3
BijZijn-XL 32 > nr. 01 - 2012 MEDISCH REKENEN In de ziekenhuispraktijk komt voornamelijk voor: - mg/ml, - g/ml, - g/100 ml, - g/l, - IE/ml, - mmol/l Voorbeelden atropine 0,25 mg/ml streptomycine 0,5 g/ml glucose 5 g/100 ml natriumbicarbonaat 84 g/l penicilline 500.000 IE/ml kaliumchloride 10 mmol/l Omdat de oplossingsconcentratie in een verhouding wordt uitgedrukt, maakt men ook wel gebruik van de term procent (%), promille (‰), ppm (parts per million) of ppb (parts per billion). Procent betekent: per honderd. Een 1%-oplossing is de verhouding van 1 deel opgeloste stof met 99 delen oplosmiddel, samen 100 delen. Een oplossing is een vloeistof waarin een hoeveelheid stof is opgelost. Dus twee dingen: 1. De opgeloste stof. Deze is in niet-opgeloste toestand meestal vast, in poedervorm of kristallijne vorm (vergelijk poedersuiker en kristalsuiker). Naast vaste stoffen zijn er vloeistoffen die kunnen worden opgelost (of: gemengd). Dikwijls zijn dit viskeuze (stroperige) vloeistoffen. Vergelijk: detergentia (afwasmiddel), lyorthol, honing, glycerol, enzovoort. 2. Het oplosmiddel. Zo heet de vloeistof waarin een bepaalde stof kan oplossen of vermengen: - voor zout is het water; - voor suiker is het water; - voor olie is het onder andere benzine; - voor jodium is het voornamelijk alcohol (jodiumtinctuur). De verhouding tussen opgeloste stof en oplosmiddel bepaalt de sterkte of concentratie van een oplossing. Deze verhouding kan op verschillende manieren worden uitgedrukt. Oplossing van medicijn Medische rekenvaardigheid levert een belangrijke veiligheid van patiënten. Als verpleegkundige moet rekenen. Bijzijn XL besteedt in elk nummer aandac rekenen. In deze editie kun je nog eens oefenen rekenvaardigheid als het gaat om het maken van oplossingen van medicijnen.

Oplossingen van medicijnen

Embed Size (px)

Citation preview

BijZijn-XL

32>nr. 01 - 2012MEDISCH REKENEN

In de ziekenhuispraktijk komt voornamelijk voor:− mg/ml, − g/ml, − g/100 ml, − g/l, − IE/ml, − mmol/l

Voorbeeldenatropine 0,25 mg/mlstreptomycine 0,5 g/mlglucose 5 g/100 mlnatriumbicarbonaat 84 g/lpenicilline 500.000 IE/mlkaliumchloride 10 mmol/l

Omdat de oplossingsconcentratie in een verhouding wordt uitgedrukt, maakt men ook wel gebruik van de term procent (%), promille (‰), ppm (parts per million) of ppb (parts per billion).

Procent betekent: per honderd.Een 1%-oplossing is de verhouding van 1 deel opgeloste stof met 99 delen oplosmiddel, samen 100 delen.

Een oplossing is een vloeistof waarin een hoeveelheid stof is opgelost. Dus twee dingen:1. De opgeloste stof. Deze is in niet-opgeloste toestand

meestal vast, in poedervorm of kristallijne vorm (vergelijk poedersuiker en kristalsuiker). Naast vaste stoffen zijn er vloeistoffen die kunnen worden opgelost (of: gemengd). Dikwijls zijn dit viskeuze (stroperige) vloeistoffen. Vergelijk: detergentia (afwasmiddel), lyorthol, honing, glycerol, enzovoort.

2. Het oplosmiddel. Zo heet de vloeistof waarin een bepaalde stof kan oplossen of vermengen:

- voor zout is het water; - voor suiker is het water; - voor olie is het onder andere benzine; - voor jodium is het voornamelijk alcohol

(jodiumtinctuur).

De verhouding tussen opgeloste stof en oplosmiddel bepaalt de sterkte of concentratie van een oplossing. Deze verhouding kan op verschillende manieren worden uitgedrukt.

Oplossingenvan medicijnenMedische rekenvaardigheid levert een belangrijke bijdrage aan de veiligheid van patiënten. Als verpleegkundige moet je dus goed kunnen rekenen. Bijzijn XL besteedt in elk nummer aandac ht aan medisch rekenen. In deze editie kun je nog eens oefenen met je rekenvaardigheid als het gaat om het maken van oplossingen van medicijnen.

BijZijn-XL

33>nr. 01 - 2012MEDISCH REKENEN

MEDISCH REKENEN

Uitwerking70% = 70 ml/100 mleen halve liter = 500 ml, dus je moet de volgende verhouding uitwerken:70 : 100 = ? : 500 w ? = 350 ml.

Dus je neemt een maatcilinder van minstens een halve liter en je past 350 ml pure alcohol af. Daarna met water aanvullen tot het streepje van 500 ml. Goed mengen.

Promille betekent: per duizend.Een 1‰-oplossing is de verhouding van 1 deel opgeloste stof met 999 delen oplosmiddel, samen 1000 delen.

Twee uitdrukkingsvormen komen het meest voor:

1‰ = 1 gram opgeloste stof/1000 ml1 gram opgeloste stof/liter/(massa/volume)1‰ = 1 ml vloeistof/liter (volume/volume)

Oplossingenvan medicijnenMedische rekenvaardigheid levert een belangrijke bijdrage aan de veiligheid van patiënten. Als verpleegkundige moet je dus goed kunnen rekenen. Bijzijn XL besteedt in elk nummer aandac ht aan medisch rekenen. In deze editie kun je nog eens oefenen met je

Dus je weegt 1,6 gram sorbitol af en je vult met water aan tot 40 ml in een maatcilindertje. Deze oplossing heeft dan een concentratie van 4%.

