52
JUNI 2015 WWW.VALUECHAIN.BE VERDER IN DIT NUMMER: STERKE AUTOMATISERING VOOR WEHKAMP - HET NIEUWE MAGAZIJN VAN VERITAS - AMP MAAKT DISTRIBUTIEPROCESSEN TRANSPARANT - SCANIA PARTS CENTER INVESTEERT IN RFID-OPLOSSING - PROCTER & GAMBLE ZET SCHOUDERS ONDER NINA Samen met Value Chain Management, Business Software&Mobile en WWW.VALUECHAIN.BE vormt dit magazine één infopakket voor het management van uw globale waardeketen. AFZENDER: KONING ALBERT I-LAAN 162 I B 8200 BRUGGE I P 206022 I ISSN 1372-875X I 20 E JAARGANG I MAANDUITGAVE 20 EUR I AFGIFTEKANTOOR OOSTENDE X Nooit meer een off-day Industrie 4.0 en de ethische implicaties van altijd in het netwerk te zitten

Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

  • Upload
    others

  • View
    7

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

JUNI 2015 WWW.VALUECHAIN.BE

VERDER IN DIT NUMMER:

STERKE AUTOMATISERING VOOR WEHKAMP - HET NIEUWE MAGAZIJN VAN VERITAS -AMP MAAKT DISTRIBUTIEPROCESSEN TRANSPARANT - SCANIA PARTS CENTER INVESTEERT IN RFID-OPLOSSING - PROCTER & GAMBLE ZET SCHOUDERS ONDER NINA

Samen met Value Chain Management, Business Software&Mobile en WWW.VALUECHAIN.BE vormt dit magazine één infopakket voor het management van uw globale waardeketen.AFZENDER: KONING ALBERT I-LAAN 162 I B 8200 BRUGGE I P 206022 I ISSN 1372-875X I 20E JAARGANG I MAANDUITGAVE 20 EUR I AFGIFTEKANTOOR OOSTENDE X

Nooit meer een off-dayIndustrie 4.0 en de ethische implicaties van altijd in het netwerk te zitten

Page 2: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

Voorraadreductie levert NewCakes acht ton extra cash opVia een webshop en een groothandel verkoopt NewCakes 5000 verschillende bakproducten aan consumenten en retailers. Na jaren van onstuimige groei en overvolle magazijnen heeft het bedrijf met Slim4 weer grip op de voorraden gekregen. Het resultaat is een voorraadreductie van 40 procent, wat 800.000 euro extra cash oplevert. Danny Nijboer, CEO van NewCakes, is een tevreden man: “Een rekening-courant van de bank hebben we niet langer nodig. Dankzij de vrijgekomen ruimte in het magazijn is een nieuwe verhuizing afgewend. We hebben nu de vrijheid om te investeren in nieuwe producten of markten.”

In 2005 startten Inge Zaagsma en Danny Nijboer Deleuktstetaartenshop.nl, een webshop met een assortiment dat inmiddels 5000 bakproducten omvat. De belangstelling voor het zelf bakken van taarten nam snel toe. Daarom richtte het echtpaar drie jaar later een groothandel op. Wat volgde waren enkele jaren van onstuimige groei. “We hebben een tijd gekend waarin de omzet elk jaar verdrievoudigde. Het managen van de groei was lange tijd onze grootste uitdaging”, vertelt Danny Nijboer. Inmiddels heeft het bedrijf ook een eigen lijn bakproducten geïntroduceerd. Naast de webshop en de groothandel wordt het assortiment nu ook aangeboden in elf fysieke winkels.

Seizoenspatronen helder inzichtelijkMet Slim4 heeft NewCakes weer grip gekregen op de snelgroeiende voorraden. De voorraadoptimalisatiesoftware van Slimstock maakt het mogelijk om kort op de bal te zitten. “Omdat ons ERP-systeem geen zicht bood op de trends in afnamepatronen, bouwden we extrazekerheid in met hoge voorraden als gevolg.

Voor sommige artikelen hanteerden we wel een jaar lang dezelfde parametersetting, terwijl Slim4 nu feilloos aantoont dat die artikelen wel degelijk een seizoenspatroon kennen. In korte tijd is onze voorraad dan ook met 40 procent afgenomen.”

Implementatie van drie maandenDe implementatie van Slim4 nam amper drie maanden in beslag. De software is probleemloos geïntegreerd met het ERP-systeem Mamut. “Dat is mede te danken aan het team van Slimstock, dat professioneel, snel en klantgericht is. Het zijn mensen met verstand van zaken die je graag willen helpen”, verklaart Nijboer. Sinds de ingebruikname is er flink tijd bespaard. “Ik kan nu veel meer aan onze voorraadbeheerder overlaten, wetende dat Slim4 voor voldoende rugdekking zorgt. Het feit dat zij in haar eentje de totale voorraad beheert, is een groot voordeel”, aldus Nijboer.

Management by exceptionNijboer prijst met name de sturing op basis van excepties, die het onder andere mogelijk

maken nieuwe artikelen extra goed in de gaten te houden. Ook roemt hij het inzicht in de economische bestelhoeveelheid. “We kunnen exact zien wat er met de voorraad en servicegraad gebeurt als we de bestelhoeveelheid halveren of juist verdubbelen. Dat helpt ons in gesprekken met leveranciers en uiteindelijk leidt het tot minder afschrijvingen op voorraden. Die liepen namelijk de spuitgaten uit.”

Met een voorraadwaarde van twee miljoen euro betekent een voorraadreductie van veertig procent maar liefst 800.000 euro extra cash. “Ik weet dat me dat vooraf was beloofd, maar het blijft onvoorstelbaar. Dat er nu minder op voorraad ligt, betekent bovendien dat we weer ruimte hebben geschept in ons overvolle magazijn. Een vierde verhuizing in tien jaar tijd is hierdoor afgewend. De extra cash geeft ons de vrijheid om te investeren in nieuwe producten of markten. We kunnen meer risico’s nemen in de wetenschap dat we ons een misstap kunnen permitteren.”

Danny Nijboer,CEO, NewCakes

“Met behulp van Slim4 reduceerden we de voorraadmet maar liefst 40%.”

Page 3: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

Value Chain Management, Business Logistics, Business Software&Mobile en alle informatie op WWW.VALUECHAIN.BE vormt samen één informatiepakket voor het management van uw globale waardeketen. De magazines en online informatie zijn een productie van DVV Media Group.

VISIE

IN DEZE EDITIE

JUN

I 201

5

JUNI 2015 WWW.VALUECHAIN.BE

VERDER IN DIT NUMMER:

STERKE AUTOMATISERING VOOR WEHKAMP - HET NIEUWE MAGAZIJN VAN VERITAS AMP MAAKT DISTRIBUTIEPROCESSEN TRANSPARANT - SCANIA PARTS CENTER INVESTEERT IN RFID-OPLOSSING - PROCTER & GAMBLE ZET SCHOUDERS ONDER NINA

Samen met Value Chain Management, Business Software&Mobile en WWW.VALUECHAIN.BE vormt dit magazine één infopakket voor het management van uw globale waardeketen.AFZENDER: KONING ALBERT I-LAAN 162 I B 8200 BRUGGE I P 206022 I ISSN 1372-875X I 20E JAARGANG I MAANDUITGAVE 20 EUR I AFGIFTEKANTOOR OOSTENDE X

Nooit meer een off-dayIndustrie 4.0 en de ethische implicaties van altijd in het netwerk te zitten

E-COMMERCELOGISTIEK10 Sterke automatisering voor e-commercemagazijn Wehkamp stoomt zich klaar voor de toekomst

HANDLING14 Groeien in kleine magazijntrucks Still stelt vernieuwde serie stapelaars voor

40 Dranken laten zich rijden op BT Radioshuttles Covivins breidt uit met nieuw palletmagazijn

43 Flexibiliteit voor smalle gangen De zoektocht naar een efficiënte smallegangenheftruck

46 Zonder wisselbatterijen naar volcontinue inzet Delhaize neemt AGV’s met Lithium Titanaat Oxide batterijen in gebruik

WAREHOUSING16 Snellere magazijnoperaties met minder verplaatsingen Het VIL stelt project rond dynamische planning van logistieke resources voor

20 Magazijn met oog op flexibiliteit en kwaliteit Veritas legt basis voor de toekomst met nieuw magazijn

VOORRAADBEHEER25 Ambities over sector- en landsgrenzen heen Slimstock geeft functionele en technologische update

27 Doorbreken van de voorraadparadox Optimalisering van de multi-echelon voorraden bij CPE

BUSINESS INTELLIGENCE30 Koers naar meer transparantie Jan De Nul rolt QlikView via bottom-up benadering uit

AUTO-ID33 Export met RFID-label Scania Parts Center investeert in RFID-oplossing van Mieloo & Alexander

37 Track & trace voor kranten, magazines en pakketten AMP maakt distributieprocessen transparant

TRANSPORT48 Nieuw netwerk voor intermodaal vervoer Procter & Gamble zet zijn schouders onder NINA

NOOIT MEER EEN OFF-DAYINDUSTRIE 4.0 EN DE ETHISCHE IMPLICATIES VAN ALTIJD IN HET NETWERK TE ZITTEN

Het Internet of Things (IoT) zet zich stilaan ook door in industriële productieomgevingen. Het feit dat alles altijd met het internet verbon-den zal zijn, roept voor bedrijven ethische vraagstukken op waar we best op voorhand even stil bij staan.

6

Page 4: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

VALUE CHAINBusiness Logistics verschijnt

alternerend met Value Chain Management

Beide magazines vormen samen metde informatie op www.valuechain.be

één informatiepakketJuni 2015

Abonnees die ook lid zijn van de Value Chain Community krijgen gratis toegang tot

de community activiteiten

VALUE CHAIN werkt nauw samen met,en is officiële medium van PICS BELGIUM(Production & Inventory Control Society)

Redactieraad: Prof. Dr. ir. Rik VanLandeghem, Prof. Dr. ir. Roland Van Dierdonck,

Prof. Jacques Vandenbulcke, Prof. Marc Lambrecht, Prof. Dr.Nico Vandaele, Koen Heylen,

Bruno Standaert,ir. Marnix Voet, Jan De Kimpe, Prof. Dr. Alex VanBreedam, Prof. Luc Chalmet; ir. Patrick Dewilde, Prof. dr. Gerrit K. Janssens,

Prof. Frank Witlox, Prof. Trijntje Cornelissens

Directeur: Jan ProotHoofdredacteur: Barbara De Vos

Redactiecoördinator: Tina ClaeysRedactie: Tina Claeys, Barbara

De Vos, Maaike ThoenWerkte mee aan dit nummer:

Mark Dohmen

Advertenties: Henny Provoost +32 (0)50 40 80 82

Uitgeverij:DVV Media Group

Kon. Albert I-laan 162B-8200 Brugge

Telefoon: +32 (50) 40 80 80Fax: +32 (0)50 40 80 90

Vormgeving & layout:Dempsey Provoost

Cactus Design

Drukkerij:Goekint Graphics - Oostende

Verschijningsdata magazinesBusiness Logistics – begin van de maanden

februari - april - juni - oktober - decemberValue Chain Management – begin van de maanden

maart – mei – september - november

Abonnementen: Abonnement ophet globale informatiepakket:

België en Nederland: € 137 voor 1 jaar.Andere landen: € 172 voor 1 jaar.

Een abonnement kan op elk ogenblik starten.

Redactionele bijdragen zijn vrij van publiciteit. Overname, geheel of

gedeeltelijke na uitdrukkelijk schriftelijketoestemming van de uitgever.

Beleggingen in Europees logistiek vastgoed bereiken recordhoogte in 2014Beleggingen in logistiek en industrieel vastgoed in Europa bereikten in 2014 een record-hoogte van € 21,1 miljard. Dat is een toename van 28% ten opzichte van de € 17 miljard die in 2013 werd gerealiseerd, zo meldt JLL. Alleen al de beleggingen in het laatste kwartaal bereikten een opzienbarende € 8,2 miljard, wat een nieuw kwartaalrecord betekent.

In de twee grootste markten, die van het Verenigd Koninkrijk en Duitsland (resp. € 8,2 mil-jard en € 3,6 miljard), werden vorig jaar nationale records gebroken, vooral dankzij een hausse aan portfoliotransacties. Tegelijkertijd werden ook in Tsjechië, Polen en Zwitserland nieuwe jaarrecords gevestigd.

Hans van den Bergh, de Nederlandse national director Logistics Capital Markets bij JLL: “Het is een uitstekend jaar geweest om te beleggen in logistiek en industrieel vastgoed, wat het groeiende vertrouwen in de categorie onderstreept. Dit vertrouwen wordt gevoed door de sterke fundamenten van de gebruikersmarkt en verder toegenomen hoeveelheid beschikbaar kapitaal. Zowel nationale als internationale beleggers blijven veel interesse tonen in portfolio’s en afzonderlijke objecten, en we verwachten dan ook dat de huidige transactievolumes op peil blijven.”

Grote portfoliotransacties blijven belangrijk: vorig jaar oversteeg het totale volume de € 10 miljard (een toename van 25% vergeleken met 2013). Bijna 50% van de verhandelde porte-feuilles waren in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland gesitueerd. De grootste stijging van portefeuilletransacties werd waargenomen in Centraal-Europa, hier steeg het volume tot € 1,4 miljard (vergeleken met slechts € 25 miljoen in 2013). De Zuid-Europese landen (Italië, Spanje en Portugal) toonden eveneens een sterke stijging van de transactiewaarde tot € 510 miljoen, een verviervoudiging ten opzichte van het voorgaande jaar.

“In Nederland zagen we het beleggingsvolume eveneens sterk toenemen zo voegt Van den Bergh toe. “In vergelijking met 2013 steeg het beleggingsvolume in 2014 met 39% naar een niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek naar logistiek vastgoed in Nederland, wat ook in 2015 zal resulteren in enkele nieuwe spelers op de logistieke vastgoedmarkt.”

Ook België doet het zeer goed. De bedragen die werden geïnvesteerd in logistiek en in-dustrieel vastgoed stegen in 2014 tot 40% vergeleken met 2013. Bij twee derden van het volume ging het over logistieke eigendommen. Spelers zoals Montea, WDP en Intervest de-den het vooral goed aan de aankoopzijde, terwijl ontwikkelaars zoals MG Real Estate vooral actief waren aan de verkoopszijde. De grootste transactie in ons land was de acquisitie van Intervest van een logistiek eigendom van 77.000m² in Opglabbeek.

Sven Bertens, associate director en hoofd Research bij JLL: “Zoals verwacht heeft de neer-waartse druk op het aanvangsrendement van logistiek vastgoed zich gedurende 2014 en het begin van 2015 doorgezet. Dit komt met name door de grote hoeveelheid kapitaal die in deze sector wordt belegd, de gunstige financieringsmarkt en de groeiende gebruikers-vraag. Rendementen zullen ook dit jaar blijven afnemen door de aanhoudende interesse en het tekort aan beleggingsproducten.”

Page 5: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

FLASH

5B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

De Alliance for European Logistics (AEL) pleitte tijdens de 7de European Logistics Summit voor een sterke focus van de EU op het verder ontginnen van het poten-tieel op het vlak van e-commerce. De regelgeving moet dringend geüpdatet worden zodat innovatie en investeringen in e-commerce gestimuleerd worden. De wereldwijde omzet uit e-commerce zou in 2015 meer dan één triljard dollar ver-tegenwoordigen en e-commerceverkoop zou in 2018 in China alleen al hoger dan dat bedrag liggen.

Volgens de AEL zou een meer uniforme regelgeving in de EU meer dan de helft van alle bedrijven aanzetten om meer te investeren in e-commerce. Vooral kmo’s hebben daar veel bij te winnen. Recent onderzoek van eMarketer stelt bovendien dat EU-consumenten elk jaar 11,7 miljard euro zouden besparen als ze toegang zou-den hebben tot een breed EU-aanbod aan goederen en diensten. De volledige ver-wezenlijking van de ‘digital single market’ zou een groei van 340 miljard euro kunnen genereren.

Mathieu Grosch, voorzitter van AEL: “Be-

drijven moeten hun supply chain efficiën-tie verhogen en innovatie op het vlak van e-commerce moet aangemoedigd wor-den via een doorgedreven digitalisering. We moeten voortdurend inspelen op de veranderende noden van een sterk ‘gecon-necteerde’ economie. Overheden moeten de kans grijpen om Europese private on-dernemingen te ondersteunen in hun bij-drage aan een globale goederenstroom.”

Behalve een sterke focus op e-commerce moeten volgens de AEL ook investerin-gen in transportinfrastructuur hoog op de Europese agenda staan. Binnen het kader van eerlijke concurrentie en een optimaal gebruik van de transportinfra-structuur moeten dergelijke investeringen binnen een Europese context gebeuren in plaats van landspecifieke budgetten toe te kennen. “Een globaal gebruik van ver-schillende transportmodi en slimme infra-structuurinvesteringen moeten voorrang krijgen op het toekennen van budgetten van land tot land. Obstakels in de bestaan-de transportinfrastructuur moeten weg-gewerkt worden en cabotage mag geen deel uitmaken van een eerlijke interne markt”, besluit Grosch.

E-commerce en strategische transportinvesteringen moeten Europese prioriteit zijn

Crown verbetert energie-efficiëntie van WT 3000 pallettrucks Alle WT 3000 trucks worden vanaf nu met een geoptimaliseerde batterijduur geleverd. Volgens de VDI 2198 testcyclus, een erkende industriestandaard, lopen de nieuwe Crown WT 3000 modellen aan-zienlijk langer op één batterijlading bij verwerking van eenzelfde hoeveelheid pallets. Bij trucks met mechanische be-sturing werd een langere looptijd tot 28% gemeten, terwijl trucks met elektronische

besturing een verbetering van circa 9% opleverden. Dat betekent dat de batterij minder vaak hoeft te worden opgeladen, waardoor zowel de beschikbaarheid van de truck als de productiviteit toeneemt. De geoptimaliseerde energie-efficiëntie maakt het bovendien mogelijk om bij be-paalde toepassingen dezelfde werkzaam-heden met kleinere, goedkopere batterij-en te verrichten.

Trimble Transport & Logistics introduceert nieuwe trucknavigatie voor boordcomputers Trimble Transport & Logistics lanceert haar ‘next generation’ trucknavigatie. Die oplossing is bestemd voor de boordcom-puters die worden ingezet in de trans-port- en logistieke sector. Met de nieuwe trucknavigatie bevestigt Trimble zijn am-bitie om klanten te ondersteunen bij het verhogen van de efficiëntie en veiligheid van hun operaties. De nieuwe features

omvatten o.m. een 3D-kaartweergave, een vergaande flexibiliteit om instellin-gen aan te passen, de mogelijkheid om meerdere truckprofielen aan te maken, alternatieve routevoorstellen, herbereke-ning van routes op basis van realtime ver-keersinformatie en een uitgebreide reeks waarschuwingen voor de chauffeur.

Page 6: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E6

VISIE

Nooit meer een off-dayIndustrie 4.0 en de ethische implicaties van altijd in het netwerk te zitten

Computers worden steeds kleiner en worden slimme knooppunten in een globaal netwerk: het Internet of Things (IoT). Die trend zet zich ook door in industriële productieomgevingen. Binnen organisaties zal er een omslag plaatsvinden van sterk gestructureerde en geautomatiseerde bedrijfsprocessen naar netwerken die hun voordeel halen uit de vooruitgang van IT. Dat zal leiden tot slimme productieprocessen in slimme fabrie-ken, ook wel Industrie 4.0 of de vierde industriële revolutie genoemd. Maar het feit dat alles altijd met het inter-net verbonden zal zijn, roept ook voor bedrijven ethische vraagstukken op waar we best op voorhand even stil bij staan.

Vakmedia schrijven er al langer over maar vandaag staat ook de dagblad-media bol van berichten over auto-matisering en robotisering. Op zich ‘domme objecten’ zoals een tanden-

borstel worden plots ‘slim’ door bijvoorbeeld via digitale spelletjes kinderen er toe aan te zetten hun tanden langer en beter te poetsen. Volgens voorspellingen zouden er tegen 2020 meer objecten aan het internet gekoppeld zijn dan mensen. Toch vindt Katleen Gabriels, post-doctoraal onderzoeker aan de VUB toegespitst op de ethische aspecten van het IoT, de term Internet of Things wat ongelukkig gekozen: “Eigenlijk omschrijft de term Internet of Every-thing beter het concept, omdat niet alleen din-gen maar ook mensen en dieren met het inter-net verbonden zijn.”

Katleen Gabriels noemt enkele verschillen tussen het reguliere internet en het IoT: “Het internet zoals wij het tot nu toe kenden, was

een sociaal medium. Alle inhoud op het inter-net vereiste een menselijke interventie. Bij het IoT is dat niet langer het geval. Met het internet verbonden objecten communiceren en wis-selen data uit zonder menselijke betrokken-heid. Bovendien is het IoT territorialiserend: de context is relevant aangezien we sensoren aan objecten bevestigen en de locatie een belang-rijke rol speelt. Dat terwijl bij het reguliere inter-net tijd en locatie net ondergeschikt waren. Een laatste verschil is dat we gewoon zijn van in en uit te loggen op het internet, maar we nu naar een samenleving evolueren waar we altijd in het netwerk zitten.”

Dat alles ‘slim’ wordt, is niet zo nieuw als we denken, werpt prof. dr. dr. h. c. Detlef Zuehlke op. Net als Katleen Gabriels was de directeur van het Innovative Factory Systems Depart-ment van het German Research Center for Artificial Intelligence DFKI en voorzitter van de bestuursraad van Smartfactory, als spre-

ker te gast op Supply Chain Innovations. “In 2004 bezocht ik al een slimme woning. Op dat moment is ook de idee ontstaan om alle objecten, en ook mensen, in bedrijven even-eens te linken in een netwerk op basis van internettechnologie. Dat ‘smart factory’-con-cept zijn we later gaan aanduiden als Industrie 4.0. De recente aandacht voor slimme consu-mentenproducten zal de evolutie naar slimme fabrieken alleen maar versterken en versnellen. Het internet stopt niet aan de hekken van de productievestigingen. Het zal onze fabrieken binnendringen en leiden tot volledig nieuwe oplossingen. Niettegenstaande is het heel belangrijk om ons ervan bewust te zijn dat dit niet enkel over een technologische evolutie gaat. Het IoT is een netwerktechnologie en moet dus gedragen worden door een netwerk van mensen en bedrijven. In 2002 al lanceerde Samsung de eerste ‘internetkoelkast’ met touch-screen en barcodescanner. Deze koelkast kon producten bestellen voor de gebruikers maar

Page 7: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

7

VISIE

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

Nooit meer een off-dayIndustrie 4.0 en de ethische implicaties van altijd in het netwerk te zitten

als er niemand aan de andere kant van de keten is die de producten effectief levert, ben je daar niets mee natuurlijk. De internetkoelkast is dan ook geen succes geworden. Er is jarenlang een stilstand geweest op het vlak van IoT omdat we geen aandacht besteedden aan de achterlig-gende businessmodellen.”

Van piramides naar netwerkenDe huidige fabrieken zijn op het vlak van auto-matisering erg gestructureerd. Prof. Detlef Zuehlke spreekt in dit kader van de automa-tiseringspiramide. “In de toplaag vinden we ERP-systemen (Enterprise Resource Planning), met daaronder Manufacturing Execution Sys-tems (MES) en op een nog meer operationeel niveau de Programmable Logic Controllers (PLC’s). Dat was een statisch model – ingeni-eurs houden er nu eenmaal van om erg dui-delijke structuren te hebben – dat eenmaal geïnstalleerd tientallen jaren meeging. Voor het eerst komen er nu barsten in dat systeem

omdat we in een nieuwe, erg dynamische wereld zijn terechtgekomen. Producten wor-den geconnecteerd, machines krijgen steeds

meer sensoren en ook de medewerkers zijn mobiel. We evolueren van een gestructu-reerde piramide naar een ongestructureerd netwerk. Een netwerk dat niet langer statisch is, maar dynamisch. Dat maakt het moeilijk om er goede ontwerpprocessen voor op te zetten en op dat vlak hebben we nog een lange weg te gaan.”

