Author
-mo-
View
242
Download
7
Embed Size (px)
DESCRIPTION
De juni-editie van MO*magazine 2013
inhoud
In Brussel staan 41.000 personen op de wachtlijstvoor een sociale woning.Dat is bijna het dubbele
van tien jaar geleden. QDossier pagina 26
JUNI 2013
6 de wereld kortAfghaanse vluchtelingen, Wereldbankdochter, militaire uitgaven, Braziliaanse dammen, privatisering in Egypte
10 baanbrekerRedder van de Iraakse moerassen
12 thomas leysenKapitalisme zonder groei
14 saoedi-arabiSlaat de vlam van de Arabische lente over?
nieuws
6-15tendensen
16-41mensen en verhalen
42-5516 in beeld
Sancties tegen Iran
18 interviewMadaraka Nyerere
22 dossier brussel (1)Groeipijnen van een gewest
26 dossier brussel (2)Wooncrisis
28 vrijhandelsverdrag eu-vsAlle macht aan de bedrijven?
32 reportage BraziliWereldbeker corruptie
38 KroatiOnverwerkt verleden
40 ChiliDe terugkeer van Bachelet
42 in beeldKennis uit de dorpen
44 portretRazia Arefi: een Afghaanse vrouw
48 portretSidi Larbi Cherkaoui
52 essayDe moord op Rwagasore
3MOQ juni 2013 www.mo.be
56 debat & lezing58 recensies62 agenda64 opinie66 column bruksel
moQservice
56-66
10
32
44
Goldm
an Environm
ental Prize
M
orten An
dersen
Bart Lasuy
MO*magazine is beschikbaar op iPad. Abonnees kunnen de iPad-versie gratis downloaden en lezen. Niet-abonnees kunnen via deApple-nieuwskiosk een los nummer of een jaarabonnement kopen.Download de MO*-app via de QR-code of via www.mo.be/ipad.
Zouden de meer dan duizend mannen en vrouwen dieomkwamen bij de ineenstorting van hun kledingfabriek in Bangladesh dan toch niet helemaal voor niets zijn gestorven? Misschien. Het is in elk geval de eerste keer datzoveel kledingmultinationals bereid zijn een akkoord te sluiten met Bengalese en internationale vakbonden om debrand- en bouwveiligheid in de Bengalese kledingbranchete verbeteren. De grote merken zullen samen zon vijf miljoen euro op tafel leggen voor geregelde veiligheids -inspecties in de fabrieken die onze kleren produceren.Inspecties met inspecteurs die worden aangeduid door ver-tegenwoordigers van bedrijven n lokale vakbonden. Er komen comits voor veiligheid en gezondheid in defabrieken: lokale vakbonden mogen de helft van de ledenvan die comits aanduiden. Indien er geen vakbond is,mogen de werknemers hun vertegenwoordigers kiezen.Gekwalificeerde vakbondsleiders gaan bovendien werk -nemers opleiden inzake brand- en bouwveiligheid. Het staater niet met zoveel woorden maar daarmee wordt de deurvoor de vakbonden in de bedrijven opengeduwd, zegt BenVanpeperstraete van de Schone Kleren Campagne. Tot nutoe werden vakbondsmensen er gentimideerd en ontslagen. De rol van de werknemers en hun organisaties is cruciaalwant niemand kent de arbeidsomstandigheden in een fabriekbeter dan diegenen die ze dag in, dag uit moeten ondergaan.Als zij zich mogen organiseren om op te komen voor hun vei-ligheid, dan is dat de sterkst denkbare kracht van verandering.Het akkoord pleit weliswaar nergens voor de vrijheid van ver-eniging maar lijkt ze impliciet wel te erkennen.Toch is de houding van de grote merken niet gespeend vanenig cynisme. Wisten zij immers niet dat er een probleemwas in de kledingfabrieken, en al zeker die in Bangladesh? Er is inderdaad een dimensie van nalatigheid met zelfs juri-dische connotaties, zegt Vanpeperstraete. Bedrijven wistendat er een probleem was met de brandveiligheid in deBengalese textielbedrijven. Toch hebben ze niet gehandeld.
De volgende vraag is dan of men in andere landen zoalsPakistan ook zal wachten tot er evenveel slachtoffers vallen. Als de aanpak in Bangladesh geen navolging krijgt in andere landen, is dat een indicatie voor de graad vancynisme in de sector.
Gevraagd: sociale globaliseringBlouse: 10 euro. Onder dat commentaar lacht een of anderfotomodel ons toe van op affiches in stations en winkel -straten. Achter de glitter van die schone dames zaten enzitten soms aan slavernij grenzende arbeidsomstandig -heden. Het contrast tussen voorkant en achterkant kanniet groter zijn. De fotomodellen zijn eigenlijk leugendellen. Wie de kosten drukt, drukt vaak ook op mensen. Dat besefontbreekt te dikwijls bij de verdedigers van de neoliberaleglobalisering die de voordelen van competitie bezingen.Het is meteen ook het grote tekort van de globalisering: dater geen sociale bodem is. Zowat alles kan. Werknemers infabrieken en sweatshops in het Zuiden ondergaan de meest barre arbeidsomstandigheden omdat ze er meerverdienen dan op het platteland. Maar moet je per se zobrutaal van die kwetsbaarheid gebruik maken? Moet je zover gaan om hun vrijheid van vereniging te knevelen? Datdoen we al vele jaren. Het grote atelier van de wereld,China, heeft nooit toegestaan dat zijn miljoenen arbeiderszich echt organiseren. Onze leiders hebben daar nooit eenpunt van gemaakt. Is het niet hoog tijd dat sociale rechten een integraal deelworden van de wereldeconomie? Waarom zou je er niet naarstreven een aantal minimale sociale normen op te nemen inde wereldhandelsakkoorden? Het is een oude discussie ikweet het die in de jaren negentig is doodgebloed op het njetvan de regeringen van ontwikkelingslanden, multinationalsen een aantal regeringen van rijke landen. Kunnen we deramp in Dhaka niet aangrijpen om harder te werken aan eensociaal gecorrigeerde globalisering?
VOORWOORD
door John VandaeleDe leugendellen van Blouse: 10 euro
5MOQ juni 2013 www.mo.be
COMMENTAAR
Chili is Latijns-Amerikas economische tijger bij uitstek. Een stabiele democratie, lid van de OESO en het meest open land vanLatijns-Amerika wanneer het over economische handelsakkoordengaat. De voorbije twintig jaar heeft het een economische groei kunnen realiseren van 4 tot 5 procent Chili is de bakermat van dekopermijnen. De weldaden daarvan vloeien echter systematisch afnaar een rijke bovenlaag, niet meer dan 2 tot 3 procent van de bevol-king. Sinds de dictatuur van Pinochet (1973) en het neoliberale modelvan de Chicago Boys, die Chili als experiment voor hun theoriengebruikten, groeit er een diepe kloof tussen de haves en de havenots.De jongeren vandaag vinden dat dit lang genoeg geduurd heeft. Achter die fraaie macro-economische cijfers gaat een realiteit schuildie wij aan de oppervlakte willen brengen, zegt Giorgio Jackson, diesamen met Camila Vallejo het studentenprotest van de voorbije jarenleidde. De post-Pinochet-generatie neemt het niet meer dat universi-teiten (naar verluidt voor een groot deel in handen van Opus Dei)melkkoeien geworden zijn in plaats van democratische kennisinstel-lingen. Ze vragen hervormingen van het onderwijs en een einde aande woekerpraktijken in de onderwijsinstellingen, die met hun hogeinschrijvingsgeld miljoenen jongeren niet alleen de toegang tot onder-wijs ontnemen maar ook hun toekomst hypothekeren. Sinds 2006bouwen ze systematisch de tegenbeweging op. Toen waren ze leerlin-gen aan de middelbare school, daarna universiteitsstudenten. In november nemen Vallejo en Jackson deel aan de parlements -verkiezingen. Jackston is kandidaat voor de Democratische Revolutie,een nieuwe partij die hij mee oprichtte. Vallejo komt op voor deCommunistische Partij. Jackson bundelde zijn visie in het boek Het land waar wij van dromenen dat ziet er anders uit dan het individualistisch kapitalisme van hethuidige systeem, aldus Jackson. De jonge generatie wil een nieuwebasis, een hervorming van de grondwet. Intussen zijn ze lang nietmeer de enigen die hun mond durven open doen. De syndicaten hebben opnieuw de vrees overwonnen. De mijnwerkers willen delenin de koperwinsten. De havenarbeiders nemen geen genoegen meermet de kruimels die van tafel vallen. Hoe de verkiezingen van 17 november ook uitdraaien, de geest is uit de fles.
door Alma De Walsche
Het land waar wij van dromen
We zijn halverwege een Europees jaar dat volgens de bijhorendewebsite draait om uw rechten als burger van de EU. Viviane Reding,Europees commissaris voor Justitie, Grondrechten en Burgerschap,vat het opzet samen in een persmededeling: Burgers moeten hunstem kunnen laten horen in het debat over de toekomst van de EU.Dat treft. In juni lanceren de EU en de VS namelijk onderhandelingenover een vrijhandels- en investeringsverdrag, dat in lengte van jaren deverhouding tussen de burgers, bedrijven en hun overheden kan bepa-len. Het is niet overbodig daar eens ernstig over te debatteren.Wat nu voorgesteld wordt als een rondje armworstelen tussenBrussel en Washington, is in realiteit een strijd om het overwicht vanpolitieke keuze of economische vrijheid. Definiren we een verbodop dierenproeven voor het ontwikkelen van cosmetica als een poli-tieke beleidskeuze of als een onnodige belemmering van de handel?Die vraag zal zich ook stellen in verband met het verplichten van zui-nigere of schonere verbrandingsmotoren, het opleggen van hetgebruik van talen, het beperken van het telen en invoeren van gene-tisch gemanipuleerde organismen, en uiteindelijk ook over hetbeschermen van werknemers of over overheidsinvesteringen ingezondheidszorg, drinkwatervoorziening, onderwijs en media... Delogica van een vrijhandelsverdrag is dat elke sector die beschouwdwordt als handelswaar meteen onderworpen wordt aan de wettenvan zo groot mogelijke privatisering en concurrentie. Bedrijven diedan menen dat overheidsingrijpen hun actuele of toekomstige win-sten in gevaar brengt, kunnen op basis van vastgelegde proceduresde betrokken overheden voor het gerecht dagen.Als het trans-Atlantisch handels- en investeringspartnerschap (TTIP)alleen onderhandeld wordt tussen eurocraten en experts verbon-den aan multinationale bedrijven of neoliberale denktanks, danwordt dat TTIP de overval van de eeuw op onze democratien en verzorgingsstaten. Maar, zoals Europees commissaris Reding suggereert, de burgers kunnen ook hun stem laten horen. Dat doenze best voordat een afgewerkt voorstel als te nemen of te laten aan het Europees Parlement voorgelegd wordt. Want als we alleen op depolitici rekenen om de poltiek te verdedigen tegen de economie, danis het resultaat vooraf gekend.
Burgers, aux armes!
door Gie Goris
4 MOQ juni 2013 www.mo.be
7MOQ juni 2013 www.mo.be
de wereld kort
6 MOQ juni 2013 www.mo.be
De westerse landen ontvangenvooral vluchtelingen uit Afgha -
nistan, Syri en Servi. Dat blijkt
uit het asieltrendrapport voor 2012
van VN-vluchtelingen-organisatie
UNCHR. Het rapport focust op
individuele asielaanvragen in
38 Europese landen en een aantal
niet-Europese westerse landen.
Vanessa Saenen van UNHCR
Brussel zet de cijfers van de top
drie in perspectief: Ook in Belgi
vormen de Afghanen nog altijd de
grootste groep vluchtelingen, met
2349 aanvragen. Belgi stuurt
asielzoekers vaak terug naar
Kaboel. Vaak wordt geopperd
dat Kaboel een veilig terugkeer-
alternatief biedt, maar voor
UNHCR is de situatie daar
onstabiel. Pakistan vangt jaarlijks
bijna twee miljoen Afghaanse
vluchtelingen op, waardoor het
land zelf een stuk armer is
geworden. Toch laat het zijn
grenzen open. Dat Servi op de
derde plaats staat, verrast. Het land
staat in Belgi op lijst van de
veilige landen. In die groep
Servirs zitten vooral uitgesloten
Roma uit Kosovo.
