34

Klasse voor Leraren 22

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Maandblad voor Onderwijs in Vlaanderen. Uitgegeven door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming. Voor scholen die dat wensen, is er ook Yeti (derde graad lager onderwijs), Klasse voor Ouders (kleuteronderwijs t/m tweede jaar secundair onderwijs) en Maks! (derde t/m zevende jaar secundair onderwijs). Lees meer op www.klasse.be

Citation preview

Page 1: Klasse voor Leraren 22
Page 2: Klasse voor Leraren 22

(advertentie)

Page 3: Klasse voor Leraren 22

KLASSEMaandblad voor Onderwijs inVlaanderenUitgegeven door het Ministerievan de Vlaamse GemeenschapDepartement Onderwijs

RedactieLeo BormansPatrick De BusscherGaby De Moor

Koningsstraat 138 8ste verdieping1000 BrusselTel. redactie 02–211 46 60Tel. abonnementen enadministratie 02–211 46 58Telefax 02–211 46 61

ProduktiesecretariaatAnny Lecocq

AdministratieDiana De Caluwé

Verantwoordelijke uitgeverF. De Smul

Voorzitter RedactiecomitéJ. Helincks, directeur–generaal

Foto’s : Luc DaelemansCartoons : Dirk VercamptLay–out : Artefact, Leuven

Gedrukt op de persen van hetMinisterie van de Vlaamse Ge-meenschap, DepartementenOnderwijs en Leefmilieu &Infrastructuur.

Verspreiding : elke Vlaamseschool krijgt telkens twee gratisexemplaren van KLASSE

Abonnementen–␣ 700 fr. per jaar (10␣ nummers)–␣ Speciaal tarief uitsluitend voorleerkrachten␣ :␣ 450 fr. op rekening-nummer 091–2203004– 66 vanMinisterie Vlaamse Gemeenschap,Departement Onderwijs, Informa-tie en Bibliotheek, Koningsstraat150, 1000 Brussel, met vermeldingvan naam, voornaam en adres.

Uw onderwijsliteratuur :Centrale BibliotheekKoningsstraat 150, 1000 Brussel.Tel. 02–210 53 73Uitlening per post:Tel. 02–210 53 80

Uw vragen over onderwijs :Centrum voor Informatie enDocumentatieKoningsstraat 150, 1000 Brussel.Tel. 02–210 54 00

IN DIT NUMMER KLASSE nr. 22 FEBRUARI '92

VIZIER p.␣ 4–13Wordt de schoolbank een rechtbank␣ ? Steeds meer ouders

stappen naar de rechter. Er zijn␣ : de rechten van het kind, de

meerderjarigheid op 18 en de toenemende greep van recht-

spraak op onze samenleving. Hoe ga je daar als school mee

om␣ ? Een gedetailleerd schoolreglement is zeker onvoldoende.

KLASSE maakt recht wat krom is.

ACTIE p.␣ 14–17– Bomen planten op school. Een groene actie.

– Met de klas naar de jeugdherberg.

– Mag Mohammed de klas in␣ ? De klas staat voor de keuze.

GIDS p.␣ 18–21– Nu moet al één op drie Vlaamse leerlingen een jaar

overdoen.

– Uw kinderen kunnen met het Departement Onderwijs mee

op vakantie.

– Lesgeven in het buitenland␣ ? De VVOB is er voor u.

PERS p.␣ 22–23Een knip met de vingers en knip met de schaar␣ : persknipsels

over onderwijs etcetera.

FORUM p.␣ 24–27– Zit stil of… Mag je overbeweeglijke kinderen straffen␣ ?

– Hoe maakt uw school reclame␣ ? Juist, ja.

– Knelpunt␣ : De sfeer is om zeep.

DE INFOLIJN p.␣ 29Wanneer is een leraar onwettig afwezig␣ ? Gelukkig was er

iemand aanwezig om o.a. daarop te antwoorden.

IDEE p.␣ 31–34Kijk uit␣ ! Deze rubriek wordt nog overzichtelijker dankzij het

ABS–systeem.

HET LEESCOMITEElk nummer van KLASSE wordt door dertig kritische lezers uit alle

geledingen van het onderwijs in detail beoordeeld. Zij geven bij elk artikel

aan of ze het vluchtig, grondig of niet gelezen hebben en duiden telkens op

een vijfpuntenschaal aan wat ze ervan vinden. Zo krijgt de redactie elke

maand een precies beeld van het leesbereik en de waardering.

Op die manier kunnen we KLASSE permanent bijsturen. Ook vele anderen bellen en schrijven

ons met hun commentaar. Wij hebben kritische lezers. En dat is bijzonder stimulerend. Dank u

wel daarvoor.

Het strafwetboek is gééngoed schoolreglement.VIZIER p.␣ 4

Kent u de weg naar dejeugdherberg␣ ?ACTIE p.␣ 15

Het wordt moeilijk omzonder kleerscheurendoor ons onderwijs tegeraken. GIDS p.␣ 18

KLASSE NR.22 FEBRUARI '92 ␣3

Page 4: Klasse voor Leraren 22

VIZIER

SCHOOLBANK/

RECHTBANK ?

RECHTEN VANDE SCHOLIER

Scholieren hebben ook rechten. Daar zijn zij zelf en hun

ouders de jongste tijd steeds beter van op de hoogte.

Ouders stappen bijvoorbeeld sneller naar de rechtbank.

Beslissingen van de klasseraad worden aangevochten.

Intussen stelden de scholen voor voltijds secundair on-

derwijs een reglement op.␣ Verbetert dat de rechtspositie

van de scholier␣ ? Hoe ga je als school, als directeur en als

leraar met het reglement om␣ ? Onderwijsjurist Ludo

Veny van de VU Brussel geeft hier een antwoord op.

Ons land ratificeerde de Conventie over de Rechten van

het Kind. Dat heeft een weerslag op het onderwijs. Prof.

dr. E. Verhellen van het Studie– en Documentatiecen-

trum voor de Rechten van het Kind (RU Gent) zegt dat de

school hiermee drie grote opdrachten krijgt. Werk aan

de winkel dus.

Wordt de schoolbank een rechtbank␣ ? En zo ja, wie zijn

de beschuldigde, de aanklager en de rechter␣ ? KLASSE

speelt advocaat van de duivel. ❏

4 KLASSE NR.22 FEBRUARI '92

Page 5: Klasse voor Leraren 22

VIZIER

JE DOET METKINDEREN NIET

WAT JE WILTDE RELATIE TUSSEN DE SCHOOLEN DE RECHTEN VAN HET KIND

Op 20 november 1989 werd de Conventie over de Rechten van het Kind door de

Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen. Onlangs ratifi-

ceerde ons land ze ook. De kinderrechten werden nu echt juridisch bindend

gemaakt. Dat is een mijlpaal op de moeizame weg naar uitdrukkelijke erken-

ning van de menselijke gelijkwaardigheid van kinderen. Ons land is ertoe

verplicht alle bepalingen van het verdrag na te leven. Gebeurt dat al in het

onderwijs␣ ?

De UNO–Conventie over de Rechten van het Kind geeft drie grote opdrachten mee aan hetonderwijs␣ : het recht op onderwijs als een fundamenteel mensenrecht, mensenrechten/kinder-rechten via en in het onderwijs. Voldoet ons land aan deze verplichtingen ?

Recht OP… onderwijs

artikel 28 - GRATIS ONDERWIJSDe ondergetekende landen erkennen het recht van het kind op onderwijs en methet doel dit recht geleidelijk te bereiken, op basis van gelijke kansen, zullen zevooral␣ :a. lager onderwijs verplicht maken en gratis voor iedereen;b. de ontwikkeling van verschillende vormen van middelbaar onderwijs bevorde-ren, met inbegrip van algemeen en beroepsonderwijs, deze beschikbaar en toegan-kelijk maken voor ieder kind en zonodig passende maatregelen nemen zoals deinvoering van gratis onderwijs en het bieden van financiële steun;c. met de nodige middelen hoger onderwijs toegankelijk maken voor iedereen opbasis van capaciteit; (…)

artikel 29 –MOGELIJKHEDEN ONTWIKKELENDe ondergetekende landen komen overeen dat het onderwijs van het kind is gerichtop␣ :a. het ten volle in ontwikkeling brengen van de persoonlijkheid en van de gaven engeestelijke en fysieke mogelijkheden die in het kind aanwezig zijn; (…)e. het bijbrengen van respect voor het milieu; (…)

KLASSE NR.22 FEBRUARI '92 ␣5

Page 6: Klasse voor Leraren 22

VIZIER

Dat vroegen we aan prof. Eugeen Verhellendie zich beroepshalve bezighoudt met derechten van de kinderen.– Verhellen␣ : Het Vlaams onderwijs voldoetop het eerste gezicht theoretisch en institutio-neel aan deze vereisten. Toch zijn er pro-bleemvelden. Het nieuwe artikel 17 § 3 van degrondwet legt de kosteloze toegang tot hetonderwijs vast. Deze zogenaamde kosteloos-heid van het onderwijs beperkt zich evenweltot de toegang. Dit sluit het invoeren vaninschrijvingsgeld wel uit maar geen andere –soms hoog oplopende– kosten zoals voorleermiddelen, schoolreizen en parascolaireactiviteiten. Zulke supplementaire studiekos-ten kunnen het recht op onderwijs in hetgedrang brengen.

Het systeem van de studietoelagen is eenerkenning van de bestaande discriminatie.Het erkent impliciet dat het volgen van onder-wijs wel degelijk zekere kosten met zichmeebrengt, ook voor leerplichtigen. Dat moe-ten we blijven aanklagen.

Diverse studies wijzen op ongelijke stu-diekansen. Vroegtijdige schooluitval, spijbe-len, onaangepaste leerprogramma’s enz. zijndaar symptomen van. De gelijkheid van toe-gang tot bepaalde onderwijsvormen of on-derwijsniveaus is niet gerealiseerd. Ook dedifferentiatie om het onderwijs af te stemmenop eenieders capaciteit is ontoereikend.

Recente studies wijzen uit dat de kinderenvan zogenaamde lagere sociale klassen nogaltijd veel minder vertegenwoordigd zijn inhet hoger of universitair onderwijs.

De feitelijke finaliteit van ons onderwijs isnog te vaak in tegenstelling met de doelstel-lingen zoals ze in artikel 29 werden verwoord.

6 KLASSE NR.22 FEBRUARI '92

De mensenrechten worden een rodedraad in het onderwijs van morgen.

Kinderrechten VIA… onderwijs

artikel 29 – RESPECT VOOR DEMENSENRECHTEN(…)b. het bijbrengen van eerbied voor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden envoor de beginselen vastgelegd in het Handvest van de Verenigde Naties;c. het bijbrengen van respect voor de ouders van het kind, voor zijn of haar eigenculturele identiteit, taal en waarden, voor de nationale waarden van het land waarhet kind woont, het land waar hij of zij vandaan komt en voor beschavingen dieverschillen van de zijne of hare;d. de voorbereiding van het kind op een verantwoordelijk leven in een vrijemaatschappij, in de geest van begrip, vrede, tolerantie, gelijkheid van seksen envriendschap tussen alle volken, etnische, nationale en godsdienstige groeperingen enpersonen van inheemse origine; (…)

– Het bevorderen van respect voor demensenrechten is dus een opdracht voorons onderwijs. Wordt ze gerealiseerd␣ ?– Verhellen␣ : Het bestaan en de diepe beteke-nis kennen van de mensen– en kinderrechtenis de beste bescherming tegen eventueleschendingen ervan. Dit leidmotief slaat veel-eer op een fundamentele attitudevormingterzake dan wel op feitenkennis. Op hetogenblik is deze taak onvoldoende gereali-seerd omdat men zich nog al te zeer oploutere kennisinhouden richt.

Ons onderwijs zal zich ernstig moetenengageren. Artikel 42 van de Conventie ver-plicht trouwens de lidstaten via passende eneffectieve middelen, de principes en voorzie-ningen vervat in de Conventie, ruim bekendte maken bij zowel volwassenen als kinderen.

Het spreekt voor zich dat een uitgebreideen continue vorming omtrent het bestaan ende inhoud van de rechten van het kind eenbasisvereiste is voor een effectieve toepassingvan de Conventie. Naar kinderen en jongerentoe lijkt de school een uiterst geschikt kanaalom deze opdracht te vervullen. Maar eendagje mensenrechten of kinderrechten zoueen aanfluiting zijn van de opgenomen plicht.Rechten van kinderen zullen systematisch aanbod moeten komen. Fundamenteel zal hetonderwijs zich moeten heroriënteren naareen basisattitude van respect voormensen(kinder)rechten. Naast deze gericht-heid op attitudes is het vanzelfsprekend datonder meer ook de leerplannen, de leermid-delen en de leraarsopleiding opnieuw beke-ken worden.– Binnen het Studie– en Documentatie-centrum voor de rechten van het Kindonderzoekt u, in opdracht van het Depar-tement Onderwijs, of deze rechten hetkind VIA het onderwijs bereiken. Wat isprecies uw bedoeling daarmee␣ ?

– Verhellen␣ : We willen nagaan hoe het on-derwijs kan of moet bijdragen in de vormingrond rechten van kinderen. Met dit onder-zoek tasten we af hoe men in de VlaamseGemeenschap de UNO–Conventie over deRechten van het Kind zou kunnen uitvoeren.We zouden adviezen willen formuleren overhet ontwikkelen van een curriculum dat eensystematische en gecoördineerde vorming inhet secundair onderwijs over de rechten vankinderen mogelijk maakt. De mensenrechtenzouden een rode draad moeten zijn in hetonderwijs.– Wat stelde u tijdens het onderzoek alvast␣ ?– Verhellen␣ : Het lijkt erop dat leraars veelmeer doen rond vorming van rechten vankinderen dan formeel en structureel zichtbaaris. Leraars nemen dus zelf het initiatief en zedoen dit vooral binnen de lesactiviteiten.Blijkbaar is het mogelijk in alle leerjaren envakken het thema aan te snijden.

Maar het thema baadt nogal eens vaker ineen sfeer van ver–van–mijn–bed. Een aantalonderwerpen scoort goed␣ : de UniverseleVerklaring over de Rechten van de Mens metde afgeleide over de rechten van het kind, dederde wereldproblematiek, het juridisch sta-tuut van de minderjarige, kindermishandelingen kinderarbeid. In verband met kinderrech-ten snijdt men eigenlijk meer sensationele,extreme en/of uitzonderlijke aspecten aan.Zo praat men vlug over het recht op onder-wijs in relatie met de derde wereld. Maarinspraak op de eigen school komt slechtsuitzonderlijk ter sprake.– Welke signalen bereikten u vanuit debasis␣ ?– Verhellen␣ : Tijdens onze ronde–tafelgesprekkenbenadrukten leraars en leerlingen zeer sterkde behoefte aan striktere juridische waarbor-gen en afspraken over rechten van kinderen.

Page 7: Klasse voor Leraren 22

VIZIER

ENTRUMmentatiecentrum voorind is gevestigd in de

inarie voor Jeugdwel-nvorming van de RUds jaren de studie vanen in de algemene enn het woord ter harte.maakt evenwel slechtsbied uit voor dezeen kinderen een zeer tijd in het onderwijsgen is dat een uiter-passingsveld. – 9000 Gent –

Rechten vankinderen zullen op

school systematischaan bod moeten

komen.

Beleidsmensen zwakken het juridische aspecteerder af en leggen meer de nadruk op depedagogische aspecten van de vorming rondrechten van kinderen.

Tijdens elk gesprek werd duidelijk datrechten van kinderen in de eerste plaatswerden gedefinieerd in termen van rechtenIN het onderwijs. De bezorgdheid om ditaspect primeert duidelijk. Rechten van kinde-ren VIA het onderwijs werden secundair ver-bonden aan de rechten IN het onderwijs.

Er werd ook gewezen op de onmondig-heid van het kind in de samenleving. Hetonderwijs weerspiegelt deze maatschappelij-ke situatie. De vorming rond rechten vankinderen impliceert bijgevolg een globaleaanpak, ook buiten het onderwijs.

Specifiek naar inspraak op school werdgesteld dat er in de scholen een persoonontbreekt die de belangen van de leerlingenbehartigt. Een soort ombudsman. Vooral descholieren menen dat, zelfs als er nu eeninspraakorgaan bestaat, dit slechts een schijn-democratie en schijn–inspraak mogelijk maakt.

Er bestaat echter wel een algemeneconsensus over een in te voeren overlegor-gaan tussen zowel directie, leraars als scho-lieren. Het uitgangspunt is␣ : geen vormingover rechten van kinderen VIA het onder-wijs, zonder respect van deze rechten INhet onderwijs.

Kinderrechten

IN… onderwijs

artikel 12 –GEHOORDWORDEN1. De ondergetekende landen ga-randeren het kind dat in staat is zijnof haar eigen mening te vormen hetrecht om deze mening vrij te uitenbetreffende alle zaken die het kindaangaan, de mening van het kindkrijgt het gewicht dat overeenkomtmet de leeftijd en rijpheid van hetkind.2. In het bijzonder en met dit doelkrijgt het kind de gelegenheid om bijelke gerechtelijke of administratieveprocedure die het kind betreffen ge-hoord te worden, hetzij direct, hetzijvia een vertegenwoordiger of eentoegewezen rechtspersoon, op een wijzedie verenigbaar is met de procedure-

STUDIECHet Studie– en Docude rechten van het Kschoot van het Semzijn en VolwasseneGent. Het neemt sinrechten van kinderruime betekenis vaDe onderwijssector één toepassingsgerechten. Maar gezigroot deel van hun(moeten) doorbrenmate belangrijk toeH. Dunantlaan 2✆ 091–64 62 81

regels van de na-tionale wetgeving.

– Verbeteren de laat-ste maatregelen rondparticipatie en de ver-plichte invoering vaneen schoolreglementin het secundair on-derwijs de rechtspo-sitie van de scholierin het onderwijs␣ ?– Verhellen␣ : In verge-lijking met vroeger zijneen aantal stappen ge-zet. Maar de intredevan het recht ten aan-zien van kinderen inonderwijsmateries is zeerrecent en doet bij ve-len nog onwennig aan.Vijftig jaar geleden washet ondenkbaar dat menwegsturen van school,lijfstraffen en examen-uitslagen aanvocht. Nubestaan er arresten vanzowel de nationale Raadvan State als van hetEuropees Hof voor deRechten van de Mensen de Europese Com-missie voor de Rech-ten van de Mens waar-in bepaalde onderwijs-beslissingen en/of prak-tijken ten gunste vande minderjarige wor-den uitgesproken. Depedagogische principeszijn niet langer soeve-rein. Ze moeten ookvoor de kinderen detoets met de menswaar-digheid en rechtvaar-digheid doorstaan.

De huidige moge-lijkheden voor partici-patie en inspraak vande scholier zijn niet inovereenstemming metde Conventie. Dit isgeen kritische uitspraak.We willen alleen zeg-gen dat er nog veelwerk aan de winkel isom de draagkracht vande Conventie praktischte realiseren in het on-derwijs.

De scholieren zitten niet in de participa-tieraden en waar ze er zitting in kunnenhebben, dreigt het een lachertje te worden. Zeblijven dus onmondig. Het schoolreglement,dat de ouders moeten ondertekenen, is geen

bewijs van participatie door de scholier.– Nochtans zegt artikel 12 dat het kindmoet gehoord worden.– Verhellen␣ : Als een scholier gehoord wordtbetekent dat nog niet dat hij als een volwaar-dige partij wordt beschouwd. Ik denk dat

KLASSE NR.22 FEBRUARI '92 ␣7

Page 8: Klasse voor Leraren 22

VIZIER

Men praat veel over de rechten van het kind in de derde wereldmaar inspraak op de eigen school komt amper ter sprake.

men vanuit juridisch oogpunt het rechtsbe-schermend statuut van de minderjarige scher-per kan maken. Hij zou geacht worden zelfop te kunnen treden in zaken die hem recht-streeks aanbelangen zoals bij tuchtmaatrege-len. Het gaat er niet om dat hij altijd gelijkmoet hebben maar dat hij een evenwaardigepartij zou zijn.

Binnen deze rechtspraak zitten we echtermet een moeilijk conflict. Een minderjarige iswel drager van de rechten, hij is rechtsbe-kwaam maar handelingsonbekwaam. Hij kandie rechten niet zelf uitoefenen. Daarom voer-de men het ouderlijk gezag in. Maar het blijktdat dit eigenlijk geen voldoende rechtsbe-scherming biedt. De laatste decreten volgen detraditionele weg. Het recht van de minderjarigescholier gaat nog altijd via het ouderlijk gezag.– Kan de school met deze achtergrond deleerlingenparticipatie en het recht vande scholieren geloofwaardig en effectieforganiseren␣ ?– Verhellen␣ : Er wordt verondersteld dat deonderwijsinstellingen de kinderrechten zelfnaleven en respecteren. Wat baat het immerseen theoretisch vormingsproces op gang tebrengen over waarden van mensenrechtenen democratie zonder deze in de praktijkwaar te maken. Dit niet doen zou wel ergsarcastisch en oneerbiedig zijn. Niet enkeltegenover de mensenrechten maar ook envooral tegenover de jongeren.

Omtrent het recht in het onderwijs denkenwe aan de discussies over het wegzenden vanschool, de gehanteerde tuchtregels, het exa-mengebeuren en de totale afwezigheid vanenige verhaalmogelijkheid voor leerlingen. Ditalles houdt rechtstreeks verband met een dui-delijke regeling voor een volwaardige rechts-positie voor kinderen op school. Dit is één vande verplichtingen die de overheid op zichmoet nemen, nu ze de Conventie geratificeerd

8 KLASSE NR.22 FEBRUARI '92

heeft en daarmee verplicht is alle bepalingenvan het verdrag na te leven.