“Door de geschiedenis heen hebben we ver-schillende golven van complexiteit gezien. Mensen verhogen de complexiteit met nieuwe uitvindingen of technologieën, maar na een tijdje vinden we ook een manier om het geheel te vereenvoudigen zodat we er beter mee om kunnen gaan. Industrie 4.0 lijkt voor velen op dit moment heel complex en haast een onbegonnen werk om in de praktijk te brengen, maar ik geloof dat Industrie 4.0 na verloop van tijd, door meer abstractie te brengen, de complexiteit van onze syste-men zal verminderen. Ik heb het in die con-text vaak over een ‘lean automation wave’: Industrie 4.0 zal heel wat automatisering die we eigenlijk niet nodig hebben, wegwer-ken. Denk bijvoorbeeld maar aan PLC’s. Wij hebben nu in ons laboratorium een machine ontwikkeld waarbij er geen PLC meer is. Dat is een echte revolutie maar nog geen gebruiksklare uitvinding, omdat je nog echt diepgaand getraind moet zijn in de com-

Prof. dr. dr. h. c. Detlef Zuehlke: “De internetkoelkast was tot nu toe geen succes, omdat het IoT een netwerktechnologie is en dus gedragen moet worden door een netwerk van mensen en bedrijven.”

“Vertrouwen en privacy zijn in de toekomst Unique

Selling Points.”

Page 8: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E8

VISIE

puterwetenschappen om zoiets op te zetten”, zegt prof. Detlef Zuehlke.

Volgens prof. Detlef Zuehlke is een brede adop-tie van Industrie 4.0 nog niet meteen voor mor-gen. “Er zijn nieuwe standaarden nodig, zodat objecten uit de ene fabriek ook met objecten uit een andere fabriek kunnen praten. Op het vlak van interoperabiliteit hebben we nog veel werk voor de boeg. Daarnaast remt de huidige wetgeving de nieuwe evoluties af. Denk maar aan alle regelgeving met betrekking tot de voedselketen. Dat vraagt een statisch design van de processen, terwijl we juist moeten stre-ven naar meer dynamiek. En misschien nog het belangrijkste: we moeten over nieuwe busi-nessmodellen durven te praten. Wie gaat er geld aan verdienen? Het zullen misschien niet de bedrijven zijn die de gadgets verkopen die rijk worden, maar degene die er diensten rond ontwikkelen: het Internet of Services. Of par-tijen als Google en Facebook die er op grote schaal in slagen data met elkaar te verbinden.”

Plus- en minpuntenHet IoT heeft als groot voordeel dat het een tijdsbesparend systeem is. De apparatuur past

zich aan en neemt werk over. Door de integratie en analyse van gegevens van op afstand ver-hogen eveneens de efficiëntie en de producti-viteit, en is er een positieve impact op comfort, snelheid en kosten. Katleen Gabriels geeft het voorbeeld van de intelligente snoepautomaat: “Stel je voor dat je op het werk een automaat hebt die werkt op basis van gezichtsherken-ning. De automaat zal je bijvoorbeeld niets verkopen met nootjes als je daar allergisch voor bent of misschien een verkoop weigeren als je al het maximaal aantal calorieën binnen hebt. Bovendien is zo’n automaat in staat om zelf producten te bestellen en meteen een link te maken met het transport ervan, rekening hou-dend met allerlei factoren. Op die manier kan je zonder menselijke interventie op een veel intel-ligentere manier producten toevoeren.”

Andere voordelen van het IoT zijn een ver-hoogde zichtbaarheid en veiligheid. Maar deze pluspunten hebben ook een keerzijde.Katleen Gabriels: “Zo kunnen we om ouderen langer thuis te laten wonen sensoren plaatsen die alles meten, zodat er bij een val onmiddel-lijk gealarmeerd kan worden. Anderzijds meten die sensoren vandaag alles, zonder filter. Uit

een pilootproject bleek dat er door die intense registratie een soort competitie ontstond tus-sen de kinderen van zorgbehoevende ouders. Want via de gegevens is het ook mogelijk om te zien wie op bezoek komt en hoe lang. Hoe meer mensen en dingen via het internet ver-bonden zijn, hoe dwingender bepaalde ethi-sche vraagstukken worden.”

Nood aan ethisch kaderVolgens Katleen Gabriels worden vertrou-wen en privacy in de toekomst Unique Selling Points (USP’s). “Persoonlijk, intieme data wor-den ook transparant en dat maakt de vraag naar ‘data ownership’ alleen maar urgenter, alsook wie de data mag delen. Het is als bedrijf heel erg belangrijk om na te denken over hoe open je bent over de geïnformeerde toestem-ming. Je moet de klant inzicht geven in het doel en de duur van de tracking en wie er inzicht heeft in de data. In de Verenigde Staten worden de data van de Electronic Data Recor-der (EDR) in personenwagens nu al steeds vaker verbonden met de autoverzekering. Als je bereid bent om die data vrij te geven, krijg je een fikse korting. Het open communiceren hierover is erg belangrijk. Enkele jaren gele-den kwam Samsung in opspraak omdat hun slimme televisie ook de mogelijkheid gaf om bijvoorbeeld gesprekken af te luisteren. Als je je klant hierover niet hebt geïnformeerd, dan verlies je het vertrouwen en zal je product niet van de grond komen.”

Automatisering zorgt voor nieuwe structuren. Bedrijven moeten nadenken over hoe ze data controleren en beheren.

Oorspronkelijk ging Wehkamp voor een BREEAM-certificering ‘Very Good’, maar alle inspanningen op het vlak van duurzaamheid hebben de organisatie uiteindelijk de certificering ‘Excellent’ opgeleverd.

“Industrie 4.0 zal heel wat automatisering

die we eigenlijk niet nodig hebben,

wegwerken.”

Page 9: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

9

VISIE

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

K. Gabriels: “Voor wie zijn de data toegankelijk? Hoe kan je de data beveiligen en tegelijk toch gebruikersvriendelijkheid garanderen? Het is van groot belang om binnen bedrijven te investeren in digitale geletterdheid en ervoor te zorgen dat alle medewerkers weten hoe ze met digitale informatie moeten omgaan. Er moet aangestuurd worden op slim gebruik van slimme technologieën. Dat kan bijvoorbeeld door strategische workshops en assessment-studies naar de impact van het IoT op specifieke aspecten van de organisatie.”

Katleen Gabriels besluit met te verwij-zen naar het morele en wettelijke vacuüm dat momenteel bestaat en het belang van samenwerking in deze. “Neem het voorbeeld van de autonome wagen. In die wagens wor-

den vooraf allerlei morele beslissingspro-cessen geprogrammeerd. Wat als de wagen onvermijdelijk crasht? Dan kun je bijvoor-beeld programmeren dat de wagen weg-stuurt van de voorligger en zo in de berm terechtkomt, misschien wel tegen een boom. De kans dat je die klap overleeft als bestuur-der is een pak kleiner. Zou je als bestuurder dezelfde beslissing hebben genomen? Wat doe je dan als bedrijf met de geïnformeerde toestemming? Als iemand de wagen aan-koopt, moet je dan alle programmeeropties erbij geven: in deze situatie zal de wagen dat beslissen? En kunnen we programmeurs überhaupt met die morele verantwoorde-lijkheid opzadelen? Als het gaat over zware, morele beslissingsprocessen is het belangrijk dat dit in samenspraak gebeurt met een web

van professionals in verschillende domeinen, zoals advocaten, ethici, gebruikers,…Je ziet dat vandaag al gebeuren, maar nog veel te weinig. We moeten ook nadenken over wie er verantwoordelijk is als er iets misloopt met de technologie. Eigenlijk is dat een oude vraag, want we gaan er vandaag ook van uit dat bijvoorbeeld hartslagmeters in opera-tiekamers gewoon hun werk doen. In die zin vertrouwen wij vandaag al voortdurend op technologie, zonder dat het een probleem hoeft te zijn. Alleen moeten we er wel bij stil-staan en er een duidelijk kader voor creëren. We moeten gebruikmaken van de voordelen van het IoT zonder de ethische problemen en valkuilen uit het oog te verliezen en er inte-gendeel op anticiperen.”MT

Page 10: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E10

E-COMMERCELOGISTIEK

Sterke automatisering voor e-commercemagazijnWehkamp stoomt zich klaar voor de toekomst

E-commerce is booming business. Dat veel partijen in de markt daar een graantje van mee proberen te pikken, is logisch. Maar sommige bedrijven zien het wel heel erg groot. Wehkamp bijvoorbeeld. Met zijn strategie richt het van oudsher bekende postorderbedrijf sinds 2008 al zijn pijlen op e-commerce. De groeiperspectieven weerspiegelen zich in een enorm geautomatiseerd magazijn in Zwolle, dat in de zomer live moet gaan. Tijdens Supply Chain Innovations lichtte Andries van Daalen, programmadirecteur bij RFS Holland Holding, de strate-gie van Wehkamp en het bijbehorende magazijn toe.

Wehkamp maakt deel uit van de RFS Holland groep. Andere leden van de groep zijn Fonq.nl, Create Fit en Lacent. Daarnaast heeft de groep ook een real

estate tak. De groep vormt een van de groot-ste webwinkels van Nederland met een omzet van bijna 700 miljoen euro. Naast Wehkamp heeft de organisatie eind vorig jaar Wehkamp.be opgericht, waar Belgische klanten online kunnen kopen.

Groeiende marktAndries van Daalen start met een paar alge-mene marktcijfers die boekdelen spreken. Na het VK mag Nederland het grootste aandeel online verkopen op zijn naam schrijven. Per jaar koopt de Nederlander gemiddeld 9 keer iets via het internet, met een gemiddelde besteding van 110 euro. In 2014 waren de online verkopen in Nederland goed voor om en bij de 14 miljoen euro. “Vandaag gebeurt al 18% van de retailbestedingen online. Daar-naast stellen we vast dat mensen ook steeds vaker met hun tablet of smartphone bestellen, in plaats van met hun pc. In de kerstperiode van vorig jaar kwam zelfs 44% van de bestel-lingen via een tablet of smartphone. Daar moeten wij op inspelen. We besteden van-

daag dan ook extreem veel aandacht aan een zeer grote gebruikersvriendelijkheid voor het gebruik van onze site op die toestellen.”

Volgens Andries van Daalen zal e-commerce bovendien een steeds groter aandeel van de totale retailkoek voor zich nemen. Volgens onderzoek zou tegen 2020-2025 maar liefst 50% van de retailproducten – reizen en tickets bijvoorbeeld dus niet meegerekend – online worden gekocht. Een groot verschil met de huidige 18%. “In Nederland valt er dus nog heel wat extra omzet te rapen. In België zelfs nog veel meer, want in dat land wordt van-daag nog veel minder online gekocht. Vandaar ook de keuze om een website specifiek voor de Belgische markt op te richten.”

Vaste waarde in het online landschapMet een bestaan van maar liefst 60 jaar heeft Wehkamp een zeer grote naamsbekendheid in de markt verworven. Zo’n 140 miljoen mensen bezoeken jaarlijks de website, waar je ongeveer 205.000 verschillende produc-ten van 2.000 merken kunt kopen. Elk jaar verstuurt Wehkamp zo’n 7,5 miljoen pakjes, met daarin gemiddeld bijna vier stuks. “Van oorsprong zijn we een postorderbedrijf dat

geleidelijk aan tot een e-commercebedrijf is uitgegroeid. Een tiental jaar geleden hebben we besloten om volledig te stoppen met print

Andries van Daalen, programmadirecteur bij RFS Holland Holding : “Van oorsprong zijn we een postorderbedrijf dat geleidelijk aan tot een e-commercebedrijf is uitgegroeid. Een tiental jaar geleden hebben we besloten om volledig te stop-pen met print en enkel nog online te verkopen.

Page 11: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

11

E-COMMERCELOGISTIEK

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

Sterke automatisering voor e-commercemagazijn

en enkel nog online te verkopen. Zo’n 50% van onze nieuwe klanten is minder dan 35 jaar oud is. Dat betekent dat ons merk, ons assortiment en onze dienstverlening ook aanslaat bij het jonge publiek”, legt Andries van Daalen uit. “Waarin we ons van andere websites onderscheiden? De meeste webwinkels hebben hun site ingedeeld volgens het stramien ‘plaatje, praatje en prijs’. Een zeer functionele aanpak dus. Wij trachten emotie en inspiratie toe te voegen aan onze win-kel op het internet. Wij tonen bijvoorbeeld welke schoenen je met een bepaalde broek kunt com-bineren. Ook bij meubelen stellen wij voor wat goed bij elkaar past. Zulke zaken weet de klant te waarderen.”

Naast een ruim assortiment biedt Wehkamp ook een sterke service aan. Bestellingen die voor 23 uur worden besteld, worden de volgende dag bezorgd, en dat zes dagen per week. Leve-ring gebeurt dus ook op zaterdag en kleinere producten kunnen ook ’s avonds tussen 18u. en 21u. thuis worden bezorgd. De thuisleve-ring gebeurt in tijdsvakken van twee uur. Een twintigtal minuten voor de levering krijgt de consument bovendien een sms dat zijn pakje op komst is. Naast levering thuis of op het werk kan de consument zijn pakje ook ophalen op de 1.100 servicepunten over heel Nederland. Daar-naast kan de consument sinds kort zijn pakketje laten bezorgen in een DHL Parcelstation, waar op een veilige manier pakjes uit een automaat kunnen worden gehaald. Ook retours kunnen via de automaat teruggenomen worden. Bij Wehkamp gaat trouwens heel veel aandacht naar retours, die zeker wat kledij betreft niet te onderschatten vallen. Zo’n 35% van alle modeartikelen komt retour. Retourneren is bij Wehkamp gratis en het bedrijf verwerkt terug-betalingen binnen de drie dagen.

Op naar nieuw dcDie service zal nog worden aangescherpt eens het nieuwe dc deze zomer is geopend. Dat dc zal een wezenlijk deel uitmaken van de orga-nisatie, die eruit ziet als volgt. Momenteel zijn de 650 medewerkers van Wehkamp verdeeld over drie vestigingen: Zwolle, met hoofdkan-toor en fotostudio, het Logistiek Service Cen-trum Dedemsvaart (30.000m²) voor kleine producten en het Logistiek Service Centrum Maurik (32.000m²), voor grotere en zwaardere producten. “Het Logistiek Service Centrum in Dedemsvaart zullen we sluiten wanneer ons nieuwe Logistiek Service Centrum in Zwolle up & running is. Het magazijn in Dedems-vaart kon de groei al een paar jaar niet meer slikken. We zijn dan ook op een achttal andere locaties goederen beginnen te leggen. In het nieuwe dc willen we opnieuw alles – behalve de grotere goederen, die in Maurik blijven – op één centraal punt brengen en bovendien

de nodige ruimte scheppen voor de verdere groei die we verwachten”, legt van Daalen uit.

Met het nieuwe dc streeft Wehkamp verschil-lende ambities na. Niet enkel moet het de verwachte groei van Wehkamp faciliteren, dat moet ook op een structureel lager kostenni-veau gebeuren. “Deze betrouwbare logistieke backbone moet ons ook strategische concur-rentievoordelen opleveren. We zijn momen-teel marktleider en het nieuwe dc moet ons toelaten om dat ook te blijven”, weet van Daalen.

Bij de bouw van het magazijn en de selectie van de leveranciers ging Wehkamp dan ook niet over één nacht ijs. “We hebben alle opties overwogen. Ook om uit te besteden, maar uiteindelijk hebben we besloten om zelf de touwtjes in handen te houden en fors te inves-teren in een nieuw magazijn, dat meteen het

Oorspronkelijk ging Wehkamp voor een BREEAM-certificering ‘Very Good’, maar alle inspanningen op het vlak van duurzaamheid hebben de organisatie uiteindelijk de certificering ‘Excellent’ opgeleverd.

Page 12: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E12

E-COMMERCELOGISTIEK

grootste geautomatiseerde distributiecen-trum voor online retail ter wereld zal worden”, zo luidt het.

Weloverwogen selectieIn totaal ging zo’n 100 miljoen euro naar het project, waarvan 30 miljoen euro naar de grond en het gebouw en 70 miljoen naar de automatisering. A. van Daalen: “Zowel voor wat betreft de grond en het gebouw als voor de automatise-ring hebben we telkens met een tiental aan-bieders gesproken. De verkennende gesprek-ken hebben we door een gespecialiseerd bureau laten doen, dat de basisspecificaties meegaf. Enkele hebben toen meteen al afge-haakt, waarna we telkens met een vijftal par-tijen dieper in gesprek zijn gegaan. Met de laatste drie zijn we het traject van het gede-tailleerde design ingegaan, waarbij we alle kengetallen hebben meegegeven.”

De partij die werd geselecteerd voor de grond en het gebouw was de Belgische vast-goedbevak WDP. “We hebben een terrein van 66.000m² in Zwolle aangekocht, op zo’n 20 kilometer van Dedemsvaart, waar boven-dien uitbreiding op een lap grond van 3 hec-tare mogelijk is. Het gebouw zelf beslaat zo’n

35.000m² en is goed voor een 53.000m² wer-kruimte met de mezzanine erbij. We heb-ben het gebouw gerealiseerd in zeer nauwe samenwerking met WDP. Belangrijk voor ons was ook dat we zeker wisten dat WDP langere tijd eigenaar van het gebouw zou blijven. We hebben een huurcontract afgesloten voor 15 jaar, waarbij we na 10 jaar kunnen bekijken of het opportuun is om het gebouw over te nemen”, aldus van Daalen. “We hebben ook heel veel aandacht besteed aan het aspect duurzaamheid. Zo hebben we op ons dak het grootste park met zonnecellen dat er in Nederland ligt. We hebben verder bewust ook gekozen voor een betonnen gebouw, waarin je de temperatuur veel gemakkelijker kunt reguleren dan in een stalen constructie. Oor-spronkelijk gingen we voor een BREEAM-cer-tificering ‘Very Good’, maar al onze inspannin-gen op het vlak van duurzaamheid hebben ons uiteindelijk de certificering ‘Excellent’ opgeleverd.”

Binnen half uur de deur uitWat betreft de automatisering, viel de keuze op het Oostenrijkse bedrijf Knapp. Beslist werd om de Order Storage Retrieval Shuttle van de leverancier te implementeren. De OSR Shut-tle is een compact dubbeldiep opslagsysteem

waarbij op ieder niveau shuttles in horizontale richting rijden. De shuttles zijn uitgerust met een telescopische arm, waarmee de opslag-bakken van de opslagpositie op de shuttle kunnen worden getransporteerd. Vervolgens leveren de shuttles de bak af bij een lift, die instaat voor de verticale beweging naar het afzetpunt. Via een conveyor gaat de bak naar een orderpickstation, waar de gewenste goe-deren worden gepickt. Daarna kan de voor-raadbak terug in het systeem. Grote troef van de OSR is de zeer grote snelheid, aangezien op de verschillende niveaus de shuttles onafhan-kelijk van elkaar opereren.

“Belangrijk was dat we een systeem in huis haalden dat was gebaseerd op bewezen tech-nologie. We zijn dan ook diverse magazijnen in Europa gaan bekijken die al een OSR in huis hadden. Immers, we zijn ervan overtuigd dat je van die bedrijven de meest eerlijke verha-len over de ervaringen met het systeem krijgt”, aldus van Daalen.

Het systeem dat Wehkamp heeft geïmplemen-teerd, bezit maar liefst 480.000 opslagplaatsen voor bakken en 468 shuttles, die rijden in gan-gen van 150m diep. Daarnaast zijn er 24 order-pickstations – 12 beneden en 12 op de mezza-nine - voorzien, die een volume van 196.000 items per dag aankunnen. Eén medewerker kan per uur zo’n 500 stuks picken. Dat doet hij rechtstreeks in de verzenddoos. Omdat van alle producten de grootte is gekend, zal de achter-liggende software steeds de doos kiezen die het best aansluit op het order. “Handig aan de OSR is dat je het systeem zeer modulair kunt uitbreiden. Mochten we dat willen, kunnen we nog een gang toevoegen, wat de capaciteit terug fors de hoogte zal doen ingaan”, weet van Daalen.

Naast het automatische systeem komt er nog een manuele zone met 2,5 kilometer aan stel-lingen voor hanggoed en 8.000 palletlocaties. Binnen het nieuwe magazijn zal het mogelijk zijn om twee keer zo snel te picken als in het distri-butiecentrum in Dedemsvaart, en dat met veel minder medewerkers. De OSR stelt Wehkamp

Wehkamp besloot om in het nieuwe magazijn de Order Storage Retrieval Shuttle van Knapp te imple-menteren. De OSR Shuttle is een compact dubbeldiep opslagsysteem waarbij op ieder niveau shuttles in horizontale richting rijden.

Page 13: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

13

E-COMMERCELOGISTIEK

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

in staat om klantenorders binnen het half uur te verwerken. Daarnaast wil Wehkamp –bijvoor-beeld door leveranciers via ASN (Advanced Shipping Notice) te laten werken – inkomende goederen binnen de twee uur in het sys-teem opgeslagen hebben. Dat geldt ook voor retours. “Je mag niet vergeten dat we elke dag zo’n 25.000 zaken retour krijgen, die we uiter-aard zo snel mogelijk willen verwerken”, voegt van Daalen toe.

Ook over de keuze van de aansturende soft-ware achter het systeem , werd grondig nage-dacht. “Opnieuw zijn we het traject met aan-vankelijk een tiental leveranciers in gegaan. We hadden kunnen kiezen voor een best of breed WMS, dat heel breed is qua functionaliteit maar het soms moeilijk had om goed met de verre-gaande automatisering binnen ons magazijn

om te gaan. Uiteindelijk hebben we dat niet gedaan en gekozen voor het WMS KiSoft van Knapp zelf, waarvan we zeker waren dat die perfect met onze hardware zou kunnen ‘pra-ten’”, licht van Daalen toe.

Alles uit één handAls integrator werd Knapp trouwens verant-woordelijk voor alle systemen binnen het magazijn, dus ook van bijvoorbeeld de sorteer-machines en verpakkingslijnen, die niet van Knapp zelf zijn. “Mochten we deals met alle par-tijen afzonderlijk hebben afgesloten, zou ons dat wellicht goedkoper zijn uitgekomen. Maar wij wilden één partij die verantwoordelijk was voor alles, zodat partijen niet naar elkaar hoe-ven te wijzen als we een pakket niet binnen het half uur de deur uit krijgen”, zegt van Daalen. “Vanaf de start van het nieuwe magazijn zullen

er ook 12 mensen van Knapp in verschillende shifts instaan voor het onderhoud van al onze systemen.”

Aan het einde van het magazijn staat een enorme outboundsorter waar de orders worden uitge-sluisd volgens de 140 postcodegebieden, inclusief België. Daar neemt DHL alle pakketjes van Weh-kamp over om ze via zijn depots aan de klant te beleveren. “Doordat het hele proces van bestellen tot het pakje de deur uitgaat nog maar een half uur in beslag zal nemen, kunnen we in de toekomst ook overstappen op same day delivery. Dat is meteen ook een van de belangrijkste optimalise-ringen die we uit het nieuwe systeem willen halen. We zijn in elk geval zeker dat ons nieuwe magazijn ons zal toelaten om onze service op een nog hoger niveau te tillen”, besluit Andries van Dalen.TC

KNAPP Benelux BVBA | Amelia Earhartlaan 17 | 9051 Sint-Denijs-Westrem | België | [email protected]

pharma | cosmetics | fashion | retail | food | tools & spares | office | tabacco

knapp.com

KNAPP is internationaal actief op het gebied van geautomatiseerde totaaloplossingen binnen de magazijnlogistiek. Focus ligt daarbij op doelmatige, compacte en hoog dynamische systemen voor opslag en orderafhandeling. De deskundigheid van KNAPP ligt in innovatie & productontwikkeling, het projectmatig denken & doen, en een allesomvattende dienstverlening na inbedrijfstelling. Hierbij concentreert KNAPP zich op zijn kernmarkten.

solution provider

simplemaking complexity

Page 14: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E14

HANDLING

Groeien in kleine magazijntrucksStill stelt vernieuwde serie stapelaars voor

Naar goede gewoonte presenteerde Still onlangs zijn nieuwste telgen met veel spektakel op zijn site in Ham-burg. Dit keer waren het de nieuwe stapelaars EXV en EXV-SF die in de schijnwerpers stonden. De nieuwe ver-sies zijn tekenend voor de innovatieve wind die Still gaandeweg doorheen zijn volledige gamma laat waaien, zo bleek tijdens de internationale persconferentie waar de nieuwe stapelaars uitgebreid werden voorgesteld.

