Upload
joannes-michiels
View
221
Download
1
Embed Size (px)
Citation preview
Hoofdstuk 2
Management vroegeren nu
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-11
Je moet het volgende kunnen:– de relatie tussen management en andere academische
disciplines uitleggen;– het nut van het bestuderen van de geschiedenis van
management verduidelijken;– de bijdrage van enkele ideeën van vóór de twintigste
eeuw aan onze managementkennis weten;– de bijdrage van wetenschappelijk management kennen;– de bijdrage van de klassieke organisatietheorie kennen;
Leerdoelen
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-22
Leerdoelen (verv.)Je moet het volgende kunnen:
– de kwantitatieve aanpak voor management kennen;– de bijdrage van de vroege onderzoekers naar
organisatiegedrag kennen;– het belang van het Hawthorne-onderzoek voor
management verduidelijken;– de volgende trends die van invloed zijn op management
in de praktijk, beschrijven: globalisering, personeelsdiversiteit, ondernemerschap, e-businesstoepassingen, de noodzaak van innovatie en flexibiliteit, kwaliteitsmanagement, lerende organisaties en kennismanagement, en spiritualiteit op het werk.
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-33
Management en andere wetenschappenAcademische disciplines die invloed hebben op management
– Antropologie – De studie van culturen en sociale omgevingen
– Economie – Het toekennen en distribueren van beperkte bronnen
– Filosofie – Onderzoekt de aard der dingen
– Politicologie – De invloed van de politieke omgeving op individuen en groepen
– Psychologie – Tracht menselijk gedrag te kwantificeren, te verklaren en zo nodig te veranderen
– Sociologie – Onderzoekt mensen in relatie tot andere mensen
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-44
De ontwikkeling van managementtheorieën
Historischeachtergrond Wetenschapp.
managementKlassieke
Organisatie-theorie
KwantitatieveAanpak
Managementtheorieën
Industriëlerevolutie
Adam Smith
Vroege voorstanders
Hawthorne-onderzoek
Organisatie-gedrag
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-55
Vroege voor-beelden
De historische achtergrondOrganisaties bestaan al duizenden jaren
– Duidt op het bestaan van vroege managementactiviteiten
• Het bouwen van de piramiden, de Chinese muur
Belangrijke gebeurtenissen vóór de twintigste eeuw– ‘Wealth of Nations’ – Adam Smith
– Verdeling van arbeid – Het onderverdelen van taken in kleinere taken die gemakkelijk kunnen worden herhaald
– Industriële revolutie – De komst van machinale arbeid, massaproductie en efficiënt transport
• Vervanging mensen door machines
• Grote organisaties wilden formele managementstructuren
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-66
Wetenschappelijk managementF.W. Taylor – grondbeginselen van wetenschappelijk
management– Gebruik van wetenschappelijke methoden om ‘de beste manier’
voor het uitvoeren van een taak te vinden
– Wilde de productiviteit en efficiëntie van arbeiders verbeteren
– Paste zijn methode in de praktijk toe
Frank en Lillian Gilbreth– Gebruikten filmtechnieken om had- en lichaamsbewegingen van
arbeiders te bestuderen
– Microchronometer
– Therbligs – Classificatiesysteem voor 17 elementaire handbewegingen
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-77
Figuur 2.2: De vier managementprincipes van Taylor
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-88
De klassieke organisatietheorieHenri Fayol
– Hield zich bezig met het effectiever maken van de organisatie als geheel
– Ontwikkelde theorieën over ‘goed management’• Ontwikkelde een aantal universele
managementfuncties• Publiceerde grondbeginselen van management:
– Fundamentele, bij te brengen regels van management
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-99
Figuur 2.3: De veertien grondbeginselen van Fayol
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-1010
De klassieke organisatietheorie (verv.)Max Weber
– Ontwikkelde een theorie over autoriteitsstructuren en -relaties
– Bureaucratie – Het ideale type organisatie, gekenmerkt door:• Verdeling van arbeid• Een duidelijke hiërarchie • Helder beschreven regels en procedures• Onpersoonlijkheid
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-1111
Figuur 2.4: De ideale bureaucratie van Weber
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-1212
De kwantitatieve aanpakOperations research (managementwetenschap)
– Het toepassen van kwantitatieve technieken om het beslissingsproces te verbeteren:• statistiek• optimalisatiemodellen• computersimulaties van managementprocessen
– Lineaire programmering – Verbetert beslissingen aangaande het toekennen van middelen
– Kritieke-padanalyse – Verbetert de inroostering van werk
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-1313
OrganisatiegedragOrganisatiegedrag
– Het bestuderen van mensen tijdens het werk– Vroege voorstanders
• Werkzaam: einde 19e eeuw en begin 20e eeuw• Meenden dat mensen het belangrijkste bezit van een
organisatie vormden• Hun ideeën vormden de basis voor diverse HRM-
programma’s– Selectie van personeel– Motiveren van personeel
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-1414
Figuur 2.5: Vroege bijdragen aan organisatiegedrag
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-1515
Hawthorne-onderzoek– In 1924 gestart, bij de Western Electric Company
• Begonnen als proef met belichting• Intensiteit van belichting niet gerelateerd aan productiviteit
– Elton Mayo – Onderzoek naar functieontwerp• Onderstreepte het belang van sociale normen voor
individueel werkgedrag– Veranderde de heersende overtuiging dat werknemers in feite
niet van machines verschilden
Organisatiegedrag (verv.)