Voorbeeld volume/volumeMet hoeveel ml pure alcohol kun je een halve liter alcohol 70% in water maken?

Twee uitdrukkingsvormen komen het meest voor:

1% = 1 gram opgeloste stof/100 ml... (massa/volume)1% = 1 ml vloeistof/100 ml ……….. (volume/volume)

Voorbeeld massa/volumeHoeveel gram sorbitol los je op voor een 4%-sorbitoloplossing met een volume van 40 ml?

Uitwerking:4% = 4 gram sorbitol/100 ml. Dus als er 100 ml oplossing zou zijn, moet daarin 4 gram sorbitol in opgeloste vorm voorkomen. In dit voorbeeld gaat het om 40 ml. De verhouding 4/100 moet omgezet worden in ?/40.

Kruislings uitgewerkt:4 x 40 = 100 x ?? = 1,6 gram sorbitol

Voorbeeld massa/volumeHoeveel gram mercurochroom moet zijn opgelost voor 200 ml 4‰-mercurochroomoplossing?

Uitwerking4‰ = 4 gram/1000 ml 4 : 1000 = ? : 200 w ? = 0,8 gram.Dus 0,8 gram mercurochroom oplossen en met behulp van een maatcilinder aanvullen tot 200 ml. Goed mengen totdat alle vaste stof is opgelost. >

BijZijn-XL

34>nr. 01 - 2012MEDISCH REKENEN

Vraagstukken1. Voor meerdere patiënten moet een voetbadoplossing

worden gemaakt bestaande uit 15 liter 4%-sodaoplossing. Hoeveel gram soda los je daartoe op?

2. Hoeveel gram tosylchlooramide (Halamid®) is nodig om 2 liter Halamid®-oplossing van 0,4% te bereiden?

3. Er moet 750 ml sondevoeding met 5% glucose en 3% maltose gemaakt worden. Hoeveel gram van beide suikers weeg je af?

4. Je hebt de beschikking over Superol®-tabletten van 0,5 gram. Hoeveel tabletten los je op voor een oplossing van 2 liter met een sterkte van 0,1%?

5. Op de afdeling is 5 liter chloramineoplossing van 1,5% nodig. Hoeveel tabletten van elk 3 gram chloramine zijn voor dit doel nodig om opgelost te worden?

6. Je wil 25 gram sorbitol gebruiken om daarmee een oplossing te bereiden van 4%. Hoeveel ml sorbitoloplossing krijg je dan?

7. Voor een speciale wondbehandeling is 2‰-chloorhexidinegluconaat-oplossing nodig in een hoeveelheid van 150 ml. Hoeveel tabletten à 100 mg los je op voor de bereiding van deze oplossing?

VAN

800 ppm75‰9000 ppm0,06‰

NAAR

‰%%ppb

VAN

0,45%3,2%7 ppm28.000 ppb

NAARppm‰ppb‰

8. Voor de desinfectie van grote oppervlakten in ziekenhuizen wordt 0,4‰ natriumdichloorisocyanuraat gebruikt. Hoeveel gram van deze stof los je op voor een oplossing van 8 liter van de genoemde sterkte?

9. Hoeveel ml van de volgende edelgassen bevat 1 m3 buitenlucht: − neon 18 ppm : …..ml neon /m3 buitenlucht − helium 5 ppm : …..ml helium /m3 buitenlucht − krypton 1,1 ppm : …..ml krypton /m3 buitenlucht − xenon 90 ppb : …..ml xenon /m3 buitenlucht

10. Reken om:

ANTWOORDEN VRAAGSTUKKEN

1. 600 g2. 8 g3. 37,5 en 22,5 g4. 4 tabletten5. 25 tabletten6. 625 ml7. 3 tabletten8. 3,2 g

9. 18 ml; 5 ml; 1,1ml; 0,9 ml10. 0,8 % 4500 ppm 7,5% 32‰ 0,9% 7000 ppb 60.000 ppb 0,028‰

MEDISCH REKENEN

Ppm betekent: delen per miljoen (parts per million)1 ppm = 1 gram opgeloste stof/1.000.000 ml = 1 mg opgeloste stof/liter (massa/volume)of:1 ppm = 1 ml gas of vloeistof/1.000.000 ml = 1 µl gas of vloeistof/liter (volume/volume) = 1 ml gas of vloeistof/m3 (volume/volume)

Ppb betekent: delen per miljard (parts per billion)1 ppb = 1 gram opgeloste stof/1.000.000.000 ml = 1 µg opgeloste stof/liter (massa/volume)of:1 ppb = 1 ml gas of vloeistof/1.000.000.000 ml = 1 µl gas of vloeistof/1 000 liter = 1 µl gas of vloeistof/m3 (volume/volume)

<

ONLINE TOETS

www.bsl.nl/bijzijnxlwww.bsl.nl/bijzijnxlregistratie

Wil je je kennis testen over dit onderwerp, ga dan snel naar www.bsl.nl/bijzijnxl. Als je de toets met goed resultaat afl egt, ontvang je 2 accreditatiepunten. De toetsen zijn ontwikkeld door Leerstation Zorg, digitale kennisbank voor de zorg en het zorgonderwijs. Heb je nog geen account, ga dan snel naar www.bsl.nl/bijzijnxlregistratie en maak je account aan.

BRON

Kammeyer A., Medisch rekenen, 1997, Bohn Stafl eu van Loghum, hoofdstuk 5. Verkrijgbaar in de webshop van BSL: www.bsl.nl. De digitale versie van dit boek maakt onderdeel uit van het abonnement op Bijzijn XL. Ben je al abonnee, maak dan snel een account aan op www.bijzijnxl.nl.