Upload
others
View
3
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1: Definities en onderwerpen 2Definities 3
Macro 3
AFbeeldingsmaatstaf 5
Sensorformaat 7
Pixeldichtheid 10
Samenvatting 13
Onderwerpen 16
Natuur 16
Sieraden 17
Producten 18
Techniek 19
Voeding 20
Druppels 21
Abstract 22
Video 23
Samenvatting 23
Hoofdstuk 2: Gereedschap 24Camera 25
Compactcamera 25
Systeemcamera 27
Lenzen 31
Belichting 39
Bestaand licht 39
Flitsen 41
Accessoires 43
Tussenring 43
Extenders 45
Balg en lensomkering 46
Statief 47
Afstandsbediening 49
Polarisatiefilter 50
vii
Overig 52
Samenvatting 53
Hoofdstuk 3: Instellingen 54Scherpte 55
Scherpstelling 56
Bewegingsonscherpte 60
Optische onscherpte 62
Beeldvormingsonscherpte 63
RAW-JPEG 65
Scherptediepte 66
Belichting 69
Lichtmeetmethode 69
Belichtingscompensatie 69
Belichtingstrapje 72
Programmakeuze 73
Kleur 75
Cameraprofiel 75
AdobeRGB en sRGB 76
Witbalans 76
Verzadiging, contrast en kleurtoon 77
Zwart-wit 78
Kleur beoordelen 80
Samenvatting 80
Hoofdstuk 4: Compositie 82Eyecatcher 83
Regel van 1/3 86
Beeldkader 88
Brandpunt-standpunt 91
Voor- en achtergrondonscherpte 93
Samenvatting 96
Hoofdstuk 5: Weer, plaats en tijd 98Checklist 99
Weersverwachting en zonnestand 100
Openingstijden 104
Routebeschrijving en lokale omstandigheden 105
Samenvatting 106
viii
Hoofdstuk 6: Werken met RAW 108RAW-converters 109
Lightroom in de praktijk 111
Interface 112
Witbalans (deelvenster Standaard) 115
Belichting (deelvenster Standaard) 116
Kleurtoon, Verzadiging, Helderheid en Zwart-wit (deelvenster HSL) 119
Detail en ruisonderdrukking (deelvenster Details) 120
Lensafwijkingen (deelvenster Lenscorrectie) 122
Camerakalibratie 122
Exporteren 123
Sneltoetsen in Lightroom 125
RAW of JPEG 125
Samenvatting 126
Hoofdstuk 7: Focus stacking 128Principe scherptediepte 129
Voorbereiding 131
Voordelen 133
Samenvoeging 134
Handmatig 134
Photoshop CC 136
Speciale software 136
Samenvatting 138
Hoofdstuk 8: Publicatie 140Resolutie en beeldverhouding 141
Resolutie 141
Beeldverhouding 146
Foto’s verscherpen 150
Verscherpingsmethodes 151
Bestandstype en kleurruimte 157
Bestandstype 157
Kleurruimte 157
Samenvatting 160
ix
Hoofdstuk 9: In het veld met.... 162Huub de Waard 163
Microfotografie 163
Johan van de Watering 174
Bosanemoon 174
Juffers 177
Vlinders 180
Leon Baas 184
Larven 184
Pissebed 186
Distelbok 188
Rode bosmier 188
Opstijgend lieveheersbeestje 190
Index 192
x
ISO 500 • f/5,6 • 1/250s • @200mm
::DEFINITIES EN
ONDERWERPEN
2
::01 DEFINITIES EN ONDERWERPEN
Zoals elk vakgebied heeft ook macrofotografie zijn eigen terminologie. Dit vakjargon is in veel gevallen onvermijdelijk, maar het
werpt wel een drempel op om spontaan met het onderwerp aan de slag te gaan. Voor het juiste begrip van de gebezigde taal
inzake macrofotografie, staan we daarom eerst even stil bij zaken als macro, afbeeldingsmaatstaf en pixeldichtheid en bespre-
ken we welke onderwerpen zich lenen voor het maken van macrofoto’s.
