20
EINDRAPPORT Hogeschool Edith Stein/ Onderwijscentrum Twente, Hengelo 2006 Webstroomproject: Videobenchmarks, Competenties in beeld Webstroomproject: IDOLS IN PORTFOLIOLAND RonaldvonPiekartz, EllenvandenBerg, JohanNawijn ©2006 1

idols in portfolioland

Embed Size (px)

DESCRIPTION

eindrapportage

Citation preview

Page 1: idols in portfolioland

EINDRAPPORTHogeschool Edith Stein/ Onderwijscentrum Twente, Hengelo

2006

Webstroomproject:

Videobenchmarks, Competenties in beeld

Ronald von Piekartz, Ellen van den Berg, Johan Nawijn

Webstroomproject: IDOLS IN PORTFOLIOLAND RonaldvonPiekartz, EllenvandenBerg, JohanNawijn

©20061

Page 2: idols in portfolioland

Competenties in beeld

Projectleider

Ronald von Piekartz Ellen van den Berg Johan NawijnDocent tekenen en Lector Docent aardrijkskundekenniskringlid

Inhoudsopgave

1 Inleiding 3.2 Huidige situatie 3.3 Wat vooraf ging 3.4 Implementatie 3.5 Functioneel ontwerp multimediacases 4.

Richtlijnen voor het ontwerp Belangrijke keuzes ten aanzien van vakinhoudelijke opzet Wat brengen de studenten in beeld?Construeren van een toetskader Welke ontwerpspecificaties zijn van belang?Hoe leveren studenten de opdracht aan?

6 Stappenplan studentopdrachten 5.Beschrijving van de bijeenkomsten

7 Procesmodel van competent handelen 5.Schematische weergave van procesmodel

8 Evaluatie: Competenties in beeld 13.De colleges De techniekDe alternatieve werkwijzeConclusies en aanbevelingen

9 Nabeschouwing 14.

Oktober 2006, Hengelo1. Inleiding

Webstroomproject: IDOLS IN PORTFOLIOLAND RonaldvonPiekartz, EllenvandenBerg, JohanNawijn ©2006

2

Page 3: idols in portfolioland

Idols in portfolioland klinkt misschien vreemd voor een project van een Hogeschool in samenwerking met SURF. In veel gevallen bepalen docenten of een product van studenten voldoende of onvoldoende is. Echter studenten kunnen zelf wel bepalen wat ze goed vinden. Evenals bij het populaire tv-programma Idols kiest de kijker wat goed is. Binnen een speciaal daarvoor ontworpen onderwijsarrangement moeten de studenten zelf hun best practice voordragen. Hiervoor zijn meerdere voorrondes ingezet.

Doel van het onderzoek

Met dit onderzoek beogen we meer inzicht te krijgen in het gebruik van ict en vooral het gebruik van digitale video binnen een groepsportfolio. Binnen dit project maken we gebruik van een opleidingsdidactiek waarin studenten met behulp van eigen video-opnames zichzelf en anderen beoordelen. Studenten filmen hun eigen handelen in de stagescholen. Na een selectieronde beslissen ze welke video doorgaat naar de volgende ronde en maken ze een digitaal groepsportfolio. Om hun competenties te bewijzen voegen ze filmfragmenten toe. Deze fragmenten duren ongeveer twee tot vier minuten. De studenten arrangeren vervolgens het portfolio aan de hand van een toetskader. De groepsportfolio’s kunnen ingezet worden om als benchmark te dienen voor de vakken tekenen en aardrijkskunde in een nieuw studiejaar.

Wat valt er te lezen

In dit eindrapport is het proces te volgen hoe we dit webstroomproject Videobenchmarks: Competenties in beeld, gestalte hebben gegeven.Daarvoor is het nodig om inzicht te geven in de huidige situatie van de opleiding, (paragraaf 2).Het is belangrijk om aan te geven waaruit dit project voortvloeide, zie paragraaf 3, wat vooraf ging. In paragraaf 4, implementatie, wordt aangegeven welke plek dit project in het huidige onderwijsaanbod van de Hogeschool kreeg. Hoe en waarom de door ons ontworpen multimedia cases eruit kwamen te zien is te lezen in paragraaf 5. Voor een beschrijving van de bijeenkomsten is paragraaf 6, stappenplan studentenopdrachten, van belang. Dat studenten een kader nodig hadden om te toetsen is in paragraaf 7, procesmodel van competent handelen, toegelicht. In paragraaf 8, evaluatie, werd een vragenlijst afgenomen bij de studenten om erachter te komen hoe ze

het onderwijsarrangement waardeerden. Tot slot staat in paragraaf 9 een nabeschouwing over dit webstroomproject.