Er is nog meer. Voor het eerst worden viade Conventie een aantal zelfbeschikkingsrech-ten aan kinderen toegekend. Die zullen ook inde concrete opvoedings– en onderwijssituatiesgerealiseerd moeten worden. Op het ogenblikwordt hier nog te weinig fundamenteel nage-dacht over respect voor kinderen. Effectieveinspraak– en participatiemogelijkheden voorkinderen en een volwaardige rechtsbescher-ming zullen in de toekomst evenwel inge-bouwd moeten worden in de onderwijs– enschoolorganisatie.– Kan dat geen verstrekkende gevolgenhebben␣ ?– Verhellen␣ : Ja, de feitelijke erkenning van de

categorie minderjarigen als een groep die voorzijn eigen zaken kan opkomen, tot en met inconflictsituaties van welke aard ook. Hieruitzullen andere attitudes tegenover kinderenontstaan. Er zal respect groeien. Je doet metkinderen namelijk niet wat je wilt.– Geeft u eens een concreet advies voor deschool␣ ?– Verhellen␣ : Scholieren willen dat de leraars deinspraak au sérieux nemen. Ze willen advies-recht maar ook een gemotiveerd antwoord alsde school van hun advies afwijkt. Te vaakblijven de scholieren op een antwoord wach-ten. Nochtans willen de scholieren ook iets tezeggen hebben. De school is immers ook hundomein, hun werkstation waar ze zich goedwillen voelen. ❏

«KINDEREN HEBBEN RECHT OP HET NU»

– Verhellen␣ : «In de traditionele pedagogiekis de nog–niet–status van het kind dominant.Men legt het hoofdaccent op alles wat nogmoet groeien in het kind, wat nog niet af is. Indit beeld kan het kind nog niet zijn.Maar kinderen zijn wel, weten wel, kunnenwel… en hebben volwaardige capaciteiten.Experimenten in de Summerhill School we-zen uit dat kinderen wel bekwaam zijn omeen vorm van participatie en inspraak aan tekunnen. Ook al gaan ze vaak niet verder danhun onmiddellijke belangen en wat ze vol-gens hun leeftijd kunnen beheersen. Kinde-ren hebben duidelijk ook niet altijd gelijk. Hoekunnen ze dat echter inzien als ze niet bij hetproces worden betrokken␣ ?Als de capaciteiten van het kind in de nu–status erkend worden, zal de kwaliteit van dehele samenleving erop vooruit gaan. Daar

zijn zowel juristen, pedagogen, sociologenen psychologen het over eens. Erkennen datkinderen bijvoorbeeld ook een mening heb-ben en die volwaardig mogen uiten staatechter haaks op het huidige dominantekindbeeld. Nochtans zijn kinderen ook mensen,geen nog–niet–mensen.Men durft nu nog te weinig verantwoordelijk-heid aan de kinderen te geven. Het onderwijsspitst zich nog te veel toe op het louter kennisoverdragen. In de geest van de UniverseleVerklaring over de Rechten van de Mens ende Conventie over de Rechten van het Kindheeft de school daarentegen nog een andereopdracht. Op school kunnen de kinderenleren democratische partners te worden. Eenvan de belangrijkste zaken in dit proces isdan net de participatie, het leren participe-ren.»

Page 9: Klasse voor Leraren 22

VIZIER

AAN DE OREN TREKKEN, MAG DAT ?

WIE STOUT IS,DE ROE␣ ?Het schoolreglement weerspiegelt de

schoolcultuur en is een belangrijk

onderdeel van het schoolwerkplan.

Het reglement kan twee kanten op␣ :

wederzijds vertrouwen uitdrukken of

kort en krachtig van het type «wie

stout is, de roe».

U zou het niet verwachten maar in scho-len van het politionele type én met de kortsteschoolreglementen hebben de leerlingen juistweinig duidelijkheid over de regels. Daaren-boven hebben zulke scholen meestal eenzwakke directie en een geringe collegialiteit.Dat blijkt o.a. uit recent onderzoek van Dr.P.␣ Mahieu en Geert Van Vooren (Het school–pakt, schoolreglementen als uitingen van or-ganisatiecultuur, UFSIA, jan. 91). Nochtans isde visie van de directeur van fundamenteelbelang. Zijn houding, als leider van de school-cultuur, tegenover het schoolreglement isessentieel voor de betekenis ervan voor deleerlingen en andere schoolbetrokkenen.

Uit het al dan niet consequent optredenvan de directie ontstaan informele en onge-schreven procedureafspraken. Vaak zijn dieveel belangrijker dan de eigenlijke formeleregelgeving op papier.

Eveneens significant is de relatie tussende sanctie en de aanvaarding ervan. Hetinbouwen van meer sancties leidt tot minderaanvaarding en minder flexibiliteit. Minderrepressieve reglementen worden positieveronthaald dan eng betuttelende. Deze positiefgestelde reglementen zijn vaak langer dan denegatief belerende.

Niet alleen wat in een schoolreglementwordt gezegd is dus belangrijk maar nogmeer hoe dit wordt meegedeeld. Een positie-ve uitnodigende en motiverende toon stimu-leert meer het zich verzoenen met en het zichengageren voor het toepassen van het regle-ment dan een strak gebiedende benadering.Vooral bij de gezamenlijke bespreking vanhet schoolreglement bij de aanvang van hetschooljaar houdt de klastitularis t.a.v. zijnleerlingen rekening met dit aspect.

In de veelheid van de vroegere schoolre-glementen onderscheidt men duidelijke ty-pes. In de ene school was het reglement eenkeurslijf dat leidde tot stereotype en automati-sche procedures die elke spontaneïteit in dekiem smoorden. In andere scholen opendehet schoolreglement juist perspectieven. Hetzette ze aan tot creatief denken en handelen

zonder daarbij de rechten en verantwoorde-lijkheden van eenieder uit het oog te verlie-zen. Duidelijk is intussen dat de participatie-graad van het pedagogisch college, ouderco-mité, vriendenkring én de scholieren bepa-lend is voor het aanvaarden van het schoolre-glement.

VERTROUWENOrde, veiligheid, discipline, rechten en

plichten van de leerlingen zijn themata waar-rond al een aantal jaren indringende discussiesworden gevoerd.

Aan de ene kant zijn er binnen de schoolheel wat voorstanders van een strakkere ordeen discipline. Zij pleiten voor een uniform enduidelijk hanteerbaar schoolreglement dat ge-koppeld is aan een systeem van sanctie–automatismen.

Aan de andere kant zijn er ook onderwijs-mensen die vinden dat opvoeding, vormingen opleiding van kinderen op school moetkunnen in een aantrekkelijke sfeer, in eengeest van wederzijds vertrouwen en opencommunicatie. Zij pleiten voor meer toleran-tie, soepelheid, individualisering, begrip ensamenspraak.

Vooral deze laatste groep beseft, in veel

gevallen zelfs intuïtief, dat een schoolreglementmeer moet zijn dan zomaar een lijst van gebo-den en verboden. Zij beschouwen een degelijkschoolreglement als een uiting van de organisa-tiecultuur van de school. Het weerspiegelt eenbelangrijk onderdeel van het schoolwerkplanzoals dat, binnen het kader van het pedagogischproject, naar de eigen situatie of profilering vanelke school toe wordt vertaald. ❏

Een jongen van tien jaar heeft een strengeleraar die geregeld aan het haar en aan deoren trekt van de kinderen. Mag dat␣ ? En watkunnen leerlingen hiertegen doen␣ ? Een ken-nismaking met de Kinderrechtswinkel.In de Kinderrechtswinkel kunnen kinderen enjongeren terecht met soortgelijke vragen. Zekrijgen er precieze uitleg over hun rechten enplichten. Ze krijgen er ook advies over hoe ze deverdediging van die rechten in hun specifiekesituatie het best aanpakken. Er wordt samengezocht naar een oplossing␣ : de verschillendestappen overlopen die kunnen worden gezet,een brief schrijven, de hulp inroe-pen van een advocaat enz.Sinds de oprichting in 1987 vraagtde Kinderrechtswinkel aandachtvoor de verbetering van de rechts-positie van kinderen in onze sa-menleving. Men heeft namelijkervaren dat minderjarigen nietaltijd ernstig genomen worden.De Kinderrechtswinkel is bedoeldvoor kinderen en jongeren tot 21jaar. Sinds 1 mei 1990 is demeerderjarigheidsgrens verlaagdtot 18 jaar. Nochtans blijven heelwat 18– tot 21–jarigen nog met veel vragenzitten in verband met meerder– en minderjarig-heid.LESPAKKETBovendien kan een minderjarige volgens onzewet de rechten die hij als kind heeft niet zelfuitoefenen en verdedigen. Die handelingson-

bekwaamheid betekent concreet dat deminderjarige altijd een beroep moet doenop ouders of meerderjarigen om rechts-handelingen te verrichten. Daarom ijvertde Kinderrechtswinkel voor een samenle-ving waarin ook kinderen alle mensenrech-ten hebben. Daarenboven vindt de winkeldat kinderen evengoed zelf hun rechtenmoeten kunnen ten uitvoer brengen.Leerkrachten stellen heel wat vragen over derechten van kinderen omdat ze hierover eenles plannen. Vooral naar aanleiding van deUNO–conventie ontstond er belangstelling

voor documentatiemateriaal.De Kinderrechtswinkel steldedaarom een lespakket samen.Dit kan zowel in het lager als inhet secundair onderwijs ge-bruikt worden. In een eerstedeel wordt de UNO–conven-tietekst, de wetgeving inzakede meerderjarigheidsgrens ende Kinderrechtswinkel voorge-steld. Het tweede deel bevateen twintigtal methodieken ommet jongeren rond de rechts-positie van kinderen in de sa-

menleving te werken. Daarnaast is een rui-me literatuurlijst voor jongeren opgenomen,gerangschikt volgens de verschillende arti-kels van de conventie. Het pakket kost 250␣ frank.Kinderrechtswinkel – U kunt elke woensdag van14 tot 17 u. langskomen – Kleine Hertsberge-straat 1 – 8000 Brugge – ✆ 050–33 95 84

KLASSE NR.22 FEBRUARI '92 ␣9

Page 10: Klasse voor Leraren 22

VIZIER

HELP,HET REGLEMENT␣ !STEEDS MEER OUDERS STAPPENNAAR DE RECHTBANK

Ondermijnthet schoolreglement

het gezag van de leraars␣ ?

Ook in het onderwijs staan produ-

cent en consument tegenover elkaar.

Het schoolreglement staat als een

buffer tussen beide partijen. Hierin

krijgen de meeste vaste afspraken

hun beslag. Ouders die menen dat

hun scholier onrecht is aangedaan

moeten eerst aankloppen bij de in-

terne beroepscommissie. Wie daar

geen gelijk krijgt kan nadien naar

de rechter stappen. Maar zolang de

inrichtende macht van het school-

reglement geen vitterig strafboek

maakt hoeven de leraars niet bang

te zijn voor overdreven juridisch

gebruik van de ouders.

10 KLASSE NR.22 FEBRUARI '92

Is de invoering in het secundair onderwijsvan een schoolreglement een maneuver omhet toenemend aantal rechtszaken tegen school-directies te laten teruglopen␣ ? En moeten deleraars nu bij elke behandeling of beslissingbangelijk naar het reglementenboekje grij-pen␣ ? Over deze en andere vragen praten wemet Ludo Veny, onderwijsjurist en weten-schappelijk medewerker aan de VUB.– Was er behoefte om de rechtspositievan de scholier in een uitgebreid regle-ment vast te leggen␣ ?– Veny␣ : Absoluut. Hun rechten en plichtenwaren zelden vastgelegd. Komt daarbij datrechtsbescherming een modewoord is ge-worden. De burger legt zich niet meer zogemakkelijk neer bij de beslissingen van deoverheid. Ook niet van de schooloverheid.Het onderwijs kan zich niet meer in eenivoren toren opsluiten. De samenleving teltsteeds meer academisch geschoolden. Hier-door verloren de beslissingen van leerkrach-ten en directies hun onaantastbaarheid. Deleerkrachten kunnen de regelgeving niet meerwillekeurig en ongestraft met voeten treden.

De laatste jaren stappen ouders dan ooksteeds meer naar de rechtbank als ze vindendat de school een verkeerde beslissing heeftgenomen. In de huidige samenleving wordenoverigens steeds meer rechten juridisch afge-dwongen. Om dus rechtsgeschillen te vermij-den moet men reglementen uitwerken zodater tussen de beide partijen duidelijke afspra-ken bestaan.

RECHT EN VRIJHEID– Voor welke geschillen stappen de oudersnaar de rechtbank␣ ?– Veny␣ : Om te beginnen aanvaarden ze hetniet dat een school zo maar een leerlingweigert in te schrijven. Als een scholier opgrond van zijn studieresultaten toegang heefttot een bepaalde studierichting kan men datniet weigeren. Wat niet uitsluit dat een aantalwettige redenen in aanmerking kunnen wor-den genomen om een leerling te weigeren,bijvoorbeeld als hij niet aan de toelatingsvoor-waarden voldoet.– Het vrij katholiek onderwijs weigerttoch geregeld de toegang van een leer-

Page 11: Klasse voor Leraren 22

VIZIER

HET MAAKT RECHT WAT KROM WAS

ling␣ ?– Veny␣ : Het lijkt mij evident dat het gesubsidi-eerd vrij katholiek onderwijs scholieren wei-gert omdat men meent dat ze niet voldoenaan het levensbeschouwelijke karakter vande instelling, zoalskinderen van oudersmet een fundamen-talistisch islamitischeopvatting.

Als gevolg vande grondwetsherzie-ning van 15 juli 1988moet men de posi-tie van het vrij on-derwijs echter nuan-ceren. Vóór de grond-wetsherziening be-stond er immers eenconstitutionele vrij-heid van onderwijs.De inrichtende machtvan het vrij onder-wijs kon zich base-ren op een grond-wettelijke norm voor de organisatie en hetbeheer van haar instellingen. Op basis vaneen grondwettelijke bepaling kon zij de toe-gang van bepaalde leerlingen weigeren. Daar-tegenover was het recht op onderwijs slechtserkend op grond van een gewone wettelijkenorm. En in de hiërarchie van de rechtsnor-men staat de wettelijke norm onder de grond-wettelijke norm. Daardoor beschikte de in-richtende macht van het vrij onderwijs overeen hoger rechtsmiddel om iemand te weige-ren.

Met de recente grondwetsherziening ver-anderde deze situatie. Ook het recht oponderwijs is nu een constitutionele normgeworden. In de toekomst zou de rechtervoorrang kunnen geven aan het recht oponderwijs, eerder dan aan de vrijheid vanonderwijs. Ik sluit niet uit dat steeds meerrechters geneigd zullen zijn om het absoluutweigeringsrecht van de vrije onderwijsinstel-lingen te relativeren.

PROCEDUREFOUT– Gaan betwistingen alleen over de in-schrijving␣ ?– Veny␣ : Nee, ook beslissingen over tucht-maatregelen kunnen hun beslag voor derechtbank krijgen. Maar het onderwijsdecreetII van 31 juli 1990 verplicht nu de inrichtendemachten een tuchtreglement op te stellen.Hierin moet onder meer zijn opgenomen watde deontologische plichten zijn en wat dedeontologische fouten kunnen zijn van eenleerling, welke instanties bevoegd zijn omeen tuchtmaatregel op te leggen, welke pro-cedure moet worden nageleefd en wat derechten van de verdediging zijn.

De miskenning van een dergelijk regle-ment, hetzij omdat de tuchtinstantie onregel-

matig was samengesteld of omdat de tucht-maatregel werd genomen door een instantiedie daartoe niet was bevoegd, kan de nietig-verklaring van een beslissing inhouden. Ikgeef een voorbeeld. De klasseraad is de

instantie diezich bezig-houdt met debeoordelingvan de stu-dieprestatiesvan een scho-lier. Het ge-drag kanworden mee-berekend inhet studiere-sultaat maarde klasseraadis geen tucht-instantie. Alsze een tucht-maatregelzou opleggenis dat in strijd

met de vigerende regelgeving.Belangrijk in dit geval is ook de bescher-

ming van de rechten van de scholier. Vóór detuchtmaatregel wordt genomen heeft hij hetrecht gehoord te worden. Hij moet ook eenredelijke termijn hebben om zijn verdedigingvoor te bereiden en inzage krijgen in hettuchtdossier. Hij moet dus vooraf in kennisworden gesteld van de feiten die hem tenlaste worden gelegd. Een raadsman of een

advokaat kan hem bijstaan in de verdediging.Steeds meer krijgt men ook de juridisering

van de rechtsbescherming op het vlak van deexamenbeslissingen.– Stapten mistevreden ouders in grotengetale naar de rechtbank␣ ?– Veny␣ : Dit aantal moet men relativeren. Hetblijven gelukkig uitzonderingen. De meestedirecties houden zich nu strikt aan de regelge-ving, al of niet neergeschreven in een school-reglement. Ouders stappen natuurlijk vluggernaar de rechter als hun kind slechts enkeleweken voor de examens definitief van schoolwordt weggezonden. Deze maatregel heeftimmers meestal tot gevolg dat de scholier eenjaar moet blijven zitten en daardoor ook laterop de arbeidsmarkt terecht komt. Ook deeinddeliberaties kunnen aanleiding zijn totbetwisting. Een beslissing in het nadeel vande scholier kan te wijten zijn aan een fout inde deliberatieprocedure. Als de school in ditgeval niet vrijwillig op de beslissing wil terug-komen lijkt me de stap naar de rechtbank nietonterecht.

FILTERFUNCTIE– Kunnen in het nieuwe schoolreglementde wederzijdse afspraken concreter wor-den vastgelegd␣ ?– Veny␣ : Men zal zich naar mijn mening steedsminder tot de rechter wenden. Wegens hetontbreken van een rigoureus schoolregle-ment was de rechtbank vroeger het enigeverweermiddel voor de ouders. Dit was hetultieme middel. Nu is er op school voorzien in

Het besluit van de Vlaamse Executieve van 13maart 1991 over de organisatie van hetvoltijds secundair onderwijs regelt ook derechtspositie van de scholier.Elke inrichtende macht maakte voor elk vanhaar scholen een schoolreglement waarinrechten en plichten van elke scholier werdenvastgelegd. Dit schoolreglement omvat tenminste een orde–, tucht– en studiereglement.Het werd bij de aanvang van het schooljaaraan de betrokken personen voor kennisge-ving ter ondertekening voorgelegd en aan descholieren overhandigd.Het besluit regelt de toepassing van orde– entuchtmaatregelen tegen de scholieren en legtregels op die de inrichtende macht moetnaleven bij de toepassing ervan.De personeelsleden van de onderwijsinstel-ling kunnen ordemaatregelen nemen. Dezedienen om het gedrag van de scholier teverbeteren waardoor er een betere samen-werking mogelijk wordt tussen de scholier ende personeelsleden.De directeur, de afgevaardigde van de in-richtende macht of de inrichtende macht zelfkunnen tuchtmaatregelen nemen. Deze kun-nen de definitieve uitsluiting behelzen. Maar

dan moet eerst het advies van de begeleiden-de klasseraad worden ingewonnen. Tucht-maatregelen worden genomen wanneer hetgedrag van een scholier een gevaar vormtvoor het geven van ordentelijk onderwijs en/of het verwezenlijken van het eigen opvoe-dingsproject van de school in het gedrangkomt. Als de scholier naar een andere schooltrekt zijn het tuchtdossier en de tuchtmaatre-gelen niet overdraagbaar.Het studiereglement regelt de beslissin-gen van de delibererende klasseraad. In-dien de ouders van de betrokken scholiermet de beslissing niet akkoord gaan kun-nen ze drie werkdagen, volgend op dewerkdag waarop hen de beslissing werdmeegedeeld, het recht doen gelden opoverleg met de afgevaardigde van deinrichtende macht of de voorzitter van dedelibererende klasseraad of zijn afge-vaardigde. De ouders moeten hun rede-nen kenbaar maken. Maar ook de beslis-sing van de klasseraad moet gemotiveerdzijn. Indien nodig kan de klasseraad zosnel mogelijk opnieuw bijeenkomen.De beroepscommissie is bevoegd voor debehandeling van betwiste beslissingen.

KLASSE NR.22 FEBRUARI '92 ␣11

Page 12: Klasse voor Leraren 22

VIZIER

Meerderjarigescholieren moetenhet schoolreglementzélf ondertekenen.

een beroepsprocedure.Een voorbeeld. De begeleidende klasse-

raad kan de directeur of de afgevaardigde vande inrichtende macht adviseren over te gaantot de definitieve uitsluiting van een scholier.Na de te volgen tuchtprocedure brengt dedirecteur de ouders schriftelijk op de hoogtevan zijn gemotiveerde beslissing voordat detuchtmaatregel van kracht wordt. Als de oudersniet akkoord gaan met de beslissing kunnenze beroep aantekenen bij de voorzitter van deinterne beroepscommissie. De definitieve uit-sluiting kan ongedaan worden gemaakt opadvies van de interne beroepscommissie ofals de inrichtende macht of de directeuroordeelt dat nieuwe elementen een anderlicht op de situatie werpen.

De ouders worden nu dus eerst verplichteen klacht in te dienen bij de bevoegdeberoepscommissie. Pas als deze commissiede klacht van de ouders verwerpt kunnen zenaar de rechtbank stappen. Deze proceduregeeft ook aan de school de mogelijkheidvooralsnog een onwettige of een onregelma-tige beslissing recht te zetten. Als inderdaadeen fout is begaan, als een bepaalde procedu-

12 KLASSE NR.22 FEBRUARI '92

EN ALS HIJVAN DE TRAP VALT ?

Stel dat een leraar een scholier de klasuitstuurt. De scholier valt op weg naar dedirecteur van de trappen en breekt eenbeen. Is er een verband tussen het school-reglement en de aansprakelijkheid vande leraar␣ ?Veny␣ : «Als de inrichtende macht meentdat de leerkracht een leerling de klasmag uitzetten bij wijze van ordemaatre-gel is zij volgens mij ook aansprakelijkals er intussen met die leerling iets zougebeuren.Over het algemeen zal dit een zaak voorde verzekering worden. De aansprake-lijkheid kan moeilijk in een bepaalderegel worden benadrukt of omschreven.Men moet immers altijd rekening houdenmet de concrete feiten. Eén ervan is deleeftijd van de leerling. De leerkracht isvoor de leerlingen die onder zijn toezichtstaan verplicht alle nodige maatregelente nemen zodat ongelukken worden ver-meden. Ik wil het zeer voorzichtig stellen.Voor een leerling die tijdelijk wordt uitge-sloten en voor wie alle nodige begelei-dingsmaatregelen werden genomen ofvoor een scholier die uit de klas werdgezet gelden de clausules van de verze-keringspolis.Het ligt anders voor een scholier dieveertien dagen van de school wordtuitgesloten. Als de ouders deze maatre-gel niet aanvochten staat de minderjari-ge scholier op dit moment onder hettoezicht van de ouders.»

re niet is nageleefd, zal de beroepscommissiedit kunnen vaststellen en eventueel de beslis-sing vernietigen en een nieuwe beslissinglaten nemen. Vroeger werd dit werk uitslui-tend aan de rechter overgelaten.

