Upload
vuminh
View
215
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Kieswijzer 2018 3
Inhoud
Inleiding ........................................................................................................................................................................... 5
Nederlands...................................................................................................................................................................... 6
Engels ............................................................................................................................................................................. 7
Spaans ..............................................................................................................................................................................8
Frans ................................................................................................................................................................................. 9
Duits ............................................................................................................................................................................... 10
Biologie ..........................................................................................................................................................................11
Wiskunde ..................................................................................................................................................................... 12
NaSk1: Natuurkunde ............................................................................................................................13
NaSK 2: Scheikunde .................................................................................................................................................. 14
Design Innovation & Technologie (DIT) ................................................................................................................ 15
Economie .................................................................................................................................................................... 16
Aardrijkskunde ........................................................................................................................................................... 17
Geschiedenis ................................................................................................................................................................ 19
Maatschappijleer ................................................................................................................................. 20
Kunst & Media .............................................................................................................................................................. 21
Lichamelijke Opvoeding ............................................................................................................................ 23
Doorstroom naar het MBO .......................................................................................................................................24
Doorstroom naar HAVO 4 .........................................................................................................................................24
Profielkeuzetabel HAVO 4 en HAVO 5 (ATC).........................................................................................................25
Informatie voor tweedeklassers over wiskunde-plus ..........................................................................................26
Profielkeuze MAVO 2017-2018 ............................................................................................................................... 27
Kieswijzer 2018 5
Inleiding
Volgend schooljaar ga je naar de bovenbouw. Dit schooljaar ga je daarom al keuzes maken over je
vakkenpakket. In deze Kieswijzer vind je informatie over deze profielkeuze.
Bij het maken van de keuze probeert school je zo goed mogelijk te helpen. Tijdens de mentorlessen,
een individueel gesprek met je mentor of decaan en een voorlichtingsavond word je geïnformeerd
over het keuzetraject. De uitslag van de RichtingWijzer en de methode Keuzeweb (via de decaan op
www.hetalc.nl vind je de link naar de website) geeft ook inzicht in wat bij jou zou kunnen passen.
Deze Kieswijzer is ook een goed hulpmiddel. Hierin hebben de docenten voor je opgeschreven wat
je kunt verwachten van het vak waarin zij lesgeven.
Hopelijk helpt dit om de beste keuze voor jezelf te maken. Het is best een belangrijke keuze want het
bepaald namelijk mede welke vervolgopleidingen je na de middelbare school kunt gaan doen.
Wij wensen je veel succes bij het maken van de keuze. En je weet het: als je vragen hebt, aarzel niet
en spreek de docenten, je mentor, de decaan of de afdelingsleider aan. Iedereen wil hetzelfde: jou
op het goede spoor zetten voor een succesvolle carrière.
Namens de afdelingsleider en de decaan;
Daniëlle Kramer
Maureen Stoverinck
6 St. Aloysius College
Nederlands
Als je naar de middelbare school gaat, spreek je
uiteraard al goed Nederlands. Toch valt er nog
heel veel te leren over je eigen taal, en nog heel
wat te verbeteren aan je eigen taalvaardigheid.
Het is immers in ieder beroep later van groot
belang dat je het Nederlands tot in de puntjes
beheerst. En bovendien kan het je wat extra’s
opleveren, als je een goede overtuigende tekst
kunt schrijven (bijvoorbeeld bij een sollicitatie).
Of als je een verpletterende presentatie kunt
geven, bijvoorbeeld als je een nieuwe klant
voor je bedrijf wilt werven.
Waarin verschilt dit vak met de onderbouw?
Nederlands in de bovenbouw wordt in twee
delen opgedeeld. Enerzijds leer je van alles over
de Nederlandse taal, daaronder valt alles wat met
lezen en schrijven, spreken en luisteren te maken
heeft. Anderzijds leer je iets over de Nederlandse
literatuur, wat in de onderbouw nog ‘boeken
lezen’ heet.
Hoe wordt dit vak ingevuld? Om je tekstbegrip
te vergroten lees je verschillende tekstsoorten
en beantwoord je daarbij vragen.
Bij iedere tekst vraag je je af, welk doel de
schrijver met deze tekst voor ogen heeft. Op
die manier leer je verschillende tekstsoorten
herkennen, zoals het nieuwsbericht, de uiteen-
zetting, het betoog en de beschouwing.
Ook oefen je het onderscheiden van hoofd-
en bijzaken. Grammatica en schrijfvaardigheid
worden geoefend door het schrijven van teksten,
bijvoorbeeld een brief of een betoog. Je zit bij
Nederlands niet alleen met je neus in de boeken,
je vergroot ook je spreekvaardigheid door het
geven van presentaties.
Naast het vergroten van je taalvaardigheid
leer je meer over de Nederlandse literatuur.
Welke boeken zijn er door de eeuwen heen
geschreven? Uiteraard moet je zelf ook boeken
lezen en daarvan verslagen schrijven.
Al je leeservaringen samen vormen een lees-
dossier. Tijdens je schoolexamen vertel je (in
de vorm van een aantal boekverslagen) aan je
docent wat je van deze boeken hebt opgestoken.
Examen
Het vak Nederlands is een verplicht eind examen-
vak. Bij de Schoolexamens worden je spreek-
vaardig heid, schrijfvaardigheid, leesvaardigheid
en luistervaardigheid getoetst. Tijdens het
Centraal Schriftelijk Examen wordt de leesvaar-
digheid getoetst. Bij verschillende teksten krijg je
opdrachten, je schrijft een samenvatting en je
moet een zakelijke brief of een artikel schrijven.
Kieswijzer 2018 7
Engels
Jaar 3
In jaar 3 werk je aan de schrijfvaardigheid, lees-
vaardigheid, spreekvaardigheid en luister¬vaar-
digheid. Om deze vaardigheden te ondersteunen,
zul je ook je woord- en grammaticale kennis uit-
breiden. We werken aan opdrachten in het boek,
werken aan websites van het Anglia in verband
met de Anglia examens die in jaar 3 worden afge-
rond, en wordt steeds meer gebruik gemaakt van
authentiek materiaal om je steeds vertrouwder
met de taal te maken.
In periode 3 komt de focus op leesvaardigheid
te liggen, omdat dit een erg belangrijk onderdeel
van het eindexamen is.
Jaar 4
In het vierde jaar werk je niet meer uit het boek
maar bereid je je met behulp van ander materiaal
voor op de tentamens en het eindexamen.
Het eindexamen bestaat uit een aantal teksten
(begrijpend lezen). Natuurlijk wordt je hierop
voorbereid tijdens de lessen. Je krijgt onder
andere training in het toepassen van lees-
strategieën en je krijgt een relevant vocabulaire
aangereikt.
De tentamens bestaan uit de volgende
onderdelen:
• Schrijfvaardigheid (formele brief)
• Spreekvaardigheid (samenvatten artikel, mening
over een onderwerp geven, rollenspel, een
stukje voorlezen)
• Leesvaardigheid (toets over twee boekjes +
tekstverklaring)
• Kijk- en luistervaardigheid (vragen maken bij
kijk- en luistervaardigheid CITO)
• Praktische opdracht die je maakt tijdens de
talenreis naar Engeland
1
Programmaboekje
Talenreis Engeland 201512 t/m 16 oktober
Dit boekje is van:
8 St. Aloysius College
Spaans
Spanje is als vakantieland erg populair, en ook
de Latijns- Amerikaanse landen worden steeds
vaker door ons bezocht. De cultuur, muziek en
geschiedenis van de Spaanstalige gebieden
hebben een grote aantrekkingskracht.