2. Huidige situatie

De Hogeschool Edith Stein is een monosectorale pabo-opleiding. De opleiding kent voor een deel een modulair curriculum dat nog een overwegend aanbodgericht karakter draagt. Dit opleidingsconcept is bezig zich te kantelen richting een competentiegericht en vraaggestuurd curriculum. Studenten een helder en inspirerend beeld geven van wat van hen verwacht lijkt een kritische succesfactor voor het welslagen van deze kanteling. Binnen de hogeschool is al ruimschoots ervaring opgedaan met de inzet van multimedia cases waarin gemodelleerd leerkrachtgedrag getoond wordt dat via aanvullende informatie verbreed en verdiept wordt. Echter, de hoeveelheid materiaal is te gering om voldoende videobenchmarks voor het brede spectrum aan competenties voor de aspirant-leraar te leveren. De Hogeschool Edith Stein heeft ervoor gekozen om te werken met een lectoraat rondom digitale video in ict-rijke leeromgevingen.

3. Wat vooraf ging

Een van de initiatieven was het maken van een digitaal groepsportfolio rondom een leervraag binnen het vak tekenen. Met behulp van een groepsportfolio konden de studenten hun competent handelen aantonen. Om het handelen van studenten naar aanleiding van de eigen leervraag als bewijslast op te voeren werden digitale videofragmenten in een PowerPoint-presentatie geplaatst. Deze manier van werken werd onderzocht op ontwerpkenmerken van een dergelijk digitaal portfolio. Dit onderzoek heeft als titel: Van vouten maken leer je nieds. Voor meer informatie hierover kunt u terecht op de volgende website, ontwerpkenmerken van multimediacases.

De wenselijkheid van deze ontwerpkenmerken voor studenten is middels studenteninterviews onderzocht. Ter illustratie van een dergelijk interview is hierbij een streaming video opgenomen.

4. Implementatie

Webstroomproject: IDOLS IN PORTFOLIOLAND RonaldvonPiekartz, EllenvandenBerg, JohanNawijn ©2006

3

Page 4: idols in portfolioland

Het is de bedoeling dat studenten, in samenwerking met opleidingsdocenten en basisschoolleraren, technologie gaan gebruiken om competent handelen in beeld te brengen en toe te lichten vanuit theoretische en praktische invalshoeken. [Video cases met deze omlijsting noemen we multimedia cases.]De studenten gebruiken hiervoor het instrument digitaal portfolio. In dit voorgestelde project willen we ons in eerste instantie richten op enkele vakdidactische competenties gecombineerd met algemeen pedagogisch/didactische competenties.

5. Functioneel ontwerp multimedia cases:

Richtlijnen voor het ontwerp

Het produceren van video-opnamen vormt een integraal onderdeel van het reguliere onderwijsprogramma voor studenten;

Studenten verantwoorden hun keuzes door de verschillende opnamen met elkaar te bespreken met als doel de beste eruit te kiezen. Hierdoor is reflectie niet alleen een individuele, privé-aangelegenheid, maar een groepsproces;

Video-opnamen vormen de kern van een digitaal groepsportfolio waarop studenten beoordeeld worden;

Het onderwijsarrangement wordt getest bij de vakken aardrijkskunde en tekenen en bij jongere en oudere kinderen.

Hieronder staat de concrete uitwerking van het functionele ontwerp.

Belangrijke keuzes ten aanzien van vakinhoudelijke opzet vanuit Tekenen en Aardrijkskunde.

Wat brengen de studenten in beeld?