Saenen is niet tevreden over het
vluchtelingenbeleid in Europa.
Europa vangt op wereldniveau
maar zeventien procent van de
vluchtelingen op. Dat is evenveel
als Zuid-Afrika. De grenzen van
Europa staan niet echt open. In
vergelijking met 2011 groeide het
aantal asielaanvragen met acht
procent in totaal 479.300. Dat is
het tweede hoogste aantal in de
voorbije tien jaar.
Vooral de humanitaire hulp voor
Syri schiet volgens Saenen
tekort. Door de economische
crisis zijn de mensen minder
solidair. Volgens de Europese
Commissie hebben maar liefst
6,5miljoen Syrirs nood aan
humanitaire bijstand. Velen van
hen zoeken toevlucht in de
buurlanden. In Libanon, Jordani
en Irak is het aantal enorm
gestegen. Ongeveer 8000mensen
steken dagelijks de grens over.
Dat zet die landen onder een
gigantische sociale druk, zij
dragen de financile en
menselijke kost van de oorlog.
In vergelijking zijn de cijfers
van Europa heel bescheiden, de
meeste vluchtelingen geraken niet
tot hier. Europa doet gewoon niet
genoeg voor die mensen. Dat is
problematisch aangezien er steeds
meer vluchtelingen zijn. We
hebben altijd maar minder geld,
dus moeten we soms pijnlijke
keuzes maken. (Sofie Coen)
Op 20 juni is het Wereldvluchtelingendag
Sinds de jaren negentig wordt de Wereldbankgroep geacht erop toe te zien dat zijninvesteringen beantwoorden aan bepaalde sociale en ecologische normen, en dat de
gefinancierde projecten geen schade aanrichten. Dat geldt ook voor de International
Finance Corporation (IFC), de Wereldbankdochter die kredieten verschaft aan de
private sector. De voorbije maanden is onzekerheid gerezen of alle IFC-leningen wel
aan die normen voldoen. Met name voor de kredieten die de IFC niet rechtstreeks ter
beschikking stelt maar via financile bedrijven microkredietondernemingen,
commercile banken of private financiers is onduidelijk of de normen worden
nageleefd. Het bedrag dat op die manier wordt besteed, steeg tussen 2007 van 2011
nochtans van 5,3 naar 8,4miljard euro.
In een audit van de ombudsman van de IFC staat
dat die financile tussenschakels wel sociale en
ecologische controlesystemen op poten hebben gezet
en dat het dus procedureel allemaal in orde is, maar
dat de IFC geen methode heeft om te controleren of
het doel van geen schade aanrichten effectief wordt
gerealiseerd, zegt Pol Vandevoort, die materie op de
voet volgt bij de ontwikkelings-ngo 11.11.11. De
benadering van de IFC genereert geen informatie
over de werkelijke sociale en ecologische resultaten
op het niveau van de subclint op het niveau van
het project zelf dus.
Johan Rosseel, die de Belgische Wereldbankdirecteur
Gino Alzetta adviseert, ontkent de problemen niet.
Rosseel: Op 8 april besprak de commissie voor
ontwikkelingseffectiviteit de kwestie. Er werd beslist
dat de IFC binnen de twee maanden met een
gedetailleerde reactie moet komen. Belgi vertolkte
in deze geen eigen standpunt omdat het niet in die
commissie zetelt.
Een voorbeeld dat de problematiek illustreert, is het
Kamalanga-energieproject. Die steenkoolcentrale in
India is onrechtstreeks mee gefinancierd door de
IFC. Ngos klagen aan dat het project het milieu en
de gezondheid van de omwonenden bedreigt. In mei
2011 vond de ombudsman van de IFC die klacht
ontvankelijk voor verder onderzoek. Dat onderzoek
loopt twee jaar later kennelijk nog altijd. Rosseel: Na
verschillende ontmoetingen is een gezamenlijke
oplossing van de klacht niet mogelijk gebleken. De
ombudsman onderzoekt nu of het geval een audit
vanwege de IFC verdient. De resultaten van dat
onderzoek worden publiek gemaakt.
(John Vandaele)
Im
agedesk / Bas Bo
gaerts
Militaire uitgaven mee oorzaak van crisis Militaire uitgaven hebben zeker een invloed gehad op de schuldencrisisin Cyprus, Griekenland, Spanje en Portugal. Dat zegt Frank Slijper van de
Nederlandse ngo Campagne tegen Wapenhandel. Hij schreef het rapport
Guns, Debt and Corruption voor het Transnational Institute, een
internationaal netwerk van activistische onderzoekers.
De Navo en de Europese Unie roepen lidstaten op niet te besparen op
militair vlak. Anders Fogh Rasmussen, secretaris-generaal van de Navo,
grijpt elke kans aan om de lidstaten aan te sporen te blijven investeren in
defensie. De Franse voorzitter van het Militaire Comit van de EU, Patrick
de Rousiers, suggereerde tijdens een zitting van het Europees Parlement dat
de toekomst van Europa op het spel staat als er niet meer uitgegeven wordt
aan defensie, schrijft Slijper in het rapport.
Frankrijk en Duitsland hebben volgens Slijper de Griekse regering onder
druk gezet om niet op defensie-uitgaven te besparen. Griekenland geeft
procentueel gezien sowieso van alle Europese landen al het meeste uit aan
defensie, en dat terwijl het land in een diepe crisis zit. Van 2002 tot 2010
ging het volgens het Zweedse onderzoekscentrum Sipri om 2,8procent van
het bnp, dubbel zoveel als Duitsland.
Spanje heeft door jarenlang veel te grote en onnodige wapenaankopen grote
problemen gekregen, zegt Slijper. In Portugal en Griekenland ging de
aankoop van onderzeeboten gepaard met smeergeld. Natuurlijk zijn
militaire uitgaven niet de enige oorzaak van de economische crisis, maar het
is wel een oorzaak die nog niet genoeg belicht is. Er is veel meer ruimte om
op militair vlak te bezuinigen, zodat andere sectoren buiten schot kunnen
blijven. (Manon Pauwels)
Afghanen nog altijd grootste groep vluchtelingen
Reuters / Stringer
Wereldbankdochter onzeker of ze eigen normen wel naleeft
Jin-Yong Cai, ceo van deInternational Finance Corporation.
De Europese en Amerikaanse steun aan delanden van de Arabische Lente is slechts een
middel om een agressief privatiseringsbeleid
op te dringen. Via de zogenaamde PPPs (priv-
publieke partnerschappen) wil men sectoren
zoals water en energie naar de privsector over-
hevelen. Tot die conclusie komt Counter
Balance, een samenwerkingsverband van
milieu- en ontwikkelings-ngos. Counter
Balance heeft de geplande projecten van grote
financile instellingen in het Midden-Oosten
en Noord-Afrika onder de loep genomen. Het
stelt vast dat die instellingen het neoliberale
systeem dat ze al jaren in de regio promoten,
verder willen pushen. De Europese Investe -
ringsbank (EIB) bijvoorbeeld is van plan haar
investeringen in Egypte op te trekken naar een
miljard euro per jaar. De Europese Bank voor
Reconstructie en Ontwikkeling liet verstaan
jaarlijks bijna 2 miljard euro in de regio te wil-
len investeren. Een grote brok daarvan gaat
naar Egypte. En het IMF heeft het licht op
groen gezet voor een lening aan de Egyptische
regering ter waarde van 3,7 miljard euro.
Het IMF en het EIB gaan volgens Counter
Balance op dezelfde vertrouwde manier te
werk. Steun wordt gekoppeld aan hervormin-
gen. En hervormingen betekenen verdere pri-
vatiseringen, een gunstiger fiscaal systeem voor
privbedrijven en de afbouw van subsidies voor
basisgoederen zoals voedsel en energie.
Amr Adly van het Egyptische Initiatief voor
Persoonlijke Rechten vreest dat de nieuwe
lening Egypte verder zal vastbinden aan het
oude systeem van corruptie en heling. In plaats
van de economie te helpen herstellen, zal ze het
land verder in de spiraal van schulden duwen.
De nieuwe lening aan Egypte heeft volgens
Counter Balance twee doelstellingen. Ten eer-
ste dient ze om de oude lening af te betalen. De
tweede doelstelling is een programma van
bezuinigingen afdwingen dat vooral de armen
zal treffen en de sociale onrust niet zal doen
afnemen. Precies dat sociaal protest is hoopge-
vend. De nieuwe elite, die voor een groot deel
uit de oude elite bestaat en als handlanger fun-
geert van de internationale financile instellin-
gen, zal dankzij de mensen die nog op straat
komen haar plannen toch niet zo gemakkelijk
kunnen verwezenlijken, concludeert Counter
Balance. (Samira Bendadi)
8 MOQ juni 2013 www.mo.be
de wereld kort
In Brazili is de derde grootste stuwdam ter wereld in volleopbouw op de Rio Xingu in het Amazonewoud. Ondanks de
controverse rond het project Belo Monte gaan de werkzaamhe-
den gestaag verder. Nieuw is dat Brazili nu ook het leger
inschakelt om het indianenprotest de kop in te drukken.
Voor de bouw van de Belo Monte-stuwdam wordt 80procent
van het waterdebiet van de Xingu-rivier afgeleid. 1500vierkante
kilometer Amazonewoud verdwijnen en 30.000 inwoners
moeten opkrassen, inclusief meer dan 1000 indianen die
direct van de rivier afhankelijk zijn voor hun overleven.
Ondanks massaal protest van de indianen, wijkt de
Braziliaanse overheid niet. En toch is Belo Monte slechts het
topje van de ijsberg: er staan nog vijftig andere damprojecten
in de steigers om aan Brazilis immense energienood te vol-
doen om de economische groei te garanderen.
Ook op de Rio Tapajos, een andere zijrivier van de Amazone,
zet de Braziliaanse overheid het leger in tegen indianenprotes-
ten. Alle damprojecten verlopen volgens hetzelfde patroon: de
overheid voert plannen uit zonder de indianen en de lokale
bevolking te raadplegen, zegt Brent Millikan van de ngo
International Rivers. Als er protesten komen, wordt het leger
ingezet in het kader van een wet omtrent nationale veiligheid
die nog dateert van de dictatuur. Zo worden protesten tegen
strategische belangen stelselmatig de kop ingedrukt, wat resul-
teert in een totaal gebrek aan democratie.
Het is volgens Millikan moeilijk vat te krijgen op het proces
van studies die de bouw van waterkrachtcentrales voorafgaan.
Reden is de gesloten structuur van de publiek-private samen-
werkingen. De overheid financiert de projecten via onder meer
de Nationale Ontwikkelingsbank BNDES en als tegenprestatie
spekt de private sector de partijkassen voor hun campagnes.
In 2014 zijn het presidentile en deelstaatverkiezingen in
Brazili. Dit is niet het moment voor politici om hun eigen
financiering stokken in de wielen te steken. Zelfs IBAMA, het
Braziliaans instituut voor het leefmilieu dat milieuvergunnin-
gen aflevert, heeft wegens politieke druk niet veel in de pap de
brokken.
Toch is er een straaltje hoop. De indianen beginnen zich te
verenigen in hun verzet. Als de civiele maatschappij en de aca-
demici zich daar nu massaal achter scharen, is een nieuwe aan-
pak met respect voor de grondwet en voor minderheden moge-
lijk, zegt Millikan. Greenpeace is sceptisch. De milieuorganisa-
tie heeft de strijd tegen de Belo Monte opgegeven. De regering
rolt als een pletwals over de indianenrechten heen. President
Dilma Rousseff ondersteunt militaire interventies om protes-
ten de kop in te drukken. Het is niet meer mogelijk Belo
Monte te stoppen, zegt Leonardo
Medeiros van Greenpeace. Wij
richten onze energie nu op de vele
andere stuwdammen die in de stei-
gers staan, ondermeer op de Rio
Tapajos. (Benjamin Tollet)
Reuters / Lun
ae Parracho
9MOQ juni 2013 www.mo.be
Ontwikkeling als dekmantel voor privatisering in EgypteAls de dam komt, stopt onze geschiedenis
Lees een uitgebreid artikel over het project Belo Monte op
MO.be.