Latijns-Amerika is economisch enorm in op-
komst, en de taalbarrières die men daar tegen-
komt kunnen worden overwonnen door op
een effectieve manier te leren communiceren
in de Spaanse taal.
De wereld wordt steeds kleiner … het is dus
de moeite waard om deze mooie taal te
leren spreken.
Volgens een rapport van het Instituto Cervantes,
een organisatie die zich bezig houdt met de
promotie en verspreiding van de Spaanse taal
en cultuur, is Spaans met 495 miljoen moeder-
taalsprekers (in 2012) de meest gesproken taal
ter wereld na het Chinees. Na het Engels is het
Spaans ook de meest gebruikte taal in de inter-
nationale communicatie. Men verwacht dat in
2030 7,5 procent van de wereldbevolking Spaans
kan spreken. Verder was het Spaans in 2012 de
op één na meest gebruikte taal op Twitter en
de op twee na meest gebruikte taal op internet.
Het belang van de Spaanse taal dringt langzaam
maar zeker door in het Nederlandse onderwijs-
systeem. Bijna alle mbo-opleidingen en havo’s
hebben Spaans in hun curriculum (vakkenpakket)
opgenomen.
Jaar 3
In jaar 3 werk je aan de schrijfvaardigheid, lees-
vaardigheid, spreekvaardigheid en luistervaardig-
heid. Om deze vaardigheden te ondersteunen
zorgen we ook dat jouw woord- en gramma-
ticale kennis wordt uitgebreid. We werken aan
opdrachten in het boek, krijgen filmopdrachten,
lezen eenvoudige leesboekjes en worden meer
en meer met authentiek materiaal in contact
gebracht.
In periode 3 komt de focus op leesvaardigheid te
liggen, omdat dit een belangrijk onderdeel is van
het eindexamen.
Jaar 4
In jaar 4 werk je niet meer uit het boek, maar
bereid je je met behulp van allerlei alternatieve
materialen voor op de tentamens en het
eindexamen.
Het eindexamen bestaat uit tekst verklaren.
Hier wordt op voorbereid tijdens de lessen.
De leerlingen worden dan getraind in het
toepassen van lees- strategieën om en
krijgen relevante vocabulaire aangereikt.
De tentamens zijn:
• Schrijfvaardigheid (e-mail)
• Spreekvaardigheid (gesprekje over jezelf
en in een restaurant of winkel)
• Leesvaardigheid (eenvoudige boekjes in
de klas+ tekstverklaring)
• Kijk-luistervaardigheid (vragen maken bij
kijk en luistervaardigheid)
• Praktische opdracht die je maakt tijdens
de talenreis naar Spanje
Kieswijzer 2018 9
Frans
• Frans is een belangrijke taal voor beroepen in:
de handel, toerisme, mode, horeca (hotel,
restaurant, café), business, techniek, medische
wereld (arts!), de politiek (diplomaten),
dancewereld.
• Frankrijk is vakantieland nr. 1 voor Nederlanders
• 40% van de Engelse woorden komen uit het
Frans! Engels en Frans zijn dus talen die elkaar
op een goede manier kunnen versterken.
• Chique, mooie taal. En de taal van de liefde : )
• Leuke, gevarieerde lessen met veel aandacht
voor examentraining. Aandacht en ruimte
voor ideeën van leerlingen. Gebruik van
Franse liedjes.
• Met Frans heb je een streepje voor! Je komt
makkelijker aan een baan en hebt kans op een
hoger salaris.
Welke thema’s/onderwerpen worden in klas 3
en 4 behandeld?
In klas 3 is dat:
Een verblijf in Parijs, de Alpen en wintersport,
allerlei sporten, TV-series en acteren, een vakan-
tiebaantje, toekomstplannen, toerisme, het Zuid-
Westen van Frankrijk, festivals, het weer,
beroemde mensen, het Noorden van Frankrijk,
cultuur en de weg vragen.
De onderwerpen uit klas 3 komen deels ook weer
terug in klas 4. Dan ga je dieper in op praktische
zaken als: een hotel of verblijf op een camping
reserveren, boodschappen doen, eten en drinken
bestellen. Iets over jezelf vertellen en antwoord
kunnen geven op vragen over jezelf hoort er ook
bij. In klas 4 oefen je veel examenteksten, die elk
hun eigen onderwerp hebben.
Wanneer je Frans kiest, is het vooral belangrijk dat
je in de les aanwezig bent. Dat heeft grote in-
vloed op je cijfer. ‘Maakwerk’ doen wij namelijk
altijd in de les. Het enige huiswerk dat je krijgt, is
leerwerk (met name: woordjes).Ben je trouw in
de les aanwezig, dan zal je nauwelijks merken dat
het niveau langzaam maar zeker omhoog gaat; je
groeit daar namelijk automatisch in mee.
Leesvaardigheid oefenen we veel (daar bestaat
het eindexamen Frans uit).
Verder komen spreekvaardigheid, luister- en kijk-
vaardigheid, en schrijfvaardigheid natuurlijk ook
aan bod.
In klas 4 doe je een praktische opdracht die je
maakt tijdens de les. Wij kijken hiervoor naar een
film en beantwoorden de daarbij behorende
vragen. Verder doen wij verschillende creatieve
opdrachten (dierendag, feestdagen, je droom-
huis, je lievelingsdier etc.).
10 St. Aloysius College
Elk leerjaar kijken wij drie Franse films. In klas 4 is
dit ook onderdeel van de Praktische Opdracht.
Met Frans kom je verder. Letterlijk en figuurlijk.
Je kunt je allereerst in Frankrijk zelf beter redden
wanneer je daar op vakantie bent, op doorreis of
voor je toekomstige werk.Een Nederlands bedrijf
heeft graag mensen in dienst die kennis hebben
van de Franse taal.
Nederland heeft van oudsher veel contacten
met Frankrijk op allerlei gebied, bijvoorbeeld
de handel. Het vak Frans opent vele deuren
in je carrière ! Als je docent Frans wilt worden,
is Frans natuurlijk een verplicht vak.
Duits
Liebe Studenten, Duits is een ontzettend leuk vak
waar je veel mee kunt. Het is niet alleen de taal
van onze buren maar ook van nog drie andere
landen in Europa. Daarmee is een groot gedeelte
van Europa dus Duitstalig…
Maar wat moeten wij Nederlanders daar dan
mee? We gaan natuurlijk vaak naar Duitsland
met vakantie maarwe hebben eigenlijk het meest
te maken met Duitsland in de handel. Vooral
mensen die het profiel Economie hebben ge-
kozen, kunnen met Duits dus hun voordeel doen.