De zes bouwstenen waarrond Still zijn nieuwe toestellen vandaag opbouwt zijn kracht, precisie, ergonomie, com-pactheid, veiligheid en milieuvriende-lijkheid. Dat was ook meteen duidelijk

bij de introductie van de nieuwe stapelaars EXV en EXV-SF met hefcapaciteiten van 1,4 tot en met 2 ton. De talrijke verbeteringen op die verschil-lende fronten moeten van de nieuwe stapelaars meer dan waardige opvolgers maken tegenover de vorige reeks.

Still verwacht dan ook veel van de nieuwe toestel-len, die de bestaande modellen zullen vervangen. “De markt in Europa telt ruim 25.000 toestellen binnen die klasse en dat aantal stijgt nog. Het plan is om 10 à 20% groeien in die markt. Een ver-koopsstijging van 4.000 naar 5.000 stapelaars de komende jaren lijkt ons een realistische inschat-ting”, vertelt Thomas Fischer, algemeen directeur bij Still. “In België bedroeg de totale markt voor stapelaars in 2014 bijna 1.200 eenheden, binnen een totale hef- en magazijntruckmarkt van 11.556 eenheden”, vervolledigt Jean-Paul Dubois, direc-teur van Still Benelux. “Wij verwachten dat dit jaar de cijfers in de markt vrij stabiel zullen blijven. Maar de nieuwkomers in het gamma zullen het ook bij ons ongetwijfeld goed doen.”

Sterk in veelzijdigheidDe nieuwe stapelaars voelen zich thuis in verschil-lende omgevingen, zoals bij het laden en lossen van vrachtwagens, intern transport of de in- of uitslag van goederen in stellingen. In de nieuwe reeks onderscheiden we twee varianten: de EXV voor meeloopinzet en de EXV-SF met een opklap-baar platform om mee te rijden. De EXV is er in

de hefcapaciteiten 1.0, 1.2, 1.4, 1.6 en 2.0 ton. De EXV-SF is beschikbaar in capaciteiten van 1.4, 1.6 en 2.0 ton.

Kenmerkend voor de nieuwkomers zijn een strak design, een hoog restdraagvermogen en een zeer grote wendbaarheid. Het ruime aanbod masten gaat tot 4.466mm hoog. Doordat de mastbreedte

In de nieuwe reeks onderscheiden we twee varianten: de EXV voor meeloopinzet en de EXV-SF met een opklapbaar platform om mee te rijden.

Page 15: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

15

HANDLING

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

net iets breder is dan die van de vorige serie, is het zicht op de vorkpunten, de last en de omgeving optimaal. De makers kozen bij deze versie voor een krachtige draaistroommotor (2,3kW) en een 3,2kW hefmotor.

Hoge ergonomieDoor de hoge snelheden die sommige stapelaars bereiken, zijn ze ook zeer geschikt voor middel-lange en lange afstanden. Met een maximum-snelheid van 8km/u. belast en 10km/u. onbelast zijn de EXV-SF 14-20 modellen zelfs de snelste sta-pelaars in de markt. Een van de verbeteringen ligt ook in het luchtgeveerde meerijplatform, dat tril-lingen en schokken optimaal dempt en operators zo een zeer ergonomische werkplek biedt. Voor een nog betere ondersteuning van de rug tijdens het rijden, is het platform individueel instelbaar naargelang het postuur van de operator. De zij-delingse beschermbeugels zijn eveneens indivi-dueel instelbaar. Nieuw voor deze reeks is ook de standaard Curve Speed Control functie, die auto-matisch de snelheid bij het nemen van bochten reduceert. “Die aspecten maken de nieuwe stape-laars onmiskenbaar nog een stuk ergonomischer en veiliger dan hun voorgangers”, weet Jean-Paul Dubois.

De standaard knikdissel op stapelaars met mee-rijplatform garandeert ook bij hoge snelheden dat de stapelaar goed beheersbaar blijft. De sta-pelaars zijn ook verkrijgbaar met een Still-com-bidissel. Bij het uitklappen van de dissel bij meel-oopinzet van deze trucks verhoogt de afstand tussen operator en truck en is het mogelijk om een snelheid van 6km/u. te halen.

Ook de meeloopstapelaar haalt 6km/u. Afhanke-lijk van de disselhoek past de Still Optispeed-dis-sel automatisch de snelheid aan, wat opnieuw voor een grote veiligheid zorgt. De optionele slakkengangdissel maakt het mogelijk om zelfs in zeer krappe ruimtes of in vrachtwagens de truck met verticale dissel toch nog goed te verplaatsen.

Verder verhoogde Still de hef- en daalsnelheden. Met last is een snelheid van ca. 0,16m/s moge-lijk en onbelast is zelfs 0,30m/s mogelijk. Ook de prestaties op het vlak van restdraagvermogen

zijn verbeterd. Zo kan een truck met drievoudige mast op een hefhoogte van 5.402mm nog steeds 730kg heffen.

Initiaalheffing voor efficiënt horizontaal transportDe EXV 14i-16i en de EXV-SF 14i-16i-modellen beschikken ook over een initiaalheffing. Dat maakt het mogelijk om lasten tot 2 ton te trans-porteren zonder de mastfunctie te gebruiken. Dat maakt deze stapelaar zeer geschikt voor horizontaal transport. Bovendien biedt de initi-aalheffing meer bodemvrijheid op oneffen vloe-ren.

Verder biedt Still optioneel een zijdelings bat-terijwisselsysteem aan. Ook dat systeem werd vernieuwd. Doordat bij het ontgrendelen de batterij al een stuk wordt uitgeschoven kan het nog gemakkelijker en ergonomischer in het wis-selframe worden getrokken.

Nu ook met Blue-QVia een helder kleurendisplay beschikt de bestuurder over alle relevante informatie, zoals batterijstatus en rijprogramma. Naast de rijpro-gramma’s ‘boost’, voor maximale omslagpresta-ties, en ‘eco’ voor een energiezuinige inzet, biedt Still nu ook op deze stapelaars het energie-opti-maliseringssysteem Blue-Q. Met die modus zijn energiebesparingen tot 7% mogelijk, terwijl de

prestaties evenwaardig blijven. Daarnaast laat Still weten dat maar liefst 95% van de gebruikte materialen van de stapelaars recycleerbaar zijn, wat terug een steentje bijdraagt tot de ‘zero emission’-belofte die Still nastreeft.

Voor wie een optimale opvolging van zijn voer-tuigen wenst, stelde Still in Hamburg ook zijn FleetManager 4.x voor. Hiermee is het onder andere mogelijk om chauffeurs al dan niet toegang tot het voertuig te verlenen, diverse data en schokken te capteren en verschillende voertuigparameters in te stellen. “De FleetMa-nager 4.x is zeker ook interessant op stapelaars, bijvoorbeeld omdat dit toestellen zijn die al gemakkelijk eens door onbevoegde medewer-kers gebruikt kunnen worden. Ook kun je met de FleetManager 4.x snel achterhalen wie de brokkenmakers zijn. Naar kostenbeheersing toe is dit dus zeker een waardevolle tool”, voegt Jean-Paul Dubois eraan toe.

Wie een stapelaar van de nieuwe reeks wil aan-schaffen, zal daar zo’n 5% meer voor neertellen dan voor een exemplaar van de vorige reeks. “Maar omwille van de talrijke verbeteringen die we binnen deze serie hebben aangebracht, zullen die meerkosten zich zeer snel terugverdienen. In de verhuurmarkt zal het prijsverschil zelfs niet of nauwelijks voelbaar zijn”, besluit Thomas Fisher.TC

Groeien in kleine magazijntrucksStill stelt vernieuwde serie stapelaars voor

Nieuw voor deze reeks is ook de standaard Curve Speed Control functie, die automatisch en soepel de snelheid bij het nemen van bochten reduceert.

Page 16: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E16

WAREHOUSING

Snellere magazijnoperaties met minder verplaatsingenHet VIL stelt project rond dynamische planning van logistieke resources voor

Meer dan 50% van de verplaatsingen op een logistieke site gebeurt zonder goederen. Zonde als je weet een magazijn valt of staat met de efficiëntie van zijn operaties. Om bedrijven te helpen om de beschikbare midde-len optimaal in te zetten op basis van de bestaande systemen en lay-out, werkte het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) een generieke methodologie uit. Tekst en uitleg bij het Dyplor-project, wat staat voor ‘Dynami-sche planning van logistieke resources’, kregen we van Tim Mais, project officer bij het VIL.

In de distributieketen vertegenwoordi-gen magazijnoperaties zo’n 40% van de totale logistieke kosten. Het spreekt voor zich dat serieuze marges gehaald kunnen worden door meer doordacht

te werken. Bij de Belgische arbeider – vierde in het rijtje van meest productieve arbeids-krachten ter wereld – liggen er weinig mogelijkheden tot verbetering. Wel hebben bedrijven er baat bij om ze, omwille van de hoge loonkosten, zo goed mogelijk in te zet-ten. Hamvraag hierbij is of de beschikbare functionaliteit van warehouse management systemen wel ten volle wordt benut om optimaal gebruik te maken van mensen en middelen. Het feit dat er nog steeds zoveel verplaatsingen zonder goederen gebeuren, doet vermoeden van niet.

Ook uit een korte marktbevraging van een 20-tal bedrijven bleek dat er een grote behoefte bestaat aan het optimaliseren van taken van logistieke resources, een beter beheer van de capaciteit van die resources, meer directe opvolging en aansturing van taken en het realtime kunnen inspelen op veranderingen en procesverstoringen.

Het taakgestuurde magazijn van morgen is er volgens het VIL dan ook een dat in staat is om een goede inschatting te maken van de nodige capaciteit van logistieke middelen, personeel en rollend materieel, op korte ter-mijn en op lange termijn. Een magazijn dat de tijd kent die vereist is om een taak te laten uit-voeren door een gekwalificeerde operator, dat werkt aan een normaal tempo voor de uitvoe-ring van een gedefinieerde taak. Wanneer de voortgang van de taken niet volgens planning verloopt, zal zo’n magazijn rapporteren en bijsturen. Zo’n magazijn hoeft zeker niet vol-automatisch te zijn maar wel door technologie gestuurd flexibel en adaptief.

De opzet van het Dyplor-project was vooral om vanuit de bestaande magazijnsituatie te vertrekken. In eerste instantie was het de bedoeling te zoeken naar verbeteringen en de aanwezige capaciteit en de nodige taken in te schatten, met ondersteuning van het WMS.

Ruimte voor verbeteringBij het initiatief van het VIL, dat ongeveer anderhalf jaar geleden werd ingezet, kreeg het VIL steun van diverse bedrijven: Bore-

alis, Coeck, DCM, Deceuninck, Frigologix, Gheys, Haven Genk, Frans Hendrickx, Infrabel, Java, Ontex, Still en Fiege. Bij die bedrijven gebeurde een audit die de bestaande situatie met betrekking tot planning en taakbeheer in kaart bracht, aangevuld met een behoefte-analyse op basis van de operaties.

Uit de audit in kwestie bleek effectief dat de behoeften slechts beperkt ingevuld waren en dat er zeker mogelijkheden tot verbe-tering waren, vooral wat het halen van een hoger rendement in de operaties aangaat. “Dat is net wat we bij veel bedrijven horen. Ze weten wel dat er verbeteringen moge-lijk zijn maar nemen niet de tijd om die goed aan te pakken”, aldus Tim Mais. “Veelal berust de operationele kennis bij personen en is de kennis niet in de processen opgetekend, wat de communicatie, laat staan analyse, bemoei-lijkt. Capaciteitsplanning, taaksturing en -beheer mogen evenwel geen negatieve connotatie kennen. Puur op basis van een betere organisatie en coördinatie van intelli-gente systemen kunnen al meer activiteiten uitgevoerd worden met minder inspanning, minder fouten en beter afgestemd op de

Page 17: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

17

WAREHOUSING

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

Snellere magazijnoperaties met minder verplaatsingenHet VIL stelt project rond dynamische planning van logistieke resources voor

capaciteiten van de operator en de ingezette middelen. Een duidelijke interne communica-tie is hier dan ook van essentieel belang. De informatie zit doorgaans al in de systemen, het komt er dus vooral op aan om die opti-maal te gaan gebruiken.”

Om de juiste context te scheppen, werd bin-nen het project ook een theoretisch kader geschetst van wat een logistieke site zoal nodig heeft om de verbeteringstrajecten toe te passen. Zo wordt de maturiteit van een site mede bepaald door vastgelegde up-to-date processen, correcte registratiepunten van activiteiten en de logica vanuit het WMS.

Gap analyse Verder namen negen – niet nader genoemde – leveranciers van warehouse management systemen en ERP-systemen deel aan een diep-te-interview op basis van diezelfde audit van de bedrijven. “Als het een geruststelling kan zijn, de analyse van de systemen toonde aan dat de meeste benodigde functionaliteit om te komen tot een betere planning en reductie van ver-plaatsingsafstanden beschikbaar is en ook goed toepasbaar is in magazijnen”, weet Tim Mais.Figuur 1 geeft de ‘gap’ weer tussen de func-tionele beschikbaarheid in de pakketten en de marktbehoefte. De aspecten die het best ondersteund worden in de onderzochte pak-

ketten zijn de basisaspecten voor de onder-steuning van goederenstromen zoals tracking & tracing, IT-middelen en IT-integratie. Wel valt op dat task management en fleet management (van de interne vloot), twee aspecten waar een grote behoefte bleek bij de deelnemende bedrijven, minder sterk aan bod komen in de functionele beschikbaarheid. “Kanttekening is wel dat nog geen enkele leverancier een vol-ledige integratie had uitgevoerd met een fleet management systeem (FMS), vandaar de lage score. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn, het geeft enkel aan dat FMS nog een relatief nieuw gegeven in de markt is”, nuanceert Tim Mais.

FIGUUR 1

Conclusie gap analyse

Functionele beschikbaarheid Marktbehoefte

1. Tracking & tracing 1. Task management

2. IT-integratie 2. Fleet management

3. IT-middelen 3. Resource planning

4. TMS 4. Dock & Yard

5. Task management 5. WMS-functionaliteit

6. WMS-functionaliteit 6. IT-middelen

7. Crossdocking 7. IT-integratie

8. Resource planning 8. Tracking & tracing

9. Dock & Yard 9. Crossdocking

10. Fleet management 10.TMS

Page 18: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E18

WAREHOUSING

MethodologieOp basis van de bevindingen werd binnen het Dyplor-project een generieke metho-dologie ontwikkeld die breed toepasbaar is en bedrijven alvast op de goede weg kan helpen. Die ondersteunende tool is vooral gericht op het inschatten van het potentieel van samengestelde taken. Samengestelde taken zorgen ervoor dat (nutteloze) verplaatsingen in grote mate gereduceerd kunnen worden. Wat in een wereld waar 50% van de verplaatsin-gen leeg is, geen overbodige luxe is. De methode is opgedeeld in twee delen.

Analyse op basis van goederen- stromenAllereerst moeten de goederenstromen op een gestructureerde manier in kaart worden gebracht. Op die manier krijgt men inzicht in welke volumes over welke afstand in het magazijn moeten worden vervoerd.

Dat eerste deel van de methode kan elk bedrijf voor zichzelf toepassen. Het is gebaseerd op actuele gegevens uit de operaties – voorwaarde is natuurlijk wel dat de operationele stroomschema’s up-to-date zijn – en dus eenduidig.

Inschatting en toepassing van verbetertrajectenVanuit die analyse van goederenstromen kunnen verbetertrajecten worden opgesteld. Daarbij kan worden nagegaan hoe verplaatsingen te reduce-ren vallen of waar samengestelde taken de lege verplaatsingen kunnen opvangen. De verbetertra-jecten in kwestie werden toegepast in de uitwer-king van de bedrijfscases, maar werden niet in de methodologie an sich opgenomen. De bedrijven waar de methodologieën werden getoetst waren Borealis en Frigologix, in nauwe samenwerking met consultancybureau Logflow.

Doelstelling van de voorgestelde methodologie is om uiteindelijk tot een afstand-intensiteitsma-trix (AI-matrix) te komen. Die matrix is opgedeeld in vier kwadranten op basis van verplaatsingsaf-stand en de intensiteit van de goederenstroom (zie figuur 2).

Zone 1 is de minst gunstige zone, aangezien dat een zone is met een grote intensiteit van stromen die verplaatst worden over langere afstanden. Doelstelling is om zoveel mogelijk van die stromen in zone 3 te krijgen, waarbij grote volumes aan goederen verplaatst worden over korte afstanden.

Via een opslaganalyse (bv. ABC) moeten we eerst uitmaken in welke mate verbeteringen mogelijk

zijn op basis van herpositionering van de goederen in de opslag. Een mogelijke benadering is om eerst stromen van zone 1 naar zone 4 te krijgen en ver-volgens via zone 2 naar zone 3.

Verplaatsingsafstanden reduceren (stap van zone 1 naar 4 en zone 4 naar 2) zal in de meeste geval-len enkel haalbaar zijn door de lay-out te wijzigen, bijvoorbeeld door de bestemming van locaties te wijzigen of locaties om te vormen tot bijvoorbeeld een ontkoppelpunt of bufferzone.

Zone 2 (stap van zone 2 naar 3) bestaat uit een grote hoeveelheid goederenstromen met lage intensiteit. Om die over te zetten naar zone 1, zal een consolidatie van die stromen nodig zijn. Zo krijgen we minder stromen met een hogere intensiteit en zodoende geconsolideerde stromen met korte ver-plaatsingsafstand.

De Al-matrix zorgt voor een reductie in verplaat-sing en verbetering van de benutting van resour-ces. Tegelijk laat de matrix toe een betere inschatting te maken van mogelijke verdere automatisering die in het magazijn kan worden toegepast.

Het grote voordeel van een goederenstroomana-lyse in combinatie met een AI-matrix is dat verbe-tertrajecten als het ware zichtbaar gemaakt wor-den op het grondplan. Op die manier zal een meer gefundeerde inschatting gemaakt kunnen worden of bijvoorbeeld automatisering van een bepaalde goederenstroom of activiteit al dan niet zinvol is. De ervaring leert immers dat bedrijven meestal wel in staat zijn om aan te geven waar de knelpunten zich in de organisatie bevinden, maar het moeilijker heb-ben om die te kwantificeren en die aan te geven op een grondplan.

“In die gevallen kan de methodologie een handig hulpmiddel zijn. Zo kan toepassing van de metho-dologie gemakkelijk leiden tot een winst van 10% tot 20%. In onze twee cases van Borealis en Frigo-logix werden zelfs oplossingen uitgewerkt waaruit blijkt dat er verbeteringen tot ruim 30% mogelijk zijn. De kans is dus reëel dat er, eenvoudig door de interne processen kritisch te bekijken, ook binnen uw magazijn winst te halen valt”, besluit Tim Mais.TC

1. Zone 1 lange afstand, hoge intensiteit 2. Zone 2 korte afstand, lage intensiteit 3. Zone 3 korte afstand, hoge intensiteit 4. Zone 4 lange afstand, lage intensiteit

Distance

Inte

nsity

3 1

42

Bron: Log�ow, 2014.

FIGUUR 2

Vier kwadranten van de Al-matrix

Page 19: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

De expertisecel Log-IC (Logistics Intelligence Center) van de hogeschool PXL en de faculteit Bedrijfseco-nomische Wetenschappen van de Universiteit Hasselt werken momenteel samen aan de ontwikkeling van een gebruiksvriendelijke implementatiemethode voor logistieke software. Deze methode moet KMO’s hel-pen om tot een succesvolle implementatie te komen van een ERP, WMS of TMS systeem.

De selectie van een logistiek software-pakket (ERP, WMS of TMS) met de juiste functionele, budgettaire en

culturele fit is een voorwaarde, maar geen garantie voor een succesvolle implementa-tie. Nieuwe bedrijfssoftware implementeren vraagt veel van een KMO. Hoewel het ver-loop van een implementatie verschilt per organisatie, gelden er wel enkele algemene, ongeschreven wetten die noodzakelijk zijn voor een succesvolle implementatie. Een goede voorbereiding is cruciaal voor het welslagen van het project.

Naast het in goede banen leiden van het project zelf via professioneel projectma-nagement, zijn de inzet en het enthousias-me van de medewerkers een absolute ver-eiste. Zij moeten de geplande verandering mee ondersteunen. Het is daarom belang-rijk dat iedereen die impact zal ondervinden van de implementatie een zicht heeft op de inhoud, de gemaakte afspraken en de dage-lijkse voortgang van het project. Dit voor-komt dat mensen langs elkaar heen werken en het beperkt de risico’s die een implemen-tatie met zich meebrengt. Uit onderzoek blijkt dat het implementeren van nieuwe software voor slechts 20% uit IT bestaat. Voor de rest is het een veranderingspro-ces waarbij veel om de betrokken mensen draait. Vanuit dit oogpunt mislukt 60% tot 80% van de implementatietrajecten.

Om KMO’s goed voor te bereiden op een implementatie, werkt de expertisecel Log-IC (Logistics Intelligence Center) van de hoge-school PXL samen met de Universiteit Has-selt aan het onderzoeksproject ‘ProLog-IC:

Professioneel omgaan met logistieke ICT’. De hoofddoelstelling van dit project is een implementatiemethodologie te ontwikke-len die KMO’s ondersteunt bij de implemen-tatie van hun logistiek softwarepakket, en bij de voorbereiding hiervan. Het aanreiken van gemakkelijk te gebruiken tools helpt bij het toepassen van de implementatiemetho-de.

Via dit onderzoek zullen er een implementa-tiehandboek met handige tools en een web-site ontwikkeld worden. Deze hulpmiddelen bieden KMO’s, al vóór de aanvang van een implementatieproject, een goede voorbe-reiding op de diverse aandachtspunten van een software-implementatie en de support-werkzaamheden na de implementatie. Met deze onderzoeksresultaten zullen KMO’s in de toekomst de implementatie structureel anders gaan aanpakken. Dit zal resulteren in een meer doordachte implementatie waar-door de kans op succes enorm verhoogt, en het verloop sneller en goedkoper wordt.

Voor het onderzoek is er cofinanciering door bedrijven en organisaties die nauw betrok-ken zijn bij het onderwerp. Acht software-providers leverden concrete onderzoeks-gegevens aan. Andere geïnteresseerde partijen, zoals consultants, logistieke dienst-verleners, experts of softwareproviders, ga-ven reeds hun feedback op de onderzoeks-resultaten en hebben een adviserende rol bij de ontwikkeling van de methodologie. Allen helpen ze het onderzoek te sturen door concrete vragen te stellen en ervaringen te delen. Voor meer info kan u terecht op onze website: http://prologic.pxl.be/home

PROLOG-IC BIEDT HULP AAN KMO’S BIJ HET IMPLEMENTEREN VAN LOGISTIEKE SOFTWARE

Professioneel omgaan met logistieke ICT

Page 20: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E20

WAREHOUSING

Magazijn met oog op flexibiliteit en kwaliteitVeritas legt basis voor de toekomst met nieuw magazijn

Aan de oprichting van het nieuwe Veritas-magazijn in Tisselt ging een woelige periode vooraf. En ook tijdens de inrichting moest de organisatie enkele struikelblokken overwinnen. Maar vandaag staat het magazijn van de naai- en modeketen klaar om de groei van de organisatie op te vangen, met nog meer winkels en nog meer aandacht voor e-commerce. Een gesprek over de logistieke organisatie met Sann Koninckx, directeur Supply Chain & Logistics.

Veritas werd in 1892 opgericht als een naaiwinkeltje in Antwerpen. Vandaag bestaat het assortiment naast naaigerief en hobbyartikelen uit een ruime collectie modeacces-

soires (panty’s, juwelen, lingerie, handtas-sen,…). Tot voor kort was de naai- en mode-keten een van de oudste familiebedrijven in ons land. Recent verkochten de oprichters het grootste deel van hun participatie aan investeringsmaatschapij Indufin (60%) en aan het management (10%). Op die manier willen ze het bedrijf toelaten om verdere expansie naar het buitenland mogelijk te maken.