10 11
BAANBREKERn i e u w s
In 1991 waren 450.000 Irakezen afhan-kelijk van de moerassen; ongeveer80.000moerasarabieren leefden er indrijvende eilandjes en dorpjes. De familievan Azzam Alwash leefde in nauwe ver-bondenheid met de moerassen zijnvader was verantwoordelijk voor het irri-gatiesysteem. Toen Alwash in 2003 naarIrak terugkeerde, was het aantal inwo-ners van de grootste stad van de moeras-regio teruggelopen van 67.000 naar6000 inwoners.Amper enkele maanden na de val van Saddam Hoessein zette delokale bevolking zelf de sluisdeuren opnieuw open en sloeg dekades kapot. Daardoor werd overstroming opnieuw mogelijk, zijhet met een varirende frequentie en niet overal. De terugkeer vanhet water deed de fauna en flora heropleven. Vogels kwamen terugen er kan opnieuw gevist worden. Maar de situatie is zeker niet watze ooit was. Ondanks het feit dat een aantal Irakezen hun nieuwe
dorpen hebben verlaten om terug in hetoorspronkelijk gebied te wonen, is het verrevan zeker dat ze daar ook zullen blijven. Dekwaliteit van het water blijft een probleemen voorzieningen ontbreken. Bovendien isniet evident je terug aan je oude levensstijlaan te passen eens je het leven in de stadgewoon bent. Het belangrijkste obstakel voor een volledigherstel van de moerassen is de bouw vanstuwdammen in Syri en Turkije. De hoe-veelheid water die intussen weer naar de
moerassen vloeit, blijft beperkt. Er zijn geen overstromingen en dekwaliteit van het water is afgenomen, zegt Azzam Alwash in eeninterview met The Guardian. Samenwerking tussen Irak, Syri enTurkije over de waterkwestie is noodzakelijk wil men de moerassenin leven houden. Voor Azzam Alwash is die samenwerking priori-tair, maar door de oorlog in Syri en de blijvende instabiliteit inIrak zelf lijkt ze nog niet voor morgen.
MOQ juni 2013 www.mo.be
De eerste satellietfotos die het VN-Milieuprogramma (UNEP)in 2001 van het moerassengebied in het zuiden van Irak maakte,toonden dat al 90procent van de moerassen uitgedroogd waren. Defotos waren de aankondiging van een ecologische ramp. Het ecosys-teem van het moerassengebied uniek in zijn soort is immers ergbelangrijk voor het hele Midden-Oosten. Het huisvest zeldzamelokale fauna en flora en is belangrijk voor het visbestand en de vol-geltrek. Samen met de moerassen dreigt bovendien een eeuwen-oude levensstijl in het Tweestromenland te verdwijnen. De moeras a-rabieren de Madan zijn de afstammelingen van de Sumerirs, diein Mesopotami n van de oudste beschavingen vestigden. De ecologische ramp kwam pas echt onder de aandacht na deAmerikaanse invasie in Irak in 2003. Daarop lanceerde UNEPeen programma om de moerassen te herstellen. Ook de Iraakseregering die na de val van Saddam Hoessein aan de machtkwam, zette zich in om het gebied nieuw leven in te blazen,gevolgd door ngos zoals Nature Iraq van Azzam Alwash. Na eenkwarteeuw in de VS keerde Azzam Alwash meteen na de val vanSaddam Hoessein terug naar zijn thuisland om er mee te wer-ken aan het herstel van het gebied waar hij als kind vaak vertoef-de. De Iraakse moerassen zijn eeuwenlang onveranderd gebleven. In de tweede helft van de twintigste eeuw echter leden ze aanzien-lijke schade als gevolg van stuwdammen in de Eufraat en deTigris. De waterstand daalde, periodieke overstroming verminder-de of bleef uit. Door de afname van de hoeveelheid water en deindustrile vervuiling verslechterde de kwaliteit van het water.Ook de Britten brachten begin jaren vijftig de moerassen schadetoe. Ze zagen het economische belang van de moerassen niet in.Het water dat naar het gebied vloeide, vonden ze verspilling. Via kanalen, sluizen en duiken lieten ze het water van de rivierdoorstromen naar noordelijke landbouwgebieden. Zo zijn decentrale moerassen drooggelegd. In de jaren tachtig werd boven-dien een tweede moerasgebied drooggelegd om olie-ontginningmogelijk te maken. Om politieke redenen werd de drooglegging nog verder gezet. Hetgebied bleek tijdens de oorlog met Iran (1980-1988) een goedeschuilplaats voor deserteurs en opposanten. De vervolging van deopstandelingen en het neerslaan van verzet waren reden voor hetregime van Saddam om het gebied begin jaren negentig verder uitte drogen. Rietbedden werden in brand gestoken zogenaamd omlandbouw mogelijk te maken en de bewoners werden gedwongente verhuizen naar dorpen in beton.
MOQ juni 2013 www.mo.be
Azzam Alwash, oprichter vanmilieuorganisatie Nature Iraq, heeft de
prestigieuze Goldman-milieuprijs gewonnen.De prijs bekroont de inzet van de Iraaks-
Amerikaanse ingenieur voor het herstel vanhet moerasland in het zuiden van Irak.
Ondanks belangrijke verwezenlijkingen is dieecologische strijd nog lang niet gewonnen.
Goldm
an Environm
ental Prize
door Samira Bendadi
De moerassen van Irak
Voor elkaar gemaakt
IN JUNI ZIJN ER ELKE ZATERDAG BIOPROEVERTJES IN ONZE WINKELS!
13MOQ juni 2013 www.mo.be12 MOQ juni 2013 www.mo.be
door Gie Goris & John Vandaele
Als er nog groei mogelijk is, moet die naar armere landen gaan
DE NIEUWE WERELDn i e u w s
Wat dacht u van kapitalisme zonder groei en een gedienstige banksector? KBC-voorzitter Thomas Leysen gelooft erin.
gen moeten aanpassen en dat geldt vooriedereen. Om binnen dat nieuwe gegeveniedereen werk en welvaart te geven, zullenwe beter moeten verdelen. Dat een werknemer moeilijk zijn inko-mensverwachtingen kan temperen als deCEOs en de aandeelhouders hun fortuinaanzienlijk zien toenemen, noemt hij eenbegrijpelijke reactie. De sterkste schouderszullen de zwaarste lasten moeten dragen,
dat lijkt me vanzelf te spreken. Al is nietiedereen met sterke schouders daar evensterk van overtuigd.
belastingenInzake belastingen is Leysen voorzichtiger.Hij nuanceert de kritiek dat de grootstebedrijven en de rijkste individuen niet ofnauwelijks belasting betalen. Als een internationale groep in elk land
waar ze actief is belastingen betaalt op deactiviteiten en winsten die daar gemaaktworden, is het normaal dat er niet nog eensbelast wordt als de uiteindelijke winstensamengebracht worden in bijvoorbeeldBelgi. Sommige multinationals slagen erblijkbaar in om via creatief belastingbeleidheel weinig belastingen te betalen. Als datconform de wet is, kun je hen dat niet ver-wijten. Dan moet de wetgever maar zijnverantwoordelijkheid nemen. Ik wil zekerniet de pleitbezorger zijn van bedrijven diezo weinig mogelijk belastingen betalen,maar ik wil ook het gebruik van wettelijkemogelijkheden niet onethisch noemen.Dat er een grotere bereidheid is om belas-tingparadijzen en andere ontsnappingsrou-tes aan te pakken, overtuigt Leysen er nietvan dat de inkomens uit vermogen numeer zullen worden belast, zodat de belas-ting op arbeid verlicht kan worden.Internationale samenwerking inzake belas-tingen is zeer moeilijk, omdat elke staatzijn belastingbeleid beschouwt als eeninstrument van nationale soevereiniteit.Bovendien proberen landen investeringenaan te trekken door middel van lage aan-slagvoeten. Ik zie de wereld dus nog nietsnel bestuurd worden met een uniformbelastingsysteem. Maar meer samenwer-king om misbruiken te bestrijden is welmogelijk. Daar is men ook mee bezig. Detolerantie voor grensgedrag is sterk afgeno-men, dat is zeker waar.Ook KBC had een aantal dochterbedrijvenin belastingparadijzen. Die worden afge-bouwd. Geloof het of niet, maar die zijndestijds niet gecreerd om fiscale redenen,maar omdat het beter en vooral snellermogelijk was om bepaalde juridische enti-teiten daar op te richten. De feitelijke activi-teiten vonden plaats in Belgi, de VS enGroot-Brittanni en we betaalden dan ookin die landen belastingen. Het was uitgere-kend via die bedrijven dat we de activiteitendeden die ons bij de crisis de grote verlie-zen opleverden. We zullen dat in de toe-komst dus niet meer doen.
De voorbije eeuw is gebleken dat er velesoorten kapitalisme zijn. Kapitalisme zondersociale bescherming, kapitalisme met wel-vaartsstaten, nationaal kapitalisme, mondi-aal kapitalisme, kapitalisme met een dienst-bare financile sector of met een dominantefinancile sector. Thomas Leysen, captain ofindustry en momenteel voorzitter van KBC,verwacht opnieuw een grote verschuiving.
de verloren eer van de banksectorOm te beginnen gelooft hij dat de financi-le sector moet en zal veranderen. Leysenkwam van buiten het bankwezen hij ver-anderde het vervuilende grondstoffenbedrijfUnion Minire in het milieuvriendelijketechnologiebedrijf Umicore en door dieafstand kan hij makkelijker zeggen waar-door het fout liep: te veel hebzucht. Al for-muleert hij het veel zachter. Het strevennaar winstmaximalisatie op korte termijn is er zeker de oorzaak van dat er dingengebeurden die tot grote problemen hebbengeleid die zowel de banken zelf als de bre-dere economie in gevaar hebben gebracht.Om herhaling te voorkomen is een grondi-ge hertekening van de sector nodig. Zovindt Leysen dat zakenbanken en deposito-banken beter van elkaar worden gescheiden.Persoonlijk denk ik dat het gemengde
model niet wenselijk is vanwege de risicos,maar ook omdat het veel moeilijker temanagen is. KBC besloot zich terug te trekken uit het riskante zakenbankieren, en terug te keren naar zijn kerntaak: dienst-verlening aan de rele economie van bedrij-ven en burgers. Leysen erkent ook dat banken beter niet totin de wolken groeien. Banken moetenzeker niet aangemoedigd worden om steedste groeien, maar ze zullen toch voldoendeomvang moeten hebben om efficint tekunnen werken. Het verdwijnen van KBCzou nog steeds een systemische impacthebben, ook al zijn we nu een derde kleinerdan voor de crisis. Daarom is betere regule-ring zo belangrijk, niet alleen voor bankendie zoals KBC hun kapitaalbasis voldoendehebben hersteld, maar zeker bij banken dienog niet zo ver staan. Vooral in de Angel -saksische wereld moet er nog een cultuur-omslag plaatsvinden. De KBC-voorzitter gelooft dat de banksectorhaar greep op de politiek kwijt is. De finan-cile wereld heeft haar maatschappelijk aan-zien en het vertrouwen van de samenlevingverloren en bezit nog maar weinig hefbo-men om de politiek te benvloeden. Dat uitzich ook in de regelgeving die op ons af -komt en waarvan ik driekwart perfect aan-vaardbaar vind.
groei, het oude paradigmaLeysens standpunt over groei is het opmer-kelijkst. Kapitalisme en groei leken tot nutoe haast synoniemen. Maar Leysen denktniet dat dat zo moet blijven. Er is inder-daad weinig groei in het Westen, maar devraag is: hoeveel groei is hier eigenlijk nogrealistisch, onder andere vanuit ecologischstandpunt? De realiteit is dat we jarenlangeen kunstmatige groei hebben gehad diegebouwd was op groeiende schulden. Diegroei was dus eigenlijk de grond van hetprobleem. Daarin hebben banken, overhe-den n particulieren een rol gespeeld.Vandaag moeten we niet alleen die schuld-opbouw stoppen, maar ook de schulden uithet verleden terugbetalen. En dat zal de economische groei voor vele jaren laag houden. Persoonlijk ben ik er ook van overtuigd dat we daarmee moeten lerenleven, want als er nog groei mogelijk is,moet die prioritair naar armere landengaan. Maar we weten nog niet hoe we metlage groei moeten leven.Dat politici unisono groei tot topprioriteituitroepen, wijt Leysen aan het feit dat zijnog te veel vanuit een oud paradigma den-ken. Politici, bedrijfsleiders, vakbonden:iedereen moet nog beginnen aan het omke-ren van onze kijk op groei. We zullen onzesociale systemen en inkomensverwachtin-
Lees het uitgebreide interview opMO.be.