Veel producten die in de haven van Rotterdam
binnenkomen gaan met schepen en vrachtwa-
gens naar het Ruhrgebied en andere delen van
Duitsland. En natuurlijk: de meeste Duitsers
spreken intussen wel een woordje Engels, vooral
de jongere generatie. Maar zelfs dan weet je dat
je altijd een streepje voor hebt als je iemand in
zijn eigen taal benadert.
In de derde (en de vierde) klas werk je bij Duits
toe naar het eindexamenniveau, dat is vastgesteld
op het zogenaamde ERK (Europees Referentie
Kader) niveau A2.
Het examen is net als bij de andere talen verdeeld
in vier vaardigheden:
• schrijven (school examen, SE)
• luisteren (SE)
• spreken (SE)
• lezen (centraal examen, CE)
Verder maak je een praktische opdracht tijdens
de talenreis naar Berlijn.
ERK A2 betekent in de praktijk dat je een woor-
denschat hebt van ongeveer 1000 tot 1500
regelmatig gebruikte woorden – hoeveel ken jij
er nu al? Je hebt een aantal vaste uitdrukkingen
geleerd. Je kent regels waaraan je je in de Duitse
cultuur moet houden. Je kent de basisgramma-
tica, die heb je in jaar 2 geleerd.
In de derde en vierde ga je dus werken aan jouw
woordenschat, voornamelijk Duits - Nederlands.
Jij moet begrijpen wat er in het Duits staat of
gezegd wordt. De grammatica die je voor het
examen moet kennen, ken je nu al! Dit zal op
een aantal punten nog iets verder uitgewerkt
worden, maar je werkt vooral aan het herhalen
van deze kennis.
Dit willen we allemaal doen met de volgende
delen van het boek TrabiTour. Daarnaast zullen
we ook werken met stencils en eigen gemaakte
opdrachten. Dit alles met het doel, dat jij je
examen Duits met een voldoende kunt afronden.
Let met je keuze goed op of jij na de Mavo door
wil met de Havo of welke MBO opleiding je wil
gaan doen!! Er zijn er een aantal vervolgoplei-
dingen waarbij Duits VERPLICHT is.
Ik hoop jullie volgend jaar in mijn lessen te zien!
Tschüss
Kieswijzer 2018 11
Biologie
Welke onderwerpen komen er in klas 3
en 4 aan bod?
We starten in klas 3 met praktische opdrachten.
We werken met de microscoop en bekijken
schimmels, dierlijke en plantaardige cellen.
Hiervan maak je tekeningen.
Je onderzoekt een mossel of een garnaal.
Hiervan maak je een tekening en een verslag.
De thema’s die verder behandeld worden gaan
vooral over het menselijk lichaam. Onderwerpen
zijn voortplanting en erfelijkheid. Je leert hoe
eigenschappen van ouders aan hun kinderen
worden doorgegeven? En je maakt een folder
voor leeftijdsgenoten over een onderwerp dat
met seksualiteit te maken heeft.
Je leert ook over de evolutietheorie. Hebben
er daadwerkelijk dinosauriërs op onze aarde
rondgelopen? Wat denk jij?
Een ander interessant onderwerp is regeling. Wat
is er eigenlijk aan de hand bij iemand die verlamd
is geraakt? Hoe werkt het nu precies met onze
hormonen wanneer we in de puberteit komen?
In klas 4 behandelen we andere onderwerpen
dan in klas 3. Een aantal onderwerpen zal je
herkennen uit de onderbouw. We herhalen ze
en gaan er wat dieper op in zodat je goed wordt
voorbereid op het examen.
Aan het begin van het schooljaar leer je meer
over gedrag en zintuigen. We gaan zelf een ge-
dragsonderzoek doen in de dierentuin. En we
hebben een practicum waarin we het oog van
een schaap bestuderen. Dat ziet er toch wel
even anders uit dan een 2D tekening in je boek.
In de tweede periode komen onderwerpen uit
de wereld om je heen aan bod. In animaties
zie je hoe dieren, planten, het klimaat invloed
hebben op elkaar. Ook nu zijn er weer een
aantal practica die je helpen om de theorie
beter te kunnen begrijpen.
De laatste periode is er weer volop aandacht
voor het menselijk lichaam. Denk hierbij aan de
ademhaling, de spijsvertering, de bloedsomloop
en hoe we onszelf kunnen beschermen tegen
ziektes. Ook deze periode zal je weer een aantal
practica krijgen. We gaan bekijken hoe een
schapenhart eruit ziet.
Waar moet je rekening mee houden en wat
wordt er van je verwacht?
We behandelen veel verschillende thema’s bij
biologie. Hoe verder je komt hoe meer je zult
merken dat alles met elkaar samenhangt. Dat
maakt het leren dan een stuk makkelijker. Dat
we de theorie afwisselen met leuke practica
helpt daar ook bij.
12 St. Aloysius College
Biologie is behoorlijk wat leerwerk, maar je zult
merken dat je dat steeds makkelijker zal afgaan.
Natuurlijk bereiden we je goed op de toetsen
voor en geven we je tips hoe je het leerwerk
het beste kunt aanpakken. Grafieken maken,
berekeningen doen en tabellen aflezen hoort
ook bij biologie. Voor de tentamens en het
examen zal je dit moeten kunnen. Ook hierbij
zullen we je helpen.
Welke ‘andere werkvormen’ komen aan bod
Tijdens de lessen proberen we je zo afwisselend
mogelijk te laten leren. Proefjes en onderzoek
doen helpen je om de theorie beter te begrijpen.
Bij de meeste onderwerpen zullen we dit dan
ook gaan doen. Filmpjes bekijken, samen aan
een project werken, digitale lessen, presentaties
houden zullen je helpen om straks met succes
examen te kunnen gaan doen.
Waarom kies je voor biologie?
Bij biologie leer je veel over hoe jouw lichaam en
hoe dat van een ander werkt. Wanneer je weet
hoe het werkt zal je ook beter in staat zijn keuzes
te maken die met je gezondheid te maken hebben.
Bij biologie kijk je ook naar de levende wereld om
je heen. Planten, dieren, bacteriën en schimmels.
We hebben elkaar nodig, maar kunnen elkaar
soms ook missen als kiespijn.
Bij welke opleiding of beroep is verplicht
of gewenst?
Wanneer je een opleiding in de sector Zorg &
Welzijn wilt gaan doen of wanneer je het profiel
Natuur & Gezondheid wilt kiezen op de HAVO
zal je biologie in je vakkenpakket nodig hebben.
Verpleegkunde, sport & beweging, tandartsassis-
tente, hovenier, kapper, onderwijsassistent en
dierenartsassistente zijn een aantal opleidingen
waarbij biologie belangrijk is.
Wiskunde
Welke onderwerpen worden in klas 3
en 4 behandeld?
Als je wiskunde in klas 3 kiest, moet je natuurlijk,
net als in klas 1 en 2, veel werken aan wiskunde-
opdrachten. De volgende onderwerpen, die je
meestal ook al tegen gekomen bent in klas 1
of 2, worden in de klassen 3 en 4 behandeld:
tekeningen met behulp van coördinaten,
grafieken, er wordt veel gewerkt met formules,
procenten (o.a. bij renteberekeningen), figuren
en voorwerpen, oppervlakte en inhoud, hoeken
meten en berekenen, vergelijkingen oplossen,
de stelling van Pythagoras etc.