In dit project werden twee vakken opgevoerd: tekenen en aardrijkskunde. Deze keuze kwam voort uit de gedachte dat binnen het vak tekenen al ervaringen waren opgedaan rondom het werken met digitale groepsportfolio’s. Het vak tekenen nodigt ook zeer uit om resultaten van leerlingen in beeld te brengen. Meestal is in dit type lessen als leerling-product een kindertekening te zien. Dit tastbare product is gemakkelijk met een videocamera in beeld te brengen. Om de

transfer naar andere vakken mogelijk te maken is exemplarisch voor het vak aardrijkskunde gekozen. Voor beide vakken geldt dat, in tegenstelling tot nederlands en rekenen, er weinig videomateriaal van klassensituaties beschikbaar is. Deze video’s die in het kader van dit project gemaakt worden kunnen dus in een lacune voorzien. Nadat duidelijk was dat deze twee vakken het project zouden dragen hebben de twee vakdocenten bekeken vanuit welke vakinhouden er gewerkt moest gaan worden door de studenten.Er is gekozen om te werken aan een centraal thema, namelijk wonen en daaraan gekoppeld begrippen rondom ruimtelijke oriëntatie, (het vermogen om zich een voorstelling te vormen van objecten in twee of drie dimensies). We kwamen tot deze keuze, omdat dit thema zowel voor het jonge kind als voor het oude kind genoeg vakinhouden biedt. Door een centraal thema te kiezen was het mogelijk om naar eindproducten toe te werken waarbij niet teveel variabelen verwacht werden. Door deze overeenkomsten konden de eindproducten beter met elkaar vergeleken worden.

• Construeren van een “toetskader” • Relatie achtergrondkennis,

beslisgedrag en werkgedrag leraar en leerresultaten van leraren

Er zijn toetskaders aangeleverd die waren bedoeld als criteria waarop de studenten kunnen reflecteren en zo hun keuzes vanuit de beroepsprofessionaliteit kunnen maken. Ze nemen hier beslissingen.Voor dit toetskader werd gebruik gemaakt van een door de CITO ontwikkeld conceptueel schema. Dit model zal het format vormen voor ons toetskader. Aan dit format werden de vakconcepten en de SBL competenties toegevoegd.

Welke ontwerpspecificaties zijn van belang?

Hoe leveren studenten de opdracht aan en wat moeten ze daarvoor kunnen?

De studenten zullen de groepsportfolio’s in een PowerPoint-presentatie gaan maken.Naast de videofragmenten, waarin het competent handelen te zien is, zal er ook plek zijn voor het toevoegen van context based informatie. Dat kan zowel in tekstvorm als met beeld en/of in geluidsfragmenten. De studenten kunnen met hyperlinks eventuele bewijsmaterialen beschikbaar stellen.

Webstroomproject: IDOLS IN PORTFOLIOLAND RonaldvonPiekartz, EllenvandenBerg, JohanNawijn ©2006

4

Page 5: idols in portfolioland

De studenten moeten door digitaal te knippen de videofragmenten terugbrengen tot ongeveer twee à drie minuten per fragment.Om goede video-opnames te kunnen maken moet de student als een regisseur kunnen optreden tijdens het laten verfilmen van zijn lessituaties. De student kan een videocamera bedienen.

6. Stappenplan studentopdrachten

Beschrijving van de bijeenkomsten rondom de vakken tekenen en aardrijkskunde.

Om dit project zo authentiek mogelijk te laten verlopen hebben we ervoor gekozen om als testbed te kiezen voor een regulier onderdeel binnen onze opleidinging.Zowel voor tekenen als voor aardrijkskunde hebben we een tweede jaarsgroep gekozen. Deze bestaat uit twee klassen (vz21 en vz2h) die verbonden zijn aan een opleidingsschool. Deze groep heeft ervaring opgedaan met video in de stage. De daaraan gekoppelde stagescholen hebben een digitale videocamera van de hogeschool in bruikleen. Deze groep is ook meer bezig geweest met vraaggestuurd leren.We hebben gewerkt volgens een stappenplan dat ook inzichtelijk gemaakt werd bij de studenten. Op ons intranet konden de studenten volgens het just in time principe de opdrachten en instructies ophalen en gebruiken.