DEFINITIES
MACRO
Als we de letterlijke vertaling van macro opzoeken, dan zien we dat het woord stamt
uit het Grieks en dat het als voorvoegsel betrekking heeft op iets relatief groots,
zoals bij macromolecuul of macro-economie. In de fotografie is een macrofoto ech-
ter een opname van iets kleins en als we dit type fotografie zouden relateren aan het
voorwerp dat we fotograferen, dan zou ‘micro’ eigenlijk een betere aanduiding
geweest zijn. Dat we toch macro gebruiken, ligt in het feit dat het aspect groot niet
gekoppeld is aan het voorwerp, maar aan het beeld dat we er uiteindelijk van
maken. En dat is op zich wel terecht, want macrofotografie is niet zozeer onderschei-
dend omdat we kleine dingen fotograferen, maar omdat we die indrukwekkend
groot willen laten zien.
Of we het nu macro- of microfotografie noemen en welke term het meest van toe-
passing is, is verder niet van belang. Belangrijk om te weten is dat we van een klein
voorwerp of een klein onderdeel van een groter voorwerp een kadervullende foto
maken en dat we het resultaat daarvan in vergrote vorm presenteren op beeld-
scherm of op papier. Hierdoor worden details uitvergroot die we met het blote oog
niet zien of worden elementen uit hun context getrokken, waardoor ze een zekere
abstractie krijgen. In beide gevallen is de aandacht van de kijker gegrepen en daar
gaat het de fotograaf om.
TIP De informatie en voorbeelden in dit hoofdstuk en ook in de rest van ditboek hebben betrekking op de karakteristieken van systeemcamera’s
(spiegelloos of spiegelreflex), waarbij de mogelijkheid bestaat om de
lens te verwisselen. Het is natuurlijk ook mogelijk om macro- en close-
upfoto’s te maken met een compactcamera (vaste lens) of een tele-
foon, maar daarbij zijn de mogelijkheden beperkt. Dit wordt behandeld
in hoofdstuk 2, Gereedschap.
fig01_01
3
4
:: 01 Definities en onderwerpen
Voorbeelden van macrofoto’s.
AFBEELDINGSMAATSTAF
Als we het over macrofotografie hebben, dan betekent dat dus dat we een klein voor-
werp zodanig willen fotograferen, dat we het groot kunnen presenteren. Er is dus
sprake van een vergrotingsfactor. Dit is helaas niet de standaardterm in de fotografie,
want hierin wordt de term afbeeldingsmaatstaf gebezigd. De afbeeldingsmaatstaf is
een begrip uit de analoge tijd en is een karakteristiek van de lens. Ze heeft betrekking
op de verhouding tussen de werkelijke grootte van het voorwerp (V) en de grootte van
het geprojecteerde beeld (B) op de sensor en is maximaal bij de kortste scherpstelaf-
stand. Als we de afbeeldingsmaatstaf L noemen, kunnen we die vergrotingsfactor in
een vergelijking uitdrukken:
L = B / V
De maximale afbeeldingsmaatstaf van een lens (objectief) wordt bereikt bij zijn kort-
ste scherpstelafstand. Bij een zoomlens is dat meestal bij zijn grootste brandpunt,
dus helemaal ingezoomd. Fotografeert u met een bepaalde (zoom)lens bij zijn kort-
ste scherpstelafstand een voorwerp van 4 cm (V) en is het beeld daarvan op de sen-
sor 1 cm groot (B), dan is de vergroting (L) dus 1/4, genoteerd als 1:4 of 0,25 en is
daarmee de maximale Afbeeldingsmaatstaf van die lens. Deze waarde vindt u in veel
gevallen terug in de specificaties van de lens.
TIP Op de frontring van een lens of in de specificaties wordt altijd het maxi-male diafragma vermeld. Dit gebeurt soms met dezelfde notatie als de
maximale afbeeldingsmaatstaf, dus bijvoorbeeld 1:4. Bij het maximale
diafragma wordt hiermee dus eigenlijk f/4 bedoeld. Let er dus bij de
keuze en aanschaf van een nieuwe lens goed op dat u de lendaandui-
ding van het maximale diafragma niet verwart met een vergrotings-
factor van 0,25.
