12
. R . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . M . . . . . . . . . D . . . . . . . . . . . . Z . . . . . . . . . . . . Rijksdienst voor de Monumentenzorg restauratie en beheer info . . . . 22 2001 Insecten in hout: beoordeling en bestrijding HOUTAANTASTING DOOR INSECTEN Insecten zijn een lagere groep van dieren. Sommige daarvan – veelal kevers – komen in hout voor en voeden zich ermee. Kenmerkend voor deze insecten is dat ze tijdens hun leven van gedaante veranderen: het jonge dier (larve) verandert vroeg of laat in een volwassen dier (kever). Beide lijken in de verste verte niet op elkaar (vergelijk de afbeeldingen hiernaast). Vrouwelijke kevers zetten hun minuscule eitjes af in scheurtjes en openingetjes in het houtoppervlak. Uit deze eitjes ontstaan larven. Het zijn deze larven die hout vreten: zij boren gangen in het hout om zich ermee te voeden. Daarbij laten ze boormeel (uitwerpselen) in de gangen achter. Het zijn de vretende en borende larven die maken dat hout gewicht en sterkte verliest. Als de larve volgroeid is – vaak na één tot vijf jaar – knaagt hij zich een weg tot dicht onder het hout- oppervlak. Daar vormt de larve zich om tot een volwassen insect (kever). De kever verlaat het hout – hij vliegt uit – door daarin een gaatje te knagen: de uitvliegopening. Het uitvliegen gebeurt meestal in het voorjaar of de zomer. De uitgevlogen kevers eten niet, ook niet van hout. Wel paren ze, leggen weer eieren en sterven. Dit alles vaak binnen enkele weken. Verschillende insecten komen in hout voor en voeden zich ermee. Van deze insecten (vaak ook houtwormen genoemd) kunnen enkele soorten het hout ernstig aantasten en dit soms ook verzwakken. Deze moeten we bestrijden. Daarentegen veroorzaken andere soorten nauwelijks enige schade. Verder tast niet ieder insect even makkelijk een bepaalde houtsoort aan. Of ze zitten vooral in hout waarin ook schimmels voorkomen. Het beoor- delen van zowel de schade als de bestrijdingsnoodzaak, daarover gaat deze brochure. Lees ook brochure nr. 21 over schimmels in hout. Gewone houtwormkever - volwassen insect. Kenmerkend zijn de rijen van puntjes op de dekschilden Gewone houtwormkever - larve

Insecten in hout: beoordeling en bestrijding

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Insecten in hout: beoordeling en bestrijding

. R . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . M . . . .

. . . . . D . . . . . . . .

. . . . Z .

. . . . . . . . . . .

R i j k sd i en s t v oo r de Monumen tenzo rg

r es t au ra t i e en behee riinnffoo

.

.

..

222001

Insecten in hout: beoordelingen bestrijding

H O U T A A N T A S T I N G D O O R I N S E C T E N

Insecten zijn een lagere groep van dieren. Sommige daarvan – veelal kevers – komen in hout

voor en voeden zich ermee. Kenmerkend voor deze insecten is dat ze tijdens hun leven van

gedaante veranderen: het jonge dier (larve) verandert vroeg of laat in een volwassen dier (kever).

Beide lijken in de verste verte niet op elkaar (vergelijk de afbeeldingen hiernaast). Vrouwelijke

kevers zetten hun minuscule eitjes af in scheurtjes en openingetjes in het houtoppervlak.

Uit deze eitjes ontstaan larven. Het zijn deze larven die hout vreten: zij boren gangen in het

hout om zich ermee te voeden. Daarbij laten ze boormeel (uitwerpselen) in de gangen achter.

Het zijn de vretende en borende larven die maken dat hout gewicht en sterkte verliest. Als de

larve volgroeid is – vaak na één tot vijf jaar – knaagt hij zich een weg tot dicht onder het hout-

oppervlak. Daar vormt de larve zich om tot een volwassen insect (kever). De kever verlaat

het hout – hij vliegt uit – door daarin een gaatje te knagen: de uitvliegopening. Het uitvliegen

gebeurt meestal in het voorjaar of de zomer. De uitgevlogen kevers eten niet, ook niet van

hout. Wel paren ze, leggen weer eieren en sterven. Dit alles vaak binnen enkele weken.

Verschillende insecten komen in hout voor en voeden zich ermee. Van deze insecten

(vaak ook houtwormen genoemd) kunnen enkele soorten het hout ernstig aantasten en

dit soms ook verzwakken. Deze moeten we bestrijden. Daarentegen veroorzaken andere

soorten nauwelijks enige schade. Verder tast niet ieder insect even makkelijk een bepaalde

houtsoort aan. Of ze zitten vooral in hout waarin ook schimmels voorkomen. Het beoor-

delen van zowel de schade als de bestrijdingsnoodzaak, daarover gaat deze brochure.

Lees ook brochure nr. 21 over schimmels in hout.

Gewone houtwormkever - volwassen

insect. Kenmerkend zijn de rijen van

puntjes op de dekschilden

Gewone houtwormkever - larve

Page 2: Insecten in hout: beoordeling en bestrijding

2

W E L K E I N S E C T E N T A S T E N H O U T A A N ?

In hout komen verscheidene insectensoorten voor. Maar niet iedere soort die we aantreffen,

vraagt om (dezelfde) tegenmaatregelen. Rekening houdend met de maatregelen, kunnen we

houtaantastende insecten als volgt indelen:1

. Insecten die we moeten bestrijden (zie tabel 1) Tot deze groep van insecten behoren

de drie meest voorkomende soorten: gewone houtwormkever, bonte knaagkever en huis-

boktor. Meestal beperken de insecten uit deze groep zich tot het spinthout (het lichtgekleurde

hout dat zit rondom de donkerder kern – het kernhout – van de boomstam). Maar enkele

insectensoorten gaan soms verder: ze verspreiden zich ook door het kernhout als er in de

houtsoort geen kleurverschil zit tussen spint- en kernhout (zoals bij vuren en dennen). Dan

komt aantasting voor door de gehele houtdoorsnede. Dat is vaak ook zo als het hout door

schimmels is aangetast. Vanaf een bepaalde ouderdom van het hout zijn zoveel voedings-

stoffen verdwenen, dat het voor sommige insecten onaantrekkelijk is. Andere houden het

in zeer droog hout – na installatie van een centrale verwarming – niet vol. Twee soorten uit

SOORT INSECT

Gewone houtwormkever

(of kleine houtwormkever

of meubelkever)

(Anobium punctatum)

Bonte knaagkever

(of grote houtwormkever)

(Xestobium rufovillosum)

Huisboktor

(Hylotrupes bajulus)

Spinthoutkever

(Lyctus spp.)