Reporters / Thierry du Bo
is
15
Het rommelt in Saoedi-Arabi. De derde rijkstekoning ter wereld, koning Abdullah, zal meeruit zijn hoed moeten toveren dan de hervormingen die hij tot nu beloofde om dearmen en de werklozen in zijn land te sussen.
Recent hervormde Saoedi-Arabi zijn arbeidswetgeving. Ofbeter: het voegde een amendementje toe. In een poging zuurstofaan de economie en de arbeidsmarkt te geven, richtte Riyad zich opde naar schatting twee miljoen illegale arbeidsmigranten in hetland. Voortaan mogen arbeidsmigranten niet langer een eigenonderneming opstarten. Buitenlanders zonder werkvergunningworden onherroepelijk de deur gewezen als ze er niet in slagen bin-nen de drie maanden hun papieren in orde te maken. Na een natio-nale razzia op bedrijven en in de straten, uitgevoerd door officileinspectie- en veiligheidsdiensten, zijn naar schatting al meer dan250.000 buitenlanders gerepatrieerd. Een miljoen migranten zijnop eigen initiatief vertrokken. Een noodzakelijk begin om de eigenbevolking meer kansen te geven op de arbeidsmarkt, aldus debehoudsgezinde Saoedische regering. Een schijnbeweging, stellenhervormingsgezinde Saoedis. Ze noemen het een poging van deSaoedische overheid om de aandacht af te leiden van haar eigenverantwoordelijkheid. Want ondanks de groeiende werkloosheid inSaoedi-Arabi blijven structurele maatregelen om de arbeidsmarktte verbreden uit. Meer dan twee miljoen, vooral jonge en vrouwelij-ke, Saoedis zijn werkloos. En dat lokt in het tot dusver nogal rusti-ge Saoedi-Arabi steeds meer protest uit. Koning Abdullah weet uiteraard dat de sociale ongelijkheid en deuitzichtloosheid op de arbeidsmarkt de Tunesirs en de
ACTUEELn i e u w s
MOQ juni 2013 www.mo.be
Egyptenaren in 2011 naar de protestpleinendreven, reageert de bekende Saoedischemensenrechtenactivist Waleed abu al-Khairvia de telefoon. Steeds meer mensen mor-ren, en dat wil de Saoedische koning ontze-nuwen op de kap van arbeidsmigranten,mensen die het koningshuis zelf naar hierheeft gehaald. Alleen zijn er grotere investe-ringen nodig dan dit om sociale onrust tedoen luwen.
saoedische lente? Saoedi-Arabi heeft zijn eigen versie van deArabische Lente. De protesten zijn minderhevig, de eisen minder streng, het geheellijkt minder doordacht. We moeten hierrekening houden met twee controleni-veaus, zegt Waleed abu al-Khair. Je hebthet bestuurlijke machtsniveau van dekoninklijke familie en daarnaast de klerika-le macht op het niveau van de straat. Decontrole is overal. Mensen zijn bang om devolgende politieke gevangene te worden diezonder eerlijk proces in de cel belandt.Saoedi-Arabi beleefde in maart 2011 zijneigen Dagen van woede. Het protest was inde eerste plaats gericht op de vrijlating vanpolitieke gevangenen. De demonstratiesvonden vooral plaats in steden in het sjiiti-sche en olierijke oosten, waar al decenniageprotesteerd wordt tegen de discriminatieen politieke ondervertegenwoordiging vande sjiitische minderheid in het land zowattien tot vijftien procent van de bevolking.De Saoedische veiligheidsdiensten ant-woordden met harde hand, rubberkogels enschokhandgranaten. De protesten blevennadien sporadisch doorlopen en namen nanovember 2011 in hevigheid toe, toen in destad Qatif vijf demonstranten werdengedood en vele anderen gewond.Maar ook elders, in niet-sjiitische steden,wordt gedemonstreerd, zij het in minderemate. In maart 2013 arresteerdenSaoedische troepen 161 personen inBuraida, de hoofdstad van de centrale pro-vincie Qassim. En ook elders weerklonkprotest. Kondigt zich dan toch eenSaoedische Lente aan? Waleed abu al-Khair
nuanceert. Buraida, een stad in het noor-den, is niet representatief. De mensenkomen er veel sneller op straat, zijn radica-ler in hun acties en eisen. Wie enkel afgaatop de vele protest-tweets uit Saoedi-Arabi,denkt dat de revolutie morgen uitbreekt. Destraten blijven leeg. Openlijk protesteren enburgerlijke ongehoorzaamheid zitten nog teweinig in onze cultuur.Via de sociale media wordt er wel flinkgeprotesteerd. En volgens abu al-Khair wer-den sinds 2012meer dan vier petities naarkoning Abdullah gestuurd. Recent teken-den 12.000mensen op korte tijd een petitiedie pleit voor constitutionele hervormingeninzake burgerrechten. De eisen zijn duide-lijk en Arabisch herkenbaar: de vrijlatingvan politieke gevangenen, een ban op dediepgewortelde corruptie en een aanpak vande werkloosheid en armoede.
olierijke armenSaoedi-Arabi kende de afgelopen decenniaeen ware bevolkingsexplosie, van zes mil-joen in 1970 naar 28 miljoen begin dit jaar.Ze ging echter niet gepaard met de nodigejobcreatie en investeringen in een structu-reel bijstandssysteem. Nochtans voorziet deSaoedische regering nog steeds in gratisonderwijs en gezondheidszorg en andere
sociale programmas zoals voedselbijdragenen sociale uitkeringen voor kwetsbare groe-pen. Dat geld komt vooral van de herverde-ling van de zakaat, de religieuze bijdrage diede Saoedis jaarlijks aan de regering geven.Dat alles volstaat blijkbaar niet. De armoedeen sociale ongelijkheid zijn fors toegeno-men. Volgens The Guardian moeten tussende twee en vier miljoen Saoedis met min-der dan 408 euro per maand rondkomen,terwijl de olieopbrengsten vorig jaar 231mil-jard euro bedroegen. Officile armoedecij-
fers ontbreken echter. Over armoede wordtniet gecommuniceerd. Armoede in onsolierijke land is een taboe van de bovensteplank, iets wat het rijke koningshuis nietwil zien, zegt abu al-Khair. Vooral alleen-staande vrouwen of vrouwen wiens manniet werkt, hebben het hard te verduren. Zijvinden nauwelijks een job en krijgen ookgeen bijstand want de Saoedische wetschrijft voor dat ze moeten worden onder-houden door hun man. Koning Abdullah beloofde in 2012 om28,5miljard euro te investeren in huisves-ting, loonsverhogingen en hogere werkloos-heidsuitkeringen. Bovendien beloofde hijzes miljoen nieuwe banen tegen 2030. Abual-Khair blijft sceptisch. Abdullah heeft soci-ale hervormingen doorgevoerd maar hetzijn druppels op een hete plaat. Het gaat omgesoleerde maatregelen die de groeiendearmoede niet snel genoeg aanpakken. Ophet vlak van vrouwenrechten hervormde hijop een niet-consequente manier. Vrouwenkregen stemrecht, en ze mogen nu lid wor-den van de Sjoera Raad (de Saoedische ver-gadering die de koning adviseert en 150leden telt, td). Velen noemen dat mijlpalen.Akkoord, maar die vrouwen moeten, con-form de wet, nog steeds toestemming vra-gen aan een mannelijke voogd om de deur
uit te mogen. Koning Abdullah is negentig. Is prinsMuqrin bin Abdulaziz die als troonopvol-ger wordt genoemd een mogelijke hervor-mer? De vraag lokt bij Abu al-Khair cynismeuit. Hij is zeventig. Veel verandering vanuitdat oudjespaleis moeten we niet verwach-ten. Maar de verandering zal ergens van-daan moeten komen, vervolgt hij. Ik houme vast aan de idee dat een week voor deTunesische Lente niemand had geloofd dateen revolutie zou losbarsten.
Sociale onrust in Saoedi-Arabi
De controle is overal. Mensen zijn bang om de volgendepolitieke gevangene te worden die zonder eerlijk procesin de cel belandt.
Olierijkmaar arm
door Tine Danckaers
Reuters / STR New
Protest in de sjiitische stad Qatif (2011) voor de vrijlating vangevangenen die zonder eerlijk proces zijn opgesloten.
MOQ ?????????????????? www.mo.be
???? xxxxx
MOQ ?????????????????? www.mo.be
door Gie Gorisin beeldReza Aslan: Sancties makenIranirs afhankelijk van regime Op 14 juni kiezen de Iranirs een nieuwe president. Verdwijnt met MahmoudAhmedinejad de grote boeman? Reza Aslan zet er enkele vraagtekens bij.Reza Aslan: Het Iraanse regime heeft zich jarenlang overeind gehouden door zich af te zetten tegen externe vijanden en druk vanuit Isral, de Verenigde Staten en de Arabischegolfstaten. De andere factor van cohesie binnen het regime was interne druk, zoals tijdensde Groene opstand van 2009. Die interne druk is vandaag afwezig. Een groot gedeelte vanhet jongere electoraat, dat vroeger verkiezingen beschouwde als zijn unieke kans om eenstem te laten horen, zal bij de verkiezingen in juni thuis blijven. Zij geloven er niet meerin. Het resultaat is dat het electoraat van de hervormingsbeweging verdampt. Maar ook datde verschillende fracties van het regime elkaar naar het leven staan.
Dat is exact wat gebeurde in 2005, na acht jaar presidentschap van Khatami: mensenwaren teleurgesteld dat er zo weinig hervormingen gerealiseerd waren, bleven thuis, enkregen daardoor Ahmedinejad als president.
Reza Aslan: Dat klopt. En sindsdien heeft de wereld die president fout geanalyseerd. Je leest nu vaak dat hij zichzelf heruitvindt als een Iraanse nationalist die Iran en zijnPerzische identiteit verdedigt tegen de greep van de klerikale machtselite, nu hij in de eindfase van zijn presidentschap is. Ik denk dat hij intern vanaf het begin die positie in -genomen heeft, maar omdat zijn buitenlandse discours zo weerzinwekkend was, hebbenwe dat nooit kunnen zien. Toch ligt het bijna voor de hand, want hij heeft geen theologi-sche scholing, hij behoort niet tot de klerikale kringen, en dus met hij zich, om politiekemachtsverwerving mogelijk te maken voor zichzelf en zijn generatiegenoten, wel afzettentegen de klerikale macht. Dat resulteert stilaan in een soort nationalistische tegenbeweging.
Hoe kan de buitenwereld Iran effectiever benaderen?Reza Aslan: Door het economische isolement van Iran zijn de Iranirs volkomen afhanke-lijk geworden zijn van de staat, en dat geldt zeker voor de veertig procent burgers die onderde armoedegrens leeft. Dat verklaart trouwens waarom de Groene Beweging niet succesvolwas terwijl de Tahrir-beweging in Egypte dat wel was: in Egypte kon die stedelijke midden-klasse de verarmde meerderheid ervan overtuigen dat een regimewissel ook voor hen economisch voordelig zou zijn. Het Egypte van Moebarak gaf de armen immers niets,de bijstand kwam toen al van de Moslimbroeders en vergelijkbare bewegingen. In Iran hadhet economisch isolement de overheid gedwongen een soort welvaartsstaat uit te bouwen,waardoor de armen veel meer te verliezen hadden. Met andere woorden: het economischisolement produceert in Iran een grotere afhankelijkheid van de overheid, waardoor eenwankel regime onnodig lang overeind gehouden wordt.