De beroepscommissie vervult als het wareeen filterfunctie. Een vordering voor de justi-tiële of administratieve rechter zal m.a.w. pasontvankelijk zijn als de ouders eerst de be-roepscommissie hebben aangesproken.– Bespaart deze weg de ouders de maan-denlange procedure via de Raad van Stateof de rechtbank␣ ?– Veny␣ : De procedure via de rechtbank isinderdaad geen garantie dat er snel een beslis-sing wordt genomen. Het huidige schoolre-glement waarborgt echter een zeer korteberoepstermijn. Binnen hetzelfde schooljaarof ten laatste bij de aanvang van het nieuwemoet de beslissing gevallen zijn. Dit houdtook in dat de ouders snel moeten optreden enmaar een beperkte tijd hebben om beroepaan te tekenen.

VERSCHILLEN– Ouders en meerderjarige scholierenmoeten het reglement ter kennisnemingondertekenen. Dit laat veronderstellendat ze nu op de hoogte worden gesteldvan de afspraken. Was dit vroeger min-der het geval␣ ?– Veny␣ : Men kan de reglementering die men

nu in de verschillende netten heeft uitgevaar-digd slechts als bindend beschouwen als deouders of de meerderjarige scholieren erinderdaad kennis van hebben genomen. Ookde eventuele wijzigingen die in de loop vanhet schooljaar zouden worden aangebracht,moeten op een behoorlijke manier bekendworden gemaakt .

In het secundair onderwijs wordt menook meer geconfronteerd met meerderjarigescholieren. Voor de onderwijsinstelling zijnde ouders dan niet langer de tegenpartij. Bijde inschrijving moet de meerderjarige scho-lier het document zelf ondertekenen. Beslis-singen over examens moeten rechtstreeksaan hem bekend worden gemaakt.– Samenvattend kan men stellen dat hetschoolreglement moet dienen als een ju-ridische basis in de relatie tussen de on-derwijsverstrekkers enerzijds en de on-derwijsgebruikers anderzijds. Biedt hetinderdaad een voldoende stabiele rechts-grond om de meeste betwistingen te kun-nen opvangen␣ ?– Veny␣ : Vroeger had men vaak te maken metverouderde teksten en een grote verscheiden-heid in allerhande reglementen die vaak nieteens op papier stonden. Nu hebben de inrich-tende machten een grote bevoegdheid gekre-gen. In het gesubsidieerd officieel onderwijsheeft elke gemeente de bevoegdheid omvoor haar eigen scholen een reglement uit te

Page 13: Klasse voor Leraren 22

VIZIER

IN HETVIZIER

vaardigen. Of dit een goede juridische basis isvoor de relatie tussen onderwijsverstrekkeren –gebruiker moet blijken uit de concretereglementen zoals die van kracht worden inde praktijk. Er is nu evenwel decretaal vastge-legd dat in het reglement een aantal mini-mumbepalingen moeten worden opgenomeni.v.m. het orde–, tucht– en studiereglement.Het decreet biedt eigenlijk slechts een eersteaanzet. De jure is er een verbetering in verge-lijking met vroeger. De facto ligt het eraan hoemen met de nieuwe reglementen zal om-springen en of men ze zal naleven.– Betekent dit dat men in de verschillen-de netten de rechten van de scholieranders kan interpreteren␣ ?– Veny␣ : Zeker. De verschillende inrichtendemachten kunnen een totaal andere visie heb-ben op wat als een deontologische fout kanworden bestempeld. Dit naargelang het gaatom het vrij onderwijs of het officieel onder-wijs. Er kan ook een verschil zijn tussen deonderwijsniveaus. De rechtsbescherming zalop een andere manier worden geregeld in hetlager dan in het hoger secundair onderwijs.Niet zozeer wat de procedure betreft maarwel wat als een fout kan worden bestempeld.

GEEN STRAFREGLEMENT– Staat het de inrichtende machten vrijhet opgelegde minimumreglement meerof minder uitgebreid aan te vullen␣ ?– Veny␣ : De vrijheid van onderwijs moetkunnen spelen. Het zou een blijk van be-moeizucht van de Vlaamse Gemeenschapzijn mocht ze detaillistisch gaan bepalen hoehet reglement moet worden ingevuld. Maardit neemt natuurlijk niet weg dat er grotevariaties kunnen komen in al die schoolregle-menten. In het ene geval zal een degelijkreglement voorliggen. In het andere een straf-reglement.

Wie alleen een strafreglementopstelt en bijvoorbeeld de knie-hoogte van de uniformsjurk incentimeters vastlegt, heeft het foutbegrepen.

Als een instelling absurde reglementenopstelt zullen er absurde beslissingen uit vol-gen over bijvoorbeeld het precieze aantalcentimeters dat de zoom van de uniformjurkonder de kniehoogte mag vallen. Als eeninstelling het over deze boeg gooit heeft zehet decreet fout begrepen.

In het officieel onderwijs kan het admini-stratief toezicht dergelijke uitspattingen mo-gelijk voorkomen.– Moeten leerkrachten zich bedreigd voe-len omdat alles nu op papier staat␣ ?– Veny␣ : Er is een nieuw tijdperk aangebrokenvoor het onderwijs in Vlaanderen. Men zal inde toekomst rekening moeten houden meteen bepaalde cultuur in het onderwijs. Leraarsen directies zullen zich aan de reglementeringmoeten houden. Ik denk dat dit een goedezaak is voor de bescherming van de rechtenvan de scholier. Aan de andere kant weet nuook elke leraar waaraan zich te houden. Hijweet dat de overtreding van een reglement devernietiging van een beslissing tot gevolg kanhebben. Vermindert daardoor zijn maneu-vreerruimte ? Ik denk niet dat de juridiseringeen beperking is voor de mogelijkheden vande leerkracht. Alleen wordt het kader waar-binnen hij optreedt duidelijker afgelijnd. Hetis ook een goede zaak dat beslissingen voortaanmoeten worden gemotiveerd. Dat zal deexamencommissie in staat stellen de ouderste overtuigen van hun ongelijk als ze zelfmeent het recht aan haar kant te hebben.

Met een kenbaar gemaakte motiveringzullen ouders vooral weten waarom een be-paalde beslissing werd genomen. Vroeger waser vaak geen openheid en dus voor de oudersen de scholieren ook te weinig duidelijkheidomtrent de beslissingen van de klasseraad.

Tenslotte betekent het schoolreglementgeen vermindering van de bevoegdheid vande leraars. Het ondermijnt hun gezag niet. ❏

KLASSE NR.22 FEBRUARI '92 ␣13

– De Conventie over de Rechten van hetKind. U kunt de tekst aanvragen bij Unicef –Belgisch Comité – Kunstlaan 20 – 1040 Brus-sel – ✆ 02–230 59 70– Rechten van scholieren. Deze brochurekost 100␣ fr. U kunt ze bestellen bij Info–Jeugd–nationaal – Prinsstraat 15 – 2000 Ant-werpen – ✆ 03–231 07 58– Besluit van de Vlaamse Executieve be-treffende de organisatie van het voltijdssecundair onderwijs van 13 maart 1991 –Belgisch Staatsblad – p.␣ 10503–10545– Het Schoolreglement, omzendbrief ARGO/510/N–91–07 – inlichtingen Eric Sorgeloos –✆ 02–234 58 61– De Vereniging Vlaamse Leerkrachten (VVL)organiseerde op 12 oktober een studiedagover het nieuwe schoolreglement. U kuntde syllabus en het verslag van het colloquiumaanvragen bij het VVL–secretariaat – t.a.v.mevr. Beatrice Knops – Zwijgerstraat 37 –2000 Antwerpen – ✆ 03–237 65 59 ❏

Page 14: Klasse voor Leraren 22

ACTIE

DRAAG UWBOOMPJE BIJ

OOK SCHOLEN ZETTENEEN BOOM OP

GROENE INFORMATIEVouwbladen– Vouwblad nr. 1␣ : Bomen herkennen enleren kennen– Vouwblad nr 2␣ : Van zaad tot kiem-plantjeBeide didactische werkbladen zijn be-doeld voor leerlingen van 10–12 jaar enkosten 240␣ fr. voor 20 stuks.Hoe bestellen␣ ?U kunt de vouwbladen enkel bestellen viaoverschrijving op bankrekening 068–0541980–68 met volledige vermelding␣ :publikatie… (naamvermelding in het korten aantal). Vermeld ook duidelijk hetfacturatieadres en/of leveringsadres.Actie Groene LenteVereniging Voor Openbaar Groen vzw– Buiten de Smedenpoort 3 – 8000Brugge – ✆ 050–31 20 71 – fax050–31 48 32

Kinderen vinden het leuk dat iedereenweet wie de bomen heeft geplant.

De Vereniging Voor Openbaar Groen

streeft naar een goede omgang van

kinderen met de natuur in hun om-

geving. Ze stelt daarbij de boom cen-

traal. Ook uw school kan er een Groene

Week van maken met als hoogtepunt

de Boomplantdag. Woensdag 25 maart

wordt de boomfeestdag voor heel

Europa.

Leraars zitten in een bevoorrechte positieom de leerlingen het belang van het groen bijte brengen. U kunt in samenwerking met hetgemeentebestuur lokaal een Groene Weekorganiseren. Alle gemeentebesturen kregendaarvoor van de Vereniging Voor OpenbaarGroen (VVOG) een documentatiemap.␣ Metwat overleg tussen uw gemeente en de plaat-selijke scholen kunt u er een complete na-tuurweek van maken met allerlei activiteiten.

WERKBLADENTijdens deze week kunnen zoveel moge-

lijk lessen aansluiten bij het onderwerp «groen».Waarom voor wiskunde eens niet de hoogte,inhoud en houtwaarde van een boom latenberekenen␣ ? Voor aardrijkskunde kan de her-komst van planten en bomen worden nage-gaan. Een geschiedenisles kan ingaan op hetontstaan van een landschap, een stadspark ofde groendienst. En in de taallessen kunnenteksten over het milieu worden geschrevenen besproken. Voor de praktische lessen kuntu werken met basismateriaal uit de natuur.Waarom trekt u niet het bos, de heide of deduinen in␣ ? Veel arboreta, natuurcentra enkinderboerderijen wachten op uw bezoek. Ofmaak zelf een schooltuintje om te zaaien, teplanten en te leren onderhouden. Leerlingenkunnen een tentoonstelling opbouwen. Mis-schien is het eindelijk tijd om werk te makenvan meer groen op de speelplaats.

Op woensdag 25 maart kunt u de groeneactiviteiten afsluiten met een happening␣ : eeninternationaal getinte Boomplantdag. Wel-

14 KLASSE NR.22 FEBRUARI '92

licht is het hierbij mogelijk om elke groepkinderen die een boom heeft geplant eencertificaat te geven met de naam, de datum ende plantplaats van de boom.

Voor de voorbereiding van de Boom-plantdag op de scholen beschikt de VVOGover werkbladen voor de kinderen van delagere school. Materiaal uit de natuur is vaakverkrijgbaar bij de gemeentelijke plantsoen-dienst of bij de boswachter. Deze kan eengastles verzorgen op school of de kinderenmeenemen naar buiten.

MET ZORG PLANTENDe grond waarop u plant kan eigendom

zijn van de gemeente, de staat of een particu-lier. De eigenaar van de grond zorgt voor hetplantmateriaal en maakt het terrein plant-klaar. Bij een zware grondsoort en grootplantmateriaal is het aan te raden voorafplantgaten te graven. Voorts is het raadzaamhet plantterrein in te delen in vakken en dievakken te nummeren. Als de leraars voorafeen schets van het plantterrein ontvangen

hebben kunnen ze de kinderen indelen ingroepen en kan iedere groep haar plantplekmakkelijk vinden.

Per tien kinderen is iemand nodig dietoezicht houdt en eventueel kan helpen. Somskan hiervoor ook de hulp worden gevraagdvan ouders of omwonenden. Ieder groepjekinderen heeft natuurlijk ook een schop no-dig. De ervaring leert dat kinderen over hetalgemeen heel enthousiast zijn en met zorgplanten. Zeker als ze vooraf goede informatiehebben gekregen. Maar het is ook vaakonvermijdelijk dat het plantwerk achteraf nogeven nagelopen moet worden.

Ook is gebleken dat kinderen het leukvinden als de door hen aangelegde beplan-ting herkenbaar blijft. Bijvoorbeeld door deplaatsing van een bord of ander herkennings-teken. Of een (glazen) pot onderin het plant-gat met daarin de naam van de school of denamen van de kinderen die geplant hebben.En het spreekt natuurlijk vanzelf dat de be-planting goed onderhouden moet worden.Want kinderen zullen nog geregeld terugko-men om te kijken hoe hun bomen of struikenerbij staan. ❏

Page 15: Klasse voor Leraren 22

ACTIE

EEN STAPELBEDVAN INFORMATIE

– Openluchtklassen – St.–Vith en Platte-landsklassen – Maldegem␣ : informatieover de Werkgroep Onderwijs of boe-kingen␣ : Carine Van der Niepen – Cou-purestraat 22 – 9470 Denderleeuw –✆ 053–66 03 17– Met de klas in de jeugdherberg (bro-chure met informatie over o.a. de peda-gogische mogelijkheden en de prijs)– Jeugdherbergen – VJH info (brochuremet algemene informatie over de jeugd-herbergen in Vlaanderen en de Benelux)Scholen betalen slechts een lidmaatschaps-bijdrage van 300␣ fr. Belgische scholenen gelijkgestelde instellingen die in eenVlaamse jeugdherberg verblijven, al washet maar voor één nacht, krijgen boven-dien 10␣ % korting op de globale reke-ning. Eén begeleider per 15 deelnemersmag gratis overnachten. Van elke jeugd-herberg bestaat een documentatiemapover accommodatie en omgeving. Diehelpt u bij het plannen van uw activiteitenen wordt op vraag gratis toegestuurd.Schrijf of bel gewoon naar de VlaamseJeugdherbergcentrale – Van Stralenstraat40 – 2060 Antwerpen –✆ 03–232 72 18 (met telefoonbeant-woorder 24 u./24 u.) – fax 03–23181 26 Jeugdherbergen␣ : een verrassende

uitweg voor scholen.

Een jeugdherberg is meer dan eengoedkoop hotelletje.

Een jonge, idealistische onderwijzer,

Richard Schirrmann, richtte in 1909

de eerste jeugdherberg op.␣ Hij zocht

een onderdak voor de scholieren met

wie hij de toen al vervuilde industrie-

gebieden van de Ruhr ontvluchtte.

Tot vandaag de dag bleef de ontwik-

keling van het jeugdherbergwerk nauw

verbonden met het leren buiten de

muren. Kennen u en uw leerlingen

de weg naar de jeugdherberg␣ ?

U wilt voor uw klas een geïntegreerdewerkperiode organiseren. Maar vaak kunt ude hamvraag niet invullen␣ : Waar kunnen wegoedkoop én met alles erop en eraan loge-ren␣ ?

Gust Rombaut is pedagogisch adviseurvan de Vlaamse Jeugdherbergcentrale. Hijheeft een antwoord op uw vraag.

Rombaut␣ : «Leraars maken veel te weiniggebruik van de jeugdherbergen. Ze hebben ernog nooit over gehoord of de ouderen herin-neren zich alleen de wat strenge jeugdher-bergvader van in hun jonge tijd. Er is intussenveel veranderd zodat onze moderne jeugd-herbergen prima geschikt zijn voor allerleimeerdaagse activiteiten in klasverband zoalsbos– en zeeklassen, projectweken en geïnte-greerde werkperioden.

Op het ogenblik hebben we twee projec-ten helemaal kant en klaar uitgewerkt. Ze zijnbedoeld voor de derde graad lager onderwijsen de eerste jaren van het secundair onder-wijs. Het programma kan ook gemakkelijkworden aangepast voor jongere kinderen.

KUST EN ARDENNENRombaut␣ : «Een eerste project is een vijf-

daags programma in de jeugdherberg DieLoyale in Maldegem. Het programma metonder meer uitstappen naar Zeebrugge, hetZwin, de Deltawerken en Brugge is pedago-gisch verantwoord. De prijs van 3400␣ frankper leerling omvat vol pension, de uitstappen

en de gidsen. Deze voorwaarden gelden ookvoor het tweede project.

Voor het tweede project kozen we dejeugdherberg Eifel en Ardennen in Sankt–Vith. De uitstappen wisselen naargelang vanhet seizoen. Als het gesneeuwd heeft kan ernatuurlijk een dagje langlaufen af. Maar eennatuurwandeling in de Hoge Venen is eenvast onderdeel van het programma.

De leraar kan elk project voorbereiden.Daartoe is er een dikke werkmap over destreek ter beschikking. Hieruit kan hij kiezenwat zijn klas interesseert. De leraar kan dus dedocumentatie op zijn manier verwerken endaaruit zijn lessen structureren. Binnenkortwerken we soortgelijke projecten uit voorBokrijk en Oostduinkerke.

Met deze uitgewerkte projecten ontdek-

ken de scholen de voordelen van een verblijfin een jeugdherberg. De leraar kan er deleerstof aanschouwelijk voorstellen. De leer-lingen dragen er makkelijker iets van meeomdat ze haast in een vakantiesfeer zijn. Enintussen leren ze ook de prettige kantenkennen van samen de vaat doen.»

UITWISSELENDe Vlaamse en de Waalse jeugdherberg-

centrale werken al geruime tijd samen. Zebesloten deze samenwerking ook uit te brei-den op het pedagogisch vlak. De Vlaamsecentrale wil de leerlingen van de Vlaamsescholen (derde graad lager onderwijs en hethele secundair onderwijs) kennis laten ma-ken met de aardrijkskundige, culturele enmenselijke rijkdommen van Wallonië. Hier-voor organiseert ze geïntegreerde werkwe-ken in vier Waalse jeugdherbergen. Tegelijkgeven ze ook de mogelijkheid aan de␣ franstaligescholen om deze verschillende aspecten teleren kennen in Vlaanderen. Meteen ook eengelegenheid om een taaluitwisselingsprogrammate organiseren. ❏

LEREN IN

VAKANTIESFEERDE VLAAMSE JEUGDHERBERGEN ZIJNOOK INTERESSANT VOOR SCHOLEN

KLASSE NR.22 FEBRUARI '92 ␣15

Page 16: Klasse voor Leraren 22

ACTIE

SOMS IS HET PIJNLIJKKINDEREN EN ECHTSCHEIDING

U kunt «Het kind van de rekening» voor

500␣ frank krijgen bij de Wereldmediatheek –

Italiëlei 98A – 2000 Antwerpen – ✆ 03–225 03 67

Kinderen van gescheiden ouders vra-

gen geen voorkeurbehandeling op

school. Ze vragen wel dat er begrip is

voor hen en dat er rekening wordt

gehouden met hun situatie.

Pijnlijke momenten zijn lessituaties waarover vader, moeder en gezin wordt gespro-ken. De leraar moet tenminste wéten welkekinderen in die situatie verkeren. Ze hebbeneen vertrouwenspersoon nodig waarmee zeover hun problemen kunnen spreken.

SCHEEF BEKEKENAlex␣ : «Nu gaat het goed op school, maar

in het eerste en tweede jaar heb ik veel ge-droomd in de lessen. Ik ervaar weinig nega-tiefs door de scheiding. Soms denk ik dat eensecretaresse mij scheef bekijkt omdat mijn paweg is. Ik zou er wel eens met mijn titularisover willen praten, maar ik durf er niet over

16 KLASSE NR.22 FEBRUARI '92

WORDT UW SCHOEEN OPEN MONU

beginnen. Soms heeft dat hele gedoe wel in-vloed op mijn cijfers. In de toetsenperiode benik dikwijls weemoedig en depressief.»

Sabrina␣ : «De meeste leerkrachten en dedirecteur zijn wel op de hoogte, denk ik. Zijtonen begrip voor mij. Maar niet in die matedat andere leerlingen jaloers gaan worden.Ze begrijpen me. Ze hebben voor mij niet meerof minder aandacht dan voor de anderen enik wil het ook niet anders. Ze laten alleenweten dat, indien je hulp nodig hebt, je bij henterecht kan. Het eerste jaar na de scheidinghad die verandering veel invloed. Als ik mijnog eens down voel door de situatie, kan hetwel een invloed uitoefenen op mijn studie.»

GEEN KINDERSPELDe getuigenissen komen uit een recente

brochure van de Vrouwelijke Kristelijke Ar-beidersjeugd␣ : «Scheiden. Geen kinderspel.» Uvindt er niet alleen meer dan honderd getui-genissen van jongeren in maar ook een analy-se en tientallen concrete suggesties voor be-geleiding van deze jongeren op school en

OLMENT␣ ?

bespreking van de problemen in de klas meteen stellingenspel, een ganzenbord enz.

De brochure kost 175␣ frank. U kunt ze

bestellen bij VKAJ – Paleizenstraat 90␣ –

1210 Brussel – ✆ 02–216 20 03

VIDEOVoor jongeren vanaf 15 jaar is er een

interessante video voor gebruik in de klas.«Het kind van de rekening.» Deze reportagevan het Vrije Woord duurt een half uur. Evaen Sara vertellen erin hoe hun ouders ge-scheiden zijn en hoe zij tussen allerlei gevoe-lens heen en weer worden geslingerd. Dereportage wijst op de weinig kindvriendelijkeaanpak bij verscheidene echtscheidingspro-cedures. En hoe reageert de school␣ ? Inter-views worden afgewisseld met clips. Eenideale aanzet om de problematiek in de klasaan te kaarten. ❏

Op 13 september gaan zo’n 600.000 Vlamingen op zoek naar

merkwaardige schoolgebouwen. Dat is het centrale thema van

de vierde Open Monumentendag. Doet uw school ook mee␣ ?