Gekamde houtwormkever

(Ptilinus pectinicornis)

volwassen insect

3 – 5 mm lang; donkerbruin;

rijen van puntjes (L) op dek-

schilden

6 – 8 mm lang; donkerbruin

met geelgrijze vlekken (L) op

dekschilden

10 – 20 mm lang; zwartbruin

met twee grijzige vlekken op

dekschilden; dikke dijen; lange

voelsprieten

4 – 7 mm lang; roodachtig

bruin tot zwart; afgeplat borst-

stuk; slank, langgerekt lichaam

4 – 6 mm lang; borststuk zwart

tot bruin; dekschilden rood-

achtig bruin, waarin puntjes (L);

opvallende voelsprieten in de

vorm van veer ( ) of kam ( )

larve

tot 6 mm lang; geelachtig wit;

licht gekromd (C-vorm)

tot 11 mm lang; geelachtig wit;

licht gekromd (C-vorm)

tot 30 mm lang; geelachtig wit;

recht

tot 6 mm lang; geelachtig wit;

licht gekromd (C-vorm)

tot 6 mm lang; geelachtig wit;

licht gekromd (C-vorm)

boormeel

crèmekleurig; enigszins korre-

lig gevoel; met sigaarvormige

deeltjes (L)

crèmekleurig; korrelig gevoel;

met lensvormige deeltjes (L)

crèmekleurig; korrelig gevoel;

met cilindrische deeltjes (L)

crèmekleurig; fijn, talkachtig

gevoel

crèmekleurig; fijn, talkachtig

gevoel; vast opeengepakt; zit

goed vast in de boorgangen

boorgangen

talrijk; opeen

talrijk; opeen

talrijk, vaak verenigd tot één

poederachtige massa onder

het houtoppervlak

talrijk; opeen

talrijk; opeen

I N S E C T E N I N H O U T D I E W E M O E T E N B E S T R I J D E N

KENMERKEN INSECT KENMERKEN SCHADE

Spinthoutkever - volwassen insect

Page 3: Insecten in hout: beoordeling en bestrijding

3

deze groep van insecten – bonte knaagkever en huisboktor - tasten hout soms zodanig aan

dat het zijn sterkte verliest. . Insecten waarvan bestrijding overbodig is (zie tabel 2) Het gaat om insecten die

eenvoudig met het hout uit het bos zijn meegekomen. Ze blijven niet in leven in gezaagd en

verwerkt hout, maar de uitvliegopeningen die ze in hout achterlaten lijken op die van andere,

wel schadelijke insecten. Een deel van de larven kan zich in pas verwerkt hout nog omvormen

tot volwassen insect en daarna uitvliegen. Maar de uitgevlogen insecten kunnen hun eieren

niet afzetten in het hout dat in gebouwen is verwerkt. Verdere aantasting blijft dan ook uit

en tegenmaatregelen zijn overbodig. De insecten uit deze groep zijn niet zeldzaam. . Insecten waarvan we de schimmels die ermee samengaan, moeten bestrijden Deze

groep omvat insectensoorten die uitsluitend leven in vochtig, rottend hout. Het gaat om de snuit-

kever (Pentarthrum huttoni) en de heipaalkever (Nacerdes melanura). Droog hout zonder schimmel-

aantasting (houtrot) kunnen ze niet aantasten. Maatregelen tegen deze insecten bestaan uit

het vervangen van hout met schimmelaantasting en het drogen van vochtig hout (zie hiervoor

brochure nr. 21). Meer is niet nodig. De insectensoorten uit deze groep zijn zeer zeldzaam.

uitvliegopeningen

cirkelvormig; ø 1 – 2 mm (bij

oude aantastingen vaak ook

openingen kleiner dan 1 mm

van vijanden van de gewone

houtwormkever)

cirkelvormig; ø 2 – 3,5 mm

ovaalvormig; vaak gerafelde

rand; grootste middellijn

6 – 10 mm

cirkelvormig; ø 1 – 2 mm

cirkelvormig; ø 1 – 2 mm

aantastbare houtsoorten

loof- en naaldhoutsoorten;

alleen in spinthout van soorten

met gekleurde kern (eiken en

grenen); ook in kernhout bij

soorten zonder gekleurde kern

(vuren) en bij schimmelaantasting

meestal in eiken, soms in

andere houtsoorten; vaak in

kernhout met (onzichtbare)

schimmelaantasting

uitsluitend in naaldhoutsoorten;

alleen in spinthout van soorten

met gekleurde kern (grenen);

ook in kernhout van soorten

zonder gekleurde kern (vuren)

zetmeelrijk spint van enkele

loofhoutsoorten (zoals eiken,

iepen en essen); niet in naald-

houtsoorten

enkele loofhoutsoorten (veelal

beuken, iepen, haagbeuken en

esdoorn); vrijwel niet in naald-

houtsoorten

meest gangbare locaties

meubels; beeldsnijwerk;

sommig triplex; constructie-

hout, vooral dat tegen muren

of waarop vocht condenseert

(bijvoorbeeld onder trappen

en in dakvoeten)

constructiehout in oude gebou-

wen (vaak kerken) met vocht-

problemen; vooral balkkoppen,

muurplaten, ingelaten muur-

stijlen en zwaar balkhout

constructiehout in warmere

bouwdelen (zoals kappen);

zeldzaam in triplex uit naald-

houtsoorten

veelal meubels, parketvloeren,

panelen en omlijstingen; ook in

fineer, triplex en meubelplaat

veelal in meubels, beeldsnij-

werk en trappen

hardnekkigheid

langdurig, behalve bij zeer lage

houtvochtgehalten

langdurig, behalve bij zeer lage

houtvochtgehalten

kan doorgaan tot er niets meer

over is van het spinthout

kan doorgaan tot er niets meer

over is van het spinthout

langdurig, behalve bij zeer lage

houtvochtgehalten

tegenmaatregelen

behandeling met bestrijdings-

middelen

behandeling met bestrijdings-

middelen, hete lucht of gas

behandeling met bestrijdings-

middelen of hete lucht

behandeling met bestrijdings-

middelen

behandeling met bestrijdings-

middelen

BELANGRIJKHEID SCHADE

Tabel 1

Kenmerken van insecten die we moeten bestrijden,

en hun schade. De meest voorkomende soorten

zijn in blauw weergegeven. Uiterlijke kenmerken

met het symbool (L) kunt u alleen waarnemen

met een loep die ten minste 10 x tot 15 x vergroot 2

Page 4: Insecten in hout: beoordeling en bestrijding

A N D E R E I N S E C T E N I N G E B O U W E N

In gebouwen komen meerdere insecten voor die hout niet als voedsel gebruiken, maar die wel