5
Specificaties van een lens met onder andere de
kortste scherpstelafstand en de afbeeldings-
maatstaf (vergrotingsfactor).
Brandpunt (mm) Min.
scherpstelafst.
(cm)
Afbeeldings-
maatstaf
Canon EF 50mm 1.4 50 45 0,15x (1:6,7)
Nikon AF 50mm 1.4G 50 45 0,15x (1:6,7)
Canon EF-S 18-200mm IS 18-200 45 0,25x (1:4)
Nikon AF-S 18-200mm VR 18-200 50 0,22x (1:4,5)
Canon EF 100mm 2.8L IS 100 30 1x (1:1)
Nikon EF 105mm 2.8 VR 105 31 1x (1:1)
Canon EF 500mm 500 370 0,15x (1:6,7)
Nikon EF 500mm 500 400 0,15x (1:6,7)
TIP Elke lens heeft een kortste scherpstelafstand. Dit is de kleinste afstandvan de sensor tot het scherpstelpunt (het hoofdonderwerp) waarop
scherpgesteld kan worden. Is de afstand tussen ‘camera en onderwerp’
kleiner, omdat u een onderwerp groter in het kader wil hebben, dan
kunt u zowel met de autofocus als handmatig geen scherp beeld verkrij-
gen. Bij de meeste lenzen is de kortste afstand ongeveer 20 tot 70 cm. Bij
lenzen met een lang brandpunt kan die afstand oplopen tot meer dan
een meter.
Hoe groter de getalswaarde van de afbeeldingsmaatstaf, hoe meer ‘macro’ gefoto-
grafeerd kan worden. In hoofdstuk 2 bespreken we macrolenzen en deze kenmer-
ken zich door een maximale afbeeldingsmaatstaf van 1:1. Dat betekent dat bij de
kortste scherpstelafstand een voorwerp van 1 cm een beeld op de sensor vormt van
1 cm.
Fotografeert u met een lens op grotere afstand tot het onderwerp dan zijn kortste
scherpstelpunt, dan wordt de vergrotingsfactor van de opname kleiner. Zo kunt u
dus met een 1:1 macrolens ook opnamen maken met een kleinere, willekeurige ver-
groting en behalve een vlieg (1:1) van dichtbij ook twee bloemen (1:4) van grotere
afstand kadervullend fotograferen. Een macrolens is ook prima geschikt om portret-
ten mee te fotograferen.
In de praktijk zal blijken dat we bij veel onderwerpen zelden 1:1 fotograferen. Bloe-
men, vlinders, paddenstoelen zijn bij 1:1 al meer dan kadervullend en passen beter
in 1:2 of zelfs 1:4.
6
:: 01 Definities en onderwerpen
fig01_04 SENSORFORMAAT
Met de maximale afbeeldingsmaatstaf van een lens ligt de vergrotingsfactor vast.
Toch kan bijvoorbeeld een macrolens bij 1:1 op verschillende camera’s een andere
vergroting laten zien. Oorzaak hiervoor is het verschil in afmetingen van de sensor
en de uitsnede die deze daardoor maakt uit de beeldcirkel van de lens. Een professi-
onele camera met een volbeeldsensor (full frame) van 36 bij 24 mm laat meer van de
totale beeldcirkel zien dan een consumentenmodel met een cropped sensor, zoals
APS-C, DX, mFT (respectievelijk. 22,5x15, 24x16 en 18x13,5 mm). Bij een volbeeld-
sensor lijkt de vergroting van een lens dus kleiner dan van diezelfde lens op een crop-
7
Het verschil in afbeeldingsmaatstaf (vergro-
ting) 1:4 (l) of 1:1 (r).
Illustratie van de verhouding tussen de grootte
van het voorwerp en van het beeld, uitgedrukt
in de Afbeeldingsmaatstaf (vergrotingsfactor).
ped sensor. In de tabel staat een overzicht van de sensorformaten en in de onder-
staande afbeelding ziet u wat dit voor gevolgen heeft voor het resulterende beeld
van het onderwerp.