Momenteel telt het bedrijf 123 winkels. In 2012 waren er dat nog 100. In 2020 moeten er dat zeker 200 worden. Omdat de markt in België stilaan verzadigd raakt, zal die fysieke expansie vooral internationaal zijn. In Luxemburg had Veritas al zes winkels en nog dit jaar wil Veritas enkele winkels in Duits-land oprichten. Verwacht wordt dat Frankrijk en Nederland daarna zullen volgen. Veritas mikt op een ritme van tien winkels per jaar, waarvoor jaarlijks 3 à 4 miljoen euro zal wor-den geïnvesteerd.

Daarnaast zullen ook de e-commerceactivitei-ten, die eind 2013 werden gelanceerd, worden opgedreven. Naast Belgische klanten kunnen ook Luxemburgse, Nederlandse en Franse klanten al producten op de website van Veritas bestellen. Klanten kunnen kiezen om die pro-

ducten thuis te laten leveren of om ze in een van de filialen op te halen. Tegen eind dit jaar zullen bovendien tien Veritas-winkels een digi-tale kiosk hebben, waar klanten online kunnen shoppen. Een Duitse webshop staat gepland voor 2016.

Sann Koninckx, directeur Supply Chain & Logistics: “We hebben meteen de strategische keuze gemaakt om onze logistieke activiteiten in eigen beheer te houden om zo 100% controle te hebben over onze logistieke kwaliteit, flexibiliteit en kosten.”

Page 21: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

21

WAREHOUSING

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

Per kar zijn er vier locaties voor groene Veritas-bakken voorzien, die als dusdanig naar de winkel gaan. Op het display van de kar verschijnt naar welke locatie de picker moet. Met hun ringscanner scannen de me-dewerkers het product. Vervolgens geven lampjes aan in welke bak en in welke hoeveelheid de producten verzameld moeten worden.

Zoektocht naar nieuw magazijnOm de snelle expansie te ondersteunen, werd het vroegere magazijn in Kontich, waar ook de hoofdzetel was, te krap. “In de periode 2011-2012 hebben we grondig bekeken of we de huidige site konden uitbreiden, gedeeltelijk konden uit-besteden of we beter een nieuwe site konden oprichten”, begint Sann Koninckx. “We hebben de strategische keuze gemaakt om onze logis-tieke activiteiten in eigen beheer te houden om zo 100% controle te hebben over onze logistieke kwaliteit, flexibiliteit en kosten.”

In eerste instantie werd beslist om het magazijn en de hoofdzetel in Wilrijk te bouwen. Maar in de lente van 2013 sloeg het noodlot toe. “Ons maga-zijn in Kontich brandde af en we moesten uitwij-ken naar een tijdelijke locatie in Wommelgem. Bovendien waren er in Wilrijk problemen met milieugroeperingen, waardoor het project veel vertraging dreigde op te lopen. Dat konden we ons op dat moment echt niet permitteren. Dus zijn we op zoek gegaan naar een bestaand magazijn dat onze wensen zo goed moge-lijk kon vervullen”, vertelt Sann Koninckx. “Dat magazijn vonden we in een vrijgeko-men gebouw van DHL van 11.000m² op een terrein in Tisselt, dat beheerd wordt door vastgoedbedrijf Goodman. De hoofdzetel verhuisde naar een nieuwe locatie in Kontich zodat die voor het eerst losgekoppeld is van het magazijn.

Inther als integratorDe geplande uitbreiding was het juiste moment om de werkprocessen en systemen kritisch te bekijken en verbeteringen te plan-nen. Parallel aan het keuzetraject van locatie vatte Veritas de zoektocht naar een geschikte

integrator aan, die het hele traject kon bege-leiden. De keuze viel uiteindelijk op Inther, die gevraagd werd om het totaalconcept voor de lay-out, hardware en software uit te werken.

Besloten werd om de implementatie gefa-seerd aan te pakken, met als eerste deel de fysieke inrichting. Dat hield onder andere de bouw van een mezzanine van twee keer 3.000m² in, de inrichting van rekken en door-rolstellingen en de bouw van conveyors voor de aan- en afvoer van de mezzanine. In maart 2014 kon de verhuizing van Wommel-gem naar Tisselt starten. Tegelijk werd werk gemaakt van de functionele omschrijving, de ontwikkeling en het testen van alle systemen.

In oktober ging alle gekozen software live. “Daar-bij hebben we zelf beslist om tussen het ERP PFA, waar we al mee werkten in het oude gebouw, en het warehouse control system (WCS) van Inther het warehouse management system (WMS) Astro van Consafe Logistics te schuiven”, aldus Sann Koninckx.

Combinatie van push en pullBij het ontwerp van de lay-out van het magazijn moest rekening gehouden worden met de ver-schillende karakteristieken van de 20.000 SKU’s die Veritas in huis heeft. De helft van zijn omzet haalt Veritas uit zijn vaste assortiment. Van die 10.000 SKU’s houdt Veritas ongeveer de helft op voorraad in zijn eigen magazijn. De ander helft van het vaste assortiment ligt op voorraad bij de

Magazijn met oog op flexibiliteit en kwaliteitVeritas legt basis voor de toekomst met nieuw magazijn

Page 22: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E22

WAREHOUSING

leveranciers. Die wekelijkse bestellingen biedt de leverancier op winkelniveau aan het magazijn, waarna de goederen meteen gecrossdockt wor-den naar de winkels.

De andere helft van de omzet haalt Veritas uit mode- en seizoensgebonden artikelen, opnieuw goed voor zo’n 10.000 SKU’s. Ongeveer 70% van het aangekochte volume wordt meteen verdeeld (push) naar de winkels. De rest van die artikelen houdt Veritas aan in het magazijn en worden geleverd op basis van de verkoop (pull).

Alle winkels worden twee keer per week vanuit het magazijn bevoorraad via melkrondes op basis van de min-maxvoorraad van de winkels. Die voorraadhoogtes in de winkels volgt Veritas zelf op. De winkels zelf hoeven dus zelf nooit bestel-lingen door te geven. De behoeften die er op dag A zijn, worden dezelfde dag gepickt om de vol-gende dag geleverd te worden.

Lay-out rond mezzanineDe lay-out van het magazijn, die tot stand is geko-men in nauwe samenwerking tussen Veritas en Inther, kunnen we opdelen in diverse zones. De eerste is het bulkmagazijn met zo’n 5.000 pallet-plaatsen, waar pallets met binnengekomen goe-deren in weggezet worden. Goederen worden

zeer vaak vanuit Azië aangeleverd in dozen, die na de kwaliteitscontrole per SKU (Stock Keeping Unit) worden opgeslagen op een pallet. Vaak is het zo dat pallets niet volledig gevuld zijn, aan-gezien het soms gaat om dozen met zeer kleine goederen – pakweg oorbellen – waar Veritas maar enkele dozen tegelijk van aankoopt.

Vanuit het bulkmagazijn worden de pickzones van de mezzanine gevoed. Met een man-up com-bitruck van Crown worden de dozen verzameld in het bulkmagazijn en naar het grondniveau gebracht. Daar gaan de dozen op het conveyor-systeem, dat uitslagstations heeft op de verschil-lende niveaus van de mezzanine, die zich centraal in het magazijn bevindt. De opslag gebeurt in rek-ken en doorrolstellingen van Bito.

In die pickingzones worden de pull-orders voor de winkels verzameld op basis van het Inther Pick-to-Cart-concept. Per kar zijn er vier locaties voor groene Veritas-bakken, die als dusdanig naar de winkel gaan. Op het display van de kar verschijnt naar welke locatie de picker moet. Met hun ringscanner scannen de medewerkers het product. Vervolgens geven lampjes aan in welke bak en in welke hoeveelheid de producten verza-meld moeten worden. De verschillende zones op de mezzanine zijn zo verdeeld zodat de goederen

zo goed mogelijk gegroepeerd worden volgens de layout in de winkel om daar de uitpak te ver-gemakkelijken. Eens de kratten volledig zijn, wor-den ze op de conveyorbaan gezet, die ze naar het grondniveau transporteert.

Voor de mode- en seizoensartikelen die gepusht worden naar de winkels hanteert Veritas een andere aanpak. Daarvoor zijn er op grondni-veau verdeelstraten voorzien met een put-to-lightsysteem van Inther. Alle winkels hebben hun groene bak en op basis van scanning van de artikelen en lampjes die oplichten in de rekken, weet de medewerker in welke groene bak en in welke hoeveelheid hij of zij de artikelen moet leggen. In die zone wordt gewerkt met armscan-ners, die zijn overgenomen vanuit het vorige magazijn.

Als laatste belangrijke zone is er de consolida-tieruimte. Daar worden alle groene bakken voor één enkele winkel op een pallet verzameld. Voor de crossdockartikelen en voor artikelen die niet in een groene bak kunnen, zoals etalagemateri-aal, zijn er zogenaamde pigeon holes waar elke winkel als het ware een hokje heeft waar goe-deren op pallet in verzameld kunnen worden, tot ook zij klaar zijn om het pand te verlaten. ’s Nachts laden de chauffeurs om de volgende dag te leveren.

Ruimte voor webshopactiviteitenEen zeer specifieke activiteit in het magazijn is wel de ondersteuning van de groeiende web-shopactiviteiten. “De behandeling van die e-commercegoederen gebeurt op de mezza-nine. In batch worden de artikelen die voor con-sumenten bestemd zijn in het magazijn gepickt, waarna ze per klant een pickslot in het rek op de mezzanine krijgen. In die zone houden we voor de consumenten ook een beperkte voorraad aan van de 5.000 artikelen die we voor de win-kels rechtstreeks bij de leveranciers bestellen. Dat betekent een pak extra ruimte die we daar voor die artikelen moeten voorzien”, weet Sann Koninckx.

De picking van die e-commerceorders gebeurt met gewone pickkarren met twaalf locaties. De

Voor de 70% mode- en seizoensartikelen die gepusht worden naar de winkels hanteert Veritas een andere aanpak. Daarvoor zijn er op grondniveau verdeelstraten voorzien met een put-to-lightsysteem van Inther.

Page 23: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

23

WAREHOUSING

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

karren worden leeggemaakt aan het packsta-tion, dat specifiek voor de e-commerceorders is ingericht, waarna de inhoud doorgaans in een aangepaste, kleine verpakking gaat.

Uitdagingen tijdens de implementatieIn het vorige magazijn gebeurde enkel de pic-king met behulp van de armscanners, dus de verandering binnen de logistieke organisatie was best groot. “Omwille van de verhuizing zijn er uiteraard een aantal mensen afgevallen. Maar het viel goed mee om onze medewer-kers met de nieuwe systemen te laten werken. We werken hier gemiddeld met 55 mensen, waarvan 47 vaste medewerkers. Voor uitzend-krachten is het nu zelfs gemakkelijker dan vroe-ger om met de systemen te leren werken en

kunnen we de kwaliteit van de output beter garanderen”, zegt Sann Koninckx. Door de gro-tere technische omgeving was er wel nood aan een aantal specifieke competenties die gegroe-peerd werden in de ‘warehouse office’, van waaruit de operatie aangestuurd wordt.Ook op softwarevlak liep niet alles meteen van een leien dakje. “Vroeger vingen we de warehouseactiviteiten op in ons ERP PFA. Dus nu gingen we in feite van één systeem naar drie systemen. Bovendien hebben we nog MuleSoft, dat de interfaces tussen alle sys-temen faciliteert en monitort”, aldus Sann Koninckx. “Bedoeling was eigenlijk om in juni live te gaan maar uiteindelijk is het oktober geworden, in het midden van onze piekperi-ode. Die eerste maanden waren best zwaar. Alle onderdelen waren wel getest maar een

geïntegreerde end-to-end-test hebben we niet voldoende kunnen doen. In de opstartperiode hebben we ook problemen gehad met de per-formantie van onze server. Het meer robuust maken van de hele samenhang van alle syste-men is nu nog steeds een belangrijk aandachts-punt maar we zijn reeds heel ver gevorderd.”

Werken aan de toekomstBedoeling is om uiteindelijk tot een per-formantiestijging van 15 procent te komen tegenover de situatie in het vorige maga-zijn. “Uiteraard moeten we hierbij rekening houden met het feit dat we op sommige vlakken wat trager zullen werken door alle scanningactiviteit, maar intussen verbe-tert onze kwaliteit wel sterk.”, merkt Sann Koninckx op.

OBJECTIVE WMS & MES SNEL, SLIM EN INNOVATIEF

■ Wij focussen op de toegevoegde waarde voor uw organisatie. Wij garanderen u een snelle ROI door slimme oplossingen, 20 jaar marktkennis en een innovatieve aanpak.

■ Meer dan 250 relaties wereldwijd maken gebruik van de oplossingen van Objective om hun productie en logistieke activiteitente optimaliseren en effi ciënter aan te sturen.

■ Klanten als Greenyard Foods, Honda, Brouwerij Haacht, Milcobel, Picanol, LVD ervaren al jaren de meerwaarde van onze samenwerking.

Wilt u ook ontdekken hoe u uw productie of logistiek kunt optimaliseren? Neem dan contact op +32 52 43 20 80

Objective International - Wichelen – Roeselare - Eindhoven - T +32 (0) 52 43 20 80 - www.objt.com - [email protected]

Page 24: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E24

WAREHOUSING

Naar de toekomst toe ziet Sann Koninckx verschillende uitdagingen, waarbij de focus zal komen te liggen op nog meer flexibiliteit en kwaliteit. Een belang-rijk aandachtspunt is wel de evolutie van de e-commercestroom. Momenteel maakt e-commerce nog maar het volume van één winkel uit, maar het is de verwachting dat in de toekomst e-commerce zo’n 10% van alle activiteiten zal uitmaken. “We ervaren nu al dat die activiteiten de nodige plaats in ons magazijn doen stijgen. Zo wil je op de website ook in de winter bikini’s aanbieden, dus moet je die in het magazijn hebben. We zijn heel hard aan het nadenken over hoe we dat volume efficiënter kunnen opvangen. We hebben ter hoogte van de e-com-mercezone al ruimte voor plateauliften voorzien, die we vanaf het grondniveau zouden kunnen herbevoorraden”, stelt Sann Koninckx. “Ook de leadtimes voor webbestellingen moeten nog korter. Meer automatisering is een optie, zeker in de verpakkingszone. Verder willen we vanaf het najaar het aantal uren dat we werken uitbreiden van 6u. ’s morgens tot 8u.’s avonds. Verder is avond- en week-endwerk een mogelijke piste, maar die willen we voorlopig nog niet bewande-len.”

Daarnaast zijn er nog een rits andere logistieke projecten lopende. De standaar-disering van binnenkomende dozen en de verwerking van de afvalstroom van kartonnen dozen na het pickingproces is bijvoorbeeld voor verbetering vatbaar. Verder wordt nagedacht over optimalisering in de consolidatiezone, bijvoor-beeld door een conveyorsysteem met uitsluisstations of een automatische orderconsolidatiebuffer, die trouwens in het initiële plan door Inther was voorge-steld. “Maar uiteraard moet alle automatisering zich wel kunnen terugverdienen. Of die zaken haalbaar zijn, zullen we pas weten als we volledig stabiel zijn en als we weten in hoeverre we met het WMS bepaalde zaken al dan niet vlotter kun-nen laten verlopen”, zegt Sann Koninckx.

Intussen bestudeert Veritas of de beveiliging van de artikelen – die nu nog in de winkel gebeurt – niet door de leveranciers of in het magazijn van Veritas zelf kan worden uitgevoerd. “Wij hebben immers de taak om het werk in de winkels zoveel mogelijk te verlichten, zodat zij zich 100 procent kunnen rich-ten op de verkoop. Daarnaast bekijken we nog of we kunnen overstappen van de twee statische leveringen per week naar meer dynamische leveringen, die nog meer zijn afgestemd op de behoeften van de winkel zelf en de web-shopafhalingen”, vult Sann Koninckx aan. “Daarvoor zullen we onze logistieke processen anders moeten organiseren. Dat is iets wat we met het WMS zou-den moeten kunnen ondersteunen. Het is ook de bedoeling dat we een nog beter zicht krijgen op de foutenlast in het magazijn, zodat we kunnen werken aan de oorzaken ervan en zo de service naar onze klanten steeds verder kun-nen verbeteren.

“Er is dus nog heel wat werk aan de winkel. Maar het belangrijkste is dat we nu een solide basis met groeipotentieel hebben. Het is nu aan ons om alles wat we in huis hebben stabiel te maken en daarnaast de stromen en de software continu bij te schaven, zodat we de groei zo efficiënt mogelijk kunnen opvan-gen. Tegelijk willen we hierbij de kosten zo laag mogelijk houden, wat in een zeer competitieve omgeving als de onze meer dan ooit een must is”, besluit Sann Koninckx.TC

sup

ply

cha

in in

fo

WWW.VALUECHAIN.BE

ALLE SUPPLY CHAIN INFO

Een kijkje achter de logistieke schermen van ZalandoVERDER IN DIT NUMMER:

GESEGMENTEERDE INKOMENDE LOGISTIEK BIJ BOMBARDIER – SAPA STROOMLIJNT MAGAZIJNACTIVITEITEN - LECOT-RAEDSCHELDERS RICHT DC IN MET OOG OP TOEKOMST - COFELY FABRICOM BLIKT TERUG OP RFID-PROJECTSamen met Business Logistics, Business Software&Mobile en WWW.VALUECHAIN.BE vormt dit magazine één infopakket voor het management van uw globale waardeketen.AFZENDER: KONING ALBERT I-LAAN 162 I B 8200 BRUGGE I P 206022 I ISSN 1372-875X I 19E JAARGANG I MAANDUITGAVE 20 EUR I AFGIFTEKANTOOR OOSTENDE X

De grootste kleerkast van Europa

JUNI 2014 WWW.VALUECHAIN.BE

VALUE CHAIN MANAGEMENT BUSINESS LOGISTICS

BIJEENKOMSTEN DISCUSSIEFORUM NETWERKEN

ARTIKELS LOGINDEX AGENDA MAGAZINES PRESENTATIES NEWSLETTERS

SUPPLY CHAIN INNOVATIONS MASTERCLASSES UPDATES BEDRIJFSBEZOEKEN

PRINT

ONLINE

VALUE CHAIN COMMUNITY

SEMINARS & EVENTS

Page 25: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

25

VOORRAADBEHEER

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

Veel concrete cijfers werden niet bekendgemaakt maar met 85 nieuwe klanten in de Benelux blikt CEO Eric van Dijk alvast tevreden terug op 2014. “We hebben het

afgelopen jaar de kaap van de 5.000 Slim 4-gebruikers gehaald en blijven groeien, zowel in aantal klanten als in aantal mede-werkers. Belangrijk daarbij is ook dat we erin slagen om bedrijven uit steeds meer verschil-lende sectoren te overtuigen. Wat niet weg-neemt dat groothandel, consumentenpro-ducten, industriële componenten en retail nog steeds onze kernmarkten zijn”, begint Erik van Dijk.

Voor 2015 blijft behalve het uitrollen van versie 4.6 van Slim 4 – van Dijk mikt op 400 installaties dit jaar – ook de verdere interna-tionalisering een prioriteit. “In Noord-Ame-rika hebben we intussen meer dan tien eigen medewerkers. In Zuid-Amerika zijn we aanwezig in vijf landen en zien we elk jaar het potentieel verder groeien. In de regio Asia-Pacific willen we dit jaar actief pionie-ren. Met ons programma ‘Young Professio-

Ambities over sector- en landsgrenzen heenSlimstock geeft functionele en technologische updateSlimstock zet zijn internationale expansie verder. De leverancier van oplossingen voor forecasting, voorraad-beheer en -optimalisering telt vandaag meer dan 600 klanten in 38 landen en bouwt volop voort aan zijn inter-nationalisering. In 2014 ging een nieuw kantoor in Parijs open en in totaal werden meer dan 55 nieuwe mede-werkers aangetrokken. België, na Nederland nog steeds de grootste markt voor Slimstock, blijft het eveneens goed doen. Tijdens de klantendag in Halle-Zoersel kregen we een overzicht van de nieuwe ontwikkelingen.

We hebben het afgelopen jaar de kaap van de 5.000 Slim 4-gebruikers gehaald en blijven groeien, zowel in aantal klanten als in aantal medewerkers. Belangrijk daarbij is ook dat we erin slagen om bedrijven uit steeds meer verschillende sectoren te overtuigen “, vertelde Erik van Dijk, CEO van Slimstock, tijdens de klantendag in België.

Page 26: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E26

VOORRAADBEHEER

nals’ halen we over heel de wereld zeer veel getalenteerde en ambitieuze jonge mensen in huis die steeds vaker een drijvende kracht blijken in onze expansiestrategie”, vertelt van Dijk.

Nieuwe perspectievenVerder was er op de klantendag veel aan-dacht voor nieuwe ontwikkelingen binnen versie 4.6 van Slim 4 en werd al even verder in de tijd vooruitgeblikt. Nieuw in 4.6 zijn onder meer het order book, de EOQ-simulatie (Eco-nomic Order Quantity) en analytics.Daan Majoor, CTO van Slimstock: “Met Order Book willen we gebruikers de kans geven om Slim 4 niet louter via de artikelen te benade-ren maar ook vanuit orderperspectief. Bedoe-ling is om onze klanten makkelijker inzicht te geven in onder meer welke orders te laat zijn, welke orders urgent zijn, enz. Ook rond con-tract management hebben we een en ander toegevoegd zodat afroeporders eenvoudiger beheerd kunnen worden.”

EOQ (Economic Order Quantity) is al langer een belangrijk aandachtspunt voor Slim-stock. In eerdere versies van Slim 4 was het al mogelijk om de EOQ op artikelniveau te bepalen, nu kan dat voor een grote groep artikelen ineens. “We hebben een EOQ-si-mulatiemodule toegevoegd waarmee aan de hand van meerdere instelbare parameters de EOQ kan worden bepaald voor een groep artikelen. We hebben geprobeerd dat zo praktisch mogelijk in te richten zodat gebrui-kers ook inzicht krijgen in hoeverre ze daar-van mogen afwijken om tot een optimale logistieke bestelhoeveelheid te komen. De resultaten die daaruit voortkomen kunnen vervolgens vergeleken worden met de hui-dige situatie en de gebruiker krijgt meteen inzicht in wat de impact ervan zou zijn op voorraad en kosten. De eerste testen bij klan-ten gaven best goede resultaten maar we zijn zelf zeer benieuwd naar de uitkomst ervan wanneer we dit 400 keer geïmplementeerd zullen hebben”, aldus Majoor nog. Tot slot in versie 4.6 ook veel aandacht voor analytics met een nieuw rapportagedashboard waar-

mee gebruikers binnen actieve selecties in Slim 4 de gewenste rapporten kunnen ope-nen over hun voorraadgegevens.

Sneller en flexibelerBehalve aan het functionele luik zit Slimstock ook aan de technologiezijde niet stil. Om aan snelheid te winnen werkt Slimstock aan een manier om data op een andere manier te gaan importeren, met name door bestanden op type te scheiden. Door de bestanden klei-ner te maken in plaats van zoals tot op heden veel data te combineren in één interfacebe-stand, en door tegelijk enkel met gewijzigde data te werken, moet de verwerking ervan in de toekomst nog sneller gebeuren. “Een andere nieuwigheid op dat terrein is dat we ook met nieuwe gegevens willen werken. Door meer gebruik te maken van transactie-data willen we gebruikers inzicht geven in welke klanten aan een bepaald artikel ver-bonden zijn. Dat was tot nu toe niet mogelijk. Terwijl dat nochtans een belangrijk aspect is in beslissingen omtrent hoe je met bepaalde artikelen omgaat. Eveneens een prioriteit dus voor volgende ontwikkelingen”, aldus Daan Majoor.