Misschien bent u wel directeur of leraar in een vroeger kasteel– ofkloostergebouw of een opgeknapte brouwerij. Misschien is uw oude school nuwel omgetoverd in een jenevermuseum. Dan wilt u natuurlijk meewerken aande Open Monumentendag. De organisatie berust bij de verschillende lokalecomités. Die stellen het programma samen voor hun eigen gemeente.

Neem dus zo snel mogelijk contact op met het lokaal comité in uwgemeente. Het contactadres kunt u ook via het secretariaat in Brusselbekomen. Is er nog geen lokaal comité␣ ? Dan kunt u eventueel de oprichtinghiervan stimuleren. Voor uw school en voor de gemeente is de OpenMonumentendag een uniek uithangbord.

Het secretariaat bundelt alle initiatieven in de speciale Monumenten-krant van 7 augustus. ❏

Koning Boudewijnstichting

Secretariaat

Open Monumentendag

An Vasseur & Annemie Rossenbacker

Brederodestraat 21 – 1000 Brussel

✆ 02–511 18 40

GROENONDERWIJS

PROJECTSCHOLENVOOR LEEFMILIEU

Voor de tweede maal ijveren de scholen van het BrusselseGewest voor een bewuste beleving van de Brusselse groenzones.

De actie richt zich tot de leerlingen van het 5de en 6de leerjaarlager onderwijs en het 1ste en 2de jaar secundair onderwijs. Alleleerlingen van de ingeschreven klassen krijgen een logboek voor5 geselecteerde groenzones␣ : de Kleine Zavel, het park van Laken,Het Woluwe park, het Rood Klooster en het moeras van Jette. Elkeklas gaat twee van deze groenzones ter plaatse verkennen en vulteen vragenlijst in. Die stuurt u terug vóór 15 mei. De leraar krijgteen pedagogische map met meer informatie. Er is trouwens ookeen gratis videomontage over de 5 groenzones beschikbaar. Elkeklas kan bovendien gratis deelnemen aan een animatie–activiteitin één van de groenzones.

Ten slotte maakt elke klas tegen 15 mei een gemeenschappelijkwerk␣ : een stilleven met natuurlijke materialen, een beeldhouw-werk, een maquette enz. De werken worden tentoongesteld tijdensde maand juni en de prijzen worden uitgereikt op een slotfeest. ❏

Staatssecretariaat voor Leefmilieu van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest

– Informatiehuis – Marleen De Luyck – Wolstraat 54 –

1000 Brussel – ✆ 02–511 68 80

Page 17: Klasse voor Leraren 22

ACTIE

MAG MOHAMMED DE KLAS IN␣ ?Hoe reageren uw leerlingen

als dit Iraanse koppelde klas binnenvalt ?

Er staan plots twee vreemdelingen in de klas. Het zijn politieke

vluchtelingen en ze zoeken een goede school voor hun zoon. Ze

praten wat krakkemikkig Nederlands maar hun verhaal is

boeiend en direct. Ze gaan een gesprek aan met de leerlingen.

Die weten niet dat het theater is. De meester weet dat wel. Hij

heeft de zaak samen met het Koninklijk Jeugdtheater voorbe-

reid. En het wordt een verrassende confrontatie. Mét een

boodschap.␣ Dat is niet altijd even vanzelfsprekend.

Het Koninklijk Jeugdtheaterheeft de situatie nu al meer dan300 keer gespeeld in evenveelklassen van het zesde leerjaarbasisonderwijs. En het wérkt. Deleerlingen zijn gewoon met de lesbezig als een Iraans koppel aan-klopt. Zij zijn op zoek naar dedirecteur want ze willen een an-dere school voor hun zoon Mo-hammed. Een betere school. Eenschool waar hij niet wordt uitgela-chen maar een evenwaardige plaatskrijgt. De discussie duurt een heellesuur en het spel is zo levensechtdat iedereen er in opgaat. Toch ishet theater, maar het oorspronke-lijk Deens stuk is grondig aange-past aan onze situatie.

THEATER IN DE KLASDe voorstelling Mohammed duurt zo'nvijftig minuten en speelt zich dus (voor deleerlingen onaangekondigd) af in eenzesde leerjaar van de basisschool.De prijs bedraagt 4000 frank voor éénvoorstelling en 6000 frank voor tweevoorstellingen op dezelfde dag. Vervoeris inbegrepen.Inlichtingen bij coördinator Frits Maris -Koninklijk Jeugdtheater - Stadsschouw-burg - Meistraat 2 - 2000 Antwerpen -✆ 03-231 97 50.

GEEN PAMFLETDe voorstelling is geen pamflet, wel eenconfrontatie. Willen de kinderen Moham-med aanvaarden zoals hij is, met zijn anderehuidskleur, zijn gebrekkig Nederlands enzijn islamitische levensgewoonten␣ ? Of wil-len ze dat niet␣ ?

De moraal is verrassend bescheiden. Geengratis theorieën over integratie, wel een aan-sporing om eerst naar iemands verhaal teluisteren, voor je hem veroordeelt. Een prak-tische ontluistering van leven met vooroorde-len.

LEVENSECHTRegisseur Marc Schillemans␣ : «We heb-

ben veel contact gehad met politieke vluchte-lingen en de feiten die we aanhalen kloppenvolledig. Toch is de politieke achtergrond nietde essentie van het spel. De kinderen vattenecht wel de universele boodschap die erachter steekt. En die boodschap geldt ookvoor Turken, Marokkanen enz. We gavenonszelf de opdracht om in vijftig minutensympathie op te wekken voor dit koppelvreemdelingen. En daar slagen we behoorlijk

in. Veel kinderen hebben een weinig genuan-ceerd beeld van vreemdelingen. Met dezevoorstelling leggen we in de klas dan ook eenkiem die kan groeien tot grotere verdraag-zaamheid. En de reacties van de kinderen zijnontwapenend. Voor ons is het een diepgaan-de theaterervaring. Die rechtstreekse maat-schappelijke impact is een grote voldoening.»

GEEN GRAPHet gaat niet om een grap of een ludiek

intermezzo op school. De echte discussie

begint pas als de bezoekers wegzijn. Daarvoor heeft de leraareen degelijke werkmap achterde hand. Onder het motto «oor-deel pas als je iemands verhaalkent» wil het Koninklijk Jeugd-theater de jonge toeschouwerssensibiliseren voor de levens-wijze van anderen. Wie een beetjeopen staat voor andere mensenkan ook zijn eigen cultuur verrij-ken. Daarnaast biedt het stukook een situatieschets van eenland als Iran (waar ook mensenonder het fundamentalisme ge-bukt gaan) en inzicht in vrijheid,onvrijheid en de kracht die men-sen uit een geloof of een ideaalkunnen halen. Bovendien ont-

dekken de leerlingen dat vreemdelingen hiervaak niet alleen om economische maar bij-voorbeeld ook om politieke redenen huntoevlucht zoeken.

RACISMEHet stuk eindigt als de vader weer in het

deurgat staat en zegt␣ : «Dees school… goeieschool… ik geef jullie mijn Mohammed». Deacteurs vertellen er dan graag de anecdote bijdat ze nog eens werden teruggeroepen metde mededeling␣ : «En vergeet niet aan dedirecteur te zeggen dat het zeker 6D moetzijn␣ !».

Toch hebben de acteurs vlak na de ver-kiezingen van 24 november plots meer wei-gerachtige en ronduit racistische reacties ge-kregen in sommige klassen.

Beheerder Bob Verselder␣ : «De acteurs moetendie opmerkingen dan opvangen. Maar als deklas de vreemdeling echt niet wil, kunnen deacteurs in principe gewoon een andere klasbinnen stappen. Het gaat er niet om eenvreemdeling op te dringen, wel om henzonder vooroordelen de situatie te laten be-oordelen. En dat is niet altijd vanzelfsprekend,neen.» ❏

KLASSE NR.22 FEBRUARI '92 ␣17

Page 18: Klasse voor Leraren 22

GIDS

Op het einde van zijn secundaire studie is één op drie Vlaamse leerlingen

minstens één jaar blijven zitten. In het officieel gesubsidieerd onderwijs

stijgt dat cijfer zelfs tot één op twee.

De toestand wordt steeds problemati-

scher. Een blik op de meest recente

cijfers.

ZONDER KLEERSCHEURENDOOR ONS ONDERWIJS␣ ?

ÉÉN KANS OP DRIE␣ !

In december publiceerde KLASSE de leer-lingenaantallen voor het schooljaar 1991–1992. Daarbij kwamen het Project Scholenin-terface en de Dienst Statistieken tot de verras-sende vaststelling dat het leerlingenaantal inhet secundair onderwijs is gegroeid (zie KLASSE20). Weliswaar slechts met 562 leerlingen(0,13␣ %), maar iedereen had een daling ver-wacht. Als één van de mogelijke verklaringenwees het kabinet van onderwijs op de stijgingvan het aantal zittenblijvers. Bijgevolg zettePeter Cloos van het Project Scholeninterfacezich achter zijn PC en begon te rekenen. Enjawel hoor.

ELK JAAR MEERVanaf het schooljaar 1977–1978 tot en met

18 KLASSE NR.22 FEBRUARI '92

TABEL 1. HET ZITTENBLIJVEN NEEMT TOE (1978 = 100%)

WierenEenjareleerDe ivanBijvvers50 gesHeteffebijgbeetwehet voosteederjaa

1987–1988 is het verloopvoor alle onderzochte fac-toren zeer rechtlijnig (zietabel 1). Het percentagezittenblijvers in het secun-dair onderwijs gaat van jaartot jaar steil de hoogte in,van 30␣ % in 1978 tot 35␣ %in 1988. In 1987–1988 zatdus meer dan één derdevan de leerlingen secun-dair onderwijs minstens éénjaar achter op zijn leef-tijdsgroep.␣ Tegelijkertijddaalt de index eveneensrechtlijnig. Dit betekent dattot 1988 het zittenblijven

WAT IS EEN SURPLUS ? met rare termen gooit moet ze ook verkla-

. Dat doen wij dus ook. zittenblijver is een leerling die één of meern ouder is dan de normale leeftijd voorlingen van zijn leerjaar.ndex is een maat voor de jaarlijkse aangroei het zittenblijven vanaf het tweede jaar.oorbeeld␣ : als het eerste jaar 10␣ % zittenblij- telt en het tweede jaar 15␣ %, dan is de indexwant het aantal zittenblijvers is met 50␣ %tegen. surplus is een maat voor het cumulatievect, het geeft aan hoeveel zittenblijvers er zijnekomen sinds het eerste leerjaar. Bijvoor-ld␣ : het eerste jaar telt 10␣ % zittenblijvers, hetede 15␣ %, en het derde 20␣ %. De index voortweede jaar is 50, het surplus is 5␣ %. De indexr het derde jaar is 33 (het aantal zittenblijversg met één derde van het tweede naar hetde jaar) en het surplus is 10␣ % (sinds het eerster kwamen er 20␣ % zittenblijvers bij).

Page 19: Klasse voor Leraren 22

GIDS

VAN WIJKTOT WERELD

DE PEDAGOGISCHE WEEK ’92

wel toenam maar gelijktijdig van jaar tot jaar verder verschoof naar heteerste jaar secundair onderwijs.

Het schooljaar 1988–1989 bracht een kentering. Het totaal aantalzittenblijvers daalde lichtjes, maar het surplus en de index stegen meteen echte ruk. De stijging van de index toont dat het zittenblijvenverschuift naar het tweede, derde en vierde leerjaar. Het surplus stijgteveneens, wat betekent dat het zittenblijven zeker niet vermindert.Vanwaar komt die daling dan wel␣ ?

Peter Cloos␣ : «Het stijgend succes van het zevende jaar kanhiervoor verantwoordelijk zijn. De index van het zesde jaar is in de loop

ZITTENBLIJVEN VAN 1977–78 TOT 1990-91(IN PERCENTAGES)

77–78 86–87 87–88 88–89 89–90 90–91

Rijk 35,6 47,0 47,5 46,9 46,6 45,4Provincie 48,6 54,1 54,0 52,5 51,5 50,9Gemeente 45,8 58,9 59,2 59,0 59,7 59,0Vrij 26,0 29,0 29,2 28,8 29,0 27,8

Totaal 29,6 34,9 35,0 36,5 34,3 33,1

De Pedagogische Week ’92 vindt plaats tijdens de krokus-

vakantie. Op drie plaatsen buigt het onderwijzend perso-

neel van het basisonderwijs zich over het thema Aard-

rijkskunde op de basisschool, van wijk tot wereld (lees␣ :

Europa). Voor het eerst werken inspectie en begeleiding

samen om er een succes van te maken. Vorig jaar waren er

al meer dan 1000 inschrijvingen.

Roger Staelens, inspecteur–generaal basis– en buitengewoon on-derwijs␣ : «Het thema is nu nog gekozen door de inspecteurs–coördina-tor en daarna besproken met de begeleidingsdiensten van de drienetten. Volgend jaar zullen die begeleidingsdiensten van in ’t beginmeewerken. De werkgroep waaruit de teksten voor de Pedagogische

Week komen bestaat trouwens uitdeskundigen uit de inspectie én uitde drie netten.

Tijdens deze driedaagse gevenwe een volledige herhaling van denog geldige methodiek en didactiekvan wereldoriëntatie en aardrijkskun-de. Maar we zullen ook nieuwe ac-centen leggen. Eén voorbeeld maar␣ :we presenteren een nieuwe methodeom de leerlingen reeds in de tweedegraad stap voor stap het kaartlezen bijte brengen. Dit is een heel concretemethode, met adressen en al.

Daarnaast besteden we specialeaandacht aan de inbreng van de actualiteit in de aardrijkskundelessen.We zoeken een antwoord op het «wat» en «hoe» van dit probleem.

Het Project Europa ten slotte combineert geheugenwerk en denk-processen. Het geeft informatie over de twaalf EG–landen maar omvatook een rollenspel over het Europees parlement, het ministercomitéenz. Op de eerste dag van de pedagogische week tonen we hoe deonderwijzer dit in zijn klas kan brengen.»

DRIE MAAL DRIE

der jaren immers aanzienlijk verbeterd en daalt voor 1990–1991 zelfsmet 12␣ %. Die negatieve index betekent dat leerlingen die al een keereen jaar hebben overgedaan uit de statistieken verdwijnen␣ : ze verdwij-nen uit het onderwijs of ze stappen over naar een andere onderwijs-vorm. Het zevende jaar telde in 1989–1990 nog 9196 leerlingen. Ditschooljaar zijn er dat 10.605. Een aanzienlijke stijging van 15␣ % dus.Daarnaast is het aandeel van het vijfde en zesde jaar in het totaal van deleerlingen sterk toegenomen. In 1977–1978 zat 24␣ % van de leerlingen inhet vijfde of zesde jaar. In 1990–91 is dat opgelopen tot bijna 31␣ %.»

NAAR WELK NET␣ ?In 1977–78 kende het officieel gesubsidieerd onderwijs het grootste

aantal zittenblijvers (zie tabel 2). Nochtans had het vrij onderwijs degrootste index, m.a.w. de groei van het aantal zittenblijvers was daar hetgrootst. Het vrij onderwijs had echter het kleinste surplus, dus dekleinste cumulatieve aangroei. Dat kan enkel als een groot gedeelte vande zittenblijvers verandert van net, in casu overstapt naar het officieelgesubsidieerd onderwijs of het gemeenschapsonderwijs.

Peter Cloos␣ : «In 1990–91 is de index van het gemeenschapsonder-wijs lichtjes gestegen en die van het officieel gesubsidieerd onderwijslichtjes gedaald. In het vrij onderwijs blijft de index verder stijgen. Hetfenomeen zittenblijven neemt vooral uitbreiding in het vrij onderwijsmaar dat net ziet in toenemende mate zijn zittenblijvers overgaan naarde andere netten. In het gemeenschaps– en officieel gesubsidieerdonderwijs worden historische dieptepunten bereikt␣ : minder dan dehelft van de leerlingen haalt het einde van het secundair onderwijszonder een jaar over te doen.» ❏

KLASSE NR.22 FEBRUARI '92 ␣19

ZWAARTEPUNTEN* Het zittenblijven dat zich in de jaren tachtig steeds meer voordeedbij de aanvang van het secundair onderwijs, verschuift sinds 1988–1989 hoe langer hoe meer naar de tweede graad.* Het succes van het zevende jaar veroorzaakt een lichte verbeteringin de globaliteit van het zittenblijven.* Het zwaartepunt (qua leerlingenaantallen) binnen het secundaironderwijs verschuift naar de derde graad die een steeds grotergedeelte van de leerlingen omvat.* Op het einde van de secundaire studie heeft één leerling op drieminstens één jaar overgedaan. In het officieel gesubsidieerd onder-wijs heeft minder dan de helft van de leerlingen nog nooit een jaarovergedaan.

Het programma loopt op drie plaatsen en duurt telkens drie dagen␣ :3, 4 en 5 maart in Laken; 4, 5 en 6 maart in Torhout; 5, 6 en 7 maart inHasselt. Op de eerste dag staan de algemene visie, de inbreng vanleerinhouden uit de actualiteit en het Project Europa op de agenda. Detweede dag gaat volledig naar het kleuteronderwijs en de eerste graad.De derde dag ten slotte is gewijd aan de tweede en derde graad.

U kunt inschrijven tot 20 februari via het inschrijvingsformulier datmet een speciale omzendbrief in uw school is beland. Deelnemen kostongeveer 275␣ fr. (inschrijving + brochure) voor externen of ongeveer1500␣ fr. voor internen met volledig pension. ❏

Inspectie–generaal Basisonderwijs – Koningsstraat 138 – 4de verdieping –

kantoor 405 – 1000 Brussel – ✆ 02–211 45 15 –␣ De omzendbrief met alle

praktische informatie ligt in uw school ter inzage.

Page 20: Klasse voor Leraren 22

GIDS

vakantiecentra 1992EFTIJD BESTEMMING DATUM PRIJS VOORSCHO 9 jaar De Panne 06/07 – 11/07 4.500 2.250

Oostende KA 06/07 – 11/07 4.500 2.25013/07 – 18/07 4.500 2.250

Oostende HRIPB 01/07 – 15/07 8.500 4.250Dinant 06/07 – 20/07 8.500 4.250

– 12 jaar Bensberg 06/07 – 20/07 9.000 4.500Rösrath 01/07 – 15/07 9.000 4.500Berck–plage 08/07 – 19/07 10.500 5.250Berck–plage 19/07 – 30/07 10.500 5.250Chantilly 08/07 – 22/07 11.000 5.500St.–Mihiel 09/07 – 23/07 11.000 5.500

– 14 jaar Aubenas 10/07 – 27/07 16.500 8.250Villard de Lans 10/07 – 27/07 16.500 8.250

– 16 jaar Draguignan 10/07 – 27/07 17.500 8.750 – 17 jaar Chamonix 10/07 – 27/07 17.500 8.750

TAALgels – 18 jaar York 04/07 – 25/07 32.000 16.000ns

– 15 jaar Jemelle 06/07 – 24/07 17.000 8.500Flemalle 06/07 – 24/07 17.000 8.500

SPORT – COMPUTEREnkel Sport ensport computer

16 jaar Meulebeke 06/07 – 10/07 5.500 7.50013/07 – 17/07 5.500 7.500

VAKANTIE VOORUW KINDEREN

Alle leerplichtige kinderen van alle onderwijsnetten en alle kinderen van personeelsleden

van de Vlaamse Gemeenschap kunnen mee op vakantiekamp met het Departement

Onderwijs. U moet wel snel reageren. Het aantal deelnemers aan Vak. O is beperkt.

DE VLIR IS VERHUISDDe onderwijsmedewerkers van deVlaamse Interuniversitaire Raadzijn verhuisd. Dat is vooral be-langrijk voor iedereen die meerwil weten over het onderwijsde-creet.Voor inlichtingen kunt u dus voor-taan twee bronnen raadplegen.Het Centrale Secretariaat van deVlIR (Egmontstraat 5 – 1050 Brus-sel – ✆ 02–512 91 10) ofde VlIR–onderwijsstaf – (Vandesan-destraat 66 – 1080 Brussel –✆ 02–410 11 69).Toon Boon (van het rectoraat vande KU Leuven) is deeltijds gedeta-cheerd als opdrachthouder voorde opvolging van de decreetsuit-voering.

Vak. O – RAC – Arcadengebouw – kantoor

3096 A – 1010 Brussel – ✆ 02–210 51 53

LE7 –

10

13

1516

En16Fra13

8 –

De vakantiecentra voor 7–9 jarigen zijngehuisvest in internaten of vakantieverblijvenaan de Belgische en de␣ franse kust, in dePolders, in het Maasland, in de Ardennen envooraan in Duitsland, elk met een eigentypische sfeer en aparte mogelijkheden.

De 10–12 jarigen kunnen kiezen tussenvakantiecentra in Duitsland, aan de␣ Fransekust, in het bosrijke Chantilly (Ile de␣ France)en in␣ Frans–Lotharingen (St.–Mihiel).

De infrastructuur, de voeding en de bege-leiding zijn zeer verzorgd en aangepast aan dewensen en behoeften van respectievelijk 7–9jarigen en 10–12 jarigen. Deze vakantiecentraworden kleinschalig georganiseerd, zodat ie-der kind aandacht krijgt.

De activiteiten zijn veelzijdig georiën-teerd zodat elk kind een heel gammavakantiemogelijkheden kan beleven. Ie-dereen heeft de hele periode dezelfdemonitor of monitrice waarbij hij zichveilig en geborgen kan voelen.

De centra voor 13–14 jarigen zijngevestigd in internaten, in boeiende stre-ken van␣ Frankrijk. Geen drukke traditio-nele vakantieplaatsen zodat de jongerenmeer de plaatselijke bevolking kunnenontmoeten. Elk centrum heeft een eigenkarakter, naargelang de specifieke mo-gelijkheden van de omgeving. Telkenszijn het vertrekpunten voor talrijke inte-ressante exploraties waarin de deelne-mers actief op zoek gaan naar de typi-sche kenmerken van de streek. Elk leef-tijdsgroepje maakt samen met zijn moni-tor afspraken over samenleven en over-legt met hem de manier waarop het deverkenning van de omgeving wil aan-pakken. Daarnaast zijn er de belangrijkegezamenlijke momenten van sporten,feesten, ervaringen uitwisselen en spor-tieve groepsspelen.