8
:: 01 Definities en onderwerpen
Een 1 op 1 beelduitsnede van een onderwerp
als gevolg van verschillende sensorformaten.
Fabrikant Sensortype Afmetingen V bij L = 1:4 V bij L = 1:1
Canon, Nikon,
Sony
Volbeeld ~36 x 24 mm 144 mm 36 mm
Canon APS-C ~22,5 x 15 mm 90 mm 22,5 mm
Nikon, Sony,
Pentax
DX ~24 x 16 mm 96 mm 24 mm
Olympus,
Panasonic
micro FourThird ~18 x 13,5 mm 72 mm 18 mm
Is de uitleg over afbeeldingsmaatstaf voor u echt abracadabra, dan wordt het tijd de
camera ter hand te nemen. Zet de lens en eventueel de camera op handmatig
scherpstellen en draai de scherpstelring zodanig dat de kortste scherpstelafstand in-
gesteld is. Leg een liniaal op tafel en richt hierop de camera. Beweeg nu vanaf onge-
veer twee meter de camera langzaam naar het liniaal toe totdat het beeld in de zoe-
ker scherp wordt. De afstand van de sensor tot aan het liniaal is op dat moment de
zogeheten kortste scherpstelafstand. Maak bij deze afstand een foto en kijk hoeveel
centimeter de breedte vult van het kader. Stel dat dit 12 cm is en uw camera heeft
een DX-sensor, dan is de afbeeldingsmaatstaf van die lens 0,2 (2,4/12) oftewel 1:5.
Gebruikt u voor dit proefje een zoomlens, dan moet u dit experiment uitvoeren met
de lens helemaal ingezoomd (grootste brandpunt) om de grootste vergrotingsfactor
te verkrijgen. Hebt u een macrolens gebruikt, dan hebt bij de kortste scherpstelaf-
stand het liniaal 1:1 gefotografeerd en zal de breedte van het stukje liniaal op de foto
net zo groot zijn als de breedte van de sensor. Dat zal bij de meeste consumenten-
camera’s dus ongeveer 2 ½ cm zijn.
9
Zelf bepalen wat de Afbeeldingsmaatstaf van
een (zoom)lens is (http://bit.ly/o9gMqv).
TIP Bij veel telelenzen is de kortste scherpstelafstand ruim meer dan eenmeter en kunt u dus niet van dichterbij een foto maken. Hoewel u dus
ver kunt inzoomen, blijft de afbeeldingsmaatstaf bij deze lenzen rela-
tief klein. Voorbeeld: de EF 500mm 4L van Canon heeft een kortste
scherpstelafstand van 4,5 m (!) en een vergrotingsfactor van slechts
1:6,7 (0,15).
PIXELDICHTHEID
Uit het voorgaande zal duidelijk geworden zijn dat om zo groot mogelijk ‘macro’ te
kunnen fotograferen, de combinatie van een grote afbeeldingsmaatstaf met een
‘kleine’ sensor de grootste vergroting oplevert. Er is echter nog een factor die de uit-
eindelijke vergroting van het beeld bepaalt en dat is de pixeldichtheid van een sensor.
Dit is een grootheid waarmee het aantal pixels op de sensor per mm wordt uitgedrukt.
Deze pixeldichtheid wordt berekend uit de grootte van de sensor en het aantal mega-
pixels die de fabrikant erop gezet heeft. Zo heeft een volbeeldsensor van de Canon
EOS 5D mark IV op een breedte van 36 mm 6720 pixels en is de pixeldichtheid dus 186
px/mm (6720/36). Eén cm van het onderwerp, zoals een hommel, wordt bij een ver-
groting van 1:1 dus door 1860 pixels geregistreerd. Een Canon EOS 1000D (10,1 Mp)
heeft een APS-C sensor en een pixeldichtheid van 175 px/mm (3888/22,2) en de
betreffende hommel van 1 cm wordt bij deze camera dus beschreven door 1750
pixels. De pixeldichtheid is nagenoeg gelijk aan die van de volbeeldcamera en dus is de
hommel op beide foto’s in aantal pixels even groot, terwijl het beestje op de foto van
de EOS 5D mark IV ogenschijnlijk veel kleiner op de foto staat.