Eindigen doet Majoor met een vooruitblik naar Slim 4 Web. “Hoewel we oorspronkelijk van plan waren om daar een nieuwe struc-tuur voor te bouwen, hebben we uiteindelijk beslist om de Slim 4-omgeving na te bouwen

voor onze webgebaseerde oplossing. Welis-waar zeer flexibel ingericht zodat de gebrui-ker zelf kan bepalen welke informatie hij op zijn scherm ziet en met een adaptive scherm. We bouwen daar nu volop aan verder en heb-ben volgende delen van de oplossing al klaar: Inspectie, Forecast, Inkoop, Inkoopforecast, Analytics en de Order Generator. Dat willen we in versie 4.7, als eerste webversie, opleve-ren.”

Op Belgische bodemEen update over de evoluties op de Belgi-sche markt kregen we tot slot van country manager Wim van Loo. “Met name sinds de opening twee jaar geleden van ons eigen kantoor in Mechelen zijn we erin geslaagd onze activiteiten op de Belgische markt in versneld tempo naar een hoger niveau te til-len. Ondertussen hebben we een 50-tal klan-ten en tekenen we jaarlijks een omzetgroei van om en bij de 25% op. Het komende jaar streven we er naar Slim 4 in steeds meer ver-schillende sectoren te implementeren zodat we onze leiderspositie verder kunnen uit-bouwen. Hiervoor breiden we ons Belgische team verder uit naar 10 medewerkers om een optimale lokale dekking te krijgen in combi-natie met onze internationale activiteiten “, aldus Wim van Loo.

Tot slot staat ook de uitrol van de Slim-stock Academy hoog op de agenda. “In 2014 zijn we in België al gestart met trai-ningen rond forecasting en voorraadop-timalisering op maat van klanten, maar vanaf dit najaar bieden we het complete curriculum van de Slimstock Academy in België aan. Een nieuwe stap in onze ambitie om bedrijven zo goed mogelijk te begeleiden naar een optimaal voorraad-beheer. Op 27 mei staat er een Academy Kick-off seminar gepland waarop supply chain verantwoordelijken en hun mede-werkers uit voorraadhoudende bedrijven kunnen kennismaken met ons Academy aanbod door een selectie van topics uit onze trainingen mee te pikken.”BDV

In eerdere versies van Slim 4 was het al mogelijk om de EOQ op artikelniveau te

bepalen, nu kan dat voor een grote groep

artikelen ineens

Page 27: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

27

VOORRAADBEHEER

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

Doorbreken van de voorraadparadoxOptimalisering van de multi-echelon voorraden bij CPE

Groothandel CPE automatiseerde zijn voorraadbeheer met de voorraadplanningstool Optimact. Daardoor daalden de centrale voorraad en de voorraad in de filialen met 10%, terwijl de verkoop substantieel toenam en de servicegraden verbeterden. Een ogenschijnlijke paradox, die CPE op korte termijn wist te doorbreken.

CPE maakt deel uit van de Tectum Group en is een groothandel in dak- en gevel-materialen. CPE heeft zijn centrale distributiecentrum in Genk en daar-naast vijf vestigingen in Genk, Melle,

Overpelt, Schoten en Flémalle, die ook fungeren als afhaalmagazijnen. De groothandel levert mate-riaal voor zowel platte als hellende daken, gevels, kan plooiwerk tot zes meter opleveren, is exclusief verdeler van Firestone-producten voor de Belgi-sche markt en heeft een constante voorraad van 200.000m2 plat dak waterafdichting. En dat zijn nog maar enkele van de sterke punten waarmee CPE kan uitpakken en zich onderscheidt.

CPE doet het goed in de markt en ziet zijn omzet jaar na jaar klimmen. De geconsolideerde groepsomzet bedroeg vorig jaar bijna 90 miljoen euro. Die sterke groei ligt mee aan de basis van de voorraadautomatisering. “We zagen samen met de groei van onze activiteiten de voorraad exponentieel toenemen. De hoge voorraad was een financieel blok aan ons been. Door te inves-teren in een voorraadbeheersoplossing wilden we het werkkapitaal onder controle krijgen en tegelijkertijd onze voorraad verminderen en de servicegraad verbeteren”, begint Dominique Coe-negrachts, aankoopmanager bij CPE.

Doel van het voorraadprojectMet het voorraadproject wilde CPE niet enkel zijn centrale voorraad beter beheer-sen, maar ook de voorraad in de filialen beter kunnen managen. CPE wilde daarbij de voorraadbeslissingen in de filialen niet langer enkel baseren op de lokale voorraad-positie.

Dominique Coenegrachts: “Door centraal de voorraad aan te sturen, wilden we het aantal naleveringen en stockbreuken verminderen, het bestelproces verbeteren en de werklast doen dalen. We wilden eveneens de betrokkenheid bij het voorraadbeheer verhogen. Als in een afhaalfi-liaal een dakwerker vijf stuks vraagt van een item dat het voorbije jaar nog nooit werd verkocht, dan

Dominique Coenegrachts, aankoopmanager bij CPE: “De implementatie van een voorraadplanningsop-lossing doorheen de hele organisatie kan best confronterend zijn. Het maakt direct inzichtelijk waar de pijnpunten zitten.”

Page 28: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E28

BUSINESS INTELLIGENCE

is er de reflex om direct tien stuks bij te bestellen om op voorraad te leggen. Door het voorraadbe-heer meer inzichtelijk te maken, wilden we meer bewustzijn creëren omtrent voorraad en de voor-raadrotatie. Dat geldt evengoed voor onze in- en verkopers. Onze doelstelling was dat de inkopers de basisparameters beter opvolgen, zoals de door-looptijd en de minimum bestelhoeveelheid, en de verkopers meer rekening houden met de trends.”

“De implementatie van Optimact vereiste ook een verandering in onze manier van denken. Er moet namelijk aan een aantal randvoorwaarden vol-daan zijn om überhaupt met het systeem te kun-nen werken. Denk bijvoorbeeld maar aan het han-teren van eenduidige definities: hoe definiëren we een voorraadartikel en een bestelartikel, welke orders zetten we op transfer of op rechtstreekse inkoop? Artikels worden wel centraal besteld in Genk, maar een deel van de goederen leveren onze leveranciers rechtstreeks aan de filialen”, zegt Dominique Coenegrachts.

Inzicht in pijnpuntenOpdat de implementatie van de Optimact-tool zinvol zou zijn, was het belangrijk dat CPE aan ver-schillende aspecten van het voorraadbeheer zou werken.D. Coenegrachts: “Op procesniveau kwam dit neer op een beter orderbeheer. Tot voor de implemen-tatie van Optimact vroegen wij onze leveranciers geen voorspellingen over de levertermijn. We

plaatsten dus bestellingen zonder dat we zicht hadden op de verwachte leverdata. We zijn daar met onze leveranciers over in gesprek gegaan. Om onze planningssystemen goed te kunnen voeden, zorgden we voor zuivere masterdata en op sys-teemniveau stapten we af van het ‘divers artikel’. Bestond er geen artikel voor een vraag van de klant, dan noemden we het ‘divers’. Maar op den duur creëerden we op die manier een ‘vuilnisbak’ met duizenden artikels waar we geen historiek of tendensen aan konden koppelen. Tot slot moes-ten we op strategisch niveau gaan nadenken over het assortiment en dat proberen te formaliseren. Die denkoefening opent echt de ogen: heb je wel alle producten nodig die je vandaag aanbiedt?”

In 2013 ging CPE in zee met Optimact. De groot-handel zorgde voor goede master data, deed aanpassingen in zijn ERP-systeem en besteedde extra aandacht aan het onder controle krijgen van de processen. Toen in juni 2014 de balieverkoop in Genk werd weggetrokken van het centrale maga-zijn wegens plaatsgebrek, greep CPE de gelegen-heid aan om ook de andere filialen aan te pakken.D. Coenegrachts: “De implementatie van een voorraadplanningsoplossing doorheen de hele organisatie kan best confronterend zijn. Het maakt direct inzichtelijk waar de pijnpunten zitten op het vlak van voorraadbeheer. Bij ons bleek er heel wat ruimte voor verbetering. Zo bleek dat de helft van onze voorraadwaarde bestond uit stock voor meer dan 90 dagen ver. En ook de rotatie per leve-

rancier zat niet goed. Van bepaalde artikels had-den we voor meer dan 150 dagen voorraad liggen. Ook de evaluatie van de gestockeerde artikels was zeer leerrijk. Per segment zien we nu onze artikels opgedeeld op basis van een ABC-classificatie. Welke artikels roteren traag of snel? Hoeveel dode stock hebben we? Op basis van die gegevens kon de voorraadstrategie van nogal wat artikels in vraag worden gesteld.”

Werking van het systeemWanneer de aankopers inloggen in Optimact krij-gen ze onmiddellijk een overzichtsscherm met links de voorraadexcepties en artikels die ze drin-gend moeten bestellen. Rechts zien ze de bestel-lingen waarvoor ze nog acties moeten nemen. Daarnaast doet CPE maandelijks een geautomati-seerde forecast.D. Coenegrachts: “Omdat we het voorraadbe-heer zoveel mogelijk willen automatiseren, pro-beerden we in eerste instantie de meeste artikels onder te brengen in de ‘no exception’-categorie. Daar zijn we nu wel deels van aan het terugko-men, zodat we toch meer excepties te zien krij-gen. Bij de excepties kan je bijvoorbeeld de grote trends – dat kan zowel neer- als opwaarts zijn – zien, of de artikels waar er vermoedelijk een wijzi-ging aan het optreden is in het aankooppatroon. Door aan het begin van de maand de mazen van het net kleiner te maken, willen we de rest van de maand werk kunnen uitsparen. Een goede manu-ele screening van de excepties kan verdere pro-blemen in het proces voorkomen.”

Op basis van de forecast genereert de voorraad-planningsoplossing voorraadvoorstellen. Daar-bij houdt het systeem rekening met data uit het ERP-systeem, zoals de Minimum Order Quantity (MOQ) en Economic Order Quantity (EOQ). “Stel dat we 19 pallets willen bestellen, maar we krijgen extra korting bij het bestellen van 22 pallets, dan zal het systeem het eerstvolgende order voor dat pro-duct naar voren trekken om die extra korting te ont-grendelen”, duidt Dominique Coenegrachts. “Verder laat Optimact ook een veel diepgaandere en visuele analyse toe van het voorraadbeheer.”

Positieve resultatenDe voorraad in het centrale magazijn en de filialen is met 10% gezakt, terwijl er minder stockbreuken

De voorraad in het centrale magazijn en de filialen is met 10% gezakt, terwijl er minder stockbreuken zijn en de servicegraad aanzienlijk steeg.

www.vanderlande.com

Kostenbesparing - Ruimtebesparing - Hogere nauwkeurigheid - Snellere doorlooptijd - Ergonomische werkomstandigheden

Leading in Warehouse automationyour chaLLenge, our soLutions

Page 29: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

29

BUSINESS INTELLIGENCE

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

zijn en de servicegraad aanzienlijk steeg. “Door het inzicht dat Optimact brengt in de voorraad kunnen we onze klanten vandaag ook beter informeren: ‘het artikel is vandaag niet beschikbaar, maar mor-gen kunnen we het wel leveren’. Die open en correcte communicatie naar de klanten wordt geapprecieerd”, vertelt Dominique Coenegrachts.

CPE heeft vandaag zijn voorraad ook visu-eel beter in kaart, wat trends of events meer inzichtelijk maakt. Dominique Coenegrachts geeft een concreet voorbeeld: “In april 2014 zagen we onze voorraad snel afnemen om vervolgens een piek te krijgen in mei. Door-dat sommige havens dichtgevroren waren, konden we eerst niet worden beleverd om daarna alles in één keer te ontvangen. Omdat die tendens nu heel zichtbaar is in

onze voorraadcijfers, kunnen we daar in de toekomst proberen beter op in te spelen. Ten-slotte is meten weten.”

“We zijn heel tevreden over wat we tot nu toe hebben bereikt, maar het kan nog altijd beter. Zo hebben we nog steeds teveel dode voorraad en niet-stock arti-kels. We gebruiken Optimact enkel voor onze voor-raadartikels, maar de bestelartikels verwerken we nog steeds manueel. In de loop van volgend jaar starten we met de omschakeling naar een nieuw ERP-systeem, namelijk Microsoft Dynamics AX. We willen alle bestelorders in de toekomst via de Manufacturing Resource Planning (MRP) oplossing van Dynamics AX verwerken, zodat we dat luik ook onder controle krijgen. Om de dode voorraad ver-der omlaag te brengen, zullen we nog meer moe-ten inzetten op het creëren van bewustzijn bij onze medewerkers.”

Verder is er volgens Dominique Coene-grachts nood aan een betere meting van het service level bij de balieverkoop: “Als een klant tien stuks vraagt van een bepaald item dat niet meer op voorraad is, dan bestaat daar vandaag geen registratie van. Centraal weten we dus niet hoeveel gemiste ver-koop we hebben omdat bepaalde goederen niet op voorraad zijn. Dat willen we beter in kaart brengen. We hebben door de imple-mentatie van Optimact ons voorraadpro-ces al veel beter onder controle, maar ook de hiaten worden daardoor duidelijker. We willen nu volop alle extra mogelijkheden en opportuniteiten om het voorraadproces ver-der te verbeteren, aangrijpen en zo verder bouwen op de positieve transformatie die we de voorbije jaren doormaakten.”MT

www.vanderlande.com

Kostenbesparing - Ruimtebesparing - Hogere nauwkeurigheid - Snellere doorlooptijd - Ergonomische werkomstandigheden

Leading in Warehouse automationyour chaLLenge, our soLutions

Page 30: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E30

BUSINESS INTELLIGENCE

Jan De Nul startte in 1938 als civiele bouwaannemer in Hofstade (Aalst), maar de roots van het bedrijf gaan terug tot het begin van de 20ste eeuw. Jan De

Nul voert nog steeds civiele bouwwerken uit – bijvoorbeeld de verlenging van de A11-au-tosnelweg in Brugge-Westkapelle – maar deze tak vertegenwoordigt vandaag slechts 20% van de omzet. De Jan De Nul Group is het meest gekend omwille van zijn bagger-activiteiten. De organisatie haalt dan ook geregeld het nieuws met prestigieuze bag-gerprojecten, zoals het verbreden en verdie-pen van het Panamakanaal. De baggerdivisie is goed voor 75% van de 2 miljard euro jaar-lijkse omzet. Minder gekend is dat Jan De Nul daarnaast ook een milieutak heeft, die zich voornamelijk toespitst op bodemsaneringen.

Jan De Nul volgt al sinds de oprichting de filosofie om zoveel mogelijk zelf te doen. Dat geldt ook voor IT. De organisatie heeft een in huis ontwikkeld ERP-pakket. “Onze activiteiten zijn zeer specifiek, waardoor we bij standaardpakketten toch nog vaak maat-werk moeten uitvoeren. Dan is het handiger om alles zelf te doen. Dat heeft natuurlijk ook een keerzijde: het duurt langer om een

applicatie up & running te krijgen. Op het vlak van rapportage werkten we met Excel. Doordat de firma snel groeide op een wereld-wijde schaal circuleerden echter steeds meer versies van bepaalde bestanden. We hadden medewerkers die fulltime bezig waren om

alle informatie te consolideren en in de mate van het mogelijke data te genereren om processen bij te sturen. Onze businessmana-gers konden bovendien niet zelf statistieken maken op basis van financiële, logistieke of productiegegevens. We kregen op een gege-

Koers naar meer transparantieJan De Nul rolt QlikView via bottom-up benadering uit

Het aantal medewerkers bij de firma Jan De Nul Group verdubbelde de voorbije tien jaar van 3.000 naar 6.000 medewerkers. De IT-afdeling groeide in functie van de overige divisies, maar kwam daardoor vaak een stap te laat. IT kon de vraag naar rapportering niet meer volgen en besloot daarop te investeren in een standaard ana-lysepakket. Softwarepartner Credon introduceerde in 2010 QlikView. Sindsdien volgt Jan De Nul een gestage weg naar meer transparantie in de organisatie.

De baggerdivisie is goed voor 75% van de 2 miljard euro jaarlijkse omzet.

Page 31: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

31

BUSINESS INTELLIGENCE

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

ven moment zoveel vraag naar cijfers vanuit de business, dat we constant rapporten aan het maken waren, maar de IT-afdeling heeft natuurlijk ook nog heel wat andere taken”, begint Kris Van Snick, senior functioneel ana-list bij Jan De Nul.

Bottom-up benaderingIn 2010 komt Jan De Nul in contact met Cre-don via een medewerker die QlikView eer-der in een ander bedrijf zag draaien en daar enthousiast over was. Het IT-management vroeg Credon een proof of concept te doen in de logistieke afdeling.Kris Van Snick: “De logistieke afdeling belastte ons het meeste met vragen naar rap-portage, vandaar dat we de aankoopafdeling als pilootproject hebben gekozen. Na een maand testen besloten we QlikView even-eens uit te rollen naar onze magazijnomge-ving om voorraadanalyses te kunnen doen. Op basis van de historische verbruiken bere-kent QlikView bijvoorbeeld onze ideale mini-mum- en maximumvoorraad.”

Na de logistieke afdeling kwamen ook de financiële en productieafdeling in het vizier. “Onze IT-afdeling is vrij gestructureerd. Deve-lopment is opgesplitst in een aantal subdo-meinen en binnen die domeinen hebben we ervoor gezorgd dat er telkens een developer is met kennis van QlikView. De kennis zit zo verspreid in onze organisatie, maar er is wel één iemand die het geheel centraal opvolgt. Voor de administratieve processen hebben we de oplossing nog niet uitgerold, omdat daar de nood het kleinst is. De logistieke afdeling staat het verst, maar op productie-niveau hebben we een proces, namelijk de baggeropvolging, dat al volledig is afgedekt met QlikView, van het operationele tot het strategische niveau. We zijn namelijk in alle afdelingen gestart op het laagste operatio-nele niveau, bijvoorbeeld incidentrappor-tering bij productie of aankoop bij logistiek. Vervolgens hebben we de verschillende rap-porten geconsolideerd op afdelingsniveau, namelijk logistiek, productie en financiën. Wat we vandaag nog niet hebben is de con-

solidatie van de verschillende afdelingsni-veaus. We zijn daar wel volop werk van aan het maken. Zo laten we momenteel de regio-managers kennismaken met QlikView”, zegt Kris Van Snick.

“De oorspronkelijke doelstelling was om klein te starten en onmiddellijk resultaat te boeken. Zonder daarom onze visie om één centraal systeem te creëren uit het oog te verliezen. We hadden een negatieve ervaring binnen de groep met een ander rapporte-ringssysteem en wilden niet weer een traject van een jaar doorlopen om dan tot de con-clusie te komen dat het veel te complex en tijdsintensief was om rapporten te ontwikke-len. QlikView heeft het voordeel dat je heel snel iets kunt opleveren dat er echt indruk-wekkend uitziet. Bovendien is het eenvou-dig in gebruik. De oplossing geeft op korte termijn een grote Return on Investment (ROI). Voor mij is daarbij vooral het extra inzicht dat onze medewerkers krijgen in de cijfers enorm belangrijk. Het geeft hen een andere kijk op de organisatie”, vertelt Kris Van Snick. “QlikView zorgt er an sich niet voor dat onze business super loopt maar door verbanden te leggen, kunnen we op termijn wel tot meer efficiënte oplossingen komen.”

Opvolging baggervlootJan De Nul gebruikt QlikView onder meer voor de opvolging van zijn baggervloot, met de grootste sleephopperzuigers, steenstort-schepen en krachtigste cutterzuigers ter wereld.K. Van Snick: “Voor elk schip hanteren we de meetstaaf van het aantal kubieke meter per uur. In het geval van een dalproductie kun-nen we met onze analyseoplossing inzoomen op de details en verbanden proberen te leg-gen tussen verschillende parameters. Vroe-ger wisten we vaak pas achteraf dat de pro-ductie minder vlot was verlopen en om de reden daarvan te kennen moesten we con-tact opnemen met het schip. Door de extra analysemogelijkheden kunnen we vandaag sneller bijsturen. En soms is dat vrij letterlijk te nemen!”

“Op termijn willen we nog meer verbanden leggen door alle data van het schip mee te nemen in de analyses. Op een baggerschip zijn er heel wat sensoren aanwezig die con-tinu parameters meten. Dat gaat van hoe snel het schip vaart en de golfhoogte, tot het brandstofverbruik en de druk op bepaalde leidingen. Die data worden vandaag gelogd op de server aan boord van het schip. Onze QlikView-server staat in onze centrale data-centers en voor een schip is het niet altijd evident om verbinding te maken. Bovendien spreken we over enorme datahoeveelheden, want elke seconde worden er enkele duizen-den parameters gemeten. We wilden die ana-lyses in QlikView doen, maar dat bleek nog te vroeg. Prioritair is om QlikView eerst over alle afdelingen volledig uitgerold te hebben tot en met het strategische niveau, vooraleer we de offline sites implementeren. Daarom zijn we nu een proof of concept aan het draaien met een oplossing die gericht is op het weg-schrijven van grote datahoeveelheden. Zijn we geïnteresseerd in het kleinste detail? Over het algemeen niet, maar als er iets misgaat

Kris Van Snick, senior functioneel analist bij Jan De Nul: “QlikView zorgt er an sich niet voor dat onze business super loopt maar door verbanden te leggen, kunnen we op termijn wel tot meer efficiënte oplossingen komen.”

Page 32: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E32

BUSINESS INTELLIGENCE

wel. We moeten die data hebben. We denken er wel aan om de data op een hoger niveau te selecteren en te groeperen en dan met die groepering aan de slag te gaan in QlikView. Dat zou het meer ‘behapbaar’ moeten maken”, aldus Kris Van Snick.

Getrokken lessenVandaag werken zo’n 70 gebruikers met QlikView. In eerste instan-tie wilde Jan De Nul de analyseoplossing aan meer medewerkers ter beschikking stellen, maar daarop werd na de implementatie in de aankoopafdeling teruggekomen.K. Van Snick: “Wie met Excel overweg kan, kan in se ook met Qlik-View werken. De oplossing is heel intuïtief. Maar de mensen moe-ten wel kennis hebben van de cijfers en er de juiste interpretatie aan kunnen geven. Daar knelde het schoentje tijdens die eerste uitrol, dus beslisten we om met een beperkt aantal key users te wer-ken en een digitale kopie van de rapporten te verspreiden naar de overige medewerkers die op de hoogte moeten zijn.”

Voor de logistieke afdeling is Jan De Nul momenteel bezig met een rework van de oplossing. Dat met het oog op het verhogen van de performantie.K. Van Snick: “We merken dat we het systeem, ondanks het feit dat Credon ons daar indertijd op gewezen heeft, te weinig flexibel heb-ben opgezet. De oplossing werkt niet rechtstreeks op onze opera-tionele systemen. Elke nacht exporteren we data naar een offline bestand dat als voeding dient voor het rapportagesysteem. De gebruikers zien de data dus met één dag vertraging, maar dat is op zich geen probleem. Waar we wel tegenaan lopen is dat we niet alle data meer geëxporteerd krijgen gedurende de nacht. Door onze wereldwijde groei werken er bovendien 24u/24u mensen voor Jan De Nul, die het dan tijdens onze nachturen met een trager werkend ERP-systeem moeten stellen.”

Jan De Nul loopt tegen de maximumcapaciteit naar export toe aan. “Enerzijds omdat er steeds meer rapporten bijkomen, ander-zijds omdat we de data-export niet efficiënt genoeg maakten. We werken met meerdere programmeurs aan QlikView en daar is het in het verleden soms misgelopen. In plaats van één keer bepaalde data te exporteren die we in vijf verschillende rapporten gebruiken, exporteren we vijf keer de data. Door dat te optimaliseren, hopen we op tijdswinst in de data-export. We zijn als IT-afdeling erg goed gestructureerd, maar er zijn ook nadelen van verspreide kennis. Dat we nu die rework moeten doen, is het leergeld dat we betalen. Maar over het algemeen hebben we een heel positieve ervaring met QlikView. De analyseoplossing wordt vandaag sterk gedragen door de business. Dat zal het mee mogelijk maken om binnen één à twee jaar ons streven naar één centraal opgezet systeem te bereiken”, eindigt Kris Van Snick.MT

Sinds september 2014 worden alle exportzendingen die vanuit het Scania Parts Center in Opglabbeek ver-trekken, opgevolgd met RFID. Binnen de oorspronke-lijke scope was het enkel de bedoeling om de tags op de uitgaande pallets en dozen uit te lezen bij hun pas-sage door de met RFID-readers uitgeruste laadpoor-ten. Maar al snel bleek dat RFID ook vroeger in het verzendproces een meerwaarde kon bieden. Vandaag worden de exportzendingen tijdens het verpakkings-proces getagd en zorgt een RTLS (Real-Time Location System) voor een precieze aansturing en opvolging van pallets en dozen binnen de verzendzone. Den-nis de Jong, IT business development & application manager van het Scania Parts Center, blikt terug op het implementatietraject.