doen denken aan houtaantastende insecten (zie tabel 3 op pagina 6). Deze dubbelgangers

veroorzaken op twee manieren verwarring. Ze kunnen als volwassen insect (kever) lijken op

een houtaantaster. Soms komen ze zelfs voor in de oude uitvliegopeningen van houtaantas-

ters. Verder ontstaat verwarring als dubbelgangers gangetjes in hout boren die lijken op de

uitvliegopeningen van houtaantasters. Het gaat om ondiepe gangetjes – soms tot 15 mm

diep – die ze in hout boren om zich daarin te verschuilen. Dubbelgangers vragen niet om een

behandeling van het hout; om ze te bestrijden moeten we meestal hun voedingsbron verwij-

deren, zoals levensmiddelvoorraden en vogelnesten in het gebouw of onder de dakpannen.

4

SOORT INSECT

Boktorren (meerdere soorten,

anders dan huisboktor)

(Cerambycidae)

Houtwespen

(Urocerus gigas en

Sirex juvencus)

Zachte houtwormkever

(of fijnharige knaagkever)

(Ernobius mollis)

Schorskevers

(of ambrosiakevers)

(Scolytidae, Platypodidae

en Lymexylonidae)

volwassen insect

uiterlijk verschilt per soort

(veelal bruin of zwart gekleurd,

dikke dijen en opvallend lange

voelsprieten)

aangetroffen exemplaren veelal

afkomstig uit haardblokken

18 – 35 mm lang (soms veel

kleiner); metaalglanzend blauw-

zwart gekleurd, soms met geel

achterlijf; dan wel geel of rood-

achtig geel gekleurd, soms

met in het midden een zwarte

band

aangetroffen exemplaren vaak

afkomstig uit haardblokken

4 – 6 mm lang; roodachtig

bruin; lange voelsprieten (L);

kop, hals- en dekschilden dicht

behaard (L)

vrijwel altijd afwezig

larve

maximaal 30 mm lang; wit;

recht; opvallende diepe groeven

in lichaam; donkerbruine kaken

tot 30 mm lang; geelachtig wit;

recht; duidelijke groeven in

lichaam; donkerbruine doorn

aan uiteinde (L)

tot 6 mm lang; geelachtig wit;

licht gekromd (C-vorm); harig

uiterlijk (L)

vrijwel altijd afwezig

boormeel

veelal geen, soms grove hout-

spaanders in boorgangen

grof, vast opeengepakt; zit

goed vast in de boorgangen

tweekleurig, met meer donkere

dan lichtere deeltjes; korrelig

gevoel; met bolvormige deeltjes

(L)

geen

boorgangen

weinig, ver van elkaar liggend;

zichtbaar op zaagzijden

weinig, ver van elkaar liggend;

gangen onopvallend door vast

opeengepakt boormeel daarin

netwerk van korte gangen (niet

dieper dan 15 mm) in bast en

direct daaraan grenzend spint

loodrecht op vezelrichting;

recht; sommige gangen met

enkele korte zijgangen (nissen);

zichtbaar na verzagen van het

hout; gangen en omliggend

hout vaak donker verkleurd

I N S E C T E N I N H O U T W A A R V A N B E S T R I J D I N G O V E R B O D I G I S

KENMERKEN INSECT KENMERKEN SCHADE

Tabel 2

Kenmerken van de belangrijkste insecten (en

hun schade) die we niet moeten bestrijden. De

meest voorkomende soorten zijn in blauw weer-

gegeven. Uiterlijke kenmerken met het symbool

(L) kunt u alleen waarnemen met een loep die

ten minste 10 x tot 15 x vergroot 3

Page 5: Insecten in hout: beoordeling en bestrijding

D E A A N P A K : B E O O R D E L E N E N B E S T R I J D E N

In de aanpak van insectenaantasting staat één ding voorop: een nauwkeurige beoordeling

van het probleem. Onmisbaar daarin is een juiste bepaling van de soort: welk insect is het?

Verder moet de omvang en de mate van de aantasting duidelijk zijn: is het plaatselijk of wijd-

verspreid, beperkt of ernstig? Ook belangrijk is de vraag of de insecten actief zijn, of dat er

geen levende dieren meer voorkomen. Dit alles moet duidelijk zijn vóór we tegenmaatregelen

nemen. Roep daarbij professionele hulp en bestrijding in. Hun aanpak bestaat uit de volgende

vier stappen 4:

5

uitvliegopeningen

ovaalvormig; grootste

middellijn veelal 6 – 10 mm

perfect cirkelrond; ø 4 – 10 mm;

door verzagen van het hout

ontstaan op de zaagsnede

schuin doorsneden boorgan-

gen die lijken op de ovale uit-

vliegopeningen van huisboktor

(zie tabel 1) en andere boktor-

ren (in deze tabel)

cirkelvormig; ø 1,5 – 2 mm;

enkele in bast, nog minder in

direct daaraan grenzend spint

cirkelvormig; ø 1 – 2 mm

aantastbare houtsoorten

loof- en naaldhoutsoorten

spint- en kernhout van naald-

houtsoorten

bast van naaldhoutsoorten

spinthout – en soms ook kern-

hout – van loof- en naaldhout,

veelal tropische houtsoorten

hardnekkigheid

aantasting ontstaat in staande

en gevelde bomen (na verzagen

en verwerken kunnen enkele

exemplaren enige tijd overleven

en uitvliegen; aantasting gaat

alleen door in de bast)

aantasting ontstaat in staande

en pas gevelde bomen; sterft

vanzelf na droging en verzaging

van het hout (enkele exemplaren

kunnen nog enige tijd overleven

en uitvliegen, maar ze kunnen

hout niet opnieuw aantasten)

sterft vanzelf (vaak binnen

enkele jaren) na vertering van

de bast

aantasting ontstaat in pas

gevelde, saprijke bomen; sterft

vanzelf na droging en verzaging

van het hout

tegenmaatregelen

geen, alleen verwijdering van

bast(resten)

geen

geen, alleen verwijdering van

bast(resten)

geen

BELANGRIJKHEID SCHADE

Veranderlijke boktor - volwassen insecten. Een van de boktorsoorten in hout die niet schadelijk zijn

Page 6: Insecten in hout: beoordeling en bestrijding

6

HOUTAANTASTERS

Gewone houtwormkever

(Anobium punctatum)

Bonte knaagkever

(Xestobium rufovillosum)

Huisboktor

(Hylotrupes bajulus)

soort insect

Broodkever (Stegobium paniceum)

Tabakskever (Lasioderma serricorne)

Diefkevers (Ptinus spp.)