Wat wordt er van je verwacht?
Het is wel handig als je wat aanleg hebt voor
wiskunde en rekenen, maar zeker zo belangrijk
is de inzet om iets te willen bereiken met het
vak wiskunde. Als je wat meer moeite met
rekenen hebt hoeft dat niet echt een probleem
te zijn; je mag bij wiskunde altijd een reken-
machine gebruiken.
Net zoals de opdrachten in klas 2 moeilijker waren
dan in klas 1, zo worden de opdrachten in klas 3
en 4 natuurlijk ook weer wat moeilijker. Je moet
dan dingen die je bij verschillende hoofdstukken
geleerd hebt ook kunnen combineren. Het is
belangrijk dat je moeite wilt doen om ook zo’n
moeilijke som te gaan maken. Datzelfde geldt voor
het werktempo; langzaam moet dat steeds een
beetje hoger worden. Met doorzettingsvermogen
en inzet kun je een heel eind komen!
Kieswijzer 2018 13
Bijkomende zaken
Voor het vak wiskunde zijn er weinig ‘bijkomende
zaken’. Er zijn geen practica of excursies en
bijvoorbeeld ook geen spreekbeurten. We doen
wel ons best van tijd tot tijd de computer te
gebruiken of andere media in te schakelen.
Waarom zou je wiskunde kiezen?
Veel leerlingen vragen zich af waar je wiskunde in
de toekomst bij kunt gebruiken. Voor sommige
beroepen is dat wel duidelijk: een wiskunde- of
economieleraar gebruikt veel wiskunde, maar ook
een accountant en iedereen die de technische
richting op gaat. Maar er zijn veel meer beroepen
waar ook met wiskunde gewerkt wordt: van tim-
merman tot caissière, van piloot tot politieagente,
van boer of tuinder tot bosbouwer. De timmer-
man(of vrouw) gebruikt wiskunde om een rechte
is een kilogram goud net zo zwaar als een
kilogram suiker; wat is het verschil tussen een
Röntgenfoto en een MRI-scan; waarom gaat
het licht uit als je teveel elektrische apparaten
aanzet, wat als…?
hoek te maken; de bosbouwer berekent met een
formule hoe lang bomen worden; een kunstschil-
deres gebruikt verhoudingen om verf te mengen
maar ook om een figuur goed weer te geven.
De boer en tuinder gebruiken wiskunde om be-
mesting van de hoeveelheid oppervlakte grond
te berekenen en te bepalen hoeveel mest er nodig
is. Een automonteur moet kunnen rekenen met
motorvermogen, cilinderinhoud en remvertraging.
Wanneer is wiskunde verplicht?
Als je een technische kant uit wilt gaan is
wiskunde een verplicht vak. Ook voor de
economische richting is wiskunde zeer aan
te bevelen. Je weet ongetwijfeld dat wiskunde
een belangrijk vak wordt genoemd… maar
ook zonder wiskunde kan de toekomst er
goed uitzien!
NaSk1: Natuurkunde
Nask1 is een vak dat zich bezig houdt met de
wereld om ons heen. We stellen vragen als:
waarom kan je beter een kruiwagen gebruiken
dan zelf stenen dragen; waarom regent het en
waarom valt die regen naar beneden; waarom
14 St. Aloysius College
Voor het vak Nask1 is het belangrijk dat je goed
met getallen en formules kan omgaan. Wiskunde
is dan ook verplicht als je Nask1 kiest.
Je moet verbanden kunnen leggen tussen Nask1
en andere vakken; verder kijken dan je neus lang
is. Verder moet je tijdens het uitvoeren van
proeven en het maken van verslagen goed
kunnen samenwerken. Je moet afspraken kunnen
maken en kunnen nakomen. Tijdig inleveren
van verslagen en werkstukken hoort daarbij.
NaSK 2: Scheikunde
Welke onderwerpen worden in klas 3
en 4 behandeld?
Als je scheikunde in klas 3 kiest, ga je veel proefjes
doen. Je leert voornamelijk door het te doen.
Onderwerpen die aan de orde komen, zijn onder
andere: mengsels, scheidingsmethoden, reacties,
reactievergelijkingen opstellen, milieu, verbran-
ding, zuur-base reacties, oplosbaarheid & zouten.
Waar moet je rekening mee houden en wat
wordt er van je verwacht?
Je moet vooral een onderzoekende houding
hebben en het leuk vinden iets te ontdekken.
Daarnaast is het nauwkeurig en veilig werken erg
belangrijk. Je zult werken met breekbaar en ge-
vaarlijk materiaal. Uiteraard is het een exact vak
dus moet er ook gerekend worden gedaan. Het is
niet verplicht om wiskunde in je vakkenpakket te
hebben wanneer je scheikunde wilt kiezen.
Voor welke opleidingen en beroepen is
NaSK onmisbaar?
Voor een paar MBO opleidingen is Nask2 ver-
plicht. Dit is bijvoorbeeld de laboratoriumopleiding
of opleidingen in de farmacie. Er zijn ook nog an-
dere opleidingen waar je een voorsprong hebt als
je Nask2 wel hebt gehad.
Ook is het bij de doorstroom naar Havo belangrijk
rekening te houden met de profielen. Bij de pro-
fielen Natuur&Techniek en Natuur&Gezondheid is
het vak scheikunde verplicht.
.
Kieswijzer 2018 15
Thema’s
Bij DIT leer je van alles over (creatieve)
technologie en media. Programmeren en
vormgeving zijn belangrijke onderdelen van
het vak. Zo leer je hoe je een eigen website,
een App, een game, een ontwerp, een robot
of een 3D-print kunt maken. Je leert program-
meren met Arduino, schakelingen met sensoren
te bouwen en hiermee te werken.
Je maakt bijvoorbeeld een robot voor ouderen,
je bedenkt een ontwerp dat verkocht kan worden
en maakt een regel- of besturingssysteem voor
het onderhoud van bijvoorbeeld planten.
Wil je iets doen met Virtual Reality of heb je nog
andere ideeën? Dat kan!
In leerjaar 3 komen alle onderwerpen van het
examenprogramma aan de orde en in leerjaar 4
vindt verdieping plaats. Bij DIT krijg je als leerling
veel vrijheid om te ontdekken wat je zelf interes-
sant vindt. In alle lessen kun je je eigen creativiteit
kwijt, en in de laatste periode maak je een geheel
eigen eindexamen-werkstuk. Over een DIT-
onderwerp dat je zelf gekozen hebt.
Manier van werken
DIT is vooral een doe-vak, waarbij je ook wel wat
geduld moet hebben. Je bedenkt oplossingen
voor problemen. Je analyseert zo’n probleem,
onderzoekt wat mensen willen en zet de eisen
voor het ontwerp op een rij. Je bedenkt en
maakt producten die een oplossing zijn voor
het probleem en probeert ze uit. Je moet dus
veel zelf uitzoeken. Je werkt zelfstandig, maar
ook vaak samen met anderen. Aan het eind
van elke periode presenteer je je eindproduct.
In elke periode maak je ook een theorietoets.
Wat heb je er aan?