Het Scania Parts Center was met dit project niet aan zijn proef-stuk toe op het vlak van RFID. Eerder al nam Scania deel aan twee RFID-proefprojecten van het VIL (Vlaams Instituut voor de Logistiek). “Na afloop van het tweede project zijn we medio 2011 gestart met een denkoefening over hoe we intern de

meeste waarde uit RFID konden halen. Omwille van de complexere dou-aneformaliteiten bij exportzendingen, en ook de relatief hoge kosten om fouten met dergelijke zendingen recht te trekken, hebben we beslist om daar op te focussen. In totaal gaat het over zowat 150.000 colli per jaar, zowel zee- als luchtvracht, die voor 70% uit pallets bestaan en 30% dozen”, begint Dennis de Jong.

Export met RFID-labelScania Parts Center investeert in RFID-oplossing van Mieloo & Alexander

Page 33: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

33

AUTO-ID

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

Export met RFID-labelScania Parts Center investeert in RFID-oplossing van Mieloo & Alexander

Wereldwijd bereikVoor de volledigheid: het Scania Parts Center in Opglabbeek is sinds 2007 het wereldwijde distributiecentrum vanwaar importeurs, dea-lers en ateliers bediend worden. Binnen Europa wordt rechtstreeks aan dealers geleverd, de exportzendingen maken nog een tussenstop bij importeurs. Om dringende orders van Europese klanten binnen de 12u. te kunnen leveren, heeft Scania nog een aantal regionale magazijnen in onder meer Zweden, het VK, Spanje, Italië en Polen. Buiten Europa heeft Scania nog distribu-tiecentra in Brazilië, Zuid-Afrika en Singapore.

Het distributiecentrum in Opglabbeek telt 120.000m², heeft om en bij de 110.000 SKU’s op de planken liggen en stelt 650 mensen tewerk. In 2013 kwam er een nieuwbouwmagazijn van nog eens 37.000m² bij voor onder meer lange-termijnopslag, grote bufferhoeveelheden en gevarengoed. Het Scania Parts Center verwerkt gemiddeld 26.000 orderlijnen per dag. Het magazijn wordt aangestuurd door een in huis ontwikkeld WMS.

D. de Jong: “Een orderlijn kan één vrachtwa-gencabine zijn of 1000 filters. Behalve opslag en picking doen we ook heel wat kitting en herverpakking. In 2006 hebben we in voicepic-king geïnvesteerd en ondertussen ondersteunt deze technologie zowat twee derden van onze pickingactiviteit. Omwille van flexibiliteitsrede-nen zijn we afgestapt van verregaande maga-zijnautomatisering maar dat betekent geenszins dat we niet in innovatie of technologie investe-

ren. Momenteel onderzoeken we onder meer hoe smart glasses onze magazijnoperaties kun-nen verbeteren.”

Sluitende controle met RFIDNa het bepalen van de interne scope ging Sca-nia op zoek naar een geschikte partner om zijn RFID-plannen uit te rollen. Consultancybedrijf en integratiepartner Mieloo & Alexander was geen onbekende voor Scania – beide partijen hadden al samengewerkt binnen het kader van de VIL-projecten – en na een grondige verken-ningsronde koos Scania opnieuw voor Mieloo & Alexander.

De samenwerking resulteerde in een opzet waarbij het mainframesysteem van Scania aan het einde van het verpakkingsproces een label met RFID-tag genereert dat op de pallets en dozen wordt gekleefd. Wanneer de heftruck ver-volgens door het portaal van de verzendzone rijdt, worden de tags uitgelezen en ontvangt de heftruckchauffeur op zijn LXE-terminal een instructie omtrent de locatie waar de pallets en dozen afgezet moeten worden. D. de Jong: “In het verleden moesten onze medewerkers de locaties op een whiteboard gaan checken. Onze volumes variëren sterk doorheen de week dus werken we met flexibele vakken. Eén vak kan in het begin van de week overeenkomen met de bestemming Zuid-Afrika en op het eind van de week met Singapore. Van-daag stuurt het RFID-systeem de locaties aan, wat ons meteen ook een eerste check oplevert of de tags correct uitgelezen worden. Bovendien

biedt het ons behoorlijk wat tijdwinst in deze fase van het proces.”

Er werd ook overwogen om het systeem vervol-gens te laten bevestigen dat de pallet op de juiste locatie werd afgezet, maar daar werd van afge-stapt. “Via de antennes aan het plafond scant het RTLS voortdurend de ruimte en in 99,9% van de

Dennis de Jong, IT business development & application manager van het Scania Parts Center: “Het is geen investering die zich in een jaar tijd terugverdient maar we zijn ervan overtuigd dat we de juiste beslissing hebben genomen. We winnen aan tijd in onze operaties en hebben een veel grotere controle.”

Page 34: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E34

AUTO-ID

gevallen worden de colli door de operator in het juiste vak gezet. De extra investering om het sys-teem telkens feedback te laten geven, hebben we daarom niet gedaan. Wel houden we een fouten-lijst bij zodat we foutief geplaatste pakketten nog tijdig kunnen verplaatsen. Het RTLS verkort ook de zoektijden aanzienlijk. De vakken zijn ongeveer vier bij acht meter, en met de RFID-tags kunnen we veel gerichter zoeken binnen een vak. Recent werd in de software ook een plattegrond voorzien, een soort dartbord dat helpt om colli snel te lokaliseren”, legt de Jong uit.

RFID & metaal...De RFID-hardware is van Mojix, de tags zijn passieve, Frog 3D-tags met Impinj Monza3 IC’s van Smartrac. Mieloo & Alexander ont-wikkelde een softwareoplossing op maat van Scania’s behoeften. “Doorslaggevend in de keuze voor de tags was het feit dat de Frog 3D-tags oriëntatieongevoelig zijn. Aangezien dozen op verschillende manieren gedragen kunnen worden wanneer ze door het portaal gaan, was dat een belangrijke meerwaarde. De tags kosten rond de 20 cent – dat is de prijs ingewerkt in het label – en bevatten enkel het collinummer. De andere data over het pakket worden in de database op de achtergrond opgeslagen. Door enkel het collinummer aan de tag te koppelen, kunnen onze tags ook makkelijk uitgelezen worden door transpor-

teurs of klanten die ook zouden overwegen om in RFID te investeren.”

Dat een omgeving als een automotivemagazijn, waar metaal meer regel dan uitzondering is, voor uitdagingen heeft gezorgd zal niet verbazen. D. de Jong: “De combinatie van veel bewegingen en veel reflecterende materialen zorgt ervoor dat de antennes de tags niet altijd goed kunnen detecteren, met een afwijking op de locatie als gevolg. Vandaag zitten we binnen een straal van 2 meter op een nauwkeurigheid van 70%. Binnen de 4 meter loopt dat percentage op tot 95%.”

Er is lang gezocht naar oplossingen om de nauw-keurigheid binnen een straal van één meter op te krikken, maar die inspanningen zijn uiteindelijk gestaakt. “We hadden nog meer antennes kun-nen plaatsen, aanpassingen doen in de software-algoritmes of investeren in een RTLS op basis van nauwkeuriger visionsystemen, maar dat hebben we niet gedaan. Een nauwkeurigheid van 95% binnen een cirkel van 4 meter is sowieso beter dan een vak van 8 bij 4 meter waarin we op zoek moesten naar colli. Nu zijn we steeds verzekerd dat we een locatie doorkrijgen, met barcodes was dat niet het geval. We weten met welke mogelijke afwijkingen we rekening moeten houden en met daar bovenop wat gezond verstand kunnen we doorgaans juist inschatten of een pakket in het juiste vak werd geplaatst of niet. In de foutenlijst

worden daarom enkel afwijkingen van groter dan ‘vak+1’ weergegeven.”

Kleine aanpassingenWel zijn er voor een beter leesresultaat een aan-tal procesaanpassingen gebeurd. De positie van de labels werd aangepast zodat de afstand tot het metaal groter werd, en voor sommige artike-len werd de verpakking veranderd. “Vloeistoffen in een metalen vat worden nu in een extra kar-tonnen doos verpakt. Een afstand van 2cm tot het metalen vat volstaat om de leesbaarheid te verbeteren. Verder zorgde ook het metaal van de heftruckvorken voor een bijkomende uitda-ging. Aangezien de labels voor de barcodescan-ning steeds aan de rechterzijde van het pakket gekleefd werden, werden ook de RFID-tags in eer-ste instantie daar bevestigd. Door het label in het midden te plakken kan het niet meer in aanraking met de vorken komen, waardoor het probleem verholpen kon worden. RFID in combinatie met metaal zal altijd extra inspanningen vragen, maar onoverkomelijk is het zeker niet”, weet de Jong.

Tot slot werd ook nog een aanpassing gedaan om het uitlezen van zeer veel tags tegelijk te ver-eenvoudigen. “Het systeem kan meerdere tags tegelijk registreren maar als er zeer veel dozen tegelijk door het portaal gaan, kan het gebeuren dat een deel niet gelezen wordt omdat de tags bedekt zitten. Daarom hebben we in de software de mogelijkheid voorzien om een groot aantal dozen als één geheel te zien. Als een deel van de in totaal pakweg 20 dozen gelezen werd, mag het systeem ervan uitgaan dat ze alle 20 geladen zijn.”

Snel en foutloos vertrekkenIn totaal werden zes laadpoorten met RFID-rea-ders uitgerust. Van zodra de vrachtwagen toe-komt, hoeft een medewerker enkel te dubbelklik-ken op het vertrek in kwestie om zijn activiteit in het RFID-systeem te kunnen starten. Doorgaans staan de pallets en dozen al klaar bij de poort en kan het laadproces meteen beginnen. De con-trole die vroeger met barcodescanning gebeurde, gedubbelcheckt aan de hand van papieren ver-zendlijsten, is nu het werk van het RFID-systeem. “We merkten dat de meeste fouten gebeurden bij het herschikken. Wanneer een pallet opnieuw werd uitgeladen om eerst iets anders te laden, werd vaak vergeten om de scan van die eerste

In totaal werden zes laadpoorten met RFID-readers uitgerust. Van zodra de vrachtwagen toekomt, hoeft een medewerker enkel te dubbelklikken op het vertrek in kwestie om zijn activiteit in het RFID-systeem te kunnen starten.

Page 35: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

35

AUTO-ID

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

pallet ongedaan te maken. Daardoor stond de pallet wel op de factuur maar niet op de vracht-wagen. Aangezien het systeem aan de laadpoor-ten het onderscheid kan maken tussen inko-mende en uitgaande bewegingen, kunnen we zulke fouten nu vermijden. In de proof of concept was dat nog niet het geval. We gingen er toen van uit dat wanneer het RTLS de tag opnieuw regis-treerde, we konden concluderen dat de pallet opnieuw uitgeladen was. Maar die logica bleek niet waterdicht”, legt de Jong uit.

“Nog een belangrijk voordeel van onze RFID-op-lossing”, voegt de Jong toe, “ is dat de customer service medewerkers de planning van de ver-trekken rechtstreeks in het RFID-systeem kunnen opmaken. Vroeger gebruikten we daarvoor een afzonderlijke Access-database.”

Focus op aantallenHet enige wat van de medewerkers gevraagd wordt, is dat ze bij het laden de aantallen contro-leren. Wanneer het systeem bij het laden drie pal-lets registreert, moet de medewerker dat aantal controleren. In de software werden een zevental verschillende foutmeldingen voorzien die tot een rood licht in de applicatie kunnen leiden. Voorbeelden zijn verkeerde bestem-ming, verkeerde klant, geannuleerd order, niet toegestaan gevarengoed, enz.D. de Jong: “Die controle van de aantallen was doorslaggevend in onze keuze voor de op maat geschreven oplossing van Mieloo & Alexander. De meeste andere systemen werken enkel met een groen of rood licht, zonder registratie van de aantallen. Voor ons zijn die belangrijk omdat we vaak meerdere pallets ineens laden en ook veel manuele handelingen – voor het laden van dozen – hebben.”

Van zodra de vrachtwagen vertrokken is, wordt het vertrek in het RFID-systeem afge-sloten en wordt er teruggekoppeld naar het mainframesysteem. “In een eerste fase werkte het RFID-systeem parallel met de barcodescanning in het mainframesysteem. RFID verving toen enkel de papieren controlelijsten. Nu werkt de interactie met het mainframesysteem in twee richtingen. Van zodra het label met de tag is aangemaakt, neemt het RFID-systeem de leiding over. Wel blij-

ven we op de labels ook de barcodes printen als back-upsysteem.”

Kwaliteit en snelheidMeetbare resultaten over de kwaliteitsverbete-ring heeft Scania niet maar de overtuiging dat het systeem zijn vruchten afwerpt is groot. “Het is geen investering die zich in een jaar tijd terug-verdient maar we zijn ervan overtuigd dat we de juiste beslissing hebben genomen. We winnen aan tijd in onze operaties en hebben een veel grotere controle. Daardoor moeten we minder fouten goedmaken en minder naleveren. In het verleden gebeurde het geregeld dat we pakketten voor luchtvracht snel opnieuw moesten picken en nazenden met een taxi. Als dan bleek dat het oorspronkelijke pakket wel degelijk mee vertrok-ken was naar de luchthaven, moest de nazending teruggestuurd worden en weer in voorraad geno-men worden. Dat betekent veel nodeloze kosten, werk en administratie. Met onze RFID-oplossing kunnen we dat vermijden. Met ook minder discus-sies met transporteurs als gevolg”, meent de Jong.

Ook op administratief vlak ziet de Jong enkele belangrijke voordelen. “Dat we nu voor de plan-ning en voor analyses niet meer met aparte sys-temen hoeven te werken, is eveneens een grote troef. Om een beeld te krijgen van hoeveel volume of gewicht voor een bepaalde klant vertrokken was, moesten we voordien data vanuit verschil-

lende transacties in het mainframesysteem verza-melen. Dat gebeurt nu allemaal in de software van Mieloo & Alexander. Onze planners hebben een veel beter overzicht, waardoor ze efficiënter kun-nen werken”, voegt hij nog toe.

Hoewel het wat tijd gekost heeft om de mede-werkers in de verzendzone te laten wennen aan de nieuwe technologie en werkwijze, is de transi-tie al bij al vlot verlopen. “Aandacht voor change management is weliswaar een must. Je haalt medewerkers uit hun comfortzone en moet hen overtuigen van de degelijkheid van een technolo-gie waar ze niet mee vertrouwd zijn. Dat vraagt tijd en aandacht.”

Blik vooruitOndertussen heeft Scania al een eerste uitbrei-ding van het RFID-project op de agenda staan: binnenkort worden ook twee laadpoorten in het nieuwbouwmagazijn met RFID-readers uitgerust. “Op die manier hoeven we goederen van daaruit die eveneens voor exportzendingen zijn bestemd niet eerst naar ons hoofdmagazijn te brengen. Andere opties die we overwegen zijn om ook RFID te integreren in onze inboundstromen en in onze drie dc’s in Brazilië, Zuid-Afrika en Sin-gapore. Concreet zijn die plannen nog niet maar aan ideeën voor innovatie geen gebrek”, besluit de Jong.BDV

Het metaal van de heftruckvorken zorgde aanvankelijk voor een bijkomende uitdaging. Door het label in het midden in plaats van rechts op het pakket te plakken, kan het niet meer in aanraking met de vorken komen, waardoor het probleem verholpen werd.

Page 36: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

In the evening:

Award Ceremony with Special Surprise ActAward Ceremowith Special Surpris

In the evening:

d ny se Act

In the afternoon:

Best Practicesof our Finalists

Supply Chain Award Project of the Year 2015

Gala Award EventThursday 26 November 2015 - Kinepolis Business Center-Antwerp

day 26 November 2015 - Kinepolis Business Center Antwe pThursdsd

Making the difference !

BOOK YOUR TABLENOW!

www.supplychainaward.be

sca2015_advertentie_def.indd 1 11/05/15 16:52

Page 37: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

37

AUTO-ID

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

AMP maakt deel uit van de Franse groep Lagardère en staat in België bekend als marktleider in de verde-ling van kranten en magazines aan persverkooppunten, met enerzijds

individuele krantenwinkels en anderzijds win-kelketens zoals Carrefour, Delhaize en Press Shop. Het bedrijf verdeelt ruim 6.000 maga-zines en meer dan 175 verschillende kranten per dag. AMP belevert maar liefst 5.500 winkel-punten met zo’n 350 voertuigen, vooral tijdens de nacht. Daarnaast staat het bedrijf in voor de reverse logistics van de goederen die van de winkels terugkomen. Voor haar activiteiten zet de onderneming in op 24/7-operaties binnen een netwerk van 10 distributiecentra, die geo-grafisch verspreid liggen over het land.

Tot de groep behoort ook de pakketdienst Kari-boo!, die zich vooral op de b2b- en e-commer-cemarkt richt. Sinds begin vorig jaar kunnen consumenten via die dienst in meer dan 600 dagbladhandels en buurtwinkels hun online bestellingen laten leveren of zelf pakketjes ver-sturen.

“Wij zijn een zeer technologisch gedreven bedrijf. Onze pickingactiviteiten bijvoorbeeld zijn vandaag zeer gestroomlijnd. Wat ons een paar jaar geleden parten begon te spelen, was de gebrekkige visibiliteit op ons trans-

port. We hadden in feite geen zicht op wat er zich tussen onze dc’s en onze winkelpunten afspeelde”, begint Rolf Vermeulen. “Die visibi-liteit hadden we hard nodig binnen de diver-sificatiepolitiek die we vandaag voeren. Het is

Track & trace voor kranten, magazines en pakkettenAMP maakt distributieprocessen transparant

Persdistributeur AMP draagt de kwaliteit van zijn diensten hoog in het vaandel. Om zijn logistieke keten tussen de distributiecentra en de duizenden verkooppunten transparanter te maken, deed het bedrijf een beroep op Zetes. Hoe de oplossingen ZetesMedea Logistics Execution en Zetes Chronos Proof of Delivery (PoD) samen bijdragen tot een grotere transparantie en efficiëntie binnen de logistieke keten, horen we van Rolf Vermeulen, operations & organisation director bij AMP en daarnaast managing director van Kariboo!.

AMP verdeelt dagelijks ruim 6.000 magazines en meer dan 175 verschillende kranten. Het bedrijf belevert maar liefst 5.500 winkelpunten met zo’n 350 voertuigen, vooral tijdens de nacht.

Page 38: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E38

AUTO-ID

geen geheim als ik zeg dat er minder kranten en tijdschriften worden verkocht. Om te overleven, moeten we dus andere activitei-ten aanboren en verder ontwikkelen. Met name Kariboo! speelt hierin een belangrijke rol. De komst van meer complexe stromen was dan ook een van de prioriteiten van het hele project. Klanten in dit segment eisen nu eenmaal snelle en accurate infor-matie over bijvoorbeeld levertijden en inci-denten.”

UitdagingenEen grote uitdaging tijdens de zoektocht naar een geschikte oplossing was wel de zeer snelle procestijd. “Tussen het moment dat we de laatste krant hebben verwerkt met onze pickingsystemen en het uur van vertrek zitten amper twee minuten. Dat betekent dus dat alle data van de bakken en de inhoud ervan zeer vlot in het track & traceverhaal moesten worden opgenomen. Bovendien werken we met transporteurs van allerlei nationaliteiten, wat betekende dat we een oplossing nodig hadden die op een eenvoudige manier aan die transpor-teurs uit te leggen was”, aldus Rolf Vermeu-len.

Daarnaast wenste AMP een grotere visibili-teit om klanten steeds de juiste informatie te kunnen leveren over wat wanneer was afgele-verd. Ook intern was er behoefte aan een gro-tere transparantie om een beter zicht op de transportkosten te krijgen. “Uiteraard wisten we wat we betaalden aan onze transporteurs maar het zicht op de reële prestaties en de reële kosten ontbrak. Als we die kosten beter in beeld hadden, zouden we ook de tools in handen hebben om betere onderhandelin-gen met onze transporteurs te voeren”, voegt Rolf Vermeulen eraan toe. “Tot slot wilden we een beter zicht op de retours, zijnde onver-kochte items, die ook door ons worden ver-werkt. Die retours hebben voor ons een even grote waarde als de verstuurde goederen. Het gebeurde al eens dat we bepaalde retours niet terugvonden, wat voor ons een groot verlies betekende.”

Realtime informatieOp basis van het lastenboek zat AMP met verschillende partijen rond de tafel. Uiteinde-lijk kwam Zetes als meest geschikte partner uit de bus. De oplossing die Zetes voorstelde bestond enerzijds uit ZetesMedea, die de ont-vangst en crossdocking van de goederen in de

distributiecentra zou ondersteunen. Ander-zijds zet AMP ZetesChronos in, een oplossing die het afleverings- en terugnameproces via proof of delivery (POD) optimaliseert. De oplossingen werden geïntegreerd met het SAP-systeem van AMP en de behandelmachi-nes (AERO en HS News). Daarnaast kwamen er Pidion pda’s, die werden uitgerust met camera, gps en gprs.

Beide oplossingen samen laten AMP voortaan toe om in realtime te informeren over de sta-tus van de leveringen tijdens het hele proces. De stroom van ontvangst en crossdocking op basis van barcodescanning – waar ZetesMe-dea een rol speelt – verloopt bij AMP als volgt. Per titel liggen kranten en tijdschriften in bak-ken met barcodes in de verschillende distribu-tiecentra. Via een automatische sorteerstraat wordt elk order gepickt in een andere bak met barcode. De chauffeurs van de bestelwagens die aan de perspunten moeten leveren, mel-den zich ’s nachts aan en laden de gepickte bakken.

Door het aanloggen weet AMP meteen pre-cies welke chauffeur welke pda heeft mee-genomen. De chauffeurs krijgen instructies van het automatische sorteersysteem van AMP, waarna AMP een lijst van alle stops aan de ZetesChronos Proof of Delivery applica-tie levert. “Achter dit proces schuilt ook een volledige verificatie: of de chauffeur wel alles heeft meegenomen, of hij niet iets heeft geladen wat niet voor hem bestemd was, enz.”, weet Rolf Vermeulen. “We maken ook een onderscheid tussen de minder ervaren chauffeurs, die alles moeten scannen, en de meer ervaren chauffeurs, die maar een gedeelte hoeven te scannen voor vertrek. Dan denk ik met name aan de pakjes van Kariboo!, waarvan we absoluut zeker willen zijn dat ze op tijd vertrekken en in het juiste voertuig zitten.”

Naast de leveringsstroom aan de krantenwin-kels zijn er ook nog de dagelijkse melkrondes tussen het centrale distributiecentrum en de andere distributiecentra. Internationale

De oplossing die Zetes voorstelde bestond enerzijds uit ZetesMedea, die de ontvangst en crossdocking van de goederen in de distributiecentra zou ondersteunen. Anderzijds zet AMP ZetesChronos in, een oplossing die het afleverings- en terugnameproces via proof of delivery (POD) optimaliseert.

Page 39: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

39

AUTO-ID

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

tijdschriften bijvoorbeeld worden in een beperkte oplage besteld en in het hoofddis-tributiecentrum verzameld. Ook andere klan-ten verkiezen geregeld om hun goederen centraal aan te leveren. Via terminals worden de goederen er ontvangen. De backend-toe-passing zorgt ervoor dat de dispatchers de verschillende goederen vlot kunnen traceren. Vervolgens worden die goederen met trucks aan de diverse distributiecentra geleverd met vrachtwagens.

