijd bezig wasbezig was

SignaalwoordenSignaalwoordenfor …, since … for …, since …

I had been training for the Olympics for years I had been training for the Olympics for years when I finally got the chance to participate!when I finally got the chance to participate!

Page 8: Grammatica unit 7

7.4 Passive7.4 Passive

Vorm: Vorm: – vorm van ’to be’ (worden) + voltooid vorm van ’to be’ (worden) + voltooid

deelwoord deelwoord Wanneer gebruik je het?Wanneer gebruik je het?

– Om aan te geven wat er gebeurt; het is Om aan te geven wat er gebeurt; het is niet belangrijk wie het doet:niet belangrijk wie het doet:

Het onderwerp doet NIETS!Het onderwerp doet NIETS!

Page 9: Grammatica unit 7

Present Passive: Present Passive: – Tim Tim is askedis asked to leave the room to leave the room

Past PassivePast Passive– Tim Tim was askedwas asked to leave the room to leave the room

Present Perfect PassivePresent Perfect Passive– We’We’ve been toldve been told not to leave yet not to leave yet

To be: To be: am/is/aream/is/are voor present passive voor present passive was/werewas/were voor past passive voor past passive

have beenhave been voor present perfect passive voor present perfect passive+ voltooid deelwoord+ voltooid deelwoord

Page 10: Grammatica unit 7

7. 7 much / many etc.7. 7 much / many etc.

Many = meervoudMany = meervoudMuch = enkelvoud (ontelbaar)Much = enkelvoud (ontelbaar)

Many kisses, much loveMany kisses, much love

(a) Few = meervoud(a) Few = meervoud(a) Little = enkelvoud (ontelbaar)(a) Little = enkelvoud (ontelbaar)

Little water, few canoesLittle water, few canoes

In bevestigende zinnen (zinnen zonder ontkenning) gebruik je a In bevestigende zinnen (zinnen zonder ontkenning) gebruik je a lot of ipv much.lot of ipv much.

Page 11: Grammatica unit 7

7.8 some <-> any7.8 some <-> any Betekenis: enige, een paarBetekenis: enige, een paar

Any: Any: Vraag ?Vraag ? Ontkenning (NOT)Ontkenning (NOT)

Something / (not) anything : (n)ietsSomething / (not) anything : (n)ietsSomebody / (not) anybody : (n)iemandSomebody / (not) anybody : (n)iemandSomewhere / (not) anywhere : (n)ergensSomewhere / (not) anywhere : (n)ergens

Some:

Bevestigend

Als het geen vraag en geen ontkenning is!