Informatietechnologie en digitale media zijn
een essentieel onderdeel van de samenleving
geworden. In bijna alle beroepen moet je
informatie- en communicatietechnologie
kunnen toepassen.
Altijd handig dus, DIT!
DIT sluit goed aan bij het vakkenpakket van
alle profielen op de HAVO en op alle MBO-
opleidingen. Maar je ontdekt ook of je het zo leuk
vindt dat je met technologie of media door wilt
gaan. Op onze MBO-ICT campus kan dit perfect.
Een nieuw examenvak op het ALC
Design Innovation & Technologie (DIT)
Design, Innovation & Technologie (DIT) is onze nieuwe naam voor een echt
bestaand, nieuw examenvak voor VMBO TL/MAVO. DIT heeft alleen een
Schoolexamen (SE), géén Centraal Examen (CE)
16 St. Aloysius College
Economie
In de spin hierboven staat in het kort uiteengezet
wat je te wachten staat als je in klas 3 economie
gaat doen.
De vijf groene vakken zijn de hoofdmodules, je
zou ook kunnen zeggen dat alles wat we in klas 3
aan economie doen met de begrippen van de
groene vakken te maken heeft. Elk groen vak is
weer onderverdeeld in hoofdstukken. Je ziet dat
het vak consumptie , waar je in klas 3 mee begint
verdeeld is in 4 hoofdstukken (blauwe vakken).
Aan die onderwerpen zie je dat het zaken zijn die
iedereen dus ook jou aangaan bijvoorbeeld het
hoofdstuk de bank en jouw geld of het hoofd-
stuk: weet wat je koopt?
Een ander voorbeeld is het groene vak Arbeid
en bedrijfsleven met het hoofdstuk Werk voor
jou? Het gaat hierover onderwerpen als werk-
gelegenheid, een baan zoeken, werkloos worden,
vacatures, sociale wetten etc.
Natuurlijk herken je veel dingen van je lessen
economie in klas 2 en dat is juist de bedoeling.
In klas 3 gaan we die zaken weer verkennen en
gaan dieper op de inhoud in.
Tijdens de lessen is het doel dat je steeds meer
belangstelling krijgt voor allerlei zaken die met
economie te maken hebben en dat je ook
economische vraagstukken leert oplossen.
We werken met een boek en schrift maar 1/3
van de lessen werk je met de laptop.
In de woordenspin hieronder is uitgelegd dat
wanneer je economie in het pakket kiest er een
aantal eigenschappen zijn die wel handig zijn om
in je bagage te hebben. Economie is uiteraard
een vak wat midden in de samenleving staat en
veel raakvlakken heeft met andere vakken.
Eigenschappen zoals inzet , belangstelling en
inzicht zijn tools die voor meerdere vakken
belangrijk zijn om te hebben. Tekstbegrip en
rekenen zijn zaken die veel terugkomen in
vraagstukken en opdrachten.
In het rechter gedeelte van de spin is uitgelegd
welke vervolgopleidingen met economie in het
pakket mogelijk zijn. Je kunt naar het MBO en
opleidingen kiezen met economische vakken
(bedrijfseconomie, algemene economie en
bedrijfsadministratie ) als belangrijk onderdeel.
Voor sommige leerlingen kan het MBO (ROC)
eindonderwijs zijn en daarna kun je een baan
zoeken. ( zie spin ). Verder studeren is ook moge-
lijk omdat er economische opleidingen van het
MBO recht geven op doorstroom naar het HBO.
Via de Havo is het natuurlijk ook mogelijk om
naar het HBO te gaan en daar een economische
opleiding te volgen. Dat zijn studies als algemene
economie, commerciële economie, bedrijfseco-
nomie, bedrijfskunde en bedrijfsadministratie.
Je moet dan op de havo kiezen voor het profiel
E&M. In andere profielen kan economie een
keuze vak zijn.
Kieswijzer 2018 17
Aardrijkskunde
Bij Aardrijkskunde alleen maar ‘topo’ leren? Mooi
niet dus! Maar wat leer je dan? Aardrijkskunde is
een ontdekkingstocht over onze planeet.
Aardrijkskunde maakt je wegwijs in de wereld.
Aardrijkskunde maakt je kritisch tegenover
beelden en nieuws uit onze alledaagse wereld.
We vragen ons elke les af: Wat? Waar?
En waarom daar?
Aardrijkskunde geeft je kennis over regionale
verschillen, globaliseringsprocessen, gebruik
en beheer van grondstoffen, natuurlijke risico’s,
milieuproblemen, ruimtelijke conflicten, water-
beheer, klimaatverandering, transport en
infrastructuur. En nog zoveel meer!
Aardrijkskunde is onder te verdelen in twee soorten:
• Fysische aardrijkskunde – hier gaat het over
natuurlijke processen van de aarde.
• Sociale aardrijkskunde – hier gaat het om
het menselijk handelen op de aarde.
De onderwerpen die aan bod komen staan in de
figuur hierboven afgebeeld.
In klas 3 behandelen we de thema’s
• Bronnen van energie
• Arm & Rijk
• Grenzen & Identiteit
Deze thema’s gaan vooral over hoe de wereld er
nu uitziet en wat voor gevolgen ons menselijk
handelen daarop heeft.
In klas 4 komen de volgende thema’s aan bod
• Hydrologie (Water)
• Klimatologie (Weer &Klimaat)
• Demografie (Bevolking & Ruimte)
Alle onderwerpen worden op verschillende
schaalniveaus aangeboden. We gaan de onder-
werpen dus bekijken in onze eigen omgeving,
hoe het in Nederland werkt, hoe het in Europa
gaat en uiteindelijk hoe het mondiaal/
wereldwijd zit.
Wat kan je verwachten?
Aardrijkskunde is een vak waarbij je de vaardig-
heid ‘begrijpend lezen’ wel een beetje moet
beheersen. Vind je vakken als geschiedenis en
economie leuk en goed te doen, dan zal aard-
rijkskunde je ook liggen. We maken gebruik van
een tekstboek en een werkboek, maar werken
ook veel met andere bronnen; videofilms, kran-
tenartikelen, tijdschriften, ‘online’ informatie enz.
Het is belangrijk dat je interesse in de wereld hebt
en het is handig als je het leuk vindt om journaal
te kijken of krant te lezen. We houden ons veel
bezig met de actualiteit. Wat gebeurt er in de
wereld? Waar gebeurt dat? En waarom daar?
18 St. Aloysius College
Naast het leren van teksten en het opdoen
van informatie wordt je in klas 3 getraind in
de vaardigheden die voor het vak nodig zijn:
onderwerpen beschrijven, analyseren, en
verklaren. Dit doen we op veel verschillende
manieren; je leert om te gaan met grote teksten,
hoofd- en bij zaken te onderscheiden, je leert
samen te werken hoe je onderzoek doet, je leert
problemen en oplossingen te presenteren, enz.
Wat doe je nog meer in/buiten de lessen?
In klas 3 werk je, meer dan in klas 4, veel samen.
In duo’s of in groepjes van vier. Samen problemen
analyseren en oplossingen bedenken en die dan
vervolgens uitwerken in een werkstuk, prezi of
film. Presentaties geven voor de klas is een vaar-
digheid die ook voorkomt in klas 3. Er zit in elke
periode een onderzoek in de eigen omgeving in.