Messingkever (Niptus hololeucus)

Motten (diverse soorten, veelal

Nemapogon granellus, Tineola bisselliella

en Hofmannophila pseudospretella)

Tapijtkevers (Anthrenus spp.) en

pelskever (Attagenus pellio)

Schimmelkevers (Lathridius spp. en

Mycetophagus spp.)

Spekkevers (Dermestes spp.)

Meeltor (Tenebrio molitor)

Meeltor (Tenebrio molitor)

gelijkenis

volwassen insecten

volwassen insecten

boorgangetjes in hout

boorgangetjes in hout

boorgangetjes in hout

volwassen insecten

volwassen insecten

volwassen insecten;

boorgangetjes in hout

boorgangetjes in hout

(met ronde vorm)

volwassen insecten; boorgangetjes

in hout (met ovale vorm)

aantastingsbron

veelal brood, bakkerswaren, pasta’s en

hondenbrokjes; ook meel, rijst en kruiden

veelal tabak en tabaksproducten; ook kruiden

en rijst

veelal granen, graanproducten en vogelnesten;

ook in allerlei ander gedroogd materiaal zoals

kruimels, muizenkeutels en dode insecten

tussen vloerdelen

vaak in riet en stro dat verwerkt is in plafonds

of muren; ook graan en dode vogels (in nesten)

allerlei materialen (verschillend per motsoort),

veelal graan, riet, textiel, wol, zaadgoed,

gedroogde levensmiddelen en vogelnesten

veelal veren, haren (bont en pels), vlees-

resten, vilt en wol; vaak in vogelnesten

oppervlakteschimmels op bijvoorbeeld

(nieuw) pleisterwerk, hout of papier

allerlei gedroogd dierlijk materiaal zoals leer,

bont, veren, hammen, worsten, dode muizen;

vaak in vogelnesten

veelal meel, granen en meelproducten, en

hout dat daarmee in contact staat; ook in

vogelnesten

aangetroffen exemplaren vaak door open

raam of deur naar binnengevlogen

(zie hierboven)

M A K K E L I J K M E T H O U T A A N T A S T E R S V E R W A R D E I N S E C T E N I N G E B O U W E N

VERGELIJKBARE (SCHADE DOOR) AANTASTERS VAN ANDERE MATERIALEN OF VOORRADEN

Tabel 3

Drie schadelijke insecten in hout (linker kolom)

met daarnaast de belangrijkste insecten of hun

vraatsporen die er op lijken 5

Aangetast hout opsporen

De gehele constructie moeten we nalopen op tekenen van aantasting: uitvliegopeningen, boor-

gangen en boormeel op of naast het hout. Dit kan veelal visueel, maar ook door met een scherp

voorwerp in verdachte plaatsen te steken. Aantastingen kunnen wijdverbreid voorkomen, maar

soms ook zeer plaatselijk. Op bepaalde plaatsen komen eerder aantastingen voor: in het spint-

hout, op warmere plaatsen (door de zon beschenen constructies of rondom schoorstenen)

en waar het hout langdurig vochtig is (plaatsen met gebrekkige ventilatie of waar steeds wat

water binnendringt). Tabel 1 geeft van de meest voorkomende insecten (te herkennen aan

de blauwe kleur) de belangrijkste aantastingslocaties.

Page 7: Insecten in hout: beoordeling en bestrijding

Insectensoort bepalen

Afhankelijk van de insectensoort moeten we bestrijden (insecten uit tabel 1), is dat overbodig

(tabel 2) of moeten we de ermee verbonden schimmels bestrijden (zie pagina 3). Verder moeten

we verwarring uitsluiten met andere insecten (tabel 3). De dieren zelf zijn vaak moeilijk te vinden:

volwassen insecten (kevers) leven niet meer dan enkele weken in voorjaar of zomer. En ze zijn

zo klein dat ze nauwelijks opvallen. Zeker waar het donker en stoffig is, maar ook waar men

goed schoonmaakt. Goed zoeken rond vensteropeningen of in de kieren van vloeren levert

soms wel kevers op. Maar meestal moeten we de insectensoort vaststellen aan de hand van: . de houtsoort en zijn toestand (loof- of naaldhout, wel of geen schimmelaantasting);. de vorm en diameter van de uitvliegopeningen;. de aanwezigheid van boormeel en zijn kleur, vorm en samenstelling;. de vorm en diameter van boorgangen (alleen zichtbaar na blootlegging met een scherp

voorwerp).

Alleen een ervaren bestrijder of adviseur kan de insectensoort nauwkeurig vaststellen.

Van volwassen insecten kunt u de soort ook laten bepalen door er een op te sturen naar het

Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (niet gratis). Of ga ermee naar een natuurhistorisch

museum bij u in de buurt.

Activiteit en schade beoordelen

Er is alleen iets aan de hand als in het hout levende larven voorkomen: een actieve aantasting.

Uiteraard moet het daarbij om een soort gaan die zich in gebouwen kan handhaven (insecten

uit tabel 1). Maar veel aantastingen zijn niet-actief. Daarvoor zijn verschillende oorzaken: door

toedoen van vijandelijk insecten, door eerdere bestrijdingen of door een geleidelijke achter-

uitgang van de voedingswaarde van het hout. Ook in zeer droog hout – alleen in centraal

verwarmde gebouwen – zijn aantastingen soms niet meer actief. Een ervaren persoon kan de

activiteit herkennen aan nieuwe uitvliegopeningen, die opvallen door een schone, lichtgekleurde

binnenkant. Verder wijst boormeel op of onder het hout op activiteit. Bedenk wel dat boormeel

ook kan vrijkomen door het belopen van trappen of door andere trillingen. En verder: tot onge-

veer drie jaar nà een geslaagde bestrijding kan nog boormeel vrijkomen. Bestrijdingsmiddelen

doden namelijk niet alle larven in één keer, maar doen dat geleidelijk over meerdere jaren.

7

Het beest is er geweest

In oude gebouwen zijn veel aantastingen - vooral van de gewone houtwormkever en de

bonte knaagkever - niet meer actief. In het hout zitten dan geen levende larven meer.