De 15–17 jarigen leven in kleinegroepen, samen met een monitor. Ingezamenlijk overleg worden program-ma’s opgesteld en uitgewerkt. Daarbijwordt initiatief en verantwoordelijkheidszingevraagd van de jongeren. Tochten, uit-stappen en ateliers kunnen totaal ver-schillende activiteiten inhouden, afhan-

20 KLASSE NR.22 FEBRUARI '92

kelijk van hun eigen keuze en motivatie.Belangrijk blijft in deze vakantiecentra steedsde ontmoeting van groepsgenoten en dekennismaking met de eigen sfeer van destreek.

Daarnaast organiseert Vak. O nog taalva-kantiecentra voor het leren van␣ Frans inmooie streken van Wallonië en voor Engels in

T

York (Engeland). Nieuw is de combinatie vansport, eventueel gekoppeld aan computeri-nitiatie.

FINANCIELE STEUNDe ouders, die een tegemoetkoming in de

gevraagde kostprijs verlangen, moeten dataanvragen bij hun sociale dienst of zieken-fonds. Ouders die erom vragen, krijgen hier-voor een attest afgeleverd.

De sociale dienst van het Ministerie vande Vlaamse Gemeenschap betaalt een bijdra-ge van 250␣ fr. per dag (max. 14 dagen per jaar

en per kind) voor kinderen van 6 t/m 16 jaardie deelnemen aan vakantiekampen, ge-organiseerd door Vak. O (departementOnderwijs).

Personeelsleden van het Ministerie vande Vlaamse Gemeenschap, waarvan dekinderen tijdens de zomervakantie aaneen Vak. O–kamp deelnamen, kunnensteeds een aanvraag tot terugbetalingrichten aan de sociale dienst. De nodigeformulieren kunt u daar aanvragen. ❏

Page 21: Klasse voor Leraren 22

GIDS

GA ENONTDEKDE WERELDWERKEN IN HET BUITENLANDPaul (35) is arts in Senegal; Martine (29) onderzoekt de voedingsgewoonten van

de bergstammen in Thailand; Anne (35) doceert Engels aan het Institute of

Technology of Tiensjin in China. Alle drie zijn ze uitge-

stuurd door de Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelings-

samenwerking en technische Bijstand (VVOB). Ook u

kunt met deze organisatie aan de slag in het buitenland.

VOLK GEZOCHTDe VVOB werkt in Rwanda, Burundi,Seychellen, Gabon, Zambia, Zimbab-we, Botswana, Swaziland, Lesotho, Ma-lawi, Kenia, Thailand, Indonesië, China,Suriname, Ecuador en Colombië.De VVOB is voortdurend op zoek naar␣ :– afgestudeerden van de Vlaamse on-derwijsinstellingen (universitairen, industrieelingenieurs, regenten, onderwijzers enz.);– Belgische ondernemingen om samen tewerken in het kader van het VVOB–Junior–programma.

VVOBMaria–Theresiastraat 21

1040 Brussel✆ 02–217 76 15 of 02–217 95 83

WELKOMIN

VLAANDERENDe Vlaamse administratie heeft een nieuwgezicht gekregen. De Vlaamse Gemeen-schap is nu één groot ministerie met zesdepartementen. Onderwijs is er daaréén van. Samen tellen die zes departe-menten zo’n 12.000 ambtenaren.De video Welkom in Vlaanderen (± 45minuten) en de gelijknamige brochurebelichten overzichtelijk én begrijpelijk deorganisatie en werking van onze Vlaam-se administratie.Het is een co–produktie van het BestuurVorming en de BRTN–Instructieve Om-roep.␣Om ze gratis te verkrijgen moet u enkeleen lege cassette sturen naar Mediabib–Gallaitstraat 86 – 1210 Brussel –✆ 02–216 50 06.Een paar dagen later vallen video enbrochure in uw bus.

De onderwijsminister, de Vlaamse Raaden de vereniging Vlamingen in de Wereldstonden in 1982 aan de doopvont van deVVOB. Deze vereniging stuurt deskundigpersoneel naar de Derde Wereld, organiseertonderwijs in het Nederlands in het buitenlanden werkt samen met de Vlaamse bedrijfswe-reld in het juniorenprogramma. Midden vorigjaar waren 310 mensen actief in de verschil-lende programma’s over de hele wereld. Drieop vier zijn onderwijsmensen.

VOORAL LERAARSMomenteel werkt de VVOB in 17 landen

in Zuidelijk Afrika, Azië en Latijns–Amerika.In de beginfase vroegen deze landen vooralleraars secundair onderwijs. Tegenwoordig iser vooral vraag naar docenten en onderzoe-kers voor industriële hogescholen en voorDerde–Werelduniversiteiten.

Medio 1991 werkten negen leraars Neder-lands in onderwijsinstellingen in␣ Frankrijk enin scholen met een Belgisch leerprogrammain Rwanda en Burundi.

Samen met het Vlaamse bedrijfsleven stuurtde VVOB jonge afgestudeerde universitairenuit naar Belgische bedrijven in de DerdeWereld waar ze een unieke vorming kunnenopdoen. Op dit moment zijn zo zeven jongeVlamingen actief. Daarnaast loopt er eensamenwerkingsproject met het SenegaleseMinisterie van Volksgezondheid. In dat pro-ject ligt de nadruk op de verbetering van devorming van het paramedisch personeel. Enten slotte bestaat er sinds jaar en dag eennauwe samenwerking tussen de Vlaamse In-teruniversitaire Raad en de VVOB. De VVOBzorgt voor de uitvoering van de zogenaamde«Eigen Initiatieven» van de VlIR, in samenwer-

king met de KULeuven, de RU Genten de UI Antwer-pen.

GEWOONAANVRAGEN

Het gastlandstelt een behoef-tenlijst op.␣ Op ba-sis van die lijst zoektde VVOB kandi-daten. Na een in-fodag en selectie-gesprekken stelt de VVOB de kandidatenvoor aan het gastland, dat de uiteindelijkekeuze maakt. Een praktische infodag (metmedisch onderzoek) en een jaarlijkse vor-mingscyclus (één week in augustus) bereidende kandidaten voor op hun vertrek en hunleefsituatie in een Derde–Wereldland.

Ter plaatse heeft de VVOB een woord-voerder. Die legt de link tussen de plaatselij-ke overheid, de VVOB–deskundigen ter plaatseen het secretariaat in Brussel. Aangezien deVVOB momenteel in 17 landen werkt, zijn er17 woordvoerders actief.

Het gastland zorgt voor loon, huisvestingen een gedeelte van de reiskosten. De VVOB–overeenkomst voorziet in de betaling van hetandere gedeelte van de reiskosten (meestalde heenreis), ziekteverzekering, pensioenbij-drage, ongevallenverzekering, bijstandsver-zekering en een expatriatievergoeding schom-melend tussen 35.000 en 60.000␣ fr. per maand.Ook het juniorenprogramma is gebaseerd opzo’n kostendeling tussen de VVOB en deVlaamse onderneming die de junior–deskun-dige tewerkstelt. ❏

KLASSE NR.22 FEBRUARI '92 ␣21

Page 22: Klasse voor Leraren 22

22 KLASSE NR.22 FEBRUARI '92

PERS

BETER IN DUITSLAND ?In Duitsland hebben de leerlingen elke dag les van 8 u. tot 13 u. : z

lesuren van 45 minuten. Iedereen krijgt drie uur sport en twee uur muziof tekenen. ’s Namiddags kunnen ze op school blijven voor sport, theatmuziek enz. Maar daar neemt slechts een minderheid aan deel. De meleerlingen gaan ’s namiddags gewoon naar huis of trekken met de vriendde stad in. Ze moeten wel veel meer zelfstandig werken en studeren danons. Onder druk van ouders die allebei uit werken gaan zijn er nu hier edaar ook scholen waar tot vier uur wordt lesgegeven. ❏

(Het Belang van Limburg)

OORVIJGENHet Duitse parlement en re-

gering willen ouders verbieden hunkroost nog langer oorvijgen tegeven. Zij zijn van plan de wetge-ving te veranderen over «het op-voedkundige pak rammel».

De huidige Duitse wet bepaaltalleen dat «onterende opvoedings-methodes niet toegestaan zijn».De tekst zal in de toekomst lui-den : «onterende opvoedingsme-thodes, in het bijzonder lijfstraf-fen en maatregelen die de psychekwetsen, zijn niet toegestaan.»

«Daarmee wordt niet alleende oorvijg gebannen», zei de libe-rale politicus Eimer. «De wet moetook straffen verbieden die de kin-derziel raken. Zoals opzettelijkeminachting, gebrek aan liefde,constant gemekker en angst in-boezemen met kwade geesten.»❏

(Het Nieuwsblad)

WEDDEOPEISEN

Leerkrachten hoeven zich nietneer te leggen bij de laattijdigebetaling van hun wedde. Ze heb-ben recht op tijdige betaling enhun werkgever –niet het ministe-rie maar hun school– moet daar-voor zorgen, eventueel door voor-schotten. Leraars kunnen dit rechtvia de rechter afdwingen. Ze heb-ben ook recht op verwijlintresten,indien hun werkgever een voor-schot weigert. Die onder leerkrach-ten vrijwel onbekende rechten zijnerkend door rechtbanken. ❏

(De Standaard)

WAAROM GEENLOODGIETER ?

De trend is al heel lang gezet,maar wordt schrijnender met hetjaar : het opwaarderen van intel-lectuele beroepen ten nadele vande handenarbeid.

Leerlingen worden zo lang alsmogelijk vastgehouden op colle-ge of atheneum. Pas als het echtniet meer gaat wordt doorverwe-zen naar technisch en beroepson-derwijs. Vaak is de jongen of hetmeisje tegen die tijd compleet uit-geblust.

Meer dan 60 % van de nieuwgediplomeerde universitairen ko-men uit de humane wetenschap-pen en in deze groep wegen voor-al de Economische Wetenschap-pen (1400 diploma’s) zwaar door.Momenteel maken deze twee rich-tingen samen al meer dan één derdevan de studenten uit.

Ondertussen krijgt deze sa-menleving een groeiend tekort aantechnisch geschoolden. De top 20van de moeilijk te vinden beroe-pen ziet er als volgt uit :

1. technici natuurkunde; 2.metaalarbeiders; 3. lassers; 4.mecaniciens–herstellers; 5. met-selaars, 6. vloerenleggers; 7. han-delsvertegenwoordigers; 8. schrijn-werkers; 9. ingenieurs; 10. lood-

GEGOEDEMILIEUS

In vergelijking met de totale stu-dentenbevolking van de KU Leu-ven zijn de zonen en dochters vanondernemers, directeurs en vanvaders uit de onderwijssector enmet een vrij beroep oververtegen-woordigd in de groep studentendie aan het Erasmusprogrammaparticipeert. Terwijl het socio–professioneel niveau van 27 %der vaders van KUL–studentenals «hoger» omschreven wordt isdat bij Erasmusstudenten 39 %.Dat vooral studenten uit de meergegoede milieus aan Erasmusdeelnemen blijkt ook uit het feitdat slechts 19,9 % een studiebeursontving van de Vlaamse Gemeen-schap. Een en ander blijkt uit eenonderzoek van Jan De Vuyst, di-recteur Studentenvoorzieningenaan de KU Leuven. ❏

(Gazet van Antwerpen)GEBRUIKER IS DUPE

Kunt u zich al inbeelden datuw garagist u morgen zou komenvertellen dat u het best een nieuwewagen koopt omdat uw huidigmodel niet meer onderhouden zalworden ? Toch is dat precies watde software–leveranciers doen. ❏

(De Morgen)

-

--

SNIPPERHet Nederlandse kabinet hand

mervakantie van negen weken, wazes weken bedraagt. Voor het voorde huidige indeling in drie regio’s w

eseker,esteen bijn

KUN JEEEN SCHOOLMANAGEN ?

Schoolleiders verkeren in eenrare situatie. Er zijn tal van zakendie hen dwingen zeer formeel tehandelen: wetgeving toepassen,verslag geven van schoolactivi-teiten enz. Veel schoolleiders vol-gen dus speciale managementcursussen. Anderzijds runt de school-leider zijn bedrijf vol professio-nals vooral met informele midde-len : zijn professionals zijn im-mers nogal individualistisch ge-oriënteerd, hij moet een onder-wijskundige en pedagogische vi-sie in stand houden, zijn doel isprestaties op hoog niveau doorleerlingen.

Schoolleider de Vries uit hetNederlandse Almere wijst op eenaantal gevaren. Veel schoolleidersbemoeien zich niet of nauwelijksmet het onderwijs in hun school.Ze lopen het risico papershufflerste worden, die veel lezen en schrij-ven over, maar weinig doen in hetonderwijs. De schoolleider trachthet beste te halen uit een bont gezelschap van medewerkers. Onderwijs is ook op het niveau schoollei-der–leraars een kwestie van rela-ties en inspiratie. De malaisemen-taliteit bij leraars vindt voor eendeel zijn oorsprong in de gebrekki-ge aandacht hiervoor door de cleanorganiserende schoolleider.

De persoon van de schoollei-der ten slotte speelt een grote rol,maar anderzijds wordt hij op zijnbeurt gesterkt door succeserva-ringen. Bij tegenslagen valt hetinformele relatiepatroon weg enstaat de schoolleider alleen.

de Vries : «De schoolleider isén zakelijk leider van het gezel-schap én artistiek directeur. Omdit dilemma op te lossen kiest hijmeestal voor de rol van zakelijkleider. Die rol is herkenbaar envooral veilig. De vraag is echterof het kind niet met het waswaterwordt weggespoeld.» ❏

(Mesomagazine, Ned.)

gieters; 11. buizenfitters; 12. tech-nisch tekenaars; 13. chemie–ar-beiders; 14. informatici; 15. ver-pleegkundigen; 16. plaatwerkers;17. elektromecaniciens; 18. post-boden; 19. schilders; 20. behan-gers. ❏

(Gazet van Antwerpen)

DAGENhaaft de spreidingsperiode van de zo-

arbij de vakantie voor het basisonderwijstgezet onderwijs geldt zeven weken. Ookordt gehandhaafd. ❏

(NRC Handelsblad/Ned.)

Page 23: Klasse voor Leraren 22

PERS

SPIJBELENVoor veel leerlingen uit het secundair onderwijs valt er in de stad meer

te beleven dan tussen de vier muren van het klaslokaal. Amsterdam spant dekroon : ruim 3000 leerlingen, of zo’n 4 %, houdt het elk jaar ongediplo-meerd voor gezien.

Niet alle scholen worden even zwaar door schoolverzuim getroffeWat maakt het onderwijs op deze scholen dan zo aantrekkelijk ? De sfeede klas, een nauwkeuriger registratie van het verzuimgedrag, een golesrooster en zinvolle schoolregels spelen allemaal een rol. Leerlingbegleiding kan anderzijds de afstand tussen leraar en leerling verkleinen.

Een belangrijke oorzaak voor het spijbelen is een gebrekkige motivatLeerlingen moeten gestimuleerd worden bij een zelfstandige taakuitvoring. Vooral studie– en huiswerkbegeleiding kunnen tot die zelfstandighebijdragen. ❏

(School, Ned.)

l.

ARBEIDERSKINDEREN :UP AND DOWN

Nederlandse arbeiderskinde-ren gaan meer dan vroeger naarhet middelbaar onderwijs en hethoger beroepsonderwijs (HBO).Hun ondervertegenwoordiging inhet universitair onderwijs wordtechter nog steeds groter.

Het aandeel van kinderen vanhogere bedienden onder universi-taire studenten steeg van 25 % in1984 tot 30 % in 1990. Het aan-deel arbeiderskinderen daalde van16 tot 11 %. In het HBO steeg hetpercentage arbeiderskinderen van15 tot 21. Het aantal universi-teitsstudenten steeg van 160.000in 1986 naar 180.000 in 1990. Inhet HBO steeg het aantal studen-ten van 150.000 in 1986 naar even-eens 180.000 in 1990.

De Landelijke Studentenvak-bond ziet in deze evolutie een ar-gument tegen verdergaande be-zuinigingen op studiefinanciering.Als die bezuinigingen doorgaanvrezen ze dat de lagere inkomensnog meer voor het HBO zullenkiezen. ❏

(Trouw, Ned.)

INVALLERSVALLEN

UITHet citaat «Door het invals-

werk ben ik contactgestoord enonzeker geworden» illustreert deproblemen van invallers in hunklaswerk. De problemen blijken –althans in Nederland– gigantischte zijn.

De invaller komt met een ge-ringe voorbereiding terecht in eencomplexe en hem onbekende si-tuatie. Daarmee hebt u meteen dedrie grootste probleemveroorza-kers. Als dan de klasseadministratieen een deel van het werkmateriaalbij de zieke leerkracht thuis lig-gen en zijn nieuwe collega’s hemniet zien staan zit de invaller inzak en as. Daarenboven zijn deleerlingen meesters in het verzin-nen van lesondermijnend gedrag.De invaller heeft dan ook voort-durend met ordeproblemen te kam-pen.

Jaarlijks komen honderdennieuwe leraars uit de opleiding.De meesten moeten eerst een tijdinvaller spelen. Meer onderzoeknaar hun problemen kan het on-derwijs alleen maar baten. Ten-slotte zijn er elke dag zo’n 4000invallers actief. ❏(Jeugd in School en Wereld, Ned.)

-

-

HAPPYTEACHERS DAY

De leerlingen van de Anto-nius–MAVO in het NederlandseWijk bij Duurstede hebben huneigen manier bedacht om de sta-tus van het leraarschap te vergro-ten. Ze hebben de derde dinsdagvan december uitgekozen om Hap-py Teachers Day te vieren. Ditidee hebben ze geïmporteerd uitMaleisië, waar de «leraarsdag»een soort nationaal feest is. Deleraars worden toegezongen, erworden gedichten aan hen opge-dragen en zij krijgen bloemen enkleine cadeautjes. Kortom, het isvergelijkbaar met moederdag,vaderdag en dierendag.

De leerlingen van Wijk bijDuurstede vragen ook aan deouders om hun blijk van waarde-ring voor de leraars over te bren-gen. Ze hopen trouwens dat dezedag ooit een landelijk karakter zalkrijgen. ❏

(Uitleg, Ned.)

NASCHOLINGKOPEN

Een nieuw Nederlands wets-voorstel maakt het de scholenmogelijk zelf hun nascholing te«kopen». Het nascholingsbudgetzal a rato van het aantal leerlin-gen worden verdeeld over de ba-sis– en secundaire scholen. Zokunnen de scholen een eigen na-scholingsbeleid voeren én eisenstellen aan de lerarenopleidingen.

Tot 1 augustus 1996 zijn descholen verplicht 80 % van hunnascholing te kopen bij de leraren-opleidingen, de traditionele aan-bieders van nascholing. Daarnamogen ze hun nascholing kopenwaar ze willen. De lerarenoplei-dingen zullen dan hun aanbodmoeten aanpassen aan de vraag !

Het nascholingsbudget voorde scholen zal trouwens aanzien-lijk stijgen : van 23 miljoen gul-den in 1992 tot 49 miljoen in 1995voor het basisonderwijs en van 19miljoen tot 53 miljoen voor hetsecundair onderwijs. Daarnaastis er jaarlijks voor scholing onge-veer 15 miljoen gulden gereser-veerd. De scholen kunnen ook hier-van een gedeelte aan nascholingbesteden. ❏

(Uitleg, Ned.)

n.r inede-

ie.e-id

EENHEIDS-SCHOOLDe ACOD–sector onderwijs

(de Vlaamse socialistische onder-wijsbond) verdedigt het idee vande openbare eenheidsschool : eenopenbare onderwijsinstelling vande gemeenschap, pluralistisch vanopvatting. «Daarom pleiten wijvoor de verdwijning van het katho-liek onderwijs door een geleide-lijke omvorming ervan tot open-baar onderwijs», zegt GeorgeVansweevelt, algemeen secretaris.

Een andere hoofdeis is de mi-nimumpensioenleeftijd. Het beroepvan leraar is een stresserende bezigheid. De pensioenleeftijd moetop 55 jaar gebracht worden, metbehoud van het volledig pensioen-bedrag. ❏

(De Morgen)

ONDERNEMENDDENKEN

Marcella Binnemans vertegen-woordigde de Vlaamse KMO’s inde Congrescommissie «Arbeids-markt en onderwijs, aansluitingof kortsluiting».

Ze vindt het opvallend hoeveelschool er gegeven wordt na de schooElke manager of kaderlid wordtoverstelpt met folders over semina-ries en cursussen. Het is onmogelijkom in de wirwar van aanbiedingenhet kaf nog van het koren te schei-den. Bovendien zijn de opleidingenerg duur. KMO’s beschikken nu een-maal niet over onbegrensde bud-getten om deze dure oplossingenals enige uitweg te nemen.

Opmerkelijk is ook dat al debijscholingsprogramma’s praktijk-gericht zijn. Binnemans vraagt zichaf of dit het bewijs is dat jongeafgestudeerden voldoende theo-retische kennis bezitten, maar teweinig creatief en ondernemendkunnen denken. ❏

(Snelbericht)

KLASSE NR.22 FEBRUARI '92 ␣23

Page 24: Klasse voor Leraren 22

FORUM

ZIT STIL OF…MAG JE OVERBEWEEGLIJKEKINDEREN STRAFFEN␣ ?Sommige kinderen zitten nooit stil, ook al vraagt u dat

honderd keer. Kinder– en jeugdpsychiater prof. Dr. Theo

Compernolle schreef een bijzonder praktische handlei-

ding voor het opvoeden van overbeweeglijke kinderen. Wij

lichten er het deeltje uit over straffen. Mogen/moeten we

zo’n kind straffen␣ ? En hoe dan␣ ?

We zijn niet enthousiast overstraffen en vooral niet over agres-sief straffen. Toch willen we nietde fout begaan van heel wat op-voedkundigen die –als reactie opde veel te autoritaire en strengeopvoeding van vroeger– propage-ren dat straf helemaal uit den bozeis.