Wat heb ik aan Aardrijkskunde?
Aardrijkskunde leert je wat de oorzaken, de
gevolgen en oplossingen zijn van verschillende
gebeurtenissen in een land of een gebied. Het
is het enige vak dat met meerdere vaardigheden
tegelijk (multidisciplinair) naar de wereld en haar
veranderingen kijkt.
Op het gebied van bijvoorbeeld het bedrijfsleven
leert de aardrijkskunde wat het belang is van een
goede ligging van bedrijven t.a.v. infrastructuur,
grondstoffen en arbeid. Hoe gaan bedrijven om
met de voorraden energie op de wereld. Waar
laat je je producten het goedkoopst maken?
Je leert de wereld om je heen in samenhang te
begrijpen en je eigen plek en verantwoordelijk-
heid daarin te kunnen beoordelen en ernaar
te handelen.
Welke beroepen/sectoren vragen om
aardrijkskunde?
Een greep uit sectoren waarbij je met de liefde
voor het vak en vooral met de kennis en vaar-
digheden van aardrijkskunde goed uit de verf
komt: klimatologie, meteorologie, weg- en
waterbouw, delfstofwinning, energiebeheer,
milieukunde, waterbeheer, de verkeer- en
transportsector, vastgoed, politiek en internatio-
nale organisaties, de reiswereld, internationale
handel en in de journalistiek.
Kieswijzer 2018 19
Geschiedenis
Waarom voor geschiedenis kiezen?
Een goede reden is: ken je het verleden, dan snap
je het heden. Met andere woorden, wil je weten
waarom de wereld nu is zoals hij is, moet je eerst
de geschiedenis kennen voordat je dit kunt be-
grijpen. Zonder voorkennis kan je ook geen dui-
delijke mening geven over een bepaalde situatie.
Een andere reden is dat je leert om je te kunnen
verplaatsen in iemand anders. Bijvoorbeeld in een
persoon uit een andere tijd of in een persoon uit
een ander land of met een ander geloof.
In de woordspinnen kan je zien welke onder-
werpen er allemaal behandeld worden in klas 3
en 4. We werken in jaar 3 vooral met een werk-
boek en een tekstboek. In klas 4 werken we ook
met een tekstboek en werkboek.
Naast het werken met boeken, wordt er in beide
leerjaren veel gebruik gemaakt van digitale
middelen.
!
20 St. Aloysius College
Maatschappijleer
Denk je weleens op school ‘Wie bepaalt eigenlijk
dat ik in de les moet zitten?’ Je denk misschien
dat het de schoolregels zijn, maar deze beslis-
singen worden niet op een school genomen. In
Nederland worden deze beslissingen gemaakt
door mensen die Nederland besturen. Deze
mensen noemen we ook wel volksvertegen-
woordigers, omdat zij ons (het volk) vertegen-
woordigen. Deze volksvertegenwoordigers
vinden het een plicht, namelijk iets dat je moet
doen, om naar school te gaan. Maar naar school
gaan is ook een recht (iets dat je mag doen)
omdat in veel andere landen niet iedereen naar
school mag of kan. Over al deze onderwerpen ga
je leren bij maatschappijleer. Hoe worden beslis-
singen in Nederland eigenlijk gemaakt? Wie
maken deze beslissingen? Waarom is het in an-
dere landen anders dan in Nederland? Dit zijn
vragen die het hele jaar terugkomen.
Er staan bij maatschappijleer in klas 3 een aantal
onderwerpen centraal. Het dagelijks nieuws, poli-
tiek en criminaliteit worden uitgebreid besproken.
Over elk van deze onderwerpen krijg je nieuwe
dingen te zien en te horen. In klas 3 beginnen we
met presenteren over het nieuws. Je kiest met
een klasgenootje een actueel nieuwsonderwerp
en verteld hier de klas over. Je vertelt waarom je
het een belangrijk onderwerp vindt maar je stelt
ook vragen. Hierdoor leer je kritisch denken. Dit
betekent dat je een vraagteken zet bij wat je te
zien en te horen krijgt. Ben je het hier niet mee
eens? Dat mag in Nederland, want iedereen heeft
het recht op zijn eigen mening. Bij maatschappij-
leer gaan we veel praten over jou mening en die
van anderen. Ook gaat het bij maatschappijleer
uitgebreid over politiek. Dit klinkt misschien een
beetje saai voordat je ermee begint, maar in de
politiek worden dingen voor jou besloten.
Elke dag maken mensen in Den Haag binnen de
Tweede Kamer beslissingen die invloed kunnen
hebben op jouw leven. Dan is het toch wel
handig om te weten hoe dat werkt.
We behandelen verder het onderwerp criminali-
teit. Je leert wat strafbaar gedrag is en wat er kan
gebeuren als je met de politie in aanraking komt.
Wat zijn de rechten van een persoon als deze
wordt aangehouden door de politie? Mag een
politieagent een persoon zomaar aanhouden?
Dat zijn allemaal vragen die terugkomen bij het
onderwerp criminaliteit.
Je rondt maatschappijleer 1 af in klas 3. Dit is het
eerste cijfer dat meetelt op je examen.
Maatschappijleer 1 is verplicht in klas 3. In klas 4
kun je maatschappijleer 2 kiezen, hiermee kan je
examen doen in het vak. In klas 4 behandelen we
behalve politiek en criminaliteit ook de onder-
werpen pluriforme samenleving en Europa. Je
doet een praktische opdracht waar je een eigen
partij moet oprichten. Alles wat jij zou willen ver-
anderen in Nederland mag je hierin beschrijven.
Kieswijzer 2018 21
.
Kunst & MediaWelke thema’s worden in klas 3
en 4 behandeld?
In klas drie werk je iedere periode aan een
thema. De thema’s kun je opgedragen krijgen,
maar je mag (in overleg) ook aan een zelf
gekozen thema werken, bijvoorbeeld ‘de
wereld in 2050’ of ‘sprookjes’.
Je werkt in drie stappen:
1 Een mindmap maken: hier verzamel je zo
veel mogelijk informatie over het gekozen
onderwerp; je voert dit uit als prezi,
Photoshopdocument of collage.
2 Beeldend onderzoek doen: je gaat op
verschillende manieren uitzoeken hoe
je eindwerkstuk er uit gaat zien en de
gekozen technieken oefenen.
3 Je eindwerkstuk maken.
Je kiest voor ieder werkstuk naast het thema
een discipline. Dat betekent dat je een keuze
maakt met welke technieken je aan de slag gaat
en wat voor soort eindwerkstuk dat oplevert. Je
mag kiezen tussen alles wat je in de onderbouw
hebt geleerd. De ene keer kan je eindwerkstuk
bijvoorbeeld een schilderij zijn, de andere keer
een animatiefilm of een stripverhaal. Zie ook
de woordspin.
De werkwijze is er op gericht jou te laten werken
zoals professionals dat ook doen. De ene keer
kruip je bijvoorbeeld in de huid van een kunst-
schilder, de andere keer in de huid van een
documentaire-/filmmaker of grafisch ontwerper.