Reza Aslan is de auteur van onder andere Geen God dan God, over oorsprong, evolutie en toe-komst van de islam, en van How to Win a Cosmic War. Hij is verbonden aan de Universiteitvan Californi en de invloedrijke denktank Council on Foreign Relations, is redacteur voor TheDaily Beast en runt ook zijn eigen Aslan Media. Op de foto: Iraanse studenten volgend de parlementaire debatten over de afzetting van ministervan Arbeid, Abdolreza Sheikholeslami, op zondag 3 februari 2013
Voor het hele gesprek, zie www.MO.be
Andreas Stahl
Repo
rters / Vahid Salem
i
Voor veel (oudere) mensen in Europa blijftTanzania het land waar in de jaren zeventig het experiment met Afrikaans socialisme ofujamaa plaatsvond. Door de term ujamaa tegebruiken probeerde de leider van de onafhan-kelijkheidsbeweging, Julius Nyerere, eenmodern socialisme te baseren op het functio-neren van de traditionele grootfamilie engemeenschap in Afrika (het woord betekentook grootfamilie in het Swahili). De doelstel-ling van zijn ujamaa-socialisme omschreef hijin Socialism and Rural Development (september1967) als volgt: Een samenleving waarin alleleden gelijke rechten en gelijke kansen hebben;waarin allen in vrede kunnen leven met hun
buren zonder onrecht te ondergaan of op teleggen, zonder uitgebuit te worden of uit tebuiten; en waarin iedereen een langzaam stij-gend niveau van materile welvaart kent voor-dat n individu in luxe leeft. Nyerere is intus-sen een wat vergeten figuur. Te links voor deneoliberale opiniemakers die sinds de jarentachtig de plak zwaaien en te soft voor de hard-core marxisten. Nochtans hebben zijn ideeneen hele generatie in Afrika en ver daarbuitenonder andere in de Vlaamse derdewereldbe-weging in beweging gezet. Daarom liet MO*de unieke kans om te spreken met de erf -genaam van de Mwalimu leraar, zoals depresident wel werd genoemd niet liggen.
19MOQ juni 2013 www.mo.be
Afrikaanse overheden moeten meer doen dan eengunstige omgeving creren voor bedrijven en
investeerders. Ze moeten een sociaal beleid voeren endat kan alleen als ze meer greep krijgen op de uitbating
van hun natuurlijke rijkdommen, zegt MadarakaNyerere, de zoon van de legendarische eerste president
van Tanzania. En als dat voor sommigen klinkt alssocialisme, dan is dat maar zo.
Afrika moet greepkrijgen op zijn
eigen rijkdommen
door Gie Goris
Madaraka Nyerere, zoon van, over Oost-Afrika en economie
18 MOQ juni 2013 www.mo.be
INTERVIEWt e n d e n s e n
Madaraka Nyererewas in Leuven op
uitnodiging van hetAfrika Filmfestival.
MO* sprak methem direct voor hij
deelnam aan destudiedag
OndernemendZuiden, georgani-
seerd doorOndernemers voor
Ondernemers en deKU Leuven.
Lilian Nabora
Madaraka Nyerere: Op het platte-land, waar ik nu al meer dan twaalfjaar woon, zie ik niet meer dan eenhandvol mensen vooruitgaan. Opnationale schaal zijn het ook maarenkele grote bedrijven, voornamelijkuit de mijnbouwsector, die grotewinsten maken. Voor de grote meer-derheid van de Tanzanianen veran-dert er niets. Globaal genomen heeftde economische groei de mensenniet geholpen.
Uw vader geloofde heel sterk in deeconomische meerwaarde van eensterke regionale integratie in Oost-Afrika. Dat is eind jaren zeventig dra-matisch geindigd in een oorlog metOeganda, om een einde te maken aande strapatsen van de dictator Idi Amin,en in internationale sancties, maar devoorbije jaren heeft dat proces blijk-baar een nieuw elan gekregen.Madaraka Nyerere: Het voordeel van de samenwerking is duidelijk:door de grenzen tussen Tanzania,Oeganda, Kenia, Rwanda enBurundi te openen, ontstaat eenmarkt van ongeveer 100miljoenmensen. Dat biedt grote mogelijkhe-den voor ondernemingen en dusvoor economische groei. In de jarenzestig was Tanzania inderdaad totzowat alles bereid om tot een Oost-Afrikaanse Unie te komen, vandaagis er dan weer juist in Tanzania watvoorbehoud tegenover de Oost-Afrikaanse Gemeenschap. Dat heeftallereerst te maken met angst voorhet vrije verkeer van mensen en de oorspronkelijke verplichting omgrondbezit door mensen uit de ande-re lidstaten toe te staan. De bevol-kingsdruk in landen als Rwanda enBurundi is zo groot dat men vreest
voor een grootschalige overname vanhet land.Ambassadeur Dr. Dioderus BuberwaKamala, die het gesprek op afstandvolgt, was vroeger minister voor deOost-Afrikaanse Gemeenschap. Hijvult aan:Grond is het enige productiemiddeldat beschikbaar is voor de armstenen waarvan zij gebruik kunnenmaken om zich uit de armoede tewerken. Daarom is het zo cruciaaldaar verstandig mee om te gaan.Bovendien is de wetgeving overgrondbezit in elk land anders. InTanzania is grond in principe bezitvan de staat of de gemeenschap. Inalle gevallen moet de relevante auto-riteit haar akkoord geven voor debestemming van stukken grond.Iedereen kan naar een dorp gaan envragen om daar te mogen wonen eneen stuk land van enkele hectare tekrijgen om aan landbouw te doen,dat wordt op dat niveau besloten.Grotere stukken grond moeten ophogere beleidsniveaus goedgekeurdworden. Een paar jaar geleden kre-gen 120.000 Burundese en Rwan -dese vluchtelingen de toestemmingom zich in Tanzania te vestigen ende nationaliteit aan te vragen. Zijkunnen dus ook grond krijgen omdie te bewerken. Vanwege de ver-schillen in wettelijk kader werd uit-eindelijk besloten om het grondbezitte regelen op basis van nationalewetten en niet op basis van overkoe-pelende unitaire regelgeving.
Vreest Tanzania ook de economischsterkere buren?Dioderus Buberwa Kamala: Nee,want de Tanzaniaanse economiegroeit al jaren sneller dan de
Keniaanse, en is momenteel al goedvoor ongeveer twee derde van dehele Oost-Afrikaanse economie. We hebben ook meer natuurlijkerijkdommen dan de buurlanden.Belangrijk voor het succes van eenregionale organisatie zoals de Oost-Afrikaanse Gemeenschap is dat geenenkele lidstaat overleeft ten koste vande andere, en dat iedereen het gevoelheeft te winnen bij de integratie.
Ujamaa was een van de inspirerendeideen die ontstonden in het pasonafhankelijke Afrika van de jarenzestig. Welke fundamentele ideenzouden het beleid anno 2013 moe-ten aansturen?Madaraka Nyerere: Het is vandaagvan heel groot belang dat Afrikaanselanden een stevig aandeel hebben inde exploitatie van hun natuurlijkerijkdommen en grondstoffen. Datbetekent onder andere dat de winstenvan die grondstoffen in het land moe-ten blijven, in plaats van uitgevoerd teworden naar enkele rijke investeer-ders elders in de wereld. AangezienAfrika zo rijk is aan grondstoffen,zou een verstandig mijnbouwbeleidecht de ontwikkeling van heel hetcontinent kunnen financieren. Datklinkt bij sommigen misschien nogsteeds als een pleidooi voor socialis-me, so be it.
U pleit niet alleen voor eerlijke con-tracten en transparante bedrijfsvoe-ring, maar voor reel aandeelhou-derschap of zelfs nationalisering?Madaraka Nyerere: Niet noodzakelijknationalisering, en voor mij hoeft destaat zelfs geen meerderheidsaan-deelhouder te zijn, maar een aandeelvan veertig procent of meer lijkt mijnoodzakelijk om te garanderen dat derijkdommen van een land ook inge-zet worden voor de inwoners van datland. Q
21MOQ juni 2013 www.mo.be
Zijn er nog sporen van het beleid dat JuliusNyerere voerde om ontwikkeling en solida-riteit te combineren?Madaraka Nyerere:Het land is fundamen-teel veranderd, natuurlijk. Een van de din-gen die nog steeds bestaan, is het gevoelvan eenheid onder de Tanzanianen. Ik benervan overtuigd dat die eenheid het resul-taat is van dat vroege beleid, dat de klem-toon legde op de waardigheid van iedermens, omdat die waardigheid niet alleen de individuele burger op het oog had, maar ook de mens in sociaal verband, in gemeenschap. In al te veel Afrikaanse landen wordt machtgebaseerd op tribale netwerken. Dat isfunest voor de nationale samenhang en ontwikkeling. Tanzania had natuurlijk hetvoordeel dat de grote diversiteit aan volke-ren gecompenseerd werd doordat er ntaal was die door iedereen gesproken ofbegrepen kon worden. Het is bovendieneen land met tientallen stammen en volke-ren die alleen door samen te werken eennatie konden vormen. De eerste presidentkwam niet uit een van de grote volkeren,maar van een kleine stam. Dat kan ook eenbelangrijke bijdrage geleverd hebben tot diesamenhang en eenheid. Maar wellicht washet nog belangrijker dat hij weigerde privi-leges of voordelen te verlenen aan degenendie hoopten daarop te kunnen rekenen opbasis van verwantschap of nabuurschap.
Tanzania baseerde zijn ontwikkelingsbeleidde eerste twee decennia op het belang vanlokale gemeenschappen en solidariteit. Van-af de jaren tachtig werd, onder druk van hetIMF, maar dus ook omdat de verhoopte voor-uitgang uitbleef, gekozen voor een veel libe-ralere koers. Was dat een terechte keuze?Madaraka Nyerere: Ik stel vast dat ook eenmarktgedreven beleid niet in staat is om deongelijkheid in inkomen, scholingskansen,gezondheidszorg en dergelijke weg te wer-ken in een land als Tanzania. Wanneer hetbeleid van een land enkel gebaseerd wordtop de werking van de markt, dan dreigtmen een heel grote groep inwoners te ver-
vreemden van dat beleid. De overheid steltvandaag dat haar taak erin bestaat de voor-waarden en het kader te creren opdat elkeburger de aanwezige kansen kan grijpen.Maar dat ziet voorbij aan de diepe ongelijk-heden in de samenleving. Iemand op hetplatteland of iemand met gebrekkige scho-ling heeft veel minder kans om gebruik temaken van de schaarse mogelijkheden daniemand met een rijkere achtergrond.Daarom heb je een sociaal beleid nodig, datiedereen ondersteunt om zijn of haarmogelijkheden te realiseren.
In Ujamaa The Basis of African Socialism(april 1962) citeert uw vader een Swahilispreekwoord: Mgeni siku mbili, siku yatatu mpe jembe, wat zoveel betekent als:geef iemand twee dagen gastvrijheid, ende derde dag een schoffel dan kan hijmeewerken op het veld. Ook inSocialismand Rural Development (september 1967)benadrukte Julius Nyerere de filosofie datiedereen moest werken om de samenlevingals geheel vooruit te helpen. Is dat desamenvatting van de Afrikaanse visie opsolidariteit?Madaraka Nyerere:Het is in ieder geval eenmooie verwoording van de traditionele visieop werk en gastvrijheid. Iedereen moet naareigen vermogen bijdragen om zelf vooruitte komen n om de samenleving vooruit tehelpen.
Geldt die werkethiek nog in de 21ste eeuw,met haar grote steden en werkloosheid?Madaraka Nyerere: Het probleem is dat destaat niet meer zo veel instrumenten heeftom werk aan te bieden. De meeste over-heids- of semi-overheidsbedrijven zijngeprivatiseerd. De overheid legt daarom ookmeer de nadruk op de opleiding van jonge-ren, zodat ze in staat zijn zelfstandig te wer-ken en een inkomen te verwerven, dan ophet zoeken van een baan die er toch niet is.Dat is terecht, zeker met een groeiendebevolking. Er is gewoon onvoldoende werk-gelegenheid om elke nieuwe generatiewaardig werk te geven.
Moet de Tanzaniaanse economie nog meerintegreren in de wereldmarkt, of moet meneerder teruggrijpen op het oude ideaal vanzelfvoorziening?Madaraka Nyerere: Integratie in de wereld-markt is onvermijdelijk vandaag, maar ze istegelijk secundair. Waar we echt in moeteninvesteren, is in de landbouwproductie, omte zorgen voor voedselzekerheid op het plat-teland. Als boeren goed kunnen producerenen vervoeren, dan kunnen ze niet alleen inhun eigen onderhoud voorzien maar ook deoverschot uitvoeren naar steden of het bui-tenland.