Bestrijding is dus overbodig. Maar in hout waarin weinig larven leven, is de activiteit

soms moeilijk met zekerheid vast te stellen. Dan moeten we niet bestrijden, maar eerst

de activiteit beoordelen. Dat kan door strak over de verdachte zone een vel papier aan

te brengen, dat we aan de randen met stijfsel (behangsellijm) vastplakken (zie afbeel-

dingen). Actieve, levende aantastingen komen zo aan het licht. Want bij het uitvliegen

- in voorjaar en zomer - laten kevers in het papier gaatjes achter. Zitten er na de zomer

geen gaatjes in, dan niet bestrijden. In waardevol (kerk)meubilair valt een stel nieuwe

uitvliegopeningen - en dus de activiteit - makkelijker op als we de bestaande openingen

voorzichtig met bijenwas vullen.

Verder zijn er nog meer vernuftige manieren om de activiteit vast te stellen. Voor de

bonte knaagkever en de huisboktor kan dit met akoestische detectie. Daarbij meet men

op het hout de trillingen die knagende – en dus levende – larven veroorzaken. Ontbreken

de knaaggeluiden, dan is er geen activiteit. Activiteit van de gewone houtwormkever

kunnen we vaststellen met feromoonvallen. Deze valletjes lokken de volwassen, uitge-

vlogen exemplaren van de gewone houtwormkever – en van deze soort alleen – met

vluchtige stoffen. Het zijn dezelfde stoffen waarmee uitgevlogen kevers elkaar aan-

trekken om te paren (sexferomonen).

Papier geplakt over een aantal uitvliegopeningen

om zo de activiteit te bepalen. In het papier

onder zit een gaatje en dus is de aantasting

actief. Boven gaat het om een oude, niet-actieve

aantasting

Page 8: Insecten in hout: beoordeling en bestrijding

8

De gevolgen van aantasting lopen vaak sterk uiteen. De meeste schade kunnen we beoordelen

door in het hout te steken met een scherp voorwerp of door het met een hamer te bekloppen.

Bij de bonte knaagkever zijn vaak ook andere technieken nodig. Alleen specialisten beschikken

daarover. Wat betreft de mogelijke schade hangt veel af van het soort insect:

Gewone houtwormkever Aantastingen – ook de langdurige – zijn zelden ernstig en hebben

zelden gevolgen voor de constructieve samenhang. Alleen bij aanhoudende vochtproblemen

ontstaan soms ernstige aantastingen. Dan kan ook verzwakking ontstaan in zeer licht uitge-

voerde delen – slanke balklagen en vloerdelen – als daaraan veel spinthout zit. In kappen en

begane grondvloeren met een goede ventilatie is het houtvochtgehalte meestal niet hoog,

waardoor aantastingen traag verlopen en zelden ernstig zijn. Aantastingen stoppen vaak

vanzelf in zeer droog hout (vochtgehalte van 12% of lager over het gehele jaar). Dit is door

(plaatsing van) centrale verwarming goed mogelijk in binnentimmerwerk, verdiepingsvloeren en

trappen. Verder kent de gewone houtwormkever veel insecten die op hem jagen of parasiteren.

Door toedoen van deze belagers kunnen aantastingen vanzelf zijn gestopt.

Bonte knaagkever Soms zijn aantastingen wijdverbreid en beperken ze zich tot het spint-

hout. Deze aantastingen – meestal in gebouwen met condensatieproblemen – zijn niet zorg-

wekkend voor de constructieve samenhang. Maar de meeste aantastingen zijn zeer plaatselijk,

komen daar al talloze jaren voor en zitten tot diep in het kernhout. Daarbij gaat het vaak om

zwaar uitgevoerd hout dat (gedeeltelijk) schuil gaat in vochtige muren (muurstijlen van korbeel-

stellen, muurplaten en balkkoppen). Deze aantastingen kunnen na verloop van tijd zeer ernstig

zijn. Aantastingen in droger hout (vochtgehalte van 15% of lager door het gehele jaar) zijn ook

mogelijk, maar deze verlopen trager en de schade is navenant geringer. Aantastingen buiten

het spinthout moeten we zorgvuldig beoordelen op ernst en constructieve samenhang. Zeker

in zware constructies. Want in hun kern kunnen – door toedoen van schimmels én bonte

knaagkever – holle ruimten zijn ontstaan. Om deze verborgen schade vast te stellen, moeten

we in het hout boren met een speciale dunne naald (zie kader op pagina 9).

Wanneer uitvliegopeningen buiten het spinthout zitten, valt activiteit niet altijd op door nieuwe

uitvliegopeningen. Want kevers die in een holle ruimte verblijven, vliegen niet meer uit en

knagen dus geen openingen meer. En de kevers die wel uitvliegen, doen dit soms door oude,

bestaande openingen. Hierdoor is het moeilijk om de activiteit af te lezen aan de ouderdom

van de uitvliegopeningen, zeker als er weinig insecten in het hout zitten. Bij twijfel moeten we

de activiteit vaststellen met vellen papier of door akoestische detectie (zie kader op pagina 7).

Huisboktor Uit ouder bouwhout zijn veel voedingsstoffen verdwenen. In hout ouder dan

70 jaar (geteld vanaf het vellen van de boom) verlopen aantastingen trager en is de schade

navenant geringer. In hout ouder dan 100 jaar zijn aantastingen zeer uitzonderlijk, ze stoppen

in korte tijd vaak vanzelf en veroorzaken nauwelijks enige schade aan hout of constructie.

Daarentegen kan in spintrijk bouwhout jonger dan 70 jaar aanzienlijk materiaal- en sterkte-

verlies optreden. Daarin blijft van het spinthout soms niet meer over dan een dun houtlaagje

aan de buitenkant. Constructieve verzwakking kan dan ook voorkomen, vooral bij aantastingen

die zich in korte tijd – 10 tot 20 jaar – snel konden ontwikkelen. Vochtproblemen dragen

daaraan niet bij, hogere temperaturen – rond schoorstenen – doen dat wel. De gevolgen

van aantasting zijn het grootst in naaldhoutconstructies van na ongeveer 1920. Daarin komt

namelijk meer spinthout voor. Niet alleen doordat veel constructies lichter zijn uitgevoerd

dan voorheen, maar ook doordat er vanaf de 20e eeuw aan het hout zelf meer spinthout zit.

Ga in hout ouder dan 70 jaar alleen over tot bestrijding als de activiteit zonder meer vast staat.

Zoek daartoe in het hout naar levende larven of – en dit veroorzaakt minder schade – gebruik

akoestische detectie (zie kader op pagina 7).

Bonte knaagkever - volwassen insect.