In klas 3 en 4 krijg je naast de praktische
opdrachten ook theorie ter voorbereiding van
het eindexamen. De theorie leert je kritisch naar
kunst te kijken en kunst beter te begrijpen, maar
kan je ook helpen je eigen werk sterker te maken.
Een deel van de theorie is herhaling van wat je
in klas 1 en 2 al leerde over aspecten van de
vormgeving en voorstelling.
Waar moet je rekening mee houden en wat
wordt er van je verwacht?
Als je creatief bent, graag tekent en schildert of
juist graag filmpjes maakt, met Photoshop werkt
of muziek bewerkt, dan is een vervolg in K&M
voor jou een goede keuze. Je bent vrij om je
opdrachten meer kunstgericht of juist meer
mediagericht uit te voeren: je kunt jezelf nu
dus specialiseren.
Om K&M voor jou tot een succes te maken is
het naast creatief zijn net zo belangrijk dat je
22 St. Aloysius College
zelfstandig kunt werken. Je moet langere tijd
geconcentreerd kunnen werken om alle
opdrachten af te krijgen. Een planning kunnen
maken en de tijd in de gaten houden is ook
heel belangrijk.
Als je veel op de computer gaat werken dan
moet je in staat zijn om je 100% te richten op
die toepassingen die voor jou opdracht nodig zijn.
Waarom kies je voor Kunst & Media?
Kunst & Media is een goede basis voor jou als
je overweegt een creatief beroep te kiezen.
Natuurlijk voor degenen die beeldend kunstenaar
willen worden, maar ook in meer toegepaste
richtingen zoals grafische vormgeving of
audiovisuele beroepen. Wil je verder met het
ontwerpen van grafisch materiaal, websites
bouwen, gamedesign of camerawerk, films
monteren, geluid, dan is K&M een goede keuze.
Maar wat je leert bij K&M kan je ook van dienst
zijn bij iedere opleiding en beroep dat je kiest.
Denk maar aan het geven van een presentatie
waarbij je wat je leerde bij K&M gebruikt om
daar iets speciaals van te maken.
Tenslotte kun je in je latere privéleven ook
plezier beleven aan de vaardigheden die je bij
K&M opdeed. Het is natuurlijk altijd leuk om
later filmpjes van je eigen kinderen te maken
en die zelf te monteren of op vakantie op een
mooie plek een prachtig schilderij te maken.
Bij welke opleiding of beroep is Kunst & Media
verplicht of gewenst?
K&M is bij geen opleiding verplicht, maar werkt
heel erg in je voordeel als je naar het Grafisch
Lyceum of de kunstacademie wilt. Bij diverse
mediaopleidingen is K&M uiteraard ook een
goede basis. Voor de opleiding SPW (Sociaal
Pedagogisch Werker) waarbij je leert activiteiten
te begeleiden is een creatieve basis een voordeel.
Kieswijzer 2018 23
Lichamelijke Opvoeding
‘Winners never quit and quitters never win…!’
Deze uitspraak is van toepassing op alle domeinen
die tijdens de lessen lichamelijke opvoeding aan
bod komen: atletiek, bewegen op muziek, turnen,
spel en zelfverdediging. Het winnen van een spel,
het maken van een doelpunt en het halen van
een nieuw persoonlijk record is uiteraard een
geweldige ervaring voor de leerling. Wat nog
veel belangrijker is, is het actief deelnemen aan
de gymlessen. Het is een vak waarbij het plezier
in bewegen op nummer één hoort te staan.
Leerlingen ontdekken tijdens de lessen hun eigen
grenzen en door te trainen en te oefenen durven
zij hun grenzen vervolgens te verleggen.
‘Een gezonde geest in een gezond lichaam!’
Een mens is gezond als hij/zij zowel intellectueel
als sportief bezig is.Iedereen heeft wel eens een
periode waarin werkdruk, stress, conflicten of
privésituaties de balans in het leven verstoren.
Een positieve levensinstelling verbetert de ge-
zondheid. De scheidslijn tussen geestelijk en
lichamelijk functioneren wordt met ieder nieuw
onderzoek kleiner dan we al dachten. Meerdere
onderzoeken hebben laten zien dat je door posi-
tief te denken de zelf genezende functie van je
lichaam kunt bevorderen. Het omgekeerde geldt
ook: met een stressvolle levensinstelling schop je
je stofwisseling en hormoonproductie in de war,
wat ziekten tot gevolg kan hebben.
‘Alles zelf doen is optellen. Samenwerken is
vermenigvuldigen!’.
In onze maatschappij is het onmogelijk om zelf-
standig en alleen te functioneren; dit geldt ook
voor de lessen lichamelijke opvoeding.
Leerlingen moeten samen materiaal klaarzetten,
teams maken, elkaar feedback geven en samen
tot scoren proberen te komen. Leerlingen spelen
tijdens de gymlessen een spel tegen elkaar maar
vooral ook mét elkaar! In het dagelijks leven
moet je ook met elkaar kunnen communiceren
en kunnen samenwerken. Samen doelen
bereiken is effectiever dan alles maar alleen
willen doen…
Kortom… Wij zorgen voor leuke, gevarieerde,
uitdagende en sportieve lessen die bijdragen
aan positieve gevolgen met betrekking tot de
motorische, cognitieve, sociale en emotionele
vaardigheden!
‘Leerlingen… Are you ready?
Klaar voor de start… AF!’
24 St. Aloysius College
Doorstroom naar het MBO
Met een diploma van de theoretische leerweg
kun je in het MBO vakopleidingen op niveau 3
volgen of middenkader- en specialisten
opleidingen op niveau 4.
Ook is er de mogelijkheid om een zogenoemde
MHBO- opleiding te volgen. Diverse MBO’s
bieden, in samenwerking met de Hogescholen
een verkort traject aan voor gemotiveerde en
ambitieuze studenten. Het MHBO kan een mooie
tussenstap tussen de MAVO en het HBO zijn.
Op het MBO heb je de keuze om de beroeps
opleidende leerweg (BOL) of de beroeps
bege leidende leerweg (BBL) te volgen.
Leerlingen die een BOL opleiding volgen, volgen
vooral les op school. Daarnaast lopen ze stages.
Leerlingen die een BBL opleiding volgen, werken
minimaal 60% van de tijd bij een bedrijf.
De meeste BBL leerlingen werken 4 dagen in
de week bij een leerbedrijf en gaan een dag in
de week naar school.
M.b.v de uitslag van de RichtingWijzer en de
methode Studieweb kun je uitzoeken welke
richting op het MBO bij je zou kunnen passen.
Hier kun je dan je keuze voor de profielen en
het vakkenpakket op afstemmen.
Doorstroom naar HAVO 4
Net als voor het MBO geldt ook voor de HAVO
dat je goed moet onderzoeken of de door jou
gemaakte profielkeuze de juiste aansluiting geeft.
Indien je de wens hebt om door te stromen naar
de HAVO is het belangrijk dat jouw keuze aansluit
bij minstens 1 van de 4 HAVO profielen (zie
de profielentabel op de bladzijde hiernaast).
Er zijn vier profielen waaruit je op de HAVO kunt
kiezen. Twee natuurprofielen (natuur & techniek
en natuur & gezondheid) en twee maatschappij
profielen (economie & maatschappij en cultuur
& maatschappij).