Julius Nyerere schreef onder andere detekst Freedom and Development (oktober1968), waarin de basisideen verwoordstaan die veel later de kern van het werkvan Nobelprijswinnaar Amartya Sen zoudenvormen. Was hij zijn tijd vooruit en zou hijvandaag meer weerklank vinden?Madaraka Nyerere: Iemand als JimmyCarter heeft ooit gezegd dat mijn vaderzoveel voor was op zijn tijd. Maar zou hijvandaag meer gerespecteerd worden, meerinvloed hebben? Ik twijfel daar sterk aan.Vandaag wordt de toon zozeer gezet doorhet vrijemarktdenken dat iedereen dieopkomt voor een sociaal beleid klinkt alseen buitenaards wezen. In de tijd van uja-maa behoorden de natuurlijke rijkdommenvan het land de staat toe, om er de ontwik-keling van de hele bevolking mee mogelijkte maken. In deze tijden van vrijemarkteco-nomie wordt zon beleid weggezet als eco-nomisch nationalisme en dat heeft daneen uitdrukkelijk negatieve bijklank. Dedominante ideologie stelt dat grondstoffenin handen moeten zijn van priv-investeer-ders, terwijl de rol van de overheid beperktwordt tot het verschaffen van een gunstigeomgeving.
Die marktgerichte economie leverde Afrikaeen decennium van opvallende economi-sche groei op, maar ook veel ongelijkheid.Wat is uw globale oordeel over het gevoer-de beleid?
20 MOQ juni 2013 www.mo.be
Met al die grondstoffen die Afrika heeft, zou een verstandigmijnbouwbeleid de ontwikkeling van heel het continentkunnen financieren. Maar dan moeten de Afrikaanse landenzlf een stevig aandeel hebben in de exploitatie.
INTERVIEWt e n d e n s e n
23MOQ juni 2013 www.mo.be
Spaanse werkloosheidsniveaus, Chinese inkomensongelijkheid, New Yorkse diversiteit: je vindt het allemaal in Brussel. De stad wordtvoortgedreven door de internationale dynamieken van nu maar wordt
bestuurd door instellingen die voortkomen uit de communautaire spanningen van het verleden. Het toenemende
Brusselgevoel kan helpen de problemen beter aan te pakken.
Groeipijnen van een gewest
Brussel, kleine wereldstad en wereld in het klein
22 MOQ juni 2013 www.mo.be
DOSSIERb r u s s e l 1
1
11
12
6
8
13
7
18
4
1719
9
15
5
10
2
14
16
3
3
gemiddeld jaarinkomen per inwoner(2009) per Brusselse wijk
door John Vandaele
Younes is een van de tienduizenden mensen zonder papierenin Brussel. Hij vertrok uit Tunesi enkele maanden nadat deArabische lente er begon: Die opstand was goed, maar het zal zijntijd duren voor hij economische verbetering en banen brengt, zegthij. Younes blijft er helder bij, ondanks zijn harde bestaan. Metklussen in de bouw of op de zondagse markt aan het Zuidstationschraapt hij een paar honderd euro per maand bijeen.Hij loodst ons de Gsu binnen, een verlaten klooster in Sint-Joost-ten-Node, nu eigendom van een Zwitser en een van de grootstekraakpanden van Europa. Younes wil er zelf niet wonen: Hetsamenleven is niet beheersbaar met zoveel moeilijke mensen.Toch is duidelijk dat er geregeld schoongemaakt wordt. Victor, deKameroener die met de eigenaar een tweede akkoord ofte conventi-on nastreeft (de eerste conventie ging in oktober 2011 in, en liep afna acht maanden) en dienst doet als een soort manager van deGsu, is uitgeput. Ik heb vannacht bijna niet geslapen, zucht hij.Om drie uur vannacht begon iemand vuur te stoken in de tuin. Ikmoest ingrijpen, maar dat is niet makkelijk met het soort mensendat hier soms woont. In de Gsu wonen 160mensen uit alle conti-nenten behalve Oceani.
Op een kilometer afstand van de Gsu staat het Berlaymont -gebouw, het peperduur gerenoveerde hoofdkwartier van deEuropese Commissie van waaruit de grootste economie ter wereldwordt bestuurd. Een Europees Commissaris als Karel De Guchtgaat elke maand naar huis met 15.000 euro netto, Europese top-ambtenaren eveneens. Even verderop ligt het Europees parlement.De 751 Europarlementarirs verdienen per maand 6.000 euronetto, hun tweeduizend medewerkers hebben uiteenlopende lonentot 5.000 euro. De EU telt alles samen haast 40.000 doorgaansgoedbetaalde werknemers: die maken Brussel rijk en doen dewoningprijzen stijgen.
permanente immigratieTwee werelden, zo dichtbij en toch zo ver van elkaar. Het typeert dekleine wereldstad die Brussel is volgens Eric Corijn, hoogleraarstadsgeografie aan de VUB. Brussel heeft de kenmerken en allurevan een wereldstad de connectiviteit via mondiale netwerken, deenorme diversiteit maar is veel kleiner en leefbaarder dan pakwegLonden. Slechts 1,1miljoen inwoners en toch bijna alle nationalitei-ten van de wereld. Het speciale is dat al die culturen en volkeren in
Groen
Gemeentegrens
Geen bewoning
Geen data
< 9.000
9.000-11.500
11.500-13.0000
13.000-15.000
> 15.000
LEGENDE
11. Sint-Agatha-Berchem
8. Koekelberg
6. Ganshoren
19. Watermaal-Bosvoorde
14. Sint-Joost-ten-Node
9. Oudergem
5. Evere
16. Sint-Pieters-Woluwe
4. Etterbeek
7. Jette
12. Sint-Gillis
15. Sint-Lambrechts-Woluwe
18. Vorst
17. Ukkel
3. Elsene
13. Sint-Jans-Molenbeek
1. Anderlecht
10. Schaarbeek
2. Brussel
Brussel dicht bij elkaar wonen. In Parijs wonende armen ver weg van het centrum, weet Ander -lechtenaar Nordine Sadi van de politieke bewe-ging Egalit. Een kleine wereldstad waar machtig en kwets-baar, arm en rijk, verbitterd en hoopvol vaak ergdicht bij elkaar wonen. Immers, de sikkel vanarmere wijken langs het kanaal ligt in het hartvan de stad. Deze halvemaan, waar ooit deVlaamse gastarbeiders uit het Pajottenland zichvestigden tijdens de industrile revolutie, wordtnu bewoond door oude en nieuwe immigrantenuit de hele wereld. Hier komen de armen van dewereld Brussel binnen. Het zijn goedkopere wij-ken, waar de netwerken en contacten bestaan dieimmigranten aan werk en huisvesting kunnenhelpen, al blijft dat moeilijk. Rijke immigrantenwonen vooral in het zuidoosten van het gewest.Brussel herbergt 36procent van de Belgischenieuwkomers.
Die permanente immigratie zwengelt een van defenomenen aan die het huidige Brussel zo ken-merken: de bevolkingstoename. Sinds 1995groeit de stad elk jaar met ongeveer 10.000mensen aan. Soms ook met (veel) meer: in 2010kwamen 55.590 buitenlanders in Brussel wonen,terwijl er 26.184 de stad verlieten. De internBelgische migratiestromen zijn negatief: meerBelgen verlaten Brussel dan er komen wonen (-12.819). Tot slot worden er jaarlijks meerBrusselaars geboren dan er sterven (+9179). Die voortdurende instroom verklaart waaromeen derde van de Brusselaars niet de Belgische
Stel je voor dat het Vlaamse en Franstalige onderwijs samenwerken en elkaar de leerkrachten bezorgen die nodig zijn om van alle Brusselaars drietalige burgers te maken.
hectare. In Parijs ligt dat cijfer op 200. Dan zijn er de financin. Door de enormependel ligt een zeer groot deel van hetBrusselse leefcomplex (dat zijn het gebieden het aantal mensen dat via de arbeids-markt socio-economisch onderling verbon-den is) buiten het gewest Brussel. Dat vloeitook voort uit het Vlaamse verlangen, des-tijds, om de verfransende inktvlek Brusselzo klein mogelijk te houden.Christian Kesteloot, professor sociale geo-grafie aan de KU Leuven: 60procent vanhet Brusselse leefcomplex ligt buiten destad. Dat aandeel ligt in steden in buurlan-den tussen de 20 en 40 procent. Dat heeftfinancile gevolgen. Te meer omdat hetinkomen in sommige delen van de randsinds 1976 verdrievoudigd is, terwijl het ingrote delen van Brussel amper toenam (ziekaart hierboven). Toch betaalt dat armereBrussel de veiligheid en mobiliteit van derijkere randbewoners. Dat is onhoudbaar,aldus Kesteloot, die pleit voor een overleg-stad die door overleg tussen Brussel en zijnbrede rand tot een nieuwe overeenkomstkomt.
Eric Corijn, geograaf aan de VUB: Brusselis een economische machine die niet slechtdraait, maar vooral voor Waals- en Vlaams-Brabant. Al die pendelaars betalen belastin-gen waar ze wonen, niet waar ze werken.Of men compenseert dat door een akkoorddat de belastingen verdeelt over de woon-plaats en de werkplaats, of Brussel zal viawegenbelastingen en het aangenamermaken van de stad en dus het versmallenvan de invalswegen de pendelaars indivi-dueel meer doen bijdragen. Corijn wijst erop dat Vlaanderen enWalloni nu maar beperkt bijdragen en diemiddelen voorbestemmen voor veiligheiden mobiliteit. Maar er moet ook iets gebeu-ren om de levensstandaard van de armeBrusselaars op te krikken: een economischproject op basis van de talenten en activitei-ten in de kanaalzone met zijn 100.000werklozen. Een voorbeeld. In alle Europesesteden worden oude industrile panden nade desindustrialisering gebruikt om culture-le industrien te huisvesten. Dat kan hierook. Alleen zit cultuur bij de gemeenschap-pen en het economisch beleid bij de gewes-
ten, waardoor je dat dus niet optimaal kanaanpakken. Dat brengt ons bij de bestuurlijke structu-ren die zijn voortgekomen uit de commu-nautaire conflicten van het verleden en nietaangepast zijn aan de nieuwe uitdagingen.Maar ook daar zit absoluut beweging in,aldus Corijn. De civiele samenleving en de culturele wereld denken meer en meerBrussels in plaats van Vlaams of Franstalig.Ook bij Brusselse politici groeit de geweste-lijke tendens. De nieuwe ministerpresidentVervoort denkt veel meer Brussels dan zijnvoorganger. Dat blijkt onder meer uit zijnvoorstel om een tweetalig onderwijs te lan-ceren in Brussel. Iedereen is het erover eens dat onderwijscruciaal is om de jongeren meer kansen tegeven. Meertaligheid is daarbij erg belang-rijk. Het onderwijs en dan met name hetFranstalig onderwijs worstelt daarmee.Nordine Sadi: Ik heb op school vele jarenNederlands geleerd, maar steeds weerdezelfde zinnetjes. De leerkrachten sprakenzelf amper Nederlands. Onderwijs is hetschoolvoorbeeld van hoe de communautai-re structuren een optimale respons belem-meren. Stel je voor dat het Nederlands -talige en Franstalige onderwijs samen-werken en elkaar de leerkrachten bezorgendie nodig zijn om van alle Brusselaars drie-talige burgers te maken. Tot slot duurzaamheid. Groene mobiliteiten klimaatvriendelijke huisvesting vergengrote investeringen. Dat kan de bron zijnvan vele banen. Wie de auto terugdringt,schept ook publieke ruimte waar deBrusselaars samen leuke dingen kunnendoen en waardoor de stad prettiger om tewonen wordt. Op dat gebied loopt Brusselniet voorop. Onder die kleine wereldstad zitbijna onzichtbaar de ecologische structuurvan rivieren, beken, heuvels en dalen. Ar -chitect en socioloog Pierre Vander straeten:Een duurzame stad speelt daarop in. Maakvan de valleien groene corridors waardoorfietsers de stad inrijden en die de stad in tijden van klimaatverandering kunnen verluchten.