Kenmerkend is het gevlekte uiterlijk

Bonte knaagkever - larve. Daar omheen talrijke

lensvormige deeltjes die we ook aantreffen in het

boormeel

Page 9: Insecten in hout: beoordeling en bestrijding

9

Spinthoutkever Ouder bouwhout bevat niet meer voldoende voedingsstoffen. Aantastingen

in hout ouder dan 20 jaar zijn dan ook vanzelf gestopt. Aantastingen in hout jonger dan 20

jaar verlopen vaak bijzonder snel en leiden dan ook tot ernstige schade (vertering van al het

spinthout vaak in twee tot vier jaar). Vaak gaat het daarbij om binnentimmerwerk of triplex uit

enkele loofhoutsoorten.

Aantastingen behandelen

Actieve aantastingen moeten we bestrijden. Daarnaast moeten we soms ook andere problemen

verhelpen. Insectenaantastingen kunnen daar op wijzen. Plaatsen waar de gewone houtworm-

kever of de bonte knaagkever zeer actief is – en de schade dus ernstig is – wijzen vaak op

een vochtprobleem (lekkages, doorslaand vocht in muren, veelvuldig contact met schoonmaak-

water). Wanneer bouwkundige gebreken daarvan de oorzaak zijn, moeten we deze herstellen.

Daarentegen wijzen wijdverspreide aantastingen door deze insecten mogelijk op condensatie-

problemen. Vaak gaat het daarbij om kappen of ruimten onder begane grondvloeren. Verbeter

zo nodig de ventilatie. Welke bestrijdingsmaatregelen tegen de insecten zelf nodig zijn, hangt

af van hun soort. Voor de vier belangrijkste soorten gaat het om deze tegenmaatregelen:

Gewone houtwormkever Dit insect laat zich eenvoudig bestrijden door het hout met een

bestrijdingsmiddel te bespuiten of te bestrijken. Wijdverbreide aantastingen vragen om een

behandeling van het gehele bouwdeel. Daarentegen kunnen we plaatselijke aantastingen elk

afzonderlijk behandelen: de behandeling beperkt zich dan tot de aangetaste delen. Ga alleen

over tot bestrijding als de activiteit zeker is. Bij twijfel daarover moeten we eerst de activiteit

bepalen door verdachte zones met papier af te plakken (zie kader op pagina 7). Er zijn drie

bestrijdingsmogelijkheden:. De aantasting is plaatselijk, de constructie bevat weinig spinthout (minder dan 20%) en

de houtsoort is duurzaam (zoals eiken en enkele naaldhoutsoorten van vóór 1900).

Aanpak: breng op de aangetaste plaatsen een bestrijdingsmiddel aan.. De aantasting is plaatselijk, de constructie bevat veel spinthout (meer dan 20%) of is

opgetrokken uit naaldhout van na 1900. Aanpak: behandel al het hout in het bouwdeel

met een bestrijdingsmiddel. . De aantasting is wijdverbreid. Aanpak: behandel al het hout in het bouwdeel.

Het zwakke punt?

Bonte knaagkever en huisboktor veroorzaken soms aanzienlijke schade en sterkte-

verlies. Het is dan belangrijk om na te gaan of de constructieve verzwakking nog

toelaatbaar is. Dit kan op verschillende manieren. Het meest eenvoudig zijn speciale

dunne naalden voor het opsporen van aangetast hout (Decay Detection Drill en

Resistograph). Afhankelijk van de bevindingen daarmee kan men enkele plaatsen nader

onderzoeken met een spiraalboor van 10 mm diameter. Meer geavanceerde – nog

experimentele – methoden om de constructieve veiligheid (reststerkte) te bepalen zijn

röntgen- en trillingstechnieken. Daarmee kan een constructeur de schade binnenin het

hout zichtbaar maken (röntgentechniek) of de elasticiteitsmodulus van een aangetaste

balk bepalen (trillingstechniek). Soms kan daaruit blijken dat in aangetast hout de

reststerkte nog voldoende is. Vervanging kan dan achterwege blijven.

Het zoveel mogelijk behouden van oud hout is belangrijk. Naaldhout van vóór 1900 bij-

voorbeeld is van nature duurzamer – dus beter bestand tegen aantasting – dan dat uit

de 20ste eeuw. Het oude hout is langzamer gegroeid en de boom is op latere leeftijd gekapt.

Daardoor is oud hout anders: niet alleen zit er aan de boom minder aantastingsgevoelig

spinthout, ook bevat het kernhout meer giftige stoffen. Dit maakt oud hout duurzamer.

Huisboktor - volwassen insect. Kenmerkend

zijn de lange voelsprieten, de twee witte vlekken

op de dekschilden en de dikke dijen

Huisboktor - larve

Page 10: Insecten in hout: beoordeling en bestrijding

10

Bestrijding kan soms achterwege blijven bij plaatselijke aantastingen met maar enkele nieuwe

uitvliegopeningen. Het moet dan gaan om zware constructies uit duurzaam hout met weinig

spint. Verder moet er (centrale) verwarming zijn (waardoor de gemiddelde relatieve lucht-

vochtigheid lager is dan 65%). Ook moet het gebouw – of het bouwdeel – droog zijn en goed

onderhouden (waardoor het houtvochtgehalte lager ligt dan 12 - 14%). Daarbij is er wel een

kans op zeer geringe verdere schade.

Bonte knaagkever Bestrijding van dit insect is vaak een kwestie van een lange adem. Aan-

tastingen zitten veelal op moeilijk bereikbare plaatsen (balkkoppen) en in een slecht te behan-

delen houtsoort: eiken. De insecten zitten meestal zeer diep in het kernhout (wat alleen kan als

daarin schimmels voorkomen) en zijn daar slecht bereikbaar voor bestrijdingsmiddelen, want in

kernhout geïnjecteerde middelen verspreiden zich zeer slecht, zeker als het eikenhout niet

of nauwelijks is aangetast. In zwaar uitgevoerd, langdurig vochtig eiken (zware balkkoppen in

vochtige muren) is het soms niet makkelijk om alle insecten met een éénmalige injectie te doden.

Dan moeten we in latere jaren hier en daar de bestrijding herhalen, totdat er geen activiteit

meer is. Waar hout vochtig blijft, kan na vele jaren de aantasting door schimmels en insecten

zo ernstig zijn dat we door de tijd heen plaatselijk het hout moeten vervangen. Het is onwaar-

schijnlijk dat bespuiten of bestrijken van het oppervlak helpt tegen aantastingen op enige diepte

in het hout. Bespuiten of bestrijken heeft mogelijk wel enig effect in lichte houtdelen en als aan-

tastingen zich beperken tot spinthout van geringe dikte (minder dan 3 cm). Vooral in gebouwen

met ernstige, lastig te bestrijden aantastingen kan een warmtebehandeling zinvol zijn (zie

verderop). De maatregel op lange termijn is het verhelpen van vocht- en schimmelproblemen.