TIP Wilt u voor uw eigen camera de pixeldichtheid van de sensor uitreke-nen, ga dan naar www.dpreview.com en kies in het menu Camera’s de
optie Database en zoek daarin uw cameramerk en model. Onder de
knop specificaties treft u de waarden van het maximale beeldformaat
en de afmetingen van de sensor. Deel het aantal pixels in de breedte
door de breedte van de sensor in mm.
Op het moment van schrijven hebben de Panasonic GH5 en de Olympus OM-D-serie
met een mFT-sensor (17,4 x 13mm met 20 Mp) de hoogste pixeldichtheid van onge-
veer 300 px/mm. Ook enkele APS-C/DX modellen van Nikon, Sony en Canon hebben
een hoog aantal pixels per mm (~260 px/mm). Een voorwerp van 1 cm (V=10 mm)
wordt dan beschreven door ongeveer 2600 pixels en deze uitsnede van 10mm uit de
10
:: 01 Definities en onderwerpen
totale breedte van 22,3 mm kunt u bij een afdrukresolutie van 100 dpi (100 pixels
per 2,5 cm) opblazen tot het posterformaat van ca. 66 cm bij 44 cm (~ 27”x18”)!
11
Hoe hoger de pixeldichtheid (bij dezelfde
afbeeldingsmaatstaf), des te groter het afdruk-
formaat kan zijn. De afdrukresolutie van
bovenstaande relatieve formaten is gelijk.
fig01_07 De hoge pixeldichtheid van een APS-C/DX/mFT sensor geeft dus de mogelijkheid om
het kader van een 1:1 macro verder bij te snijden, waarbij nog voldoende pixels
overblijven voor een behoorlijke vergroting. Als we van een foto van 6000 bij 4000
pixels een gedeelte uitsnijden van 2550 bij 1700 pixels, dan kunnen we daarvan nog
het hier bovengenoemde afdrukformaat maken. Hiermee is de afbeeldingsmaatstaf
feitelijk twee keer zo groot geworden en 2:1 geworden! Dit wordt een cropped
macro genoemd.
fig01_08
TIP Een hoge pixeldichtheid van de sensor geeft dus een grotere vergro-tingsfactor bij dezelfde afbeeldingsmaatstaf, maar kan bij hoge ISO’s
ook resulteren in een verhoging van de hoeveelheid ruis en dus een
verlaging van de beeldkwaliteit. Het verdient daarom de voorkeur om
bij macrofotografie bij zo laag mogelijke gevoeligheden te werken (ISO
400 of minder) en bovendien in RAW. Dit laatste om detail- en kwali-
teitsverlies door ruisonderdrukking en compressie van JPEG te voorko-
men.
12
:: 01 Definities en onderwerpen
Een uitsnede van 10 mm van een sensorbeeld
van 23,5 mm is nog 2330 pixels breed en op
goede kwaliteit af te drukken op 60 bij 40 cm.
Resolutie (Mp) Sensorbreedte (mm) Sensorbreedte (px) Pixeldichth.
(px/mm)
Afdruk V=10mm
bij 100 dpi (cm)
Canon EOS 80D/760D 24 22,3 6000 270 69 x 46
Canon EOS 5D4 22 36 6720 186 48 x 32
Nikon D7200/D5600 24 23,6 6000 255 66 x 34
Nikon D810 36 36 7360 204 50 x 33
Sony A6500 24 23,5 6000 255 66 x 44
Olympus OM-D
Panasonic GH5
20
20
17,3
17,3
5184
5184
300
300
76 x 57
76 x 57
Pentax K-70 24 23,5 6000 255 66 x 44
SAMENVATTINGAls we met onze camera de wereld van kleine voorwerpen in willen stappen om deze
te fotograferen en later zo groot mogelijk te presenteren, dan is goed gereedschap
het halve werk. De grootste vergrotingsfactor bereiken we met een echte macrolens
met een afbeeldingsmaatstaf van 1:1 en dan gebruikt op een camera met een sensor
met een hoge pixeldichtheid. Op dit moment zijn we in staat om met bepaalde
mFT-camera’s voorwerpen van 10 bij 7,5 mm vast te leggen met 3000 bij 2250 pixels
en dat visueel scherp (=100 dpi) af te drukken op 760 bij 570 mm! Stel je dat eens
voor. Dat is een vergroting van 76 keer. Bovendien is dat aantal pixels ruim vol-
doende voor beeldvullende weergave op een full-HD monitor, televisie of beamer.