7. Procesmodel van competent handelen

Aan dit stappenplan ligt een procesmodel van competent handelen ten grondslag, ontwikkeld door het CITO.In dit procesmodel gaat het om competent handelen. Bij competent handelen, gaat het erom dat er een basis is, zowel voor kennis en vaardigheden als ook voor opvattingen en persoonsgebonden eigenschappen. In dit project ligt de nadruk vooral op kennis en vaardigheden op het gebied van de vakdidactiek voor tekenen en aardrijkskunde.Deze kennis en vaardigheden leiden tot een aantal leerinhouden voor de lesvoorbereiding. In dit model zit de lesvoorbereiding binnen het beslisproces. Die lesvoorbereiding is sturend voor het handelen van de student in de stageklas, het werkgedrag. Dit werkgedrag leidt tot resultaten bij de leerlingen op de basisschool, gevolgen.Het hele proces hebben studenten in samenhang in hun groepsportfolio opgenomen.

Webstroomproject: IDOLS IN PORTFOLIOLAND RonaldvonPiekartz, EllenvandenBerg, JohanNawijn ©2006

5

Page 6: idols in portfolioland

Schematische weergave van procesmodel:

Hieronder is aangegeven wat er van de studenten en de docenten werd verwacht.

Webstroomproject: IDOLS IN PORTFOLIOLAND RonaldvonPiekartz, EllenvandenBerg, JohanNawijn ©2006

een specifieke context (school, klas, leerling, omgeving)

Taakomgeving: uit te voeren taken in de stageschool

2. Beslisproces

3. Werkgedrag4. Gevolgen

leerprocesresultaten

kennisvaardighedenopvattingenpersoonsgebondeneigenschappen

1. Basis

Roelofs, E.C., & Sanders, P.F. (2003). Beoordeling van docentcompetenties. In M. Mulder, R. Wesselink, H. Biemans, L. Nieuwenhuis, & R. Poell (Eds.), Competentiegericht onderwijs. Gediplomeerd, maar ook bekwaam? (pp. 277-299). Groningen: Wolters-Noordhoff.

1/17

Dit procesmodel van competent handelen is het uitgangspunt Gevolgen en werkgedrag vinden vooral op de basisscholen plaats

Ronald von Piekartz, Projectleider, docent tekenen © 2006

6

Page 7: idols in portfolioland

Voor de vakgebieden aardrijkskunde en tekenen werden aan de hand van het thema wonen, gekoppeld aan ruimtelijke oriëntatie, lessen ontworpen en uitgevoerd. De basis wordt gelegd

De studenten krijgen input vanuit de vakken tekenen en aardrijkskunde over de vakinhouden en de vakdidactiek tijdens de reguliere bijeenkomsten. Tijdens de lessen Onderwijskunde krijgen de studenten meer algemeen didactische principes

Voor de student is het opleveren van enkele videocases gelijk aan een toetsmoment. De student kan studiepunten verdienen met het meedoen aan dit project. Het werken aan competent handelen voor de twee vakken komt er niet als een extra opdracht bij. Het geheel is opgenomen in het bestaande curriculum

Aardrijkskunde Tekenen

Studenten moesten een lesvoorbereiding maken in groepjes van vier à vijf personen Hier was een eerste beslismoment ingelast

Webstroomproject: IDOLS IN PORTFOLIOLAND RonaldvonPiekartz, EllenvandenBerg, JohanNawijn ©2006

7

Page 8: idols in portfolioland

Op basis hiervan maakten studenten in tweetallen video-opnames op hun stagescholen (zij kregen hiervoor een videoworkshop)

Workshops: Video-opnamen en digitaliseren

Om de studenten gedegen voor te bereiden op hun taak voor dit project kregen ze een drietal workshops aangeboden.De eerste workshop ging over het hanteren van de videocamera. Waarbij naast de techniek ook ingegaan werd op hoe kun je het meeste halen uit je opnames met betrekking tot het in beeld brengen van competent handelen.De tweede workshop ging in op het digitaliseren van het videomateriaal. Voor deze workshop werd gekozen voor het gebruik van Movie Maker 2.0. Voordeel van dit simpele videoprogramma is dat het freeware is en dat de student zo eventueel ook thuis of elders aan de opdracht konden werken. Ook leerden ze om in PowerPoint videofragmenten in te voegen.