Voor de korte termijn moeten we bestrijden. Er zijn vier mogelijkheden om de bonte knaag-

kever met bestrijdingsmiddelen aan te pakken: . De aantasting is duidelijk actief, zit verspreid door het gebouw en beperkt zich tot het

spinthout. Aanpak: verhelp alle vocht- of condensatieproblemen en bespuit of bestrijk al het

hout in het bouwdeel met een bestrijdingsmiddel. Om zoveel mogelijk insecten te doden,

moeten we deze behandeling soms twee keer – steeds na 3 jaar – herhalen. . De aantasting is duidelijk actief, komt plaatselijk voor of zit in het hout tegen of in (vochtige)

muren. Aanpak: breng alleen een bestrijdingsmiddel aan op het betreffende hout met

aantasting en waar mogelijk ook diep in het hout. In constructiehout kan dit door injectie.

Maar injecteer niet in hout dat slechts licht is aangetast. . De aantasting is misschien actief, de uitvliegopeningen zijn niet duidelijk nieuw en/of uit

deze openingen komt geen boormeel vrij. Aanpak: voer geen bestrijding uit, maar bepaal

eerst de activiteit. Doe dit door op verdachte plaatsen een vel papier te plakken of gebruik

akoestische detectie (zie kader op pagina 7). . De aantasting is misschien actief, op het hout of rond vensters treffen we na goed zoeken

uitgevlogen kevers aan, de uitvliegopeningen zijn niet duidelijk nieuw en er komt geen boormeel

vrij. Aanpak: voer alleen een bestrijding uit als u talloze kevers aantreft of enkele kevers

duidelijk verwijzen naar de plaats van aantasting. Maar stel bestrijding uit, wanneer u slechts

enkele kevers vindt en de aantastingshaard onduidelijk is. Spoor dan eerst alle vocht- en

condensatieproblemen op, verhelp ze en blijf de komende jaren het aantal kevers tellen. Doe dit

ook als deze problemen in de laatste tien jaar zijn verholpen. Probeer in de opvolgende jaren

de aantastingshaard vast te stellen. Ga pas over tot bestrijding als u per jaar meer kevers vindt.

Huisboktor Aantastingen moeten we zorgvuldig beoordelen op hun ernst en constructieve

gevolgen. De bestrijding bestaat uit het bespuiten of bestrijken van al het zichtbare hout met

een bestrijdingsmiddel. Dit is niet nodig in constructies ouder dan 70 jaar met hier en daar

een aantasting. Dan kunnen we de bestrijding beperken tot de aangetaste delen.

Spinthoutkever Aantastingen – veelal in parketvloeren, triplex en meubelplaat – kunnen

we vaak moeilijk met bestrijdingsmiddelen bereiken. Dit komt door de afwerk- en lijmlagen

in deze materialen. Vervanging van aangetast hout ligt daarom meer voor de hand.

Noten

1 Bravery, Recognising wood rot and insect

damage, p. 46 en Anon., Digest 307, p. 2 en 5.2 Bravery, Recognising wood rot and insect

damage, p. 56 - 69 en Anon., Digest 307, p. 8.3 Bravery, Recognising wood rot and insect

damage, p. 80 - 99 en Anon., Digest 307, p. 8.4 Bravery, Recognising wood rot and insect

damage, p. 76, 77, 84, 85, 90, 91, 101 - 103

en Anon., Pests in houses, p. 1 - 4.5 Berry, Remedial treatment, p. 20 - 21, 48 -

49; Anon., Good repair guide 13, Part 1,

p. 2 - 4; Ridout, Timber decay in buildings,

p. 190 - 193; Anon., Digest 327, p. 2 en

Müller, Holzschutzpraxis, p. 246.6 Berry, Remedial treatment, p. 68 (gewijzigd)

en Anon., Good repair guide 13, Part 2, p. 3

(gewijzigd).

Bonte knaagkever - hout met uitvliegopeningen

en uitgevlogen kevers

Huisboktor - aantasting is vaak ernstig, maar

beperkt zich tot het spinthout

Page 11: Insecten in hout: beoordeling en bestrijding

11

A N D E R E B E S T R I J D I N G S M E T H O D E N

Tegen insecten kunnen we niet alleen bestrijdingsmiddelen inzetten, maar ook warmte (hete

lucht) of gas.

Warmtebehandeling Geen enkel insect overleeft een temperatuur van 47 - 55 oC langer dan

een half uur. Wanneer we de temperatuur kunstmatig verhogen en daarmee het gehele hout

tot deze waarde opwarmen, is het vrij van aantasting. Een nadeel van verwarming is dat hout

veel vocht verliest, waardoor het kan vervormen, scheuren en krimpen. Dit nadeel is onder-

vangen in methoden die niet alleen de temperatuur verhogen, maar ook vocht toevoegen om het

houtvochtgehalte ‘op peil’ te houden. De warmtebehandeling is vooral geschikt tegen ernstige

bonte knaagkever-aantastingen die diep in het hout zitten. Verder is de methode handig bij aan-

tastingen in slecht toegankelijke constructies zoals torenspitsen en open dakstoelen.

Gassing Insecten kunnen we bestrijden door ze langdurig – meerdere weken – te behandelen

met hoge concentraties van bepaalde gassen: kooldioxide of stikstof. Kooldioxide is geschikt

voor gassingen in het totale gebouw, stikstof alleen voor ‘kleine’ onderdelen zoals preekstoelen

en kerkbanken. Beide gassen reageren niet of nauwelijks met materialen en veroorzaken dus

veelal geen schade. Gassingen worden in Nederland op experimentele basis toegepast, en

dan nog alleen met stikstof.

Zijn tijdens inspectie aangetaste houtdelen aangetroffen?

Gaat het om een insectensoort

die we moeten bestrijden

(soorten uit tabel 1)?

Geen behandeling tegen insecten nodig

Maakt spinthout voor meer dan

20% deel uit van het hout?

Is het hout in geringe mate, maar

langdurig blootgesteld aan vocht?

Heeft het hout een dragende functie?

Is het hout makkelijk toegankelijk voor

inspectie?

Is de aantasting wijdverbreid?

Is de aantasting actief?