Kunt u zich voorstellen dat u een detailuitsnede van 1 cm van een 1:1 opgenomen
foto van een libel haarscherp met zo’n beamer projecteert op een formaat van 3 bij 2
meter? Dat is een vergroting van een factor 300. Wow!
Overigens zult u in de praktijk merken dat u niet altijd met de maximale afbeeldings-
maatstaf van 1:1 zult werken. Voor mooie close-ups van bloemen en grotere insec-
ten is 1:4 een heel werkbare vergroting en kunt u tevens de omgeving van het voor-
werp in de context van de foto betrekken.
13
InhoudsopgaveDefinities 3Macro 3AFbeeldingsmaatstaf 5Sensorformaat 7Pixeldichtheid 10
IndexAfbeeldingsmaatstaf 5, 31Cropped sensor 7Kortste scherpstelafstand 9, 34Macro, definitie van 3Pixeldichtheid 10Sensorformaat 7Terminologie 3Vergrotingsfactor 7Volbeeldsensor 7
/ColorImageDict > /JPEG2000ColorACSImageDict > /JPEG2000ColorImageDict > /AntiAliasGrayImages false /CropGrayImages true /GrayImageMinResolution 300 /GrayImageMinResolutionPolicy /OK /DownsampleGrayImages true /GrayImageDownsampleType /Bicubic /GrayImageResolution 300 /GrayImageDepth -1 /GrayImageMinDownsampleDepth 2 /GrayImageDownsampleThreshold 1.50000 /EncodeGrayImages true /GrayImageFilter /DCTEncode /AutoFilterGrayImages true /GrayImageAutoFilterStrategy /JPEG /GrayACSImageDict > /GrayImageDict > /JPEG2000GrayACSImageDict > /JPEG2000GrayImageDict > /AntiAliasMonoImages false /CropMonoImages true /MonoImageMinResolution 1200 /MonoImageMinResolutionPolicy /OK /DownsampleMonoImages true /MonoImageDownsampleType /Bicubic /MonoImageResolution 1200 /MonoImageDepth -1 /MonoImageDownsampleThreshold 1.50000 /EncodeMonoImages true /MonoImageFilter /CCITTFaxEncode /MonoImageDict > /AllowPSXObjects false /CheckCompliance [ /None ] /PDFX1aCheck false /PDFX3Check false /PDFXCompliantPDFOnly false /PDFXNoTrimBoxError true /PDFXTrimBoxToMediaBoxOffset [ 0.00000 0.00000 0.00000 0.00000 ] /PDFXSetBleedBoxToMediaBox true /PDFXBleedBoxToTrimBoxOffset [ 0.00000 0.00000 0.00000 0.00000 ] /PDFXOutputIntentProfile () /PDFXOutputConditionIdentifier () /PDFXOutputCondition () /PDFXRegistryName () /PDFXTrapped /False
/CreateJDFFile false /Description > /Namespace [ (Adobe) (Common) (1.0) ] /OtherNamespaces [ > /FormElements false /GenerateStructure false /IncludeBookmarks false /IncludeHyperlinks false /IncludeInteractive false /IncludeLayers false /IncludeProfiles false /MultimediaHandling /UseObjectSettings /Namespace [ (Adobe) (CreativeSuite) (2.0) ] /PDFXOutputIntentProfileSelector /DocumentCMYK /PreserveEditing true /UntaggedCMYKHandling /LeaveUntagged /UntaggedRGBHandling /UseDocumentProfile /UseDocumentBleed false >> ]>> setdistillerparams> setpagedevice