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-1616
Huidige trends en vraagstukkenGlobalisering
– Alle organisaties krijgen te maken met de mogelijkheden en uitdagingen van de mondiale economie• Worden niet langer door nationale grenzen beperkt
Personeelsdiversiteit– Heterogeen personeelsbestand wat betreft sekse,
herkomst, etniciteit en leeftijd• Personeel wordt ouder• Het aantal werknemers uit de EU en landen als
Marokko zal gaan groeien– ‘Smeltkroes’-aanpak versus het onderstrepen en benutten
van verschillen
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-1717
Huidige trends en vraagstukken (verv.)Ondernemerschap
– Drie belangrijke kenmerken:
• Het nastreven van mogelijkheden – Het benutten van veranderingen in de omgeving om extra waarde te creëren
• Innovatie – Het introduceren van nieuwe methoden om gaten in de markt te vullen
• Groei – Klein blijven voldoet niet meer
– Zal in elke samenleving belangrijk blijven
– Heeft invloed op commerciële en non-profitorganisaties
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-1818
Huidige trends en vraagstukken (verv.)Management en e-business
– E-commerce (electronic commerce) – Een vorm van een zakelijke uitwisseling of transactie waarbij partijen elektronisch met elkaar in contact treden
– E-business (electronic business) – Een algemene term die beschrijft hoe een bedrijf vormgeeft aan haar werkzaamheden door middel van het gebruik van elektronische (internet-)verbindingen tussen de diverse units van het bedrijf
• Kan e-commerce omvatten
• Drie categorieën voor de mate van verwikkeling in e-business
– Intranet – Een intern communicatiesysteem in een bedrijf, op basis van internettechnologie en alleen toegankelijk voor de werknemers van het bedrijf
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-1919
Typen e-commercetransacties
E-commerceBusiness-to-Consumer
(B2C)Digitale detailhandel
Government-to-Business(G2B)
Alle transacties tusseneen bedrijf en
overheidsinstellingen
Business-to-Business(B2B)
Alle transacties tussen een bedrijf en leveranciers
Consumer-to-Consumer(C2C)
Elektronische markten,onder andere webveilingen
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-2020
Mate van verwikkeling in e-business
E-businesseenhedenbinnen de
conventioneleorganisatiestructuur
Met e-business aangevuldeonderneming
E-business-toolsworden in de
conventionele structuur gebruikt
Voor e-business geschikteonderneming
Alle werkprocessenzijn rond het e-businessmodel
gestructureerd
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-2121
Pure e-businessonderneming
Huidige trends en vraagstukken (verv.)De noodzaak van innovatie en flexibiliteit
– Zonder een constante stroom van nieuwe ideeën is een organisatie tot vergetelheid gedoemd, of erger
– Organisaties moeten flexibel zijn om veranderende klantwensen, nieuwe concurrentie en veranderende personeelsbenodigdheden op te vangen
Kwaliteitsmanagement– Total Quality Management (TQM) – Een denkwijze over
management, gebaseerd op wensen en verwachtingen van de klant en gericht op een voortdurende verbetering van werkprocessen
– Klant – Interne of externe entiteit die te maken krijgt met de producten of diensten van de organisatie
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-2222
Figuur 2.8: Wat is Total Quality Management?
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-2323
Huidige trends en vraagstukken (verv.)Lerende organisaties en kennismanagement
– Lerende organisatie – Een organisatie die voortdurend kan leren en zich kan aanpassen en veranderen• Creëert leermogelijkheden door de hele organisatie• Begrijpt dat kennis een belangrijk middel is
– Kennismanagement – Het stimuleren van een leeromgeving waarin de leden van een organisatie systematisch kennis verzamelen en deze met anderen delen om tot betere resultaten te komen• Managers moeten zichzelf van baas tot teamleider
omvormen• Leer te luisteren, motiveren, begeleiden en coachen
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-2424
Figuur 2.9: Lerende organisaties en conventionele organisaties
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-2525
Huidige trends en vraagstukken (verv.)Spiritualiteit op het werk
– De onderkenning van een innerlijk leven dat zin geeft aan en ondersteund wordt door betekenisvol werk in een gemeenschap
– Een groeiende interesse in spiritualiteit op het werk, op alle niveaus en in alle gebieden van de organisatie• Werknemers zoeken op hun werk betekenis, een doel
en een gevoel van verbondenheid met anderen– Onzekerheid over de zakelijke omgeving draagt bij aan
deze groeiende interesse
© Pearson Education Benelux, 2003
2-2-2626