Studenten filmen elkaar

Webstroomproject: IDOLS IN PORTFOLIOLAND RonaldvonPiekartz, EllenvandenBerg, JohanNawijn ©2006

8

Page 9: idols in portfolioland

Er kwamen per opleidingsschool voor het jonge kind twee à drie hele videolessen vrij In groepjes van vier à 5 personen (per opleidingsschool) werd 1 video-opname gekozen

Deze keuzes vonden plaats aan de hand van een toetskader dat door ons verstrekt werd en gerelateerd was aan een procesmodel

Dit was een tweede beslismoment

Webstroomproject: IDOLS IN PORTFOLIOLAND RonaldvonPiekartz, EllenvandenBerg, JohanNawijn ©2006

9

Page 10: idols in portfolioland

Dezelfde groep ging nu een aantal ankerpunten selecteren uit de gekozen video. Deze selectie was vooral gericht op resultaat-werkgedrag. De video werd zo tot 10 à 15 minuten teruggebracht

Vervolgens moesten de studenten de opnames editen tot videocases van twee tot vier minuten (MovieMaker 2.0)

Aan deze videocases voegden studenten achtergrondinformatie over de context, algemeen pedagogische- en vakdidactische achtergrond en een zelfreflectie toe. Dit namen zij op in hun digitaal groepsportfolio

Webstroomproject: IDOLS IN PORTFOLIOLAND RonaldvonPiekartz, EllenvandenBerg, JohanNawijn ©2006

10

Page 11: idols in portfolioland

De groepen ontwierpen een PowerPoint presentatie

Vanuit elke opleidingsschool kwam zo 1 best practice. Samen waren er 10 best practices voor een vak Voor zowel tekenen als voor aardrijkskunde zijn er 10 best practices

Samen met experts (vakdocenten) moesten de groepen in een tentamenweek van beide vakken drie best practices kiezen door middel van een PowerPoint presentatie

Webstroomproject: IDOLS IN PORTFOLIOLAND RonaldvonPiekartz, EllenvandenBerg, JohanNawijn ©2006

11

Page 12: idols in portfolioland

Er werd door de studenten een ranking gemaakt van 1 tot en met 8 Dit was een derde beslismoment

De beste drie presentaties werden becommentarieerd door de studenten en de expert

De 10 overgebleven best practices werden nu aan een groep docenten vertoond. Deze docenten hebben geen idee van de ranking die de studenten gemaakt hebben

Er wordt nu een ranking van 1 tot en met 10 door docenten gemaakt. Deze ranking wordt vergeleken met die van de studenten Dit is het vierde beslismoment De drie all-over best practices van tekenen en de drie van aardrijkskunde voor het jonge kind worden

online geplaatst Wel uitgevoerd:

Dezelfde procedure werd voor het oudere kind herhaalt. Uiteindelijk heeft dit 40 groepsportfolio’s opgeleverd. 20 voor het jonge kind en 20 voor het oude kind

8. Evaluatie: Competenties in beeld

Aan het einde van het onderwijsarrangement, waarbij studenten zowel de opdrachten bij het jonge kind als bij het oude kind hebben uitgevoerd is een vragenlijst afgenomen. Doel

hiervan was om na te gaan hoe de studenten het onderwijsarrangement waarderen. De vragenlijst bestond uit gesloten vragen (4- puntsschaal). Bij elke vraag werden de studenten uitgenodigd om een toelichting te geven en aan het slot van de vragenlijst

Webstroomproject: IDOLS IN PORTFOLIOLAND RonaldvonPiekartz, EllenvandenBerg, JohanNawijn ©2006

12

Page 13: idols in portfolioland

konden ze de overige opmerkingen kwijt. In totaal hebben 31 studenten de vragenlijst ingevuld. In deze paragraaf bespreken we de resultaten en formuleren we conclusies en aanbevelingen voor verbetering.

De collegesDe eerste drie vragen gingen over de informatie die de studenten tijdens de colleges gekregen hebben.De resultaten laten zich als volgt samenvatten.