In sommige situaties –en bijeen overbeweeglijk kind zijn dater meer dan bij andere kinderen–moet het ongewenste gedrag met-een gestopt worden. Een onmid-dellijke, korte en duidelijke tus-senkomst is dan noodzakelijk. Inzo’n situatie is een straf soms on-vermijdelijk. Dit is meestal het ge-val als het gedrag gevaarlijk is of

24 KLASSE NR.22 FEBRUARI '92

deSPRAAK-MAKERS

uiterst hinderlijk voor het kind zelfof voor anderen.

Een overbeweeglijke kleuter,meer nog dan een andere kleuter,moet zo vroeg mogelijk de beteke-nis leren van bevelen zoals «neen»,«niet doen», «stop daar onmiddel-lijk mee» en «doe dit nooit meer.»Het gehoorzamen aan dit «neen» isletterlijk van levensbelang voor hetkind. Als u regelmatig «niet doen»zegt en het kind toch zijn zin laatdoen, leert het dat «niet doen» maarheel betrekkelijk is. «Niet doen»zeggen en het kind vervolgenstoch zijn zin laten doen, is nietgoed voor een kind en kan levens-gevaarlijk zijn voor een overbe-weeglijk kind. Het kind laten ge-

hoorzamen is van het allergrootstebelang voor zijn eigen veiligheid.

Door het vroeg en consequentinvoeren van een kleine onaange-name maatregel bespaart u hetkind een hoop narigheid. Dit geldtook voor de ouders␣ : tijdig envoldoende vaak reageren met eenstreng «neen» en een tik is mindererg dan uw ongenoegen en␣ frustratiestelkens op te kroppen en danineens te «ontploffen» en uw kindeen pak rammel te geven waar uzich dagenlang schuldig over voelt.Door dat schuldgevoel treedt ueen volgende keer weer niet tijdigen onvoldoende streng op, waar-door u weer gefrustreerd raakt enuiteindelijk uw zelfbeheersing verliest.Zo is een vicieuze cirkel ontstaan,die naar is voor kind én ouders.

Een milde, onmiddellijk en tel-kens toegediende straf is voor on-gewenst gedrag vaak een onver-mijdelijk hulpmiddel. Tijdig eenmilde straf geven voorkomt dat uuw zelfbeheersing verliest en eenzware of zelfs mishandelende strafgeeft.

Als u ernstig ongewenst ge-drag bestraft, moet u elke keerstraffen. Doet u dat niet, dan wordtuw gedrag voor het kind onbegrij-pelijk, onvoorstelbaar en onrede-lijk. Met af en toe maar te straffenloopt u bovendien het risico dathet ongewenste gedrag hardnek-kiger wordt.

Ook moet u onmiddellijk straf-fen. De straf moet zo onmiddellijkmogelijk aansluiten op het onge-

wenste gedrag. Het kind moet hetverband kunnen zien tussen zijnactie en uw reactie. Daarom moethet een kleine maar duidelijke strafzijn.

Een milde kleine straf, telkensen onmiddellijk gegeven, werktveel beter dan een uitgestelde gro-te straf, af en toe gegeven.

Verder is belangrijk dat u bijhet afleren van ongewenst gedragmet de eerste stap begint. U moethet ongewenste gedrag als hetware «bij de wortels uitroeien». Eenkleine sneeuwbal wordt snel eenlawine. Een lawine kunt u nietmeer stoppen, de sneeuwbal wel.Een kleine maatregel volstaat meestalals u optreedt bij het eerste tekendat er iets misgaat. Als u te langwacht voor u optreedt, zult u eer-der geneigd zijn een grote straf tegeven. Veel kordate onmiddellijkekleine straffen zijn beter dan eenheftige reactie na verloop van tijd.

Als twee kinderen elkaar tel-kens in de haren vliegen, moet uniet wachten tot het weer zo ver is.U moet ingrijpen bij het eersteteken dat het de verkeerde kantuitgaat.

Het is dus belangrijk dat u heelgoed observeert, dat u precies gaatzien wanneer een bepaald gedragbegint mis te lopen en dat u deuitlokkende situatie tijdig herkent.

BETER DAN STRAFEr is nog een andere vorm van

straf die sommigen niet durven tegebruiken␣ : het zorgen voor on-

R. Carneiro, voorzitter Europese

Gemeenschap␣ : «Een grotere natio-nale en internationale mobiliteit inhet onderwijs kan zeker bijdragen

tot een betere positie van de le-raar. Het zelfrespect van leraarskan er door toenemen. Dat gevoel

zijn ze kwijt nu ze niet meer diefundamentele rol in de maatschappijspelen als, zeg, veertig jaar gele-

den. Toen waren ze leraar in debrede zin, de onderwijzer waarmen ook heen ging voor persoon-

lijk advies. Nu zijn ze instructeursgeworden, opgesloten in hun klas-lokalen.

Door hun het gevoel te geven bijde grootste beroepsgroep van deEG te horen (3,5 miljoen leraars)

en aan dezelfde culturele erfenis tewerken, kan de band met de bui-tenwereld weer enigszins hersteld

worden.»

Hugo Vandamme, afgevaardigd

bestuurder Barco␣ : «Eén van degrote zwaktes in Vlaanderen isprecies dat technisch onderwijs.

Op universitair niveau is het peilgoed, maar op secundair niveauis het gelijk aan tweederangson-

derwijs voor minder begaafde leer-lingen. Dit is nefast. Begaafde leer-lingen met technische aanleg zouden

in een kwalitatief hoogstaand tech-nisch onderwijs moeten terecht-komen, dat een doorstroming naar

het hoger onderwijs biedt. Zoals

in Duitsland, waar de «TechnischeSchule» een hoger aanzien genietdan de algemene humaniora.»

Paula D’Hondt, Koninklijk Com-

missaris␣ : «De onderwijswereld heeft

geen vat meer op de leerlingen.Orde, discipline, wellevendheid,minzaamheid, voorkomendheid en

andere menselijke gaven schijnenin het studerende milieu niet meerbeoefend te worden. De rechten

van het kind, die zijn wel gekend.Zelfs al door mijn kleindochtervan elf jaar. Laten we dan hopen

dat de kinderen grote persoonlijk-heden worden, die ge– en be-schaafd worden en die de samen-

leving leefbaar maken.» ❏

Page 25: Klasse voor Leraren 22

FORUM

Met straf maakt u snel iets duidelijk. Dit is soms noodzakelijk. Maar verwacht er geen blijvenderesultaten van, als u niet meteen ook het tegenovergestelde gedrag aanleert en aanmoedigt.

Theo Compernolle werkt al meer

dan vijftien jaar samen met

overbeweeglijke kinderen en

hun ouders. Zijn boek ZIT STIL␣ !

is dan ook een concrete en

unieke handleiding geworden.

Het werd uitgegeven door

Lannoo in Tielt, 1991.

aangename gevolgen. Op de juis-te manier toegepast is dit een nut-tig en noodzakelijk instrument omhet gedrag van een kind in dejuiste banen te leiden.

Sommige vormen van onge-wenst gedrag hebben van zichzelfal zulke negatieve gevolgen dateen kind het niet in zijn hoofd zalhalen het nog eens te proberen.Als het kind na herhaald waar-schuwen toch weer aan het oorvan de hond trekt en een knauwkrijgt, blijft het voortaan wel uit debuurt van honden. De algemeneregel is␣ : gedrag dat onaangenamegevolgen heeft zal verminderen.

Bij hyperkinetische kinderenechter, meer dan bij andere kinde-ren, moet u er rekening mee hou-den dat het kind niet meteen leringtrekt uit de negatieve consequen-ties van een bepaald gedrag. Waarde meeste kinderen na een oftwee knauwen ermee stoppen dehond te pesten, zal zo’n kind ervaak pas na de tiende knauw meeophouden.

De meeste vormen van onge-wenst gedrag hebben echter nietdergelijke consequenties, of deconsequenties komen zoveel laterdat het kind het verband niet meerziet tussen zijn daad en de naregevolgen die daaruit voortvloeien.Soms heeft het ongewenste ge-drag enkel nare gevolgen vooranderen of zijn de consequentieservan slechts voor een volwassenete begrijpen. In die gevallen moe-ten de ouders en opvoeders er zelfvoor zorgen dat het ongewenstegedrag zodanige negatieve gevol-gen heeft dat het kind het onge-wenste gedrag opgeeft.

De beste consequenties zijndie welke logisch in de lijn van hetongewenste gedrag liggen. Eenkind dat geld gestolen heeft, moetniet zozeer een pak rammel krij-gen, maar moet vooral hard wer-ken om het geld te verdienen enterug te geven. Een kind dat in bedplast, moet zelf de natte boel op-ruimen. Een kind dat een glasomgooit, kan de tafel schoonma-ken. Soms is er geen consequentiete bedenken die logisch op hetgedrag aansluit en moet men an-dere bedenken. Bijvoorbeeld hetafschaffen van privileges, het ver-minderen van zakgeld of het af-schaffen van tv–kijken.Belangrijk is wel dat het kind zomogelijk van tevoren weet wat de

gevolgen zullen zijn van zijn on-gewenste gedrag. Het is als hetware een contract tussen oudersen kind. In zijn eenvoudigste vormis het␣ : «Als ik nog éénmaal moetwaarschuwen, dan…» Bij ouderekinderen maakt het dikwijls meerindruk als het een geschrevencontract is.

Kortom␣ : een kind moet vantevoren weten waaraan het zichheeft te houden, en wat de conse-quenties zullen zijn als het zichniet aan de regels houdt. Meer nogdan een ander kind heeft het over-beweeglijke kind behoefte aanduidelijkheid.

Laat u zeker niet van de wijsbrengen door een «pff, dat kan meniks schelen, ik had toch geen zin».Voer in elk geval de afspraak uit. Umoet altijd doen wat u beloofdhebt, wat afgesproken is. Andersleert het kind dat het zich nietshoeft aan te trekken van afspraken.Dan worden de afspraken lozedreigementen en zult u geneigdzijn de dreigementen steeds meerte verzwaren, waardoor ze nogmoeilijker uitvoerbaar worden.

Oudere kinderen moet u ookleren dat alle liefde en goodwillniet steeds van één kant kunnenkomen, dat mensen slechts kun-nen samenleven op basis van we-derkerigheid, van «voor wat hoortwat». Als een kind er moeite meeheeft zich te houden aan zijn plichten,

kan het soms heel nuttig zijn zelfeens op te houden met het uitvoe-ren van een aantal van uw plich-ten, die uw kind als vanzelfspre-kende rechten beschouwt. Eenouderstaking bijvoorbeeld doet somswonderen.

Als zoonlief het bijvoorbeeldvertikt zijn voetbalplunje in de

wasmand te gooien, kunt u ermeeophouden␣ : a) het zelf te doen enb) zijn spullen te wassen, totdat hijzijn aandeel in de taken wel uit-voert.

LEER HETTEGENOVERGESTELDE

Een straf of negatieve conse-quenties op zich zijn nooit vol-doende␣ ! Straf en negatieve gevol-gen leveren resultaten op, op voor-waarde dat ze correct worden uit-gevoerd en ze altijd samengaanmet het aanleren en aanmoedigenvan het tegenovergestelde, gewenstegedrag. Tegenover ongehoorzaam–zijn staat gehoorzaam–zijn…, te-genover overbeweeglijk–zijn staatstilzitten… tegenover ruzie makenstaat samen spelen enz. De kernvan de hele zaak is dat het aanle-ren van dit gewenste gedrag veelefficiënter en plezieriger is dan hetafleren van het tegenovergestelde,ongewenste gedrag.

De gouden regel is␣ : leer nooitongewenst gedrag af zonder hettegenovergestelde, gewenste ge-

drag aan te moedigen. Het aanle-ren van gehoorzaam–zijn betekentbijvoorbeeld meteen het aflerenvan ongehoorzaam–zijn. Dat zijndan twee vliegen in één klap.␣ Hetis bovendien heel wat plezieriger,bevredigender en efficiënter omeen kind iets aan te leren dan omhet iets af te leren.

1.Het aanmoedigen van gewenstgedrag is gemakkelijker uitvoer-baar dan het volstrekt niet aan-moedigen, het ontmoedigen, hetnegeren van ongewenst gedrag.

2. Aanmoedigen geeft uiteindelijkop de langere termijn een beterresultaat dan straffen.

3. Aanmoedigen schept een ple-zierige sfeer en een betere rela-tie tussen ouders en kind.

4. Aanmoedigen heeft een stimu-lerende invloed op de zelfstan-digheid en het zelfvertrouwenvan het kind. Soms moet u dezeregels heel creatief toepassenom een overbeweeglijk kind ietsaan of af te leren. ❏

KLASSE NR.22 FEBRUARI '92 ␣25

Page 26: Klasse voor Leraren 22

FORUM

ONZE SCHOOL MAAKTRECLAME, MAAR HOE␣ ?PUBLIC RELATIONS OP SCHOOLReclame maken klinkt veel onderwijsmensen vies in de oren. Toch doen alle scholen het,

zij het met wisselend succes. Meestal gebeurt het met de natte vinger, zonder een

samenhangend plan. Voor zo’n plan krijgt u hier de eerste aanzet.

IA

. s

nDc no

eee dedint lar

ms es

Wken?

ET bn

lut

oet

gsdo

w h

dtroee

Politieke, sociale en economi-sche ontwikkelingen dagen de schooluit tot handelen. Overheidsbeslis-singen leiden tot het verdwijnenvan oude schooltypes en het ont-staan van nieuwe, tot schaalver-groting en nieu-we geldstromen.Scholen krijgente maken meteen ander pu-bliek. Ook on-derwijsconsu-menten tonenzich kritischer enonafhankelijker.In een krimpen-de markt probe-ren alle onder-wijsinstellingenhun stuk van dekoek te behou-den of liever nogte vergroten.Scholen wordensteeds sterkerelkaars concur-rent.

Op dit allesreageert het on-derwijs met eenproces van aan-passing en ver-nieuwing. Wil ditproces effectiefen succesvol ver-lopen, dan vraagtde interne enexterne commu-nicatie om een wezenlijke rol inhet geheel. Dit leidt tot een duide-lijke presentatie van de nieuweschool binnen en buiten de murenvan het gebouw.

De strijd om het lijfsbehoud,de noodzaak om zich als instituutte profileren of simpelweg het ideedat er voortdurend contact met dedoelgroepen moet bestaan geeft

DE AFFEEN R

Een voorbeeldbestaat de wentuut letterlijk eezicht te geven. een tweetal dozich te buigenwaarin die wekrijgen. Het duaf, overlegt enproduktie van de toeleverendvolgens schrijfteen tekst met slogan, terwijl met de vormgevVanwege «hezicht» is een beingeruimd voode leraars.Op een vrijdagde poster –verter demonstratikamer. Bijval ikeuring des te mschool niet», «verantwoordelijdit wel niet kostwel doelmatig␣dus niet.

26 KLASSE NR.22 FEBRUARI '92

veel problemen maar opent ooknieuwe mogelijkheden. In dit kli-maat ontstaat bij de school ook debehoefte aan professionaliseringvan haar PR–functie. Die eerstePR–activiteiten van scholen leiden

in veel gevallentot ad hoc–maat-regelen die in eenlater stadium al-leen maar totvervelende ge-volgen kunnenleiden en dan isniemand tevre-den.

HET PR–PLAN1. Begin in deeigen school

«Iets aan PRdoen» leidt in depraktijk snel tothet maken vaneen (schriftelijk)medium voor ex-terne doelgroe-pen. Goede PRechter begint ineigen huis. Opde eerste plaatszullen alle me-dewerkers op dehoogte moetenzijn van de za-ken waartoe dedirectie beslotenheeft. Niets werktzo averechts bij

een PR–actie als een team dat vanniets weet, zich nauwelijks bij be-slissingen betrokken voelt en eenhouding krijgt van het–waait–wel–over.

Bij het ontwikkelen van eenPR–beleid bevindt de eerste pu-blieksgroep zich niet buiten, maarin de school. Het begin ligt bij deeigen medewerkers.

CHE ISMP

Bij een school om het insti- menselijk ge-e directie wijstenten aan omover de vorms gestalte kan zondert zichbesluit tot den poster voor

scholen. Ver-e ene collegaen pakkendee tweede zichg bezig houdt.menselijk ge-ngrijke plaats

een foto van

orgen hangtvan de pers– in de leraars-er weinig, af-eer␣ : «Dit is deie is hiervoor

␣ ?», «Wat moet␣ ?», «Is zoiets

» Zo moet het

2. Maak een planEven belangrijk als de start

binnenshuis van de PR–activitei-ten, is de aanwezigheid van eenPR–plan. Samenhang in optredenen uitstraling en een effectievedosering van PR–activiteiten vra-gen om een stevig fundament, omeen plan.

Zo’n plan vindt zijn wortels inhet algemene beleid van de schoolvastgelegd in uitspraken over za-ken als opleidingsdoelen, pedago-gische concepten, geestelijk kli-maat, faciliteiten,organisatiemo-del, de manierwaarop de ver-schillende groe-pen met elkaaromgaan, perso-neelsbeleid, ex-terne contacten.In beleidsdocu-menten van deschool zullen ookuitspraken overPR moeten ko-men.3. Alles heefteen PR–waar-de

PR is gerichtop het stroom-lijnen van alledirecte en indi-recte communi-catie van deschool. Beleids-activiteiten krij-gen daardoor eenPR–waarde. Zogeeft een slechtroosterbeleid datleerlingen steeds voor verrassin-gen stelt, de school de naam «rom-melig» te zijn. Een vlotte presenta-tie op een bedrijvenbeurs kan tothet idee leiden dat de betreffende

DE BADVER

De advertentieeen tekstblok eEen foto of ilplaatje bij hestatische opsomdierichtingen ketten maakt gnodigt niet uit tode lezer aan, tentie een menMaak van de auitnodiging dvoor te stellen awaar mensen ren en leven.schema’s metbovenbouwricvan de school etuut.Voorzie de aeen antwoordsinformatie. Vovan een codduidelijk welkblad de meestevert.

STEENTIEevat een kop, een slogan.stratie is het praatje. Deming van stu-f vakkenpak-en indruk en lezen. Spreekeef de adver-elijk gezicht.vertentie een

or de schoolls een instituuterken, stude-Ingewikkeldebrugjaren entingen makenen steriel insti-

vertentie vanook voor meerrzie die strook, dan wordt krant of welkrespons ople-

school «innovatief» is. De aanwe-zigheid van directieleden en coör-dinatoren in allerlei regionale enlandelijke commissies maakt eenschool «toonaangevend».

Elk «optreden» leidt intern enextern tot een bepaalde waarde-ring. Uit de voorbeelden mag dui-delijk zijn dat PR zich met allecommunicatie bemoeit, intentio-nele en niet–intentionele, monde-linge en schriftelijke. Iedere orga-nisatie spint garen bij een gunstigewaardering. Het PR–plan is voorhet schoolmanagement een mid-del om de organisatie planmatigen doelmatig voor het voetlicht tebrengen.4. Een eigen gezicht

De manier waarop scholenvoorheen de leerlingen verdeel-den had vaak iets weg van een«herencontract». Het wervingsge-bied was opgedeeld langs traditio-nele, geografische of kerkelijke lij-nen. Af en toe waaide er eenleerling over, maar daar was danbeslist iets mee␣ : van een andergeloof of moeilijk hanteerbaar.

Vervolgens gingen scholenadverteren. Eerstnog gewoon bin-nen het eigengebied, want degrenzen werdengerespecteerd.Edities van heteigen regionaledagblad kwamenechter ook opandermans ter-rein terecht␣ :scholen werdenelkaars concur-renten. Een ont-wikkeling die inhet voordeel isvan de cliënt, deleerling. Maarconcurrent iespeelt niet alleende klant in dekaart, ook de ei-gen organisatie␣ :het houdt debetrokkenenwakker en maaktze bewust vanieders verant-woordelijkheid

voor het voortbestaan van de ei-gen instelling.5. Niet afwachten

PR heeft een goede voedings-bodem nodig. Een belangrijk ele-

Page 27: Klasse voor Leraren 22

FORUM

KNELPUNT

KNELPUNT KNELPUNT

«DESFEERIS OMZEEP»HOE KRIJG JEEENPOSITIEFKLASKLIMAAT␣ ?

Het «klasklimaat» heeft een

belangrijke invloed op de

houding en de motivatie van

de leerlingen. Al heeft hij

dikwijls niet dat gevoel, de

leraar bepaalt in grote mate

zélf die sfeer. Maar hoe krijg

je zo’n positief klimaat in de

klas ?

DE KAT KRABTDE KROLLENVAN DE TRAP

Op het oog lijken alle merkentandpasta of alle merken soepop elkaar. Naar smaak, sa-menstelling, prijs of verpak-king is er weinig onderscheid.Deze ogenschijnlijk geringeproduktdifferentiatie heeft totde ontwikkeling van de 4 R’sgeleid␣ : Reputatie, Respect,Relatie en Ruil. Voor de po-tentiële leerlingen en hun ouderslijken de scholen waartussenzij kunnen kiezen doorgaanssterk op elkaar. Bij de uitein-delijke keuze is de stem vanderden vaak doorslaggevend.Uit die stem blijkt de reputa-tie die een school bezit, eenreputatie die gebaseerd is oprespect voor die instelling.Reputatie en respect ontstaanin de relatie die een schoolmet haar omgeving aangaat,door het feit dat zij overalaanwezig is, daar vertelt endemonstreert over welke kwa-liteiten de organisatie beschikt.Uiteindelijk zullen de eerstedrie R’s leiden tot de vierde R,die van Ruil␣ : de aanmeldingvoor een studie of cursus.

❑ Deze tekst komt uit het

bijzonder praktisch boekje

«School en Public Relations» (H.

van den Berselaar), een Meso–

focus van Educaboek. Dat boek

kost zo’n 500␣ fr. en u kunt het

bestellen bij Educaboek –Postbus 48 – 4100 AA Culem-borg – Nederland – ✆ 00–31–3450–71315. U kunt er onmid-

dellijk concreet mee aan de slag

in de eigen school.