De natuurprofielen zijn vooral voor leerlingen die
vakken zoals wiskunde, natuurkunde, scheikunde
en biologie interessant vinden.
De maatschappijprofielen zijn juist geschikt voor
leerlingen die later iets met economie willen
doen of met taal, cultuur en kunst.
Om een bepaald profiel te kunnen volgen
moeten de vakken waarin je op de MAVO
examen hebt gedaan aansluiten bij een van
de profielen.
De profielen op de HAVO zijn opgebouwd
uit een algemeen deel (Nederlands, Engels,
Maatschappijleer. Lichamelijke Opvoeding,
Cultureel Kunstzinnige Vorming, LOB en
een mentoruur).
In het vrije deel kan de leerling uit alle examen-
vakken kiezen die de school bij dat profiel aan-
biedt. Voorwaarde daarbij is wel dat je over
voldoende basiskennis beschikt om dat vak
met succes te kunnen afronden.
Gewenste keuze profiel HAVONatuur & Techniek
Natuur & Gezondheid
Economie & Maatschappij
Cultuur & Maatschappij
* GS verplicht voor deze 2 profielen
** Kunst & Media is voor dit profiel zeer gewenst
Dan moet vakkenkeuze MAVO zijnWiskunde (inclusief wiskunde plus)
Nask 1
Nask 2
Wiskunde
Nask 2
Biologie
Wiskunde
Economie
Geschiedenis*
Moderne Vreemde Taal
Kunst & Media**
Geschiedenis*
Kieswijzer 2018 25
Leerlingen die na MAVO 4 het profiel Economie
& Maatschappij kiezen maken op het ALC de
HAVO opleiding af.
Profielkeuzetabel HAVO 4 en HAVO 5 (ATC)
MVT=Moderne Vreemde Talen
MAW=Maatschappijwetenschappen
M&O=Management & Organisatie
CKV = Cultureel Kunstzinnige Vorming
ECONOMIE & MAATSCHAPPIJ
Profielkeuzevakken verplicht
Wiskunde A/B
Geschiedenis
Economie
Profielkeuzevak
Aardrijkskunde
M&O
MVT
Aardrijkskunde
MAW
Keuze-examenvak
Kies 1 uit:
Kunstvak
MVT
Informatica
M&O
Aardrijkskunde
MAW
Natuurlunde (mits wiskunde B
ook gekozen)
CULTUUR & MAATSCHAPPIJ
Profielkeuzevakken verplicht
Geschiedenis
MVT
Profielkeuzevak
Kunstvak
MVT
en kies 1 uit:
Aardrijkskunde
MAW
Keuze-examenvak
Kies uit 1:
Kunstvak
Wiskunde A
MVT
M&O
Aardrijkskunde
MAW
Informatica
B. Profieldeel
NATUUR & TECHNIEK
Profielkeuzevakken verplicht
Wiskunde B
Scheikunde
Natuurkunde
Profielkeuzevak
Biologie
NLT
Informatica
C. Vrije deel
Keuze-examenvak
Kies 1 uit:
alle examenvakken die je
nog niet hebt gekozen
NATUUR & GEZONDHEID
Profielkeuzevakken verplicht
Wiskunde A/B
Scheikunde
Biologie
Profielkeuzevak
Natuurkunde
NLT
Aardrijkskunde
Keuze-examenvak
Kies 1 uit:
alle examenvakken die je
nog niet hebt gekozen
A. Gemeenschappelijk deel
Nederlands
Engels
Maatschappijleer
Cultureel Kunstzinnige
Vorming
LO
In de profielentabel op deze bladzijde vind je
een voorbeeld van de vier verschillende profielen
en hoe de verschillende vakkenpakketten zijn
samengesteld. Het voorbeeld is van het
Alberdingk Thijm College.
Zie ook de Kieswijzer 2017- 2018 van het ATC.
26 St. Aloysius College
Informatie voor tweedeklassers over wiskunde-plus
Behalve voor leerlingen die naar havo-vier gaan
met het vak wiskunde in het profiel is het ook
handig om dit wiskunde-plus uur in mavo klas
vier te volgen. Als je een opleiding gaat kiezen
waarin wiskunde een belangrijke plaats inneemt
is dit een verstandige keuze. Denk bijvoorbeeld
aan beroepen die te maken hebben met bouw-
kunde, natuurkunde, computers, economie e.d.
Het advies van de wiskunde docenten is om
wiskunde plus alleen te kiezen wanneer je
eindcijfer in klas 3 ruim voldoende is.
In de derde en vierde klas kun je het vak wis-
kunde als keuzevak in je pakket opnemen.
Daarmee kun je eindexamen wiskunde doen op
MAVO-niveau.
Voor leerlingen die naar de HAVO doorstromen
is er de mogelijkheid om een extra lesuur
wiskunde te volgen. We noemen dat het
‘wiskunde- plus’ lesuur.
In dit wekelijkse lesuur wordt extra leerstof
behandeld die nodig is om een goede aansluiting
te maken met wiskunde B in het profiel N&T
of N&G. Binnen het profiel N&T is wiskunde B
namelijk verplicht. Bij een keuze voor wiskunde
B op de HAVO moeten de leerlingen namelijk
een toelatingstest doen waarvoor een 7 gehaald
moet worden.
Kieswijzer 2018 27
Techniek EconomieGemeenschappelijk deel
1 Nederlands
2 Engels
3 Maatschappijleer
4 Lichamelijke opvoeding
5 Mentoruur
6 Rekenen
7 Kunstvakken II (CKV)
Profieldeel
8 Wiskunde
9 NaSk1
10 Economie
Kies minstens 1 uit:
Frans
Duits
Spaans
Vrije deel (vul aan tot 13):
NaSk2
Biologie
Geschiedenis
Aardrijkskunde
Kunst&media
Technologie
13 vakken gekozen?
Techniek ZorgGemeenschappelijk deel
1 Nederlands
2 Engels
3 Maatschappijleer
4 Lichamelijke opvoeding
5 Mentoruur
6 Rekenen
7 Kunstvakken II (CKV)
Profieldeel
8 Wiskunde
9 NaSk1
10 Biologie
Vrije deel (vul aan tot 13):
Frans
Duits
Spaans
NaSk2
Economie
Geschiedenis
Aardrijkskunde
Kunst&media
Technologie
13 vakken gekozen?
*NaSk1 kan niet zonder wiskunde gekozen worden.
Zorg EconomieGemeenschappelijk deel
1 Nederlands
2 Engels
3 Maatschappijleer
4 Lichamelijke opvoeding
5 Mentoruur
6 Rekenen
7 Kunstvakken II (CKV)
Profieldeel
8 Biologie
9 Economie
Kies minstens 1 uit:
Frans
Duits
Spaans
Wiskunde
Kies minstens 1 uit:
Geschiedenis
Aardrijkskunde
Vrije deel (vul aan tot 13):
NaSk1*
NaSk2
Kunst&media
Technologie
13 vakken gekozen?
Profielkeuze MAVO 2017-2018
Klas 2 .............
Leerling ..............................................................................................
Akkoord ouders/verzorgers
.......................................................
Datum
.......................................................