De informatie over de afwijkende werkwijze bij dit project beoordelen de meeste studenten (16), als voldoende vier studenten als goed. Elf studenten zijn niet tevreden over de informatie vooraf. Uit de toelichting komt het beeld naar voren dat de opdracht gecompliceerd was, waardoor vooral in het begin nog veel onduidelijk was. Verbeterpunten zijn: een voorbeeld geven van eindresultaat, helder en rustig uitleggen en de belangrijkste punten in vorm van stappenplan op papier zetten.De vakdidactische uitleg voor zowel tekenen als aardrijkskunde waarderen de meeste studenten met een voldoende. Een enkeling is extremer richting goed, maar ook richting slecht. De overigen (ongeveer 1/3) zijn matig tevreden met de uitleg. Punten die studenten noemen zijn:

Teveel aandacht voor “filmpjes”, dat gaat ten koste van de inhoudelijke kant.

Toegevoegde waarde ten opzichte van eerdere colleges gering.

Het toetsschema waarop de inhouden en verwijzingen staan samengevat wordt als een positief punt genoemd. Ook geven studenten aan dat ze met vragen altijd bij de docent terecht kunnen. Verbeterpunt is om de inhouden, in de beleving van de studenten, niet te laten ondersneeuwen door de ‘ict-technische aspecten’.

De techniekOver de workshop cameragebruik en videobewerking is 2/3 van de studenten tevreden tot zeer tevreden. 1/3 is matig tevreden. De belangrijkste kritiekpunten zijn dat e.e.a wel erg snel ging. De informatie ook beknopt in de vorm van een stappenplan op papier zetten is een verbeterpunt dat veel studenten noemen. Over de ondersteuning tijdens het maken van een PowerPoint presentatie (met video) zijn nagenoeg alle studenten (heel) tevreden. Die

steun was overigens ook wel nodig en kwam ook regelmatig van een medestudent. Verbeterpunten, behalve de eerder genoemde schriftelijk informatie, zijn niet genoemd.

De alternatieve werkwijzeDe werkwijze in dit project deed een groot beroep op de zelfstandigheid van studenten. Er was begeleiding, zowel inhoudelijke als technische, maar studenten dienden zelf initiatief te nemen om hun vragen beantwoord te krijgen.Zeventien studenten vonden de werkwijze prima te doen, mede omdat ze in de groepsopdracht steun aan elkaar hadden en de ondersteuning, indien gewenst, er ook was. Zes studenten vonden de manier van werken wel te doen, maar hadden liever meer ondersteuning van de docenten gehad. “Eén van hen formuleert dit als volgt: Een zelfstandige manier van werken is goed, maar een tussentijdse inhoudelijke bijdrage is wenselijk”.Acht studenten hebben een voorkeur voor een manier van werken waarbij meer steun is van de docenten. Ook de tijd die de technische kant kost is voor deze studenten een reden om voor een andere aanpak te kiezen. “Er komen zoveel dingen bij kijken die er eigenlijk niet toe doen”.

Andere kenmerken van de alternatieve werkwijze waren: Elkaars videolessen in een kleine groep beoordelen (1), werken met een toetskader (2) en tijdens colleges elkaars groepspresentatie beoordelen (3). Aan de studenten is gevraagd hoe leerzaam en hoe motiverend ze deze kenmerken vonden.

(1) Videolessen in een kleine groep beoordelen vindt een ruime meerderheid van 25 studenten (heel) leerzaam, 4 studenten vinden het nauwelijks leerzaam. Het bekijken van elkaars lessen vinden 25 studenten motiverend en 6 studenten nauwelijks motiverend. Uit de toelichtingen blijkt dat er studenten zijn die het vergelijken van lessen inspirerend en motiverend vinden. “Het is goed om te zien dat je op veel verschillende manieren met hetzelfde onderwerp om kunt gaan”. Anderen hebben een tegengestelde mening. “Je bespreekt al die lessen en geeft soms dezelfde les, dan is het bekijken soms best saai”.