Zicht op stopsDe verschillende routes naar de winkels toe worden bepaald door het Transport Manage-ment Systeem (TMS) Winroute. Via de pda’s met gps-coördinaten worden de stops van de chauffeurs elke keer opgeslagen. Die pda’s worden gevolgd door de zogenaamde routemonitor, die de nachtleveringen per distributiecentrum volgt. De plaats van de pda’s wordt om de paar minuten geregis-treerd. “Op het moment dat de chauffeur bij het leveringspunt aankomt, scant hij de uitgaande bakken en pakken. Daarnaast zal hij ook alle retours scannen. We hebben het systeem zo laten opbouwen dat de chauffeur daarvoor niet van modus hoeft te verande-ren want dat kan tot vergissingen leiden. Ons systeem herkent dat een bak al eens gescand werd en dat het bij een volgende scan dus over een retour gaat. Vandaag hebben we dan ook een veel beter zicht op het aantal goederen dat retour is gekomen”, voegt Rolf Vermeulen eraan toe.

Verder is voorzien in het systeem dat klan-ten eenvoudig en snel van de ene naar de andere route kunnen worden overgezet. “In de uitgeverijwereld krijgen we nu eenmaal te maken met onverwachte omstandigheden. Een tijdschrift dat normaal gezien 200 gram weegt, kan bij een speciale actie het dubbele wegen. Bij een gebeurtenis met een grote impact – bv. de recente aanslag op Char-lie Hebdo, sportieve prestaties van de Bel-gen,… - kan een krantenuitgever beslissen om pakweg 30% meer kranten te drukken. Met onze transporteurs hebben we afspraken

dat we in dat geval extra vrachtwagens kun-nen krijgen. Maar op dat moment zullen we ook klanten van de ene naar de andere route moeten kunnen verplaatsen. Ook zulke zaken werden in het systeem geïntegreerd”, weet Rolf Vermeulen.

Handig is ook dat er bij een levering foto’s kunnen worden genomen met de pda om eventuele incidenten te melden. Die gege-vens worden direct aan het centrale systeem teruggekoppeld. “Wij vragen onze verkoop-punten om te zorgen voor een afgesloten sas, dat garandeert dat de goederen ’s morgens vroeg veilig kunnen worden afgezet. Als er bijvoorbeeld een probleem was met het sas of als – in het geval er geen sas is – er nie-mand aanwezig was bij levering, is het han-dig dat er foto’s kunnen worden genomen om discussies achteraf te vermijden”, weet Rolf Vermeulen. Na hun ronde gaan de chauf-feurs tot slot terug naar de distributiecen-trum om retouren of eventuele onvolledige leveringen uit te laden en te registreren.

Vooruitgang op diverse frontenUiteindelijk heeft de realisatie van het tracking & tracing systeem zoals het er nu

uitziet, ongeveer anderhalf jaar in beslag genomen. “Uiteraard moesten wij Zetes eerst goed leren kennen en omgekeerd. Maar vandaag kunnen we zeker en vast van een geslaagde samenwerking spreken”, aldus Rolf Vermeulen.

Rolf Vermeulen vertelt dat de combina-tie van Zetes Medea en Zetes Chronos de organisatie op verschillende fronten voor-uit heeft geholpen. “In eerste instantie was het vooral de bedoeling om onze diversi-ficatiepolitiek succesvol door te voeren, maar vandaag zouden we de oplossingen in onze dagelijkse operaties niet meer kunnen missen. Zo is de kwaliteit van onze leverin-gen fel gestegen. De chauffeurs weten nu ook dat ze op de voet worden gevolgd, wat eveneens kwaliteitsverhogend werkt. Mocht een chauffeur bijvoorbeeld systematisch een andere route nemen, dan kunnen we hem daarop aanspreken. Ook bij discussies met de winkels over het aantal al dan niet geleverde bakken, kunnen we nu vlug dui-delijkheid scheppen. Vroeger waren we als het ware blind op dat vlak”, besluit Rolf Ver-meulen.TC

Om te overleven, moeten AMP andere activiteiten aanboren en verder ontwikkelen. Met name Kariboo! speelt hierin een belangrijke rol. Sinds begin vorig jaar kunnen consumenten via die dienst in meer dan 600 dagbladhandels en buurtwinkels hun online bestellingen laten leveren of zelf pakketjes versturen.

Page 40: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E40

HANDLING

Dranken laten zich rijden op BT RadioshuttlesCovivins breidt uit met nieuw palletmagazijn

De groei van Covivins lijkt niet te stuiten. Al jaren ziet de specialist in wijnen en sterkedranken zijn volumes de hoogte ingaan. Om de expansie in zijn magazijn in Ciney op te vangen investeerde Covivins in een nieuw pal-letmagazijn. De combinatie van een magazijn met reachtrucks en vier BT radioshuttles zorgen er voor een per-fecte balans tussen optimale plaatsbenutting en een hoge performantie. Christian Guillaume, directeur Finan-ciën en Administratie geeft tekst en uitleg bij de gemaakte keuzes.

Een vijftigtal jaar geleden werd de organisatie in een garage opgericht. Twintig jaar terug werd Covivins een naamloze vennootschap. Omwille van de gestage groei nam de organi-

satie acht jaar terug zijn intrek in het huidige gebouw in Ciney. De organisatie in Ciney telt intussen 14 medewerkers.

Momenteel omvat het assortiment van Covi-vins niet minder dan 2.400 referenties. “Aan-vankelijk zijn we gestart met wijnen. Toen we sterkere alcoholische dranken aan ons assor-timent zijn gaan toevoegen, bleek dat een schot in de roos. Bovendien zijn we ons in die periode niet enkel meer naar restauranthou-ders gaan richten, maar ook naar groothandels toe”, legt Christian Guillaume uit. “Een zeven-tal jaar geleden zijn we ons tevens op import en export gaan focussen. Voor die activiteiten beschikken we in Rotterdam over een plat-form, waar we een beroep doen op een logis-tieke dienstverlener. Tussen Ciney en Rotter-

dam vindt dan ook heel wat transport plaats. De verdeling van de dranken binnen België daarentegen gebeurt steeds vanuit Ciney.”

Antwoord op snelle groeiDie gestage groei zorgde ervoor dat ook het gebouw in Ciney al gauw te krap bleek. “Het jaar 2014 hebben we afgesloten met een omzet van 68 miljoen euro. Het jaar voordien was dat 53 miljoen euro en in 2012 hadden we een omzet van 38 miljoen euro. Naar alle waarschijnlijkheid mogen we dit jaar opnieuw een sterke groei optekenen. Als we de groei in voorraad vertalen met Rotterdam erbij, dan betekent dat twee jaar geleden 6 miljoen euro voorraad, eind vorig jaar 8 miljoen euro voor-raad en eind 2014 maar liefst 12 miljoen euro voorraad”, weet Christian Guillaume.

Drie jaar geleden was al een eerste beschei-den uitbreiding van het gebouw gebeurd, maar dat volstond lang niet. “Het gebouw dat we toen hadden kon een omzet van 50

Christian Guillaume, directeur Financiën en Administratie: “Aangezien onze producten in zeer diverse hoeveelheden binnenkomen, hebben we gekozen voor stellingen met verschillende dieptes. De centrale rij stellingen heeft een diepte van 13 pallets. Aan weerszijden van die centrale rij hebben we stellingen van 5 à 6 pallets diep en van 7 à 8 pallets diep, afhankelijk van waar de pilaren staan.

Page 41: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

41

HANDLING

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

miljoen euro aan, dus we waren continu aan het flirten met de grenzen van ons magazijn. Bovendien huurden we omwille van ruimte-gebrek ook dure ruimte voor onze goederen in Rotterdam, wat de kosten hoog deed oplo-pen”, aldus Christian Guillaume. “Anderhalf jaar geleden hebben we dan ook besloten om nog eens met 600m² uit te breiden, het maxi-mum wat haalbaar is op deze site. Dat bracht de totale oppervlakte van het magazijn op zo’n 3.300m².”

Keuze voor BT RadioshuttleEen grote uitdaging voor Covivins was om het ‘witte blad’ met een vierhoekige ruimte van 600m² en met een vrije hoogte van 15 meter zo goed mogelijk in te vullen. Samen met leverancier Toyota ging Covivins rond de tafel zitten om een oplossing uit te wer-ken. Toyota had in het oude gedeelte van het pand al een kleine ruimte uitgerust met multidiepe stellingen en twee BT Radioshut-tles. Dat zijn elektrisch aangedreven last-dragers die goederen kunnen wegzetten in en halen uit horizontale opslagtunnels. “We hadden goede ervaringen met de BT Radioshuttle en met Toyota als partner. Wij zijn van mening dat als de relatie met een bepaalde leverancier goed zit, we bij voor-keur met die partij voortwerken. Vandaar dat we ook voor het nieuwe gedeelte voor dezelfde partner en hetzelfde type oplos-sing hebben gekozen.”

In samenspraak werd besloten om zoveel mogelijk volle pallets uit het oude maga-zijn weg te halen en die onder te brengen in de nieuwe hal. In het nieuwe magazijn werd gekozen voor drie reeksen multidiepe stellingen met daartussen twee gangen. “Aangezien onze producten in zeer diverse hoeveelheden binnenkomen, hebben we gekozen voor stellingen met verschillende dieptes. De centrale rij stellingen heeft een diepte van 13 pallets. Aan weerszijden van die centrale rij hebben we stellingen van 5 à 6 pallets diep en van 7 à 8 pallets diep, afhankelijk van waar de pilaren staan. Ook de stellingen hebben we bij Toyota aange-

kocht”, legt Christian Guillaume uit. “Daar-naast hebben we gekozen voor variabele hoogtes in de rekken. Gebaseerd op de hoogte van de pallets die we binnenkrijgen, hebben we geopteerd om 80% van de loca-ties een hoogte van 1,60m te geven en 20% van de locaties een hoogte van 2,20m.”

Vlotte startSinds begin dit jaar is het nieuwe gedeelte van het magazijn operationeel. In dat gedeelte kunnen ongeveer 5.000 volle pal-lets terecht, naast de 4000 palletlocaties in

het oude gedeelte. Een deel van de oude drive-instellingen uit het bestaande maga-zijn werd hergebruikt. Verder verhuisden de twee aanwezige BT Radioshuttles naar het nieuwe magazijn en er werden twee nieuwe BT Radioshuttles aangeschaft.

Elke BT Radioshuttle heeft een lastcapa-citeit van 1,5 ton. Hij wordt bij Covivins door de reachtruckbestuurder bediend via afstandsbediening. Zo kan de truckbestuur-der bijvoorbeeld meerdere pallets na elkaar stapelen terwijl hij van en naar de locatie

Om tot 12m hoog te kunnen reiken schafte Covivins zich twee reachtrucks van Toyota voor grote hoogtes aan.

Page 42: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E42

HANDLING

rijdt. Via een lichtsignaal ziet de bestuur-der snel waar zich een lege BT Radioshuttle – die zich steeds zal plaatsen aan het begin van de gang –bevindt. Om tot 12m hoog te kunnen reiken schafte Covivins zich twee reachtrucks van Toyota voor grote hoog-tes aan. “Dat we twee reachtrucks hebben, heeft vooral te maken met het feit dat we niet stil willen vallen mocht er één van beide het even laten afweten. Om die reden heb-ben we in het begin ook al twee BT Radio- shuttles gekocht, al hadden we in het oude magazijn in principe met een enkele Radioshuttle voldoende”, verklaart Christian Guillaume.

Tegelijk schafte Covivins zich het Warehouse Management System (WMS) van BIV aan om de activiteiten nog beter te beheren. “We hebben gekozen voor een klein bedrijf uit de buurt dat heel reactief was en een pakket had dat zeer modulair bleek. De implemen-tatie ging zeer vlot, zeker als je weet dat het de eerste keer was dat we een WMS imple-menteerden”, aldus Christian Guillaume. “Het WMS staat vandaag in voor al het loca-tiebeheer. Zo bepaalt het systeem bij het binnenkomen van de pallets of het pakweg 11 pallets laat wegzetten in een gang van 13 locaties of kiest voor twee gangen van 5 en 6 vrije locaties. In anderhalve maand heb-ben we het systeem kunnen klaarstomen voor onze magazijnactiviteiten. We heb-ben het WMS opgestart samen met de BT Radioshuttles en dat is zeer vlot verlopen.”

Het nieuwe palletmagazijn sluit naadloos aan op de andere activiteiten van de site. In het oudere magazijn kunnen we enerzijds het pickingmagazijn onderscheiden, met stellingen voor pallets bovenaan en onder-aan picklocaties. Door de grote volumes naar de nieuwe hal te verhuizen, is in die hal ruimte vrijgekomen voor meer pickposities. Anderzijds is er nog de expeditiezone, waar pallets worden klaargemaakt, gewikkeld en klaargezet voor vertrek. Bestellingen die voor 11 uur worden geplaatst bij Covivins, worden de volgende dag geleverd in heel

België. Dagelijks gaan ongeveer een dertig-tal pallets via een pendeldienst naar trans-porteur Eurobrokers die de goederen ver-volgens bij de klant zal afleveren.

Blijven optimaliserenDankzij de uitbreiding is Covivins in staat om een omzet van zo’n 85 miljoen euro te reali-seren binnen de huidige muren. “Momenteel is het nieuwe magazijn voor de helft vol. Daar moet nog een deel pallets dat nu nog in Rot-terdam ligt, bijkomen. We verwachten dat het magazijn dan voor twee derden gevuld zal zijn. Voorlopig volstaat het magazijn om terug enkele jaren verder te kunnen. We werken momenteel in één shift. We zouden er dus nog een shift aan kunnen toevoegen. Maar omdat we dan ook een extra adminis-tratieve kracht moeten inschakelen om de douaneformaliteiten op vlak van accijnzen te regelen, houden we die boot liever nog wat af”, stelt Christian Guillaume.

Wel wil Covivins de performantie nog ver-beteren door bijvoorbeeld het WMS verder te finetunen. “We zijn net opgestart met het WMS en gaandeweg willen we nu de moge-

lijkheden ontdekken. We zouden de BT Radioshuttles bijvoorbeeld meer via het WMS kunnen laten aansturen. Zo kan de chauffeur via zijn terminal de opdracht krijgen om een welbepaalde shuttle op te halen of ergens heen te brengen. Door onze manier van wer-ken hebben we een enorme piek tussen 11 uur ’s morgens, als we de orders afsluiten, en 12 uur, als de vrachtwagens vertrekken. Een nog betere aansturing van onze midde-len via het WMS kan daar zeker het verschil maken. Bijvoorbeeld door meer bewegingen te combineren. Ook voorraadtellingen zou-den we via de BT Radioshuttles in combinatie met het WMS kunnen doen”, zegt Christian Guillaume.

Op het vlak van verdere opslagoptimalise-ring heeft Covivins in de oude hal recent ook twee plateauliften in gebruik genomen voor zeer traag roterende flessen. Zo hoe-ven die geen palletlocaties meer in beslag te nemen. In die liften worden zo’n 800 refe-renties in dozen opgeslagen, goed voor ca. 20.000 flessen. Bovendien is er nog ruimte voor een derde.TC

Elke BT Radioshuttle wordt bij Covivins door de reachtruckbestuurder bediend via afstandsbediening. Zo kan de bestuurder bijvoorbeeld meerdere pallets na elkaar stapelen terwijl de truckbestuurder van en naar de locatie rijdt. Via een lichtsignaal ziet de bestuurder snel waar zich een lege BT Radioshuttle, die zich steeds zal plaatsen aan het begin van de gang bevindt.

Page 43: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

43

HANDLING

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

Flexibiliteit voor smalle gangenDe zoektocht naar een efficiënte smallegangenheftruck

De logistieke wereld is continu opzoek naar efficiëntieverbeteringen in zijn opslagproces om te kunnen vol-doen aan de immer competitieve marktvraag. Er bestaan verschillende concepten waaronder reachtrucks, VNA-heftrucks, AGV’s en Aisle-masters. Wij bekijken welke voordelen die laatste categorie voor u te bieden heeft.

De Aisle-Master, die zijn oorsprong kent in de UK, baant ondertussen zijn weg over het Europese vaste-land. Meer en meer zien we deze smallegangheftruck opkomen in

projecten waar plaatsbesparing en efficiën-tie voorop staan. De Aisle-Master werkt in gangen vanaf 1600mm en zorgt zo voor een hogere opslagdensiteit.

De Aisle-Master smallegangenheftruck com-bineert de voordelen van een klassieke hef-truck, een reachtruck en een smallegangen-truck. Fysiek heeft de Aisle-Master veel weg van een heftruck: de bestuurder zit met het gezicht voorwaarts en het toestel heeft de wendbaarheid en snelheid van een heftruck. Maar eens in een smalle gang, ontpopt hij zich tot een compacte smallegangtruck. “Een belangrijk voordeel van de Aisle-Master is dat hij, net als een heftruck, zowel binnen als bui-ten kan rijden. Dat maakt hem ook geschikt voor het laden en lossen van vrachtwagens. Bij een reachtruck daarentegen is buitenge-bruik doorgaans geen evidentie”, aldus Maar-

ten Marien, account manager bij Mabo-Lif-ting, invoerder van de Aisle-Master. Een troef van de Aisle-Master tegenover de traditio-nele smallegangentruck is dat hij veel vlotter en sneller van gang kan wisselen.

Dat alles maakt de Aisle-Master inzetbaar in heel veel toepassingsgebieden waar com-pacte opslag en de behoefte aan flexibiliteit voorop staan. De Aisle-Master werkt op basis van voorwielaandrijving, waardoor de truck getrokken wordt en torsie vermeden wordt. Naast de elektrische uitvoering is er ook een LPG-variant verkrijgbaar. Ook een truck met dubbeldiepe opslag behoort tot de mogelijk-heden.

Doordat hij in smallere gangen kan werken, kunnen er heel wat meer pallets op een gegeven oppervlakte worden opgeslagen: tot 50% tegenover gewone heftrucks (die 3,5 à 4m breedte nodig hebben) en tot 30% meer tegenover reachtrucks (die een breedte van 2,7 à 2,9m vragen). “Welke meerwaarde de Aisle-Master precies biedt in een bepaalde

De Aisle-Master, die zijn oorsprong kent in de UK, baant ondertussen zijn weg over het Europese vasteland.

Page 44: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E44

HANDLING

magazijnsituatie, kunnen we perfect simule-ren aan de hand van onze software. Zo kan de klant onmiddellijk zien welke besparing hij realiseert”, Voegt Maarten Marien hieraan toe.

Meesters aan het werkIn de magazijnomgevingen waar we deze smallegangenheftruck tegenkomen, valt vooral de grote hoogte van de rekken op: door de stabiliteit van de Aisle-Master kan er zelfs voor hefhoogtes van boven 7 meter restcapaciteit tot 1500kg worden aange-boden. De maximale hefhoogte die wordt geboden, gaat tot 15 meter. “Voor hoogtes vanaf 8 meter stellen we aan de klant een in de mast of in het vorkenframe geïnte-greerde camera voor. Toch merken we dat die zelfs op grote hoogtes niet altijd wordt gebruikt, omdat de bestuurder bij het hef-fen steeds een zeer goed zijdelings zicht op de mast behoudt”, vertelt Maarten Mariën.

Bij Castlecool, een in diepvries gespeci-aliseerde dienstverlener, die werkt voor belangrijke voedingsproducenten zoals Heinz en Cargill, zien we zelfs de Aisle Mas-ter werken in een diepvriestoepassing. Inspelend op de specifieke behoeften van deze klanten werd een Aisle-Master met verwarmde cabine ontwikkeld. “Magazijn-ruimte is kostbaar, en dat geldt in diepvries-omgevingen in het bijzonder. Daarom leek het ons interessant om een Aisle-Master te ontwerpen waarmee medewerkers ook in barre temperaturen op een comfortabele manier goederen kunnen behandelen. Deze truck beschikt uiteraard over alle vereisten voor een diepvriesomgeving, zoals vensters uit polycarbonaat, ruitenverwarming en rubberen banden”, aldus Maarten Mariën. “We zijn zeer tevreden over onze Aisle-Mas-ter, in het bijzonder over zijn wendbaarheid in onze smalle gangen”, zegt Paul Shortt, managing director bij Castlecool.

Eddie Stobart heeft na een testcase al verschillende warehouses uitgerust met Aislemasters. Momenteel zijn er meer dan 40 Aislemasters operationeel.

Een troef van de Aisle-Master tegenover de traditionele smallegangentruck is dan dat hij veel vlotter en sneller van gang kan wisselen.

Page 45: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

45

HANDLING

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

Rendabel, fl exibel en betrouwbaar zijn de sleutel-

woorden voor de ontwikkeling en implementatie

van onze geautomatiseerde logistieke systemen

voor orderverzameling en opslag. Door gebruik van

de modernste techniek, biedt WITRON haar klanten

innovatieve en efficiente logistieke oplossingen

welke belangrijke concurrentievoordelen biedt.

Innovatieve L o g i s t i e k e S y s t e m e nLogist ieke Analyse & Ontwerp · HoofdaannemerschapSoftware & PLC besturing · Magazijn Kranen & Conveyors

Ser vice & Onderhoud · DC Operat ie

Bereik het maximale in logistiek

Retail/Distribution · Industry/Manufacturing · Food/Beve-rage · Automotive/Electronics · Health & Beauty/Pharma

Keizersveld 47c · NL-5803 AM Venray · Phone +31478 551855 [email protected] · www.witron.nl

Be innovative • Be committed • Be successful

MA_Ad Innovative Logistics Systems 1050 x 2097 mm half side 4c 3mm bleed_nl.indd 1 23.02.2015 14:26:38

Truck met potentieelWat betreft de Aisle-Master zijn de verwachtingen hooggespan-nen. “Deze heftruck past perfect in onze core business die zich vandaag toespitst op’space saving & efficiency improving soluti-ons’, aldus Maarten Mariën.

De Aisle-Master is intussen al 4 jaar beschikbaar op de Belgische markt en Mabo-Lifting kan spreken van een exponentiële groei in de verkoop, dankzij het concept dat meer en meer gesmaakt wordt en de bijbestellingen van bestaande Aisle Master klanten. Als we kijken naar de UK , de eerste focusmarkt om het concept te lanceren, zien we tegenwoordig een jaarlijkse verkoop van meer dan 1.000 stuks. Als we kijken naar productie-aantallen halen we vandaag meer dan 2.000 stuks per jaar. De wereldwijde groei van het product maakt dat zelfs een volledige nieuwe productiefaci-liteit in het Ierse Monoghan gebouwd wordt. Al een groot aantal logistiek spelers zoals CEVA Logistics, DHL en Eddie Stobart heb-ben reeds geïnvesteerd in het concept.

“Ik zou willen besluiten dat met de groei die we momenteel in België kennen en met genoemde troeven in handen, wij ons aan een gelijkaardige continue groei mogen verwachten, net zoals in de buurlanden. Uiteindelijk heeft ook de crisis veel bijgedra-gen tot onze groei. Bedrijven gaan in crisistijd op zoek naar meer rendabele oplossingen om zo competitief te blijven in hun markt. De klanten van het eerste uur, waaronder Brabopak, specialist in voedselverpakkingen en de Bouwpunt-groepering, hebben hun investering in de Aisle-Master reeds zien renderen en hun keuze bevestigd met de aankoop van bijkomende Aisle-Masters”, besluit Maarten Marien.TC

De Aisle-Master werkt in gangen vanaf 1600mm en zorgt zo voor een hogere opslagdensiteit.

Page 46: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E46

HANDLING

Zonder wisselbatterijen naar volcontinue inzet Delhaize neemt AGV’s met Lithium Titanaat Oxide batterijen in gebruik

Sinds kort rijden in het vers dc van de Belgische retailer Delhaize twintig innovatieve AGV’s rond. Bijzonder is dat de AGV’s zijn voorzien van Lithium Titanaat Oxide batterijen (LTO). Tekst en uitleg rond de implementatie kregen we van Jurgen Limbourg en Roel Gevaers, supply chain project managers bij Delhaize.

Als onderdeel van een gefaseerde reorganisatie nam Delhaize afgelo-pen jaar de eerste 20 van in totaal 34 innovatieve AGV’s in gebruik. De retailer maakt onderdeel uit van de

Delhaize Group, een internationale retailer met activiteiten in zeven landen en op drie continenten. De voertuigen, gebaseerd op de Jungheinrich ERE orderverzameltruck, wor-den ingezet in het centraal distributiecentrum voor België en Luxemburg in Zellik. Door het Franse Balyo zijn ze aangepast voor zowel manuele als volautomatische inzet.