❑ KLASSE publiceerde in mei

’90 een VIZIER over scholen en

hun reclame␣ : «De schoolslag».

Ook daarin vindt u veel

praktische raadgevingen.

Leraar A␣ : «Ik hou het meestalzakelijk en stel voor mezelf en deleerlingen een duidelijk doelvoorop.␣ De beste improvisatie isnog altijd de best voorbereide.»Leraar B␣ . «Een ontspannen sfeer,dat vind ik enorm belangrijk. Ikmoet mezelf kunnen zijn en mijnleerlingen moeten dat óók mogen.»Leraar C␣ : «Goede afspraken ma-ken goede vrienden. Als er bij-voorbeeld geen orde is in de klaskan ik ook niet spreken over eengoed klasklimaat.»

HET IS SNEL VERKORVENDe eerste lessen van een leraar

in een nieuwe klas zijn van uitzon-derlijk belang voor de mogelijkeuitbouw van een positief klaskli-maat. Dat blijkt ook uit vergelij-kend onderzoek over hoe ervarenleraars een nieuwe klas aanpak-ken en hoe beginners dat doen.(Wragg and Wood␣ : Teachers’ first

encounters with their classes/Classroom Teaching Skills, London,1984). De ervaren leraars onder-scheiden zich op acht vlakken␣ : zestralen een warm en vriendelijkzelfvertrouwen uit, stimuleren meer,organiseren beter, bewegen meerin de klas, realiseren meer oog-contact, gebruiken meer humor,zijn duidelijker over de regels diegelden in de klas en tonen er beterhun aanwezigheid en gezag. Daar-door slagen zij er meestal vrij snelin een aangenaam werkklimaat tecreëren in de klas.

KLARE TAALVeel onderzoekers zijn het er-

over eens dat het beste klasklimaat(waarin je ook iets leert) drie ei-genschappen heeft. In EssentialTeaching Skills (Oxford, 1991) zetDr. Chris Kyriacon van de OxfordUniversity die op een rijtje.1. Respect (Leraar A)

De succesvolle leraar geeft zijnleerlingen zelfrespect en een ge-voel van eigenwaarde. Leren is opemotioneel vlak een activiteit methoge risico’s. Falen is vaak ergpijnlijk. Daarom biedt een goedeleraar altijd realistische kansen opsucces aan, samen met hulpvaar-dige steun en aanmoediging. Hijbeklemtoont de behoefte aan ge-stadige vooruitgang en zorgt er-voor dat de leerlingen zichzelfgraag zien als léér–ling. De voor-uitgang van elke leerling wordtvan nabij gevolgd. Daarom ver-

liest de leraar ook geen tijd. Hetlesverloop is goed georganiseerden de les begint en eindigt op tijd.Leraars die het lesverloop voort-durend laten onderbreken doorkleine organisatorische problemenzenden een signaal uit dat wat erin hun les te leren valt niet zobelangrijk is. Op die manier on-dermijnen ze zelf het klimaat datin de eerste plaats duidelijk doel–en taakgericht moet zijn.2. Warmte (Leraar B)

Wie zelf ontspannen is en bij-voorbeeld op een kalme manieromgaat met problemen krijgt ookontspannen leerlingen. Dat is ab-soluut nodig om leergierigheid eenkans te geven. Uit uw houding enspreektoon spreekt een bezorgdewarmte waardoor de leerlingenhet gevoel krijgen dat u persoon-lijk om hen en hun leerprocesgeeft. Iemand individueel helpengebeurt daarbij niet door snel zelfde oplossing te geven maar doorhem via positieve feedback eenstrategie aan te bieden om zélf deproblemen te lijf te gaan.3. Orde (Leraar C)

Zonder zin voor orde is geenpositief klasklimaat mogelijk. Ordeis echter geen doel op zichzelfmaar moet bijdragen tot wat voor-afging␣ : een doel– en taakgericht,ontspannen, warm en ondersteu-nend klasklimaat. Zo’n orde is ge-baseerd op wederzijds respect eneen gezamenlijk streven naar effi-ciënte leerervaringen. ❏

ment daarin is de overtuiging dateen school moet overleven. Devette jaren die zorgden voor hetvanzelfsprekend succes van scho-len zijn achter de horizon verdwe-nen.Dus␣ : de handen uit de mouwen.Afwachten is de dood in de pot.❏

KLASSE NR.22 FEBRUARI '92 ␣27

Page 28: Klasse voor Leraren 22

(advertentie)

Page 29: Klasse voor Leraren 22

INFOLIJN

INFOLIJN

INFOLIJN

ri

iee

ne

t,dOnn

t-tu

-oele

enrt-adnr-ig

esa

ne

ehijn-

ar-

eie

n-n

ri-eineaee--

ae

-o--

––

tr-li

-t

rt

t

,-

nn-

een-er-eo-f

--dnsao

nO

in-

l-O-e-n-

eo-n

t-

n-re-it

e-en91

nnnfiet.e-r-e-pn

ns

DE INFOLIJNVoor al uw vragen over onderwijs:

Centrum voorInformatie en Documentatie

Koningsstraat 150 1000 Brussel

✆ 02–210 54 00

ONWETTIGAFWEZIG

Wanneer is een leerkracht on-wettig afwezig␣ ? Kan dat even-tueel ook financiële gevolgenhebben␣ ? Kan de leraar zichverdedigen of in beroep gaantegen een beslissing␣ ?Onwettige afwezigheid is iedere vormvan afwezigheid die niet valt ondeéén van de wettelijke of reglementatoegestane verloven :– zonder geldige reden de dienst nhervatten na een geoorloofde afwzigheid;– zonder geldige reden de betrekkiverlaten en meer dan 10 dagen afwzig blijven;– bij terugroeping in actieve dienszonder gegronde reden weigeren door de Centrale Raad van de ARGaangewezen betrekking te bekledeDe directeur vraagt het betrokkepersoneelslid schriftelijk om veranwoording. Die verantwoording én hegemotiveerd advies van de directewordt naar Brussel gestuurd.Onwettige afwezigheid kan financiële gevolgen hebben maar kan oleiden tot ontslag uit het ambt zondvooropzeg en met verlies van alrechten aan dit ambt verbonden.In het antwoord op een vraag in dVlaamse Raad lezen we : «De irichtende macht als werkgever oodeelt over de wettigheid of de onwetigheid van de afwezigheid van hapersoneelsleden. De subsidiërenoverheid, in casu het DepartemeOnderwijs, velt hierover geen oodeel als ze niet beschikt over enbewijsmateriaal ter zake.Bij een botsing tussen inrichtendmacht en werknemer kan de subdiërende macht wel optreden via hainspectie.Het is vanzelfsprekend dat een owettige afwezigheid gepaard gaat mweddeverlies.Een leraar die van onwettige afwzigheid wordt beschuldigd, moet zicverdedigen ten overstaan van zinrichtende macht door het voorleggen van sluitend bewijsmateriadat zijn afwezigheid kan rechtvaadigen.» ❏

r

t-

g-

e

.

r

kr

--

ret

i-r

-t

-

l

VERLORENLOPEN IN EUROPA

Ik ben op zoek naar informatieover Europese uitwisselings-programma’s voor leraars, leer-lingen en klassen. Maar ik loopeen beetje verloren in de infor-matie die ik daarover vind. Be-staat hiervoor geen «gele gids» ?In KLASSE 19 (p. 20–21) vindt ueen heel pak informatie. Jammer gnoeg is een deel van die informatondertussen niet meer actueel. DDienst Internationale Betrekkinge(DIB) publiceert jaarlijks een overzicht van uitwisselingsprojecten ebijscholingsactiviteiten. Sleutel 1992ligt op dit moment in elke school teinzage. Daarin vindt u zowel de egen initiatieven van de Vlaamse Gmeenschap als de projecten van ternationale instellingen (EuropesGemeenschap, Raad van EuropBelgisch–Luxemburgse EconomischUnie enz.). U vindt er alle praktischinformatie die u nodig hebt : deelnemingsvoorwaarden, duur en looptijd, contactadres enz.Tegen het einde van dit schooljaverschijnt de nieuwe Sleutel. Wiondertussen nog informatie zoekt eniet vindt in de huidige brochure contacteert het best de Dienst Internatinale Betrekkingen – Vera Van Renterghem – RAC – Arcadengebouwkantoor 3089 – 1010 Brussel ✆ 02–210 51 19 ❏

DE MINIMUM-DOELEN

In KLASSE 22 lees ik op p.␣ 31dat de inspectie de minimum-doelen of eindtermen inspec-teert. Hoe zal dat in zijn werkgaan␣ ?

-

e

--

,

r

n

Het begrip «minimumdoelen» duikde laatste tijd voortdurend op. In atikel 6 van het decreet van 17 ju1991 over de inspectie en de pedag

gische begeleidingsdiensten lezen we immers dade Vlaamse Executieveeindtermen bepaalt voohet gehele onderwijs (meuitzondering van hetHoger Onderwijs van helange type). Eindtermenzijn «minimumdoelstel-lingen» die op het eindevan het kleuter–, lagersecundair en hoger onderwijs van het korte type

moeten worden bereikt.In het secundair onderwijs wordede eindtermen vastgesteld per oderwijsvorm, per graad en per cyclus. Aanvullend kunnen deze eindtermen gespecifieerd worden rekning houdend met het fundamentegedeelte van de optie. In het buitegewoon onderwijs worden de eindtermen vastgesteld per type en popleidingsvorm. In het hoger ondewijs van het korte type worden deindtermen vastgesteld per categrie. Aanvullend kunnen deze eindtermen worden gespecifieerd per adeling.De nieuwe Dienst voor Onderwijsontwikkeling (DOO) zal deze eindtermen bepalen en na overleg in Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) aade Vlaamse Executieve en de VlaamRaad voorleggen. Het is logisch dde inspectieleden dan zullen contrleren of deze eindtermen voldoendwerden bereikt of ten minste werdenagestreefd. Ook daarvoor zal de DOinstrumenten ten behoeve van de spectie uitwerken.De eindtermen zullen er dit schoojaar zeker niet meer komen. De DOis pas opgericht en zijn twintig medewerkers worden momenteel gselecteerd. Dat gebeurt via een gro

o-

-

--l-

r

-

-

e

et-e

dige en daardoor ook tijdrovendselectieprocedure. Normaal gesprken zullen ze nog dit trimester aahet werk gaan.De «maximumdoelen» worden nievastgelegd door de DOO. Die bepaalt elk net zelf. ❏

Dienst voor Onderwijsontwikkeling

(DOO) – directeur Roger Standaert –

Koningsstraat 138 – 1000 Brussel –✆ 02–211 45 96

ZONDERLOONVERLIES

Klopt het dat er een nieuwe re-geling is waardoor alle leraars inbijzondere gevallen afwezig mo-gen blijven zonder loonverlies␣ ?

Leraars in het gemeenschapsoderwijs kenden die regeling al. Maasinds 1 januari kunnen ook contractulen in overheidsdienst, leerkrachten uhet vrij onderwijs en stagiairs een broep doen op het verlof om dwingendredenen. Het KB van Minister Van deBrande verscheen op 6 december 19in het Belgisch Staatsblad.Bij verlof om dwingende redenekrijgt u toelating om zonder loon vahet werk afwezig te blijven. Dat kabijvoorbeeld bij ziekte, ongeval ohospitalisatie van een persoon dmet u onder hetzelfde dak woonOok schade aan de woning als gvolg van een brand of een natuuramp kan gelden als dwingende rden. En als u moet verschijnen oeen rechtszitting waarin u betrokkepartij bent kun u daarvoor eveneedit verlof krijgen. ❏

KLASSE NR.22 FEBRUARI '92 ␣29

Page 30: Klasse voor Leraren 22

(advertentie)

Page 31: Klasse voor Leraren 22

IDEE

NIEUWEPUBLIKATIES

✱ ALGEMEEN– KastelenBij elke bladzijde die uopenslaat klapt op een in-genieuze manier een heuse burchtuit het boek. Zo leren de kinde-ren alles over opbouw en struc-tuur van een kasteel, dagelijks le-ven in de burcht, belegeringen entornooien. Tekst en beeld zijn nietsprookjesachtig romantisch, maarleerrijk realistisch. Het geheel staatborg voor een boeiende tocht langseen indrukwekkende reeks driedi-mensionele kastelen. Voor de ba-sisschool en de eerste jaren secun-dair onderwijs.Gillian Osband & Robert Andrew – VanHolkema & Warendorf /Standaard Uit-geverij – 16 blz. – 495␣ fr.– Help␣ ! Hoe kan ik mijn kindhelpen studeren␣ ?Voor ouders van kinderen die le-ren… studeren. Wat als ze nietwillen studeren␣ ? Of steeds afgeleidzijn␣ ? Moeten we onze kinderenoverhoren␣ ? Wat doe ik als mijnkind zegt «dat moet ik niet meerkennen» ? Concrete antwoorden opherkenbare vragen.P.␣ Maes Jr. & P.␣ Maes Sr. – Uitgeverij DieKeure – 62 blz. – 150␣ fr.– MedialexiconMedia zijn in essentie technischehulpmiddelen. Technologische ver-nieuwingen veranderen dus hetmedialandschap.␣ De auteur bespreektachtereenvolgens grafische technie-ken, televisie, optische plaat, data-communicatie, online informationretrieval, elektronische post, mo-biele communicatie, satellietcom-municatie en teleconferencing.Dirk De Grooff – Uitgeverij Lannoo/Mediacentrum – 468 blz. –␣ 695␣ fr.– Twijfelgevallen Nederlands/Leestekens en hoofdlettersTwee handige opzoekboeken vooriedereen die met een kritisch oogde eigen teksten bekijkt. Neder-

lands is immers niet zógemakkelijk als we vaak

wel zouden willen.Prisma/Het Spectrum – 298blz. en 67 blz. – 295␣ fr. en

195␣ fr.✱ BASISONDERWIJS

– Aktie reaktie/Gezichtspun-ten

Twee nieuwe synthesespelen voorkleuters. Aktie reaktie stimuleert hetlogisch redeneren. De kleuter asso-cieert een afbeelding van een voor-werp of situatie «voor» en «na» meteen afbeelding die de veranderingteweegbracht. Gezichtspunten ver-sterkt vooral het ruimtelijk inzicht.Het vestigt de aandacht op de vorm-verandering van een voorwerp als jedit bekijkt vanuit verschillende hoe-ken␣ : voor, achter, boven, opzij.Uitgeverij Die Keure – 1595␣ fr. en 1230␣ fr.– Geluk in een papiertjeIn de selectie voor de Kinderjury’92 zit een knap boek over gepestworden op school. Het hoofdper-sonage wordt uitgelachen omdathij niet zo goed kan lezen enschrijven. Hij ontdekt dat hij woord-blind is en leert daar op een avon-tuurlijke manier iets aan doen. Vanafdan gaat zowat alles beter in zijnleven.Sine Van Mole – Uitgeverij Clavis – 80␣ blz.– 398␣ fr.✱ SECUNDAIR ONDERWIJS– Beroemde wetenschappersGalilei, de gebroeders Wright, Edison,Einstein, Fleming, Marconi, Darwinenz. hebben twee zaken gemeen.Het zijn stuk voor stuk mensen diegrenzen verlegden, ramen open-gooiden, nieuwe perspectievenopenden. En ze vormen het onder-werp van een deeltje uit de biogra-fische reeks Beroemde wetenschap-pers. Authentiek fotomateriaal, te-kenende citaten, een chronologieen een woordenlijst maken dezeboekjes geschikt als basistekst voorstudiewerkjes.Uitgeverij Davidsfonds/Infodok – 64 blz.

KLASSE NR.22 FEBRUARI '9

per deel – 399␣ fr. per deel.– Gevaarlijk spulOver kicks, flippen, snuiven, speed,joints, junks en afkicken gaat hetverhaal van een ex–junkie die als11–jarige op zoek ging naar drugsen kicks, op haar twaalfde mari-huana gebruikte en op haar negen-tiende een heroïnehoertje was. Eenpaar jaar later was ze de zelfmoordnabij. Over die nachtmerrie en deontsnapping eruit lezen jongerennu in een aangrijpend boek dattrouwens werd geselecteerd voorde Kinderjury ’92.Raffaella Fletcher & Peter Mayle– VanGoor/Standaard Uitgeverij – 89 blz. –450␣ fr.– MigrantenHet Commissariaat voor het Mi-grantenbeleid stelde een brochuresamen die een overzicht geeft vanliteratuur over het migrantenthe-ma. Een mooie leidraad om ditthema in de klas aan te kaarten.KCLB – Mutsaardstraat 32 – 2000 Ant-werpen – ✆ 03–232 77 94

KLASSETIP VAN DE MAAND– NederlandsHet gaat om een opmerkelijke reeksschoolboeken van goed op elkaaringespeelde teams voor het secun-dair onderwijs. Ze behandelen opelk niveau alle aspecten van hetNederlands. Speciale aandacht gaatnaar de communicatieve vaardighe-den met heel bruikbare strategieën.Elke leraar kan op zijn eigen maniermet het materiaal omspringen. Er isnu een deel voor elk jaar secundaironderwijs. De afzonderlijke reeksvoor het technisch onderwijs is ookklaar. Nederlands «T» (vanaf hetderde jaar) sluit nog sterker aan bijde leefwereld van de jongeren en depraktische communicatietechniekendie ze nodig hebben. ❏U kunt presentexemplaren aanvragen␣ :Uitgeverij Den Gulden Engel – Vrijheids-straat 33 – 2000 Antwerpen –✆ 03–238 08 93

ABS–SYSTEEM IN IDEEDe rubriek IDEE wordt vanaf

nu nog overzichtelijker. Bij elke tipkomt een lettertje␣ : A, B of S. Datverwijst naar de specifieke doel-groep van het idee.

A staat voor algemeen, B voorbasisonderwijs en S voor secun-dair onderwijs. Zo vindt u nogsneller uw weg in het grote aan-bod onderwijsideeën. Graag ge-daan. ❏

GRATIS LEEFMILIEU AHet Bestuur Ruimtelijke Orde-

ning van de Vlaamse Gemeen-schap heeft een hele reeks publi-katies voor het onderwijs. Zolangde voorraad strekt kunt u ze gratisbekomen op onderstaand adres.

Voor het basisonderwijs␣ : eenkinderkrant (eerste en tweede graad)met leestekst en tekening om in tekleuren; een lessenmap Kinderenleren kijken naar de eigen leefom-geving met 10 lessen en wandelin-gen (tweede graad) of met 25lessen en wandelingen (derde graad).

Voor het secundair onder-wijs␣ : een brochure Ruimtelijkeordening, zo zit het ineen (hogersecundair onderwijs) met een werk-boekje; een lessenmap Kinderenleren kijken naar de eigen leefom-geving over Stene–dorp (observa-tiegraad) of met 6 lessen en 4didactische stedebouwkundigewandelingen (eerste jaar secun-dair onderwijs). ❏Bestuur voor ruimtelijke ordening – V.Vansteelandt – Werkhuisstraat 9 – 8000Brugge – ✆ 050–33 36 71

SPONSOR DE SPORTDAGAWaarom zou u uw jaarlijkse

sportdag niet opzetten als een sport-sponsoringsactie␣ ? Jongeren spor-ten dan voor jongeren, bijvoor-beeld voor de 1500 muco–patiën-ten. Vorig jaar deden 45 Vlaamsescholen mee. Dat moet beter kun-nen␣ !

Mucoviscidose is een bij kin-deren voorkomende erfelijke, ge-netische ziekte. De longcellen pro-duceren een dik en kleverig slijmdat uiteindelijk de longen verstopt.De ziekte is ongeneeslijk, de le-vensverwachting is maximaal 30jaar. Men kan enkel de sympto-men bestrijden.

Om dit werk te steunen kunt ubijvoorbeeld de jaarlijkse sportdaglaten sponsoren door familie, ken-nissen en vrienden van uw leerlin-gen (en uzelf). Daarnaast kunt u

de mascotte Steven Sterk verko-pen. Die verkoopt u tegen 100␣ fr.

per exemplaar (vijf verschillendefiguurtjes). Tien␣ frank is voor uwschool voor sport of andere doel-einden.

Er is ook een speciaal en gra-tis lessenpakket over mucovis-cidose samengesteld. Dit kunt uoptimaal integreren in de lessengodsdienst, moraal of biologie. ❏Muco Sportivo – Naamsesteenweg 260– 3001 Heverlee – ✆ 016–29 20 90

VERKEERSOPVOEDING SVeiliger onderweg is een ver-

keersonderwijsmethode voor

vooral minder begaafde jonge-ren tussen 12 en 18 jaar. Decomplete methode bestaat uit 6dossiers, één per leerjaar, waar-van de eerste vier reeds be-schikbaar zijn. Bij elke bestel-ling hoort een gratis handlei-ding.

De dossiers kosten 20␣ fr. perexemplaar. Voor het eerste jaaris er ook een werkblad techno-logische opvoeding over Com-municatie in het verkeer. Datkost 10␣ fr. per exemplaar. ❏Verkeerspedagogisch Instituut – Spin-nersstraat 29 – 8800 Roeselare –✆ 051–21 04 17

KLASSE NR.22 FEBRUARI '92 ␣312 ␣31

Page 32: Klasse voor Leraren 22

IDEE

CREATIEF VERPAKKEN BCreativiteit en milieu gaan sa-

men in het project Creatief op school1991–1992. Creativiteit wordt ver-taald naar een wedstrijd voor leerlin-gen kleuter– en lager onderwijs. Hetmilieuluik bestaat uit achtergrondin-formatie en tips voor de leraar.

Elke leraar krijgt een gratisdeelnamepakket voor het project.Dit bestaat uit twee vouwbladen.Het eerste blad geeft een om-schrijving van het project en hoeu het in de leerstof kunt integre-ren. Creatief samenwerken in groeps-verband is daarbij het leitmotiv.Het tweede blad geeft achtergrond-informatie over de kartonnen drank-verpakking en het milieu.

Ten laatste op 10 april moetuw inzending binnen zijn. De prij-zen worden toegekend per graaden per taalgemeenschap (het kleu-teronderwijs vormt daarbij ééngraad). Zo zijn er 8 eerste prijzen(een daguitstap natuurexploratievoor de hele klas), 24 tweedeprijzen (boekenpakketten) en 32derde prijzen (een milieuspel).