Breng bij onduidelijke activiteit

een vel papier aan

Voorkom ernstige aantasting door

hout te drogen en breng een

bestrijdingsmiddel aan

Breng een bestrijdingsmiddel

aan op de aangetaste delen tot 30 cm

voorbij de laatste uitvliegopening

Overweeg eventueel ook niet-aangetast hout

te behandelen met een bestrijdingsmiddel

Breng een bestrijdingsmiddel

aan op al het hout binnen het

bouwdeel

Of pas een warmtebehandeling

toe tegen de bonte knaagkever

B E S L I S B O O M : I S I N S E C T E N B E S T R I J D I N G N O D I G ? 6

Nee

Nee

Nee

Nee

Ja

Ja

Ja

Nee

Nee

Ja

Ja

Ja

Nee

Ja

NeeJa

Warmtebehandeling van een compleet gebouw.

Door buizen wordt verwarmde, bevochtigde

lucht het gebouw ingeblazen

Page 12: Insecten in hout: beoordeling en bestrijding

RDMZ info Restauratie en beheer nr. 22, januari 2001, meegezonden met RDMZNieuwsbrief 1, 2001Deze brochure vervangt nr. 3, die hiermee is komen te vervallen.Voor meer informatie over de inhoud van deze brochure: Huub van de Ven, Rijksdienst voor de Monumentenzorg, 030 · 69 83 229Redactie Matth van Rooden, Michiel van Hunen, Ries van Hemert Tekst Huub van de VenAfbeeldingen Brian Ridout (Hagley, Engeland), TNO Bouw/Centrum voor Houttechnologie(Rijswijk), Aad Buijs (Maasdijk) en Jacob Slegten (Wijhe)Vormgeving B@seline, Utrecht Druk VanSoest, AmsterdamAuteursrechten voorbehouden. © copyright 2001, Rijksdienst voor de Monumentenzorg,ZeistISSN 1566-7057

R I J K S D I E N S T V O O R D E M O N U M E N T E N Z O R G

Broede rp l e in 41 · 3703 CD Ze i s t

Pos tbus 1001 · 3700 BA Ze i s t

S | 030 · 69 83 211

S | 030 · 69 83 456 v o o r l i c h t i n g / b e s t e l l i n g m e e r d e r e e x e m p l a r e n

S | 030 · 69 83 382 j u r i d i s c h e v o o r l i c h t i n g

T | 030 · 69 16 189

w | www.monumentenzorg .n l

@ | in fo@monumentenzorg .n l

H O E W E E T I K O F I K E E N G O E D B E S T R I J D I N G S A D V I E S K R I J G ?

U kunt op een aantal punten letten. Een goede adviseur stelt niet direct een bestrijdingsadvies

op, maar beoordeelt eerst zorgvuldig het probleem. Voor een goed beeld van de aantastings-

activiteit is één snelle inspectie niet voldoende. Zeker niet bij de bonte knaagkever. Een goede

adviseur bepaalt daarom eerst de activiteit door papier aan te brengen. Verder gaat hij na

hoe groot het probleem is: plaatselijk of wijdverbreid? Wanneer dragende constructies zijn

aangetast, moet hij de noodzaak van vervanging of reparatie aantonen met een onderzoek

naar de reststerkte (bijvoorbeeld met een Decay Detection Drill).

Voorkom dat u een verkeerd advies krijgt, door te kiezen voor een bestrijdingsbedrijf met

kennis van historische gebouwen. Verlaat u niet uitsluitend op een firma die een financieel

belang heeft bij zijn eigen adviezen; kies dus voor een bedrijf dat een volledig en gedetailleerd

behandelplan aanbiedt, los van de uitvoering. Dat verhoogt uw kans op een objectievere aan-

pak. Wanneer u niet te veel afhankelijk wilt zijn van bestrijdingsbedrijven, kunt u het behandel-

plan ook laten opstellen door een bedrijf of instelling dat zelf geen bestrijdingen uitvoert.

H O E Z I T H E T M E T S U B S I D I E ?

Uitgaven voor insectenbestrijding zijn veelal subsidiabel volgens het Besluit rijkssubsidiëring

restauratie monumenten 1997 en – wanneer het niet om een woonhuis gaat – het Besluit rijks-

subsidiëring onderhoud monumenten. Met deze regelingen kunt u een gedeelte van de uitgaven

bekostigen of terugontvangen. Wilt u in aanmerking komen voor subsidie? Richt u dan tot uw

gemeente (bij restauraties) of tot de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (bij onderhoud).

P U B L I C A T I E S

Anonymus (1996) Identifying damage by wood-boring insects. Digest 307.

Building Research Establishment, Garston.

Anonymus (1986) Pests in houses. Wood information sheet 17.

Timber Research and Development Association, High Wycombe.

Anonymus (1998) Wood-boring insect attack: identifying and assessing damage.

Good repair guide 13, Part 1. Building Research Establishment, Garston.

Anonymus (1998) Wood-boring insect attack: treating damage. Good repair guide 13, Part 2.

Building Research Establishment, Garston.

Berry, R.W. (1994) Remedial treatment of wood rot and insect attack in buildings.

Building Research Establishment, Garston.

Bravery, A.F. e.a. (1992) Recognising wood rot and insect damage in buildings.

Building Research Establishment, Garston.

Ridout, B. (2000) Timber decay in buildings. The conservation approach to treatment.

E. & F.N. Spon, Londen.

Andere uitgave van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg

Ven, H.A.G. van de (2001) Schimmels in hout: oorzaken en oplossingen. RDMZ info Restauratie

en beheer, nr. 21.

N U T T I G E A D R E S S E N

Informatie over wettelijk toegelaten

bestrijdingsmiddelen

College voor de Toelating van

Bestrijdingsmiddelen (CTB)

Postbus 217, 6700 AE Wageningen

telefoon 0317 · 47 18 10

internet: www.agralin.nl/ctb

Soortbepaling van insecten in hout, andere

materialen en levensmiddelvoorraden

Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD)

Postbus 350, 6700 AJ Wageningen

telefoon 0317 · 41 90 61

internet: www.kad.nl

Natuurhistorische musea bij u in de buurt

Adressen van bedrijven voor insectenbestrijding

Nederlandse Vereniging van

Ongediertebestrijdingsbedrijven (NVO)

Postbus 80523, 2508 GM Den Haag

telefoon 070 · 35 14 851

internet: www.ongedierte.nl

Stichting Stuurgroep Bonte Knaagkever

Emmakade 59, 8921 AG Leeuwarden

fax 058 · 216 93 54

Onderhoudsinspecties

Stichting Federatie Monumentenwacht

Postbus 1130, 3800 BC Amersfoort

telefoon 033 · 47 90 770

internet: www.monumentenwacht.nl

Onderzoek en advies insectenbestrijding

en constructief herstel

TNO Bouw / Centrum voor Houttechnologie

Postbus 49, 2600 AA Delft

telefoon 015 · 28 42 380 / 015 · 28 42 270

internet: www.bouw.tno.nl