De AGV’s maken gebruik van de zogenaamde Geo-guided technologie, waarbij met behulp van een 2D-laserscanner de omgeving met alle obstakels in beeld wordt gebracht. Aan-passingen aan de infrastructuur, bijvoorbeeld door het plaatsen van reflectoren, zijn daar-door niet nodig.

Continue inzetbaarheidTrineuron, de Lithium-Ion divisie van ener-giespecialist Emrol, voorzag de AGV’s van Lithium Titanaat Oxide batterijen, kortweg LTO. “LTO bleek de enige batterijtechnologie te zijn die onze AGV business case rendabel maakt”, licht Jurgen Limbourg, supply chain project manager bij Delhaize, toe.

Bij Delhaize worden de AGV’s namelijk heel intensief gebruikt. In het vers dc wordt volcon-tinu gewerkt: 24 uur per dag, 302 dagen per jaar. Vanuit het dc in kwestie worden meer dan 700 filialen van de Delhaize Group in België en Luxemburg bevoorraad. Een betrouwbare, con-tinue inzetbaarheid van de AGV’s was dan ook het belangrijkste aspect in de business case.

Kosten-batenanalyseOm de haalbaarheid van de business case te beoordelen, voerde Delhaize een uitgebreide kosten-batenanalyse uit, waarbij diverse bat-terijtechnieken onder de loep werden geno-men. “Uit die analyse kwam naar voren dat LTO grote voordelen biedt en – ondanks de meerprijs - voor ons absoluut de beste keuze

Supply chain project manager Roel Gevaers (l) en projectleider Jurgen Limbourg: “Dankzij de extreem lange levensduur bleek LTO voor ons de meest rendabele keuze.”

Page 47: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

47

HANDLING

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

is”, geeft Jurgen Limbourg aan. Vooral de korte laadtijden en de extreem lange levens-duur waren doorslaggevend. Bij de uiteinde-

lijke keuze van Delhaize voor de LTO-batte-rijen speelde ook de praktijkervaring mee die Trineuron heeft bij logistiek dienstverlener

2XL, waar 15 AGV’s sinds eind 2011 worden ingezet.

De voordelen van LTO uiten zich op diverse fronten. Allereerst zijn geen dure batterijwis-sels meer nodig, zoals bij conventionele lood-zuur- of AGM-technologie en de daarmee gepaard gaande kosten voor personeel, wis-selbatterijen en infrastructuur. Een LTO-bat-terij maakt een inzetduur mogelijk van 6 uur, maar de AGV’s rijden nooit zo lang ach-ter elkaar. Met behulp van de bijbehorende snelladers worden de accu’s tussentijds en in slechts enkele minuten weer volledig opgela-den.

Bij Delhaize worden de batterijen in 16 minu-ten van leeg naar vol geladen. “Het bestu-ringssysteem van de AGV’s houdt steeds net-jes rekening met het laadproces, zodat een continue inzetbaarheid gewaarborgd blijft”, vult Roel Gevaers aan.

Zonder wisselbatterijen naar volcontinue inzet Delhaize neemt AGV’s met Lithium Titanaat Oxide batterijen in gebruik

De AGV’s in het vers dc van Delhaize zijn voorzien van Lithium Titanaat Oxide batterijen.

Overal inzetbaar.Onze nieuwe diesel- en gasheftruck is robuust.

Maximale betrouwbaarheid bij elke inzet. Uiterste rijveiligheid en stevigheid. Beste zicht in alle richtingen. Heel eenvoudig onderhoud. Dit alles zit in onze nieuwe diesel- en gasheftruck met hydrodynamische aandrijving. Opdat u het meest uit hem kunt uithalen.www.jungheinrich.be/hydrodynamisch-diesel_gas/

Adv Jungh_Business L_Ned_0106.indd 1 13/05/15 10:57

Page 48: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E48

HANDLING

Veilig en onderhoudsvrijVerder is een LTO-batterij onderhoudsvrij en gesloten. Er is geen gasvorming of kans op lekkend elektrolyt. Een speciale laadruimte, die aan alle wettelijke eisen voldoet en met voor elke batterij een eigen lader, is dan ook niet nodig. Dat komt ook de veiligheid ten goede, zowel voor de medewerkers, de levensmiddelen als voor het milieu.LTO-batterijen kunnen bovendien beter tegen koude dan andere accu’s. Ze vertonen aanzienlijk minder capaciteitsverlies en kunnen in tegenstelling tot andere lithium-ionbatterijen geladen worden bij erg lage temperaturen. En dat is in het vers dc van Delhaize, waar het constant rond de 2 graden Celsius is, mooi meegenomen. Uit testen van Trineuron blijkt dat de LTO-batterij gemakkelijk 25.000 cycli aankan en dat temperatuur daarbij geen rol speelt.

Voor het laden van de accu’s ontwierp Trineuron dockingstations op maat. In totaal slechts 4 voor uiteindelijk 34 AGV’s. De AGV’s kunnen zowel manueel als volautomatisch worden geladen met behulp van op de vloer gemonteerde inrijprofielen. De voertuigen rijden met de vork in het profiel, komen tegen twee dempers aan, vertragen en stoppen ter hoogte van de laadpaal. Op die positie maakt de con-tactplaat, bevestigd op de batterij en aan de zijkant van de truck, contact met de stroomafnemerplaat op de laadpaal. Via datacon-tacten wordt vervolgens een bericht verstuurd naar de snellader om het laadproces te starten. Sinds het afgelopen najaar zijn de eerste twintig AGV’s met LTO-batterijen operationeel. Mark Dohmen

In het speciaal ontworpen dockingstation kan de batterij in acht minuten van leeg naar vol worden geladen.

Nieuw netwerk voor intermodaal vervoerProcter & Gamble zet zijn schouders onder NINA

Na TINA (Trains. Intermodality, a New Approach) haalt producent van consumentenproducten Procter & Gamble (P&G) nu de banden aan met NINA (New Intermodal Network Approach). NINA valt onder de koepel van het Europese project Swiftly Green, dat ernaar streeft om duurzame internationale corridors op te zetten. NINA richt zich echter niet louter op cor-ridors maar op netwerken waarin intermodaliteit cen-traal staat. Tijdens Supply Chain Innovations gaf Marc Verelst van P&G’s Supply Network Innovation Center in naam van het Swiftly Green projectteam een stand van zaken.

Binnen NINA zet P&G zich samen met een consortium van onder meer universiteiten, terminals, havens, verladers, spoor-operatoren en -dienstverleners in om op Europese schaal een groter draagvlak voor intermodaliteit te creëren. Samen willen ze meerdere corridors opzetten waarin zoveel mogelijk goe-

deren binnen het partnernetwerk over het spoor worden vervoerd.

Volgens een recente studie van het CEBR (Centre for Economics and Business Research) zullen de kosten ten gevolge van congestie in Duits-land, Frankrijk en het VK de komende 15 jaar nog met 40 procent toene-men. Dat zijn zowel directe kosten als indirecte kosten, zoals de impact van congestie op het milieu en de maatschappij. Ook vanuit ecologisch standpunt zijn de cijfers bijzonder alarmerend. Volgens diezelfde studie zou de CO2-uitstoot immers eveneens nog met 11% stijgen. “Intermo-daliteit is dus niet enkel vanuit duurzaamheidsperspectief van belang. Er zijn ook economische en maatschappelijke redenen waarom we hier werk van willen maken”, meent Verelst.

Page 49: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

49

HANDLING

B U S I N E S S L O G I S T I C S - J U N I 2 0 1 5

Nieuw netwerk voor intermodaal vervoerProcter & Gamble zet zijn schouders onder NINA

P&G is alvast niet aan zijn proefstuk toe. Eer-der al was het bedrijf nauw betrokken bij het Europese CO3-project en P&G speelt ook een voortrekkersrol op het vlak van horizon-tale samenwerking. Voor zijn inspanningen op dat terrein, met name het transport-project in samenwerking met Tupperware, kreeg P&G al meermaals erkenning (meer daarover vindt u terug in Business Logistics april 2014 ‘Op één lijn naar Griekenland’, nvdr).

Drievoudig draagvlakZowel vanuit ecologisch als maatschappe-lijk perspectief is een verdere toename van goederentransport over de weg niet het beste plan. Daarenboven mag ook het eco-

nomische aspect niet uit het oog verloren worden. “Onlangs verschenen verschillende artikels in de pers waarin werd aangehaald dat de VS vandaag al kampt met problemen om voldoende vrachtwagenchauffeurs te vinden. In Duitsland heeft de automobiel-sector schattingen gemaakt die spreken van een verwacht tekort van 250.000 chauf-feurs”, vertelt Verelst. Andere cijfers tonen dan weer een groot onevenwicht aan tussen het spoor- en snelwegennetwerk. Tussen 1995 en 2009 is het autosnelwegnetwerk in Europa met 39% toegenomen in lengte. Over de weg is het goederenspoor met 31% toegenomen, terwijl het spoorvervoer lang niet dezelfde vooruitgang heeft geboekt. Het tegendeel is waar. “Volgens het Franse

Objectif OFP is in Frankrijk het spoorvervoer sinds de vrijmaking van de markt met 25% afgenomen”, weet Verelst.

Gebrek aan vertrouwenAan capaciteit in theorie geen gebrek dus maar in de praktijk lopen weinig verladers warm voor spoorvervoer. Steeds dezelfde problemen worden aangehaald als reden waarom: een gebrek aan connectiviteit, een gebrek aan volume en frequentie, en een gebrek aan visibiliteit.M. Verelst: “Tussen twee van de grootste terminals in Europa, namelijk Duisburg in Duitsland en Dourges in Frankrijk, is van-daag geen spoorservice beschikbaar. Dat terwijl talloze vrachtwagens elke dag goe-

Binnen NINA zet P&G zich samen met een consortium van onder meer universiteiten, terminals, havens, verladers, spooroperatoren en -dienstverleners in om op Europese schaal een groter draagvlak voor intermodaliteit te creëren.

Page 50: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

W W W . V A L U E C H A I N . B E50

HANDLING

deren vervoeren tussen die twee bestem-mingen. Bovendien zijn verladers niet snel geneigd om spoorvervoer te overwegen omdat de frequentie van de dienstverlening te laag is. Dat hangt uiteraard nauw samen met de volumes. Hoe meer volume, hoe fre-quenter diensten aangeboden kunnen wor-den. Meer volume is dus een eerste vereiste. Ook al omdat je dan de kosten beter kunt verdelen over meerdere containers en tege-lijk ook betere doorlooptijden kunt garan-deren.”

Tot slot is ook het gebrek aan visibiliteit op goederen die over het spoor vervoerd wor-den een belangrijke hinderpaal. Een tech-nologisch platform dat inzicht geeft in waar goederen zich bevinden en wanneer ze hun bestemming zullen bereiken, is nodig om in de toekomst daadwerkelijk grotere volumes te kunnen aantrekken.

Krachten bundelen in open netwerkDe klemtoon binnen NINA ligt op een zoge-naamde open netwerk aanpak.’Open’ omdat om het even welke partij moet kunnen toe-treden (dus ook concurrenten van P&G) en ‘netwerk’ om voldoende efficiëntievoorde-len te kunnen realiseren. “Vergelijk het met het metronetwerk in Londen. Niemand gaat speciaal voor mij een metro inleggen omdat ik die ochtend met de Eurostar in Londen aankom. Het netwerk en de dienstverlening zijn er, en als ik een metro gemist heb, neem ik gewoon de volgende. Iets gelijkaardigs willen we met NINA bereiken, met name een netwerk op het spoor waarbij contai-ners verplaatst worden tussen terminals. We willen daar niet enkel zoveel mogelijk verla-ders bij betrekken, maar ook zoveel mogelijk actoren zoals terminals, spooroperatoren en logistieke dienstverleners”, vertelt Verelst.

Concreet werd daartoe eind vorig jaar de aftrap gegeven van een eerste fase waarin

de verschillende Europese terminals in kaart werden gebracht en in een open groep voor het eerst werden samengebracht. “Som-mige bleken nog nooit eerder contact met elkaar gehad te hebben. Dat is ondertus-sen gebeurd en nu kunnen we de volgende stappen voorbereiden. Het is immers de bedoeling dat de terminals actief in hun hinterland op zoek gaan naar potentiële ver-laders om mee te stappen in het NINA-ver-haal.”

Een aantal verladers hebben zich al geën-gageerd maar dat aantal moet nog verder opgedreven worden om meer volume op te bouwen. Bedoeling is dat verladers hun volumes toevertrouwen aan een van de betrokken terminals, zodat de terminals kunnen onderzoeken op welke andere ter-minal de vraag groot genoeg is om zoge-naamde ‘hot lanes’ in te richten. Bijvoor-beeld tussen Duisburg en Dourges.

“De daaropvolgende stap is voor mij de belangrijkste, want dat is het moment waarop verladers zich effectief engageren om volumes op die hot lanes te zetten. Als voldoende verladers dat doen, kun-nen de aanbieders van spoordiensten een duurzame en repetitieve flow creëren bin-nen het netwerk. Tot slot zal dan ook een zogenaamde trustee aangesteld worden die moet garanderen dat de verladers op een door-to-door service kunnen rekenen. Wat we ten alle kosten willen vermijden is dat het landschap gefragmenteerd raakt. We willen logistieke dienstverleners een pakket aanbieden vanaf het moment dat goederen opgehaald worden tot wanneer ze afgeleverd worden. Daar bovenop moet dan een overkoepelend orgaan komen dat de governance op zich neemt. Het opzet-ten van zo’n netwerk steunt hoofdzake-lijk op goede wil en vertrouwen. Vandaar het belang van een trustee. Bedoeling is om met één overkoepelende trustee en

verschillende lokale trustees te werken”, geeft Verelst nog mee.

Vertrouwen winnenDe eerste aanzet voor NINA is een feit. Er hebben zich verladers aangemeld, er werden een aantal hot lanes gedefinieerd en ook de terminals werken mee aan de verdere uitbreiding van het netwerk. Nu is het wachten tot de transportaankoop-processen van de betrokken verladers op mekaar afgestemd kunnen worden zodat hun volumes ook effectief op de markt komen. Een voorbeeld van een concrete realisatie is de samenwerking tussen P&G en logistieke dienstverlener 2XL. Zij heb-ben samen een spoorservice opgezet tus-sen de terminals van Dourges en Barking (VK). “De transporttijd tussen deze twee locaties is substantieel gereduceerd dank-zij de inspanningen van de spooroperator en infrastructuurbeheerder. Een andere spoorverbinding die nu in de opstartfase zit is die tussen Rome en Milaan, een ini-tiatief van ECR (Efficient Consumer Res-ponse).”

“We hebben nog een hele weg af te leg-gen, en of NINA effectief een succes wordt zal afhangen van hoe goed we erin slagen om nieuwe partners in ons netwerk aan te trekken. Maar de eerste stappen zijn alvast goed verlopen. En we hopen dat steeds meer bedrijven oren zullen hebben naar de economische, ecologische en maat-schappelijke argumenten die in het voor-deel van intermodaliteit pleiten. Als P&G hebben we de doelstelling gedefinieerd om het goederentransport over de weg mat 20% te reduceren ten voordele van andere modi. Swiftly Green is het geknipte platform dat ons kan helpen die doelstel-ling te bereiken en we hopen dat andere verladers ons daarin zullen bijtreden”, ein-digt Verelst.BDV

Supply Chain Award – Project of the Year 2015

Call for Projects Enter your project now !

[email protected]

PICS Belgium vzw | Drie Eikenstraat 661 | 2650 EDEGEM T +32 3 844 32 18 | F +32 3 826 93 09

Meer informatie: www.picsbelgium.be

Warehouse PhysicsWat kan “Warehouse Physcis” voor uw onderneming betekenen?Distributiecentra en magazijnen spelen een cruciale rol in het opera-tioneel houden van supply chains en distributie netwerken. De focus ligt, naast operationele kost, vooral op klantenservice uitgedrukt in kwaliteit van de dienst, responsiviteit en fl exibiliteit. Warehouse Physics wil aan de hand van een concept rond fl ows en buff ers de magazijnoperatie analyseren en voor optimalisering bijsturen. Het geheel kan uiteindelijk resulteren in een plannings- en aansturingslogica van het magazijn. Tijdens dit seminar op 11 & 18 juni a.s. worden de mogelijkheden en sterktes van het nieuwe concept toegelicht alsook de toepasbaar-heid op onze distributiecentra.

VerantwoordingMagazijnen en distributiecentra zijn onderdeel van een logistiek sys-teem. Zij beheren de fysieke buff ers tussen verschillende processen teneinde om maximale service te geven aan de volgende processen in de keten, maar aan verantwoorde kostenniveaus.

Data & timingsDag 1: donderdag,11 juni 2015Dag 2: donderdag, 18 juni 2015Telkens van 08:30 tot 17:30.Deze 2-daagse opleiding dient als één geheel gevolgd te worden.

DocentenJan DE KIMPE, LogisolPro | PICS BelgiumNico VANDAELE, KULeuven | PICS Belgium

LocatieKasteel Den Brandt, Beukenlaan 12, Antwerpen

Tarieven & registratieGa naar picsbelgium.be/2015/06/ training-warehouse-physics/

Enter your ProjectDid you recently implement a supply chain project to improve your supply chain? Register it now for the Supply Chain Award-Project of the Year 2015!• Grant your project and your company this unique platform to

demonstrate your drive for effi ciency and innovation in the sup-ply chain.

• Your project deserves it!

Who can enter a project?• Every company domiciled in Belgium can enter a project for the

Supply Chain Award-Project of the Year 2015.• Consultants and providers can enter a project through their client.

Which project can be entered?• All projects that include more than one aspect of logistics and/

or supply chain management such as SRM, CLM, stock manage-ment, production planning, materials management, distribution, transport, warehousing, inbound logistics, added value etc.

• The project should already be implemented for the greater part and have delivered proven and measurable results.

• You will provide an important contribution to the further develop-ment and recognition of the supply chain function.

• And you will grant your project and your team the extra attention they deserve!

Meer info: picsbelgium.be/ 2015/06 > training-warehouse-physics

Enter your project now and go to

www.supplychainaward.be

adv_PICScorner_mei_2015.indd 1 11/05/15 19:48

Page 51: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

Supply Chain Award – Project of the Year 2015

Call for Projects Enter your project now !

[email protected]

PICS Belgium vzw | Drie Eikenstraat 661 | 2650 EDEGEM T +32 3 844 32 18 | F +32 3 826 93 09

Meer informatie: www.picsbelgium.be

Warehouse PhysicsWat kan “Warehouse Physcis” voor uw onderneming betekenen?Distributiecentra en magazijnen spelen een cruciale rol in het opera-tioneel houden van supply chains en distributie netwerken. De focus ligt, naast operationele kost, vooral op klantenservice uitgedrukt in kwaliteit van de dienst, responsiviteit en fl exibiliteit. Warehouse Physics wil aan de hand van een concept rond fl ows en buff ers de magazijnoperatie analyseren en voor optimalisering bijsturen. Het geheel kan uiteindelijk resulteren in een plannings- en aansturingslogica van het magazijn. Tijdens dit seminar op 11 & 18 juni a.s. worden de mogelijkheden en sterktes van het nieuwe concept toegelicht alsook de toepasbaar-heid op onze distributiecentra.

VerantwoordingMagazijnen en distributiecentra zijn onderdeel van een logistiek sys-teem. Zij beheren de fysieke buff ers tussen verschillende processen teneinde om maximale service te geven aan de volgende processen in de keten, maar aan verantwoorde kostenniveaus.

Data & timingsDag 1: donderdag,11 juni 2015Dag 2: donderdag, 18 juni 2015Telkens van 08:30 tot 17:30.Deze 2-daagse opleiding dient als één geheel gevolgd te worden.

DocentenJan DE KIMPE, LogisolPro | PICS BelgiumNico VANDAELE, KULeuven | PICS Belgium

LocatieKasteel Den Brandt, Beukenlaan 12, Antwerpen

Tarieven & registratieGa naar picsbelgium.be/2015/06/ training-warehouse-physics/

Enter your ProjectDid you recently implement a supply chain project to improve your supply chain? Register it now for the Supply Chain Award-Project of the Year 2015!• Grant your project and your company this unique platform to

demonstrate your drive for effi ciency and innovation in the sup-ply chain.

• Your project deserves it!

Who can enter a project?• Every company domiciled in Belgium can enter a project for the

Supply Chain Award-Project of the Year 2015.• Consultants and providers can enter a project through their client.

Which project can be entered?• All projects that include more than one aspect of logistics and/

or supply chain management such as SRM, CLM, stock manage-ment, production planning, materials management, distribution, transport, warehousing, inbound logistics, added value etc.

• The project should already be implemented for the greater part and have delivered proven and measurable results.

• You will provide an important contribution to the further develop-ment and recognition of the supply chain function.

• And you will grant your project and your team the extra attention they deserve!

Meer info: picsbelgium.be/ 2015/06 > training-warehouse-physics

Enter your project now and go to

www.supplychainaward.be

adv_PICScorner_mei_2015.indd 1 11/05/15 19:48

Page 52: Nooit meer een off-day - Home - Value Chain Business... · niveau van € 1,1 miljard. De vooruitzichten voor 2015 zijn ook positief. Er blijft een grote hoeveelheid kapitaal op zoek

DOCENT

Prof.dr. Bram Desmet

DEELNAMETARIEF:Value Chain abonnees en Pics leden: € 350

Niet-abonnees: € 450 (*)

(*) Inclusief abonnement op het Value Chain informatiepakket

SUMMERCLASS

MEER INFO EN INSCHRIJVINGEN:WWW.VALUECHAIN.BE - [email protected] - 050 40 80 80

SUPPLY CHAIN METRICS THAT MATTERdinsdag 30 juni ‘15Berchem (ALM, Filip Williotstraat 9, 2600 Berchem)

PROGRAMMA:In haar spraakmakende boek “Supply Chain Metrics That Matter” verandert Lora Cecere de regels van het Supply Chain denken: • Veel bedrijven denken verkeerdelijk dat de meest efficiënte (low-cost) supply chain ook de meest effectieve is.• Ze visualiseert heel duidelijk het gebrek aan alignering tussen divisies. Sales is gefocust op omzet, aankoop op aankoopkosten, productie op efficiëntie, …. Iedereen optimaliseert zijn stuk van de keten in functie van zijn eigen metric. Het resultaat op de ganse keten is suboptimaal.• Ze neemt benchmarking een stap verder aan de hand van “orbit charts”. Veel bedrijven hebben gewerkt op het verbeteren van voorraad rotatie, hoewel dat niet altijd in balans was met de winstgevendheid. Best practice bedrijven verbeteren in beide dimensies. Orbit charts laten toe om dat te visualiseren.

Tijdens deze Summerclass, die plaatsvindt op 30 juni a.s., gaat Prof.dr. Bram Desmet met de concepten van Lora Cecere aan de slag en een belangrijke stap verder: • Hij concretiseert het gebrek aan alignering via een discussie over de supply chain driehoek, waar we op zoek gaan naar de balans tussen cash, kosten en service. Hij toont aan hoe traditionele organisatiemodellen de spanning in de driehoek vergroten en duurzame verbetering in de weg staan. Eén van de remedies is gealigneerde en gedeelde targets op key supply chain metrics.• Aan de hand van een case oefenen we de techniek van ‘benchmarking’ met ‘orbit charts’. Benchmarking in meerdere dimensies laat een betere identificatie toe van ‘leaders’ versus ‘laggards’. Het geeft essentieel inzicht in het balanceren van targets in de supply chain driehoek.• Finaal wordt de vraag beantwoord ‘wat is een goeie target voor mijn bedrijf/sector’ bijvoorbeeld inzake voorraadrotatie. Het antwoord op die vraag blijkt gekoppeld met de strategie die we als bedrijf nastreven. Treacy & Wiersema beschrijven drie mogelijke positioneringen voor een marktleider. Professor Bram Desmet positioneert ze in de supply chain driehoek en toont hoe ze leiden tot andere keuzes.

Deze Summerclass combineert praktische cases en de laatste academische inzichten.