25MOQ juni 2013 www.mo.be24 MOQ juni 2013 www.mo.be
Bevekom
Eigenbrakel
KasteelbrakelChaumont-
Gistoux
Graven
Itter
Terhulpen
Nijvel
Rixensart WaverWaterloo
LasneOttignies-
Louvain-la-Neuve
Asse
Beersel
Dilbeek BRUSSELS
HOOFDSTEDELIJK
GEWEST
Gooik
Grimbergen
Halle
Hoeilaart
Kampenhout
Machelen
Meise
Overijse
Steenokkerzeel
Ternat
Vilvoorde
Zaventem
Zemst
Kraainem
Linkebeek
DrogenbosSint-Pieters-Leeuw
Sint-Genesius-
Rode
Wemmel
Wezembeek-Oppem
Lennik
Kortenberg
Tervuren
Tubeke
Evolutie van hetbelastbaar inkomen
1976 = 100,constante prijzen 2004
99 - 110
110 - 150
150 - 200
200 - 337
LEGENDE
1
Andere86.033
BulgarijeRoemeni
15.486Polen21.431
Frankrijk50.753
GriekenlandVK
Duitsland
Portugal
Spanje
CongoTurkije
Itali27.637
Marokko38.819
2001 2010
262.771
327.070
G
nationaliteit heeft. De helft daarvan komtuit de EU-15, nog eens vijftien procent uitde twaalf nieuwe lidstaten. De rest komt uitandere continenten. Polen en Roemenenzijn de grootste stijgers van de voorbijetwintig jaar. Het aantal Polen in Brusselsteeg van 2.000 naar 20.000, dat van deRoemenen van 700 naar 15.000 (zie staaf-diagram).De toegenomen immigratie heeft alles metde grote ongelijkheid in de wereld te makenen de factoren die het vanaf de jaren negen-tig mogelijk maakten om je inkomen op tekrikken door naar de EU te komen: globali-sering, het verdwijnen van het IJzerenGordijn, de Europese uitbreiding. De mon-diale inkomensongelijkheid sijpelt Brusselbinnen en zo wordt Brussel ook een beetjede wereld in het klein: Brussel is het onge-lijkste van de drie gewesten. De Gini-indexvoor inkomensongelijkheid lag er in 2007op 0,36, tegenover 0,31 voor Belgi. In rijkegemeenten als Ukkel of Sint-Pieters-Woluweligt de index zelfs boven de 0,4. Na belastin-gen en sociale correcties, en zonder de erglage inkomens van de mensen zonderpapieren mee te rekenen. Dat neigt naar deinkomensongelijkheid in landen alsRusland, de VS of China. Nordine Sadi, Belg met Marokkaanse roots:Brussel, dat is zoals de Noord-Zuidrelaties inde wereld. Het grootste deel van de rijkdomzit in bepaalde gemeenten geconcentreerd,terwijl in Anderlecht, Molenbeek, Sint-Joost,Brussel en Schaarbeek de helft van de jonge-ren geen werk heeft. De ingredinten van deopstand die je in de Arabische landen had,zijn hier ook aanwezig.
700.000 banen, 100.000 werklozenNochtans heeft Brussel geen tekort aanbanen, aldus Christian Vandermotten,hoogleraar economische geografie aan deULB. Het aantal banen steeg van 639.000in 1997 naar meer dan 700.000 in 2006.De crisis knaagde daar wat af, maar al bij aldoet Brussel het niet slecht. Tijdens de hoogtijdagen van de desindus -
trialisering en de stadsvlucht van de mid-denklasse zag Brussel zijn bevolking dalenvan 1.079.000 in 1967 tot 950.000 in1995. Zijn aandeel in de Belgische econo-mie liep terug van 16 naar 14 procent. In de jaren negentig trad een kentering in.In de neoliberale globalisering wedijverensteden met elkaar om kapitalen en koop-krachtige consumenten. Brussel deed datdoor het grote beslissingscentrum van deEU te worden, het NAVO-hoofdkwartier ende meeste Belgische regeringen te huisves-ten. Die hele bestuursmachinerie en haarvele belendende percelen vergen hoogge-schoolde arbeid, die vooral van buiten destad komt. Meer dan 60procent van deBrusselse banen wordt ingevuld door niet-Brusselaars. Gevolg: in Brussel leeft meer dan 28 pro-cent van de bevolking onder de armoederi-sicogrens, veel meer dan in Vlaanderen (10procent) en Walloni (17 procent). Er zijngrote verschillen in Brussel: in Sint-Joost isde mediane belastingaangifte maar half zohoog als in Sint-Pieters-Woluwe (zie kaartop bladzijde 23). In Sint-Joost leeft tien
procent van de actieve bevolking van eenleefloon, in Woluwe is dat n procent. Dewerkloosheid in Sint-Joost of in Molenbeekbereikt Spaanse of Griekse niveaus met omen bij de 30 procent. Van de Molenbeeksejongeren is 40procent werkloos. Brusseltelt meer dan 100.000 werklozen. 35 pro-cent van de niet-Europese jongeren heeftgeen diploma hoger middelbaar onderwijs.Ik stopte ook met school toen ik zestienwas, zegt Nordine Sadi, die als opvoederwerkt. Waarom? Ik weet het niet. Het zeime niks meer. Nu weet ik dat het een mira-kel is dat ik werk heb. Wellicht omdat ikgoed met gehandicapten om kan. Let wel,ik verdien 1300 euro per maand: A1s diehetzelfde werk doen als ik vangen 2200euro. Dat probeer ik jongeren in de quar-tiers diets te maken: dat het gevolgen heeftals ze geen diploma behalen. Sadi is blijmet zijn baan. Daardoor kom ik elke daguit mijn wijk; dat verruimt mijn blik. Demeeste van mijn vrienden zijn niet meervan de straat af geraakt. De straat, dat iswerkloosheid, drugs, soms ook diefstal. Sadi vertolkt wat er leeft in de wijken. HetArabische woord hoegra vat het samen:vernedering. Sinds 9/11 is het racisme veelerger geworden. Als we onze wijk uitko-men, worden we gecontroleerd. Mijnouders wonen hier veertig jaar en hebbenhet gevoel dat ze geen Belg zijn, geen burger van dit land. Dat is spijtig.
toekomstDe bevolkingsgroei en de evolutie naareen diensteneconomie met vraag naarhooggeschoolden zullen zich doorzetten.Tegen 2060 zou bijna anderhalf miljoenmensen in Brussel wonen. Zullen al diemensen woningen, scholen en banen vinden? Kan Brussel een aangename en duurzame stad worden in tijden vanklimaatverandering? Heeft Brussel destructuren en middelen om dat te doen?Anderzijds: die bevolkingsgroei is op zichniet dramatisch. Zelfs met anderhalf miljoen inwoners stijgt de Brusselsebevolkingsdichtheid van 63 naar 85 per
gemiddeld jaarinkomen per inwoner(2009) per Brusselse wijk
DOSSIERb r u s s e l 1
99 - 110
110 - 150
150 - 200
200 - 337
LEGENDE
1
Evolutie van hetbelastbaar inkomen
1976 = 100,constante prijzen 2004
wonen kunnen besteden anderzijds. De situatie van de huurders op deBrusselse huurmarkt is ronduit catastro-faal. Dat staat niet te lezen in een actiepam-flet, wel in het laatste rapport van het over-heidsgebonden Brussels Observatoriumvan de huurprijzen. Op zes jaar tijd is degemiddelde huurprijs in Brussel met bijnanegen procent gestegen. De armste helftvan de Brusselaars heeft maar toegang totzeven, acht procent van een huurmarkt diegeen huurrichtprijzen kent. Een calvarietocht noemt Werner VanMieghem van de Brusselse Bond recht opwonen de zoektocht naar een betaalbarewoning voor Brusselaars met een laag inko-men. 41.000mensen staan op de wachtlijstvoor een sociale woning. In 2004 waren erdat 22.500. Dat betekent dat het investe-ringsplan voor de sociale woningbouw inBrussel al is achterhaald nog voor het deftigwerd aangevat. De Brusselse regering gaf in 2005 eenakkoord voor de bouw van 5000 woningen:3500 sociale woningen en 1500middelgrotewoningen. Tot nu werden nog maar 1000sociale woningen gerealiseerd. Dat is vol-gens Van Mieghem geen kwestie van geld-
tekort, wel van een te slecht begeleidegewestelijke huisvestingsmaatschappij ende onwil van gemeenten om socialewoningbouw toe te laten op het grondge-bied. Volgens het sociale middenveld ligthet accent van de Brusselse regering te veelop een woonbeleid voor mensen met eenmiddelgroot inkomen en nauwelijks op eensociaal woonbeleid. Project X pakt onder de vleugels van hetOCMW van 1000 Brussel de huurwoningenaan die niet in orde zijn met de Brusselsewooncode. Die legt regels op inzake hygine,veiligheid en uitrusting. Het project is eengoed maar nog te stil antwoord op hetgroot aantal huurwoningen dat niet in ordeis. Bovendien heeft datzelfde OCMW eenpatrimonium van maar liefst 1800 wonin-gen die grotendeels verhuurd worden aanprijzen die de eigen doelgroep niet kan beta-len. Alweer zon Brusselse paradox.De teller staat op 150.000 geregistreerdegezinnen zonder degelijk dak boven hunhoofd. In 1000 Brussel en de centrumge-meenten daarrond nemen bewoners hunintrek in gammele huurhuizen. Mensen dieecht geen woning vinden, kunnen in hetbeste geval terecht in een vorm van samen-
leven in de dertig Brusselse onthaalhuizen.Daar lopen de maximum verblijfstermijnenintussen op van een half jaar tot een jaar. Wie niets vindt, wijkt uit.
solidair wonenWie niets heeft, blijft in Brussel. De Tunesische Younes, dak- en papierloos,is erbij als we een sociale woonwijk bezoe-ken in Anneessens, hartje Brussel. Eensociale luchtbel met slechte behuizing vol-gens de wijkopbouwwerker, een droom vol-gens Younes. Het verschil tussen arm zijnmt, en arm zijn zonder papieren. Younes laveert al anderhalf jaar tussen deBrusselse kraakpanden. Hij is de stank vanurine en vuilnis beu en zoekt naar oplossin-gen. Die zijn er. De leegstand biedt ruimtevoor wie een alternatief wil voor het gebrekaan betaalbare woningen. Koningsstraat123, een voormalig administratief gebouw,is zon vorm van legaal kraken die al zesjaar goed draait. De eigenaar, het WaalseGewest, ging akkoord met een conventievan tijdelijke bezetting. Nu is het gebouween collectief thuis voor zestig bewoners. Younes stapte mee in het project Leeggoed,een samenwerkingsverband tussenBrusselse sociale organisaties en thuislo-zen. Ze zijn in onderhandeling met deElsense sociale huisvestingsmaatschappijom een paar panden te bezetten en renove-ren. Ze liggen in een Elsens tuinwijkje enzouden sowieso nog jaren blijven leegstaan. Voorlopig is ook dat een calvarietocht, zegtLien Gijbels van SamenlevingsopbouwBrussel. Het is niet evident om tot eencompromis te komen, maar we hebbengeduld. Westwaarts, ergens in Kuregem,knapten ingenieur Jan Janssen en doctoran-dus Isabel Berckmans een leegstaand pandop om er te gaan samenwonen met eengezin en een alleenstaande minderjarigezonder papieren. Een antwoord van tweemeer fortuinlijke burgers op de precairewoonsituatie van de Brusselse aangestran-den, zo noemen ze het.