Een speciale videofilm vertelt

32 KLASSE NR.22 FEBRUARI '92

(advertentie)

hoe Tim, Tam en Tom de karton-nen drankverpakking leren ken-nen. Mijnheer Drankkarton geefthen een deskundige uitleg. De filmduurt 20 minuten en kost 100␣ fr.(verpakkings– en verzendingskos-ten inbegrepen). De film is niet echtnodig om aan het project deel tenemen, maar vormt wel een goedeinleiding tot het thema. ❏

Tetra Pak Dienst Schoolinfo – Kris

Van Slycke – ’t Hofveld 8 – 1702 Groot–

Bijgaarden – ✆ 02–466 53 60

RELATIEBEKWAAMHEID SLater begint nu is een educatief

vormingspakket voor jongeren van15 tot 18 jaar. Het gratis pakket(videofilm, didactische versie, leer-krachtenmap, leerlingenbrochures)kadert in de opvoeding tot relatie-bekwaamheid (zie KLASSE 21 p.␣ 19voor een uitgebreide bespreking).

Het Vormingscentrum Jos VanUssel organiseert op 6 maart eenthemadag rond dit pakket. Viaopdrachten en oefeningen maakt ukennis met spelvormen en metho-dieken om dit pakket in uw klas tegebruiken. Deelnemen kost 750␣ fr.

Het Vormingscentrum komteventueel ook naar uw school omhet pakket voor te stellen. Datkost 2500␣ fr. per dagdeel + ver-plaatsingsonkosten.

Op 24, 25 en 26 maart organi-seert het Vormingscentrum eendriedaagse basisopleiding Seksu-ele en relationele vorming. Vialectuur, opdrachten en oefenin-gen leert u een aantal didactischevereisten kennen om dit thema inuw klas te introduceren. Deelne-men kost 1000␣ fr. per dag. Ook

deze vorming kunt u op de eigenschool organiseren. ❏Vormingscentrum Jos Van Ussel – Ko-ning Albertlaan 167 –␣ 9000 Gent –✆ 051–20 65 22. Voor het gratis pak-ket␣ : Centrum voor Onderwijsmedia –Handelskaai 7 – 1000 Brussel –✆ 02–217 41 90

VISSEN EN AWATERPLANTEN

In KLASSE 19 las u dat deProvinciale Visserijcommissie Lim-burg twee gratis posters verspreidtover zoetwatervissen en water-planten. Die aankondiging ontke-tende een stortvloed van aanvra-gen die onmogelijk per post kun-nen worden beantwoord.

Vandaar dat de Visserijcom-missie een alternatieve oplossingvoorstelt. U kunt beide postersafhalen bij de Provinciale Visserij-commissie van uw eigen provin-cie. Beide posters bestaan in groteversie en in DIN A4–versie. ❏

Alleen voor inlichtingen␣ : Provinciale

Visserijcommissie Limburg – Provin-

ciehuis – Universiteitslaan 1 – 3500

Hasselt – ✆ 011–23 71 11

Page 33: Klasse voor Leraren 22

IDEE

✱ GRATIS NAARHET EURO-PLANETARIUM AHet Europlanetarium in Genkis een voltreffer van formaat␣ :het modernste van België en om-streken. (Zie de Klassetip van vori-ge maand). Vooral scholen zullen erveel gebruik van maken. Een bezoekkost 70␣ fr. per leerling. Op 27 februari

om 14 u. is er een speciale dag voor deleerkrachten. Die is vooral bedoeldvoor leraars aardrijkskunde hogerecyclus. Ze krijgen een gratis rondlei-ding en een voorstelling. Bovendienkrijgen ze een kleine diareeks mee metmarkante beelden uit de astronomie.Reserveer uw plaatsje bij het Europlane-tarium – Kattevennen 19 – 3600 Genk– ✆ 011–35 27 94✱ WANDEL-VOORDRACHTEN AOp woensdagnamiddag verkent Schoolen Museum een brokje Vlaamse cul-tuur. Tegen een kleine bijdrage kunt uuit de eerste hand kennis maken met deeducatieve mogelijkheden van onze museaen andere culturele instellingen. U moetwel op voorhand inschrijven.Het programma␣ : 4 maart␣ : Filmmu-seum in Brussel (60␣ fr.); 11 maart␣ :Salons voor Schone Kunsten in St.–Niklaas (20␣ fr.); 18 maart␣ : Kerkhofvan Laken en beeldhouwersatelier E.Salu in Brussel (180␣ fr.); 25 maart␣ : DeMunt in Brussel (100␣ fr.).School en Museum – Koloniënstraat31 – 1000 Brussel – ✆ 02–510 36 56✱ HASSELT OP ZIJNLEKKERST BKinderen van het vijfde en zesdeleerjaar kunnen op een bijzonderemanier kennis maken met de stadHasselt. Op het programma van dezealternatieve daguitstap staan o.a. eentheatervoorstelling en leerwandelingenin en rond de stad. De NormaalschoolMaasmechelen en de Dienst voor Toe-

risme van Hasselt leidenalles in goede banen.

De theaterproduktie Kin-derleven door de eeuwen heengeeft met toneel, dans, zang

en muziek een beeld van hetleven van het kind door de

eeuwen heen. Tijdens de leer-wandelingen volgen de leerlin-

gen in groepjes van 15 één van detwaalf vooraf uitgewerkte routes dietelkens een ander aspect van de stadbelichten. De leerlingen kunnen bij-voorbeeld Hasselt ontdekken «op zijnlekkerst», «in interviewstijl», «in strip-vorm» of «op wielen en in het water».U kunt «anders» schoolreizen op 21,22, 25 en 26 mei. De limiet is 300leerlingen per dag. De prijs bedraagt300␣ fr. per leerling, middagmaal inbe-grepen. Supersnel wezen dus.Dienst voor Toerisme – Lombaardstraat3 – 3500 Hasselt – ✆ 011–22 22 35

KLASSETIP VAN DE MAAND✱ INTERVIEW-WEDSTRIJD SOnder het motto «Ik durf» is de derdetaleninterviewwedstrijd van start ge-gaan. Jongeren van 15 tot 20 jaarkunnen hun vreemde talen in praktijkbrengen door zoveel mogelijk ander-staligen aan te spreken voor een kortinterview. Mooie prijzen zoals reizendoor Europa, treintickets en taalleer-methodes belonen de durvers. Opbasis van aantal, verscheidenheid enoriginaliteit kiest de jury de finalistendie in november hun taalvaardigheidmogen bewijzen in de finale.De twee vorige edities bereiktenmeer dan 2500 jongeren die zo’n100.000 gesprekken voerden. De 550finalisten deden gemiddeld 180 in-terviews in twee tot vijf talen.Nieuw dit jaar is dat de NMBS deploeg van de Koning Boudewijn-stichting en het Animatiecentrum voorTalen komt versterken. Zo kunnende deelnemers per acht interviewsbeschikken over een mini–Go Pass.De wedstrijd wordt afgefloten op 30september ’92. ❏

Animatiecentrum voor Talen –Anspachcenter – Anspachlaan 36 –1000 Brussel – ✆ 02–218 12 05 /Koning Boudewijnstichting – Breder-odestraat 21 – 1000 Brussel – ✆ 02–511 18 40

ENGELS THEATER SDe tweede Engels theater 7–

daagse vindt dit jaar plaats van 20maart tot 2 april in Antwerpen. HetEnglish Teaching Theatre is al ge-schikt voor leerlingen die één jaarEngels achter de rug hebben. DeConfederacy of Fools en Alive andKicking richten zich op gevorder-den (minimaal twee jaar Engels).

Een voorstelling van het En-glish Teaching Theatre kost 140␣ fr.per leerling. De andere voorstellin-gen kosten 160␣ fr. per leerling. Erzijn ook werkmappen om de voor-stelling in de les voor te bereiden.❏Programma en inlichtingen␣ : Edu-catief Theater Antwerpen – Reyn-dersstraat 7 – 2000 Antwerpen –✆ 03–233 15 88

KUNST IN HAMME AVan 29 februari tot 8 maart

staan in Hamme de schone kun-sten in de schijnwerpers. Het 8steKunstsalon van het gemeenschap-sonderwijs presenteert afzonder-lijke tentoonstellingen van Alechinsky,Boel, Cavens, Demeulemeester, DeLoose, D’Haese, Laenen, Leclercq,Lenssens, Vandermoeren, Mara enVerbist onder de gemeenschappe-lijke noemer Pop–Art & Hyper-realisme. Daarnaast verzorgt hetbefaamde blokfluitensemble Vierop ’n Rij een aperitiefconcert (1maart), brengt␣ francis Verdoodtpoëzie voor kinderen en volwas-senen (4 maart) en komt ARCAmet Typen naar Cyriel Buysse (6maart). De toegang in Zaal DeVeerman – Verbindingsstraat 66 –9220 Hamme is gratis. ❏Inlichtingen␣ : Middenschool – Loystraat

7 – 9220 Hamme – ✆ 052–47 72 20

ARMOEDE AIN VLAANDEREN

Armoede is een zeer «rijk»begrip.␣ Het Algemeen Rijksarchiefheeft vier thema’s uitgekozen voorhaar tentoonstelling De armoedein onze gewesten van de Middel-eeuwen tot nu␣ : verschijningsvor-men en verklaringen van armoe-de, percepties van armoede, socia-le politiek en ten slotte (re)actiesvan de armen. Zo worden eenaantal clichés uit de wereld gehol-pen. De tentoonstelling is zekergeschikt voor leerlingen hoger se-cundair onderwijs.

Naast de catalogus (100␣ fr.) iser ook een dossier (650␣ fr.) met

bijdragen over armoede in de Mid-deleeuwen, de Nieuwe Tijden (tot1850), het Prinsbisdom Luik en hethedendaagse België.

De tentoonstelling loopt nogtot 14 maart. De toegang is gratis.Een geleid bezoek kost 800␣ fr. pergroep van maximaal 25 leerlingen.oAlgemeen Rijksarchief – Ruisbroekstraat8 – 1000 Brussel – ✆ 02–513 76 80

STRIPWEDSTRIJD A

Charles Jarry (Costa) tekendereeds het eerste en laatste beeldje.Alle jongeren van 10 tot 17 jaarkunnen de handschoen oprapenom hiervan een stripverhaal vantwee bladzijden te maken. Hetthema is Midden–Amerika, hoekan het ook anders in dit Colum-bus–jaar. Inzenden vóór 20 april.

Deze wedstrijd is misschienwel de gelegenheid om in de klasrond Midden–Amerika te werken.Oxfam heeft daarvoor trouwenseen speciale werkmap gemaakt.Die kost 150␣ fr. plus verzendings-kosten. Daarnaast biedt Oxfam ookeen heel animatieprogramma aan.Dat kan van alles inhouden␣ : vi-deo’s, dia’s, spelen enz. ❏Oxfam – Animatiedienst – Raadstraat39 – 1050 Brussel – ✆ 02–519 99 90

VREDE & DEMOCRATIE AAl voor de tiende keer organi-

seert Jeugd en Civisme een wed-strijd voor de schoolgaande jeugd.De prijs van 150.000␣ fr. wordt ver-

deeld onder de laureaten van 5onderwijsniveaus␣ : 5de en 6deklas lager onderwijs; 1ste en 2deklas secundair onderwijs; 3de en4de klas secundair onderwijs; 5deen 6de klas secundair onderwijsen ten slotte hoger onderwijs bui-ten de universiteit.

In hun werkstuk moeten dedeelnemers de ideeën van demo-cratie, mensenrechten en wereld-vrede uitdrukken. Die uitdrukking

mag elke vorm aannemen␣ : ver-handeling, gedicht, dialoog, toneel,lied, foto’s, tekeningen, foto– ofdiareeksen enz. Deelnemen kanindividueel of in groep.␣ De jury zalvooral letten op de «boodschap»die het werkstuk wil brengen.

Inzenden kan tot uiterlijk 3april bij het Vredescentrum – UNO–laan 1 – 2100 Deurne. ❏Jeugd en Civisme – Alsemstraat 7 –2050 Antwerpen – ✆ 03–219 13 96

KLASSE NR.22 FEBRUARI '92 ␣3333

Page 34: Klasse voor Leraren 22

IDEE

PRIJZEN VOOR SINFORMATICA

Op 16 mei vindt het 7de sym-posium Computers Thuis, op Schoolen in Geneeskunde plaats in Die-penbeek. Onderdeel daarvan iseen educatieve en medische soft-warebeurs met een grote wed-strijd voor software. Er zijn vierprijzen van 30.000␣ frank voor␣ :1. Medische of biomedische soft-ware.2. Educatieve software ontwikkelddoor leerlingen van het secundaironderwijs.3. Educatieve software ontwikkelddoor jongeren minder dan 25 jaar.4. Computergebruik ten behoevevan het leefmilieu.Er is ook nog een Prijs van hetMinisterie van de Vlaamse Ge-meenschap, Departement Onder-wijs en de secundaire school waarde winnende software werd ont-wikkeld krijgt een computer.

Deelnemers zijn geboren na16 mei 1967 en wonen in België ofNederland. Vóór 27 april moet uuw project in viervoud indienen.❏Inlichtingen en reglement␣ : Sonja De

Nollin – Te Boelaerlei 23 – 2140 Bor-

gerhout – ✆ 03–322 74 69

UNIVERSITAIRE SINFODAGENDe Vlaamse universitaire instellin-gen organiseren informatiedagenvoor toekomstige studenten. Wijgeven u ook de adressen waar umeer informatie kunt krijgen.❑ LUC – Dienst voor Studieadvies– Universitaire Campus – 3590 Die-penbeek – ✆ 011–22 99 61Er zijn infodagen voor wiskunde,natuurkunde, scheikunde, biolo-gie, informatica (met de nieuwerichting kennistechnologie), genees-kunde en tandheelkunde op 7maart en 25 april. Op 22 februari,14 maart en 9 mei zijn er infodagenvoor TEW en handelsingenieur.❑ VUB – Dienst voor Studieadvies– Pleinlaan 2 – 1050 Brussel –✆ 02–641 23 17Er is een infodag voor iedereen op25 februari. Op 11 en 18 maart zijner infonamiddagen per studierich-ting. Op 27 en 28 maart is er eeninfoavond respectievelijk infovoor-middag voor ouders van toekom-stige studenten. Op 9 mei ten slot-te is er een infodag voor het Bij-

34 KLASSE NR.22 FEBRUARI '92

zonder begeleidingsprogramma voorwerkenden en werkzoekenden envoor de specifieke HOBU–over-stapprogramma’s.❑ KUB (voorheen UFSAL) – Dienstvoor Studieadvies – Vrijheidslaan17 – 1080 Brussel – ✆ 02–412 42 19Er is een infodag voor alle studie-richtingen op 9 mei.❑ KUL – Dienst voor Studieadvies– Naamsestraat 63 – 3000 Leuven –✆ 016–28 43 11Er zijn nog infodagen op 19 fe-bruari (medische wetenschappen),14 maart (toegepaste biologischewetenschappen, Instituut voor Li-chamelijke Opvoeding, Voorbe-reidend Instituut, exacte weten-schappen) en 21 maart (toegepas-te wetenschappen).❑ KULAK – Dienst voor Studiead-vies – E. Sabbelaan 53 – 8500Kortrijk – ✆ 056–21 79 31Er is een infodag op 22 februarivoor alle studierichtingen en eeninfoavond op 13 maart voor oudersvan toekomstige studenten.❑ RUG – Adviescentrum voor Stu-denten – St. Pietersplein 7 – 9000Gent – ✆ 091–64 70 00Er zijn nog infodagen op 22 februari(bio–ingenieur), 26 februari (lette-ren en wijsbegeerte), 11 maart (eco-nomie), 14 maart (burgerlijk inge-nieur), 18 maart (psychologischeen pedagogische wetenschappen)en 25 maart (politieke en socialewetenschappen). Op 29 februari, 7en 28 maart zijn er infodagen voorouders van toekomstige studenten.❑ UIA – Dienst voor Studieadvies– Universiteitsplein 1 – 2610 Wil-rijk – ✆ 03–820 21 21RUCA – Dienst voor Studie– enstudentenbegeleiding – Groenen-borgerlaan 171 – 2020 Antwerpen– ✆ 03–218 05 06UFSIA – Dienst voor Studieadviesen Studentenbegeleiding – Prins-straat 14 – 2000 Antwerpen –✆ 03–220 46 32Op 22 februari, 21 maart en 25april houden RUCA–UIA infona-middagen voor alle studierichtin-gen aan het RUCA (medische enwetenschappelijke opties). Op 25april is er tevens een opendeurdagaan het RUCA.UFSIA–UIA hebben infodagen op19 februari (TEW en handelsinge-nieur), 26 februari (letteren en wijs-begeerte, politieke en sociale we-tenschappen) en 11 maart (rech-ten). Op 10 mei is er ook aan deUFSIA een opendeurdag. ❏

VORMING VOORLERAARS✱ ALGEMEEN– De muziek doorheen demiddeleeuwen␣ : van can-tus planus tot ars subtilior (11maart); Van Mozart tot Mendels-sohn␣ : klassiek én romantisch (18maart); Muziek in de 20ste eeuw␣ :een relativistisch universum (25maart). (Org.␣ : A).– Energie in de wereld (12 maart);Zonneënergie (19 maart); Wind-energie (26 maart). (Org.␣ : A).– Primitief dansen␣ : Beginnelingen(8 lessen vanaf 27 april) en Gevor-derden (10 lessen vanaf 21 april);Bedrijfsvideo (2 tot 5 maart); Com-puterboekhouden (6 sessies vanaf12 maart); MS Word 4.0 op Macin-tosh voor gevorderden (4 sessiesvanaf 10 maart). (Org.␣ : A).– CD–Consument␣ : 16, 23 en 30maart. (Org.␣ : B).– Creatief denken␣ : 12 en 19 maart.(Org.␣ : E).– Effectief onderwijzen (Gordon–cursus)␣ : 10 sessies vanaf 20 fe-bruari. (Org.␣ : G).– Omgaan met hulpvragen in vor-mingsgroepen (5 en 6 maart); Sa-menwerking en/of competitie␣ ? (19en 20 maart); Begeleiden van eenassertiviteitscursus (5 en 12 jaar).(Org.␣ : K).– Doorlichting van het nieuwestatuut voor leraars␣ : 26 februari.(Org.␣ : N).✱ BASISONDERWIJS– Watergewenning en zwemmenmet kleuters (17 en 26 maart),Meten en tellen bij vijfjarigen (28april en 5 mei); Creatief musicerenmet het Orff–instrumentarium (17maart). (Org.␣ : D).– Diverse hete hangijzers in de prak-tijk van opvoeding, onderwijs entherapie in basis– en buitengewoononderwijs␣ : 22 februari. (Org. J).– Actief muziek beluisteren (18maart); Leren lezen (26 februari);Zittenblijven (19 februari); Faal-angst (11 maart); Huishoudelijkspel in de kleuterklas (18 maart).(Org.␣ : N).✱ SECUNDAIR ONDERWIJS– Project work in the classroom (4maart); Seminar for teachers (11maart); Headway pre–intermedia-te (18 maart). (Org.␣ : C).– Het humanisme: 18 maart. (Org.: F).– Workshop Educatieve SoftwareBuitengewoon Onderwijs (9, 16 en

23 maart in Antwerpen);Workshop EducatieveSoftware Natuurweten-schappen (29 april en 6

mei in Antwerpen). (Org.I).

– N.L.P., een inleiding in Neuro-linguistische Programmering voor

taalleraren (26 februari); Spelender-wijs Wijzer (29 februari tot 2 maart).(Org.␣ : L).– AIDS–preventie op school (11maart); Omgaan met lastig gedrag(26 februari); Woelwaters in je klas(19 februari); Menswetenschappenin de nieuwe structuur ’89 (18 maart).(Org.␣ : N).✱ HOGER ONDERWIJS– Naar een eigen profiel voor deASBO–verpleegkundige␣ : 27 februari.(Org.␣ : H).✱ OP DE VALREEP– GEO–dimensies van het nieuweEuropa␣ : 14 maart in Diepenbeek.Jaarlijks netoverschrijdend sympo-sium van de Vereniging LeraarsAardrijkskunde. (Org.␣ : M).DE ORGANISATORENA␣ : Uitstraling Permanente Vorming –Pleinlaan 2 – 1050 Brussel –✆ 02–641 27 50B␣ : Dommelhof – Toekomstlaan 5 – 3910Neerpelt – ✆ 011–64 30 49C␣ : The British Council – Jozef II–straat30 – 1040 Brussel – ✆ 02–219 36 00D␣ : Vormings– en informatiecentrum –Turnhoutsebaan 400 – 2110 Wijnegem– ✆ 03–322 63 93E␣ : Praxis – Vormingsdienst – Tiensevest142 – 3000 Leuven –✆ 016–20 58 56F␣ : Departement Lerarenopleiding RUG– Vakdidactiek Geschiedenis – Sint–Pietersplein 5 – 9000 Gent –✆ 091–64 35 49G␣ : HART – IJzermaalberg 61 – 2550Kontich–Kazerne – ✆ 03– 457 01 92H␣ : WVVV/Instituut voor Verpleegkun-de St. Vincentius – Andree De Noyette –Molenaarstraat 22 – 9000 Gent –✆ 091–23 54 36I␣ : Navorming NVSG – Aarlenstraat 53bus 5 – 1040 Brussel – ✆ 02–233 20 45J␣ : Schoolgemeenschap MPIGO – Vos-kenslaan 362 – 9000 Gent –✆ 091–20 18 30K␣ : Impuls – Albertlaan 27 – 3200 Aar-schot – ✆ 016–56 95 68L␣ : Vliebergh–Senciecentrum KUL – Blij-de Inkomststraat 21 – 3000 Leuven –✆ 016–28 47 64M␣ : Vereniging Leraars Aardrijkskunde– John Maes – Laarstraat 3 – 2520 Ranst– ✆ 03–485 73 79N␣ : Centrum voor Didactische Vernieu-wing – VIIde Olympiadelaan 25 – 2020Antwerpen – ✆ 03–827 78 90 ❏