(2) Over het werken met een toetskader zijn de meningen verdeeld: 15

Webstroomproject: IDOLS IN PORTFOLIOLAND RonaldvonPiekartz, EllenvandenBerg, JohanNawijn ©2006

13

Page 14: idols in portfolioland

studenten vinden dit leerzaam terwijl ook 15 studenten dit niet/nauwelijks leerzaam vinden. Negen studenten vinden het motiverend om mee te werken, maar volgens 20 studenten is dit nauwelijks/niet het geval. Positief commentaar: “Gericht kijken en oordelen, letten op toetscriteria. Veel van geleerd, ook de hele manier van toetsen werkte motiverend, een keer wat anders”. Gemengd oordeel: “Je bent meer met de inhoud van de les bezig. Je kijkt er daardoor kritischer naar, maar het is niet altijd het meest motiverende onderdeel, niet fijn om in te vullen”. Negatief commentaar: “Ik vond het toetskader ingewikkeld, onoverzichtelijk en kon niet zeggen dat ik er iets van heb geleerd, een hoop geblabla”. Overlap met ADI (EvdB: reguliere lesvoorbereidingsformulier).

(3) Klassikaal beoordelen van groepspresentatie vinden 24 studenten (heel) leerzaam, 6 studenten nauwelijks/niet leerzaam. Het motivatie-aspect laat hetzelfde beeld zien. Positief commentaar: “voelde inspiratie opborrelen, moet meer gebeuren op de pabo”. Negatief commentaar, “Kostte veel tijd en beoordelingscriteria waren niet duidelijk”. Studenten geven aan dat het geheel in de tweede ronde beter verliep dan in de eerste ronde.

Conclusie: elkaars lessen en presentaties beoordelen vinden de meeste studenten een leerzame en motiverende ervaring. Het toetskader aan de hand waarvan dit gebeurd is voor de helft van de studenten een goed hulpmiddel. De anderen vinden dat het toetskader duidelijker kan en dat het invullen eenvoudiger en minder saai zou moeten zijn. Aan de studenten is gevraagd de ‘webstroom’ werkwijze te vergelijken met de ‘normale’ werkwijze. In tabel 1 staan de resultaten.

Tabel 1: webstroom versus normaal

tijd leuk leerzaammeer 21 20 21

evenveel 6 8 6minder 4 3 4

Hoewel de webstroom werkwijze meer tijd kost vinden de meeste studenten de werkwijze wel leuker en leerzamer.

Conclusies en aanbevelingenDe webstroom werkwijze, die sterk afwijkt van de normale gang van zaken, blijkt door het merendeel van de studenten gewaardeerd te worden. Hierbij past de kanttekening dat het hier om studenten gaat die aangenomen zijn in het ‘verkorte traject’, waarin een groter beroep gedaan wordt op hun vermogen tot zelfsturing. Studenten formuleren ook aanbevelingen voor verbetering:

- Geef een voorbeeld van eindproduct en werkwijze, zodat studenten vanaf begin een helder beeld hebben waar ze naar toe werken;

- Zorg dat de technische kant, de vakinhoudelijke kant niet overschaduwt;

- Zet zowel procedures als aanvullende informatie beknopt ‘op papier’;

- Zorg voor heldere beoordelingscriteria voor het beoordelen van groepspresentaties.

9. Nabeschouwing

Terugblikkend op het project Idols in portfolioland constateren we dat dit project op positieve waardering van studenten kan rekenenen. Ondanks het gegeven dat studenten op een andere manier aan het werk gingen en maar liefst vier maal een video-opname van een les moesten maken en verwerken, bleven de meesten enthousiast. Verbeterpunten zijn er uiteraard ook en die zullen in een volgende voorbereiding en uitvoering van Idols in portfolioland verwerkt worden. Ook wij, als docenten en onderzoeker, kijken met voldoening terug op het project. Het heeft ons in staat gesteld een competentiegerichte manier van opleiden concreet “handen en voeten” te geven. Rest ons nog iedereen die een bijdrage aan het project heeft geleverd hartelijk te danken, vooral de studenten die hun medewerking verleenden en kritische reflecties gaven.

Webstroomproject: IDOLS IN PORTFOLIOLAND RonaldvonPiekartz, EllenvandenBerg, JohanNawijn ©2006

14

Page 15: idols in portfolioland

Webstroomproject: IDOLS IN PORTFOLIOLAND RonaldvonPiekartz, EllenvandenBerg, JohanNawijn ©2006

15