2726 MOQ juni 2013 www.mo.be
Een maandagmiddag, onthaaltehuisAlbatros in de Anneessenswijk. De tafelge-noten hebben meer aandacht voor het lapjevlees met champignonroomsaus op hunbord dan voor Willem Defieuws oproep totactie. Defieuw werkt voor Archipel, eenCentrum Algemeen Welzijnswerk inBrussel, en voert actie tegen de huisves-tingscrisis. Alweer. Al jarenlang kaartArchipel de problematiek van betaalbaarwonen in Brussel aan. Het welzijnswerkdreigt door de huisvestingscrisis ontwrichtte geraken, klinkt het. Ze zijn de noodplan-nen beu, willen betonvaste maatregelen omde Brusselse thuisloosheid tegen te gaan. De onthaaltehuizen en transitwoningen inBrussel slibben dicht. Steeds meer pandenworden gekraakt, want er is behoorlijk watleegstand. Om het probleem aan te pakken,is in 2012 een gewestelijke leegstandscelopgericht. Die bracht bijna 2200 leeg-standsdossiers in kaart. 130 woningen wer-den op de markt gegooid. Vooruitgang opmaat van een druppel. 11,5procent van deBrusselse kantoren en naar schatting zevenprocent van de woonpanden zijn verlaten,latente daken boven het hoofd. Het leest netzo averechts als het gegeven dat Brussel, deop twee na rijkste regio van Europa, kamptmet een werkloosheid vergelijkbaar met dievan Spanje. Er is meer extreme armoede dan vroeger,zegt Martine Dewinter van centrum De
Harmonie in de Brusselse Noordwijk, die alheel wat jaren in de Brusselse wijken werkt.Vooral huisvesting vindt ze een probleem.Mensen wringen zich in bochten om eendak te hebben. Zelfs mensen met een laagbetaalde job slapen in autos. Dat hadje vroeger niet.
huurcatastrofeOf ik zijn zieke stem wel kan verstaan,vraagt Christian Gregoir. Het vorige hoofd-stuk van Gregoirs leven leest niet zo vlot.Toen hij zijn ontslag indiende bij zijn werk-gever, een tuinarchitect, tekende hij hoe
gaat dat? onbewust voor een sociale glij-baan. Hij vond niet meteen een nieuwe job,geraakte aan de drank en werd ten slotte uitzijn huis gezet. Als nieuwe thuisloze inBrussel leerde ook Gregoir de daklozenop-vang kennen. Met de verbeten steun vanzijn zus raapte hij zijn moed bij elkaar enliet zich opnemen in een afkickcentrum.Daar ontdekten ze zijn keelkanker. Sindsfebruari is Gregoir, nog in volle chemo- enbestralingsbehandeling, n van de dertiggasten in Albatros n een van de 769 personen in de Brusselse onthaaltehuizen. Voor kost, inwoning en begeleiding betaaltGregoir 21 euro per dag. Met dertig dagenin een maand en een OCMW-uitkering vaniets meer dan 800 euro is het vet algauwvan de soep. Gemakkelijk is het niet, maararm hoort hij niet graag. Anderen hebbenhet moeilijker, zegt hij. Hij heeft alles wathij moet hebben. Bovendien kondigt zicheen nieuw hoofdstuk aan. Met het mogelij-ke vooruitzicht op een invaliditeitsuitkeringen met de steun van Albatros is Gregoirbegonnen aan een huizenzoektocht. Maarer gaapt een enorme kloof tussen de huur-en koopprijzen van een Brusselse woningenerzijds en het geld dat de Brusselaars aan
In Brussel staan 41.000 personen op de wachtlijst voor eensociale woning. Dat is bijna het dubbele van tien jaar geleden.
En van de rijkste regios van Europa slaagt er niet in de armstehelft van zijn bewoners een degelijk onderdak te bieden.
door Tine Danckaers
MOQ juni 2013 www.mo.be
Sous le ciel de BrusslWooncrisis
Franz Berckmans
RV
DOSSIERb r u s s e l 2
MOQ juni 2013 www.mo.be
Het is crisis in Brazili: de beroemdeSeleo, het nationale elftal, staat momenteelslechts op de negentiende plaats van de FIFAwereldranglijst, lager dan Zwitserland,Griekenland, Ecuador en Belgi. Op de jong-ste Copa America gingen de Brazilianen er alin de kwartfinales uit. Ook de bouw van destadions voor de Wereldbeker loopt flink ach-ter op schema en de internationale voetbalor-ganisatie FIFA heeft al geist dat de werk-zaamheden een versnelling hoger gaan. Het iszo erg dat de Russische president Poetin aan-bood om de Wereldbeker te redden door dehele handel over te nemen en de competitie inRusland te organiseren. Als Vladimir Poetinzich als redder in de nood opwerpt, weet je dater iets grondig mis is.De leiding van het organiserende comit vande Wereldbeker lijkt niet in staat te reageren,verlamd door een golf corruptieschandalendie reikt van het organiseren van vriendschap-pelijke wedstrijden tot het gevecht over devraag wat er zal gebeuren met de miljoeneneuros die met de wereldbeker samenhangen.Van het wereldberoemde jogo bonito, hetmooie spel, waarmee sterren als Pel,Ronaldo, Ronaldinho, Kaka en Romarioonsterfelijk werden, is naast het veld geensprake meer. De sport zelf werd gedribbelddoor het grote geld. Hoe Brazili deWereldbeker al verspeeld heeft, kopte onlangsde krant. Elders klonk het al even pessimis-tisch: Het is lang geleden dat ik het nationaleelftal gesteund heb.
op de vluchtDe Braziliaanse voetbalbond, de CBF, is meerdan drie decennia lang een gesloten mannen-club geweest, een priv-organisatie diegewoon was op bijzonder grote voet te leven.Privjets waren dagelijkse kost, net als lun-ches van meer dan 3000 euro, en stapelsenveloppes met elk tussen 40.000 en160.000 euro waarmee bevriende voetbal-bonden in het hele land vergoed werden voor bewezen diensten.Zoals dat meestal gaat met organisaties dieveel te veel geld en veel te weinig reguleringhebben, begon ook de top van de CBF zich te
gedragen als heersers in een universum waar-in alleen hun eigen regels golden. RicardoTeixeira stond aan de absolute top: hij wastegelijk voorzitter van de voetbalbond en vanhet lokale organiserende comit van deWereldbeker. Tot hij vorig jaar het land uitge-jaagd werd in een wolk van nieuwsverhalendie hem beschuldigden van allerlei onfrissepraktijken. De meest beschadigende aanklachtkomt van een Zwitserse rechtbank dieTeixeira ervan beschuldigt, samen met zijnschoonvader en FIFA-baas van 1974 tot 1998Joo Havelange, 30 miljoen euro smeergeldaangenomen te hebben van het sportmarke-tingbedrijf International Sports & Marketing,het bedrijf dat in 2002 en 2006 de tv-uitzend-rechten voor de Wereldbeker gekregen hadvan de FIFA. Daarnaast loopt er in Brazilieen fraudeonderzoek omdat Teixeira de Bra -ziliaanse staat voor minstens 270.000 euroopgelicht zou hebben in het kader van eenvriendschappelijke match tegen Portugal.De corruptieschandalen nekten de nochtansheel rele kansen van Ricardo Teixeira om denieuwe FIFA-baas te worden. Kort voor zijnval verklaarde Teixeira nog aan hetBraziliaanse magazine Piaui: In 2014 zalwegkomen met alles. Met de meest ondenk-bare, glibberige of Machiavellistische zaken.Het negeren van persaccreditaties, het verbie-den van toegang tot het veld, het veranderenvan wedstrijdschemas. Weet je waarom?Omdat ik in 2015 vertrek. Dan is het allemaalvoorbij. Zo lang heeft het dus niet geduurd.Vandaag woont Teixeira in The Polo Club inFlorida, voorzien van zeven slaapkamers enacht badkamers, waarde: 5,7 miljoen euro. Opde oprit staan een Porsche en twee Merce -dessen, in de privhaven ligt een twintigmeter lang Italiaans yacht van 1,5 miljoeneuro. Zelf overleeft Teixeira dankzij een con-sultancycontract met de CBF dat volgens deBraziliaanse pers maandelijks zon 50.000euro in het laatje brengt. Daarmee betaalt hijde eindeloze stroom advocaten die zijnopwachting maakt in The Polo Club. Teixeiragedraagt zich als iemand die op de vlucht is,zegt Juca Kfouri, een gerespecteerdeBraziliaanse sportjournalist die voor de Folha
33MOQ juni 2013 www.mo.be
REPORTAGEt e n d e n s e n
32 MOQ juni 2013 www.mo.be
Wereldbeker corruptie in Brazili
Over n jaar wordt de Wereldbeker voetbal inBrazili afgetrapt. Wat het feest der feesten had
moeten worden, dreigt weg te zinken in een moeras van schandalen en politieke controverse.
De Braziliaanse voetbalbond krijgt een rode kaart.
En jaar voor de aftrap
Morten Andersen
Van het jogo bonito,het mooie spel waar-mee Pel en Ronaldoonsterfelijk werden,is naast het veldgeen sprake meer.
door Jonathan Franklin beeld Morten Andersen
Braziliaanse voetbal, Zico of de blankePl, die meer dan 500 doelpunten maak-ten als middenvelder, is minder genteres-seerd in een doorlichting van de CBF. Hijwil eerder werk maken van het herstellenvan de glorie van het jogo bonito.Tegenwoordig spelen onze beste spelersverdediger in andere continenten, of ze zit-ten daar op de bank. Toch wijst ook Zico inde richting van de CBF als je vraagt hoe datkomt. Dat zijn gewoon zakenlui met enor-me financile belangen, in plaats van man-nen die het beste voetbal willen zien. De
selectie van spelers voor de nationale ploeg,vertelt Zico in zijn grote sportcomplex inhet zuiden van Rio de Janeiro, gebeurt danook niet op basis van sportieve verdienste,maar op basis van verkoopsvooruitzichten.Op die manier ziet Zico geen kans om eenzesde Wereldtitel toe te voegen aan hetnationale palmares.Begin mei breng ik een paar middagendoor in de lobby van de Braziliaanse voet-balbond, in de glanzende wijk Barra deTijuca van Rio de Janeiro. Het hoofd van decommunicatiedienst, Rodrigo Paiva, had
niet geantwoord op herhaaldelijke vragenvoor een interview, dus we besloten meteenterplekke onze opwachting te maken.Omringd door palmbomen, fonteinen enhet steriele comfort van een modern kan-toorcomplex wacht ik. En blijf ik wachten.Jos Maria Marin is zo druk bezet dat ergeen kwartiertje af kan voor een journalist.Er is ook niemand anders van de CBF diebereid is op mijn vragen te antwoorden.Het zijn duidelijk drukke tijden voor devoetbalbonzen.De jonge voetballers die het kantoor in- en
35MOQ juni 2013 www.mo.be
de So Paulo schrijft. Hij verbergt zich enkan niet naar Brazili terugkeren.Wie gehoopt had dat het vertrek vanTeixeira een nieuwe wind zou doen waaienin de CBF, kwam echter bedrogen uit. Deman die in maart 2012 in de voorzitters-stoel belandde, Jos Maria Marin, raakte alheel snel zelf verwikkeld in controversesover zijn plan om een nieuw kantorencom-plex voor de voetbalbond te bouwen. De dagna de aankondiging begon een immobilin-carrousel waarbij de grond voor het com-plex verschillende keren doorverkocht werd,wat de totaalkost voor het project met min-stens 11 miljoen euro de hoogte in joeg.Volgens de Braziliaanse kwaliteitskrantFolha de So Paulo was hier sprake van hetbewust opvoeren van de factuur. Mensenhouden me op straat staande, zegtRomario. Ze vragen dat Teixeira terug-komt!Maar de echte zwarte wolk boven het voor-zitterschap van Marin is zijn verleden alsgouverneur van So Paulo ten tijde van demilitaire dictatuur in Brazili, die duurdevan 1964 tot 1985. Jos Maria Marin haddirecte banden met de dictatuur, zegtKfouri. Hij stond achter acties die leiddentot het martelen, doen verdwijnen en ver-moorden van honderden Brazilianen. En
hij sprak publiek zijn steun uit voor eenmoordenaar, folteraar en ontvoerder alsSergio Fleury. Die Fleury kreeg de bijnaamde Prins van de Pijn, vanwege zijn aan-dacht voor de details bij martelingen en executies in de jaren zeventig.Een van zijn slachtoffers was VladimirHerzog, een Brazilaanse documentairema-ker die voor de BBC werkte en ook lid wasvan de Braziliaanse Communistische Partij.Een paar dagen voor hij vermoord werd,had Maria Marin nog een vlammend plei-dooi gehouden waarin hij stelde dat er drin-
gend iets gedaan moest worden aan deopenbare omroep. Maria Marin is eensymbool van alles waartegen we gevochtenhebben, zegt Ivo Herzog, de zoon van devermoorde journalist. Hij had heel nauwebanden met de mensen die verantwoorde-lijk ware